100
Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4 Datum van uitgave: 08/09/2014 Vervangt: 30/01/2013 RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming 1.1. Productidentificatie Productnaam/naam : Brandstoffen, diesel Catalogus-nr. : 649-330-00-2 EG-nr. : 269-822-7 CAS-nr. : 68334-30-5 REACH registratienr. : 01-2119484664-27-0199 1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik Hoofdzakelijk gebruik : Industrieel gebruik,Professioneel gebruik,Particulier gebruik Specifiek gebruik : Uitvoerige informatie: zie blootstellingsscenario's in de bijlage van dit veiligheidsinformatieblad. 1.3. Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad Bedrijfsnaam : Transcor Energy Parc de L'Alliance, Boulevard de France 7 1420 Braine-L'Alleud , Belgium Telefoon +32 2 663 19 00 Telefax: +32 2 675 49 99 E-mail: [email protected] 1.4. Telefoonnummer voor noodgevallen Telefoonnummer voor noodgevallen : +32 3 575 03 30 (Dit telefoonnummer is bereikbaar gedurende 24 uur per dag, 7 dagen per week.) BELGIE/BELGIQUE Centre Anti- Poisons/Antigifcentrum/Giftnotrufzentrale c/o Hôpital Central de la Base - Reine Astrid +32 70 245 245 NETHERLANDS Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) NB Uitsluitend bestemd om professionele hulpverleners te informeren bij acute vergiftigingen +31 30 274 88 88 RUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren 2.1. Indeling van de stof of het mengsel 2.1.1. Indeling volgens Verordening (EU) 1272/2008/EG CLP-classificatie : Het product is geclassificeerd als gevaarlijk overeenkomstig Verordening 1272/2008/EG Flam. Liq. 3 H226 Asp. Tox. 1 H304 Skin Irrit. 2 H315 Acute Tox. 4 (Inhalation) H332 Carc. 2 H351 STOT RE 2 H373 Aquatic Chronic 2 H411 Volledige tekst van de H-zinnen: zie rubriek 16

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel · 7.3 Specifiek eindgebruik zie bijgevoegd blootstellingsscenario. ... Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie

  • Upload
    vulien

  • View
    215

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

RUBRIEK 1: Identificatie van de stof of het mengsel en van de vennootschap/onderneming

1.1. Productidentificatie

Productnaam/naam : Brandstoffen, diesel

Catalogus-nr. : 649-330-00-2

EG-nr. : 269-822-7

CAS-nr. : 68334-30-5

REACH registratienr. : 01-2119484664-27-0199

1.2. Relevant geïdentificeerd gebruik van de stof of het mengsel en ontraden gebruik

Hoofdzakelijk gebruik : Industrieel gebruik,Professioneel gebruik,Particulier gebruik

Specifiek gebruik : Uitvoerige informatie: zie blootstellingsscenario's in de bijlage van dit veiligheidsinformatieblad.

1.3. Details betreffende de verstrekker van het veiligheidsinformatieblad

Bedrijfsnaam : Transcor Energy Parc de L'Alliance, Boulevard de France 7 1420 Braine-L'Alleud , Belgium Telefoon +32 2 663 19 00 Telefax: +32 2 675 49 99 E-mail: [email protected]

1.4. Telefoonnummer voor noodgevallen

Telefoonnummer voor noodgevallen : +32 3 575 03 30 (Dit telefoonnummer is bereikbaar gedurende 24 uur per dag, 7 dagen per week.)

BELGIE/BELGIQUE Centre Anti-Poisons/Antigifcentrum/Giftnotrufzentrale c/o Hôpital Central de la Base - Reine Astrid

+32 70 245 245

NETHERLANDS Nationaal Vergiftigingen Informatie Centrum (NVIC) NB Uitsluitend bestemd om professionele hulpverleners te informeren bij acute vergiftigingen

+31 30 274 88 88

RUBRIEK 2: Identificatie van de gevaren

2.1. Indeling van de stof of het mengsel

2.1.1. Indeling volgens Verordening (EU) 1272/2008/EG

CLP-classificatie : Het product is geclassificeerd als gevaarlijk overeenkomstig Verordening 1272/2008/EG

Flam. Liq. 3 H226Asp. Tox. 1 H304Skin Irrit. 2 H315Acute Tox. 4 (Inhalation) H332Carc. 2 H351STOT RE 2 H373Aquatic Chronic 2 H411 Volledige tekst van de H-zinnen: zie rubriek 16

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

2.1.2. Indeling volgens EU-Richtlijnen 67/548/EG of 1999/45/EG

Kank.Cat.3; R40 Xn; R20 Xn; R65 Xi; R38 N; R51/53 Volledige tekst van de R-zinnen: zie rubriek 16

2.2. Etiketteringselementen

2.2.1. Etikettering volgens Verordening 1272/2008/EG

Gevarenpictogrammen :

GHS02

GHS07

GHS08

GHS09

Signaalwoord : Gevaar Gevarenaanduidingen : H226 - Ontvlambare vloeistof en damp.

H304 - Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. H315 - Veroorzaakt huidirritatie. H332 - Schadelijk bij inademing. H351 - Verdacht van het veroorzaken van kanker. H373 - Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. H411 - Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

Veiligheidsaanbevelingen : P210 - Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. P261 - Inademing van stof/rook/gas/nevel/damp/spuitnevel vermijden. P280 - Beschermende handschoenen/beschermende kleding/oogbescherming/gelaatsbescherming dragen. P301+P310 - NA INSLIKKEN: onmiddellijk een ANTIGIFCENTRUM/arts/ raadplegen. P331 - GEEN braken opwekken. P501 - Inhoud/ verpakking afvoeren naar een erkend afvalverwerkingsbedrijf.

2.2.2. Etikettering volgens de Richtlijnen (67/548/EG - 1999/45/EG)

Niet relevant

2.3. Andere gevaren

Andere gevaren : Deze stof wordt niet beschouwd als zeer persistent of zeer bioaccumulerend (zPzB). Deze stof wordt niet beschouwd als persistent, bioaccumulerend, of toxisch (PBT).

RUBRIEK 3: Samenstelling en informatie over de bestanddelen

3.1. Stoffen

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Stofnaam Productidentificatie % Classificatie volgens Richtlijn 67/548/EG

brandstoffen, diesel (CAS-nr.) 68334-30-5 (EG-nr.) 269-822-7 (Catalogus-nr.) 649-224-00-6 (REACH-nr) 01-2119484664-27-0199

> 99 Kank.Cat.3; R40 Xn; R20 Xn; R65 Xi; R38 N; R51/53

Stofnaam Productidentificatie % Classificatie volgens

Verordening (EG) Nr. 1272/2008 [EU-GHS/CLP]

brandstoffen, diesel (CAS-nr.) 68334-30-5 (EG-nr.) 269-822-7 (Catalogus-nr.) 649-224-00-6 (REACH-nr) 01-2119484664-27-0199

> 99 Flam. Liq. 3, H226 Acute Tox. 4 (Inhalation), H332 Skin Irrit. 2, H315 Carc. 2, H351 STOT RE 2, H373 Asp. Tox. 1, H304 Aquatic Chronic 2, H411

Voor de volledige tekst van de R-zinnen en (EU)H-zinnen die worden genoemd in deze rubriek, zie Rubriek 16.

3.2. Mengsels

Niet van toepassing

RUBRIEK 4: Eerstehulpmaatregelen

4.1. Beschrijving van de eerstehulpmaatregelen

Inhalatie : Slachtoffer naar de frisse lucht brengen en warm en rustig houden. Waarschuw een arts als irritatie optreedt en aanhoudt. bij ademhalingsklachten of ademstilstand kunstmatige beademing toepassen. Een arts raadplegen.

Huidcontact : Verontreinigde kleding onmiddellijk uittrekken. Na aanraking met de huid onmiddellijk wassen met veel water en zeep. In elk geval van twijfel of indien symptomen optreden, medische hulp inroepen. Bij verwonding door injectie onder hoge druk moet slachtoffer onmiddellijk medische hulp krijgen. Bij contact met heet product ontstaan thermische brandwonden. In koud water onderdompelen/nat verband aanbrengen. Onmiddellijk een arts raadplegen.

Oogcontact : Voorzichtig afspoelen met water gedurende een aantal minuten. Contactlenzen verwijderen, indien mogelijk. Blijven spoelen. In elk geval van twijfel of indien symptomen optreden, medische hulp inroepen.

Na inslikken : De mond spoelen. GEEN braken opwekken. nooit een bewustloze persoon of bij optredende krampen iets oraal toedienen. Onmiddellijk een arts raadplegen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Aanvullend advies : Eerste hulp: let op zelfbescherming! Persoonlijke bescherming: zie paragraaf 8 nooit een bewustloze persoon of bij optredende krampen iets oraal toedienen. In elk geval van twijfel of indien symptomen optreden, medische hulp inroepen. Dit veiligheidsinformatieblad aan de dienstdoende arts tonen. Symptomatische behandeling.

4.2. Belangrijkste acute en uitgestelde symptomen en effecten

Inhalatie : Schadelijk bij inademing. Volgende symptomen kunnen optreden: Ademhalingsirritatie.

Huidcontact : Veroorzaakt huidirritatie. Volgende symptomen kunnen optreden: erytheem (roodheid).

Oogcontact : Er worden geen schadelijke gevolgen verwacht. Volgende symptomen kunnen optreden: Irritatie.

Inslikken : Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. Inslikken kan irritatie van maag-darmkanaal, misselijkheid, braken en diarree veroorzaken.

Andere schadelijke effecten : Verdacht van het veroorzaken van kanker. Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. (thymus lever Beenmerg).

4.3. Vermelding van de vereiste onmiddellijke medische verzorging en speciale behandeling

Niet van toepassing

RUBRIEK 5: Brandbestrijdingsmaatregelen

5.1. Blusmiddelen

Geschikte blusmiddelen : Sproeiwater, alcoholbestendig schuim, Kooldioxide, Droogblusmiddel . Zand . Inert gas .

Ongeschikte blusmiddelen : Harde waterstraal

5.2. Speciale gevaren die door de stof of het mengsel worden veroorzaakt

Brandgevaar : Ontvlambare vloeistof en damp.

Specifieke gevaren : Dampen kunnen met lucht een explosief mengsel vormen. Dampen zijn zwaarder dan lucht en verspreiden zich mogelijk over de vloer. Dampen kunnen zich over grote afstanden verspreiden en door onstekingbronnen tot ontsteking, vlaminslag of explosie worden gebracht. Verhitten leidt tot drukverhoging en barstgevaar. Gevaarlijke ontledingsproducten : Koolstofoxiden

5.3. Advies voor brandweerlieden

Advies voor brandweerlieden : Evacueren. Speciale bescherming bij de brandbestrijding. In geval van brand: Beschermende ademhalingsapparatuur met perslucht dragen. Ter bescherming van personen en koeling van containers, in het gevarengebied watersproeistraal inzetten. Bluswater niet in de riolering of oppervlaktewater laten lopen. Afvalverwijdering volgens overheidsbepalingen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

RUBRIEK 6: Maatregelen bij het accidenteel vrijkomen van de stof of het mengsel

6.1. Persoonlijke voorzorgsmaatregelen, beschermde uitrusting en noodprocedures

Niet voor noodgevallen opgeleid personeel : Evacueren. Voor voldoende ventilatie zorgen. De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Persoonlijke bescherming: zie paragraaf 8 Damp/spuitnevel niet inademen. Contact met huid, ogen en kleding vermijden. Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. zorg ervoor dat de uitrusting geaard is. Tegen ontploffing beschermde installaties, apparatuur, afzuiginstallaties, apparaten etc. gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken.

Inzetkrachten : Voorzorgsmaatregelen treffen en opleiding voor noodontsmetting en verwijdering geven. De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Persoonlijke bescherming: zie paragraaf 8.

6.2. Milieuvoorzorgsmaatregelen

Milieuvoorzorgsmaatregelen : Niet in riolering en/of grond water en/of open water lozen. Als het product rivieren, meren of riolen vervuilt de respectievelijke autoriteiten op de hoogte stellen.

6.3. Insluitings- en reinigingsmethoden en -materiaal

Reinigingsmethoden : Ontstekingsbronnen verwijderen. Voor voldoende ventilatie zorgen. blijf in de opwaartse wind/houd afstand van de bron. Het lek dichten als dat veilig gedaan kan worden. Met vloeistofbindende stoffen (zand, zuurbinder, universeel binder) opnemen. In geschikte, gesloten containers verzamelen en verwijderen. Aflevering bij een erkend afvalverwerkingsbedrijf. locatie dient te zijn voorzien van een rampenplan op basis waarvan wordt gewaarborgd dat adequate veiligheidsmaatregelen worden getroffen om de effecten van episodische vrijkomingen te minimaliseren.

6.4. Verwijzing naar andere rubrieken

Persoonlijke bescherming: zie paragraaf 8 Afvalverwijdering: zie paragraaf 13.

RUBRIEK 7: Hantering en opslag

7.1. Voorzorgsmaatregelen voor het veilig hanteren van de stof of het mengsel

Hantering : Contact met huid, ogen en kleding vermijden. Voor voldoende ventilatie zorgen. De nodige persoonlijke beschermingsuitrusting gebruiken. Persoonlijke bescherming: zie paragraaf 8 Vermenging met chemisch op elkaar inwerkende materialen absoluut vermijden. Zie ook rubriek 10 Goede procescontrole waarborgen om emissies tot een minimum te beperken (temperatuur, concentratie, pH-waarde, tijd). mag niet in contact met de grond resp. het oppervlakte- of grondwater komen. Damp/spuitnevel niet inademen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken. zorg ervoor dat de uitrusting geaard is. Tegen ontploffing beschermde installaties, apparatuur, afzuiginstallaties, apparaten etc. gebruiken. Uitsluitend vonkvrij gereedschap gebruiken.

Verstrek ook advies inzake algemene beroepsmatige hygiëne : voor goede bedrijfshygiëne zorgen. handen en gezicht voor pauzes en direct na omgang met het product wassen. Verontreinigde kleding uittrekken. Niet eten, drinken of roken tijdens gebruik. werkkleding apart bewaren. Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken.

7.2. Voorwaarden voor een veilige opslag, met inbegrip van incompatibele producten

Opslag : bepekte opslagfaciliteiten voor het verhinderen van grond- en waterverontreiniging bij morsen. Op een droge, koele en goed geventileerde plaats bewaren. Niet bewaren in de buurt van of samen met een van de incompatibele stoffen uit rubriek 10. Verwijderd houden van warmte, hete oppervlakken, vonken, open vuur en andere ontstekingsbronnen. Niet roken.

Verpakkingsmateriaal : Uitsluitend in de oorspronkelijke verpakking bewaren. Roestvrijstaal Koolstofstaal

7.3 Specifiek eindgebruik

zie bijgevoegd blootstellingsscenario.

RUBRIEK 8: Maatregelen ter beheersing van blootstelling/persoonlijke bescherming

8.1. Controleparameters

Grenswaarden voor blootstelling :

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

België Grenswaarde (mg/m³) 100 mg/m³ (aerosol and vapor)

Italië - Portugal - USA ACGIH

ACGIH TWA (mg/m³) 100 mg/m³ (inhalable fraction and vapor)

Ierland OEL (8 hours ref) (mg/m³) 100 mg/m³

Ierland OEL (15 min ref) (mg/m3) 300 mg/m³ (calculated)

Polen NDS (mg/m³) 0,5 mg/m³ (respirable fraction stable particulates)

Aanbevolen toezichtprocedures : Personenluchtcontrole Regeling ruimteventilatie

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

DNEL/DMEL (werknemers)

Acuut - systemische effecten, inhalatie 4300 mg/m³ (15 min.)

Langdurig - systemische effecten, dermaal

2,9 mg/kg (8 h)

Langdurig - systemische effecten, inhalatie

68 mg/m³ (8 h)

DNEL/DMEL (algemene bevolking)

Acuut - systemische effecten, inhalatie 2600 mg/m³ (15 min.)

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

Langdurig - systemische effecten, inhalatie

20 mg/kg lichaamsgewicht/dag

Langdurig - systemische effecten, dermaal

1,3 mg/kg lichaamsgewicht/dag

PNEC (Aanvullende informatie)

Aanvullende informatie Stof met onbekende of variabele samenstelling, complexe reactieproducten of biologisch materiaal (UVCB)

8.2. Maatregelen ter beheersing van blootstelling

Persoonlijke bescherming : Het type beschermingsmiddelen is afhankelijk van de concentratie en hoeveelheid gevaarlijke stoffen op de betreffende werkplek.

Bescherming van de ademhalingswegen : Bij ontoereikende ventilatie een geschikte adembescherming dragen. halfmasker (EN 140) Geheelmasker (EN 136) Filtertype: ABEK/P De adembeschermingsfilterklasse moet worden aangepast aan de maximale concentratie schadelijke stoffen (gas/damp/aerosol/partikels) die bij de omgang met het product kan ontstaan. Bij een overschrijding van de concentratie een isoleerapparaat gebruiken! (EN 137)

Bescherming van de handen : Chemisch resisente handschoenen (getest conform EN 374),Beschermingshandschoenen tegen chemicaliën moeten in hun uitvoering afhankelijk van de concentatie van de gevaarlijke en -hoeveelheid speciaal voor de werkplek uitgekozen worden.

Oogbescherming : Oogbescherming conform EN 166 gebruiken als bescherming tegen vloeistofspatten. (EN 166)

Lichaamsbescherming : geschikte overall dragen om blootstelling van de huid te voorkomen. Verontreinigde kleding wassen alvorens deze opnieuw te gebruiken.

Bescherming tegen thermische gevaren : Speciale uitrusting gebruiken. Beschermende handschoenen tegen thermische gevaren (EN 407)

Technische controlemaatregelen : Voor voldoende ventilatie zorgen. Organisatorische maatregelen met betrekking tot het voorkomen/de beperking van de vrijkoming, de verspreiding en de blootstelling Veilige verwerking: zie paragraaf 7 wasgelegenheid/water voor de reiniging van de ogen en de huid dient aanwezig te zijn. Maatregelen treffen tegen ontladingen van statische elektriciteit. zorg ervoor dat de uitrusting geaard is.

Beheersing van milieublootstelling : mag niet in contact met de grond resp. het oppervlakte- of grondwater komen. Voldoen aan de toepasselijke wetgeving van de Gemeenschap inzake milieubescherming

RUBRIEK 9: Fysische en chemische eigenschappen

9.1. Informatie over fysische en chemische basiseigenschappen

Uiterlijk : vloeibaar

Kleur : helder, geel, bruin

Geur : petroleumkoolwaterstofgeur

Geurdrempelwaarde : Geen gegevens beschikbaar

pH : Geen gegevens beschikbaar

Smelt-/vriespunt : -40 - 6

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Beginkookpunt en kooktraject : 141 - 462 °C

Vlampunt : > 56 °C

Verdampingssnelheid : Geen gegevens beschikbaar

Ontvlambaarheid (vast,gas) : Ontvlambare vloeistof en damp.

Bovenste/onderste ontvlambaarheids- of explosiegrenswaarden : Geen gegevens beschikbaar

Dampdruk : 0,4 kPa @ 40°C

Dampspanning : Geen gegevens beschikbaar

Dichtheid : 0,8 - 0,91 g/cm³

Relatieve dichtheid : Geen gegevens beschikbaar

Oplosbaarheid in water : Substantie is een complexe UVCB

Oplosbaarheid van andere middelen : niet van toepassing

n-Octanol/Water verdelingscoëfficiënt : Substantie is een complexe UVCB

Zelfontbrandingstemperatuur : >= 225 °C

Ontledingstemperatuur : Geen gegevens beschikbaar

Viscositeit : >= 1,5 mm²/s

Explosieve eigenschappen : Niet van toepassing De test dient niet te worden uitgevoerd, aangezien de molecule geen chemische groepen bevat op grond waarvan mogelijke explosieve eigenschappen kunnen worden vermoed.

Brandbevorderende eigenschappen : Niet van toepassing Het classificatieproces hoeft niet te worden gebruikt omdat er geen chemische groepen in het molecuul zitten met oxiderende eigenschappen.

9.2. Overige informatie

Gehalte aan vluchtige organische verbindingen (VOC) in gewichtspocent : 99 %

RUBRIEK 10: Stabiliteit en reactiviteit

10.1. Reactiviteit

Reactiviteit : Ontvlambare vloeistof en damp. Verwijzing naar andere rubrieken: 10.5

10.2. Chemische stabiliteit

Stabiliteit : Het product is bij opslag bij normale omgevingstemperaturen stabiel.

10.3. Mogelijke gevaarlijke reacties

Mogelijke gevaarlijke reacties : Dampen kunnen met lucht een explosief mengsel vormen. Verwijzing naar andere rubrieken: 10.4 & 10.5

10.4. Te vermijden omstandigheden

Te vermijden omstandigheden : Uit de buurt houden van warmtebronnen (b.v. hete oppervlakken), vonken en open vuur.

10.5. Chemisch op elkaar inwerkende materialen

Chemisch op elkaar inwerkende materialen : Ontvlambare stoffen

10.6. Gevaarlijke ontledingsproducten

Gevaarlijke ontledingsproducten : Verwijzing naar andere rubrieken: 5.2

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

RUBRIEK 11: Toxicologische informatie

11.1. Informatie over toxicologische effecten

Acute toxiciteit : Inademen: Schadelijk bij inademing.

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

LD50/oraal/rat > 5000 mg/kg

LD50/dermaal/konijn > 2000 mg/kg

LC50/inhalatie/4uur/rat 4100 mg/m³

Huidcorrosie/-irritatie : Veroorzaakt huidirritatie.

pH: Geen gegevens beschikbaar Ernstig oogletsel/oogirritatie : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de

indelingscriteria is niet voldaan.) pH: Geen gegevens beschikbaar

Sensibilisatie van de luchtwegen/de huid : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de

indelingscriteria is niet voldaan.) Mutageniteit in geslachtscellen : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de

indelingscriteria is niet voldaan.) kankerverwekkendheid : Verdacht van het veroorzaken van kanker.

Giftigheid voor de voortplanting : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de

indelingscriteria is niet voldaan.) STOT bij eenmalige blootstelling : Niet geclassificeerd (Gebaseerd op beschikbare gegevens; aan de

indelingscriteria is niet voldaan.) STOT bij herhaalde blootstelling : Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde

blootstelling.

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

NOAEL (dermaal, rat/konijn, 90 dagen) 30 mg/kg lichaamsgewicht/dag

Gevaar bij inademing : Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt.

Overige informatie

Symptomen die verband houden met de fysische, chemische en toxicologische eigenschappen,Voor meer informatie, zie paragraaf 4

RUBRIEK 12: Ecologische informatie

12.1. Toxiciteit

Toxiciteit : Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen.

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

LC50 vissen 1 21 mg/l (96 h)

EC50 Daphnia 1 68 mg/l (48h)

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

brandstoffen, diesel (68334-30-5)

EC50 andere waterorganismen 1 > 1000 mg/l (40 h)

ErC50 (algen) 22 mg/l (72 h)

NOEC chronisch vis 0,083 mg/l

NOEC chronisch schaaldieren 0,2 mg/l

12.2. Persistentie en afbreekbaarheid

Persistentie en afbreekbaarheid : Licht biologisch afbreekbaar. (Substantie is een complexe UVCB.)

12.3. Bioaccumulatie

Bioaccumulatie : Substantie is een complexe UVCB. n-Octanol/Water verdelingscoëfficiënt : Substantie is een complexe UVCB

12.4. Mobiliteit in de bodem

Mobiliteit : Substantie is een complexe UVCB

12.5. Resultaten van PBT- en zPzB-beoordeling

PBT/vPvB gegevens : Niet van toepassing Substantie is een complexe UVCB

12.6. Andere schadelijke effecten

Overige informatie :

RUBRIEK 13: Instructies voor verwijdering

13.1. Afvalverwerkingsmethoden

afval product: : mag niet in contact met de grond resp. het oppervlakte- of grondwater komen. lege containers en afval veilig verwijderen. Veilige verwerking: zie paragraaf 7 Raadpleeg fabrikant/leverancier voor informatie over terugwinning/recycling. Recycling heeft de voorkeur boven verwijdering of verbranding Als recycling niet mogelijk is, verwijderen in overeenstemming met de plaatselijke voorschriften voor het verwijderen van afval Afvalverwijdering volgens overheidsbepalingen.

Verontreinigde verpakking : Gebruik nooit druk om de container te legen. Zelfs na gebruik niet doorprikken of verbranden. Vervuilde verpakkingen moeten zoals de oorspronkelijke inhoud behandeld worden. Afvalverwijdering volgens overheidsbepalingen.

verdere ecologische aanwijzingen : Niet in de riolering of open wateren lozen.

IAanbevelingslijst voor afvalsleutel/afvalaanduidingen volgens EAKV

: Deze stof en de verpakking als gevaarlijk afval afvoeren. Afvalcodes moeten worden toegekend door de gebruiker, op basis van de toepassing waarvoor het product gebruikt is.

RUBRIEK 14: Informatie met betrekking tot het vervoer

14.1. VN-nummer

VN-nummer : 1202

14.2. Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN

Officiële benaming voor het transport : STOOKOLIE

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Juiste ladingnaam overeenkomstig de modelreglementen van de VN IATA/IMDG

: Diesel Fuel

14.3. Transportgevarenklasse(n)

14.3.1. Landtransport

ADR/RID : code tunnelbeperking : D/E Klasse(n) : 3 - Ontvlambare vloeistof Gevaarnummer (Kemler-nr.) : 30 Classificeringscode : F1 ADR/RID-etiketten : 3 - Ontvlambare vloeistof

14.3.2. Transport op binnenlandse wateren (ADN)

ADN : Gevaren : 3 + N2 + F Klasse (VN) : 3

14.3.3. Transport op open zee

Class or Division : 3 - ontvlambare vloeibare stoffen

14.3.4. Luchttransport

Class or Division : 3 - ontvlambare vloeibare stoffen

14.4. Verpakkingsgroep

Verpakkingsgroep : III

14.5. Milieugevaren

Milieugevaren : N

Overige informatie : ADN : N2.

14.6 Bijzondere voorzorgen voor de gebruiker Geen gegevens beschikbaar

14.7 Vervoer in bulk overeenkomstig bijlage II bij MARPOL 73/78 en de IBC-codeGeen gegevens beschikbaar

RUBRIEK 15: Regelgeving

15.1. Specifieke veiligheids-, gezondheids- en milieureglementen en -wetgeving voor de stof of het mengsel

15.1.1. EU-voorschriften

De volgende beperkingen zijn van toepassing overeenkomstig bijlage XVII van de REACH-verordening (EG) nr. 1907/2006 :

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

3. Vloeibare stoffen of mengsels die overeenkomstig Richtlijn 1999/45/EG als gevaarlijk worden beschouwd of die voldoen aan de criteria van een of meer van de volgende gevarenklassen of categorieën van bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 : Brandstoffen, diesel

Dit product bevat een ingrediënt volgens de kandidaatlijst van Bijlage XIV van de REACH-Verordening 1907/2006/EG. : geen

Vergunningen : Niet van toepassing

Gehalte aan vluchtige organische verbindingen (VOC) in gewichtspocent

: 99 %

15.1.2. Nationale voorschriften

DE : WGK : 2

15.2. Chemische veiligheidsbeoordeling

Chemischeveiligheidsbeoordeling : Voor deze stof is een chemische veiligheidsbeoordeling uitgevoerd.

RUBRIEK 16: Overige informatie

Volledige inhoud van de R-, H- en EUH-zinnen: Acute Tox. 4 (Inhalation) : Acute toxiciteit bij inademing, Categorie 4 Aquatic Chronic 2 : Gevaar voor het aquatisch milieu - Chronisch aquatisch gevaar 2 Asp. Tox. 1 : Aspiratiegevaar, Categorie 1 Carc. 2 : Kankerverwekkendheid, Categorie 2 Flam. Liq. 3 : Ontvlambare vloeistoffen, Categorie 3 Skin Irrit. 2 : Huidcorrosie/-irritatie, Categorie 2 STOT RE 2 : Specifieke doelorgaantoxiciteit bij herhaalde blootstelling, Categorie 2 H226 : Ontvlambare vloeistof en damp. H304 : Kan dodelijk zijn als de stof bij inslikken in de luchtwegen terechtkomt. H315 : Veroorzaakt huidirritatie. H332 : Schadelijk bij inademing. H351 : Verdacht van het veroorzaken van kanker. H373 : Kan schade aan organen veroorzaken bij langdurige of herhaalde blootstelling. H411 : Giftig voor in het water levende organismen, met langdurige gevolgen. R20 : Schadelijk bij inademing. R38 : Irriterend voor de huid. R40 : Carcinogene effecten zijn niet uitgesloten. R51/53 : Vergiftig voor in het water levende organismen; kan in het aquatisch milieu op lange

termijn schadelijke effecten veroorzaken. R65 : Schadelijk: kan longschade veroorzaken na verslikken. N : Milieugevaarlijk Xi : Irriterend Xn : Schadelijk

Belangrijke literatuuropgaven en gegevensbronnen

: European Chemicals Bureau

Paragrafen op het veiligheidsinformatieblad die herzien

: 1,3,4,5,2,6,7,8,9,10,11,12,13,14,15,16

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

zijn

Afkortingen en acroniemen : DNEL = Afgeleide doses zonder effect DMEL = Afgeleid minimum effect niveau PNEC = Voorspelde concentraties zonder effect OEL-STEL = Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling - grenswaarden voor kortstondige blootstelling (STEL) TWA = tijdgewogen gemiddelde LC50 = Mediaan dodelijke concentratie LD50 = Mediaan dodelijke dosis LL50 = Mediaan letale dosis EC50 = effectieve-concentratiemediaan EL50 = Median effective level ErC50 = EC50 op het vlak van vertraging van de groeisnelheid ErL50 = EL50 op het vlak van vertraging van de groeisnelheid NOEL = No Observed Effect Level NOEC = concentratie zonder waargenomen effect NOELR = dosis zonder waargenomen effect NOAEC = concentratie zonder waargenomen schadelijk effect NOAEL = Dosis waarbij geen schadelijk effect wordt waargenomen EWC = Europese afvalstoffenlijst NA = Niet van toepassing N.O.S. = Niet elders genoemde VOC = Vluchtige organische verbindingen mg/kg BW = mg/kg lichaamsgewicht QSAR = Kwantitatieve structuur-werking-relatie (QSAR) ADN = Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen op de Rijn ADR = Europese overeenkomst betreffende het internationale vervoer van gevaarlijke goederen over de weg CLP = indeling, etikettering en verpakking van stoffen overeenkomstig 1272/2008/EG IATA = Internationale Luchtvaartassociatie (International Air Transport Association) IMDG = Internationale Code voor het vervoer van gevaarlijke stoffen over zee LEL = onderste ontstekingsgrens/onderste explosiegrens UEL = bovenste explosiegrens/bovenste ontstekingsgrens REACH = de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen WGK = Wassergefährdungsklasse (Water Hazard Class under German Federal Water Management Act) ABM = Algemene beoordelingsmethodiek UVCB = Stof met onbekende of variabele samenstelling, complexe reactieproducten of biologisch materiaal (UVCB)

De inhoud en het formaat van dit veiligheidsinformatieblad (VIB) zijn in overeenstemming met Richtlijnen 1999/45/EG, 67/548/EG, 1272/2008/EG en Verordening 1907/2006/EG (REACH) Annex II van de EEG Commissie.

AFWIJZING VAN AANSPRAKELIJKHEID De informatie in dit veiligheidsinformatieblad werd verkregen van bronnen die, naar beste weten, betrouwbaar zijn. De informatie werd echter ter beschikking gesteld zonder enige garantie - direct of geïmpliceerd - betreffende de correctheid. De omstandigheden of methoden van hantering, opslag, gebruik of het afwerken van het product, liggen buiten onze controle en beheersing en kunnen eventueel ook buiten onze kennis liggen. Om deze en ook om andere redenen, accepteren wij geen enkele aansprakelijkheid terwijl aansprakelijkheid voor verliezen, beschadiging of onkosten uitdrukkelijk wordt afgewezen die op welke wijze dan ook, kunnen voortvloeien uit de hantering, de opslag, het gebruik of het afwerken en afdanken van het product. Dit veiligheidsinformatieblad werd samengesteld, en dient ook uitsluitend te worden gebruikt, voor dit product. Als het product wordt gebruikt als een component in een ander product, is het mogelijk dat de gegevens op het VIB niet van toepassing zijn.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 01

Productie van de stof

BS Ref.: 01

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC15

SU3, SU8, SU9

ERC1, ERC4

ESVOC SPERC 1.1.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Productie van de stof of toepassing als proceschemicalië of extractiemiddel in gesloten of gekapselde systemen. bevat toevallige blootstellingen bij recycling/verwerking, materiaaltransfer, bij opslag en monstername en hiermee verbonden laboratoriums-, onderhouds en ladingswerkzaamheden (inclustief zee-/binnenschepen, weg-/spoorvoertuigen en bulkcontainers).

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC15)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Bedrijf vindt plaats bij verhoogde temperatuur (>20 °C boven de omgevingstemperatuur).,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Gesloten lading en lossing van bulkgoederen E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Open lading en lossing van bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS85 - opslag van bulkproduct E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC1, ERC4)

ERC1 Vervaardiging van stoffen

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 28000000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,021

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 600000

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

2000000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

beïnvloed Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,0001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

90

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

90,3

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

3300000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

10000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Tijdens de productie ontstaat geen stofafval.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Tijdens de productie ontstaat geen stofafval.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.,gescaleerde plaatselijke beoordelingen voor EU-raffinaderijen zijn op basis van de locatiespecifieke gegevens opgesteld en bijgevoegd in de PETRORISK-file "Locatiespecifieke Productie".,wanneer uit de scalering een voorwaarde met een onzekere toepassing (d.w.z. RCR > 1) blijkt, zijn aanvullende RMM's of een bedrijfsspecifieke stofveiligheidsbeoordeling noodzakelijk.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 02

Toepassing als tussenproduct

BS Ref.: 02

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC15

SU3, SU8, SU9

ERC6a

ESVOC SPERC 6.1a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Gebruik van de stof als tussenproduct in gesloten of gekapselde systemen (staat niet in samenhang met de streng gecontroleerde voorwaarden). bevat toevallige blootstellingen bij recycling/verwerking, materiaaltransfer, bij opslag en monstername en hiermee verbonden laboratoriums-, onderhouds en ladingswerkzaamheden (inclustief zee-/binnenschepen, weg-/spoorvoertuigen en bulkcontainers).

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC15)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Bedrijf vindt plaats bij verhoogde temperatuur (>20 °C boven de omgevingstemperatuur).,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Gesloten lading en lossing van bulkgoederen E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Open lading en lossing van bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS85 - opslag van bulkproduct E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC6a)

ERC6a Industrieel gebruik dat resulteert in de vervaardiging van een andere stof (gebruik van tussenproducten)

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 350000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,043

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 15000

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

50000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,001

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,0001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

80

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

51,6

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

410000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

deze stof wordt tijdens het gebruik verbruikt en de stof produceert geen afval.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

deze stof wordt tijdens het gebruik verbruikt en de stof produceert geen afval.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 03

Verdeling van de stof

BS Ref.: 03

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC15

SU3

ERC1, ERC2, ERC3, ERC4, ERC5, ERC6a, ERC6b, ERC6c, ERC6d, ERC7

ESVOC SPERC 1.1b.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Laden (inclusief zee-/binnenschepen, spoor-/wegvoertuigen en IBC-lading) en ompakken (inclusief vaten en kleine verpakkingen) van de stof inclusief de monsters, de opslag, het uitladen, de verdeling en de desbetreffende laboratoriumwerkzaamheden ervan.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC15)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Gesloten lading en lossing van bulkgoederen E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Open lading en lossing van bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS6 - Vullen van vaten en kleinverpakkingen PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC1, ERC2, ERC3, ERC4, ERC5, ERC6a, ERC6b, ERC6c, ERC6d, ERC7)

ERC1 Vervaardiging van stoffen

ERC2 Formulering van preparaten

ERC3 Formulering in materialen

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

ERC5 Industrieel gebruik dat leidt tot opname in of op een matrix

ERC6a Industrieel gebruik dat resulteert in de vervaardiging van een andere stof (gebruik van tussenproducten)

ERC6b Industrieel gebruik van reactieve verwerkingshulpmiddelen

ERC6c Industrieel gebruik van monomeren voor de vervaardiging van thermoplasten

ERC6d Industrieel gebruik van procesregulatoren voor polymerisatieprocessen bij de productie van harsen, rubbers, polymeren

ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 28000000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,002

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 56000

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

190000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,001

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,000001

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

90

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

2900000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 04

Preparatie en (om)pakken van stoffen en mengels

BS Ref.: 04

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC14, PROC15

SU3, SU10

ERC2

ESVOC SPERC 2.2.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten prepareren, pakken en ompakken van de stof en de mengsels ervan in massa- of continue processen inclusief opslag, transport, mengen, tabletteren, persen, pelleteren, extrusie, pakken in kleine en grote maatstaf, monstername, onderhoud en desbetreffende laboratoriumwerkzaamheden

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC14, PROC15)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC14 Productie van preparaten* of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches vatpompen gebruiken of containers zorgvuldig leeggieten.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS14 - Overbrengen in bulk E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS30 - mengbewerkingen (open systemen) zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS100 - Vervaardiging of tussenproducten of voorwerpen door tabletteren, samenpersen, extrusie of palletering

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS6 - Vullen van vaten en kleinverpakkingen PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC2)

ERC2 Formulering van preparaten

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 28000000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0011

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 30000

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

100000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (conform typische locatie-RMM in overeenstemming met de EU-oplosmiddelrichtlijn):

0,01

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00002

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,0001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

0

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

59,9

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

680000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 05

Toepassingen in coatings

BS Ref.: 05

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC10, PROC13, PROC15

SU3

ERC4

ESVOC SPERC 4.3a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing in coatings (verf, inkt, kleefmiddelen etc.) inclusief blootstelling tijdens de toepassing (inclusief materiaalaanname, opslag, voorbereiding en omvullen van bulk- en semi-bulk, aanbrengen door sproeien, rollen, handmatig spuiten, dompelen, doorloop, vloeicoating in productiestraten alsmede laagvorming) en reiniging van de installatie, onderhoud en desbetreffende laboratoriumwerkzaamheden.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC10, PROC13, PROC15)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)

PROC7 Spuiten in een industriële omgeving

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS14 - Overbrengen in bulk E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS3 - Overbrengen van stoffen,CS8 - Overbrengen van vaten/batches,Afvullen van en gieten uit houders

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Voorbereiding van het materiaal voor de toepassing,CS30 - mengbewerkingen (open systemen)

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Laagvorming - sneldroging, naharden en andere technologieën

E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).

Laagvorming - luchtdrogen Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Sproeien (automatisch/robotgestuurd) Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).

CS24 - Spuiten/vernevelen door handmatig aanbrengen

PPE29 - Draag adembescherming volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.,PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..,EI19 - Zorg voor goed opgeleide

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

werkers om blootstelling te minimaliseren.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).

Aanbrengen door middel van rollen, spuiten of vloeien PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS4 - Dippen, dompelen en gieten PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS100 - Vervaardiging of tussenproducten of voorwerpen door tabletteren, samenpersen, extrusie of palletering

geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC4)

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 8100

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

1

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 8100

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

27000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,98

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00007

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inhaleren) veroorzaakt.,uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische 90

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

terugwinnings-efficiëntie van (%):

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

58,2

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

140000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 06

Toepassingen in coatings

BS Ref.: 06

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8A, PROC8B, PROC10, PROC11, PROC13, PROC15, PROC19

SU22

ERC8a, ERC8d

ESVOC SPERC 8.3b.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing in coatings (verf, inkt, kleefmiddelen etc.) inclusief blootstelling tijdens de toepassing (inclusief materiaalaanname, opslag, voorbereiding en omvullen van bulk en semi-bulk, aanbrengen door sproeien, rollen, verven of handmatig spuiten of soortgelijke procedures alsmede laagvorming) en reiniging van de installatie, onderhoud en desbetreffende laboratoriumwerkzaamheden.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC8A, PROC8B, PROC10, PROC11, PROC13, PROC15, PROC19)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

PROC19 Handmatig mengen met intiem contact en uitsluitend persoonlijke beschermingsmiddelen beschikbaar

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS3 - Overbrengen van stoffen,CS8 - Overbrengen van vaten/batches

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Voorbereiding van het materiaal voor de toepassing,CS29 - mengbewerkingen (gesloten systemen)

geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Voorbereiding van het materiaal voor de toepassing,CS30 - mengbewerkingen (open systemen)

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Laagvorming - luchtdrogen PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS24 - Spuiten/vernevelen door handmatig aanbrengen,binnen

E57 - Uitvoeren in een geventileerde spuitcabine of een gesloten ruimte met afzuiging.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).

CS24 - Spuiten/vernevelen door handmatig aanbrengen,Buiten

PPE29 - Draag adembescherming volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.,PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

werknemers..,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

Aanbrengen door middel van rollen, spuiten of vloeien PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.

CS4 - Dippen, dompelen en gieten PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS72 - Aanbrengen met de hand - vingerverven, pastelstiften, lijmen

PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..,OC17 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 5 %.

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC8a, ERC8d)

ERC8a Wijdverbreid gebruik (binnen) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

ERC8d Wijdverbreid gebruik (buiten) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 2300

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1,2

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

3,2

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,98

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken)

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

en vrijkomingen in de grond veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

50

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

(http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 07

Toepassing in boor- en transportbedrijf in olie- en gasvelden

BS Ref.: 07

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B

SU3

ERC4

ESVOC SPERC 1.1.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Booroperaties voor olievelden (inclusief boorslib en boorgatreiniging) inclusief transport, prepareren ter plaatse, boorkopbediening, trilwerkzaamheden en desbetreffend onderhoud.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

CS14 - Overbrengen in bulk E52 - Overbrengen over gesloten lijnen.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS115 - (Opnieuw) samenstellen van boorsuspensie geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS116 - Boorplatformactiviteiten PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS117 - Bediening van filterapparatuur voor vaste stoffen,Verhoogde temperatuur

E71 - De apparatuur voorzien van een geschikt geplaatste opvangkap.

CS120 - Schoonmaken van filterapparatuur voor vaste stoffen

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Behandeling en verwijdering van snijafval zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Gieten uit kleine containers PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC4, ESVOC SPERC 1.1.v1)

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

ESVOC SPERC 1.1.v1 Vervaardiging van stoffen: Industrie (SU8, SU9)

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 7750

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

Niet van toepassing

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): Niet van toepassing

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

Niet van toepassing

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Frequentie en duur van het gebruik Aantal emissiedagen per jaar Niet van toepassing

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: Niet van toepassing

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

Niet van toepassing

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

Niet van toepassing

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

het lozen in de aquatische omgeving is beperkt (zie Paragraaf 4.2).

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Niet van toepassing

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

Niet van toepassing

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

Niet van toepassing

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Vrijkoming in de omgeving conform wettelijke bepalingen voorkomen.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

Niet van toepassing

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

Niet van toepassing

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

Niet van toepassing

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

Niet van toepassing

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 door het ontbreken van emissies in de aquatische omgeving is geen kwalitatieve benadering ten aanzien van de blootstellings- en risicobeoordeling mogelijk.,Kwalitatieve benadering voor het concluderen van veilig gebruik toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de leging in de aquatische omgeving is wettelijk beperkt; de industrie verbiedt deze vrijkoming.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 08

Toepassing in boor- en transportbedrijf in olie- en gasvelden

BS Ref.: 08

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B

SU22

ERC8d

Behandelde processen, taken en activiteiten Booroperaties voor olievelden (inclusief boorslib en boorgatreiniging) inclusief transport, prepareren ter plaatse, boorkopbediening, trilwerkzaamheden en desbetreffend onderhoud.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

CS14 - Overbrengen in bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS115 - (Opnieuw) samenstellen van boorsuspensie geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS116 - Boorplatformactiviteiten PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS117 - Bediening van filterapparatuur voor vaste stoffen,Verhoogde temperatuur

E71 - De apparatuur voorzien van een geschikt geplaatste opvangkap.

CS120 - Schoonmaken van filterapparatuur voor vaste stoffen

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Behandeling en verwijdering van snijafval zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Gieten uit kleine containers PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC8d)

ERC8d Wijdverbreid gebruik (buiten) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 7750

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

Niet van toepassing

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): Niet van toepassing

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

Niet van toepassing

Frequentie en duur van het gebruik Aantal emissiedagen per jaar Niet van toepassing

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: Niet van toepassing

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

beïnvloed

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

Niet van toepassing

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

Niet van toepassing

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

het lozen in de aquatische omgeving is beperkt (zie Paragraaf 4.2).

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Niet van toepassing

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

Niet van toepassing

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

Niet van toepassing

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Vrijkoming in de omgeving conform wettelijke bepalingen voorkomen.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

Niet van toepassing

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

Niet van toepassing

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

Niet van toepassing

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

Niet van toepassing

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 door het ontbreken van emissies in de aquatische omgeving is geen kwalitatieve benadering ten aanzien van de blootstellings- en risicobeoordeling mogelijk.,Kwalitatieve benadering voor het concluderen van veilig gebruik toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de leging in de aquatische omgeving is wettelijk beperkt; de industrie verbiedt deze vrijkoming.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 09

Smeerstoffen

BS Ref.: 09

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC13, PROC17, PROC18

SU3

ERC4, ERC7

ESVOC SPERC 4.6a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing van formuleringen van smeerstof in gesloten en open systemen inclusief transport, bediening van machines/motoren en soortgelijke producten, bewerken van uitschot, onderhoud van installaties en verwijdering van afgewerkte olie.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC13, PROC17, PROC18)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC7 Spuiten in een industriële omgeving

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC17 Smeren onder hoogenergetische omstandigheden en in een deels open proces

PROC18 Invetten onder hoogenergetische omstandigheden

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.

CS14 - Overbrengen in bulk E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS75 - initiële fabrieksvulling van apparatuur PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS17 - Bedienen en smeren van hoog energetische open apparatuur

zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.,E68 - Beperk de oppervlakte van de openingen naar de apparatuur.

Met roller of kwast aanbrengen PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS35 - Behandeling door dippen en gieten PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS10 - Spuiten Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.

CS77 - Onderhoud (van grotere fabrieksinstallaties) en apparatuurinstelling

Verzeker u ervan dat het omvullen van het materiaal of onder een ventilatie-installatie plaatsvindt.,E67 - Zorg voor afzuiging op emissieplaatsen in geval van aanraking met het warme (>50 oC) product mogelijk is.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

CS18 - Onderhoud van kleine inventaris PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS19 - Herstellen van afgekeurde artikelen PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC4, ERC7)

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 27000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0036

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 100

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

5000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 20

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,005

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,000003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

70

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on 94,1

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

78000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 10

Smeerstoffen: Geringe uitstoot in het milieu

BS Ref.: 10

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC11, PROC13, PROC17, PROC18, PROC20

SU22

ERC9a, ERC9b

ESVOC SPERC 9.6b.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing van formuleringen van smeerstof in gesloten en open systemen inclusief transport, bediening van motoren en soortgelijke producten, bewerken van uitschot, onderhoud van installaties en verwijdering van afgewerkte olie.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC11, PROC13, PROC17, PROC18, PROC20)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC17 Smeren onder hoogenergetische omstandigheden en in een deels open proces

PROC18 Invetten onder hoogenergetische omstandigheden

PROC20 Warmte- en druktransportvloeistoffen in dispergerende maar gesloten systemen voor professioneel gebruik

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

Bedrijf van uitrustingen die motorolie bevatten, of vergelijkbare

geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,Zorg voor een hoge kwaliteit algemene of geforceerde ventilatie (5 tot 15 verversingen per uur).

CS14 - Overbrengen in bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.,CS81 - Toegesneden faciliteit

vatpompen gebruiken of containers zorgvuldig leeggieten.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.,CS82 - Niet-toegesneden faciliteit

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS17 - Bedienen en smeren van hoog energetische open apparatuur,binnen

Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).

CS17 - Bedienen en smeren van hoog energetische open apparatuur,Buiten

Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

EN374.,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

CS77 - Onderhoud (van grotere fabrieksinstallaties) en apparatuurinstelling

Verzeker u ervan dat het omvullen van het materiaal of onder een ventilatie-installatie plaatsvindt.,E67 - Zorg voor afzuiging op emissieplaatsen in geval van aanraking met het warme (>50 oC) product mogelijk is.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS18 - Onderhoud van kleine inventaris E81 - De apparatuur laten leeglopen of anderszins leegmaken alvorens open te maken of onderhoud te plegen.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS78 - Machinesmeerservice PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Met roller of kwast aanbrengen PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS10 - Spuiten,met plaatselijke afzuiging Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

CS10 - Spuiten,zonder plaatselijke ventilatie PPE32 - Draag adembescherming met gelaatscherm volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.,PPE18 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met intensief managementtoezicht middelen.,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.

CS35 - Behandeling door dippen en gieten PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC9a, ERC9b)

ERC9a Wijdverbreid gebruik (binnen) van stoffen in gesloten systemen

ERC9b Wijdverbreid gebruik (buiten) van stoffen in gesloten systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 3200

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1,6

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

4,4

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 365

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

68

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 11

Smeerstoffen: Hoge uitstoot in het milieu

BS Ref.: 11

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC11, PROC13, PROC17, PROC18, PROC20

SU22

ERC8a, ERC8d

ESVOC SPERC 8.6c.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing van formuleringen van smeerstof in gesloten of gekapselde systemen inclusief incidentele blootstelling tijdens transport, bediening van motoren en soortgelijke producten, onderhoud van de installatie en verwijdering van afgewerkte olie.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC11, PROC13, PROC17, PROC18, PROC20)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC17 Smeren onder hoogenergetische omstandigheden en in een deels open proces

PROC18 Invetten onder hoogenergetische omstandigheden

PROC20 Warmte- en druktransportvloeistoffen in dispergerende maar gesloten systemen voor professioneel gebruik

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

Bedrijf van uitrustingen die motorolie bevatten, of vergelijkbare

geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,Zorg voor een hoge kwaliteit algemene of geforceerde ventilatie (5 tot 15 verversingen per uur).

CS14 - Overbrengen in bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.,CS81 - Toegesneden faciliteit

vatpompen gebruiken of containers zorgvuldig leeggieten.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.,CS82 - Niet-toegesneden faciliteit

PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS17 - Bedienen en smeren van hoog energetische open apparatuur,binnen

Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).

CS17 - Bedienen en smeren van hoog energetische open apparatuur,Buiten

Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

EN374.,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

CS77 - Onderhoud (van grotere fabrieksinstallaties) en apparatuurinstelling

Verzeker u ervan dat het omvullen van het materiaal of onder een ventilatie-installatie plaatsvindt.,E67 - Zorg voor afzuiging op emissieplaatsen in geval van aanraking met het warme (>50 oC) product mogelijk is.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS18 - Onderhoud van kleine inventaris E81 - De apparatuur laten leeglopen of anderszins leegmaken alvorens open te maken of onderhoud te plegen.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS78 - Machinesmeerservice PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Met roller of kwast aanbrengen PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS10 - Spuiten Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.,G16 - Als technische maatregelen niet praktisch blijken:,PPE32 - Draag adembescherming met gelaatscherm volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.,PPE18 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met intensief managementtoezicht middelen.,OC18 - Begrens het gehalte van de stof in het product to 25 %.,0C28 - activiteiten met een blootstelling van meer dan 4 uur voorkomen.

CS35 - Behandeling door dippen en gieten PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC8a, ERC8d)

ERC8a Wijdverbreid gebruik (binnen) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

ERC8d Wijdverbreid gebruik (buiten) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 3200

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1,6

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

4,4

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,15

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,05

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,05

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

68

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 12

Metaalbewerkingsvloeistoffen / walsoliën

BS Ref.: 12

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC13, PROC17

SU3

ERC4

ESVOC SPERC 4.7a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing in geformuleerde metaalbewerkingen (MWFs)/walsoliën inclusief transport, wals- en temperprocedures, snij-/bewerkingswerkzaamheden, geautomatiseerd en handmatig aanbrengen van antiroestmiddel (inclusief verven, dompelen en sproeien), onderhoud van de installatie, legen en verwijderen van afgewerkte olie.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC13, PROC17)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)

PROC7 Spuiten in een industriële omgeving

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC17 Smeren onder hoogenergetische omstandigheden en in een deels open proces

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.

CS14 - Overbrengen in bulk E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS2 - Bemonstering van het proces geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS79 - Metaalbewerking Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.

CS35 - Behandeling door dippen en gieten PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS10 - Spuiten Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.

Met roller of kwast aanbrengen PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS80 - Automatisch metaalwalsen/vormen E49 - De stof bewerken in een voornamelijk gesloten systeem dat is voorzien van extra ventilatie.

CS83 - Semiautomatisch metaalwalsen/vormen zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur systeme voor het openen of het onderhoud van de uitrusting uitzetten en spoelen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC4)

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 10000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0097

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 100

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

5000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 20

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,02

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,000003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

70

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

78000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 13

Toepassing als bind- en scheidingsmiddel

BS Ref.: 13

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC6, PROC7, PROC8B, PROC10, PROC13, PROC14

SU3

ERC4

ESVOC SPERC 4.10a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing als bindmiddel en scheidingsmiddel inclusief transfer, mengen, toepassing (inclusief sproeien en verven) alsmede afvalbehandeling.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC6, PROC7, PROC8B, PROC10, PROC13, PROC14)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC6 Kalandeerbewerkingen

PROC7 Spuiten in een industriële omgeving

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC14 Productie van preparaten* of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

CS14 - Overbrengen in bulk E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS29 - mengbewerkingen (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS30 - mengbewerkingen (open systemen) PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS31 - Mallen maken PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS32 - Gietbewerkingen,CS108 - (open systemen) Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS10 - Spuiten,CS33 - Werktuigen E61 - Minimaliseer de blootstelling door goede afzuiging van de gesloten werkplek en apparatuur.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS10 - Spuiten,CS34 - Handmatig PPE32 - Draag adembescherming met gelaatscherm volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.,PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

Met roller of kwast aanbrengen PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC4)

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 14000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,18

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 2500

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

25000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 100

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

1

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,0000003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inhaleren) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

80

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

170000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

opwerking van afval voor verwijdering en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 14

Toepassing als bind- en scheidingsmiddel

BS Ref.: 14

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC6, PROC8A, PROC8B, PROC10, PROC11, PROC14

SU22

ERC8a, ERC8d

ESVOC SPERC 8.10b.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing als bindmiddel en scheidingsmiddel inclusief transfer, mengen, toepassing door sproeien of verven alsmede afvalbehandeling.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC6, PROC8A, PROC8B, PROC10, PROC11, PROC14)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC6 Kalandeerbewerkingen

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen

PROC14 Productie van preparaten* of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk,

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

CS14 - Overbrengen in bulk,CS107 - (gesloten systemen)

geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS29 - mengbewerkingen (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS30 - mengbewerkingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS31 - Mallen maken PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.

CS32 - Gietbewerkingen,met plaatselijke afzuiging zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS32 - Gietbewerkingen,zonder plaatselijke ventilatie PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.,PPE29 - Draag adembescherming volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.

CS10 - Spuiten,CS34 - Handmatig,met plaatselijke afzuiging

E57 - Uitvoeren in een geventileerde spuitcabine of een gesloten ruimte met afzuiging.,PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

CS10 - Spuiten,CS34 - Handmatig,zonder plaatselijke ventilatie

PPE32 - Draag adembescherming met gelaatscherm volgens EN140 met type A/P2 filter of beter.,PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.,EI19 - Zorg voor goed opgeleide werkers om blootstelling te minimaliseren.

CS34 - Handmatig,CS51 - Met rollers, kwasten PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 -

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC8a, ERC8d)

ERC8a Wijdverbreid gebruik (binnen) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

ERC8d Wijdverbreid gebruik (buiten) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 2900

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1,5

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

4

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,95

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,025

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,025

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

62

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 15

Toepassing als brandstof

BS Ref.: 15

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC8A, PROC8B, PROC16

SU3

ERC7

ESVOC SPERC 7.12a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing als Drijfgas (of Drijfgas additief), inclusief activiteiten met betrekking tot transfer, toepassing, onderhoud van de installatie en afvalbehandeling.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC8A, PROC8B, PROC16)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC16 Gebruik van materiaal als brandstof, er is geringe blootstelling aan niet-verbrande producten te verwachten

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

CS14 - Overbrengen in bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Toepassing als brandstof,CS107 - (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC7)

ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 4500000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,34

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 1500000

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

5000000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,005

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00001

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

95

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

97,7

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

60,4

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

97,7

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

5000000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

door voorgeschreven controles met betrekking tot uitlaatgasemssies beperkte verbrandingsemissies.,in regionale blootstellingsinschatting in aanmerking genomen verbrandingsemissies.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 16

Toepassing als brandstof

BS Ref.: 16

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC8A, PROC8B, PROC16

SU22

ERC9a, ERC9b

ESVOC SPERC 9.12b.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat de toepassing als Drijfgas (of Drijfgas additief), inclusief activiteiten met betrekking tot transfer, toepassing, onderhoud van de installatie en afvalbehandeling.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC8A, PROC8B, PROC16)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC16 Gebruik van materiaal als brandstof, er is geringe blootstelling aan niet-verbrande producten te verwachten

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

CS14 - Overbrengen in bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches vatpompen gebruiken of containers zorgvuldig leeggieten.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

natanken PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Toepassing als brandstof,CS107 - (gesloten systemen) Voor voldoende algemene ventilatie zorgen (niet minder dan 3 tot 5 luchtwisselingen per uur).,of,Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC9a, ERC9b)

ERC9a Wijdverbreid gebruik (binnen) van stoffen in gesloten systemen

ERC9b Wijdverbreid gebruik (buiten) van stoffen in gesloten systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 6700000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 3300

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

9200

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,0001

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00001

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces 0,00001

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

(aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

140000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

door voorgeschreven controles met betrekking tot uitlaatgasemssies beperkte verbrandingsemissies.,in regionale blootstellingsinschatting in aanmerking genomen verbrandingsemissies.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 17

Toepassing als brandstof

BS Ref.: 17

Type blootstelling: Consument

Gebruiksbeschrijvingen PC13

SU21

ERC9a, ERC9b

ESVOC SPERC 9.12c.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Omvat consumententoepassingen in vloeibare brandstoffen.

Particulier gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op het eindgebruik van de gebruiker (PC13)

PC13 Brandstoffen

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk > 10 Pa.

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik tenzij anders vermeld,Omvat de toepassing tot (g) 37500

Omvat een huidcontactoppervlak van maximaal (cm2)

420

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake consumentenblootstelling

Tenzij anders vermeld.,Omvat de toepassing tot 0,143 Toepassingen per dag

Omvat blootstelling tot maximaal 2 uur/keer

Brandstoffen,Vloeistof: Bijtanken van voertuigen Tenzij anders vermeld. Omvat concentraties van maximaal 100%. Omvat de toepassing tot 52. dagen/ jaar. dekt gebruik af tot 1 keer/dag van gebruik. Omvat een huidcontactoppervlak van maximaal 210 cm2. per toepassingsgeval zijn gebruikte hoeveelheden tot maximaal ... afgedekt: 37500 g. Omvat buitentoepassingen. Omvat de toepassing bij een ruimte met een grootte van 100 m3. Omvat blootstelling tot maximaal 0,05. uur/keer

Brandstoffen,Vloeistof, Toepassing in tuinuitrusting Tenzij anders vermeld. Omvat concentraties van maximaal 100%. Omvat de toepassing tot 26. dagen/ jaar. dekt gebruik af tot 1 keer/dag van gebruik. per toepassingsgeval zijn gebruikte hoeveelheden tot maximaal ... afgedekt: 750 g. Omvat buitentoepassingen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Omvat de toepassing bij een ruimte met een grootte van 100 m3. Omvat blootstelling tot maximaal 2,00. uur/keer

Brandstoffen,Vloeistof: Bijtanken van tuinuitrusting Tenzij anders vermeld. Omvat concentraties van maximaal 100%. Omvat de toepassing tot 26. dagen/ jaar. dekt gebruik af tot 1 keer/dag van gebruik. Omvat een huidcontactoppervlak van maximaal 420 cm2. per toepassingsgeval zijn gebruikte hoeveelheden tot maximaal ... afgedekt: 750 g. omvat de toepassing in een afzonderlijke garage (34m³) bij typische ventilatie. Omvat de toepassing bij een ruimte met een grootte van 34m3. Omvat blootstelling tot maximaal 0,03. uur/keer

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Brandstoffen,Vloeistof: Bijtanken van voertuigen geen specifieke maatregelen inzake risicomanagement boven deze bedrijfsvoorwaarden vastgelegd.

Brandstoffen,Vloeistof, Toepassing in tuinuitrusting geen specifieke maatregelen inzake risicomanagement boven deze bedrijfsvoorwaarden vastgelegd.

Brandstoffen,Vloeistof: Bijtanken van tuinuitrusting geen specifieke maatregelen inzake risicomanagement boven deze bedrijfsvoorwaarden vastgelegd.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC9a, ERC9b)

ERC9a Wijdverbreid gebruik (binnen) van stoffen in gesloten systemen

ERC9b Wijdverbreid gebruik (buiten) van stoffen in gesloten systemen

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 16000000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 8200

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

23000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Emissiedagen (dagen/jaar): 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit brede toepassing (alleen regionaal):

0,0001

Vrijgekomen aandeel in het afvalwater uit brede toepassing:

0,00001

Vrijgekomen aandeel in de grond uit brede toepassing (alleen regionaal):

0,00001

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Risicobeheersmaatregelen

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

350000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

door voorgeschreven controles met betrekking tot uitlaatgasemssies beperkte verbrandingsemissies.,in regionale blootstellingsinschatting in aanmerking genomen verbrandingsemissies.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 De ECETROC TRA tool wordt gebruikt om de blootstelling van de consument in te schatten, in overeenstemming met de inhoud van het ECETOC-rapport 107 en hoofdstuk R15 van de R & CSA TGD. Afwijkingen van de blootstellingsdeterminanten van deze bron worden aangegeven.

3.2. Milieu

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 18

Functionele vloeistoffen

BS Ref.: 18

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9

SU3

ERC7

ESVOC SPERC 7.13a.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten Als functievloeistoffen, bijv. kabeloliën, warmtedrageroliën, koelmiddelen, isolatoren, koudemiddelen, hydraulische vloeistoffen in industriële installaties gebruiken, inclusief het onderhoud en de materiaaltransfer ervan.

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC8A, PROC8B, PROC9)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

CS14 - Overbrengen in bulk geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS84 - Vullen van voorwerpen/apparatuur,CS107 - (gesloten systemen)

E52 - Overbrengen over gesloten lijnen.

CS45 - Vullen/voorbereiden van apparatuur vanuit drums of vaten.

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

gebruik van de uitrusting,CS107 - (gesloten systemen) geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

gebruik van de uitrusting,CS108 - (open systemen) beperk de openingen en zorg voor ventilatie door extractie op de uitstootpunten als de substantie bij hoge temperatuur behandeld wordt

CS86 - Reparatie van voorwerpen,CS19 - Herstellen van afgekeurde artikelen

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC7)

ERC7 Industrieel gebruik van stoffen in gesloten systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 6400

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0016

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 10

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

500

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 20

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

beïnvloed Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,005

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,000003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

Milieubedreiging wordt door mensen via indirecte blootstelling (overwegend inslikken) veroorzaakt.,Geen afvalwaterbehandeling noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

0

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

0

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

7800

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 19

Toepassingen in de wegenbouw en de bouwsector

BS Ref.: 19

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC11, PROC13

SU22

ERC8d, ERC8f

ESVOC SPERC 8.15.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten aanbrengen van verf en bindmiddelen voor weg- en bouwwerkzaamheden, inclusief bestratingen, en voor het aanbrengen van dakbedekking en waterdichte membranen.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC10, PROC11, PROC13)

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC10 Met roller of kwast aanbrengen

PROC11 Spuiten buiten industriële omgevingen

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches,CS82 - Niet-toegesneden faciliteit

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches,CS81 - Toegesneden faciliteit

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS25 - Spuiten/vernevelen door machinaal brengen Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.,Waarborg dat de operatie buiten plaatsvindt.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Met roller of kwast aanbrengen PPE17 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met geschikte bijzondere opleiding van werknemers..

CS4 - Dippen, dompelen en gieten PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC8d, ERC8f)

ERC8d Wijdverbreid gebruik (buiten) van verwerkingshulpmiddelen in open systemen

ERC8f Wijdverbreid gebruik (buiten) dat leidt tot opname in of op een matrix

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 31000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 15

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

42

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,95

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,04

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

12,2

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

620

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 20

Productie en toepassing van explosieve stoffen

BS Ref.: 20

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC3, PROC5, PROC8A, PROC8B

SU22

ERC8e

Behandelde processen, taken en activiteiten omvat blootstelling uit de productie en toepassing van gesuspendeerde explosieven (inclusief omvullen, mengen en afvullen van materiaal). en uit de reiniging van de installatie.

Professioneel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC3, PROC5, PROC8A, PROC8B)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Veronderstelt gebruik bij niet meer dan 20°C boven kamertemperatuur.,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.

Algemene blootstelling (gesloten systemen) E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS16 - Algemene blootstellingen (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS2 - Bemonstering van het proces Geen specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches vatpompen gebruiken of containers zorgvuldig leeggieten.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS14 - Overbrengen in bulk PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,E47 - De stof bewerken in een gesloten systeem.

CS30 - mengbewerkingen (open systemen) zorg voor aanvullende ventilatie op punten waar emissies optreden.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

CS100 - Vervaardiging of tussenproducten of voorwerpen door tabletteren, samenpersen, extrusie of palletering

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS8 - Overbrengen van vaten/batches PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS36 - laboratoriumactiviteiten Geen specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur De apparatuur eerst leeg laten lopen en spoelen alvorens te openen of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC8e)

ERC8e Wijdverbreid gebruik (buiten) van reactieve stoffen in open systemen

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 13000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

0,0005

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 6,7

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

18

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Aantal emissiedagen per jaar 365

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,001

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,02

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

Niet van toepassing

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van ≥ (%):

8,8

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

290

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

1. Blootstellingsscenario 21

Rubberproductie en -verwerking

BS Ref.: 21

Type blootstelling: Werknemer

Gebruiksbeschrijvingen PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC6, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC13, PROC14, PROC15, PROC21

SU3, SU10, SU11

ERC1, ERC4, ERC6d

ESVOC SPERC 4.19.v1

Behandelde processen, taken en activiteiten productie van banden en algemene rubberproducten in gesloten en gekapselde systemen, inclusief incidentele blootstelling gedurende de verwerking van ruwe (onvernette) rubber, hanteren en mengen van rubberadditieven, calandreren

Industrieel gebruik

Beoordelingsmethode ECETOC TRA-model gebruikt.

De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

2. Bedrijfsvoorwaarden en maatregelen inzake risicomanagement

2.1 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van de werknemers (PROC1, PROC2, PROC3, PROC4, PROC5, PROC6, PROC7, PROC8A, PROC8B, PROC9, PROC13, PROC14, PROC15, PROC21)

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

PROC3 Gebruik in een gesloten batchproces (synthese of formulering)

PROC4 Gebruik in een batchproces of ander proces (synthese) met kans op blootstelling

PROC5 Mengen in batchprocessen om preparaten en voorwerpen te formuleren (multistage en/of aanzienlijkcontact)

PROC6 Kalandeerbewerkingen

PROC7 Spuiten in een industriële omgeving

PROC8A Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in niet-gespecialiseerde voorzieningen

PROC8B Overbrengen van een stof of preparaat (vullen/leeg laten lopen) van/naar vaten/grote containers in gespecialiseerde voorzieningen

PROC9 Overbrengen van een stof of preparaat naar kleine containers (gespecialiseerde vullijn, inclusief wegen)

PROC13 Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PROC14 Productie van preparaten* of voorwerpen door tabletteren, comprimeren, extruderen en pelletiseren

PROC15 Gebruik als laboratoriumreagens

PROC21 Laag energetische bewerking van in materialen en/of voorwerpen gebonden stoffen

Eigenschappen van het product

Fysische vorm vloeibaar

Concentratie van de stof in het mengsel/artikel Omvat stofaandelen in het product tot 100 % (voor zover niet anders vermeld).

Dampdruk Vloeistof, dampdruk < 0,5 kPa bij STP

Gebruiksvoorwaarden

Frequentie en duur van het gebruik Omvat dagelijkse blootstelling tot maximaal 8 uur (voor zover niet anders vermeld).

Verdere bedrijfsvoorwaarden inzake werknemersblootstelling

Bedrijf vindt plaats bij verhoogde temperatuur (>20 °C boven de omgevingstemperatuur).,Van de implementatie van een geschikte standaard voor de arbeidshygiëne wordt uitgegaan.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

Risicobeheersmaatregelen

Andere risicobeheersmaatregelen:

Algemene maatregelen voor alle activiteiten potentiële blootstelling door maatregelen zoals gekapselde of gesloten systemen, vakkundig ingerichte en onderhouden uitrustingen en een voldoende beluchtingsstandaard controleren. systemen uitzetten en leidingen legen voordat de installatie wordt geopend. voor zover mogelijk, installatie voor de onderhoudswerkzaamheden uitzetten en spoelen. Wanneer blootstellingspotentieel bestaat: Zorg ervoor dat essentieel personeel over de soort blootstelling en over fundamentele methodes ter minimalisering van de blootstelling is geïnformeerd; Zorg ervoor dat een geschikte persoonlijke veiligheidsuitrusting beschikbaar is; In overeenstemming met de wettelijke eisen gemorste hoeveelheden opnemen en afval verwijderen; effectiviteit van de controlemaatregelen toetsen; noodzaak tot gezondheidscontrole overwegen; correctiemaatregelen identificeren en implementeren.

Algemene maatregelen (huidirriterende stoffen) Direct huidcontact met product voorkomen. Potentiële gebieden voor indirect huidcontact identificeren. Handschoenen (getest conform EN374) dragen, indien contact van de hand met de stof waarschijnlijk is.. Verontreinigingen/gemorste hoeveelheden direct na ontstaan verwijderen. huidverontreinigingen onmiddellijk afwassen. fundamentele personeeltraining uitvoeren, zodat de blootstelling wordt geminimaliseerd en eventueel optredende huidproblemen worden gemeld.,verdere huidbeschermingsmaatregelen zoals ondoorlaatbare kleding en gezichtsbescherming kunnen tijdens activiteiten met een hoge dispersie die waarschijnlijk tot een aanzienlijke vrijkoming van aerosol leiden (bijv. sproeien) noodzakelijk worden.

CS14 - Overbrengen in bulk,CS107 - (gesloten systemen)

geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS14 - Overbrengen in bulk,CS108 - (open systemen) PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS3 - Overbrengen van stoffen PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Bulkweging PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.,geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

Afwegen van kleine hoeveelheden PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

Voormengsel van additieven PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS64 - Kalanderen (met inbegrip van Banburys) E49 - De stof bewerken in een voornamelijk gesloten systeem dat is voorzien van extra ventilatie.,PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS73 - Persen van niet gevulkaniseerde rubber blanks PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS112 - Opbouw van banden E61 - Minimaliseer de blootstelling door goede afzuiging van de gesloten werkplek en apparatuur.,PPE23 - Draag geschikte handschoenen (beproefd volgens EN374), overall en oogbescherming.

CS70 - Vulkanisatie zorg voor aanvullende ventilatie op transportpunten en andere openingen.

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

CS71 - Koelen van gevulkaniseerde voorwerpen Blootstelling door ventilatie met gedeeltelijke afdekking van de procedure of van de uitrusting alsmede ventilatie bij openingen minimaliseren.

Behandelen van voorwerpen door onderdompelen of overgieten

PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS102 - Afwerkingbewerkingen PPE15 - Draag geschikte handschoenen die zijn beproefd volgens EN374.

CS36 - laboratoriumactiviteiten geen verdere specifieke maatregelen geïdentificeerd.

CS39 - Schoonmaken en onderhoud van apparatuur E81 - De apparatuur laten leeglopen of anderszins leegmaken alvorens open te maken of onderhoud te plegen.,PPE16 - Draag geschikte chemicaliënresistente handschoenen (beproefd volgens EN374) in combinatie met "basis" opleiding van werknemers..

Opslag E84 - Stof opslaan in een gesloten systeem.

2.2 Sub-scenario toezicht houdend op de blootstelling van het milieu (ERC1, ERC4, ERC6d)

ERC1 Vervaardiging van stoffen

ERC4 Industrieel gebruik van verwerkingshulpmiddelen in processen en producten die geen onderdeel worden van voorwerpen

ERC6d Industrieel gebruik van procesregulatoren voor polymerisatieprocessen bij de productie van harsen, rubbers, polymeren

Beoordelingsmethode De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

Eigenschappen van het product

Andere producteigenschappen Substantie is een complexe UVCB., Overwegend hydrofoob

Gebruiksvoorwaarden

Gebruikte hoeveelheid Regionaal gebruikt aandeel van de EU-tonnage: 0,1

Regionale gebruikshoeveelheid (tonnen/jaar): 16000

Plaatselijk gebruikt aandeel van de regionale tonnage:

1

jaarlijkse tonnage van de locatie (ton/jaar): 16000

Maximale dagelijkse tonnage van de locatie (kg/dag):

52000

Frequentie en duur van het gebruik Duurzaam gebruik/vrijkoming.

Aantal emissiedagen per jaar 300

Milieufactoren die niet door risicomanagement worden beïnvloed

Lokale zoetwater-verdunningsfactor: 10

Plaatselijke zeewater-verdunningsfactor: 100

Verdere bedrijfsvoorwaarden met betrekking tot omgevingsblootstelling

Vrijgekomen aandeel in de lucht uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,01

Vrijgekomen aandeel in het afvoerwater uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,00003

Vrijgekomen aandeel in de grond uit het proces (aanvankelijke vrijkoming voor RMM):

0,0001

Risicobeheersmaatregelen

Technische voorwaarden en maatregelen op procesniveau om vrijkomen te voorkomen

op grond van afwijkende gangbare praktijken op verschillende locaties worden voorzichtige schattingen over vrijkomingsprocessen gedaan.

Technische locatievoorwaarden en maatregelen ter reductie en beperking van uitleidingen, luchtemissies en vrijkomingen in de grond

milieubedreiging wordt door zoetwatersediment veroorzaakt.,bij het legen in een huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie is geen afvalwaterbehandeling ter plaatse noodzakelijk.

luchtemissie beperken tot een typische terugwinnings-efficiëntie van (%):

0

afvalwater ter plaatse behandelen (voor de lozing in wateren), voor noodzakelijke reinigingsprestatie van

52,8

Veiligheidsinformatieblad – Brandstoffen, diesel Revisie nr: 4

Datum van uitgave: 08/09/2014

Vervangt: 30/01/2013

≥ (%):

bij het legen in een huiszuiveringsinstallatie is een afvalwaterbehandeling ter plaatse nodig met een efficiëntie van ≥ (%):

0

Organisatorische maatregelen om vrijkomen van de werkplek te voorkomen/beperken

uitlekken van de onverdunde stof in het plaatselijke afvalwater voorkomen of deze daaruit terugwinnen.,Industrieel slib niet in natuurlijke grond terecht laten komen.,zuiveringsslib dient te worden verbrand, opgeslagen of bewerkt.

Voorwaarden en maatregelen met betrekking tot gemeentelijke zuiveringsinstallaties

Geschatte stofverwijdering uit het afvalwater door huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (%):

94,1

totale efficiëntie van de afvalwaterverwijdering na on site en off site (binnenlandse zuiveringsinstallatie) RMM (%):

94,1

Maximaal toelaatbare tonnage van de locatie (MSafe) baserend op vrijkoming na volledige afvalwaterbehandeling (kg/d):

420000

Verondersteld debiet afvoerwater van de huishoudelijk afvalwater zuiveringsinstallatie (m³/d):

2000

Voorwaarden en maatregelen voor de externe opwerking van afval voor verwijdering

Externe behandeling en verwijdering van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

Voorwaarden en maatregelen voor de externe afvalverwerking

Externe opname en hergebruik van afval met inachtneming van de desbetreffende plaatselijke en/of nationale voorschriften.

3. Blootstellingsschatting en verwijzing naar zijn bron

3.1. Health

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.1 Voor de inschatting van de blootstellingen op de werkplek is het ECETOC TRA-programma gebruikt, voor zover niet anders vermeld.

3.2. Milieu

Informatie voor het contribuerende blootstellingsscenario

2.2 De Hydrocarbon Block Method (HBM) is voor de berekening van de milieublootstelling met het Petrorisk-model toegepast.

4. richtsnoer voor DU om te beoordelen of hij binnen de door het ES gestelde grenzen werkt

4.1. Health

Richtlijnen - Gezondheid de verwachte blootstelling overstijgt de DNEL/DMEL-waarden niet, wanneer de in hoofdstuk 2 vermelde risicomanagementmaatregelen/bedrijfsvoorwaarden in acht worden genomen.,Indien verdere risicomanagementmaatregelen / operationele voorwaarden dienen te worden overgenomen, dienen de gebruikers te waarborgen dat risico's tot een ten minste gelijkwaardig niveau worden beperkt.,Beschikbare risicogegevens maken het niet mogelijk een DNEL af te leiden voor irritatie van de huid.,Beschikbare risicogegevens ondersteunen niet de noodzaak van een DNEL voor andere effecten op de gezondheid.,Risicobeheersmaatregelen baseren op kwalitatieve risicoinventarisatie.

4.2. Milieu

Richtlijnen - Milieu de richtlijnen baseren op hypothetische bedrijfsvoorwaarden die niet op alle locaties van toepassing hoeven te zijn; om deze reden kan een scalering noodzakelijk zijn om adequate risicomanagementmaatregelen te kunnen vastleggen.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor afvalwater kan door de toepassing van on site/off site technologieën worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,De noodzakelijke afscheidings-efficiëntie voor lucht kan door de toepassing van on site technologieën ter plaatse worden bereikt, hetzij alleen hetzij in combinatie.,verdere details met betrekking tot de scalering en controletechnologieën zijn in de SpERC-factsheet (http://cefic.org/en/reach-for-industries-libraties.html) opgenomen.