16
Reporter VIETNAM nieuws VREDESEILANDEN Een week lang doorkruiste Annick Vandorpe met de jeep het platteland van noordelijk Vietnam om er de projecten van Vredeseilanden te bezoeken. Ze klopte aan bij rijstboeren, viskwekers en buffelverzorgers. Bij een kopje groene thee deden zij haar hun verhaal. Het relaas van de reis leest u in dit nummer. Uit fascinatie voor het heelal studeerde Annick Vandorpe (°1972) natuurkunde met specialisatie astronomie. Daarna kwam ze in de IT terecht, maar dat bleek haar niet zo te liggen. Ze nam loopbaanonderbreking en reisde een jaar lang de wereld rond. Tijdens die reis publiceerde ze elke week verslagen op het internet en ontdekte ze een passie voor schrijven. Vandaag is Annick freelance journaliste. Ze schrijft reportages en reisverhalen voor De Tijd, De Standaard, The Financial Times. VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT 5X PER JAAR IN JAN-APRIL-JUNI-AUG-OKT | EXTRA EDITIE NOVEMBER 2006 | JAARGANG 26 NR 8 | AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK MAIL | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JAN AERTSEN, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

Vietnam Reporter

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Vietnam Reporter

ReporterVietnam nieuwsVREDESEILANDEN

Een week lang doorkruiste Annick Vandorpe met de jeep het platteland van noordelijk Vietnam om er de projecten van

Vredeseilanden te bezoeken. Ze klopte aan bij rijstboeren, viskwekers en buffelverzorgers. Bij een kopje groene thee deden zij haar hun verhaal. Het relaas van de reis leest u in dit nummer.

Uit fascinatie voor het heelal studeerde Annick Vandorpe (°1972) natuurkunde met specialisatie astronomie. Daarna kwam ze in de IT terecht, maar dat bleek haar niet zo te liggen. Ze nam loopbaanonderbreking en reisde een jaar lang de wereld rond. Tijdens die reis publiceerde ze elke week verslagen op het internet en ontdekte ze een passie voor schrijven. Vandaag is Annick freelance journaliste. Ze schrijft reportages en reisverhalen voor De Tijd, De Standaard, The Financial Times.

VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT 5X PER JAAR IN JAN-APRIL-JUNI-AUG-OKT | EXTRA EDITIE NOVEMBER 2006 | JAARGANG 26 NR 8 | AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK MAIL | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JAN AERTSEN, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

Page 2: Vietnam Reporter

> 2

Oorlog en vredeHet rijk Nam Viet, land van het zuiden, wordt gesticht in 207 voor Christus, maar amper een eeuw later lijven de Chinezen het al in. Pas in de 10de eeuw herwint het zijn onaf-hankelijkheid. In de 16de eeuw zetten Europese handelsreizigers en missionarissen voet aan wal in Vietnam. De Europese invloed wordt steeds sterker en in 1883 wordt Vietnam een Franse kolonie en onderdeel van Indochina. In het begin van de 20ste eeuw zien verzetsbewegingen het licht. Ho Chi Minh richt de Indochinese Communistische Partij op. Opstanden worden door de Fransen gewelddadig in de kiem gesmoord. Pas in 1945, na de Tweede Wereldoorlog, kan Ho Chi Minh onafhankelijkheid bekomen. Het daaropvolgende jaar keren de Fransen terug. Het is het begin van de Vietnamoorlog, in Vietnam bekend als de Franse Oorlog (1946-1954) en de Amerikaanse Oorlog (1957-1973). Bij de terugtrekking van de Fransen, in 1954, wordt het land opgedeeld in een communistisch Noord-Vietnam en een pro-westers Zuid-Vietnam. De guerrillastrijders uit het zuiden groeperen zich in het Nationaal Front voor de Bevrijding van Zuid-Vietnam, door de Amerikanen ook wel de Vietcong genoemd. Als tegen-

reactie versterken de Amerikanen die tijdens de Franse oorlog de Fransen gesteund hebben, hun aanwezig-heid in Zuid-Vietnam. De onlusten escaleren in 1964, na Amerikaanse bombardementen in het noorden. In de periode van 1964 tot 1973, tijdens een vuile oorlog waarbij de Amerikanen chemische wapens zoals het ontbladeringsmiddel Agent Orange gebruiken, vinden 4 miljoen Vietnamezen de dood. Toch slagen de Zuid-Vietnamese en Amerikaanse troepen er niet in de Vietcong en het Noord-Vietnamese leger onder controle te krijgen. In januari 1973 trekken de Amerikanen zich terug, en in 1975 wordt Vietnam terug een verenigd land.

Doi Moi of de econo-mische opstanding van VietnamDe Socialistische Republiek Vietnam die in 1976 wordt uitgeroepen, door-kruist eind jaren zeventig en begin jaren tachtig een economische crisis. Onder Amerikaanse druk wordt het land geboycot. Alleen dankzij de steun van de Sovjetunie en de Oost-Europese landen kan Vietnam het hoofd boven water houden.In het begin van de jaren tachtig starten ingrijpende economische

hervormingen, hervormingen die in 1986 het tijdperk van Doi Moi, de vernieuwing, inluiden. Landbouw en detailhandel worden gepriva-tiseerd. De liberalisering veroor-zaakt een stroomversnelling voor de Vietnamese economie. Terwijl Vietnam halverwege de jaren tachtig nog rijst moest invoeren, bereikt het in 1997 - uitgerekend het jaar van de Aziatische crisis - een rijstproductie van 30 miljoen ton. Daardoor neemt het, na Thailand, de plaats in van de VS als tweedegrootste rijstproducent ter wereld. Tussen 1990 en 2002 verdubbelt het Bruto Binnenlands Product per hoofd van de bevolking naar 340 dollar. Tegenwoordig neemt het BBP jaar-lijks met meer dan 7 procent toe en is Vietnam een van de snelst groei-ende economieën van Zuid-Oost-Azië.

Twee snelhedenWaar in 1990 nog 60 procent van de Vietnamezen onder de armoedegrens leefden, waren dat er in 2002 maar 29 procent meer. De indrukwekkende resultaten die Vietnam boekt op vlak van armoedebestrijding maken het land tot een voorbeeld voor de derde wereld. Maar dit impliceert niet dat ontwikkelingshulp overbodig is

geworden, wel integendeel. Die spectaculaire groei van het Vietnamese BBP is in de eerste plaats te wijten aan de boomende industrie- en dienstensector. De landbouwsector – nog steeds de inkomstenbron van meer dan de helft van de Vietnamese bevolking - expandeert ook, maar aan een langzamer tempo. Het land groeit aan twee snelheden. Terwijl steden zoals Hanoi en Ho Chi Minh City (het vroegere Saigon) zich op 20 jaar tijd ontpopt hebben tot typisch Aziatische grootsteden, zijn er op het platteland nog steeds dorpen waar elektriciteit en stromend water niet voorhanden zijn. Momenteel leeft nog een vierde van de bevol-king (twintig miljoen mensen) onder de armoedegrens. Vooral de kleine boeren die in geïsoleerde en berg-achtige gebieden wonen, hebben het moeilijk. Het is aan deze gemargina-liseerde groepen dat Vredeseilanden in Vietnam steun biedt. Om het hoofd boven water te houden, is een stevige positie binnen de nationale en wereldeconomie cruciaal. Door het streven naar voedselsoevereiniteit en eerlijke handel helpt Vredeseilanden dit te bewerkstelligen.

Over Vietnam

11 vrijdag | Krab eten op de stoepMerken dat Vietnam in volle groei is doe ik al op mijn eerste rit door het land, in de driekwartier taxi van de luchthaven naar Hanoi-centrum. Het traject start met een defilé van reclamepane-len. Hitachi, Honda, Melinh, tientallen meters torenen ze boven de rijstvelden uit. Al snel verdringen fabrieksterreinen en bouwwer-ven de akkers. Aan de stadsrand prijken gloednieuwe villawijken en zijn residentiële parken met appartementsblokken van twintig hoog in aanbouw. Het landschap is grijs en groen. Op elk stukje betonvrij terrein groeit tropisch geboomte. De taxi laveert door het drukke verkeer. Het vervoersmiddel bij uitstek is hier de bromfiets. In hordes rijden ze over de straten. Soms zijn er wel vier passagiers: vader, moeder en twee kinderen ertussenin. Allemaal zonder helm. De enige hoofddeksels die ik zie, zijn de rieten kegelhoeden van de fruitverkoopsters aan de rand van de weg. ’s Avonds halen Chau en Nguyet, twee medewerksters van het Vredeseilandenkantoor in Hanoi, me op in het hotel. Het is vrijdagavond, piekuur. De straten zijn een wirwar van bromfietsen. Oversteken is een heikele onderneming. Chau en Nguyet laten me kennismaken met culinair Vietnam. Niet op restaurant, maar op straat. We zitten aan een tafeltje op de stoep, naast een wasteil met levende krabben. De visvrouw depo-neert drie exemplaren in een kom kokend water. De krab doppen we in een saus van limoen, look en chili. Verrukkelijk. Terwijl bromfietsen en taxi’s luid toeterend passeren, pluk en sabbel ik aan mijn krabbenpoten, luister naar het zangerige Vietnamees van Chau en Nguyet en laat Azië tot mij komen.

Page 3: Vietnam Reporter

3 <

12 zaterdag | Geld en fruit voor Boeddha

De inwoners van Hanoi zijn trots op hun stad en dat geldt ook voor de VECO ploeg. Vol enthousiasme tronen ze me mee naar de belangrijkste bezienswaardigheden van Hanoi. Achterop de Wave Honda van Huyen vlam ik door de straten. Ik geniet van de wind en kijk mijn ogen uit. Eén ding is zeker, op het zadel zit je aan de leuke zijde van het Vietnamese verkeer. Veel te snel duikt The Temple of Literature op. In 1070 gebouwd als eerbetoon aan de Chinese wijs-geer Confucius, werd de tempel in 1076 de locatie van de eerste universiteit van Vietnam. Het domein is een aaneenschakeling van pleinen en paviljoenen. Vooral bij de altaren krioelt het van het volk. De universiteit is al ruim twee eeuwen buiten gebruik, maar Vietnamese studenten komen hier nog om offergaven te brengen aan Boeddha, voor geluk in de examens. ‘s Namiddags neemt Mai me mee naar Ho Tay Lake, in Noord-Hanoi. Op het meer dobberen houten waterfietsen in de vorm van zwanen. Een zwanentochtje op Ho Tay is een must voor de verliefde paartjes van Hanoi. Op de oever van Ho Tay ligt Tran Quoc Pagoda, de oudste pagode van het land. Ook hier zijn de altaren drukbezocht. Een oud vrouwtje legt custardappels en een pak bankbiljetten aan Boeddha’s voeten. Terwijl Mai me uitlegt dat het om vals papieren geld gaat, zie ik tot mijn verbazing een passant het fruit weggrissen. Diefstal? Nee, het blijkt de gewoonte. Geofferd fruit eten brengt geluk.

13 zondag | Uitstap in het holst van de nacht

Het is 4 uur ’s nachts en ik zit op de motorfiets. We zijn op weg naar de Long Bien spoorwegbrug. Elke ochtend tussen 1 en 6 vindt hier een groothandelsmarkt plaats voor groente en fruit. Ik zit achterop bij Thuy, VECO marketingverantwoordelijke en naast ons snorren Marco, de (Nederlandse) landenvertegenwoordiger, en Johan, zijn (Belgische) adviseur. Op de markt blijf ik plakken bij de fruitsectie. Het aanbod is verbluffend. Er zijn mango’s, papaja’s, granaatappels, ananas-sen, bananen, dragonfruit, ramboetans (een beetje lijkend op de lychee), zelfs peren, druiven en appels. Twee of drie fruitsoorten komen van China, alle andere zijn inheems. Doordat Vietnam een veelheid aan klimaten en reliëfvormen kent, kan haast elke vrucht hier aarden.

Met een lotusbloem in de hand van de bloemenmarkt even verder-op kruip ik terug op de motorfiets. Het is half zeven, ontbijt-tijd. Waar ik snak naar een kop koffie, zweert een Vietnamees bij pho, noedelsoep. De pho van Hanoi is gereputeerd als de beste van Vietnam. Thuy brengt ons naar een klein eethuisje. Met zijn gammele tafeltjes en vloeren vol voedselresten ziet het er niet uit, maar het is wel hét adres van Hanoi. De rij wachtenden voor de deur liegt er niet om. We nemen pho bò, soep met rundvlees. In een glasheldere bouillon met chili, limoen en ajuin drijven dikke, witte rijstnoedels en reepjes vlees. Het gerecht lest de dorst, vult en bevalt verrassend goed als ontbijt. Bij de koffie - nu in een westers geïnspireerde brasserie - deelt Thuy granaatappels uit. Een uur tevoren uitgestald bij Long Bien, nu gekocht van een straat-venter in hartje Hanoi.

Over VECO VietnamVredeseilanden, in Vietnam bekend als VECO, is sinds 1994 actief in Vietnam. Naast het promoten van duurzame landbouw zijn ook de versterking van de positie van boeren en het meehelpen aan de ontwikkeling van het Vietnamese landbouwbeleid doelstellingen van VECO Vietnam. Er bestaan weinig stevige lokale ngo’s in het communistische Vietnam. Dit betekent dat – in tegenstelling tot de andere partnerlanden van Vredeseilanden – VECO rechtstreeks samenwerkt met de overheid en de zogenaamde massa-organisaties (boerenbeweging, vrouwenorganisatie, …) om steun te verlenen aan de arme boerengezinnen. De projectgebieden van VECO zijn gelegen in het bergachtige noorden van het land.

Page 4: Vietnam Reporter

Dankzij de steun van de Vietnamese overheid hebben we

onze doelstellingen

veel eerder behaald dan gepland

> 4

Page 5: Vietnam Reporter

5 <

Marco Van Grinsven (47) is al 20 jaar in de ontwikkelingssa-menwerking werkzaam. Na jobs op de Filippijnen, in Congo en in Oeganda, werkt hij sedert eind 2001 in Vietnam als landvertegenwoordiger voor Vredeseilanden.

Met welke problemen kampte de landbouw in Vietnam toen jij hier eind 2001 het programma van Vredeseilanden ging leiden?Voedselzekerheid was toen de groot-ste prioriteit. Veel boeren hadden meerdere maanden per jaar te weinig voedsel om in zichzelf te voorzien. Voor de periode 2003-2007 hebben wij een actieplan opgesteld. We hebben naar voedselzekerheid toege-werkt door de boeren betere land-bouwtechnieken aan te leren, door meer rendabele gewassen te introdu-ceren, en – dit is het grootste succes gebleken – door het aantal oogsten per jaar op te drijven. Vroeger waren er maar twee rijstoogsten per jaar. In de winterperiode, tussen decem-ber en februari lagen de velden veel-al braak. We hebben de rijstoogst vervroegd en ingekort. De verlengde braakperiode hebben we gebruikt om een derde gewas te verbouwen zoals maïs of aardappelen. Daardoor is de opbrengst de lucht ingeschoten.

In hoeverre zijn de objectieven vandaag gehaald?Begin 2006 hebben wij in al onze projectgebieden voedselzekerheid bereikt. Dat is anderhalf jaar eerder dan we gepland hadden. Zo snel resultaat boeken is typisch voor Vietnam. In de ontwikkelingshulp werken is hier zeer motiverend. Je werk wordt echt gewaardeerd. Elke dag zie je de vooruitgang.

Welke rol speelt het politieke regi-me van Vietnam hierin?Volgens mij is het communistisch regime een van de sterke punten van Vietnam. De communistische partij is zowel op nationaal als op provin-ciaal, districts- en communeniveau vertegenwoordigd. Ze is verweven in alle lagen van de bevolking en steunt op een breed draagvlak. Daardoor staat de overheid zeer dicht bij het volk. Ons succes in het bekomen van voedselzekerheid hebben we niet alleen te danken aan onszelf, maar ook aan de steun van de overheid. Trouwens, ook in veel gebieden waar wij niet werken is voedselzekerheid bereikt dankzij het gunstige beleid van het Ministerie van Landbouw en algemeen verbeterde werkvoorwaar-den en een betere infrastructuur.

Wat is de volgende prioriteit nu?Voedselsoevereiniteit. De boeren moeten vrij zijn in de keuze van hun gewassen. Vroeger was dat niet zo. Omdat er niet voldoende voedsel was, moesten ze van overheidswege een bepaald areaal aan gewassen produceren. Zo werd soms geopteerd voor ingevoerd rijstzaad in plaats van lokaal rijstzaad. Maar daardoor verdween het lokale rijstzaad. Zoiets willen we tegengaan.Om voedselsoevereiniteit te beko-men, moet de boer meer inspraak krijgen in het landbouwbeleid van de

overheid. We werken nu aan de orga-nisatorische ontwikkeling van de boeren. Om boeren toegang te geven tot een eerlijke markt bijvoorbeeld, zijn organisaties die hun economi-sche belangen vertegenwoordigen onmisbaar.

Hoe geef je boeren een stem in een land dat gecontroleerd wordt door de overheid?De traditionele Vredeseilanden aanpak – samenwerking met onaf-hankelijke ngo’s - kunnen we niet volgen. In Vietnam ontbreekt het juiste kader om lokale ngo’s op te richten. Politiek gezien ligt dit nog te gevoelig. De communistische partij heeft op nationaal niveau een aantal massaorganisaties opgezet. De boerenunie is er een van. Die vertegenwoordigt precies onze doel-groep. In plaats van een onafhanke-lijke organisatie op te zetten en zo onrechtstreeks tegen de overheid in te gaan, is het effectiever een samenwerking aan te gaan met over-heid. Dit sluit cultureel ook beter aan met de manier van zakendoen hier. Vietnamezen proberen openlijke confrontaties te vermijden. Niemand wil gezichtsverlies lijden.

Hoe vertaal je dit naar de praktijk? In elk district waar we werken hebben we een projectstuurcomité (PSC) opgezet. Dat bestaat uit een mix van eigen medewerkers, over-heidsambtenaren – partners noemen we hen - en boeren. De PSC’s

superviseren de projecten. Keihard hebben we gewerkt om voedselze-kerheid te halen. Waar de houding van onze partners tijdens de eerste jaren afwachtend was, zijn ze stilaan gaan inzien dat onze meer alterna-tieve en duurzame methode ook effectief kan zijn en dat de feedback van de boeren positief is. Er is een grote druk van onderaf ontstaan. De overheid beseft dat ze haar beleid op bepaalde punten moet aanpassen. Er is een link ontstaan tussen de basis – de boeren - en haar vertegenwoor-diging – de overheid.

Jullie werken momenteel samen met 140 boerengroepen, die zo’n 20.000 huishoudens vertegen-woordigen. Hoe wil je dat bereik verhogen?Wijzelf willen van een uitvoe-rende naar een adviesverlenende en faciliterende functie evolueren. Momenteel geven wij de boeren trai-ningen en volgen wij op wat er in het veld gebeurt. Als onze partners die rol overnemen – en dit vindt nu al gedeeltelijk plaats - kunnen we veel meer boeren bereiken. Partners op districtsniveau kunnen de door ons aangeleerde technieken door-spelen naar provinciaal niveau en zo kunnen die weer belanden in distric-ten waar wij niet werkzaam zijn.

Via de PSC’s proberen jullie het beleid van de overheid op districts- en provinciaal niveau te beïnvloe-den. Wat doen jullie op nationaal niveau?We werken samen met andere ngo’s en gaan rechtstreeks in gesprek met mensen van het Ministerie van Landbouw. De economie van Vietnam doet het uitstekend, maar dat is vooral dankzij de explode-rende industrie- en dienstensector. Als de overheid wil gaan investeren in de industrie en beslist dat daar-voor veel goedkoop voedsel nodig is, staat dat haaks op onze doel-stellingen om de boeren een hoger inkomen te verschaffen. Dan moeten wij onze stem laten doorklinken en tonen dat er alternatieven mogelijk

zijn. Bijvoorbeeld door in te spelen op de groeiende bewustwording van de Vietnamese consument. Ook in Vietnam zullen consumenten in de toekomst meer gaan letten op kwaliteit, smaak en gezondheid. De toenemende welvaart zal hen in staat stellen meer te betalen voor goed voedsel.

Eind dit jaar treedt Vietnam toe tot de Wereldhandelsorganisatie of World Trade Organization (WTO). Is dit momenteel een hot topic bij de overheid?Op nationaal niveau wel, maar op provinciaal en districtsniveau wordt er helaas veel minder over gesproken en nagedacht. Men weet dat de over-heid wil toetreden en daar goede redenen voor heeft, dus steunt ieder-een de overheid en daarmee lijkt de kous af. In december hebben we boeren en partners (overheidsamb-tenaren op provinciaal en districts-niveau) meegevraagd naar de WTO-conferentie in Hong Kong. Daardoor willen we op lagere niveaus het besef doen groeien dat de globali-sering ook gevolgen heeft voor onze boeren. En tegelijkertijd geven we onze partnerrelatie verder gestalte door alle partijen een gelijke toegang tot informatie te verschaffen.Wij waren trouwens een van de weinige ngo’s die zowel boeren als overheidsambtenaren meegebracht hadden – de meeste andere ngo’s waren net aan het demonstreren tegen de overheid van de landen waarin ze werkzaam zijn. Onze aanpak werd met veel interesse gadegeslagen. De andere ngo’s weten ook dat succes vaak alleen maar kan geboekt worden als er toch enige samenwerking tussen de boeren en de overheid tot stand komt.Op die WTO-top hoorden onze part-ners voor het eerst over de mogelijke negatieve gevolgen voor de boeren zoals de gevaren van goedkope import voor de lokale markt. Dat was voor hen een blikopener.

Met die WTO-toetreding wordt het afwachten waar Vietnam staat binnen vijf jaar? Ik denk dat de invloed van privé-ondernemingen hier een stuk klei-ner is dan in andere landen, maar dat is snel aan het veranderen. Bij al te negatieve ontwikkelingen zal de overheid zeker wel een manier vinden om de invloed van WTO af te zwakken. Volgens mij zal Vietnam het, net door de sterke positie van de overheid, een stuk beter doen dan vele andere WTO-leden.

‘In Vietnam is in de ontwikkelingssamenwerking werken zeer motiverend. Je werk wordt echt gewaardeerd. Elke dag zie je de vooruitgang.’

Page 6: Vietnam Reporter

> 6

14 maandag | Big BrotherVandaag starten de projectbezoeken. Achtereenvolgens reizen we naar Phu To, Tuyen Quang en Lang Son, de drie provincies in Noord-Vietnam waar VECO actief is. Ik word begeleid door VECO medewerkers en door een persofficier van de overheid. Die moet in de gaten houden of ik geen onrust ga stoken. ‘Je moet het begrijpen vanuit Vietnams verleden’, zegt Marco. ‘Het land heeft slechte ervaringen gehad met buitenlandse inmenging. Daarom wordt die nu sterk gecontroleerd. Maar in de praktijk is het een formaliteit. Voor die persofficieren is zo’n reisje een goedbe-taalde vakantie.’ Toch voel ik me er niet makkelijk bij. Big brother will be watching me. Voor het vertrek is er een gezamenlijke lunch in de keuken van het VECO kantoor. Op tafel staan kommen gepaneerde vis, gebakken varkensvlees, groente, soep en rijst. Al pikkend met onze chopsticks kletsen we over de weekendactivitei-ten. Rond kwart na één klinkt de deurbel. Een hip juffrouwtje van begin de twintig komt de kamer binnen. Het is de gevreesde pers-officier. Ze glimlacht verlegen. Met acht passagiers plus bagage is de jeep van Thu, de chauffeur die ons 5 dagen zal rondrijden, afge-laden vol. Van Hanoi naar Yen Lap, ons eerste reisdoel, is het 200 kilometer rijden. We doen er 4 uur over. De wegen zijn hobbelig en worden steeds kronkeliger. Ik heb alle tijd om het landschap in me op te nemen. Grazende koeien in de berm, een enkele buffel, rijst-velden, bergen aan de horizon. Af en toe passeren we een hoog, smal huis met een citroengele of fuchsia gevel en een dakterras met krullerige balustrades. De stijl van de Vietnamese plattelands-woningen is, wel, verrassend.

Over Yen LapVan de acht districten van de provincie Phu To is Yen Lap door zijn bergachtige karakter het meest geïsoleerd. Daardoor moet dit district het stellen met een primitieve infrastructuur. Het wegennetwerk is relatief slecht, er is een tekort aan scholen en gezondheidscentra, en elek-triciteit en stromend water zijn niet overal voorhanden. Dertien van de veertien gemeentes van Yen Lap zijn opge-nomen in de lijst van de armste gemeentes van Vietnam en krijgen steun van de overheid via het nationale armoe-debestrijdingprogramma “program 135”. Met een team van zes medewerkers is VECO in acht van deze gemeentes actief in projecten rond rijstteelt, aquacultuur, terras-bouw en het verbouwen van marktgewassen.

Page 7: Vietnam Reporter

7 <

Voor Vredeseilanden betekent werken aan duur-

zame ontwikkeling ook bijdragen aan evenwich-tige man-vrouw relaties.

Gendertrainingen geven aan boeren is een belangrijk punt

in het programma van VECO Vietnam. In het district Yen

Lap werkt VECO hiervoor samen met de Vrouwenunie

en het landbouwdepartement van de overheid.

‘Bij de boeren is het de gewoonte dat de vrouw het huishouden en het veldwerk verzorgt, terwijl de man andere karweien zoals buffelhoeden en zwaar werk op zich neemt. Het probleem is dat het evenwicht in de werkverdeling veelal zoek is. Maar al te vaak is het onduidelijk waar de taken van de vrouw ophouden. Varkens en kippen verzorgen wordt bijvoorbeeld ook als huishouden beschouwd.’

Mevrouw Phung weet waarover ze spreekt. Ze is behalve medewerker van het VECO team in Yen Lap ook vice-voorzitter van de Vrouwenunie. De Vrouwenunie is een massa-organisatie opgericht door de Communistische Partij. Ze is in heel het land actief en volgt een vijfja-renplan dat door de centrale regering is opgesteld. De actiepunten zijn de mobilisatie van vrouwen in de deel-name aan opleidingen en aan ontwik-kelingsprogramma’s, het aanzetten van vrouwen tot het beheren van het huishoudbudget, gezinsplanning en gezondheidszorg voor kinderen.

Met de VECO projectleider en iemand van het landbouwdepartement van de overheid stapt Phung naar de boeren toe met een duidelijke taken-omschrijving voor man en vrouw. ‘Zo willen we voorkomen dat de vrouw voor al het werk moet opdraaien.’ Samen hebben ze een training opge-steld voor de boerengezinnen. Die training neemt één dag in beslag. Meer tijd kunnen de boeren niet vrij-maken.

‘We leren de boeren ook hoe ze hun rijkdommen kunnen beheren’, zegt Phung. ‘En we pakken het alcohol-

probleem aan. Op het platteland wordt erg veel gedronken, vooral door de mannen. Wij proberen de gevolgen te doen inzien van over-matig alcoholgebruik. Alcohol neemt niet alleen een flinke hap uit het huishoudbudget, maar leidt ook tot een lage productiviteit en agres-siviteit. Eens iemand zich daarvan bewust is, is de wil er vaak om dat drinkgedrag te veranderen.’Ook de integratie van vrouwen in ontwikkelingswerk wordt op de trai-ning niet over het hoofd gezien. ‘We moedigen de vrouwen aan om deel te nemen aan door VECO georgani-seerde activiteiten. Zoals workshops rond het telen van bepaalde gewas-sen of bijeenkomsten om ervaringen uit te wisselen rond het gebruik van nieuwe zaadvariëteiten.’

Tot nog toe hebben 31 koppels de opleiding gevolgd. Leden van verscheidene boerengemeenschap-pen worden uitgenodigd. Het is de bedoeling dat zij de opgestoken kennis doorgeven binnen hun eigen gemeenschap.

Genderwerking De duizend en één taken van de Vietnamese boerin

‘In de boerengezinnen is het maar al te vaak onduidelijk waar de taken van de vrouw ophouden.’

Page 8: Vietnam Reporter

> 8> 8

Nga Hoang ligt aan de voet van steile, beboste heuvelflanken. De gemeente telt 1297 mensen verspreid over 311 gezinnen. Drieënzeventig procent van de inwoners verdient minder dan 10 euro per maand. Mevrouw Dung woont hier in een gehucht van tachtig boerenfamilies. Houten huizen zijn rond een aarden weg geschaard. In de deuropening van een van deze staat ze ons op te wachten.Dung, schoonheid in het Vietnamees, is een klein, rank vrouwtje van 36. Ze nodigt ons uit te gaan zitten aan een houten tafel in het midden van haar leefruimte. De groene thee staat al klaar. Wij zijn Dungs enige gasten niet vandaag. In een hoek van de kamer zitten zes vrouwen, tussen 20 en 60 jaar oud. ‘Zij zijn leden van het fonds’, zegt Dung. ‘Straks hebben we een algemene vergadering om uit te maken wie tijdens het volgende half jaar een lening zal krijgen.’Dat er alleen vrouwen aanwezig zijn, is niet vreemd. ‘Het zijn de vrouwen die het huishoudgeld bijhouden. De mannen geven het uit’, lacht Dung.

Mobiliseren

Het fonds beheert 6 miljoen Vietnamese dong (295 euro). Van dat bedrag is 5 miljoen dong afkomstig van VECO. De resterende 1 miljoen komt van de lokale bevolking. ‘Voor 2004 bestond hier al een fonds dat was opgezet door de Vrouwenunie’, zegt Dung. ‘Dertig boerenfamilies waren toen lid. Elke maand droeg

elk lid 5000 tot 10.000 dong bij. Maar het fonds groeide maar traag. Met het beperkt kapitaal dat we hadden, konden we weinig aanvangen. De steun van VECO, in 2004, betekende een grote stap vooruit.’ Door de dorpsleider werd Dung als boek-houdster aangesteld. Dung die in deze gemeen-schap ook de Vrouwenunie vertegenwoordigt, is erg goed in het mobiliseren van mensen. In enkele maanden tijd kon ze bekomen dat elk gezin van

het gehucht lid werd van het fonds.‘Alle tachtig leden komen straks naar de vergade-ring’, zegt ze. ‘Twintig daarvan zullen een lening krijgen toebedeeld. Eén lening schommelt tussen 200.000 en 300.000 dong (10-15euro). Per maand betalen de boeren 1 tot 1.5% interest. De terug-betaling van de lening gebeurt op het einde van de zesde maand. Als dat vóór de oogstperiode valt, verkopen de boeren een varken of enkele eenden om het geld bijeen te krijgen. Het is nog nooit gebeurd dat een lening niet is terugbetaald.’

Toekomst

In een groot roze schrift houdt Dung alles nauw-keurig bij. Op het eind van de leenperiode wordt ze voor het verrichte werk vergoed met een percen-tage van de interesten.‘Het winterseizoen staat voor de deur’, gaat ze verder. ‘Op de vergadering gaan we beslissen welke gewassen we willen planten en hoeveel geld nodig is voor zaden en kunstmest. Daarna zullen we uitmaken welke boerenfamilies het meest noodbe-hoeftig zijn. Zij krijgen een lening.’

Steeds meer vrouwen hebben zich in de kamer verzameld. De vergadering kan elk ogenblik begin-nen. Bij het afscheid vertelt Dung ons over haar hoop voor de toekomst. ‘De maandelijkse leefkos-ten van een gezin met twee kinderen in Nga Hoang bedragen 1 tot 1.5 miljoen dong. Dat kunnen we niet enkel uit akkerbouw halen. Daarvoor beschik-ken we hier in de bergen over te weinig land. We moeten ons inkomen gaan diversifiëren. Als het fonds meer financiële steun zou krijgen, zouden de boeren grotere leningen kunnen aangaan. Dat zou ons toelaten te investeren in de bouw van een schuur, om meer dieren te houden.’

In Nga Hoang, een van de veer-tien gemeentes van het district

Yen Lap, steunt VECO sedert 2004 een landbouwfonds dat kapitaal

verschaft aan boeren. We spraken met mevrouw Dung, schatbewaarder

van het fonds.

Investeringsfonds

Het is nog nooit gebeurd dat een lening

niet is terugbetaald

Page 9: Vietnam Reporter

9 <

Sedert 2005 subsidieert VECO een viskweekproject

in de gemeente Xuan Vien. Het resultaat overtreft de

verwachtingen.

Het bruingroene water van de dorps-vijver spat hoog op. Een stel kinde-ren kijkt vanaf de rand toe en scha-tert van plezier. De drie dorpsbuffels nemen hun dagelijkse bad. Even voorbij de stoeiende buffels liggen twee reusachtige bamboekooi-en in het water. Het zijn viskooien. Uit een ervan komt een jongeman tevoorschijn met twee spartelende, zilveren vissen van zeker 30 cm lang in de hand. Hij legt ze één voor één op de weegschaal. De vissen die pas

4 maand oud zijn, blijken elk al 1.3 kg te wegen. Samen met een pak cassavebladeren – visvoer - worden ze de kooi terug ingegooid.

Al generaties lang wordt er gevist in de grote vijver van dit dorpje binnen de gemeente Xuan Vien. Vroeger kochten de dorpsbewoners de jonge visjes aan, maar door de

geïsoleerde ligging van het dorp - de afstand tot de districtshoofdstad Yen Lap bedraagt amper 9 kilometer, maar met een jeep vergt het traject minstens een half uur reistijd, laat staan met een motorfiets, een fiets of te voet - hingen ze daarvoor sterk af van ambulante verkopers. Omdat de kwaliteit van de jonge visjes die deze laatste aanboden meestal bedenkelijk was, kwam VECO in 2005 aanzetten met het idee zelf jonge visjes te kweken.

VECO stelde voor met 1.250.000 dong (ca. 63 euro) steun te leveren aan het project op voorwaarde dat de boeren op hun beurt eenzelfde bedrag zouden investeren. Zestien boerengezinnen meldden zich geïnteresseerd. Samen werden zij ondergebracht in een aquacul-tuurgroep. Aan het hoofd daarvan staat meneer Huy, 58 jaar oud. Hij is in het dorp ook actief als leider van de Boerenunie en als lid van

de Vereniging van Oorlogsveteranen - van 1969 tot 1973 heeft hij in het zuiden van Vietnam gevochten tegen de Amerikanen.‘Vijf keer per jaar verkopen we een gedeelte van onze kweekvisjes. Dat levert elk gezin telkens 1 miljoen dong op’, vertelt hij. ‘Daarnaast verkopen we ook de eetklare, volwas-sen vis. Sedert we zelf visjes zijn gaan kweken, is de oogst van deze laatste maar liefst verdubbeld. Waar we vroeger net voldoende hadden voor onszelf, kunnen we nu 50 procent van de oogst verkopen. Dat betekent voor elk gezin een extra inkomen van 200.000 tot 300.000 dong per seizoen.’De andere helft van de oogst dient voor eigen verbruik. Hebben de dorpelingen gasten, dan komt er steevast vis op tafel. In Xuan Vien is vis eten een feest, zeker nu dit vis is van eigen kweek.

Aquacultuur Wonderbaarlijke visvangst

15 dinsdag | Het leven zoals het is

Yen Lap ontwaakt als we om 7 uur het hotel verlaten. In de hoofd-straat doen de eerste brommers stof opwaaien en aan de rand van de weg stellen verkopers hun kraampjes op. In een restaurantje eten we pho bò. Mijn buur aan tafel neemt er een eitje bij. Geen spiegelei of hardgekookt ei, maar een rauw ei met een eenden-foetus in. Een lekkernij hier. Vandaag is een grote dag voor het VECO projectstuurcomité in Yen Lap. De halfjaarlijkse vergadering vindt plaats. Zowel VECO medewerkers als overheidsambtenaren en vertegenwoordigers van boerengroepen nemen deel. Ik blijf net lang genoeg om te vernemen dat de watermeloen het succesnum-mer van het voorbije seizoen was. Die werd in de winter geplant als alternatief voor rijst en heeft vier keer meer opgebracht.Na de ochtendpauze ga ik met Mai en Anuj van VECO Hanoi het veld in. De persofficier vergeten we in het hotel. Dat komt haar goed uit, blijkt achteraf, want ze “had er net niet veel zin in”.

De boerengehuchten die we aandoen zijn enkel bereikbaar via een aarden weg vol kuilen. Aan 20 km/u rijden we door rijstvelden en heuvels vol thee, voorbij een bos van palmbomen. De natuur is overweldigend aanwezig. We luisteren naar het verhaal van Dung, die schatbewaarder is van een landbouwfonds dat micro-kredieten verschaft aan boeren. ’s Namiddags stopt Huy, leider van een viskweekgroep en oorlogsveteraan, ons reepjes stervrucht toe terwijl hij vertelt over zijn verdubbelde visvangst. Ik proef, kijk, luister. Dit is het leven zoals het is op het Vietnamese platteland.

Page 10: Vietnam Reporter

> 10

16 woensdag | Gefrituurde maden en rijstwijn met slangenbloed

Gisterenavond om 22 uur zijn we aangekomen in Son Duong, in de provincie Tuyen Quang. Pauzes inbegrepen hebben we 6 uur gereisd en in die 6 uur hebben we geen toerist gezien, zelfs niet op de ferry over de Rode Rivier of in de

thermale baden van Yen Son. Die hele rit lang lag op het hand-schoenkastje vooraan in de auto een zak wriemelende maden. Van Thu, onze chauffeur. ’s Avonds in het restaurant kregen we ze op tafel. Gefrituurd. Ze leken net frieten, maar dan met een erg flauwe smaak - Thu’s uitnodiging om te proeven kon ik als reporter echt niet weigeren. Doormidden gebeten sprong er een opgekruld draadje uit, als een veertje. Het smullen heb ik aan Thu overgela-ten. De Vietnamezen eten vreemde zaken en brouwen rare drank-jes. Vandaag op een vergadering met een groep assistent-veeart-sen deed een plastic fles met een doorzichtige drank de ronde bij de mannen. Massa’s harige objecten dreven erin rond. Het bleek rijstwijn met bijen, levend erin gestopt. De Vietnamese mannen zijn verzot op alcoholische drankjes met een dier of dierlijk ingre-diënt erin. Een van de asistent-veeartsen op de vergadering was een voormalige slangenhandelaar. VECO medewerker Nhan was ooit bij hem thuis uitgenodigd. Uit een kuil had hij een slang gehaald, de kop eraf gehakt en het bloed met rijstwijn vermengd. Dat hadden ze opgedronken. ‘Een sensationele ervaring’, zei Nhan. Met veelbetekenende glimlach.

Over Son DuongMet een oppervlakte van 790 vierkante kilometer is Son Duong een van de grootste districten van de provincie Tuyen Quang. Verdeeld over 33 gemeentes wonen 170.000 mensen van negen verschillende etnische groepen. De landbouw levert 82 ton voedsel per jaar op. VECO’s activiteiten startten hier in 2004. Vandaag stelt VECO vier mensen tewerk, op projecten in 35 dorpen verspreid over 12 verschillende gemeentes.

Page 11: Vietnam Reporter

In het district Son Duong zijn er voor 32.000 buffels, 18.000 koeien en 8.000 vark-ens welgeteld drie veeartsen. Om het tekort op te vangen heeft VECO in samenwerk-ing met de overheid in zeven gemeentes een netwerk van assistent-veeartsen of paravets uitgebouwd. Twee paravets doen hun verhaal.

Meneer Tho is rijstboer. Met zijn kers-verse vrouw is hij zopas ingetrokken in een eigen woning. Het huisje is opgetrokken in hout en bestaat uit één enkele leefruimte. Binnen is het schemerdonker. Er hangt een peertje aan het plafond, maar dat geeft geen licht – er is stroompanne vandaag. Tho mag dan in povere omstandighe-den leven, toch stelt hij het een stuk beter dan pakweg twee jaar geleden, vertelt hij. ‘Sedert maart 2005 ben ik in de gemeente actief als assistent-veearts. Ik verpleeg zieke dieren en baat ook het winkeltje met dierenmedicijnen uit. Daardoor verdien ik zo’n 30 dollar extra per maand.’

Mysterieuze buffelsterfteIn de gemeente Dong Tho maakt Tho deel uit van een team van vijf “paravets” of assistent-veeartsen, opgezet door VECO in samenwerking met het Ministerie van Landbouw en Rurale Ontwikkeling van de overheid. De boeren in deze streek houden vooral varkens, koeien en buffels. Deze laatste fungeren als tractor en als natuurlijke mestbron. De meest voorkomende ziektes zijn viraal of bacterieel, maar soms ook doen er zich vreemde gevallen voor. Zo kregen de paravets in 2005 te kampen met een mysterieuze buffel-sterfte. ‘Van de tweehonderd dieren in het dorp zijn er zeven op dezelfde wijze gestorven’, zegt Tho. ‘In eerste instantie leek het of de dieren dron-ken werden. Ze wankelden, daarna kwam het schuim hen in de mond, hun buik zwol op en een ogenblik later waren ze dood. Aanvankelijk dachten we dat de oorzaak lag bij een insectenbeet. Tot er onlangs weer een zieke buffel was en de buffelhoeder opmerkte dat het dier even tevoren cassave had gege-ten. Nu kennen we de boosdoener. In februari 2005 hebben we op initiatief van VECO een nieuwe cassavevariëteit

geïntroduceerd. De bladeren ervan blijken erg giftig voor de dieren.’Het meel dat uit de wortelstokken van de cassaveplant wordt gehaald, wordt door de Vietnamezen sinds mensenheugenis gebruikt als veevoer.

Het is algemeen geweten dat verse cassavebladeren en -wortels toxische stoffen bevatten. Dat de buffels verse cassave eten, is niet de bedoeling, legt Tho uit. ‘Meestal zijn het kinderen die de buffels hoeden. Vaak verliezen zij de dieren al spelend uit het oog. Daardoor krijgen de buffels de kans cassavevelden in te gaan en de bladeren te eten. Vroeger, toen we nog een andere variëteit van cassave kweekten, gebeurde het ook, maar die cassave was blijkbaar veel minder toxisch.’De oplossing van de dorpelingen is dat de buffels nu thuis worden gehoed, ver weg van de gevreesde cassave. Gevreesde, maar ook geliefde. De nieuwe variëteit is namelijk bijzon-der rendabel. Waar de opbrengst per hectare vroeger 10 miljoen dong (500 euro) bedroeg, is die nu 20 miljoen dong. De cassave wordt opgekocht door fabrieken die ze tot veevoer verwerken of exporteren naar China.

Van illegale slangenhandelaar tot assistent-veearts‘Ik verdien evenveel als vroeger, toen ik nog slangen verhandelde. Met dát verschil dat ik me nu veel comfortabe-ler voel bij mijn job.’Binnen het team paravets springt Tao in het oog. Terwijl de anderen in versleten jeans gekleed gaan, draagt hij een elegante broek met bijpassend hemd, zelfs een (imitatie) Prada-riem. Om zijn nek bungelt het laatste model van Nokia, buiten staat zijn gloednieuwe bromfiets geparkeerd. Hij blijkt zeer vlot in de omgang en spreekt zelfs een woordje Engels. Interesse voor dieren heeft Tao altijd

al gehad. ‘Vóór 2005 was ik actief in de illegale wildhandel’, vertelt hij. ‘Ik ving slangen en exotische vogels en ging die verkopen aan de grens met China. ‘Toen VECO in 2005 besloot een

paravet-netwerk op te richten in Dong Tho, schreef Tao zich, leergie-rig als hij is, in voor de opleiding tot assistent-veearts. ‘Gaandeweg ging de cursus me steeds meer boeien. Na afloop verzamelde ik mijn spaarcen-ten en stapte ik naar de provinciale

hoofdstad om een eigen medicijnen-voorraad te kopen. Van de bank kreeg ik een lening van 6 miljoen dong. Daarmee investeerde ik in een veeart-senuitzet van de bovenste plank. De overblijvende centen heb ik gebruikt om een fonds op te zetten dat micro-kredieten verschaft aan boeren. Zo kan iedereen beroep doen op mijn diensten, ook zij die de middelen er niet voor hebben.’Tao’s tarief mag dan hoger liggen dan dat van zijn collega’s, toch is hij vandaag een van de meest gevraagde paravets binnen Dong Tho. Iedereen weet immers dat alleen Tao kan helpen als de medicijnenvoorraad in de gemeentewinkel op is (de stock wordt maar om de 3 maanden aange-vuld) en dat het ook Tao is die bij een urgentie het snelst ter plaatse kan zijn (dankzij zijn bromfiets). Tao zelf maakt 2 miljoen dong winst per maand. ‘Dat is evenveel als vroe-ger, toen ik nog slangen verhandel-de’, vertelt hij, ‘met dát verschil dat ik me nu veel comfortabeler voel bij mijn job.’

Een goed leven als assistent-dierenarts

17 donderdag | Onder de banyan-boom van Oom Ho

Deze week viert Tuyen Quang feest. Precies 61 jaar geleden trok Ho Chi Minh vanuit deze provincie naar Hanoi om Vietnam van de Fransen te bevrijden. De nationale volksopstand die volgde, leidde tot de onafhankelijkheidsverklaring van Vietnam op 2 september. Ho Chi Minh werd president.We zijn in Tan Trao, het dorpje waar Ho Chi Minh zich verborgen hield tussen juni en augustus 1945. Het regent pijpenstelen. We schuilen onder de meest bezochte banyan-boom van Vietnam. Hier verzamelde Oom Ho, zoals de Vietnamezen hun nationale volks-held noemen, zijn bevrijdingstroepen voor hij met ze naar Hanoi oprukte. ‘De vreugde was van korte duur’, zegt Nhan. ‘Het jaar nadien keer-den de Fransen terug en brak de Frans-Vietnamese oorlog uit. Mijn vader heeft toen meegestreden in het Vietminh leger.’ Nhans jeugdjaren vielen samen met de oorlog tegen de Amerikanen. Tot in 1973, toen de vredesverdragen werden ondertekend, woonde hij met zijn familie in een kuil onder de grond. De vochtigheid die daar heerste, heeft zijn botten nooit meer verlaten.Van Tuyen Quang rijden we richting China. Mijn laatste bestem-ming is de grensprovincie Lang Son. De hemel is loodgrijs en het blijft maar regenen - in het zuidwesten van China woedt een tyfoon en daar krijgen we de volle lading van. In de rijstvelden staan her en der houten paalwoningen. Die zijn typisch voor de Tay, de etni-sche minderheid die hier woont. Erachter rijzen vaag groene, ronde bergen op, hun toppen in mist gehuld. Het landschap lijkt wel van een prentbriefkaart afgekeken.

‘Het leek alsof de buffels dronken werden. Ze wankelden, daarna kwam het schuim hen in de mond, hun buik zwol op en een ogenblik later

waren ze dood. ’

11 <

Page 12: Vietnam Reporter

> 12

18 vrijdag | Made in ChinaDe zon is nog niet op als ik wakker word. Het is 5u30. Naast me in bed wrijven Chau en de persofficier hun ogen uit. We slapen in de living van de leider van Pa Tuong, een gehucht van 47 huishoudens in het district Van Quan. Gisterenavond zijn we aangekomen, na 4 kilometer stappen over een modderig baantje – in het district (dat 33 gemeentes telt) is dit een van de vijf gemeentes die na regen-val niet met de auto te bereiken is. De worst die we voor onze gastvrouw hadden meegebracht, werd gretig aangenomen. Alleen op Tet, het Vietnamese nieuwjaar, komt hier worst op tafel. Terwijl de - inwonende - moeder van de gastheer mijn bord voortdurend bijvulde met kip, varkensvlees, loempia’s en rijst van eigen kweek, bleef ze Marco alsmaar rijstwijn inschenken. “Chuc suc khoé!” klonken ze en ad fundum ging die rijstwijn. Van weigeren was geen sprake – dat zou alle beleefdheidsregels tarten.Het begon te regenen toen we gingen slapen en vanmorgen regent het nog. Na een kattenwasje bij de waterput en een ontbijt van kleefrijst met gemalen pindanoten gaan de rugzakken om, de regencapes aan en nemen we afscheid. De twee zoontjes van onze gastfamilie zitten al voor de beeldbuis. Bovenop de tv blinkt een hi-tech dvd-speler. Dat iemand die zich maar één keer in het jaar worst kan veroorlo-ven, zo goed uitgerust kan zijn, begrijp ik ’s namiddags, al kuie-rend op de markt van Lang Son Town. Mobilofoons, televisies, (namaak)iPods, digitale camera’s tik je hier voor een prikje op de kop. Made in China, 15 kilometer verderop.

Over Lang SonDe provincie Lang Son, in de noordoostelijke uithoek van Vietnam, is een bergstreek. Door de moeilijke topografie kan amper een tiende van de oppervlakte van de provincie als landbouwgrond gebruikt worden. Toch doet Lang Son het economisch erg goed. Lang Son Town, de provinciale hoofdstad, is een belangrijk handelscentrum en profiteert mee van de boomende Chinese economie. Dat komt ook de landbouw ten goede. Het wegennetwerk verbetert, de boeren krijgen meer markttoegang en slagen er steeds beter in een relatief hoog inkomen te halen uit hun klei-ne perceeltjes. Met een team van tien mensen werkt VECO in de districten Van Quan, Bin Ghia en in Lang Son Town aan projecten in terrasbouw, rijstzaadproductie en kleinschalige veeteelt.

Page 13: Vietnam Reporter

Pesticide makenGratis en organischSedert 2002 werkt VECO in het district Van Quan samen met het Plant Protection Station van de overheid. Een onaange-kondigd bezoek aan een boerengemeenschap leert ons dat de samenwerking vrucht draagt.

Rond de emmer staan twintig vrou-wen. Hun blikken zijn gericht op de heldere groene vloeistof die de emmer tot de boord toe vult. Trots, liefdevol bijna, kijken ze. Noch het gescharrel van de kippen bij hun voeten, noch het luide varkensge-knor kan hen afleiden.

We zijn in Pa Tuong, een gehucht van 47 huishoudens in het district Van Quan. In de vallei liggen huizen her en der verspreid tussen de rijst-velden. Hoge bergen omkransen het gehucht. Pa Tuong is enkel bereik-baar via een smal aardewegje. Na regenval wordt dit een modderpoel waar geen jeep meer door kan. Over 4 kilometer hebben we meer dan één uur gestapt.

Sinds 2000 werkt VECO in dit district samen met het Plant Protection Station (PPS) van de overheid. Voor rijst en maïs, de belangrijkste gewassen die hier verbouwd worden, heeft VECO onderzoek gedaan naar mogelijke organische pesticiden. De resultaten zijn ter beschik-king gesteld van het PPS. Vandaag

hebben deze laatste de boeren een workshop gegeven rond de aanmaak en het gebruik van deze organische pesticiden. Het groene goedje in de emmer is voor de boeren een gratis middel tegen de rijstpest.

De rijstboerinnen van Pa Tuong vormen een groep van twintig leden, geleid door mevrouw On, de vrouw van de dorpschef. Alle twintig trap-pelen ze van ongeduld om ons de vandaag opgedane kennis te demon-streren.‘Het enige wat je nodig hebt, is 20 liter water en 5 kilo bladeren van de Chinese Bes’, zegt mevrouw On. ‘Die boom vind je hier overal in het wild.’ Een hoop bladeren wordt aange-voerd, verhakt en fijngestampt. Het vermorzelde groen wordt aangelengd met 10 liter water.‘Dit moet je 10 uur laten weken’, gaat mevrouw On verder, ‘en dan haal je alles door een zeef. De vloeistof die je overhoudt, leng je nog eens aan met 10 liter water en klaar is kees.’ De 20 liter organische pesticide die hieruit resulteert, is genoeg voor 1

sao rijst, een veld van 360 vierkante meter.

‘Het bespaart ons niet alleen geld, maar ook tijd’, besluit Mevrouw On. ‘Want willen we pesticiden kopen, dan moeten we naar de stad. Te voet.’

19 zaterdag | Het laatste puzzelstukGeen hanengekraai bij het opstaan vandaag, maar motorgeronk, geclaxonneer en het plenzen van water. We zijn terug in Hanoi sedert gisterenavond en het regent dat het giet. De ochtend spendeer ik met Lan, advocacy officer bij VECO. Ze is de enige VECO medewerker die ik nog niet heb ontmoet. Lan wacht me op in de hotellobby, gehuld in een regencape op maat van haar bromfiets, met gaten voor de achteruitkijkspiegels. We ontbijten in een Frans eetcafé in het oude stadscentrum. Ik laat de pho aan Lan over en kies voor het beste van twee werelden: een croissant en een mango lassi. Het is ver na de middag als we terug op straat staan, na gesprekken over België waar Lan 7 jaar gestudeerd heeft, over haar werk in het lobbyen bij de overheid, over de nakende toetreding van Vietnam tot WTO. Alle vragen die de afgelopen week bij me zijn gerezen, zijn beantwoord. Ik kan met gerust gemoed naar huis, de puzzel is kompleet.Lan neemt me op sleeptouw langs de etalages van oud-Hanoi. We blijven plakken in Movies, een winkeltje met duizenden dvd’s. In de schappen liggen klassiekers, manga’s, documentaires, kome-dies, thrillers, de complete series van Sex in the City, The Office, Desperate Housewives. Zelfs films die nog in de bioscoop draaien, worden al te koop aangeboden. Aan 1 euro per dvd.’s Avonds is er een afscheidsdiner met de hele ploeg. We drinken Bia Hoi, lokaal gebrouwen bier, en rollen onze eigen loempia’s. Nadien trakteert Marco ons op huisgemaakte punch.

13 <

Overheid adopteert VECO techniekenIn 2005 heeft VECO binnen het district Van Quan veel meer boeren bereikt dan gepland. Het projectteam heeft niet in 18, maar in 21 dorpen gewerkt en heeft in plaats van aan 800 boeren aan 1200 boeren trai-ning gegeven. De samenwerking kwam tot stand op vraag van de boeren die over VECO’s succesvolle landbouwtechnieken hadden gehoord en die wilden toepassen. Maar hierbij houdt het niet op want onrechtstreeks heeft VECO in Van Quan nog veel meer boeren bereikt. In de afgelopen 6 maanden heeft het landbouwdepartement van de overheid in het district VECO’s technieken in rijstteelt, terrasbouw, boomplantage en varkens-kweek geadopteerd. In drie gemeentes die buiten het projectgebied vallen, hebben extensiewerkers van de overheid trainingen gegeven aan maar liefst 2300 boeren. In de toekomst wil VECO Vietnam evolueren van een implementerende naar een adviesverlenende rol. Het district Van Quan is er alvast klaar voor.

Page 14: Vietnam Reporter

> 14

"Het leven in Afrika is zoveel moeilijker dan in Vietnam"

‘In mijn land hebben de leraren in het secundair onderwijs vaak niet eens een diploma. In Vietnam is zelfs het personeel van de kinderkribbe hoger opgeleid.’Amenitha Rock-Sanga (36).

‘Ik herinner me nog onze aankomst hier, in november 2001. We waren vertrokken vanuit België, op een koude winterdag. We landden in Ho Chi Minh City in Zuid-Vietnam. Het was heet en vochtig, en overal waren er bromfietsen. Op straat waren de mensen verwonderd als ze mij zagen. Hun gesprekken stokten, ze staar-den me aan. Kinderen kwamen op me af om aan me te voelen. Veel Vietnamezen hebben nog nooit een zwarte gezien.

We gingen wonen in Can Tho, de grootste stad van de Mekong delta, waar Johan aan de universiteit aan de slag ging. We hadden leuke buren. Wat me opviel, was dat ze haast allen hoger opgeleid waren. Dankzij de goede contacten met de mensen in onze straat integreerde ik me snel. Het enige waar ik het moei-lijk mee had, was de taal. Ik begreep niets van het Vietnamees. Gelukkig spraken velen een mondje Engels.

Voor Vietnam heb ik tot mijn eenen-

dertigste in Afrika gewoond. Ik heb Johan leren kennen in Tanzania. Hij werkte er op een ontwikkelingspro-ject van Coopibo. We leefden samen in een dorpje in de brousse. Zonder elektriciteit, zonder stromend water, zonder telefoon. Nadien zijn we naar Zambia verhuisd waar Johan voor de Nederlandse ontwikkelingsorganisa-tie SNV kon werken. Daar hebben we vijf jaar gewoond, ook weer in primi-tieve omstandigheden.

In 2001 kreeg Johan een job in Vietnam aangeboden. Ik wist dat het een derdewereldland was en dat het veel geleden had tijdens de oorlog, maar had geen idee van wat ik kon verwachten. Mijn ogen vielen open. Is dit een ontwikkelingsland, is de vraag die telkens weer bij me opkwam.

Johan en ik hebben geen auto of bromfiets, maar toch kunnen we - voor een prikje - overal naartoe. Met de bus rijd ik voor 3000 dong (0.15 euro) naar Hanoi-centrum. Een rit op de bromfiets kost me 15000 dong (0.75 euro), een taxi 40000 dong (2 euro). Goed transport vind je hier overal. Ook op het platteland hoef je je arm maar op te steken of je kan met een bromfiets mee. In Tanzania is er buiten de steden omzeggens

geen transportmogelijkheid. Zelfs met een eigen auto of moto ben je niet veel want in de pompstations is zelden brandstof te vinden.

Ik ga elke dag naar de markt. Daar hoef ik de hoek maar voor om te gaan. Overal in Hanoi zijn er mark-ten. Het hele jaar door is er een overstelpend aanbod groente, fruit, vis, vlees. In mijn thuisland is dit ondenkbaar. Het aanbod is klein en hangt af van het seizoen. Soms zijn er alleen tomaten, soms is er alleen gedroogde vis. Verse vis en groene groente zijn schaars. Het beperkte voedselaanbod heeft te maken met een gebrek aan irrigatie-infrastruc-tuur en slechte wegen. Wat in een bepaald deel van Tanzania verkrijg-baar is, komt moeizaam of helemaal niet elders in het land terecht. In Vietnam daarentegen is het wegen-netwerk goed. Alles kan het hele land door getransporteerd worden. De voedselprijzen in Vietnam zijn ook veel lager dan in Afrika. Vandaag heb ik op de markt voor 7500 dong (0.4 euro) dong 1 kg verse vis gekocht. Voor die prijs zou ik in Tanzania een kool of tien kleine tomaatjes hebben.

Wat me in Vietnam verder nog opvalt, zijn de kwaliteit van de diensten-

sector zoals de goede service in de banken, de voortreffelijke gezond-heidszorg – zelfs de lokale dorpsdok-ters zijn gekwalificeerd en beschik-ken over alle medicijnen - en het hoge niveau van het onderwijs. In mijn land hebben de leraren in het secundair onderwijs vaak niet eens een diploma. In Vietnam is zelfs het personeel van de kinderkribbe hoger opgeleid.

Ik houd steeds meer van het leven hier. Inmiddels spreek ik ook een beetje Vietnamees. Op de markt kennen ze me al goed. In het begin dachten ze dat ik een Amerikaanse was, met veel geld. Nu weten ze dat ik van een arm land uit Afrika kom. Als we ooit teruggaan naar Afrika, dan wil ik de ervaringen die ik hier opdoe gebruiken om de mensen in Afrika vooruit te helpen. Vietnam is een voorbeeld voor Afrika. Ik zou het wel moeilijk hebben om terug aan te passen. Deze zomer zijn Johan en ik met Wannes, ons zoon-tje van zeven, voor twee maand naar Tanzania gegaan. Nadien was ik zeer moe. Het leven in Afrika is zoveel moeilijker dan in Vietnam.’

Bekijks krijgt Amenitha altijd als ze in Hanoi rondwandelt. Met haar zwarte huid en honderden vlechtjes valt ze op. Amenitha is afkomstig van Tanzania. Vijf jaar geleden kwam ze met haar man, VECO medewerker Johan Rock, naar Vietnam. Ze vertelt hoe zij het leven in Vietnam ervaart na 31 jaar Afrika.

Page 15: Vietnam Reporter

15 <

Quiz1. Eén woord kan in het Vietnamees:

a. twee verschillende betekenis-sen hebben

b. drie verschillende betekenis-sen hebben

c. zes verschillende betekenissen hebben

2. De Long-Bien brug in Hanoi verbindt de oevers van de Rode Rivier, is 1682 meter lang en wordt beschouwd als een symbool voor:

a. de technische kunde van de mens

b. het verzet tegen de Amerikanen tijdens de Vietnamoorlog

c. de hereniging van Noord- en Zuid-Vietnam

3. Het Vietnamees voor koffie is:a. cà phêb. pho boc. trá nóng

4. De Vietnamese regering raadt gezinnen aan:

a. niet meer dan één kind te krij-gen

b. maximaal twee kinderen te krijgen

c. zoveel mogelijk kinderen te krijgen

5. In Vietnam gaat elke maaltijd vergezeld van:

a. nuoc mam, een saus op basis van gefermenteerde vis.

b. tuong, sojasausc. nuoc leo, een saus op basis

van pindanoten

6. De vrucht doerian is verbo-den op vluchten van Vietnam Airlines omwille van zijn:

a. stekelige schilb. sterke geurc. extreme grootte

7. Na de maaltijd je chopsticks verticaal in je rijstkom planten is ongepast omdat:

a. het betekent dat je niet genoeg gegeten hebt

b. het onhandig is bij het afrui-men

c. een teken is van ongeluk

8. “Fan Si Pan” is de naam van Vietnams:

a. hoogste bergb. langste rivierc. eerste keizer

9. In Hanoi dragen vrouwen op de bromfiets vaak ellebooglange handschoenen:

a. om hygiënische redenenb. tegen zonnebrandc. om op te vallen

10. 1978 staat gegrift in de annalen van Vietnam als het jaar waarin

a. de nationale volksheld Ho Chi Minh sterft

b. een eind komt aan de 30 jaar lange oorlog

c. Vietnam het regime van Pol Pot in buurland Cambodja ten val brengt

(1c. Zo staat het woord “ma” afhankelijk van de toon waarop het uitgesproken wordt voor moeder, graf, spel, geest, echter, met zilver bekleed)(2b. Deze strategische brug was bijna 200 keer het doelwit van de Amerikanen. Na elke aanval slaagden de Vietnamezen erin de brug te herstellen en open te houden)(3a. De Franse kolonisatoren hebben hun stempel op het Vietnamees nagelaten!)(4b. Ondanks de oorlog was de bevolkingsgroei tussen 1960 en 1975 aanzienlijk. Eens de oorlog afgelopen was, in 1975, volgde een babyboom. Omdat het land met een voedseltekort kampte, ging de regering in 1976 een tweekinderen-beleid propageren)(5a. Jaarlijks wordt in Vietnam 200 miljoen liter nuoc mam gepro-duceerd. Er wordt zelfs beweerd dat Amerikaanse soldaten tijdens de oorlog soms gewaar werden van de aanwezigheid van Vietcong strijders door de sterke geur van nuoc mam)(6b. Ook nuoc mam is om deze reden op VA vluchten verboden)(7c. In die positie lijken ze net wierookstokjes die in de tempels voor de doden gebrand worden)(8a. In de noordwestelijke provincie Lao Cai vormt de Fan Si Pan met een hoogte 3142 meter de hoogste berg van Indochina)(9b. Het Vietnamese schoonheidsideaal stelt een zo blank mogelijke huid voorop. In de parfumerieën gaan de “whitening” zalfjes als zoete broodjes over de toonbank)(10c. In 1978 richt de Rode Khmer in het dorp Ba Chuc in de Mekong delta een slachtpartij aan waarbij 2000 Vietnamese burgers sterven. Als tegenreactie stuurt Vietnam een troepenmacht van 120.000 Vietnamese soldaten Cambodja binnen. Zij slagen erin Pol Pot te verjagen)

HoRIzoNtAAL1. Lastdieren. Persoonlijk voor-naamwoord.2. Sekse (Eng.). 3. Moeder. Vietnamees voor vis. Ga achterna. 4. Soort vijgenboom. Persoonlijk voornaamwoord. 5. Voorzetsel. Aanspraak maken op. 6. Centiliter. Nieuw (Gr.). 7. Specialiteit van Hanoi. 8. Gedoe. Vietnamese volksheld. 9. In en in kalm. Naam waarmee Ho Chi Minh Stad tot in 1975 werd aangeduid. 10. Bouwsel van was gemaakt door bijen of wespen. Vietnamees Nieuwjaar.

VERtIcAAL1. Tropisch gras en lekkernij in Vietnam. Eenheid van frequentie. 2. Dier. Vrucht. 3. Boerenunie (afk.). Buurland van Vietnam. 4. Fietstaxi’s. 5. Effen. Boomschors. 6. Keizerlijke dynastie in Vietnam. Eén miljardste. 7. Nederlandse ontwikkelingsorganisatie. Persoonlijk voornaamwoord. Tocht. 8. Vernieuwing die in Vietnam van start gaat in 1986. Persoonlijk voornaamwoord. 9. Hevige twist. Heel erg in. 10. Onaangenaam. President in de VS tijdens de laat-ste jaren van de oorlog.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

1(3)

2(2)

3

4(4)

5

6(6)

7

8(5)

9(1)

10

oPLoSSINgPopulaire familienaam in Vietnam

(1) (2) (3) (4) (5) (6)

MAAk kANS oP EEN PAkkEt VIEtNAMESE DELIcAtESSEN, EN StuuR DE oPLoSSINg VAN oNDERStAAND kRuISwooRDRAADSEL VooR 31 DEcEMBER NAAR:

Vredeseilanden/Wedstrijd ReporterBlijde Inkomststraat 50 - 3000 Leuvenof [email protected]

Kruiswoordraadsel

Page 16: Vietnam Reporter

hoofdkantooR VRedeseilanden | Blijde Inkomststraat 50, 3000 Leuven | tel. ++32(0)16/31 65 80 | fax ++32(0)16/31 65 81 | e-mail en website: [email protected] | www.vredeseilanden.be | RekeningnummeR: 000-0000052-52 | VRijwilligeRscoöRdinatoRen: Nationaal Verantwoordelijke vrijwilligers: An Bosmans | Kaulillerweg 147, 3950 Bocholt | Tel 089/77.49.33 | 0496/27.79.17 | [email protected] | Vrijwilligerscoördinator Regio oost: Filip Cuypers | Elshage 10, 2850 Boom | tel: 03/844.97.32 | gsm: 0485/57.54.66 | [email protected] | Vrijwilligerscoördinator Regio west: Werner Musenbrock | Magerstraat 35, 9050 Gentbrugge | Tel: 09/232.32.49 | gsm: 0474/87.54.49 | Vrijwilligerscoördinator Regio centraal: Arianne De Caluwe | BVA-wijk B71, 9240 Zele | 052/44.77.64 | 0478/26.42.12 | [email protected] | Vrijwilligerscoördinator regio Limburg: An Kindermans | Koerseldorp 32/2, 3582 Koersel | Tel 0494268765 | [email protected] | Voor leerkrachten en scholen: De scholenwerking over heel Vlaanderen wordt gecoördineerd door Nadia Reynders. Je kan haar bereiken op het hoofdkantoor van Vredeseilanden: Tel: 016/31.65.80 fax: 016/31.65.81 | [email protected] | teksten en foto's: Annick Vandorpe | tekstcoRRectie: Rita Van Goethem | hoofdRedactie: Jo Vermeersch lay-out: theparkinglot.com | PaPieR: Dit magazine wordt gedrukt gerecycleerd papier

BELGIE/BELGIQUEPB/PPBC 6712

VREDESEILANDEN NIEUWS | TIJDSCHRIFT VAN DE VZW VREDESEILANDEN | VERSCHIJNT 5X PER JAAR IN JAN-APRIL-JUNI-AUG-OKT | EXTRA EDITIE NOVEMBER 2006 | JAARGANG 26 NR 8 | AFGIFTEKANTOOR 8500 KORTRIJK MAIL | P108038 | VERANTWOORDELIJKE UITGEVER: JAN AERTSEN, BLIJDE INKOMSTSTRAAT 50, 3000 LEUVEN

20 zondag | Snapshots Hanoi

Op mijn laatste volle dag in Hanoi ga ik om 6 uur het hotel uit, mijn Nikon om de hals.In het internetcafé in de straat zijn enkele jongeren al aan het chatten. Ik wandel voorbij vuurtjes met kommen pho, voorbij soepslurpende oudjes, voorbij fruitverkoopsters met schalen ramboetans tot aan Hoan Kiem Lake, het meer in hartje Hanoi. Daar passeer ik turnende vrouwen, een plakkaat met Ho Chi Minh, badmin-tonnende bejaarden, weer een plakkaat met Ho Chi Minh, een jongeman die Tai Chi doet, nog een plakkaat met Ho Chi Minh. Ik stel scherp en druk af, telkens opnieuw. De zon gaat op, het wordt warm. Ik spring op een cyclo en verbaas me over de gemanicuurde nagels van de mannelijke bestuurder. In een cafeetje drink ik een watermeloensapje en doorblader ik Vietnam Today. Ik doorkruis de winkelsteegjes van het oude centrum, koop t-shirts met de gele ster van Vietnam en pakken Trung Nguyen koffie. In een boekenwinkel blijf ik plakken bij de Engelstalige lectuur en lees dat mannen hun nagels laten groeien om te tonen dat ze geen handarbeid verrichten. Ik tref Johan en Amenitha op een terrasje, vervoeg hen op restaurant voor “cha ca” (gepaneerde vis) en blijf een Tiger Beer drinken. Ik neem afscheid om 23u, stap het café uit. Van aan de over-kant van de straat wordt me toegeroepen: ‘Motorbike?’.