5
Ontwerpen met windenergie ‘van landschappelijke inpassing naar bijpassing’ Freek Vossen 03 Oktober 2011, Utrecht

Van landschappelijke inpassing naar bijpassing

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Dutch thesis about designing wind farms according to local landscape and cultural and social characteristics of dutch rural areas. And hereby explore the possibilities of close cooperation with residents in the planning proces of it.

Citation preview

Page 1: Van landschappelijke inpassing naar bijpassing

Ontwerpen met windenergie

‘van landschappelijke inpassing

naar bijpassing’

Freek Vossen

03 Oktober 2011, Utrecht

Page 2: Van landschappelijke inpassing naar bijpassing

ONTWERPEN MET WINDENERGIE

‘VAN LANDSCHAPPELIJKE INPASSING

NAAR BIJPASSING’

Opdrachtgever

Eneco Wind B.V.

G.H. Betzweg 1

3001 BA Rotterdam

Afstudeerder

Freek Vossen

Opleiding: Ruimtelijke Ordening en Planologie

[email protected]

Afstudeerinstituut

Hogeschool Utrecht

Instituut voor de Gebouwde Omgeving (IGO)

Nijenoord 1

3552 AS Utrecht

03 oktober 2011, Utrecht

Page 3: Van landschappelijke inpassing naar bijpassing

SAMENVATTING

IN TROD UC TIE Het landschappelijk inpassen van windparken is het afstemmen van de

vormgeving van een windpark op cultuurhistorische, natuurlijke en ruimtelijke

landschapskwaliteiten. Dit begrip is opgebouwd uit fysieke elementen. Om een

windenergieproject, zeker met hoge turbines, te laten slagen, zou bij de

inpassing van een windpark de sociale omgeving moeten worden betrokken.

Namelijk omwonenden, de waarnemers van het toekomstig windpark.

WEERSTAN D Want windparken worden nog weleens geassocieerd met ‘horizonvervuiling’ en

‘landschapsverpesting’. De plaatsing van turbines zou de landschappelijke

kwaliteit van het woon- en leefgebied aantasten. De sociale omgeving bepaalt

in grote mate de slagingskans en doorlooptijd van een windpark. Omwonenden

en belanghebbenden hebben direct te maken met de milieueffecten, visuele

effecten, van een windpark en kunnen bezwaar aantekenen. De meeste

bezwaren richten zich ook op het landschap, meer dan op andere milieueffecten

zoals geluidhinder en slagschaduw. En deze weerstand vormt een bedreiging

voor het slagen en de doorlooptijd van windenergieprojecten. Maar, het gaat

verder. Weerstand op lokaal niveau vormt ook een bedreiging voor de

windenergiedoelstellingen van overheden en het imago en bedrijfsvoering van

de windenergiebranche en energieleveranciers, waaronder Eneco.

DOE LS TE LLIN G Daarom stelt de afdeling Wind van Eneco vast dat ‘het landschap’ meer

aandacht moet krijgen in hun businessmodel. Landschappelijke inpassing zou

draagvlak kunnen vergroten bij lokale bestuurders en omwonenden.

DR AAGV LAK Het begrip landschappelijke inpassing, gaat uit van een afstemming tussen de

vormgeving van het windpark en landschapselementen en

landschapskwaliteiten. Volgens overheden en landschapsarchitecten is

landschappelijke inpassing niet de strategie die past bij grote windparken en de

hoge windturbines, het stuit op teveel weerstand.

De schaal van windparken en de maatvoering en vormgeving van de hoge

turbines zijn niet in overeenstemming te brengen met het bestaande landschap

of landschapsideaal. De hoogte van turbines leidt tot nivellering van het

landschap en vaak is de waarnemer niet in staat het windpark(ontwerp) als een

geheel te herkennen.

Page 4: Van landschappelijke inpassing naar bijpassing

Strikt genomen kan landschappelijke inpassing ook geen weerstand wegnemen

of draagvlak vergroten, zij houdt zich alleen bezig met fysieke elementen. Het

verkrijgen en vergroten van draagvlak wordt namelijk door drie factoren

bepaald en die staan tot elkaar in relatie: (1.) de mate waarin het object (het

windpark) fysiek zo min mogelijk verschilt met de bestaande omgeving (het

landschap), (2.) het sentiment van macht of zeggenschap onder omwonenden

tijdens dit inpassingsproces én (3.) in welke mate bestuurders en omwonenden

nieuwe waarden ervoor terugkrijgen.

W IN DP AR K-

ON TWER P

Dat betekent dat voor een windparkontwerp uitgegaan moet worden van een zo

rustig en behoudend mogelijk ontwerp, mede met het oog op de MER-

procedure. Geadviseerd wordt de volgende principes te hanteren: turbines bij

voorkeur in lijnopstelling(en) plaatsen, turbines van dezelfde hoogte, turbines

op gelijke opstelafstanden en op voldoende afstand van andere windparken (om

interventie, het waarnemen van draaiende wieken op verschillende afstand, te

voorkomen). Daarnaast dienen turbines niet naast cultuurhistorische elementen

geplaatst te worden.

IN P AS S IN G

WORD T

B IJP ASS IN G

Met deze principes wordt alleen uitgegaan van het minimaliseren van visuele

effecten dat windparken hebben op het landschap. Maar wanneer de grootte van

windparken en de hoogte van turbines toeneemt, geven zij niet alleen een groot

milieueffect op visueel gebied, maar hebben ook een groot effect op de sociale

omgeving, in de vorm van weerstand. Met dit effect op de sociale omgeving,

wordt compensatie en draagvlakverwerving steeds belangrijker, op welke

manier dan ook: op financieel gebied, met korting op of vergoeding van

energierekeningen, de mogelijkheid tot aandeelhouderschap met mitigerende

maatregelen, tot aan nieuwe (landschaps-)waarden. In het geval van de

draagvlakvergroting is de opstelling van turbine en het windparkontwerp van

minder groot belang dan de versterking van bestaande (landschaps-)waarden of

de ontwikkeling van nieuwe. Landschappelijke inpassing zou geen strategie

moeten zijn om draagvlak te vergroten, landschappelijk bijpassing wel.

LAN DSCH AP S -

ON TW IK KE LIN GS -

P LAN

De belangrijkste taak voor deze strategie is het verbinden van

plattelandbewoners met het landschap en het windpark. Want het

plattelandslandschap speelt een centrale rol als plaatsingslocatie voor turbines.

Het landschapsbezwaar kan tegengewicht geboden worden door de

Page 5: Van landschappelijke inpassing naar bijpassing

landschapsontwikkeling. Namelijk voor een windparkontwerp, in combinatie

met een landschapsontwerp (dat ontworpen wordt naar de landschapsbeleving),

zal meer draagvlak zijn. Vanuit bezwaren die betrekking hebben op het

landschap, criteria vanuit de MER en de groter wordende behoefte van het

buitengebied als recreatieve functie, dienen windenergie-initiatieven op het

platteland gepresenteerd te worden in een landschapsontwikkelingsplan (LOP).

Het landschap staat voorop en het windturbines wordt zo behouden mogelijk

opgesteld. Is het mogelijk om nieuwe technologische elementen, zoals

windturbines, te plaatsen in een landschapsbeeld met cultuurhistorische

elementen (het arcadisch landschapsideaal)? Dat is mogelijk wanneer

arcadische waarden zo versterkt worden, zodat de turbines niet of nauwelijks

meer storend zichtbaar zijn. Het wildernis landschapsbeeld dient waar mogelijk

gepromoot te worden. Het ontwikkelen van wildernislandschappen maakt het

opwerpen van zichtbarrières en het ontwikkelen van recreatieve waarden eerder

mogelijk.

LOP IN OPE N

P LAN PROCES

VORM

Daarbij dient grootschaligheid nagestreefd te worden. Dat is mogelijk via een

open planproces, waarbij gezocht wordt naar steeds meer partners, waar steeds

meer actoren betrokken worden en het landschap integraal ontwikkeld wordt.

Het proces kan zo vormgegeven worden dat bewoners en bestuurders een kans

krijgen te kunnen kiezen tussen mate van landschapsbehoud en minimale

effecten op het landschap of waardetoevoeging en landschapsontwikkeling. Het

open planproces moet uiteindelijk leiden tot een ontwerp tussen deze extremen.

ENECO De consequenties voor de organisatie Eneco Wind als zij kiest voor een LOP in

open planprocesvorm is dat zij kennis en kunde op het gebied van: marketing,

(open) procesmanagement, landschapsontwerp, landschapsbeleving en externe

communicatie (gericht op draagvlakvergroting) dient te bezitten of ‘in huis te

halen’, intern of via externe partijen. Daarmee dient Eneco de overheden zoals

gemeenten, provincies en waterschappen te overtuigen van een integraal plan,

zoals een landschapsontwikkelingsplan. De keuze voor een integraal windplan

(landschapsontwikkelingsplan of gebiedsontwikkelingsplan) zal een hogere

slagingskans per project, een beter imago voor projectontwikkelaar/

energieleverancier en grotere windparken opleveren.