VERGILIUS AENEIS 6.183-211

  • Upload
    devrnl

  • View
    226

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    1/14

    De goudentak

    Afvaart van

    Aeneas

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    2/14

    183 Nec non Aeneas opera inter talia primus

    hortatur socios paribusque accingiturarmis.

    Niet spoort Aeneas bij dergelijke werken niet vooraan

    zijn makkers aan en hanteert hij gelijke gereedschappen.

    183nec non primus dubbele ontkenning:

    niet niet als eerste = wel als eerste.

    183-4 Aeneas is een leider (primus), maar deelt wel wat

    zijn mannen doen (paribus)

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    3/14

    185 Atque haec ipse suo tristi cum corde volutat

    aspectans silvam immensam, et sic forte precatur:

    En dit overdenkt hij bij zichzelf met zijn bedroefde hart,

    terwijl hij het enorme woud bekijkt, en zo, toevallig, bidt hij:

    185suo congr met corde

    186 forte abl van forslot, toeval (heeft niets te maken met fortis!

    Daarvan is het bijw. fortiter)

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    4/14

    187 Si nunc se nobis ille aureus arbore ramus

    ostendat nemore in tanto! Quando omnia vere

    189 heu nimium de te vates, Misene, locuta est.

    Als nu zich aan ons die gouden tak in een boom vertoonde /

    zou vertonen in dit zo grote woud! Omdat ze alles, ach, al te

    zeer waar heeft gezegd over jou, Misenus, de profetes.

    188ostendat coni praes; wens

    188-9 omnia vere vere heu nimium de te locuta est

    De Sibylle had de dood van Misenus

    naar waarheid (=vere) voorspeld.

    nimium, omdat Aeneas liever had

    gehad dat ze ongelijk had.

    quando aangezien: uitleg bij zin ervoor.

    aangezien de Sibylle gelijk had over Misenus,

    zal de Gouden Tak ook wel bestaan.

    189 te, Misene rechtstreeks aanspreken van

    Misenus zorgt voorpathos

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    5/14

    190 Vix ea fatus erat,

    Hij had dit nauwelijks gezegd,

    190

    N

    iet verwarren:vix nauwelijks; vis (gen viris) = kracht; vir (gen viri)= man

    ea onz mv van is, ea, id

    is, ea, id = aanwijzend voornaamwoord ! (net als hic en ille).

    Je kunt elk aanw. vnw.:

    1. bijvoeglijk gebruiken: (nauwelijks in Roma gehad)

    bv is vir = deze man

    ea femina = die vrouw

    ea verba = deze woorden

    2. zelfstandig gebruiken (wel in Roma gehad)

    bv is hij, ea = zij , eius van hem / haar

    of zoals hier: (190) ea = dit , deze dingen

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    6/14

    190 Vix ea fatus erat, geminae cum forte columbae

    ipsa sub ora viri caelo venere volantes,

    192 et viridi sedere solo. Tum maximus heros

    maternas agnovit aves laetusque precatur:

    Hij had dit nauwelijks gezegd, toen toevallig twee duiven

    kwamen vliegen uit de hemel juist onder het gezichtsveld van de

    man, en op de groene grond gingen zitten. De zeer grote held

    herkende dan de vogels van zijn moeder en bad verheugd:

    190fatus erat pqpf van fari !!!! Deponens !!!columbae duiven zijn gewijd aan Aeneas

    moederVenus (193maternas aves!)

    191 viri = Aeneas

    venere = venerunt

    venere volantes alliteratie

    192 solo abl van solum-grond (niet v. solus-alleen)

    193 maternas typisch Vergilius: possessief bijv nw

    ipv genit.

    laetus omdat hij snapt, dat Venus hem zo

    helpt

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    7/14

    194 Este duces, o, si qua via est, cursumque per auras

    derigite in lucos ubi pinguem dives opacat

    196 ramus humum. Tuque, o, dubiis ne defice rebus,

    diva parens.

    Wees gidsen, o, als er een weg is, en stuur de koers door

    de lucht naar het woud waar de goddelijke tak de vette

    grond beschaduwt. En jij, o, laat mij niet in de steek in deze

    kritieke situatie, o goddelijke moeder.

    194qua = ..?

    aliqua (na si, nisi ..)

    195-196 pinguem dives waarmee congrueren deze bnw?

    pinguem humum

    dives ramus

    pinguem dives ramus humum = chiasmeacc nom nom acc

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    8/14

    197 Sic effatus vestigia pressit

    observans quae signa ferant, quo tendere pergant.

    199 Pascentes illae tantum prodire volando

    quantum acie possent oculi servare sequentum.

    Zo gesproken hebbend stond hij stil, bekijkend welke tekens

    ze brachten, waarheen ze verder gingen vliegen. Op zoek

    naar voedsel gingen zij zoveel voort door te vliegen, als de

    ogen van de volgers konden waarnemen met hun blik.

    198ferant, pergant waarom coni? Wie is het ond van ferant?

    afh vraag / ond = columbae

    199 volando gerundium

    het gerundi(v)um vervangt de infin

    hier abl: door te vliegen

    200 sequentum gen mv van ppa; bedoeld zijnAeneas en de Sibylle

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    9/14

    201 Inde ubi venere ad fauces grave olentis Averni,

    tollunt se celeres liquidumque perara lapsae

    203 sedibus optatis gemina superarbore sidunt,

    discolor unde auri per ramos aura refulsit.

    Zodra zij vervolgens kwamen bij de ingang van de zwaarruikende Avernus, tilden ze zich snel op en door de heldere

    lucht glijdend gingen ze zitten op de gewenste plaats in een

    tweesoortige boom, waarvandaan de afstekende glans van

    goud door de takken straalde.

    201

    venere = veneruntgrave onz. vorm van gravis; hier als bijwoord gebruikt bij olentis

    203 sedibus optatis nl. gewenst door Aeneas; die wilde graag de plek

    van de gouden tak weten.

    gemina arbore waarom wordt de boom zo

    genoemd?de boom heeft twee soorten takken:

    groene en gouden

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    10/14

    205 Quale solet silvis brumali frigore viscum

    fronde virere nova, quod non sua seminat arbos,

    207 et croceo fetu teretes circumdare truncos,

    Zoals in bossen de maretak in de winterkou de gewoonte

    heeft groen te zijn met nieuw loof, die een niet eigen boom

    zaait, en met gele vrucht (gewoon is) de slanke stammen te

    omgeven,

    205

    brumali = abl van brumalis; congr met frigore206 quod betr vnw; waar verwijst het naar?

    (205) viscum maretak

    quod non sua seminat arbos -

    quod = lvw; arbos = ond;

    de boom laat dus dit de maretak nietgroeien; het is geen tak vd boom

    Een maretak

    De vruchten van een maretak

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    11/14

    205 Quale solet silvis brumali frigore viscum

    fronde virere nova, quod non sua seminat arbos,

    207 et croceo fetu teretes circumdare truncos,

    Zoals in bossen de maretak in de winterkou de gewoonteheeft groen te zijn met nieuw loof, die een niet eigen boom

    zaait, en met gele vrucht (gewoon is) de slanke stammen te

    omgeven,

    205-9

    Hier vind je een vergelijking.E

    en vgl. bestaat altijd uit:1. Datgene wat vgl. wordt

    2. Waarmee vgl. wordt

    3. Het tertium comparationis (de overeenkomst)

    Hoe zijn die drie delen hier?

    1. de Gouden Tak2. wordt vgl met een maretak

    3. Overeenkomsten:

    * kleur die afsteekt van de boom

    * gouden tak lijkt ook soort parasiet, net als maretak

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    12/14

    208 talis erat species auri frondentis opaca

    ilice, sic leni crepitabat brattea vento.

    zodanig was de aanblik van het loofrijke goud in deschaduwrijke eik, zo rinkelden de metalen blaadjes in de

    zachte wind.

    209

    leni vento hoort niet bij tertium comparationis; geldt alleenvoor Gouden Tak

    209 brattea eigenlijk een metalen plaatje; staat

    hier voor de bladeren aan de Gouden

    Tak; die zijn ook van goud, dus eigenlijk

    een soort metalen plaatjesbrattea collectief enkelvoud

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    13/14

    201 Corripit Aeneas extemplo avidusque refringit

    cunctantem, et vatis portat sub tecta Sibyllae.

    Aeneas grijpt (m) meteen en gretig breekt hij de aarzelende(tak), en hij brengt hem naar het huis van de profetes, de

    Sibylle.

    20

    2 cunctantem enjambement, dus extra nadruk.Gesubstantiveerd ppa. Zegt iets over de tak.

    In tegenspraak met r. 146-7, waar gezegd werd, dat de tak zelf

    mee zou gaan.

    202 vatis Sibyllae beide genit.

  • 8/6/2019 VERGILIUS AENEIS 6.183-211

    14/14

    The Golden Bough, Joseph Turner. Aeneas heeft hier de Gouden Tak, die hem toegang

    verleent tot de Elysesche Velden