20
Workshop Tweede Kamer in de klas

Tweede Kamer in de klas · Door te debatteren leren leerlingen hoe de parlementaire democratie werkt. Ook stimuleert het leerlingen na te denken over belangrijke thema’s, daar een

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Workshop

Tweede Kamer in de klas

3

Hoe leg je democratie en politiek uit in de klas? Door in debat te gaan. Door te debatteren leren leerlingen hoe de parlementaire democratie werkt. Ook stimuleert het leerlingen na te denken over belangrijke thema’s, daar een mening over te vormen en die helder en duidelijk kenbaar te maken. Maar hoe organiseer je een debat in de klas? Om daar uitleg over te geven, biedt de Tweede Kamer een speciaal programma aan voor (aankomende) leraren: een rondleiding en een workshop in het hart van de democratie. In de workshop ervaren (toekomstige) docenten geschiedenis & maatschappijleer zelf hoe je door het voeren van een debat bij leerlingen interesse wekt voor de politiek. Debatteren is namelijk niet alleen leuk, het is ook heel leerzaam. Debatteren biedt bovendien een kapstok om politieke onderwerpen in de klas te behandelen en de politieke bewustwording bij leerlingen te vergroten. In combinatie met een bezoek van de klas aan het Tweede Kamergebouw is de les compleet.

Inleiding

4

De Tweede Kamer is hét centrum van de Nederlandse politiek. Dagelijks debatteren Kamerleden met elkaar en met de regering over bijvoorbeeld: filebestrijding en rekeningrijden, belastingverlaging en verminderde regeldruk voor ondernemers, betere en betaalbare gezondheidszorg, gratis schoolboeken, de lesurennorm en schooluitval in het vmbo. Deze debatten zijn vaak te zien op televisie en altijd te volgen in beeld en geluid via www.tweedekamer.nl.

Debatten worden natuurlijk niet alleen gevoerd in het parlement. Nederlanders staan bekend om hun uitgesproken mening. Op straat, op het werk of op school wordt er over allerlei onderwerpen gediscussieerd. Mensen zijn het lang niet altijd met elkaar eens en proberen elkaar dan met argumenten en scherp geformuleerde meningen te overtuigen.

Debatteren

5

De Tweede Kamer heeft een eigen manier van werken. De spreker achter het spreekgestoelte zet zijn of haar standpunt uiteen. De Kamerleden mo-gen de spreker onderbreken voor een korte vraag om meer duidelijkheid te krijgen, interrumperen heet dat. Elke partij komt aan het woord. Over de voorstellen, veranderingen daarop (amendementen) en oproepen aan de regering (moties) wordt later gestemd.

Het debat zoals dat in de Tweede Kamer wordt gevoerd, leent zich uitstekend voor simulatie. Dan kruipen de debaters in de huid van eenpoliticus en verdedigen hun standpunt in de fictieve vergaderzaal. De andere debaters kunnen het de spreker knap lastig maken door te interrumperen. Een spreker krijgt altijd maar een paar minuten spreektijd om herhaling te voorkomen. De voorzitter van het debat beslist wie het woord krijgt, net als de Voorzitter van de Tweede Kamer.

Werkwijze

6

Begrippen

AmendementEen amendement is een voorstel tot wijziging. Ieder lid van de Tweede Kamer mag een wijziging voorstellen om een (of meer) artikel(en) van een wetsvoorstel te veranderen.

MotiesMet een motie kunnen de Kamerleden de regering vragen om ergens aan-dacht aan te besteden, een wetsvoorstel te maken of een oordeel te geven over het gevoerde beleid.

InterrumperenInterrumperen betekent dat je iemand onderbreekt, in de rede valt. Omdat je een vraag hebt of graag een toelichting wilt.

7

Onderwerp

Het bepalen van een onderwerp voor een debat is belangrijk.Denk daarbij aan de volgende punten:- Het onderwerp moet de leerlingen prikkelen om hun mening te geven.

Een goed gekozen thema sluit aan bij de interesse van de leerlingen.- Baken het onderwerp goed af. Vaak is het beter om het onderwerp toe

te spitsen op een klein deelprobleem in plaats van op een breed thema. Dit geeft meer sturing aan het debat.

- Kies een onderwerp waarvoor zowel voor- als tegenstanders zijn.- Geef partijen en sprekers een duidelijke opdracht mee, dat helpt bij het

voorbereiden van een goed betoog. Het is voor leerlingen ook leuk om een concrete opdracht mee te krijgen in het debat. Bijvoorbeeld: vindt een meerderheid voor jouw idee, vorm een coalitie met een bepaalde partij of meerdere partijen. Zo valt er ook duidelijk iets te winnen.

Verpak het onderwerp in een aansprekende stelling. Een goede stelling is duidelijk gericht, afgebakend en concreet. Een ongenuanceerde stelling waar leerlingen het drastisch mee oneens kunnen zijn, leidt vaak tot een actief en scherp debat.

8

ArgumentatieIn een debat is het geven van je mening niet voldoende. Onderbouw je betoog met argumenten.

VoorbeeldenHet noemen van een voorbeeld helpt vaak om situaties te verduidelijken. Kies een voorbeeld dat leerlingen aanspreekt.

FeitenHet noemen van cijfers, resultaten van onderzoeken of bepaalde beslissin-gen die eerder zijn genomen, ondersteunen je betoog.

VergelijkingenEen vergelijking kan een moeilijk probleem eenvoudiger maken. Kies een vergelijking die leerlingen ook zelf vaak maken.

8

Debattips

9

VragenStel ook eens een vraag (een interruptie). Op het juiste moment gesteld, kun je je tegenstander compleet overrompelen met een goede vraag.

OplossingenDebatten gaan vaak over problemen die vragen om een oplossing. Het debat draait voor een groot deel om de ernst van het probleem of de oorzaak ervan. Maar problemen zijn er om opgelost te worden; een goede oplossing voorstellen in het debat is in jouw voordeel.

PresentatieHet gaat er niet alleen om wat je zegt, maar ook hoe je het zegt. Verschillende onderzoeken hebben uitgewezen dat de presentatie voor meer dan de helft bepaalt of een boodschap overkomt.

StemJe eigen stem is een groot wapen in een debat. Gebruik je stem om de overtuigingskracht en aantrekkelijkheid van je betoog te vergroten.

HoudingLichaamstaal bepaalt mede hoe je overkomt bij de andere debaters en het publiek. Sta rechtop, gebruik je handen om je woorden te ondersteunen en te verbeelden. Overdrijf het niet; rust uitstralen als je luistert, werkt ook goed.

TaalgebruikHoud de aandacht van het publiek vast. Gebruik daarom geen hele lange zinnen, waardoor tegenstanders én publiek aan het einde van een zin niet meer weten waar je het over hebt.

HumorMet een goede grap kun je iedereen aan het lachen maken en een beetje lucht geven aan een serieuze discussie.

10

1 Voorzitter

2 Griffier

3 Hoofd Griffie

4 Kabinet (vak-K)

5 Medewerkers Verslag

en redactie

6 Spreekgestoelte

7 Interruptiemicrofoons

Voorbereiding- Reserveer tachtig minuten voor de voorbereiding en de uitvoering van

het debat. - Zet voordat het debat begint, de stoelen in het klaslokaal in ‘Tweede

Kameropstelling’ en leg de spelregels uit.- Elke fractie krijgt een opdrachtkaart met een standpunt van die fractie.

Gebruik de fractiekaarten uit de bijlage of maak zelf vijf fractiekaarten met standpunten over een (fictief) wetsvoorstel.

- Leg de formulieren klaar voor het indienen van moties en voor het indie-nen van amendementen. Het is handig om van elk van de formulieren een stapel te kopiëren. Ga uit van een stuk of vijftien.

- Voor de herkenbaarheid van de fracties kan het handig zijn elke leerling een sticker met de fractienaam A, B, C, D of E te geven. Maak fracties die ongeveer even groot zijn.

Tweede KameropstellingDe voorzitter zit voor in de klas. Het spreekgestoelte staat naast de voorzit-ter. Daar tegenover is de plek waar Kamerleden tussendoor vragen kunnen stellen (interrumperen)

Debatinstructie

11

OpzetVerdeel de klas in vijf groepen, zogenaamde fracties A t/m E, en intro-duceer de stelling. Elke fractie krijgt een eigen opdrachtkaart en kiest een fractievoorzitter. Vervolgens bedenkt de fractie argumenten om haar standpunt te onderbouwen. Daarna begint het debat waarbij de spelregels van de Tweede Kamer gelden. Leg deze spelregels uit. Leerlingen kunnen bijvoorbeeld amendementen en moties indienen, om daar aan het eind van het debat gezamenlijk over te stemmen.

Spelregels

- De voorzitter leidt het debat. Hij of zij verwelkomt de partijen en geeft

aan waar het debat over gaat. Een voorzitter is neutraal en zorgt ervoor

dat alle partijen aan het woord komen. De voorzitter kan ingrijpen als de

debaters te veel afwijken van het onderwerp. De voorzitter moet er ook

op toezien dat de regels worden nageleefd en dat het debat geordend

verloopt.

- De sprekers praten via de voorzitter.

- Elke fractie krijgt maximaal vijf minuten spreektijd.

- Zodra de spreektijd voorbij is, vraagt de voorzitter af te ronden.

- De voorzitter kan interrupties toelaten. Deze bestaan uit korte opmerkin-

gen of vragen.

- Elke fractie mag een motie of amendement indienen. Indienen gebeurt

via de voorzitter.

- Aan het eind van het debat zijn de stemmingen. Meestal stemt een

fractie eensgezind (fractiediscipline). Het staat een Kamerlid wel vrij om

iets anders te stemmen.

- Voor moties, amendementen en het wetsvoorstel zelf is een meerder-

heid (dus 76 zetels) nodig, anders zijn ze niet aangenomen.

- De voorzitter kan (op verzoek) de vergadering schorsen.

12

Voorbereiding fracties (tien minuten)De fracties bereiden zich voor op het debat. Elke fractie krijgt een opdrachtkaart met het standpunt van de fractie en een instructiekaart.

Voorbeeld: het voorstel van fractie A is om het stemrecht te verlagen naar zestien jaar. Alle fracties zijn op de hoogte van het standpunt van fractie A, verder zijn de standpunten van de fracties geheim totdat het debat begint. Benadruk dat dit zo moet blijven. Geef de fracties nu tien minuten de tijd om zich voor te bereiden.

- Elke fractie kiest een fractievoorzitter. De fractievoorzitter voert het woord tijdens de spreektijd. Alle andere fractieleden mogen (bij andere fracties) interrumperen.

- Elke fractie noteert haar belangrijkste argumenten. Hierbij is het belang-rijk dat de leerlingen niet alleen over hun eigen verhaal nadenken, maar ook over de inbreng en argumenten van anderen. Hoe ga je reageren op bepaalde vragen of argumenten?

Het debat (vijftig minuten)Nu begint het debat. Iedere groep heeft vijf minuten spreektijd.

De docent opent de vergadering en geeft aan wat het onderwerp is van het debat. Zit de vergadering vriendelijk maar streng en officieel voor. Bijvoor-beeld: “Het is vandaag datum X, we bespreken een voorstel van fractie A”. Geef tijdens het debat de volgende zaken aan:- Als er tussen de bijdragen van verschillende fracties behoefte is aan een

schorsing, kan dat. Een verzoek kan bij de voorzitter worden ingediend. De schorsing is kort, maximaal anderhalve minuut.

- Een interruptie hoeft niet kritisch te zijn. Het is ook mogelijk om te onder-breken om steun uit te spreken, een vraag te stellen of een opmerking te plaatsen.

- Tijdens het debat is het mogelijk om bij de voorzitter formulieren op te halen om een motie of amendement in te dienen. Stimuleer als docent dat fracties een motie of amendement indienen, dat bevordert de leven-digheid en duidelijkheid bij het stemmen.

13

Hebben alle fracties hun inbreng geleverd? Schors dan de vergadering. Vertel welke amendementen en moties zijn ingediend. De fracties kunnen vervolgens hun stemgedrag bepalen en eventueel met andere fracties spreken over coalitievorming.

StemmingStemmen gaat door middel van handopsteken. Eerst moties, dan eventuele amendementen en vervolgens het wetsvoorstel. Als amendementen zijn aangenomen, maken die deel uit van het voorliggende wetsvoorstel.

Nabespreken debat (afhankelijk van de beschikbare tijd)Aan het einde van de les kunt u het debat nabespreken. Is er onvoldoende tijd, kom in een volgende les dan op het debat terug. Stel bijvoorbeeld de volgende vragen:- Lijkt dit debat op een debat in de echte Tweede Kamer? Waarom wel,

waarom niet?- Wat waren de belangrijkste momenten? Wat gebeurde er precies?- Wat waren doorslaggevende argumenten?- Welke fractie had de beste strategie?

14

15

16

17

Kijkje in de Tweede KamerDe Tweede Kamer heeft een uitgebreid bezoekers- en voorlichtingspro-gramma waar scholen gebruik van kunnen maken. Een onderdeel van het bezoek is een voorlichtingsfilm en een rondleiding door de gebouwen van de Tweede Kamer. Aan de rondleiding zijn geen kosten verbonden. Kijk voor meer informatie op www.tweedekamer.nl of bel met 070 - 318 30 55. De Beveiligingsdienst kan om een legitimatiebewijs vragen.

Bijwonen vergaderingVrijwel alle vergaderingen van de Tweede Kamer zijn openbaar. Iedereen kan openbare vergaderingen van de Tweede Kamer bijwonen. Het is niet nodig een bezoek vooraf aan te melden. Houd er wel rekening mee dat het wekelijkse vragenuur op dinsdagmiddag en de dertigledendebatten druk bezocht worden en het aantal plaatsen beperkt is.

Live debatten volgen via internet en draadomroepVia de live debatten op www.tweedekamer.nl is het mogelijk om de vergaderingen volgen. De vergaderingen zijn naderhand terug te zien op debatgemist.tweedekamer.nl. Het is mogelijk te zoeken op datum, onder-werp en spreker.

Meer informatie

18

Derde Kamer

Derde Kamer der Staten-GeneraalVoor groep 7 en 8 van het basisonderwijs hebben de Eerste Kamer en de Tweede Kamer gezamenlijk het lesprogramma de Derde Kamer der Staten-Generaal gemaakt. Een combinatie van een leskoffertje en een interactieve website (www.derdekamer.nl). Er is een deel 1 voor beginners als een deel 2 voor gevorderden. De leskoffers bevatten werkboekjes, een dvd met korte films en een handleiding voor docenten om in de klas een debatspel op te zetten. Op de website is informatie te vinden over de werkwijze van de Eerste Kamer en de Tweede Kamer, de Kamerleden, de Nederlandse democratie, de parlementaire geschiedenis en bijvoorbeeld de rol van de koningin. Op de website discussiëren leerlingen op het forum over actuele stellingen.

Met dit lesprogramma leren leerlingen wat parlementaire democratie inhoudt, hoe de politiek werkt en welke rol kiezers daarin spelen. In de Week van de Politiek, de derde week van september, kunnen scholen meedoen aan het debatspel. Scholen die hun winnende stelling insturen, dingen mee naar de hoofdprijs: een debat in de plenaire zaal van de Eerste Kamer onder leiding van de Voorzitter. Voor meer informatie of het bestel-len van het leskoffertje, kijk op www.derdekamer.nl.

19

Polderen voor beginnersHoe breng je politiek dichter bij jongeren? Met het educatieve lespakket ‘Polderen voor beginners’ ervaren leerlingen hoe democratie werkt en gaan ze zelf aan de slag. Ze ontdekken op welke manier zij hun eigen plan-nen voor elkaar kunnen krijgen. De nadruk ligt daarbij op samenwerken, bondgenoten zoeken en compromissen sluiten. Leerlingen leren op een interactieve manier wat democratie inhoudt en hoe de politiek werkt.

Het lespakket bestaat uit een docentenhandleiding, opdrachtkaarten en enkele boekjes met achtergrondinformatie voor de leerlingen over de werking van de parlementaire democratie. Op de website vindt u meer opdrachtkaarten over verschillende onderwerpen. Gaat u ook met uw leer-lingen ‘polderen’ in de klas ? Maak dan kans op een bezoek aan de Tweede Kamer met uw leerlingen. Stuur het beste plan en argumenten op en maak kans op deze prijs. Op de website www.jongerenkamer.nl leest u meer over ‘Polderen voor beginners’.

Het lespakket is voornamelijk gericht op mbo- studenten van niveau 3 en 4.Maar het lespakket kan ook voor havo- en vwo- klassen worden gebruikt.

Jongerenkamer

Colofon

Dit is een uitgave van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

BezoekadresLange Poten 4Den Haag

PostadresPostbus 200182500 EA Den Haag

Tekst en ontwerpDienst Communicatie

PrintDrukkerij van Deventer

Fotografie Hans Kouwenhoven

Meer informatieTelefoon: 070 - 318 30 40Email: [email protected]

Vermenigvuldigen van informatie uit deze publicatie is niet toegestaan zonder uitdrukkelijke toestemming van de uitgever.

September 2013