24
UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE Academiejaar 2011- 2012 De invloed van glutamine op de gezondheid van het maagdarmstelsel door Angélique VAN LAETHEM Promotor: Dr. Bram Flahou Literatuurstudie in het kader Medepromotor: Prof. Freddy Haesebrouck van de Masterproef

UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

  • Upload
    others

  • View
    2

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

UNIVERSITEIT GENT

FACULTEIT DIERGENEESKUNDE

Academiejaar 2011- 2012

De invloed van glutamine op de gezondheid van het maagdarmstelsel

door

Angélique VAN LAETHEM

Promotor: Dr. Bram Flahou Literatuurstudie in het kader

Medepromotor: Prof. Freddy Haesebrouck van de Masterproef

Page 2: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

De auteur en de promotor(en) geven de toelating deze studie als geheel voor consultatie

beschikbaar te stellen voor persoonlijk gebruik. Elk ander gebruik valt onder de beperkingen van

het auteursrecht, in het bijzonder met betrekking tot de verplichting de bron uitdrukkelijk te

vermelden bij het aanhalen van gegevens uit deze studie.

Het auteursrecht betreffende de gegevens vermeld in deze studie berust bij de promotor(en). Het

auteursrecht beperkt zich tot de wijze waarop de auteur de problematiek van het onderwerp heeft

benaderd en neergeschreven. De auteur respecteert daarbij het oorspronkelijke auteursrecht van

de individueel geciteerde studies en eventueel bijhorende documentatie, zoals tabellen en figuren.

De auteur en de promotor(en) zijn niet verantwoordelijk voor de behandelingen en eventuele

doseringen die in deze studie geciteerd en beschreven zijn.

Page 3: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

VOORWOORD

Eerst en vooral wil ik mijn promotor Dr. Bram Flahou bedanken voor alle hulp, opbouwende kritiek en

suggesties tijdens het schrijven van deze literatuurstudie.

Van kindsbeen af wou ik dierenarts worden. Mijn ouders hebben nooit aan mij getwijfeld, zelfs al heb

ik niet altijd even veel geloof gehad in de haalbaarheid van mijn grootste wens. Dankzij hun steun en

geloof in mij, heb ik aan mijn kinderdroom kunnen werken en zal ik het kunnen waarmaken. Daarom

zou ik mijn ouders willen bedanken voor alles wat ze voor mij hebben gedaan.

Page 4: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

INHOUDSOPGAVE

VOORWOORD ......................................................................................................................................

INHOUDSOPGAVE ................................................................................................................................

SAMENVATTING .................................................................................................................................1

1. INLEIDING .......................................................................................................................................2

2. DE INVLOED VAN GLUTAMINE OP DE DARMGEZONDHEID ..............................................................3

2.1. VILLUS LENGTE .........................................................................................................................3

2.2. CYTOSKELET .............................................................................................................................4

2.3. GLUTAMINE ALS ENERGIEBRON ...............................................................................................5

2.4. ANTI-APOPTOTISCHE EIGENSCHAPPEN .....................................................................................8

2.5. IMMUNITEIT ONDERSTEUNING ................................................................................................9

3. ROL VAN GLUTAMINE BIJ DIVERSE GASTROINTESTINALE PATHOLOGIEEN .......................................9

3.1. HELICOBACTER ....................................................................................................................... 10

3.2. COLITIS ................................................................................................................................... 12

4. ROL VAN GLUTAMINE BIJ GROEI VAN TUMOREN .......................................................................... 13

5. GLUTAMINE EN SYSTEMISCHE ZIEKTEN: BELANG EN SUPPLEMENTERING ...................................... 14

BESPREKING...................................................................................................................................... 15

REFERENTIELIJST ............................................................................................................................... 17

Page 5: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

1

SAMENVATTING

Glutamine is een niet-essentieel aminozuur, dat echter als essentieel aanzien wordt als de glutamine

voorraad uitgeput is geraakt; o.a. tijdens langdurige metabolische stress (vb. HIV infectie), cirrose van

de lever, vasten en ernstige ziekten kunnen deficiënties ontstaan.

Glutamine is een belangrijk substraat voor sneldelende cellen zoals mucosacellen en cellen van het

immuunsysteem. Het heeft, bijvoorbeeld, een ondersteunend effect op de integriteit van de dunne

darm mucosa. Het is een extreem belangrijke respiratoire brandstof voor de intestinale epitheelcellen

en het vermindert de apoptotische ratio van deze cellen. Glutamine is ook nog van belang voor het

behouden of herstellen van een optimaal afweersysteem. Glutamine speelt dus een belangrijke rol in

het behouden van een goede algemene gezondheid en een goede darmgezondheid.

Gezien het belang van glutamine voor het immuunsysteem en de darmfunctie, heeft het een

belangrijke rol bij immuundeficiënties en gastrointestinale stoornissen zoals bv.colitis. Aangezien dit

aminozuur essentieel is voor sneldelende cellen, kan het ook een rol spelen bij de ontwikkeling van

tumoren.

Keywords: afweersysteem - colitis - darmgezondheid - glutamine - tumoren

Page 6: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

2

1. INLEIDING

Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput is geraakt.

Dit kan o.a. na langdurige metabole stress (trauma, sepsis) waarbij glutamine snel door de spieren

wordt vrijgesteld, en de concentraties in serum en intracellulair zullen dalen (Rennie et al., 1986).

Veel aminozuren, purines en pyrimidines kunnen door transaminering uit glutaminezuur

gesynthetiseerd worden, zo ook glutamine. Glutamine synthetase (GS) is een enzyme dat een

essentiële rol speelt in het stikstofmetabolisme door het katalyseren van volgende reactie: Glutamaat

+ ATP + NH3 → Glutamine + ADP + fosfaat

In de spieren is glutamine het eindproducht van het katabolisme van aminozuren. In epitheliale cellen

van de mucosa van de darmen wordt het omgezet tot stikstof metabolieten die allen, in de lever, als

precursor kunnen dienen voor ureum biosynthese (Windmueller et al.,1979).

Voor snel delende cellen, zoals intestinale epitheelcellen en cellen van het immuunsysteem, is

glutamine belangrijk. Nadat het wordt opgenomen door verschillende transportsystemen, kan het

hydrolyse ondergaan, gekatalyseerd door glutaminase of het wordt het partieel geoxideerd tot

aspartaat (Carlos Aledo, 2004).

Een tekort aan glutamine vermindert bijgevolg de afweer. Het is dus essentieel voor een goede

werking van het immuunsysteem (Morlion et al., 1998).

Glutamine is ook belangrijk als brandstof en nucleaire bouwstof voor het dunne darm epitheel. Voor

de epitheliale cellen van de darmmucosa, is arterieel glutamine een belangrijke energiebron. Het

intestinaal metabolisme van luminaal glutamine, glutamaat en aspartaat dragen bij tot de respiratoire

CO2 productie van dit stelsel, wat erop wijst dat glutamine ook langs deze weg door de cellen

Page 7: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

3

opgenomen wordt. Bij een tekort treedt er atrofie op van intestinale epitheelcellen, wat kan leiden tot

een verhoogde permeabiliteit van de darmmucosa (Windmueller et al., 1979).

Het doel van deze thesis is vanuit een fysiologisch en pathologisch oogpunt een overzicht te geven

van het belang van glutamine voor het behouden van een goede algemene gezondheid en een goede

darmgezondheid in het bijzonder.

2. DE INVLOED VAN GLUTAMINE OP DE DARMGEZONDHEID

2.1. VILLUS LENGTE Verschillende studies hebben reeds het belang aangetoond van glutamine bij veranderingen in de

lengte van darmville. O.a. het toevoegen van glutamine aan totale parenterale voeding (TPN)

ondersteunt de integriteit van de dunne darm mucosa (O’Dwyer et al., 1989). Indien er, bij konijnen en

apen, glutaminase in een continu infuus parenteraal wordt toegevoegd, verlaagt de concentratie van

glutamine in het plasma en ontstaat er villus atrofie, ulceraties en necrose van de mucosa (Baskerville

et al., 1980).

Om in deze context het belang aan te tonen van glutamine zijn in het verleden verschillende

technieken aangewend, zoals het supplementeren van totaal parenterale voeding (TPN) met

glutamine (Q) en/of methionine sulfoximine (MS), een inhibitor van glutamine synthetase die zorgt

voor lagere intracellulaire glutamine concentraties. Vaak zijn hiervoor diermodellen gebruikt, zoals

bijvoorbeeld ratten. In een studie van DeMarco et al. (1999) werd er aangetoond dat inhibitie van

glutamine synthetase (GS) door het toevoegen van methionine sulfoximine (MS) de transepitheliale

weerstand verlaagt, de intercellulaire juncties opent en het aantal microvilli van de caco-2 cellen

verlaagt. In een studie van Potsic et al. (2002) werden ratten in vijf groepen onderverdeeld. Groep 1

kreeg een TPN zonder MS of glutamine (Q) supplementatie (MS-Q-). De tweede groep kreeg TPN

met glutamine (MS-Q+), terwijl de dieren van groep 3 een TPN met MS en Q (MS+Q+) kregen

toegediend. De vierde groep kreeg TPN met MS (MS+Q-). De dieren van groep 5, tenslotte, werden

door de moeder gevoederd. Supplementeren van TPN met glutamine (groep 2; MS-Q+) resulteerde in

een hogere ratio aan villi en hogere villus lengte in vergelijking met groep 1. Als hieraan MS

toegevoegd werd (groep 3; MS+Q+), werd het gunstige effect van glutamine deels teniet gedaan.

Supplementering van TPN zonder extra glutamine met MS (groep 4; MS+Q-) gaf het slechtste

resultaat. In vergelijking met groep 2 had deze groep duidelijk kortere villi. De laatste groep werd door

de moeder gevoederd. Dieren van deze groep vertoonden de grootste villus densiteit, de hoogste ratio

en de grootste lengte van villi (Figuur 1).

De langere villi in de glutamine-gessuplementeerde groep en de kortere villi in de groep waarvan de

endogene glutamine synthese wordt geinhibeerd met MS, tonen aan dat glutamine zowel via de

voeding als endogeen gesynthetiseerd, een positieve invloed heeft op de intestinale integriteit. Het

beeld in de ratten van de groep met enkel glutamine supplementatie is het meest vergelijkbaar met dat

Page 8: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

4

van de groep gevoederd door de moeders. Het feit dat ratten die enkel MS als supplement kregen

meer afwijkingen hebben dan de ratten die MS en Q kregen, toont aan dat de voordelen van

glutamine via de voeding, optimaal zijn als de enterocyten ook hun normale glutamine synthese

kunnen uitvoeren, wat ook bevestigd werd door anderen (Potsic et al., 2002). Samengevat kan

gesteld worden dat glutamine duidelijk een grote invloed heeft op de oppervlakte van het darmepitheel

verantwoordelijk voor de absorptie van nutriënten.

Figuur 1: Representatief beeld van de verschillende behandelings groepen, MS-Q- (A), MS-Q+ (B), MS+Q+ (C), and MS+Q- (D), en door de moeder gevoederd (E) (naar Potsic et al., 2002).

2.2. CYTOSKELET

Voldoende beschikbaarheid van glutamine zorgt voor verhoogde intracellulaire adhesie van het dunne

darm epitheel. Op die manier onderhoudt het de goede integriteit van het darmepitheel. Bij ratten met

een defecte intracellulaire glutamine synthese (door supplementering in TPN met MS: cfr supra)

ontbreken actine bundels in de mircovilli, waardoor deze gemakkelijker worden afgestoten (figuur 2).

Deze actine bundels behoren tot het terminale web dat op zijn beurt verbonden is met de zonula

adherens dat zorgt voor het intercellulair junctionaal complex. De afwezigheid van actine bundels

Page 9: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

5

resulteert in een degradatie van het terminale web en zorgt voor weinig endotheliale complexen. Dit

toont aan dat glutamine een rol speelt in het onderhoud van een gezond cellulair cytoskelet dat op zijn

beurt verbonden is met een goed junctionaal complex. Deze positieve invloeden zouden, naast

glutamine, ook het gevolg kunnen zijn van het supplementeren van andere nutriënten (andere

aminozuren, nucleotiden), aangezien de hierboven beschreven Q- ratten een glutamine en

aminozuren vrij dieet kregen tegenover de Q+ ratten die glutamine en aminozuren gesupplementeerd

kregen (Potsic et al., 2002).

Figuur 2: TEM fotos van ultrastructurele elementen in de MS-Q+ (A) groep en MS+Q- (B) groep (naar Potsic et al., 2002).

2.3. GLUTAMINE ALS ENERGIEBRON

In humane intestinale Caco-2 cellen is de proteïne synthese afhankelijk van de aanwezigheid van

voedingstoffen aan de apicale zijde van het epitheel. In een studie van Le bacquer et al. (2003) werd

deze cellijn gebruikt. Om de invloed van glutamine als cellulaire energiebron te evalueren, werd er een

vastende status gecreëerd door vervanging van het apicale medium door een zoutoplossing, waarbij

de basolaterale voedingssupplementatie onveranderd bleef. Dit leidde tot een verlaging van de

cellulaire proteïnesynthese en een daling van de concentraties van het intracellulair glutathion, vrij

glutamine en glutamaat. Toevoegen van glutamine, zowel apicaal of basolateraal, heeft geen invloed

op het intracellulair glutathion, maar wel op het herstellen van de cellulaire proteïne synthese en de

epitheliale permeabiliteit, waarschijnlijk door het herstellen van de energiebalans (Figuur 3).

Page 10: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

6

Figuur 3: De invloed van vasten en apicale of basolaterale glutamine supplementering op de mate van intracellulaire proteïne synthese (protein fractional synthesis rate; FSR) (naar Le Bacquer et al., 2003).

Enkel substraten die door de enterocyten als energiebron kunnen gebruikt worden (bv; glutamine,

glutamaat en glucose) kunnen de proteïne synthese onderhouden (Le Bacquer et al., 2003). In een

vorige studie van Le Bacquer et al. (2001) werd aangetoond dat bij afwezigheid van glutamine in het

medium, Caco-2 cellen de normale intracellulaire glutamine concentratie en proteïne synthese kunnen

onderhouden gedurende 20 dagen, dankzij het opdrijven van de glutamine synthetase activiteit. In een

nieuwere studie van Le Bacquer et al. (2003) wordt de nadruk gelegd op de belangrijke werking van

glutamine op de proteïne synthese, omdat glutamine depletie, veroorzaakt door MS (zie hierboven)

een dramatische daling veroorzaakt van de proteïne synthese. Dit toont aan dat gedurende het

apicaal vasten (vanaf 24 uur), de enterocyten niet meer in staat zijn om de glutamine synthese op te

drijven. Men moet voorzichtig zijn bij het extrapoleren van deze resultaten tot in vivo situaties,

aangezien weinig studies, in humane darmen (in vivo), een wijziging van glutamine synthese, door de

enterocyten, hebben aangetoond. Ahlman et al. (1994) onderzocht de effecten van vasten op de

mucosa van de colon en duodenum met behulp van biopten. Tijdens het vasten daalden

glutaminezuur en glutamine concentraties in de mucosa van de colon, terwijl ze onveranderd bleven in

de mucosa van het duodenum.

De werking van glutamine wordt geremd door 6-diazo-oxo-L-norleucine, een inhibitor van glutaminase,

en wordt nagebootst door glutamaat. Dit bewijst dat in caco-2 cellen, glutamine, onafhankelijk van de

toedieningsweg, de schadelijke effecten van vasten kan herstellen dankzij het deamineren tot

glutamaat (Figuur 4).

Page 11: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

7

Figuur 4: Vergelijking tussen glutamine en glutamaat supplementering op de cellulaire proteïne synthese (uitgedrukt als protein fractional synthesis rate of FSR) (naar Le Bacquer et al., 2003).

Het regelen van de intestinale permeabiliteit speelt een belangrijke rol in het verdedigingsmechanisme

van het organisme. De intestinale barrière wordt beïnvloed door enerzijds een evenwicht tussen

proliferatie en apoptose en anderzijds tussen proteïne synthese en degradatie. De proteïne fractionele

synthese rate (FSR) benadert, in de mucosa van de dunne darm van de mens, een waarde van

50%/dag (Coeffier et al., 2003). In het verleden hebben verschillende studies aangetoond dat de

voedingstoestand een invloed had op proteïne synthese van de darm mucosa (Bouteloup-Demange et

al. 1998; Le Bacquer et al., 2003). Er zijn echter weinig studies over de invloed van aminozuren

deprivatie op de intestinale proteïne synthese. Winter et al., (2007) toonden aan dat malnutritie bij

anorectische patiënten de maag en duodenale FSR niet beïnvloedde. In contrast hiermee toonden Le

Bacquer et al. (2001) aan dat Gln deprivatie een daling van FSR in Caco-2 cellen veroorzaakte. GCN2

en mTOR pathways zijn betrokken bij de regulatie van het proteïne metabolisme dat afhankelijk is van

de aanwezigheid van aminozuren. In dit verband is nog niet veel gekend wat betreft het

gastrointestinaal systeem. Boukhettala et al. (2012) bestudeerden de invloed van deprivatie van

essentiële aminozuren of Gln op deze pathways. De mTOR pathway stimuleert de proteïne synthese

en wordt geregeld door de intracellulaire Gln concentratie. De GCN2 pathway onderdrukt de proteïne

synthese en wordt geactiveerd als de concentratie aan aminozuren daalt. In de aanwezigheid van een

lage Gln concentratie zijn deze pathways niet geactiveerd. Dit gaat gepaard met een fractional

synthese rate (FSR) van 46%/dag. Na Gln supplementatie wordt mTOR geactiveerd, wat een

verhoogde proteïne synthese (FSR) van 69%/dag levert. Bij een totale uitputting van Gln daalt de

proteïne synthese tot 12%/dag, door de stimulatie van de GCN2 pathway en de inhibitie van de mTOR

pathway (figuur 5). Deze pathways worden ook beïnvloed door een korte afwezigheid van essentiële

aminozuren, maar in dit geval wordt de proteïne synthese niet beïnvloed (Boukhettala et al., 2010).

Page 12: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

8

Figuur 5: Effecten van Gln beschikbaarheid op proteïne synthese en autofagie langs de GCN2 en mTOR pathways in intestinale epitheelcellen (naar Boukhettala et al., 2012).

Proeven in ratten hebben aangetoond dat glutamine één van de luminale en arteriele substraten is die

als energiebron voor de dunne darm gebruikt worden (Windmueller et al., 1978). Om het belang van

de metabolieten als respiratoire energiebron te achterhalen wordt de netto opname en de afgave aan

het bloed chemisch gemeten. De steady-state van de metabolieten en luminale substraten tot

veneuze producten wordt radiochemisch bepaald. Bij vastende ratten is het percentage uitgeademd

CO2, afkomstig van het metabolisme, voor bepaalde arteriale substraten als volgt; glutamine,46;

acetoacetaat, 11; en glucose,10. Ammonium, citruline, alanine en proline aan het bloed afgegeven,

zijn voor 97% afkomstig van de glutamine stikstof opname. Bij ratten die een dieet kregen dat glucose

en aminozuren bevat, zijn dit de percentages uitgeademde CO2 afkomstig van de vermelde

substraten: luminaal glutamine, glutamaat, en aspartaat, 39; arterieel glutamine, 38; en luminaal

glucose,6. Arterieel glutamine is, als energiebron, belangrijker dan glucose en tijdens de opname van

nutriënten is het intestinale metabolisme van glutamine, glutamaat en aspartaat, maar niet glucose,

belangrijk voor de respiratoire CO2 productie in dit weefsel. Dit toont onomstotelijk aan dat glutamine

een extreem belangrijk respiratoire brandstof is voor de intestinale epitheelcellen (Windmueller et al.,

1979).

2.4. ANTI-APOPTOTISCHE EIGENSCHAPPEN

Geactiveerd caspase 3, nodig voor chromatine condensatie en DNA-fragmentatie, en asparagine

protease zijn primaire mediatoren van apoptose, die o.a. leiden tot de splitsing van poly (ADP-

RIBOSE) polymerase (PARP) (Janincke et al., 1998). Hongyu Xue et al., (2011) behandelden het

colon epitheel van jonge adulte muizen met cytokines (tumor necrosis factor- α/interferon- γ). Er was

een duidelijke activatie van caspase3 en PARP. Indien de dieren behandeld werden met 0.25mmol/l

of een hogere concentratie glutamine, werd er geen verhoogde activatie van caspase3 en splitsing

Page 13: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

9

van PARP meer waargenomen. Glutamine supplementatie zorgt dus voor een daling van de

intestinale caspase-3 activiteit, wat resulteert in een lagere apoptotische ratio (Wang et al, 2011).

Glutamine deprivatie en vasten veroorzaken een verhoging van apoptose in het intestinaal epitheel

(Papaconstantinou et al., 1998), o.a. doordat Gln de heat shock proteïnes doet toenemen en de

expressie van inflammatoire cytokines doet afnemen (Kim, 2011). In een andere studie echter, van Le

Bacquer et al. (2003) veroorzaakt het vasten een toename van de trans-epitheliale permeabiliteit en

een afname van de glutamine concentratie, maar geen apoptose. Dit toont aan dat de toenemende

permeabiliteit resulteert in veranderingen in het tight-junction complex in plaats van permanente

celschade te veroorzaken.

2.5. IMMUNITEIT ONDERSTEUNING

Zoals hierboven reeds beschreven, is het aangetoond dat glutamine een belangrijke rol speelt in

proteïne synthese. Bovendien is het een belangrijke energiebron voor snel delende cellen zoals

mucosacellen en cellen van het immuunsysteem. Een eventuele daaruit voortvloeiende invloed op de

algemene immuunstatus werd post-operatief bestudeerd bij een groep patiënten waarvan de totaal

parenterale voeding (TPN) al dan niet gesupplementeerd werd met L-alanyl-L-glutamine (Ala-Gln).

Ala-Gln was niet detecteerbaar in het plasma en de plasma concentratie van glutamaat verschilde niet

tussen de twee groepen. Op de derde postoperatieve dag waren de lymfocyten bloedwaarden

normaal voor de gesupplementeerde groep en gedaald voor de controle groep. Dit kan verklaard

worden door het feit dat Gln supplementatie geassocieerd wordt met een verhoogd aantal

circulerende lymfocyten en een toenemende T-lymfocyten synthese (Morlion at al., 1998). Dit kan

mogelijk verklaard worden doordat glutamine een invloed heeft op cysteinyl-leukotrienes (cys-LT),

namelijk op LTC4, LTD4 en LTE4. Cys-LTs zijn lipide mediatoren die het antioxidant glutathion

bezitten, of een deel van het glutathion. Glutamine supplementatie normaliseert de cys-LT

concentratie, wat gepaard gaat met een verbeterde immuun respons (Köller et al., 1988). Glutamine

wordt gemakkelijk omgezet tot glutaminezuur, wat samen met cysteïne en glycine als precursor dient

voor glutathion. Het supplementeren van zwavelhoudende aminozuren die in cysteine kunnen worden

omgezet, is naast de glutamine supplementering dus ook van belang voor het behouden of herstellen

van een optimaal afweersysteem (Hyeyoung, 2011).

3. ROL VAN GLUTAMINE BIJ DIVERSE GASTROINTESTINALE PATHOLOGIEEN

Gezien het belang van glutamine voor het immuunsysteem en de darmfunctie, is het niet verwonderlijk

dat dit aminozuur een belangrijke ondersteunende rol kan spelen bij de behandeling van

immunodeficiënte aandoeningen, zoals vb. AIDS, door het verbeteren van de barrièrefunctie van de

darm, waardoor het voorkomen van secundaire infecties wordt tegengegaan.

Page 14: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

10

Daarnaast heeft glutamine een invloed op talrijke specifieke gastrointestinale pathologieën. Omdat het

onmogelijk is om de rol van Gln bij alle gastrointestinale pathologieën te bespreken, zullen enkele

belangrijke voorbeelden naar voor gebracht worden, nl. de invloed van Gln op Helicobacter infecties

en colitis.

3.1. HELICOBACTER

Helicobacter pylori is een gram-negatieve spiraalvormige bacterie die een belangrijke rol speelt in het

ontstaan van allerhande maagpathologieën, zoals gastritis, maagulcers en adenocarcinoma in de

maag (Kusters et al., 2006). De kiem is verantwoordelijk voor de actieve of passieve productie van

talrijke cytotoxines, inclusief ammoniak, het vacuoliserende cytotoxine A, lipopolysacchariden en het

CagA, gesecreteerd door een type IV secretiesysteem (Hagen et al., 2009). Ammoniak wordt gevormd

uit ureum, na omzetting door het urease enzyme van H. pylori. Het veroorzaakt celdood waardoor de

integriteit van de mucosa wordt aangetast (Hagen et al.,2009) en bovendien zorgt het voor een

moeilijker herstel van de mucosa na schade (Suzuki et al., 2000). Defecten in de mucosale integriteit

gaan gepaard met chronische inflammatie waardoor veel cytokines en chemokines worden vrijgesteld.

Deze verhoogde vrijstelling is één van de factoren die uiteindelijk kan bijdragen tot de ontwikkeling

van maagkanker (Hagen et al., 2009). Nakamura et al. (2002) onderzochten de invloed van een lange

termijn H. pylori infectie op de maag bij woestijnratten. H. pylori veroorzaakte 2 weken na infectie een

duidelijke gastritis en maagulcers na 6 maanden infectie. Vanaf 15 maanden infectie ontstond bij

sommige dieren zelfs adenocarcinoma van de maag. Amagase et al. (2009) bevestigden, in hun

studie op woestijnratten, dat er na 3 maanden infectie ernstig oedeem en bloedingen kunnen

waargenomen worden in de maag van geïnfecteerde dieren. Na 2 jaar infectie konden hyperplastishe

poliepen, een abnormaal verdikte mucosa met erg oedeem, bloedingen en ulcers waargenomen

worden.

Glutamine kan echter een positieve invloed hebben op de maagpathologieën veroorzaakt door H.

pylori, zonder het aantal levende H. pylori bacteriën te beïnvloeden. Nakamura en Hagen (2002)

toonden aan dat supplementering met glutamine de accumulatie van intracellulair ammoniak

tegengaat, door metabolisatie van ammoniak tot ureum door glutamine-gestimuleerde enzymatische

arginase activiteit. Amagase et al. (2009) onderzochten de effecten van glutamine op de epitheliale

celschade in de maag, veroorzaakt door ammoniak productie, o.a. tijdens een H. pylori infectie.

Daarvoor werden een epitheliale maagcellijn afkomstig van een rat (RGM1 cellen) en van de mens

(MKN74 cellen) in vitro bestudeerd. De resultaten toonden aan dat de intracellulaire accumulatie van

ammoniak, de vrijstelling van IL-8, een proinflammatoir chemokine, en de uiteindelijke celdood

onderdrukt worden door de behandeling met glutamine. Hoe langer de behandeling aangehouden

werd, hoe beter de resultaten, wat aantoont dat dit effect tijdsgebonden is.

Volgens Leduc et al. (2010) en ongepubliceerde data van Flahou et al. katalyseert het gamma-

glutamyl transpeptidase (GGT) van H. pylori en H. suis de deaminatie van glutamine tot glutamaat,

met als bijproduct ammoniak. Het gevormde glutamaat kan vervolgens door de bacterie opgenomen

Page 15: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

11

worden om als energiebron te fungeren. Bij een massale omzetting van glutamine tot glutamaat door

H. pylori of andere gastrale helicobacters zoals H. suis, kan er een tekort van glutamine ontstaan voor

de gastrointestinale epitheelcellen van de gastheer (doctoraal proefschrift Bram Flahou, 2011).

Figuur 6: Samenvatting van de mogelijke rollen van H. suis GGT in het bacterieel metabolisme en de mogelijke invloeden op de maag en dunne darm epitheel. ALA, alanine; ASP, aspartaat; α-KG, α-ketoglutaraat; Cys, cysteine; CysGly, cysteinyl glycine; Gln, glutamine; GLS, glutaminase; Glu, glutamaat; Gly, glycine; GSH, gereduceerd glutathione; HsGGT, H.suis γ-glutamyl transpeptidase; OAA, oxaloacetaat; PYR, pyruvaat; ROS, reactive oxygen species; TCA, tricarboxylic acid (naar Bram Flahou, 2011).

Daarnaast hebben verschillende andere studies de invloed van glutamine op niet-Helicobacter

gerelateerde maagpathologieën bestudeerd. Zhou et al. (2007) toonden aan dat glutamine de

inflammatie moduleert, dankzij zijn inhiberende werking op ICAM, VCAM en E-selectin op vasculaire

endotheliale cellen, wat op zijn beurt de IL-8 expressie doet afnemen. Volgens Okaba et al. (1974)

buffert glutamine de terug diffusie van zuur waardoor de zuur-geïnduceerde schade aan de mucosa

afneemt. In een andere studie (Kirchhoff et al., 2006) werd aangetoond dat de pariëtale cellen van de

Page 16: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

12

maag, een glutamine transporter gebruiken om de H+ excretie, tijdens de zuursecretie, te

vergemakkelijken.

3.2. COLITIS

Een farmacologische dosis van Gln heeft een positieve invloed op de klinische toestand van een

patiënt na ziekte. Hongyu et al. (2011) onderzochten de invloed van glutamine supplementering bij

ratten met een chronische inflammatoire aandoening zoals colitis, een vorm van ‘inflammatory bowel

disease (IBD)’. Colitis werd experimenteel veroorzaakt door orale toediening van 5% dextran sulfate

sodium (DSS) gedurende 7 dagen. Gln (0.75g/kg/d) werd oraal gesupplementeerd gedurende de 7-

dagen-durende DSS behandeling. Gln supplementering was in staat de DSS-geinduceerde colitis te

attenueren, waardoor ook het voorkomen en de ergheid van de colitis geassocieerde bloedingen en

diarree verminderde.

Hongyu et al. (2011) onderzochten de inflammatoire schade ook in vitro, door Young adult Mouse

colonial (YAMC) epitheliale cellen, te behandelen met Gln en cytokines (tumor necrosis factor-

α/interferon). Cytokines, zonder glutamine supplementering, veroorzaken een activatie van caspase3

in YAMC cellen, wat zorgt voor de initiatie van een aantal apoptotische signalen, zoals bijvoorbeeld de

splitsing van poly (ADP-ribose) polymerase (PARP). Bij supplementering van het celcultuurmedium

met 0.25 mmol/L Gln, wordt geen dergelijke activatie waargenomen. Gln verhoogt dus de overleving

van YAMC cellen en verlaagt de cytokine gemedieerde apoptose.

In vitro onderzoek heeft aangetoond dat Gln supplementering een daling veroorzaakt in de expressie

van de NF-κB proteïnes, wat o.a. resulteert in een daling van de translocatie van de NF-κB p65

subunit naar de nucleus. Deze translocatie medieert de transcriptie van een aantal genen, zoals

bijvoorbeeld iNOS (inducible nitric oxide synthase). Expressie van dit enzyme zorgt voor de productie

van stikstof oxide (NO), wat een belangrijke rol speelt in het initiëren en onderhouden van IBD. Bij

hogere concentraties van Gln daalt de nucleaire translocatie van de NF-κB p65 subunit en cytokine-

geïnduceerde expressie van iNOS. De supplementering van Gln heeft dus een gunstige invloed op

het ziekteverloop bij patiënten met IBD (Kim, 2011).

Geassocieerd met een verhoogde overleving van YAMC cellen en een daling van NF-κB proteïnes,

verhoogt Gln de cellulaire concentratie aan HSP25 en HSP70. Deze concentraties zijn maximaal bij

een Gln supplementering van 2 mmol/L of meer. De inductie van HSP zorgt voor het behouden van de

intestinale barrière functie, de integriteit van de tight junctions en het cytoskelet. Bovendien zorgt de

toename van HSP, in de nucleus, voor bescherming van de nucleaire lamina (Otaka et al., 2006).

Page 17: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

13

4. ROL VAN GLUTAMINE BIJ GROEI VAN TUMOREN

Cellen met een hoge proliferatie ratio zoals tumorcellen en darmepitheelcellen hebben een grote

hoeveelheid Gln nodig. Glutaminase activiteit is positief gecorreleerd met de Gln consumptie en de

groei ratio (Aledo et al., 1994). Medina et al. (2001) toonden bij kankerpatiënten aan dat tumorgroei

stopt indien een infuus met glutaminase intraveneus toegediend wordt, wat een afbraak van Gln in de

bloedbaan veroorzaakt. Het verbruik van Gln is dus noodzakelijk om een hoge cellulaire proliferatie te

behouden (Medina et al., 2001). Een hoge extracellulaire Gln concentratie stimuleert de proliferatie,

wat op zijn beurt het vermogen voor het opnemen van energie uit de omgeving verbetert. Als

energetisch substraat wordt Gln geoxideerd wat zorgt voor ATP productie. Indien deze katabolische

weg zijn maximum bereikt, zal een toename van Gln niet meer resulteren in een toename van ATP,

maar wel in een verhoogde opname van nutriënten (J.Carlos Aledo, 2004). Dit kan langs de

glutaminolytische weg verklaard worden (figuur 7). In snel delende cellen wordt Gln aan een hoog

tempo intracellulair getransporteerd, terwijl glutamaat (Glu) en aspartaat (Asp) aan een hoog tempo uit

de cel getransporteerd worden. Het transportsysteem ASC laat de uitwisseling toe tussen neutrale

aminozuren tegen Asp of Glu. Glu wordt, langs de xc- weg, uitgewisseld tegen cystine (Cys-Cys), dat

intracellulair gereduceerd wordt tot cysteine (Cys). Tumor cellen ontwikkelen een hoge

transmembranaire gradiënt van Cys, wat een sterke uitwisseling tegen andere aminozuren via de L en

ASC weg mogelijk maakt. De ASC, L en xc- wegen zijn gerelateerd met een verhoogde proliferatie.

Extracellulair wordt Cys geoxideerd tot Cys-Cys wat opnieuw zorgt voor cystine-glutamaat

uitwisseling (Rothstein et al., 1999). Plasma Gln is dus een bron van chemisch vrije energie die kan

geëxploiteerd worden door snel delende cellen (J Carlos Aledo, 2004).

Figuur 7: De systemen ASC, L en xc- zijn samen met glutaminase verantwoordelijk voor de glutamine afbraak, gerelateerd met de aminozuren opname ( naar J. Carlos Aledo, 2004).

Page 18: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

14

5. GLUTAMINE EN SYSTEMISCHE ZIEKTEN: BELANG EN SUPPLEMENTERING

Glutamine speelt niet enkel een belangrijke rol voor de gezondheid van het maagdarmstelsel. Ook bij

systemische ziekten kan dit aminozuur een bepalende rol spelen. In het laatste hoofdstuk wordt dit

kort belicht.

Oudemans-van Straaten et al. (2001) onderzochten de plasma glutamine concentratie, bij patiënten

die in de intensive care unit (ICU) arriveren. Over het algemeen hebben deze patiënten een lage

plasma glutamine concentratie (>0.42mmol/L), wat de ergheid van hun ziektestatus en de hoge

mortaliteitsratio zou kunnen verklaren. Grimble (2005) toonde aan dat glutamine supplementatie bij

kritieke patiënten, voor een daling zorgt van het aantal infecties en inflammatie, maar geen invloed

had op de hospitalisatieduur. Novak et al. (2002) toonden aan dat Gln supplementatie, bij chirurgische

patiënten, een daling van de infectie ratio en een kortere hospitalisatieduur teweegbrengt, zonder

echter een invloed te hebben op de mortaliteit. Het is dus controversieel of Gln al dan niet de

mortaliteitsratio doet dalen en een invloed heeft op de hospitalisatieduur. In ieder geval zorgt het voor

een daling van de kans op infectie en inflammatie (Hyeyoung et al.,2011).

Patiënten die gedurende lange tijd met niet-steroidale anti-inflammatoire geneesmiddelen (NSAID)

behandeld worden, hebben een verhoogde intestinale permeabiliteit. Zeventig procent van de

patiënten ontwikkelen een enteropathie met eventueel intestinale bloedingen, proteïne verlies, galzuur

malabsorptie en soms zelf intestinale stricturen. De verhoogde permeabiliteit kan veroorzaakt worden

door een daling van mucosale prostaglandine synthese, wat leidt tot cel schade (Bjarnason et al.,

1989), of door inhibitie van de oxidatieve fosforylatie in de mitochondria, wat een tekort veroorzaakt

aan ATP, waardoor schade aan de cel en de intercellulaire juncties ontstaat (Jörgensen et all., 1976).

De toename in permeabiliteit kan voorkomen worden door toediening van Misoprostol, een synthetisch

prostaglandine, dat het tekort aan endogene prostaglandines herstelt. Den Hond et al. (1999) toonden

aan, dankzij een studie op gezonde patiënten, dat Gln supplementering de toename van de intestinale

permeabiliteit na NSAID administratie voorkomt, als het samen met NSAIDs wordt toegediend.

Sevastiadou et al. (2011) toonden aan dat orale glutamine supplementering (0.3 g/kg

lichaamsgewicht/dag) positieve invloeden heeft op de intestinale integriteit.

Glutamine kan oraal of parenteraal worden gesupplementeerd. Om de lage stabiliteit van Gln in een

waterige omgeving te voorkomen, wordt het gekoppeld aan een ander aminozuur, glycine of alanine

(Boelens et al., 2006). Ligthart-Melis et al. (2007) toonden aan dat de arteriële glutamine

concentraties, bij de mens, hoger zijn na de supplementering van alanyl-glutamine in vergelijking met

de supplementering van vrij glutamine. Gln kan gemakkelijk omgevormd worden tot een toxisch

product, pyroglutamaat. Daarom worden formules vrij van Gln bewaard en net voor de toediening,

gereconstrueerd (Kim, 2011).

Houdijk et al. (1988) bestudeerden bij kritieke patiënten, de invloed van de administratie van een

totaal parenterale voeding (Total parenteral nutrition: TPN) met glutamine (30.5g/100g proteïne). Deze

Page 19: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

15

groep werd vergeleken met een controle groep die een TPN kreeg met 3.5g glutamine/100g proteïne.

De hogere concentratie aan glutamine zorgde voor een daling in de incidentie van pneumonie,

bacteriemie en sepsis bij deze groep patiënten. Wernerman et al. (2011) toonden aan dat de

mortaliteit bij kritieke zieke patiënten daalt bij intraveneuze toediening van glutamine onder de vorm

van het dipeptide L-alanyl-glutamine (0.285 g/kg lichaamsgewicht/dag). Cetinbas et al. 2010

onderzochten bij patiënten met systemic inflammatory response syndrome (SIRS) de invloed van TPN

gesupplementeerd met (0.4g/kg lichaamsgewicht/dag) glutamine. Deze formulering veroorzaakte een

daling van leukocyten en natural killer cellen, wat gepaard gaat met een verminderde inflammatie.

BESPREKING

Vrijwel alle literatuurstudies zijn het erover eens dat glutamine een positieve invloed heeft op de

darmgezondheid. Tijdens een operatie of trauma ontstaat in het lichaam een metabole stressrespons.

Daardoor zal de eiwitafbraak tot aminozuren in het lichaam verhogen. Deze snelle eiwitomzetting of

proteine turnover is nodig om bouwstoffen te leveren voor het immuunsysteem en de wondgenezing.

De aminozuren die vrij komen, worden gebruikt voor glucose productie, eiwitsynthese en afgifte van

stikstof om ammoniak te vormen in de nieren. Door de uiteindelijke daling van de glutamine

concentratie in het serum, en door het feit dat de patiënt peri-operatief per os weinig tot geen

aminozuren inneemt, daalt de beschikbaarheid van glutamine voor de darm, wat kan leiden tot atrofie

van de darmmucosa, een ‘lekkende’ darm en bacteriële translocatie. Omdat glutamine de grondstof is

voor arginine, ontstaat er bovendien ook een argininetekort. Dat leidt weer tot een tekort aan

stikstofmonoxide (NO) dat de doorbloeding van de organen regelt.

De supplementering van aminozuren (vooral arginine en glutamine) aan de voeding bij

kankerpatiënten, voorafgaand aan een ingreep, zorgt voor minder complicaties en minder ernstige

bijwerkingen zoals infecties. De glutamine supplementering kan oraal of parenteraal, wanneer de

patiënt niet in staat is te eten. Het is dus belangrijk om tijdens een medische ingreep of trauma

eiwitten en glutamine te supplementeren en de stikstofbalans te verbeteren, onder andere om de

darm te sparen.

De aanwezigheid van grote hoeveelheden glutamine heeft echter ook een keerzijde, met name bij

tumorgroei. Wanneer bijvoorbeeld glutamine aan patiënten met bepaalde tumoren en in bepaalde

combinaties wordt gegeven, kan dit de tumor doen groeien. Wanneer de kankercellen tot een tumor

zijn uitgegroeid, zal extra glutamine de NO-productie verhogen, wat de doorbloeding en de tumorgroei

bevordert. Er zijn meldingen in de literatuur dat het vasten van de patiënt remming van tumorvorming

teweeg brengt, maar dit werd nog niet bewezen. Daarentegen blijkt ook dat goede voeding de

overlevingstijd en de kwaliteit van het leven bij de mens verhoogt. Het verbetert ook het gevoel van

zelfvertrouwen en de chemotherapie wordt bovendien beter verdragen.

Page 20: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

16

Zoals blijkt uit deze thesis, speelt glutamine een essentiële rol voor het goed functioneren van

verschillende systemen, inclusief het afweerstelsel en het maagdarmstelsel. Zowel bij infectieuze (bv.

Helicobacter infectie) als niet-infectieuze (bv. colitis) maag-darmaandoeningen, heeft een

aanwezighed van grote hoeveelheden glutamine overwegend positieve effecten op het ziekteverloop.

Zoals hierboven aangegeven, kan de aanwezigheid van een grote hoeveelheid glutamine in een

beperkt aantal omstandigheden ook nadelige effecten hebben. Het is dus uitermate belangrijk de

talrijke voordelen af te wegen tegen eventuele nadelen.

Page 21: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

17

REFERENTIELIJST

1. Ahlman B, Andersson K, Leijonmarck C, and Ljungqvist O. (1994). Short-term starvation alters

the free amino acid content of the human intestinal mucosa. Clin Sci (Lond) 86, 653–662.

2. Al-Sadi RM, Ma TY. (2007). IL-1b causes an increase in intestinal epithelial tight junction

permeability. J Immunol. 178, 4641–9.

3. Aledo JC, Segura JA, Medina MA, Alonso FJ, Nunez de Castro I, et al. (1994). Phosphate-

activated glutaminase expression during tumor development. FEBS Lett 341, 39-42.

4. Aledo Carlos J.(2004). Glutamine breakdown in rapidly dividing cells : waste or investment?

BioEssays. 26, 778-785.

5. Amagase Kikuko, Nakamura Eiji, Endo Takuya, Hayashi Shusaku, Hasumura Mai, Uneyama

Hisayuki,Torii Kunio, Takeuchi Koji. (2009). New frontiers in Gut Nutrient Sensor Research:

Prophylactic Effect of Glutamine Against Helicobacter pylori-induced Gastric Diseases in

Mongolian Gerbils. J Pharmacol Sci 112, 25-32.

6. Baskerville A, Hambleton P, Benbough JE (1980). Pathological features of glutaminase

toxicity. Br J Exp Pathol 61, 132–138.

7. Bjarnason I, Smethurst P, Clark P, Menzies I, Levi J, Peters T. (1989). Effect of prostaglandin

on indomethacin-induced increased intestinal permeability in man. Scand J Gastroenterol. 24

(Suppl. 164), 97-103.

8. Boelens PG, Melis GC, van Leeuwen PA, ten Have GA, Deutz NE. (2006). Route of

administration (enteral or parenteral) affects the contribution of L-glutamine to de novo L-

arginine synthesis in mice: a stable-isotope study. Am J Physiol Endocrinol Metab. 291:E683-

90.

9. Boukhettala N , Claeyssens S., Bensifi M., Maurer B., Abed J., Lavoinne A., Déchelotte P.,

Coëffier M. (2012). Effects of essential amino acids or glutamine deprivation on intestinal

permeability and protein synthesis in HCT-8 cells: involvement of GCN2 and mTOR pathways.

Amino Acids, 42., pp. 375-385.

10. Bouteloup-Demange C, Boirie Y, Dechelotte P, Gachon P, Beaufrere B (1998). Gut mucosal

protein synthesis in fed and fasted humans. Am J Physiol 274(3 Pt 1), E541–E546.

11. Cetinbas F, Yelken B, Gulbas Z. Role of glutamine administration on cellular immunity after

total parenteral nutrition enriched with glutamine in patients with systemic inflammatory

response syndrome. (2010). J Crit Care;25, 661.e1-6.

12. Coeffier M, Claeyssens S, Hecketsweiler B, Lavoinne A, Ducrotte P, Dechelotte P (2003).

Enteral glutamine stimulates protein synthesis and decreases ubiquitin mrna level in human

gut mucosa. Am J Physiol Gastrointest Liver Physiol 285(2):G266-G273.

13. DeMarco V, Dyess K, Strauss D, West CM, Neu J (1999). Inhibition of glutamine synthetase

decreases proliferation of cultured rat intestinal epithelial cells. Biochemical and Molecular

Roles of Nutrients. 129, 57–62

14. Den Hond E, Peeters M, Hiele M, Bulteel V, Ghoos Y, Rutgeerts P. (1999) Effect of glutamine

on the intestinal permeability changes induces by indomethacin in humans. Aliment

Pharmacol Ther. 13, 679-685.

Page 22: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

18

15. Flahou Bram (2011). Experimental studies on Helicobacter suis virulence and control. Faculty

of Veterinary Medicine, Ghent University.

16. Grimble RF. Immunonutrition (2005). Current Opinion in Gastroenterology. 21, 216-22.

17. Hagen SJ, Ohtani M, Zhou JR, Taylor NS, Rickman BH, Blackburn GL, Fox JG (2009).

Inflammation and foveolar hyperplasia are reduced by supplemental dietary glutamine during

Helicobacter pylori infection in mice. J Nutr 139, 912-918.

18. Jörgens TC, Weis-Fogh US, Nielsen HH, Olesen HP. (1976). Salicylate- and aspirin-induced

uncoupling of oxidative phosphorylation in mitochondria isolated from the mucosal membrane

of the stomach. Scand J Clin Lab Invest. 36, 649-54.

19. Kim Hyeyoung (2011). Glutamine as an Immunonutrient. Yonsei Med J 52(6), 892-897.

20. Kirchhoff P. (2006) An amino acid transporter involved in gastric acid secretion. Pflugers

Arch.;451, 738–48.

21. Koller M ; KONIG, W ; BROM, J ; RAULF, M ; GROSSWEEGE, W ; ERBS, G ; MULLER, FE.

(1988). Generation of leukotrienes from human polymorphonuclear granulocytes of severely

burned patients. JOURNAL OF TRAUMA-INJURY INFECTION AND CRITICAL CARE 28(6),

733-740

22. Kusters JG, Vliet AHM, Kuipers EJ. (2006). Pathogenesis of Helicobacter pylori Infection. Clin.

Microbiol. Rev. 2006, 19(3), 449

23. Le Bacquer O, Nazih H, Blottiere H, Meynial-Denis D, Laboisse C, Darmaun D (2001). Effects

of glutamine deprivation on protein synthesis in a model of human enterocytes in culture. Am J

Physiol Gastrointest Liver Physiol 281(6), G1340–G1347

24. Le Bacquer O, Laboisse C, Darmaun D (2003). Glutamine preserves protein synthesis and

paracellular permeability in caco-2 cells submitted to ‘‘Luminal fasting’’. Am J Physiol

Gastrointest Liver Physiol 285(1), G128–G136

25. Leduc D, Gallaud J, Stingl K, de Reuse H (2010). Coupled amino acid deamidase-transport

systems essential for Helicobacter pylori colonization. Infect Immun 78, 2782-2792.

26. Ligthart-Melis GC, van de Poll MC, Dejong CH, Boelens PG, Deutz NE, van Leeuwen PA.

(2007). The route of administration (enteral or parenteral) affects the conversion of isotopically

labeled L-[2-15N]glutamine into citrulline and arginine in humans. JPEN J Parenter Enteral

Nutr. 31:343-48

27. Medina MA. (2001) Glutamine and cancer. J Nutr 131, 2539S-2542S.

28. Morlion BJ, Stehle, P, Wachtler, P, Siedhoff, HP , Koller, M, Konig, W, Furst, P, Puchstein, C

(1998). Total Parenteral Nutrition With Glutamine Dipeptide After Major Abdominal Surgery.

ANNALS OF SURGERY 227, 302-308

29. Nakamura E, Hagen SJ. (2002). Role of glutamine and arginase in protection against

ammonia-induced cell death in gastric epithelial cells. Am J Physiol Gastrointest Liver

Physiol.;283, G1264–75.

30. Novak F, Heyland DK, Avenell A, Drover JW, Su X. (2002). Glutamine supplementation in

serious illness: a systematic review of the evidence. Crit Care Med;30, 2022-9.

Page 23: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

19

31. O’Dwyer ST, Smith RJ, Hwang TL, Wilmore DW (1989). Maintenance of small bowel mucosa

with glutamine-enriched parenteral nutrition. JPEN J Parenter Enteral Nutr 13, 579–85.

32. Okabe S, Ohtsu K, Takeuchi K, Takagi K. (1974). Effect of L-glutamine on indomethacin-

induced gastric lesions in the rat. Jpn J Pharmacol.;24, 169–71.

33. Otaka M, Odashima M, Watanabe S. (2006). Role of heat shock proteins(molecular

chaperones) in intestinal mucosal protection. Biochem Biophys Res Commun;348(1), 1-5.

34. Oudemans-van Straaten HM, Bosman RJ, Treskes M, van der Spoel HJ, Zandstra DF. (2001).

Plasma glutamine depletion and patient outcome in acute ICU admissions. Intensive Care

Med; 27, 84-90.

35. Papaconstantinou H, Hwang K, Rajaraman S, Hellmich M, Townsend C, and Ko T. (1998).

Glutamine deprivation induces apoptosis in intestinal epithelial cells. Surgery 124, 152–160.

36. Potsic B, Holliday N, Lewis P, Samuelson D, Demarco V, and Neu J. (2002). Glutamine

supplementation and deprivation: effect on artificially reared rat small intestinal morphology.

vol. 52, no. 3.

37. Quesada AR, Medina MA, Maerquez J, Sanchez-Jimenez F, Nunez de Castro I. (1998).

Contribution by host tissues to circulating glutamine in mice inoculated with Ehrlich ascetic

tumor cells. Cancer Res 48, 1551-1553.

38. Rennie MJ, Babij P, Taylor PM, Hundal HS, Maclennan P, Warr PW. (1986). Characteristics of

glutamine carrier in skeletal muscle have important consequences for nitrogen loss in injury,

infection, and chronic disease. Lancet; 2, 1008-12.

39. Sevastiadou S, Malamitsi-Puchner A, Costalos C, Skouroliakou M, Briana DD, Antsaklis A,

Roma-Giannikou E (2011). The impact of oral glutamine supplementation on the intestinal

permeability and incidence of necrotizing enterocolitis/septicemia in premature neonates. J

Matern Fetal Neonatal Med.

40. Stark R. M., Suleiman M.-S., Hassant I. J., Greenman J. and Millari M.R. (1997). Amino acid

utilisation and deamination of glutamine and asparagine by Helicobacter pylori. J. Med.

Microbiol. - Vol. 46 (1997), 793-800.

41. Suzuki H, Yanaka A, Muto H. (2000). Luminal ammonia retards restitution of guinea pig

injured gastric mucosa in vitro. Am J Physiol GastrointestLiver Physiol.;279, G107–17.

42. Hagen S. J., Ohtani M., Zhou JR., Taylor N.S., Rickman B. H., Blackburn G.L., and Fox J. G.

(2009). Inflammation and Foveolar Hyperplasia Are Reduced by Supplemental Dietary

Glutamine during Helicobacter pylori Infection in Mice. J. Nutr. 139, 912–918.

43. Houdijk AP, Rijnsburger ER, Jansen J, Wesdorp RI, Weiss JK, McCamish MA, Teerlink T,

Meuwissen S G M, Haarman H J Th M, Lambertus G T, Van Leeuwen G P (1998).

Randomised trial of glutamine-enriched enteral nutrition on infectious morbidity in patients with

multiple trauma. Lancet ;352, 772-6.

44. Wernerman J, Kirketeig T, Andersson B, Berthelson H, Ersson A, Friberg H, Guttormsen A B,

Hendrikx S, Petilla V, Rossi P, Sjöberg F, Winsö O. (2011). Scandinavian glutamine trial: a

pragmatic multi-centre randomised clinical trial of intensive care unit patients. Acta

Anaesthesiol Scand;55, 812-818.

Page 24: UNIVERSITEIT GENT FACULTEIT DIERGENEESKUNDE …lib.ugent.be/fulltxt/RUG01/001/893/649/RUG01... · Glutamine wordt als een essentieel aminozuur aanzien als de glutamine voorraad uitgeput

20

45. Windrnueller, H. G., and Spaeth, A. E. (1978). Identification of Ketone Bodies and Glutamine

As the Major Respiratory Fuels in Viva for Postabsorptive Rat Small Intestine*. The Journal of

Biological Chemestry, Vol. 253, 69-76.

46. Windrnueller, H. G., and Spaeth, A. E. (1980). Respiratory Fuels and Nitrogen Metabolism in

Vivo in Small Intestine of Fed Rats. The Journal of Biological Chemestry, Vol. 255, 107-112.

47. Winter TA, O’Keefe SJ, Callanan M, Marks T (2007) Effect of severe undernutrition and

subsequent refeeding on gut mucosal protein fractional synthesis in human subjects. Nutrition

23(1), 29–35.

48. Wischmeyer PE, Musch MM, Madonna MB, Thisted R, Chang EB. (1997). Glutamine protects

intestinal epithelial cells: role of inducible HSP70. Am J Physiol. 272, G879–84.

49. Xue H, MD, PhD, Sufit A J D, and Wischmeyer E P, MD. (2011). Glutamine Therapy Improves

Outcome of In Vitro and In Vivo Experimental Colitis Models. Journal of Parenteral and Enteral

Nutrition. 35(2), 188-197.

50. Ye ZC, Rothstein JD, Sontheimer H. (1999). Compromised glutamate transport in human

glioma cells: reduction-mislocalization of sodium-dependent glutamate, transporters and

enhanced activity of cysteine-glutamate exchange. J Neurosci 19, 10767-10777.

51. Zhou Z, Connell MC, MacEwan DJ. (2007). TNFR1-induced NF-kB, but not ERK, p38MAPK or

JNK activation,mediates TNF-induced ICAM-1 and VCAM-1 expression on endothelial cells.

Cell Signal. 19, 1238–48.