40
2011/1.0 VERKENNINGSROUTE Wat wil je weten? Je wilt inzicht krijgen in de haalbaarheid van netwerkleren in je organisatie. Tegelijkertijd wil je je collega’s laten proeven aan netwerkleren, door werkvormen in te zetten die nieuwsgierig maken en enthousiasmeren. In ieder geval breng je het gesprek over netwerkleren als professionaliseringsvorm op gang. Om de smaak te pakken te krijgen, kun je het Inspiratiespel Netwerkleren met elkaar spelen (kies daarbij ook de verkenningsroute). Vervolgens kun je met behulp van deze route onderzoeken of netwerkleren aansluit bij de praktijk, cultuur en behoefte van je school of collega’s. Netwerkleren is immers geen oplossing voor alle problemen en is geen doel op zich. De professionaliserings- problematiek die ten grondslag ligt aan de behoefte om netwerkleren in de school of organisatie te introduceren, staat te allen tijde centraal. Hoe ziet de verkenningsroute eruit? De route bestaat uit een selectie van 18 kaarten en start met de inspiratiekaarten, waarin leraren en schoolleiders een beeld geven van hun ervaringen met netwerkleren. Met behulp van de netwerkscan krijg je een indruk of netwerkleren binnen het team kans van slagen heeft. Je vindt antwoorden op vragen over netwerkleren. Wat houdt netwerkleren in? Welke fases kun je onderscheiden, wat is de meerwaarde van netwerkleren en hoe kun je netwerkleren stimuleren vanuit de schoolleiding? De werkvormen die aansluiten op deze vragen kunnen leiden tot een breed gesprek over netwerkleren binnen de school. Vervolgens komen meer voorwaardelijke zaken aan bod: wat voor taken kun je onderscheiden in een leernetwerk? Wat voor soort coaching is belangrijk, waarbij wordt ingezoomd op de leernetwerkcoach. De smaak van netwerkleren krijg je echter pas echt te pakken als je concreet met de werkvormen aan de slag gaat. VERKENNINGSROUTE

Verkenningsroute compleet

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Verkenningsroute compleet

Citation preview

Page 1: Verkenningsroute compleet

2011/1.0

VerkennIngsroute

Wat wil je weten?Je wilt inzicht krijgen in de haalbaarheid van netwerkleren in je organisatie. Tegelijkertijd wil je je

collega’s laten proeven aan netwerkleren, door werkvormen in te zetten die nieuwsgierig maken en

enthousiasmeren. In ieder geval breng je het gesprek over netwerkleren als professionaliseringsvorm

op gang.

Om de smaak te pakken te krijgen, kun je het Inspiratiespel Netwerkleren met elkaar spelen

(kies daarbij ook de verkenningsroute). Vervolgens kun je met behulp van deze route onderzoeken

of netwerkleren aansluit bij de praktijk, cultuur en behoefte van je school of collega’s. Netwerkleren

is immers geen oplossing voor alle problemen en is geen doel op zich. De professionaliserings-

problematiek die ten grondslag ligt aan de behoefte om netwerkleren in de school of organisatie

te introduceren, staat te allen tijde centraal.

Hoe ziet de verkenningsroute eruit?De route bestaat uit een selectie van 18 kaarten en start met de inspiratiekaarten, waarin leraren en

schoolleiders een beeld geven van hun ervaringen met netwerkleren.

Met behulp van de netwerkscan krijg je een indruk of netwerkleren binnen het team kans van slagen

heeft. Je vindt antwoorden op vragen over netwerkleren. Wat houdt netwerkleren in? Welke fases

kun je onderscheiden, wat is de meerwaarde van netwerkleren en hoe kun je netwerkleren stimuleren

vanuit de schoolleiding? De werkvormen die aansluiten op deze vragen kunnen leiden tot een breed

gesprek over netwerkleren binnen de school.

Vervolgens komen meer voorwaardelijke zaken aan bod: wat voor taken kun je onderscheiden in

een leernetwerk? Wat voor soort coaching is belangrijk, waarbij wordt ingezoomd op de

leernetwerkcoach. De smaak van netwerkleren krijg je echter pas echt te pakken als je concreet

met de werkvormen aan de slag gaat.

ve

rk

en

nin

gs

ro

ut

e

Page 2: Verkenningsroute compleet

Tot slot zijn er individuele vragen. Ben ik geschikt voor netwerkleren? Wat wordt daarbij van mij

gevraagd? En wat kan netwerkleren voor mij gaan betekenen? De quiz maakt dat inzichtelijk.

Afhankelijk van de uitkomsten van deze route kun je verder met de startersroute om zo het

netwerkleren concreter gestalte te gaan geven.

1. Marloes Vreuls

2. Jan Moors

3. De ‘Hofheren’

4. Netwerkscan

5. Netwerkleren

6. Fases

7. Stimuleren

8. Meerwaarde

9. Energizers

10. Wereldcafé

11. Rollen

12. Coaching

13. Leernetwerkcoach

14. Marktplaats

15. Netwerkanalyse

16. Competenties

17. Tot je verbeelding

18. Quiz

verkenningsroute

Page 3: Verkenningsroute compleet

De

‘Ho

fH

er

en

’2011/1.0

De ‘HofHeren’

Directeuren van de Hofscholen in Bergeijk, deelnemers van leernetwerk ‘Directies Hof’, een schooloverstijgend leernetwerk.

Hoe is jullie leernetwerk ontstaan?

Het leernetwerk directies Hofbestaat al jaren. Feitelijk begon het tien jaar geleden, vanuit het ideaal

om de concurrentie tussen de Hofscholen om te buigen in samenwerking. Drie toenmalige directeuren

besloten gezamenlijk de verantwoordelijkheid te nemen voor de drie scholen. Niet vrijblijvend, maar

onvoorwaardelijk. In de loop van tijd is de samenstelling (die sinds 2004 bestaat uit vier Hof scholen)

iets gewijzigd, maar de intentie niet.

En na al die tijd nog niet op elkaar uitgekeken?

Nee, integendeel. We zien elkaar zelfs buiten school wel eens. De relaties liggen dicht aan tegen

vriendschappen, zelfs onze partners kennen elkaar. Maar ook voor ons leernetwerk geldt, dat we het

moeten onderhouden. Als er dingen niet goed gaan, dan maken we dat bespreekbaar. Soms heeft

een van ons even minder tijd voor het netwerk. Dat heeft vaak een reden. Maar het is wel goed om op

die momenten ons functioneren als netwerk onder de loep te nemen. Aftasten of we nog op dezelfde

weg zitten, ook al loopt een van ons even wat achter.

Wat betekent jullie samenwerking voor de teams van de scholen?

De samenwerking heeft zeker invloed op de teams. De gedeelde verantwoordelijkheid is heel

concreet vormgegeven. Zo zijn we bij afwezigheid van een van ons vervangend directeur voor de

scholen. We zijn alle vier aanspreekbaar voor de teams. We merken nu dat de teams de voordelen echt

zijn gaan inzien, en niet meer anders zouden willen. Zag je in het begin nog bij studiedagen alle teams

per school bijeen zitten, nu is er een mix. Steeds vaker geven onze teams aan dat ze merken dat we

zijn gegroeid. Dat we eigenlijk betere directeuren zijn geworden. Maar het blijft zoeken naar hoe je de

samenwerking het beste vorm kunt blijven geven. Wij betrekken de teams daar intensief bij.

Page 4: Verkenningsroute compleet

De ‘HofHeren’

Wat heeft jullie leernetwerk tot nu toe opgeleverd voor jullie professionalisering?

Eigenlijk heel veel. We ervaren allen het netwerk als een veilig vangnet. Ik kan zelf zeggen dat ik me

dankzij het netwerk zekerder ben gaan voelen als directeur. Terwijl een ander juist weer heeft geleerd

zich beter te presenteren voor de teams. We groeien allemaal doordat we elkaars talenten onderling

benutten. Je krijgt ook continu een spiegel voorgehouden. Voor een collega-directeur is het vaak net

wat makkelijker feedback te geven dan voor een leraar. En we hebben wel allemaal ‘krijt aan onze

handen’. We weten dat lesgeven best zwaar kan zijn. Wij streven ernaar zo ondersteunend mogelijk

te zijn voor de teams. We willen ook kunnen inspireren. Met ons leernetwerk willen we het goede

voorbeeld geven.

Welke competenties zijn volgens jullie belangrijk bij netwerkleren?

Bereid zijn te groeien en je daarbij kwetsbaar durven opstellen. Dat is de absolute basis.

Ook zelfreflectie en feedback durven geven aan de ander zijn onontbeerlijk. Als je dat hebt

binnen een netwerk dan komt er ruimte voor die verschillende invalshoeken.

Hoe zorgen jullie voor vernieuwing, een frisse wind in jullie netwerk?

We vullen elkaar goed aan maar missen wel bepaalde kennis of affiniteiten. In die richting hebben we

bewust verbreding gezocht. Maar dat is niet structureel ingevuld. Misschien zouden we er goed aan

doen toch wat meer te verbreden. Voor je het weet ben je zo op elkaar ingespeeld dat je een eenheid

bent geworden, waarin weinig ontwikkeling meer zit. Dat is ook weer niet de bedoeling.

Dit is een weergave van het gesprek dat met Gert van Kooij (Pr. Beatrixschool), Matthieu Jansen (St. Jozefschool),

Frans de Lau (Beisterveld) en Stan Schilleman (St. Thomas van Aquinoschool) is gehouden in het kader van het

project ‘Geef de leerkracht de middelen voor zijn vak terug’. Dit is een project van de vier Hofscholen in Bergeijk,

dat is ondersteund vanuit het RdMC.

Page 5: Verkenningsroute compleet

Ma

rlo

es

Vr

eu

ls

2011/1.0

marloes vreuls

Marloes, leraar groep 3/4 van basisschool ‘t Spoor in Maastricht over netwerkleren

Wat is netwerkleren volgens jou?

Netwerkleren is voor mij het gebruikmaken van elkaars kennis in de breedste zin van het woord.

Netwerkleren doe je zowel privé als op het werk, en het kan een scala van onderwerpen betreffen.

Zelf heb ik op werkgebied nog weinig netwerkcontacten buiten mijn eigen school.

Ik wil mijn netwerken graag verbreden naar andere scholen.

Je zegt dat je bij veel onderwerpen netwerkleren kunt inzetten. Geef eens een voorbeeld.

Netwerkleren kun je inzetten voor alle vakken die je geeft, zoals rekenen, taal en spelling. Maar ook

voor zorgvragen. Zo zat ik zelf met de vraag hoe ik het lesmateriaal voor kinderen die hoge scores

halen, uitdagender kan maken. In een leernetwerk kun je hierover ideeën en ervaringen uitwisselen.

Het is goed als er van verschillende kanten naar zo’n onderwerp gekeken wordt. Dus door verschil-

lende mensen, met allemaal hun eigen visie.”

Wat zijn belangrijke begrippen bij netwerkleren?

Leren van en met elkaar, kennis delen, een open houding. Maar ook succeservaringen opdoen en

elkaar ontmoeten. Je moet daarbij bereid zijn om iemand bij jou in de keuken te laten kijken en

andersom. Niet dingen alleen maar voor jezelf houden, maar anderen mee laten profiteren, als je

iets hebt ontdekt wat werkt.

Page 6: Verkenningsroute compleet

Marloes Vreuls

Wat is jouw concrete ervaring met netwerkleren?

Ik heb veel contact met mijn collega’s van de groepen 3 en 4 op de andere locatie. We hebben het

met elkaar over heel praktische dingen, maar ook over zorgkinderen. We hebben geen bouwvergade-

ringen, maar komen bij elkaar als we dat nodig vinden. We plannen die bijeenkomsten dan ook echt

gericht in. Zo ben ik een nieuw –tijdelijk- netwerk gestart over een nieuwe taalmethode.

Geïnspireerd door netwerkleren, heb ik leerkrachten op een aantal scholen een mail gestuurd met

de vraag:“Welke methode hebben jullie?” en “Wat zijn de plus- en minpunten?” Daar heb ik leuke en

bruikbare reacties op gekregen. De volgende keer benader ik dus sneller leerkrachten van andere

scholen.

Welke vaardigheden of competenties heeft iemand nodig om goed te kunnen netwerkleren?

Je moet bereid zijn om kennis te delen en goed kunnen communiceren. Kom ik weer terug bij die

open houding, die je nodig hebt. En het komt neer op geven en nemen. Natuurlijk komt het voor dat

jij een keer meer investeert dan een ander. Maar er komt vast een moment waarop jij meer vragen

ergens over hebt, en dan wil je ook graag in je behoefte worden voorzien. “

Welke factoren stimuleren netwerkleren?

Eigenlijk heel praktisch; zet alle namen van de leraren bij elkaar met het e-mailadres en zet erachter

wie welke groep heeft. Of organiseer schooloverstijgend een studiedag waar je de mensen van

bepaalde groepen bij elkaar zet. Laat ze maar praten over waar ze tegen aanlopen. Of inventariseer

vooraf de onderwerpen en link de mensen aan elkaar, meer is niet nodig.

Dat werkte ook voor jou.

Ja, ik merk vooral dat die bijeenkomst over netwerkleren mij heeft gestimuleerd om verder te kijken.

Ik wilde toen echt aan de slag met anderen. Er zat een collega bij van groep 4 van mijn school en een

collega van een andere school. Er was meteen een klik, en we bespraken direct de zaken waar we

tegen aanlopen. We hebben een afspraak gemaakt, en nu groeit het netwerk al.

Dit is een samenvatting van een interview met Marloes Vreuls dat is afgenomen in 2010, als onderdeel van het

onderzoek naar netwerkleren van het RdMC.

Page 7: Verkenningsroute compleet

jan

mo

or

s2011/1.0

Jan moors

Jan, leraar groep 8 van de Pr. Beatrixschool in Bergeijk,deelnemer van leernetwerk ICT, een schooloverstijgend leernetwerk

Wat is netwerkleren volgens jou?

Netwerkleren is met mensen die dezelfde leervraag hebben een groep vormen, om zo van elkaars

kennis en vaardigheden gebruik te kunnen maken en om elkaars leervragen op te lossen of helder

te krijgen. Maar je kunt ook samen iets ontwikkelen; door met elkaar in gesprek te gaan, komt er van

alles boven. Voor je het weet spreek je af om een item op te pakken en samen uit te werken voor de

verschillende scholen.

Hoe ziet zo’n leernetwerk er dan uit, wat zijn de eigenschappen?

Ik merk dat zo’n leernetwerk eigenlijk pas echt goed begint te werken, als je elkaar beter leert kennen.

De vertrouwensband is ontzettend belangrijk, is die er niet dan blijft het te formeel. Ik ben drie jaar

geleden gestart met het leernetwerk ICT. In het begin kwamen we eigenlijk altijd samen op vaste

tijdstippen, maar daar bleef het dan ook bij. Nu kennen we elkaar goed en zijn we eigenlijk vrienden

met elkaar geworden. Ik durf nu veel sneller een vraag aan iemand te stellen en we spreken elkaar

vaker, ook via de mail.

Wat zijn eigenschappen van een goed leernetwerk?

Afspraken. Vaste tijdstippen vind ik toch wel belangrijk bij leernetwerken. Naast deze afspraken komen

we ook informeel samen, maar je moet als leernetwerk wel bepaalde doelstellingen voorop zetten.

Je mag gerust iets eisen van een leernetwerk, vind ik. Als je geen doelstellingen en tijdstippen vast-

legt, dan blijft het te vrijblijvend. Dat zie ik bijvoorbeeld bij andere leernetwerken hier op school: als

ze geen datum vastleggen, dan komt het er niet echt van. Bij het leernetwerk ICT hebben we die vaste

afspraken wel, en dat vormt de basis. Daardoor zien we elkaar ook vaker tussendoor.

Page 8: Verkenningsroute compleet

jan moors

Hoe heeft netwerkleren bijgedragen aan jouw professionalisering?

Ik ben nu veel vaardiger geworden op ICT-gebied. Door die uitwisseling in het netwerk krijg je veel

praktische kennis en vaardigheden van meer ervaren collega’s. Wat ik leer in het netwerk kan ik

meteen toepassen in mijn dagelijkse praktijk, in de klas. Wat daarvan goed werkt, speel ik door aan

collega’s, meestal rond de laptop, dat werkt vaak het beste. Zo krijg ik ze heel enthousiast, en ik zie dat

ook zij de kennis de dag erna meteen gebruiken in hun groep. Die informele gesprekjes met leer-

krachten hebben veel effect. Dat werkt veel beter dan een formele bijeenkomst voor het hele team,

merk ik. Ook hier speelt die vertrouwensband weer mee.

Welke competenties zijn belangrijk bij netwerkleren?

Voor mij is sfeer en relatie ontzettend belangrijk. Je moet elkaar vertrouwen voordat je dingen met

elkaar gaat delen en open naar elkaar durft te zijn. Je moet in een leernetwerk openstaan voor elkaars

ideeën en vragen, en er ook zijn voor de andere deelnemers. Als iemand een vraag stelt, niet pas na

drie weken reageren. Bij vragen kunnen we altijd bij elkaar terecht via de mail. In het netwerk zijn we

zo professioneel dat we elkaar ondersteunen, écht samenwerken, ook al zitten we niet op dezelfde

school. Zo staat niemand alleen. Die band hebben we nu, en dat is toch wel heel belangrijk.

Het komt er eigenlijk op neer dat je openstaat voor de anderen. Dat je niet denkt: ‘Ik ben ICT-er op de

prinses Beatrixschool’, maar dat je elke keer in je achterhoofd houdt ‘Ik ben ICT-er op de prinses Beatrix

school, maar ik ben ook een beetje verantwoordelijk voor de anderen’.

Dit is een samenvatting van het interview dat met Jan Moors is afgenomen in 2010, als onderdeel van het onderzoek

naar netwerkleren in de PO-praktijk.

Page 9: Verkenningsroute compleet

2011/1.0

NetwerkscaN

DoelDe netwerkscan is een hulpmiddel om de haalbaarheid van netwerkleren in een schoolorganisatie te

peilen. In de scan onderscheiden we drie categorieën:

• ruimtevanuitdeorganisatie

• collegialiteit

• lereninjenetwerk.

Deze drie categorieën geven samen een beeld over de fase waarin een organisatie zich bevindt op de

schaal van zaaien, cultiveren en oogsten.

Benodigdheden• Netwerkscanentoelichting.*

Procedure instrumenten HetRuuddeMoorCentrum(RdMC)doetonderzoeknaarnetwerklerenindeonderwijspraktijk.

De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een

standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.

Stuurvoordatjedenetwerkscanwiltinzetteneene-mailaannetwerkleren.rdmc@ou.nl.

Geef in de mail aan:

• omwelkinstrumenthetgaat(netwerkscan)

• naamenadresgegevensvandeschool,ofschoolbestuur

• naamvandecontactpersoon

• verwachteaantaldeelnemersdatdenetwerkscangaatinvullen

• gewensteperiodevoorafnamevandenetwerkscan.

Wijnemenbinneneenweekcontactopmetdecontactpersoonomspecifiekezakenverder

te bespreken.

*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren

ne

tw

er

ks

ca

n

coach

Page 10: Verkenningsroute compleet

Het inzetten van de netwerkscan verloopt via de leernetwerkcoach of inspirator. Deze maakt

afsprakenmethetRdMCennodigtvervolgensdedeelnemersschriftelijkofpere-mailuitomde

netwerkscanintevullen.Denetwerkscankannaeenjaarwordenherhaald.Hiermeewordteen

eventuele groei van de organisatie zichtbaar.

Wat levert de netwerkscan op?Deresultatenvandescanhelptdeschooloforganisatieomdejuisterichtingtebepalenvoorde

invoeringofversterkingvannetwerkleren.Hetresultaatvandescankangrafischwordenweer-

gegeven en geeft daarmee een totaalbeeld van netwerkleren binnen de organisatie.

Voorbeeld van een resultaatDeze staafdiagram laat zien dat deze organisatie als volgt kan worden gekenmerkt:

Ruimte vanuit de organisatie zit in de fase oogsten;

eriseenduidelijkprofessionaliseringsbeleidmet

ruimte voor informeel leren en netwerken.

Colle gialiteit zit in de fase zaaien; er wordt weinig

kennis gedeeld tussen collega’s binnen de school.

Lereninjenetwerkzitindefaseoogsten;

dedocentenindeschoolzijnactiefinnetwerken

waarin ze leren en expertise delen.

Dezenetwerkenzijnhoofdzakelijkschooloverstijgend.

Eenmogelijkeadviesvoordezeorganisatieisdatzezichhetbesterichtenopdegroeivankennis-

delingtussencollega’sbinnendeschool.Bijvoorbeelddoorhetnetwerklerenbetertefaciliteren

binnendeschool.Schooloverstijgendeleernetwerkactiviteitendiedelerarenhebbenontwikkeld,

fungerenhierbijalsbronvanvernieuwingenstimulerendeontwikkelingvanbinnenschoolsenetwerken.

Oogsten

Cultiveren

Zaaien

Ruimtevanuit Collegialiteit Lereninje organisatie netwerk

Voorbeeld organisatie

netwerkscan

Page 11: Verkenningsroute compleet

ne

tw

er

kl

er

en

2011/1.0

NetwerklereN

Leraren leren vooral op de werkplek, naar aanleiding van de dagelijkse werkzaamheden. Als een leraar

een vraag heeft, dan is vaak een collega de bron voor een passend antwoord. Netwerkleren is een vorm

van het verbinden van elkaars praktijken. Leren en kennisontwikkeling is daarmee ook steeds meer

een spontane sociale activiteit: je leert met elkaar in je netwerk, en zoekt oplossingen voor vragen en

uitdagingen die je tegenkomt in je praktijk. Door anderen te betrekken bij je leervraag maak je gericht

gebruik van elkaars kennis, ervaringen en zienswijzen.

Netwerkleren in het onderwijsNetwerkleren staat voor een persoonlijke en actieve manier van leren waarbij leraren gericht gebruik­

maken van hun contacten. Het kan in de kern worden omschreven als het participeren in of creëren van

relaties tussen lerenden. Deze netwerken ontstaan ad hoc rondom een praktijkprobleem, maar kunnen

uitgroeien tot stabiele leernetwerken. Ze ontstaan binnen de school of breiden uit naar een schoolover­

stijgend netwerk. Door verbreding leer je ook van collega’s en experts buiten de eigen school.

“Netwerkleren betekent voor mij met mensen een groepje vormen om van elkaars

kennis en vaardigheden gebruik te maken. Proberen om elkaars leervragen en

praktijkproblemen helder te krijgen en op te lossen.” Simon, leraar groep 8

Kenmerken van netwerkleren • Eigen(leer)vragenstaanvoorop.Binneneventuelekadersofthema’sbepaaljezelfwaaroverjehet

wilt hebben. Het gaat om het uitwisselen van persoonlijke ervaringen, waarbij je met elkaar de

oplossingen ontwikkelt.

• Eenleernetwerkbepaaltzijneigentempoeninhoud.Alsjeeenbepaaldekwestiewiltuitdiepen,

dan doe je dat.

• Hetleernetwerkbepaaltzelfwieerdeelnemerwordt.Iederedeelnemerkananderenuitnodigen,

zolang het bijdraagt aan de uitwisseling. Netwerken zijn open en dynamisch, juist daardoor krijgen

verfrissende ideeën een kans.

coach

Page 12: Verkenningsroute compleet

netwerkleren

Ineenleernetwerkontstaathierdoortijdenruimteomnietalleennatedenkenoverdevraag:

doen we de dingen goed? Maar ook over de vraag: doen we de goede dingen?

“Op verschillende scholen speelt vaak hetzelfde. Het scheelt veel tijd als je dat

samen in schooloverstijgende leernetwerken oppakt.” Josje, leraar groep 7

De meerwaarde van netwerkleren Als leraar kom je soms problemen tegen in je werk, die snel opgelost moeten worden. Of je hebt een

vraagstuk waarmee je aan de slag wilt. Door hulp te vragen bij collega’s, vind je vaak snel een oplos­

sing. Netwerkleren is daarmee oplossingsgericht vanuit de dagelijkse praktijk.

Wat vandaag wordt geleerd of ontwikkeld, kun je vaak morgen direct toepassen.

“Het voordeel van een leernetwerk is dat je op heel korte termijn veel kunt

leren, door met elkaar in gesprek te gaan.” Simon, leraar groep 8

“Ik ervaar deelnemen aan een leernetwerk als een verrijking. Je komt tot

nieuwe inzichten, je gaat anders kijken, eigenlijk breder kijken. Je verruimt

je blik en dat is heel fijn.” Hugo, leraar groep 4

Netwerkleren is misschien wel vanzelfsprekend, maar het gaat niet vanzelf. Structuren die netwerk­

leren mogelijk maken moeten vaak worden verstevigd en vernieuwd. Maar daarmee ontstaat wel de

situatie waarin je als leraar langdurig je expertise en passie kunt delen.

Page 13: Verkenningsroute compleet

fas

es

2011/1.0

Fases

Iederleernetwerkkenteenlevenscyclusdiebestaatuitdriefases:zaaien,cultiverenenoogsten,

met elk z’n eigen kenmerken en aandachtspunten.

ZaaienEenleernetwerkstartvaakmeteen‘klik’.Jeontmoetelkaarenontdektelkaarsgezamenlijkepassies

of praktijkvragen. Zijn deze ontmoetingen blijvend interessant dan maak je afspraken met elkaar en

vormenzichdeeerstecontourenvaneenleernetwerk.Eenleernetwerkbegintvaakklein,metbijvoor­

beeld twee of drie leraren, maar kan al snel groeien.

“Toen ik eenmaal met Henk ervaringen uitwisselde over leraar groep 3/4

ontstond er opeens een klik. We hadden direct zoveel te bespreken. En dat bleek

niet alleen voor ons, we zijn nu al met z’n vieren.” Saskia, leraar groep 3/4

CultiverenDe kiemen zijn gelegd en de eerste leeropbrengsten voor je onderwijspraktijk beginnen zichtbaar te

worden. Je begint je op je gemak te voelen en komt geregeld bij elkaar. Geven en nemen zijn vanzelf­

sprekende begrippen geworden, zonder alles af te wegen. Nieuwe leervragen worden makkelijker

opgepakt.Erkomtookmeerruimtevoorflexibiliteit,nieuwedeelnemersbrengenfrisseideeënin.

“Eerst liet ik mijn leerroute bepalen door wat is goed om te leren.

Na gesprekken hierover in mijn netwerk heb ik zelf meer de touwtjes van

mijn eigen leerroute in handen. Ik vind het fijn om eigen keuzes te maken

in professionaliseren.” Nick, leraar groep 8

Page 14: Verkenningsroute compleet

fases

OogstenHet leernetwerk heeft z’n draai gevonden en krijgt erkenning. Nieuwe deelnemers dienen zich

spontaanaan.Erwordtsamengewerktaannieuweinzichtenofproductenenerontstaatruimteom

te oogsten: er is meer samenhang tussen leervragen en meer diepgang in ontwikkelde kennis.

Het is hierdoor makkelijker om de opbrengsten vast te leggen, en met anderen te delen – ook buiten

het leernetwerk.

“Via leernetwerk ‘leraar groep 4’ heb ik veel ideeën opgedaan en uitgewis­

seld. Ik heb hierdoor ook buiten het netwerk om, de motivatie gevonden om me

verder te verdiepen in dit onderwerp.” Ruud, leraar groep 4

De fases in de praktijkDe praktijk is vaak weerbarstiger. Zo zal een leernetwerk na de oogstfase weer opnieuw in de zaaifase

komen, of zit het bij de start al bijna in de oogstfase. Ook zul je zien dat in een leernetwerk meerdere

leervragennaastelkaargaanlopen,elkmeteeneigendoorlooptijdenfasering.Iederleernetwerkont­

wikkelt hierin z’n eigen tempo. Realiseer je dat je als leernetwerk zelf bepaalt hoe, waarover en in welk

tempo je leert. Jij staat samen met de andere deelnemers aan het roer van je eigen leerproces!

“We merkten dat door de wisseling van het schooljaar onze gezamenlijke leer­

vraag niet meer actueel was. We wilden liever aan de slag met het onderwerp

sociale en emotionele ontwikkeling van kinderen. We zijn toen geswitcht van

onderwerp. Ik weet nog dat ik aanvankelijk dacht: mogen we zomaar wisselen?

Tot ik me realiseerde dat wij als leernetwerk zelf bepalen wat we belangrijk

vinden.” Maria, leraar groep 6

Page 15: Verkenningsroute compleet

st

imu

le

re

n2011/1.0

stimulereN

“Hoe breng je netwerkleren in en tussen scholen op gang? Hoe stimuleer je net­

werkleren als de opbrengsten niet van te voren vaststaan?” Stefan, directeur

RuimteEenleernetwerkkunjeopvattenalseencontinuestroomvanleermomentendienietvantevorenzijn

bedacht, en waarbij het niet de bedoeling is deze te beheersen en te controleren. Het gaat om zin­

volle, vaak spontane contacten met collega’s of beroepsgenoten die helpen om onderling vragen en

problementebesprekenenoptelossen.Eenschoolleiderdieditprocesteveelstuurt,loopthetrisico

het ontstaan van leernetwerken te frustreren. Durven loslaten geldt voor deelnemers maar zeker ook

voordeschoolleiding.Belangrijkisomlerarenhetvertrouwentegevendatzeprofessionalszijnen

hiernaar handelen. Geef daarom goede voorbeelden de ruimte en maak netwerkleren en het onder­

houden van professionele relaties onderdeel van de professionele ruimte waarin leraren zich ontwik­

kelen.

Ondersteunende rollenInteractiebinneneenleernetwerkkanalleenplaatsvindenalshetgoedbeschermdistegenstorende

invloeden. Rollen binnen het leernetwerk of de juiste coaching brengen leraren bij elkaar, brengen

interacties op gang, sturen aan op meningsvorming door visies te laten botsen en door nieuwe inzich­

ten die ontstaan expliciet te maken. Die rollen geven zo’n netwerk energie en continuïteit.

Als schoolleider speel je een belangrijke rol in het succes van leernetwerken, juist door je op de achter­

grond te houden en het gevoel van ruimte voor professionele ontwikkeling te stimuleren.

“Eigenlijk doen we heel veel dingen goed en dat is ook belangrijk. Dat moeten

we ook zichtbaar maken. Succesmomenten vieren. Dat geeft ook energie.”

Harrie, directeur

coach

Page 16: Verkenningsroute compleet

stimuleren

Hoe geef je de ruimte aan leernetwerken? • Geefenthousiastemedewerkerseenrolinleernetwerken.Benoemdierollenookindefunctiemix.

• Zorgvoorcontinuïteitvannetwerkenendeorganisatorischeinbedding.

• Geefmedewerkerstijdenruimtevoorparticipatieinleernetwerken.Neemditopinhun

takenplaatje, bijvoorbeeld als professionaliseringstijd.

• Waardeernetwerklerenendeeldeopbrengstenofkennisproducten breder in de school, zorg dat

het op bestuursniveau de erkenning krijgt die het nodig heeft. Gebruik hierbij bijvoorbeeld het

waardecreatieverhaal. Of draag een ambassadeur op.

• Zorgvoorkoppelingtussendeontwikkelingvanlerareninleernetwerkenenfunctionerings-

gesprekken,portfolioenwetBIO.

“Een goede borging op bestuursniveau is belangrijk, zodat het schoolbestuur

hier ook tijd en middelen voor vrijmaakt binnen de organisatie.”

Anne, directeur

Leernetwerken staan los van formele structuren en gaan dwars door schoolorganisaties heen.

Zekunnengestartwordenbinneneen(groot)schoolbestuur.Alsmanagermoetjedanzorgenvoor

goed eigenaarschap en een gedeelde urgentie om zo’n netwerk te starten. Netwerkleren is geen

oplossing voor alle problemen en moet geen doel op zich worden. Je moet blijven onderzoeken of

het aansluit bij de praktijk, cultuur en behoefte.

Page 17: Verkenningsroute compleet

me

er

wa

ar

de

2011/1.0

meerwaarde

Praktijkgericht lerenAls leraar kom je in je werk soms problemen tegen, die snel opgelost moeten worden. Of je hebt een

vraagstuk waarmee je aan de slag wilt. Door hulp te vragen bij collega’s, vind je vaak snel een oplos­

sing. Netwerkleren is daarmee oplossingsgericht vanuit de dagelijkse praktijk. Wat vandaag wordt

geleerd of ontwikkeld, kun je vaak morgen direct toepassen.

”Ik geef het in een vroeg stadium aan als ik ergens tegenaan loop. Ik overleg

in het leernetwerk en merk dat ik niet de enige ben. Vaak kunnen ze me direct

op weg helpen. Hierdoor worden problemen eerder opgelost en gaan ze niet

sluimeren.” Sylvia, leraar groep 5

Verdiepen met collega-expertsLeren in een netwerk heeft een aantal voordelen ten opzichte van het traditionele of formele leren.

Leraren vinden collegiale uitwisselingen heel prettig en ervaren dat bovendien als erg effectief.

Metnameomdatdeoplossingenaandepraktijkgetoetstzijn.Collega’sblijkenvaakgoedeexperts.

Netwerklerenzorgtervoordatjeeenactiefbenaderbaarenstevig‘vangnet’vanexpertiseomjeheen

hebt, waardoor je je gesteund voelt in de uitvoering van je werk. Het zijn de mensen met wie je lang­

durig je passie voor je werk kunt delen.

”Door de samenwerking in het leernetwerk krijg ik veel kennis mee van

collega’s die er al langer mee bezig zijn. Ik neem die kennis heel snel op in

mijn dagelijkse praktijk.” Simon, leraar groep 8

Zelf aan het roerIneenleernetwerkhebjeveelinvloedopdeinhoudenplanningvanhetnetwerk.Jeeigenleervraag

staat centraal en dat motiveert om kennis uit te wisselen en te leren. Netwerkleren stimuleert daar­

naasttotreflectieopheteigenhandelenindepraktijk.

1

Page 18: Verkenningsroute compleet

meerwaarde

“Vroeger vond ik het lastig om te gaan met feedback. Nu sta ik veel meer open

voor opmerkingen van collega’s. In een leernetwerk geef je immers veel feed­

back aan elkaar. Daar leer je vanzelf mee omgaan.” Harrie, leraar groep 3

“Vaak gaat het best wel goed in je klas. Maar als iemand anders meekijkt of

­denkt dan maakt dat je scherper. Door vragen van een collega ga je je eigen

handelen in een ander licht zien. Dan kan een andere aanpak opeens toch beter

lijken.” Sylvia, leraar groep 5

“Vroeger beslisten we als directieleden over bepaalde zaken. Nu laten we dat

meer over aan de leernetwerken.” Stefan, directeur

Schooloverstijgende netwerkenEenleernetwerkstartvaakbinneneenschool,doorcontactendiedeelnemerssomsalhebbenmet

huncollega’s.Indebehoefteomuittebreidenmetnieuwedeelnemers,wordensomsalsheelvan­

zelfsprekend verbindingen gelegd met collega’s van andere scholen. Daarmee verbreed en verdiep

je de gezamenlijke ervaringen en kennis van het leernetwerk direct. Zie het als een reis naar andere

culturen.Ditmaaktjenieuwsgierig,prikkeltdereflectieopdeeigenpraktijk,maarstimuleertook

vernieuwing en uitwisseling. Uiteindelijk bepaalt het leernetwerk of en wanneer het toe is aan een

dergelijke verbreding.

“Ik zat vorig jaar voor het eerst in leraar groep 8. Dan komt er veel op je af.

Ik kon gelukkig direct meedoen aan het leernetwerk leraar groep 8 van drie

andere scholen. Dat heeft me erg geholpen, ik hoefde het wiel niet voor alles zelf

uit te vinden.” Simon, leraar groep 8

“Ook naast de momenten met het leernetwerk zoek ik nu gemakkelijker contact

met collega’s van andere scholen. De drempel is nu veel lager.”

Hugo, leraar groep 4

Page 19: Verkenningsroute compleet

En

Er

giz

Er

s2011/1.0

eNergizers

Wie kent het niet: je rent je klas uit, staat snel nog een ouder te woord, pleegt gauw een telefoontje,

en maakt onderweg ook nog wat kopietjes voor morgen. Zo schuif je aan bij een bijeenkomst met je

leernetwerk…

Even stoom afblazen, lachen of letterlijk in beweging komen, doet in zo’n geval vaak wonderen, en

brengt deelnemers in de juiste stemming. We geven vier voorbeelden van energizers die je kunt inzet-

ten voorafgaand aan een andere werkvorm of bespreking. Of gewoon voor de lol.

Piranha’sAls leernetwerk heb je soms te maken met factoren die het netwerk ondermijnen. Met deze

energizer ervaren de deelnemers hoe makkelijk je gevaren kunt trotseren. Als je het tenminste

gezamenlijk oppakt!

Werkwijze

Zorg voor een grote ruimte. Zet zoveel stoelen langs één kant van de ruimte als er deelnemers zijn.

Iedereen deelnemer gaat op een stoel staan. Vervolgens beschrijf je de ruimte als een rivier vol

piranha’s. Je steekt de rivier over door de stoelen steeds te verplaatsen. Maar niemand mag de grond

raken! Als iedereen veilig aan de overkant is, is de opdracht voltooid.

Netwerk kluwenMet deze energizer visualiseer je netwerken. Letterlijk worden de deelnemers met elkaar verbonden

door draden. Deze energizer werkt goed in grotere groepen, maar is in aangepaste vorm ook goed

inzetbaar bij een kleine groep.

Werkwijze grote groep

Zorg voor bollen wol in verschillende kleuren. Je hoeft van te voren niets uit te leggen. Je gooit de

bollen een voor een naar de deelnemers, maar houdt steeds het uiteinde vast. Nodig de ontvangers

van de bollen uit om de bol door te gooien maar de draad vast te houden. Voor je het weet, is ieder-

een opgenomen in het netwerk.

coach

Page 20: Verkenningsroute compleet

EnErgizErs

Werkwijze kleine groep

Laat een deelnemer een onderwerp noemen waarover hij collega’s consulteert. De deelnemer

gooit vervolgens de bal naar degene in het netwerk met wie hij het meest hierover uitwisselt.

Vervolgens gooit die persoon hem weer door naar degene met wie hij het meeste uitwisselt,

enzovoort. Wissel het onderwerp af. Zo zie je wie centraal staat in het netwerk rondom een

bepaald onderwerp.

Stoom afblazenStoom afblazen is vaak heel functioneel. Het geeft mensen de kans iets kwijt te kunnen over wat ze die

dag hebben meegemaakt, iets vervelends of juist grappig. Het versterkt het onderlinge vertrouwen,

maar zorgt er ook voor dat een bijeenkomst niet helemaal wordt opgeslokt door dergelijke zaken.

Werkwijze

Spreek met elkaar af hoe lang je stoom gaat afblazen. Iemand in de groep houdt de tijd bij. Als deze is

verstreken, gaan alle deelnemers verder met de afgesproken activiteiten.

SpeeddateDe speeddate kun je inzetten bij mensen die elkaar niet kennen of juist wel. Onderdelen die je nor-

maal plenair bespreekt, komen op die manier op een snelle en veilige manier aan bod.

Werkwijze

Leg aan de deelnemers uit over welk onderwerp, of welke vraag de speeddate gaat. Dit kan zijn het

vertellen over je expertise en ervaringen, of het bespreken van wat jij belangrijk vindt voor het sociaal

contract. Twee deelnemers wisselen informatie uit. Na weer een of twee minuten wisselen ze en gaan

ze met een ander verder.

Page 21: Verkenningsroute compleet

We

re

ld

ca

2011/1.0

wereldcafé

Er zijn soms van die bijeenkomsten waarbij je veel luistert en af en toe een vraag mag stellen.

In de pauze en na afloop bij de borrel komen meestal de echte vragen en bedenkingen boven tafel.

Met de werkvorm wereldcafé kunnen de deelnemers op een informele manier proberen hun ant-

woorden te vinden en hun kennis te delen. Iedereen komt aan het woord bij het vinden van oplossin-

gen van knelpunten van de deelnemers.

WerkwijzeZorg voor een cafésfeer met tafels en stoelen. De inspirator is de ‘kroegbaas’ en legt de werkvorm uit.

Er is drinken en er staan nootjes en hapjes op tafel. Per tafel is er één gastvrouw of -heer, die steeds

blijft zitten. Op elke tafel ligt een beschrijfbaar tafelkleed en zijn er viltstiften. Verdeel de deelnemers

(maximaal 6 à 7) over de tafels.

Ronde 1

De inspirator vraagt om bespreek- of knelpunten over een bepaald onderwerp op het tafelkleed te

schrijven. De gastvrouw assisteert de deelnemers in het formuleren van knelpunten. Na een kwartier

schuiven de deelnemers naar een volgende tafel.

Ronde 2

De gastvrouw vat de knelpunten samen van haar tafel aan de nieuwe deelnemers. Ze nodigt de deel-

nemers uit om oplossingen te geven voor de knelpunten en helpt bij de formulering. Na een kwartier

schuiven de deelnemers naar een volgende tafel.

Ronde 3

De gastvrouw vat samen wat er op het tafelkleed staat en nodigt de deelnemers uit om de voorwaar-

den of condities voor deze oplossingen en aanbevelingen op te schrijven. Na een kwartier wordt

de werkvorm beëindigd door de inspirator. Eventueel kan per tafel de gastvrouw plenair een korte

samenvatting geven van ‘haar’ tafel. Als er nog tijd is kunnen de deelnemers de tafels rond om te

kijken wat er bij ‘hun’ knelpunt staat. De inspirator zorgt ervoor dat alle informatie samenkomt en de

deelnemers de inhoud van de tafelkleden ontvangen.

coach

Page 22: Verkenningsroute compleet

Wereldcafé

Alternatieven

• Bepaalvantevorenwelkedrievragenerperrondegesteldworden.

• Bepaalvantevorenoverwelkethema’serpertafelgesprokengaatworden.

Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Iedereen kan aan het woord komen. Men deelt kennis en ervaringen. Door per tafel te focussen op

een bepaald thema ontstaat verdieping en zal er meer kwaliteit ontstaan. Je leert als deelnemer aan

de slag te gaan met andermans knelpunt. We geven enkele voorbeelden van hoe je het wereldcafé

kunt inzetten bij netwerkleren.

Opstellen leeragenda of sociaal contract

Lees eerst de kaarten leeragenda of sociaal contract. Gebruik de tafels om de leeragenda te bepalen

of het sociaal contract vorm te geven. Je kunt bepaalde aspecten van de leeragenda of het sociaal

contract per tafel uit laten diepen. Bespreek met elkaar wat de uitkomsten zijn en welke punten het

leernetwerk in de leeragenda of het sociaal contract opgenomen wil zien. De coördinator verwerkt

deze punten, en verspreidt de leeragenda of sociaal contract onder de deelnemers.

Verdeling taken en rollen

Lees eerst de kaarten van de coördinator, inspirator en creator. Gebruik de tafels van het wereldcafé

om de rollen en taken verder te laten uitdiepen, of om uit te zoeken wie welke rol kan en wil vervullen.

De kaarten over de rollen kunnen helpen om te bekijken of belangrijke zaken zijn gemist, of om ze op

ideeën te brengen.

Page 23: Verkenningsroute compleet

ro

ll

en

2011/1.0

rolleN

We onderscheiden drie rollen in een leernetwerk: coördinator, inspirator en creator. Deze rollen zijn

een hulpmiddel om activiteiten binnen het leernetwerk te benoemen en te kunnen beleggen bij

deelnemers. Ze beschrijven de verschillende taken die in een goed functionerend leernetwerk aan­

wezigzijn.Eendeelnemerkanmeerdererollenhebbeneneenrolkandoormeerderemensenworden

ingevuld, of rouleren. De rollen kristalliseren zich in de zaaifase vaak nog uit. Het belang van rollen

is dat algemene gevoelens over het functioneren in het leernetwerk benoemd en opgepikt kunnen

worden. Leren is een sociaal proces waarvoor iedereen in het netwerk verantwoordelijk is, de rollen

jagen dit proces slechts aan.

CoördinatorDe coördinator is verantwoordelijk voor de planning. Hij beheert de jaaragenda, regelt locaties voor

bijeenkomsten en stemt praktische zaken op elkaar af. Ook zorgt hij ervoor dat de werkzaamheden

en de werklast redelijk over de tijd en deelnemers worden verdeeld. De coördinator treedt op als

technisch voorzitter.

“Er is iemand in ons netwerk die er altijd voor zorgt dat wij niet uiteengaan

zonder nieuwe datum. Zoiets simpels zorgt er al voor dat de continuïteit in ons

leernetwerk is gegarandeerd.” Hugo, leraar groep 4

“Ik denk dat in elk netwerk iemand het voortouw moet nemen. Bijvoorbeeld

iemand die zorgt voor een overlegruimte of een agenda maakt. Eigenlijk voor

wat sturing zorgt in het leernetwerk.” Simon, leraar groep 8

InspiratorDe inspirator voedt het creatieve brein van het netwerk. Hij is verantwoordelijk voor de inhoudelijke

agenda van het leernetwerk. Hij inspireert het leernetwerk door discussies aan te zwengelen, zoekt

activerende werkvormen uit en begeleidt de activiteiten. Hij zorgt ervoor dat inhoudelijke lijnen waar

nodig bij elkaar komen en dat het leernetwerk de goede richting uitgaat. Als het nodig is, fungeert hij

als luis in de pels van het netwerk.

coach

Page 24: Verkenningsroute compleet

rollen

“Soms zit de klad er even in. Dan is het goed als iemand de boel weer een beetje

oppept. In ons leernetwerk is er altijd wel iemand die bij tijd en wijle die rol op

zich neemt. Dat houdt je scherp als leernetwerk.” Maria, leraar groep 6

CreatorDe creator zorgt ervoor dat het leernetwerk de opbrengsten van de samenwerking in het leernetwerk

explicietbenoemtenbeschrijft.Endatdezewordenverwerkttotconcretekennisproducten waar alle

deelnemers wat aan hebben. Hij zet eventueel onderzoek op en legt opbrengsten vast. Hij stimuleert

de verspreiding van de opbrengsten binnen en buiten het netwerk.

“Soms ben je gewoon lekker op gang. Wisselen we veel uit, en doen we veel

nieuwe inzichten op die we direct gebruiken in de praktijk. Dan zijn we niet

altijd bezig met de vraag wat andere collega’s aan die kennis kunnen hebben.

Gelukkig is er iemand in ons netwerk die steeds bedenkt of wat we hebben

geleerd nuttig is voor collega’s. Het is toch zonde om goede ideeën niet te delen.”

Jasper, leraar groep 3

Page 25: Verkenningsroute compleet

CO

AC

HIN

G2011/1.0

coachiNg

Naast de drie rollen onderscheiden we de leernetwerkcoach, ICT-coach en ambassadeur

netwerkleren. Deze rollen zijn ondersteunend aan meerdere leernetwerken, of verhogen de

status van netwerkleren binnen de school, of het schoolbestuur.

Leernetwerkcoach De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en

ondersteunt leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van de leernetwerken,

maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk kan worden versterkt of

verbreed.

“Ik merk dat mijn bijdrage vaak echt iets toevoegt. Ik heb toch meer afstand

tot zo’n leernetwerk, dat werkt verfrissend. Met een paar vragen help je een

leernetwerk al snel weer een stapje verder.” Marcel, leernetwerkcoach

“Als ik een leuke werkvorm heb uitgeprobeerd dan deel ik die met de inspirato­

ren van de leernetwerken. Die kunnen er dan meteen mee aan de slag, en heel

vaak blijkt het bij hen ook goed te werken.” Elisabeth, leernetwerkcoach

ICT-coachDeICT-coachzorgtvoorondersteuningbijhetsamenwerkenineenonline omgeving van het

leernetwerk. Hij doet voorstellen voor online mogelijkheden die de samenwerking of kennisdeling

ondersteunenenbevorderenalshetleernetwerkdaaraantoeis.DeICT-coachmaaktgeendeeluit

van het leernetwerk. Hij stemt af met de coördinator van het leernetwerk, en de leernetwerkcoach. De

kernvanderolvanICT-coachishetverzorgenenorganiserenvandegewenste(online)communicatie

binnendeleernetwerkenvaneenschool(bestuur).

coach

coach

coach

Page 26: Verkenningsroute compleet

COACHING

“Vroeger ging ik vaak te snel. Wilde ik iets waar een leernetwerk nog niet aan

toe was. Of ze waren druk met andere zaken. Ik overleg nu meer met de deel­

nemers vooraf, probeer aan te sluiten bij hun behoefte. Dat werkt beter. En er

zijn gelukkig altijd netwerken die wel wat sneller willen.” Simon, ICT-coach

AmbassadeurNetwerkleren bewijst zich door het te doen, erover filosoferen helpt niet. De ambassadeur

netwerkleren heeft dit zelf ondervonden en straalt dit principe uit. De ambassadeur weet wat

netwerkleren inhoudt en heeft ervaring hiermee in de eigen praktijk. Hij heeft ook ervaren dat

netwerkleren en het lerend en producerend bezig zijn niet altijd vanzelf gaat. De ambassadeur kan de

meerwaarde van netwerkleren goed benoemen, weet netwerkleren op de agenda van management

en schoolbestuur te krijgen en behartigt de belangen van netwerkleerders. De ambassadeur bevestigt

daarmee de link tussen netwerkleren en professionalisering van leraren en bevordert kennisdeling

binnen een schoolbestuur. Als netwerkleerder in hart en nieren heeft hij bovenal een voorbeeld­

functie binnen de school en daarbuiten.

“Zelf zit ik ook in een intensief leernetwerk met andere directeuren. Wat me dat

al niet heeft opgeleverd! Je wilt toch het goede voorbeeld geven en dat uitdragen.

Laten zien wat het oplevert aan mijn leraren, maar ook aan collega­directeuren

van andere scholen. Mensen inspireren om ook meer te netwerkleren.”

Stefan, ambassadeur netwerkleren

“Ik vind het belangrijk dat netwerkleren erkenning krijgt. Het levert zo veel op,

weet ik uit de praktijk. Dat moet worden beloond, of ten minste kunnen mee­

tellen voor het bekwaamheidsdossier.” David, ambassadeur netwerkleren

1

Page 27: Verkenningsroute compleet

Le

er

ne

tw

er

kc

oa

ch

2011/1.0

leerNetwerkcoach

De leernetwerkcoach is een coach voor leernetwerken binnen een school of schooloverstijgend, en

ondersteunt de leernetwerken bij hun zelfsturing. De coach maakt geen deel uit van deze leernet­

werken, maar onderzoekt met de deelnemers onder welke condities het leernetwerk versterkt of

verbreed kan worden.

Wanneer is een leernetwerkcoach nodig?De leernetwerkcoach kan in iedere fase van een leernetwerk worden ingezet. Vooral in de zaaifase is

deinzetvaneenleernetwerkcoachvaaknuttigennodig.Indiefaseisdekwetsbaarheidvaneenleer­

netwerk groot, en kan het door een steuntje in de rug, of het afvangen van wat wind net voldoende

kracht krijgen om tot volle groei te komen.

Wie kan de rol van leernetwerkcoach op zich nemen?De rol van leernetwerkcoach kan door iedereen die coachend kan optreden worden opgepakt.

De aanstelling kan gebeuren op vraag van de leernetwerken, of vanuit de wens van de schoolleiding.

Inhetlaatstegevalishetvanbelangdatdeleernetwerkcoachweleenonafhankelijkepositieheeft,

in verband met vertrouwen dat tussen de leernetwerkcoach en de leernetwerken moet kunnen

ontstaan.Belangrijkisdatdeleernetwerkcoacherkendengesteundwordtdoorhetteamenhet

management. Ook moet de coach een aanspreekpunt hebben binnen het leernetwerk.

“Ik wilde met mijn collega een leernetwerk doorgaande leerlijnen opstarten.

In het begin wisten we niet goed hoe we dat konden aanpakken.

Zo’n gesprek met de leernetwerkcoach was echt een steuntje in de rug.

We hebben direct concrete stappen gezet en we groeien nu langzaam uit

tot een groter leernetwerk.” Maria, leraar groep 6

coach

Page 28: Verkenningsroute compleet

Leernetwerkcoach

Wat doet een leernetwerkcoach? De leernetwerkcoach stelt prikkelende vragen en fungeert als een spiegel. Hij dwingt het leernetwerk

stil te staan bij zaken, waar een netwerk in haar enthousiasme of onwennigheid niet altijd aan toe­

komt. Zo kan hij in gesprek gaan met deelnemers over hun leeragenda, de inspirator helpen bij het

inzetten van activerende werkvormen, of de creator ondersteunen bij het benoemen van opbreng­

sten.Indiennodiggaathijmethetleernetwerknaofervoldoendevertrouwenis,ofbekijkthijofde

rollen binnen het leernetwerk voldoende zijn verdeeld. De coach kan zelf tijdelijk rollen binnen het

netwerk innemen. De checklist voor de leernetwerkcoach helpt zicht te krijgen op dit soort

randvoorwaardelijke zaken.

Deleernetwerkcoachkanindiennodiganderen(tijdelijk)betrekkenbijhetleernetwerk,ofdeelnemers

met dezelfde rollen of vragen van verschillende leernetwerken met elkaar in contact brengen.

BijvoorbeelddoormetNetwerk InBeeld de aard en frequentie van de contacten te bekijken, of om

mogelijke niet­benutte contacten zichtbaar te maken.

Zodraeenleernetwerkkrachtiggenoegis,isderolvandecoach(tijdelijk)uitgespeeld,ofverschoven

naar de achtergrond.

“Soms ben je in je netwerk zo op elkaar ingespeeld dat je in vaste patronen zit.

Als de leernetwerkcoach dan een keer aanschuift bij een overleg zie je bepaalde

zaken weer in een heel ander perspectief. Alleen al door de vragen die ze stelt,

ga je weer breder kijken en kom je op nieuwe ideeën.” Jasper, leraar groep 3

Page 29: Verkenningsroute compleet

ma

rk

tp

la

at

s2011/1.0

Marktplaats

Een marktplaats is een plek waar vraag en aanbod bij elkaar komen. Iedereen kent wel de online

marktplaats, waar je in een mum van tijd af bent van je overbodige meubels, of eindelijk dat bijzon-

dere servies kunt vinden. Maar ook de varianten waarbij kennis en activiteiten worden uitgewisseld,

zijn breed bekend. De een bakt een taart, en de ander schildert als tegenprestatie een muurtje.

Deze kenniseconomie draait om credits of kiezels.

Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Zaaien van kiemen voor leernetwerken

Iedere leraar heeft expertise die hij graag deelt. Men weet vaak niet van elkaar wat de ander in huis

heeft. Daarom is het lastig om tot kennisdeling te komen. Deze werkvorm maakt expertise van leraren

zichtbaar, en matcht vervolgens vraag en aanbod. Door elkaar te helpen en gedeelde interesses verder

te ontwikkelen ontstaan contacten tussen leraren; de kiemen van leernetwerken.

WerkwijzeZorg voor voldoende printjes van de expertisekaart* en een ‘expertisemuur’ om de kaarten aan te

hangen.

Niet iedereen vindt het makkelijk om zijn expertise of talenten te benoemen. Vraag de deelnemers

daarom vooraf expertise en ontwikkelpunten in kaart te brengen. Bijvoorbeeld door collega’s en

vrienden hiernaar te bevragen, eventueel met behulp van een mindmap. Het gaat hierbij niet alleen

om vakkennis. Ook het schrijven van toneelstukken, een muzikaal gevoel of coaching van collega’s zijn

kwaliteiten die je met elkaar kunt delen en verder ontwikkelen.

Start de bijeenkomst eventueel met een speeddate (zie energizers), waarin de deelnemers hun exper-

tises benoemen. Ze schrijven deze op de kaarten. Bepaal eventueel een maximum aantal kaarten per

deelnemer. Geef hierbij aan dat een sterke passie ook een expertise kan zijn, men hoeft er niet per se

heel goed in te zijn. Hierna hangen de deelnemers hun kaarten aan de expertisemuur.

*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren

coachcoach

Page 30: Verkenningsroute compleet

marktplaats

Alle kaarten hangen en de deelnemers bekijken elkaars kaarten in stilte. Er vindt nu nog geen uitwis-

seling plaats. Soms realiseert een deelnemer zich door de voorbeelden, dat hij een belangrijk talent

van zichzelf over het hoofd heeft gezien. In dat geval kan hij een eigen kaart vervangen of toevoegen.

De deelnemer heeft in de vooropdracht nagedacht over punten die hij wil ontwikkelen. In deze

volgende stap beschrijft hij de ontwikkelpunten nogmaals voor zichzelf. Eventueel in gesprek met

collega’s. Vervolgens loopt hij langs de expertisemuur om te kijken of er collega’s zijn die hem hierbij

kunnen helpen. Bij deze kaarten schrijft hij zijn naam op en benoemt kort zijn leervraag.

Iedereen neemt zijn eigen kaarten weer terug van de muur en bekijkt het resultaat. Wellicht heeft de

een veel ‘hulpvragen’ en de ander weinig. Dat maakt niet uit. Men bespreekt met elkaar in groepjes

wat er uit is gekomen en bedenkt hoe deze ‘matches’ verder kunnen worden opgepakt in een eventu-

eel leernetwerk. De leernetwerkcoach of coördinator verzamelt deze suggesties plenair en maak er

concrete vervolgacties van die de mogelijke verbindingen tussen leraren gaan voeden.

Kaarten met hetzelfde aanbod kunnen worden gecombineerd. Hierdoor ontstaan direct grotere

leernetwerken waarin meerdere perspectieven rond een bepaalde expertise samenkomen.

Laat de expertisekaartjes eventueel enkele weken aan de muur hangen, of maak kopietjes voor het

archief van alle kaarten.

Het Ruud de Moor Centrum voert pilots uit met netwerkleren in het primair onderwijs. De marktplaats is in

een dergelijke pilot uitgevoerd. Kijk op www.leraar24.nl voor dit voorbeeld (zoek op netwerkleren).

Page 31: Verkenningsroute compleet

ne

tw

er

ka

na

lys

e2011/1.0

NetwerkaNalyse

Je wilt het initiatief nemen om iets heel concreets op je school te verbeteren. Bijvoorbeeld: de over-

dracht tussen school en BSO beter regelen, of de snelle rekenaars in je klas hun tijd zinvoller laten

invullen. Je weet alleen niet hoe je het moet aanpakken. Of je komt tot de ontdekking dat je het wiel

opnieuw probeert uit te vinden. Zet deze werkvorm in als steun om je initiatief een kans te geven, en

ontpop je tot de inspirator van wellicht een nieuw leernetwerk.

WerkwijzeZet een paar enthousiaste mensen bij elkaar om twee à drie uur mee te denken. Leg een stevig papie-

ren tafelkleed op een ruime tafel, en zorg voor voldoende loopruimte rondom de tafel. Geef iedereen

een viltstift, liefst ieder een andere kleur.

De netwerkanalyse start met een grote cirkel op het tafelkleed. In die cirkel zet je de naam van het

initiatief. Bijvoorbeeld: ‘betere overdracht met BSO’. Bediscussieer de formulering even met elkaar.

Misschien ontdek je dan dat een andere formulering de lading beter dekt. Bijvoorbeeld: ‘wij willen

beter van elkaar weten hoe de kinderen zich op school en BSO gedragen’.

Maak om de middencirkel een grote kring van kleinere cirkeltjes. Hierin komen straks de namen van

de zogenaamde schakels te staan. Iedere deelnemer schrijft vervolgens aan de randen van het tafel-

kleed zoveel mogelijk dingen, begrippen, namen en ideeën op, die op de een of andere manier bij het

initiatief betrokken zijn. Bijvoorbeeld: tijd, overdrachtformulier of de naam van een andere BSO waar

ze iets doen dat als inspiratiebron kan dienen. In verband met de vlakverdeling kun je het beste haaks

op de tafelranden schrijven! Als iedereen is uitgeschreven, bekijk je elkaars schrijfsels en vraag je toe-

lichting aan elkaar. Je selecteert de elementen die het meest relevant zijn en ook het meest realistisch

lijken voor de start van het initiatief en het bouwen van het netwerk.

Zoek nu met elkaar naar de schakels: de namen van concrete mensen via wie je toegang kunt krijgen

tot de begrippen aan de rand. Bijvoorbeeld: als tijd relevant wordt gevonden voor het initiatief, zoek

dan met elkaar naar de naam van degene via wie je hier verder mee denkt te komen. Zet de namen

van de schakels in een van de kleine cirkeltjes om de middenstip. Trek een lijn tussen het woord aan

de rand en het cirkeltje met de naam van de schakel.

Page 32: Verkenningsroute compleet

netwerkanalyse

Bespreek tot slot hoe je de gevonden schakels gaat benaderen en waarvoor. De een kun je uitnodigen

om als partner aan het initiatief te werken, de ander kan meer op afstand meedoen.

Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Zaaien van kiemen voor leernetwerken

Met behulp van een netwerkanalyse bouw je een netwerk op dat past bij je initiatief. Je onderzoekt

wat er aan bruikbare zaken (dingen, personen) aanwezig is in je school, de omgeving van je school,

of je eigen omgeving. Misschien ken je iemand van de BSO die ook iets aan die overdracht wil doen.

Of heb je een collega die iets slims voor snelle rekenaars heeft bedacht. De netwerkanalyse helpt je

om dit systematisch aan te pakken en maakt mogelijke vervolgstappen duidelijk.

betere overdracht met BSO

overdrachtsformulier

BSO de Overgang

Tom

Joke

Saskia

tijd

Page 33: Verkenningsroute compleet

co

mp

et

en

tie

s2011/1.0

competeNties

Wat maakt iemand tot een goede netwerkleerder? Welke competenties heeft een goede netwerk­

leerder? We vroegen het enkele leraren die er ervaring mee hebben. Zij gaven de volgende

competenties aan die bijdragen aan succesvol netwerkleren:

Openstaan voor nieuwe relaties en ervaringen

“Je moet openstaan om kennis en ervaringen met anderen te delen, en voor

advies. En dan ook iets doen met het advies.” Josje, leraar groep 7

“Je hebt eigenlijk een soort van nieuwsgierigheid nodig. Naar andere

ervaringen en mensen.” Simon, leraar groep 8

Goed kunnen communiceren

“Je moet communicatief sterk zijn, goed zijn in het opbouwen van relaties.

En goed kunnen luisteren, daar zit wel een kerncompetentie.” Anne, directeur

Kennis kunnen en willen delen (geven en nemen)

“Als iemand nooit eens een praktijkprobleem deelt, wat doe je dan in een

leernetwerk? Daar gaat het toch juist om.” Jasper, leraar groep 3

“Je zit er niet alleen voor jezelf.” Saskia, leraar groep 3/4

Page 34: Verkenningsroute compleet

competenties

Kunnen omgaan met feedback

“Het is niet altijd makkelijk, maar je moet je wel open kunnen stellen voor

feedback. Je zit daar om te leren van elkaar. Als je dan niet durft te zeggen

wat niet goed gaat, dan groei je niet.” Maria, leraar groep 6

Kunnen reflecteren

“Uiteindelijk wil je een betere leraar worden. Tenminste dat is wel mijn doel.

Wat gaat goed en wat kan beter. Daar zicht op krijgen, heeft mij echt verder

gebracht.” Josje, leraar groep 7

Je kwetsbaar durven opstellen

“Een leernetwerk werkt pas goed als je elkaar beter kent. Die vertrouwens­

band, is ontzettend belangrijk. Pas dan ga je vragen stellen die je elders niet

zomaar zou stellen.” Simon, leraar groep 8

“Vertrouwen is belangrijk, je moet vertrouwen hebben in de mensen en je eigen

kunnen.” Maria, leraar groep 6

Bepaaldecompetentieshangenweermeerafvanderoldiejeinneemt.Jekuntelkaarstalentenjuist

goed benutten in een leernetwerk.

“Een bijeenkomst hoeft niet lang te duren, en kan daardoor juist heel effectief

zijn. Maar dan moet je wel goed kunnen samenvatten en bondig zijn.

Niet iedereen hoeft dat te kunnen trouwens, maar liefst wel de voorzitter.”

Saskia, leraar groep 3/4

Page 35: Verkenningsroute compleet

to

t j

e v

er

be

el

din

g2011/1.0

tot je VerbeeldiNg

Beelden vertellen meer dan duizend woorden, en worden beter onthouden. Werken met beelden

geeft daarom diepgang aan een reflectiegesprek. Bovendien kan deze werkvorm een welkome

afwisseling zijn voor deelnemers die minder spraakzaam zijn. Het geeft iedereen de kans rustig na te

denken over een kwestie, zonder dat hij gehinderd wordt door uitgesproken meningen van anderen.

WerkwijzeZorg voor een set foto’s of beelden die aansluiten bij het doel van de bijeenkomst. Verspreid de

beelden op een tafel. Laat iedere deelnemer in stilte een foto kiezen die het best past bij het gevoel

dat hij heeft bij het gekozen thema of bespreekpunt. Bespreek de uitkomsten, geef mensen de ruimte

om uit te leggen waarom ze die foto hebben gekozen. Laat afhankelijk van het onderwerp de beelden

eventueel op volgorde leggen (wat gaat het beste tot wat gaat het minst goed).

De deelnemers kunnen ook zelf een foto maken of een beeld van internet of uit een tijdschrift kiezen.

Geef vooraf aan wat ze moeten verbeelden, bijvoorbeeld de vraag: hoe gaat het in het leernetwerk,

wat heb ik vooral geleerd dit jaar, welke rol mist het leernetwerk? Op een later moment kun je nog

eens terugkomen op de beelden, bijvoorbeeld om een eventuele ontwikkeling vast te stellen.

Wat levert deze werkvorm op voor netwerkleren?Deze werkvorm is breed inzetbaar. In een leernetwerk reflecteer je regelmatig op het functioneren van

het netwerk, en het leerproces dat iedere deelnemer doormaakt. De inzet van deze werkvorm werkt

inspirerend. Je kunt deze werkvorm inzetten op ieder moment dat je evalueert of reflecteert. Zet de

werkvorm verder bijvoorbeeld in bij:

Competenties

Laat de deelnemers uitzoeken aan welke competenties ze willen werken of bespreek welke compe-

tenties ze missen in het leernetwerk. Laat ze eventueel de beelden op volgorde leggen: van ‘waar

ben je goed in’ tot ‘waar ben je minder goed in’. Laat de gekozen beelden bijvoorbeeld een jaar later

terugkomen, om zo de ontwikkeling zichtbaar te maken.

coach

Page 36: Verkenningsroute compleet

tot je verbeelding

Valkuilen

Laat de deelnemers beelden maken of kiezen van wat goed gaat in het leernetwerk, en wat minder

goed gaat (valkuilen). Laat de beelden eventueel op volgorde leggen. De creator kan ervoor zorgen

dat de verbeterpunten in concrete actiepunten worden omgezet. Maak ook afspraken over de termijn

waarop je terugkomt op deze zaken.

Rollen

Welke rol zien deelnemers voor zichzelf weggelegd in het leernetwerk? Laat ze daar beelden bij

zoeken. Bekijk aan de hand van alle beelden samen hoe jullie de rollen of taken willen verdelen

onder elkaar.

Meerwaarde

Help de ambassadeur netwerkleren door de meerwaarde van netwerkleren te verbeelden.

Zoek samen naar beelden die deze meerwaarde goed uitbeelden, en geef deze mee aan de

ambassadeur in zijn contacten met bijvoorbeeld het schoolbestuur.

Sociaal contract

Het bespreken van wat je van elkaar verwacht, gaat makkelijker als je het zegt met beelden.

Laat de deelnemers een of meer beelden verzamelen van deze verwachtingen.

Eventueel kan er een volgorde worden aangegeven: wat is voor alle deelnemers belangrijk, en welke

wordt door minder deelnemers gedeeld. Deze beelden kunnen vervolgens in grondbeginselen

worden omgezet en vastgelegd in het sociaal contract door de coördinator.

Page 37: Verkenningsroute compleet

qu

iz2011/1.0

Quiz

DoelDe quiz: ‘Ben ik een echte netwerkleerder?’ geeft op een speelse manier inzicht in hoe er in de school

of door specifieke deelnemers wordt aangekeken tegen netwerkleren.

Benodigdheden• Quiz:‘Benikeenechtenetwerkleerder?’*• Toelichtingvoordedeelnemer.*

Procedure instrumenten netwerklerenHet Ruud de Moor Centrum (RdMC) doet onderzoek naar netwerkleren in de onderwijspraktijk.

De onderzoeksinstrumenten van de toolkit staan online.* Het RdMC kan van de resultaten een

standaardrapportage opstellen. Deelname is gratis.

Stuur voordat je de quiz wilt inzetten een e-mail aan [email protected].

Geef in de mail aan:

• omwelkinstrumenthetgaat(quiz)

• naamenadresgegevensvandeschoolofschoolbestuur

• naamvandecontactpersoon

• verwachteaantaldeelnemersdatdequizgaatinvullen

• gewensteperiodevoorinzetvandequiz.

Wij nemen binnen een week contact op met de contactpersoon om specifieke zaken verder

te bespreken.

*http://rdmc.ou.nl/netwerkleren

Page 38: Verkenningsroute compleet

quiz

Quiz:’ Ben ik een echte netwerkleerder?’Teljescoresopenbekijkinwelkecategoriejevalt.

Helemaal Beetje mee Neutraal Beetje Helemaal mee oneens oneens mee eens mee eens

1. Ik werk graag met anderen samen om 1 2 3 4 5 daarmee mijn kennis te vergroten.

2. Ik wil graag precies weten hoe ik ga leren 5 4 3 2 1 tijdens het professionaliseren. 3. Ik wil graag zelf bepalen over welke 1 2 3 4 5 onderwerpen ik me professionaliseer.

4. Ik vind het fijn om met anderen mijn kennis 1 2 3 4 5 te delen en anderen iets uit te leggen.

5. Ik geloof dat je veel meer leert van collega’s en vanuit de praktijk, dan van reguliere professio- 1 2 3 4 5 naliseringsvormen als een cursus of boeken lezen.

6. Ik heb liever traditionele werkvormen, dan activerende 5 4 3 2 1 werkvormen in een professionaliseringstraject.

7. Ik maak deel uit van een leernetwerk. 1 2 3 4 5

8. Vormen van professionaliseren, waarbij informatie delen via de computer een 5 4 3 2 1 grote rol speelt, vind ik maar niets.

9. Ik wil, voordat ik met professionaliseren begin, 5 4 3 2 1 precies weten wat de uitkomsten en opbrengsten zijn.

10. Ik leer het liefst van collega’s. 1 2 3 4 5

11. Als ik met een probleem zit dan vraag ik anderen 1 2 3 4 5 of zij daar iets over weten en me kunnen adviseren.

12. Geef mij maar een cursus van een dag, in plaats van 5 4 3 2 1 bijeenkomsten met collega’s.

Page 39: Verkenningsroute compleet

qu

iz

Helemaal Beetje mee Neutraal Beetje Helemaal mee oneens oneens mee eens mee eens

13. Ik werk het liefste alleen. 5 4 3 2 1

14. Ik neem liever deel aan een verplichte professionali- 5 4 3 2 1 seringsactiviteit dan aan een niet-verplichte activiteit. 15. Ik ben gemotiveerd om nieuwe manieren van professionaliseren uit te proberen, ook al weet ik niet 1 2 3 4 5 direct wat het me oplevert.

Beschrijving van de verschillende types. Tel je scores op kijk welke jij bent!

Score van 15 t/m 45

Netwerkleerder in spe

Je bent er duidelijk nog niet uit of netwerkleren wel bij jou past. Wel denken wij

dat door te ervaren wat netwerkleren kan betekenen voor je onderwijspraktijk,

jij kunt doorgroeien naar type B of C.

Score van 46 t/m 60

Netwerkleerder op weg

In jou schuilt duidelijk een netwerkleerder. Hoewel je op bepaalde punten ook

nog wat twijfels hebt of onzeker bent.

Score 61 t/m 75

Netwerkleerder in hart en nieren

Jij bent een netwerkleerder pur sang! Een inspiratiebron voor andere collega’s.

Jij ziet netwerkleren als de beste manier om je leven lang te professionaliseren

en vindt het fijn om collega’s de meerwaarde ervan te laten zien.

Page 40: Verkenningsroute compleet

quiz

De inspirator of leernetwerkcoach kan het initiatief nemen voor het inzetten van de quiz. Hij maakt

afspraken met het RdMC en nodigt de deelnemers schriftelijk of per e-mail uit voor het invullen van de

quiz. Online ziet iedere deelnemer direct na het invullen van de quiz wat voor type netwerkleerder hij

is. De toelichting op de quiz kan zo nodig worden aangepast. Herhaal de meting na verloop van tijd

om eventuele veranderingen in houding zichtbaar te maken.

Wat levert de quiz op?De uitkomsten van de quiz kunnen een verheldering zijn. Je weet nu hoe jij of je school tegen net-

werkleren aankijkt. Door aan te sluiten bij het type dat jij bent of je collega’s zijn, kunnen gerichte

acties ondernomen worden om netwerkleren te versterken of te introduceren op je school.