24
Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo- mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706, houdende voorschriften inzake de subsi- diëring van experimenten in het kader van de leergang vmbo-mbo2 (Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leer- gang vmbo-mbo2 2008–2013) De Staatssecretaris van Onderwijs, Cul- tuur en Wetenschap, Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; Gelet op artikel 3, tweede lid, van de Wet overige OCW-subsidies en artikel 2 van de Kaderwet LNV-subsidies; Besluit: Paragraaf 1. Algemene bepalingen Artikel 1. Begripsbepalingen In deze regeling wordt verstaan onder: Minister: de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en, voor zover het betreft het beroepsonderwijs op het gebied van de landbouw en natuurlijke omgeving, de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit; WEB: Wet educatie en beroepsonder- wijs; WVO: Wet op het voortgezet onder- wijs; vmbo: voorbereidend beroepsonder- wijs, bedoeld in artikel 10b, van de WVO; opleiding mbo2: basisberoepsoplei- ding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid, onder b, van de WEB, voor zover het betreft de beroepsopleidende leerweg, bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid, onder a, van die wet; agrarisch opleidingscentrum: agra- risch opleidingscentrum, bedoeld in artikel 1.3.3 van de WEB; verticale scholengemeenschap: scho- lengemeenschap als bedoeld in artikel 2.6 van de WEB; vmbo-school: school voor voorberei- dend beroepsonderwijs, waaronder begrepen het voorbereidend beroepson- derwijs in een agrarisch opleidingscen- trum of in een verticale scholengemeen- schap; instelling: instelling, bedoeld in artikel 1.1.1, onder b, van de WEB; leergang vmbo-mbo2: leergang, bedoeld in artikel 3; bevoegd gezag: bevoegd gezag, bedoeld in artikel 1 van de WVO respec- tievelijk artikel 1.1.1, onder w, van de WEB; a. b. c. d. e. f. g. h. i. j. k. leerling: leerling die het onderwijs volgt aan de leergang vmbo-mbo2, ver- bonden aan een vmbo-school, respectie- velijk deelnemer die het onderwijs volgt aan de leergang vmbo-mbo2, verbonden aan een instelling; subsidieontvanger: subsidieaanvra- ger, bedoeld in artikel 4, aan wie op grond van artikel 8, tweede lid, subsidie is verstrekt, intrasectoraal programma: intrasecto- raal programma, bedoeld in artikel 10b, vierde lid, onder c, of zevende lid, onder a, van de WVO; intersectoraal programma: intersecto- raal programma, bedoeld in artikel 10b, vierde lid, onder c, of zevende lid, onder a, van de WVO. Artikel 2. Doelomschrijving De Minister verstrekt overeenkomstig de voorschriften van deze regeling op aanvraag projectsubsidie om te bevorde- ren dat meer leerlingen het onderwijs verlaten met tenminste een startkwalifi- catie op het niveau van het diploma van een opleiding mbo2. Ter bereiking van het doel, bedoeld in het eerste lid, wordt: de leergang vmbo-mbo2, bedoeld in artikel 3, ingericht; wetenschappelijk onderzoek verricht gedurende de experimenteerperiode naar de meerwaarde van de leergang vmbo- mbo2 ten opzichte van samenwerking op grond van artikel 25a van de WVO tussen scholen voor vmbo en instellin- gen die beroepsonderwijs verzorgen als bedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, van de WEB. Artikel 3. Leergang vmbo-mbo2 In de leergang vmbo-mbo2 worden het derde en vierde leerjaar van de basis- beroepsgerichte leerweg in het vmbo en de verwante opleiding mbo2 als een pro- grammatisch geheel aangeboden aan leerlingen van de basisberoepsgerichte leerweg aan een vmbo-school op de loca- tie van de vmbo-school of van de instel- ling. De studieduur van de leergang vmbo-mbo2 bedraagt ten hoogste vier jaar. Het onderwijs in de leergang vmbo- mbo2 is zodanig ingericht dat de leer- ling het diploma van de opleiding mbo2 behaalt binnen de studieduur, bedoeld in het eerste lid. l. m. n. o. 1. 2. a. b. 1. 2. Paragraaf 2. Aanvraag subsidie Artikel 4. Subsidieaanvrager De subsidie ingevolge deze regeling kan worden verstrekt aan de volgende aan- vragers: het bevoegd gezag van een vmbo- school die op grond van de WVO wordt bekostigd en die op basis van een samenwerkingsovereenkomst samen- werkt met een instelling, het bevoegd gezag van een instelling die op grond van de WEB wordt bekos- tigd en die op basis van een samenwer- kingsovereenkomst samenwerkt met tenminste één vmbo-school, of het bevoegd gezag van een agrarisch opleidingscentrum of van een verticale scholengemeenschap. Artikel 5. Aanvragen De subsidieaanvrager, bedoeld in arti- kel 4, onder a en c, dient ten behoeve van subsidiëring van een leergang vmbo- mbo2 die op 1 augustus 2008 start, binnen twee weken na inwerkingtreding van deze regeling een schriftelijke aan- vraag in bij de Minister. Aanvragen die na deze periode worden ingediend, wor- den afgewezen. De subsidieaanvrager, bedoeld in arti- kel 4, dient ten behoeve van subsidiëring van een leergang vmbo- mbo2 die op 1 augustus 2009 start, uiterlijk op 12 december 2008 een schrif- telijke aanvraag in bij de Minister. Aanvragen die na deze datum worden ingediend, worden afgewezen. Een aanvraag van een subsidieaanvra- ger als bedoeld in artikel 4, onder a of b, wordt uitsluitend ingediend door middel van een volledig ingevuld en door de samenwerkende bevoegde gezagsorga- nen ondertekend formulier dat is opge- nomen in bijlage 1 bij deze regeling. Bij de aanvraag, bedoeld in het derde lid, wordt een door het bevoegd gezag van een vmbo-school en het bevoegd gezag van een instelling ondertekende samenwerkingsovereenkomst gevoegd. Een aanvraag van een subsidieaanvra- ger als bedoeld in artikel 4, onder c, wordt uitsluitend ingediend door middel van een volledig ingevuld formulier als bedoeld in het derde lid. Bij de aan- vraag, bedoeld in de vorige volzin, wordt een door het bevoegd gezag van die instelling opgestelde interne regeling waarin is geregeld op welke wijze het project wordt uitgevoerd, gevoegd. Uit de omschrijving op het formulier, bedoeld in het derde en vijfde lid, blijkt dat de leergang vmbo-mbo2 wordt aan- a. b. c. 1. 2. 3. 4. 5. 6. OCW Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 1

Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

  • Upload
    others

  • View
    10

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang vmbo-mbo2 2008–2013

Regeling van de Staatssecretaris vanOnderwijs, Cultuur en Wetenschap van23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,houdende voorschriften inzake de subsi-diëring van experimenten in het kadervan de leergang vmbo-mbo2 (Tijdelijkeregeling subsidiëring experimenten leer-gang vmbo-mbo2 2008–2013)

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cul-tuur en Wetenschap,Handelende in overeenstemming met deMinister van Landbouw, Natuur enVoedselkwaliteit;Gelet op artikel 3, tweede lid, van deWet overige OCW-subsidies en artikel 2van de Kaderwet LNV-subsidies;

Besluit:

Paragraaf 1. Algemene bepalingen

Artikel 1. BegripsbepalingenIn deze regeling wordt verstaan onder:

Minister: de Minister van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap en, voor zoverhet betreft het beroepsonderwijs op hetgebied van de landbouw en natuurlijkeomgeving, de Minister van Landbouw,Natuur en Voedselkwaliteit;

WEB: Wet educatie en beroepsonder-wijs;

WVO: Wet op het voortgezet onder-wijs;

vmbo: voorbereidend beroepsonder-wijs, bedoeld in artikel 10b, van deWVO;

opleiding mbo2: basisberoepsoplei-ding, bedoeld in artikel 7.2.2, eerste lid,onder b, van de WEB, voor zover hetbetreft de beroepsopleidende leerweg,bedoeld in artikel 7.2.2, tweede lid,onder a, van die wet;

agrarisch opleidingscentrum: agra-risch opleidingscentrum, bedoeld inartikel 1.3.3 van de WEB;

verticale scholengemeenschap: scho-lengemeenschap als bedoeld in artikel2.6 van de WEB;

vmbo-school: school voor voorberei-dend beroepsonderwijs, waaronderbegrepen het voorbereidend beroepson-derwijs in een agrarisch opleidingscen-trum of in een verticale scholengemeen-schap;

instelling: instelling, bedoeld in artikel1.1.1, onder b, van de WEB;

leergang vmbo-mbo2: leergang,bedoeld in artikel 3;

bevoegd gezag: bevoegd gezag,bedoeld in artikel 1 van de WVO respec-tievelijk artikel 1.1.1, onder w, van deWEB;

a.

b.

c.

d.

e.

f.

g.

h.

i.

j.

k.

leerling: leerling die het onderwijsvolgt aan de leergang vmbo-mbo2, ver-bonden aan een vmbo-school, respectie-velijk deelnemer die het onderwijs volgtaan de leergang vmbo-mbo2, verbondenaan een instelling;

subsidieontvanger: subsidieaanvra-ger, bedoeld in artikel 4, aan wie opgrond van artikel 8, tweede lid, subsidieis verstrekt,

intrasectoraal programma: intrasecto-raal programma, bedoeld in artikel 10b,vierde lid, onder c, of zevende lid, ondera, van de WVO;

intersectoraal programma: intersecto-raal programma, bedoeld in artikel 10b,vierde lid, onder c, of zevende lid, ondera, van de WVO.

Artikel 2. DoelomschrijvingDe Minister verstrekt overeenkomstig

de voorschriften van deze regeling opaanvraag projectsubsidie om te bevorde-ren dat meer leerlingen het onderwijsverlaten met tenminste een startkwalifi-catie op het niveau van het diploma vaneen opleiding mbo2.

Ter bereiking van het doel, bedoeld inhet eerste lid, wordt:

de leergang vmbo-mbo2, bedoeld inartikel 3, ingericht;

wetenschappelijk onderzoek verrichtgedurende de experimenteerperiode naarde meerwaarde van de leergang vmbo-mbo2 ten opzichte van samenwerkingop grond van artikel 25a van de WVOtussen scholen voor vmbo en instellin-gen die beroepsonderwijs verzorgen alsbedoeld in artikel 1.2.1, tweede lid, vande WEB.

Artikel 3. Leergang vmbo-mbo2In de leergang vmbo-mbo2 worden

het derde en vierde leerjaar van de basis-beroepsgerichte leerweg in het vmbo ende verwante opleiding mbo2 als een pro-grammatisch geheel aangeboden aanleerlingen van de basisberoepsgerichteleerweg aan een vmbo-school op de loca-tie van de vmbo-school of van de instel-ling. De studieduur van de leergangvmbo-mbo2 bedraagt ten hoogste vierjaar.

Het onderwijs in de leergang vmbo-mbo2 is zodanig ingericht dat de leer-ling het diploma van de opleiding mbo2behaalt binnen de studieduur, bedoeld inhet eerste lid.

l.

m.

n.

o.

1.

2.

a.

b.

1.

2.

Paragraaf 2. Aanvraag subsidie

Artikel 4. SubsidieaanvragerDe subsidie ingevolge deze regeling kanworden verstrekt aan de volgende aan-vragers:

het bevoegd gezag van een vmbo-school die op grond van de WVO wordtbekostigd en die op basis van eensamenwerkingsovereenkomst samen-werkt met een instelling,

het bevoegd gezag van een instellingdie op grond van de WEB wordt bekos-tigd en die op basis van een samenwer-kingsovereenkomst samenwerkt mettenminste één vmbo-school, of

het bevoegd gezag van een agrarischopleidingscentrum of van een verticalescholengemeenschap.

Artikel 5. AanvragenDe subsidieaanvrager, bedoeld in arti-

kel 4, onder a en c, dient ten behoevevan subsidiëring van een leergang vmbo-mbo2 die op 1 augustus 2008 start,binnen twee weken na inwerkingtredingvan deze regeling een schriftelijke aan-vraag in bij de Minister. Aanvragen diena deze periode worden ingediend, wor-den afgewezen.

De subsidieaanvrager, bedoeld in arti-kel 4, dient ten behoeve vansubsidiëring van een leergang vmbo-mbo2 die op 1 augustus 2009 start,uiterlijk op 12 december 2008 een schrif-telijke aanvraag in bij de Minister.Aanvragen die na deze datum wordeningediend, worden afgewezen.

Een aanvraag van een subsidieaanvra-ger als bedoeld in artikel 4, onder a of b,wordt uitsluitend ingediend door middelvan een volledig ingevuld en door desamenwerkende bevoegde gezagsorga-nen ondertekend formulier dat is opge-nomen in bijlage 1 bij deze regeling.

Bij de aanvraag, bedoeld in het derdelid, wordt een door het bevoegd gezagvan een vmbo-school en het bevoegdgezag van een instelling ondertekendesamenwerkingsovereenkomst gevoegd.

Een aanvraag van een subsidieaanvra-ger als bedoeld in artikel 4, onder c,wordt uitsluitend ingediend door middelvan een volledig ingevuld formulier alsbedoeld in het derde lid. Bij de aan-vraag, bedoeld in de vorige volzin,wordt een door het bevoegd gezag vandie instelling opgestelde interne regelingwaarin is geregeld op welke wijze hetproject wordt uitgevoerd, gevoegd.

Uit de omschrijving op het formulier,bedoeld in het derde en vijfde lid, blijktdat de leergang vmbo-mbo2 wordt aan-

a.

b.

c.

1.

2.

3.

4.

5.

6.

OCW

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 1

Page 2: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

geboden als programmatisch geheel dataansluit bij het toegestane onderwijsaan-bod van de samenwerkende bevoegdegezagsorganen respectievelijk van hetagrarisch opleidingscentrum of van deverticale scholengemeenschap.

In de aanvraag wordt aangegeven opwelke afdeling, op welk intrasectoraalprogramma of intersectoraal programmavan het vmbo en op welke opleiding ofopleidingen mbo2 de aanvraag betrek-king heeft alsmede op welke locatie vande aanvrager de leergang zal wordenverzorgd.

Artikel 6. Beoordeling aanvraagEen aanvraag voor subsidiëring van eenleergang vmbo-mbo2 voldoet aan tenminste de volgende voorwaarden:

uit de samenwerkingsovereenkomst,bedoeld in artikel 5, vierde lid, of deinterne regeling, bedoeld in artikel 5,vijfde lid, blijkt dat een goede uitvoe-ring van de leergang vmbo-mbo2 moge-lijk is;

de subsidieaanvrager, bedoeld in arti-kel 4, onder a of b, heeft een aantoonba-re meerjarige ervaring op het terrein vansamenwerking tussen vmbo wat debasisberoepsgerichte leerweg betreft, enmbo2, blijkend uit de omschrijving vande organisatie van de leergang vmbo-mbo2 op het formulier, bedoeld in arti-kel 5, derde lid;

de subsidieaanvrager, bedoeld in arti-kel 4, onder a of b, toont door middelvan het formulier, bedoeld in artikel 5,derde lid, aan dat de voorbereiding vanhet project zodanig is gevorderd dat metingang van 1 augustus 2008 respectieve-lijk 1 augustus 2009 daadwerkelijk kanworden gestart met het onderwijs in deleergang vmbo-mbo2;

de leergang vmbo-mbo2 wordt aange-boden aan leerlingen die in het school-jaar 2007–2008 respectievelijk in hetschooljaar 2008–2009 het tweede leer-jaar van het vmbo hebben afgerond endie in het schooljaar 2008–2009 respec-tievelijk het schooljaar 2009–2010 inaanmerking komen voor plaatsing in debasisberoepsgerichte leerweg van hetvmbo;

uit de omschrijving op het formulier,bedoeld in artikel 5, derde of vijfde lid,blijkt dat ten behoeve van de leerlingdaadwerkelijk de waarborg en rand-voorwaarden, bedoeld in de artikelen 16en 18, kunnen worden geboden;

de leergang vmbo-mbo2 wordt ver-zorgd op één locatie, door personeelsle-den die de leerling gedurende de leer-gang vmbo-mbo2 begeleiden;

de aanvrager verleent medewerkingaan het in artikel 2, tweede lid, onder b,bedoelde wetenschappelijk onderzoekdat gedurende de experimenteerperiodewordt uitgevoerd;

voor de leergang vmbo-mbo2 die metingang van 1 augustus 2008 start kan hetverzoek uitsluitend worden ingediend

7.

a.

b.

c.

d.

e.

f.

g.

h.

door de subsidieaanvrager, bedoeld inartikel 4, onder a en c.

Artikel 7. Rangschikking aanvragenDe Minister rangschikt de aanvragen

die voldoen aan de voorwaarden,bedoeld in artikel 6, per periode zodanigdat hij een aanvraag hoger rangschiktnaarmate deze de in artikel 2, eerste lid,genoemde doelstelling beter realiseert.Daartoe worden de volgende criteriagehanteerd:a. de verwachte bijdrage van de leer-gang aan de vermindering van voortijdigschoolverlaten in relatie tot het aandeelvoortijdig schoolverlaters in de regiozoals blijkend uit het basisregisteronderwijs;b. de mate waarin de aanvraag in deregio is ingebed, gelet op de aan regio-partijen verstrekte informatie en de wij-ze waarop regionale partijen bij deaanvraag zijn betrokken;c. de wijze waarop de kwaliteit van deuitvoering van de leergang wordtbeschreven;d. de mate waarin door honorering vande aanvragen een voldoende spreidingwordt bereikt van de leergang vmbo-mbo2 over de sectoren techniek, econo-mie, zorg en welzijn en landbouw;e. de mate waarin door honorering vande aanvragen een voldoende landelijkespreiding wordt bereikt van de leergangvmbo-mbo2.

Indien het totaal van de aanvragen datvoldoet aan de voorwaarden, bedoeld inde artikel 6, het subsidieplafond,bedoeld in artikel 10, overschrijdt, wijstde Minister op basis van de rangschik-king, bedoeld in het eerste lid, één ofmeer aanvragen af. Indien na toepassingvan het eerste lid aanvragen op eengelijke positie worden gerangschikt enslechts één van de aanvragen kan wor-den gehonoreerd, beslist de Ministervolgens de volgorde van ontvangst vandeze aanvragen. Indien deze aanvragenop een gelijk tijdstip zijn ontvangen,beslist de Minister op basis van loting.

De Minister kan advies vragen aaneen onafhankelijke instantie over de wij-ze waarop de aanvragen, gelet op decriteria, bedoeld in het eerste lid, wor-den beoordeeld en gewogen.

Artikel 8. Beslissing op aanvraagDe Minister beslist uiterlijk op

1 augustus 2008 respectievelijk uiterlijk2 februari 2009 op een aanvraag alsbedoeld in artikel 5.

In de beschikking tot subsidievaststel-ling wordt in ieder geval vermeld:

op welke vestiging de leergang vmbo-mbo2 wordt verzorgd,

het aantal leerlingen dat ten hoogstevoor subsidie in aanmerking wordtgebracht, en

op welke sector en op welke oplei-ding de leergang vmbo-mbo2 betrek-king heeft.

1.

2.

3.

1.

2.

a.

b.

c.

Artikel 9. SubsidieverstrekkingDe subsidie die voor een aanvraag

wordt verstrekt bestaat uit een vastbedrag en een bedrag per leerling.

Het vaste bedrag per aanvrager,bedoeld in artikel 4, bedraagt metinachtneming van het subsidieplafond,bedoeld in artikel 10, ten hoogste€ 50.000,–.

De hoogte van het bedrag van de sub-sidieverstrekking wordt berekend doorhet aantal leerlingen, vermeld in debeschikking, bedoeld in artikel 8, twee-de lid, onder b, te vermenigvuldigen met€ 8.500.

Indien de leerling vóór 1 oktober vanhet vierde studiejaar het diploma van deleergang vmbo-mbo2 behaalt, kan desubsidieontvanger vóór 1 november vandat jaar bij de Minister een aanvraagindienen voor een diplomabonus. Dediplomabonus is een subsidie van tenhoogste € 8.500 per uitgereikt diploma.Bij de aanvraag toont de subsidieontvan-ger aan dat aan de subsidievoorwaarde,bedoeld in de eerste volzin, is voldaan.

Per samenwerkingsverband wordtslechts eenmaal een vast bedrag ver-strekt als bedoeld in het eerste lid.

De subsidieontvanger en de in artikel4, onder a en b, bedoelde samenwerken-de bevoegde gezagsorganen beslissengezamenlijk over de bestemming van deingevolge deze regeling ontvangen mid-delen.

Artikel 10. SubsidieplafondVoor subsidieverstrekking op grond

van deze regeling is ten behoeve van hetvaste bedrag, bedoeld in artikel 9, eerstelid, een bedrag beschikbaar van in totaalten hoogste € 1.000.000 voor projectendie starten met ingang van 1 augustus2008 en ten hoogste € 1.000.000 voorprojecten die starten met ingang van1 augustus 2009 voor zover daarvoorniet eerder een vast bedrag op grond vandeze regeling is verstrekt.

Voor subsidieverstrekking op grondvan deze regeling is per leerling eenbedrag beschikbaar van € 8.500,– perleerling per jaar voor de duur van hetproject.

Aan de leergang vmbo-mbo2 kunnenlandelijk ten hoogste 5000 leerlingendeelnemen, met dien verstande dat aanprojecten die met ingang van 1 augustus2008 starten, landelijk ten hoogste 1500leerlingen kunnen deelnemen.

Indien het subsidieplafond, bedoeld inhet derde lid, in 2008 niet wordt bereikt,wordt met inachtneming van het zesdelid, het subsidieplafond voor 2009 ver-hoogd met het bedrag voor het aantalleerlingen dat in 2008 is afgewezen.

Voor subsidieverlening ten behoevevan de diplomabonus, bedoeld in artikel9, vierde lid, is voor projecten die star-ten met ingang van 1 augustus 2008 tenhoogste € 850.000 beschikbaar en voorprojecten die starten met ingang van1 augustus 2009 ten hoogste

1.

2.

3.

4.

5.

6.

1.

2.

3.

4.

5.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 2

Page 3: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

€ 1.700.000 beschikbaar. Indien het sub-sidieplafond in enig jaar wordt over-schreden, wordt het bedrag, bedoeld inartikel 9, vierde lid, naar evenredigheidverlaagd.

Indien gegrondverklaring van eenbezwaarschrift ten aanzien van een pro-ject dat start met ingang van 1 augustus2008, leidt tot overschrijding van hetsubsidieplafond voor 2008, bedoeld inhet derde lid, wordt het bedrag voor hetaantal leerlingen dat als gevolg van degegrondverklaring alsnog kan deelne-men aan de leergang vmbo-mbo2, inmindering gebracht op het subsidiepla-fond voor 2009.

Artikel 11. BetalingHet vaste bedrag, bedoeld in artikel 9,

eerste lid, wordt betaald in de maandoktober 2008 respectievelijk de maandoktober 2009.

Het bedrag per leerling, bedoeld inartikel 9, eerste lid, wordt vanaf 1 janua-ri 2009 respectievelijk 1 januari 2010betaald volgens een door de Minister tebepalen kasritme.

De diploma-bonus, bedoeld, bedoeldin artikel 9, vierde lid, wordt betaaldvoor 1 juli van het jaar volgend op hetjaar waarin de aanvraag, bedoeld in arti-kel 9, vierde lid, is ingediend.

Artikel 12. BegrotingsvoorbehoudIn geval van het niet vervullen van devoorwaarde, bedoeld in artikel 4:34,eerste lid, van de Algemene wetbestuursrecht, worden de op grond vanartikel 8 vastgestelde subsidiebedragenverlaagd tot het bedrag van de subsidiedat na de vaststelling of goedkeuringvan de begroting ter beschikking staat,een en ander naar rato van het aantalsubsidieaanvragers aan wie subsidie isverstrekt en van de hoogte van de vast-gestelde subsidiebedragen.

Artikel 13. Vergelijking feitelijke realisa-tie

Op grond van de gegevens, bedoeldin artikel 4b.2.3, eerste lid, onder e, vanhet Uitvoeringsbesluit WEB en artikel5, eerste lid, onder b, van het Besluitgebruik persoonsgebonden nummersWVO, vergelijkt de Minister het aantalleerlingen dat op 1 oktober van elk jaarvoorafgaand aan het jaar waarop de sub-sidiëring betrekking heeft aan het pro-ject als daadwerkelijk schoolgaand staatingeschreven met het aantal leerlingenwaarvoor de subsidie op grond van arti-kel 8, tweede lid onder b, is verstrekt.

Indien het aantal leerlingen dat alsdaadwerkelijk schoolgaand aan het pro-ject staat ingeschreven, lager is dan hetaantal leerlingen, bedoeld in artikel 8,tweede lid, onder b, wordt dit aantalleerlingen verlaagd en de hoogte van hetbedrag van de subsidieverstrekking aandit aantal leerlingen aangepast.

6.

1.

2.

3.

1.

2.

Paragraaf 3. Subsidieverplichtingen

Artikel 14. Verantwoording, sanctiesDe financiële verantwoording wordt

opgenomen in de jaarrekening van devmbo-school, bedoeld in artikel 106,eerste lid onder c, van de WVO, respec-tievelijk van de instelling, bedoeld inartikel 2.5.3 van de WEB.

De artikelen 2.5.2 tot en met 2.5.10van de WEB zijn van toepassing op hetbevoegd gezag van de instelling.

De artikelen 103b tot en met 103f vande WVO zijn van toepassing op hetbevoegd gezag van de vmbo-school.

De artikelen 6.1.4 en 11.1 van deWEB juncto artikel 101, tweede lid,onder r, van de WEB zijn van toepas-sing op het bevoegd gezag van deinstelling. De artikelen artikel 104, 104aen 105 van de WVO zijn van toepassingop het bevoegd gezag van de vmbo-school.

Artikel 15. ActiviteitenverslagDe Minister kan de subsidieontvangernadere aanwijzingen geven voor deinrichting van het activiteitenverslag,bedoeld in artikel 4:80 van de Algemenewet bestuursrecht, indien dit voor hetverrichten van het wetenschappelijkonderzoek, bedoeld in artikel 2, tweedelid onder b, noodzakelijk is.

Artikel 16. Algemene waarborgen leer-ling aan leergang vmbo-mbo2De subsidieontvanger geeft de leerlingen ouders alvorens wordt besloten overde deelname aan de leergang vmbo-mbo2, voldoende informatie over deinhoud van de opleiding en over degevolgen voor die leerling van het vol-gen van deze leergang.

Artikel 17. Onderwijs en examenOp de subsidieontvanger is, tenzij in

deze regeling anders wordt bepaald, hetbij of krachtens onderstaande artikelenbepaalde van toepassing aangaande:

de kwaliteitszorg, bedoeld in artikel1.3.6 van de WEB,

het personeel, bedoeld in hoofdstuk 4van de WEB,

het beroepsonderwijs, waarondermede begrepen de beroepspraktijkvor-ming, bedoeld in hoofdstuk 7, titel 2 vande WEB,

de examens, bedoeld in hoofdstuk 7,titel 4 van de WEB,

de rechtsbescherming van de leerlin-gen, bedoeld in hoofdstuk 7, titel 5 vande WEB,

de onderwijsovereenkomst, bedoeld inartikel 8.1.3 van de WEB, met dien ver-stande dat wat de onderwijsbijdragebetreft, artikel 27, tweede lid, van deWVO van toepassing is,

het toezicht van de inspectie, bedoeldin de Wet op het onderwijstoezicht,

de leerplicht, bedoeld in de Leer-plichtwet 1969, en

1.

2.

3.

4.

1.

a.

b.

c.

d.

e.

f.

g.

h.

voor zover het betreft een project ver-bonden aan een vmbo-school, de klach-tenregeling, bedoeld in artikel 24b vande WVO.

Het bevoegd gezag verzorgt voor deleerling in instellingstijd een onderwijs-programma dat in het eerste en tweedeleerjaar van de leergang vmbo-mbo2zolang het vo-programma leidend is tenminste 1000 uren per leerjaar omvat enin het derde en vierde leerjaar van deleergang vmbo-mbo2 zolang het bve-programma leidend is ten minste 850uren per leerjaar.

Artikel 18. Randvoorwaarden leergangvmbo-mbo2Inschrijving van leerlingen aan een leer-gang vmbo-mbo2 vindt slechts plaatsvoor zover aan de volgende voorwaar-den is voldaan:

de leerling ondervindt geen nadeligegevolgen van het experimentele karaktervan de leergang vmbo-mbo2,

in de onderwijsovereenkomst met deleerling is mede opgenomen dat indiende leerling naar verwachting de leergangvmbo-mbo2 niet met succes zal afron-den, de leerling in staat zal wordengesteld een diploma vmbo basisberoeps-gerichte leerweg te behalen, het diplomavan een assistentopleiding als bedoeld inartikel 7.2.2, eerste lid, onder a, van deWEB, of het diploma van een opleidingmbo 2, afhankelijk van de studievoort-gang van de leerling, en

de leerling ontvangt gedurende deopleiding adequate loopbaanoriëntatieen begeleiding.

Artikel 19. Beëindiging subsidie leer-gang vmbo-mbo2 aan instellingIndien de subsidievaststelling voor eenleergang vmbo-mbo2 op grond van arti-kel 4:49 of 4:50 van de Algemene wetbestuursrecht wordt ingetrokken, wor-den leerlingen die zijn ingeschreven aandeze leergang door de subsidieontvan-ger ingeschreven aan een vmbo-opleiding respectievelijk een opleidingmbo2 onder de voorwaarden, bedoeld inde artikel 16 en 18.

Artikel 20. Specifieke voorschriften voorprojecten verbonden aan een schoolvoor vmbo

Het bevoegd gezag schrijft de leerlingaan de leergang vmbo-mbo2 in op grondvan een van de elementcodes die wor-den vastgesteld in bijlage 2 behorendebij deze regeling.

Artikel 77a van de WVO is van over-eenkomstige toepassing.

Artikel 86 van de WVO is van over-eenkomstige toepassing, waarbij deleerling aan de leergang wordt aange-merkt als een leerling in de basisbe-roepsgerichte leerweg.

Het bevoegd gezag draagt er zorgvoor dat de leerlingen aan een leergangvmbo-mbo2 niet voor bekostiginganders dan de experimentsubsidie en de

i.

2.

a.

b.

c.

1.

2.

3.

4.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 3

Page 4: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

leerlinggebonden financiering in aan-merking worden gebracht op grond vanhet Bekostigingsbesluit W.V.O.

Artikel 21. Specifieke voorschriften voorprojecten verbonden aan een instelling

Het bevoegd gezag schrijft de leerlingaan de leergang vmbo-mbo2 in op grondeen van de Crebo codes die zijn opge-nomen in bijlage 3 behorende bij dezeregeling.

Op een leerling aan een leergangvmbo-mbo2 die is verbonden aan eenvmbo-school is de Subsidieregeling leer-linggebonden financiering MBO vanovereenkomstige toepassing.

Het bevoegd gezag bedingt bij deinschrijving van een leerling van 18 jaarof ouder een bedrag aan schoolkostenvan ten minste het bedrag, bedoeld inartikel 5, tweede lid, van de Les- en cur-susgeldwet.

Het bevoegd gezag draagt er zorgvoor dat de leerlingen aan een leergangvmbo-mbo2 niet voor bekostiging inaanmerking worden gebracht op grondvan het Uitvoeringsbesluit WEB.

Paragraaf 4. Slotbepalingen

Artikel 22. EvaluatieDe Minister zendt uiterlijk zes jaar na deinwerkingtreding van deze regeling eenverslag over de doeltreffendheid van

1.

2.

3.

4.

deze regeling en de effecten ervan in depraktijk aan de beide Kamers der Staten-Generaal.

Artikel 23. Wijziging artikel 21 in ver-band met invoering leerlinggebondenfinanciering MBOIndien het wetsvoorstel tot wijzigingvan de Wet educatie en beroepsonder-wijs in verband met invoering vanleerlinggebonden financiering in hetberoepsonderwijs (Kamerstukken I2007/08, 31 037, A) in werking is getre-den en tot wet is verheven, komt artikel21, tweede lid, als volgt te luiden:

Op een leergang vmbo-mbo2 die isverbonden aan een instelling zijn de arti-kelen 2.2.5 tot en met 2.2.8 van de WEBvan overeenkomstige toepassing.

Artikel 24. Inwerkingtreding en intrek-king

Deze regeling, met uitzondering vande artikelen 1, onder l, en 5, zevende lid,wat betreft de verwijzing naar intersecto-rale programma’s, treedt in werking metingang van een bij Ministeriële regelingte bepalen tijdstip.

De artikelen 1, onder l, en 5, zevendelid, wat betreft de verwijzing naar inter-sectorale programma’s, treden in wer-

2.

1.

2.

king met ingang van het tijdstip waaropartikel I, onder D, van het voorstel vanwet tot wijziging van onder meer deWet op het voortgezet onderwijs termodernisering, vereenvoudiging enbeperking van de wettelijke regels overde voorzieningenplanning bij scholen(Kamerstukken I 2007/08, 31 310, A)indien dat voorstel tot wet wordt verhe-ven, in werking treedt.

Deze regeling wordt ingetrokken metingang van het tijdstip waarop de WVOen de WEB een grondslag voor experi-menten als geregeld in deze regelingzullen bevatten, doch uiterlijk metingang van 1 augustus 2012.

Artikel 25. CiteertitelDeze regeling wordt aangehaald als:Tijdelijke regeling subsidiëring experi-menten leergang vmbo-mbo2 2008–2013.

Deze regeling zal met toelichting in deStaatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap,J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

3.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 4

Page 5: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Bijlage I

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 5

Page 6: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 6

Page 7: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 7

Page 8: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 8

Page 9: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 9

Page 10: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 10

Page 11: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 11

Page 12: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 12

Page 13: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 13

Page 14: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 14

Page 15: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 15

Page 16: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 16

Page 17: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 17

Page 18: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 18

Page 19: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 19

Page 20: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Bijlage II

Registratie van leerlingen die de expe-rimentele leergang vmbo-mbo2 gaanvolgenTen behoeve van Bijlage 3 bij de rege-ling: Voor de registratie aan de BVE-instellingen is het voorstel om 4 nieuweCREBO-codes in BRIN aan te maken: Omschrijving kort :

– Experiment vmbo-mbo2sector techniek

800101

– Experiment vmbo-mbo2sector economie

800201

– Experiment vmbo-mbo2sector zorg en welzijn

800301

– Experiment vmbo-mbo2sector landbouw en natuurlij-ke omgeving

800401

Omschrijving lang:

Experimentele leergang vmbo-mboniveau 2 in de sector techniek

Experimentele leergang vmbo-mboniveau 2 in de sector economie

Experimentele leergang vmbo-mboniveau 2 in de sector zorg en welzijn

Experimentele leergang vmbo-mboniveau 2 in de sector landbouw ennatuurlijke omgeving

De leerweg die verbonden wordt aan deCREBO-codes is: BOL (Beroepsoplei-dende leerweg).

Ten behoeve van Bijlage 2 bij de rege-ling:Voor de registratie aan de VO-scholenis het voorstel om 5 nieuwe Elementco-des in BRIN aan te maken: Omschrijving kort :

– Exp.VMBO Basisbg. Lw. Tech. –MBO2

4111

– Exp.VMBO Basisbg. Lw. Ec. –MBO2

4151

– Exp.VMBO Basisbg. Lw.ZrgWlz. – MBO2

4131

– Exp.VMBO Basisbg. Lw. LandbLNO – MBO2

4171

– Exp.VMBO Basisbg. Lw. Inter-sect. progr. – MBO2

4191

Omschrijving lang:Experimentele leergang VMBO Basis-

beroepsgerichte Leerweg Techniek –MBO niveau 2

Experimentele leergang VMBO Basis-beroepsgerichte Leerweg Economie –MBO niveau 2

Experimentele leergang VMBO Basis-beroepsgerichte Leerweg Zorg en wel-zijn – MBO niveau 2

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 20

Page 21: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Experimentele leergang VMBO Basis-beroepsgerichte Leerweg Landbouw ennatuurlijke omgeving – MBO niveau 2

Experimentele leergang VMBO Basis-beroepsgerichte Leerweg Intersectoraalprogramma – MBO niveau 2

De leerweg die verbonden wordt aan deregistratie in het VO is Basisberoepsge-richte leerweg (opgenomen in omschrij-ving). De leerjaren die ik voorstel opente stellen zijn: 3,4,5,6 (waarbij de leerja-ren 5 en 6 min of meer ‘vergelijkbaarzijn’ met niveau 1 en 2 van het MBO).

Toelichting

AlgemeenIn de overgang van vmbo naar mbovindt veel uitval van leerlingen plaats.Vooral voor leerlingen van de niveaus 1en 2 van het mbo geldt dat de overstapvan de vmbo-basisberoepsgerichte leer-weg naar het mbo vaak een obstakel is.Met name de zwakkere leerlingen in debasisberoepsgerichte leerweg van hetvmbo vormen een kwetsbare groep.Deze leerlingen hebben behoefte aaneen ruimere praktische invulling dan debasisberoepsgerichte leerweg hen op ditmoment kan bieden.

Doelstelling van het experiment leer-gang vmbo-mbo2Doel van dit experiment is dat meer leer-lingen hun startkwalificatie halen opmbo-niveau 2. Hiermee vergroten zehun kansen op een goede loopbaan.Daarom wordt een experiment uitge-voerd met een geïntegreerde leerwegvoor de bovenbouw van het vmbo-basisberoepsgerichte leerweg en debasisberoepsopleiding van het mbo,zodat de overgang van vmbo naar mbominder groot is voor deze leerlingen. Vanaf het schooljaar 2008–2009wordt gestart met het experiment. Deresultaten worden jaarlijks gemonitord.Afhankelijk van de resultaten kan eenbasis gelegd worden voor een ‘evidencebased’ besluit over de toekomst vansamenwerking tussen vmbo en mbo.Ook wordt bekeken of deze nieuwe leer-gang een meer structurele oplossing kanbieden voor de problematische overgangvmbo-mbo voor de leerlingen in debasisberoepsgerichte leerweg.

Een afzonderlijke leergang vmbo-mbo2De bovenbouw van de opleiding vmbo-basisberoepsgerichte leerweg wordtsamengevoegd met mbo-niveau 2. Erontstaat daardoor één nieuwe leergang.In deze leergang hoeven leerlingen defysieke stap van hun vmbo-school naareen mbo-instelling niet te maken. Zekrijgen op één locatie les, met één peda-gogisch-didactische aanpak, met eenzelfde team vmbo- en mbo-docenten.Dat vergroot de kans dat leerlingen eendiploma mbo-niveau 2 halen. Het uit-

gangspunt van de nieuwe leergang zijnde eindtermen of het kwalificatiedossiervoor een mbo-niveau 2 opleiding. Voorwaarde is wel dat er een terugval-garantie moet zijn voor leerlingen als zedreigen uit te vallen in het experiment.Als ze de leergang niet halen, moeten zeworden begeleid naar een traject datleidt tot een vmbo- of een mbo-diploma.

Start experimenten in 2008 aan scholenvoor vmboVoor het eerste cohort geldt dat de aan-vraag alleen ingediend kan worden dooreen vmbo-school. Deze school regis-treert de experimentleerlingen en ont-vangt per leerling een bedrag van€ 8.500,– voor de duur van het project.Fysiek mag de leerling de leergang opeen mbo-instelling volgen, maar valt hijformeel gezien onder de verantwoorde-lijkheid van de vmbo-school. Voor eenverticale scholengemeenschap gaat hetom leerlingen die worden geregistreerdvanuit de positie VMBO. Voor het AOCgaat het hier om leerlingen die wordengeregistreerd vanuit de positie vmbo-groen binnen het AOC. Voor het tweede cohort kan de aan-vraag zowel vanuit de vmbo-school alsde mbo-instelling ingediend worden.

Juridische status regelingOnderhavige regeling is gebaseerd opartikel 3 van de Wet overige OCW-subsidies en op artikel 2 van de Kader-wet LNV-subsidies. Op grond van dezebepaling kan de Minister in dringendegevallen subsidie verstrekken in afwij-king van onder meer de Wet op hetvoortgezet onderwijs en de Wet educatieen beroepsonderwijs onder meer ondervoorwaarde dat de subsidieverstrekkingvooruitloopt op de totstandkoming vanwetgeving ter zake.

Vaste verandermomentVoor wet- en regelgeving wordt uitge-gaan van een minimum invoeringster-mijn van drie maanden. In het geval vandeze regeling is de minimum invoerings-termijn van drie maanden niet gehaald. Uitzonderingsgrond hier vormt eenspoedige invoeringstermijn voor scho-len, instellingen en leerlingen van deexperimenten vmbo-mbo2, namelijk hetbegin van het schooljaar, 1 augustus2008.

Administratieve lastenOCW voorziet geen grote gevolgen voorde administratieve lasten van scholen eninstellingen. Voor scholen en instellin-gen berekent OCW de gevolgen voor deadministratieve lasten op maximaal126.500 euro, waarbij ervan wordt uit-gegaan dat alle leerlingen ook examenzullen afleggen. Deze lasten vloeienvoort uit de aanvraag die scholen eninstellingen moeten doen om het expe-riment op te kunnen starten en uit deinschrijving als extraneus van vo-

leerlingen die examen gaan doen. OCWheeft het voorstel voorgelegd aan Actal,Actal heeft het voorstel niet geselecteerdvoor een advies.

Artikelsgewijs

Artikel 1, onderdeel eIn de leergang vmbo-mbo2 is de oplei-ding mbo 2, de basisberoepsopleiding,leidend. Het betreft voor deze opleidingde richting van de beroepsopleidendeleerweg (BOL).

Artikel 1, onderdeel nDe subsidieontvanger is de mbo-instelling of vmbo-school die namens deandere partijen van het samenwerkings-verband de subsidie ontvangt. De subsi-dieontvanger wordt door het samenwer-kingsverband aangewezen en dient,mede namens de andere deelnemers vanhet samenwerkingsverband de aanvraagin. De subsidieontvanger is daarmee ookaanvrager. De partijen uit de samenwerkingsover-eenkomst maken zelf afspraken oververdeling van de subsidie. Dit geldt vooralle subsidiebedragen, bedoeld in artikel9, tweede lid (vast subsidiebedrag), der-de lid (bedrag per leerling) en vierde lid(diplomasubsidie). In het geval van een AOC of een verti-cale scholengemeenschap,is deze instel-ling automatisch de subsidieontvangeren aanvrager.

Artikel 2, tweede lid, onderdeel bTijdens de uitvoering van het experi-ment worden de resultaten van de nieu-we leergang gevolgd in de vorm van eenmonitoronderzoek. Het onderzoek, uit-gevoerd door het Max Goote Kenniscen-trum, moet inzicht geven of hetexperiment goed werkt voor deze groepleerlingen en of deze manier van werkeneen basis is voor verdere samenwerkingin de toekomst tussen vmbo en mbo.Deelnemende instellingen zijn verplichtom mee te werken aan het onderzoek.

Artikel 3, eerste lidEen vmbo-school kan slechts die oplei-ding als programmatisch geheel aanbie-den, die past bij het toegestane pro-gramma-aanbod van de beroepsgerichteprogramma’s (afdelingsvakken, intrasec-torale vakken en intersectorale vakken)van de eigen basisberoepsgerichte leer-weg en van de betrokken mbo-instellingwaarmee de samenwerkingsovereen-komst is gesloten. De leergang vmbo-mbo2 kan slechtsworden vormgegeven op één locatie,gekozen door de vmbo-scholen of mbo-instellingen uit het samenwerkingsver-band. Het aanbieden van het onderwijsop meerdere locaties wordt als meerdereaanvragen beschouwd.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 21

Page 22: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Voor de leergang geldt dat het eenaanvraag voor een afdeling van hetvmbo, intersectoraal dan wel en intrasec-toraal, en opleiding/opleidingen binnenhet mbo2 betreft. Het aanbieden van opleidingen aanmeerdere afdelingen, intersectoraal danwel intrasectoraal, van het vmbo wordtals meerdere aanvragen beschouwd.

Paragraaf 2Deelnemers aan de leergang vmbo-mbo2 worden geregistreerd en gevolgdvia BRON op basis van een inschrijvingbij een elementcode of bij een creboco-de, overeenkomstig de codes die zijnopgenomen in de bijlage 2 en 3, beho-rende bij deze regeling .

Artikel 4Vmbo-scholen en mbo-instellingen die-nen samen een aanvraag in voor subsi-die, op grond van een samenwerkings-overeenkomst tussen de vmbo-school ende mbo-instelling. De subsidie wordtverleend aan het bevoegd gezag van éénvan de samenwerkingspartijen, te bepa-len door de aanvragers zelf. In het geval het een AOC of verticalescholengemeenschap betreft, is erslechts één bevoegd gezag.

Artikel 5, eerste lidAanvragen die voor de datum vaninwerkingtreding van de regeling inge-diend worden, worden niet in behande-ling genomen.

Artikel 5, tweede lidAanvragen die na 12 december 2008ingediend worden, worden niet inbehandeling genomen. Deelnemende scholen en instellingendie in het eerste cohort zijn gestart methet aanbieden van onderwijs in de leer-gang vmbo-mbo2, zullen voor het twee-de cohort een nieuwe aanvraag in moe-ten dienen als zij ook voor een nieuwelichting deelnemers aan de leergangvmbo-mbo2 willen deelnemen.

Artikel 5, derde lidDe aanvragen worden alleen beoordeeldop het volledig ingevulde en door desamenwerkingspartners ondertekendeformulier. Uitsluitend informatie die opdit formulier wordt ingevuld wordt mee-genomen in de beoordeling. Meege-stuurde documenten, zoals jaarverslagenof missie statements, worden niet mee-genomen in de beoordeling.

Artikel 5, vierde lidDe aanvraag moet ondertekend wordendoor alle partijen in de samenwerkings-overeenkomst. Bij het ontbreken van dehandtekeningen wordt de aanvraag alsonvolledig beschouwd en niet in behan-deling genomen.

Artikel 5, vijfde lidIn het geval van een AOC of een vertica-le scholengemeenschap, is geen sprakevan een samenwerkingsverband. Hetbevoegde gezag stelt in dit geval eeninterne regeling vast. In die regelingstaan de afspraken over de uitvoeringvan de leergang die in andere gevallenin de samenwerkingsovereenkomst gere-geld worden. Bij het ontbreken van de handtekeningwordt de aanvraag als onvolledigbeschouwd en niet in behandelinggenomen.

Artikel 5, zesde lidUit het formulier moet blijken, dat erverwantschap is tussen de opleiding vanhet vmbo en mbo. Bij de aanvraag moetvia het formulier duidelijk zichtbaarworden op welke wijze de samenwer-king tussen de mbo-instellen en devmboo-school wordt ingevuld waarbijnadrukkelijk wordt ingegaan welkeopleidingen van het vmbo en mbo2 uit-eindelijk leiden tot de leergang vmbo-mbo2. Zowel de pedagogische en didactischeinvulling als de wijze waarop de experti-se wordt ingewonnen maakt hiervandeel uit.

Artikel 5, zevende lidIn het formulier moet de aanvrager aan-geven welke opleiding(en) met de daar-bij behorende crebocode in de leergangvmbo-mbo2 wordt aangeboden. Devmbo-scholen geven in het formulier deilt-code van de betreffende opleiding opwelke wordt ingebracht in de leergangvmbo-mbo2. Deze code kan een afdelingsprogram-ma betreffen maar ook, voor zover dezemogen worden verzorgd, tevens die vaneen ‘intra- of intersectoraal programma.’ Door de Minister wordt gecontroleerdof de locatie beschikt over de licentievoor het aanbieden van onderwijs in deleergang vmbo-mbo2.

Artikel 6Een aanvraag moet in ieder geval vol-doen aan de in artikel 6 genoemdecriteria, anders zal de aanvraag wordenafgewezen. De beoordeling op het vol-doen aan deze criteria geschiedt op basisvan het bij de aanvraag gevoegde formu-lier en de samenwerkingsovereenkomstdan wel interne regeling. Het gaat om denoodzakelijke uitvoeringsafspraken (a)en condities voor uitvoering (b, c), hetvoldoen aan uitgangspunten van hetexperiment (d, e en f) en om de bereid-heid tot deelname aan de evaluatie (g). Voor onderdeel f geldt, dat voor delocatie slechts één van de vmbo-scholenof mbo-instellingen uit het samenwer-kingsverband kan worden gekozen, ditwordt als één aanvraag beschouwd. Hetaanbieden van het onderwijs op meerde-re locaties wordt als meerdere aanvra-gen beschouwd.

Artikel 7, eerste lidAls er meer aanvragen voldoen aan decriteria, genoemd in artikel 6, dan kun-nen worden gesubsidieerd onder hetsubsidieplafond dan vindt selectie plaatsuit de subsidiabele aanvragen door mid-del van ranking. Voor deze rankingworden de subsidiabele aanvragen opkwalitatieve gronden geplaatst in eenrangorde en worden de aanvragen ‘vanonder af’ geschrapt tot een aantal over isdat past binnen het subsidieplafond. De ranking is gebaseerd op informatiein het formulier. Het eerste lid vermeldt de criteria opbasis waarvan de ranking wordt aange-bracht. Criterium a. betreft de verwachte bij-drage aan het terugdringen van voortij-dig schoolverlaten, het hoofddoel van deregeling. De ambitie van de aanvrager,blijkend uit het formulier, wordt naastde VSV-cijfers van de regio gelegd, watbetekent dat die ambitie een hogere sco-re oplevert naarmate de VSV-problematiek in de regio groter is. Criterium b, regionale inbedding: hierwordt met name gelet op de betrokken-heid van regionale partijen, zoals blij-kend uit het formulier. De betrokken-heid van het regionaal bedrijfsleven telthierbij zwaar. Criterium c, verwachte kwaliteit vande uitvoering, betreft het totaalbeeld datnaar voren komt uit de onderdelen doel,doelgroep, onderwijs en beoogd resul-taat in het formulier. De criteria d. (spreiding naar sector)en e. (landelijke spreiding) werken zodat een aanvraag hoger op de rankingkomt indien dat nodig is voor een vol-doende vulling van de vier sectorenresp. de landelijke spreiding. Indien erin een sector en respectievelijk of in eenregio voldoende subsidiabele aanvragenzijn, geven de criteria a tot en met c dedoorslag.

Artikel 7, tweede lidProcedure bij gelijk geschikt bevonden Het gaat hier om de datum van binnen-komst van de papieren versie van hetformulier op het adres vermeld in hetformulier (voor formulier zie bijlage bijdeze regeling). Bij gelijke datum vanbinnenkomst wordt geloot.

Artikel 7, derde lidNa beoordeling van de aanvragen vanhet eerste cohort wordt het internebeoordelingstraject geëvalueerd met hetonafhankelijke onderzoeksbureau uit hetvorige lid. De uitkomst hiervan kan aan-leiding geven om de scoringscriteria aante passen. Voor het eerste en tweede cohortgeldt, dat de aanvragen beoordeeld kun-nen worden door een onafhankelijkonderzoeksbureau, die hierover adviesuitbrengt. Op grond van dit advies neemik mijn beslissing.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 22

Page 23: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Artikel 9, eerste lidWat betreft de subsidiëring geldt duseen vast bedrag en een bedrag per deel-nemer. Indien de leergang vmbo-mbo2door de mbo-instelling wordt aangebo-den, wordt geen vergoeding verstrektvoor de UWEB maatstaven aan de deel-nemers die aan het experiment deelne-men (zoals input, VOA, verdeling gel-den innovatieregeling en stageregelingen output). In het bedrag per deelnemeris dus de diplomavergoeding voor bveverwerkt, daarmee kan geen diploma-vergoeding via de rijksbijdrage(UWEB) worden gegenereerd. Uitzondering hierop vormt de LeerlingGebonden Financiering (LGF). Ditbetreft een aparte subsidie, en wordt weluitgevoerd voor de leerlingen van hetexperiment vmbo-mbo2 aangezien hetexperiment een inschrijving van eenreguliere beroepsopleiding betreft.

Artikel 9, tweede lidAanvragen die worden gehonoreerd krij-gen een vast bedrag, bedoeld als start-subsidie van ten hoogste € 50.000,–.Voor elk cohort is een subsidieplafondvan € 1 miljoen vastgesteld (artikel 10,eerste lid). Het kan zijn dat het subsidie-plafond bereikt wordt, als er namelijkmeer dan 20 aanvragen gehonoreerdworden. In dat geval wordt het subsidie-plafond van € 1 miljoen gedeeld doorhet aantal gehonoreerde aanvragen. Destartsubsidie kan daarmee lager uitko-men dan € 50.000,–. Het vaste bedragkan ingezet worden voor extra begelei-ding van de leerling gedurende hetexperiment.

Artikel 9, derde lidHet experiment valt niet binnen het ver-deelmodel bve, noch onder de verdeelre-gels die in de VO-sector gelden. Hetbetreft een specifieke subsidieregeling. De subsidie per deelnemer aan hetexperiment bedraagt € 8.500 per jaarvoor de duur van het experiment enwordt per beschikking aan de vmbo-school/mbo-instelling beschikbaargesteld. Dit bedrag is als volgt opgebouwd:

Het experiment is een combinatie van2 studiejaren VMBO/LWOO en 2 studie-jaren MBO voltijds BOL

Voor het experiment is als eerste stapeen gewogen prijs per deelnemer vastge-steld op basis van 2 jaar VMBO/LWOOen 2 jaren MBO met VOA-middelen

Het gemiddelde bedraagt afgerond€ 7.000 per jaar per deelnemer.

Het gemiddelde bedrag van € 7000 isverhoogd tot € 8.500

Artikel 9, vierde lidNormaal gesproken is de studieduur vanhet experiment 4 studiejaren. Indien devmbo-school of mbo-instelling er inslaagt om de leerling het experimentsuccesvol te laten doorlopen (met diplo-ma) in 3 studiejaren, wordt beoogd de

vmbo-school/mbo-instelling hiervooreen subsidie te verstrekken. Voorwaardeis dat deze leerling voor 1 oktober vanhet vierde leerjaar een diploma mbo-niveau 2 heeft gehaald en dat dezeleerling niet wordt ingeschreven voorhet vierde studiejaar (peilmoment1 oktober). Deze diplomabonus geldtdan vóór 1 oktober 2011 voor de expe-rimenten die starten met ingang van hetstudiejaar 2008/2009. En vóór 1 oktober2012 voor de experimenten die startenmet ingang van het studiejaar2009/2010. De diplomabonus is opge-nomen in artikel 9, vierde lid van deregeling. Voor de diplomabonus is een subsidie-plafond vastgesteld van € 1 miljoenvoor zowel de periode vóór 1 oktober2011 als vóór 1 oktober 2012 (artikel10, vijfde lid) . Het maximum van dediplomabonus is € 8.500 per diploma(dat is gelijk aan de geraamde inschrij-ving voor het 4e studiejaar). Dit betekentdat de € 1 miljoen. wordt verdeeld overde instellingen naar rato van het aantaldiploma’s met een maximum van€ 8.500 per diploma.

Artikel 10, derde lidAls door (het aantal deelnemers in) eenaanvraag het maximaal aantal deelne-mers in het cohort wordt overschreden,dan wordt deze aanvraag in zijn geheelafgewezen. Er is gekozen om het aantaldeelnemers van de aanvraag niet naarbeneden bij te stellen.

Artikel 13. eerste lidVoor leerlingen die deelnemen aan deleergang vmbo-mbo2, verbonden aaneen mbo-instelling geldt, dat de 2e telda-tum niet van toepassing is.

Artikel 17, onderdeel cIndien de leergang verbonden is aan eenvmbo-school, dient voor aanvang van deberoepspraktijkvorming de leerling inge-schreven te worden als niet-bekostigdeextraneus deelnemer aan de mbo-instelling. Vervolgens blijkt in de beroepsprak-tijkvormingsovereenkomst dat de leer-ling geregistreerd staat als stagiair. Devmbo-school cq. Mbo-instelling is ver-antwoordelijk voor de leergang vmbo-mbo2, dus ook voor de beroepspraktijk-vorming. De vmbo-school is echterverantwoordelijk voor de feitelijke bege-leiding van de leerling op de beroeps-praktijkvormingsplaats.

Artikel 17, eerste lid, onderdeel gDe inspectie van het onderwijs neemt deexperimenten vmbo-mbo2 mee in haartoezicht.

Artikel 17, eerste lid, onderdeel iEen leerling gaat met zijn klachten naardie mbo-instelling of vmbo-school waarhij de leergang volgt. De eigen klachten-regeling van de instelling is leidend.

Artikel 17, tweede lidTijdens de leergang vmbo-mbo2 geldt,dat het leerjaar tenminste 1000 uuromvat indien het vo-programma leidendis en tenminste 850 uur indien het bve-programma leidend is. Voor een vierja-rig traject kan dit betekenen, dat deleergang in de eerste twee jaar tenminste1000 uur omvat en de laatste twee jaar850 uur.

Artikel 18, onderdeel aDe leerling die deelneemt aan de leer-gang vmbo-mbo2, mag ten opzichte vaneen leerling die het reguliere onderwijs-programma volgt, geen hinder ondervin-den in de vmbo-school respectievelijkde mbo-instelling. Het programma vande leergang dient zo ingericht te zijn,dat het maximale uit de leerling wordtgehaald.

Artikel 20In het geval een vmbo-school de experi-menten vmbo-mbo2 aanbiedt, zijn deinrichtings- en examenvoorschriften vanhet voortgezet onderwijs in principe nietvan toepassing. De school dient met deleergang te voldoen aan de eindtermenof het kwalificatiedossier en kwaliteitsei-sen van een diploma van de opleidingmbo-niveau 2, zoals die in de Wet educa-tie en beroepsonderwijs genoemd wordt.De leerlingen staan ingeschreven als vo-leerlingen. Voor leerlingen die aan hetexperiment deelnemen wordt geen ver-goeding verstrekt gebaseerd op ofafgeleid van het BekostigingsbesluitWVO. Het experiment valt dus niet bin-nen het Bekostigingsbesluit WVO maarbetreft een specifieke subsidieregeling.Het bedrag per leerling wordt perbeschikking aan de vmbo-school/mbo-instelling beschikbaar gesteld. Uitzonde-ring hierop vormt de Leerling GebondenFinanciering (LGF). Dit betreft een apar-te subsidie, en is wel van toepassingvoor de leerlingen van het experimentvmbo-mbo2. Het experiment betreftimmers een inschrijving aan een regulie-re beroepsopleiding. De wettelijke bepaling betreffende deschoolboeken is voor de leerlingen inhet experiment verbonden aan eenvmbo-school van toepassing.

Artikel 21In het geval een instelling de experimen-ten vmbo-mbo2 aanbiedt, mag de instel-ling afwijken van de inrichtings- enexamenvoorschriften van het beroepson-derwijs en volwasseneneducatie. Deinstelling dient met de leergang watbetreft de inhoud te voldoen aan de eind-termen of het kwalificatiedossier enkwaliteitseisen van een diploma van deopleiding mbo-niveau 2, zoals die in deWet educatie en beroepsonderwijsgenoemd wordt. De leerlingen staaningeschreven als bve deelnemers.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 23

Page 24: Tijdelijke regeling subsidiëring experimenten leergang ... · mbo2 2008–2013 Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 23 mei 2008, nr. BVE/INI-2008/21706,

Voor leerlingen die aan het experi-ment deelnemen wordt geen vergoedingverstrekt gebaseerd op of afgeleid vanhet Uitvoeringsbesluit WEB (het gaathier om de maatstaven van de rijksbij-drage zoals input, VOA, verdeling gel-den innovatieregeling en stageregelingen output). Het experiment valt dus nietbinnen het Uitvoeringsbesluit WEBmaar betreft een specifieke subsidierege-ling. Het bedrag per leerling wordt perbeschikking aan de vmbo-school/mbo-instelling beschikbaar gesteld. Uitzonde-ring hierop vormt de Leerling Gebonden

Financiering (LGF). Dit betreft een apar-te subsidie, en is wel van toepassingvoor de leerlingen van het experimentvmbo-mbo2. Het experiment betreftimmers een inschrijving aan een regulie-re beroepsopleiding.

Artikel 24, eerste lidZoals in het algemeen deel van de toe-lichting is opgemerkt, is deze regelinggebaseerd op artikel 3 van de Wet overi-ge OCW-subsidies en op artikel 2 vande Kaderwet LNV-subsidies. Deze wet-telijke voorschriften schrijven voor dat

een Ministeriële regeling op grond vandeze bepalingen, voordat deze in wer-king kan treden, wordt overgelegd aanbeide Kamers der Staten Generaal. Omdeze reden is in het eerste lid voorzienin een inwerkingtreding bij Ministeriëleregeling. Deze regeling zal inwerkingtreden, nadat vier weken na de overleg-ging zijn verstreken.

De Staatssecretaris van Onderwijs,Cultuur en Wetenschap,J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Uit: Staatscourant 12 juni 2008, nr. 111 / pag. 6 24