Upload
others
View
8
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Tuinen van LeeuwenberghNieuwsbrief - Zomer 2014
In deze nieuwsbrief Generaties op de moestuin 2
Wat gebeurt er in de tuin 3
Miranda en Peter van Lith-Brizee 6
Zomer in de moestuin 6
Legionella: een gevaarlijke bacterie 8
De technische commissie 9
Zomerrecepten 10
Paddentrek 11
Mijn favoriete plant 12
Raadsel en colofon 12
1
Zomerdoor Veronica Hekking namens de redactie
Tuinieren in verenigingsverband gaat om meer dan
alleen het plezier in planten, groen en buiten zijn.
Als verenigingslid heb je buren en overburen; er zijn
leden die je goed kent, leden die je minder vaak ziet,
tuiniers met wie je vriendschap sluit, anderen met
wie je planten ruilt. Zo raak je in gesprek en zo komen
ook de ideeën voor de nieuwsbrief. Bijvoorbeeld de
ontdekking dat groene vingers worden doorgegeven.
Inez Merhottein beschrijft hoe zich dat voltrok in hun
familie; iedere nieuwe generatie leefde zich uit in de
tuin en gaf dat weer door.
Voor de goede kijker is er op ons tuincomplex veel te
zien, dat bleek ook deze zomer weer. Fouragerende
merels, kikkers, padden, Amerikaanse kreeften en
zelfs de zeldzame zwanenbloem werd in juni ontdekt.
Lees daarover in dit zomerse nummer. Jan van der
Burg vervolgt zijn moestuinlessen, geeft tips voor het
gebruik van de ‘warme bak’ en legt uit waarom hij die
zo noemt.
Miranda en Peter van Lith-Brizee zijn lid sinds 2010. Ook
zij kwamen met het hele gezin naar Leeuwenbergh,
want de kinderen ‘misten een tuin’ en zij zelf misten het
om niet eventjes naar buiten te kunnen lopen. Na drie
jaar ervaring tijd voor een gesprek. Marjan de Ridder
tekent op hoe het gezin Lith-Brizee hun tuin beleeft,
terwijl Annet de Rooy de andere kant van het tuinieren
belicht. Knarsende sloten en grasmaaiers, woekerend
riet en ‘terrasjes die gillend graag gelegd willen
worden’. De leden van de Technische Commissie
hebben voor alle mankementen een oplossing.
Dit keer vertelt Annet over de vindingrijkheid van
Technisch Commissielid Ger van Lochem. En vergeet
het raadsel niet.
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
Generaties op de moestuindoor Inez Merhottein
Mijn opa wilde graag een moestuin. Oma zei: ‘Dan
moet je er wel een tuinman bij nemen’. Daarmee
bedoelde mijn oma te zeggen dat een moestuin
veel werk met zich meebrengt. Mijn grootouders
hadden een kleine stadstuin in Den Haag en opa
had weliswaar speciale wensen, maar liet alles door
de tuinman doen. Mijn opa gaf altijd alleen maar de
aanwijzingen. Er kwam dus geen moestuin.
Inez Merhottein met haar moeder in 1944, waarschijnlijk
in Den Haag bij één van de grootouders.
Deze herinneringen dateren uit de tijd dat hij al boven
de zeventig was. Toen zij over de tachtig waren,
verhuisden zij naar een serviceflat in park Oostduin.
Daar lagen moestuintjes voor de bewoners, idyllisch
gelegen in het park, met bankjes erbij. Zo kreeg opa
toch nog een moestuintje. Wie erin werkte, vertelt
de geschiedenis niet; hij zat heel gelukkig op een
bankje met veel sociaal contact.
Mijn moeder had een moestuin bij hun tweede
huisje aan de Maas. Ik had er nog geen interesse
voor, maar zij kweekte van alles. O.a. zwarte bessen,
waar zij heerlijke zwarte bessenjenever van maakte.
Onze dochter begon op zeker moment een moestuin,
nadat zij als jong meisje altijd mijn hele voortuin
beplantte en verzorgde. Haar liefde begon ooit met
sterkers. Zelf had ik als kind een moestuintje naast
2
de Montessorischool, met radijs, worteltjes enz.
Pas zes à zeven jaar geleden kreeg ik de moed om
mijn sterke verlangen om te zetten in het huren van
een tuin. Want dat het veel werk zou zijn, was mij wel
duidelijk. Na allerlei groentes gekweekt te hebben
(echt genieten!), is het nu een tuin geworden met
bloemen en fruit. Ik geniet van de rozen, de dahlia’s
(als ze de slakken en mollen overleven), lathyrus en
alle wilde bloemen.
Foto’s van twee verschillende volkstuinen in Soesterberg
van Muriël Schouten, dochter van Inez Merhottein.
Mijn oudste zoon trouwde en kwam te wonen naast
zijn schoonmoeder, op een heel grote moestuin.
Schoonmoeder voorzag vijf dochters en hun
gezinnen het hele jaar van groente en een beetje
fruit. Prachtig om dat alle jaargetijden door te zien.
Nu is zij te oud, en is de tuin een prachtige wilde
bloementuin met veel variatie en verrassing. Mijn
oudste zoon ontwikkelt nu groene vingers.
Mijn jongste zoon ‘werkt’ af en toe een dag bij mij op
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
de tuin, hij leert en geniet.
De kleinkinderen van mijn dochter leren nu ook al
zaaien en genieten van de wonderen van de natuur.
Want daar doen we het voor!
Tuin in Kockengen van Jim Schouten, zoon van Inez
Merhottein
3
Wat gebeurt er in de tuindoor Veronica Hekking
Je hoeft niet met een vergrootglas rond te lopen
om te kunnen observeren wat er op tuincomplex
Leeuwenbergh gebeurt. Met het blote oog is er
al veel te zien. Zo ontdekte ik een merelnest in de
taxus haag langs het Weigelia pad en ook in onze
tuin (nr 57) zag ik een nest tussen het loof van een
kleine buxus haag. Welke vogel bouwt haar/zijn
nest zo laag bij de grond? Ik wachtte af en een paar
weken later hopte een kleine zanglijster van tak tot
tak, rommelde in het paadje met houtsnippers en
werd ten slotte betrapt op een stapel kastanjehout
vlak achter de plek waar wij zaten. Ons bezoek kon
rustig een foto nemen, de jonge zanglijster had geen
haast.
Jonge zanglijster in tuin 57, foto Stella Nicolaidis
Zijn moeder of vader had eerder in no time de kersen
van onze wilde kerseboom afgegeten. In ruil daarvoor
hoorden wij de zanglijster regelmatig zingen hoog in
de Metasequoia van onze buurman. ‘De zanglijster
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
maakt het nest laag in een dichtbegroeide boom,
heg of struik, zoals in een klimop’, lees ik op de
site van de Vogelbescherming. Het nest bestaat
uit takjes en is van binnen bepleisterd met klei en
vermolmd hout en met mos en/of gras als bekleding.
Toch denk ik dat het nest in de lage buxus in onze
tuin dat van de boomklever was. Want ook enkele
kleine boomklevertjes scharrelden tussen de takken
van de pruimenboom en oefenden door van plant
naar plant te vliegen, terwijl hun ouders met korte
kreetjes voortdurend waakten.
De merel van wie ik het nest had gezien, kwam
fourageren in het bos telkens als wij daar ’s avonds aan
het werk waren; ijverig vloog hij dan heen en weer
zonder zich aan ons te storen. Een andere bosvogel
die ik vaak hoor maar niet zie, is de vink: zijn zang
begint met snelle, enigszins klaterende tonen van
hoog naar laag, met een paar korte snelle kreetjes
ter afronding. De bosstrook langs ons tuincomplex
herbergt tal van vogels. De vink voelt zich er goed
thuis. Hij huist graag in hagen, houtwallen, bossen
en tuinen en vindt er zijn voedsel. Vinken eten zaden
en zachte plantendelen, zoals bladknoppen, maar
tijdens het broedseizoen eten ze vooral eiwitrijke
insecten, energiebommetjes voor de jonge vinkjes
en voor hen zelf.
Vanuit het bos klinkt eveneens de zwartkop, die
veel schuwer is dan bijvoorbeeld het roodborstje.
Met geduld lukt het wel de zwartkop gade te slaan.
Ook de voorkeur van de zwartkop gaat uit naar -
oudere - bomen en struiken. Vogelgeluiden leren
onderscheiden is niet makkelijk. Maar op de site van
de vogelbescherming kun je vogelgeluiden net zo
lang en zo vaak beluisteren als je wilt.
http://www.vogelbescherming.nl/vogels_kijken/
vogelgids
Onderbegroeiing en Zwanenbloem
Ook in de bosstrook en zelfs in de ondiepe sloot
langs Dorrepaal is er veel te zien.
Onlangs zijn door hovenier/bomenkapper Lieuwe
Lieuwes en zijn medewerker de twee door de
storm omgewaaide bomen, gekapt. Het bleek zoals
Lieuwe had voorspeld een lastig karwei omdat zij
in elkaar hingen en tussen andere bomen stonden
4
die gespaard moesten blijven. Er is nu een open
plek ontstaan voor de meer naar licht verlangende
bosplanten en struiken. Het is echter zeker niet de
bedoeling alle bomen weg te halen. Verder zal de
onderbegroeiing van brandnetels en fluitekruid
langs de zuid- en noordkant ruimschoots blijven
staan. Zij vormen voor de hierboven genoemde
vogels en ook voor egels en padden een ideaal
terrein. Hoe mooi ze ook zingen, zanglijsters, noch
vinken of de zwartkop staan op de Rode Lijst (vogels
die zeldzaam zijn), maar de Zwanenbloem die ik
tijdens een tuinbezoek aan de tuin van Tinus Dieke
ontdekte, wel. Een flink aantal Zwanenbloemen staat
in de sloot langs Dorrepaal op hun lange stelen te
wiegen. Deze Butonus umbellatus met een elegante,
roze schermbloem (umbellatus, van umbrella of
regenscherm) behoort tot een van de mooiste
waterplanten en groeit alleen in zuiver water. Een
goed teken. Hennes Claassen van Dorrepaal liet
mij desgevraagd weten dat zij daar van nature
voorkomen en niet uit een kwekerij.
Zwanenbloemen in de sloot langs de tuinen van
Leeuwenbergh, juli 2014 Foto Veronica Hekking
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
Tijdens de tuinbeurt op zaterdag 21 juni kwamen
nog meer verhalen los over alles wat er te zien is.
Deze egel tippelde rustig door de tuin van Miranda
en Peter Brizee.
Egel in de tuin van Miranda en Peter Brizee, foto
Miranda Brizee
Anderen vertelden over de Amerikaanse
rivierkreeften die zij waren tegen gekomen in
hun tuinen. De eerste die ik zelf zag was twee
jaar geleden (zie ook TvL nr 2, voorjaar 2013).
Ik heb die waarnemingen doorgegeven aan EIS
Nederland (Kenniscentrum Insecten en andere
Ongewervelden), dat alle waarnemingen van
insecten en ongewervelden inventariseert. Het
centrum is met name geïnteresseerd in exoten,
beesten die van elders komen. Sommige exoten
zoals deze rivierkreeft zijn schadelijk. Ze kunnen
drager zijn van de kreeftenpest waartegen de
inheemse rivierkreeften niet zijn bestand.
5
Meld het ons als je een Amerikaanse rivierkreeft ziet
en trek er lekkere kreeftenbouillon van. Annet de
Rooy zag er vorig jaar een in haar tuin en maakte de
bijgaande foto.
Amerikaanse rivierkreeft, 2013 Foto Annet de Rooy
Mail From: EIS Nederland
Subject: melding kreeften tuinvereniging
Leeuwenbergh 2012 - 2013/14
Date: 24 Jun 2014 09:19:05 GMT+02:00
Hartelijk dank voor de melding! We
nemen de gegevens op in het landelijke
gegevensbestand.
Is er ook een foto gemaakt?
Met vriendelijke groet,
André van Loon/EIS Nederland
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
Miranda en Peter van Lith-Brizeedoor Marjan de Ridder
Thuis in het Statenkwartier hebben zij alleen balkons,
daarom zijn Miranda en Peter op zoek gegaan naar
een volkstuin. ‘We misten het naar buiten lopen
en onze kinderen misten een tuin. Wij hebben een
samengesteld gezin en we hebben eerst samen een
balans willen vinden en natuurlijk ook nagedacht
over de tijd die we kwijt zouden zijn met tuinieren.
Onze eerste zomer op de tuin (tuin 51) heeft
geholpen om er echt plezier in te krijgen. Het was
leuk om de planten in bloei te zien. Als we op de tuin
komen gaan we eerst zitten kijken en maken dan
een plan. Vervolgens aan het werk!
We hebben de kinderen gezegd dat ze niet hoeven
te helpen. Het moet geen strafkamp worden. We
wachten tot ze vragen: “Wat mogen wij doen?”’
Inmiddels is de trampoline-periode over en komt op
de speelplek een moestuin.
Het echtpaar heeft veel aandacht voor de
aanlopende- en aanvliegende dieren. Roodborstjes,
merels en egels worden met aandacht en plezier
bekeken.
Ondanks hun drukke werkzaamheden en wat
Miranda betreft helaas gezondheidsproblemen,
geniet dit bijzondere gezin enorm van hun tuin.
6
Zomer in de moesttuindoor Jan van der Burg (tuin 22)
De meeste oogstactiviteiten in de moestuin
hebben gedurende de drie á vier zomermaanden
plaats. Van juni t/m september worden de meeste
moestuinproducten geleverd en geoogst en viert
het eten van ‘onbespoten groenten’ hoogtij! Maar
in maart en april kun je ook al aan de slag, want de
meeste aanplant heeft in de maanden maart t/m
mei plaats.
Maart: zoals in de vorige nieuwsbrief is beschreven,
worden in maart de vroege groentes geplant zoals
tuinbonen, erwten en de uien.
April: eind april is de tijd om de aardappelen
te planten. Dit moet niet te vroeg in het voorjaar
gebeuren. Bij nachtvorst kan het jonge groen van de
net opgekomen aardappels danig vernield worden.
Het duurt dan te lang voordat nieuw groen vanuit
de aardappel weer boven de grond komt. Als de
aardappelen gaan uitlopen en boven de aarde
komen is het een goed gebruik deze ‘aan te aarden’,
d.w.z. aarde op de aardappelen aan te brengen,
zodat er walletjes ontstaan waarin de nieuwe
aardappelvrucht tot wasdom komt. Bij langdurige
regen voorkomt dit het gevaar van aardappelrot,
want het regenwater loopt in de geultjes tussen
de opgeworpen aarden walletjes en de aardappels
staan droog.
Het aardappelveldje in de tuin van Jan van der Burg.
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
Mei en juni: planten en oogsten volgen elkaar
snel op. Begin juni worden de in het voorjaar als
eerst geplante groenten ook het eerst geoogst.
Dit zijn, zoals in de vorige nieuwsbrief vermeld, de
tuinbonen en erwten. Als de erwten geoogst zijn
en het loof opgetrokken, plant ik net nog op tijd,
onder de stellage met tuinnetten wintergroentes
als spruitkool en boerenkool. Latere aanplant is tot
mislukking gedoemd. Onder de netten is de jonge
aanplant beschermd tegen vogelvraat want de
eerste groene blaadjes zijn bij vogels zeer geliefd.
Later in de herfst en winter kunnen vooral duiven
in de spruitenkoppen flink te keer gaan. Evenals
tuinbonen en erwten kunnen ook uien vroeg worden
aangeplant. Uien kunnen heel goed natte grond
verdragen. Ik zaai die niet, maar plant plantuitjes
die ik bij Garant bestel. Bietjes en witlof zaai ik in
geultjes in grote aantallen Als ze opkomen, plaats
ik ze op afstand, het zogenoemde verspenen en de
overtollige opkomst verwijder ik.
Andijvie is een zomer groente die zeer laat geplant
kan worden. Ook het planten van bonen komt pas
laat aan de orde, zeg eind mei en zelfs in juni kunnen
nog heel goed bonen worden gezaaid. De reden is
dat bonen voor de groei echt een droge en warme
bodem verlangen. Als in het begin van de zomer
de aarde er van boven droog uitziet wil dit nog
7
niet zeggen dat de grond al op diepte voldoende
opgewarmd is en dat is voor de boon een vereiste.
Voor het planten van bonen kun je kiezen voor
zowel stambonen (prinsessenboontjes, circa 20 cm
hoog) als voor stokbonen, bijvoorbeeld snijbonen,
pronkbonen en zelfs stokprinsessen boontjes. Deze
bonen hebben bij de groei steun nodig en wentelen
zich om de opgestelde bamboestokken. Je kunt
ook kiezen voor het planten van zowel stam- als
stokbonen. Je hebt er nooit te veel van want de boon
is in de zomer een heel lekkere groente.
Jan met zijn kleinkinderen bij de warme bak.
Bij al deze genoemde plantactiviteiten heb ik
tussendoor ook nog een grote klus in het klaarmaken
van de ‘warme bak’, die bij mij uit acht éénruiters
glas bestaat. Ik zeg met klem ‘warme’ bak omdat
ik hierin komkommers en meloenen teel en die
verwachten veel warmte om tot wasdom te kunnen
komen. Komkommers en meloenen zijn echte
zomergroentes.
Mei: de aanleg van de warme bak
De aanleg en opmaak van de warme bak begint
reeds begin mei. Ik spit eerst een diepe vore,
een gleuf in het midden van de bak en vul die
met paardenmest en stro, dat ik bij een bekende
paardenhouder in Pijnacker heb opgehaald. Ik maak
vervolgens de paardenmest goed nat en vul die
weer met de opgespitte aarde en leg het glas op de
bak. De toevoeging van water aan de paardenmest
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
heeft tot doel het al snel ontstaan van ‘broei’ in de
paardenmest, waardoor veel warmte ontstaat. Als
je enkele dagen na de aanleg je hand in de grond
steekt voel je duidelijk de warmte in de bodem
onder het glas ontstaan. Dit is het tijdstip dat ik bij
een tuincentrum een aantal komkommer-planten
en ananas-meloenenplanten ophaal en deze in de
dan al warme bodem onder het glas plaats. Bij dit
planten zorg ik direct al voor aanvulling van water
in het plantgat om de aangroei van de planten te
bevorderen. Door het ‘broeien’ van de paardenmest
krijgen de genoemde planten warme voeten en
daar houden ze van. Bij de eerste groei ontstaan er
al nieuwe kleine vruchtjes (zie foto), die weldra tot
flinke komkommers en meloenen uitgroeien.
Tips voor het gebruik van de warme bak
Zomers als de zon de hele dag hoog aan de hemel
staat, kan het onder dat glas echt gloeiend heet
worden en dreigt verbranding van het blad. Het is
dan geboden ‘te luchten’, door de ramen wat op te
lichten met houtblokjes er onder. Bij de meloenen
kunnen de klossen zelfs ’s nachts onder de ramen
blijven staan. Maar let op wanneer het weer omslaat.
Het luchten, maar ook het begieten van de planten
vraagt in de zomer de voortdurende aandacht
voor een goede oogst. Soms is dat beluchten niet
voldoende en is de zon voor de planten onder
het glas te ‘scherp’. Ik wrijf dan wat modder op het
glas en als dat opgedroogd is wordt het grijs en
dempt de zonnestralen. Als het daarna weer dagen
lang donker en regenachtig weer wordt, spoelt de
modder vanzelf weer van het glas af zodat het licht
weer gemakkelijke toegang onder het glas krijgt.
Half juni heb ik de eerste 28 komkommers van 4
planten geoogst en dat is best een goed resultaat.
Hierna volgt een tweede groeiperiode met nog
meer komkommers. De meloenen ‘zetten’ veel later
vrucht. Op de foto hiernaast is het eerste kleine
meloenvruchtje zichtbaar.
De oogst van meloenen heeft eind juli of begin
augustus plaats. De laatste foto toont de geoogste
meloen op 20 juli van dit jaar.
Over het kweken van meloenen zal ik in een volgende
nieuwsbrief iets schrijven.
8
Legionella: een gevaarlijke bacteriedoor Jan & Suze Zuiderwijk (tuin 7)
Legionella is een bacterie, besmetting met deze
bacterie is zeer gevaarlijk en kan in sommige
gevallen zelfs dodelijk zijn. Normaal komt de
Legionella bacterie voor in de bodem en in het
oppervlaktewater. Bij warm weer verspreidt die zich
in het leidingwater. In het huishoudelijk reglement
van Tuinvereniging Leeuwenbergh wordt onder
artikel VI.3.6 de aandacht gevestigd op het gevaar
van een legionella besmetting. Desondanks heeft
zich op ons tuincomplex een besmettingsgeval
voorgedaan. Dat gebeurde in tuin nr 7 van Jan en
Suze Zuiderwijk. Zij vertellen wat er gebeurde. Zij
schrijven over een ‘gevaarlijke nevel’ uit de tuinspuit.
Gevaarlijke nevel
Uit eigen ervaring kunnen wij melden dat een
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
besmetting met Legionella een behoorlijke invloed
heeft op je verdere leven. Het was in juli 2006 net zo’n
hete zomer als we nu meemaken. Elke dag de tuin
sproeien en uit gemakzucht de slang uitgerold laten
liggen, zodat je de volgende dag alleen de kraan maar
hoeft open te zetten en direct kan beginnen. Tijdens
een van die sproeiacties heeft mijn vrouw, zoals later
zou blijken, de nevel die ontstaat, ingeademd en zij
is besmet geraakt. De incubatie tijd is ongeveer twee
tot negentien dagen.
Vanwege de plotselinge verslechtering van de
gezondheid van mijn vrouw, hebben wij in dat
weekend nog een arts laten komen, die een zware
griep vaststelde. Haar toestand ging plotseling zo
sterk achteruit, gepaard met hoge koorts (40.1),
dat ik ‘s nachts 112 heb gebeld om een ambulance.
In het ziekenhuis luidde na diverse onderzoeken
(longfoto’s, bloedonderzoek, etc.) de uitslag dat er
sprake was van besmetting met de legionellabacterie
of te wel de veteranenziekte.
GGD Delfland concentreerde zich op een mogelijke
besmetting tijdens bezoek aan de sauna, maar voor
mij werd na enig zoeken op internet duidelijk dat het
sproeien op de tuin de oorzaak moest zijn. Na een
verblijf van een week in het ziekenhuis mocht ze naar
huis. De gevolgen zullen echter niet verdwijnen. Het
lichaam heeft een flinke opdoffer gekregen. Zo heeft
Suze blijvend last van chronische vermoeidheid,
regelmatig op de gekste plaatsen ontstekingen en
diabetes.
Hieruit heb ik een les geleerd. Na elke sproeibeurt
rol ik de slang weer netjes op en de volgende dag
laat ik voor het sproeien de slang eerst enige tijd
doorlopen voordat ik met vernevelen ga beginnen.
Legionella pneumophila
9
De Technische Commissie door Annet de Rooy
Dit keer is het de beurt aan Ger, mijn buurman.
Ger heeft gouden handjes en oog (en oor) voor
zaken die eigenlijk een beetje aandacht behoeven,
zoals bijvoorbeeld het fietsenhok, de omheining,
een knarsend slot, piepende fietsen, knarsende
grasmaaiers, woekerend riet, randjes en terrasjes die
gillend graag gelegd willen worden, en god zij dank,
hulpbehoevende buurvrouwtjes.
Ik maak mee dat ik op mijn tuin kom en dan ligt
daar zomaar opeens eens strak terrasje. Het is echt
waar, ik vertel geen sprookjes. Bij Ger staat dan
plotsklaps een krat bier voor de deur, vergezeld door
een paar gezellige flessen wijn. Zij willen dan graag
binnengelaten worden. Zouden het dan toch de
kaboutertjes zijn?
Met Michael – ook een Technisch Commissielid –
wordt prima samengewerkt.
Laatst zag ik Ger weer bezig aan de haag aan
de achterzijde van ons terrein, een beetje een
ondergeschoven kindje. Voorzichtig was Ger de
haag aan de binnenzijde aan het bijknippen. Hierbij
keek hij een beetje zorgelijk. De haag ziet er namelijk
erg bruin uit aan de binnenzijde. Die haag, zo zegt
Ger ‘zorgt er wel voor dat niet iedereen zomaar naar
binnen kan kijken en komen’ ‘en er nestelen ook
veel vogels in’. ‘Weet je wat’, zeg ik. ‘Zullen we straks
samen als het niet meer zo heet is de buitenkant
van die haag eens opknappen?’ Ook ik denk iedere
keer als ik aan kom rijden dat die haag echt eens
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
geknipt moet worden en het onkruid verwijderd
moet worden. Daar heeft Ger wel oren naar. Samen
besluiten we dat we daar eens flink aan gaan trekken
en knippen wanneer het ons uit komt. De ergste
hitte moet dan wel voorbij zijn.
Zomerreceptendoor Annet de Rooy
Een makkelijk, gezond en licht verteerbaar recept.
Het is lang geleden dat we zo’n prachtig voorjaar
en – tot op heden – heerlijke zomer hebben gehad.
De zwarte bessenstruiken hebben een goede oogst
opgeleverd. Begin juni plukte ik de zwarte bessen.
Ik heb er zeven potten dikke sap/jam van gemaakt.
Vooral op roomijs smaakt dit overheerlijk. En het is
zò makkelijk. Je wast de bessen, gooit ze in een pan,
brengt het geheel roerend aan de kook, suiker naar
smaak erbij plus een flinke kneep vers citroensap en
vervolgens 1 minuutje laten koken. De glazen potjes
welke het gehele jaar door worden verzameld, liefst
die van Hak, leg ik van tevoren een paar minuten in
kokend water. Er staat dus tegelijkertijd met het aan
de kook brengen van het fruit een pan met kokend
water op het vuur. Potje eruit en hupsakee het
kokend hete bessensap er in. Deksel erop schroeven
en het potje meteen op zijn kop zetten. Klaar is Kees.
Hierboven een foto van de eerste aardbeien en
framboosjes van eigen grond. De blauwe bosbessen
zijn jammer genoeg allemaal verdwenen….. Het
wachten is nu op de Reine Claudes. De zwaarbeladen
takken van mijn pruimenboom zien er in ieder geval
veelbelovend uit.
10
Voor het recept van dit nummer wil ik graag
courgettes een hoofdrol laten spelen. Ook in mijn
tuin is de opbrengst van deze groente erg goed. Toen
ik even niet keek nam een courgette zijn kans waar
en ontwikkelde zich razendsnel tot een slagwapen,
werkelijk waar. Je kunt er zo iemand de hersenpan
mee inslaan!
Deze schavuit ga ik voor straf verwerken in een
overheerlijke tagliatelle met courgettesaus. Eigenlijk
heb je hier drie courgettes van normaal formaat voor
nodig.
Het recept luidt als volgt:
Tagliatelle met courgettesaus
Smelt 40 gram boter in een ondiepe grote
koekenpan. Fruit 2 sjalotjes 5 minuten op laag vuur,
roer af en toe.
Bak 3 courgettes die in dunne plakjes zijn gesneden
10 minuten mee, roer af en toe.
Voeg ongeveer 2 eetlepels slagroom toe met peper
en zout naar smaak en laat alles nog eens 10 minuten
pruttelen.
Verwarm een schaal en verdeel 50 gram mascarpone
over de bodem.
Kook 350 gram (verse) tagliatelle in veel kokend
water beetgaar, met snufje zout.
Doe de uitgelekte tagliatelle in de schaal op de
mascarpone en roer. Voeg de courgettes toe en dien
het gerecht op.
Veel simpeler kan ik het niet maken.
Ingrediënten:
40 gram boter – 2 sjalotten fijngehakt – 3 courgettes
in dunne plakjes – 2 eetlepels slagroom – 350 gram
tagliatelle – 50 gram mascarpone – peper en zout
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
Paddentrek 2014 - Park Leeuwenberghdoor Paul Daeleman
In Park Leeuwenbergh was dit voorjaar voor de derde
maal een paddenwerkgroep actief tijdens de trek
van padden, kikkers en salamanders. Het initiatief
en de coördinatie van deze acties is in handen van
Ingrid Soullié van Dierenbescherming Haaglanden.
De jaarlijkse trek is het gevolg van het feit dat
padden na overwintering in volks- en privétuinen,
naar sloten of vijvers trekken om zich voort te
planten, de zogenaamde paddentrek. Dat doen
niet alleen padden maar ook kikkers, als het in het
voorjaar warmer wordt, liefst bij vochtig weer. Na het
leggen van de eitjes (kikkerdril bij de bruine kikker,
eisnoeren bij de pad, individuele eitjes bij de kleine
watersalamander) drijft de honger hen terug naar de
tuintjes.
De paartijd van de bruine kikker is in het vroege
voorjaar, vanaf februari. De groene kikkers en de
boomkikkers beginnen iets later, vanaf april, om
daarna hun nuttige werk te kunnen verrichten: het
verorberen van behoorlijke aantallen insecten en
andere kleine dieren.
Het probleem is dat tussen hun overwinterings- en
foerageergebiedenenerzijds en hun voortplantings-
plaatsen anderzijds, wegen zijn aangelegd door de
mens. De paddenwerkgroepen proberen daarom
zoveel mogelijk verkeersslachtoffers te voorkomen.
Automobilisten kunnen hun steentje bijdragen
door hun snelheid te temperen op die plaatsen,
waar verkeersborden aangeven dat er padden
oversteken. Veel padden sneuvelen immers niet
alleen door direct contact met de auto’s, maar door
de luchtverplaatsing veroorzaakt door de snel
rijdende wagens.
De trek heeft in 2014 maar liefst acht weken geduurd,
van medio februari tot medio april. De verklaring
is dat het lang droog en vrij koud bleef. De drie
avonden dat het goed regende (8 en 18 maart, 7
april) was het topdrukte.
Ondanks het bijzonder droge voorjaar werden in
Park Leeuwenbergh toch nog behoorlijke aantallen
11
geteld. Minder dan vorig jaar, maar meer dan
het eerste jaar. Ondanks de inzet van een kleine
twintigtal vrijwilligers – waarvan drie woonachtig
in Park Leeuwenbergh – vielen er toch weer vrij veel
verkeersslachtoffers, vooral op de Elzenlaan.
De cijfers in de onderstaande tabellen zijn gebaseerd
op de telformulieren ingestuurd door de vrijwilligers
en verwerkt door Ingrid Soullié,
Zie ook: www.kikkersite.nl
Padden- en kikkertrek
Park Leeuwenbergh 2014 (18/2 – 9/4)
Hoogtepunten
Totalen Den Haag en omgeving (10 locaties) 2014
Meer info:
http://www.haaglanden.dierenbescherming.nl/
paddenjournaal2014
Paul Daeleman is Coördinator paddenwerkgroep
Park Leeuwenbergh, namens Ingrid Soullié,
12
Tuinen van Leeuwenbergh - Zomer 2014
Over Tuinen van Leeuwenbergh
Deze nieuwsbrief verschijnt 3 à 4 maal per jaar.
Redactie:
Veronica Hekking, Marjan de Ridder,
Annet de Rooy
Vormgeving & seizoens-kop-tekening:
Babette Wagenvoort
Deadline volgend nummer:
10 september 2014
Stuur bijdragen/ideëen naar:
coördinator Dierenhulp bij Dierenbescherming
afdelingen Haaglanden
Bericht van de Dierenbescherming.
Dierenbescherming in Den Haag organiseert de
tellingen en het overzetten van padden, kikkers en
salamanders. Na afloop van de paddentrek meldt zij
het volgende: De laatste jaren daalden de aantallen
padden die levend werden overgezet schrikbarend.
Het is daarom bijzonder goed nieuws dat er dit
jaar zo’n mooi resultaat is behaald. Hopelijk zet
deze trend zich door en wordt de stijgende lijn in
het voorjaar van 2015 voortgezet. Wilt u zich nu al
opgeven om volgend jaar ook mee te helpen met
de paddenwerkgroep van Dierenbescherming
Haaglanden? Dat kan! Stuur een mail met uw naam,
adres en telefoonnummer naar info@haaglanden.
dierenbescherming.nl. U wordt dan aan het eind van
het jaar benaderd om uw beschikbaarheid voor de
trek van 2015 door te geven.
Mijn favoriete plantdoor Marjan de Ridder
RaadselIn wiens tuin staat deze prachtig bloeiende
boom? Stuur uw antwoord naar de redactie
Onder de goede inzenders wordt een bon van
10,- euro verloot.