Upload
jasmien
View
212
Download
0
Embed Size (px)
DESCRIPTION
voorbeeld van een wedstrijdhandleiding
Citation preview
De Unizo Prijs voor Ondernemingszin is dé wedstrijd die de talenten in jouw klas laat
bovendrijven. De leerlingen werken doelgericht een project uit en bundelen hun krachten om tot
schitterende resultaten te komen.
De projecten die in de prijzen vallen, ademen ondernemingszin uit. Omdat ondernemingszin ook
creativiteit vergt, werken wij samen met Flanders District of Creativity. Projecten die uitblinken
in creativiteit dingen daarom meteen mee naar de prijs van de “Bedenkers Klaseditie”.
Omgekeerd kunnen de deelnemende projecten van Flanders DC door hun klemtoon op
ondernemingszin ook bij ons in de prijzen vallen.
Twee vliegen in één klap dus! Deze wedstrijd overstijgt bovendien de grenzen van projectwerk,
door de schat aan kennis en talenten die je er als klas kan uithalen. Dit is geen louter competitief
gedoe maar een geweldige leerschool voor later, waar je nu lange tijd je tanden in kan zetten en
achteraf nog lang kan over nakauwen.
› Inschrijven kan op de website: www.ondernemendeschool.be of www.flandersdc.be.
› De deadline voor de inschrijving loopt tot 17 januari 2011.
› De deelnemers zijn alle klassen van het secundair onderwijs.
› De laureaat ontvangt voor het project een geldsom van 3000€, twee genomineerden zullen
beloond worden met 1000€.
Om de uitwerking van een project concreet te maken, geven we hieronder nog wat informatie
mee over ondernemingszin, projecten, inspirerende ideeën.
Veel succes!
Het UNIZOteam ‘Onderwijs & Ondernemen’
Ondernemingszin, wat houdt dat nu precies in? We denken automatisch aan de rinkelende
melodie van money, money, money…Maar het is niet al goud wat blinkt!
Ondernemingszin zit in jezelf, soms dieper verscholen of eerder aan de oppervlakte. Daarom kan
een project die ondernemingszin bovenhalen, versterken of bijsturen.
Ondernemen begint met de bedoeling om dingen te veranderen en die verandering zelf in handen
te nemen.
Dat betekent dat je de ondernemingszin in je binnenste ten volle benut, om de omgeving te
beïnvloeden en verbeteren.
Leerlingen moeten nadenken over een project waar ze hun schouders willen onder
zetten.
• Deel de klas naar wens in groepjes in en vraag hen om na te denken over een
mogelijk projectidee.
Een stimulerende vraag kan zijn: wat zou je op school, in je omgeving of zelfs
in de wereld willen verbeteren en hoe wil je die invloed kunnen uitoefenen?
• Het is belangrijk dat de leerlingen zelf het onderwerp van het project kunnen
kiezen en de doelstellingen kunnen vastleggen. dan volgt de wilskracht wellicht
spontaan.
• Als leerkracht kan je wel zelf bepaalde brede thema’s aanreiken als hulpmiddel.
• Je kan het bestaan of aanvoelen van een probleem – bijv. de nood aan een
ontspanningsruimte voor jongeren van de derde graad – aangrijpen om een
stroom van ideeën op gang te brengen rond ontspanning, ruimtelijke invulling,
leefregels en sociaal gedrag enz.
Bron: ivstudios.nl
Het onderwerp van deze cartoon is eigenlijk ‘verbanden leggen’. De maker van deze
tekening brengt een goed idee in verband met het symbool van een oplichtend lampje, dat
hier dus kan dienen om de kapotte lamp te vervangen. Knap gevonden, niet?
Brainstormen is bij uitstek gericht op verbanden leggen: dankzij de verbeeldingskracht
van leerlingen en de manier waarop de groep daarop inspeelt ontstaat er een sprankelend
idee.
• Brainstormen heeft alles te maken met verbeeldingskracht. Leerlingen mogen
ideeën spuien, zolang de kritiek in deze fase maar achterwege blijft.
• Een brainstormsessie vereist niet altijd logische ideeën: inspiratie en intuïtie zijn
nodig. Gewaagde ideeën zijn welkom!
• Twee goede ideeën samenvoegen tot een beter idee, dat is ook een idee!
• Populaire uitvindingen zijn ook niet altijd alleen maar logisch, zij hebben vooral
veel verbeeldingskracht!
Voorbeeld van verbeeldingskracht: De Kauwgomkip
De kauwgomkip is een oplossing voor de vervuiling door kauwgom op straat.
Kauwgomgebruikers worden geprikkeld om hun kauwgom op de kauwgomkip te
plakken, in plaats van de kauwgom op straat te gooien.
Door het beplakken van de kip met kauwgom groeit het stalen geraamte uit tot een echte
dikke kip. Om de kauwgomgebruikers tot het plakken van hun kauwgom uit te nodigen,
moet het geraamte al met een aantal kauwgompjes beplakt zijn. De kippen moeten
strategisch geplaatst worden op openbare plekken.
Doordat de kip van roestvrij staal is vervaardigd is deze eenvoudig te reinigen met een
hogedrukspuit.
Bron: Duurzaam2020.nl
Hier nemen ideeën de vorm aan van ‘keuzes’: als je iets wil doen met de stroom van
brainstormideeën , dan moeten de leerlingen beslissingen nemen en een idee kiezen.
Daarom is het belangrijk dat de neuzen in dezelfde richting staan.
• Als alle ideeën genoteerd zijn, kan je jouw leerlingen vragen om een korte
voorstelling te geven van de uitkomst van de brainstormsessie: welke ideeën zijn
gaandeweg overeind gebleven en over welk idee is de groep het ongeveer eens?
• Het is niet altijd makkelijk om de neuzen in dezelfde richting te krijgen. Als je
gaandeweg merkt dat er geen eensgezindheid in de groep is over het idee dat
moet gevolgd worden, dan kan je tussenkomen en via een thematische insteek de
leerlingen op weg zetten.
• Om de leerlingen helemaal op één spoor te krijgen, kan je hen de ideeën laten
voorstellen voor de klas en een stemming organiseren.
In de derde fase komt de planning aan bod, na het formuleren en kiezen van een idee.
Niet iedereen zal wellicht aansluiting vinden bij het idee voor het project. Daarom is het
belangrijk dat het concept – nadat het eerst werd afgebakend – toch weer iets breder
wordt bekeken.
• We nemen het project van een nieuwe ontspanningsruimte voor jongeren als
voorbeeld. Het oorspronkelijke idee was om een ‘eigen lokaal’ in te richten voor
leerlingen die graag zouden pingpongen of andere tafelspelen wilden doen.
De meisjes reageerden maar lauwtjes. Daarom moest het idee voor een
ontspanningsruimte opnieuw breder bekeken worden. De meisjes stelden voor
om een workshop ‘gezichtsmaskers maken’ te organiseren, en op druilerige
dagen films te vertonen.
Er kon meteen ook nagedacht worden over gender – overschrijdende zaken: wat
wilden de meisjes en jongens allebei? Kunnen jongens ook een gezichtsmasker
krijgen, en zouden meisjes ook mee tafelvoetbal spelen?
Het is interessant om de dynamiek van ideeënvorming ook vanuit een breder
maatschappelijk kader te bekijken: zijn er inderdaad verschillen die gerelateerd zijn aan
‘gender’, dan kan je uitweiden over het begrip gender, over de mening van de leerlingen
tegenover bepaalde bestaande stereotypen (“meisjes ontspannen zich door shoppen en
lichaamsverzorging, jongens ontspannen zich door te voetballen”).
Nu er een concept is dat breed genoeg is, kunnen er echte stappen ondernomen worden. Het
project kan nog alle kanten uit wat de acties betreft, maar het onderwerp/thema/concept ligt wel
al vast.
• Een concreet plan uitdenken is niet evident, omdat de klas nog niet goed weet
waaraan ze begint. Bepaal daarom eerst de grote lijnen van het verloop van het
project.
• Leerlingen moeten zich een beeld kunnen vormen van een mogelijke weg die
moet afgelegd worden om het doel te bereiken. Wat willen zij allemaal doen?
• Dat beeld moet realistisch zijn: niet alles wat leerlingen bedenken is uitvoerbaar.
Leerlingen moeten hun denkbeeldige scenario’s dus ook toetsen aan de
werkelijkheid: “Kunnen we dit effectief doen?”
• Het is wel belangrijk dat leerlingen gedurfd redeneren, en niet bang zijn om
ideeën aan te nemen die op het eerste zicht moeilijk lijken.
De Unizo Prijs voor Ondernemingszin kent intussen een jarenlange traditie. Wat denken de
leerlingen over het volgende project, dat in 2009 in de prijzen viel? De omschrijving van het
winnende project voor het middelbaar onderwijs klonk toen als volgt:
Dit project klonk misschien ooit als een waanzinnig idee in de oren, maar dankzij het
doorzettingsvermogen, de samenwerking en de wilskracht van leerlingen is het tot iets uitgegroeid
dat de Unizo Prijs voor Ondernemingszin vast en zeker waard was.
• De leerlingen hebben intussen een onderwerp gekozen waar ze kunnen op
verder bouwen. Nu begint het echte werk dus pas: de rollen worden verdeeld, de
taken worden strakker omlijnd en krijgen gaandeweg vorm.
Hiermee is de kous natuurlijk nog niet af. Doorheen het proces is het aan de leerkracht –
maar ook aan de leerlingen – om af en toe achterover te leunen en alles goed te
observeren.
• Zien de leerlingen geen dingen over het hoofd?
• Worden de verschillende stappen in het project tijdig geëvalueerd?
• Is er ruimte voor kritiek, is het project vatbaar voor verbeteringen?
• Heeft de klas het doorzettingsvermogen om tot aan de eindmeet bij te sturen?
De klas moet met andere woorden genoeg terugblikken, en zo zien dat het goed is of er nieuwe
keuzes moeten gemaakt worden.
Vaak is het met een bang hart maar ook met vlinders in de buik en hooggespannen
verwachtingen wachten op het verbluffend eindresultaat.
Het doel heiligt ook de middelen! Elke leerkracht weet tegelijk ook dat al het werk, alle moeite
en alle eventuele hindernissen uit het verleden als vanzelf op de achtergrond verdwijnen op het
moment dat de leerlingen trots hun project mogen indienen en voorstellen.
In die zin is de Unizo Prijs voor Ondernemingszin natuurlijk de kers op de taart: leerlingen zien
hun inspanningen beloond worden en krijgen erkenning. Ze zien dat het goed is!
De Unizo Stichting Onderwijs en Ondernemen wenst je veel succes op deze boeiende zoektocht
naar het welbevinden van je leerlingen, van jezelf en de klas en uiteindelijk ook de omgeving, die
evengoed wel kan varen bij een waardevol ondernemingsgezind project.