16
Natuurwetenschappe n Evolutie en informatieoverdracht Tom Mortier Ursulinen Mechelen 2.3 Evolutietheorieën 2.3.1 Historisch overzicht Leestekst – Inleiding 2.3.2 Het Lamarckisme Jean-Baptiste de Lamarck 1744-1829 Lamarck – Soorten kunnen niet volledig van elkaar worden onderscheiden & alles ondergaat in de loop der tijden een geleidelijke verandering. Middeleeuwen (bijbelverhaal) – elke soort werd apart geschapen

Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3 Evolutietheorieën2.3.1 Historisch overzicht

Leestekst – Inleiding

2.3.2 Het Lamarckisme

Jean-Baptiste de Lamarck 1744-1829

Lamarck – Soorten kunnen niet volledig van elkaar worden onderscheiden & alles ondergaat in de loop der tijden een geleidelijke verandering.

Middeleeuwen (bijbelverhaal) – elke soort werd apart geschapen

Page 2: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.2 Het Lamarckisme – vervolg

Voorbeelden

- Giraffen

Giraffen uit voorouders die hun nek steeds meer moesten rekken om aan eten te komen.

- Konijnen

Konijnen moeten harder graven in harde grond. Hoe harder ze moeten graven hoe sterker hun spieren worden.

Page 3: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.2 Het Lamarckisme – vervolg

Besluit Het Lamarckisme verklaart evolutie dus door overerving van kenmerken die werden verkregen door aanpassing aan de omgeving of aan veranderde omstandigheden.

Theorie niet algemeen geaccepteerd. De omgeving kan niet een dergelijke grote rol spelen.

Page 4: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme

Charles Darwin1809 - 1882

Nam als natuuronderzoeker deel aan een reis van de "Beagle", een verkenningsschip van de Engelse Koninklijke Marine. De tocht naar Zuid-Amerika en de Stille Oceaan duurde vijf jaar.

1 Ontstaan

Page 5: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Darwin leest het boek van Lyell “Principles of geology”

Actualiteitsprincipe - Structuur van aardkorst verandert nu in een zelfde tempo als vroeger, maar nauwelijks waarneembaar ! traag proces

Darwin aanvaardt het actualiteitsprincipe van Lyell ook voor biologische zaken.

Page 6: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Darwins ideeën over de oorsprong van soorten werden vooral gevormd door zijn waarnemingen van de planten en dieren op de Galapagos(=schildpadden)eilanden

Page 7: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

De dieren van de Galapagoseilanden leken op die van Zuid-Amerika, maar waren niet precies hetzelfde.

De dieren waren op een bepaald moment in het verleden vanuit Zuid-Amerika op deze eilanden beland.In de loop van de tijd waren zij veranderd en konden verschillende, maar nauw verwante vormen ontstaan.

Page 8: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Darwin treft op de Galapagoseilanden enkel vinken aan als kleine zangvogel.

13 soorten: lijken sterk op elkaar, maar snavels en voedingsgewoonte verschillen

zaadetende vinken met zeer zware snavels

insectenetende vinken met kleine puntige snavels

Besluit – "modificaties" van 1 soort die na het ontstaan van de vulkanische eilanden van Zuid Amerika de eilandengroep bereikte en bij gebrek aan concurrentie, gebruik makend van het grote voedselaanbod, zich ontwikkelde tot 13 verschillende soorten.

Page 9: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Op ieder eiland van de groep een andere karakteristieke schildpadsoort afhankelijk van het aanwezige voedsel

Besluit – een of andere vorm van evolutie. Verklaring voor de drijvende kracht achter deze verandering ontbrak echter.

Page 10: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Boek Thomas Maltus

Malthus was een van de eersten die pleitten voor geboortebeperking. Door de groei van de bevolking zou er voedsel gebrek komen en dus een verschrikkelijke "strijd om het bestaan" (=struggle for life).

Inspireert Darwin tot het principe van de ‘survival of the fittest’

Individuen met gunstige eigenschappen overleven, terwijl de anderen uitsterven.

Natuurlijke selectie

Page 11: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Page 12: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2 Illustratie en toelichting bij de evolutietheorie van Darwin

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Eiland A: vogelsoort met kleine verschillen = variatie - Genotypen AABB, AaBb, AaBB en AABb = lichtgeel ! prima schutkleur op zandkleurige ondergrond- Genotype aabb = wit en sterft als jong. - Genotype AAbb en Aabb = intens geel ! opgegeten- Genotype aaBB en aaBb = grijs ! Opgegeten

Er worden meer nakomelingen geboren dan er voor de vervanging van de ouders nodig zijn. (=overcapaciteit).Toch blijft het aantal individuen binnen een populatie meestal vrijwel constant. (=constantie).Er is een strijd om het bestaan tussen de jonge vogels (=struggle for life)De sterkste individuen (de best aangepaste organismen) overleven (= survival of the fittest ).Door een storm komen enkele vogels op een naburig eiland terecht. Toevallig zijn het exemplaren met het genotype AaBB.

Page 13: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2 Illustratie en toelichting bij de evolutietheorie van Darwin – vervolg

Bodem eiland B bodem eiland A. Het bestaat uit donkere rotsen met kleine poeltjes. De lichtgele vogels slagen erin te broeden. Een groot deel van de nakomelingen wordt uitgeroeid omdat hier hun gele kleur teveel opvalt. Enkele jongen met het genotype aaBB overleven omdat ze grijs zijn. Hun nakomelingen houden hun grijze kleur.

Page 14: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2 Illustratie en toelichting bij de evolutietheorie van Darwin – vervolg

Er onstaan veel meer genetische verschillen tussen de vogelpopulaties op de eilanden A en B.De omstandigheden op beide eilanden zijn heel anders. Op eiland A zijn vooral zaden als belangrijkste voedselbron aanwezig. Het klimaat verandert de begroeiing neemt toe De vogels worden door de natuurlijke selectie donker en krijgen kortere stevige snavels.De vogels op eiland B. krijgen na vele jaren langere poten en langere snavels die het mogelijk maken om in vochtige poeltjes voedsel te zoeken.

Page 15: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

2 Illustratie en toelichting bij de evolutietheorie van Darwin – vervolg

Na duizenden jaren daalt de zeespiegel zover dat er een landbrug ontstaat tussen eiland A en B.De vogels komen elkaar weer tegen, maar verschillen nu zoveel van elkaar dat mannetjes en vrouwtjes elkaar niet meer herkennen als soortgenoten. Ondanks het opheffen van de isolatie kunnen ze geen genen meer uitwisselen. Er zijn twee soorten ontstaan.

Page 16: Tom Mortier Ursulinen Mechelen Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht 2.3Evolutietheorieën 2.3.1Historisch overzicht Leestekst – Inleiding

Natuurwetenschappen Evolutie en informatieoverdracht Tom MortierUrsulinen Mechelen

Samenvattend overzicht

2.3.3 Het Darwinisme – vervolg

Evolutietheorie van Darwin1. Een soort is veranderlijk.2. Er is een strijd om het leven en de overlevingskansen zijn afhankelijk van het milieu. (Struggle

for life)3. Individuen van eenzelfde soort vertonen variaties en sommige varianten zijn beter aangepast in

hun milieu. De best aangepaste overleven.(Survival of the fittest.)4. Het aantal individuen van een populatie die beter aan hun omgeving zijn aangepast zal in de

volgende generaties toenemen. De minder goed aangepaste dieren zullen uitsterven. (Natuurlijke selectie.)

Kerngedachte Lamarck: Uit interactie met omgeving ontstaan over lange tijdperioden variaties en aanpassingen die uiteindelijk erfelijk worden.Kerngedachte Darwin: Er is altijd variatie aanwezig binnen een soort als gevolg van toeval en geslachtelijke voortplanting. Hierop werkt selectie vanuit de omgeving waardoor de best aangepaste de beste overlevingskans heeft, dus ook de meeste kans om zich voort te planten.