Upload
vunguyet
View
217
Download
2
Embed Size (px)
Citation preview
The Gambia,
7 februari – 28 februari 2015
Four-banded sandgrouse
Verslag van een vogelreis door The Gambia
door Johan en Loes Schaerlaeckens, gids Burama Keita
Inleiding Door omstandigheden kon het overwinteren in Spanje dit jaar niet doorgaan. Een alternatief
was zo gevonden. Enthousiast geworden door verhalen van vrienden besluiten we het
vogelrijke The Gambia te bezoeken. Dank zij Mieke Adriaensen worden we 3 weken
voortreffelijk gegidst door Burama Keita. Burama is klein van gestalte maar groot in daden:
hij is niet alleen een fantastische vogelgids maar ook intelligent en goudeerlijk. Hij kent de
lokale gidsen en is de gehele dag bezig om het zijn klanten zo goed mogelijk naar de zin te
maken. We hebben een fantastische tijd met hem gehad.
We gebruiken in het verslag alleen de Engelse vogelnamen (zoals door Borrow). In de
soortenlijst staan ook de Nederlandse vogelnamen.
The Gambia The Gambia is een klein land dat geheel omringd is door Senegal. Met zijn 11.300 km² is de
grootte slechts ⅓ van Nederland. Het landschap wordt gedomineerd door de Gambiarivier.
Eigenlijk is het land een brede rivier van 300 km met een noord- en een zuidoever. De breedte
van het land varieert van 20 km tot maximaal 50 km. Klein van oppervlakte heeft het toch een
veelvoud van biotopen: uitgestrekte wetlands, savannes, steppes, bossen en zeekust. Langs de
rivier is de mangrove-vegetatie kenmerkend. Door de getijdenwerking zijn er veel slikvlaktes
langs de Gambiarivier. Timing is daarom belangrijk, bijvoorbeeld als je de slikvlaktes langs
Bund road bezoekt. The Gambia ligt in de tropische zone. Het jaar kent een droog en een nat
seizoen (juni – half oktober). Je kunt The Gambia het best bezoeken in de droge tijd (november
t/m mei). Men moet wel bedenken dat de temperaturen vanaf maart ferm oplopen. In het
binnenland kan het dan verzengend warm zijn. Mijn indruk is dat november de meeste
vogelsoorten oplevert. Gambia is een van de dichtst bevolkte gebieden van Afrika. Verwacht
dus altijd mensen om je heen. In de beschermde gebieden is het echter weldadig rustig. De
officiële taal in het onderwijs en bij de overheid is Engels. Opvallend is wel dat de voertaal
tussen gidsen en chauffeurs een van de lokale talen is.
Geld /Visa Door de Griekenlandcrisis stond de euro stond vrij laag toen wij er waren. De gangbare koers
was 5000 dalasi voor € 100 (receptie Senegambiahotel). Wij wisselden (veilig, snel en
gemakkelijk) bij de wisselkantoortjes van Western Union op de “Strip”: 5300 dalasi voor €
100,-. Je betaalt geen provisie, hoeft je paspoort niet te laten zien en krijgt ook geen bonnetje.
Je krijgt 53 briefjes van 100 dalasi (meer kan er niet in je portemonnee) en staat zo weer buiten.
Naast de receptie van het Senegambia hotel is een bankbalie waar je geld kunt opnemen met je
visa card. Maximaal 30.000 dalasi met een provisie van 6%! Bij elke Ecobank in the Gambia
kun je met je visa-card geld pinnen: maximaal 3.000 dalasi (= € 60,-) per pinbeurt . Je betaalt €
4,50 per transactie.
De moraal: je bent het goedkoopste uit als je contant geld meeneemt. Dit is ongebruikelijk in
onze westerse wereld maar “The Gambia” behoort nu eenmaal niet tot onze westerse wereld.
Je hebt geen visum nodig voor The Gambia. Voor een bezoekje Senegal (formidabele
slaapplaatsen montagu’s harrier, swallow-tailed kite en lesser kestrel) heb je wel een visum
nodig, dat is binnen een dag geregeld.
Vlucht We hebben de reis geboekt via Kras reizen. We vliegen met ArkeFLy van Schiphol naar Banjul,
de hoofdstad van Gambia. We betalen voor de vlucht en 2 weken logies/ontbijt in het
Senegambiahotel € 814,- p.p. We besluiten 3 weken te blijven en betalen voor de
vluchtverlenging van een week € 125,- p.p. Inclusief alle bijkomende kosten
(reserveringskosten, brandstofheffing, annuleringsverzekering etc) betalen we € 1180 p.p.
De entree van het Senegambia hotel, foto Loes
Vervoer, accommodaties, eten en drinken, de rondreis We hebben 2 weken een kamer in het Senegambia hotel in Kololi (inclusief ontbijt). De kamers
zijn gelegen in een (8 ha grote) vogelrijke tuin aan zee. ’s Morgens is er (vanaf 7.00 uur) een
uitgebreid ontbijtbuffet. De kamers zijn goed. Elke dag een schoonmaakbeurt en schone
handdoeken. Er is airco, warme douche en zelfs televisie met BVN, zodat we het nieuws kunnen
volgen.
Vanaf het hotel maken we de eerste 11 dagen uitstapjes naar de vogelrijke kustplaatsen. We
huren de gehele 3 weken een auto met chauffeur bij “Habitatafrica birdwatching and vehicle
hiring companay”. (www.discover-wild-gambia-com). We betalen de eerste 10 dagen 2.000
dalasi voor een hele dag en 1300 dalasi voor een halve dag. Eigenaar Salomon is een aimable,
eerlijke man waar goed zaken mee te doen is. Het beste is om alles via Burama te regelen. Hij
kent zowel Salomon, zijn chauffeurs als alle vast te leggen accommodaties. Je kunt ook zelf
rijden met een huurauto maar je moet dan ook zelf je weg zoeken. Suteh en Burama wisten
overal precies waar ze moesten zijn. Bovendien kende chauffeur Suteh veel politie-
agenten/militairen van de vele wegblokkades waardoor we weinig tijd kwijt waren. Bovendien
is het verschil in prijs tussen het huren van een auto zonder en een auto met chauffeur gering.
De wegen zijn de laatste jaren enorm verbeterd. ‘Potholes’ zijn verleden tijd. Zowel de centrale
noordoever- als de centrale zuidoeverweg zijn van uitstekende kwaliteit. Ook de zuidelijke
kustweg, richting Kartung, is uitstekend. Suteh beweerde dat hij nu afstanden in ⅓ van de tijd
van vroeger aflegt.
De eerste dagen zijn we voorzichtig met wat we eten. Na enkele dagen laten we de schroom
wat varen en na een week kijken we nergens meer naar. Uiteraard drinken we alleen mineraal
water (ook bij het tanden poetsen). We zijn geen seconde ziek geweest. Vlakbij het hotel is de
Strip, een toeristisch centrum met allerlei eetgelegenheden. Van Europees, Chinees, Libanees,
Thais tot Indiaas. Al deze restaurants hebben (op verschillende dagen) een buffetavond waar je
voor 475 dalasi onbeperkt kunt eten. Wij geven uiteindelijk de voorkeur aan ‘Paradiso’, een
goed restaurant (met het koudste bier) en uitstekende maaltijden voor een schappelijke prijs.
Wat kost wat: Voor een lokaal (uitstekend) pilsje (Julbrew) betaal je gemiddeld 40 - 60 dalasi.
Frisdrank kost 10 tot 20 dalasi minder. 1,5 Liter mineraalwater in een supermarkt kost 30 dalasi.
Voor een goede maaltijd betaal je ongeveer 450 dalsi p.p.
Tijdens de rondreis bezoeken we (zonder problemen) lokale restaurants. Behalve mineraal
water, drinken we elke dag cola (zou goed voor de darmen zijn) en heerlijk koud bier (zou
minder goed voor de darmen zijn).
Na 11 nachten checken we uit en beginnen we aan onze rondreis van 11 dagen. Een kleine
motorboot van Jerreycamp pikt ons op in de haven van Banjul en brengt ons in een half uur
voor € 30,- naar de noordoever. Het is juist die dag Independance day en Suteh zal de gehele
dag nodig hebben om met de auto (waarin onze koffers) via de ferry de noordoever te bereiken.
Via de noordoever rijden we tot Georgetown. Met een kleine ferry steken we de (hier smalle)
Gambia rivier over en rijden terug richting kust. Onderweg doen we alle goede vogelgebieden
aan. De overnachtingen in het binnenland zijn vrij basic maar goed om te doen. Soms is er niet
altijd stroom (generator), meestal is er een van en altijd een muskietennet. Naarmate je verder
het binnenland inrijdt, wordt het steeds warmer. Vanaf dag 1 van de rondreis lassen we ’s
middags een siësta in.
Gezondheid en veiligheid Voor Gambia heb je de volgende inentingen/medicijnen nodig: Gele koorts, Tetanus, Hepatitus
A, Cholera en een kuur Malarone (malaria). Deze laatste begint op 1 dag voor vertrek en duurt
tot 7 dagen na thuiskomst. De meeste inentingen waren voor ons overbodig omdat ze nog geldig
waren van vorige Afrikareizen.
Van muskieten hebben we nauwelijks last gehad ondanks dat we vaak in wetlands waren. We
liepen slechts enkele beten op. De meeste in de vertrekhal van het vliegveld van Banjul. Wij
liepen wel altijd in lange broek en hadden stevige schoenen aan. De meeste planten zijn stekelig
en acaciadoorns dringen zonder moeite door dunne sandaalzolen. De wond op zich zal geen
probleem zijn maar er is altijd kans op infectie.
Op sommige plaatsen zijn apen een probleem. De oplossing: voer ze niet. Er komen giftige
slangen voor maar alle gidsen die we spraken, waren nog nooit gebeten.
De hitte kan in het binnenland een probleem zijn. Aan de kust zakt de nachttemperatuur tot een
weldadige 20 graden. Wen je zelf aan om in het binnenland een rustperiode van 12.00 tot 17.00
uur in te bouwen.
Ondanks ons kostbaar materiaal en veel cash op zak, hebben we ons gedurende 3 weken geen
moment onveilig gevoeld. In de kuststreek (vooral de ‘Strip’, Kotu Creek en Abuko) word je
wel voortdurend lastig gevallen door mensen die je gids willen zijn of hun taxi aanbevelen. Als
ze door hebben dat je een vaste gids en taxichauffeur hebt, ben je hiervan af. In het binnenland
heb je sowieso geen last van opdringerige mensen. Gambianen zijn daar spontaan en open van
mind. Zonder enige bijbedoeling begroeten ze je meestal met “How are you”? Spreek niet over
de president, dat is verboden. Behalve op misdaad en het beledigen van de president staan ook
op drugs, homoseksualiteit en pedofolie strenge straffen.
Birding in The Gambia
Little bee-eater is algemeen en wordt zelfs in de tuin van het Senegambia hotel gezien, foto Loes
Oude tijden herleven: deze reis willen we weer eens ouderwets op soortenjacht. Dave Gosney
beschrijft The Gambia als het beste vogelgebied waar hij ooit geweest is. Inderdaad, het aantal,
de variëteit en de zichtbaarheid van de vogels overtreft je verwachtingen. Misschien zijn andere
delen van West-Afrika net zo goed maar The Gambia is politiek rustig, gemakkelijk te bereiken,
gemakkelijk te bereizen èn relatief goedkoop. De beste vogelmaand is waarschijnlijk november.
Het is een van de koelste maanden en valt pal na de regentijd (april-oktober). Je ziet (tot half
november) de weavers en bishops nog in breeding plumage. Uit de verslagen leerde ik dat het
in november veel gemakkelijker is om Europese soorten (terns en warblers) te zien dan in
februari. Het is ook de betere tijd om egyptian plovers en finfoots te zien. Het voordeel van
februari is dat de rijstvelden geoogst zijn, het gras dor is zodat je beter zicht hebt. Wij hadden
de pech dat er in het natte seizoen weinig regen was gevallen zodat het er heel droog was. In
Kartung (een van de beste plaatsen) stond geen druppel water.
Wil je het maximale uit je reis halen dan is het een absolute voorwaarde dat je je laat vergezellen
door een goede gids. Het zal een enorm verschil maken in het aantal soorten dat je waarneemt.
Burama kende elk geluidje, wist welke vogels waar zaten, verwittigde (een dag van tevoren) de
lokale gidsen dat we eraan kwamen en welke soorten we wilden zien. Bovendien staat hij erop
je telescoop te dragen, lost de probleempjes van alledag op (welke restaurantjes, supermarkten,
routes, geld wisselen etc.). Bovendien word je niet lastig gevallen door andere mensen die je
gids willen zijn.
Verwachting en resultaten Tijdens de 20 dagen durende vogelreis hadden we gehoopt op 250 soorten. Het werden er 285,
vooral dank zij Burama. Af en toe bizar hoe hij, in een redelijk dicht savannebos, soorten in de
telescoop wist te krijgen zoals de (toch beweeglijke) white-crested helmet shrike, de cinnamon-
breasted rock-bunting, western bluebill, grey-headed bristle bill en de red-winged pytilia. We
hebben twee maal de boottocht door Tendaba Creek gemaakt maar misten de finfoot. Een
enorme goedmaker was ons bottlenose dolphin avontuur. Tijdens de oversteek van de Gambia
hadden we, gedurende meer dan een kwartier, een 30tal spelende dolfijnen rond de boot. De
tweede helft van februari is eigenlijk te laat voor egyptian plover (nummer één op onze
verlanglijst). Ik ontdekte zelf een overvliegende vogel die we even later in alle rust door de
telescoop konden bekijken. Op het Brikamaba wetland waren de 2 black-crowned cranes ’s
morgens nog aanwezig maar vanaf 7.30 uur worden de rijstvelden overstroomd door mensen.
Indrukwekkend waren de 8 soorten ijsvogels, 7 soorten bijeneters, 4 soorten scharrelaars, 10
soorten sunbirds, 30 soorten roofvogels en 35 steltlopersoorten. Twee maal hadden we de 3
soorten turaco’s in een fruiting tree. Bij de drinkbakken van Farasuto forest hadden we de 3
soorten honeyguides binnen het uur.
Uitrusting We hebben 2 10 x 42 verrekijkers (Leica en Swarowski) en een Swarowski telescoop bij ons
(30 x oculair). Elke waarneming wordt ingesproken in een Olympus dictafoontje en ’s avonds
uitgeschreven. Loes maakt foto’s met haar Panasonic Lumix DMC FZ 200, een kleine compacte
camera die uitstekende prestaties levert zonder de fotografe te kort te doen (“It’s Loes, not the
camera” bezwoer ik Burama als hij voor de zoveelste keer zijn bewondering over de foto’s
uitte).
Vogelverslagen en boeken Behalve de talloze verslagen op Internet (www.cloudbirders.com) kregen we veel mondelinge
info van Mieke en Pierre Adriaensen en Henk en Silvia Laarhoven. Met Pierre en Mieke stelden
we een reisschema op voor de rondreis (de laatste 10 dagen) waarop Burama de accommodaties
vastlegde. Met Burama overlegden we steeds welke kustgebieden we vanuit het Senegambia
hotel zouden bezoeken (de eerste 11 dagen).
Onmisbaar is Dave Gosney’s “Finding birds in the Gambia”. De standaard vogelgids is “Birds
of Senegal and The Gambia” van Nik Borrow en Ron Demey, 2011.
Dankwoord Een woord van dank vooral voor Mieke en Pierre Adriaensen. Behalve waardevolle adviezen
brachten zij ons in contact met hun ‘protegé’ Burama, onze onovertroffen metgezel. Tijdens
gezellige avondjes maakte we kennis met de vogelwereld van Gambia via de fantastische foto’s
van Henk en Silvia Laarhoven. Zij adviseerden ons om het Senegambia hotel als uitvalbasis te
nemen. Waar kun je beter ‘op stoom’ komen dan in de tuin van dit hotel. In enkele uurtjes telden
we 40 soorten. Herman van der Hart voor de foto’s van egyptian plover en giant kingfisher.
Burama, 3 weken lang onze voortreffelijke gids, klein van gestalte maar groot in daden
Onze grootste dank gaat uit naar Burama Keita. Niet alleen een fantastische vogelgids maar
ook intelligent, eerlijk en betrouwbaar. Bovendien vraagt hij minder dan de helft dan veel
andere gidsen. Hij heeft hele goede contacten met Salomon, de eigenaar van “Vehicle hiring
compnay”. Hij kent de lokale gidsen goed en hij kan alle accommodaties regelen. Als kind van
Tendaba wist hij (gratis) een kleine motorboot voor ons te regelen zodat we twee maal Tendaba
Creek konden bezoeken. De organisatie van een totale reis is bij hem in goede handen.
Al gauw pikte hij (samen met Suteh) onze humor op waardoor het ook heel gezellig werd. Hij
gaf ons veel info over de gebruiken van het land. Naarmate de reis verliep en we elkaar beter
leerden kennen, hebben we veel gelachen. Dank zij hem hebben we een fantastische reis gehad,
zowel wat vogels betreft als gezelligheid. Hij begeleidt ook reizen voor doorsnee natuur- en
cultuur liefhebbers. We kunnen hem niet genoeg aanbevelen. Ben je van plan naar The Gambia
te gaan, neem tijdig contact met hem op want we zijn er zeker van dat deze jongeman het erg
druk gaat krijgen in de toekomst: Burama Keita, Tendaba Village, c/o J. Jadama, P.O. Box
2313, Serekunda, The Gambia. [email protected] of [email protected]
www.birdsofgambia.com Tel: +220 989 4798 of +220 637 5907
De bezochte gebieden per dag Zondag 8-2: Tuin Senegambia hotel
Maandag 9-2: Kotu Creek, Abuko forest
Dinsdag 10-2: Bijilo forest
Woensdag 11-2: Pirang forest park, Faraba bush track
Donderdag 12-2: Kartung sand mines
Vrijdag 13-2: Brufut forest
Zaterdag 14-2: Farasuto forest, Mandina Bolong
Zondag 15-2: Bund road, Bakau Cape point
Maandag 16-2: Tujereng forest
Dinsdag 17-2: Abuko forest, Tanji
Woensdag 18-2: Jerreycamp, Kiang N.P. (noordoever)
Donderdag 19-2: Jerreycamp en bezoek Aljamdu project (noordoever)
Vrijdag 20-2: steppes/savannes noordoever, Baobolong wetland, Kaur wetland, Nyanga
Bantang wetland (noordoever)
Zaterdag 21-2: Kuntaur, boottocht Gambiarivier (zuidoever)
Zondag 22-2: Wandeling vanaf Baobolong camp naar (voormalig) Bird safari camp
(zuidoever)
Maandag 23-2: Naar Tandaba via Brikamaba en Dala-ba wetland. ’s Avonds wandeling
Kiang N.P. (zuidoever)
Dinsdag 24-2: Twee boottochten naar Tandaba Creek vanuit Tendaba (zuidoever)
Woensdag 25-2: Tocht naar Marakissa
Donderdag 26-2: Naar Kartung vanuit Marakissa, wandeling naar de brug.
Vrijdag 27-2: Naar Farasuto forest vanuit Marakissa
Zaterdag 28-2: Lallaba wetland, Lamin Lodge
Dagverslag We geven korte info en coördinaten over de bezochte gebieden en vermelden de belangrijkste
soorten die we per gebied gezien hebben. Er zijn echter een aantal soorten die bijna elke dag
gezien werden en die niet steeds vermeld worden:
Pink-backed pelican, long-tailed cormorant, squacco heron, cattle egret, western reef heron,
great egret, grey heron, black-headed heron, hamerkop, harrier hawk, hooded vulture, palm-
nut vulture, yellow-billed kite, african jacana, black-winged stilt, senegal thick-knee, african
wattled lapwing, spur-winged lapwing, whimbrel, common greenshank, common sandpiper,
lesser black-backed gull, grey-headed gull, caspian tern, blue-spotted dove, black-billed wood
dove, namaque dove, laughing dove, speckled pigeon, red-eyed dove, vinaceous dove, rose
ringed parakeet, senegal parot, western grey plaintain-eater, senegal coucal, african palm
swift, pied kingfisher, swallow-tailed bee-eater, blue-cheeked bee-eater, rufous-crowned roller,
blue-bellied roller, red-billed hornbill, african grey hornbill, red-chested swallow, yellow
wagtail, common bulbul, tawny-flanked prinia, brown babbler, blackcap babbler, beautiful
sunbird, yellow-billed shrike, yellow-crowned gonolek, pied crow, piapiac, greater blue-eared
glossy starling, lesser blue-eared glossy starling, long-tailed glossy starling, northern grey-
headed sparrow, village weaver, red-billed quelea, red-cheeked gordon-bleu, red-billed
firefinch, pin-tailed whydah, yellow-fronted camary.
Op zaterdag 7 februari 2015 vertrekken we voor een 21-daagse reis naar The Gambia. Oos-
en Zuid-Afrika hebben we vaak bereisd maar The Gambia is nieuw voor ons. Er wachten tal
van nieuwe soorten. We boeken via Kras reizen de vlucht annex 2 weken verblijf in het
Senegambia Hotel in Kololi. We hebben de retourvlucht een week uitgesteld zodat we in totaal
3 weken hebben.
De prachtige blue-bellied roller is een algemene soort in The Gambia, foto Loes
Om zondag 8 februari betrekken we om 01.00 uur onze kamer in het hotel. Het ontbijtbuffet
’s ochtends is uitstekend. De eerste dag rusten we wat uit. Vanaf ons terrasje zien we green
vervet monkeys en western red colobus. Misschien omdat er gesproeid wordt, komt er een jonge
nile monitor langs slenteren. We zitten onder het enorme nest van een hamerkop die elke avond
om 17.00 uur zijn slaapplaats opzoekt. We verkennen de hoteltuin. In enkele uurtjes komen we
tot bijna 40 soorten w.o. 3 soorten glansspreeuwen, yellow crowned gonolek, yellow-billed
shrike, african thrush, white-crowned robin-chat, hamerkop, senegal coucal, african palm swift
en piapiac. Om 11.30 uur komen zo’n 40 hooded vultures op de dagelijkse voedering af.
De hamerkop heeft 5 nesten in de tuin van het Senegambiahotel. White-crowned robin chat is
algemeen.
‘s Middags maken we kennis met Adema, eigenaresse van Marakissa Riverside camp. Zij is
intermediair geweest bij het regelen van het vervoer. Dit is de grootste fout die we deze reis
gemaakt hebben. De prijs voor de auto met chauffeur (betreft de rondreis) wordt verhoogd van
de afgesproken € 320 naar € 430 (=35%). Als reden geeft ze aan de waardevermindering van
de euro (= 1%). “Maar”, stelt ze ons gerust, “het verblijf van de chauffeur is overal gratis.”.
Ze heeft een lijst meegebracht van geldende taxiprijzen. We begrijpen niet dat ze zich zo uitput
in verklaringen terwijl ze alleen maar het prijskaartje van Salomon, de eigenaar van het
vervoersbedrijf, hoeft door te geven. Onze vrees wordt tijdens de reis bewaarheid. Wel moet
gezegd worden dat haar camp een van de mooiste plaatsen was die we bezochten. We betalen
de € 200,- voorschot, daarna is ze snel vertrokken.
Even later maken we kennis met Burama Keita. De klik is er meteen. We maken een globaal
plannetje wat we de komende dagen gaan doen. Burama heeft alle accommodaties voor de
rondreis geregeld.
Op maandag 9 februari staan Burama en Suteh (de chauffeur) ons om stipt 7.30 uur voor het
hotel op te wachten. Hun eerste nieuws is positief. Als kennismaking mogen we vandaag gratis
gebruik maken van de auto, een welkomstgebaar Suteh’s baas, Salomon.
We bezoeken vandaag Kotu Creek
Kotu Creek is het startpunt voor de meeste vogelaars. Het ligt dicht bij de meeste hotels en je
kunt alle richtingen uitwandelen. Als je nog op zoek bent naar een gids, is dit de plaats. The
Gambian Birdwatchters Association is gevestigd aan de noordkant van de brug (13.4621N
16.7051W. Probeer dit gebied tijdens eb te bezoeken.
Blue-breasted kingfisher bij Kotu Creek, foto Loes
Tijdens een lange wandeling doen we de beste plaatsen aan: Sewage Pond, Kotu bridge, de hide
aan de noordkant (prachtige oriole warbler), Casino cycle track, de ‘painted snip-hide’. Na
enkele uurtjes kunnen we zo’n 50 soorten aan de lijst toevoegen w.o.: black egret, intermediate
heron, little grebe (alleen hier), african spoonbill, white-faced whistling duck, grey plover,
ringed plover, green sandpiper, wood sandpiper, green woodhoopoe, malachite en blue-
breasted kingfisher, abyssinian-, broad-billed- en blue-bellied roller, wire-tailed swallow, grey
woodpecker, oriole warbler, scarlet-chested sunbird, white-billed buffalo-weaver, fork tailed
drongo en hadada ibis.
Vanaf de de Casino Cycle Track gaan we een pad in richting strand, pal voor de bebouwing
gaan we rechtsaf totdat we (500 meter) via een litte bee-eater kolonie bij een hide uitkomen die
uitkijkt over een kreek met zo’n 30 painted snipes en 1 common snipe. Heb dit zo goed mogelijk
(uit mijn geheugen) proberen weer te geven op onderstaand kaartje.
Kotu Creek en omgeving: A. De brug (13°27´41N 16°42´17W) is een van de bekendste
plaatsen. Best te bezoeken tijdens eb. B. Sewage Ponds (13°27´31N 16°42´10W) is goed voor
steltlopers. C. De vogelrijke tuin van Bandala park Hotel. D. Badala Park Pool (13°27´29N
16°42´23W): De casino Cycle Track aflopen tot waar de muur ophoudt, hier linksaf op het
onooglijke paadje tot aan de poel. E: Hier bevindt zich (ongeveer) de poel waar zich in februari
steevast enkele tientallen painted snipes ophouden. De plaats is helaas niet 100% nauwkeurig.
De Casino Cycle Track kun je ongeveer 1,5 km aflopen. Dit pad is rijk aan vogels, kaartje
Johan.
’s Middags rijden we Abuko forest. We lunchen in de fantastisch mooie ‘Lamin Lodge’, een
aanrader. We hebben fantastisch uitzicht over een kreek met jagende gull-billed terns. Tot onze
verbazing hebben ze de prijs in Abuko verhoogd van 35 dalasi naar 400 dalasi p.p. De reden
zou zijn dat ze een leeuw en een cheetah in hun dierentuin hebben.
Abuko (13.3933N 16.6438) is een van de populairste plaatsen bij vogelaars (en toeristen). Het
is een maagdelijk ‘gallery forest’ (het grootste van Gambia) met enkele poelen. Je kunt het
combineren met de Lamin rice fields, aan de overkant van de weg. Deze stonden echter droog
tijdens ons bezoek. Er loopt een pad dwars door het bos tot aan de andere uitgang.
Het is bloedheet en we maken de lange wandeling (2,5 uur) door het bos. Misschien door de
hitte en het tijdstip levert het bos niet die soorten op waar we op hoopten. Toch kunnen we weer
een aantal soorten aan de lijst toevoegen: giant kingfisher (Darwin Field centre), swallow-tailed
bee-eater, fanti sawwing, little greenbul, common redstart, grey-backed camaroptera, common
wattle-eye, african en red-bellied paradise flycatcher, cut-throat finch, northern red bishop
(non-breeding plumage), black crake en sacred ibis.
Pied kingfisher is, met voorsprong, de talrijkste kingfisher. Op sommige plaatsen zagen we 30
exx., foto Loes
Giant kingfisher laat zich vaak uitstekend bekijken bij het Darwin Field centre in Abuko
Wie doet me wat: northern red colobus in Abuko, foto Loes
’s Avonds beginnen we aan onze ontdekkingstocht van de restaurants op de Strip. Silvia
Laarhoven had ons al de nodige info gegeven. “Paradiso” wordt, wat ons betreft, de winnaar.
Op dinsdag 10 februari besteden we de ochtend aan het verder uitpluizen van de hoteltuin.
We wandelen vervolgens via het strand (caspian terns, grey-headed gulls, pomarina skua)
richting Bijilo forest. Voorbij het laatste kraampje gaan we links de duinenrij op en ontdekken
een kolonie little bee-eaters en een snowy-crowned robin chat (veel zeldzamer dan white-
crowned).
’s Middags brengen we met Burama een bezoek aan het Bijilo forest. Het is het verkeerde
tijdstip maar elke wandeling levert nieuwe soorten op.
Het Bijilo forest ligt niet ver van het Senegambia hotel (15 minuten wandelen). Bij de ingang
(13.4388N 16.7251W) koop je een ticket. Vanaf dan is het heerlijk rustig wandelen. In dit
droge duinbos zitten minder vogels dan in de tuin van het Senegambia hotel. Er zitten veel
apen (wordt ook ‘apenbos’ genoemd). Het is er echter heerlijk rustig.
We zien o.a. osprey, northern puffback, african pied hornbill, blue-spotted wooddove, white-
billed buffalow weavers en white-striped ground squirrels.
Op woensdag 11 februari brengen we een bezoek aan Pirang Forest.
Pirang Forest National Park: Pirang forest ligt ten zuidoosten van Banjul airport en ten
noordoosten van het dorp Pirang. Misschien is dit maagdelijke rivierbos nog het beste te
vergelijken met Abuko. Deel van het nationaal Park zijn de shrimp farm’s ponds, een van de
beste plaatsen voor black crowned crane. Dit gedeelte schijnt echter steeds vaker afgesloten te
zijn. Wij konden er in ieder geval niet in.
White-faced scops owl kijkt ons slaperig maar niet echt verontrust aan, foto Loes
Twee lokale gidsen staan ons al op te wachten. Op verzoek van Burama hebben ze zich in de
vroege ochtend al vergewist van de slaapplaats van de verreaux’ eagle owl. Die krijgen we dan
ook te zien maar de vogel zit té verscholen om een foto te maken. Aan de rand van het bos laten
ze ons 2 white-faced scops owls zien, die krijgen we beter in beeld. De lokale gidsen staan
verbaasd over mijn vele ohh…’s en ahh…..’s maar het zijn zulke prachtige vogels en het lijkt
hen alleen nog maar te stimuleren hun best te doen.
De wandeling door het prachtige bos levert nog meer leuke soorten op: african green pigeon,
variable sunbird, splendid sunbird, little greenbul, collared sunbird, common wattle-eye, violet
turaco, yellow-breasted apalis, oriole warbler, greater and lesser honeyguide, pygmee
kingfisher, ahanta francolin, snowy-crowned robin chat, mosque swallow. Enige opwinding
ontstaat als de lokale gids een buff-spotted woodpecker ontdekt.
’s Middags wandelen we op de Faraba bush track.
De Faraba bush track loopt door een (bijna) maagdelijke savanne. Het pad begint bij Faraba
Banta (13.2483N 16.5251W. je kunt het pad 5 km afwandelen, cq –rijden. Het is een van de
betere gebieden voor roofvogels. Zo zou je er (in onze winter) 4 soorten slangenarenden
kunnen zien. Ook Bateleur en Martial eagle behoren tot de mogelijkheden. Het gebied is ook
bekend vanwege de greyish eagle owls.
Nadat de lokale gids Abdullay ons twee greyish eagle owls heeft laten zien, wandelen Burama
en ik het pad enkele km’s af. Ondanks de verzengende hitte is dit weer goed voor een aantal
leuke soorten: striped kingfisher, african hawk eagle (2), long crested eagle, green-backed
eremomela, greater honeyguide en yellow-fronted tinkerbird. We zitten inmiddels op 134
soorten.
Op donderdag 12 februari bezoeken we een van de beste plaatsen van the Gambia: Kartung.
Tijdens de tocht naar het zuiden zien we regelmatig de typische (kust)roofvogelsoorten black-
shouldered kite, grey kestrel en lizard buzzard.
.
“Kartung sand mines” heeft, na de zandwinnig, een aantal prachtige poelen opgeleverd, een
ervan met een grote rietkraag. Voor Gosney is dit de beste plaats van The Gambia. Helaas
hadden we pech dat de drie belangrijkste poelen droog stonden. Soorten als allen’s gallinule,
pygmee goose en black-crowned cranes kunnen hier, onder betere omstandigheden, gezien
worden. Pal voor Kartung sla je rechtsaf (13.0988N 16.7614W). Parkeer de auto na 700
meter.
Ter plaatse constateren we dat de plassen droog staan en dat het bloedheet is. We maken een
lange wandeling en zien, ondanks de droogte en de hitte, toch een aantal leuke soorten: purple
glossy starling, common snipe, woodchat shrike (talrijk), northern combec, european reed
warbler (zingend!), groepjes european turtle doves, palm-nut vulture op nest, marsh harrier,
little ringed plover, zitting cisticola, singing cisticola, black-crowned tchagra (pas de eerste
van de reis), red-necked falcon, grey-headed kingfisher, purple swamphen (rietgedeelte),
brown snake eagle.
We lunchen in de Eco-Lodge. Dit is een mooie kleine lodge gelegen aan de kust. Vanaf het
restaurant heb je mooi uitzicht over zee. Lijkt me ook geweldige plek om te overnachten. De
soortenlijst krijgt een flinke boost als we Tanji aandoen.
Tanji (13.3707N 16.7925 W) steekt wat in de oceaan uit en is altijd rijk aan vogels. In het
vissersdorp lopen de steltlopers en meeuwen tussen de vissers. 600 meter ten noorden van het
vissersdorp ligt een prachtige lagune die we van de wegkant benaderden. Hier barstte het
werkelijk van de sterns en de steltopers. Tanji e.o. is ook een van de beste plaatsen voor Kelp
gull. Neem de lesser-backed gulls als refentiekader en let op kleur kop, grootte, kleur ogen en
kleur poten.
We bezoeken eerst de geweldige lagune vanaf de wegkant. Vanaf een heuveltje kunnen we op
ons gemak de vogelmassa afturen: Caspian tern (200+), royal tern (100+), sandwich tern,
sanderling, black-tailed godwit, ruddy turnstone, grey plover, ringed en little ringed plover,
slender-billed gull, whimbrel, red knot, common redshank, migrerende groepen pink-backed en
great white pelicans, stone partridge (onderweg), village indigo bird.
We eindigen deze dag op 161 soorten.
Op vrijdag 13 februari maken we een schitterende wandeling door Brufut forest (halve dag).
Hoogtepunten zijn de drie soorten turaco’s (plaintaineater, violet, green) in één fruiting tree en
de twee long-tailed nightjars.
Brufut Woods is een mix van savanne en dicht bos. Bij de ingang (woodland bar = 13.3710N
16.7591W)) kun je op je gemak naar de vele soorten vogels kijken die op de drinkbakken
afkomen. Er zitten hier soorten die je verder naar het noorden nauwelijks meer aantreft. Het
bos is geweldig rijk aan sunbirds, w.o. de zeldzame violet-backed sunbird die we schitterend
kunnen bekijken. Dit is ook een goede plaats voor long-tailed nightjar. De lokale gidsen
kennen de plaatsen.
De staart van de long-tailed nightjar is zo lang dat hij zelfs gedeeltelijk niet op de foto staat,
foto Loes
De lokale gidsen (links) peuren er soorten uit die je zelf nooit gevonden krijgt (rechts is
Burama).
De voortreffelijke, lokale gids Abba staat ons (dank zij Burama) al op te wachten. We maken
een lange, fantastische wandeling met veel leuke waarnemingen: barn swallows, fanti saw-
wing, singing cisticola, willow warbler (leuk om onze fitis hier aan te treffen), grey-backed
camaroptera, northern black flycatcher, splendid sunbird, variable sunbird, copper sunbird,
western violet-backed sunbird (schitterend kunnen bekijken), scarlet-chested sunbird, lavender
waxbill, violet turaco (algemeen), plaintaineater en green turaco (5 vogels in één fruiting tree),
leaflove en yellow-throated leaflove, little weaver, yellow-fronted tinkerbird, black-crowned
tchagra, pin-tailed whyda (non-breeding plumage), white-faced scops owl, senegal eremomela,
northern red bishop (non-breeding plumage), red-winged warbler (op enkele meters via
taping), whistling cisticola, black-winged bishop (non-breeding plumage), long-tailed nightjar
(2 vogels).
We zitten op 181 soorten.
Op zaterdag 14 februari vertrekken we al vroeg want het is cleaning day in The Gambia.
Tussen 9 en 13.00 uur mogen er geen auto’s rijden en is het de bedoeling dat alle troep
opgeruimd wordt. Als we later terug rijden, zien we dat dit ‘opruimen’ met een korreltje zout
genomen moet worden.
Zoals altijd staat Burama en een (nieuwe) chauffeur ons stipt om 7.30 uur op te wachten.
Vandaag rijden we naar het Farasuto forest.
Het Farasuto forest (13.2981N 165652W) is een (weliswaar klein maar) fantastisch gebied.
Het is een restant van een voormalig uitgestrekt ‘wet evergreen forest’. Het ligt op de
zuidoever van de Gambiarivier (dorpje Kuloro). Het bestaat uit een mix van open savanne,
een stuk oud rivierbos en een mooie kreek. De savanne wordt gedomineerd door enorme
baobabs.
De lokale gids Mustapha staat ons al op te wachten. Helaas is het hem niet gelukt de hier
aanwezige african woodowl op te sporen. Niet getreurd. We doen weer geweldige
waarnemingen: green-headed sunbird, vaiable sunbird, splendid sunbird, greyish eagle owl,
black-crowned tchagra, lavender waxbill, klaas’cuckoo, violet turaco, yellow-breasted apalis,
double-spurred francolin, white-throated bee-eater (broedvogel bij de kreek), mottled spinetail,
black-crowned night heron, giant kingfisher, little greenbul, lesser honeyguide, common
redstart, black-winged red bishop (non-breeding plumage), four-banded sandgrouse (4 vogels,
niet schuw), african hoopoe, bruce’s green pigeon (groepje), sulphur-breasted bush shrike (de
enige vogel van de reis) en pygmee kingfisher.
Het is heel aangenaam toeven bij de drinkbakken. In de schaduw is een provisorisch bankje dat
onmiddellijk vrijgemaakt wordt voor Loes en mij. Achter de bakken zit een prachtige pygmee
kingfisher. Tijdens ons tweede bezoek zullen we de drie soorten honeyguides binnen het uur
zien. Voor spotted honeyguide lijkt dit zelfs een betere plaats dan Marakissa.
Lavender Waxbill, een vrij algemene soort in The Gambia, foto Loes
’s Middags rijden we naar de Mandina Lodge, een mangrove- en bosgebied gelegen in
Mandina Bolong. Gosney is uiterst lovend over dit gebied. Ons viel het (zwaar) tegen. Je
betaalt 900 dalasi p.p. voor een schamele lunch inclusief boottocht. Na die 900 dalasi
proberen ze nog steeds geld uit je zak te kloppen (na en tijdens de maaltijd, na de boottocht en
na de boswandeling). De boottocht stelt niet veel voor, zeker niet in vergelijking met Tendaba
Creek
De waarnemingen tijdens de boottocht en de wandeling vallen tegen, zeker na wat Gosney
voorspiegelde. We zien snowy-crowned robin chat, purple heron, giant kingfisher, malachite
kingfisher en gabar goshawk.
We eindigen deze dag op 194 soorten.
Op zondag 15 februari stel ik voor iets anders te doen dan bos en savanne. Ik ben toe aan open
ruimtes. Uiteraard geen probleem bij Burama. We rijden naar Bund Road en Bakau Cape Point,
na ons vergewist te hebben dat het eb is. Het wordt een fijne steltloper dag. Eindelijk kan ik een
beetje op tegen Burama. Marsh sandpiper, curlew sandpiper, kelp gull komen zelfs op mijn
rekening.
Bund Road ligt ten zuidwesten van Banjul en loopt door uitgestrekte slikvlaktes. Aan de
landkant is het een van de beste gebieden voor steltlopers. Aan de zeekant kijk je uit over de
delta van de Gambiarivier. Je kunt Bund Road het beste inrijden vanaf het Palm Beach Hotel
(13.4638N 16.5964W).
Bund road. Tijdens ons bezoek was vooral de oostelijke vlakte enorm goed aan vogels. De
wandeling over deze vlakte leverde soorten op als kelp gull, yellow-billed stork, african
spoonbill, marsh sandpiper, curlew sandpiper en veel andere steltlopers, kaartje Johan
We maken wandelingen over Bund road en later op Bakau Cape point over de slikvlaktes en
harken een indrukwekkende lijst bij elkaar: Purple heron, bar- en black-tailed godwit, marsh
harrier, little tern (slechts één), sandwich tern, little ringed plover, ringed plover, red knot,
marsh sandpiper, pied avocet (enkele tientallen), scurlew sandpiper (winterkleed), little stint,
dunlin, sanderling, slender billed gull (100+), yellow-billed stork, african spoonbill, pink-
backed pelican, little egret, black-headed gull (de enige waarneming van kokmeeuw, was in
zomerkleed), white wagtail, immature kelp gull, crested lark (afrikaanse ondersoort, de enige
vogels tijdens de reis), curlew (een van de weinige vogels), african reed warbler (na taping),
bush petronia, little swift, subalpine warbler. Vanaf Banjul harbour zien we een pomarina skua
hardnekkig enkele grey-headed gulls achtervolgen.
Op maandag 16 februari brengen we een bezoek aan het Tujereng forest en een 2e bezoek aan
Tanji.
De eerste aanblik van het Tujereng forest (13.2957N 16.7916W) stelt wat teleur. Tujereng
forest is geen echt bos. Het maakt meer een indruk van overgroeide velden met een paar grote
kapokbomen. Afhankelijk van het seizoen worden er toch vaak bijzondere waarnemingen
gedaan. Er broeden chestnut-crowned sparrow weavers en er worden ook white-shouldered
black tit en white-fronted black chat gezien (helaas niet door ons). Wel hadden we senegal
batis.
We maken een wandeling door het kleine, beschermde gebied. Heel onverwacht vliegt er pal
naast ons een barn owl op. Hij vliegt in een andere boom en lijkt beschutting te zoeken achter
een dark-chanting goshawk. De waarnemingen zijn vrij pover maar ongetwijfeld biedt het
gebied meer dan wij gezien hebben: red-necked falcon, green-backed eremomela, scarlet-
chested sunbird, vieillot’s barbet, bearded barbet, barn owl, senegal batis, grey-headed
woodpecker en fine-spotted woodpecker, northern black flycatcher, purple glossy starling,
african hoopoe, black-crowned tchagra.
We jagen per ongeluk een barn owl op die ons even later (achter een dark-chanting goshawk)
argwanend aankijkt, foto Loes
In Tujereng forest hadden we zowel bearded als vieillot’s barbet, foto Loes
Even later bezoeken we Tanji opnieuw. Nu ontdekken we tussen de vele lesser-backed gulls
een prachtige adulte kelp gull. De kleur van de poten wijkt erg af van die van lesser-blacked
gulls. Ook de kleur van de ogen is anders. Bij het vissersdorpje tovert Burama een lesser-
crested tern uit de vele royal terns.
We eindigen deze dag op 216 soorten.
Ons vorige bezoek aan Abuko forest leverde, in de hitte, niet de soorten op waar we op hoopten.
Op dinsdag 17 februari bezoeken we het gebied voor een tweede keer maar nu in de vroege
ochtend. Omdat het gebied niet ver van het Senegambiahotel ligt, willen we met een gele taxi.
Daar wil Salomon, Suteh’s baas, niet van weten. Net als op de eerste dag hebben we vandaag
de taxi gratis. We zijn de eerst bezoekers en de vogels zijn veel actiever en Burama steekt in
een bloedvorm. Hij taped 2 western bluebills tot op 2 meter. Helaas moeten we op de knieën
want ze bewegen zich op de grond onder dicht struikgewas. Even later flikt hij hetzelfde kunstje
met 2 grey-headed bristle bills. Ik ben geen voorstander van taping maar hier is het ‘t verschil
tussen het wel of niet zien de van de vogels. Gedurende een kwartier kunnen we ook 5
bosbokken door de telescoop bekijken, meestal krijg je slechts een glimp van deze prachtige
antilopes te zien. Verder: collared sunbird, little greenbul, yellow-breasted apalis, yellow-
throated leaflove, common wattle-eye, fanti sawwing, green en violet turaco’s in één fruiting
tree. Behalve bosbokken zien we ook white-striped squirrel, krokodil en nijlvaraan (Darwin
Field centre).
We hebben nog een laatste lamme middag in het hotel. Die gebruiken we vooral om te
internetten (receptie)want dat zit er de komende 10 dagen niet in. Morgen beginnen we aan
onze ‘inland trip’. We zijn nieuwsgierig wat die brengen zal.
Op woensdag 18 februari begint onze trip door het binnenland. Na het ontbijt checken we uit
bij het hotel. Suteh brengt ons naar de haven in Banjul. Wij worden daar opgehaald door een
klein bootje van Jerreh camp. Suteh gaat met de auto en onze bagage via de ferry. Hij heeft
pech want het is vandaag Independence day en hij kan pas ’s avonds met de ferry mee. Wij
staan om 9.00 uur op de noordoever met de hele dag voor ons. Een heerlijk zeewindje maakt
de temperatuur aangenaam.
Prachtige baobabs flankeren het wandelpad in Jerrehcamp
Jerrehcamp ligt aan de noordoever van de Gambiarivier. Tijdens een wandeling loop je langs
mooie slikgebiedjes. De rust is weldadig. Helaas is het gebied ook een jachtoord en de
eigenaar hield zich niet aan de vooraf gemaakte afspraken over de prijzen. Met deze
voorkennis zouden wij het gebied niet bezocht hebben.
Wij genieten ondertussen van de rust in het camp. Wij zijn de enige bezoekers. De eigenaar is
overdreven vriendelijk en dat vinden we altijd een beetje verdacht. Ik hoor van Burama dat dit
eigenlijk een jachtoord is. Zo komen er 2 dagen na ons Franse jagers. Hij waarschuwt dat de
vogels wel schuw zullen zijn. Hadden we dit geweten…!! Toch levert de ochtendwandeling
leuke soorten op: grote groepen red-billed quelea’s, bush petronia, grey plover. Ik ontdek zelf
onze eerste kentish plovers. Op de slikvlaktes ook curlew sandpiper, african hawk eagle, een
migrerende groep rufous chested swallows, overvliegende tawny eagle, oystercatcher (groepje
van 5).
’s Avonds maken we (met Loes erbij) nog een wandeling langs de rivier naar de andere kant.
We komen uit bij de prachtige Footstep Lodge, gebouwd in 2012 en nu al verlaten door
onderlinge onenigheid onder de eigenaars. Je reinste kapitaalsvernietiging. We hebben 2
seconden een pearl-spotted owlet in beeld. Het hoogtepunt is echter 2 prachtige pygmee
sunbirds. Verder barn swallows, mottled spinetails, red-chested swallows en osprey.
Vandaag, donderdag 19 februari, is het projectendag.We hebben onze materiële hulp op deze
dag gefocust omdat onze vrienden al veel energie in het Aljamdu project hebben gestoken en
je kunt tenslotte niet iedereen helpen.
’s Ochtends maken Burama en ik eerst een wandeling: black-backed cisticola, zitting cisticola,
white-billed buffalow weavers (en hun nesten), double-spurred francolins, little weaver, grey
kestrel, osprey.
Na de lunch rijden we naar het project (8 km). Onderweg hebben we de eerste van vele black-
headed plovers. We bezoeken eerst het schooltje in Aljamdu.Via Burama geven we een
geldelijke bijdrage, dat kan in euro’s. Weldra hebben we onze handen vol met kleine
kinderhandjes. Er is vandaag geen school maar alras staan er tientallen kinderen rondom ons.
We hebben allerlei spulletjes voor hen meegebracht. Burama bewijst eens temeer zijn
veelzijdigheid. Hij organissert het uitdelen en zingt en danst met de kinderen. We krijgen de
Gambia-versie te horen van “Vader Jacob”.
De kindertjes zijn blij met hun pennetjes, Loes ook
Daarna bezoeken we de vrouwentuin. We maken kennis met Musa die de vrouwen in de
vrouwentuin begeleidt. Dankbaar worden we ontvangen door de dames die ons een gemeend
welkom toezingen.
De vrouwentuin ligt er uitstekend bij, foto Loes
Musa geeft ons uitleg over de tuin. Hij is bezig met een project om een solarsysteem te
bekostigen. Dat is beter dan een stinkende generator. Een school voor voortgezet onderwijs uit
Apeldoorn ondersteunt hem hierbij. Enkele dagen later maken we kennis met de leraren van
deze school (w.o. natuurfotograaf Martin van der Hart). Achter de vrouwentuin ligt een nat
rijstveldengebied. De abyssinian ground hornbills krijgen we echter niet gevonden. We
ondersteunen het solarproject en kletsen nog wat na in de schaduw van een enorme boom.
In de vrouwentuin; rechts Musa. Links de altijd dollende Suteh
Terug in Jerreycamp maken we ’s avonds dezelfde wandeling als gisteren: melodious warbler,
heuglin’s masked weaver, northern crombec en grey-backed camaroptera.
Vandaag, vrijdag 20 februari, gaan we een fantastische dag tegemoet die echter in mineur
begint. In plaats van de afgesproken 1.300 dalasi per kamer, rekent de eigenaar 1300 dalasi per
persoon = 60 € per nacht. We betalen 11.000 dalasi voor 2 nachten inclusief gids en chauffeur:
beroving op klaarlichte dag en dat vertellen we hem ook. Ook gezien de regelmatig
terugkerende jachtactiviteiten is dit geen beste plaats voor vogelaars. De leraren sliepen in
Jimbana Park met 9 mensen gedurende 3 nachten en waren 8000 dalasi kwijt. Wellicht is dit
een veel betere optie.
We laten onze stemming niet bederven en vervolgen onze reis richting Farafenni langs de
noordoever van de rivier. De weg is uitstekend. We stoppen regelmatig voor mooie
waarnemingen: northern anteater chat, yellow-billed oxpecker, black-haded plovers, bruce’s
green pigeon, northern wheatears (op zandige vlaktes), montagu’s harrier (een tiental vogels),
common kestrel (regelmatig). Tijdens een wandeling op de vlaktes (op zoek naar trappen) gaat
een groep van zo’n 300 white storks de lucht in, even later 8 rüppell’s griffon vultures (kadaver).
We stoppen wat langer bij het Baobolong wetland reserve waar we onder de vele steltlopers
onze eerste ruffs ontdekken. Onze zoektocht naar egyptian plover is vergeefs. Niet lang daarna
denken we dat Suteh een zonnesteek gekregen heeft. Hij kraait het uit van plezier en wijst ons
vervolgens een groep abyssinian groud hornbills aan. We kunnen de 9 vogels uitstekend
bekijken. De savannes zijn gortdroog. We ondekken groepjes prachtige chestnut-backed
sparrow larks, european bee-eaters, sand martins, hoopoe en black-shouldered kite.
We stoppen bij een veelbelovende extensieve steppe. Op dat moment ontdekken we dat we een
lekke band hebben en geen goede sleutel om de reserveband los te maken. Suteh neemt een lift
naar de stad. Loes blijft liever (het is bloedheet) in de schaduw. Burama en ik wandelen, met
zo’n 50 meter tussenruimte, de vlakte op. Plotseling zie ik Burama heftig wenken. Geen trappen
maar wel 2 prachtige temminck’s coursers. We hebben prachtige scope-views. Op de vlaktes
verder nog tawny pipit en northern wheatears.
Ook op ons tweede wetland, Kaur wetland reserve, zoeken we vergeefs naar egyptian plover.
Eigenlijk is dit ‘the place to be’. Mijn vrees dat de 2e helft van februari te laat is, lijkt bewaarheid
te worden. We zien een enorme mix groep van 100den pelicans (pink-backed en great). Even
later groepjes collared pratincoles. Onder de 100den steltlopers ontdekken we onze eerste
spotted redshanks. Verder o.a. marsh sandpiper, ruffs, little stints, kentish plover en 2 kittlitz’s
plovers (zomerkleed) en onze eerste red-throated bee-eaters.
Onze 3e en laatste wetland (Nyanga Bantang) lijkt we wat minder dan de vorige twee.
Onvermoeibaar speelt Burama het geluid van de egyptian plover af. Ik heb het opgegeven en
speur, uit ingebakken gewoonte, de lucht af naar roofvogels. Tot mijn stomme verbazing vliegt
er 10 meter boven mij een egyptian plover. Ook in vlucht is de krokodilwachter onmiskenbaar.
Hij valt uit t zicht in maar dat hebben we snel opgelost. 5 Minuten later staat hij vol in de
telescoop. De blijdschap is enorm, zeker nadat je de hoop al opgegeven hebt. We maken een
vreugdedans waaraan iedereen meedoet. Burama moet me bijna achter de telescoop vandaan
trekken. Hij wil voor donker in Kuntaur zijn.
Kuntaur Kairo Garden ligt prachtig aan de Gambiarivier. Door ervaring wijs geworden checken
we eerst de prijzen. We betalen (veel) minder dan de helft van Jerrehcamp. We sluiten deze
prachtige dag af met een overheerlijke koude pint.
De egyptian plover was soort 249.
Een groep enorme mixed groep pelicans, foto Loes.
Tot mijn stomme verbazing vliegt er 10 meter boven me een egyptian plover die even
verder invalt. We hebben prachtige scopeviews.
Op zaterdag 21 februari maken we een boottocht (2500 dalasi) over de Gambia rivier. Op
uitzondering van Burama staan ze verbaasd dat we geen zin hebben om het chimpansee-eiland
te bezoeken. Het gaat niet om wilde dieren en we besteden de tijd liever aan vogels. Het
hoogtepunt van onze tocht is een prachtige shining blue kingfisher. Ook voor Burama pas de 2e
waarneming. Verder: purple heron, mourning doves, onze eerste western banded snake eagle
(zowel in zit als in vlucht), overvliegende white-faced whistling ducks, overvliegende spur-
winged geese, green-backed herons (in de mangroves), overvliegende abdim’s stork (onze
enige vogel), 2 white-backed vultures, hadada ibis en beide soorten pelicans. In de buurt van
het eiland zowel hippo (alleen het hoofd) als croc.
Na de boottocht hervatten we onze reis richting Georgetown. Onderweg zien we nog meer
white-backed vultures en brown snake eagles. De wachttijd bij de ferry brengen we door met
het bestuderen van de prachtige bronze-tailed glossy starlings.
Een relaxte boottocht over de Gambiarivier met als hoogtepunt de zeldzame shining-blue
kingfisher
We nemen (na de prijs gecheckt te hebben) intrek in het prachtige Baobolong Camp, gelegen
aan de Gambiarivier in Janjang Bureh. We voelen ons hier gelijk thuis. We maken kennis met
Suteh’s baas Salomon die we nu persoonlijk kunnen bedanken voor de gratis taxi-dagen. Ook
Salomon ondersteunt onderwijsprojecten. Het eten, in buffetvorm, is overheerlijk. We betalen
hier 800 dalasi voor een 2 persoonskamer inclusief ontbijt. Het diner is 300 dalasi p.p. Burama
en Suteh verblijven gratis. ’s Avonds maken we nog een ontspannen wandeling langs de rivier
met groepjes little green bee-eaters, red-throated bee-eaters, red-rumped swallows (west-
afrikaanse ondersoort), hadada ibis, village indigo bird, fork-tailed drongo, broad-billed roller,
black-headed plovers en een roepende pearl-spotted owl prachtig in beeld. Op de terugweg zie
ik een bewegende gele vlek in een boom hangen waar ik geen touw aan kan vastknopen. De
kijker erop. Het blijkt een yellow-winged bat te zijn (een insectenetende vleermuissoort.) Onder
het genot van een koele pint kijken we in de schemering naar de roepende, vleugel zwaaiende
fruit bats recht boven ons.
Tijdens de wandeling zien we little green bee-eaters en red-throated bee-eaters, foto Loes
Een gele vlek in een boom blijkt een yellow-winged bat te zijn, foto Loes
Op zondag 22 februari brengt Suteh ons na het ontbijt het dorp uit (tot waar de bebouwing
ophoudt). We wandelen richting (voormalig) Bird Safari Camp: stone partridge, puffback,
grey-backed camaroptera, mannetje village indigobird, blue-breasted kingfisher, greater
honeyguide. Aan de achterkant van een rijstveld zien we een verre roofvogel. Burama denkt
aan wahlberg’s eagle. Een wandeling van 500 meter geeft uitsluitsel: we zien de fijne crest en
de gele snavel met zwarte punt. Knap Burama. Het Bird Safari Camp ligt er verlaten bij. We
redden een schildpad uit het lege zwembad. We maken een vergeefse zoektocht naar cardinal
woodpecker, die vinden we niet, wel melodious warbler en willow warbler. Suteh pikt ons op
en we gaan in een lokaal restaurantje eten. In de schaduw van een enorme fruiting tree ontdekt
Burama een white rumped seed-eater. Hoe krijgt hij het voor elkaar!!
’s Avonds maken we het wandelingetje van gisteravond. Pale flycatcher wordt soort nr. 260 op
de lijst. De pale flycatcher lijkt t meest op onze grauwe vliegenvangen maar dan zonder ‘spots’.
Verder: fine-spotted woodpecker, european turtle dove en yellow-throated leaflove, four-
banded sandgrouse en northern red bishop. Uiteraard zijn ook red-throated en little green bee-
eater van de partij.
Op maandag 23 februari beginnen we om 7.30 uur aan de lange tocht naar Tendaba.
Onderweg maken we diverse stops met mooie waarnemingen. Prachtig plaatje van short-toed
eagle vol in de telescoop. We bezoeken een kolonie van marabou storks bij Fula Bantang, north
bank. Op de natte rijstvelden van Brikamaba wetland reserve missen we de black-crowned
cranes. We zoeken alles af maar de vogels zijn waarschijnlijk gevlogen omdat het er te druk
wordt (waren in de vroege ochtend nog gezien). Wel veel steltlopers, african golden oriole en
european bee-eaters en een groep spur-winged geese.
We rijden door een mooie, roofvogelrijke streek. We zien o.a. tawny eagle, brown snake eagle
en african hawk eagle. Bij het Dala-ba wetland hebben we eindelijk onze eerste (en enige)
african fish eagle. Luid roepend doet de vogel zich gelden. Niet veel verder zit osprey. Verder
red- throated bee-eaters, little green bee-eaters en een grote groep european turtle doves. Ook
het vervolg van de tocht gaat door roofvogelrijke gebieden. We zien western-banded snake
eagle, brown snake eagle, grasshopper buzzard (3 vogels), african hawk eagle en natuurlijk de
onvermijdelijke grey kestrels, dark-chanting goshawks, shikra’s en common kestrels. Bij een
bijna opgedroogd wetlands ontdekt ik zelf common house martin (nieuwe reissoort).
We worden zeer vriendelijk ontvangen in Tendaba camp. We hebben een ruime kamer met
terrasje.
Tentaba is een van de plaatsen die je niet mag missen alleen al vanwege zijn
landschappelijke schoonheid. Het hoogtepunt is natuurlijk de boottocht door Tendaba Creek.
Tendaba Creek is een van de beste plaatsen voor mangrovesoorten zoals finfoot (die wij
misten), brown sunbird, goliath heron, white-backed night heron. Let bij de oversteek van de
Gambiarivier ook op dolfijnen. Wij hadden een fantastisch avontuur met bottlenose dolphins.
.Een goede gids weet ook de beste plaatsen in Kiang National Park (wij hadden o.a. red-
winged pytilia, white-crested helmet shrikes en cinnamon-breasted bunting). In tegenstelling
tot wat in sommige verslagen beschreven staat, vonden wij Tendaba camp alleszins
meevallen.
’s Avonds maken Burama en ik wel een heel bijzondere wandeling. Vanuit Tendaba camp
wandelen we om 17.00 uur naar een droog savannebos horend bij het Kiang National Park. Het
is bloedheet. Ik zweet als een otter. Vogels laten zich nauwelijks zien. “Wat doen we hier?”,
vraag ik me (in gedachten) af. Burama voelt mijn pessimisme en kijkt me verontschuldigend
aan. “Even wachten tot de zon ondergaat”, zegt hij troostend. En inderdaad. Ik was weer eens
te snel. Als het wat afkoelt, hebben we een (meer dan) fantastisch uurtje. Burama sleurt er 5
nieuwe soorten uit: brown-backed woodpecker, groepje white-crested helmet shrikes (een vogel
fantastisch in de telescoop), chestnut-crowned sparrow weaver, de zeldzame red-winged pytilia
en prachtige cinnamon-breasted rock buntings. Verder o.a. scarlet-chested sunbird, pygmee
sunbird, gabar goshawk (dark phase), northern wheatear, brubru (alleen gehoord), european
bee-eaters en common redstart.
We zijn ’s avonds de enige gasten. Er is weinig keus bij het eten, eigenlijk alleen maar vis. Na
wat overleg bereiden ze een heerlijke spaghetti schotel. Het koud pilsje smaakt elke dag beter
bij deze temperaturen.
Op dinsdag 24 februari heeft Burama heeft een motorbootje en stuurman geregeld voor een
bezoek aan Tendaba creek. Nog voor we de boot opgaan zien we een african hobby. We steken
de rivier over en varen enkele uurtjes heel langzaam door een prachtig mangrovegebied. Voor
zo’n prachtig landschap vallen de waarnemingen een beetje tegen. We missen de finfoot.
Eenmaal in de Creek een vijftal brown sunbirds. De white-backed night heron zien we slechts
vluchtig. Dat geldt ook voor Goliath heron (opvliegend). Verder: spur-winged geese, kolonie
great cormorants, kolonie darters, pink-backed en great pelicans, green-backed heron, osprey,
white-throated bee-eater, montagu’s and marsh harrier, purple heron, mudskippers, krokodil.
’s Middags brengen we een bezoek aan Burama’s familie en zoontje. We worden ontvangen en
geknuffeld alsof ze ons al jaren kennen. Gelukkig hebben we enkele dingen bij ons waar we
zijn moeder heel blij mee maken. Loes heeft samen met Burama gisteren wat kleertjes gekocht
voor zijn zoontje. Die moeten natuurlijk gepast worden. Ook de meegebrachte koekjes gaan
erin als koek (niet alleen bij de kleintjes). Opmerkelijk is dat de allerkleinsten bang zijn van
blanke mensen. Zijn ze wat groter dan komen ze (wat verlegen) een handje geven. We verlaten
de familie met de uitnodiging dat we de volgende keer moeten komen lunchen.
Voor de middagsiësta pak ik een heerlijke lauwe douche. Precies op het moment dat mijn haar
bol staat van de witte shampo schuim houdt de watertoevoer op. Loes steekt haar hoofd buiten
de deur en ziet Burama (op zoek naar pearl-spotted owlet). Nog geen 2 minuten later komt
Burama met een emmer water aanzetten. Probleem opgelost. Zo gaat dat hier.
Tijdens onze middagsiësta worden we (prettig) gestoord. Burama heeft een pearl-spotted owlet
ontdekt die we dankbaar fotograferen.
Om 16.30 uur staan we klaar voor een tweede boottochtje naar Tendaba Creek. Terwijl we
wachten zie ik, ver weg weliswaar, 2 dolfijnen. Burama had me al verteld dat bottle-nose
dolphin hier tot de mogelijkheden behoort. Als we Burama de dolfijnen wijzen, bedenkt hij zich
geen seconde. Binnen een mum van tijd zijn we op weg naar de dolfijnen. Een kwartiertje later
maken we een adembenemend schouwspel mee. We zitten middden in een school van zo’n 30
bottle-nose dolphins. We zien ze met elkaar spelen en sprongetjes maken. Je weet niet waar te
kijken, overal komen ze boven water gesprongen, meestal waar je ze niet verwacht. We horen
de snuivende ademhaling als ze boven komen. Het lukt Loes toch om een mooie foto te maken.
Dit maakt het gemis van finfoot meer dan goed.
In de mangroves krijgen we de white-backed night heron nu beter in beeld. Burama heeft
geregeld dat beide boottochten gratis zijn. We geven de stuurman een ruimhartge fooi.
’s Avonds maken we kennis met de groep Nederlandse leerkrachten uit Apeldoorn.
Pearl-spotted owlet in de tuin van Tandaba-camp, foto Loes
De nieuwe kleertjes zijn gepast, ze staan uitstekend
Bottlenose dolphins niet ver van de boot tijdens de oversteek van de Gambiarivier, foto Loes
We betalen 650 dalasi p.p. inclusief ontbijt en 350 dal p.p. voor diner (buffet). Chauffeur en
gids zijn gratis.
Op woensdag 25 februari willen we een goed gebied doen in Kiang N.P. met kans op bateleur,
martial eagle en spotted thick-knee. Helaas zijn de schokbrekers van de auto gebroken zodat
we een wandeling over de verlaten airstrip maken. Behalve double-spurred francolins, puffback
en lavender waxbill levert dit niet veel op. De drinkplaats van de zandhoenders staat droog. Om
9.30 uur vertrekken we richting Marakissa. Het landschap blijft mooi. We zien onze enige
bateleur (mannetje, kort boven ons), beaudouin’s snake eagle, wahlberg eagle, groepje white
helmet shrikes en african oriole.
De grootste charme van Marakissa zijn de drinkbakken die veel vogels lokken. Je kunt de
vogels met een koel drankje vanaf een mooie beschaduwde picknickplaats bekijken. ’s
Avonds komt er regelmatig een krokodil de oever op gekropen. Doordat het kamp tegen een
riviertje ligt, wordt ook giant kingfisher regelmatig gezien. Je kunt naar de brug lopen en de
oevers van de rivier afwandelen. Wij hadden hier allen’s gallinule.
In Marakissa zijn we vrij koel tegen Adema. Haar bewering aan het begin van de reis dat
chauffeur en gids gratis zijn klopte vrij aardig maar juist in haar eigen Marakissa betalen we
het volle pond. Suteh rijdt naar Banjul om de auto om te wisselen. De vogelrijkdom die op de
drinkbakken afkomt is enorm. We zien greater en lesser honeyguide (spotted zou ook gezien
worden), ruziënde groepjes yellow-throated leafloves, beide soorten babblers, blue-breasted
kingfisher, african thrush, violet turaco, waxbills (ook orange-cheeked), mannikins, glossy
starlings, paradise flycatchers, african green pigeons etc etc. En dat allemaal met een koele
pint naast je. ’s Avonds maken we een wandeling naar de brug wat met purple heron en black
crakes. Daarna zitten we met alle gasten aan tafel voor het diner. Herman en Rob (directeur van
de school) leggen uit hoe ze de projecten steunen en hoe ze de reis met hun leerlingen vorm
geven. We zijn onder de indruk. Opvoeden van leerlingen is meer dan kennis bijbrengen. Uit
eigen ervaring weet ik dat schoolinspecteurs dit nauwelijks meenemen in hun beoordelingen
van scholen. Welbevinden van kinderen valt immers moeilijk te meten maar is daarom niet
minder belangrijk.
Het aantal vogels dat op de
drinkbakken in Marakissa afkomt is enorm. Hier violet turaco, foto Loes
Adema doet geen concessies aan het tijdstip van het ontbijt zodat we op donderdag 26 februari
pas om 9.15 uur naar Kartung kunnen vertrekken. Tot nu toe hebben we elke dag van de reis
nieuwe soorten gezien. Ik voorspel Burama dat dit vandaag moeilijk gaat worden. Even later
zien we (op de droge Kartung-vlaktes) whinchat en plain-backed pipit, 2 nieuwe reissoorten.
Onze wandelingetjes leveren verder op: four-banded sandgrouse (opvliegend van nest met 3
eieren), 2 beaudouin’s snake eagles (ook biddend), osprey, zitting cisticola, migrerende groep
white pelicans, red-necked falcon. Tijdens de wandeling op het strand bij Tanji nog een jagende
pomarina skua en african spoonbills.
Tijdens de bloedhete namiddag kijken we (in de schaduw met een koude cola) naar de
gevleugelde bezoekers van de drinkbakken. Tot mijn stomme verbazing loopt er een painted
snipe op een van de wandelpaden. En, eindelijk laat zich ook een luidruchtige grey-headed bush
shrike fantastisch zien. Hij bezoekt zelfs onze bungalow.
Vóór het diner wandelen Burama en ik naar de brug. Voorbij de brug gaan we linksaf en turen
de begroeiing af. Behalve de onvermijdelijke black crakes, jacana’s, common moorhens en
100den white-faced whistling ducks (slaapvlucht) ontdek ik een allen’s gallinule. Nu de plassen
in Kartung drooggevallen zijn, hadden we hier niet meer op gerekend. ’s Avonds horen we nog
een african scops owl die we echter niet kunnen ontdekken.
Op onze laatste volle dag, vrijdag 27 februari, brengen we een tweede bezoek aan het Farasuto
forest. We worden weer begeleid door Mustapha. Zelfs vandaag hebben we nog 2 nieuwe
soorten: w.o. cardinal woodpecker (nu pas!). We kunnen de snowy-crowned robin chat
uitstekend bekijken, net als african golden oriole, red-winged warbler, bearded barbet, scarlet
sunbird, lavender waxbills en orange-cheeked waxbills (veel zeldzamer dan we verwachtten).
Bij de drinkbakken hebben we een onvergetelijk uurtje met de 3 soorten honeyguides binnen
het uur. Tussen andere gidsen ontdekt (uiteraard) Burama als eerste de spotted honeyguide die
we vol in de telescoop krijgen. M.i. is dit een betere plaats dan Marakissa om de 3 soorten
honeyguides te zien. Verder: scarlet-chested sunbirrd, klaas’cuckoo, stone partridge. Als klap
op de vuurpijl neemt Mustapha ons mee naar een prachtige adulte white-backed nightheron
(rand kreek) die we vol in de telescoop krijgen. Vooral de grote ogen zijn indrukwekkend. Als
we het gebied uitrijden, kunnen we een prachtige four-banded sandgrouse fotograferen.
Een prachtige four-banded sandgrouse blijft rusig aan de kant van het pad zitten
Op zaterdagmorgen 28 februari betalen we de rekening. Adema probeert ons nog een halve
dag te houden omdat (volgens haar) Suteh en Burama alleen nog als taak hebben ons naar het
vliegveld te brengen (vlucht gaat om 23.50 uur). We geven aan weg te willen. Ze geeft Burama
en Suteh opdracht ons onmiddellijk naar het vliegveld te brengen. Ze gaat echter voorbij aan de
verstandhouding die we de afgelopen 3 weken opgebouwd hebben. We zijn het kamp
nauwelijks uit of Burama belt Salomon: we kunnen de auto nog de gehele dag hebben. Salomon
nodigt ons zelfs uit hem ’s middags te bezoeken. Het dorp eert hem dan als een soort
‘Godfather’. Tijdens een ceremonie legt hij de gelofte af een aantal kinderen te zullen
begeleiden (zo hebben wij het althans begrepen).
Eerst rijden we nog naar het onderschatte en nergens vermelde Lallaba wetland waar we de
laatste nieuwe soort aan de lijst toevoegen: common swift. We eindigen op 285.
We lunchen weer in het Lamin Lodge. Het koele briesje en het mooie uitzicht geeft deze plek
iets magisch. Zo voorzichtig als we tijdens ons eerste bezoek met het eten waren, zo
onbekommerd zijn we nu. We bestellen wat we het lekkerst vinden. We hebben 3 weken lang
geen maag/darmproblemen gehad. Na de copieuze maaltijd kopen we enkele armbandjes voor
de kleindochters thuis.
’s Middags komen we bij Salomon aan. Hij heeft een groot huis waar een verdieping bovenop
gezet wordt. Hij is een van de belangrijkste mannen in Lamin. Na een koel drankje wordt de
mooiste kamer (met douche) voor ons vrijgemaakt zodat we kunnen rusten voor de lange nacht
die nog te wachten staat. Er ligt een klein baby’tje op bed die we maar tussen ons in nemen.
Iedereen loopt in en uit alsof we hier thuis horen. Toch dommelen we even weg.
Ondertussen maken een zestal vrouwen (familie en buren) grote potten rijst, kip en vis klaar
voor de feestavond. ’s Avonds komen vrouwen (op hun best uitgedost) en mannen op de
binnenplaats. Salomon doet onverstoord zijn gebed. Er worden grote borden met voedsel
uitgedeeld waarin iedereen met zijn handen naar vis, kip en rijst graait. Burama beseft
onmiddellijk dat wij hier wat moeite mee hebben en laat lepels aanrukken.
Naar we begrijpen wordt het feest voortgezet in de stad maar dat maken we niet mee mee want
het is tijd om naar het vliegveld te gaan. We nemen afscheid van de wijze Salomon en bedanken
hem voor zijn goede zorgen. Op het vliegveld volgt een moeilijk afscheid van Suteh en Burama.
Vooral Burama heeft het er zichtbaar moeilijk mee. Hij is nog nooit zolang met iemand op stap
geweest en de band is sterk geworden. Met neergeslagen koppie verlaat hij het vliegveld.
“Slik”. De vlucht en de treinreis gaan voorspoedig. Op het station van Breda worden we
opgehaald door onze zoon en kleindochters. Onze kleindochters nemen onmiddellijk de koffers
over. Het is weer goed om thuis te zijn.
Soortenlijst vogels Onderstaande waarnemingenlijst volgt de naamgeving en de soortenvolgorde van “Birds of
Senegal and the Gambia” van Nik Borrow/Ron Demey, 2011. Deze gids wordt door de
meeste vogelaars gebruikt.
Het totaal aantal waargenomen soorten tijdens de reis bedraagt 289. Tree pipit (boompieper)
en sedge warbler (rietzanger) werden door Burama gezien maar gemist door mij. Brubru en
northern scops owl hebben we alleen gehoord. Het aantal visueel waargenomen soorten
bedraagt 285, bijna alle scope views. De (in mijn optiek) bijzondere soorten zijn onderstreept.
Van de belangrijke soorten zijn de plaatsen aangegeven waar ze gezien zijn. Daaronder nog
de waargenomen zoogdieren/reptielen met als slot nog een fotocollage die we maakten bij de
diverse drinkbakken die we tegen kwamen.
1. Little grebe, tachybaptus ruficlollis, dodaars: 2 vogels in Sewage ponds, Kotu.
2. Great white pelican, pelecanus onocrotalus, roze pelikaan: Regelmatig migrerende en
overwinterende groepen, vooral aan de kust (bijv. Tanji, boven zee) maar ook in het
binnenland. Talrijk in Kaur wetland.
3. Pink-backed pelican, pelecanus rufescens, kleine pelikaan: Algemeen. Groep van 150+
Tendaba Creek. Talrijk Kaur wetland (400+), talrijk tijdens boottocht vanaf Kuntaur.
4. Long-tailed cormorant, phalacrocorax africanus, afrikaanse dwergaalscholver: Talrijk.
5. Great cormorant, Phalacrocorax carbo, aalscholver: Regelmatig. Grote kolonie in
Tendaba Creek, enkele exx aan de kust, oversteek Gambiarivier.
6. African darter, anhinga rufa, afrikaanse slangenhalsvogel: Vrij algemeen, groep van 40+
in Tendaba Creek.
7. Black-crowned night heron, nycticorax nycticorax, kwak: Tendaba Creek, Farasuto forest
8. White-backed night heron, gorsachius leuconotus, witrugkwak: Twee maal in Tendaba
Creek maar de mooiste waarneming was in Farasuto forest (dankzij lokale gids Mustapha).
9. Green-backed heron, butorides striatus, mangrove-reiger: Regelmatig langs de oevers van
de Gambiarivier (boottocht vanaf Kuntaur). Talrijk in Tendaba Creek, Georgetown.
10. Squacco heron, ardeola ralloides, ralreiger: Talrijk.
11. Cattle egret, bubulcus ibis, koereiger: Talrijk
12. Black heron, egretta ardesiaca, zwarte reiger: Regelmatig, eenmaal in ‘umbrellastand’.
13. Western reef egret, egretta gularis, westelijke rifreiger: Algemeen.
14. Little egret, egretta garzetta, kleine zilverreiger: Algemeen.
15. Intermediate egret, mesophoyx intermedia, middelste zilverreiger: Regelmatig.
16. Great egret, casmerodius albus, grote zilverreiger: Vrij algemeen.
17. Grey heron, ardea cinerea, blauwe reiger: Algemeen.
18. Black-headed heron, ardea melanocephala, zwartkopreiger: Algemeen.
19. Purple heron, ardea purpurea, purperreiger: Enkele exx boottocht vanaf Mandina River
Lodge, tussen Marakissa en de brug, Tendaba Creek, tijdens boottocht vanaf Kuntaur.
20. Goliath heron, ardea goliath, reuzenreiger: Twee maal 1 ex Tendaba Creek.
21. Hamerkop, scopus umbretta, hamerkop: Algemeen, nestelt ook in tuin Senegambiahotel.
22. Marabou stork, leptoptilos crumeniferus, maraboe: Kolonie van 10tallen vogels (bij Fula
Bantang).
23. Yellow-billed stork, mycteria ibis, afrikaanse nimmerzat: Eén vogel langs Bund road.
24. White stork, ciconia ciconia, witte ooievaar: Groep van 300 vogels, noordoever.
25. Abdim’s stork, ciconia abdimmi, abdims ooievaar: Eén vogel tijdens boottocht Kuntaur.
26. Hadada ibis, bostrychia hagedash, hadada ibis: O.a. Kotu, Abuko, boottocht Kuntaur.
27. Sacred ibis, threskiornis aethiopicus, heilige ibis: Regelmatig waargenomen.
28. African spoonbill, platalea alba, afrikaanse lepelaar: Enkele groepjes, o.a. Kotu, Tanji,
vanaf Bund road.
29. Spur-winged goose, plectropterus gambensis, spoorwiekgans: Tijdens boottocht vanaf
Kuntaur, Brikama ba wetland reserve, groepen in Tendaba Creek.
30. White-faced whistling duck,, dendrocygna viduata, witwangfluiteend: Tijdens boottocht
vanaf Kuntaur, 100den vogels tijdens slaapvlucht brug Marakissa.
31. Osprey, pandion haliaetus, visarend: Vrij algemeen, vooral in de kustgebieden.
32. African fish eagle, heliaeetus vocifer, afrikaanse rivierarend: De enige (roepende) vogel
die we zagen, was in Dala ba-wetland (zuidoever).
33. Palm-nut vulture, gypohierax angolensis, palmgier: Algemeen
34. Hooded vulture, necrosyrtes monachus, kapgier: Heel talrijk, ook midden in de dorpen.
35. African white-backed vulture, gyps africanus, witruggier: Tijdens boottocht vanaf
Kuntaur, enkele exx tussen Kuntaur en Georgetown (noordoever).
36. Rüppell’s griffon vulture, gyps rueppellii, rüppells gier: Groep van 8 vogels bij kadaver
noordoever.
37. Black-shouldered kite, elanus caeruleus, grijze wouw: Regelmatig waargenomen, het
talrijkst langs de kustweg van Senegambia naar Kartung.
38. Black kite, milvus migrans, zwarte wouw: Vooral in het binnenland.
39. Yellow-billed kite, milvus migrans parasitus, geelsnavelwouw: Zeer talrijk.
40. Montagu’s harrier, circus pygargus, grauwe kiekendief: Een 20tal vogels gezien, vooral
in de savanne- steppeachtige landschappen noordoever.
41. Western marsh harrier, circus aeruginosus, bruine kiekendief: Een 30-tal vogels gezien,
boven elk wetland van betekenis joeg wel een bruine kiek.
42. Short-toed eagle, circaetus gallicus, slangenarend: 1 in zit tussen Georgetown-Tendaba.
43. Beaudouin’s snake eagle, circaetus beaudouini, beaudouins slangenarend: 2 vogels
Kartung, 2 vogels tussen Tendaba en Marakissa.
44. Brown snake eagle, circaetus cinereus, bruine slangenarend: Een zestal vogels gezien
o.a. Kartung, tussen Georgetown en Tendaba.
45. Western banded snake eagle, circaetus cinerascens, kleine grijze slangenarend: Tijdens
boottocht vanaf Kuntaur, 1 ex tussen Georgetown en Tendaba.
46. Bateleur, therathopius ecaudatus, bateleur: 1 adult mannetje tussen Georgetown en
Tendabbe.
47. Long-crested eagle, lophaetus occipitalis, langkuifarend: Vrij regelmatig.
48. African harrier-hawk, polyboroides typus, kaalkopkiekendief: Talrijk, komt in elk
landschapstype voor.
49. Grasshopper buzzard, butastur rufipennis, sprinkhaanbuizerd: Slechts een viertal vogels
gezien, 3 tussen Georgetown en Tendaba.
50. Lizard buzzard, kaupifalco monogrammicus, hagedisbuizerd: Vrij algemeen.
51. Gabar goshawk, micronisus gabar, gabar havik: Een 15tal vogels gezien w.o. enkele exx
van de donkere fase.
52. Dark chanting goshawk, melierax metabates, donkere zanghavik: Vrij algemeen.
53. Shikra, accipiter badius, shikra: Vrij algemeen.
54. African hawk eagle, aquila spilagaster, afrikaanse havikarend: Veel overeenkomst met
onze havikarend, tijdens wandeling Faraba bush track, Jerreh camp, Georgetown en Tendaba.
55. Wahlberg’s eagle, hieraaetus wahlbergi, wahlberg arend: Scope views van vogel in zit
tijdens wandeling Baobolong camp, Georgetown, 1 ex tussen Tendaba en Marakissa.
56. Tawny eagle, aquila rapax, steppearend: Savanne Jerreh camp, tussen Georgetown en
Tendaba.
57. Common kestrel, falco tinnunculus, torenvalk: Vrij algemeen in de savannes.
58. Grey kestrel, falco ardosiaceus, grijze torenvalk: een vrij algemene ‘roadside’ vogel
59. Red-necked falcon, falco chicquera, roodkopsmelleken: weinig gezien, o.a. Kartung,
Tujereng woods.
60. African hobby, falco cuvierii, afrikaanse boomvalk: 1 Ex vanaf Tendaba camp.
61. Ahanta francolin, francolinus ahantensis, ahanta frankolijn: Groep in Pirang forest.
62. Double-spurred francolin, francolinus bicalcaratus, barbarijse frankolijn: Regelmatig
groepjes gezien maar bijna altijd opvliegend.
63. Stone partridge, ptilopachus petrosus, rotspatrijs, Verrassend talrijk, ook pal aan de kust.
64. Black crake, amaurornis flavirostra, zwart porseleinhoen: Regelmatig waargenomen,
goede plaats is Marakissa (brug), Nyanga Bantang wetland.
65. Common moorhen, gallinula chloropus, waterhoen, regelmatig waargenomen.
66. Allen’s gallinule, porphyrio alleni, afrikaanse purperhoen: Onverwachte waarneming in
de oevervegetatie brug nabij Marakissa, eenmaal (op zijn jacana’s) lopend op leliebladeren,
het blad met de poot omkrullend voor voedsel onderkant blad.
67. Purple swamphen, porphyrio porphyrio, purperkoet: Rietmoeras bij Kartung, Nyanga
Bantang wetland.
68. African jacana, actophilornis africanus, lelieloper: Talrijk.
69. Eurasian oystercatcher, haematopus ostralegus, scholekster, groepje bij Jerreh camp.
70. Black-winged stilt, himantopus himantopus, steltkluut: Aanwezig in elk wetland.
71. Pied avocet, recurvirosta avosetta, kluut: Groepjes vanaf Bund road.
72. Senegal thick-knee, burhinus senegalensis, senegalese griel: Zeer talrijk.
73. Egyptian plover, pluvianus aegyptius, krokodilwachter: Slechts één fantastische
waarneming in Nyanga Bantang wetland op 20-2 (= vrij laat in het seizoen).
74. Temminck’s courser, cursorius temminckii, temmincks renvogel: 2 exx tijdens
wandeling over droge steppe noordoever (op zoek naar trappen) bij Ngeygni.
75. Collared pratincole, glareola pratincola, vorkstaartpevier: Groepje Kaur wetland.
76. Little ringed plover, charadrius dubius, kleine plevier: Algemener dan ringed plover,
Lagune Tanji, Bund road maar ook wetlands in het binnenland.
77. Common ringed plover, charadrius hiaticula, bontbekplevier: Lagune Tanji en Bund
road, wetlands noordoever.
78. Kentish plover, charadrius alexandrius, strandplevier: Slikvlakte Jerreh camp, Kaur
wetland.
79. Kittlitz’s plover, charadrius pecuarius, herdersplevier, 2 exx Baobolong wetland, 2 exx
Kaur wetland (broedkleed).
80. African wattled lapwing, vanellus senegallus, lelkievit: Algemeen.
81. Black-headed lapwing, vanellus tectus, zwartkopkievit, Regelmatig op droge steppes.
82. Spur-winged lapwing, vanellus spinosus, sporenkievit: Talrijk.
83. Grey plover, pluvialis squatarola, zilverplevier: Algemeen bij Tanji en Bund Road.
84. Black-tailed godwit, limosa limosa, grutto: Lagune noordelijk van Tanji en Bund road
(groep van 50+).
85. Bar-tailed godwit, limosa lapponica, rosse grutto: Groep vanaf Bund road.
86. Whimbrel, numenius phaeopus, regenwulp: Talrijk, overal waar water is.
87. Eurasian curlew, nemenius arquata, wulp: Slechts enkele vogels: o.a. Cape point.
88. Red knot, calidris canutus, kanoetstrandloper: Lagune Tanji, Bund road en enkele exx
wetlands binnenland.
89. Little stint, calidris minuta, kleine strandloper: Talrijk vanaf Bund road, Baobolong
wetland.
90. Sanderling, calidris alba, drieteenstrandloper: Vrij algemeen bij Tanji, zowel bij de
lagune als bij het vissersdorp, Bund road.
91. Curlew sandpiper, calidris ferruginea, krombekstrandloper: Vrij talrijk vanaf Bund
Road, slikvlakte Jerreh camp, Baobolong wetland.
92. Dunlin, calidris alpina, bonte strandloper: vrij algemeen vanaf Bund road.
93. Ruff, philomachus pugnax, kemphaan, groepje Baobolong wetland, groepje Kaur.
94. Spotted redshank, tringa erythropus, zwarte ruiter: Enkele exx Kaur wetland.
95. Common redshank, tringa totanus, tureluur: Algemeen.
96. Common greenshank, tringa nebularia, groenpootruiter: Algemeen.
97. Marsh sandpiper, tringa stagnatilis, poelruiter: Een vijftal vogels w.o. Bund road, Cape
Point, 1 ex Baobolong wetland, 1 ex Kaur wetland.
98. Green sandpiper, tringa ochropus, witgat: op de wetlands in het binnenland, vrij
algemeen maar minder talrijk dan bosruiter.
99. Wood sandpiper, tringa glareola, bosruiter: vrij algemeen op de wetlands.
100. Common sandpiper, actitis hypoleucos, oeverloper: Talrijk.
101. Ruddy turnstone, arenaria interpres, steenloper: Groepjes vissersdorp Tanji.
102. Greater painted snipe, rostratula benghalensis, goudsnip: 30 exx. poel bij Kotu Bridge
(zie kaartje), 1 ex Marakissa (midden in het park), Nyanga Bantang wetland
103. Common snipe, gallinago gallinago, watersnip: 1 ex Kotu bridge, 2 ex Kartung.
104. Pomarine skua, stercorarius pomarinus, middelste jager: 2 Vogels, beide fanatiek
meeuwen achtervolend, 1 ex Banjul haven, 1 Tanji.
105. Lesser black-backed gull, larus fuscus, kleine mantelmeeuw: Algemeen.
106. Kelp gull, larus dominicanus, kelp meeuw: 1 immature vogel Bund road, 1 adulte vogel
Tanji; kleur poten, grootte en kleur ogen zijn goede kenmerken.
107. Slender-billed gull, larus genei, dunbekmeeuw: Algemeen langs de kust vooral Tanji en
Bund road.
108. Grey-headed gull, larus cirrocephalus, grijskopmeeuw: Heel talrijk.
109. Black-headed gull, larus ridibundus, kokmeeuw: Eén vogel in zomerkleed: Bund road.
110. Caspian tern, sterna caspia, reuzenstern: Algemeen langs kust, Lagune Tanji: 200+.
111. Royal tern, sterna maxima, koningsstern: Algemeen langs kust, Lagune Tanji: 100+
112. Lesser crested tern, sterna bengalensis, bengaalse stern: 1 ex. tussen royal terns, Tanji.
113. Gull-billed tern, sterna nilotica, lachstern: Algemeen.
114. Sandwich tern, sterna sandvicensis, grote stern: Vrij algemeen langs de kust.
115. Little tern, sterna albifrons, dwergstern: Enige vogel brug Bund road.
116. Four-banded sandgrouse, pterocles quadricinctus, vierbandzandhoen: 5 vogels
Farasuto forest, tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown, 1 vogel vliegt op van
3 eieren Kartung.
117. Blue-spotted wood-dove, turtur afer, staalvlekduif: Algemeen.
118. Black-billed wood dove, turtur abyssinicus, zwartsnavelduif: Talrijk.
119. Namaqua dove, oena capensis, maskerduif: Talrijk in het binnenland.
120. Laughing dove, streptopelia senegalensis, palmtortel: Talrijk.
121. African green pigeon, Treron calvus, afrikaanse papagaaiduif: Weinig gezien, o.a. in
Pirang forest.
122. Bruce’s green pigeon, treron waalia, waalia papegaaiduif: Prachtige waarneming van
een groepje in Farasuto forest.
123. Speckled pigeon, columba guinea, gespikkelde duif: Talrijk.
124. Red-eyed dove, streptopelia semitorquata, roodoogtortel: De talrijkste duif.
125. African mourning dove, streptopelia decipiens, treurtortel: Minder talrijk dan de andere
duivensoorten, Brufut woods is goede plaats.
126. Vinaceous dove, streptopelia vinacea, wijntortel: Talrijk.
127. European turtle dove, streptopelia turtur, zomertortel: groepjes in Kartung, tijdens
wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown, Dala-ba wetland (grote groep).
128. Rose-ringed parakeet, psittacula krameri, halsbandparkiet: Talrijk.
129. Senegal parrot, poicephalus senegalus, bonte boertje: Talrijk.
130. Green turaco, tauraco persa, groene toerako: Prachtige waarnemingen in Brufut Woods
(5 vogels in één boom), 3 soorten turaco’s in één fruiting tree. Ook in Abuko green en violet
in één fruiting tree
131. Violet turaco, musophaga violacea, violette toerako: Verrassend algemeen. Pirang
forest, Marakissa (bij drinkplaats), Brufut Woods, samen met green en plaintaineater in één
fruiting tree, Farasuto forest.
132. Western grey plantain-eater, crinifer piscator, grijze bananeneter: Heel talrijk.
133. Klaas’s cuckoo, chrysococyx klaas, Klaaskoekoek: 2 maal gezien in Farasuto forest.
134. Senegal coucal, centropus senegalensis, senegalese spoorkoekoek: Talrijk.
135. Barn owl, tyto alba, kerkuil: Onverwacht opvliegende vogel Fujereng Woods.
136. Greyish eagle owl, bubo cinerascens, grijze oehoe: 2 vogels langs Faraba bush track
dankzij lokale gids Abdullay, 1 vogel Farasuto forest (dankzij lokale gids Mustapha).
137. Verreaux’s eagle owl, bubo lacteus, verreaux oehoe: Enige waarneming in Pirang forest
dankzij lokale gids.
138. Pearl-spotted owlet, glaucidium perlatum, geparelde dwerguil: Jerreh camp, Tendaba
(zie foto), tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown.
139. African scops owl, otus senegalensis, afrikaanse dwergooruil: Roepend Marakissa.
140. Northern white-faced owl, ptilopsis leucotis, noordelijke witwangdwergooruil; 2 vogels
rand Pirang Forest dankzij lokale gids. 2 vogels Brufut Woods (dankzij lokale gids Abba).
141. Long-tailed nightjar, caprimulgus climacurus, Langstaartnachtzwaluw: Dankzij Abba
mooie waarneming van 2 vogels in Brufut Woods.
142. Mottled spinetail, telacanthura ussheri, boababgierzwaluw: Regelmatig o.a. Farasuto
forest, Jerreh camp.
143. Little swift, apus affinis, huisgierzwaluw: Cape Point, haven Banjul, Kaur wetland.
144. African palm-swift, cypsiurus parvus, afrikaanse palmgierzwaluw: Heel talrijk.
145. Common swift, apus apus, gierzwaluw: Slechts enkele vogels, Lallaba wetland
146. African pygmy kingfisher, ceyx picta, afrikaanse dwergijsvogel: Slechts enkele exx,
o.a. drinkplaats (ingang) Farasuto forest.
147. Malachite kingfisher, alcedo cristata, malachietijsvogel: Vrij algemeen.
148. Shining blue kingfisher, alcedo quadribachys, glansijsvogel: Prachtige waarneming
van deze zeldzame ijsvogel tijdens boottocht vanaf Kuntaur..
149. Striped kingfisher, halcyon chelicuti, gestreepte ijsvogel: Enige waarneming tijdens
wandeling Faraba bush track, vlakbij de greyish eagle owls.
150. Grey-headed kingfisher, halcyon leucocephala, grijskopijsvogel: 1 ex Kartung.
151. Blue-breasted kingfisher, halcyon malimbica, teugelijsvogel: Regelmatig.
152. Pied kingfisher, ceryle rudis, bonte ijsvogel: Met voorsprong de talrijkste ijsvogel.
153. Giant kingfisher, megaceryle maxima, afrikaanse reuzenijsvogel, Abuko, Marakissa,
Farasuto creek, boottocht vanaf Mandina River Lodge.
154. Little bee-eater, merops pusillus, dwergbijeneter: Algemeen.
155. Swallow-tailed bee-eater, merops hirundineus, zwaluwstaartbijeneter: Algemeen.
156. Red-throated bee-eater, merops bulocki, roodkeelbijeneter: Regelmatig o.a. Kaur
wetland, tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, omgeving Georgetown, tussen
Georgetown en Tendaba.
157. White-throated bee-eater, merops albicollis, witkeelbijeneter: Kleine kolonie Farasuto
creek, Tendaba Creek.
158. Little green bee-eater, merops orientalis, kleine groene bijeneter: Groepje tijdens
wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown, Dala-ba wetland.
159. Blue-cheeked bee-eater, merops persicus, groene bijeneter: Algemeen.
160. European bee-eater, merops apiaster, europese bijeneter: Regelmatig kleine groepjes.
161. Rufous-crowned roller, coracias naevia, roodkruinscharrelaar: Algemeen.
162. Blue-bellied roller, coracias cyanogaster, blauwbuikscharrelaar: Algemeen.
163. Abyssinian roller, coracias abyssinica, sahelscharrelaar: De talrijkste roller.
164. Broad-billed roller, eurystomus glaucurus, breedbekscharrelaar: Opvallend weinig
gezien, o.a. tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown.
165. Green Wood-hoopoe, phoeniculus purpureus, groene kakelaar: Algemeen, zijn gekakel
verraadt hem. Ook in Senegambia hoteltuin.
166. Hoopoe, upupa senegalensis, afrikaanse hop: 2 vogels: Farasuto forest, Fujereng woods.
167. Red-billed hornbill, tockus erythrorhynchus, roodsnaveltok: Talrijk.
168. African grey hornbill, tockus nasutus, grijze tok: Talrijk.
169. Abyssinian ground hornbill, bucorvus abyssinicus, noordelijke hoornraaf: Groep van 9
vogels op noordoever, ontdekt door Suteh: Chameng, vóór Farafenning.
170. African pied hornbill, tockus fasciatus, bonte tok: Vrij talrijk.
171. Yellow-fronted tinkerbird, pogoniulus chrysoconus, geelvoorhoofdketellapper: O.a.
Faraba bush crack en Brufut woods.
172. Vieillot's barbet, lybius vieilloti, roodgele baardvogel: Scope views in Fujereng forest.
173. Bearded barbet, lybius dubius, zwartbandbaardvogel: Regelmatig o.a. Farasuto forest,
Fujereng Woods.
174. Lesser honeyguide, indicator minor, kleine honingspeurder: Niet te missen bij
drinkplaatsen Farasuto forest en Marakissa.
175. Spotted honeyguide, indicator maculatus, gevlekte honingspeurder: Prachtige
waarneming bij drinkplaats ingang Farasuto forest (3 soorten honingzuigers binnen een uur).
Gemist bij Marakissa.
176. Greater honeyguide, indicator indicator, grote honingspeurder: Vrij algemeen, graag
bij drinkplaatsen, ook Faraba bush track.
177. Cardinal woodpecker, dendropicos fuscescens, kardinaalspecht: Slechts één
waarneming Farasuto forest.
178. Fine-spotted woodpecker, campethera punctuligera, stippelspecht: O.a. Fujereng
woods, tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown.
179. Grey woodpecker, mesopicos goertae, grijsgroene specht: Regelmatig.
180. Brown-backed woodpecker, dendropicos obsoletus, bruinrugspecht: 1 ex tijdens
wandeling door droge savanne nabij Tendaba camp.
181. Buff-spotted woodpecker, campethera nivosa, thermietenspecht: Alleen gezien in
Pirang forest (dank zij lokale gids).
182. Crested lark, galerida cristata senegallensis, kuifleeuwerik: 1 ex vanaf Bund road.
183. Chestnut-backed sparrow lark, eremopterix leucotis, zwartkruinvink leeuwerik:
Groepjes in savanne, noordoever.
184. Fanti sawwing, psalidoprocne obscura, fantee kamzwaluw: Abuko.
185. Common sand martin, riparia riparia, oeverzwaluw: vrij talrijk langs zowel noord- als
zuidoever, steeds bij wetlands.
186. Red-rumped swallow, hirundo daurica, roodstuitzwaluw: Tijdens wandeling vanaf
Baobolong camp, Georgetown.
187. Rufous-chested swallow, hirundo semirufa, roodborstzwaluw: Groep Jerreh camp.
188. Mosque swallow, hirundo senegalensis, moskee-zwaluw: Regelmatig.
189. Common house martin, delichon urbica, huiszwaluw: Slechts één vogel boven wetland
zuidoever.
190. Wire-tailed swallow, hirundo smithii, roodkruinzwaluw: Regelmatig.
191. Red-chested swallow, hirundo lucida, roodkeelzwaluw: O.a. Farasuto forest, Jerreh
camp.
192. Barn swallow, hirundo rustica, boerenzwaluw: Weinig gezien, o.a. Brufut Woods,
Jerreh camp.
193. White wagtail, motacilla alba, witte kwikstaart: Slechts enkele exx vanaf Bund Road.
194. Yellow wagtail, motacilla flava, gele kwikstaart: vrij algemeen in de vochtige gebieden.
195. Tawny pipit, anthus campestris, duinpieper: 1 vogel toen we temminck’s coursers
ontdekten op droge steppe noordoever.
196. Plain-backed pipit, anthus leucophrys, bruinrugpieper: 1 vogel in de opgedroogde
wetlands nabij Kartung.
197. Little greenbul, andropadus virens, groene buulbuul: Regelmatig waargenomen, o.a.
Pirang forest, Farasuto forest, Abuko.
198. Grey-headed bristlebill, bleda cancapilus, grijskopblada: 1 vogel op 2 meter in Abuko
(na taping).
199. Yellow-throated leaflove, chlorocichla flavicollis, geelkraagbuulbuul: Regelmatig
gezien, vooral bij de drinkplaats Marakissa (ruziënde groepjes), Brufut Woods, Abuko,
omgeving Georgetown.
200. Leaflove, pyrrhurus scandens, zingende gabonloofbuulbuul: Slechts enkele vogels
(steeds op hun geluid).
201. Common bulbul, pycnonotus barbatus, grauwe buulbuul: Algemeen.
202. Snowy-crowned robin chat, cossypha niveicapilla, witkruinlawaaimaker: Veel minder
talrijk dan white-crowned, vaak in dichtere struikgroei: o.a. Pirang forest, Mandina River
lodge, Farasuto forest.
203. White-crowned robin chat, cossypha albicapilla, schubkaplawaaimaker: Algemeen,
ook talrijk in de tuin van het Senegambiahotel.
204. African thrush, turdus pelios, pelioslijster: algemeen, meestal grondvogel.
205. Common redstart, phoenicurus phoenicurus, gekraagde roodstaart: Vrij algemene
overwinteraar.
206. Whinchat, saxicola rubetra, paap: 1 ex samen met plain-backed pipit op een droge
vlakte nabij Kartung.
207. Northern wheatear, oenanthe oenanthe, tapuit: Regelmatig op droge, zandige steppes.
208. Northern anteater chat, myrmecocichla aethiops, bruine miertapuit: 2 exx Noordoever.
209. European reed warbler, acrocephalus scirpaceus, kleine karekiet: 1 zingend, Kartung.
210. African reed warbler, acrocephalus baeticatus, kortvleugelkarekiet: Cape point, taping
211. Melodious warbler, hippolais polyglotta, orpheusspotvogel: Regelmatig waargenomen,
vaak samen met andere warblers o.a. Jerreh camp, omgeving Georgetown.
212. Senegal (green-backed) eremomela, eremomela pusilla, groenrugeremomela: Tijdens
wandeling Faraba bush track, 1 ex Brufut woods, 2 exx Tujereng woods.
213. Willow warbler, phylloscopus trochilus, fitis: Slechts enkele vogels gezien, minder
talrijk dan melodious warbler, omgeving Georgetown.
214. Subalpine warbler, sylvia cantillans, baardgrasmus: Verrassend algemene
overwinteraar.
215. Northern crombec, sylvietta brachyura, senegalese krombek: Een zestal waarnemingen
o.a. Kartung, Jerreh camp.
216. Grey-backed camaroptera, camaroptera brachyura, blaatcamaroptera: Abuko, Brufut
woods, Jerreh camp, tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown.
217. Singing cisticola, cisticola cantans, witbrauwgraszanger: O.a. Kartung, Brufut Woods.
218. Whistling cisticola, cisticola lateralis, fluitgraszanger: Brufut Woods.
219. Zitting cisticola, cisticola juncidis, gewone graszanger: O.a. Kartung, Jerreh camp.
220. Black-backed cisticola, cisticola eximius, pollegraszanger: Jerreh camp.
221. Tawny flanked prinia, prinia subflava, roestflankprinia: Vrij algemeen.
222. Red-winged warbler, heliolais erythropterus, roodvleugelprinia: Getaped in Brufut
Woods. Prachtige scope views, Farasuto forest.
223. Yellow-breasted apalis, apalis flavida, geelborst apalis: O.a. in Farasuto forest, Abuko.
224. Oriole warbler, hypergerus atriceps, wielewaalzanger: O.a. Kotu.
225. Northern black flycatcher, melaenornis edolioides, senegalese drongovliegenvanger:
regelmatig gezien, o.a. Brufut Woods, Tendaba, Fujereng woods.
226. Pale flycatcher, bradornis pallidus, vale vliegenvanger: Enige waarneming tijdens
wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown. Als onze vliegenvanger maar zonder ‘spots’.
227. African paradise-flycatcher, terpsiphone viridis, afrikaanse paradijsmonarch: Vrij
algemeen.
228. Red-bellied paradise-flycatcher, terpsiphone rufiventer, roodbuikparadijsmonarch: Vrij
algemeen.
229. Common wattle-eye, platysteira cyanea, bruinkeelvliegenvanger: O.a. Pirang forest,
Abuko.
230. Senegal batis, batis senegalensis, senegalese vliegenvanger: Alleen in Fujereng woods.
231. Brown babbler, turdoides plebejus, sahelbabbelaar: Talrijk.
232. Blackcap babbler, turdoides reinwardtii, zwartkapbabbelaar: Talrijk, vooral in tuin van
Senegambia hotel.
233. Western violet-backed sunbird, anthreptes longuemarei, violetrughoningzuiger: 4 exx
van deze vrij zeldzame sunbird in Brufut Woods.
234. Brown sunbird, anthreptes gabonicus, bruine honingzuiger: 4 vogels in Tendaba
Creeks.
235. Greenheaded sunbird, cyanomitra verticalis, groenkophoningzuiger: Farasuto forest.
236. Collared sunbird, anthreptes collaris, halsbandhoningzuiger: Pirang forest, Abuko.
237. Pygmy sunbird, anthreptes platurus, kleine honingzuiger: Enkele exx Jerreh camp,
tijdens wandeling in Kiang N.P. vanaf Tendaba camp.
238. Scarlet-chested sunbird, nectarinia senegalensis, roodborsthoningzuiger: Regelmatig
waargenomen o.a. in Pirang Forest.
239. Beautiful sunbird, nectarinia pulchella, feeënhoningzuiger: Zeer algemeen. Er zijn
maar weinig plaatsen waar je deze prachtige honigzuiger niet tegenkomt.
240. Variable sunbird, nectarinia venusta, ornaathoningzuiger: O.a. in Kotu, Pirang forest,
Brufut Woods, Farasuto forest.
241. Splendid sunbird, nectarinia coccinigastra, roodbuikhoningzuiger: Regelmatig.
242. Copper sunbird, nectarinia cuprea, koperhoningzuiger: Brufut Woods.
243. Woodchat shrike, lanius senator, roodkopklauwier: Algemeen in savanne-achtige
landschappen, een 60-tal vogels gezien (eenmaal 4 tegelijk).
244. Yellow-billed shrike, corvinella corvina, geelsnavelklauwier: Algemeen, bijna altijd in
groepjes, ook in tuin Senegambiahotel.
245. Grey-headed bush-shrike, malaconotus blanchoti, spookklauwier: Slechts een vogel
(langdurig) gezien in de Marakissatuin, ook op de drinkplaats. Ook vanaf onze ’bungalow’.
246. Sulphur-breasted bush-shrike, chlorophoneus sulfureopectus, oranje bosklauwier:
Slechts één vogel waargenomen in Farasuto forest (dank zij lokale gids Mustapha).
247. Yellow-crowned gonolek, laniarius barbarus, goudkapfiskaal: Algemeen als je de roep
eenmaal kent
248. Northern puffback, dryoscopus gambensis, gambia poederdonsklauwier: Regelmatig,
o.a. in Biijilo forest, tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown, airstrip Tendaba.
249. Black-crowned tchagra, tchagra senegala, zwartkruintjsagra: Een 15-tal vogels gezien,
o.a. Kartung, Brufut Woods, Farasuto forest, Fujereng woods.
250. Brubru, nilaus afer, broebroe: Een roepende vogel antwoordde op taping in Kiang N.P.
maar we kregen hem niet gevonden.
251. White-crested helmetshrike, prionops plumatus, helmklauwier: Groepje beweeglijke
vogels in Kiang N.P. vanaf Tendaba camp, één vogel vol in de telescoop.
252. African golden-oriole, oriolus auratus, afrikaanse wielewaal: Langs weg Georgetown-
Tandaba, Farasuto forest, omgeving Marakissa. Overeenkomst zang met onze wielewaal.
253. Fork-tailed drongo, dicrurus adsimilis, fluweeldrongo: Regelmatig, o.a. tijdens
wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown.
254. Pied crow, corvus albus, schildraaf: Talrijk.
255. Piapiac, ptilostomus afer, piapiac: Talrijk.
256. Purple glossy starling, lamprotornis purpureus, purperglansspreeuw: Vooral talrijk in
Kartung en Tujereng woods.
257. Bronze-tailed glossy starling, lamprotornis chalcurus, bronsstaart glansspreeuw:
Groepje bij ferry Georgetown, tijdens wandeling vanaf Baobolong camp, Georgetown.
258. Greater blue-eared starling, lamprotornis chalybaeus, groenstaartglansspreeuw:
Algemeen. Als je eenmaal alle glossy starlings eenmaal met zekerheid hebt gedetermineerd,
wordt de aandacht minder.
259. Lesser blue-eared starling, lamprotornis chloropterus, blauwoorglansspreeuw:
Algemeen.
260. Long-tailed glossy-starling, lamprotornis caudatus, groene langstaartglansspreeuw:
Algemeen.
261. Yellow-billed oxpecker, buphagus africanus, geelsnavelossepikker: Slechts één vogel
op rund, noordoever.
262. Northern grey-headed sparrow, passer griseus, grijskopmus: Algemeen.
263. House sparrow, passer domesticus, huismus: Broedvogel in de dorpen, moet talrijker
zijn in steden, niet inheems.
264. Bush petronia, petronia dentata, kleine rotsmus: Niet talrijk, o.a. Cape point, Jerreh
camp, waarschijnlijk over t hoofd gezien.
265. White-billed buffalo-weaver, bubalornis albirostris, witsnavelbuffelwever.
Regelmatig. Burama wees me op de grote nesten.
266. Chestnut-crowned sparrow weaver, plocepasser superciliesus, roestwangwever:
Groepjes droge steppes noordoever (tijdens zoektocht naar steppenvogels).
267. Little weaver, ploceus, luteolus, Dwergmaskerwever: Jerreh camp.
268. Heuglin’s masked weaver, ploceus heuglini, heuglins wever: Jerreh camp.
269. Black-necked weaver, ploceus nigricollis, zwartnekwever: Talrijk
270. Village weaver, ploceus cucullatus, grote textorwever: Misschien wel de algemeenste
vogel van Gambia, in non-breeding plumage.
271. Red-billed quelea, quelea quelea, roodbekwever: Vaak in grote groepen in non-
breeding plumage, talrijk in Jerreh camp.
272. Northern red bishop, euplectes franciscanus, oranjewever: Regelmatig in non-breeding
plumage. Goede plaats is Brufut Woods. Determinatie door Burama.
273. Black-winged bishop, euplectes hordeaceus, roodvoorhoofdwever: Regelmatig in non-
breeding plumage, o.a. Brufut Woods. Determinatie door Burama.
274. Western bluebill, spermophaga haematina, roodborstblauwsnavel: 2 vogels op 2,5
meter in Abuko forest (taping).
275. Red-cheeked cordon-bleu, uraeginthus bengalus, blauwfazantje: Heel talrijk.
276. Lavender waxbill, estrilda caerulescens, lavendelastrild: Vooral in groepjes bij de vele
drinkbakken o.a. Brufut Woods, Marakissa etc.
277. Orange-cheeked waxbill, estrilda melpoda, oranjekaakje: Minder algemeen dan
verwacht. Slechts bij 2 drinkplaatsen: Farasuto forest, Marakissa.
278. Black-rumped waxbill, estrilda troglodytes, napoleonnetje: Algemeen, vooral bij de
vele drinkbakken.
279. Red-winged pytilia, pytilia phoenicoptera, aurora astrild: 1 vogel vol in de telescoop
tijdens wandeling in Kiang N.P. vanaf Tendaba camp.
280. Red-billed firefinch, lagonosticta senegala, vuurvinkje: Zeer talrijk.
281. Bronze mannikin, lonchura cucullata, gewoon ekstertje: Vaak in groepjes bij
drinkplaatsen.
282. Cut-throat finch, amadina fasciata, bandvink: Slechts één ex in Abuko.
283. Village indigobird, vidua chalybeata, staalvink: Vrij algemeen, slechts weinig zwarte
mannetjes, meeste vogels in non-breeding plumage. Goede plaats is Brufut Woods.
284. Pin-tailed whydah, vidua macroura, dominikaner wida: algemeen maar in non-breeding
plumage.
285. White-rumped seedeater, serinus leucopygius, edelzanger: Enige waarneming in
restauranttuin in Kuntaur.
286. Yellow-fronted canary, serinus mozambicus, mozambique-sijs: Regelmatig
waargenomen o.a. Brufut woods.
287. Cinnamon-breasted rock bunting, emberiza tahaptsi, zevenstrepengors: 2 ex in Kiang
N.P. vanaf Tendaba camp.
Waargenomen zoogdieren en reptielen: Tuimelaar, nijlpaard, krokodil, groene meerkat, rode
colobus, huzarenaap, baviaan, kleine zonne-eekhoorn, gestreepte grondeekhoorn, bosbok,
vliegende hond, geelvleugelvleermis, krokodil, nijlvaraan, agame, gekko.
Johan en Loes Schaerlaeckens