28
Trends 2013 www.vmt.nl Extra uitgave bij VMT editie 26, 2012 Visies op ontwikkelingen in de voedingsmiddelenindustrie en ervaringen uit de markt 12 interviews

VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Embed Size (px)

DESCRIPTION

De trendsbijlage van VMT 26

Citation preview

Page 1: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Trends2013

www.vmt.nl

Extra uitgave bij VMT editie 26, 2012

Visies op ontwikkelingen in de voedingsmiddelenindustrie en

ervaringen uit de markt

12 interviews

Page 2: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

02

Inhoud

4 René de Bruijn en henk de Gooijer, dnV“Er mag maar één managementsysteem zijn dat

nauw aansluit bij de bedrijfsprocessen en toege-

voegde waarde heeft.”

6 Kurt van deyzen, CBT Trainingen en opleidingen“Het performancegestuurde opleiden is niet

meer alleen kennis en vaardigheden overbren-

gen op leidinggevenden. De gehele omgeving

moet mee.”

8 Frank de Boeff, Bodec“Bedrijven in de foodsector vinden valorisatie

van grondstoffen en reststromen belangrijk.

Om te bewijzen of dit kan, hoeven ze niet direct

zelf te investeren.”

10 Karen Baten en Jeroen Sleenhoff, KTBA“Veranderende regels roepen vragen op. De

grootste groep van bedrijven heeft niet de luxe

van eigen specialisten en besteedt deze vraag-

stukken uit.”

12 Cees van der Knaap en Arnoud Leerling, Regio FoodValley“Er wordt hard gewerkt aan de clustering en

integratie van bedrijven en kennisinstellingen.

We hopen in onze regio meer van dergelijke

clusters te krijgen.”

14 Bert den uijl en daphne van der hee, duPP“Er is veel vraag naar professionals met vijf tot

vijftien jaar werkervaring: mensen die een vak

hebben geleerd, zoals levensmiddelen- en

procestechnologen.”

16 nicole van Veldhuizen, Rentokil“Binnen de risico-inventarisatie is er een toene-

mende aandacht voor wering, het voorkómen

van een besmetting door plaagdieren buiten te

houden.”

18 Michel Brinkhorst, Bureau voor Kwaliteitszorg“Doordat de complexiteit van kwaliteitsmanage-

ment toeneemt, gaan bedrijven meer outsour-

cen of bedrijven nemen een coach voor de

kwaliteitsmanager.”

Page 3: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

03

VMT trends 2013

Moeten en willen veranderenTrends, ze zijn er te over in de foodsector.

‘Food’ is immers een aandachtsgebied met veel

disciplines en specialismen. Om zicht te krijgen

op wat er op die diversiteit aan terreinen speelt,

hield VMT een serie eindejaarsgesprekken. Aan

tien bedrijven of organisaties werd gevraagd

welke trends zij signaleren op hun werkgebied,

trends op dit moment en trends als wat verder

in de toekomst wordt gekeken.

Het resultaat van die gesprekken ligt voor u. We

hebben de interviews samengevat in verhalen die kernachtig weergeven

wat er speelt. De scope is daarbij breed: u leest over ontwikkelingen in

kwaliteitsmanagement, duurzaamheid, vakbeurzen, werving en selectie,

opleiden, analytische vraagstukken, wetgeving, ongediertebestrijding,

technologieën voor valorisatie, regio-initiatieven en procesinvesteringen.

Wat uit deze reeks verhalen naar voren komt, is dat onze foodsector volop

in beweging is. Verandering wordt soms opgelegd, bijvoorbeeld door

regels, normen of wetgeving. Dan is er flexibiliteit en ook vindingrijkheid

om daarop te anticiperen. Maar niet altijd wordt eruit gehaald wat erin

zit, zo valt als kritische noot ook te lezen. De voedingsmiddelenindustrie

zou lering kunnen trekken uit de aanpak van andere sectoren of indus-

trietakken.

Veelal zijn het echter de bedrijven zelf die (willen) veranderen doordat er

kansen worden gezien. Daarin wordt geïnvesteerd, of het nu gaat om

processen en apparatuur, systemen of mensen. Ook duurzaamheid blijkt

hoog op de agenda te staan. Valorisatie van grondstoffen of reststromen

krijgt voet aan de grond. Grote bedrijven kijken zelfs al naar de gehele

keten omdat een integrale aanpak nodig zal blijken.

Al met al een interessante bundeling van visies en ervaringen ter inspira-

tie tijdens de feestdagen.

Carina Grijspaardt-Vink [email protected]

20 RoyalhasKoningdhV“Food is een groeimarkt, zeker met de toekom-

stige voedselschaarste in het vooruitzicht.

Duurzame oplossingen zullen uiteindelijk over-

al de boventoon voeren.”

22 Wilma heebink, easyFairs“Bedrijven hebben vaak met complexe proble-

men te maken waar geen kant-en-klare oplos-

sing voor bestaat. Juist daarom is live commu-

nicatie op een vakbeurs zo belangrijk.”

24 Martin ham, Tno Triskelion“Voedingsmiddelenbedrijven zetten weer voor-

zichtige stappen op het terrein van gezond-

heidsclaims. Het vraagt om wetenschappelijk

onderbouwde kennis.”

26 Ron de Keersmaeker, Tetra Pak Processing Systems Benelux“In Azië is een enorme markt aan het ontstaan

voor houdbare producten met toegevoegde

waarde. Het voorziene melkoverschot kan een

melkschaarste blijken te zijn.”

ColofonTrends 2013 verschijnt als extra uitgave bij VMT nr 26, 2012.

Uitgever: MYbusinessmedia, Suzanne WandersRedactie: Carina Grijspaardt, Anja Janssen, Maurice de Jong, Marjolein SpekMedia-adviseurs: Monique van Neutegem, Lian Gebhardt, Wies van der EntFotografie: Dirk Kreijkamp

Page 4: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Als het goed is,is het goed.Maar verbetering zit in een klein hoekje.

Certifi ceren? Dan moet u voldoen aan de norm. DNV Business Assurance toetst u snel en goed. Maar iedereen houdt van opstekers, niet van standjes. Daarom kijken we bij certifi cering ook naar wat goed gaat en zelfs nog beter kan. Op die gebieden die voor uw bedrijf of organisatie belangrijk zijn. Aandachtspunten waarop u zélf beoordeeld wilt worden. Certifi cering die net even verder voert. Want verbetering zit in een klein hoekje. U kunt ons bereiken via 010 2922 700.

DNV certifi cering en training. www.dnvba.nl

12-0355 DNV Advertentie A4_DEF.indd 1 07-03-12 10:53

Zie pagina 5Duurzaamheidin de Food

Page 5: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

05

VMT trends 2013

René de Bruijn en henk de Gooijer, dnV: Managementsystemen vereenvoudigen

nAAR EEn VoLWASSEn VoEdInGSMIddELEnInduSTRIE

Duurzaamheid zal in 2013 en 2014 hoog op de

agenda staan, verwachten René de Bruijn en

Henk de Gooijer, respectievelijk manager Busi-

ness Development & Assurance Services en

Country manager Benelux van DNV Business

Assurance.

De Bruijn: “De grote voedingsmiddelenprodu-

centen hebben het belang van duurzaamheid al

lang onderkend en gaan er volwassen mee om.

Maar middelgrote en kleinere bedrijven en toe-

leveranciers worstelen nog met de vraag wat

duurzaamheid voor hen betekent.”

Grote bedrijven kijken naar duurzaamheid over

de hele keten, constateert De Bruijn. “Stel, ik

importeer garnalen uit India of Indonesië. Hoe

zorg ik ervoor dat de lokale visvangst duurzaam

is? Dus: hoe vangt de visser zijn vis, waar vangt

hij deze, heeft hij aandacht voor zijn eigen vei-

ligheid, heeft hij een arbeidscontract? Een pro-

bleem is echter dat de standaarden ook moeten

passen in de sociale infrastructuur van zo’n

land. Dat is complex.” Grote klanten willen dat

DNV voor hen kijkt hoe het in die landen gaat.

“Dat is onze sterke kant als onafhankelijke certi-

ficeringorganisatie, waarbij wij vanuit de Bene-

lux nauw samenwerken met DNV-collega’s uit

andere landen.”

DNV werkt niet alleen in de food, maar ook in

andere sectoren als de petrochemie en auto-

industrie. Het kan daardoor over grenzen heen

kijken en kennis uit de ene sector toepassen in

de andere. “Binnen de voedingsmiddelenindus-

trie is in mijn visie sprake van een zekere

onvolwassenheid”, stelt De Bruijn, “bijvoorbeeld

in innovatiemanagement, veiligheidsmanage-

ment en competentiemanagement.” De

Gooijer: “In andere sectoren werken we bijvoor-

beeld met persoonscertificatie. Door competen-

tieprofielen op te stellen en die te borgen, werk

je heel gericht aan de vakbekwaamheid van

mensen.” En voor innovatiemanagement werkt

DNV mee aan een standaard voor een integrale

en doordachte aanpak van innovatie.

“Ik zie ook nog steeds een zekere verkokering

in de sector”, aldus De Bruijn. “Het aantal syste-

men neemt toe, doordat voor elk onderwerp

een apart managementsysteem wordt gemaakt:

voedselveiligheid, kwaliteit, milieu. Dat hoeft

helemaal niet. In mijn visie mag er maar één

managementsysteem zijn dat nauw aansluit bij

de bedrijfsprocessen en toegevoegde waarde

heeft. Dan kun je veel eenvoudiger voldoen aan

de eisen die door de diverse standaarden wor-

den gesteld. Dat systeem moet compact zijn,

robuust, flexibel en uitgerust voor de toekomst.

Want vandaag komt de ene norm erbij en mor-

gen de andere. Nu probeert men continu,

krampachtig ‘in compliance’ te blijven, terwijl

de oplossing eigenlijk moet worden gezocht in

eenvoudige managementsystemen. Systemen

zijn te vereenvoudigen door ze procesgericht

en risicogeoriënteerd te maken. Echt slimme

managementsystemen zijn systemen waarvan

de effectiviteit meetbaar en communiceerbaar

wordt gemaakt.”

De Bruijn erkent dat dit niet zo eenvoudig is.

“Maar ik mis een visie over dit soort onderwer-

pen. Het staat niet hoog genoeg op de manage-

mentagenda; kwaliteit is vaak geen eigendom

van het management. Als je visie hebt, dan ga je

zo’n managementsysteem ontwikkelen. Dat

hoeft echt niet van vandaag op morgen.”

‘Kwaliteit is vaak geen eigendom van het

management’

Certificering helpt om heel bewust bezig te zijn met de bedrijfsvoering. of het nu duurzaamheid betreft, innovatie, opleiden of kwaliteit. Als het aan certificeringsspecialist dnV Business Assurance ligt, gaat de voedingsmiddelensector hierin de komende jaren volwassen worden.

René de Bruijn

(rechts) en henk de

Gooijer

Page 6: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

De ontwikkelingen binnen uw bedrijf staan

nooit stil. De markt is in beweging en u wilt

uw concurrenten voor blijven. CBT biedt

u een totaaloplossing. Naast trainingen en

opleidingen ook coaching, intervisie en

consultancy... Tijd voor een nieuwe koers?

Bel met de CBT opleidingsadviseurs op

nummer 0800 - 22 87 246 of bezoek onze

website www.cbt-trainingen.com.

Haal optimaal resultaat uit uw personeel!

Resultaten waarje u tegen zegt

Een selectie uit ons aanbod:

• Operatoropleidingen (Basis, A, B en C)

• Productieleider

• Productiemanager

• Plantmanager

• Logistiek medewerker

• Logistiek manager

• Veilig werken met de vorkheftrucks

• Praktische voedselhygiëne

• Diverse trainingen op gebied van

Arbo en Veiligheid

2012-11-21 VMT Magazine Trendwatch Bijlage.indd 1 27-11-12 17:13

Page 7: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

07

VMT trends 2013

Kurt van deyzen, CBT Trainingen & opleidingen: organisatiebrede aanpak van opleiden

InVESTEREn In MEnSEn

Opleiden moet performancegestuurd en orga-

nisatiebreed worden aangepakt, in de visie van

Kurt van Deyzen, algemeen directeur van CBT

Trainingen en Opleidingen in Arnhem. CBT is

gespecialiseerd in trainingen voor mensen op

de werkvloer en hun direct-leidinggevenden.

“Een opleiding of training is niet meer een

beloning voor een werknemer. Het is nu de

organisatie die wil veranderen. De recessie

heeft daar duidelijk invloed op. Daarom hebben

wij de switch gemaakt van het aanbieden van

instrumenten naar het aanbieden van oplossin-

gen.”

“Bij dit performancegestuurde opleiden moeten

mensen duidelijke gedragsveranderingen laten

zien. Daar sluiten wij op aan. Het is niet meer

alleen kennis en vaardigheden overbrengen op

leidinggevenden, maar de hele omgeving moet

mee”, aldus Van Deyzen.

Een voorbeeld is de omschakeling van directief

naar situationeel leidinggeven. Veel bedrijven

zijn daarmee bezig, inspelend op de individua-

liseringstrend die persoonlijke ontwikkeling

voor werknemers belangrijk maakt. Van Dey-

zen: “Bij situationeel leiderschap geef je bij-

voorbeeld mensen op de werkvloer de ruimte

om dingen zelf te doen. Maar als ze altijd direc-

tief zijn aangestuurd, zijn ze dat niet gewend.

Zelf input geven vinden ze dan lastig. Je moet

dus veel meer doen om die organisatie in

beweging te krijgen, dan alleen maar die lei-

dinggevende trainen.”

Belangrijk bij het performancegestuurde oplei-

den zijn de begin- en eindmetingen. “We

maken eerst een degelijke analyse van de men-

sen en de organisatie”, legt Van Deyzen uit.

“Vervolgens gaan we daar een verandertraject

op bouwen. In een eindmeting stellen we vast

of het geleerde daadwerkelijk wordt toegepast.”

Het verandertraject wordt ingevuld met oplei-

ding en training voor het verbeteren van vak-

manschap en vaardigheden, coaching voor

mensen die heel specifieke persoonlijke aan-

dacht nodig hebben, en intervisie om mensen

zelf tot inzicht te laten komen wat er moet ver-

anderen. “Ook wordt een consultant ingezet die

onderzoek doet, de omgeving probeert te ver-

anderen en nieuwe processen en werkwijzen

introduceert, zodat het voor de leidinggevende

makkelijker wordt om mensen aan te sturen”,

vult Van Deyzen aan.

CBT gebruikt verschillende instrumenten om

de effectiviteit te bepalen. Zoals het meten van

de arbeidsproductiviteit van de mensen op een

afdeling of in een team. “Als je succesvol de

arbeidsproductiviteit omhoog krijgt, dan is het

doel van je traject geslaagd. Ook kun je de

medewerkerstevredenheid meten, door de

medewerkers te interviewen, alsook een directe

collega, iemand van een andere afdeling en zijn

baas. Zo kom je te weten of er een gedragsver-

andering teweeg is gebracht.”

Natuurlijk hangt aan deze manier van opleiden

een ander prijskaartje dan aan eenvoudigweg

een training aanbieden. Van Deyzen: “Personeel

is een investering. Het is het allerbelangrijkste

instrument in je organisatie. Tachtig procent

van wat er gebeurt in een bedrijf hangt af van

de mensen en twintig procent van geld, machi-

nes en overige productiemiddelen. Wij richten

die investering in mensen zo optimaal mogelijk

in, zodat je voor minimale kosten een optimaal

resultaat hebt.”

‘Personeel is een investering. het is het allerbelangrijkste

instrument in je organisatie’

het moderne opleiden gaat veel verder dan het aanbieden van een training. het is een veranderingsproces waarin de hele organisatie mee moet. de visie en aanpak van CBT Trainingen & opleidingen.

Kurt van deyzen

Page 8: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

+31(0)499 335888 • [email protected] • www.bodec.nl

Wat uw vraag ook is...Wij helpen u een échte stap verder!

Wat uw vraag ook is...

Bij ons kunt u alle scheidings- en droogtechnologieënvergelijken, testen en opschalen. We kunnen zelfs produceren!

In onze nieuwe Pilot & Production Plant op het in Helmond.

Page 9: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

09

VMT trends 2013

Frank de Boeff, Bodec: nieuwe pilot plant op Food Tech Park Brainport in helmond

MEER WAARdE uIT RESTSTRoMEn hALEn

“Voor bedrijven in de foodsector is de valorisa-

tie van grondstoffen en reststromen belangrijk,

onder meer doordat de grondstofprijzen

omhoog gaan. Ook valt op dat producenten na

jaren van terughoudendheid vanwege de crisis,

nu toch weer investeren en vernieuwen. Omdat

ze wel moeten. Ten eerste wordt hun technolo-

gie te oud. Ten tweede: de consument eist

steeds meer. Suiker- en zoutgehaltes moeten

bijvoorbeeld omlaag, net als het gebruik van

dierlijk eiwit.”

Aan het woord is Frank de Boeff, directeur en

mede-oprichter van Bodec in Best, dat is gespe-

cialiseerd in procesontwikkeling en procesopti-

malisatie. Met technologie- en procesontwikke-

ling overbrugt Bodec het gat tussen universitei-

ten en de markt. Een kleine tachtig procent van

Bodecs klanten zijn producenten van voedings-

middelen en ingrediënten.

Een van de expertises van Bodec is de valorisa-

tie (verwaarding) van reststromen met innova-

tieve scheidingstechnologieën. “We zijn erg

goed in het terugwinnen van waardevolle com-

ponenten, bijvoorbeeld van plantaardig eiwit uit

reststromen van groente- en fruitverwerking”,

geeft De Boeff aan. Plantaardige eiwitten staan

in de belangstelling als alternatief voor dierlijk

eiwit. Daarnaast is Bodec deskundig in droog-

technologie en onder meer medeontwikkelaar

van een dunnefilmdroger (ATFD). Die vacuüm-

droger biedt een milde en energiezuinige wijze

van drogen, waarbij ook water wordt terugge-

wonnen en waardevolle componenten behou-

den blijven.

Om in te spelen op de behoefte aan technolo-

gieontwikkeling bij bedrijven, zet Bodec

momenteel een gloednieuwe pilot plant neer

op Food Tech Park Brainport in Helmond. Dit

Centre for Innovative Food Processing wordt

voorjaar 2013 geopend. “Samen met Chez Pascal

(onderdeel van TOP uit Wageningen) zijn wij de

eerste bewoners van het park. We zullen daar

zowel een testhal hebben, als ruimte voor het

draaien van (proef )producties. Zo kunnen we

niet alleen technologieën vergelijken en op-

schalen, maar ook produceren voor klanten.”

Het betreft technologieën om te isoleren, schei-

den, concentreren en drogen. Is het outsourcen

van productie dan een trend? De Boeff: “Heel

vaak is er vertraging op de markt. Bedrijven wil-

len een waardevolle component uit een rest-

stroom halen of een nieuw product maken. Om

te bewijzen dat dit kan, kunnen ze het eerst een

tijdje door ons laten doen en niet direct zelf

investeren. Bedrijven zetten pas een nieuwe

installatie of plant neer als het product goed is

en goed verkoopt. Voor hen is het voordeel van

uitbesteden dat ze die eerste investering niet

hoeven te doen en dat wij de kinderziektes eruit

halen. In een volgende stap zetten ze dan met

ons in één keer een goede fabriek neer.”

Soms gaat het ook om bedrijven die überhaupt

niet zelf willen produceren. Een voorbeeld is

het hergebruik van reststromen uit de retail.

“Wij kunnen daar een groene grondstof van

maken voor een chemische fabriek”, vertelt De

Boeff. “Dat bedrijf wil die ontwikkeling wel met

ons doen, maar het gaat niet zelf een fabriek

neerzetten. Dat laten ze aan ons over.”

‘We kunnen niet alleen technologieën vergelijken en

opschalen, maar ook produceren voor klanten’

het verwaarden van reststromen staat volop in de belangstelling van de voedingsmiddelenindustrie. ook is er behoefte aan technologieontwikkeling en proefproducties door specialisten. Bodec speelt in op deze ontwikkelingen met een nieuwe pilot plant.

Frank de Boeff

Page 10: VMT 26 - Trendsbijlage 2013
Page 11: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

011

VMT trends 2013

Karen Baten en Jeroen Sleenhoff, KTBA: Veel vragen rond voedselinformatiewetgeving

GRoEIEndE BEhoEFTE AAn ExTERnE SPECIALISTEn

De nieuwe Europese voorschriften voor het ver-

strekken van voedselinformatie aan consumen-

ten – bekend als de etiketteringsverordening –

worden eind 2014 van kracht (Verordening

1169/2011). Voedingswaardevermelding is dan

niet langer vrijwillig, maar voor de volgende

zeven voedingsstoffen verplicht: energie, vet,

verzadigde vetzuren, koolhydraten, suiker,

eiwitten en zout.

Vanaf 13 december 2014 geldt dat voor produc-

ten die al langer de voedingswaarde vermelden

en vanaf 13 december 2016 voor alle voorver-

pakte levensmiddelen. De verordening bevat tal

van voorschriften, zoals voor de lettergrootte en

de vermelding van allergenen.

De veranderende regels roepen veel vragen op

voor voedingsmiddelenproducenten, zo ervaren

Karen Baten, senior label specialist, en Jeroen

Sleenhoff, directeur Benelux van KTBA. Dienst-

verlener KTBA is niet alleen gespecialiseerd in

de praktische toepassing van levensmiddelen-

wetgeving, maar ook in kwaliteitsmanagement,

outsourcing, coaching, interim kwaliteits- en

projectmanagement en trainingen. Baten: “We

krijgen nu al een toenemend aantal vragen over

de nieuwe verordening, maar komend jaar gaan

nog veel meer bedrijven hiermee aan de slag.

Daarnaast is er nog de nieuwe verordening

voor gezondheidsclaims (Verordening

432/2012): ook die leidt tot vragen. Bedrijven

vragen bijvoorbeeld een check voor het mogen

vermelden van bepaalde gezondheidsclaims.”

De afdeling QA support van KTBA ondersteunt

bedrijven op het gebied van wetgeving, etikette-

ring en specificatiebeheer. “We merken dat

bedrijven die nu nog geen voedingswaardes op

de verpakking aangeven, echt ondersteuning

nodig hebben. Wij helpen ze met het samen-

stellen van specificaties, het aanvragen van

leveranciersinformatie en de vermelding van

allergenen”, geeft Baten aan. Daarnaast behan-

delt de afdeling vragen over kwaliteitszorg en

productveiligheid. “Van eenvoudige vragen die

in vijf minuten zijn beantwoord, tot complexe

vragen die meer tijd kosten.”

Sleenhoff: “We hebben ook klanten die wel zelf

hun etiketten opstellen conform de wetgeving,

maar die daarna graag nog even een controle

willen. Dat heet bij ons de labelcheck. Daar zien

we een heel grote toename, juist ook voor het

buitenland. Voor veel exportproducten voor lan-

den wereldwijd voeren wij in de lokale taal, vol-

gens de lokale wetgeving, zo’n labelcheck uit.

Het is voor fabrikanten fijn om te laten bevesti-

gen dat het goed is, want (ver)taalfouten zijn erg

vervelend.”

Het uitbesteden van wetgevings- en etikette-

ringsvraagstukken past binnen een bredere

trend die Sleenhoff en Baten signaleren. Mede

doordat specialisten schaars zijn op de arbeids-

markt, kiezen bedrijven vaker voor het inzetten

van externe specialisten, zoals KTBA. Ook in

drukke periodes wordt gekozen voor outsour-

cing. “Grote bedrijven hebben bijvoorbeeld wel

eigen wetgevingsspecialisten, maar ook zij leg-

gen af en toe vraagstukken bij ons neer”, zegt

Sleenhoff. “De grootste groep binnen de voe-

dingsmiddelensector heeft echter niet de luxe

van dergelijke specialisten en besteedt het uit.

Dan zijn wij voor hen de wetgevingsspecialist.”

‘Er is veel behoefte aan controle van het etiket’

om te voldoen aan de nieuwe Europese etiketteringsregels moeten voedselproducenten hun verpakkingen en etiketten aanpassen. dienstverlener in kwaliteitszorg en voedselveiligheid KTBA ziet het aantal vragen en opdrachten rond dit onderwerp groeien. ook neemt het uitbesteden van specialistisch werk toe in de foodsector.

Karen Baten en Jeroen Sleenhoff

Page 12: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Düsseldorf150 km / reistijd trein 90 min.

Frankfurt365 km / reistijd trein 193 min.

Amersfoort30 km / reistijd trein 40 min.

Utrecht40 km / reistijd trein 25 min.

Amsterdam/Schiphol90 km / reistijd trein 60 min.

Rotterdam96 km / reistijd trein 75 min.

Den Haag105 km / reistijd trein 70 min.

Eindhoven95 km / reistijd trein 90 min.

Nijmegen45 km / reistijd trein 30 min.

Arnhem23 km / reistijd trein 15 min.

Ede

Ede

Barneveld

RenswoudeScherpenzeel

Veenendaal

Wageningen

Wageningen

Rhenen

Nijkerk

Topregio voor een Topsector

Page 13: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

013

VMT trends 2013

Cees van der Knaap en Arnoud Leerling van Regio FoodValley

FoodVALLEy: KEnnISInTEnSIEVE REGIo MET GRoTE AMBITIES

Kennisontwikkeling en kennistoepassing in de

agrifoodsector, dat zijn de sterke punten van Regio

FoodValley, waarin de gemeenten Barneveld, Ede,

Nijkerk, Renswoude, Rhenen, Scherpenzeel, Veen-

endaal en Wageningen samenwerken.

Regiovoorzitter Cees van der Knaap, tevens bur-

gemeester van Ede, en programmamanager

Arnoud Leerling zijn bevlogen pleitbezorgers

voor hun regio. Als het aan hen ligt, wordt de

FoodValley regio hét agrifoodcentrum van Euro-

pa en de internationale topregio voor kennis en

innovatie in gezonde en duurzame voeding.

Met als mogelijke toekomstige trekpleister het World Food Center, waarvoor Regio FoodValley

zich kandidaat heeft gesteld. Ede is de beoogde

vestigingsplaats van het WFC. Van der Knaap:

“Het WFC hoort thuis in deze regio. Dit gebied

richt zich volledig op de Topsector Agri&Food,

beschikt over topbedrijven en -instellingen én

heeft een open innovatieklimaat.”

“Op de as Ede-Wageningen liggen alle ingre-

diënten voor kennisontwikkeling en -toepassing”,

zegt Van der Knaap. “Van praktijkonderwijs, vmbo

en hbo tot en met universiteit. Samen met de

Raad van Bestuur van Wageningen UR zijn we

bezig de integratie van die verschillende kennisin-

stellingen te versterken, zodat mbo’s, hbo’s en ken-

nisinstellingen in Wageningen, waaronder de uni-

versiteit, elkaar weten te vinden.”

Dat levert veel bedrijvigheid op. Van der Knaap:

“Twee campussen zijn in ontwikkeling. In

Wageningen voor universitair onderwijs en in

Ede voor vmbo, mbo en hbo. Daaromheen

komen allerlei activiteiten, zoals studentenhuis-

vesting en startende bedrijfjes. We hopen in

onze regio meer van dergelijke clusters te krij-

gen, die we gaan verbinden tot een netwerk.”

De clustering en samenwerking gaan uiteraard

verder dan Wageningen en Ede. “Veenendaal

profileert zich als ICT-cluster”, illustreert Leer-

ling. “Eind november is er een ICT-marktplaats

op de campus in Wageningen geweest om ver-

binding te leggen tussen die ICT-bedrijven en

Wageningen UR.” De regio ziet zichzelf graag

als gastheer voor nieuwe initiatieven in de agri-

foodsector. “We hebben hier veel verschillende

bedrijven uit de hele keten. Kennisdelen doe je

alleen met mensen die je vertrouwt. Dat is mak-

kelijker als je dicht bij elkaar zit.”

Meer weten over het World Food Center? Kijk op

www.foodexperiencecenter.com

‘op de as Ede-Wageningen liggen alle ingrediënten voor

kennisontwikkeling en -toepassing’

de FoodValley regio, op en rond de as Ede-Wageningen, zit boordevol agrifoodkennis. Regio FoodValley, een samenwerkingsverband van acht gemeenten, werkt hard aan de clustering en integratie van bedrijven en kennisinstellingen. “Een topregio voor een topsector”, zeggen Cees van der Knaap en Arnoud Leerling.

Cees van der Knaap (links) en Arnoud Leerling

REGIo FoodVALLEy En

STIChTInG Food VALLEy

Regio FoodValley is niet hetzelfde als de

stichting Food Valley. Arnoud Leerling: “De

stichting Food Valley stimuleert innovatie en

ondernemerschap in het Nederlandse agri-

food bedrijfsleven door bedrijven doelge-

richt met elkaar en met kennisinstellingen

in contact te brengen, bijvoorbeeld via de

Food Valley Expo en het vormen van (inter)

nationale clusters van bedrijven.” (Inter)nati-

onale bedrijven, van starter tot multinatio-

nal, schakelen de stichting Food Valley in

voor het vinden van de juiste kennis, facili-

teiten en potentiële partners. “Wij als Regio

FoodValley bouwen clusters op regionaal

niveau en faciliteren bezoekers, bedrijven en

kennisinstellingen in de regio, bijvoorbeeld

door te zorgen voor een goede infrastruc-

tuur en huisvesting”, aldus Leerling.

Page 14: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

food recruitment - executive search - interim management

member of

Page 15: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

015

VMT trends 2013

Bert den uijl en daphne van der hee, duPP: Continu investeren in relatie met arbeidsmarkt

SPECIALISATIE In WERVInG En SELECTIE

Werving en selectie van gekwalificeerd perso-

neel voor de foodsector is een specialisme

geworden. De manier van kandidaten zoeken

bijvoorbeeld, is de laatste jaren sterk veranderd

door de opkomst van internet en sociale media.

Het is niet meer een advertentie plaatsen in

Intermediair en wachten op brieven. “De markt

is nu veel meer versnipperd. Waar kijkt een kan-

didaat op het internet? Waar bereik je hem als je

een vacature hebt? Je hebt veel meer mogelijk-

heden.” Die trends zien oprichter Bert den Uijl

en Daphne van der Hee, van het in food gespe-

cialiseerde wervings- en selectiebureau DUPP

in Wageningen.

Den Uijl: “Door de versnippering is ons net-

werk cruciaal geworden voor het vinden van

goede kandidaten. Wij investeren continu in

onze kennis en onze relatie met de arbeids-

markt. Het is onze kracht dat wij mensen ken-

nen, spreken, weten wat ze doen en contacten

onderhouden. Dat kan met LinkedIn, met een

mailtje, door te bellen of een congres te bezoe-

ken. Door proactief te zijn in die markt vinden

wij voor foodbedrijven geschikte kandidaten.”

Om in de behoefte aan tijdelijk personeel te

voorzien, heeft DUPP een interimafdeling

opgericht. “Doordat veel foodbedrijven erg ‘lean

en mean’ zijn geworden, zijn er intern weinig

mogelijkheden om het tijdelijk wegvallen van

een medewerker op te vangen”, signaleert Den

Uijl. DUPP levert voor die bedrijven snel en

vakkundig een gekwalificeerde interimkandi-

daat. Van der Hee, verantwoordelijk voor inte-

rim: “Een geschikte kandidaat is vaak al binnen

een dag gevonden.” Een andere belangrijke

vraag bij interim is die naar vakspecialisten die

met een frisse blik bij een bedrijf aan het werk

gaan om (productie)processen te verbeteren of

aan te passen.

Den Uijl en Van der Hee zien bij voedingsmid-

delenproducenten een groeiende waardering

voor professionals: mensen die een vak hebben

geleerd, zoals levensmiddelen- en procestech-

nologen. Die waardering uit zich in de grotere

doorgroeimogelijkheden binnen het eigen vak-

gebied in bedrijven.

Den Uijl constateert bovendien een schaarste in

procestechnologen en productontwikkelaars

met vijf tot vijftien jaar werkervaring. “Daar is

veel vraag naar.” Een effect dat de behoefte aan

professionals versterkt, is het uittreden van de

babyboomers. Van der Hee: “Vaak vakmensen

met veel kennis en lange, stabiele carrières. Om

die te vervangen, heb je professionele opvolgers

nodig.”

Een andere trend is internationalisering. Daar-

mee wordt het werven en selecteren van perso-

neel ook meer internationaal. Hoewel de meeste

opdrachten bij DUPP voor de Nederlandse

markt zijn, investeert het bureau ook nadrukke-

lijk in zijn internationale netwerk. Voor het

invullen van internationale vacatures werkt

DUPP samen in de International Food Recruit-

ment Alliance (IFR-A). Dit samenwerkingsver-

band richtte het vier jaar geleden mee op en telt

organisaties in Duitsland, Frankrijk, Denemar-

ken, Polen en het Verenigd Koninkrijk. Den Uijl:

“Het is voor onze klanten zeker een meerwaar-

de dat wij dat internationale netwerk hebben.”

‘In de foodsector groeit de waardering voor specialisten

met vakkennis’

Werving en selectie in de foodsector anno 2013 is een echt specialisme. doordat de arbeidsmarkt minder transparant is geworden en vakspecialisten schaars zijn, betekent werving proactief op zoek gaan naar kandidaten. over trends in de arbeidsmarkt en de aanpak van specialist duPP Food Recruitment.

Bert den uijl en

daphne van der hee

Page 16: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Ongediertebestrijding

Helder en inzichtelijk

Als kwaliteit hoog op uw agenda staat, besteedt u zeker ook aandacht aan het voorkomen van ongedierte in uw bedrijf. Met PestNetOnline van Rentokil Pest Control beschikt u over het meest professionele rapportagesysteem voor de online beheer sing van uw ongediertepreventie en -bestrijding.

PestNetOnline geeft uw organisatie online overzicht van inspecties, advies en maatregelen. U kunt op elk tijdstip inloggen voor een direct en actueel overzicht. In één oogopslag ziet u of er ongedierte activiteit is geweest, welke risicopunten er zijn en welke maat regelen Rentokil Pest Control adviseert of al genomen heeft.

Het systeem geeft de zekerheid dat het beste middel is ingezet voor de effectieve preventie en bestrijding van ongedierte. U maakt voor uzelf en voor anderen al uw inspanningen zichtbaar, hetgeen een positief effect heeft op het kwaliteitsimago van uw bedrijf.

In één muisklik nog meer inzicht!

Meer weten? Bel 0800-Rentokil (0800-7368654)Of kijk op www.rentokil.nl/pestnetonline

PestNetOnline biedt u:

• Een interactieve rapportage met een overzicht van de door Rentokil getroffen maatregelen en de voortgang hiervan.

• Een gedetailleerd overzicht van aanbevelingen dat inzicht geeft in de te nemen acties om risico’s te verminderen.

• Een overzicht van de gebruikte middelen per behandeling.

• Dynamische plattegronden met weergave van de probleem gebieden.

• Trendanalyses, die helpen te anticiperen op potentiële risico’s en te nemen preventieve maatregelen.

• Een zelf in te stellen rapportgenerator die de door u gewenste informatie geeft waar en wanneer u dat wilt.

[WT]adv faci-blad 210x297.indd 1 28-01-2010 09:39:34

Page 17: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

017

VMT trends 2013

nicole van Veldhuizen, Rentokil: Geavanceerde systemen voor signalering en rapportage

onGEdIERTEBESTRIJdInG AAnToonBAAR MAKEn

Voedingsmiddelenproducenten focussen sterk

op kwaliteit, voedselveiligheid, hygiëne en

effectiviteit. Die trends ziet Nicole van Veldhui-

zen, marketing director Benelux van Rentokil

Pest Control, bij haar klanten. “Continu is er

druk om goedkoper te produceren met behoud

van kwaliteit. Aantoonbaarheid is heel belang-

rijk om te voldoen aan de steeds strengere nor-

men, zoals die van het British Retail Consorti-

um (BRC). De aan- of afwezigheid van onge-

dierte en genomen acties moeten aantoonbaar

zijn.” Als specialist met het ISO 22000-certifi-

caat maakt Rentokil de maatregelen voor onge-

diertepreventie en -bestrijding aantoonbaar.

Van Veldhuizen: “Volgens de normen van

audit instanties moeten bedrijven hun onge-

diertepreventie en -bestrijdingsplan inrichten

op grond van de plaagdierrisico’s die ze hebben.

Dat moet vanuit drie punten: het productiepro-

ces, de inrichting van de locatie en de omge-

ving. Rentokil heeft daarvoor de Plaagdier Risi-

co Inventarisatie ontwikkeld. We brengen eerst

gedetailleerd in kaart hoe de situatie in het

bedrijf is. Vervolgens evalueren we die inventa-

risatie met de klant. Zo nodig kan daarna het

preventie- en bestrijdingsplan worden aange-

past.”

“Binnen de risico-inventarisatie is er een toene-

mende aandacht voor wering”, geeft Van Veld-

huizen een andere trend aan. Met wering

bedoelt ze het voorkómen van een besmetting,

door plaagdieren buiten te houden. ”De extra

aandacht komt ook vanuit de overheid”, aldus

Van Veldhuizen. “Wat Rentokil op dit vlak doet?

We adviseren klanten wat ze kunnen doen aan

wering. We stellen een plan van aanpak op en

helpen de klant met het uitvoeren van de

weringsmaatregelen.”

Als antwoord op de trend om ongediertepre-

ventie en -bestrijding aantoonbaar te maken,

biedt Rentokil zijn klanten een online rapporta-

geprogramma. “PestNetOnline is continu

beschikbaar en geeft realtime informatie”, legt

Van Veldhuizen uit. “Daarmee kan een foodbe-

drijf aantonen dat het in bepaalde ruimtes geen

last heeft gehad van ongedierte. Heeft het

bedrijf wel last gehad, dan kan het aantonen

wanneer en waar dat precies was. Ook zijn de

genomen maatregelen om de last te voorko-

men, in PestNetOnline terug te vinden.”

De nieuwste ontwikkeling voor 2013 is dat de

vangst van muizen automatisch wordt geregis-

treerd en doorgegeven aan PestNetOnline met

de zogeheten Radar Connect. De Radar is een

gifvrije unit waarin muizen worden gevangen

en op een humane manier (met drijfgas) wor-

den gedood. Van Veldhuizen: “In de nieuwste

generatie van de Radar hebben we deze unit

gekoppeld aan ons digitale rapportagesysteem.

Zo kan een bedrijf 24 uur per dag, zeven dagen

per week aantonen dat er geen muizenoverlast

is. Is er wel overlast, dan wordt dit direct gesig-

naleerd en gerapporteerd. Aansluitend kunnen

er aanvullende maatregelen genomen worden

om een plaag te voorkomen.”

‘om ongediertepreventie en -bestrijding aantoonbaar te maken, heeft Rentokil een

online rapportageprogramma’

Bedrijven in de voedingsmiddelensector moeten aantoonbaar werken aan ongediertepreventie en -bestrijding om te voldoen aan de normen van auditinstanties voor kwaliteit en voedselveiligheid. Preventie- en bestrijdingsexpert Rentokil helpt hierbij met geavanceerde registratiesystemen en risico-inventarisaties.

nicole van

Veldhuizen

Page 18: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

ProjectenBehalen van BRC, IFS, FSSC 22000 en alle overige standaarden is voor ons dagelijks werk.

InterIm, (deeltIjd)detacherIngen coachIngTijdelijke inzet van ervaren specialisten.

outsourcIng van de kwalIteItsafdelIngBij uitbesteding zorgen wij altijd voor kennis en continuïteit.

geautomatIseerde Qa-oplossIngenWij automatiseren uw kwaliteit.

partner In productontwIkkelIngWij ontwikkelen producten waardoor u uw concurrent altijd een stap voor bent.

mvo & duurzaamheIdWij zorgen ervoor dat u aan de eisen van verantwoord ondernemen voldoet.

kennIs up-to-date houdenDoor onze trainingen en e-learning blijft uw kennis altijd up-to-date.

Door onze persoonlijke inbreng en verrassende werkwijze regelen wij de beste zorg voor

kwaliteit, voedselveiligheid, productontwikkeling, duurzaamheid en geautomatiseerde QA-oplossingen voor bedrijven in de levensmiddelenindustrie.

altIjd dIchtbIjUniek vestigingennetwerk in het westen, noordoosten en zuiden van het land

audIts & InspectIesWij houden u continu op de hoogte van uw risico’s.

W www.bureauvoorkwaliteitszorg.nlt (073) 5530675

Bel ons gratis: 0800

25 22373

Page 19: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

019

VMT trends 2013

Michel Brinkhorst, Bureau voor Kwaliteitszorg: ‘Groei flexibel inhuren QA-specialisten’

CoMPLExITEIT KWALITEITS-MAnAGEMEnT nEEMT ToE

In 2013 zullen bedrijven goedkoper en efficiën-

ter moeten produceren, signaleert directeur

Michel Brinkhorst van het Bureau voor Kwali-

teitszorg. “Wij spelen daarop in door kwaliteits-

managementsystemen makkelijker in te richten

en door verdergaande QA-automatisering.

Bedrijven hebben daar behoefte aan. Ze vragen

ons of het eenvoudiger en goedkoper kan.” BK is

met zijn veertig consultants en vijftien labmede-

werkers gespecialiseerd in (deeltijd)detachering,

outsourcing van kwaliteitsafdelingen, kwaliteits-

management, procesbeheerssystemen, certifice-

ring, audits en inspecties, microbiologie, pro-

ductontwikkeling en trainingen. Het telt vesti-

gingen in het westen, zuiden en noordoosten

van het land.

Brinkhorst ziet dat de ISO standaard FSSC

22000 terrein wint in de voedingsmiddelensec-

tor en dat meer voedingsmiddelenproducenten

overstappen naar deze standaard voor kwali-

teitsmanagement en voedselveiligheid. “Zeker

nu de nieuwe en zeer strenge norm uit is van

het British Retail Consortium, BRC6, worden de

gestelde eisen voor sommige bedrijven wel heel

ingewikkeld. FSSC 22000 is een goed alterna-

tief. Deze standaard geeft net iets meer ruimte

voor eigen interpretatie en is door de GFSI

(Global Food Safety Initiative) goedgekeurd.

Weinig retailers zullen deze niet accepteren.”

Door de toenemende druk op kwaliteits- en

voedselveiligheidsvraagstukken is er ook meer

vraag naar het flexibel inhuren van deskundi-

gen op dit gebied, aldus Brinkhorst. “Doordat

de complexiteit toeneemt, gaan bedrijven meer

outsourcen. Of ze nemen een coach voor de

kwaliteitsmanager. Daarvoor hebben wij door-

gewinterde, hoogopgeleide QA-specialisten in

dienst, die ook als meewerkend coach kunnen

optreden. Die werkt bijvoorbeeld acht uur per

week mee aan complexe vraagstukken. In ande-

re gevallen is de coach een achtervang, wanneer

tijdelijk meer capaciteit nodig is.”

Het vinden van de beste coach voor een

bepaald bedrijf is de uitdaging voor Brinkhorst.

“Het moet wel klikken natuurlijk. We proberen

steeds weer de puzzelstukjes op de juiste plek te

leggen en persoonlijk en flexibel te zijn.”

Verder ziet de directeur een toenemende vraag

naar specialisten in plaats van generalisten. En

dan bedoelt hij product- en/of processpecialis-

ten. “De QA-manager moet het product goed

kennen; hij of zij moet snappen waar het over

gaat. We willen die diepgang bieden met pro-

duct- en proceskennis.”

“We denken dat de trend van maatschappelijk

verantwoord ondernemen (MVO) en duur-

zaamheid doorzet”, haalt Brinkhorst een andere

ontwikkeling aan. “Bedrijven vragen zich af wat

dit voor hen inhoudt. Wij faciliteren daarin. Nu

gaat het vaak slechts om een klein percentage

van duurzame producten binnen het assorti-

ment van een bedrijf. Dat moet in de toekomst

meer body krijgen.” De rol van BK hierin is het

meedenken, haalbaarheidsstudies uitvoeren,

beleid opstellen, het geheel ten uitvoer brengen

en de ontwikkeling van duurzamere producten.

Maar hebben bedrijven hier budget voor?

Brinkhorst: “Gelet op de plannen van bijvoor-

beeld Ahold voor 2014 op het gebied van duur-

zaamheid, moeten producenten wel mee. En je

kunt ook creatief zijn. Het hoeft geen tonnen te

kosten. Je moet praktisch denken: wat doe je al

aan duurzaamheid? Onze mensen zijn daar

heel kundig in.”

‘FSSC 22000 is een goed alternatief voor BRC. Weinig

retailers zullen dit niet accepteren’

Terwijl de normen voor kwaliteit en voedselveiligheid steeds strenger worden en in aantal toenemen, moeten bedrijven steeds goedkoper en efficiënter produceren. oplossingen van Bureau voor Kwaliteitszorg zijn het vereenvoudigen van managementsystemen, het flexibel inzetten van QA-specialisten en QA-automatisering.

Michel Brinkhorst

Page 20: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Organisaties werken continu aan verbetering van kwaliteit van hun producten en diensten om zo hun toekomst veilig te stellen. Kiezen voor innovatie en ontwikkeling is een uitdagend proces. Het nodigt uit om nieuwe, onbekende wegen in te slaan bij het verkennen van mogelijke oplossingen en kansen. Maar kiezen is ook lastig. Hoe bepaal je welke (duurzame) opties, alternatieven en uitdagingen levensvatbaar zijn en welke niet? Want elke keuze binnen een ontwerpproces heeft immers financiële impact en beïnvloedt de winstprognose van een organisatie

Royal HaskoningDHV is uw deskundige partner bij innovatietrajecten. Wij begrijpen onze klanten en hun wensen en helpen bij het integraal ontwerpen van nieuwe processen. Van marktontwikkeling tot duurzaam eindproduct. Van pilot tot effectieve productiesystemen. Met onze innovatieve benadering en focus op het leveren van werkbare oplossingen helpen wij klanten over de hele wereld bij het bereiken van hun ambities.

In dit interactieve proces spelen eenduidige communicatie met onze (interne) klant, kennis van de markt en beschikbare faciliteiten een leidende rol. Door nauw samen te werken bereiken we méér en vinden we samen oplossingen voor complexe vraagstukken.

De consultants van Royal HaskoningDHV helpen u graag bij het vinden én realiseren van uw ultieme oplossing.

royalhaskoningdhv.com

Integraal ontwerpen binnen voeding

Page 21: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

021

VMT trends 2013

Wil duivenvoorden en Lars Crombach, RoyalhaskoningdhV: ‘Wij houden altijd rekening met duurzaamheid’

GLoCALISATIE TREnd VAn dE ToEKoMST

Medio 2012 werd de fusie tussen RoyalHasko-

ning en DHV afgerond. Zo ontstond een

onderneming met 8.000 medewerkers en kan-

toren in 35 landen, met een groot netwerk en

dito expertise. Dit houdt ook in het gebruiken

van elkaars kennis op het gebied van duur-

zaamheid, legt Wil Duivenvoorden, directeur

Business Development, uit.

RoyalHaskoningDHV houdt zich bezig met het

verwaarden van afvalstromen in de keten en

energievraagstukken. Hoe bijvoorbeeld energie

duurzaam opwekken voor de voedingsindus-

trie? Meerdere keren neemt Duivenvoorden het

woord ‘cradle to cradle’ in de mond. Het liefst

bouwt de onderneming al haar productieloca-

ties volgens dit principe: werken met gesloten

ketens, waarbij afval niet bestaat. Een voorbeeld

van verwaarding van ‘afval’ is een project in

Tanzania. Onderzocht is hoe op het afvalwater

van een bierbrouwerij algen kunnen groeien

die weer als visvoer dienen in een visvijver. “We

streven altijd naar hergebruik van nutriënten.

Het maakt niet uit waar de fabriek staat”, zegt

Duivenvoorden.

Maar het hangt er ook vanaf wat de klant wil. Hij

is nog altijd koning. Medewerkers leggen daar-

om hun oor te luister op de productievloer en

niet alleen in de kantoren. “De klant is erg pro-

ductgeoriënteerd. Wij kijken ook naar de randap-

paratuur, het hele proces, om dan in overleg de

juiste oplossing te kiezen”, zegt directeur Light

Industry and Food & Beverages Lars Crombach.

Voor de klant komt duurzaamheid niet altijd op

de eerste plaats en dat heeft te maken met de

lokale situatie. Voor een Russische klant zet

RoyalHaskoningDHV drie fabrieken (vlees, rijst

en groente en fruit) neer in Dagestan. “Het is

belangrijk de lokale randvoorwaarden te begrij-

pen. In Dagestan is arbeid goedkoop. Dus auto-

matiseer je niet de hele fabriek. Maar het ont-

werp moet wel de mogelijkheid bieden om de

productie in de toekomst volledig te automati-

seren of duurzamer te maken”, zegt Crombach.

De situatie ter plaatse goed aanvoelen, betekent

ook iets terugdoen voor de lokale bevolking. “In

een gebied met waterschaarste kun je bijdragen

aan de lokale waterwinning door in plaats van

100.000 kubieke meter water per jaar op te

pompen – nodig voor de productie – 200.000

kuub naar boven te halen. Zo geef je als bedrijf

een positief signaal af naar de lokale bevolking”,

vertelt Crombach.

Food is een groeimarkt, zeker met de toekom-

stige voedselschaarste in het vooruitzicht, stelt

Duivenvoorden. Voor het ‘stabiele’ Europa ziet

RoyalHaskoningDHV mogelijkheden voor ver-

duurzaming en innovatie. In de opkomende

landen zal nog veel productieuitbreiding plaats-

vinden, maar ook daar zullen uiteindelijk duur-

zame oplossingen de boventoon voeren. Voor

de verre toekomst verwacht de multinational de

trend ‘glocalisatie’. Globale problemen, zoals

water en voedsel, lokaal aanpakken. “Met part-

ners, want problemen worden te breed en com-

plex om alleen op te lossen. Integrale oplossin-

gen voor de voedselketen waarbij veel partijen

betrokken zijn, zijn onontkoombaar”, aldus

Crombach.

‘We streven altijd naar hergebruik van nutriënten’

Sinds de fusie eerder dit jaar, is RoyalhaskoningdhV meer dan ooit overal op de aarde aanwezig. Verwaarding, ‘cradle to cradle’ en andere vormen van verduurzaming zijn nog niet in alle werelddelen even belangrijk, zo signaleert het projectmanagement-, ingenieurs- en adviesbureau. Globale problemen lokaal aanpakken, heeft echter wel de toekomst.

Wil duivenvoorden

(links) en Lars

Crombach

Page 22: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Procestechniek en kwaliteitsoplossingen van A tot Z

Op FOODTECH worden nieuwe technologieën en de laatste ontwikkelingen gepresenteerd op het gebied van o.a. energiezuinig en ef� ciënt produceren, meet- en inspectieapparatuur, voedselveiligheid, afvalwaterbehandeling en verpakken. Tot de bezoekersdoelgroep behoren: directieleden en professionals uit de voedselproducerende en -verwerkende industrie, zoals proces- en voedingsmiddelentechnologen, kwaliteitsmanagers, projectleiders, verpakkingsspecialisten en overige technici die op zoek zijn naar oplossingen voor hun branche speci� eke uitdagingen.

www.easyFairs.com/FOODTECH-NL

WAREN ALLE VAKBEURZEN MAAR ZO GEMAKKELIJK!

FOODTECH2013

DE NEDERLANDSE VAKBEURS VOOR TECHNOLOGIE & INNOVATIE IN DE VOEDINGSMIDDELENINDUSTRIE

15 & 16/05/2013 • AUTOTRON ROSMALEN

210_297_FT_2013_NL_NL.indd 3 27/11/2012 14:35:11

Page 23: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

023

VMT trends 2013

Wilma heebink, easyFairs: Vakbeurzen hele jaar platform voor exposanten en bezoekers

LIVE CoMMunICATIE BLIJFT onTzETTEnd BELAnGRIJK

“Waar vroeger bijna het hele bedrijf op beurs-

bezoek ging, gaan er nu nog maar een of twee

mensen. Bij FOODTECH zijn dat de personen

die verantwoordelijk zijn voor kwaliteit en (pro-

ces)techniek van voedingsmiddelenproducen-

ten”, constateert Wilma Heebink, Business

Development manager bij beursorganisator

easyFairs Netherlands in Oosterhout. easyFairs

organiseert in Nederland naast FOODTECH

onder meer EMPACK, SOLIDS en PUMPS &

VALVES. “Wij zijn ervan overtuigd dat live com-

municatie nooit verloren zal gaan; face-to-face

contact blijft belangrijk, zowel in de oriëntatie-

als aankoopfase.”

De meerwaarde van een beursbezoek ligt vol-

gens Heebink vooral in de eerste fase van de

oriëntatie op de oplossing van een probleem of

het zoeken naar een product. “Als je precies

weet wat je zoekt, kijk je op internet. Weet je

nog niet wat je zoekt of waar je moet zoeken,

dan ga je naar een beurs. Daar komen de oplos-

singen soms uit onverwachte hoek. Bezoekers

hebben vaak met complexe problemen te

maken waar geen kant-en-klare oplossingen

voor bestaan. Juist daarom is die live communi-

catie zo belangrijk. Door te praten met iemand,

kom je tot een oplossing.”

De live beurs mag dan belangrijk blijven, de

ontwikkeling stopt daar niet. Heebink: “We blij-

ven doorontwikkelen als beursorganisator. We

zijn 365 dagen per jaar een platform voor expo-

santen en bezoekers, waar ze terecht kunnen

voor informatie. We investeren veel in online

communicatie en systemen. Deelnemende

bedrijven zijn het hele jaar aanwezig op de

beurswebsite. Die twee dagen live is de kers op

de taart.”

Elke exposant krijgt een eigen webpagina op de

beurssite waar hij zijn productenaanbod actueel

kan houden en persberichten kan plaatsen. “Zo

bereikt hij een breder publiek dan via zijn eigen

bedrijfswebsite”, stelt Heebink, “want de bezoe-

kers van onze beurzen zijn niet per definitie de

bezoekers van zijn eigen site. Daarnaast hebben

we onze beurssystemen zo geïntegreerd dat

elke exposant, door alle bezoekers van onze

beurswebsites, door alle beurzen en landen

heen, wordt gevonden. Als een exposant bij-

voorbeeld een waterpomp heeft opgeladen op

zijn beurspagina op FOODTECH, en een

bezoeker van PUMPS & VALVES in België een

waterpomp zoekt en dat intypt, dan komt die

exposant van FOODTECH ook naar boven.”

easyFairs, onderdeel van de Artexis Group, orga-

niseert meer dan honderd vakbeurzen in zes-

tien landen.

Ook in sociale media als LinkedIn speelt easy-

Fairs een actieve rol. “We hebben aparte

LinkedIn-groepen voor onze beurzen. Via die

groepen brengen we bezoeker en exposant met

elkaar in contact. Een van de nieuwe modules die wordt geïntegreerd in onze beurswebsites,

maakt mogelijk dat bezoekers voorafgaand aan

hun beursbezoek afspraken kunnen plannen

met exposanten en offertes kunnen aanvragen.

Bezoekers willen gerichter een beurs bezoeken.

Ook nieuw is de easyFairs app voor smartpho-

nes, waarin het hele beursportfolio, inclusief

plattegronden, exposantenlijsten en lezingen-

programma’s, overzichtelijk in kaart is

gebracht.”

‘Juist door op een beurs live te communiceren, kom je tot

een oplossing’

de vakbeurs volgens easyFairs draait 365 dagen per jaar op internet. de twee dagen live beurs zijn het feestje voor de sector. Bezoekers en exposanten ontdekken al pratend en kijkend oplossingen voor kleine en grote uitdagingen.

Wilma heebink

Page 24: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

TNO Triskelion offers an unparalleled portfolio of know-how, technologies and services to support the food industry in the following fields:

FOOD OPERATIONS AND PRODUCTION SUPPORT SERVICESEmergency Response Service: 24/7 issue and crisis management support for food industryNutrient analysis: full analytical label claim support

acids, fatty acid profiles, etc)

glucosamine, chondroitin)Packaging research: compliance of food contact materials, migration testing, petitions, toxicological assessment, NIAS, forest of peaks, etc

PRODUCT DEVELOPMENT AND IMPROVEMENTFood mapping: identifying analytical markers for attributes related to

Allergenicity: assessment of the potential allergenicity or hypo-allergenic

Discovery: screening platforms for health promoting ingredients

FULL SPECTRUM OF REGULATORY SAFETY STUDIESExtensive experience in GLP certified Food Toxicology testing combining nutritional knowledge and toxicological expertise

combinations in study design

on top of natural-ingredient diet or preparation of purified AIN-93 based diets)

Experts in food and feed-related toxicological risk assessment and

YOUR CONSULTING PARTNER IN FOOD QUALITY & SAFETY

TNO Triskelion is a contract research

analytical chemistry and chemical

Triskelion is to guarantee the quality and safety of food ingredients, food products, chemical substances and

FOR MORE INFORMATION, PLEASE CONTACT US

Visiting address Postal address

The Netherlands The Netherlands

0793_TNOT_Adv_175x240.indd 1 28-03-2012 14:34:19

Page 25: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

025

VMT trends 2013

Martin ham, Tno Triskelion: kwaliteit en veiligheid borgen en verbeteren

AnALySES ondERBouWEn GEzondhEId En VEILIGhEId

Weliswaar voorzichtig, maar de eerste stappen

worden gezet. Zo omschrijft Martin Ham, Busi-

ness Development manager bij TNO Triskelion,

de houding van foodbedrijven als het gaat om

claims rond gezonde voeding. “Wij zien een

stapsgewijze aanpak. Bewijs moet er zijn om

een volgende stap te rechtvaardigen. Is er een

werkzame stof? Zo ja, is deze biobeschikbaar?

Komt de stof vervolgens daar waar de werking

gewenst is?” TNO Triskelion helpt bedrijven

met een wetenschappelijke onderbouwing van

de gezondheidsclaims.

Voor de zoektocht naar natuurlijke, functionele

ingrediënten geldt eveneens dat karakterisering

en de veiligheidsbeoordeling uiteindelijk bepa-

len wat er op ingrediëntniveau terug is te zien

op het ‘clean label’. Ham: “Neem bijvoorbeeld

een plantenextract. Wat zit daar nu werkelijk

aan bioactieve stoffen in en is het veilig? Als

frontrunner passen wij nieuwe methodieken

toe om complexe mengels op veiligheid te

beoordelen.

De beoordeling of er geen stoffen aanwezig zijn

die een gevaar vormen voor de gezondheid,

speelt ook bij verpakkingsmaterialen. Opmerke-

lijk is dat de trend nu is dat daarbij ook wordt

gekeken naar zogenoemde nias: non intentially

added substances. “Dit kunnen bijvoorbeeld

afbraakproducten zijn of nieuwe stoffen die als

gevolg van verhitting gevormd zijn. Of dit al of

niet een risico vormt, kan straks met de bij TNO

in ontwikkeling zijnde TTC methode (Treshold

of Toxicological Concern) worden beoordeeld”,

vertelt Ham. “De EFSA heeft recentelijk richtlij-

nen gepubliceerd voor het gebruik van de TTC-

methodiek bij het inschatten van mogelijke

gezondheidsrisico’s van blootstelling aan stoffen

die in levensmiddelen of diervoeders voorko-

men.”

De trend naar het gebruik van nieuwe eiwitten

wil nog niet doorbreken. Eiwitten uit insecten,

algen of erwten? Voor consumenten is dit alle-

maal nog ver weg, meent Ham. Een groeiende

wereldbevolking zal hier verandering in bren-

gen. Het voedselvraagstuk bewerkstelligt naar

zijn mening ook een licht veranderende houding

ten aanzien van genetische modificatie. “De dis-

cussie zal weer op gang komen. Denk aan gm-

gewassen die met minder water toekunnen.

Want kunnen we het groeiend aantal monden

met traditionele intensivering voeden?”

Het verbod op het hergebruik van dierlijk eiwit

voor veevoeder, ingesteld sinds de BSE-crisis,

zal in stappen worden opgeheven. “Bruikbare

afvalstromen worden nu onvoldoende benut.

Een door TNO ontwikkelde en inmiddels geva-

lideerde PCR-methode kan DNA van herkau-

wers identificeren. Daarmee zijn reststromen

die goed geborgd en veilig zijn, weer in dier-

voeders te verwerken”, aldus de manager.

Een geheel andere vorm van dienstverlening

van TNO Triskelion is de Emergency Response

Service. Deze dienst biedt 24 uur per dag en 7

dagen per week ondersteuning voor incidenten

bij bedrijven. Een multidisciplinair team helpt

bij een snelle diagnose. Ham ziet hier de trend

van groeiend professionalisme in de bedrijven.

“Het gaat niet meer over recalls en incidenten

alleen. Trouble shooting neemt toe en de

opvolging van issues is steeds professioneler.”

‘Wij willen frontrunner zijn bij de toepassing van nieuwe

methodieken voor veiligheidsbeoordeling’

Voedingsmiddelenbedrijven zetten weer voorzichtige stappen op het terrein van gezondheidsbevorderende ingrediënten. daarnaast staan natuurlijke ingrediënten en nieuwe eiwitten in de belangstelling. dit vraagt om wetenschappelijk onderbouwde kennis. de analytische expertise van Tno Triskelion waarborgt de kwaliteit en veiligheid.

Martin ham

Page 26: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

026

Ron de Keersmaeker, directeur Tetra Pak Processing Systems Benelux: ‘Snelheid bij investeren is geboden’

KAnSEn dooR ‘MELKTSunAMI’

Bedrijven treffen nu de nodige maatregelen

voor de naar schatting 20% meer volume aan

melk die vanaf 2015 op de markt komt als de

melkquotering wordt afgeschaft, zo ondervindt

Ron De Keersmaeker. Tetra Pak Processing Sys-

tems is gespecialiseerd in productie-oplossin-

gen die kunnen variëren van procescomponen-

ten tot complete turn key-projecten. De focus

ligt daarbij op efficiency door middel van pro-

cesautomatisering, traceability en serviceverle-

ning. Melkverwerking vormt naast de productie

van kaas, prepared foods, ijs en dranken het

werkgebied van Tetra Pak Processing Systems.

De Keersmaeker ziet goede afzetmogelijkheden

voor de extra melkplas, mits gevaloriseerd en

houdbaar gemaakt. “In Azië is een enorme

markt aan het ontstaan door urbanisatie en een

nieuwe middenklasse die opstaat. Verpoederen

is een uitstekende manier om melk naar dit

werelddeel te exporteren. Maar denk daarbij

niet alleen aan melkpoeder. Baby- en kinder-

voeding veroveren daar snel de markt. Houdba-

re producten met hoge toegevoegde waarde.”

Dat deze markt juist voor buitenlandse produ-

centen booming is, komt mede door het gerin-

ge vertrouwen in eigen fabrikaat na crises als de

melamine-affaire in China. Nederlandse bedrij-

ven spelen met hun investeringen in op de ver-

anderende situatie. Snelheid is daarbij volgens

de directeur geboden.

Om kaas te maken is veel melk nodig. Liggen

daar kansen met extra melkvolume? “Kaas is, op

een enkele uitzondering na, een commodity

geworden en in Azië is er nog geen grote markt

voor”, antwoordt De Keersmaeker. Om volume

weg te werken is kaasmaken volgens hem een

optie, “maar het moet dan wel ‘mega-efficiënt’

gebeuren om er geld mee te verdienen.” Illus-

tratief hiervoor is dat Tetra Pak momenteel de

grootste productielijn voor Goudse kaas ter

wereld bouwt. Het ‘bijproduct’ van het kaasma-

ken, wei, wordt door valorisatie belangrijker.

Soms is de wei zelfs meer waard dan de kaas,

vertelt De Keersmaeker.

Voor UHT-melk ziet hij wel mogelijkheden op

de Aziatische markt. “Ook daar komt grote

vraag naar. Er wordt twee tot drie euro per liter

voor betaald.” De conclusie van de manager is

dat het voorziene melkoverschot een melk-

schaarste kan blijken te zijn.

Een aandachtspunt bij de hoogwaardige tech-

nologie en dito automatisering die Tetra Pak

Processing Systems levert, is het technisch

geschoold persoon dat hiervoor nodig is. Hier-

aan ontstaat een groot tekort. Het bedrijf inves-

teert daarom volop in mensen. “Onze key

account approach, waarbij wij wereldwijd onze

producten opvolgen, waar bedrijven zich ook

vestigen, vereist dit. En voor de service-contrac-

ten geldt hetzelfde.”

Via partnerships kunnen klanten hier hun voor-

deel mee doen: “Met onze schaalgrootte – meer

dan 20.000 medewerkers wereldwijd – benut-

ten we onze expertise breed en slim door men-

sen op verschillende plaatsen in te zetten”, aldus

De Keersmaeker. Samenwerking garandeert

deze expertise ook voor de klanten van Tetra

Pak. Daarbij biedt de technologie steeds nieuwe

mogelijkheden. “Denk aan allerlei vormen van

onderhoud overnemen op afstand.”

‘het voorziene melkoverschot kan een melkschaarste blijken

te zijn’

de ‘tsunami’ van melk die na het afschaffen van de melkquota in 2015 op ons af komt, leidt nu tot investeringen in de zuivelindustrie. Kansen te over in vooral de Aziatische markt, zo meent Ron de Keersmaeker, directeur Tetra Pak Processing Systems Benelux. hij spreekt van ‘booming business’.

Ron de Keersmaeker

Page 27: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

AUTOMATED POWDER HANDLING SOLUTIONS

Whatever your powder needs, Tetra Pak can deliver what it takes. From

Tetra Guerin turn-key powder solutions to specifi c powder components.

Backed by decades of dedication to serving powder producers. We offer

reliable, sanitary, effi cient solutions for each part of your process:

Storage, Receiving, Transfer, Dosing, Mixing, Packaging.

In our Process Development Centres you are able to validate your

future production line.

To fi nd out more, please contact us at :+31 30 634 99 [email protected]

www.tetrapak.nl

Tetra Pak, , PROTECTS WHAT’S GOOD and Tetra Guerinare trademarks belonging to the Tetra Pak Group.

Page 28: VMT 26 - Trendsbijlage 2013

Deze bijeenkomst bijwonen?

Eenvoudig inschrijven kan op 3 manieren:

1. Website: www.vmt.nl/foodevent

2. E-mail: [email protected]

3. Telefoon: (010) 289 40 08

Vakkundig, verdiepend, verbindendOp 26 maart 2013 vindt het VMT Food

Event plaats. Het Food Event 2013 focust op

de toekomst. Met verdieping op de thema’s

duurzaamheid, product- en procesinnovatie,

voedselveiligheid, kwaliteit en technologie sluit

het event aan bij de dagelijkse praktijk van de

foodindustrie. Signaleren, oplossingen bieden

en vernieuwen via kennis en innovatie, staan

centraal in de lezingen, discussies en contacten

die op de beursvloer worden gelegd.

Inhoudelijk sterk programma met hoogge-•

kwalifi ceerde sprekers

Praktische en diepgaande kennis •

Netwerken met collega’s •

Kennisaanbod op de informatiemarkt•

Afsluitende culinaire amuseborrel•

Na de fi les naar huis rijden•

Ontvang nu gratisBij deelname aan het Food Event 2013 ontvangt

u nu VMT Ingrediëntenwijzer t.w.v. € 82,50

gratis. VMT Ingrediëntenwijzer is de gids voor

grondstoffen, ingrediënten en additieven voor

de voedingsmiddelenindustrie met het meest

complete E-nummers overzicht.

PrijzenAbonnees betalen voor deelname € 599,- (i.p.v.

€ 750,-).* Als u zich aanmeldt voor 7 januari

2013 ontvangt u € 100,- korting op deze

prijzen en gratis VMT Ingrediëntenwijzer

cadeau.

*prijzen zijn incl. documentatie en catering en excl. btw.

Noteer in uw agenda:

26 maart 2013

Kijk voor het actuele programma op: www.vmt.nl/foodevent

Wilt uw organisatie zich profi leren

tijdens het VMT Food Event 2013?

Verkoopleider VMT

Lian Gebhardt, 010 - 289 40 84

[email protected]

Media-adviseur VMT

Monique van Neutegem, 06 - 504 494 02

[email protected]

€ 100,-vroegboekkorting+ gratisVMT Ingrediënten-wijzer t.w.v. € 82,50 cadeau

40-121128-02 Food Event 2013.indd 1 28-11-12 16:11:51