Upload
others
View
2
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Uitgave van de Vereniging ‘Ouders, Kinderen en Kanker’Jaargang 13, nummer 1
Een magazine voor jongerendie leven met kanker
Verlies Op één been de piste overwinnen Tussen veerkracht en kwetsbaarheid ‘Op VOKK-kamp deel je zonder woorden’
Voorwoord: Verlies
Leven met verlies ‘Een slechte verliezer? Ik ben één grote glimlach!’ Interview met Paul Turner Tien vragen aan… Bo van Aalst, deskundige bij ziekte, afscheid en rouw In het volgende nummer: Media
Marije: LichtjesSpelletjes Schrijf ‘t maar
‘Hij is pas echt dood als er niet meer over hem wordt gesproken.’ Tijd voor jouw meningUitgelicht: Achtstegroepers huilen niet
LFFletters
Was jij er bij? Delen zonder veel woorden, 18+ kampAgenda
‘Dat ik ziek ben geweest, is zowel een vloek als een zegen’
Rouwen, een dans tussen veerkracht en kwetsbaarheid
Jij aan het woord: Jill Mul
Luisteren - spelen - lezen Column: Verloren uurtje
Brussenspinsels: Op weg naar zelfstandigheid!? LEF-nieuws
LEFgozer
2
3
4/5
6/7
8
9
10/11
12
13
14/15
16/17
18/19
20
21
22
23
24
LEF, jaargang 13, nr. 1April 2012
LEF is een uitgave van de Vereniging Ouders,Kinderen en Kanker (VOKK).LEF verschijnt drie keer perjaar in een oplage van 1600.
EindredactieMarianne Naafs-Wilstra
RedactieEvie ErkelensJochem NaafsMeike Naafs Tessa NagelsValerie StrategierAnnelies de Wit
Met medewerking vanBirgit de BruinMarinka ErnstGerard KosterGwendolyn MaasJill MulMarije Smits
RedactieadresVOKKSchouwstede 2b3431 JB Nieuwegein030 [email protected]
Websiteswww.vokk.nlwww.KanjerKetting.nl
Twitter@vokk_nl@deKanjerKetting
VormgevingT2 Ontwerp, ‘s-Gravenhage
DrukDrukkerij Antilope
AbonnementLeden van de jongerengroep van de VOKK ontvangen LEF automatisch. Je kunt abonnee worden als je ouders of jijzelf lid zijn/bent van de VOKK.
Overname van artikelen is alleen toegestaan met toe-stemming van de redactie en met bronvermelding. De re-dactie heeft het recht artikelen in te korten of niet te plaatsen.
LEF April 20124
Ontploffende engel
Hoe voelde je je toen je auditie deed?
Toen de eerste stoel draaide, was het
alsof ik ontplofte! Zoals jullie weten
ben ik altijd al vrolijk en druk, maar toen
was ik echt uitzinnig.
Wat vond je het leukste aan je tijd bij
The Voice of Holland?
Vliegend als een engel het podium
opkomen! Dat was zó leuk! Roel van
Velzen had dat bedacht. Ik was blij dat
hij me zo goed begreep! Het was een
fantastische entree.
Hoe voelt het voor jou om op het podium
te staan?
Ik voel me er comfortabel, alsof dat de
plek is waar ik hoor. Ik voel me er thuis.
Ben je wel eens nerveus?
Soms, maar dat is nauwelijks aan me
te merken. Dat komt omdat ik altijd al
druk ben, dus een beetje extra vanwege
de zenuwen valt niemand op. En verder
kan ik een heel droge mond krijgen als ik
zenuwachtig ben, dat is wel vervelend als
ik moet zingen.
Tijdens de televisie-uitzendingen van The
Voice of Holland was jouw verschijning een
hot topic! Veel mensen raakten niet uitge-
praat over je. Wat heb jij daarvan gemerkt?
Volstrekt onbekenden hielden mij op
straat tegen om een handtekening te vra-
gen. Dat is echt vreemd. Ik dacht: Waarom
door de kamer! Toen ik nog heel jong was,
heb ik ooit een dans- en zangcompetitie
gewonnen. Ik kreeg een gouden medaille.
Wat was ik trots.
Toekomst als superster
Hoe kijk je terug op de show?
Mee doen was de beste beslissing van
mijn leven. Ik heb zoooooveel geleerd! En
het heeft me veel leuke ervaringen opgele-
verd. Laatst nog, toen werd ik uitgenodigd
door het programma Koffietijd om te gaan
schaatsen. Ze gaven me een paar schaat-
sen en toen reed ik voor het eerst van
mijn leven op een bevroren meer.
Dat was te gek!
En wat doe je nu?
Ik treed regelmatig op. Mensen kunnen
mij boeken voor hun feesten en festivals.
Zo kom ik door heel Nederland en kan ik
doen wat ik leuk vind.
Op televisie optreden vond ik ook heel
bijzonder. Ik hoop dat ik dit nog een keer
mag doen.
Oh, en dit is natuurlijk ook belangrijk:
binnenkort verschijnt mijn eerste single!
Betekent dit dat je voorlopig in Nederland
blijft?
Ja, ja, ja! Ik hou van Nederland én van mijn
fiets. Hm, en kroketten en bitterballen zou
ik evenmin willen missen. Haring sla ik
liever over. Ik vertrouw mijn Nederlandse
vrienden eigenlijk niet meer nadat ze me
dat hebben laten eten.
willen ze er één van mij?! Maar ik vind het
heel leuk om mensen te ontmoeten die
me steunen en met ze te kletsen.
Heb je groupies?
Hahaha, nou, ik heb enkele héél toege-
wijde fans. Zij noemen zich “the curlies”
(de krullen)!
Een goede verliezer
Wees eens eerlijk, hoe voelde je je toen je
The Voice of Holland in de finale moest
verlaten?
Ik voelde me een grote winnaar om vierde
te mogen worden in een programma waar
tienduizend mensen zich voor hadden
ingeschreven. Het zou wel heel suf zijn als
ik me daar droevig over zou voelen. Toch?
Heb je niet eens gehuild?
Neeeeeeee!!! Hahaha! Ik was juist heel
blij! Ik heb zoveel liefde en support
gehad van volstrekt onbekenden, ik
was gewoon één grote glimlach.
Dus je bent een goede verliezer?
Yeah, natuurlijk. Maar op alle vlakken, hoor.
Ik hou bijvoorbeeld erg van kaartspelletjes
of poolen. Als ik dan verlies,
vind ik dat ook geen probleem. Het spel
is tenslotte het leukste. Ik doe mee om
lol te hebben met mijn vrienden, niet om
per se te winnen.
En ben je een goede winnaar?
Hahaha... Zeker weten! Dan ren ik rondjes
Vroeger deed je vooral mee aan musicals.
Nu treed je op als popster. Wat wil je nou
het liefste zijn?
Als kind wilde ik dierenarts of astronaut
worden. En nu wil ik een SUPERSTER wor-
den! Geintje. Ik ben heel blij om ervaring
te hebben gehad in de musicalwereld.
Maar de optredens die ik nu doe vind ik
leuker. Ik voel dat ik op de goede weg ben.
Springen door de kamer
Van welke muziek ga jij spontaan dansen?
Op dit moment word ik enthousiast van
Domino van Jessie J. En verder kan je mij
altijd de dansvloer op krijgen met muziek
van Queen, Lady Gaga, Madonna en
Katy Perry.
Welke muziek raad jij aan als mensen zich
droevig voelen?
Dan heb je muziek nodig die je blij maakt.
Dat kan van alles zijn, maar ik raad een
uptempo song aan. Zet de muziek lekker
hard en zing uit volle borst mee. En
vergeet natuurlijk niet om hierbij door de
kamer te springen. Succes gegarandeerd,
echt waar! Ik doe het vaak genoeg.
Eigenlijk hebben we jou alleen maar
lachend op televisie gezien. Stop jij ooit
met lachen?
Hahahaha! Ik stop alleen om te ademen.
Tessa Nagels
5LEF April 2012
‘ Een slechte verliezer?
Ik ben één grote glimach!’
Wie heeft niet de auditie gezien van de energieke en altijd vrolijke Paul Turner in The Voice of Holland?
Met zijn gespring en gedans won hij vele harten en was hij verzekerd van een grote schare fans. Maar er
waren ook kritische geluiden te horen in het publiek. Kortom, iedereen had wel een mening over de goed
lachse Paul. LEF is benieuwd hoe het met hem is na de spannende finale van The Voice. Hoe was het voor
hem om na zoveel commotie rond zijn performance nét niet te winnen? En hoe ziet hij zijn toekomst nu?
LEF April 201210
Ruben (14) en Nynke (26) verloren allebei een broer aan kanker. Hoe gaan zij hiermee om? Twee brussen praten samen over verlies.
Wanneer zijn jullie broers overleden?
Nynke: Ik was acht jaar toen Arjen overleed. Hij was dertien en
had een tumor in de neusholte, met uitzaaiingen.
Ruben: Het was november 2010 toen ik hoorde dat Thomas niet
meer beter zou worden. Ik weet nog hoe boos ik werd. Daarna
omhelsde ik hem lang. Thomas had een rhabdomyosarcoom
(een tumor van de weke delen, red.) en was al twee jaar ziek.
Wat missen jullie het meest?
Ruben: Alles. Het samen spelen, voetballen en gamen. Thomas
was maar twee jaar jonger dan ik. Hij was echt mijn maatje,
we deden alles samen. Toen hij ziek werd, veranderde dat. Veel
dingen kon hij niet meer. Toch was ik vaak bij hem. We keken
samen voetbal in het ziekenhuis, of ik zat gewoon naast hem te
gamen terwijl hij op de bank lag. We hielden van dezelfde din-
gen, bijvoorbeeld voetbal, maar qua karakter leken we helemaal
niet op elkaar. Ik ben heel impulsief en maak snel contact met
nieuwe mensen. Thomas was goed in het onderhouden van die
contacten.
Nynke: Eigenlijk alles, maar vooral de grote broer die me
beschermt. Het is dan wel 18 jaar geleden dat Arjen overleed,
maar ik denk nog elke dag aan hem. Dat is niet minder gewor-
den. Arjen was een buitenjongen. Hij was heel actief en hield
van kattenkwaad uithalen, zoals rotjes afsteken. Soms was hij
ook wel een beetje koppig.
Praten jullie thuis over jullie broers?
Ruben: We hebben het thuis heel veel over Thomas. Mijn zusje
Hannah van zes begint te pas en te onpas over hem. En ik zeg
het meteen als ik iets zie of doe wat Thomas gaaf zou vin-
den, zoals skiën of snowboarden. Of als ik een liedje hoor dat
Thomas mooi vond. Thomas hoort gewoon bij ons gezin en dat
zal altijd zo blijven. Hij is pas echt dood als er niet meer over
hem wordt gesproken.
Nynke: Wij praten thuis niet vaak over Arjen. Maar dat komt
gewoon omdat we niet zulke praters zijn. En we willen elkaar
geen verdriet doen. Ik weet dat ik altijd bij mijn ouders terecht
kan als er iets is.
Ruben: Ik kan ook altijd bij mijn ouders terecht. Toch deed ik
in de laatste weken, voordat Thomas doodging, mijn verhaal
alleen bij ooms en tantes of ouders van vriendjes. Ik denk dat
ik mijn ouders niet nog meer wilde belasten.
Gaan jullie vaak naar het graf?
Nynke: Op Arjens sterfdag en verjaardag doen we meestal iets
leuks met het hele gezin, ter gedachtenis aan hem. Vroeger ging
ik regelmatig naar zijn graf, omdat ik dacht dat het zo hoorde.
Nu kom ik er niet zo vaak meer.
Ruben: Ik ga ook niet vaak naar het graf van Thomas, ik heb de
nieuwe grafsteen niet eens gezien. Ik hoef niet naar de begraaf-
plaats om aan hem te denken. Hannah gaat wel mee met mijn
ouders.
Wat willen jullie andere jongeren in eenzelfde
situatie meegeven?
Nynke: Weet dat ze zelf gelukkig mogen zijn, ook al is hun
broer of zus overleden. Lange tijd dacht ik dat ik moest lijden
en rouwen omdat Arjen zo veel pijn had geleden en dood was
gegaan. Nu weet ik dat ik, ondanks dat, verder mag gaan. Je
mag ook best aandacht voor jezelf vragen als het niet zo goed
met je gaat. Ik had er bijvoorbeeld heel veel aan om met een
psycholoog praten.
Ruben: Ja, ik raad hun ook aan om er met iemand over te pra-
ten. Ik ben heel blij dat mijn beste vriend Stanly alles van dicht-
bij heeft meegemaakt. Hij was er vaak bij in het ziekenhuis. Hij
kende Thomas ook al van voor zijn ziekte. Als ik ergens mee zit,
kan ik altijd bij hem terecht. En op mijn nieuwe school heb ik
ook meteen verteld wat er met mijn broertje is gebeurd.
Het is ook fijn om met jongeren om te gaan die hetzelfde heb-
ben meegemaakt. Zo praatte ik met een paar meisjes die een
broer of zus hadden verloren op een symposium van de VOKK.
Dat was bijzonder. En nu is Nynke mijn maatje geworden, ook
via de VOKK. We doen af en toe iets leuks, zoals naar Walibi
World. Dat is heel gezellig. We hoeven het heus niet de hele
tijd over het verdriet te hebben. Binnenkort ga ik mee met het
jongerenkamp van de VOKK*, daar heb ik zin in!
Nynke: Het is belangrijk om met je omgeving te praten als je
ergens mee zit. Soms twijfelde ik of mijn vrienden wel over
Arjen wilden horen en dan hield ik mijn mond. Mensen weten
soms niet goed hoe ze moeten reageren. Nu ga ik een gesprek
niet meer uit de weg. En dan gaat het meestal vanzelf. Als je
zelf open bent, zijn anderen dat namelijk ook.
Waar zijn jullie broers nu?
Ruben: In de hemel.
Nynke: Ik weet het niet, dat kan ik ook niet weten.
Voor mij is de zekerheid dat hij nu rust heeft en
geen pijn meer heeft het belangrijkst.
Valerie Strategier
* Het jaarlijkse 12-18 kamp is inmiddels achter de rug.
De VOKK wil een maatjesproject opzetten voor
brussen van een overleden kind. Zou jij een maatje
willen zijn voor iemand die net als jij zijn/haar
broer of zus heeft verloren?
Mail dan naar Meike Naafs: [email protected].
LEF April 2012 11
Verlies
4-5
10-11
We verliezen allemaal wel eens, een wedstrijd, een spelletje, een weddenschap, je sleutels, je
portemonnee, je pinpas. LEFlezers hebben te maken met een ander soort verlies. Want kanker
betekent verlies van gezondheid, van haar, van een onbezorgde jeugd, van een nier, een oog
of een been, van vertrouwen in je lichaam, van vertrouwen in anderen, van vanzelfsprekend
heid, van dromen, van een broer of zus, van een onbezorgde toekomst. Ga daar maar eens
aan staan. Maar je kunt er niet voor weglopen. Vanaf de dag van de diagnose hoort verlies bij
jouw leven. En van dat leven moet je iets zien te maken, mét de verliezen die je hebt geleden.
Dat is geen gemakkelijke opgave. Het vraagt om moed en durf. LEF wil je daarvoor hand
vatten geven, maar bovenal herkenning door de verhalen van andere LEFlezers.
Marianne Naafs-Wilstra
3LEF April 2012
Politiek en macht
De afgelopen maanden waren we onder andere getuige
van de politieke strijd om het presidentschap van
Rusland, het fractie leiderschap van de PvdA en de
voorverkiezingen voor het Amerikaanse president-
schap. Bij elke strijd komt er uiteindelijk een
winnaar uit de bus maar vertrekken ook een of
meerdere verliezers met de staart tussen de
benen.
Er gaat geen dag voorbij of er woedt
wel ergens een oorlog. Syrië staat nu
dagelijks op de voorpagina, maar buiten
ons gezichtsveld spelen zich nog meer
oorlogen af.
Sport en vermaak
Veel mensen maken zich nu al druk over de komende Europese
kampioenschappen voetbal en de Olympische Spelen. Gaan
we winnen? Halen we genoeg medailles om in de top-10 te
eindigen? De oprichter van de moderne Olympische Spelen,
de Fransman Pierre de Coubertin, huldigde nog de filosofie dat
meedoen belangrijker is dan winnen, maar dat lijkt tegen-
woordig toch anders te zijn. Bij ‘tegenvallende prestaties’ valt
de nationale sportpers onmiddellijk over de ‘verliezers’ heen.
En dan de vermaakindustrie. Je kunt de TV niet aanzetten of
er is ergens wel een programma met een wedstrijdelement.
Wat bezielt ons eigenlijk? Wat hebben we met strijden? Is
dat echt zo belangrijk? Is dat omdat we winnen zo belangrijk
vinden? Wat betekent dat dan voor verliezen?
Kanker en verlies
Veel mensen zien kanker ook als een strijd. Kijk maar eens in
overlijdensadvertenties en blogs. ‘Wat is onze Jan toch een
dappere vechter.’ ‘Hij heeft zijn strijd gestreden’. ‘Van deze te-
genstander heeft ze helaas niet kunnen winnen.’ Bij dit soort
verlies lijkt het net alsof je er zelf iets aan kunt doen. Alsof
verliezen komt door te weinig inzet, gebrek aan dapperheid,
enz. Dat je alleen kunt winnen als je ‘positief bent’ en ‘ervoor
gaat’. Maar dat is een illusie.
Ieder kind met kanker is een held. En zijn ouders en brussen
ook. Allemaal leiden ze op een of andere manier een verlies.
Verlies van gezondheid, verlies van een ledemaat of orgaan,
verlies van je haar, verlies van vrienden, verlies van een school-
jaar, verlies van vanzelfsprekendheid, verlies van dromen,
verlies van zorgeloosheid, verlies van je broer of zus of vriend
of vriendin.
Verbonden in verlies
Is er dan geen goed nieuws? Ja zeker: het leven gaat door. Dat
klinkt als een cliché maar clichés zijn meestal waar. Het is ook
een opgave waar je niet alleen voor staat. Je familie en vrien-
den staan om je heen. En natuurlijk de LEF-lezers die jouw
ervaringen delen en je zonder woorden begrijpen. Verbonden
in verlies.
Marianne Naafs-Wilstra
LEF April 2012 3
leven
met verlies
De wereld lijkt soms bol te staan van strijd. Sportwedstrijden, verkiezingen, oorlogen, songfestivals, televisieprogramma’s als Wie is de Mol, Master Chef, The Voice of Holland, So You Think You Can Dance. En alleen de winst telt.
LEF April 20124
Ontploffende engel
Hoe voelde je je toen je auditie deed?
Toen de eerste stoel draaide, was het
alsof ik ontplofte! Zoals jullie weten
ben ik altijd al vrolijk en druk, maar toen
was ik echt uitzinnig.
Wat vond je het leukste aan je tijd bij
The Voice of Holland?
Vliegend als een engel het podium
opkomen! Dat was zó leuk! Roel van
Velzen had dat bedacht. Ik was blij dat
hij me zo goed begreep! Het was een
fantastische entree.
Hoe voelt het voor jou om op het podium
te staan?
Ik voel me er comfortabel, alsof dat de
plek is waar ik hoor. Ik voel me er thuis.
Ben je wel eens nerveus?
Soms, maar dat is nauwelijks aan me
te merken. Dat komt omdat ik altijd al
druk ben, dus een beetje extra vanwege
de zenuwen valt niemand op. En verder
kan ik een heel droge mond krijgen als ik
zenuwachtig ben, dat is wel vervelend als
ik moet zingen.
Tijdens de televisie-uitzendingen van The
Voice of Holland was jouw verschijning een
hot topic! Veel mensen raakten niet uitge-
praat over je. Wat heb jij daarvan gemerkt?
Volstrekt onbekenden hielden mij op
straat tegen om een handtekening te vra-
gen. Dat is echt vreemd. Ik dacht: Waarom
door de kamer! Toen ik nog heel jong was,
heb ik ooit een dans- en zangcompetitie
gewonnen. Ik kreeg een gouden medaille.
Wat was ik trots.
Toekomst als superster
Hoe kijk je terug op de show?
Mee doen was de beste beslissing van
mijn leven. Ik heb zoooooveel geleerd! En
het heeft me veel leuke ervaringen opgele-
verd. Laatst nog, toen werd ik uitgenodigd
door het programma Koffietijd om te gaan
schaatsen. Ze gaven me een paar schaat-
sen en toen reed ik voor het eerst van
mijn leven op een bevroren meer.
Dat was te gek!
En wat doe je nu?
Ik treed regelmatig op. Mensen kunnen
mij boeken voor hun feesten en festivals.
Zo kom ik door heel Nederland en kan ik
doen wat ik leuk vind.
Op televisie optreden vond ik ook heel
bijzonder. Ik hoop dat ik dit nog een keer
mag doen.
Oh, en dit is natuurlijk ook belangrijk:
binnenkort verschijnt mijn eerste single!
Betekent dit dat je voorlopig in Nederland
blijft?
Ja, ja, ja! Ik hou van Nederland én van mijn
fiets. Hm, en kroketten en bitterballen zou
ik evenmin willen missen. Haring sla ik
liever over. Ik vertrouw mijn Nederlandse
vrienden eigenlijk niet meer nadat ze me
dat hebben laten eten.
willen ze er één van mij?! Maar ik vind het
heel leuk om mensen te ontmoeten die
me steunen en met ze te kletsen.
Heb je groupies?
Hahaha, nou, ik heb enkele héél toege-
wijde fans. Zij noemen zich “the curlies”
(de krullen)!
Een goede verliezer
Wees eens eerlijk, hoe voelde je je toen je
The Voice of Holland in de finale moest
verlaten?
Ik voelde me een grote winnaar om vierde
te mogen worden in een programma waar
tienduizend mensen zich voor hadden
ingeschreven. Het zou wel heel suf zijn als
ik me daar droevig over zou voelen. Toch?
Heb je niet eens gehuild?
Neeeeeeee!!! Hahaha! Ik was juist heel
blij! Ik heb zoveel liefde en support
gehad van volstrekt onbekenden, ik
was gewoon één grote glimlach.
Dus je bent een goede verliezer?
Yeah, natuurlijk. Maar op alle vlakken, hoor.
Ik hou bijvoorbeeld erg van kaartspelletjes
of poolen. Als ik dan verlies,
vind ik dat ook geen probleem. Het spel
is tenslotte het leukste. Ik doe mee om
lol te hebben met mijn vrienden, niet om
per se te winnen.
En ben je een goede winnaar?
Hahaha... Zeker weten! Dan ren ik rondjes
‘ Een slechte verliezer?
Ik ben één grote glimach!’
Wie heeft niet de auditie gezien van de energieke en altijd vrolijke Paul Turner in The Voice of Holland?
Met zijn gespring en gedans won hij vele harten en was hij verzekerd van een grote schare fans. Maar er
waren ook kritische geluiden te horen in het publiek. Kortom, iedereen had wel een mening over de goed
lachse Paul. LEF is benieuwd hoe het met hem is na de spannende finale van The Voice. Hoe was het voor
hem om na zoveel commotie rond zijn performance nét niet te winnen? En hoe ziet hij zijn toekomst nu?
Vroeger deed je vooral mee aan musicals.
Nu treed je op als popster. Wat wil je nou
het liefste zijn?
Als kind wilde ik dierenarts of astronaut
worden. En nu wil ik een SUPERSTER wor-
den! Geintje. Ik ben heel blij om ervaring
te hebben gehad in de musicalwereld.
Maar de optredens die ik nu doe vind ik
leuker. Ik voel dat ik op de goede weg ben.
Springen door de kamer
Van welke muziek ga jij spontaan dansen?
Op dit moment word ik enthousiast van
Domino van Jessie J. En verder kan je mij
altijd de dansvloer op krijgen met muziek
van Queen, Lady Gaga, Madonna en
Katy Perry.
Welke muziek raad jij aan als mensen zich
droevig voelen?
Dan heb je muziek nodig die je blij maakt.
Dat kan van alles zijn, maar ik raad een
uptempo song aan. Zet de muziek lekker
hard en zing uit volle borst mee. En
vergeet natuurlijk niet om hierbij door de
kamer te springen. Succes gegarandeerd,
echt waar! Ik doe het vaak genoeg.
Eigenlijk hebben we jou alleen maar
lachend op televisie gezien. Stop jij ooit
met lachen?
Hahahaha! Ik stop alleen om te ademen.
Tessa Nagels
5LEF April 2012
‘ Een slechte verliezer?
Ik ben één grote glimach!’
Hoe word je deskundige op het
gebied van afscheid en rouw?
Tja, dat is een lastige vraag! Ik ben
opgeleid als pedagogisch hulpverle
ner en heb daarnaast allerlei scho
lingen gevolgd over het begeleiden
van mensen bij ziekte, sterven en rouw. Eigenlijk denk
ik dat vooral ervaringen heel belangrijk zijn. De dingen
die ik zelf heb meegemaakt en alles wat ik leer van de
mensen die ik begeleid.
Je hebt een bijzondere belangstel-
ling voor kinderen en jongeren en
verlies. Hoe is dat zo gekomen?
Ik wist al vroeg dat ik iets wilde
gaan doen met kinderen en
jongeren. Tijdens mijn studie
hoopte ik op een stage op de kinderafdeling, en
dat lukte! Daar is mijn belangstelling voor het
begeleiden van zieke kinderen en jongeren alleen
maar groter geworden. Ook ging ik mij verdiepen in
de begeleiding als kinderen niet meer beter worden
en verliesverwerking. Eigenlijk is het toen alleen maar
gegroeid en gegroeid. Nu doe ik dit vanuit mijn eigen
praktijk.
Hoe kan de omgeving deze jongeren
helpen en steunen?
Ten eerste denk ik dat het belangrijk
is dat jongeren de ruimte krijgen om
betrokken te mogen zijn bij het verlies.
Goede informatie en ondersteuning
is heel belangrijk. Ook is het goed dat zij daarin zichzelf
kunnen zijn. Als omgeving sluit je aan bij de jongere. Soms
betekent dat juist geen gesprek, maar bijvoorbeeld een
lange wandeling.
Waar lopen jongeren die een verlies
verwerken vooral tegenaan?
Alleen het ‘jongere zijn’ vraagt al veel.
School, vrienden, sport en noem maar op.
Eigenlijk wil je alleen daar mee bezig zijn
en dan kom je terecht in een situatie van
verlies en verdriet. Jongeren vinden het vaak moeilijk om de
eigen gevoelens te herkennen en te uiten. Je weet misschien
ook nog niet hoe je hier mee om moet gaan en wat je helpt.
Het is vaak een zoektocht voor jongeren.
Wat is belangrijk voor jongeren die een
broer of zus of vriend of vriendin verliezen?
Ruimte. Dat klinkt misschien een beetje
raar, maar ik bedoel hiermee de ruimte
die je mag nemen voor het verlies en alle
gevoelens die daarbij komen kijken. Alles
mag er zijn! Vaak is dat een eerste stap. Het is belangrijk om
niet weg te lopen voor het verlies en verdriet. Door met de
emoties aan de slag te gaan, leer je er mee omgaan.
LEF April 20126
Bo van Aalst deskundige bij ziekte, afscheid en rouw Praktijk bo
In het volgende nummer!De volgende LEF gaat helemaal over media en hoe zij omgaan met kanker. TV, kranten, bladen, websites en blogs. Hoe ervaar jij
de berichten in de media? Heb je zelf wel eens meegewerkt aan een interview voor TV of een groot tijdschrift? Jouw mening of
ervaring nemen we graag op. Mail naar [email protected].
Welke rol kan de school spelen?
School heeft een heel belangrijke rol! Je
brengt veel tijd door op school. Als je te
maken krijgt met de dood en rouw is het
belangrijk dat de school veiligheid en
erkenning biedt. Ook hier mogen deze
gevoelens zijn en is het fijn om op iemand terug te kunnen
vallen, een mentor of leerlingbegeleider bijvoorbeeld.
Hoe kunnen jongeren die vastlopen in
hun verdriet de juiste begeleiding vinden?
Dat kan op verschillende manieren.
Er zijn veel professionals die zich bezig
houden met verliesverwerking. Mogelijk
kan de huisarts een goede doorver
wijzing geven, maar je mag ook zelf iemand zoeken. Op
internet is veel informatie te vinden. Bijvoorbeeld op de
website www.landelijksteunpuntrouw.nl en www.achter
deregenboog.nl. Het is belangrijk dat de begeleiding goed
voelt.
Wat is de grootste uitdaging wanneer je
jongeren begeleidt?
Het begint met ‘verbinding maken’. Als
ik een verbinding heb met de jongere en
het voelt goed, gaan we samen op zoek
naar het verhaal en alles wat daarbij komt
kijken. De uitdaging is om de jongere in te laten zien dat hij
of zij degene is die de wijsheid heeft en de mogelijkheid om
zichzelf te helpen!
Wat raad je elke jongere die een
verlies verwerkt aan?
Loop vooral niet weg voor de
situatie en eigen gevoelens. Jonge
ren voelen zich vaak niet normaal
door wat zij meemaken en voelen,
maar er is niks geks aan. Het mag er allemaal zijn. Jij
mag er zijn! Als je er niet uitkomt, kan het goed en fijn
zijn om er met iemand over te praten. En ook dat is
helemaal niet raar.
Wil je nog iets aan LEF kwijt?
Ja zeker! Op de website
www.doodgewoononline.nl kun
je terecht met jouw verhaal. Het is
een website speciaal voor jonge
ren die te maken hebben (gehad)
met de dood. Je kunt hier chatten en veel informatie
vinden. Ook op mijn eigen website www.praktijkbo.nl
vind je meer informatie.
LEF April 2012 7
Heb je zelf vragen of wil je graag reageren op mijn antwoorden?
Stuur mij dan een mailtje info@praktijkbo.nl of
twitterbericht @BovanAalst
Winnen en verliezen, twee tegengestelde begrippen waarmee
je in het leven regelmatig te maken krijgt. Met het een mis
schien iets meer dan het ander. Van winnen geeft de Van Dale
de volgende definitie: ‘in een strijd zegevieren’. Verliezen wordt
beschreven als ‘kwijtraken of overwonnen worden’.
Winnen is natuurlijk altijd fijn. Je voelt je glorieus na een
mooie overwinning, hoe nipt deze ook is. Als je een pot scha
ken wint van je vader, broer of zus, dan kun je je intens geluk
kig voelen. Maar wat als je verliest? Er zijn mensen die totaal
niet tegen hun verlies kunnen. Ze spelen vals of verwisselen
stiekem spelkaarten als hun tegenspelers even niet opletten.
Zo hebben ze meer kans om te winnen, maar eerlijk is anders.
Kun je wel blij zijn met zo’n schijnoverwinning? En zouden
je tegenspelers het echt niet door hebben? Ik vraag het me
af. Waarschijnlijk hebben ze gewoon geen zin in een huis vol
herrie. Want wanneer een slechte verliezer onverhoopt toch
verliest, is het leed vaak niet te overzien. Dobbelstenen vliegen
door de kamer, spelkaarten sneuvelen en zelfs speelborden
worden vernield. Logisch dat je weinig zin hebt om met zo’n
slechte verliezer nog een spelletje te doen, zeker niet als deze
zijn boosheid ook nog eens op jou, de winnaar, botviert.
Dan heeft een virtueel spelletje toch de voorkeur. Veilig achter
je beeldscherm je tegenstander inmaken zonder de kans van
een aanval op jou of het speelbord. Op zijn hoogst kan de
computer of smartphone een knal kan verwachten. Want je
moet toch ergens je frustratie kwijt?
Zelf ben ik niet zo agressief aangelegd al ben ik op dit moment
dik aan het verliezen met een potje Wordfeud. Waarom heb ik
alleen maar medeklinkers en schudt mijn tegenstander prach
tige woorden, met ook nog eens triple woordwaarde, uit zijn
mouw? Het leven is niet altijd eerlijk. Maar om mijn telefoon
nu tegen de muur te smijten, nee. Daarvoor ben ik te veel aan
het ding gehecht. Ik zie mijn tegenstander wel weer in real life
of ik pak hem terug in het volgende potje.
Birgit de Bruin
Terwijl ik deze column schrijf, zit ik op
een veranda in Darling, Zuid-Afrika. Een
uur rijden vanaf Kaapstad kijk ik uit over
de lichtjes van de kleine township van
dit plaatsje en bedenk, weet, dat wij niet
weten wat echt verlies is. Met wij bedoel
ik wij, westerlingen. Wij van de generatie
na de babyboomers. Ik zit hier met een
ultradunne laptop op mijn schoot die ik
gekocht heb omdat hij zo handig was voor
op reis. Ik reis veel voor de topsport die ik
bedrijf. Mijn laptop kostte waarschijnlijk
een jaarsalaris van de vrouw die ik vanmid-
dag met haar kind op de heup langs de
snelweg zag lopen. Of eerder een onbereik-
baar fortuin, omdat ze werkloos is, zoals
zo velen hier in Zuid-Afrika. En ik kocht die
laptop omdat ik hem zo handig vond.
Verlies. Ik mijmer voor me uit. Wat is ver-
lies? Het verlies van mijn been was ergens
een opluchting. Het verlies van je vrijheid
lijkt me vele malen erger. Hoe lang was
Zuid-Afrika niet een gevangenis voor vele
bevolkingsgroepen? Ik kan me gewoon-
weg niet voorstellen dat ik een bus niet
in zou mogen omdat ik gehandicapt ben.
Of niet zou mogen stemmen vanwege
mijn beperking. Ik zou gek worden, DWDD
bellen en het tot een nationale rel maken.
Waarna ik waarschijnlijk bij de rechter
een schadevergoeding zou afdwingen die
me in staat zou stellen riant te leven tot
aan mijn pensioen. In Nederland kun je
onrecht aanvechten. Hier, in Zuid-Afrika,
heerste onrecht eeuwenlang. Met Apart-
heid als feit na de tweede wereldoorlog.
De mensen hier hebben verliezen geleden
die ik nooit ten volle zal kunnen begrijpen.
Ze hebben letterlijk moeten vechten om
hun bestaansrecht af te dwingen.
Na de amputatie van mijn been heb ik de
mogelijkheid gekregen en gegrepen om top-
sporter te worden. Uit iets heel stoms, kan-
ker, kwam iets heel moois voort: topsport.
En gelukkig zie ik dat ook hier, in Darling, in
Zuid-Afrika. Uit die stomme, idiote, Apart-
heid kwam iets moois voort: geen oorlog,
maar vrede als ultiem bewijs van bescha-
ving. Blank en zwart zijn nog niet vanzelf-
sprekend gelijk, dat is duidelijk te zien. Ze
zijn er nog niet, maar ze komen er wel. Zelfs
het zwaarste verlies kent dus lichtjes, aan
het eind. Het is nog niet verloren.
Marije Smits
Lichtjes
LEF April 20128
Spelletjes
De top
bereiken
en dan willen
stijgen.
Dalend klim ik
nog verder,
vol, vol van trots
leeg, leeg van mijn doel.
Aja Blanken
Een stop op mijn gedachtenEen stop op mijn gedachten.Tot hier, en hou nou op!Ik wil een stop op mijn gedachten.Tot hier, niet verder, stop!
Wanneer de woorden blijven gaanIn mijn hoofd, niet blijven staan.
Wil ik een stop op mijn gedachten.Tot hier, niet verder, stop!
Hermien Stegerman*
* Hermien overleed in december 2011 en stuurde kort voor haar dood dit gedicht toe
Schrijf
‘t maarWil je jouw gedicht zien op deze pagina,
stuur het dan naar [email protected]
LEF April 2012 9
ik wens je lichtIn momenten van zorgenik wens je hoop met uitzicht op morgen
ik wens je zachtheidals woorden te hard zijnen vreugde en vredeals gedachten te zwart zijnanoniem
Ik wil niks kwijt
waar ik aan ben gehecht
ik wil niet verliezen
waar ik voor vecht
ik kan niet zonder
wat bij me moet horen
ik wil vinden
wat ik ben verloren
maar hoe kan het nou
dat ik je ben verloren
ik was zo zuinig op jou
ik wilde je niet kwijt
maar moest je laten gaan
zonder dat ik het wou
door je strijd te verliezen
heb je toch gewonnen
verloren uit dit leven
opnieuw begonnen
jou verliezen
rouw een nieuwe start
toch gevonden
voor eeuwig in mijn hart
Fabienne Hoogeveen
LEF April 201210
Ruben (14) en Nynke (26) verloren allebei een broer aan kanker. Hoe gaan zij hiermee om? Twee brussen praten samen over verlies.
Wanneer zijn jullie broers overleden?
Nynke: Ik was acht jaar toen Arjen overleed. Hij was dertien en
had een tumor in de neusholte, met uitzaaiingen.
Ruben: Het was november 2010 toen ik hoorde dat Thomas niet
meer beter zou worden. Ik weet nog hoe boos ik werd. Daarna
omhelsde ik hem lang. Thomas had een rhabdomyosarcoom
(een tumor van de weke delen, red.) en was al twee jaar ziek.
Wat missen jullie het meest?
Ruben: Alles. Het samen spelen, voetballen en gamen. Thomas
was maar twee jaar jonger dan ik. Hij was echt mijn maatje,
we deden alles samen. Toen hij ziek werd, veranderde dat. Veel
dingen kon hij niet meer. Toch was ik vaak bij hem. We keken
samen voetbal in het ziekenhuis, of ik zat gewoon naast hem te
gamen terwijl hij op de bank lag. We hielden van dezelfde din-
gen, bijvoorbeeld voetbal, maar qua karakter leken we helemaal
niet op elkaar. Ik ben heel impulsief en maak snel contact met
nieuwe mensen. Thomas was goed in het onderhouden van die
contacten.
Nynke: Eigenlijk alles, maar vooral de grote broer die me
beschermt. Het is dan wel 18 jaar geleden dat Arjen overleed,
maar ik denk nog elke dag aan hem. Dat is niet minder gewor-
den. Arjen was een buitenjongen. Hij was heel actief en hield
van kattenkwaad uithalen, zoals rotjes afsteken. Soms was hij
ook wel een beetje koppig.
Praten jullie thuis over jullie broers?
Ruben: We hebben het thuis heel veel over Thomas. Mijn zusje
Hannah van zes begint te pas en te onpas over hem. En ik zeg
het meteen als ik iets zie of doe wat Thomas gaaf zou vin-
den, zoals skiën of snowboarden. Of als ik een liedje hoor dat
Thomas mooi vond. Thomas hoort gewoon bij ons gezin en dat
zal altijd zo blijven. Hij is pas echt dood als er niet meer over
hem wordt gesproken.
Nynke: Wij praten thuis niet vaak over Arjen. Maar dat komt
gewoon omdat we niet zulke praters zijn. En we willen elkaar
geen verdriet doen. Ik weet dat ik altijd bij mijn ouders terecht
kan als er iets is.
Ruben: Ik kan ook altijd bij mijn ouders terecht. Toch deed ik
in de laatste weken, voordat Thomas doodging, mijn verhaal
alleen bij ooms en tantes of ouders van vriendjes. Ik denk dat
ik mijn ouders niet nog meer wilde belasten.
Gaan jullie vaak naar het graf?
Nynke: Op Arjens sterfdag en verjaardag doen we meestal iets
leuks met het hele gezin, ter gedachtenis aan hem. Vroeger ging
ik regelmatig naar zijn graf, omdat ik dacht dat het zo hoorde.
Nu kom ik er niet zo vaak meer.
Ruben: Ik ga ook niet vaak naar het graf van Thomas, ik heb de
nieuwe grafsteen niet eens gezien. Ik hoef niet naar de begraaf-
plaats om aan hem te denken. Hannah gaat wel mee met mijn
ouders.
Wat willen jullie andere jongeren in eenzelfde
situatie meegeven?
Nynke: Weet dat ze zelf gelukkig mogen zijn, ook al is hun
broer of zus overleden. Lange tijd dacht ik dat ik moest lijden
en rouwen omdat Arjen zo veel pijn had geleden en dood was
gegaan. Nu weet ik dat ik, ondanks dat, verder mag gaan. Je
mag ook best aandacht voor jezelf vragen als het niet zo goed
met je gaat. Ik had er bijvoorbeeld heel veel aan om met een
psycholoog praten.
Ruben: Ja, ik raad hun ook aan om er met iemand over te pra-
ten. Ik ben heel blij dat mijn beste vriend Stanly alles van dicht-
bij heeft meegemaakt. Hij was er vaak bij in het ziekenhuis. Hij
kende Thomas ook al van voor zijn ziekte. Als ik ergens mee zit,
kan ik altijd bij hem terecht. En op mijn nieuwe school heb ik
ook meteen verteld wat er met mijn broertje is gebeurd.
Het is ook fijn om met jongeren om te gaan die hetzelfde heb-
ben meegemaakt. Zo praatte ik met een paar meisjes die een
broer of zus hadden verloren op een symposium van de VOKK.
Dat was bijzonder. En nu is Nynke mijn maatje geworden, ook
via de VOKK. We doen af en toe iets leuks, zoals naar Walibi
World. Dat is heel gezellig. We hoeven het heus niet de hele
tijd over het verdriet te hebben. Binnenkort ga ik mee met het
jongerenkamp van de VOKK*, daar heb ik zin in!
Nynke: Het is belangrijk om met je omgeving te praten als je
ergens mee zit. Soms twijfelde ik of mijn vrienden wel over
Arjen wilden horen en dan hield ik mijn mond. Mensen weten
soms niet goed hoe ze moeten reageren. Nu ga ik een gesprek
niet meer uit de weg. En dan gaat het meestal vanzelf. Als je
zelf open bent, zijn anderen dat namelijk ook.
Waar zijn jullie broers nu?
Ruben: In de hemel.
Nynke: Ik weet het niet, dat kan ik ook niet weten.
Voor mij is de zekerheid dat hij nu rust heeft en
geen pijn meer heeft het belangrijkst.
Valerie Strategier
* Het jaarlijkse 12-18 kamp is inmiddels achter de rug.
De VOKK wil een maatjesproject opzetten voor
brussen van een overleden kind. Zou jij een maatje
willen zijn voor iemand die net als jij zijn/haar
broer of zus heeft verloren?
Mail dan naar Meike Naafs: [email protected].
LEF April 2012 11
Sinds aan half jaar volg ik de VOKK via Twitter en Facebook en zo
kom ik op allerlei blogs over kinderen met kanker. Dat vind ik echt
heel interessant en ik kijk wel drie keer in de week hoe het met
die kinderen gaat. Ik probeer me dan te verplaatsen in hoe het
voor mijn ouders moet zijn geweest toen ik ziek was. Maar soms
word ik er ook heel somber van want er overlijden ook kinderen.
En daar kan ik eigenlijk niet goed tegen. Ik probeer nu een balans
te zoeken want ik wil niet telkens geconfronteerd worden met al
dat verdriet.
Willemijn
Door mijn ziekte ben ik echt achter geraakt op school en er zat
niets anders op dan een jaar over te doen. Ik zag er ongelooflijk
tegenop om in een heel nieuwe groep te starten, maar uitein-
delijk is het allemaal reuze meegevallen. Er was al snel een klik
met een paar klasgenoten en ik hoor er nu helemaal bij. Door het
verlies van een schooljaar heb ik er een paar heel leuke vrienden
bij gekregen. En ik hoef niet zo verschrikkelijk te stressen want de
vakken gaan me lekker makkelijk af omdat ik alles voor de tweede
keer doe.
Yannick
Wil je jouw zegje
doen in tijd voor
jouw mening?
Kruip dan snel achter je PC
of laptop en mail naar
Mijn naam is Adinda Metzelaar, 24 jaar, uit Heiloo. Toen ik 15 was werd bij mij een keeltumor ontdekt. Ik ben van mijzelf sportief ingesteld
en vind het lekker om buiten te wandelen en te fietsen. Ik fiets dit jaar mee met de Ketting van Ballonnen om de kinderen en jongeren die
op dit moment kanker hebben een hart onder de riem te steken en aan iedereen te laten zien dat er leven is na kanker. Ik vind de Kanjer-
Ketting een prachtig idee. Ik heb veel zin om te gaan fietsen en denk dat het een week wordt om niet te vergeten.
Wil je lezen wie er nog meer meefietsen, kijk dan op www.vokk.nl > Wat doen wij > Ketting van Ballonnen.
Adinda Metzelaar
Het op waarheid gebaseerde boek ‘Achtste-Groepers Huilen Niet’ van Jacques Vriens
is verfilmd. Het verhaal gaat over de 11-jarige Akkie, een meisje dat ontzettend goed
kan voetballen. Haar klasgenoot Joep vindt dat meisjes niet kunnen voetballen, maar
Akkie is dat helemaal niet met hem eens en gaat daar vaak fel tegenin. Terwijl de klas
van Akkie zich voorbereidt op de Cito-toets, het schoolkamp en het grote slottoernooi,
blijkt dat de vele blauwe plekken van Akkie niet van het voetballen en het stoeien
komen. Akkie heeft leukemie. Ze wordt opgenomen in het ziekenhuis en haar ouders,
juf Ina en haar klasgenoten steunen haar zo goed als ze kunnen. Helaas wordt Akkie,
ondanks de behandelingen van de lieve dokter Snor, niet beter en overlijdt ze.
De film is indrukwekkend en bevat, naast het verdriet, ook veel humor. Bijzonder is het
te zien hoe de klas met Akkie meeleeft en haar bijzondere verrassingen bezorgt.
Een leuk weetje is dat onze KanjerKetting een belangrijke rol speelt
in de film. Daar hebben we op het VOKK-kantoor hard voor
moeten rijgen!
www.achtstegroepersdefilm.nl
LEF April 201212
Film ‘Achtste-Groepers Huilen Niet’
Dag Leontine,
Mijn zusje heeft sinds december kanker
– Hodgkin – en ik ben zo bang want vorig
jaar is een neefje van mijn beste vriendin
doodgegaan aan kanker. Mijn vriendin en
ik zijn allebei ongerust. Stel dat mijn zusje
ook doodgaat. Haar neefje was dertien,
mijn zusje is nu bijna twaalf. Hij had wel
wat anders – een tumor in zijn been - en
mijn moeder zegt dat mijn zusje goede
kansen heeft. Maar toch lig ik er wakker
van, en mijn vriendin ook. Wij zijn allebei
veertien jaar.
Groetjes, Bregje
Hoi Bregje,
Ik kan me goed voorstellen dat je ongerust
bent over je zusje. Misschien lucht het op
als je dit vertelt aan je ouders? Dan kunnen
jullie daar samen over praten. Als je er thuis
liever niet over praat, kun je ook een leraar
of mentor op school in vertrouwen nemen?
Verder zijn jij en je vriendin altijd welkom
op de jongerenactiviteiten en kampen van
de VOKK. Hier komen alleen maar jongeren
die te maken hebben met kanker en dus
precies weten hoe jij je voelt.
Sterkte de komende tijd voor jou, je
vriendin en je zusje!
Groetjes, Leontine
Heb jij vragen?
Vriendenvragen, schoolvragen,
hulpvragen,
vanallesvragen?
Stuur ze naar LEFletters,
p/a VOKK,
Schouwstede 2b,
3431 JB Nieuwegein.
Mailen mag ook: [email protected].
Hoi Leontine,
Als klein kind heb ik kanker gehad, ik
weet er zelf niets meer van. Maar kan het
ook zo zijn dat je je door zo’n ziekte als
kind emotioneel niet goed aan je ouders
hecht? Ik vind het sowieso heel moeilijk
om te praten over de ziekte, maar ook
andere emoties kan ik niet goed aan mijn
ouders laten zien. Ik vraag me af of dat
door mijn verleden kan komen. Kun je daar
antwoord op geven?
Groetjes, Marrianne
Hoi Marrianne,
Het is wel bekend dat ouders van een ern-
stig ziek, jong kind moeite kunnen hebben
zich aan hun kindje te hechten. Misschien
komt het andersom ook wel voor, dat
kinderen die ernstig ziek zijn (geweest) on-
bewust afstand nemen van hun ouders om
hun verdriet te besparen. Overigens wordt
niet in elk gezin even makkelijk over ge-
voelens gesproken. Misschien is jouw gezin
wel niet zo’n ‘praat-gezin’. Het is, denken
we, wel fijn als je eens zou praten met een
psycholoog of therapeut. Die kan je helpen
alles op een rijtje te zetten. Misschien wil-
len je ouders wel een keer aanschuiven. Je
huisarts kan je verwijzen.
Succes, Leontine
Ha Leontine,
Mijn broer is twee jaar geleden overleden
en ik mis hem nog elke dag. We scheelden
maar anderhalf jaar en deden heel veel
dingen samen. Meestal kan ik er wel mee
omgaan, maar soms is het te veel en voel
ik me echt waardeloos. Met mijn ouders
kan ik er gelukkig over praten, maar ik wil
hen niet steeds lastig vallen want ze heb-
ben het natuurlijk ook moeilijk. Mijn vrien-
den begrijpen me niet. Ze vinden het heel
erg maar voelen het niet mee. Hoe kan ik
ze duidelijk maken dat ik me zo ontzettend
rot voel omdat mijn broertje dood is?
Jorrit
Hoi Jorrit,
Fijn dat je er in ieder geval met jouw ouders
over kunt praten. En maak je geen zorgen
dat je hen lastig valt – je kunt je ouders
nooit lastig vallen! En ze willen vast niet dat
je jouw zorgen verbergt. Voor jouw vrienden
is het waarschijnlijk heel moeilijk om te
bedenken hoe jij je voelt en hoe het is om
een broer of zus te verliezen. Misschien
kun je contact maken met andere jonge-
ren die hetzelfde hebben meegemaakt via
de VOKK. Kijk eens op de website welke
activiteiten, bijeenkomsten en kampen we
organiseren voor jongeren.
Groetjes, Leontine
leontine’s
LEF April 2012 13
delen zonder veel woordenVOKK-kamp voor 18 jaar en ouder
In 2011 ben ik mee geweest naar het 18+ kamp in Bergen op Zoom. Ik voelde mij er erg thuis omdat iedereen, lotgenoten en brussen, elkaar begrijpt. Het was ook erg goed om stil te staan bij de overleden kinderen.
Nathalie van den Heuvel
Mijn eerste kamp was dat van 2000 in Katwijk aan Zee. Ik was 13 jaar. Nu ben ik bijna 25 en in al die
12 jaar heb ik geen VOKKkamp overgeslagen. Soms had ik zelfs het geluk van twee kampen per jaar.
De eerste keer was erg spannend maar het was heerlijk even weg te zijn van huis. Bij thuiskomst was
het eerste wat ik tegen mijn ouders zei dat het zo fijn was dat je gewoon helemaal NIKS hoefde uit te
leggen aan lotgenoten. Dit jaar wordt mijn 15e kamp, een jubileum dus. Ik geniet van elk weekend weg
met de VOKK en de komende 12 jaar ga ik er zeker ook proberen bij te zijn.Barbara van der Laan
LEF April 2012
Het 18+ kamp is voor mij steeds weer een bijzondere ontmoeting met de jongeren die mee gaan. Ook deze keer is het weer gelukt om er met elkaar een mooi kamp van te maken. Een kamp met een lach en een traan zoals het bedoeld is. De openheid van de jongeren doet mij iedere keer weer beseffen hoe bijzonder en belangrijk deze kampen zijn. Het is en blijft een prachtig onderdeel van mijn werk bij de VOKK.Mieke Spaink
14
LEF April 2012 15
Kamp is voor mij gezelligheid, delen en
zonder veel woorden weten wat de an
der doormaakt of heeft doorgemaakt.
Ik heb een superkamp gehad met leuke
activiteiten en het is zeker voor herha
ling vatbaar.Catharina Deurloo
Wat een bijzondere ervaring was het 18+ kamp! Als stagiaire bij de VOKK ging ik dit kamp voor het eerst mee als begeleiding. Ik vond alleen de samenkomst al prachtig om te zien. Het is een bijna niet te beschrijven sfeer van verbondenheid, herkenning en begrip. Wat een gezelligheid bij de StayOkay in Bergen op Zoom, maar ook ruimte voor serieuze dingen en gevoelens. Een weekend om niet gauw te vergeten. Amber van Ameijde
mei t/m augustus 2012
diverse vrijdagen
dreAmnIght At the Zoo
Plaats: diverse dierentuinen in Nederland
Tijd: 18.00 22.00 uur
Voor wie: gezinnen
Deelname: gratis
Bijzonderheden: houd voor data onze
nieuwsbrief en de agenda van onze
website in de gaten
Info: 030 242 29 44
Opgave: www.vokk.nl
Zondag 10 juni
de lACh vAn Zoete lIeve gerrItJe
Plaats: Den Bosch
Voor wie: hele gezin (kinderen tot 14 jaar)
Tijd: 10.00 16.00 uur
Deelname: gratis
Info: 030 242 29 44
Opgave: www.delach.info
Zaterdag 16 juni
nIKe SuPer SPort event 2011
Plaats: Campus Nike in Hilversum
Tijd: 13.00 – 17.00 uur
Voor wie: (ex)patiënten en brussen
van 8 t/m 18 jaar
Deelname: gratis
Info en opgave: 030 – 242 29 44
Zondag 8 juli
WheelS & WIngS –
good CAuSe rAllY
Plaats: vliegveld Twente
Tijd: hele dag
Voor wie: gezinnen met kind
van 8 t/m 20 jaar
Deelname: gratis
Info: 030 – 242 29 44
Opgave: www.vokk.nl
meer InFo?
Kijk voor de actuele agenda op:
www.vokk.nl > agenda en volg ons op
Twitter: @vokk_nl.
Schrijf ook in op onze digitale nieuwsbrief
via www.vokk.nl.
Tijdens de kampen van de
VOKK heb ik vrienden voor het
leven gemaakt. Ik vind het fijn
dat er tijdens zo’n weekend een
goede balans is tussen serieuze
gesprekken en lol maken. Het
zorgt voor een gezellige en
gezamenlijke sfeer. Iedereen is
betrokken bij elkaar. Marrit Hoekstra
MarijeVanwege mijn epilepsie mag ik veel dingen niet, maar ik ga en sta
waar ik wil. En die hersentumor? Ik heb veel geluk gehad dat ik hier
nog sta en dat ik geen afscheid heb hoeven nemen van de mensen
om mij heen. Sterker: mede dankzij de tumor heb ik heel veel
goede mensen ontmoet. Iedereen heeft wel eens afscheid moeten
nemen: van iemand die je lief is of van dingen die je kon. Helaas
ik ook. Maar ik ben er sterker door geworden en ben dingen meer
gaan waarderen. Mijn vrienden steunen me altijd, daardoor wordt
de band alleen maar sterker.
Wanneer bij jou of je broer of zus de diagnose kanker wordt gesteld, voelt het alsof de grond onder je voeten vandaan zakt. Weg controle, weg toekomstplannen, weg veiligheid. Vanaf nu ligt het lot van het gezin in handen van de medische wereld. Toch zeggen mensen die een ziekteproces van zo dichtbij hebben meegemaakt regelmatig dat ze ‘er sterker uit zijn gekomen’. Ligt dat echt zo dicht bij elkaar? Kan iets wat zoveel schade aanricht, tegelijkertijd ook het beste zijn wat je kan overkomen? Enkele jongeren vertellen hoe zij ertegenaan kijken.
LEF April 201216
‘Dat ik ziek ben geweest, is zowel een vloek als een zegen’
RenateIn 2002 vertelde de oncoloog:
‘Renate, je hebt een kwaadaar-
dige tumor in je knie. Je krijgt
chemotherapie waardoor je haar
zal uit vallen en je allerlei bijwer-
kingen krijgt, maar we kunnen
je been behouden. Heb je verder
nog vragen?’ Een half jaar later was
de behandeling achter de rug en was
ik een kunstknie rijker en begon mijn
haar weer te groeien. Maar de knie
raakte ontstoken en dat bleek helaas chronisch,
met andere woorden: het zou nooit meer over gaan. Mijn
been zat er nog aan maar ik kon er niets mee. Ik kreeg zo schoon
genoeg van de antibiotica en dagelijks meerdere keren het verband
verschonen, dat ik er uiteindelijk voor heb gekozen mijn been te
laten amputeren. Mijn eerste gedachte toen ik na de operatie wak-
ker werd, was: Yes, nu mag ik mee op Winterkolder*. Hoe krom kan
een menselijk brein soms zijn. Op de foto zie je mij op de ski, met
vlechtjes aan de helm vanwege het thema ‘Heidi en Peter’. Ik ben
mijn been verloren maar heb de piste overwonnen.
CatharinaDoor mijn ziekte verloor ik mijn been. Omdat ik zo jong was, dacht
ik dat een ‘gewoon’ leven er voor mij niet meer in zat. Winterkol-
der* was een soort omslag. Aanvankelijk zag ik die vakantieweek
helemaal niet zitten. Ik kon niet eens skiën op twee benen, laat
staan op één. Maar tijdens Winterkolder ontdekte ik dat ik meer
kon dan ik dacht. Dat stimuleerde mij om er 100% voor te gaan.
Nu, bijna 10 jaar later, kan ik nog veel meer dan ik toen voor mo-
gelijk hield. Ondanks verlies heb ik ook veel gewonnen. Zonder de
mensen die ik via de VOKK en Winterkolder heb leren kennen, had
ik dit misschien niet bereikt. We stimuleerden elkaar en sleepten
elkaar erdoorheen, zonder al te veel woorden. Omdat ik er nog
meer uit wil halen, ben ik weer begonnen met revalideren maar dan
met een microprocessor-gestuurde knie. Hiermee hoop ik weer op
ongelijk terrein te kunnen lopen en gewoon te kunnen traplopen.
*Winterkolder is een van de kampen van de Stichting Kinderoncologische Vakantiekampen, www.skov.nl.
Tim Dat ik ziek ben geweest, is zowel een vloek als een zegen. Een zegen
omdat de ervaring je sterker maakt. Vrienden en familie zijn er
nu voor het leven. Op veel gebieden ben ik mentaal ijzersterk. Als
het gaat om het dragen van pijn, ben ik een veteraan die alles wel
gezien heeft. Daarnaast is het een vloek omdat het zó eenzaam is.
Ik was de enige die die hele periode niet naar huis kon. Ik kon geen
pauzes nemen tijdens het ziek zijn, niet naar huis om uit te rusten
van alle emoties. Ik zat er al die tijd middenin.
Tim schreef over zijn ervaringen een boek: ‘Gewoon een ander jaar’.
Zijn moeder vertelt daarin treffend: ‘Donderdag 21 februari 2002.
Tim heeft een ellendige nacht gehad. Zo ellendig dat hij het wilde
opgeven. Braken van het slijm, diarree, temp 38,8, huid aan het vel-
len. We zijn ruim anderhalf uur bezig met wassen, bed verschonen
en inzalven. Oh, de pijn!
Tim ergert zich aan een leerlingverpleegkundige die wat onhandig
en traag is met wonden. Voor elke ingewikkelde handeling moet ze
hulp inroepen en daar moet Tim dan weer op wachten.
Half zes. Tim krijgt andere pijnbestrijding. Hij is suf. Ik zalf hem in.
Zijn enkels zijn dik door het vocht.
21.00 uur. Tim heeft om ons gevraagd. Hij is bang van het ‘ik val’-
gevoel dat de nieuwe medicijnen geven en de medicatie is meteen
gestaakt. Als we aankomen, ligt Tim te schokken en te snurken.
De verpleger vertelt dat hij veel vocht vasthoudt door de brand-
wonden…. We zien dat Tim moeite heeft in zijn slaap het slijm
kwijt te raken.
Hij moet op de po-stoel en stuurt ons weg. Tim kan niet meer op
zijn voeten staan (dik, vocht, pijn) en we horen een hoop lawaai.
Als we gaan kijken ligt hij héél boos en uitgeput op bed en zegt:
‘HOE MOET DIT NU VERDER? WAT MOET IK NU DOEN?’ Dan
slaat hij zichzelf letterlijk voor z’n hoofd. Dat doet me zo’n pijn!
Hij is zó boos dat hij ook al niet meer zelf op de po-stoel kan! Het
laatste beetje waardigheid raakt hij ook kwijt.’
LEF April 2012 17
Meike Naafs
Iedereen rouwt op zijn eigen manier. Er is geen gebruiksaanwijzing of recept voor. Toch willen mensen die een dierbare verliezen weten waar ze aan toe zijn. Hoe lang duurt rouwen eigenlijk? Hoeveel verdriet en pijn doet het? De Amerikaanse rouwdeskundige William Worden beschreef in 1992 de vier rouwtaken die iemand tijdens het rouwen verricht. Veel mensen hebben daaraan een soort houvast.
‘Rouwen voelt als dwalen in een doolhof,’ aldus Riet Fiddelaers,
rouwtherapeut. ‘Je loopt rondjes, weet niet waar je heen moet
en komt op plekken waar je eerder bent geweest. De uitgang lijkt
soms heel dichtbij, maar toch lukt het je niet er te komen.’
Worden probeerde met de rouwtaken enige grip op het moeilijke
proces te krijgen. Hij zag rouwen als hard werken: er moeten taken
verricht worden. De vier taken hebben weliswaar een nummer
maar de volgorde ligt niet vast. Iemand die rouwt rondt ze door
elkaar af. Wanneer alle taken afgesloten zijn, heeft het verlies een
plek gekregen in je leven.
Taak 1 – Laten doordringen dat iemand echt overleden is
Erkenning en acceptatie zijn de sleutelwoorden van de eerste
taak. Het is ongelooflijk moeilijk om te erkennen dat je broer of
zus dood is. Het liefst wil je de tijd terugdraaien. Je wordt bijvoor-
beeld wakker met het gevoel dat hij of zij nog leeft om even later
overspoeld te worden door teleurstelling. ‘Het helpt als je je je
gestorven broer of zus hebt gezien. Bedenk dat deze taak meestal
lang duurt. Neem het jezelf vooral niet kwalijk als het voor jouw
idee – of voor het idee van anderen - te lang duurt,’ aldus Riet.
Taak 2 – Herkennen van de pijn en omgaan met verschillende
gevoelens
‘Verlies is niet alleen verdriet, maar ook angst, opluchting, jaloezie,
schuldgevoel en boosheid. Die gevoelens lopen allemaal dwars
door elkaar heen. Misschien voel je wel helemaal niets. Niemand
kan je vertellen hoe je je moet voelen. Een ding is zeker: stop je
gevoelens niet weg maar laat ze toe, ook als mensen om je heen
zeggen dat je sterk bent. Het is juist goed om je tranen te laten
stromen.’ Je mag je dus gewoon rot voelen want het is rot dat je
broer of zus er niet meer is.
Taak 3 – Leven zonder de overledene
Een leven zonder je broer of zus lijkt moeilijk. Hij of zij had een
plaats in jouw leven, maakte je aan het lachen of was voor jou een
luisterend oor. Het eerste jaar is misschien wel het moeilijkst. ‘Zijn
of haar verjaardag, kerst, de eerste vakantie en andere belang-
rijke momenten zijn gebeurtenissen waarop iemand extra gemist
wordt,’ schrijft Riet. Rituelen rond de belangrijke dagen kunnen je
rust geven, maar ook herinneringen. Als deze taak
voltooid is, kun je beter omgaan met moeilijke momenten. Mis-
LEF April 201218
Rouwen, een dans tussen veerkracht en kwetsbaarheid
schien moet je wel wat werk of verantwoordelijkheden overnemen
die de overledene eerst deed.
‘Een vertrouwd persoon als terugvalbasis doet meer voor een kind dan de beste psycholoog of therapeut.’
Taak 4 – Een plekje geven
Je hoort vaak dat het gemis een plekje moet krijgen, maar hoe
gaat dat? ‘Iedereen doet dit op zijn eigen manier. De een bewaart
de herinneringen en leeft verder met de dode in het hart. De ander
wilt iets tastbaars en hecht waarde aan een sieraad of een steen.
Hierna is er weer plek voor andere, nieuwe dingen in het leven.
Rouw is iets wat je hele leven bij je blijft,’ vertelt Riet. ‘Rouw wordt
niet verwerkt. Je kunt ermee leven en zelfs gelukkig leven, maar er
zullen altijd momenten blijven waarop het ineens weer heel dicht-
bij is. Het is een dans tussen veerkracht en kwetsbaarheid.’
Steun
‘Bij jongeren is ‘bedding’ het belangrijkste. Als de meest vertrouw-
de personen liefde, veiligheid en structuur kunnen geven, heeft de
jongere een goede ‘bedding’.’ Een bedding is dus een soort valkus-
sen waarop je kunt terugvallen als je een moeilijk moment hebt.
‘Een vertrouwd persoon als terugvalbasis doet meer voor een kind
dan de beste psycholoog of therapeut, hoewel die soms ook nodig
is,’ aldus Riet.
Annelies de Wit
LEF April 2012 19
Riet FiddelaersJaspers is rouwtherapeut en auteur
van onder andere ‘Jong Verlies’ (over kinderen) en ‘Mijn
troostende ik’ (over jongeren). Ze begeleidt kinderen en
jongeren bij het verlies van belangrijke personen in hun
leven. Neem ook eens een kijkje op www.rietfiddelaers.nl,
de website die ook de bron is voor dit artikel.
Kijk ook eens op www.achterderegenboog.nl voor met
informatie, adressen en een forum.
gaan met de behandelingen en ze hoopte
net als wij allemaal op een wonder. Het
ging een lange tijd goed met Martine. Ze
had veel pijn maar dat maakte haar niet
klein. De tumor begon sneller te groeien
en de pijn werd heftiger. De specialisten in
het ziekenhuis deden hun best maar beslo-
ten om te stoppen met de behandelingen.
Martine was het hier niet mee eens maar
haar lichaam zou het niet meer trekken.
Half november belandde Martine in het
ziekenhuis; ik lag er ook. Allebei waren we
op dat moment doodziek maar we wilden
elkaar elke dag even zien dus reden we
soms de ziekenhuisbedden naar elkaar toe.
Ik knapte na een aantal dagen weer op,
Martine niet. Er werd ons zelfs verteld dat
het tijd was om afscheid te nemen. Meer-
dere keren heb ik afscheid genomen van
Martine omdat ze zo sterk was. Ze was
nog niet van plan om van deze wereld weg
te gaan. Met die wilskracht knapte Martine
wonder boven wonder weer op. Ze mocht
zelfs naar huis toe.
De tumor groeide elke dag met hoge
snelheid en langzaam ging Martine elke
dag een stapje achteruit. Op 26 december
2011, tweede kerstdag, heeft Martine
geaccepteerd dat ze het niet kon winnen
van haar ziekte en heeft ze haar ogen
voorgoed gesloten. Martine laat veel
mooie herinneringen achter en is een
groot voorbeeld voor mij en vele anderen
geworden. Ik zal haar nooit vergeten!
Jill Mul
Tijdens mijn eerste chemokuur had Mar-
tine een envelop achtergelaten met daarin
een armbandje met de tekst ‘opgeven is
geen optie’. Al snel werd dat ons motto.
We beloofden elkaar om nooit op te geven
en elkaar altijd te zullen steunen. En dat
deden we, elke dag hadden we wel con-
tact met elkaar. Als we elkaar niet troffen
in het AMC dan spraken we elkaar via de
telefoon. We deelden elkaars gevoelens
en angsten maar ook de leuke dingen in
het leven. We begrepen elkaar altijd, soms
waren daar zelfs geen woorden voor nodig.
In september kreeg ik een sms’je van Mar-
tine dat ik nooit zal vergeten. Ik belde haar
huilend op en ze vertelde mij dat de tu-
mor snel groeide en dat ze niet beter kon
worden. Martine besloot om toch door te
Op 9 mei 2011 leerde ik Martine Sipman kennen. Ik wist toen net een paar dagen dat ik een kwaadaardige tumor had. Martine was al een lange tijd bezig met het vechten tegen haar ziekte. We kwamen samen op een kamer te liggen en Martine bereidde mij voor op de lange en zware weg naar genezing. Samen hebben we de hele nacht door gelachen en gehuild. Onze ontmoeting bleef niet bij die ene nacht.
Foto
graa
f: N
ienk
e El
enba
as
LEF April 201220
Jij aan het woord Jill Mul
Foto
graa
f: N
ienk
e El
enba
as
Blaudzun – Heavy Flowers
Je zou het album tekort doen als je het al-
leen over Blaudzuns naam en andere werk
zou hebben. Toch is het de moeite waard te
vermelden dat Johannes Sigmond, de echte
naam van Blaudzun, een fervent wielerfan
is: ‘Ik kwam de naam (Blaudzun, red.) ergens
tegen. Een Deense renner uit de jaren zeventig
die nog met Joop Zoetemelk heeft gekoerst.’
In 2011 maakte Blaudzun de documentaire ‘Il
Lombardo’ over de najaarsklassieker de Ronde van Lombardije. ‘Heavy Flowers’
is zijn derde album. Het is een melancholisch album zoals de titel doet ver-
moeden. ‘Heavy Flowers, we become / These dying hours’. Omdat muziek niet
altijd vrolijk hoeft te maken.
Jochem Naafs
Paulien Cornelisse – En dan nog iets
Ik ben fan van taal, net als Paulien Cornelisse. Na
haar debuut in 2009 met ‘Taal is zeg maar echt mijn
ding’ verscheen in februari haar nieuwe bundel met
columns, tekstschetsen en tekeningen. Het boek leest
heerlijk weg en maakt je bewust van al het vreemde,
leuke èn irritante taalgebruik van de mensen om je
heen (en natuurlijk ook een beetje van dat van jezelf).
Denk jij bij het woord laden ook altijd aan Osama? En
waar denk je aan bij organist? Heb je wel eens ergens
geen woorden voor of gaat alles slecht? Zelf dacht ik
laatst nog aan het woord dorst van ‘ik dorst te denken’. Een oude vorm van de
verleden tijd van durven. Durf ik die nog te gebruiken?
Jochem Naafs
Touch my Katamari (Namco)
Dit is een oud spel in een nieuw jasje, speciaal
uitgebracht voor de nieuwe PS Vita. In ‘Touch my
Katamari’ zijn alle sterren naar beneden gevallen en
is het donker op aarde. De Koning van de Cosmos is
iemand met een enorme reputatie, maar met wat
saaiheden. Wanneer hij hoort dat hij door sommige
mensen in een adem wordt genoemd met het hoofd
van de school, besluit hij dat het tijd wordt om weer
wat aan zijn reputatie te werken. Hij stuurt de wat slome prins er op uit om
nieuwe sterren te maken. Dat kan gebeuren door te rollen en door werkelijk
alles in een keer mee te nemen. Huishoudelijke apparaten, dieren, speelgoed, je
kunt het zo gek niet bedenken of je neemt het mee. Een heerlijk puzzelspel om
te spelen met prachtige beelden en de soepele bediening van de PS Vita.
Gerard Koster
VERLOREN UURTJE
De tijd tikt. De tijd is getikt, verzonnen. Zoals de
kilo en de meter verzonnen zijn. Waarom duurt
een uur 60 minuten en een minuut 60 seconden?
Waarom duurt een dag 24 uur? Een uur is een
twaalfde deel van de tijd tussen zonsopgang en
zonsondergang. Een jaar heeft twaalf maanden.
Een seconde is de duur van 9.192.631.770 peri
oden van de straling die correspondeert met de
overgang tussen de twee hyperfijnenergieniveaus
van de grondtoestand van een cesiumatoom bij
een temperatuur van 273,15 ºC. Het zijn alle
maal afspraken. Die 60 is waarschijnlijk ingevoerd
door de Babyloniërs. Zij schreven verschillende
getallen tot en met 59. De 60 zag er precies
hetzelfde uit als de 1. Als ze toen al de 0 hadden
gekend was zestig dus vergelijkbaar met ons getal
10 geweest.
Een jaar heeft niet altijd uit 12 maanden en 365
dagen bestaan. Vóór 45 v.Chr. (ook bekend als
het jaar 709 na de stichting van Rome, want als
iemand nog niet geboren is, weet je ook niet
in welk jaar je leeft) had een jaar 355 dagen.
Daarom moest eens in de twee of drie jaar een
schrikkelmaand worden toegevoegd. Een jaar
bestond dan uit 377 of 378 dagen.
Niet zo lang geleden werd besloten op Samoa om
24 uur te negeren. In een fractie van een seconde
was het van 29 december ineens 31 december
2011. Een hele dag, zomaar verloren gegaan. Toch
jammer als je net toen op Samoa op vakantie was
om je verjaardag van 30 december te vieren! Aan
de andere kant zijn er natuurlijk ook tal van men
sen die maar eens in de vier jaar hun geboortedag
kunnen vieren.
Overigens bestaan er ook schrikkelseconden.
Ben je dit jaar op 30 juni jarig en in Engeland of
Portugal? Dan heb je zomaar een extra seconde
om dat te vieren. Na 23:59:59 volgt op die dag
niet direct 00:00:00, maar eerst 23:59:60. De
laatste keer dat er een seconde is toegevoegd aan
de telling was op 31 december 2008. Toen hebben
dus vele Britten het nieuwe jaar een seconde te
vroeg ingeluid!
Eigenlijk is het vreemd dat een schrikkeldag zo
heet. Schrikkelen betekent namelijk overslaan.
Maar we krijgen er juist een dag bij.
Overigens schrijf ik deze column in een verloren
uurtje op 29 februari. Ook zo iets. Een verloren
uurtje zou je beter een gewonnen uurtje kunnen
noemen. Ik heb een uur over en daarin kan ik iets
doen waar ik anders niet aan toe zou zijn gekomen.
Jochem Naafs
LEF April 2012 21
Jill Mul
LEF April 201222
In ontwikkeling
Als puber ben je volop op weg om een zelfstandig en volwassen
persoon te worden. In je puberteit verandert niet alleen je lichaam,
je ontdekt ook langzamerhand wie je bent en wat je wilt met je
leven. Dit heet ontwikkeling van je autonomie. Je maakt je los van
je ouders en wordt steeds zelfstandiger, maakt zelf keuzes.
‘Je moet wel goed voor je ouders zorgen, ze zijn zo verdrietig.’
Er zijn voor je ouders
Voor jongeren is het belangrijk niet anders te zijn dan leeftijd-
genoten. Wanneer je in de puberteit een broer of zus verliest,
gun je je daarom misschien nauwelijks de tijd om stil te staan bij
het verlies. Want je ‘moet’ naar school, sporten en stappen met
vrienden om erbij te blijven horen.
Het kan ook extra lastig zijn je af te zetten tegen je ouders en
je van hen los te maken. Je wilt of moet hen steunen in hun
verdriet. Veel jongeren stoppen daarbij hun eigen verdriet weg.
Vaak verwacht ook je omgeving nog eens dat je er bent voor je
ouders. Als je enig kind bent, kun je nog sterker het gevoel hebben
dat je er voor je ouders hoort te zijn. Dat kan je ontwikkeling naar
volwassenheid in de weg staan.
Jij mag er zijn
Denk ondanks alles ook aan jezelf. Ga je verdriet niet uit de weg
en denk niet dat je te groot bent voor tranen. Durf hulp te vragen.
Net zoals jij je ouders wilt steunen, willen zij jou steunen. Wil je
je ouders niet lastig vallen, ga dan naar een docent, oom, tante,
vriend of vriendin. Zij zijn waarschijnlijk blij dat ze iets voor je
kunnen betekenen. Je kunt ook via de VOKK in contact komen
met jongeren in eenzelfde situatie die je begrijpen.
‘Ik zou een jaar naar het buiten-land gaan. maar na het overlijden van mijn broer kon ik dat mijn ouders niet aan doen.’
Rouwen hoeft echt niet al je tijd in beslag te nemen. Gun het
jezelf ook om leuke dingen te doen. Je leven gaat door, en je
verdriet hoort daar vanaf nu bij. Door aandacht voor je verdriet
en de gewone dingen te hebben, kun je de nodige stappen zetten
op weg naar zelfstandigheid.
Gwendolyn Maas
Brussenspinsels (blauwe versie) is een klein zakboekje
voor brussen van een overleden kind met informatie
over emoties die loskomen als je rouwt, met gedichten
van jongeren en met ruimte om zelf iets op te schrijven.
Bestel het via webwinkel.vokk.nl.
op weg naar zelfstandigheid!?
Na het overlijden van een broer of zus begint voor ieder gezinslid een rouwproces. Ook al verloopt een rouwproces in grote lijnen bij iedereen hetzelfde, toch zijn er ook individuele verschillen. Dat hangt samen met geslacht, levensbeschouwing/ geloof en leeftijd. Omgaan met het overlijden van een broer of zus is extra lastig wanneer je in de puberteit bent en kan invloed hebben op je weg naar zelfstandigheid.
In deze LEF over verlies neemt LEF ook
afscheid: van redactielid Annemieke
Ambachtsheer en van striptekenaar Reinald
Gerritsen. Beiden kunnen zij door te drukke
werkzaamheden geen tijd meer vrijmaken
voor ons magazine.
Annemieke en Reinald: super bedankt voor
jullie bijdragen de afgelopen jaren! Cursus Omgaan met gevolgen kinderkanker
LEFgozerWe hebben helaas nog geen opvolger voor Reinald kunnen
vinden en daarom gaan we de komende tijd enkele strips
uit het LEFverleden recyclen.
Mocht jij leuk kunnen striptekenen of ken je een
striptekenaar, laat het ons weten!
Of misschien heb jij een ander superidee voor de
achterpagina van LEF? Ook dan horen we graag van je.
Mail ons: [email protected]
www.Kanjeretting.nl In de vorige LEF al aangekondigd en nu alweer enkele maanden online: www.KanjerKetting.nl, een vrolijke en crispy website over de KanjerKetting. Met informatie over de verschillende KanjerKralen en mogelijkheid tot online adoptie van kralen en kettingen. Neem een kijkje en zegt het voort via jouw social network!
LEF April 2012 23
Verlies van LEF-medewerkers
Ben jij tussen de 18 en 25 jaar en worstel je met vragen als ‘Aan wie vertel ik dat ik ziek ben geweest?’,
‘Waar vind ik meer informatie?’ of loop je tegen andere dingen aan doordat je vroeger ziek bent geweest?
De cursus Op Koers helpt bij het omgaan met de gevolgen van kinderkanker. Je kunt Op Koers via internet
volgen (je hoeft dus niet te reizen) en je doet hem samen met andere survivors. De cursus duurt 8 weken, en
elke ‘bijeenkomst’ duurt 1,5 uur.
De cursus is ontwikkeld voor jongeren die kanker hebben gehad en inmiddels hebben we de cursus een aantal
keren gegeven met zeer positieve reacties.
Heb jij interesse in deze cursus voor jongeren van 1825 jaar? Laat het ons dan weten en geef je op via de
website www.opkoersonline.nl.
Voor vragen kun je bellen met Eline Aukema, Ingeborg Douwes Centrum in Amsterdam, tel: 020 5108102.
Bij voldoende interesse zullen we beginnen met een ‘proefcursus’ om te kijken of deze cursus voldoende
aansluit bij jongeren tussen de 1825 jaar, of dat we de cursus nog moeten aanpassen.
Op koers bestaat al langer voor jongeren onder de 18 jaar.