Upload
sp-over-de-sp
View
214
Download
1
Embed Size (px)
DESCRIPTION
Het hoogste orgaan in de SP is de partijraad, die gemiddeld zes maal per jaar bijeenkomt De partijraad bestaat uit de voorzitters van alle afdelingen en de leden van het partijbestuur. (Zie de statuten van de SP.) De voorzitters van de afdelingen, allen afgevaardigd naar de partijraad, brengen verslag uit van de partijraadsvergaderingen in hun afdelingen.
Citation preview
PARTIJRAAD VERSLAG VAN DE PARTIJRAADBIJEENKOMST
OP 15 DECEMBER 2007
PARTIJRAAD
2
DE PARTIJRAAD VAN DE SP
Het hoogste orgaan in de SP is de partijraad, die gemiddeld zes maal per jaar bijeenkomt
De partijraad bestaat uit de voorzitters van alle afdelingen en de leden van het partijbestuur.
(Zie de statuten van de SP.)
De voorzitters van de afdelingen, allen afgevaardigd naar de partijraad, brengen verslag uit van de
partijraadsvergaderingen in hun afdelingen.
SP
www.sp.nl
Snouckaertlaan 70
3811 MB Amersfoort
Tel.: 088 2435555
Fax: 088 4625512
Mail: [email protected]
15 DECEMBER 2007
3
INHOUD
OPENING DOOR HANS VAN HEIJNINGEN EN VERKIEZING VOORZITTER PARTIJRAAD 4
BESLUITEN NIEUW PARTIJBESTUUR 4
EVALUATIE 15E PARTIJCONGRES 5
BEGROTING 2008 6
TOESPRAAK JAN MARIJNISSEN 7
KORT 8
PARTIJRAAD
4
De Partijraad start met een compilatie van filmfragmenten over de wijze waarop onze Kamerleden
de afgelopen tijd onze standpunten en alternatieven naar voren hebben gebracht.
OPENING DOOR HANS VAN HEIJNINGEN
EN VERKIEZING VOORZITTER PARTIJRAAD
De algemeen secretaris blikt kort terug op de afgelopen maanden en feliciteert de aanwezigen met
de uitkomsten van het congres eind november. Het congres heeft besluiten genomen die het ons
als partij mogelijk maken om de uitdagingen waar we voor staan, aan te kunnen. Mits we de
besluiten goed uitvoeren natuurlijk.
Eén van die uitdagingen betreft het onderhouden van de band met onze leden. De komende
ledenwerfactie biedt goede kansen om met nieuwe leden en de leden die we het afgelopen half jaar
gewonnen hebben, in contact te komen. Het is belangrijk dat we in meer dorpen en steden
geworteld raken. We moeten het vertrouwen en respect van de bevolking steeds opnieuw winnen
en versterken.
De Partijraad wijst Hans van Heijningen als haar voorzitter aan.
BESLUITEN NIEUW PARTIJBESTUUR
Op 7 december is het nieuwe Partijbestuur voor het eerst bijeengekomen en heeft het uit zijn
midden een Dagelijks Bestuur gekozen. Dat bestaat – naast de in functie gekozen partijvoorzitter
Jan Marijnissen en de algemeen secretaris Hans van Heijningen – uit de nieuwe penningmeester
Rosita van Gijlswijk, Vincent Mulder als verantwoordelijke voor scholing, Renske Leijten als
verantwoordelijke voor jongeren, en Herman Beekers op basis van zijn lange ervaring in de partij
met onder meer media en de website. Het nieuwe Dagelijks Bestuur wordt door de Partijraad met
instemming begroet. Tevens bekrachtigt de Partijraad unaniem de verkiezing door het congres van
de dertien Algemeen Bestuursleden, de partijvoorzitter en de algemeen secretaris.
Rosita van Gijlswijk zal de functie van penningmeester niet combineren met het
Kamerlidmaatschap. Zij zal daarom in de Tweede Kamer worden opgevolgd door Farshad Bashir uit
Leeuwarden. Middels een kort interview wordt Farshad (al jaren ROOD- en SP-lid, Fries en van
geboorte Afghaan) voorgesteld aan de leden van de Partijraad.
15 DECEMBER 2007
5
EVALUATIE 15E PARTIJCONGRES
Begonnen wordt met een filmimpressie van de congresdag. Het Partijbestuur heeft op zijn eerste
bijeenkomst al kritisch gekeken naar de organisatie en uitvoering van het congres. Een aantal
punten verdient nadere aandacht, om het volgende congres nog beter te laten verlopen. Van
belang is voorts dat afdelingen zelf ook kritisch kijken naar hun eigen voorbereiding op het
congres: hebben zij hun leden wel voldoende mogelijkheden geboden om deel te nemen aan de
voorbereidende discussies en hebben zij zich gehouden aan de procedures die in de statuten en het
huishoudelijk reglement zijn vastgelegd om de inspraak van de leden optimaal tot uitdrukking te
brengen?
De Partijraad is op hoofdlijnen tevreden met het congres. De sfeer en de organisatie waren
nagenoeg vlekkeloos, en de inbreng van de meeste afgevaardigden was van een goed niveau. Wat
we echter niet in de hand hadden, was de wijze van berichtgeving in de media. Maar ook volgens
de Partijraad zijn er qua organisatie en voorbereiding van het congres een aantal punten waaraan
we aandacht moeten besteden:
Het ruim van tevoren bekend gemaakte tijdpad ‘congresvoorbereiding’ werd in enkele
afdelingen toch nog als te krap ervaren;
De motivering door de congrescommissie van de adviezen bij de amendementen vonden
velen te summier;
De algemene indruk van de Partijraad is dat sommige afdelingen meer discipline moeten
opbrengen om niet te veel en te gedetailleerde voorstellen te doen. Tijdens het congres
dient de discussie vooral op hoofdlijnen te worden gevoerd. Als er tijdens een
regioconferentie al geen draagvlak is voor een bepaald voorstel, trek dan als afgevaardigde
je conclusie. Volgens de Partijraad voorkomt dit veel onnodige en nutteloze discussie over
voorstellen waar geen of nauwelijks steun voor is, zodat er minder ruimte overblijft voor
wezenlijke zaken;
Er wordt gesuggereerd om meer Partijbestuursleden en Kamerleden te betrekken bij de
voorbereidende discussies in de afdeling;
Enerzijds vindt de Partijraad dat het beter was geweest als de congrescommissie meer tijd
voor de behandeling van alle amendementen had genomen; anderzijds hadden afdelingen
hun amendementen ook eerder of samen met anderen in kunnen dienen. Het gaat hier om
een wisselwerking die de volgende keer meer aandacht verdient;
Door een aantal leden wordt ingebracht dat de procedure voor het kiezen van het
Partijbestuur onduidelijk was. Volgens hen was niet uitdrukkelijk genoeg aangegeven dat
de verkiezing ging om dertien algemene leden en twee in functie te verkiezen personen. Bij
enkelen ontstond hierover verwarring toen één kandidaat wél meer dan de helft van het
aantal stemmen kreeg, maar minder dan de dertien andere kandidaten. Besloten wordt om
ruim voorafgaand aan een volgend congres de spelregels rondom kandidaten en
amendementen te laten vaststellen door de Partijraad.
PARTIJRAAD
6
BEGROTING 2008
De nieuwe penningmeester Rosita van Gijlswijk geeft een toelichting op de begroting, die door haar
voorganger is voorbereid, en die tevoren aan alle leden van de Partijraad is toegezonden. Er zijn
meer inkomsten te verwachten en ook verandert de verhouding tussen de verschillende
inkomstenbronnen. Er zijn zowel relatief als absoluut meer inkomsten uit afdrachten van
volksvertegenwoordigers en uit subsidies. Contributies en donaties gaan een kleiner deel van de
inkomsten uitmaken.
Bij het opstellen van de begroting is uitgegaan van een lichte groei naar 150 zelfstandige
afdelingen. Voor campagnes is een substantieel groter bedrag dan vorige jaren uitgetrokken.
Het exploitatieresultaat van baten en lasten laat een geraamd overschot zien van € 2.538.400.
Daarvan wordt € 1.000.000 gereserveerd voor de nieuwe huisvesting van het partijkantoor. Verder
wordt bovenop de reguliere dotatie een extra bedrag van € 1.000.000 in het verkiezingsfonds
gestort. De bijna € 500.000 aan nog niet bestede subsidiemiddelen, die geoormerkt zijn, worden
gereserveerd. Per saldo sluit de begroting na de reserveringen met een positief resultaat. De
penningmeester merkt op dat we goed moeten nadenken over de inzet van onze middelen, maar
dat het vooral ook belangrijk is onze ‘op-eigen-kracht’-cultuur te handhaven.
De grootste wijziging ten opzichte van vorig jaar is dat we in 2008 niet langer
abonnementstarieven voor dienstverlening (zoals bijv. voor lokale websites) aan afdelingen
berekenen. Specifiek geleverde diensten voor afdelingen en fracties (bijv. besteld drukwerk en
gevolgde scholingen) blijven gefactureerd worden. De hardheidsclausule blijft van kracht.
De Partijraad gaat akkoord met de begroting voor 2008 en stelt de bijdrageregeling voor
afdelingen vast, die – op de indexering na – ongewijzigd blijft. De Partijraad vraagt extra aandacht
voor zorgvuldigheid bij de omgang met de fractiebudgetten en de afdrachtregeling. Deze aandacht
wordt vervolgens toegezegd door de penningmeester.
Er wordt een nieuwe financiële controlecommissie ingesteld, bestaande uit vijf afdelingsvoorzitters:
Jorine Dirks (Rheden), Gerard Harmes (Alphen aan den Rijn), Laurens Ivens (Amsterdam), Ger van
Unen (Hulst), Johan Kwisthout (Breda).
15 DECEMBER 2007
7
TOESPRAAK JAN MARIJNISSEN
De partijvoorzitter blikt terug op 2007, een jaar dat volgde op de successen bij de
gemeenteraadsverkiezingen en de landelijke verkiezingen van 2006. 2007 was het jaar van de in
een vroeg stadium stukgelopen formatiebesprekingen, maar ook van de verdubbeling van het
aantal zetels bij de Statenverkiezingen – hoewel dit laatste helaas niet uitmondde in deelname aan
de colleges. Het was een jaar met weer heel veel nieuwe leden als gevolg van de
verkiezingswinsten, maar ook een jaar waarin we veel leden verloren en een hoog verloop onder
kader, ondanks alle energie die er in scholingen gestopt is.
Na de Eerste Kamerverkiezingen volgde plotseling de discussie over onze partijdemocratie, die nota
bene werd aangevoerd door de eerste de beste breker van onze democratisch genomen besluiten.
Bij sommige van de partijcriticasters kon je bedenkingen hebben door hun politieke afkomst of de
persoonlijke doelen die ze nastreefden. Opvallend is dat de kritiek op onze partij nooit ging over
onze standpunten of onze visie. Echte kernpunten van politiek inhoudelijke kritiek werden niet te
berde gebracht, en daardoor was er van discussie nauwelijks sprake.
Het heeft ons geleerd dat we nog dichter bij onze afdelingen moeten staan. Bij afdelingen-in-
oprichting zullen Partijbestuursleden op bezoek gaan, om te benadrukken dat we één partij
vormen. Daarnaast zal elke afdeling minimaal één keer per jaar bezocht worden door een
Partijbestuurs- of Kamerlid. Zo kunnen we de onderlinge banden versterken en de discussies goed
voeren.
Het is goed geweest dat we dit jaar, na de verkiezingen, aan de discussie over de organisatie van
onze partij hebben besteed en dat we daarmee voor en tijdens het congres volle aandacht hebben
gegeven aan de fundamenten van de partij. 2007 was het jaar van heel veel inwerken en
zelfreflectie, maar in 2008 moet het anders.
We hebben te maken met een ‘kabinet van gemiste kansen’, een kabinet dat plannen maakt maar
niets uitvoert, en ‘het niet meer lijkt te weten’. Aanvankelijk gaven we het het voordeel van de
twijfel, maar Balkenende IV blijkt gewoon het neoliberale beleid van de laatste jaren voort te
zetten. Dit kabinet is even impopulair als zijn voorgangers: het biedt geen vertrouwen, het biedt
geen hoop. De SP daarentegen is de meest populaire partij onder jongeren, en wie de jeugd heeft,
heeft de toekomst.
Dus moeten we nu opnieuw hard aan de boom gaan schudden, weer voluit oppositie voeren, de
schuttersputjes verlaten, op onderzoek uit, lef en moed tonen en successen boeken. We moeten nu
weer vol aan de bak, in de Tweede Kamer, in de raden en de staten, én op straat!
PARTIJRAAD
8
KORT
SP-hulpdiensten
Twee ervaren hulpdienstmedewerkers worden geïnterviewd over de politieke betekenis en de
praktijk van de SP-hulpdienst. Op basis van de jarenlange ervaringen in Schijndel en Oss worden
er een aantal praktische tips gegeven over wat je wel en vooral niet moet doen. De Hulpdienst
hoort, naast het inventariseren van de hulpvragen en het doorverwijzen van de hulpvragers,
daarmee ook zaken te signaleren die voor de gemeenteraadsfractie van belang kunnen zijn. Waar
Hulpdiensten zich vooral niet mee bezig moeten houden is bemiddeling bij persoonlijke ruzies, bij
arbeidsconflicten, of met schuldhulpverlening en strafzaken. In afdelingen waar de Hulpdienst goed
bemenst wordt, is de waardering vaak groot en kan de afdeling er in politieke zin haar voordeel
mee doen.
Afdelingen
Borne, Stein en Winterswijk zijn in de afgelopen periode door het Partijbestuur toegelaten als
afdelingen-in-oprichting. Westerveld, Soesterberg en Harlingen zijn officieel erkend als zelfstandige
afdelingen. Leiderdorp heeft tijdens een ledenvergadering besloten zichzelf als afdeling op te
heffen. Een nieuw element in de route naar zelfstandige afdeling is dat de afdeling-in-oprichting bij
de aanvraag tot volwaardige afdeling bezocht zal worden door drie Partijbestuursleden. Zij zullen
na het kennismakingsgesprek het Partijbestuur bij de beslissing over zelfstandigheid adviseren.
Afdelingsverslagen
Slechts de helft van alle afdelingen leverde de afgelopen tijd verslagen in. Het is belangrijk dat
afdelingsvoorzitters minstens één keer per maand – via een afdelingsverslag – stilstaan bij het
functioneren van hun afdeling. Het geeft de afdeling inzicht, maar ook de landelijke partij weet op
deze manier wat er in de afdelingen gebeurt. De afspraak met de nieuwe regiovertegenwoordigers
is dat zij ook inhoudelijk zullen reageren op de verslagen.
ROOD
Gijs Houtbeckers roept afdelingen op met de jongeren in de afdelingen aan de slag te gaan. Het
hoeft niet per se te leiden tot een officiële ROOD-groep, maar geef jongeren minstens een plaats in
de afdeling. Landelijk ROOD wil hierbij graag ondersteuning bieden aan afdelingen.
Communicatie
Herman Beekers geeft een uitgebreide toelichting op alle vormen van communicatie waar de SP
mee te maken heeft. Hij besteedt ook ruime aandacht aan de fouten die er gemaakt worden:
afdelingskranten die niets vertellen, websites die meer schade toebrengen dan voordeel opleveren,
e-mails die verkeerd worden uitgelegd. Zijn oproep aan afdelingen is om hulp te vragen bij het
maken van drukwerk of het bijhouden van de websites. Hij raadt ook aan vooral de scholingen te
volgen die het Scholingsteam hiervoor heeft opgezet.
Vragenkwartier
Er ontstaat een discussie over de werking van het dualisme op gemeentelijk niveau. De Partijraad
is het erover eens dat het dualisme niet bijdraagt aan het dichten van de ‘kloof tussen burger en
politiek’, en veel meer tijd en geld kost dan het monisme. Jan Marijnissen roept alle
Partijraadsleden op, hun ervaringen en kritieken ten aanzien van dualisme op gemeentelijk niveau
op papier te zetten en hem toe te sturen. Vervolgens zullen dan alle nadelen van het dualisme in
een verslag verwerkt worden. Vanuit Doesburg komt het verzoek om, vooral voor kleinere
gemeenten, een onderzoek te starten naar de gevolgen van decentralisatie van overheidstaken
(bijv. Wmo en Wwb). Hierover kan contact worden gelegd met het Wetenschappelijk Bureau, dat al
een onderzoek verricht naar de kosten van de toegenomen bureaucratie als gevolg van de
privatiseringen; wellicht kan het door Doesburg voorgestelde onderzoek in combinatie daarmee
plaatsvinden.