68
1 Uitwerking vragen en opdrachten 4 Aeneas en Dido: fatale liefde Dido is onder de indruk 1.613-30 (pag. 20 1 ) 1 a Dido is met stomheid geslagen. b Zonder antwoord af te wachten stelt ze achter elkaar drie verbaasde vragen. 2 Dido vertelt dat Teucer in Sidon was aangekomen en steun kreeg van haar vader Belus bij het vestigen van een kolonie op Cyprus. 3 Teucer 4 Ze heeft in positieve zin, en dan nog wel van een vijand, over de Trojanen gehoord en zal hun daarom gastvrijheid verlenen. 5 Beiden zijn uit hun vaderland gevlucht en moesten een zware tocht doorstaan om een nieuw vaderland te bereiken. Een feestelijk onthaal 1.631-56 (pag. 20) 6 Dido heeft blijkbaar genoeg tijd en helpers gehad om kostbare spullen te kunnen meenemen. 7 pietas De list van Venus 1.657-94 (pag. 20) 8 Vanaf de derde eeuw v. Chr. (Punische oorlogen) was er bij de Romeinen een diep geworteld wantrouwen tegen de Carthagers; spreekwoordelijk was zelfs de Punica fides (=onbetrouwbaarheid). 9 a Venus wantrouwt Dido’s gevoelens en denkt dat zij onder invloed van Juno tot andere gedachten zal komen en alsnog vijandig zal optreden tegen de Trojanen. Via Amor krijgt en houdt ze Dido in haar macht. b Juno haat Aeneas omdat hij een Trojaan is. Juno’s haat tegen de Trojanen is het gevolg van het feit dat de Trojaanse prins Paris niet haar, maar Venus als mooiste godin had aangewezen. Bovendien had haar echtgenoot Jupiter de Trojaanse prins 1 De paginaverwijzingen hebben betrekking op de pagina’s in het Hulpboek waar de correspon-derende vragen en opdrachten staan. 1

Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

  • Upload
    devrnl

  • View
    869

  • Download
    1

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

1 Uitwerking vragen en opdrachten

4 Aeneas en Dido: fatale liefde

Dido is onder de indruk 1.613-30 (pag. 201)

1 a Dido is met stomheid geslagen.b Zonder antwoord af te wachten stelt ze achter elkaar drie verbaasde

vragen.

2 Dido vertelt dat Teucer in Sidon was aangekomen en steun kreeg van haar vader Belus bij het vestigen van een kolonie op Cyprus.

3 Teucer

4 Ze heeft in positieve zin, en dan nog wel van een vijand, over de Trojanen gehoord en zal hun daarom gastvrijheid verlenen.

5 Beiden zijn uit hun vaderland gevlucht en moesten een zware tocht doorstaan om een nieuw vaderland te bereiken.

Een feestelijk onthaal 1.631-56 (pag. 20)

6 Dido heeft blijkbaar genoeg tijd en helpers gehad om kostbare spullen te kunnen meenemen.

7 pietas

De list van Venus 1.657-94 (pag. 20)

8 Vanaf de derde eeuw v. Chr. (Punische oorlogen) was er bij de Romeinen een diep geworteld wantrouwen tegen de Carthagers; spreekwoordelijk was zelfs de Punica fides (=onbetrouwbaarheid).

9 a Venus wantrouwt Dido’s gevoelens en denkt dat zij onder invloed van Juno tot andere gedachten zal komen en alsnog vijandig zal optreden tegen de Trojanen. Via Amor krijgt en houdt ze Dido in haar macht.

b Juno haat Aeneas omdat hij een Trojaan is. Juno’s haat tegen de Trojanen is het gevolg van het feit dat de Trojaanse prins Paris niet haar, maar Venus als mooiste godin had aangewezen. Bovendien had haar echtgenoot Jupiter de Trojaanse prins Ganymedes laten roven om als zijn wijnschenker en geliefde te fungeren. Een ander motief voor Juno is het feit dat zij beschermgodin van Carthago is en bang is dat Rome ooit Carthago zal

1 De paginaverwijzingen hebben betrekking op de pagina’s in het Hulpboek waar de correspon-derende vragen en opdrachten staan.

1

Page 2: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

veroveren en verwoesten.

10 Ascanius wordt geacht de list te kunnen doorzien en tussenbeide te kunnen komen. Hij kan dus niet al te jong geweest zijn. Anderzijds is hij nog wel zo klein dat Dido hem op schoot kan nemen. Een jaar of elf à twaalf dus?

11 Amor geniet van zijn vermomming: zonder vleugels rondlopen. En hij vindt het allemaal wel spannend natuurlijk.

De list slaagt 1.695-756 (pag. 20)

12 712: Slachtoffer Dido, tot een fatale liefde veroordeeld

13 718: arme Dido

14 732-3: ‘maak voor Tyriërs en Trojanen de dag tot een feestdag die onze kinderen altijd zullen onthouden.’ Dido weet niet dat de ontmoeting voor haar fatale gevolgen zal hebben en dat er tussen de beide volkeren later een bittere vijandschap zal ontstaan.

15 het didactisch epos

De vervloeking 4.584-629 (pag. 21)

16 a woede, wraakzucht en verbittering / b 595-7: bezinning17 a de Punische oorlogen / b Hannibal

Dido’s zelfmoord 4.630-671 (pag. 21)

18 Aeneas’ wapens en kleren lagen erop.

19 646-7: een geschenk dat zij allerminst had verworven om er nu dit gebruik van te maken.

20 Ze heeft een stad gesticht en de moord op haar man gewroken.

Dido en Anna 4.672-92 (pag. 23)

21 Met het (duratieve) imperfectum geeft de dichter aan dat Anna het gevoel heeft dat ze ‘al die tijd’ bedrogen werd.

22 Als crudelis nominativus is, is het een predicatieve bepaling bij het subject van abessem, bij Anna dus: Anna voelt het als wreed van zichzelf dat ze haar zuster niet steunde, hoewel ze daar natuurlijk niets aan kon doen.

23 Met het enjambement, waarbij deficit geïsoleerd aan het begin van de volgende regel staat, markeert de dichter de tegenstelling tussen Dido’s krampachtige poging haar ogen op te slaan en het uiteindelijk falen.

Iris 4.693-705 (pag. 24)

24 a Juno is niet almachtig, ze is uiteindelijk niet in staat Aeneas uit Italië weg te houden en zo het ontstaan van Rome te verhinderen. Ook kan ze Dido niet meer redden.

b Met dit adjectief benadrukt de dichter de nietigheid van de mens

2

Page 3: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

tegenover de goden. Eigenlijk heeft Juno Dido opgeofferd aan haar eigen plannen.

25 De verteller veroordeelt Dido’s zelfmoord niet (merita nec morte 696); hij heeft medelijden met haar (misera 697).

26 a De ziel en het lichaam zijn twee verschillende dingen; de ziel verlaat bij de dood het lichaam, maar dit kost moeite.

b Dit sluit aan bij de leer van Plato en Pythagoras.

3

Page 4: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

7 Bij de ingang van de onderwereld

Aankomst in Cumae en ontmoeting met de Sibylle 6.1-41 (pag.

27)

1 De sombere inhoud sluit aan bij het sombere thema van het boek. Het labyrint, de ‘onontwarbare doolhof’, is een vooraankondiging van de onderwereld. De diepe band tussen de vader Daedalus en de zoon Icarus sluit aan bij de verhouding tussen Aeneas en zijn vader Anchises.

2 De dichter spreekt een personage toe (apostrofe) en hij gebruikt een anafoor.

Bij de grot van de Sibylle 6.42-76 (pag. 31)

3 Praesens: algemene waarheid.

4 a De Sibylle drukt zich zeer kort, staccato uit (ellips van het werkwoord); deus wordt herhaald: hiermee wordt haar opwinding duidelijk.

b In de volgende regels verandert de Sibylle van uiterlijk.

5 Vergeleken met 46, toen zij de god voor het eerst zag naderen.

6 Aeneas moet eerst iets vragen.

7 Door het hyperbaton: met name Gelidus en tremor staan ver uit elkaar: begin en eind van de zin. Het andere is: dura ... ossa.

8 hyperbaton: graves ... labores; Dardana ... tela; magnas ... terras; obeuntia ... mariatrikolon: maria ... gentes ... arva.

9 Juno

10 De Sibylle wordt hier als een godin aangesproken die toestemming kan geven.

11 de Penaten van Troje

12 De tempel die Aeneas belooft, wordt door Augustus gebouwd: hij is de nieuwe Aeneas die diens belofte inlost.

13 Hij spreekt vol trots over regnis nostris.

14 Aeneas richt zich achtereenvolgens tot Apollo (56-62), alle goden en godinnen (63-65), de Sibylle (65-76)

De Sibylle in trance 6.77-101 (pag. 35)

15 excussisse; fatigat; domans; fingitque premendo.

16 lati

17 graviora

18 Aeneas werd gastvrij ontvangen door Lavinia’s vader, koning Latinus.

19 coniunx ... hospita / externi(que) thalami

4

Page 5: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

20 Waar (verum) is dat Aeneas harde strijd te wachten staat, met een grote vijand, te vergelijken met de strijd tegen de Grieken bij Troje. Ook is waar dat een vrouw daarbij een belangrijke oorzaak is en dat Aeneas hulp zal krijgen van Grieken.

Onduidelijk (obscurum) is de voorspelling in zoverre dat er niets concreets wordt medegedeeld, noch wie die vijand is, noch wie die vrouw is en welke rol zij zal spelen, noch om welke Griekse stad het gaat. Ook wordt niet duidelijk hoe lang de strijd zal duren en welke verliezen de Trojanen zullen lijden.

21 de beeldspraak van het temmen van paarden

Aeneas’ reactie 6.102-23 (pag. 39)

22 De deuren zijn gewijd aan de machten van de onderwereld.

23 plaatsing aan het begin van het vers van Illum en ille;Illum en ego naast elkaar en ille en meum: zo wordt de band tussen vader en zoon benadrukt;maria omnia – omnes ... minas (112-3): chiasme;plaatsing aan het begin van het vers van invalidus en aan het eind senectae;plaatsing van ultra tussen vires en sortem (114).

24 a Orpheus en Pollux gingen naar de onderwereld voor een dierbaar persoon, evenals Aeneas.

b zijn pietas

25 Retorische vraag (de hele zin); anafoor (Quid ... quid); hyperbaton (magnum ... Alciden); enjambement.

26 a Pollux en Herculesb Orpheus was de zoon van Apollo, Theseus van Neptunus.

Twee voorwaarden 6.124-55 (pag. 43)

27 Het imperfectum suggereert dat Aeneas nog aan het bidden is als de Sibylle het woord neemt; zij valt hem dus eigenlijk in de rede.

28 alliteratie: Sate sanguineplechtig, archaïsch woordgebruik: Sate sanguine divu; Anchisiadeellips: facilis descensus

29 De Sibylle wil duidelijk maken hoe ondoordringbaar en ontoegankelijk de onderwereld is.

30 De tweede keer zal zijn bij Aeneas’ dood.

31 alliteratie: claudunt convallibusassonantie: de u-klank in hunc, lucus, obscuris, claudunt, convallibus, umbrae

32 De tak wordt voorgesteld als iets met een eigen wil: ipse volens.

5

Page 6: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

33 In de tijd waarin het verhaal geplaatst is bestond er nog geen ijzer.

34 36-9; 51-2; 135

35 De Sibylle bedoelt: na het begraven van de dode, het vinden van de gouden tak en het brengen van de offers.

Een graf voor Misenus 6.156-82 (pag. 47)

36 a praesens (historicum) b serebant (160): imperfectumc Met het imperfectum laat Vergilius zien dat ze de hele weg aan het praten

waren.

37 indirecte vraag

38 anafoor: Hectoris ... Hectora. Zo benadrukt de dichter Misenus’ band met de grote Hector en daarmee de status van Misenus zelf.

39 lituo en hasta staan aan het begin en het eind van de regel; insignis, waar beide van afhangen, staat ertussenin.

40 a non inferiora secutusb Zo wordt Aeneas als grote held gepresenteerd; hij doet niet onder voor

Hector.

41 a si credere dignum estb Triton handelde niet juist: 163: indigna morte peremptum. c Misenus was een held in de kracht van zijn leven (164-170) en hij handelde

uit een soort overenthousiasme over zijn eigen kunst (demens 172).

42 Blijkbaar ging de hele groep op weg en liepen Aeneas en Achates samen (voorop).

43 a silva stabula; procumbunt piceae; sonat securibus; icta ilexb Het woord cuneis (wiggen) staat tussen de twee subjecten in en ‘splijt’ als

het ware de regel.

44 door de drie spondeeën achter elkaar

De gouden tak 6.183-211 (pag. 50)

45 Aeneas wordt gekarakteriseerd als leider (primus) en als solidair met zijn mannen: hij werkt zelf mee (paribusque accinctus armis).

46 Pathos wordt hier bereikt door het aanspreken van Misenus en de verzuchting vere heu nimium.

47 Aeneas is in angstige spanning: o, si qua via est; dubiis rebus. Maar hij heeft ook hoop: hij vraagt de vogels hem de weg te wijzen, wetend dat zijn moeder hem steunt.

48 De duiven zorgen ervoor dat ze niet uit het zicht verdwijnen.

49 De coniunctivus geeft het doel aan.

6

Page 7: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

50 grave olentis

51 leni crepitabat vento

52 a ipse volens facilisque sequetur (146)b De tak laat wel los, maar niet direct. Wellicht wil de dichter ook laten

uitkomen dat Aeneas dit als aarzeling voelt; hij is nog steeds ongerust.

De laatste eer voor Misenus 6.212-36 (Pag. 50)

53 222: een droevige dienst

54 In 234-5 wordt verklaard hoe Kaap Misenum aan zijn naam is gekomen.

Offers voor de machten van de onderwereld 6.237-67 (pag. 50)

55 De zwarte kleur en de onvruchtbaarheid.

56 In 252 wordt gesproken over het nachtelijk offer en in 255 wordt verteld dat de zon bijna opkomt. Het is dus aan het eind van de nacht, vlak voor het begin van de dag.

7

Page 8: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

9 De afdaling in de onderwereldNaar de ingang van de onderwereld 6. 268-94 (pag. 54)

1 a De bijvoeglijke bepalingen obscuri en sola zijn verwisseld.b Dit markeert én de duisternis (Aeneas en de Sibylle worden opgeslokt) én

de totale verlatenheid die hen omringt.

2 a chiasme: domos vacuas … inania regnab Er zijn wel schimmen, maar die hebben geen inhoud.

3 alliteratie: sola sub; per … per; domos Ditisassonantie: de opvallende afwisseling van de klinkers o, a en u.

4 De sombere eenzaamheid wordt gemarkeerd door het gebruik van de spondee en het ijle rijk van Dis door dat van de dactylus.

5 a Het beeld is de moeizame tocht van een reiziger bij een nauwelijks verlichte hemel door een donker bos.

b bijna complete duisternisc De naargeestige sfeer van de onderwereld wordt opgeroepen.

6 incertam lunam … luce maligna

7 273-81 Precies voor het voorportaal (Vestibulum ante ipsum) bevinden zich verschillende vormen van kwellingen voor de mens.282-4 In het midden (in medio) bevinden zich de misleidende dromen.285-9 Bij de deur (in foribus) bevinden zich schrikaanjagende gedrochten uit de mythologie.

8 biformes kan een bepaling zijn bij zowel Centauri als Scyllae.

9 a Zij is ingewijd in de geheimen van de onderwereld.b Het verklaart waarom zij Aeneas kan wijzen op het zinloze van zijn

handelen tegenover de schimmen.

10 Het maakt het levendiger: Aeneas kan nog tot actie overgaan.

De veerman Charon 6.295-336 (pag. 58)

11 In canities inculta (300) en sordidus … amictus (301).

12 horrendus (298)

13 een angstaanjagend heerschap en te vies om aan te pakken

14 met de woorden tenues sine corpore vitas (292)

15 Vergilius verdeelt de gestorvenen in drie groepen (trikolon) in een oplopende graad van treurigheid (climax); assonantie u (307).

16 a De hoeveelheid aan bladeren die valt in de herfst.b De hoeveelheid vogels die samendromt om gezamenlijk warmere streken

op te zoeken.c De overeenkomst is de veelheid van diegenen die samendrommen en van

de bladeren die vallen.

8

Page 9: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

17 om de schimmen die afgewezen worden en weggaan van de oever (linquunt) en de schimmen die overgezet worden (vada livida verrunt)

18 quo discrimine ripas hae linquunt (319-20)

19 Het verwijst naar de voorwaarde van het honderd jaar rond deze kusten fladderen alvorens weer toegelaten te worden bij de oevers van de Styx om deze over te steken.

20 Beiden zijn niet begraven nadat zij bij een noodlottig ongeluk zijn omgekomen.

De ontmoeting met Palinurus 6.337-83 (pag. 60)

21 de assonantie van de u en de alliteratie in multa maestum22 Aeneas stelt eerst de goden in het algemeen verantwoordelijk en specificeert

dit vervolgens door het noemen van Apollo.Palinurus gaat in zijn antwoord eerst in op Apollo en vervolgens op de goden in het algemeen.

23 Nee; Palinurus is met roer en al in de zee terechtgekomen en op de kust van Italië door de bevolking daar aangevallen. Dus hij was tot op dat moment ongedeerd.

24 uitsluitend spondeeën (clash ictus en woordaccent)

25 omdat zij dachten dat er iets te halen viel bij een drenkeling

26 Het verzoek is ‘Neem mij mee’; hij denkt dat Aeneas dat kan omdat hij slechts met hulp van de goden heeft kunnen afdalen in de onderwereld.

27 Met het slot van deze Palinurus-episode geeft Vergilius een verklaring voor een geografische naam.

De confrontatie met Charon 6.384-416 (pag. 62)

28 prior aggreditur … increpat ultro

29 a de tegenstelling tussen umbrarum en corpora vivab Beide tekstelementen staan op de eerste plaats van de regel; asyndeton

390-1.

30 Ook Aeneas is van goddelijke afkomst via zijn moeder Venus, de dochter van Jupiter.

31 Het geeft een parallel met regis bij solio.

32 De Sibylle reageert eerst (399-402) op zijn verhaal over Cerberus en Proserpina(395-7) en daarna (403-4) laat ze weten dat Aeneas met vreedzame bedoelingen komt in reactie op Charon’s armatus (388).

33 Haar toon is ironisch: het is geen kunst om bloedeloze schimmen angst aan te jagen; de Sibylle spreekt van patrui in plaats van echtgenoot of Dis.

9

Page 10: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

34 Het belang wordt benadrukt door de herhaling van ramum, door de plaatsing van ramum tussen aperit en latebat, door het vertellerscommentaar en door het enjambement van agnoscas.

35 De metriek markeert dit door het gebruik van vrijwel uitsluitend de spondee.

36 Het wordt metrisch benadrukt door elisie (ingentem Aenean wordt één lang woord) en de spondeeën; stilistisch door het enjambement.

37 Een komisch effect wordt bewerkt door het contrast tussen deze indrukwekkende Aeneas en het nietige lekke bootje dat – gelijk een mens – kreunt onder diens gewicht.

38 Het legt nadruk op de traagheid van hun overtocht.

Cerberus 6.417-25 (pag. 63)

39 a enjambement: personat; hyperbaton: haec regna en adverso antro; parallellie in Cerberus ingens en latratu trifauciVerder staat het subject Cerberus in regel 417 en de twee predicatieve bepalingen recubans en immanis in regel 418.

b Dit alles draagt bij aan het beeld van de enorme Cerberus die daar in zijn volle lengte ligt.

40 Nee; Cerberus heeft drie koppen.

41 sepulto in regel 424

42 a ingens … immanis en immania … ingens;b chiasme

De ontijdig gestorvenen 6.426-39 (pag. 63)

43 Het gaat om baby’s (427-9), ten onrechte veroordeelden (430) en zelfmoordenaars (434-9).

44 Zij geven commentaar op de voorafgaande regel: deze mensen krijgen nog een eerlijke kans in de onderwereld.

45 436-7: Wat zouden … t/m … verduren!

De ontmoeting met Dido 6.440-76 (pag. 66)

46 Allen zijn te gronde gegaan aan een ongelukkige liefde; regel 442 durus amor crudeli tabe peredit

47 Argument voor: ook Dido ging te gronde aan een ongelukkige liefde.Argument tegen: zij was niet verwikkeld in een immorele relatie, maar je zou haar kunnen zien als slachtoffer van een opzetje tussen Juno en Venus.Wel was zij bezeten in haar liefde voor Aeneas en zelf beschouwde zij aanvankelijk haar verhouding met Aeneas als immoreel, gezien haar belofte

10

Page 11: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

van trouw aan haar eerste echtgenoot Sychaeus.

48 Wond in letterlijke zin als je kijkt naar de woorden van Aeneas in regel 457;wond in figuurlijke zin van liefdesverdriet.

49 a veel spondeeënb vertragend effect: markeert het ronddolen van Dido

50 a Dido en heros aan afzonderlijk verseinde geplaatstb Het markeert hun scheiding, wat nog eens versterkt wordt door

toevoeging van respectievelijk Phoenissa en Troius.

51 a de onzekerheid of ze (Aeneas en iemand) werkelijk zien wat ze denken te zien

b vidisse putat c door de plaatsing vooraan het versd Het bouwt de spanning op: pas aan het eind van de regel is het beeld van

de vergelijking compleet.e in 268-72, waar de tocht van Aeneas en de Sibylle in de onderwereld

vergeleken wordt met het lopen door een bos in de nacht bij een bewolkte hemel

52 In de vertaling wordt zonder voorbehoud het bestaan van trouw in de onder-wereld aangenomen, in de Latijnse tekst wordt daaraan getwijfeld.

53 Het is een voorafschaduwing van het slepende conflict tussen Rome en Carthago, dat pas is beëindigd met de ondergang van Carthago in de Derde Punische oorlog.

54 1 Voor: Het zou opnieuw een omkering zijn van de situatie in boek 4, name-lijk 4.369, waar Dido Aeneas verwijt dat hij geen spoor van medelijden toont, geen traan laat.Tegen: Het zou wel onsympathiek zijn van Aeneas om de toch al ongeluk-kige Dido in tranen te laten uitbarsten.

2 Voor: Vergilius neemt zijn woorden in 455 weer op; 455 vormt een chiasme met 468.

55 a ontmoeting in de onderwereld tussen Ajax-Odysseus en Dido-Aeneas; Ajax en Dido hebben door toedoen van respectievelijk Odysseus en Aeneas zelfmoord gepleegd.

b Zowel Aeneas als Odysseus begint met het stellen van een vraag (457-8 ~ 553-5).

Dido en Ajax reageren afwijzend (467, 469-73 ~ 543-4, 563-4)

Aeneas en Odysseus betreuren wat er gebeurd is (456-60, 463-4, 475-6 ~ 548, 556-8).Beiden houden de goden verantwoordelijk (461-3 ~ 555, 558-60).

Beiden vragen de gestorvenen om verzoening (465-6 ~ 561-2).

11

Page 12: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

c Odysseus zou de wapenrusting opgegeven hebben, als hij daarmee de dood van Ajax had kunnen voorkomen. Ondanks zijn verdriet zegt Aeneas dat hij niet anders had kunnen handelen: het was de wil van de goden. Odysseus meent dat de goden een wreed spel met hem en Ajax hebben gespeeld; Aeneas stelt de opdrachten van de goden boven zijn persoonlijke emoties.Odysseus laat geen emoties blijken en aanvaardt de afwijzing van Ajax laconiek; Aeneas is geëmotioneerd, huilt en probeert contact te houden.

56 Zij zoekt haar heil bij haar ‘ware liefde’, Sychaeus.

12

Page 13: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

De schimmen van de oorlogshelden 6.477-534 (pag. 67)

57 479-80: helden uit een ver verleden481-88: zijn strijdmakkers uit de Trojaanse oorlog.489-43: zijn tegenstanders de Griekse oorlogshelden494 vlg.: de Trojaanse held Deïphobus

58 De aanblik van de Trojanen brengt emoties bij hem teweeg (482).De Trojanen verdringen zich om Aeneas, terwijl de Grieken in paniek van hem wegvluchten.De Trojanen krijgen een naam , terwijl de Grieken anoniem blijven.

59 Zij schreeuwen zonder geluid voort te brengen.

60 Regels 500-504 (a) 505-508 (b) 509-10 (b) 51-12 (a): Aeneas vraagt eerst wat er is gebeurd en vertelt dan over zijn poging hem te eren na zijn dood; Deïphobus gaat eerst in op zijn begrafenis en vertelt dan wat er is gebeurd.

61 a Helenab minachtend, vol verbitteringc 523 … mijn dierbare vrouw …

62 Haar slechte naam van overspelige vrouw: zij ging uit vrije wil met Paris mee en na diens dood trouwde zij met Deïphobus; haar eerste echtgenoot Menelaos staat nu voor de poorten: zij moet zich wel zien te redden in deze precaire situatie.

De Tartarus 6.535-81 (pag. 70)

63 a Het is na twaalf uur ’s middags.b Hij moet voor de avond in de bovenwereld zijn.c Nox ruit. (539)d Een beeldende (tijdloze) omschrijving in de stijl van het genre epos

tegenover de korte zakelijke (tijdgebonden) blik op de klok van de Sibylle.

64 a partes (540)b Links staat voor ongunstig.

65 a Laeva (via) is subject bij de persoonsvorm exercet poenas.b De linkerweg straft de slechte mensen al onderweg op hun reis naar de

Tartarus.

66 op haar woorden in regel 539

67 beter dan mijn lot

68 548-58: beschrijving van wat iemand die zich buiten de Tartarus bevindt, ziet en hoort van buitenaf559-79: beschrijving van wat zich binnenin de Tartarus afspeelt

69 Door hyperbaton: de bijvoeglijke en zelfstandige naamwoorden staan gescheiden van elkaar om de werkwoordsvormen heen geplaatst.

70 a door de elisie met als gevolg driemaal een spondee

13

Page 14: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

b chiasme: Porta (a) adversa ingens (b) solido adamante (b) columnae (a)

71 Aeneas stelt achter elkaar korte vragen met anafoor van qui en tweemaal ellips van de persoonsvorm.

72 ipsa … t/m … duxit (565) eventueel plus sed me … t/m … Avernis.

73 De tegenstelling met nulli fas casto ...; maar ondanks mijn rein/zuiver zijn mocht ik onder de protectie van Hecate dit oord betreden.

74 Na zijn oordeel en de bestraffing door Tisiphone gaan de poorten naar de Tartarus open (573-4), dus Rhadamanthus bevindt zich buiten voor de poort van de Tartarus.

75 a polysyndeton van –queb Het markeert het snelrecht van Rhadamanthus.

76 De dader verheugt zich tijdens zijn leven over het feit dat hij op slinkse wijze aan straf voor zijn wandaad is ontkomen maar na zijn dood blijkt deze vreugde van korte duur te zijn: de straf wordt alsnog opgelegd.

77 Bedoeld wordt Tisiphone.

78 De tegenstelling zit in wat te zien is voor de poort (vestibulo … limina) en wat niet te zien is binnen de poort (intus), maar verteld wordt door de Sibylle.

De misdadigers en hun straffen 6.582-634 (pag. 71)

79 583-607 zondaars uit een ver mythologisch verleden en hun straffen608-17 misdadigers uit het dagelijks leven617-20 bestraffing van mythologische figuren621-4 de meest verwerpelijke misdaden op aarde624-7 epiloog van de Sibylle

80 In de eerste passage worden de misdadigers bij naam genoemd en wordt vermeld wat zij hebben misdaan.In de tweede passage blijven de misdadigers anoniem en worden op grond van hun misdaden in categorieën ingedeeld.

81 a Na de vragen van Aeneas in 560-1 neemt de Sibylle als subverteller het woord en vertelt in retrospectie (flashback) over haar ervaringen in de onderwereld tot en met regel 627; vervolgens neemt de verteller Vergilius het verhaal weer over.

b Gelijk, want het is directe rede.c versnelling

Het Elysium 6.635-78 (pag. 73)

82 a Bedoeld wordt de gouden tak.b Bedoeld wordt Proserpina.

83 a Het is een aangename en vrolijke omgeving: laetos, amoena, fortunatorum en beatas.

14

Page 15: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Het is er een en al licht: Largior … aether, lumine … purpureo, solem en sidera;.ontspannen bezigheden: exercent membra, contendunt ludo, luctantur en pedibus …t/m…dicunt.

b dit alles in schril contrast met respectievelijk de somberte (441 Lugentes campi), de duisternis en de straffen in de onderwereld

84 vijfmaal chiasme: locos laetos …amoena virecta; fortunatorum nemorum ...sedes beatas; Largior aether ... lumine purpureo; solem suum ... sua sidera; plaudunt choreas ... carmina dicunt.viermaal hyperbaton: Largior ... aether; lumine ... purpureo; gramineis ... palaestris en fulva … harena.viermaal alliteratie: locos laetos, solem suum sua sidera, pars pedibus plaudunt, choreas carminaassonantie u (643)

85 dan in de bovenwereld

86 642-44: anoniem de bewoners en hun bezigheden 645-50: specifiek genoemd de zanger Orpheus en het nageslacht van Teucer 651-55: dingen en dieren656-65: anoniem de verschillende categorieën bewoners

87 Aeneas en de Sibylle

88 a anafoor: quae … quis; enjambement: venimus; hyperbaton: magnos … amnes

b het dringende van hun vraag; het belang van hun komst voor Anchises; markering van de omvang van de rivieren

De ontmoeting met Anchises 6.679-702 (pag. 74)

89 Pater heeft hier de betekenis van ‘stamvader’: omnem … t/m … numerum en carosque nepotes.

90 a assonantie a en u (680)681: enjambement: lustrabat: markante eerste plaats van het volgende vers,hyperbaton: omnem … numerum: markeert de hoeveelheid.683: alliteratie: f/v en m; polysyndeton: -que: markeert de veelheid van wat hij aanschouwt.

b imperfectum; het is geen vermelding van een afgesloten handeling, maar Anchises is daar vol aandacht en nauwgezet mee bezig op het moment dat Aeneas arriveert.

91 perfectum; gebeurtenis tegenover het proces waarmee hij bezig was.

92 Anchises’ zorg om Aeneas blijkt uit de regels 692-4; Aeneas’ zorg om zijn vader blijkt uit de regels 695-6.

93 hyperbaton van tua met respectievelijk pietas en ora; chiasme van tua pietas … ora tua

15

Page 16: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

94 drie uitroepen in 692-4; alliteratie quas, quanta, quantis, quam (in combinatie met anafoor en chiasme!); anafoor van tua en da; het naast elkaar plaatsen (iuxtapositie) van ego te (692) en tua me (695)

95 a Dit is een verwijzing naar Aeneas’ verblijf bij en relatie met Dido.b In de verzen 692-4 gaat het om drie uitroepen in een trikolon, dat uitloopt

op een climax in regel 694.

96 Huilen als uiting van pietas (686 en 699) is toegeven aan je emoties en dus een teken van zwakte in de ogen van een stoïcijn.

97 het ongrijpbare van de schim (beeld) en de lichte wind en de gevleugelde slaap in het afgebeelde

De zielen met een tweede leven 6.703-23 (pag. 76)

98 a het gezoem en het vlinderen van de bijen rondom de bloemenb het rumoer en het hectische van de verzamelde schimmen c.q. bijenc Het vertraagt het verteltempo.

99 floribus variis …candida lilia

100 a in regel 680b het idee van reïncarnatie

101 a alle schimmen die zich rond de Lethe bevindenb meer in het bijzonder de nakomelingen van Anchises

De zielsverhuizing 6.724-55 (pag. 79)

102 Ontleend aan de Stoa:spiritus intus … t/m … corpore miscet. (726-7) – de alles voedende ademIgneus est ... t/m ... seminibus (730-1) – de vurige kracht / het zaad in alles wat leeftHinc ... t/m ... gaudent (733) – de verklaring van de emoties vanuit het aardse element in de mens

Ontleend aan Plato en Pythagoreeërs:Neque auras ... t/m ... caeco.(733-4) – het lichaam als kerker van de zielErgo ... t/m ... igni (739-42) - boetedoeningscilicet ... t/m ... reverti (750-1) - reïncarnatie

Ontleend aan de mythologie: Elysium (744) en Lethaeum ad fluvium (749)

103 … ad tarda … corpora

104 a ventos – lucht; gurgite – water; ignis – vuur b aarde als onzuiver element, waarvan de ziel gereinigd moet worden

105 a straf – exercentur poenis; boete – veterumque … t/m … expendunt; reiniging – aliae … t/m … igni

b ja: quisque suos patimur manes.

16

Page 17: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

106 a Een enkeling mag in het Elysium blijven – pauci … t/m … tenemus, maar de grote massa wordt verplicht tot een tweede leven – Has omnes …t/m … reverti.De scheiding vindt plaats in het Elysium – per amplum mittimur Elysium.

b adversatief asyndeton in regel 748

107 op zijn woorden tam dira cupido

108 De regels 724 – 51 waarin Anchises als subverteller fungeert.De regels 752 – 55 Vergilius zet als verteller het verhaal voort.

De koningen van Alba Longa, Romulus 6.756-87 (pag. 79)

109 756-9: algemeen over de toekomstige Romeinen760-5: specifiek Silvius aan het begin van de rij Albaanse koningen766-76: algemeen de Albaanse koningen777-80: specifiek Romulus781-4: algemeen over het toekomstige Rome784-7: vergelijking

110 Het vertraagt in de regels 763-4 en 778-80 met de uitweidingen over respectievelijk Silvius en Romulus; verder in 784-7 met de vergelijking.

111 a goddelijk nakroostb het punt van iedereen / alles omarmen: in het geval van Cybele letterlijk,

in dat van Rome figuurlijk.

112 Het heeft de functie van prospectie: de subverteller Anchises openbaart de toekomst van Rome.

Augustus 6.788-807 (pag. 81)

113 Augustus als tweede stichter van Rome: aurea condet … t/m …quondamBeider rijk en roem zijn grenzeloos: zijn rijk …t/m …groeien (782) en super et …t/m …vias (794-6); Huius … t/m …Nili. (798-800)

114 Hercules heeft de mensheid van allerlei monsters bevrijd en Bacchus bracht de civilisatie (de wilde natuur getemd!); dit zal het effect zijn van de verovering van de wereld door Augustus. Bij de monsters valt bijvoorbeeld te denken aan Antonius en Cleopatra.

115 Zijn voorspelling ten aanzien van Augustus is als aansporing bedoeld voor Aeneas en moet elke twijfel bij hem wegnemen.

116 In het voorafgaande ontmoette Aeneas alleen mensen uit het verleden, zoals Palinurus en Dido; vanaf dit moment zal hij zijn toekomstig nageslacht ontmoeten.

De koningen van Rome 6.808-23 (pag. 82)

117 a Het is de periode van de koningen van Rome, de directe opvolgers van Romulus.

17

Page 18: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

b Het sluit aan bij de regels 777-87, gewijd aan Romulus, de eerste koning van Rome.

118 Hij verwacht het antwoord ‘neen/ja’: het is enerzijds een zwarte bladzijde uit de Romeinse geschiedenis, anderzijds is Brutus een toonbeeld van de virtus Romana.

119 a 822 infelixb De liefde van de vader wordt overwonnen.c regel 823 (vaderlandsliefde en het verlangen naar een goede naam)

De grote mannen van de Republiek 6.824-59 (pag. 83)

120 a de Republiekb In de regels 818-23 is uitgebreid verteld over de grondlegger van de

Republiek, de eerste consul Brutus, en dit wordt nu gevolgd door een reeks grote namen uit de republikeinse tijd.

121 Het is een verwijzing naar Julius Caesar en Pompeius en de burgeroorlog die zij ontketend hebben.

122 Via Anchises’ kleinzoon Julus is Julius Caesar zijn afstammeling.

123 a Zij hebben zich verdienstelijk gemaakt als leiders op politiek of militair gebied.

b Kijkend naar zijn voorouders en de verdiensten van andere volkeren komt Anchises in een vergelijk tot de conclusie dat de Romein geboren is om leiding te geven.

124 a 847-50 gaat over de Grieken; 851-3 over de Romeinen.b Jij (851) vormt een antithese met Anderen (847).

125 de Grieken; beeldende kunsten, retorica en astronomie

126 Rome moet nog gesticht worden, ongeveer 400 jaar later.

Marcellus 6.860-86 (pag. 83)

127 In de voorafgaande passages is Anchises degene die de aandacht van Aeneas op iedereen vestigt, hetzij vragenderwijs hetzij door aan te wijzen. Hier is het Aeneas die uit zichzelf vraagt wie die jongeman is.

128 869-70: Hij zal slechts … t/m …te blijven: te vroeg gestorven870-1: Rome … t/m …behouden: aanklacht tegen de jaloerse goden872-4: iedereen en alles rouwt.875-7: hoop en glorie van alle Romeinen878-81: karakter en kwaliteiten van de gestorvene882-3: Arme … t/m …zijn.: emotionele betrokkenheid met de gestorvene

18

Page 19: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

883-6: O breng mij … t/m …plicht: laatste eer aan de gestorvene

129 Het uitvoeren van deze laatste plicht tegenover de dode biedt geen troost.

Het vertrek uit de onderwereld 6.886-901 (pag. 83)

130 Wel: alleen echte schimmen gaan door de poort van hoorn (893-4) en tot die categorie behoort noch Aeneas noch de Sibylle.Niet: door de poort van ivoor gaan de verblindende dromen en dat zou inhouden dat al het voorafgaande als onwaar beschouwd moet worden, wat de toekomst-verwachting ten aanzien van de Pax Augusta zou ondermijnen.

19

Page 20: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Literaire vertalingen (pag. 84)

Aeneis 6.268-72

1 Schrijvers neemt de dactylische hexameter over. (De vertaling van d’Hane-Scheltema is iambisch.)

2 a Zij gingen. … gingen zijb liepen zij voortc d’Hane-Scheltema vertaalt het woord dus twee keer. Mogelijk wil zij

daarmee de nadrukkelijke plaatsing aan het begin van de versregel weergeven. Ook kan het een manier zijn om het duratieve aspect van het imperfectum tot zijn recht te laten komen.

3 de enallage van obscuri en sola D’Hane-Scheltema vertaalt donker bij het subject en stille bij schemernacht.Schrijvers vertaalt donker bij het subject en eenzame bij nacht.Beide vertalers geven de enallage dus weer, maar Schrijvers doet dat letterlijker door sola met eenzame te vertalen, waar d’Hane-Scheltema voor het vrijere stille kiest, dat overigens wel heel goed eenzaamheid kan impliceren.

de alliteratie sola sub D’Hane-Scheltema geeft deze weer in stille schemernacht. Schrijvers geeft deze alliteratie niet weer, maar heeft wel in de volgende regel het holle huis.

het chiasme domos vacuas / inania regna D’Hane-Scheltema: holle woonverblijf / rijk van schimmenSchrijvers: holle huis / rijk van de leegteBeide vertalers geven het chiasme dus weer.

4 a Het tertium comparationis is de duisternis. Dit zit in de woorden per incertam lunam en sub luce maligna (beeld), die corresponderen met obscuri en sub nocte per umbram in 268 (het afgebeelde).

b Schrijvers plaatst de desbetreffende woorden binnen het beeld, zoals in het Latijn; d’Hane-Scheltema plaatst nauwelijks of slecht verlicht binnen het afgebeelde.

5 a nauwelijks of slecht verlicht en in de volgende regel wanneer de maan zich niet laat zien: de woorden worden dus eerst vertaald binnen het afgebeelde en daarna nog eens binnen het beeld (zie 4b).

b bij vaag en karig licht van de maan

6 a isb zich verliest

7 de rol van Jupiter

8 De vertaling met kleur ontnemen is letterlijk; en Schrijvers laat het perfectum uitkomen, d’Hane-Scheltema niet.

20

Page 21: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

21

Page 22: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Aeneis 6.384-91

1 a D’Hane-Scheltema zet het eerste deel van de regel om in het passief.b Schrijvers vertaalt propinquant niet als persoonsvorm bij het Latijnse

subject, maar in een relatieve bijzin bij tocht.c Eigen verwerking.

2 iam

3 a in ’t oog krijgt en zietb opmerkt

4 a vanuit het stille woudb in de stilte van het zwijgende woudc Schrijvers blijft het dichtst bij origineel, want in komt beter overeen met

het Latijnse per dan vanuit.

5 a prior en ultrob als eerste en begintc De nadrukkelijke plaatsing van deze woorden aan het begin en het eind

van de regel wordt dus niet weergegeven, evenmin als het chiasme.

6 In het Latijn staat een indirecte vraag (venias is coniunctivus); in beide vertalingen is deze weergegeven met een directe vraag.

7 D’ Hane-Scheltema blijft het dichtst bij het Latijn: somni is, evenals noctis afhankelijk van locus. Schrijvers maakt somni tot bepaling bij noctis.

8 a Stygia ... carinab Het contrast met viva corpora.c Het chiasme.d Het chiasme gaat bij Schrijvers ook verloren, het contrast blijft behouden.

Aeneis 6.687-94

1 Schrijvers blijft het dichtst bij het origineel, want hij verbindt exspectata met pietas.

2 a met bleefb met altijd

3 Het element van liefde en bezorgdheid, dat in cura zit, wordt niet uitgedrukt.

4 a Ik zie je terugb naar ik hoordec Bij d’Hane-Scheltema is vectum (en ook iactatum) participium coniunctum

bij te.Bij Schrijvers wordt dit deel van een accusativus cum participio of een een a.c.i. waarbij de inf. esse niet is uitgedrukt.

d Beide vertalingen zijn mogelijk. Men zou kunnen vinden dat de vertaling van d’Hane-Scheltema wat beter past bij de emotionele context.

22

Page 23: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Aeneis 6.743-44

1 D’Hane-Scheltema verbindt pauci met het voorafgaande mittimur.

2 Schrijvers verbindt het met het volgende tenemus.

3 In het eerste geval is het zo dat alle zielen die naar het Elysium gestuurd worden daar ook blijven. In het tweede geval wordt er een splitsing aangebracht: de meesten (Has omnes 748) moeten opnieuw incarneren, maar slechts een kleine groep, waaronder Anchises, blijft in het Elysium.

4 De vertaling van Schrijvers is juist: pauci hoort bij tenemus.

23

Page 24: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

10 Teksten ter vergelijking

Homerus Odyssee 11.1-234, 385-640 (pag. 90)

1 In de Odyssee bevindt Odysseus zich aan de rand van de onderwereld (Od.11. 13-22);in de Aeneis daalt Aeneas onder leiding van de Sibylle af in de onderwereld

(Aen. 6.262-3 en 268-9).

2 Op verzoek van zijn gastheer Alkinoös vertelt Odysseus in flashback over zijn ontmoetingen en gesprekken met verschillende schimmen (51-234; 385-567; 601-27) en over Minos als rechter in actie en de bestraffing van een aantal zondaars (568-600).In de regels 264-7 roept de dichter Vergilius de goden van de onderwereld aan en vraagt toestemming om hun wereld te mogen openbaren. Daarnaast zijn er twee subvertellers: de Sibylle met haar openbaring over het lot van de schimmen na de dood (321-30) en – in retrospectie – over Rhadamanthus als rechter en de bestraffing van de misdadigers in de Tartarus (562-627); Anchises met zijn uitleg over de zielsverhuizing (713-51) en – in prospectie – de toekomst van Rome (756-886).

3 Odysseus met de bedoeling Teiresias te raadplegen over een veilige thuisreis (11. 90-137);Aeneas met de bedoeling Anchises te ontmoeten om van hem zijn toekomst te vernemen.

4 In beide gevallen gaat het om mannen en vrouwen van alle leeftijden, maar bij Homerus komen zij uit de onderwereld in de hoop op contact met Odysseus, bij Vergilius verdringen zij zich om overgezet te worden en de onderwereld binnen te gaan.

5 Bij Homerus houdt een scherp zwaard de schimmen op een afstand; bij Vergilius wijst de Sibylle Aeneas op het zinloze van deze actie.

6 a Beiden stierven ten gevolge van een ongeluk. Beiden zijn niet begraven. Beiden smeken hun leider hem te begraven.b Vergilius heeft aan deze Palinurus-episode een aetiologisch element

toegevoegd.

7 a met de regels 890-2: meldt hij hem … t/m … of moet verdragenb met de regels 83-97c in de figuur van de Sibylle en Anchises.

8 Venisti tandem (687) — Kind, hoe ben je hier toch … t/m … leeft? (155-6): Aeneas’ vader verwachtte hem; Antikleia was evenals haar zoon niet voorbereid op deze ontmoeting.

24

Page 25: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

vicit iter durum pietas (688) — Voor levenden … t/m … moet hebben (156-59): inspannende tocht bij beiden, waaraan Vergilius pietas als drijvende kracht heeft toegevoegd.

… nec me mea cura … t/m … nocerent! (691-4) — Ben je dan nu pas … t/m …woning? (160-3): Anchises was wel op de hoogte van de ellende van zijn zoon.

Tua me ... t/m ... adegit (695-6) — Moeder ... t/m …vragen (164-5):verschil in motief om de onderwereld te bezoeken

Da iungere … t/m …nostro (697-8) — Moeder, waarom … t/m …vinden (210-2): omkering van de situatie bij Vergilius

Ter conatus … t/m …somno (700-2) — Driemaal … t/m …droombeeld (206-7): Vergilius wijzigt de vergelijking gedeeltelijk.

9 Bij Homerus ontbreekt het eschatologische element, zoals verwoord in 6.713-51 bij Vergilius: na de dood kan er loutering en wedergeboorte volgen. (eschatologie: leer van de laatste dingen, het lot van de mens na de dood)

Vergilius Georgica 4. 452-528 (pag. 90)

10 De onderwereld ligt diep (467) en de Tartarus nog dieper (481).Bij de ingang bevindt zich een duister woud (468).De naargeestige Cocytus en de Styx met 9 kronkels (479-80).

Ook hier vind je de Furiën, Cerberus, en Ixion (481-4).De schimmen zijn ijl en niet te omarmen (500-1).Ook hier een Charon (502).

11 De zielen bevinden zich aan de overkant — De zielen bevinden zich aan deze van de Styx in de onderwereld (471-2). kant van de Styx in afwachting

van hun overtocht (305; 313-4).De zielen komen ontroerd op de muziek — De zielen worden gekweld dooraf ( 472). hun verlangen overgezet te worden

(313-4).De zielen worden vergeleken met vogels — De zielen worden vergeleken én die schuilen in bladeren voor de nacht of met bladeren die in grote hoeveel-voor winterse buien (473-4). heid vallen (309-10) én met

25

Page 26: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

vogelsdie zich verzamelen voor de trek naar het zuiden (310-1). Beide onder invloed van de winterse kou (309 + 311-2).

De regels Aeneis 306-8 zijn een zelfcitaat van de regels 475-7.

12 Orpheus verlaat de onderwereld langs dezelfde weg in tegenstelling tot Aeneas.

26

Page 27: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Lucretius De rerum natura III (pag. 91)

13 Bij Lucretius kunnen ziel en lichaam onmogelijk los van elkaar bestaan: De rerum natura 554-5; 558-62; 576-9; 603-6 en 633.Bij Vergilius wel, gezien het concept van de onderwereld in Aeneis 6.Bij beiden is de ziel of ziel/geest (Lucretius) de bron van levenskracht en bewe-ging:Aen. 6. 726-31 totamque … t/m … seminibus , maar bij Lucretius in combinatie met het lichaam De rerum natura 558-562.Deze verbinding is bij Lucretius onlosmakelijk – het beeld van opgesloten zijn in een kruik 555 – en met de dood houden beide op te bestaan.Ook bij Vergilius is die verbinding tijdens het leven onlosmakelijk – het beeld van opgesloten zijn in de kerker 734 – maar bij de dood maakt de ziel zich los en moet zich vervolgens reinigen van de smet die zij heeft opgelopen in deze symbiose (735-8).

14 Lethaeum … t/m … reverti (749-51).

15 Dood zijn betekent het einde van het hebben van gevoelens (838-42; 852-3; 904-5).

16 Het is een voorstelling van de angsten en verlangens waar de mens in zijn leven op aarde mee worstelt en waar hij schuldbewust mee leeft.

27

Page 28: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

2 Werkvertaling van de Latijnse teksten

Passages tussen ( ) geven een alternatieve af meer letterlijke vertaling of toelichting, die tussen [ ] geven aanvullingen ten opzichte van het Latijn, waardoor de leesbaarheid van de vertaling wordt vergroot. De paginanummering (pag. 44 etc.) correspondeert met die van de Latijnse tekst in het Tekstboek.

Dido en Anna 4.672-92 (pag. 44)

675 ‘Was dat het, zus? Wendde jij je tot mij met bedrog? Dit [bereidde] voor mij

die brandstapel, dit bereidden het vuur en het altaar voor? Wat als eerste moet ik,

verlatene, bejammeren? Heb jij je zus als metgezel versmaad toen je stierf (in je

dood)? Had je mij maar tot hetzelfde lot geroepen, had hetzelfde verdriet en

hetzelfde uur ons beiden maar met het zwaard weggenomen. 680 Heb ik zelfs met

deze handen [de brandstapel] opgericht en met mijn stem de voorvaderlijke

goden aangeroepen, om, wrede, afwezig te zijn terwijl jij [hier] zo lag? Je hebt

jezelf vernietigd en mij, zus, en het volk en de Sidonische vaderen en je (eigen)

stad. Sta toe dat ik met water je wonden was en dat ik, als er nog een laatste

ademtocht over [is en] naar buiten zweeft, 685 die opvang met mijn mond.’ Zo

sprekend had ze de hoge treden beklommen, en terwijl ze haar halfdode zus

omarmde, koesterde ze haar aan haar borst met gezucht en ze droogde het

donkere bloed af met haar kleren. Zij, pogend haar zware ogen eveneens op te

slaan, had er de kracht niet [meer] voor; vastgehecht onder in haar borst schrijnde

de wond. 690 Driemaal zich opheffend en steunend op haar elleboog richtte ze

zich op, driemaal viel ze terug op het bed en met haar dwalende ogen zocht ze

aan de hoge hemel het licht en toen ze het vond slaakte ze een zucht.

Iris 4.693-705 (pag. 45)

Toen kreeg de almachtige Juno medelijden (medelijden krijgend) met het lange verdriet en de moeilijke dood en ze zond Iris van de Olympus omlaag 695 om de worstelende ziel en de [ermee] verknoopte ledematen los te maken. Want omdat ze niet omkwam door het lot noch door een verdiende dood, maar ongelukkig voor haar dag (tijd) en aangestoken door een plotselinge waanzin (een plotseling buiten zichzelf zijn), had Proserpina bij haar nog niet een blonde haarlok van haar kruin weggenomen en haar hoofd gewijd aan de Stygische Orcus. 700 Dus Iris, bedekt met dauw, vloog met haar saffraangele vleugels door de hemel omlaag, ontelbare (duizend) verschillende kleuren meetrekkend met de zon tegenover haar en bleef zweven boven haar hoofd. ‘Deze [lok] breng ik op bevel als offer

28

Page 29: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

(gewijd) aan Dis en ik maak je los van dat lichaam’: zo sprak zij en met haar rechterhand sneed ze een haarlok af, en al haar warmte gleed tegelijk weg en het (haar) leven verdween in de winden.

29

Page 30: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Bij de grot van de Sibylle 6.42-76 (pag. 61)

42 De wand van de Euboïsche rots is uitgehakt (uitgehold) tot een enorme grot, waarheen honderd brede toegangen leiden, honderd mondingen, waaruit evenveel stemmen stromen, de antwoorden (orakels) van de Sibylle. 45 Men was bij de drempel gekomen, toen de maagd sprak: ‘het is tijd om het orakel te vragen; de god, kijk, de god!’ Bij haar was, toen ze voor de deur die woorden uitsprak, plotseling een ander gezicht, een andere kleur, niet bleef haar haar in model; maar haar borst hijgde en haar wilde hart zwol van razernij, en zij was groter om te zien 50 en niet sterfelijk klinkend, nu zij werd bezield door de macht van de god die al dichterbij was. ‘Aarzel je met je geloften en gebeden’, sprak zij, ‘Trojaanse Aeneas? Aarzel je? Niet immers zullen de grote openingen van het verbijsterde huis eerder opengaan.’ En nadat ze dit gezegd had, zweeg zij. Een ijskoude 55 rilling ging voor (bij) de Trojanen door hun harde botten, en de koning stortte uit het diepst van zijn borst zijn gebeden uit: ‘Phoebus, u die altijd medelijden hebt gehad met de zware inspanningen (het zware lijden) van Troje, die de Trojaanse wapens en handen van Paris hebt gericht op het lichaam van Aeacus’ kleinzoon, onder uw leiding ben ik zoveel zeeën die grote landen omgeven, opgegaan en [ben ik gegaan] naar de ver afgelegen 60 volkeren (stammen) van de Massyliërs en naar de voor de Syrten gelegen streken: eindelijk nu hebben we de wegvluchtende kust van Italië bereikt. Moge het Trojaanse lot (de Trojaanse tegenspoed) ons tot hier (en niet verder dus) gevolgd hebben; ook is het nu rechtvaardig dat u het Trojaanse volk spaart, alle goden en godinnen, voor wie Ilium en de enorme 65 roem van Troje aanstoot gaf (ergernis opwekte). En ook u, o zeer heilige zieneres, die van te voren bekend bent met de toekomst, geef (sta toe) (ik vraag een rijk dat mijn lot zeker toekomt) dat de Trojanen en de zwervende goden en heen en weer geslingerde goddelijke machten van Troje zich vestigen in Latium. Dan zal ik voor Phoebus en Trivia een tempel 70 oprichten van massief marmer en feestdagen [instellen] genoemd naar de naam van Phoebus. Ook u staat in ons rijk een groot heiligdom te wachten: want hierin zal ik uw profetieën en geheime tot mijn volk gesproken orakelspreuken opbergen en ik zal, goedgunstige vrouw, uitgelezen mannen [tot priesters] wijden. Vertrouw slechts uw voorspellingen niet toe aan bladeren, 75 opdat ze niet door de war gegooid wegvliegen als speelbal voor de snelle winden; zing ze zelf, smeek ik u’. Hij maakte met zijn mond een eind aan het spreken.

De Sibylle in trance 6.77-101 (pag. 62)

Maar zich nog niet gewonnen gevend aan Phoebus gaat de zieneres in haar grot wild tekeer, of ze misschien de grote god uit haar borst kan afschudden; des te meer mat hij 80 haar schuimende mond af, haar wilde hart bedwingend, en hij temt haar door druk uit te oefenen. En reeds gingen de honderd reusachtige openingen van het huis vanzelf open en brachten de antwoorden van de zieneres

30

Page 31: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

door de lucht: ‘O, u die eindelijk de grote gevaren van de zee doorstaan hebt (maar op het land wachten u zwaardere), 85 de Trojanen zullen komen in het rijk van Lavinium (zet deze zorg uit uw hart), maar zeker zullen ze willen dat ze er niet zijn gekomen. Oorlogen, gruwelijke oorlogen, en de Tiber schuimend van veel bloed zie ik. Niet de Simois noch de Xanthus noch het Griekse legerkamp zal u ontbreken; in Latium is reeds een andere (nieuwe) Achilles geboren, 90 ook zelf de zoon van een godin; en nergens zal Juno, die de Trojanen niet loslaat, afwezig zijn, als u als smekeling in uiterste nood welke volkeren van de Italiërs, welke steden niet zult smeken! De oorzaak van zo’n grote rampspoed voor de Trojanen zal wederom een buitenlandse vrouw zijn en wederom een buitenlands huwelijk. 95 U, wijk niet voor de rampen, maar ga ze des te dapperder tegemoet, waarlangs uw lot u zal toestaan. De eerste weg naar redding (wat u allerminst vermoedt) zal worden geopend vanuit een Griekse stad.’Met dergelijke woorden zong de Cumaeïsche Sibylle vanuit het binnenste gedeelte haar huiveringwekkende orakeltaal en brulde terug vanuit de grot, 100 ware dingen hullend in donkere dingen (duisternis): zulke teugels sloeg Apollo tegen de razende en [zulke] prikkels bewoog hij onder haar borst.

Aeneas’ reactie 6.102-23 (pag. 63)

Zodra de razernij geweken was en haar razende mond tot rust was gekomen, begon de held Aeneas [zo te spreken]: ‘Geen enkel beeld van inspanningen, o maagd, doemt nieuw of onverwacht voor mij op; 105 alles heb ik van tevoren overwogen en in mijn geest bij mezelf overdacht. Om één ding smeek ik: aangezien, naar men zegt, hier de poort is van de koning van de onderwereld en het donkere moeras waar de Acheron overstroomt, moge het [mij] zijn toegestaan te gaan naar de aanblik en het gelaat van mijn dierbare vader; wil mij de weg wijzen en de heilige deuren openen.110 Hem heb ik op deze schouders weggerukt door de vlammen en duizend pijlen die ons achtervolgden en midden uit de vijand gered; hij, mijn tocht vergezellend, verdroeg (doorstond) met mij alle zeeën en alle dreigingen van de zee en de hemel, zwak als hij was, voorbij zijn krachten en het lot van zijn ouderdom. 115 En zeker, ook gaf hij [mij] smekend de opdracht mij als smekeling tot u te wenden en naar uw drempel te gaan. Goedgunstige vrouw, ik smeek u, (want u kunt alles en niet voor niets stelde Hecate u aan het hoofd van de Avernische wouden), heb medelijden met vader en zoon, als Orpheus de schim van zijn echtgenote kon oproepen, 120 vertrouwend op de Thracische lier en de welluidende snaren, als Pollux zijn broer met afwisselende (beurtelingse) dood vrijkocht en zo vaak de weg gaat en teruggaat. Waarom moet ik Theseus, waarom de grote Hercules noemen? Ook mijn afstamming is van de hoogste Jupiter.’

Twee voorwaarden 6.124-55 (pag. 65)

31

Page 32: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Met zulke woorden bad hij en hij hield het altaar vast, 125 toen de zieneres als volgt begon te spreken: u, die afstamt van het bloed van goden (zoon van goden), Trojaan, zoon van Anchises, gemakkelijk is de afdaling in de Avernus: dag en nacht (nachten en dagen) staat de deur van de Zwarte Dis open; maar op uw schreden terugkeren en weer buiten te komen naar de lucht van de bovenwereld, dat is het werk, dat is de inspanning, [Slechts] weinigen, die de onpartijdige 130 Jupiter beminde of die hun blakende deugd tot de hemel verhief, zonen van goden, hebben dit gekund. Bossen bedekken alles in het midden, en de Cocytus omsingelt het, voortglijdend met zwarte kronkeling. Maar als er zo’n groot verlangen is aan uw geest, als de begeerte zo groot is om tweemaal de Stygische wateren te bevaren, tweemaal de zwarte 135 Tartarus te zien, en als het u behaagt toe te geven aan de waanzinnige inspanning, verneem dan wat er eerst moet worden gedaan. In een schaduwrijke boom is verscholen een tak van goud wat betreft zijn bladeren en zijn buigzame twijg, gewijd aan Juno van de onderwereld; het gehele woud bedekt deze en schaduwen omsluiten hem in donkere valleien. 140 Maar niet eerder wordt toestemming gegeven af te dalen in de onderaardse gebieden dan dat iemand de tak met het gouden loof van de boom heeft geplukt. De schone Proserpina heeft ingesteld dat deze als haar geschenk aan haar wordt gebracht. Als de eerste is losgerukt, blijft een tweede gouden tak niet weg, en loopt een tak uit met hetzelfde metaal. 145 Dus speur hoog met uw ogen en als u hem heeft gevonden, pluk hem dan op de juiste wijze met uw hand. Want zelf zal hij gewillig en gemakkelijk meegeven (volgen), als het lot u roept; anders zult u hem met geen enkele kracht kunnen overwinnen noch afhakken met hard ijzer. Bovendien ligt voor u het lichaam van een vriend ontzield 150 (ach, u weet het niet) en bezoedelt met zijn lijk de hele vloot, terwijl u adviezen vraagt en op onze drempel verblijft. Breng hem eerst in de hem toekomende rustplaats en berg hem in een graf. Breng zwarte schapen; dat moet het eerste zoenoffer zijn. Zo tenslotte zult u de wouden van de Styx en het rijk dat ontoegankelijk is voor stervelingen 155 aanschouwen.’ Zo sprak zij en zweeg nadat ze haar mond had gesloten.

Een graf voor Misenus 6.156-82 (pag. 65)

Aeneas ging voort met bedroefd gezicht, zijn ogen naar de grond gericht, terwijl hij de grot verliet, en hij overdacht de duistere uitspraken bij zichzelf in zijn geest. Met hem ging de trouwe Achates als metgezel mee en met gelijke zorgen stapte hij langzaam voort. 160 Vele dingen bespraken zij met elkaar in een afwisselend gesprek, welke dode makker de zieneres bedoelde, welk lichaam dat begraven moest worden. En zij zagen, zodra ze [daar] waren aangekomen, Misenus op het droge strand, omgekomen door een onverdiende dood, Misenus, Aeolus’ zoon, dan wie geen ander voortreffelijker was om 165 met de bronzen trompet de mannen aan te sporen en met zijn geschal de strijd te doen ontbranden. Hij was de

32

Page 33: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

metgezel geweest van de grote Hector, naast Hector ging hij ten strijde uitblinkend door zijn trompet en door zijn lans. Nadat Achilles als overwinnaar hem (nl. Hector) van het leven beroofd had, had de zeer dappere held zich 170 als metgezel gevoegd bij de Trojaan Aeneas, geen mindere dingen volgend. Maar toen, terwijl hij juist het zeevlak deed weergalmen met een holle schelp, verdwaasd, en met zijn muziek de goden opriep tot een wedstrijd, had de jaloerse Triton, als het geloofwaardig is (waard om te geloven), de man, gevangen tussen de rotsen, ondergedompeld in de schuimende golven. 175 Dus allen klaagden rondom met luid geschreeuw, vooral de plichtsgetrouwe Aeneas. Toen voerden zij haastig, zonder oponthoud, huilend de opdrachten van de Sibylle uit en ze deden hun uiterste best een grafaltaar bijeen te brengen met bomen en het tot de hemel op te bouwen. Zij gingen het oude bos in, de hoge verblijfplaatsen van de wilde dieren; 180 de pijnbomen vielen voorover, de eik weerklonk, getroffen door bijlen, en de essenstammen en het splijtbare eikenhout werden (lett.: werd) gespleten door wiggen, ze lieten enorme bergessen van de bergen afrollen.

De gouden tak 6.183-211 (pag. 66)

En zeker spoorde Aeneas bij deze werken als eerste zijn makkers aan en hanteerde hetzelfde gereedschap. 185 En deze dingen overdacht hij zelf met zijn bedroefde hart, kijkend naar het immense woud, en juist op dat moment bad hij als volgt: ‘Als zich nu aan ons in een boom die gouden tak zou vertonen in dit enorme bos! Alles immers heeft, ach, maar al te zeer naar waarheid, de zieneres over jou, Misenus, gezegd.’ 190 Nauwelijks had hij deze dingen gezegd, toen juist twee duiven pal onder de ogen (het gezicht) van de man uit de hemel kwamen vliegen en neerstreken op de groene grond. Toen herkende de zeer grote held de vogels van zijn moeder en bad blij: ‘Wees gidsen, o, als er enige weg is, en 195 richt onze tocht door de lucht naar de bossen waar een kostbare tak de vruchtbare grond overschaduwt. En u, o, laat deze hachelijke zaken niet in de steek (of: laat <mij> in deze nood niet in de steek), goddelijke moeder.’ Na zo gesproken te hebben liep hij bedachtzaam voort (drukte hij zijn voetstappen), in het oog houdend welke tekens zij gaven, waarheen ze voortgingen op hun vlucht. Al etend gingen zij vliegend zover voort 200 als de ogen van hen die volgden hen konden zien met hun blik. Toen zij vervolgens bij de nauwe toegang van de zwaar stinkende Avernus kwamen, stegen zij snel op en glijdend door de heldere lucht streken zij neer op de gewenste plek op een tweelingboom, vanwaar een afwijkend gekleurde glans van goud door de takken straalde. 205 Zoals in de bossen in de winterkou de maretak groen pleegt te zijn met nieuw loof, dat niet de eigen boom laat ontspringen, en de ronde stammen [pleegt] te omgeven met saffraangele bessen, zo was de aanblik van het gouden loof in de donkere eik, zo ritselden de metalen blaadjes in de zachte wind. 210 Meteen greep Aeneas de aarzelende [tak] en brak hem begerig af, en bracht hem naar het huis van de zieneres de Sibylle.

33

Page 34: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

Naar de ingang van de onderwereld 6.268-94 (pag. 78)

268 Zij gingen donker onder de eenzame nacht door de duisternis en door de lege verblijfplaatsen van Dis en door het ijle rijk: 270 zoals bij onzekere maan onder zwak licht een tocht is in de bossen, wanneer Jupiter de hemel in duisternis heeft verborgen en de zwarte nacht aan de dingen hun kleur heeft ontnomen. Precies voor het voorportaal en wel in het eerste gedeelte van de toegang van Orcus hebben de Rouw en de wrekende Wroeging hun legersteden opgeslagen (geplaatst), 275 en wonen de bleke Ziektes en de sombere Ouderdom, en de Angst en de tot kwaad aanzettende Honger en de afzichtelijke Armoede, gestalten vreselijk om te zien, en de Dood en het Zwoegen; dan de broer van de Dood, de Slaap en de verderfelijke Lusten van de geest, en op de tegenoverliggende drempel de doodbrengende Oorlog, 280 en de ijzeren vertrekken van de Wraakgodinnen en de razende Tweedracht haar slangenhaar omwonden met bloedige linten. In het midden spreidt een schaduwrijke olm zijn takken en zeer oude armen uit, enorm groot, [een olm] die, naar men gewoonlijk zegt, de valse Dromen als woonplaats hebben en zij zitten vast onder alle bladeren. 285 En bovendien zijn er veel gedrochten van allerlei wilde dieren, de Centauren zijn gestald bij de deur en de tweevormige Scylla’s en de honderdarmige Briareus en het monster van Lerna huiveringwekkend sissend, en de met vlammen bewapende Chimaera, de Gorgonen en Harpijen en de gestalte van de drielijvige schim. 290 Dan grijpt Aeneas, door plotselinge paniek angstig, zijn zwaard (ijzer) en houdt de getrokken snede voor aan degenen die [naar hem toe] komen, en als zijn wijze metgezellin niet zou waarschuwen dat [er] ijle wezens (levens) zonder lichaam rondfladderen onder het holle beeld van een gestalte, [dan] zou hij er (waarschijnlijk) op afstormen en tevergeefs de schimmen met zijn ijzer uiteenslaan.

De veerman Charon 6.295-336 (pag. 80)

295 Hiervandaan [is] een weg, die leidt (brengt) naar de wateren van de Acheron in (van) de onderwereld. Hier kolkt een maalstroom troebel door drek en woeste draaikolk en braakt al het zand uit in de Cocytus. Een huiveringwekkende veerman bewaakt deze wateren en rivieren, de verschrikkelijk smerige Charon (van een verschrikkelijke smerigheid), rond wiens kin een enorme bos onverzorgd grijs haar groeit 300, wiens onbeweeglijke ogen vuur spuwen (… onbeweeglijk staan door vuur), wiens smerige mantel in een knoop van zijn schouders naar beneden hangt. Hij duwt zelf de boot met een vaarboom en rust hem uit met zeilen en met zijn roestkleurige boot voert hij de lichamen aan, [ hij is] al [wat] ouder, maar de god heeft (voor de god is) een krasse en energieke ouderdom.305 Hierheen stroomde wijd en zijd een hele menigte naar de oever, moeders en

34

Page 35: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

mannen en de gestorven lichamen van edele helden, jongens en ongetrouwde meisjes, jonge mensen die voor de ogen (gezichten) van hun ouders op de brandstapel waren gelegd: even veel als [er] in de bossen door de eerste herfstkoude 310 bladeren losgeraakt (uitgegleden) vallen of even veel als [er] vogels landwaarts samendrommen vanuit hoge zee, wanneer het koude jaargetijde hen over zee doet vluchten en naar zonnige oorden stuurt. Zij stonden smekend om als eersten de oversteek te maken en zij strekten hun handen uit in hun verlangen naar de oever aan de overkant. 315 Maar de norse schipper ontvangt nu eens dezen dan weer die, anderen daarentegen houdt hij ver verwijderd op een afstand van de zanderige oever. Aeneas inderdaad verwonderd en onder de indruk van het tumult zegt: ‘Vrouwe, vertel, wat betekent (wil) [die] oploop bij de rivier? Wat willen de zielen? Of op grond van welk onderscheid verlaten 320 dezen de oevers, varen die met roeiriemen over het grauwe water? Tot hem heeft de hoogbejaarde priesteres als volgt kort gesproken: ‘Afstammeling van Anchises, absolute nakomeling van de goden, u ziet hier de diepe poelen van de Cocytus en het moeras van de Styx, bij wiens goddelijke macht de goden vrezen een eed af te leggen en die (goddelijke macht) zij vrezen te bedriegen. 325 Deze hele menigte, die je ziet is machteloos en onbegraven; hij daar is de veerman Charon; dezen die het water vervoert zijn begraven. Niet wordt het [Charon] verleend [hen] over de huiveringwekkende oevers over te brengen en over de rauw weerklinkende stromen voordat hun gebeente in een rustplaats tot rust is gekomen. Honderd jaren dwalen zij rond en fladderen rond deze kusten; 330 dan pas toegelaten bezoeken zij de vurig gewenste poelen weer.’ De zoon van Anchises hield halt en bleef staan terwijl hij vele dingen overwoog en in zijn hart medelijden had met hun onrechtvaardige lot. Daar ziet hij in hun verdriet (verdrietig) en zonder de laatste eer (de eer van de dood missend) Leucaspis en de aanvoerder van het Lycische schip Orontes, 335 die, nadat zij tegelijk vanuit Troje waren gevaren over de stormachtige zeeën, de Auster heeft overspoeld, én hun schip én hun mannen in het water onderdompelend.

35

Page 36: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

De ontmoeting met Palinurus 6.337-83 (pag. 81)

Kijk de stuurman Palinurus naderde, die onlangs op de Lybische vaart, terwijl hij de sterren in het oog hield, van de achtersteven was gevallen, op volle zee (midden in de golven) over boord geslagen.340 Zodra hij deze verdrietig in de dichte (vele) duisternis met moeite had herkend, sprak hij [hem] zo als eerste (eerder) toe: ‘Wie van de goden heeft jou, Palinurus, aan ons ontrukt en diep onderin de volle zee laten verdrinken? Kom zeg [het me]. Want Apollo, die zich eerder niet bedrieglijk heeft betoond, heeft mijn geest (voor mij) bedrogen met dit ene antwoord, 345 [Apollo] die voorspelde dat jij ongedeerd zou zijn op zee en dat jij in het Italisch gebied zou komen. Wel, is dit dan de vervulling van zijn belofte (beloofde trouw)?’ Maar hij [zei]: ‘Noch heeft het orakel van Apollo u bedrogen, leider Aeneas, noch heeft een god mij in zee laten verdrinken. Want het roer dat met veel geweld door toeval is losgerukt, 350 dat ik als aangewezen wachter stevig vasthield en [waarmee] ik de koers regelde, heb ik in mijn val voorover met mij meegesleurd. Ik zweer bij de ruwe zeeën dat ik voor mij zelf geen enkele zo grote angst heb opgevat als [dat ik bang ben geweest] dat uw schip beroofd van het roer, beroofd van de stuurman (meester) zou bezwijken in zo hoog oprijzende golven. 355 Drie winterse/gure nachten heeft de zuidenwind mij gewelddadig over het water over het onmetelijke zeeoppervlak gevoerd; met moeite zag ik op de vierde dag hoog vanaf de top van een golf voor mij Italië [liggen]. Langzaam zwom ik richting land; veiligheid was al binnen mijn bereik, als niet een wreed volk [mij] zwaar met mijn natte kleding 360 en met mijn gekromde handen de scherpe punten van een stuk rots beetgrijpend met het zwaard (ijzer) was aangevallen en in zijn onwetendheid [mij] als buit had beschouwd. Nu hebben de golven mij en wentelen de winden mij op het strand. Daarom smeek ik u bij het aangename licht en de briesjes van de hemel, bij uw vader, bij de verwachtingen van de opgroeiende Julus, 365 red mij uit deze ellende, onoverwinnelijke: ofwel werp aarde op mij, want dat kunt u, en zoek de haven van Velia op; ofwel, als er een weg is, als uw goddelijke moeder u er een heeft getoond (want niet, naar ik geloof, bent u van plan zonder de goddelijke macht der goden zo grote rivieren en het moeras van de Styx te bevaren), 370 geef [mij] ongelukkige uw rechterhand en neem mij met u mee over het water, opdat ik tenminste in de dood rust [rust vind] op een kalme rustplaats.’ Dergelijke woorden had hij gezegd toen de zieneres als volgt begon: ‘Vanwaar [komt] voor jou dit zo huiveringwekkende verlangen, o Palinurus? Zul jij onbegraven de wateren van de Styx aanschouwen en de strenge rivier 375 van de Eumeniden of zul jij zonder bevel daartoe de oever naderen? Houd op te hopen dat lotsbestemmingen waarover de goden beschikken (van de goden) gewijzigd kunnen worden door te bidden, maar onthoud goed mijn woorden, een troost voor een hard lotgeval. Want naburige volken, wijd en zijd verspreid over de steden [daartoe] aangezet door hemelse voortekens, zullen jouw gebeente verzoenen 380 en een grafheuvel oprichten en jouw grafheuvel offers sturen, en de plaats zal voor eeuwig de naam (van) Palinurus hebben.’ Door

36

Page 37: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

deze woorden zijn zijn zorgen weggenomen en is zijn verdriet korte tijd verdreven uit zijn droevige hart; hij verheugt zich over het land met dezelfde naam.

37

Page 38: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

De confrontatie met Charon 6.384-416 (pag. 82)

Dus vervolgden zij de tocht die ze begonnen waren en naderden de rivier. 385 Zodra de veerman hen van verre al vandaar vanaf het water van de Styx door het zwijgende woud zag gaan en hun schrede zag richten naar de oever, richtte hij zich zo als eerste tot hen met woorden en snauwde hen uit eigen beweging toe: ‘Wie je ook bent, die gewapend naar onze rivieren gaat, kom zeg op waarom je komt, al vanaf die plaats (vandaar) en houd je pas in. 390 Dit is de plaats van de schimmen, van de slaap en de slaapbrengende nacht: het is een goddeloze daad om levende lichamen te vervoeren in de Stygische boot. En ik heb er werkelijk geen plezier aan beleefd dat ik Hercules, toen hij kwam, heb ontvangen op mijn meer en ook niet Theseus en Pirithoüs, ook al waren zij (naar zij zeiden) zonen van goden en onoverwinnelijk door hun kracht. 395 Hij haalde de Tartarusbewaker eigenhandig weg bij de troon van de koning zelf om hem te boeien en hij trok het trillende [dier] mee; zij hebben het ondernomen om zijn echtgenote uit de echtelijke slaapkamer van Dis te ontvoeren.’ In antwoord daarop heeft de zieneres van Apollo kort gezegd: ‘Hier is absoluut niet zo’n hinderlaag (houd op met verontrust te raken) 400 en niet brengen wapens geweld; de reusachtige poortwachter die eeuwig blaft in zijn grot mag gerust de bloedeloze schimmen schrik aanjagen, kuis mag Proserpina in het huis van haar oom blijven. De Trojaanse Aeneas, opvallend door zijn plichtsgevoel en zijn wapens, daalt af naar zijn vader naar de diepste schimmen van de onderwereld. 405 Als geen enkel beeld van zo’n grote liefde voor een ouder/vader jou raakt (het beeld … totaal niet), moge je dan tenminste deze tak (zij haalde de tak die onder haar kleding verborgen was te voorschijn) herkennen.’ Op dat moment bedaarde zijn ziedende hart van woede; en meer dan dat werd er niet gezegd. Hij, verwonderd over de eerbiedwaardige gift (van) de twijg van het noodlot die hij na lange tijd zag, 410 wendde de donkerblauwe achtersteven naar de oever en naderde deze. Vervolgens verjoeg hij de andere zielen die verspreid over de lange roeibanken zaten, en hij maakte het dek vrij; tegelijk ontving hij in zijn bootje de reusachtige Aeneas. Het aan elkaar genaaide roeibootje kreunde onder het gewicht en lek als een mandje (vol spleten) kreeg het veel moeraswater binnen. 415 Uiteindelijk zette hij en de zieneres en de man aan de andere kant van de rivier ongedeerd af in de vormloze modder en in het grijsgroene moerasriet.

Cerberus 6.417-25 (pag. 84)

De enorme Cerberus vervult dit rijk met zijn driemuilig geblaf in zijn volle lengte liggend in de grot tegenover hen. Hem wierp de zieneres toen ze zag dat zijn nekken al ruig waren door de slangen een koek 420 toe met de bedwelmende werking van honing en toverkruiden. Hij door zijn onstuimige honger zijn drie kelen opensperrend greep de toegeworpen [koek], en hij ontspande zijn reusachtige ruggen uitgestrekt op de grond en hij lag enorm groot over (in) de hele grot uitgerekt. Aeneas nam bezit van de toegang nu de wachter in diepe

38

Page 39: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

slaap was gedompeld en snel passeerde hij de oever van het water waarover geen terugkeer mogelijk is.

39

Page 40: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

De ontmoeting met Dido 6.440-76 (pag. 85)

440 Niet ver hier vandaan worden de Rouwende Velden getoond die zich in iedere richting uitstrekken. Zo noemt men deze (met de naam). Hier verbergen afgelegen bospaden hen die de harde liefde door wegkwijnen heeft verteerd en rondom bedekt hen een woud van mirte; zelfs in de dood (de dood zelf) verlaat het liefdesverdriet hen niet. 445 Op deze plaats zag hij Phaedra en Procris en de bedroefde Eriphyle die de wonden van haar wrede zoon liet zien, en Euadne en Pasiphae; Laodamia was hun metgezel en Caeneus, eens een jongeman, nu weer een vrouw en door het lot terugveranderd in haar oude gedaante. 450 Onder hen, vers door haar wond, dwaalde de Phoenicische Dido in het grote woud; zodra de Trojaanse held vlakbij haar stond en in het donker haar vaag (duister) herkende, - zoals iemand die in het begin van de maand door de wolken de maan ziet opkomen of meent te hebben zien [opkomen] -, 455 liet (zond) hij zijn tranen de vrije loop (omlaag) en sprak met tedere liefde [haar] toe: ‘Ongelukkige Dido, was er dus tot mij een waar bericht gekomen dat[je] gestorven bent en met het zwaard de dood hebt gezocht? Ach, ben ik voor jou de oorzaak geweest van je dood? Ik zweer bij de sterren, bij de hemelgoden en als er enige trouw diep weg onder de aarde is: tegen mijn wil, koningin, ben ik van je kust weggegaan. 460 Maar de bevelen der goden, die [mij] nu dwingen door deze duisternis te gaan, door oorden ruig van schimmel en door de diepe nacht, hebben mij voortgedreven met hun opdrachten; en ik heb niet kunnen denken dat ik door mijn vertrek jou dit zo grote verdriet bracht. 465 Breng je stap tot stilstand en onttrek je niet aan mijn (onze) blik. Voor wie vlucht je? Door [de beschikking van] het lot is dit het laatste dat ik tot je spreek.’ Met zulke woorden probeerde Aeneas haar brandend en nors kijkend gemoed milder te stemmen en bracht hij (zijn) tranen in beweging (of: probeerde haar tranen op te wekken). [Maar] zij , afgewend, hield haar ogen strak op de grond gericht en door het [door hem] begonnen gesprek wordt zij, wat haar gelaatsuitdrukking betreft, niet meer bewogen 470 dan als er een harde steen of een Marpesische rots zou staan.Eindelijk snelde zij weg en vluchtte vijandig heen het schaduwrijke woud in, waar haar vroegere echtgenoot Sychaeus haar liefde beantwoordt en haar liefde evenaart. 475 Geschokt door haar onrechtvaardig lot volgt Aeneas, in tranen, [haar] niettemin van ver met zijn blik (begeleidt [haar] van ver met) en heeft medelijden met haar, terwijl ze daar zo gaat.

De Tartarus 6. 535-81 (pag. 89)

535 Tijdens (in) dit afwisselend gesprek was Aurora op haar hemelse tocht met haar rozerode vierspan al het midden van de hemel gepasseerd; en misschien zouden zij [wel] alle vergunde (gegeven) tijd met dergelijke [woorden] doorbrengen, maar zijn metgezellin de Sibylle waarschuwde hem en sprak hem kort toe: ‘De nacht nadert snel, Aeneas; wij rekken de uren met huilen. 540 Hier is de plek waar de weg zich splitst naar twee (beide) kanten: de rechter die gaat tot

40

Page 41: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

onder aan het paleis van de grote Dis, hierlangs gaat onze tocht (is voor ons de tocht) naar het Elysium; de linker weg voltrekt de straffen aan (van) de slechte mensen en zendt [hen] naar de goddeloze Tartarus.’ Daarop [zei] Deiphobus: 545 ‘Wees niet boos, grote priesteres; ik zal weggaan, ik zal het aantal voltallig maken en terugkeren in de duisternis. Ga sieraad / trots van ons, ga; heb (gebruik) een beter lot.’ Slechts dat sprak hij en terwijl hij het zei (in het woord) keerde hij zich om. Aeneas keek plotseling achterom en aan de voet van een rots links zag hij een uitgestrekt bouwwerk omgeven door een drievoudige muur, 550 waaromheen een rivier gaat, snel stromend [en] met brandende vlammen, de Tartarische Phlegethon, en hij rolt dreunende stukken rots voort. Tegenover [hem] een reusachtige poort en zuilen van hard staal zodat geen enkele kracht van mannen, zelfs niet de hemelgoden (zelf) in staat zijn deze door oorlog te verwoesten; er verrijst (staat) onwrikbaar een toren tot in de lucht, 555 en Tisiphone die daar zit gehuld in haar bebloede mantel bewaakt dag en nacht zonder te slapen de voorhal. Hier vandaan hoort men (wordt gehoord) het jammeren en klinken woeste zweepslagen, dan het rinkelen van ijzer en het slepen van ketens (gesleepte ketens). Aeneas bleef staan en hevig verschrikt nam hij het lawaai in zich op. 560 ‘Welke soort (vorm) van misdaden [zijn het]? O maagd, zeg [het]; of met welke straffen worden zij vervolgd? Welk zo groot weeklagen [stijgt] ten hemel?’ Toen begon de zieneres als volgt te spreken : ‘Beroemde aanvoerder van de Trojanen, niemand die zuiver is mag de misdadige drempel betreden; maar op het moment dat Hecate mij aan het hoofd stelde van het Avernische woud, 565 heeft zij zelf mij onderwezen in de straffen van de goden en mij overal langs geleid. Rhadamanthus van Knossos heeft dit zeer harde rijk [in zijn beheer] en hij berispt en hij luistert naar het bedrog en hij dwingt te bekennen de wandaden die begaan in de bovenwereld, een ieder heeft uitgesteld, verheugd over zijn zinloze listige handelen, naar een late dood. 570 Onmiddellijk slaat de wrekende Tisiphone uitgerust met een zweep de schuldigen terwijl ze boven op hen springt, en terwijl zij met haar linkerhand dreigend angstaanjagende slangen uitstrekt, roept zij het grimmige koppel (de schare) van haar zusters. Dan pas openen zich de heilige deuren knarsend met hun vreselijk klinkende deurpen. Zie je wat voor een wacht 575 in het voorportaal zit, welke gestalte de drempel bewaakt? Binnen heeft een reusachtige door haar vijftig zwarte opengesperde muilen [nog] grimmiger Hydra haar zetel. Daarna strekt de Tartarus zelf zich tweemaal (zo ver) uit in de diepte en reikt tot onder in de duisternis zo ver als de blik omhoog naar de hemel naar de hemelse Olympus [reikt]. 580 Hier helemaal op de bodem door de bliksem naar beneden geworpen kronkelt het oude geslacht van Aarde, de Titanenmannen.

Het Elysium 6.635-78 (pag. 92)

635 Aeneas bereikte de ingang en besprenkelde zijn lichaam met fris water en

41

Page 42: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

maakte de tak vast aan de voorkant van de deur (die naar hem was toegekeerd). Pas nadat dit was volbracht, nadat het geschenk voor de godin was voltooid, kwamen zij terecht in de vreugdevolle plaatsen en in het lieflijk groen van de gezegende bossen en de woonplaatsen van de gelukzaligen (de gelukzalige woonplaatsen). 640 Hier bedekt een ether guller / rijkelijker en met stralend licht de velden, en zij kennen hun eigen zon, hun eigen sterren. Een deel oefent zijn ledematen in de met gras bedekte worstelplaatsen, zij wedijveren in het spel en worstelen in het bruingele zand; een deel stampt met zijn voeten reidansen en zingt liederen. 645 En ook de Thracische priester met zijn lang gewaad begeleidt het ritme [van zang en dans] op de zeven verschillende snaren, en nu eens slaat hij deze (dezelfde) aan met zijn vingers, dan weer met zijn ivoren plectrum. Hier is het oude geslacht van Teucer, zijn zeer voortreffelijke nakomelingen, edele helden geboren in betere tijden (jaren), 650 zowel Ilus als Assaracus en Dardanus de stichter van Troje. Hij verwondert zich over de wapens iets verderop en de lege wagens van de mannen; hun lansen staan vastgezet in de aarde en wijd en zijd grazen los in het veld de paarden. De vreugde die zij tijdens hun leven beleefden (voor de levenden was) aan de wagens en de wapens, de zorg die zij besteedden aan 655 het weiden van hun glanzende paarden, diezelfde [vreugde en zorg] volgt hen nu ze zijn neergelegd in de aarde. Kijk hij zag anderen rechts en links verspreid in het gras uitgebreid eten en in koor een vrolijke hymne zingen te midden van een bos geurig door laurieren, vanwaar de stroom van de Eridanus van bovenaf in zijn volle omvang door het bos kronkelt. 660 Hier een groep [mannen / helden] die wonden hebben opgelopen door te vechten vanwege hun vaderland, en [zij] die reine priesters [waren], zolang als zij leefden (hun leven standhield), en [zij] die vrome zieners [waren] en Phoebus waardige woorden spraken, of [zij] die door middel van de vaardigheden die zij hadden uitgevonden het leven hebben veredeld en zij die hebben gemaakt dat door hun verdienste enige mensen zich hen herinneren: 665 voor al dezen werden de slapen omringd met een sneeuwwitte band. Dezen die zich rondom hen hadden verdrongen sprak de Sibylle zo toe, Musaeus voor allen (want hij stond middenin een zeer dichte menigte <hem had een zeer dichte menigte in zijn midden> en deze keek naar hem op terwijl hij boven hen uitstak met zijn hoge schouders): ‘Zeg [ons], gelukkige zielen en u voortreffelijke zanger, 670 in welk gebied, in welke plaats bevindt zich Anchises? Ter wille van hem zijn wij gekomen en over de grote stromen van de onderwereld gevaren.’ En haar gaf zo de held in weinig [woorden] het antwoord: ‘Niemand heeft (Voor geen is) een vaste verblijfplaats; wij wonen in schaduwrijke bossen, wij bewonen de kussens van de oevers en de weiden fris door beken. 675 Maar als dat (zo) uw hartenwens is, moet u deze heuvelrug overgaan en ik zal u spoedig op een makkelijk pad brengen.’ Zo sprak hij en hij ging vooruit en toonde van bovenaf de glanzende velden; vervolgens verlieten zij de hoogste toppen.

42

Page 43: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

De ontmoeting met Anchises 6.679-702 (pag. 94)

679 Maar Vader Anchises was bezig de zielen die diep in een groene vallei ingesloten waren en naar het licht van de bovenwereld zouden gaan, te bekijken (bekeek) terwijl hij hen met aandacht voor zijn geestesoog liet passeren, en hij was net bezig met het inspecteren van al de zijnen (het gehele aantal van de zijnen), zijn dierbare nakomelingen en hun bestemming(en) en lotgevallen en hun karakter en daden. En zodra hij Aeneas over het grasveld [hem] tegemoet zag snellen 685 strekte hij enthousiast zijn beide handen uit, en de tranen stroomden uit zijn ogen en aan zijn mond ontviel het woord: ‘Ben je dan eindelijk gekomen en heeft jouw liefde, die een vader verwachtte, de barre tocht overwonnen? Wordt het [mij] gegeven jouw gezicht te zien en een bekende stem te horen en te laten horen? 690 Zo werkte ik dat voor mijzelf uit in mijn geest en meende dat het zo zou gebeuren terwijl ik de tijd aftelde, en mijn bezorgdheid heeft mij niet bedrogen. Na over welke landen en welke zeeën gereisd te hebben ontvang ik jou! Na door wat voor grote gevaren heen en weer geslingerd te zijn, mijn zoon! Hoezeer ben ik bang geweest dat het rijk van Libië jou in enig opzicht zou schaden!’ 695 Maar hij zei: ‘Het beeld van u, vader, het droevige beeld van u dat vaker zich [aan mij] toonde heeft [mij] ertoe gebracht naar deze verblijfplaats te gaan; de vloot ligt (staat) in de Tyrrheense zee. Sta toe, vader, sta toe u de hand te drukken en onttrek u niet aan mijn omhelzing.’ Zo sprekend maakte hij tegelijkertijd zijn gezicht nat met zijn rijkelijk [vloeiende] tranen. 700 Driemaal heeft hij daar geprobeerd zijn armen om zijn hals te slaan; driemaal is het beeld, tevergeefs omvat, aan zijn handen ontglipt, gelijk een lichte wind en precies zoals de gevleugelde slaap.

De zielen met een tweede leven 6.703-23 (pag. 95)

En toen zag (en nu ziet) Aeneas in een afgelegen dal een afgezonderd woud met (en) ruisend struikgewas van de struiken, 705 en de stroom van de rivier de Lethe die voorbij stroomt aan de vredige verblijfplaatsen. Rondom deze vlogen ontelbare stammen en volkeren: zoals wanneer in de weiden op een onbewolkte zomerdag (in een onbewolkte zomer) de bijen zich zetten op de bonte bloemen en zich rond de blanke lelies verspreiden, het hele veld weerklinkt van hun gezoem. 710 Aeneas huiverde bij de plotselinge aanblik en onwetend vroeg hij naar de redenen en welke die rivier was in de verte, welke mannen in/met zo’n grote schare de oevers vulden. Toen sprak vader Anchises: ‘De zielen, voor wie door het noodlot een tweede lichaam verschuldigd is (d.w.z. die tot een tweede leven verplicht zijn), drinken bij het water van de rivier de Lethe 715 het zorgen verdrijvende vocht en het lange vergeten. Dezen/hen verlang ik allang aan jou persoonlijk te noemen en te laten zien, dit nageslacht van de mijnen verlang ik op te sommen, opdat jij je samen met mij des te meer verheugt nu jij Italië hebt gevonden.’ ‘O vader, moet ik [dan] geloven (moet er geloofd worden) dat sommige zielen hiervandaan naar de hemel (720) omhoog gaan en weer terugkeren naar /in trage lichamen? Welk zo afgrijselijk verlangen naar het licht hebben de ongelukkigen (is

43

Page 44: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

er voor de ongelukkigen)?’‘Ik zal het je zeggen, zoon, en je niet in onzekerheid (onzeker) houden’ antwoordde Anchises en hij openbaarde achtereenvolgens elk ding afzonderlijk.

De zielsverhuizing 6.724-55 (pag. 95)

724 Om te beginnen voedt binnenin een bezielende adem de hemel en aarde en vloeibare vlaktes en de lichtgevende bol van de maan en de Titanenster, en binnengestroomd in de ledematen zet de geest [deze] gehele massa in beweging en mengt zich met haar grote lichaam. Vandaar [ontstaat] het geslacht der mensen en dieren en het leven van de vogels en de gedrochten die de zee onder haar glanzend oppervlak draagt. 730 Zij bezitten een kracht van vuur en hun kiemen hebben een hemelse oorsprong, voorzover de schadelijke lichamen [hen] niet vertragen en de aardse ledematen en de sterfelijke lichaamsdelen hen niet verzwakken. Onder invloed daarvan (Als gevolg daarvan) kennen zij angst en verlangens, verdriet en vreugde, en niet zien zij de hemel opgesloten in het donker en hun duistere kerker. 735 Ja zelfs wanneer het leven [hen] op hun laatste dag heeft verlaten, gaat toch niet elk kwaad weg van de ongelukkigen en niet verdwijnen alle lichamelijke plagen geheel en al, maar het is onvermijdelijk dat de vele dingen die lang [met de ziel] zijn samengegroeid op wonderbaarlijke wijze vast [daarin] zijn vergroeid. Dus worden zij afgemat door bestraffingen en ondergaan zij zware straffen voor hun vroegere (oude) vergrijpen: 740 sommige worden leeg uitgespreid opgehangen in de winden, voor andere wordt de smet van hun misdaad diep onderin een geweldige draaikolk uitgewassen of uitgebrand door vuur: een ieder van ons ondergaat het lot dat zijn eigen schim te wachten staat. Vervolgens worden wij door het ruime /weidse Elysium gezonden en met [slechts] weinigen blijven we bewonen (houden vast) de gelukzalige streken, 745 totdat, als de tijdscirkel voltooid is, de lange termijn de [met de ziel] vergroeide smet heeft weggenomen en het hemelse bewustzijn in zuivere vorm heeft overgelaten (en) het vuur van de ongemengde (levens)adem. Al deze [zielen] hier, zodra zij het wiel gedurende duizend jaar gedraaid hebben, roept een god op naar de rivier de Lethe in een grote schare, 750 opdat zij namelijk in vergetelheid het hemelgewelf opnieuw zien en beginnen te verlangen naar een terugkeer in een lichaam.’[Zo] had Anchises gesproken en hij trok zijn zoon en tegelijk [met hem] de Sibylle naar het midden van de verzamelde menigte (en) de rumoerige groep, en hij nam plaats op een heuvel vanwaar hij allen, naar hem toegekeerd, in een lange rij kon 755 monsteren en de gezichten van hen die naderden kon onderscheiden.

Augustus 6.788-807 (pag. 99)

Wend nu je beide ogen hierheen, kijk naar dit volk (en) jouw Romeinen. Dit [is] Caesar en het hele nageslacht van Iulus 790 dat onder het grote hemelgewelf zal

44

Page 45: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

komen. Hier [is] de man, hier is hij, van wie je meermalen hoort dat hij aan jou beloofd wordt, Augustus Caesar, nakomeling van een god, die opnieuw gouden eeuwen zal laten ontstaan in Latium in het land eens geregeerd door Saturnus en die zijn heerschappij zal uitbreiden verder dan de Garamanten en de Indiërs; 795 buiten de sterren ligt zijn land, buiten de wegen van het jaar en de zon, waar de hemel dragende Atlas het met vurige sterren bezaaide hemelgewelf op zijn schouder laat draaien. In afwachting van zijn komst huiveren nu al door de orakels van de goden zowel het Kaspische rijk als het Maeotische land, 800 en angstig zijn de mondingen van de zevenvoudige Nijl onrustig. Werkelijk noch Hercules heeft zoveel (van) land bezocht, ook al heeft hij de bronsvoetige hinde geschoten, of de wouden van Erymanthus tot rust gebracht en Lerna laten sidderen door zijn boog; noch Liber die als overwinnaar zijn tweespan met teugels van wijnranken wendt, 805 zijn tijgers vanaf de hoge top van de Nysa voortdrijvend. En aarzelen wij dan nog onze voortreffelijkheid te verspreiden door daden, of weerhoudt angst [ons] om ons te vestigen in het Ausonische land?

De koningen van Rome 6.808-23 (pag. 100)

Maar wie is hij daar verderop, opvallend door de takken van een olijf, die de heilige [voorwerpen] draagt? Ik herken het haar en de grijze baard 810 van de Romeinse koning die de stad in haar prille begin zal grondvesten op/met wetten, uit het kleine Cures en een arme landstreek gezonden naar een grote heerschappij. Onmiddellijk na hem zal vervolgens Tullus komen die de rust van zijn vaderland zal verbreken en de mannen, die zonder bezigheid waren, en de colonnes die de triomfen al ontwend waren, zal aanzetten tot de strijd (in beweging zal zetten tot de wapens). 815 Onmiddellijk na hem volgt de te verwaande Ancus die zich ook nu al te zeer verheugt in de volksgunst. Wil je ook de Tarquinische koningen zien en de trotse geest van de wreker Brutus, en de herwonnen roedenbundels? Hij/Deze zal als eerste het gezag van de consul en de grimmige bijlen ontvangen 820 en hij zal als vader zijn zonen die nieuwe oorlogen in beweging zetten tot een straf dagen (roepen) ter wille van de prachtige vrijheid, de ongelukkige, hoe gunstig ook maar het nageslacht deze daad zal beoordelen: liefde voor het vaderland zal overwinnen en oneindig verlangen naar roem.

45

Page 46: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

3 Vertaalopgaven

A Aeneis 2.298-308

Tijdens de nacht van de inname van Troje wordt Aeneas wakker door het aanhoudend lawaai en klimt hij naar boven naar het dak; vanaf daar ziet hij de gloed van vuur. Dan realiseert hij zich wat er aan de hand is en hij grijpt onmiddellijk zijn wapens.

Diverso interea miscentur moenia luctu,

et magis atque magis, quamquam secreta parentis

300 Anchisae domus arboribusque obtecta recessit,

clarescunt sonitus armorumque ingruit horror.

Excutior somno et summi fastigia tecti

ascensu supero atque arrectis auribus asto:

in segetem veluti cum flamma furentibus Austris

305 incidit, aut rapidus montano flumine torrens

sternit agros, sternit sata laeta boumque labores

praecipitisque trahit silvas; stupet inscius alto

accipiens sonitum saxi de vertice pastor.

298 diversus van verschillende kantenmisceo + abl. vervullen, vullenmoenia de gebouwen van de stad; metonymie luctus rouw

299 secretus afgelegen300 obtego verbergen, bedekken

recedo hier: afgelegen liggen301 ingruere dreigend naderen302 excutere(-io) somno wakker schudden

fastigium hoogte, top303 ascensu superare beklimmen

arrectus gespitstasto erbij, er staan

304 seges het koren op het veldveluti = velut Auster zuidenwind

305 torrens bergstroom306 sterno plat slaan

sata het gewaslaetus hier: uitbundig groeiendbos rund; hier: gen. pl

307 praecipitem trahere met wortel en tak meetrekkenstupeo verbijsterd zijninscius onwetend, onkundig

46

Page 47: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

B Aeneis 8.107-20

Koning Euander brengt samen met zijn zoon Pallas en de aanzienlijken van zijn stad een offer aan Hercules in de nabijheid van de Tiber. Onverwachts verschijnen daar de schepen van Aeneas, die gekomen is om een bondgenootschap met Euander te sluiten.

Ut celsas videre rates atque inter opacum

adlabi nemus et tacitos incumbere remis,

terrentur visu subito cunctique relictis

110 consurgunt mensis. Audax quos rumpere Pallas

sacra vetat raptoque volat telo obvius ipse,

et procul e tumulo: ‘ iuvenes, quae causa subegit

ignotas temptare vias? quo tenditis?’ inquit.

‘Qui genus? Unde domo? Pacemne huc fertis an arma?’

115 tum pater Aeneas puppi sic fatur ab alta

paciferaeque manu ramum praetendit olivae:

‘Troiugenas ac tela vides inimica Latinis,

quos illi bello profugos egere superbo.

Euandrum petimus. Ferte haec et dicite lectos

Dardaniae venisse duces socia arma rogantes.’107 videre = viderunt

ratis schip108 adlabi … incumbere vul aan: eos (de Trojanen)

nemus woud incumbere remis snel roeien

110 consurgo opspringen mensis de tafels staan gereed voor de bij het offer horende

maaltijd audax dapper, moedigquos rel. aansluiting: (et) eosrumpo onderbreken

111 volo vliegen, zich haastenobvius tegemoetkomend

112 subigo dwingentendo snellen, gaan

114 qui vul aan: estisgenus acc. van betrekkingunde domo? waar komen jullie vandaan?

116 praetendo voor zich uit houden117 Troiugena Trojaan118 quos … profugos lees: profugos, quos

illi de Latijnenegere = egerunt / agere hier: verdrijven

119 fero hier: overbrengen lectus uitgekozen, voortreffelijk

47

Page 48: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

120 socia arma n pl bondgenootschap in de oorlog

48

Page 49: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

C Aeneis 10.833-45

Aeneas doodt Lausus, wanneer deze de aftocht dekt van zijn vader Mezentius, die door Aeneas was verwond. Uit respect voor de dapperheid van de jongeman laat Aeneas diens lichaam terugbrengen naar zijn vader.

Interea genitor Tiberini ad fluminis undam

vulnera siccabat lymphis corpusque levabat

835 arboris acclinis trunco. Procul aerea ramis

dependet galea et prato gravia arma quiescunt.

Stant lecti circum iuvenes; ipse aeger anhelans

colla fovet fusus propexam in pectore barbam;

multa super Lauso rogitat, multumque remittit

840 qui revocent maestique ferant mandata parentis.

At Lausum socii exanimem super arma ferebant

flentes, ingentem atque ingenti vulnere victum.

Agnovit longe gemitum praesaga mali mens.

Canitiem multo deformat pulvere et ambas

850 ad caelum tendit palmas et corpore inhaeret.

834 sicco droogmaken (van wonden met water) lympha helder waterlevo ondersteunen, overeind houden

835 acclinis + dat. leunend tegentruncus (boom)stam

836 dependeo naar beneden hangenpratum weide

837 aeger ziek, verzwaktanhelo moeizaam ademen, hijgen

838 collum nekpropexam … barbam zijn baard naar voren gekamd, hangend

838 foveo steunenfundor mediaal: (voor zich) laten neergolven

839 multum adv. vaakremittit object is het niet uitgedrukte antecedent bij qui in

vers 840: vert:( mensen), die moesten …840 revocent vul aan: eum

mandatum opdracht841 arma hier: schild843 agnosco herkennen

longe adv. van vergemitus het klagen, jammerenpraesagus + gen. voorvoelend

849 canities grijze harendeformo mismaken

850 inhaereo zich vastklampen aan

49

Page 50: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

D Aeneis 12.311-27

Turnus en Aeneas komen overeen de oorlog te beslissen door middel van een tweegevecht. Voorafgaand aan het gevecht wordt er een plechtige wapenstilstand gesloten. Tijdens het voltrekken van deze ceremonie worden de Rutuliërs door gestook van Turnus’ zuster Iuturna en een misleidend voorteken ertoe gebracht toch de wapens weer op te nemen en de Trojanen aan te vallen. Er ontstaat een hevig gevecht.

At pius Aeneas dextram tendebat inermem

nudato capite atque suos clamore vocabat:

‘quo ruitis? quaeve ista repens discordia surgit?

o cohibete iras! ictum iam foedus et omnes

315 compositae leges. Mihi ius concurrere soli;

me sinite atque auferte metus. Ego foedera faxo

firma manu; Turnum debent haec iam mihi sacra,’

has inter voces, media inter talia verba

ecce viro stridens alis adlapsa sagitta est,

320 incertum qua pulsa manu, quo turbine adacta,

quis tantam Rutulis laudem, casusne deusne,

attulerit; pressa est insignis gloria facti,

nec sese Aeneae iactavit vulnere quisquam.

Turnus ut Aenean cedentem ex agmine vidit

325 turbatosque duces, subita spe fervidus ardet;

poscit equos atque arma simul, saltuque superbus

emicat in currum et manibus molitur habenas.

50

Page 51: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

311 dextram vul aan: manum312 nudo ontbloten 313 ista vertaal: hier

discordia tweedracht314 cohibeo beteugelen

icere (-io) foedus een verdrag sluiten315 lex wet; voorwaarde (van een verdrag)

ius vul aan: est concurro slaags raken, aanvallen

316 faxo = faciam (fut.) 317 firmus geldig: predicatief bij foedera

manu vul aan: mea; nl. door Turnus te verslaan debeo recht geven opsacra n pl plechtigheden

(waarmee de wapenstilstand was gesloten)319 viro = Aeneas

strideo suizenala vleugeladlabor, adlapsus + dat. ergens naar toe glijdensagitta pijl

320 incertum vul aan: est pello afschietenturbo draaiende bewegingadigo slingeren naar

322 premo in duisternis hulleninsignis bij facti

323 se iactare + abl. zich beroemen op325 turbo in verwarring brengen

fervidus vurig326 saltus sprong327 emico opspringen

molior krachtig hanteren

51

Page 52: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

E Aeneis 2.281-95

Het is de nacht nadat de Trojanen het houten paard de stad hebben binnengehaald. De Grieken zijn inmiddels de stad binnengekomen, maar de Trojanen zijn nog in diepe rust verzonken. Ook Aeneas slaapt; dan verschijnt hem in zijn droom de schim van Hector, overdekt met de verwondingen die Achilles hem heeft toegebracht. Aeneas, die zich in zijn droom niet realiseert dat Hector gesneuveld is, spreekt tot hem:

‘O lux Dardaniae, spes o fidissima Teucrum,quae tantae tenuere morae? quibus Hector ab orisexspectate venis? ut te post multa tuorumfunera, post varios hominumque urbisque labores

285 defessi aspicimus! quae causa indigna serenosfoedavit vultus? aut cur haec vulnera cerno?’ille nihil, nec me quaerentem vana moratur,sed graviter gemitus imo de pectore ducens,‘heu fuge, nate dea, teque his’ ait ‘eripe flammis.

290 Hostis habet muros; ruit alto a culmine Troia.Sat patriae Priamoque datum: si Pergama dextradefendi possent, etiam hac defensa fuissent.Sacra suosque tibi commendat Troia penates;hos cape fatorum comites, his moenia quaere

295 magna pererrato statues quae denique ponto.’

282 tenuere vul aan: te283-4 Hector … exspectate vocativus284 ut hoe

te object bij aspicimus (285)287 ille nihil vul aan: dixit

moror laten wachten, ophouden288 gemitus ducere zuchten291 sat = satis

Pergama, -orum n pl Pergama, de burcht van Troje, Trojedextra vul aan: manu

292 hac d.w.z. mea dextra manu293 sacra n pl heilige voorwerpen295 pererrato statues quae lees: quae statues pererrato

52

Page 53: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

4 Vertaling vertaalopgaven

A Aeneis 2.298-308

punten298 Intussen worden de gebouwen van de stad (wordt de stad)

vervuld met rouw van verschillende kanten, 2299 en meer en meer, hoewel het huis van mijn vader Anchises,

afgelegen en verborgen door bomen, afgezonderd lag, 2301 weerklinken duidelijk de geluiden 1

en nadert dreigend de gruwel van de wapenen (het wapengeweld). 2302 Ik word wakker geschud (schrik wakker) uit mijn slaap 1

en beklim de hoogste top(pen) van het dak (de toppen van het hoogste dak) 1en sta erbij met gespitste oren: 1

304 zoals wanneer het vuur, terwijl de zuidenwinden tekeergaan, 2zich werpt op het koren op het veld, 1

305 of (zoals wanneer) een snelle bergstroom met een stroom vanaf de bergen 2

306 de akkers platslaat, 1de uitbundig groeiende gewassen platslaat 1en (of:, nl.) het werk van de runderen 1

307 en de bossen met wortel en tak meetrekt; 1verbijsterd is in zijn onwetendheid de herder, 2als hij vanaf de hoge top van de rots het geluid hoort (of: , die ... hoort).

2 23

53

Page 54: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

B Aeneis 8.107-20

punten107 Toen zij de hoge schepen zagen 1

en hen tussen (door) het schaduwrijke bos [zagen] aanglijden 2en zich zwijgend over de riemen buigen, 1

109 schrokken zij van de plotselinge aanblik 1en allen sprongen ze op 1met achterlating van de tafels. 1De dappere Pallas verbood (of: verbiedt) hen (of: Dapper verbood/verbiedt Pallas hen) de offers te onderbreken 2en zelf snelde/snelt hij hun, nadat hij een wapen had/heeft gegrepen, tegemoet, 2

112 en uit de verte riep/roept hij vanaf een heuvel: ‘mannen, welke oorzaak dwong jullie onbekende

wegen te beproeven? 2Waar gaan jullie heen? 1

Wie zijn jullie wat betreft je afkomst/geslacht? 1Waar komen jullie vandaan? 0Brengen jullie vrede hierheen of wapens/strijd?’ 1

115 Toen sprak vader Aeneas als volgt vanaf de hoge achtersteven 2116 en hij hield voor zich uit met zijn hand de tak van een

vredebrengende olijf: 2117 ‘Trojanen zie jij en wapens vijandig aan de Latijnen, 2118 vluchtelingen, die zij (de Latijnen dus) in een vermetele

oorlog verdreven. 2119 Wij zijn op weg naar Euander. 1

Breng dat over 1en zeg dat voortreffelijke leiders van Troje zijn gekomen 2die om een bondgenootschap in de oorlog vragen (of: met het verzoek om een bondgenootschap in de oorlog).’ 1

29

54

Page 55: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

C Aeneis 10.833-45

punten833 Intussen droogde de vader bij de stroom van de Tiber-rivier

zijn wonden met helder water 3en hij hield zijn lichaam overeind, 1

835 leunend tegen de stam van een boom. 1Dichtbij hing zijn bronzen helm aan de takken 1en zijn zware wapens rustten op de weide. 1

837 Om hem heen stonden uitgekozen jongemannen; 1zelf verzwakt steunde hij hijgend zijn nek, 2terwijl hij zijn naar voren hangende baard over zijn borst liet neergolven; 2

839 Vaak vroeg hij over / naar Lausus 1en vaak stuurde hij mensen die hem moesten terugroepen 2en opdrachten / een opdracht van zijn bedroefde vader moesten overbrengen. 2

841 Maar de vrienden brachten huilend de dode Lausus op zijn schild, 2reusachtig en door een reusachtige wond overwonnen. 2

843 Van verre herkende zijn geest die de ramp voorvoelde het geween. 2844 Zijn grijze haren mismaakte / bevuilde hij met veel stof 2

en zijn beide handen strekte hij ten hemel 2en hij klampte zich vast aan het lichaam. 1

28

55

Page 56: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

D Aeneis 12.311-27

punten311 Maar de plichtsgetrouwe Aeneas strekte zijn ongewapende

rechterhand uit 2312 met ontbloot hoofd en hij riep zijn mannen met een schreeuw: 2313 ‘waar rennen jullie heen? 1

Of wat voor een plotselinge tweedracht rijst hier op? 2314 O, beteugel jullie toorn! 1

Er is al een verdrag gesloten 1en alle voorwaarden zijn vastgesteld. 1Aan mij alleen is het recht aan te vallen; 1

316 laat mij begaan en ban uw vrees uit. 1Ik zal de verdragen / het verdrag eigenhandig geldig maken; 2op Turnus geven deze plechtigheden mij nu recht.’ 2

318 Te midden van deze stemmen / woorden (of: Terwijl hij zo sprak), 1midden tussen zulke woorden 1

319 kijk, vloog er suizend met zijn vleugels een pijl op de man af, 2320 (het was) onzeker door welke hand afgeschoten, 1

door welke draaiende beweging geslingerd, 1321 wie zo’n grote roem heeft gebracht aan de Rutuliërs, 1

(of het) het lot (was) of een god; 1de roem van de opvallende daad is in duister gehuld, 2

323 en niemand heeft zich beroemd op de verwonding van Aeneas. 2324 Toen Turnus Aeneas zag wijken uit het gelid 2325 en de leiders in verwarring gebracht, 1

blaakte hij vurig door plotselinge hoop; 2326 hij vroeg om paarden en tegelijk om zijn wapens 2

en sprong trots met een sprong op zijn wagen 2en hanteerde met zijn handen krachtig de teugels. 2

39

56

Page 57: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

E Aeneis 2.281-95

punten281 ‘O licht van Troje, o trouwste / meest betrouwbare

hoop van de Trojanen, 2282 welk zo groot oponthoud hield jou op? 2

Van welke kust(en) kom jij, 1Hector, op wie wij zo lang gewacht hebben? 1Hoe zien wij je terug , 1wij, afgemat na zoveel begrafenissen (dood) van de jouwen, 2na allerlei ellende van de mensen en van de stad! 2Welke onwaardige oorzaak schond jouw edele gelaat? 2En (lett.: Of) waarom aanschouw ik deze wonden? 1

287 Hij [antwoordde] niets 1en hield mij niet op, die nutteloze dingen vroeg, 2

288 maar zwaar zuchtend vanuit het diepst van zijn borst 2289 zei hij: ‘wee, vlucht, zoon van een godin, 1

en ontruk jezelf aan deze vlammen. 1290 De vijand heeft de muren; 1

Troje stort neer vanaf zijn hoge top. 1291 Genoeg is gegeven aan het vaderland en aan Priamus; 2

als de burcht van Troje door een rechterhand verdedigd kon worden, 2dan was hij ook wel door deze verdedigd. 1

293 Troje vertrouwt haar heilige voorwerpen en haar penaten aan jou toe;2294 neem deze als metgezellen van je lot, 2

zoek voor hen een grote stad, 1die je zult stichten wanneer je over zee hebt rondgezworven. 2

35

57

Page 58: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

1 Aeneis 1. 50-63

punten50 Dergelijke dingen bij zichzelf overdenkend in laaiende woede (haar

ontvlamde hart) 251-2 kwam de godin in het vaderland van de winden, een oord rijk aan razende

stormen, het land van Aeolus. 2

52-4 Hier houdt koning Aeolus in een reusachtige grot de worstelende winden en de bulderende stormen met zijn gezag onder de duim 3

54 en beteugelt (hen) met boeien en kerker. 155-6 Verontwaardigd briesen zij onder (met) luid gebulder van de berg rond de

versperringen; 256-7 hoog in zijn burcht (in zijn hoge burcht) zit Aeolus zijn scepter vasthoudend 257 en hij kalmeert hun driften en brengt hun woede tot bedaren. 258 Als hij dat niet zou doen, 158-9 zouden zij zeker de zeeën en landen en de uitgestrekte hemel onstuimig

met zich meesleuren 359 en in snelle vaart door de lucht glijden; 160 maar de almachtige vader heeft hen in donkere spelonken verborgen 261 omdat hij dit vreesde 161-2 en er een massa bergen bovenop geplaatst, 162 en hij heeft (aan hen) een koning gegeven 162-3 om (die) volgens vaste afspraak op bevel de teugels én te kunnen (kon)

aantrekken én te kunnen (kon) laten vieren. 3

27

58

Page 59: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

2 Aeneis 2.768-84

punten 768 Ja zelfs het wagend hard te roepen in de duisternis 2769 vulde ik de straten met geschreeuw, 1769-70 en bedroefd riep ik weer en weer Creusa tevergeefs (haar naam)

herhalend. 3771 terwijl ik zocht en eindeloos langs de huizen van de stad rende 2772-3 Aan mij, (771), verscheen voor mijn ogen de schim van Creusa zelf en haar

ongelukkige beeltenis en haar beeld groter dan (het beeld) dat ik kende. 3

774 Ik was verstomd, en mijn haar stond recht overeind en mijn stem stokte in mijn keel. 2

775 Toen sprak zij zo en nam mijn zorgen weg met deze woorden: 2776-7 ‘Wat baat het zozeer toe te geven aan jouw waanzinnig verdriet, o lieve

echtgenoot? 3777-8 Deze dingen gebeuren niet zonder de wil der goden. 2778-9 Niet is het geoorloofd dat jij Creusa hier vandaan meeneemt als metgezel 2779 of staat die heerser van de hoge Olympus (dat) toe. 2780 Langdurig zal jouw ballingschap zijn 1780 en een uitgestrekt zeevlak zal jij moeten bezeilen, 2781 en jij zult in het Avondland komen, 1781-2 waar de Etruskische Tiber met kalme stroming door de vruchtbare velden

van de mannen stroomt. 3

783-4 Daar wachten jou (zijn voor jou verworven) gunstige zaken en een koninkrijk en een koninklijke echtgenote; 3

784 verdrijf de tranen om jouw geliefde Creusa.’ 236

59

Page 60: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

3 Aeneis 4. 554-70

punten 554-5 Al vastbesloten om te gaan genoot Aeneas op de hoge achtersteven van de

slaap 2555 nadat de zaken op de gebruikelijke wijze voorbereid waren. 1556-7 Aan hem verscheen in een droom de gestalte van een god die opnieuw

verscheen (terugkerend) met hetzelfde gezicht 3557 en hij scheen hem opnieuw zo te vermanen, 2558 wat betreft alles gelijk aan Mercurius, 1558-9 zowel zijn stem als zijn teint als zijn blonde lokken en zijn door de jeugd

sierlijke ledematen: 3560 ‘Zoon van een godin, kun jij onder deze omstandigheden blijven slapen, 2561 zie je noch welke gevaren van nu af aan rondom jou staan, 3562 dwaas, noch hoor je de westenwinden gunstig blazen? 2563 Zij overweegt in haar hart listen en een huiveringwekkende goddeloze daad

2564 vastbesloten te sterven, 1564 en wekt wisselende onstuimige gevoelens van woede op. 2565 Vlucht je niet snel hiervandaan, zolang als er de mogelijkheid is om hals over

kop ervandoor te gaan? 2

566 Weldra zul je de zee zien krioelen van schepen (dat de zee wordt omgewoeld door …) 2

566-7 en woeste fakkels van alle kanten zien schijnen, 1567 weldra de kust zien branden door vlammen, 1568 als Aurora jou talmend in dit land zal hebben aangetroffen. 2569 Kom, houd op met dat getreuzel. 1569-70 Een grillig wezen en altijd veranderlijk is een vrouw.’

2570 Zo gesproken hebbend verdween hij in de nacht (mengde hij zich in …). 2

37

60

Page 61: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

4 Aeneis 10. 1-15

punten1 Intussen wordt het huis van de almachtige Olympus geopend 12-3 en belegt (roept) de vader der goden en de koning der mensen een

vergadering in (naar) de met sterren bezaaide woning, 2

3-4 van waaruit hij hoog alle landen en het kamp van de Trojanen en de Latijnse volkeren beziet. 3

5 Zij zetten zich in het huis met aan beide zijden dubbele deuren, zelf begint hij: 2

6-7 ‘Machtige (grote) goden, waarom is jullie mening tegengesteld 27 en strijden jullie zozeer met vijandige geesten? 18 Ik had verboden dat Italië met de Trojanen in oorlog raakte. 29 Waarom dit geruzie tegen mijn bevelen in? 19-10 Wat voor bezorgdheid bezielt u één van beide partijen te steunen en een

strijd te beginnen? 011 Er zal een juist moment voor de strijd komen 211 (lok het niet uit), 112-3 wanneer het woeste Carthago eens op de burcht van Rome (Romeinse

burchten) een grote ondergang na het overtrekken van de Alpen (en geopende Alpen) zal afsturen: 3

14 dan zal het geoorloofd zijn om in haat te strijden, dan om bezit geroofd te hebben. 2

15 Nu moeten jullie het ongemoeid laten en blij het verdrag sluiten waartoe ik heb besloten.’ 3

25

61

Page 62: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

5 Aeneis 11. 816-31

punten816 Zij trok stervend met haar hand aan de speer, 1816-7 maar de ijzeren punt stond tussen haar botten met een diepe wond tot aan

de ribben. 3818 Bleek zakte zij in elkaar, 1818-9 koud door de dood braken haar ogen, 1819 haar eens stralende (purperen) kleur verliet haar gezicht. 2820-1 Toen zo stervend sprak zij Acca een van haar leeftijdgenoten toe, 2821 (Acca) die als enige, meer dan de anderen, trouw aan Camilla was 2822 (en) met wie zij haar zorgen deelde, 1822 en zij sprak als volgt deze woorden: 1823 ‘Tot nu toe, Acca mijn zuster, had ik de kracht (heb ik het gekund): 1823-4 nu doodt een bittere wond mij, 1824 en door de duisternis wordt alles rondom zwart. 2825 Vlucht en breng deze laatste opdrachten over aan Turnus: 2826 laat hij de strijd overnemen 1826 en de Trojanen van de stad weren. 1827 En nu vaarwel.’ 1827 Tegelijk met deze woorden liet zij de teugels los 2828 terwijl zij tegen haar wil neer gleed op de grond. 1828-9 Koud maakte zij zich toen geleidelijk los van haar hele lichaam 2829-30 en ze legde haar verslappende hals en haar hoofd gegrepen door de dood

neer, 2830 haar wapens achterlatend, 1831 en met een zucht vluchtte haar leven verontwaardigd in de onderwereld. 2

33

62

Page 63: Uitwerking vragen en opdrachten, Werkvertaling, Vertaalopgaven en Vertaling vertaalopgaven » Ibant obscuri

6 Aeneis 12. 593-607

punten 593 De vermoeide Latijnen overkwam ook dit lot 2594 dat de hele stad volledig schokte met rouw. 2595 Toen de koningin vanaf het dak van verre de vijand aan zag komen, 1596 zag dat de muren aangevallen werden, 1596 dat er fakkels (vuur) naar de huizen vlogen, 1597 (dat) nergens de Rutulische linies daartegenover (stonden), geen colonnes

van Turnus, 2598-9 geloofde de ongelukkige dat de jongeman in de strijd van het gevecht

gedood was 2599 en door het plotselinge verdriet in de war geraakt in haar geest 2600 schreeuwde ze dat zij de oorzaak was en de schuld en de oorsprong van de

ellende/ramp, 2601 en nadat ze buiten zinnen door/in haar droevige waanzin veel had gezegd 2602 scheurde zij van plan te sterven haar purperen bovenkleed met haar hand 2603 en knoopte aan een hoge balk een lus vast die een akelige dood

veroorzaakt. 2604 Nadat de ongelukkige Latijnse vrouwen deze rampspoed hadden vernomen,

2605-6 rukte haar dochter Lavinia zich als eerste met haar hand de blonde haren uit

en krabde zich de roze wangen open, 2

606-7 toen ging de rest van de groep (vrouwen) rondom (haar) als een razende tekeer, 1

607 wijd en zijd weerklonk het huis van jammerklachten. 127

63