50
VISIE ECP-EPN OP DE MOGELIJKHEDEN INFORMATIE- EN COMMUNICATIETECHNOLOGIE TE BENUTTEN VOOR DUURZAME OPLOSSING VAN MAATSCHAPPELIJKE VRAAGSTUKKEN Aanbevelingen gericht op de concurrentiekracht, de energievoorziening, de zorg, de mobiliteit, de overheidsdienstverlening en het onderwijs November 2010 VAN BESCHIKBAARHEID NAAR TOEPASSING

Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

  • Upload
    others

  • View
    4

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

Visie eCP-ePN oP de mogelijkhedeN iNformatie- eN CommuNiCatieteChNologie

te beNutteN Voor duurzame oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN

aanbevelingen gericht op de concurrentiekracht,

de energievoorziening, de zorg, de mobiliteit,

de overheidsdienstverlening en het onderwijs

November 2010

Van beschikbaarheid naar toepassing

Page 2: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Page 3: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

Van beschikbaarheid naar toepassing

Aanbevelingen gericht op de concurrentiekracht,

de energievoorziening, de zorg, de mobiliteit,

de overheidsdienstverlening en het onderwijs

November 2010

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Page 4: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

iNhoud

Voorwoord 3

samenvatting 4

1 duurzame oplossing van maatschappelijke vraagstukken 7

1.1 Vraagstukken van wereldformaat 7

1.2 informatie- en communicatietechnologie 9

1.3 schets maatschappelijke vraagstukken 9

1.3.1 de concurrentiepositie Westen versus azië 9

1.3.2 het energie- en grondstoffentekort 10

1.3.3 demografische ontwikkelingen en de zorg 12

1.3.4 mobiliteitsvraagstuk 13

1.3.5 overheidsdienstverlening in de informatiemaatschappij 14

1.3.6 onderwijs en onderzoek 15

2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn

en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken 17

2.1 de invloed van technologie 17

3 Positie eCP-ePN | Platform voor de informatiesamenleving 19

3.1. generieke factoren: privacy, ‘digivaardigheid’ en interoperabiliteit 20

3.1.1 acceptatie van nieuwe diensten: privacy en vertrouwen 20

3.1.2 Vaardigheden en e-inclusion 22

3.1.3 interoperabiliteit 24

4 Nadere uitwerking maatschappelijke vraagstukken en aanbevelingen 27

4.1 Productiviteitsstijging 27

4.2 duurzaam energiegebruik en iCt 29

4.3 Nadere analyse zorgproblematiek en aanbevelingen 34

4.3.1 maatschappelijke participatie zorgvrager versterken 34

4.3.2 belang autonomie zorgprofessionals en versterking van de rol van hun

vertegenwoordigers 35

4.3.3 belang gedeelde visie en standaardisatie 36

4.3.4 samenwerking in het veld 37

4.4 mobiliteit en eigentijds werken 38

4.5 overheidsdienstverlening 42

4.6 investeringen in onderwijs en onderzoek 43

4.6.1 Primair en voortgezet onderwijs 43

4.6.2 onderzoek 45

Page 5: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

VoorWoord

CP-EPN, als neutraal en verbindend platform van overheid, bedrijfsleven, maatschappelijke organisaties en kennisinstellingen, bepleit dat het nieuwe

kabinet drie speerpunten centraal stelt:• Het versterken van innovatie- en concurrentiekracht van de Nederlandse economie, mede door nieuwe, eigentijdse vormen van werken. Dit is noodzakelijk gegeven de internationale concurrentiedruk en het effect op de arbeidsmarkt van de demografische ontwikkelingen (pensioen babyboomers). Dankzij moderne technologie zal het arbeidspotentieel optimaal moeten worden benut (extra parttimers, ouderen, vrouwen, fysiek gehandicapten) en via slimme toepassing van ICT zal de productiviteit aanzienlijk kunnen worden verhoogd.• Beter en duurzamer benutten van onze energiebronnen en infrastructuur (weg, water, lucht).• Beter en goedkoper maken van de zorg en deze bovendien richten op betere en blijvende deelname van bevolkingsgroepen aan onze samenleving, mede om de economische en maatschappelijke gevolgen van vergrijzing te kunnen opvangen.

Bij het realiseren van winst op genoemde terreinen (concurrentiekracht versterken, beter benutten van energiebronnen en infrastructuur, betere zorg) ziet ECP-EPN drie belangrijke knelpunten:• e-skills en e-inclusion (tekort aan opgeleiden in de IT en aan ‘digitale vaardigheden’ bij de bevolking)• maatschappelijke acceptatie van diensten (privacy en vertrouwen)• interoperabiliteit (digitale samenwerking tussen bedrijven en overheden, en onderling)

In deze visienotitie van ECP-EPN worden verschillende maatschappelijke vraagstukken omschreven (productiviteitsgroei, energievoorziening, zorgkosten, mobiliteit, digitalisering overheidsdienstverlening, verbetering onderwijs) en wordt gewezen op de mogelijkheden technologie te benutten voor een duurzame oplossing daarvan. Daarbij wordt eveneens ingegaan op de genoemde remmende generieke factoren. De partijen die een belangrijke rol kunnen en zullen moeten spelen om tot resultaten te komen behoren grotendeels tot het netwerk van ECP-EPN.

Voor de opstelling van deze notitie is een werkgroep samengesteld met vertegenwoordigers van het bestuur (Mark Esseboom, Zsolt Szabó en voormalig lid Afke Schaart), hoogleraar Gerard van Oortmerssen (hoogleraar Universiteit van Tilburg, directeur ICTRegie), en Arie van Bellen (directeur ECP-EPN) en Tom van der Maas (adjunct-directeur ECP-EPN en schrijver van deze notitie). Jelle Attema en David de Nood (adviseurs ECP-EPN) leverden eveneens input. Daarnaast is een veelheid aan waardevolle bijdragen en feedback uit het netwerk ontvangen, onder meer van Alex Bouw, Bart Schermer, Eddy Haket, Eric van Pelt, George van Leeuwen, Hans Nieuwenhuis, John Post, Joost Beukers, Kenny van Ierlant, Lenne Huisman, Marc Woltering, Marijke van Hees, Nico Westpalm van Hoorn, Paul Brackel en Stephan Grimmelikhuijsen.

E

Page 6: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

ederland staat, zoals alle landen van de westerse wereld, voor een aantal forse uitdagingen: de zorgkosten rijzen de pan uit, we moeten toe naar

veel schonere energie, onze snelwegen slibben dicht, de openbare veiligheid moet beter en de overheid moet zijn dienstverlening aanzienlijk verbeteren met een lager budget. Tegelijk verslechtert onze mondiale concurrentiepositie omdat we onvoldoende innoveren en opkomende economieën veel beter inspelen op de kansen van de globalisering. Het voluit inzetten op slim toepassen van informatie- en communicatietechnologie is dé kans om de problemen het hoofd te bieden.

ECP-EPN is van mening dat Nederland als geheel snel de mogelijkheden van innovatieve technologie moet verzilveren. Voor het nieuwe kabinet moet dit topprioriteit zijn. Waar moet dan het accent vallen?

In de eerste plaats de gezondheidszorg. De toenemende maatschappelijke kosten daarvan dwingen ons eenvoudigweg die anders te organiseren. De zorg moet in de toekomst veel sterker gericht zijn op verbetering van de sociale en economische participatie van de (ex-)patiënt, ook om de dreigende schaarste op de arbeidsmarkt te ondervangen. Betere samenwerking tussen alle spelers in de zorgketen en meer aandacht voor de kwaliteit (bijvoorbeeld door intensievere begeleiding van de patiënt in zijn eigen omgeving en niet zozeer in en rond de instellingen) zijn essentieel. ICT maakt een dergelijke ingrijpende herinrichting mogelijk. Dit is in het voordeel van de patiënt en leidt tot een forse productiviteitsstijging.

Een landelijk dekkend Elektronisch Patiëntendossier (EPD) is daarbij van groot belang. Mensenlevens worden gered doordat verkeerde medicatie is te voorkomen en omdat de arts ook in spoedgevallen beschikt over alle patiëntgegevens. In bijvoorbeeld Denemarken is dit systeem al jaren operationeel. Waarom kan dat in Nederland niet? Als terecht de vraag wordt gesteld naar mogelijke aantasting van de privacy moet de overheid, lerend van ervaringen in andere landen, duidelijke eisen stellen aan waarborgen en zorgen dat die in het ontwerp van het systeem zijn meegenomen.

Het klimaatprobleem en de schaarste aan fossiele energiebronnen dwingen ons het verbruik van die energie fors terug te dringen. ICT kan daaraan bijdragen. Alleen al het aanbrengen van ‘intelligente’ energiemeters in alle huishoudens zal leiden tot een daling van het energiegebruik van zo’n 10 tot 1�%. Het nieuwe kabinet zou dergelijke innovaties, ook met extra investeringen in Research & Development, krachtig moeten stimuleren. En: de ontwikkeling van alternatieve energiebronnen maakt het mogelijk voldoende schone energie te genereren om de huidige welvaart verder te laten toenemen.

De overheid stelt steeds meer diensten online beschikbaar. Toch wordt de burger nog vaak van het kastje naar de muur gestuurd doordat systemen niet op elkaar aansluiten. Hier is forse winst te boeken door de verschillende bestuurslagen (Rijk, provincies, gemeenten, waterschappen) nauwer te laten samenwerken. Helaas geschiedt digitalisering van de overheid nog niet op basis van eenduidige technische specificaties, terwijl het toenemend gebruik van cloud computing

sameNVattiNgVoluit iNzetteN oP iCt is dé kaNs Voor NederlaNd

N

Page 7: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

(dienstverlening via internet) juist om keuzen daarvan vraagt. Een efficiencyslag van tientallen procenten is dan zeker te realiseren.

Ook op het terrein van mobiliteit en filebestrijding biedt innovatieve technologie legio mogelijkheden: verkeersdosering, verkeersvoorspellingsmethodieken, ‘slimme’ parkeersystemen enzovoort.En als Nederland met de hulp van communicatietechnologie meer tijd- en plaatsonafhankelijk gaat werken leidt dat tot betere verkeerspreiding. Dit eigentijds werken, ook wel het ‘nieuwe werken’ genoemd, vergt grote omslagen in bedrijfscultuur en in de wijze van leidinggeven aan medewerkers, maar in veel grote organisaties is deze werkwijze al gemeengoed. Niet alleen leidt die tot een grotere arbeidssatisfactie van de werknemer en minder mobiliteit, het resulteert ook in aanzienlijke productiviteitsgroei en kostenbesparingen voor werkgevers: minder kantoorruimte, minder reiskosten, minder file-uren et cetera. Recente studies wijzen uit dat de Nederlandse overheid evenals het bedrijfsleven door herinrichting van werkprocessen structureel honderden miljoenen euro per jaar kunnen besparen.

Het nieuwe kabinet moet daarom het volgende doen. In de eerste plaats moeten er technische voorschriften komen om digitale samenwerking te verbeteren. Dergelijke standaardisering is een absolute voorwaarde voor goede elektronische dienstverlening en bedrijfsvoering van de overheid, en ook voor efficiencywinst van bedrijven. Dit kan alleen als doorzettingsmacht wordt geïntroduceerd: een bewindspersoon die zogeheten open standaarden voor interoperabiliteit kan opleggen aan het Rijk en lagere overheden.Ook de aanleg van ‘slimme’ energienetwerken en vele andere IT-gefaciliteerde innovaties die tot productiviteitswinst leiden, worden dankzij standaarden versneld.

Ten tweede zou de politiek bij nieuwe elektronische diensten (zoals ‘slimme meters’ en het EPD) een waterdichte privacybescherming verplicht moeten stellen (privacy-by-design) en verder eisen dat bij wetsvoorstellen een ‘privacybijsluiter’ wordt bijgevoegd. Naast de voordelen voor de burger dienen daarin ook duidelijk de privacywaarborgen en de maatschappelijke waarde van de invoering van de dienstverlening, ook op termijn, te worden uiteengezet.

Ten slotte wil ECP-EPN dat alle burgers kunnen meekomen met de snelle ontwikkelingen in de informatiesamenleving. Daarom moet de overheid mét private partners onverminderd doorgaan met het bevorderen van voldoende digitale vaardigheden van de Nederlanders, in het bijzonder van ‘kwetsbare’ groepen zoals laaggeletterden en ouderen. Ook moet het kabinet zorgen voor voldoende gekwalificeerde IT’ers door het investeren in opleidingen, en voor een nog hoogwaardiger IT-infrastructuur in ons land.

Page 8: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Page 9: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1.1 Vraagstukken Van wereldformaate westerse samenleving kampt met grote vragen. Die hebben gemeen dat majeure veranderingen in denken en handelen nodig zijn om ze op te lossen,

ingrijpende economische, maatschappelijke en technologische keuzen. Voor informatie- en communicatietechnologie, die het mogelijk maakt ‘anytime’ en ‘anywhere’ over informatie te beschikken, is daarbij een sleutelrol weggelegd.

De economische en financiële ontwikkelingen in de wereld leiden tot verschuivingen in machtsposities. Een snel verslechterende concurrentiepositie van de Verenigde Staten en van Europa dreigt ten opzichte van economieën in met name de Zuidoost-Aziatische regio.

Verder veroorzaakt de welvaart energie- en grondstoffentekorten, met stijgende prijzen en een rem op de economie als gevolg. Het gebruik van fossiele energiebronnen heeft bovendien geleid tot het grootste milieuprobleem in de geschiedenis van de mensheid. Water wordt wereldwijd schaars en de kwaliteit vermindert. Een probleem dat nog nauwelijks internationale aandacht krijgt is dat de voedselproductie door het opraken van fosfaten zal stagneren. Ook aan ‘zeldzame aarden’, veelal gebruikt in high-tech technologie, ontstaan tekorten. De groei nadert het plafond, terwijl die nodig is om de in omvang toenemende wereldbevolking te voeden. De financiële crisis als gevolg van complexe en daardoor ondoorzichtige (hypotheek-)constructies veroorzaakte een wereldwijde systeemcrisis in onze economie die we na twee jaar nog niet te boven zijn. De wereldeconomie kromp daardoor vorig jaar met het hoogste naoorlogse percentage (1,1 %, -3.2% in advanced economies en zelfs -�.1% in de Eurozone volgens het IMF) – the Great Recession. Daadkrachtig ingrijpen door de overheid als lender of last resort heeft een wereldwijde depressie zoals in de jaren dertig maar net kunnen voorkomen. Vertrouwen op de stabiliteit van financiële instituties en op de onafhankelijke rol van overheden bleek opnieuw een voorwaarde voor gezonde economische activiteit. De groei die nu wordt verwacht (�,�% in 2010 en �,2% in 2011, IMF) is echter voor een groot deel het resultaat van overheidsstimuleringen en onduidelijk nog is de herstelkracht van de private sector.

De westerse overheden zien zich nu geplaatst voor de terugdringing van uit de hand gelopen overheidsfinanciën. Ook Nederland ontkomt er niet aan om een fors bezuinigingsplan ten uitvoer te brengen. Hierdoor staat het openbaar bestuur nog meer onder druk. De roep om een kleinere maar effectievere overheid en meer transparante instituties, klinkt luider. Meer resultaat tegen minder kosten. Meer geloof in de overheid en een hoger aanzien van de politiek.

duurzame oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN 1

D

Page 10: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

10

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Ook in de voedselketens, milieu en fiscaliteit is grotere transparantie nodig. Doel is voorkomen dat vertrouwen wordt geschonden, zonder dat dit ontaardt in rigide toezichtstructuren die innovatie remmen en leiden tot hoge kosten van toezicht of zware administratieve lasten.

Verder verrijzen aan de horizon problemen op het gebied van de gezondheidszorg. De vergrijzing (en ontgroening, twee kanten van dezelfde medaille) en de zich snel ontwikkelende medische wetenschap met nieuwe en daardoor dure medicijnen en innovatieve behandelmogelijkheden, veroorzaken onmiskenbaar de grotere vraag naar zorg. Dit en de toenemende maatschappelijke kosten van welvaartsziekten (sociaal én de productiviteitsdaling) drijven de kosten op.

De demografische ontwikkelingen (veroudering, lagere geboortecijfers, beperkte immigratie) leiden bovendien tot een krapte op de arbeidsmarkt, in het bijzonder in de zorg, met name in Nederland.

Een ander probleem is de verkeerscongestie. In ons land en in veel andere in het Westen (en inmiddels ook in de grote steden van de nieuwe economieën) neemt die zulke extreme vormen aan dat woon-werkverkeer leidt tot productiviteitsdaling, een maatschappelijke schadepost die niet op zijn beloop gelaten mag worden.

Het behoud van onze levensstandaard vereist een antwoord dat niet op oude leest is geschoeid. Alleen door slimmere vormen van werken en wonen, van gebruik van grondstoffen en energie, van vervoer, kan het Westen (dat grotendeels afhankelijk is van de import) zijn welvaartsniveau handhaven en tegelijk helpen ernstige klimaatproblemen te voorkomen.

1.2 informatie- en communicatietechnologieECP-EPN meent dat een adequate politieke en bestuurlijke reactie op al deze uitdagingen niet mogelijk is zonder ingrijpende veranderingen in de wijze waarop de samenleving is georganiseerd. Duurzaamheid, participatie, kwaliteit van leven zullen daarin leidraad zijn. Nieuwe, efficiëntere (daarmee goedkopere), meer doelmatige en transparante processen en structuren zijn vereist.

Informatie- en communicatietechnologie kan een dergelijke herinrichting mogelijk maken. De afgelopen drie decennia drong de technologie door tot in de haarvaten

Bron: World Economic Outlook (WEO); Recovery, Risk, and Rebalancing.

Oktober 2010, International Monetary Fund

2008 2009 2010 2011World Output 2.8 -0.6 4.8 4.2Advanced economies: 0.2 -3.2 2.7 2.2Verenigde Staten 0.0 -2.6 2.6 2.3Eurozone 0.5 -4.1 1.7 1.5Duitsland 1.0 -4.7 3.3 2.0Frankrijk 0.1 -2.5 1.6 1.6Italië -1.3 -5.0 1.0 1.0Spanje 0.9 -3.7 -0.3 0.7Japan -1.2 -5.2 2.8 1.5Verenigd Koninkrijk -0.1 -4.9 1.7 2.0Canada 0.5 -2.5 3.1 2.7Emerging economies: 6.0 2.5 7.1 6.4Rusland 5.2 -7.9 4.0 4.3China 9.6 9.1 10.5 9.6India 6.4 5.7 9.7 8.4Brazilië 5.1 -0.2 7.5 4.1

Page 11: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

11

van onze samenleving, als infrastructuur en in toepassingen. Via innovatie leverde digitalisering hogere productiviteit in de industrie en in de dienstensector en bracht daarmee toegenomen welvaart. De toepassing in bijvoorbeeld de zorg, veiligheid, entertainment, onderwijs en in andere domeinen heeft ons welzijn door de bank genomen aanzienlijk vergroot. De digitalisering schrijdt in steeds sneller tempo voort, en grotendeels autonoom (de technologie levert gemak, genot en gewin, de drivers van succesvolle toepassingen).

De geglobaliseerde informatiesamenleving biedt Nederland ook kansen zijn economie te versterken als het kiest voor specifieke gebieden waarop het land kan excelleren: de sleutelgebieden die door het Innovatieplatform zijn aangewezen.

ECP-EPN wil met deze notitie het nieuwe kabinet onder de aandacht brengen dat verdere en gerichte toepassing van ICT in specifieke domeinen zoals de zorg, de energiesector en het vervoer een aanzienlijke bijdrage zal kunnen leveren aan de oplossing van genoemde maatschappelijke problemen.

1.3 schets maatschappelijke Vraagstukken1.3.1 de concurrentiepositie westen versus aziëChina (1,3 miljard inwoners, ruim een vijfde van de wereldbevolking) realiseerde dankzij de ‘open deur-politiek’ van Deng Xiouping sinds eind jaren zeventig een industriële economische groei van rond de tien procent per jaar. Andere Aziatische landen zoals India, Pakistan en Vietnam zijn ook aan een opmars bezig, waarbij met name in India (bijna 1,2 miljard inwoners) het groeitempo hoog is.Sinds de val van De Muur voeren voormalige Oostbloklanden, dankzij hun verworven politieke en vooral economische vrijheid, een inhaalslag, in het bijzonder Rusland. Overigens met grote maatschappelijke onrust tot gevolg, wat de investeringen van westerse industrieën daar belemmert.Latijns-Amerika is eveneens een zone met snelle groei. Ook in Afrika wordt over enkele decennia een aanzienlijke groei verwacht.

De concurrentiepositie van Europa verslechtert. De Fin Pekka Himanen, onderzoeker aan het Helsinki Institute for Information Technology, waarschuwde er enige jaren geleden als volgt voor: “Als Europa niet het heft in handen neemt zal het zonder enige twijfel eindigen als hét openluchtmuseum en attractiepark van deze planeet – de nummer één vakantiebestemming van vele Chinezen.”

Want hoewel het Bruto Binnenlands Product van China (gemeten in absolute waarden, in dollars) te laag is om in de Top-100 landen te staan (Nederland staat op plaats 20) en de gecombineerde Aziatische officiële reserves ‘slechts’ ongeveer vijf procent van alle financiële middelen uitmaken, is het welvaartsniveau daar enorm gestegen: gemeten naar werkelijke kosten van diensten en producten in Azië (Wat krijg je voor je Yuan? De Purchasing Power Parity, PPP) staat China op plaats 2.Japan, China en India groeien naar verwachting binnen de vier jaar door naar een economie die groter is dan die van USA en EU gecombineerd.1 De Westerse economieën hebben zichzelf met een flinke schuldenlast opgezadeld en kunnen op termijn inflatie verwachten. Azië heeft juist de waarde van de munten laten stijgen wat het een nog steviger positie op de geldmarkt geeft.

Het Westen heeft te kampen met de ‘Wet van de remmende voorsprong’: te lang te gemakkelijk te veel welvaart gehad. Hierdoor waren er te weinig prikkels om te innoveren. Het Innovatieplatform heeft de afgelopen acht jaar verschillende concrete voorstellen gepubliceerd die aangeven hoe Nederland concurrerender kan worden. Daarbij staan investeren in onderwijs en in innovatie (binnen sectoren – sleutelgebieden – en over sectoren heen) centraal. Onder meer de wijze waarop goederen worden geproduceerd en diensten worden aangeboden zal ingrijpend moeten vernieuwen om de productiviteit te laten stijgen. Innovatieve technologie en methodieken (zoals collaborative innovation) kunnen daaraan een bijdrage leveren.

[1] http://www.economist.com/business-finance/Printerfriendly.cfm?story_id=15579727

duurzame oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN

Page 12: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

12

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

samenwerking met de nieuwe economische spelersVooral intensivering van de samenwerking met de nieuwe economische spelerselders in research & development, in ontwerp en productie is voor hetbewerkstelligen van een duurzame wereldorde essentieel.

Bestendige economische en maatschappelijke groei is alleen mogelijk door teinvesteren in onderzoek en innovatie. Nieuwe diensten en producten kunnen in onze gemondialiseerde economie echter niet meer in splended isolation ontwikkeld worden. Samen met economische spelers uit andere landen zullen wij gezamenlijk nieuwe toepassingen moeten ontwerpen, standaarden moeten vaststellen en kennis moeten delen.

Daar komt bij dat in veel economische sectoren de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten steeds duurder wordt en noodzakelijke experimenteer-ruimtes door één organisatie niet meer te betalen zijn. Een voorbeeld is de auto-industrie waar door verschillende merken gezamenlijk auto-onderdelen ontwikkeld worden en faciliteiten als windtunnels worden gedeeld.

Landsgrenzen zijn door ICT verdwenen. Nieuwe digitale dienstverlening trekt zich steeds minder aan van grenzen en locaties, worden steeds vaker tijd- en plaatsonafhankelijk aangeboden via internet. Dat kan betekenen dat een Nederlands bedrijf klanten heeft in de Verenigde Staten en de dienst ‘draait’ op servers in Singapore.

Ook het milieu houdt niet op bij de grens. Samenwerking met andere spelers wereldwijd is een absolute noodzaak voor een duurzame oplossing van mondiale milieuproblemen. Investeringen in R&D zijn nodig. De ontwikkeling van alternatieve energiebronnen maakt het mogelijk voldoende ‘schone energie’ te genereren om de huidige welvaart verder te laten toenemen.

1.3.2 het energie- en grondstoffentekortNaar het zich laat aanzien zullen de zogeheten BRIC-landen (van Brazilië, Rusland, India, China) en de andere groeiers een westers welvaartsniveau nastreven. Het bereiken daarvan op een westerse manier zou echter grofweg een vervijfvoudiging van het gebruik van de natuurlijke bronnen op aarde betekenen. Met desastreuze gevolgen: grondstoffen (olie, gas en ertsen) worden schaars met forse prijsstijgingen, en mogelijk lokale oorlogen als gevolg. De afvalbergen groeien zonder dat we verantwoorde oplossingen op tafel kunnen leggen: cradle-to-cradle is noodzaak.

Ontwikkeling B(N)P volgens PPP

Perc

enta

ges

B(N

)P w

erel

dwijd

0

19

80

19

85

19

90

20

15

5

10

15

20

25

30

19

95

20

00

20

05

20

10

Verenigde Staten

Ontwikkelend Azië (incl. China)

Eurozone

China

Page 13: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

13

Het toenemend verbruik van fossiele brandstoffen leidt tot een aanzienlijke stijging van de uitstoot van kooldioxide, vermoedelijk een van de grootste factoren in de opwarming van de aarde.

Dit proces wordt nog versterkt door demografische ontwikkelingen: volgens de OESO neemt de wereldbevolking toe, steeds sneller, van ruim zes miljard tot zo’n negen miljard mensen in 20�0, anderhalf keer zoveel mensen. De grootste maatschappelijke uitdaging is daarom zonder twijfel het terugdringen van ons energie- en grondstoffengebruik om de belasting van het leefmilieu tegen te gaan, zonder reis naar het verleden.

ictOok ICT verbruikt steeds meer energie. Dit gebruik is afgelopen decennia gegroeid tot enkele procenten van het totaal, inmiddels een carbon footprint vergelijkbaar met die van de luchtvaart (ongeveer 2% volgens onderzoeksbureau Gartner in 200�).

Maar door slimme toepassing van ICT kan per saldo het energiegebruik dalen en ‘schoner’ worden. We moeten ons er hard voor maken dat over enkele decennia smart grids milieuvriendelijk opgewekte elektriciteit distribueren aan de gebruikers. Ook door de ‘consument’ geproduceerde schone stroom kan dan aan het net worden toegevoegd en dankzij ICT worden verrekend.Door ICT zijn reorganisaties van werkprocessen mogelijk, met efficiencywinst. En green IT, de trend van een mix tussen efficiëntere computers en meer gebruik van computational grids – de cloud –, zal computergebruik steeds zuiniger maken.

Daarnaast is informatie- en communicatietechnologie ook een enabler voor nieuwe vormen van energiewinning zoals zonnecellen, windenergie en concentrated solar power-systemen, ‘schone energie’ die niet opraakt.

cloud computingDe manier waarop wij met onze computersystemen omgaan zal de komende jaren revolutionair veranderen. Tot de dag van vandaag is onze eigen huis-PC of het bedrijfssysteem ons digitale centrum. We slaan onze bestanden op de PC of server op, de software draait op onze eigen systemen en we onderhouden die zelf.

Bron: United Nations Department of Economic and Social Affairs, 200�.

World Population to 2300

duurzame oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN

Ontwikkeling wereldbevolking (middenschatting)

Aan

tal i

nwon

ers

x m

iljoe

n

19

50

20

00

20

50

23

00

21

00

21

50

22

00

22

50

Noord-Amerika

Oceanië

Europa

0

2.000

4.000

6.000

8.000

10.000

Azië

Afrika

Latijns-Amerika

Page 14: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Binnen tien jaar werken we anders. De PC is dan gekrompen tot een doorgeefluik voor informatie en digitale diensten. De software die we nodig hebben zal grotendeels ‘draaien’ op servers die ergens in de wereld, in de cloud (= internet), staan. Standaardtaken van onze huidige PC’s als opslag en rekenkracht zullen een dienst worden die kan worden gekocht of gehuurd via internet.

Deze nieuwe manier van werken is cruciaal voor de dienstverlening in Nederland. Cloud computing maakt het mogelijk dat nieuwe diensten onafhankelijk van tijd en plaats kunnen worden geleverd. Maar deze technologie (ook wel SaaS, Software as a Service) maakt eveneens heel nieuwe diensten mogelijk, die de traditionele grenzen van sectoren overschrijden. Een voorbeeld is de samenwerking tussen TomTom en Vodafone bij het aanbieden van nieuwe verkeersdiensten. Een ander is misdaadkaart.nl waar politie en Google samenwerken: op een Google Map kan bekeken worden welke misdaden er in een bepaald gebied zijn gepleegd.

Door cloud computing zullen de verhoudingen in de economie veranderen. Netwerken van kleine bedrijven kunnen nu veel eerder concurreren met grote bedrijven. Doordat veel diensten en ICT afgenomen worden via de cloud is de ‘schaalbaarheid’ veel groter geworden en niet langer een bottleneck voor kleine bedrijven. De kansen voor export van digitale diensten door het MKB worden er sterk door vergroot.

Het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie (EL&I) heeft de afgelopen jaren in samenwerking met marktpartijen en brancheorganisaties MJA’s (de Meerjarenafspraken) opgesteld die een boost geven aan energiezuiniger ICT-gebruik en het proces van vergroening door ICT. Bedrijven algemeen staan meer dan welwillend tegenover maatregelen om duurzaamheid te bevorderen.

In hoofdstuk �.2 wordt een analyse gegeven van de energievoorziening in Nederland en is aangegeven hoe ICT kan bijdragen aan een duurzame voorziening, in het kader van de transitie van het huidige energienet naar een smart grid.

1.3.3 demografische ontwikkelingen en de zorgDe Nederlandse samenleving worstelt al jaren met de steeds duurdere zorg, onder meer doordat de bevolking ouder wordt (‘grijze druk’) en door het beschikbaar komen van geavanceerde en daardoor dure medische technologieën en behandelingen. De vele middelen die naar de zorg gaan en de toewijding van het medisch personeel hebben echter niet alle problemen opgelost. Wachtlijsten blijven en patiënten krijgen niet of niet op tijd de juiste zorg. Operaties worden soms verkeerd uitgevoerd omdat dossiers niet op orde zijn.

De zorgverlening is bovendien nog nauwelijks gericht op het verminderen van de maatschappelijke en sociale impact van ziekte, en op het vergroten van de participatie van de patiënt. De zorg is nog te sterk georganiseerd rond disciplines en noodzakelijke informatie-uitwisseling en coördinatie tussen zorgverleners en instellingen ontbreekt, evenals de actieve betrokkenheid van patiënten in het zorgproces.

Juist in deze sector waarin artsen, apothekers, verpleegkundigen, fysiotherapeuten, specialisten en anderen moeten samenwerken in het belang van de hulpvrager, zal de toepassing van ICT (gericht op de uitwisseling van gegevens) het behandelproces stroomlijnen, de kwaliteit aanzienlijk verhogen en uiteindelijk ook goedkoper maken.

Het gehele proces van care en cure in de gezondheidszorg moet innovatiever, met een accent op preventie. De praktijk laat zien dat ICT meer zorg voor minder geld mogelijk maakt. Maar de invoering van technologie in deze sector blijkt nog in de kinderschoenen te staan. Vooral organisatorische belemmeringen en ingenomen (machts)posities vormen de drempels die geslecht moeten worden.

Page 15: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1�

Naast kwaliteitsverbetering door ICT is ook productiviteitswinst in de zorg van belang. Door de toenemende gemiddelde leeftijd van de bevolking ontstaat een grotere zorgbehoefte en tegelijk een krapte op de arbeidsmarkt, een dubbel probleem. Tot 202� groeit in Nederland het aantal ��-plussers van 2,� naar 3,� miljoen en het aantal tachtigplussers van ��0.000 naar �10.000 (CBS Statline). Bij ongewijzigd beleid groeit de behoefte aan werkenden in de zorg tot ��0.000 extra mensen, beduidend meer dan de groei van het totale arbeidsaanbod in Nederland.Ook telezorg (medische behandeling op afstand via ICT, teleconsult, telemonitoring) kan aanzienlijk bijdragen aan efficiencywinst. Dankzij ICT zijn ziekenhuizen zonder wachttijden mogelijk, wat zowel tot productiviteitsstijging binnen als buiten het hospitaal leidt.

In hoofdstuk �.3. wordt een nadere analyse gegeven van de situatie in de zorg en geschetst hoe ander beleid, waarin informatie- en communicatietechnologie een centrale rol speelt, ervoor kan zorgen dat aan de problemen het hoofd wordt geboden.

1.3.4 mobiliteitsvraagstukIn Nederland en in veel andere landen zijn files een economisch en maatschappelijk probleem van formaat: verspilling van miljarden en een grote bron van ergernis. Grootschalige invoering van flexibel werken (met ook grotere spreiding in werktijden) kan een aanzienlijke bijdrage leveren aan het oplossen van het mobiliteitsvraagstuk. Het fileprobleem ontstaat tenslotte door piekbelasting van het wegennet.

Naast filereductie heeft dit eigentijds werken (ook wel het nieuwe werken genoemd) legio andere voordelen. Denk aan meer efficiëntie, grotere voldoening in het werk, makkelijker deelname aan het arbeidsproces van personen die zich niet goed kunnen verplaatsen en besparing op kantoorruimte. Toch staan veel managers nog gereserveerd tegenover deze manier van organiseren van arbeid waarbij de keuze van de werktijden en de arbeidslocatie in beginsel aan de werknemer wordt overgelaten.Zolang niet is aan te geven waarom traditioneel werken voordelen heeft boven flexibel werken, ontbreken de argumenten daartegen. Als werknemers niet langer worden ‘beoordeeld’ op hun fysieke aanwezigheid (eyeball-management) op een werklocatie van hun werkgever maar op hun prestaties, vraagt dat wel andere leiderschapskwaliteiten van chefs, en een andere bedrijfscultuur. Deze veranderingen zullen geleidelijk aan vanzelf hun intrede doen. Een nieuwe

Groei arbeidsvraag zorg vs arbeidsaanbod tot 2025

100.000

20.000

0 200.000 300.000 400.000 500.000

Groei arbeidsvraag zorg Nederland

Groei arbeidsaanbod Nederland

470.000

Bron: CPB 200�a, CBS statline, bewerking Ministerie van VWS

duurzame oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN

Page 16: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

generatie managers, die al als professionals functioneren, ontstaat. Zij maken gebruik van virtuele netwerken (blogs, fora, sociale netwerken, worknets) en zijn gewoon te werken met apparatuur zoals PDA’s met mobiel internet.

Eigentijds werken (gepaard aan herinrichting van arbeidsprocessen) zal leiden tot productiviteitsgroei door vermindering van verkeerscongestie, door grotere efficiëntie in het werk en toegenomen arbeidsmotivatie. Dit zal de kracht van de Nederlandse economie versterken.

Ook maakt ICT slimme mobiliteitsoplossing (verkeersreguleringssystemen) mogelijk, zoals verkeersdosering, verkeersvoorspellingstools, congestieheffingen en slimme parkeersystemen. De inzet daarvan heeft bijvoorbeeld in Stockholm geleid tot een substantiële daling van de verkeerscongestie.

1.3.5 overheidsdienstverlening in de informatiemaatschappijDe digitalisering van de maatschappij is zeker niet voorbijgegaan aan de overheid. Op alle niveaus werken overheden aan het verhogen van de kwaliteit van hun dienstverlening aan burgers en bedrijven door toepassing van ICT (sneller, minder fouten, eenvoudiger, transparanter). Toegang tot de overheid verloopt meer en meer via het computerscherm. Hierdoor worden de instituties die erachter zitten – de back-office – minder van belang. De overheid wordt gezien als één organisatie: men bekommert zich er niet om welke overheidsinstantie de dienst verzorgt - een ministerie, provincie, waterschap of gemeente. Bij de elektronische overheid staat de kwaliteit van de dienstverlening centraal. Dit vereist forse veranderingen in de wijze waarop de overheid is georganiseerd.

Omdat de bouw van informatiesystemen ‘toekomstvast’ moeten zijn heeft de rijksoverheid in 200� aangegeven aan welke eisen de overheid (Rijk, provincies, gemeenten, ZBO’s en private organisaties met een publieke taak) en leveranciers op het vlak van informatievoorziening moeten voldoen. Zo kan over enige jaren informatie die door afzonderlijke overheidsinstanties wordt beheerd, automatisch aan elkaar worden gekoppeld als dat voor een gewenste dienst nodig is of als gegevens door derden mogen worden gebruikt. Dankzij de koppeling van basisregistraties kunnen overheden meer gebruik maken van elkaars gegevens en hoeven deze niet langer apart binnen verschillende overheidsinstanties te worden bewaard. Dit zal leiden tot een meer transparante, doelmatige en goedkopere manier van dienstverlening.

Een tweede aspect van de voortgaande digitalisering van de overheid is dat steeds meer gegevens over de samenleving, de economie, leeftbaarheid, de interactie tussen burger en overheid en het functioneren van overheidsinstellingen digitaal beschikbaar komen: gegevens van het Kadaster, de KvK, RDW, RiVM, inspectiegegevens, gegevens over veiligheid, verkeersdruk, regeldruk, de effectiviteit van allerlei inspanningen van de overheid (kwaliteit van onderwijs, zorg). Deze gegevens worden nu voornamelijk intern door de overheid zelf gebruikt.

open oVerheid‘Open Overheid’ is een relatief nieuwe visie op het hergebruik van overheidsdata, die stelt dat gegevens die de overheid heeft over de samenleving, ook door die samenleving hergebruikt mogen worden. Het Rijk bezit een schat aan gegevens op uiteenlopende vlakken: kadastrale informatie, straatnamen, schoolprestaties, cartografische informatie, erfgoed, landbouw, wegennetinformatie enzovoort. De ‘Open overheid-beweging’ stelt dat het gebruik van deze gegevens niet beperkt moet blijven tot overheidsorganisaties onderling. Juist ook bedrijven en burgers dienen toegang tot de informatie krijgen om er nieuwe diensten en innovatieve toepassingen mee te ontwikkelen.Een belangrijk oogmerk van die toegankelijkheid van overheidsdata is dat allerlei

Page 17: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1�

maatschappelijke instellingen en burgers in staat worden gesteld met de overheid mee te denken over knelpunten en effectiviteit van beleid. De inspanningen van de overheid kunnen zo sneller en beter door burgers en maatschappelijke instellingen worden geëvalueerd en bijgestuurd.

Door gegevens slim te combineren met andere of door informatie toegankelijk te maken via nieuwe media kunnen bovendien innovatieve diensten worden ontwikkeld die voortborduren op wat eerder is bedacht. En veelal in veel kortere tijd en tegen veel lagere kosten dan als de overheid zelf deze diensten gaat leveren. Denk aan wat het Nederlandse Layar heeft bereikt met het combineren van verschillende databronnen met live camerabeelden.

Europa heeft sinds 2003 een richtlijn 2003/��/EC over het hergebruik van overheidsinformatie. Onze overheid loopt wat de toepassing van die richtlijn betreft echter achter op de VS, het Verenigd Koninkrijk, Spanje en verschillende andere landen. Daar zijn veel meer gegevensverzamelingen gratis (er is immers al voor betaald, uit publieke middelen) of tegen redelijke kosten beschikbaar, ontsloten via een centrale portal (zie www.data.gov).

Door overheidsinformatie onder voorwaarden toegankelijk te maken (zonder in privacydiscussies verstrikt te raken) kunnen burgers, bedrijven en andere overheden die benutten. Vooralsnog werken datahouders als het KNMI, Kadaster en de Kamer van Koophandel nog zonder afstemming en ad hoc. Omdat openstelling van overheidsdatabases diensteninnovatie bevordert dient voor het nieuwe kabinet ‘Open overheid’ een speerpunt te zijn in de verbetering van de overheidsdienstverlening.

Aanbevelingen om overheidsdigitalisering te versnellen worden gegeven in hoofdstuk �.�.

1.3.6 onderwijs en onderzoek

inVloed ict op het onderwijsVeld de afgelopen jarenEind jaren negentig lag in het onderwijs het accent op de invoering van computers en het gebruik van eenvoudige educatieve software. Begin deze eeuw verschoof het naar het gebruik waarvoor door educatieve uitgevers uiteenlopende applicaties werden ontwikkeld. Het afgelopen decennium (begin van de eeuw startte Kennisnet) kenmerkte zich door verdergaande integratie van internet en andere ICT-toepassingen in het onderwijs (zowel in het primaire als in het secundaire proces, bijvoorbeeld leerlingvolgsystemen).

Al is volgens Stichting Kennisnet de afgelopen tien jaar veel voortgang geboekt, toch blijft het gebruik van ICT binnen het basisonderwijs, het voortgezet onderwijs en middelbaar beroepsonderwijs achter bij de verwachtingen. In het hoger onderwijs hebben bijvoorbeeld elektronische leeromgevingen (ELO’s) algemeen ingang gevonden, in het BO, VO en MBO nog beperkt.

Docenten en onderwijsmanagers hebben vaak nog geen samenhangende visie op de toepassing en de impact van informatie- en communicatietechnologie in het onderwijs. Het ontbreekt bij leraren vaak aan kennis en vaardigheden om de introductie en het gebruik van ICT soepel te laten verlopen. Aanbevelingen gericht op het onderwijs worden gegeven in hoofdstuk �.�.

1.4 transitie

duurzame oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN

Page 18: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

De toenemende concurrentiedruk, de energieproblematiek, de ‘vergrijzing’, de mobiliteitsdruk: onmiskenbaar staan Nederland en andere landen in het Westen op veel terreinen voor grote uitdagingen. Steeds meer mensen vinden dat onze maatschappij en economie moeten veranderen en dat daartoe ook voldoende mogelijkheden zijn. Het succes van president Barack Obama, als kandidaat met zijn voorstellen voor een ‘groene revolutie’ en transparantie van het overheidshandelen, illustreert dat de keuze voor duurzaamheid en openheid aanspreekt.

De wereld van vandaag is er een in transitie. Nodig is de komende decennia de grote vraagstukken vanuit een duidelijke visie via innovaties op te lossen. Doorgroeien naar een duurzame wereldorde laat de westerse samenleving haar niveau van welvaart en welzijn behouden. Landen waar de ontwikkeling van de economie zich in een beginfase bevindt houden zo de mogelijkheid het onze te bereiken.

De Nederlandse uitgangssituatie om duurzaam te ondernemen - een voorwaarde voor ons economisch handelen in de eenentwintigste eeuw - is goed: onze multinationals staan in de top van de Dow Jones Sustainability Index. Duurzaamheid (onder meer MVO, maatschappelijk verantwoord ondernemen) is meer en meer leidend in de langetermijnstrategieën van onze bedrijven. Al dan niet omdat de maatschappij op hun reputatie let, of daartoe gedwongen door wetgeving, maar een feit is het. Daardoor worden ook op korte en middellange termijn andere keuzen gemaakt, gezien de grote veranderingen die nodig zijn om de langetermijndoelstellingen te bereiken.

Overigens is een verdedigbare stelling dat maatschappelijk onverantwoord ondernemen niet bestaat en een contradictio in terminus zou zijn. Ondernemen dient altijd verantwoord en maatschappelijk ingebed te zijn, en de aparte term ‘MVO’ zou eigenlijk overbodig moeten zijn. Daarnaast kan worden gesteld dat het uitvoeren van MVO-beleid een welbegrepen eigenbelang is: de introductie van een duurzame economie is de enige manier om op termijn onze huidige manier van leven te kunnen voortzetten.

Page 19: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

1�

2.1 de inVloed Van technologieonder technologie zou het onmogelijk zijn geweest de westerse samenleving haar enorme welvaart te bezorgen. De stoommachine bracht de industriële

revolutie op gang, maakte het gebruik van transportnetwerken (in het bijzonder rails) mogelijk en de algemene toepassing van elektriciteit in machines en apparaten leidde tot de naoorlogse economische groei.

Door de toepassing van informatie- en communicatietechnologie (in het bijzonder internet) zijn de economische en sociale ontwikkelingen versneld. In de automatisering werd ICT aanvankelijk ingezet als tool for efficiency, daarna voor vernieuwing van processen en ‘keten’innovatie. Inmiddels is de technologie verregaand geïntegreerd in nieuwe diensten en in industriële productie.

In ons sociale en privéleven heeft de informatiesamenleving ook veel nieuws gebracht: in de werkomgeving (elektronische netwerken, collaborative tools, LinkedIn), voor vriendschappelijk contact (e-mail, mobiles, multi-usergames, webcams, sociale websites zoals Hyves en Facebook), voor onze positie als consument (markttransparantie), voor de toegang tot de overheid (webbased dienstverlening), voor het verwerven van kennis, enzovoort. Via wereldwijde netwerken, en Nederland zit in de top met breedband, hebben we anywhere and anytime op allerlei manieren met elkaar contact, alsof dat nooit anders was. “The World is flat” stelde de filosoof en columnist Thomas Friedman, vanwege deze connectedness.

De enorme verlaging van communicatie- en transactiekosten door moderne ICT maakte het mogelijk economisch anders te gaan werken. De veranderkracht van ICT heeft een nieuw tijdperk ingeluid, dat van de informatiesamenleving en de kenniseconomie.

De internethype, aangewakkerd door het geloof in niet aflatende productiviteits-stijging en ampel voorradig risicokapitaal, kende tien jaar geleden een hoogtepunt. Maar het barsten van deze zeepbel heeft de integratie van informatie- en communicatietechnologie in de samenleving nauwelijks vertraagd. De snelheid waarmee internet en ICT de afgelopen decennia in de samenleving zijn geïntegreerd en de economische en sociale impact laat de eerdere technologieën ver achter zich.

complexiteitICT heeft een verregaande horizontalisering van de wereld gebracht. Informatie is altijd en overal voor iedereen beschikbaar. Er is voortdurend contact tussen mensen onderling, tussen bedrijven (ook concurrerende), tussen overheid en burger, tussen consument en producent, enzovoort. De toegenomen interactie, kennis en dynamiek betekent een meer complexe leefwereld, spanningen en een grotere afhankelijkheid van elkaar.

De economische verhoudingen wijzigen. Internet opent nieuwe markten voor gevestigde partijen en ook bestaande markten voor nieuwe spelers, en brengt daarmee gevestigde posities in het geding. Bedrijven worden gedwongen betere en

de mogelijkhedeN VaN teChNologie Voor het VerhogeN VaN WelzijN eN de oPlossiNg VaN maatsChaPPelijke VraagstukkeN

2

Z

Page 20: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

20

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

andere producten aan te bieden omdat consumenten steeds machtiger en kritischer worden dankzij de alom beschikbare informatie over kwaliteit en prijs. Bovendien verwacht de klant steeds meer dat een product duurzaam wordt geproduceerd. Bedrijven moeten daarom maximaal transparant zijn in hun handel en wandel.

De technologische mogelijkheden (denk aan platformsites zoals LinkedIn, virtuele 3D-omgevingen, en worknets), veranderen ook de onderlinge relaties tussen leveranciers en consumenten. Consumenten worden meer betrokken bij de ontwikkeling van nieuwe diensten en producten (de prosumer, die direct ’schakelt’ met producenten, cocreatie) en kan zelf ook nieuwe digitale diensten en producten ontwikkelen (user-generated content).

Page 21: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

21

CP-EPN | Platform voor de InformatieSamenleving is een onafhankelijkeorganisatie met een uitgebreid netwerk in de overheid, het bedrijfsleven,

kennisinstellingen, maatschappelijke organisaties en in de politiek. Zo’n honderdtachtig organisaties (aanbieders en gebruikers) nemen erin deel en de activiteiten van het platform kunnen rekenen op een breed draagvlak.

De belangrijkste doelstelling van het platform is te bevorderen dat informatie- en communicatietechnologie in de samenleving kan worden benut. Toepassing zal ook aanzienlijk kunnen bijdragen aan de oplossing van grote maatschappelijke vraagstukken onder meer op het vlak van duurzaamheid, de zorg, overheids-dienstverlening, veiligheid, onderwijs, mobiliteit, productiviteitsstijging en privacybescherming.

De organisatie biedt een neutrale setting voor debat met alle maatschappelijke actoren en voor het in gezamenlijkheid met uiteenlopende stakeholders (overheid, bedrijven, belangenorganisaties) verrichten van concurrentieoverstijgende projecten, een platform dat niet door de markt of de overheid alleen kan worden geboden.

ECP-EPN formeert coalities van overheid, bedrijfsleven en betrokken maat-schappelijke organisaties voor de realisatie van projecten die kunnen leiden tot een doorbraak in bijvoorbeeld wetgeving of de samenwerking tussen concurrerende bedrijven. De gezamenlijke, door overheid en bedrijven gefinancierde aanpak van cybercrime in het Platform Internetveiligheid en het project Digivaardig & Digibewust (e-inclusion) zijn hier voorbeelden van. Vergelijkbare publiek-private samenwerkingen op Europees niveau zullen er aan bijdragen dat grensoverschrijdende problemen effectiever kunnen worden aangepakt.

Wanneer overheden ICT willen gebruiken om hun digitale gegevensuitwisseling met bedrijven efficiënter en doelmatiger in te richten blijken er vaak allerlei drempels: draagvlak ontbreekt of het initiatief lukt niet omdat het bijvoorbeeld niet aansluit op de wereld van ondernemers. ECP-EPN ondersteunt overheden bij het vormgeven van zulke initiatieven en draagt bij aan het creëren van maatschappelijk draagvlak door stakeholders te organiseren en terugkoppeling te vragen. ECP-EPN plaatst daarvoor projecten in een bredere maatschappelijke context en vertaalt die naar de belevingswereld van ondernemers. Voorbeelden van projecten zijn e-herkenning voor bedrijven, de communicatie rond het project e-factureren, het Elektronisch Ondernemingsdossier, de rol in de communicatie rond SEPA (Single European Payment Area), horizontaal toezicht, SBR (Standard Business Reporting, dat er voor zorgt dat ondernemers minder werk hebben aan het maken en aanleveren van verplichte rapportages aan overheden en banken) en Digipoort.

aanpakBij de aanpak van de in de vorige paragrafen geschetste maatschappelijke problemen bepleit ECP-EPN een sense of urgency zonder doemdenken. Het kabinet zal er naar de mening van het platform baat bij hebben nieuwe technologie te gebruiken zoals aangegeven in de aanbevelingen in hoofdstuk �.

2

Positie eCP-ePN | Platform Voor de iNformatiesameNleViNg 3

E

Page 22: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

22

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Bij het opstellen van deze notitie is gebruik gemaakt van diverse opvattingen van andere maatschappelijke organisaties. Dit bevordert niet alleen het draagvlak, ook zijn de analyses van de vele deskundigen doorwrocht en goed bruikbaar.

ECP-EPN wil komen tot daadwerkelijke implementatie van voorstellen. De aandacht is daarom gericht op vraagstukken waarvan de noodzaak die op te lossen onomstreden is, ongeacht politieke en geloofsovertuiging/levensbeschouwing.

3.1 generieke factoren: priVacy, ‘digiVaardigheid’ en interoperabiliteitEen aantal generieke factoren remt de invoering van digitale diensten. Als de drie belangrijkste beschouwt ECP-EPN: privacy (en veiligheid, algemeen: vertrouwen in digitale toepassingen), ‘digivaardigheid’ (Kan men zijn weg vinden in de informatiesamenleving? Komt iedereen mee?) en interoperabiliteit (uitwisselbaarheid van gegevens tussen bedrijven en overheden onderling en tussen het bedrijfsleven en de overheid).Door proactief aandacht te schenken aan deze aspecten van de invoering van informatie- en communicatietechnologie is het mogelijk digitalisering van dienstverlening te versnellen, zoveel mogelijk burgers daar profijt van te laten hebben en de waardering van de samenleving ervoor te vergroten. Hieronder worden deze toegelicht en aanbeveling gegeven.

3.1.1 acceptatie van nieuwe diensten: privacy en vertrouwenVertrouwen in de digitalisering van processen en de privacybescherming in het private en publieke domein is van groot belang. Het boezemt angst in dat hackers overheidswebsites zouden kunnen kraken en informatie in bestanden veranderen. Privacy wordt geschonden doordat persoonlijke gegevens voor een ander doel worden gebruikt dan waarvoor die ter beschikking waren gesteld. Ook in de private sfeer komt op internet schending van de privacy voor, bijvoorbeeld als vakantiefoto’s ongevraagd en ongewild jarenlang op internet circuleren. Digitale dossiers – bijvoorbeeld profielen van gebruikers, creditcardgegevens of justitiële informatie – kunnen door onvoldoende beveiligingsmaatregelen op straat komen te liggen, ook letterlijk door het verlies van een USB-memorystick of DVD.

Ook de verschuivingen in de normen rond privacy zelf in sociale netwerken (minder waardetoekenning) dwingen ons tot ethische discussies over dit onderwerp. En in het publieke domein blijkt het steeds moeilijker de balans te vinden tussen privacybescherming en veiligheid, een lastig politiek dossier.

Bredere invoering van nieuwe elektronische maatschappelijke diensten, zoals de OV-chipkaart en het EPD, en opschaling van al gebruikte bij zowel de overheid als het bedrijfsleven wordt door negatieve beeldvorming belemmerd. Deels is de incidentele verontwaardiging gebaseerd op misperceptie. Het beeld bestaat dat ICT-toepassingen vanzelf het risico op privacyschending vergroten. Maar een digitaal gegevensbestand kan in beginsel beter worden beveiligd tegen inzage door onbevoegden dan een papieren hangmap.

Het landelijk Elektronisch Patiëntendossier (EPD) is een goed voorbeeld van dat laatste. In vele regio’s in het land maken artsen, verpleegkundigen en anderen werkzaam in de gezondheidszorg naar volle tevredenheid gebruik van elektronische patiëntendossiers. Die verhogen daar de kwaliteit van de zorg (minder verkeerde medicatie bijvoorbeeld) en verhogen de snelheid waarmee de hulp wordt geboden. Landelijke uitrol ontmoet echter nog veel tegenstand terwijl bijvoorbeeld in Denemarken bijna alle artsen en bijna de helft van de ziekenhuizen gekoppelde EPD’s gebruiken. Andere belangen dan het beschermen van de privacy, zoals het behouden van bestaande machtsposities, vertroebelen soms de publieke discussie.

De vrees voor privacyschade bij nieuwe maatschappelijke digitale diensten waarbij gegevens worden geregistreerd, verwerkt en verzonden is niettemin reëel en roept

Page 23: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

23

tegenstand op die serieus moet worden genomen. De schade kán ook ongekend zijn: diefstal van een CD-ROM kan een miljoen persoonsgegevens opleveren die binnen een seconde de wereld rondgaan.

ECP-EPN verricht studies die het inzicht in het privacyvraagstuk beogen te vergroten. Het blijkt dat bij de invoering van nieuwe diensten de technische (goede beveiliging is uiteraard een voorwaarde !) en juridische aspecten vaak domineren. De vragen worden daardoor vaak instrumenteel-technisch probleemoplossend benaderd: bijvoorbeeld zwaardere encryptie om angst voor kraken weg te nemen. De discussies moeten echter vooral gaan over organisatorische en ethische kant en het is verstandig goed te luisteren naar de gebruikers. Het wetsvoorstel dat het gebruik van een ‘slimme elektriciteitsmeter’ mogelijk moest maken, sneuvelde eerder in de Eerste Kamer.Eindgebruikers en informele stromingen/groepen nemen in het maatschappelijk krachtenveld een steeds belangrijkere positie in. De reikwijdte van de overheidsinvloed en van klassieke groepen zoals vakbonden en werkgevers neemt af. Overleg in breed samengestelde neutrale gremia is daarom van belang.

Privacy is een legitiem belang en een belangrijke maatschappelijke waarde. Het vertrouwen in de veiligheid van internet – geen criminaliteit, geen schending van de privacy – is een van de belangrijkste randvoorwaarden om ICT in het publieke en het private domein te benutten en de veiligheid, duurzaamheid en innovatie in de samenleving te bevorderen. Daarom beveelt ECP-EPN aan:

1 - Onderken het belang van privacy bij de invoering van innovatieve maatschappelijke diensten (‘slimme meter’, EPD enz.) en handel daarnaar. Het feit dat consumenten zich soms wel en soms niet druk maken over privacy, wil niet zeggen dat aandacht ervoor willekeurig is. Inbreuk op privacy is subjectief (gevoel van inbreuk op de eigen levenssfeer) maar heeft vaak reële en concrete oorzaken en is een belangrijke factor bij de adoptie van diensten.

2 - Privacy-by-design. Neem het privacyaspect mee vanaf de start van het ontwikkelen van een digitale dienst of product in het ontwerp van het systeem:

Positie eCP-ePN | Platform Voor de iNformatiesameNleViNg

De vele stakeholders die betrokken waren bij de invoering van de OV-chipkaart in 2003

(bron illustratie: Programma OV2Pay)

Page 24: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

2�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

zorg ervoor dat dat wordt gewaarborgd waar dat door consumenten en afnemers van belang wordt geacht en maak duidelijk dat dit zodanig is geregeld. Leg in het ontwerp van het systeem en de organisatorische processen daaromheen privacybeschermende maatregelen vast. Hierbij kan gedacht worden aan data- minimalisatie, anonimisering, lokale opslag, procedures voor het verwijderen van gegevens enzovoorts. Voorkom systeemdwang (zie ook aanbeveling �) en houd identiteiten zoveel mogelijk gescheiden en herroepbaar.

3 - Zorg dat voor de gebruiker een nieuwe dienst waarde heeft en geef die duidelijk aan. Laat burgers meeprofiteren van het gebruik van hun gegevens. Toon de voordelen van dienstvelening of een toepassing. Geef ook inzicht in de toekomstige maatschappelijke merites die het invoeren van een nieuwe technologie zal genereren.

� - Wees transparant. Geef de burger (consument, patiënt et cetera) inzicht in de manier waarop gegevens worden verwerkt en waarom het gebeurt. Ontwikkel bij projecten van betekenis een ‘privacybijsluiter’ die de ins en outs toelicht. Dit zal het draagvlak daarvoor vergroten.

� - Bied waar mogelijk keuzevrijheid. Waarborg de anonimiteit van de burger in de publieke ruimte en verwerk geen persoonsgegevens als dit niet nodig is. Voorkom waar mogelijk toepassingen waar de burger geen keuze heeft zijn gegevens prijs te geven en zich er niet aan kan ontrekken (digitale dwangbuizen). Laat bijvoorbeeld oude systemen naast nieuwe systemen draaien totdat de burger voldoende vertrouwen heeft in het nieuwe. Uiteraard zijn er situaties waarin de verwerking van persoonsgegevens noodzakelijk is, of waarin andere belangen in concreto zwaarder wegen dan het recht op privacy (bij de criminaliteitsbestrijding bijvoorbeeld). In deze gevallen moet de afweging duidelijk zijn voor de burger.

� - Betrek burgers bij het bepalen van systeemeisen en de ontwikkeling van nieuwe diensten. Maak daarbij ook gebruik van het maatschappelijk engagement van hackers en andere experts. Voorkom een intern gerichte houding die zich alleen richt op de eigen belangen en geen rekening houdt met de belangen van de gebruikers en andere betrokkenen. � - Kijk vooruit en plan voor de toekomst. Omdat het gebruik van gegevens verandert (digitale samenwerking van de supermarkten met hun toeleveranciers of van uitzendbureaus met hun klanten vergt vaak realtime inzage in gegevens die voorheen werden afgeschermd), verandert ook de perceptie rondom privacy. Kijk met futurologen, kunstenaars en filosofen naar de toekomstige ontwikkelingen en plaats deze in privacyperspectief.

� - Verminder de administratieve lasten rondom privacybescherming en stimuleer een cultuur van vertrouwen. Privacy wordt veelal als een kostenpost gezien in plaats van als een belangrijke waarde voor de organisatie. Dit komt deels door de administratieve lasten die met privacy compliance gepaard gaan.

� - Verstevig het toezicht. Het toezicht op de privacywetgeving moet steviger, met name tegen misbruik van persoonsgegevens moet krachtiger opgetreden kunnen worden.

10 - Geef de consumenten de middelen (zowel technisch als juridisch) in handen om op te komen voor hun eigen privacy.

3.1.2 Vaardigheden en e-inclusionVanuit maatschappelijk oogpunt is het van belang dat iedere burger voldoende ‘digitale’ vaardigheden bezit om volwaardig mee te kunnen komen in de informatiesamenleving: e-inclusion.

Ook kan de kenniseconomie niet zonder een beroepsbevolking die voldoende e-skills heeft. Dit gaat om een range aan vaardigheden, van ‘knoppenkennis’ om

Page 25: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

2�

computerapparatuur te bedienen via bedrevenheid in het selecteren en beoordelen van informatie, tot het werken in wisselende samenwerkingsverbanden, ook virtueel. Daar komt bij dat in tijden van economische recessie juist diegenen die weinig ‘digitale vaardigheden’ bezitten het hoogste risico lopen buiten de arbeidsmarkt te raken.

Op ieder (beleids)niveau is voldoende kennis en inzicht nodig. Een tekort aan informatici die de techniek beheersen vertraagt de invoering van diensten. Beslissers moeten voor hun langetermijnbeleidskeuzes tot op zekere hoogte de mogelijkheden en effecten kunnen overzien van toepassing van informatie- en communicatietechnologie. Politiek en bestuur zouden meer doordrongen moeten zijn van de rol die ICT speelt in de groei van de economie. Ook de ondersteuning die ICT biedt om maatschappelijke problemen het hoofd te bieden zouden zij beter op het netvlies moeten hebben.

In het economisch beleid van de Europese Commissie is de Digital Agenda van eurocommissaris Neelie Kroes een van de speerpunten. Die agenda onderstreept evenzeer het belang van e-inclusion als van het benutten van ICT voor economische groei.

ECP-EPN doet het kabinet de volgende aanbevelingen om het verwerven van algemene digitale vaardigheden en het het niveau van e-skills te bevorderen:

1 – Voorkom verkokering bij projecten die de digitale vaardigheid van de bevolking vergroten. Interdepartementale samenwerking en afstemming is van belang. Eveneens is nodig dat overheden samenwerken met bedrijven, een publiekprivate benadering, omdat e-inclusion breed maatschappelijk vraagstuk is.

2 – Alle personen die nu geen digitale vaardigheden bezitten zouden minimaal het meest basale niveau van computerkunde moeten wordent bijgebracht. Als iedereen zijn of haar vaardigheden een stap vooruit maakt komt dat ten goede aan de kenniseconomie. Niet alleen aan de ‘onderkant’, op ieder niveau is voldoende kennis en inzicht nodig om de mogelijkheden en effecten kunnen overzien van toepassing van informatie- en communicatietechnologie. Hogere productiviteit is nodig vanwege dreigende arbeidsmarkttekorten over enkele jaren. Ook toont onderzoek aan dat de kloof groter wordt en dit probleem niet vanzelf oplost en extra inspanning nodig blijft. Daarnaast leidt ‘e-incompetence’ tot kosten voor de samenleving.

3 – Het in Europa ontwikkelde e-Competence framework moet in het Nederlands worden vertaald en uitgedragen. Daarin is aangegeven hoe de bevolking meer en beter ontwikkelde ICT-competences verkrijgt. Eén algemeen kader versnelt dit proces.

� – Er is behoefte aan een verkenning waarin wordt vastgesteld wat de oorzaken ervan zijn dat de belangstelling bij Nederlandse scholieren voor een ICT-opleiding is laag in vergelijking tot de landen om ons heen. Die moet inzicht geven in de motieven waarop scholieren hun keuze voor een ICT-opleiding aan HBO of Universiteit maken

� – Aanbevolen wordt om na deze verkenning een actieplan te ontwikkelen waarmee het ICT-bewustzijn onder scholieren vergroot kan worden. Een gerichte imagoactie naar scholieren en studenten is nodig om tekorten weg te werken aan gekwalificeerde IT-professionals.

� – Het MKB loopt achter in het gebruik van ICT (geringere interoperabiliteit, zie 3.1.3) en kan toepassingen strategisch beter inzetten als de ondernemers zich daar meer bewust van zouden zijn. Een campagne met de focus op het MKB zal de awareness van de mogelijkheden vergroten. Juist in het MKB kan de arbeidsproductiviteit omhoog door slim inzetten van ICT.

Positie eCP-ePN | Platform Voor de iNformatiesameNleViNg

Page 26: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

2�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

3.1.3 interoperabiliteitOm digitale diensten algemeen te kunnen invoeren is hoge interoperabiliteit een voorwaarde. Interoperabiliteit is volgens ECP-EPN: “Het vermogen van organisaties om – zoveel mogelijk zonder tussenkomst van mensenhanden – effectief in ketens samen te werken door het koppelen van bedrijfsprocessen door uitwisseling van informatie tussen computersystemen volgens tevoren overeengekomen standaarden, begrippenkader en protocollen, voornamelijk met als doel verbeterde dienstverlening en lagere kosten.”

Standaardisatie en interoperabiliteit verlagen transactiekosten en zijn dus belangrijk voor het functioneren van de economie. Maar overheid noch bedrijfsleven zijn zich sterk bewust van dit belang en hebben er maar weinig aandacht voor. Gestandaardiseerde gegevensuitwisseling heeft een groot besparingspotentieel en kan zorgen voor een productiviteitssprong (door snellere processen, efficiënter werken, foutenreductie enzovoort). Voorbeelden van interoperabiliteit zijn de barcode, het internationaal bellen met GSM en wereldwijd betalen met pinpas. Alleen omdat bedrijfsprocessen van de verschillende bedrijven en dienstverleners en alle pinpassen, geldautomaten en mobiele telefoons informatie kunnen uitwisselen (dus interoperabel zijn), is dat mogelijk.

Gestandaardiseerde elektronische gegevensuitwisseling voorkomt ook menselijke fouten. Denk aan het verhoeden van verkeerde dosering van medicijnen als gevolg van typfouten bij het invoeren van een recept in een informatiesysteem.

Zonder gestandaardiseerde gegevensuitwisseling zou de gigantische containeroverslag in de haven van Rotterdam niet mogelijk zijn. De informatiestroom rond tien miljoen containers per jaar zou onmogelijk handmatig verwerkt kunnen worden. Door processen zonder tussenkomst van menselijk handelen te laten geschieden kan vrijkomende arbeid aan andere zaken worden besteed (patiënten verzorgen, goederen vervoeren, klanten helpen) en wordt de efficiency verhoogd. Het uitwisselen van gegevens tussen organisaties (interoperabiliteit) is zeker niet uitsluitend een technisch probleem. Het betekent vooral het maken van afspraken, ook over organisatiegrenzen heen, en dat vraagt andere inzichten en andere competenties. Onderlinge verhoudingen binnen ketens en netwerken wijzigen, de manier van werken van organisaties moet worden afgestemd, en de manier waarop organisaties naar zichzelf kijken en de verdienmodellen veranderen.

Grote (internationale) bedrijven wisselen al langer digitaal data uit: dominante marktpartijen hebben daar de kleinere gedwongen tot digitale communicatie, in bijvoorbeeld de auto-industrie. Ook de supermarkten en hun toeleveranciers communiceren digitaal.

Interoperabiliteit kan ook de concurrentiekracht van het midden- en kleinbedrijf vergroten. Nieuwe diensten kunnen worden ontwikkeld, de transactiekosten bij de productie van goederen en diensten worden verlaagd en met digitalisering krijgt het MKB de mogelijkheid om nieuwe markten aan te boren (global market, long-tail).

Ondanks de voordelen komt interoperabiliteit in markten met de kleinere spelers maar moeizaam tot stand, zelfs als er een duidelijke business case is. Zelden ontstaat die samenwerking spontaan, bottom-up. MKB’ers zijn vaak afhankelijk van diensten van derden en investeren niet zelf in software. Interoperabiliteit vergt gespecialiseerde kennis zoals het ontwikkelen van standaarden, kennis van coalitievorming en organisatieverandering, ingang tot politieke en bestuurlijke kanalen voor het aanpassen van regelgeving. Initiatieven hiertoe moeten komen van dienstverleners (administratiekantoren) of van de eigen brancheorganisaties. Dergelijke collectieve projecten vragen een langeretermijnoriëntatie die niet past bij het perspectief van de MKB’er en zijn brancheorganisatie.

Page 27: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

2�

Ook de effecten van top-down benaderingen, waarbij het Rijk het initiatief neemt (subsidies, voorlichting, kennisprogramma’s, regelgeving, randvoorwaarden scheppen) stellen vaak teleur. Wanneer de overheid zelf door digitale communicatie de processen van regelgeving, handhaven en toezicht efficiënter en doelmatiger wil maken (als launching customer of als dominante ketenpartner), loopt de overheid vaak op tegen drempels zoals onvoldoende draagvlak of tegenstand omdat de oplossingen ondernemers (onbedoeld) op kosten jagen.

Een ‘Derde weg’-benadering kan uitkomst bieden: de middle-out benadering. ECP-EPN sluit bij het bevorderen van interoperabiliteit in het bedrijfsleven aan op initiatieven van individuele personen, verenigingen, beroepsorganisaties en brancheorganisaties: werken aan interoperabiliteit door hun achterban te organiseren. Een neutraal platform dat bedrijfsleven, overheden, maatschappelijk middenveld en wetenschap verbindt kan hen daar goed bij ondersteunen.

ECP-EPN doet het nieuwe kabinet de volgende aanbevelingen over interoperabiliteit:

1 – Standaardisatie-initiatieven lopen op tegen het prisoner’s dilemma. Individuele actie kost per partij soms meer dan het oplevert, collectieve activiteiten is vaak in het belang van alle partijen. Maar juist die gezamenlijke actie erkend krijgen en organiseren is de uitdaging.Daarvoor is allereerst het besef nodig dat standaardisatie te beschouwen is als een vorm van ‘infrastructuur’ van de elektronische overheid of van een economisch domein. Kenmerk van infrastructuur is dat de waarde ervan stijgt naarmate meer partijen die gebruiken (netwerkeffect). Meer aangeslotenen zorgt weer voor een verlaging van de kosten per partij (economy of scale).Voor infrastructuur zijn collectieve keuzes nodig en moet beheer namens alle partijen geborgd zijn. Die structuur is overigens een noodzakelijke voorwaarde voor de realisatie van een groot deel van de voorstellen uit de diverse heroverwegingsrapporten.

Standaardisatie van het berichtenverkeer binnen overheidsorganisaties of tussen overheid en bedrijfsleven of burgers vraagt een actieve en vooral eenduidige sturing door de overheid. Middelen daartoe zijn de ‘Pas-toe-of-leg-uit-lijst’ van het College Standaardisatie die betrekking heeft op zowel technische, semantische en processtandaardisatie. Door plaatsing op die lijst en de daaruit volgende ‘verplichting’ voor overheden worden die standaarden als voorwaarde in procesverbetering en ICT-inkoop opgenomen. In geen enkele projectontwerp bij de overheid zou het onderwerp standaarden mogen ontbreken.In het B2B-domein zijn het voral de brancheorganisaties die de collectieve actie kunnen ontwikkelen.

2 – De semantische vraag moet allereerst worden gesteld: welke gegevens willen we met elkaar uitwisselen en betekenen die gegevens hetzelfde bij de ontvanger die ze gebruiken wil in zijn specifieke context. Denk aan de vele en verschillende betekenissen van begrippen als inkomen, partner en kind. Semantiek is de taal van de business. Dergelijke betekenisverschillen dienen altijd eerst opgelost te worden voordat de technische vraag (Welke techniek wordt gebruikt?) op tafel komt. Standaardisatie is geen IT-vraagstuk maar een samenwerkingsvraagstuk dat in het domein van het beleid en de business thuishoort.

3 – Accepteer dat standaardisatieprocessen tijd kosten. Het duurde vijftien jaar voordat de barcode wereldwijd een succes was. Standaarden en hun gebruik groeien naar hun volwassenheid via verkenningen, pilots, voorlopers en een groeiend besef van een positieve business case. Breng voorlopers bij elkaar, wissel informatie uit over economische domeinen en departementale grenzen heen.

Positie eCP-ePN | Platform Voor de iNformatiesameNleViNg

Page 28: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

2�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

� – Een van de noodzakelijke ‘infrastructuren’ is een uniform authenticatie- en autorisatiestelsel waarbij de overheid de randvoorwaarden en uitgangspunten vaststelt en de markt de (bestaande) middelen levert.

� – Met behulp van die authenticatie- en autorisatie-infrastructuur (zie �) kunnen bedrijven en burgers zelf hun gegevens en het gebruik ervan controleren en herstellen door terugmelding. Dat helpt om een begrijpelijke angst tegen ‘Big Brother’ beheersbaar te maken. En dat is weer een voorwaarde voor vertrouwen, dat nodig is om een bloeiende digitale en duurzame economie te bouwen en te onderhouden. Maar technologische oplossingen zijn niet voldoende om de noodzakelijke trust te bewerkstelligen.

� – Transparantie, de mogelijkheid van controle op de besluitvorming biedt ook economische kansen. Wij adviseren om gegevens die met belastinggeld zijn verkregen en bewerkt, om niet of tegen marginale kosten vrij beschikbaar te stellen conform de Amerikaanse en Britse Open-data-initiatieven. Er zijn nu al tal van creatieve producten beschikbaar die aantonen dat dit tot extra productiviteit leidt (bijvoorbeeld Buienradar, Carspotter, Landmark, Meteoconsult).

Page 29: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

2�

4.1 productiViteitsstijginge economische groei van een land wordt in beginsel door twee factoren bepaald: de toename van de werkzame beroepsbevolking en de stijging van

de arbeidsproductiviteit. In de afgelopen decennia heeft Nederland de economische groei vooral te danken gehad aan de groei van de werkzame beroepsbevolking. Door de vergrijzing en ‘ontgroening’ van onze beroepsbevolking zit ons land op een omslagpunt, waardoor vooral de groei van de arbeidsproductiviteit onze welvaartsgroei gaat bepalen.

Volgens de OESO staat Nederland nog hoog op de ladder van arbeidsproductiviteit en is die vergelijkbare met die van de Verenigde Staten.Echter, Nederland kende de afgelopen jaren weliswaar dit hoge niveau, maar de groei bleef relatief achter bij andere Europese landen en de VS. Daarom is het belangrijk de groei van de productiviteit te verhogen. Dat moet vooral via (sociale) innovatie en investeringen in onderwijs. Het eigentijds werken (‘nieuwe werken’) maakt daar een belangrijk onderdeel van uit. Nieuwe producten en diensten zullen de productiviteit fors verhogen en de concurrentiekracht van Nederland verbeteren.

Het belangrijkste middel is informatie- en communicatietechnologie. Innovatieve ICT kan op verschillende manieren de productiviteitsgroei fors laten toenemen.

ICT maakt het mogelijk organisatieprocessen efficiënter en effectiever te organiseren. Taken kunnen worden geautomatiseerd, informatie kan beter worden gezocht, gedeeld en verwerkt en mensen kunnen effectiever samenwerken via bijvoorbeeld collaborative tools. Daarnaast, maakt ICT tijd- en plaatsonafhankelijk werken mogelijk, hetgeen efficiencywinst oplevert.

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeNin de paragrafen 4.1 – 4.6 wordt een nadere uitwerking gegeven van de vraagstukken productiviteitsstijging, energiegebruik, de zorg, mobiliteit en eigentijds werken, overheidsdienstverlening, onderwijs en onderzoek, inclusief aanbevelingen om deze mede met informatie- en communicatietechnologie het hoofd te bieden.

4

D

Kans op e�ecten van R&D en ICT op innovatie dienstensector

Product

-0,1

0,1

0,3

0,5

0,7ICT

-0,3Proces Organisatie

R&D

Page 30: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

30

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Tenslotte levert ICT nieuwe samenwerkingsvormen, in wezen nieuwe vormen van waardevermeerdering. Steeds vaker heeft waardevermeerdering niet meer plaats binnen een enkele organisatie, maar juist in een virtueel samenspel van verschillende spelers. Organisaties werken digitaal samen om nieuwe producten en diensten te ontwikkelen en informatie te delen. Deze nieuwe manier van werken leidt tot een uitbreiding van de Nederlandse economie en geeft ons een competitive edge ten opzichte van andere landen.

Bestaande organisaties (ketens/netwerken/systemen) zullen de komende jaren sterk veranderen. De dominantie van grote bedrijven zal afnemen. Hun centrale rol als dé regisseur van hele waardeketens zal minder worden door de vorming van nieuwe netwerken. Bedrijven vormen virtuele samenwerkingsverbanden en raken zo verweven met elkaar. Steeds vaker heeft waardevermeerdering niet meer plaats binnen een enkele organisatie, maar juist in een (tijdelijk) samenspel van verschillende spelers. Nieuwe instrumenten zoals worknets2 vereenvoudigen de samenwerking tussen organisaties.

Medewerkers van bedrijven worden ook kritischer. De nieuwe generatie bestaat uit digital natives, die opgegroeid zijn met computer en internet. Als zij het bedrijf binnenkomen, willen ze zich niet in het harnas van de gestandaardiseerde bedrijfs-IT-omgeving laten wringen. Integendeel, ze willen hun werk doen met de middelen waarmee ze vertrouwd zijn: de smart phone, sociale netwerken zoals Twitter, Facebook. Bedrijven en instellingen – de managers – zullen zich hieraan moeten aanpassen. Werken en organiseren via de cloud zal steeds normaler worden en de efficiëntie ten goede komen.

Helaas is de productiviteitsgroei in Nederland door de inzet van Informatie en Commmunicatie Technologie minder groot dan in Japan, de VS en de meeste andere Europese landen. Echter, de voorwaarden om de productiviteit in Nederland te laten stijgen door inzet van ICT zijn nadrukkelijk aanwezig. We hebben een excellente ICT-infrastructuur, een uitstekende kennisbasis en geschikte innovatiegedreven organisaties die innovatieve ICT willen inzetten in hun processen. Om de potentiële productiviteitsstijging te verwezenlijken die ICT in Nederland mogelijk maakt, kunnen de volgende acties worden ondernomen:

1 – Investeer in tijd- en plaatsonafhankelijk werken.Dit is de belangrijkste factor waardoor de productiviteit kan stijgen in Nederland. Om de grote potentie om te zetten in productiviteitsgroei is het noodzakelijk dat

[2] sociale software ondersteunt nu vooral individuen. een ‘worknet’ is een Web 2.0-tool dat door interoperabiliteit de samenwerking

tussen organisaties in een netwerk vergemakkelijkt.

Kans op e�ecten van R&D en ICT op innovatie industrie

Product

-0,1

0,1

0,3

0,5

0,7ICT

-0,3Proces Organisatie

R&D

Page 31: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

31

ICT-standaarden en functionele eisen worden vastgesteld en worden afgestemd met belangenverenigingen zoals VNO-NCW en MKB Nederland. Daarnaast dient geïnvesteerd te worden in de noodzakelijke ICT-tools en -infrastructuur.

2 – Kennis van ICT dient niet enkel in exacte opleidingen ingebed te worden, maar in alle opleidingen.Er moeten landelijk onderschreven kernkwalificaties komen waar ICT-onderwijs op verschillende niveaus aan moet voldoen. Basiskennis van ICT is noodzakelijke bagage voor alle deelnemers aan onze maatschappij en economie.

3 – Start nieuwe multidisciplinaire opleidingen op het snijvlak van organisatie en ICT.ICT en organisatieprocessen raken steeds meer met elkaar vervlochten. Nieuwe opleidingen die beide aspecten gezamenlijk behandelen zijn gewenst. Het bedrijfsleven heeft behoefte aan hoogopgeleide mensen op dit gebied en pleit voor een ‘master of businessinnovatie’ en ‘master of diensteninnovatie’.

4 – De samenwerking tussen kennisinstellingen en industrie dient nadrukkelijk versterkt te worden. Om de potentie van nieuwe ICT-innovaties optimaal te benutten moet de kennistransfer tussen kennisinstellingen en bedrijven geïnventariseerd en verbeterd worden. Hierdoor zullen ook innovatiedoorlooptijden flink ingekort kunnen worden.

5 – Onderzoek naar change management.Het veranderen van processen, changemanagement, moet zelf een onderwerp van innovatie worden. We maken in innovatieve processen vaak dezelfde fouten, waardoor kostbare resources verloren gaan.

6 – Investering in gezamenlijke experimenten als Living Labs3 en gezamenlijke experimentfaciliteiten.Nieuwe bedrijvigheid is in Nederland sterk afhankelijk van samenwerking tussen kennisinstellingen en bedrijven in een open innovatiemodel. Om kennis snel en effectief te kunnen delen en om te zetten naar werkbare producten en diensten, hebben zij gezamenlijke (digitale) experimenteerruimtes, ICT-tools en –infrastructuur nodig.

7 – Pak onbenutte kansen op.Zoals bovengenoemd maakt ICT nieuwe samenwerkingsvormen en nieuwe producten en diensten mogelijk. Aan te bevelen is deze nieuwe kansen expliciet te zoeken en erin te investeren. Een voorbeeld is de creatieve industrie waarin ICT-bedrijven, universiteiten en ontwerpers samen tot geheel nieuwe toepassingen komen. Een ander voorbeeld is de zorgsector waar een aantal verzekeraars, ziekenhuizen en zorgverleners hun diensten hebben verenigd in één gezamenlijk businessmodel.

8 – Benut de digitaal verbindende kracht van ICT. ICT maakt verbindingen mogelijk tussen organisaties, bijvoorbeeld MKB-bedrijven in waardeketens waarbij data voor alle organisaties die deel uit maken van dat netwerk. De overheid dient te bekijken hoe we in Nederland nieuwe ketens moeten vormgeven en faciliteren (bijvoorbeeld door standaardisering).

4.2 duurzaam energiegebruik en ictinleidingHet Nederlandse gas- en elektriciteitsnet is een van de betrouwbaarste infrastructuren van de wereld en wereldwijd wordt het elektriciteitsnetwerk beschouwd als het grootste en best functionerende systeem dat ooit door mensen is gebouwd.

[3] living labs zijn test- en ontwikkelingomgevingen in een realistische context, vaak binnen een begrensd gebied zoals stad of wijk. bedrijven,

kennisinstellingen, overheden en eindgebruikers ontwikkelen samen nieuwe producten, diensten, businessmodellen en toetsen deze in de praktijk.

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 32: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

32

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

Iedereen onderschrijft inmiddels het belang van energiebesparing en het belang van de overgang naar meer duurzame vormen van energie. Deze zogenaamde energietransitie is een grote uitdaging, ook voor Nederland, en het biedt ook ongekende kansen. De mogelijkheden van ICT voor deze transitie zijn talrijk, maar nog maar weinig benut.

De energie in Nederland wordt als volgt gebruikt: elektriciteit (1�%), warmte (�1%) en vervoer (23%, overig 10%). Naar verwachting zal het verbruik van elektriciteit flink stijgen. Het betreft een trend: elektrisch verwarmen en koelen, en de opkomst van elektrische auto’s.

Warmte wordt vooral opgewekt met aardgas. Aardgas is niet ‘hernieuwbaar’ en wordt gezien als een ‘transitiebrandstof’ tijdens de overgang naar hernieuwbare energiebronnen, zoals biogas en duurzaam opgewekte elektriciteit. Het is van groot belang om tijdens de overgang zo zuinig mogelijk om te gaan met gas en investeringen zullen vooral moeten plaatsvinden in ‘hernieuwbare’ energiebronnen, waarbij elektriciteit een centrale positie inneemt.

Dankzij ICT is het mogelijk grote stappen te maken in de energietransitie. Die vooruitgang is niet alleen van belang voor Nederland zelf, maar kan Nederland ook een voorsprong geven op de wereldwijde markt. Gezien de belangrijkheid ervan voor de transitie wordt hier het accent op elektriciteit gelegd. Voor een beter begrip van de aanbevelingen wordt eerst ingegaan op de uitdagingen van de elektriciteitsmarkt.

de elektriciteitsmarktAlom wordt onderkend dat de elektriciteitsmarkt na de liberalisering nog verre van optimaal is. In 200�-200� zijn daarom door de samenwerkende marktpartijen initiatieven gestart om een nieuw marktmodel te ontwerpen en te implementeren. Onder de titel ‘Stroomopwaarts’ zijn ideeën uitgewerkt voor de (a) invoering van het leveranciersmodel (de klant krijgt één integrale nota van de leverancier; die verrekent de netbijdrage met de netbeheerder), (b) het capaciteitstarief (een vast bedrag per aansluiting in plaats van een bedrag op basis van verbruik) en (c) wijziging van de verantwoordelijkheid voor de meetdata (van netbeheerder naar leverancier).

Omdat voor deze marktveranderingen wetswijzigingen noodzakelijk zijn, is dit alles in nauwe samenwerking met het ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie uitgewerkt. Verwacht wordt dat invoering van het nieuwe marktmodel in 2012/2013 een feit kan zijn, uitgaande van tijdige nieuwe wetgeving. Voor alle betrokken partijen zal invoering van de wijzigingen ingrijpend zijn voor processen en systemen. De landelijke implementatie (via een ‘Big Bang’) zal veel tijd en aandacht vragen. Als de programmatuur niet goed werkt of als een of enkele marktpartijen onvoldoende voorbereid zijn, kan de markt ernstig verstoord worden. Dit kunnen de marktpartijen zich niet nogmaals veroorloven, na de slecht verlopen liberalisering van de consumentenmarkt per 1 juli 200�.

De nationale netbeheerder TenneT en de regionale netbeheerders staan de komende jaren voor een belangrijke opgave. Onder meer zullen er meer en betere mogelijkheden moeten worden gerealiseerd om het klanten mogelijk te maken decentraal opgewekte stroom aan het net te leveren. Deze decentrale opwekking zal snel toenemen, maar de Nederlandse distributienetten zijn daarvoor nog niet geschikt.

Ook zal daarvoor de uitrol van ‘slimme meters’ de komende jaren moeten plaatsvinden. Hieraan wordt door de elektriciteitsproducenten (vooruitlopend op de politieke besluitvorming, waarbij vooral de zorgen over de privacyaspecten een belangrijke rol spelen) al gewerkt. Daar zijn zeer grote investeringen mee gemoeid en er is zeker enige samenwerking tussen de netbeheerders op dit gebied. Maar uiteindelijk kan elk netwerkbedrijf daarbij eigen systeemkeuze maken, wat voor

Page 33: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

33

Nederland als geheel tot suboptimale uitkomsten kan leiden.In 200� is de aandacht voor de elektrische auto sterk toegenomen. Ook hierin hebben de netbeheerders een belangrijke rol te vervullen. Er moeten snel veel oplaadpunten worden gerealiseerd, waarbij de vraag is wie deze investeringen draagt en hoe er moet worden afgerekend. Vooruitlopend hierop hebben de netbeheerders gezamenlijk besloten een eerste stap te zetten met het streven in 2012 tienduizend oplaadpunten te hebben gerealiseerd.

De elektrische auto betekent voor de markt meer dan elektrisch autorijden alleen. Met de komst van de hiervoor benodigde, krachtige batterijen, wordt grootschalige opslag van elektriciteit mogelijk waardoor de hele keten van de levering van elektriciteit wordt beïnvloed. Waar tot heden alle geproduceerde stroom direct afgenomen moest worden, ontstaat straks de mogelijkheid voor elke afnemer om elektriciteit af te nemen en op te slaan op momenten dat deze overvloedig aanwezig is (c.q. goedkoop is) en deze te verbruiken op het moment dat de productie te laag is (c.q. de prijzen hoog zijn). Zo kunnen ’s nachts de batterijen opgeladen worden om overdag te bezien of de opgeslagen energie gebruikt moet worden voor de auto, of dat deze wordt aangewend voor gebruik in en om het huis of zelfs teruggeleverd zal worden aan een leverancier. Duidelijk is dat hiermee de elektriciteitsmarkt aanzienlijk zal veranderen.

Voor de ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt zijn omvangrijke investeringen noodzakelijk, in het bijzonder bij de regionale netbeheerders. Het moet mogelijk zijn deze te doen zonder de burger te belasten met hogere kosten. Binnen de netbedrijven, maar ook door een betere en intensievere samenwerking (of samenvoeging) van deze bedrijven zijn nog grote kostenbesparingen mogelijk. Ook hebben een aantal provincies en gemeenten enorme baten kunnen realiseren van de verkoop van de levering- en productiebedrijven. Deze zouden goed gebruikt kunnen worden voor de financiering van de noodzakelijke investeringen.

aanbeVelingen

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Productie zonnecellen wereldwijd (in Megawatt peak).

Bron Eurobserver, Photovoltaic Energy Barometer April 200�

Evolution of worldwide photovoltaic cell productionin Megawatt peak

0

19

93

19

94

19

95

19

96

19

97

19

98

19

99

20

00

20

01

20

02

20

03

20

04

20

05

20

06

250

69,1 69,4 77,6 88,6 125,8 154,9 199,9288,5

401,4

557,8

759,0

1256,0

1814,7

2535,6

500

750

1.000

1.250

1.500

1.750

2.000

2.250

2.500

2.750

3.000

Page 34: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

3�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

ECP-EPN adviseert de overheid om snel goede voorwaarden te scheppen voor de noodzakelijke energietransitie door een snelle ontwikkeling van de elektriciteitsmarkt met behulp van ICT. Daarvoor is noodzakelijk:

1. Onderken en versterk de regierol van de overheid in de elektriciteitsmarkt.

Door de geschetste ontwikkelingen in de elektriciteitsmarkt is de rol van de overheid beperkter geworden. Er zijn inmiddels vele marktpartijen met verschillende aandeelhouders en uiteenlopende belangen. Partijen streven wel naar samenwerking, maar dit gaat niet snel (genoeg) en kan – gezien de belangen - leiden tot voor Nederland niet-optimale uitkomsten. Omvangrijke en toekomstbepalende investeringen in (nieuwe) elektriciteitscentrales, internationale verbindingen, ‘smart grids’, ‘slimme meters’ en faciliteiten voor elektrisch vervoer dienen goed op elkaar te worden afgestemd. Zo zou bijvoorbeeld centraal portfoliomanagement op de investeringsprogramma’s van de marktpartijen kunnen worden gevoerd, waarbij plannen en gegevens op elkaar worden afgestemd met behulp van ICT. Deze rol zou, in opdracht van de overheid, bijvoorbeeld door TenneT kunnen worden uitgevoerd.

2. Zorg voor een centrale bevoegdheid die standaarden vaststelt voor alle, voor de energietransitie, noodzakelijke aanpassingen in de netten, meters en daarmee samenhangende berichten en ICT-systemen van marktpartijen.

In de elektriciteitsmarkt zijn niet alleen productie-eenheden (onder andere centrales, windmolens en WKK’s, de warmte-krachtkoppeling) en netten nodig. Ook is de uitwisseling van informatie tussen de marktpartijen onmisbaar. Door de liberalisering van deze markt is het aantal marktpartijen en –rollen sterk gegroeid. Daardoor is het belang en eveneens de complexiteit van de informatie-uitwisseling sterk toegenomen. Gezien de noodzakelijke ontwikkeling van decentrale opwek- en teruglevering, zal deze informatiestroom nog omvangrijker worden. Dit vraagt veel van de ICT-systemen van de marktpartijen. Deze zullen moeten worden aangepast om onderling optimaal te kunnen samenwerken. Het is voor de energietransitie van groot belang dat dit snel en in één keer goed gebeurt. Daartoe zal een strakke regie nodig zijn.

3. Regel een snelle, integrale en privacyveilige uitrol van de ‘slimme meters’ in heel Nederland, maar zorg ervoor dat burgers en bedrijven direct voordeel kunnen ervaren van deze meter, door zelf over de eigen verbruiksgegevens te kunnen beschikken en deze te benutten (in energie-beheersystemen) voor energiebesparing.

Het belang van een integrale uitrol van ‘slimme meters’ wordt in de elektriciteitsmarkt breed onderschreven. Door de beschikbaarheid van realtime verbruiksgegevens zijn netbeheerders veel beter in staat om de elektriciteit optimaal door het net te distribueren, storingen te traceren en fraude en misbruik op te sporen. Leveranciers kunnen met deze gegevens uit de meters sneller en beter afrekenen met hun klanten. Ook kunnen de onderlinge gegevensuitwisselingen en onderlinge afrekeningen tussen de marktpartijen veel betrouwbaarder en sneller plaatsvinden.

Daarnaast draagt de ‘slimme meter’ bij aan een mogelijke verdere differentiëring van de tarieven. Waar nu alleen dag-/nachttarieven worden aangeboden, zijn er voor de consument en de energiesector essentiële besparingsmogelijkheden wanneer er een verschuiving van het piekverbruik kan worden gerealiseerd. ICT-systemen zoals Demand Response, betekenen voor de consument dat er vooral op prijsgunstige momenten energie kan worden afgenomen (als de prijs laag is) en worden teruggeleverd (als de prijs hoog is). Dit zijn belangrijke voordelen van de ‘slimme meter’ die zullen bijdragen aan het draagvlak ervoor. Voor de energieproducenten en leveranciers ontstaat hiermee onbalans, waar dit voor de netbeheerders kan betekenen dat netwerkinvesteringen kunnen worden uitgesteld of afgewend. Ook de opslagcapaciteit van de batterijen (accu’s in

Page 35: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

3�

elektrische voertuigen) biedt op termijn vele mogelijkheden om bij te dragen aan de noodzakelijke reductie van het piekverbruik.De voordelen voor de consument van deze meter zijn nog onvoldoende uitgewerkt. Wel is al duidelijk dat er grote zorgen zijn over de privacygevoeligheid van de verbruiksgegevens. Hierop zal nog een adequaat antwoord moeten worden gevonden. Maar dit zal niet afdoende zijn om, nu een wettelijk verplichting niet meer aan de orde is, een grote uitrol mogelijk te maken. Daarvoor zullen er ook aantoonbare voordelen voor de verbruikers moeten zijn. Ook hier kan ICT een belangrijke rol vervullen, zoals het ontwikkelen van mogelijkheden om gegevens uit de meter direct te bekijken en te analyseren op de PC/laptop en deze te gebruiken in energiebeheer systemen voor in huis. Dit zal kunnen bijdragen aan het noodzakelijke draagvlak voor deze belangrijke en omvangrijke investering.

4. Zorg ervoor dat marktpartijen de voorwaarden realiseren om iedere partij (bedrijf of burger) in staat te stellen zelf lokaal opgewekte elektriciteit tegen een passende vergoeding te kunnen terugleveren aan het energiebedrijf.

De mogelijkheden om decentraal elektriciteit te produceren nemen snel toe en zijn de afgelopen jaren sterk gestimuleerd door de overheid. Er komen steeds meer windmolens, zowel in grote parken als kleinschalig. Bedrijven die warmte nodig hebben, zoals tuinders, zetten met behulp van WKK’s de restwarmte om in elektriciteit. Dit gebeurt ook steeds meer in huishoudens, vooral met zonnepanelen. Deze elektriciteit kan dienen voor eigen verbruik, maar veelal is niet alle geproduceerde elektriciteit op dat moment nodig en is de mogelijkheid van teruglevering wenselijk. Die mogelijkheden zijn echter nog begrensd door de opbouw van het elektriciteitsnet. Gezien het belang van (een hoge groei van) decentrale opwekking voor de energietransitie, moet dit snel veranderen. De overheid zal de mogelijkheid van teruglevering tegen goede (en zekere) voorwaarden moeten afdwingen en alle marktpartijen zullen dit snel en goed moeten gaan faciliteren. Hiervoor zijn belangrijke investeringen in ‘slimme’ netwerken en gerelateerde IT-systemen noodzakelijk.De toename van gedistribueerde energieopwekkers (en ook elektrisch vervoer – zie punt �) zullen als eerste een kritische aanslag doen op de maximale capaciteit van het distributienetwerk (piekbelasting), waar in eerste aanleg het laagspanningsnetwerk en het hoogspanningsnetwerk nog toereikend zullen zijn. Distributienetwerkbeheerders zijn nu verplicht om klanten aan te sluiten op het netwerk en dit netwerk zodanig ‘zwaar’ te maken dat deze voldoende capaciteit biedt. Door gereguleerde tarieven worden zij hiervoor gecompenseerd. In de regelgeving is er voor de netwerkbeheerder echter geen ruimte om de capaciteit op een slimmere manier aan te bieden door de piekbelasting gelijkmatiger over de dag te verdelen. Veelal is er voldoende capaciteit in daluren beschikbaar voor energieverbruikers waarvan de vraag kan worden uitgesteld, zoals warmtepompen, microwarmtekrachtkoppeling en batterijen (voor elektrisch vervoer). Hierdoor kunnen netwerkuitbreidingen worden uitgesteld en ontstaat er ruimte voor de eerder genoemde ‘slimme’ investeringen die de energietransitie faciliteren. Maar ook dient de regelgever belangrijke voorwaarden te scheppen, zodat dit voor de netwerkbeheerders mogelijk wordt.

5. Onderken de relevantie van elektrische auto’s voor de energietransitie en stimuleer de aanschaf en het gebruik ervan. Draag de regionale netbeheerders op om snel voldoende aansluitpunten te realiseren. Zorg voor een sluitend (informatie)systeem om de bijdrage van deze ontwikkeling aan de energietransitie te borgen.

In 200� stond de elektrische auto sterk in de belangstelling. Fabrikanten toonden auto’s met veel sterkere accu’s (en daarmee een groter bereik) of kondigden aan de komende jaren met nieuwe modellen te komen. Bedrijven en burgers zijn, ook vanwege de mogelijke besparingen op de brandstofkosten, daardoor duidelijk geïnteresseerd geraakt in deze auto’s en de komende jaren zal de aanschaf ervan snel toenemen. Nederland zal snel de nodige voorbereidingen moeten treffen om dit te faciliteren. Het initiatief van de netbeheerders om – vooruitlopend op

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 36: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

3�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

regelgeving – de eerste aansluitpunten te realiseren, is prima, maar niet afdoende. Er zal snel beleid moeten worden gemaakt om deze ontwikkeling in goede banen te leiden en te waarborgen dat de mogelijkheden van elektrische auto’s voor de energietransitie optimaal benut kunnen worden. Hierbij kan ICT een belangrijke rol vervullen. Denk daarbij aan systemen die zorgen voor optimalisatie van (het moment van) opladen en (terug)levering en betrouwbare en efficiënte verrekening van de oplaadkosten.

6. Realiseer efficiency- en schaalvoordelen voor intensieve(re) samenwerking (en waar mogelijk samenvoeging) van de regionale netbeheerders.

De elektriciteitsmarkt is versnipperd door het beleid van de afgelopen jaren. De (grote) productie-/leveringsbedrijven zijn deels in buitenlandse handen en de invloed daarop van de overheid is beperkt. Maar de landelijke (TenneT) en regionale netbeheerders zijn nog altijd publiek bezit en bieden volop mogelijkheden voor verbeteringen. Uit recent onderzoek blijkt dat een snelle fusie van deze bedrijven tot één nationale netbeheerder vooralsnog een stap te ver is, maar intensievere samenwerking tussen deze bedrijven zal veel opleveren. Denk daarbij aan gemeenschappelijke inkoop, administratie (shared services), maar – vooral – ook op het gebied van ICT. Op dit moment voeren de netbedrijven een eigen ICT-beleid en kiezen ze hun eigen, vaak uiteenlopende IT-systemen. Door krachtenbundeling en afstemming kan veel worden bespaard en kunnen systemen worden gemaakt die goed (op elkaar) afgestemd zijn voor de energietransitie. De besparingen die dit oplevert kunnen worden ingezet ter dekking van de lasten van de investeringen die nodig zijn voor deze transitie, zoals netaanpassingen, aansluitingen voor elektrische auto’s en ‘slimme meters’. Hierdoor kan een ongewenste en onnodige stijging van de transporttarieven voor burgers worden voorkomen.

4.3 nadere analyse zorgproblematiek en aanbeVelingenDe toenemende maatschappelijke kosten van gezondheidszorg (door de vergrijzing, de impact van welvaartsziekten en steeds geavanceerdere en daardoor duurdere behandelmethoden) dwingen ons de zorg anders te organiseren. Centraal staat dat zorg veel sterker gericht moet zijn op het vergroten van het effect van zorg en met name de verbetering van de sociale en economische participatie van de patiënt. Betere samenwerking tussen de actoren in de zorgketen en aandacht voor het resultaat van zorg (voorkomen van ziekte door effectievere en vaak meer intensieve begeleiding, meer zorg rond de patiënt en in de omgeving van de patiënt en minder rond instellingen en specialismen) en de kwaliteit van zorg is daarvoor essentieel.

4.3.1 maatschappelijke participatie zorgvrager versterkenEen wezenlijk andere benadering die tot kostenbesparingen leidt, is de zorgvrager in staat stellen om zo goed mogelijk sociaal en economisch te blijven participeren in de samenleving. Om die participatie te verhogen zal de zorg meer de patiënt in de eigen context als uitgangspunt moeten nemen: • zorg moet zo zijn georganiseerd dat een patiënt sociale en economische verplichtingen kan blijven vervullen• het eigen sociale netwerk van de patiënt en het professionele zorgnetwerk moeten elkaar aanvullen en versterken en elkaar niet uitsluiten• zorgprofessionals dienen van elkaar te weten wat ze doen en komen tot een meer (vanuit maatschappelijk oogpunt) rationele taakverdeling• actievere preventie zodat ziekten als diabetes, hart- en longaandoeningen eerder worden ontdekt en de kans op invaliditeit wordt verlaagd• intensievere coaching en begeleiding van patiënten zal ertoe leiden dat adviezen sterker aansluiten op de persoonlijke situatie en voorkeuren van de patiënt en dat hij of zij leert die ook op te volgen: het nemen van medicijnen, omgaan met bijwerkingen, aanpassen van de eigen leefstijl• het zoveel mogelijk bieden van zorg aan de patiënt thuis, ook al is het goedkoper om zorg in gespecialiseerde instellingen te geven.De communicatie en de coördinatie die nodig is om zorg rond de patiënt te

Page 37: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

3�

organiseren en de effectiviteit van zorg te bewaken, kan alleen tot stand komen als zorgverleners daarin het voortouw nemen. Zonder ICT lukt dat echter niet: betere informatie-uitwisseling tussen zorgprofessionals, betere op de patiënt afgestemde vormen van informatievoorziening, nieuwe protocollen waarin samenwerking en het verdelen van taken centraal staat, nieuwe registratiewijzen, zodat de kwaliteit van zorg efficiënt en doelmatig kan worden bewaakt, meer zorg op afstand en actievere betrokkenheid van het sociale netwerk via sociale media.

4.3.2 belang autonomie zorgprofessionals en versterking van de rol van hun vertegenwoordigersEssentieel voor kostenverlaging is eveneens vergroting van de autonomie van professionals in de zorg. De samenleving moet vertrouwen op hun oordeel en is afhankelijk van de creativiteit en de kennis om vergrijzing op te vangen en maatschappelijke kosten van ziekte te verminderen.

Op het moment hebben de overheid en het management in de zorg weinig andere ‘sturingsmogelijkheden’ dan het stellen van budgetten om onderlinge samenwerking af te dwingen tussen de verschillende professionals in het zorgtraject, en mede daardoor de stijgende kosten in de hand te houden: de ingrijpende veranderingen die echter nu nodig zijn, vergen meer dan het herverdelen van budgetten.

De verbetering van de kwaliteit van zorg is een zaak van zorgprofessionals, ook al betekent dit dat professionals zullen moeten snijden in hun eigen vlees: nieuwe rollen, afstoten van rollen, nieuwe manieren om hun verantwoordelijkheid in te vullen.Net zoals in het bedrijfsleven betekent samenwerking vaak dat partijen toe moeten naar een nieuwe rol, niet meer kunnen groeien of moeten werken aan nieuwe manieren om hun geld te verdienen. Dat geldt in de zakelijke dienstverlening bijvoorbeeld voor de beroepsgroepen van accountants, administratiekantoren, financiële dienstverleners, de verkopers van kassasystemen, fabrikanten van bepaalde producten. Maar ook in de zorg.

Niet alleen de gezondheiszorg worstelt met deze sturingsproblematiek, ook het bedrijfsleven heeft met soortgelijke roblemen te maken en al langere tijd gehad. In een moderne samenleving als de onze werkt het klassieke organisatiemodel niet langer. Daarin wordt centraal, van bovenaf, via een hiërarchie van bevoegdheden en verantwoordelijkheden een complexe organisatie aangestuurd. Centrale sturing maakt het nauwelijks mogelijk de kansen in de markt te benutten. Dergelijke sturing leidt vaak tot bureaucratie waarbij verschillende bedrijfsonderdelen elkaar beconcurreren en te weinig samenwerken.

Bedrijven hebben om het ‘kokerdenken’ te keren en hun prestaties te vergroten professionals juist meer macht gegeven, een grotere verantwoordelijkheid over het domein waar ze verstand van hebben. In het bedrijfsleven zijn die gaan samenwerken omdat ze niet langer alleen werden afgerekend op het uitoefenen van hun vak, maar ook op de bijdrage die ze leverden aan de totale organisatie. Ze werden gedwongen transparant te maken hoe hun professie, hun activiteiten, bijdraagt aan de directe en strategische doelen van de organisatie. Op die manier krijgen professionals, de mensen met inhoudelijk verstand van zaken, een leidende rol in organisaties en beslissen ze mee tot op het hoogste niveau. Succesvolle innovatieve en kostenbesparende projecten in de zorg waar de professionals een leidende rol in spelen bestaan inmiddels. In verschillende regio’s worden op dit moment ketenafspraken gemaakt voor de behandeling van allerlei aandoeningen, zoals diabetes of hartfalen. Huisartsen, specialisten, fysiotherapeuten en thuiszorginstellingen verenigen zich in stichtingen die de hele zorg rond een aandoening organiseren en coördineren.

Wanneer helder is hoe samengewerkt moet worden en welke gegevens nodig zijn

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 38: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

3�

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

om zorg te verbeteren en er draagvlak is voor die visie, is het ondersteunende ICT-systeem zelden meer een probleem, maar wel essentieel. Zonder dat is adequate gegevensuitwisseling onmogelijk en daarmee het gezamenlijke functioneren binnen een project. Daadwerkelijke productiviteitsverhoging met aanzienlijke kostenbesparingen komt zo in het vizier.

4.3.3 belang gedeelde visie en standaardisatieOm professionals de omslag te laten maken en creatief te laten meedenken in het verbeteren van de zorg, is een heldere gedeelde visie nodig van partijen die de zorg van binnenuit kennen, maar ook het maatschappelijk belang kunnen laten meewegen. Die partijen kunnen bestuurders van zorginstellingen zijn, zorgverzekeraars, patiëntenverenigingen.

Essentieel om verandering van werken bij autonome zorgprofessionals teweeg te brengen is een heldere visie op de toekomst van zorg van bestuurders van instellingen, verzekeraars en patiëntenverenigingen. De overheid dient vervolgens de kaders uit te zetten om die te kunnen realiseren: financieringsstructuren die nieuwe vormen van samenwerken niet afstraffen. Kaders voor het ontwikkelen van protocollen voor samenwerking, kaders voor technische standaardisatie, zodat er geen eilanden ontstaan waartussen gegevens niet kunnen worden uitgewisseld.

De overheid kan stimuleren dat professionals samen met patiëntenverenigingen protocollen opzetten voor samenwerking. Nieuwe samenwerkingsprojecten kunnen dan de best practices overnemen en opschalen.

Belangrijk daarbij is gestandaardiseerde gegevensverzameling: om toezicht te houden, om de effectiviteit en de kwaliteit van zorg van lokale samenwerkingsverbanden te bewaken en te verbeteren. Bij gegevensverzameling moet worden uitgegaan van gegevens die al worden verzameld door professionals om de eigen zorg te verbeteren en activiteiten te coördineren. Toezichthouders moeten hun informatievraag coördineren waar het gegevens betreft die uitsluitend nodig zijn voor effectief toezicht.

ECP-EPN bepleit dat medische gegevens lokaal worden gebruikt en wel zodanig dat zorgprofessional en hulpvrager samen kunnen zien en controleren wie gegevens gebruikt. Het bewaken van privacy en controle of gegevens niet verkeerd terecht komen is primair mensenwerk. De techniek moet mensen ondersteunen om die controles te kunnen doen. Dezelfde transparantie die nodig is om zorgverlening te coördineren en kwaliteit te bewaken en te verbeteren, kan vaak ook gebruikt worden om snel te kunnen constateren wanneer informatie oneigenlijk wordt gebruikt. Bijvoorbeeld: een huisarts kan, samen met de patiënt, heel goed beoordelen of een specialist uit een naburig ziekenhuis terecht of onterecht gegevens opvraagt en inkijkt. Wanneer een patiënt uit de eigen praktijk buiten de eigen regio wordt behandeld, weet de huisarts dat meestal wel en kan hij beoordelen of het inzien passend is. Wanneer een verzekeringsarts bepaalde dossier inziet, weten huisarts en patiënt samen of daar een gegronde reden voor is. Wanneer de thuiszorg kijkt, moet dat beperkt worden tot de gegevens die nodig zijn voor de thuiszorg.

Daarnaast moeten de politiek algemeen en de Tweede Kamer eisen dat er technisch ondoordringbare waterscheidingen komen tussen domeinen waar het gevoel van privacy en het vertrouwen in gegevensuitwisseling wordt ondermijnd: gezondheid en verzekeringen, gezondheid en overheid, gezondheid en financiën, gezondheid en werk. Gegevensuitwisseling tussen deze domeinen is onontkoombaar met het oog op toezicht, regelgeving en handhaving. Ook om transacties efficiënt en met minimale administratieve lasten uit te voeren. Tegelijk laat onderzoek van onder andere ECP-EPN zien dat het uitwisselen van informatie tussen deze domeinen door burgers vaak wordt ervaren als een bedreiging van de privacy.

Technisch moeten de scheidingen tussen deze domeinen volledig zijn. Slechts een

Page 39: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

3�

door beide partijen vertrouwde partij mag gegevens doorgeven en wel zo dat de zorgvrager niet meer herkenbaar is voor de zorgverzekeraar en een zorgverlener toch wordt vergoed. Bijvoorbeeld: als iemand medicijnen tegen hoge bloeddruk heeft en tegen diabetes weet de zorgverzekeraar dat er iemand is uit de eigen klantenkring die die combinatie van aandoeningen heeft (op basis van informatie van de vertrouwde derde partij), maar niet wie die medicijnen gebruikt. Het toezicht op deze partij dient zo te zijn, dat misbruik van gegevens snel door betrokkenen kan worden ontdekt: primair door de vertrouwde derde partij, maar ook door verzekeraar (controle op aantal vergoedingen voor patiënten met aandoeningen), de zorgverlener (patiënten die vergoedingen krijgen voor aandoeningen die ze niet hebben) en de patiënt (declaraties voor medische handelingen die niet bij de patiënt zijn verricht).

Bewaking van privacy en het vertrouwen in gegevensuitwisseling is mensenwerk, maar geholpen door ICT.

4.3.4 samenwerking in het veld

ECP-EPN is van mening dat op ICT-voorzieningen kan worden bezuinigd door deze meer regionaal te organiseren en ervoor te zorgen dat zorgprofessionals beter kunnen samenwerken. Basis van samenwerking is niet de techniek maar onderling vertrouwen en overtuiging dat die noodzakelijk is. Het huidige woud aan ICT-voorzieningen belemmert echter vaak het tot stand brengen van nieuwe vormen van samenwerking tussen zorginstellingen en zorgprofessionals. Bovendien maken die voorzieningen een overgang naar samenwerken onnodig duur.

De vaak verouderde en dure ICT-voorzieningen die zorginstellingen en zorgverleners in de lucht houden zijn vaak duur in onderhoud. De business case voor het veranderen van die voorzieningen met het oog op samenwerking is er vaak niet. Die ontstaat echter wel wanneer de decentraal georganiseerde voorzieningen op regionaal niveau worden gecentraliseerd, waardoor het beheer, onderhoud en beveiliging en aanpassingen met oog op samenwerking tegen

Bron: Enquête Privacy en biometrie, ECP-EPN / WRR, 2010

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Wat vindt u van de stelling. Het is goed dat:...

20%0% 40% 60% 80% 100%

Eens

Niet eens, niet oneens

Oneens

Geen mening

...artsen en andere zorgverleners medischegegevens bijhouden in hetElektronisch Patiëntendossier

...docenten en scholen gegevens bijhouden in het Elektronisch Leerling-dossier over de kinderen die zij les geven

...hulpverleners en artsen gegevensover de kinderen die zij zienbijhouden in het Elektronisch Kinddossier

Page 40: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

�0

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

flink lagere kosten kunnen worden gerealiseerd. Om het samenwerken tussen hulpverleners rond de patiënt te kunnen coördineren en mogelijk te maken, is digitale communicatie van belang. Regionale samenwerkingsverbanden, van professionals die elkaar kennen en vertrouwen, zijn daarom in eerste instantie van belang. Bijvoorbeed in de regio Haaglanden is het gelukt een succesvol, duurzaam samenwerkingsmodel te ontwikkelen dat zowel rendabel is als samenwerking garandeert.

aanbeVelingen gezondheidszorg1 - Zorg moet veel sterker inzetten op de maatschappelijke participatie van zorgvragers en daarvoor moet de autonomie van zorgprofessionals worden versterkt

2 - Om de zorgprofessionals keuzes te laten maken moeten de partijen die de zorg van binnenuit kennen met een gedeelde visie komen op de toekomst van zorg: patiëntenverenigingen, beroepsorganisaties, zorgverzekeraars, zorginstellingen.

3 - De overheid moet ervoor zorg dragen dat nieuwe vormen van samenwerking niet financieel worden afgestraft.

4 - De overheid moet, samen met betrokken organisaties, de kaders uitzetten zodat nieuwe manieren van samenwerken worden gefaciliteerd en tegelijkertijd verschillende vormen van werken op elkaar aansluiten.

5 - De overheid moet minimale eisen stellen aan het verzamelen van gegevens zodat de effectiviteit en de efficiency van verschillende initiatieven kunnen worden vergeleken. Daarbij moet primair worden uitgegaan van de informatie die zorgverleners zelf nodig hebben om deze elementen van hun zorg te bewaken en te vergroten. Daar waar dit niet mogelijk is, moeten toezichthouders hun informatievraag coördineren.

6 - Privacy, vertrouwen en transparantie gaan hand in hand: het bewaken van vertrouwelijkheid wordt mogelijk gemaakt door ICT, maar is primair de taak van de patiënt en zorgverleners rond die patiënt. De helderheid die nodig is om zorgverleners te laten samenwerken, moet ook worden ingezet om vertrouwelijkheid te bewaken en schendingen van vertrouwelijkheid snel op te sporen.

7 - De politiek dient er op toe te zien dat uitwisseling van privacygevoelige gegevens tussen domeinen als zorg, overheid, werk, financiën en verzekeringen niet direct kan plaatsvinden: alleen met behulp van vertrouwde partijen. Tegelijkertijd moeten burgers, zorgverleners en zorgverleners wel misbruik snel kunnen opsporen en melden.

8 - Bevorder regiogewijze vernieuwing van ICT-infrastructuur, die samenwerking faciliteert. Beveiliging en onderhoud kunnen eenvoudiger, met lagere kosten. Regiogewijs, omdat regionaal de samenwerkingsverbanden en het onderlinge vertrouwen moet groeien.

9 - Tref financiële regelingen die drempels voor samenwerkingsverbanden verlagen.

4.4 mobiliteit, productiViteitsstijging en eigentijds werken Files zijn een grote economische verliespost die de productiviteit drukt. De werkgeversorganisatie VNO-NCW heeft becijferd dat de verloren file-uren het bedrijfsleven zo’n 1,� per jaar miljard euro kosten. Naast de toepassing van allerlei geavanceerde software die de verkeersdoorstroming bevordert, kan grootschalige invoering van eigentijds werken (ergo grotere spreiding in werktijden) een

Page 41: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

�1

aanzienlijke bijdrage leveren aan de oplossing van dit probleem. Minder congestie vermindert de verspilling van tijd en geld en leidt zo tot een hogere productiviteit.

Maar eigentijds werken (flexibel werken / ‘het nieuwe werken’ / voorheen telewerken) leidt door meer factoren tot productiviteitsstijging. Als werknemers meer zelf en in onderling overleg hun werkzaamheden verrichten op tijden en plaatsen die het meest functioneel zijn leidt dit automatisch tot grotere efficiëntie. Toegenomen autonomie vergroot de arbeidssatisfactie wat eveneens tot betere

resultaten leidt. Herinrichting van arbeidsprocessen als onderdeel van ‘het nieuwe werken’, mogelijk met ICT, optimaliseert de productiviteitsgroei.

Specifieke groepen (potentiële) werknemers zoals moeders en vaders met jonge kinderen kunnen makkelijker aan het arbeidsproces deelnemen als zij hun werkwerktijden flexibel kunnen invullen. Locatieonafhankelijk werken zal ook een belangrijke stimulans zijn voor mensen met een fysieke handicap en voor chronisch zieken om meer deel te nemen aan de arbeidsmarkt. Het kan een geschikte werkaanpassing zijn voor werknemers die door meer of minder ernstige mobiliteitsbeperkingen niet of nauwelijks kunnen reizen en voor wie woon-werkverkeer te belastend is. Als iemand regelmatig moet rusten kan een werknemer de werk- en rusttijden beter afstemmen op de beschikbare energie.

Eigentijds werken ondersteunt eveneens duurzaamheidsbeleid en vermindert het het ruimtebeslag door kantoren door besparing op werkplekken.

ICT speelt een wezenlijke rol bij het faciliteren van eigentijds werken. Daarom was grootschalige introductie van flexibel werken zo’n twintig jaar geleden niet goed mogelijk en nu wel. Breedbandinternet is alom beschikbaar en dat maakt zelfs visueel contact met collega’s mogelijk in haarscherp beeld. Ook qua beveiliging en authenticatie bij inloggen in bedrijfsnetwerken bestaan niet langer technologische belemmeringen. Verder zijn verschillende elektronische collaborative tools beschikbaar.

Managers staan ook in toenemende mate positief tegenover flexibel werken en laten het ‘eyeball-management’ los. Verder zijn jongeren gewoon via de nieuwe sociale media overal en op ieder moment te communiceren en aanvaarden zij het

Bron: Slimme mobiliteit in het Nederland van 20�0, inleiding DG Mobiliteit ministerie van

Infrastructuur en Milieu, 2� november 2010

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 42: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

�2

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

traditionele kantoor en werktijden steeds minder.

Uiteenlopende projecten bij bedrijfsleven en overheid in afgelopen decennia tonen met wetenschappelijk onderzoek de genoemde effecten aan. Bij veel bedrijven, vooral grote, is het inmiddels standaard en vele overwegen het in te voeren.

De vakbeweging en werkgeverskoepels staan er positief tegenover. De FNV brengt ‘telewerken’ standaard in in het arbeidsvoorwaardenoverleg. De Vakcentrale voor middelbaar en hoger personeel MHP heeft (samen met ECP-EPN) in 200� een Tienpuntenplan Flexibel werken opgesteld. VNO-NCW sluit convenanten af voor mobiliteitsmanagement (filevermindering) met flexibel werken als belangrijk instrument. MKB Nederland is mede-initiatiefnemer van het project MKB Krachtcentrale, dat ook flexibel werken bevordert. Deze koepel ondersteunt met hun plan ‘Nieuw Slimmer Werken’ branches en individuele bedrijven met arbeidsvoorwaarden.

ECP-EPN is ook van mening dat eigentijds werken, inclusief de herinrichting van arbeidsprocessen, een troef is in de toegenomen internationale concurrentiestrijd. Opkomende economieën (zoals in Azië) kennen deze op autonomie van de werknemer gebaseerde manier van werken niet en zullen daardoor het productiviteitsvoordeel missen.

Argumenten om niet eigentijds te werken ontbreken. De voordelen zijn evident. Voor de Nederlandse samenleving is het daarom van belang het verzilveren van de merites van te bevorderen. Gecoördineerd faciliteren van de ontwikkeling door werkgevers, werknemers, overheid (i.c. EL&I, I&M, VROM, SZW, Financiën) en een aantal grotere bedrijven met jarenlange ervaring, leidt tot massa en versnelling (met een zichzelf versterkend effect). ECP-EPN bepleit een nationaal offensief om ervoor te zorgen dat flexibel werken op grote schaal wordt ingevoerd.

aanbeVelingen beVordering eigentijds werken Voor productiViteitsgroeiECP-EPN doet het nieuwe kabinet de volgende aanbevelingen die zullen bijdragen aan een duidelijke versnelling van de invoering van eigentijds werken in Nederland.

1. De overheid onderkent (met werknemers- en werkgeversorganisaties) het belang van grootschalige invoering van flexibel werken om de economie te stimuleren en bij te dragen aan andere belangrijke maatschappelijke doelstellingen, zoals productiviteitsgroei, vermindering van filedruk, toegenomen arbeidssatisfactie, arbeidsdeelname, anticipatie op arbeidsmarktkrapte enzovoort.

Nederland heeft grote kansen om op korte termijn de economie te stimuleren met behulp van ICT door het grootschalig invoeren van flexibel werken. Nederland beschikt over een voorbeeldige breedbandige infrastructuur, een hoog percentage kenniswerkers en een gezonde dosis pragmatisme. De Europese Unie heeft als doelstelling de meest competitieve en dynamische kenniseconomie van de wereld te worden, maar ook dat de economische groei moet zijn gekoppeld aan een verbetering van de sociale welvaart en een betere bescherming van het milieu.

2. De overheid faciliteert een gecoördineerde aanpak.

Verkokering van de overheid bemoeilijkt het tot stand komen van een gevarieerd en effectief beleid waarin alle aspecten van flexibel werken in voldoende mate worden meegenomen. Als het gaat om het terugdringen van files verdient dit echter net zo’n belangrijke plaats als rekeningrijden, spitsstroken, autodelen, etc. (rol ministerie van Infrastructuur en Milieu).

Als het gaat om het verbeteren van de werkomstandigheden van werknemers

Page 43: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

�3

verdient flexibel werken net zo’n belangrijke plaats als inkomensbeleid, CAO’s, secundaire arbeidsvoorwaarden, arbowetgeving, etc. (rol ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid).

Als het gaat om het versterken van het innovatief vermogen van Nederland verdient flexibel werken net zo’n belangrijke plaats als het stimuleren van de creatieve sector, het verstrekken van innovatie vouchers aan het midden- en kleinbedrijf, het ontwikkelen van breedbanddiensten, etc. (rol ministerie van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie).

Als het gaat om het beschermen van het milieu verdient flexibel werken net zo’n belangrijke plaats als schonere motoren, geluidswallen, efficiënte elektriciteitsopwekking, etc. (rol ministerie van Infrastructuur en Milieu).

Ook zijn er vergelijkbare opmerkingen te maken als het gaat om het beleid van het Ministerie van Financiën (fiscale stimulansen).

Het is dan ook belangrijk dat eigentijds werken op de agenda van veel ministeries komt te staan en dat er sprake is van een gecoördineerde aanpak. De overheid moet als trekker optreden. Dat betekent dat er op korte termijn een duidelijke visie moet worden geformuleerd en dat er een plan van aanpak komt over hoe flexibel werken bij de overheid moet worden bevorderd.

3. De overheid vervult een inspirerende voorbeeldrol als werkgever.

Alhoewel steeds meer bedrijven projecten uitvoeren onder de noemer van ‘het nieuwe werken’, is er nog steeds geen sprake van een echte doorbraak, zeker niet bij de overheid. De voordelen van flexibel werken in termen van reiskostenverlaging, energiebesparing en duurzaamheid rechtvaardigen een effectievere en meer gecoördineerde aanpak juist van en bij de overheid. In het bijzonder in een periode waar economische recessie, innovatie, kostenverlaging, energiebesparing, filebestrijding en klimaatbeheersing dominante aandachtsgebieden zijn, kan de overheid niet achterblijven op het terrein van flexibel werken. De overheid, als grootste werkgever van het land, zal haar volgende rol moeten veranderen in een leidende. Alleen dan kan een wezenlijke bijdrage worden geleverd aan het bereiken van de gestelde duurzaamheidsdoelen.

De Nederlandse overheid zal als ‘grootgebruiker’ van flexibel werken een stimulerend voorbeeld moeten geven aan de rest van Nederland. De ervaringen die de afgelopen tien jaar zijn opgedaan in het bedrijfsleven (onder meer bij vele ICT-bedrijven en bedrijven in andere sectoren zoals de zakelijke dienstverlening) kunnen door de overheid goed worden gebruikt, bijvoorbeeld op basis van best practices.

Het stellen van concrete doelen is daarbij onontkoombaar: bijvoorbeeld dat binnen vier jaar 2�% van de ambtenaren minimaal één dag per week thuis werkt. Dit zal niet alleen een bijdrage leveren aan het verminderen van de mobiliteit, ook zal dit een aanzienlijke besparing op kantoorruimte opleveren.

4. Ondersteun de activiteiten van de TaskForce MobiliteitsManagement (dan wel de opvolger van deze organisatie).

Haak aan bij en ondersteun de plannen van de TaskForce MobiliteitsManagement waarin ondernemers nationaal en regionaal worden ondersteund in hun mobiliteitsmanagement. Het nieuwe werken wordt daarin als integraal onderdeel van de bedrijfsvoering beschouwd.

5. Bestaande arboregels en fiscale regels behoeven actualisering en moeten

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 44: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

��

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

worden vereenvoudigd, met onder meer een andere forfaitaire ruimte.

Op dit moment geldt voor werknemers bij flexibel werken de voorwaarde om voor een onbelaste vergoeding voor thuis werken in aanmerking te komen, dat zij dit op een vaste dag in de week doen. Deze voorwaarde remt functioneel werken naar tijd en plaats en is niet van deze tijd. Voor een dynamisering van het werknemerschap is juist van belang dat de werknemer grotendeels naar eigen inzicht kan bepalen wanneer en waar zijn werkactiviteiten het meeste rendement opleveren.De staatssecretaris van Financiën heeft een wetsvoorstel ingediend dat het werkgevers mogelijk maakt 1,�% van de loonsom aan onkosten onbelast te vergoeden. Voor een optimaal gebruik van werkruimte bij een werknemer thuis of op een andere locatie dan van de werkgever is dit bedrag veel te laag.

6. De overheid steunt en neemt deel in (proef)projecten waarbij breedbandige videocommunicatie en telepresence de obstakels van wantrouwen en onthechting wegnemen.

Uit diverse onderzoeken blijkt dat de grootste drempel voor flexibel werken het gebrek aan vertrouwen van de leidinggevende is in het vermogen van de werknemer om zonder de fysieke nabijheid van de manager en van de collega’s, goed te functioneren (eyeball management). Daarnaast vreest de werknemer te veel ‘uit beeld’ te raken als hij of zij minder op kantoor is en minder deelneemt aan het sociale proces.

Dit probleem kan voor een belangrijk deel worden opgelost door het inzetten van breedband en state-of-the-art videocommunicatie. Door spraakcommunicatie met beeld te verrijken zijn werknemers in staat op een veel natuurlijker, prettiger en effectievere manier met elkaar te communiceren en zelfs het vertrouwenwekkende gevoel te creëren van ‘being there’: telepresence. Videodesktopsystemen en webcams hebben de laatste tien jaar een geweldige kwaliteitssprong gemaakt wat betreft geluid en beeld (HD). Ook zijn die gemakkelijker in gebruik en eenvoudiger aan verschillende netwerken te koppelen. De werknemer thuis kan zelfs deelnemen aan het gesprek in de koffiehoek van zijn bedrijf. De leidinggevende kan zijn werknemer thuis beeldbellen voor werkoverleg. Uiteraard is videocommunicatie alléén geen oplossing, maar die draagt wel aanzienlijk bij aan het wegnemen van belangrijke obstakels voor de grootschalige introductie van flexibel werken: wantrouwen en onthechting.

Als in de zakelijke omgeving beeldbellen net zo normaal wordt als spraakbellen, zal flexibel werken sneller worden geaccepteerd. Zeker als dat wordt toegepast in combinatie met andere elektronische hulpmiddelen die het gevoel van ‘being there’ versterken, zoals instant messaging, document sharing, blogging en Twitter. Elkaar zien, lichaamstaal en oogcontact zijn niet alleen essentieel voor de kwaliteit van de communicatie, maar zeker ook voor het wekken van vertrouwen en daarmee de acceptatie van flexibel werken.

4.5 oVerheidsdienstVerleningOver de informatiestrategie van de overheid zijn vele beleidslijnen geformuleerd. Hieronder over de participatie van burgers en ‘Open overheid’.

open oVerheidInternet is een toegankelijk platform om mensen mee te laten denken (ideeën, planvorming) met overheidsbesluitvorming. Dit zal leiden tot meer betrokkenheid van burgers en draagt mogelijk ook bij aan het vergroten van het vertrouwen van burgers in de overheid. Succesvol voorbeeld is http://wijbouweneenwijk.nl waarbij een digitale community werd gebruikt om een nieuwe wijk in de gemeente Smallingerland te plannen. Andere voorbeelden zijn: e-petities.nl of watstemtmijnraad.nl. Vaak zijn initiatieven nog erg experimenteel en kleinschalig van aard, maar ze bieden overheden niettemin goede mogelijkheden om burgers bij

Page 45: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

��

besluitvorming te betrekken.

Openheid (‘Open overheid’) wordt vaak gezien als een combinatie van transparantie (toegang tot informatie) en participatie. Transparantie kan bijdragen aan een groter vertrouwen in overheidsorganisaties. Enerzijds is dit te realiseren door databestanden vrij toegankelijk te maken. Anderzijds kan dat ook de overheid informatie over zichzelf via op internet beschikbaar stelt. Denk hierbij aan besluitvormingsinformatie, beleidsinformatie en informatie over beleidsresultaten. Zo heeft het RIVM data beschikbaar van de luchtkwaliteit in vele Nederlandse steden. Dit wordt gemeten en direct online gezet.

Dergelijke data zijn echter moeilijk te vinden en te begrijpen voor buitenstaanders. Het puur online beschikbaar maken van dergelijke gegevens houdt daarom niet zonder meer transparantie in. Burgers of (digitale) communities van burgers kunnen echter deze data gebruiken om er een soort van gebruiksvriendelijke ‘schil’ omheen te bouwen, die anderen dan weer gemakkelijk en gratis kunnen gebruiken (bijvoorbeeld via widgets) om te zien wat de luchtkwaliteit in hun eigen straat is. Het Open Government Directive van de Amerikaanse president Obama, waarbij overheidsorganisaties drie high value datasets moeten publiceren, kan voor Nederland als voorbeeld dienen voor het Open-overheidbeleid.

aanbeVelingen gericht op het beVorderen Van ‘open oVerheid’1 - Het nieuwe kabinet moet één centraal punt inrichten waar overheden, bedrijven en burgers data en toepassingen kunnen uitwisselen (vergelijk de initiatieven in onder meer Amerika (opendata.gov) en Groot-Brittannië (opendata.gov.uk).

2 - Er komt een wettelijke basis die ruimer is dan nu in de Wet openbaarheid bestuur is vastgelegd, zodat overheidsinformatie tegen redelijke voorwaarden beschikbaar komt voor derden.

3 - Net zoals in Amerika en Groot-Brittanië wordt centrale regie gevoerd, bij voorkeur door EZ of BZK, gemandateerd door de Ministerraad en daarmee bevoegd voor Rijk, provincies, gemeenten en ZBO’s.

� - Het centraal op te richten punt is een loket / organisatie die een makelaarsrol vervult, waardoor partijen die data kunnen aanbrengen en partijen die er gebruik van willen maken, gekoppeld worden. Ondersteunend beschikt het over een technische voorziening die de datauitwisseling faciliteert.

� - Om het mogelijk te maken data bruikbaar aan te leveren stelt het kabinet een aantal randvoorwaarden voor het beschikbaar maken van data vast. Daarbij hoort het centraal vaststellen van ondermeer het juiste niveau van aggregatie van de data, de open formats waarin overheden data opslaan, en de voor zoeken nodige metadata. Daarnaast moet duidelijk zijn onder welke licentie de informatie gebruikt mag worden en welke niet geschikt is om openbaar te maken, bijvoorbeeld datasets die privacygevoelige informatie bevatten.

4.6 inVesteringen in onderwijs en onderzoek4.6.1 primair en voortgezet onderwijsLeren in het primair en voortgezet onderwijs zal in de toekomst niet langer vooral plaats hebben binnen de muren van een klaslokaal maar meer locatieonafhankelijk en ook niet alleen per se op de traditionele schooltijden. Leerlingen hebben thuis en elders toegang tot internet en private netwerken dankzij het toenemend gebruik van kleine computers, PDA’s enzovoort.

De toepassing van ‘sociale software’ (met communities en veel digitale interactie), zal van klassikaal leren netwerk-leren maken, waarbij leerlingen al op jonge leeftijd adequate communicatievaardigheden zullen verwerven. Zij moeten (ook) in hun onderwijs de vaardigheden opdoen die van belang zijn in de

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 46: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

��

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

informatiesamenleving waarin zij zullen werken en leven. Denk aan het vergaren van informatie, die beoordelen, te selecteren en die verder te gebruiken zonder van de wijs te raken door de informatieovervloed. Het blijft ook belangrijk dat leerlingen goed leren samenwerken, dat zij daarin ook plezier hebben, leren overleggen, afspraken maken en nakomen en dergelijke. Die sociale vaardigheden zijn meer nodig dan voorheen opdat zij in de netwerkeconomie kunnen functioneren in organisatorische verbanden die relatief snel wisselen van samenstelling.Het onderwijs zal voldoende moeten aansluiten bij de belevingswereld van de jongeren (met veel beeld: MTV, Xbox en Nintendo). Als leren leuk is, is er intrinsieke motivatie, ook bij minder toezicht en directe begeleiding.

De verhouding leraar-leerling verandert. In het niet-klassikale leren is meer ruimte voor persoonlijk contact met de leerling, meer gericht op diens individuele behoefte. Naarmate het onderwijs meer wordt toegespitst op de individuele leerling zal de leraar meer de rol van coach op zich nemen. Die concentreert zich dan sterker op het onderwijskundige proces dan op de overdracht van inhoud.

De snelle veranderingen in de samenleving maken dat hogere eisen zullen worden gesteld aan het leren (een leven lang leren). Leren zal een continue activiteit worden, met een grote nadruk op zelfstandigheid, die plaats heeft binnen fysieke én virtuele leeromgevingen.

Serious gaming (simulaties) zal een serieuze plaats in gaan nemen in het onderwijs. Intelligent agents en semantische technologieën zullen een belangrijke rol gaan spelen in het vinden en verwerken van informatie (de computer gaat ‘meedenken’).Nieuwe webtechnologieën zullen mogelijkheden bieden voor het zelf ontwikkelen en distribueren van multimediale leermiddelen (user-generated content) door leerlingen, leraren en ouders).

Niet alleen op het primaire leerproces, ook op het organisatieniveau van de scholen zal nieuwe technologie zijn invloed uitoefenen. Denk aan nieuwe beveiligingsmogelijkheden door RFID-toepassingen, en sensortechnologieën. ICT-technologie zal ook de mogelijkheden van het inrichten van portfolio’s van leerlingen en leerlingvolgsystemen verbreden en zal vergaande plannings- en communicatiefaciliteiten bieden.

Samenvattend: de samenleving is fundamenteel veranderd door toepassing van informatie- en communicatie technologie en het einde van deze ontwikkeling is nog niet in zicht. Deze veranderingen in het omgaan met kennis en communicatie leiden tot andere manieren van leren en (samen)werken nu en in de toekomst.

aanbeVelingen po en VoOm de huidige en toekomstige generaties leerlingen en studenten optimaal voor te bereiden op de gedigitaliseerde kennissamenleving is er actie nodig op drie fronten:1 - Toepassing van ICT in het onderwijs: het benutten van de mogelijkheden van ICT om het onderwijs te verrijken en zo ruimte te maken voor talent. ICT biedt kansen om de uitdagingen waar het onderwijs voor staat aan te kunnen gaan. Het helpt zowel uit bedrijfsmatig als onderwijskundig oogpunt het onderwijs effectiever en productiever te maken en maakt maatwerk mogelijk. Het goed benutten van ICT in het onderwijs stelt ons voor een grote uitdaging, temeer daar de snelle voortgaande ontwikkeling om permanente aanpassing van kennis en vaardigheden en om nieuwe (inter)nationale samenwerkingsverbanden vraagt.

2 - Het ontwikkelen van e-skills: de kinderen van nu leven straks in een gedigitaliseerde wereld en hebben nu adequaat onderwijs nodig om zich hierop voor te bereiden. Onderwijs waar 21st century skills en mediawijsheid geïntegreerd zijn in het onderwijsprogramma.3 - Opleiding van voldoende IT-specialisten: informatie communicatie technologie

Page 47: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

��

is geïntegreerd in alle sectoren van de maatschappij. Er zijn meer en meer ICT-deskundigen nodig op een veel breder vlak van sectoren, van de creatieve industrie tot de e-government. De ICT-opleidingen zijn hier nog niet op toegerust en een herprofilering van de ICT-opleidingen in het hoger onderwijs is dan ook nodig.

Deze aspecten samen vragen om visie en (implementatie van) beleid op het gebied van ICT in alle lagen van het onderwijs. De juiste digitale leermiddelen moeten beschikbaar komen, docenten worden (bij)geschoold op het gebied van ICT en de didactisch toepassing van ICT en dat de MBO-opleidingen, hogescholen en universiteiten voldoende ICT-ers met de juiste profielen opleiden. Docenten zouden bijvoorbeeld minimaal de Kennisbasis ICT moeten beheersen en optimaal gebruik moeten kunnen maken van elektronische leeromgevingen. Bovendien zou meer bekend moeten zijn over wat werkt en niet werkt bij het inzetten van ICT op didactisch gebied en bij het organiseren van het leerproces en zou het Elektronisch Leerlingdossier (ELD) verder ontwikkeld moeten worden.

Anno 2010 moet de visie en het beleid op ICT en onderwijs met kracht verder ontwikkeld worden op basis van best practices en (inter)nationale samenwerking. De PO-Raad, HBO-Raad, VO-Raad, VSNU, Kennisnet en SURF zien de noodzaak hiervan in en pakken dit thema gezamenlijk op.

4.6.2 onderzoekNederland wil concurrerend, vernieuwend en toonaangevend zijn in een internationaal krachtenveld. Nederland wil ook oplossingen vinden voor zaken zoals duurzaam energiegebruik, vergrijzing, uitputting van grondstoffen en verstopte wegen. De oplossingen voor deze problemen zijn nog niet te koop. Ze zullen moeten komen uit innovatie, uit een gezamenlijke aanpak vanuit verschillende sectoren. Hierin speelt ICT een essentiële rol. Het goed invullen van die rol vergt intensieve samenwerking tussen alle deelnemers in de ICT-innovatiecyclus. Het vereist een innovatie-ecosysteem. Dit ecosysteem dat bestaat bedrijven en organisaties die met elkaar verweven zijn middels virtuele netwerken en elkaar nodig hebben om de totale keten te verzorgen. Enkele schakels uit die keten kunnen worden ingevuld door buitenlandse bedrijven. Om goed te weten welk deel het beste waar kan worden ingekocht, zal Nederland een grotere speler moeten worden in internationaal ICT-onderzoek en –innovatie. Om de toepassing van ICT in goede banen te leiden is niet alleen monodisciplinair ICT-onderzoek nodig: multidisciplinair onderzoek op het kruisvlak van ICT en organisatiekunde is eveneens nodig.Naast gerichte investering in specifieke onderzoeks- en innovatiethema’s zijn ook

Bron: Impact innovatie (ZIP, Zorginnovatieplatform, 200�)

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 48: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

��

FC: 0C-100M-10Y-0K FC: 15C-0M-0Y-30K

wijzigingen nodig in de wijze waarop wij in Nederland onderzoek doen en kennis omzetten naar kunde en kassa.

aanbeVelingen onderzoek en hoger onderwijs1. Omdat universiteiten zich overwegend richten op fundamenteel onderzoek moet daarnaast valorisatie op universiteiten ook een kernopgave worden.

Dit vergt een andere instrumentatie dan beloning van het zuivere onderzoek. Onderzoekers die zich op dit punt verdienstelijk opstellen moeten hiervoor worden beloond.

2. Het interdisciplinaire en transsectorale onderzoek wordt steeds belangrijker.

Goede informatieoverdracht over de grenzen van de individuele disciplines en het spreken van een gezamenlijke taal is hier van belang. ICT vervult veelal de rol van enabler van grensoverschrijdende activiteiten. Het is belangrijk innovatieve processen te laten voeden door buitenstaanders, in cocreatie, wat mogelijk is dankzij ICT-toepassingen.

3. Onderzoekers moeten meer tijd krijgen om onderzoek te doen.

Binnen het huidige systeem van publieke programma’s staat de ICT-kennisontwikkeling onder druk. Hoogleraren zijn teveel tijd kwijt met het schrijven van projectvoorstellen.

4. Van belang is een cultuur te ontwikkelen waarin mensen en organisaties risico’s mogen nemen en daardoor durven te nemen, kansen creëren en experimenteren.

5. Versterk het innovatie-ecosysteem.

Positioneer hiermee Nederland als een land dat innovatie als sterkte heeft, en dit inzet om maatschappelijke en economische ambities te verenigen. In toenemende mate wordt er in Nederland succesvol gewerkt volgens het open-innovatiemodel. Niet alleen om kennis te delen en gezamenlijk verder te ontwikkelen; open innovatie vergroot ook de kansen op nieuwe bedrijfsactiviteiten, vanuit de gecombineerde sterktes van de betrokken bedrijven. Netwerken van bedrijven, kennisinstellingen en maatschappelijke organisaties spelen hierin een belangrijke rol. Het stimuleren van publiekprivate samenwerkingen om zodoende zowel het vraaggestuurde als het grensverleggende onderzoek te combineren en te versterken, is een goed middel deze aanbeveling te realiseren.

6. Profileer Nederland als wereldwijde ICT-proeftuin.

Door de goede en geavanceerde ICT-infrastructuur en de hoge penetratie van breedbandvoorzieningen is Nederland bij uitstek geschikt als proeftuin voor valorisatie en exploratie van nieuwe vormen van dienstverlening. Dit kan door het versterken van test- en ontwikkelomgevingen voor nieuwe producten en diensten die in een realistische context kunnen worden geplaatst. Hierdoor kunnen bedrijven, kennisinstellingen, overheden en eindgebruikers samen nieuwe producten, diensten en businessmodellen ontwikkelen en deze toetsen in de praktijk. Dit vergroot de succeskans van Nederlandse vindingen bij marktintroductie.

7. Versterk de Nederlandse ICT voor de wetenschap.

Page 49: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

��

Er zijn vergaande voorstellen om de nationale ICT-infrastructuur voor wetenschappelijk onderzoek onder één paraplu te brengen. Een succesvolle e-science-infrastructuur vraagt om voldoende kritische massa. Alleen dan kan het een significante bijdrage leveren aan de toepassing van ICT-onderzoekstechnieken en -methoden in zowel de bèta- als de alfa- en gammawetenschappen en kan ons land zich internationaal positioneren.

8. Een gerichte imagoactie naar scholieren en studenten is nodig.

De belangstelling bij Nederlandse scholieren voor een ICT-opleiding is laag in vergelijking tot de landen om ons heen. Er is behoefte aan een verkenning waarin wordt vastgesteld wat de oorzaken hiervan zijn en die inzicht geeft in de motieven waarop scholieren hun keuze voor een ICT-opleiding aan HBO of universiteit maken. Aanbevolen wordt om na deze verkenning een actieplan te ontwikkelen waarmee het ICT-bewustzijn onder scholieren vergroot kan worden.

Nadere uitWerkiNg maatsChaPPelijke VraagstukkeN eN aaNbeVeliNgeN

Page 50: Van beschikbaarheid naar toepassing · 1.3.6 onderwijs en onderzoek 15 2 de mogelijkheden van technologie voor het verhogen van welzijn en de oplossing van maatschappelijke vraagstukken

ecp-epnplatform voor de informatiesamenleving

bezoekadres:overgoo 13leidschendam

Postbus 2622260 ag leidschendamt +31 (0)70-419 03 09e [email protected] www.ecp-epn.nl