44
“Wat is deze?” een zoektocht naar de praktijkschool leerling Bart Hoogvorst 500 15 1707

Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

“Wat is deze?”

een zoektocht naar de praktijkschool leerling

Bart Hoogvorst500 15 1707Hogeschool van AmsterdamDocent Horeca & VoedingE. van KootenVoorbereidend Werkplek Leren 2, opdracht 2

Page 2: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Inhoudsopgave

Inleiding...............................................................................................................................................3

Onderzoeksvragen..........................................................................................................................4

Theoretisch kader............................................................................................................................4

Wat is praktijkonderwijs?..........................................................................................................4

Leerstijlentesten...........................................................................................................................5

Onderzoeksopzet.............................................................................................................................8

Deskresearch................................................................................................................................8

Fieldresearch.................................................................................................................................8

Enquête...........................................................................................................................................8

Populatie.........................................................................................................................................8

Dataverzameling en –verwerking..........................................................................................8

Resultaten..........................................................................................................................................9

Leerstijlentest David Kolb.........................................................................................................9

Leerstijlentest Howard Gardner..............................................................................................9

Enquête.........................................................................................................................................11

Conclusies en aanbevelingen....................................................................................................15

Kenmerken...................................................................................................................................15

Interesses.....................................................................................................................................15

Antwoorden op de deelvragen..............................................................................................16

De Hamvraag..............................................................................................................................16

En dus dat………….....................................................................................................................16

Bibliografie.......................................................................................................................................18

Bijlagen..............................................................................................................................................19

Bijlage 1; Leerstijlentest David Kolb...................................................................................19

Bijlage 2; Leerstijlentest Howard Gardner........................................................................22

Bijlage 3; Enquête.....................................................................................................................25

Page 3: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Inleiding

“Het werkelijke doel van onderwijs is het beste uit jezelf halen.” (Mahatma Ghandi)

In het tweede leerjaar van mijn opleiding docent Horeca & Voeding aan de HvA heb ik, via mijn stage, kennis gemaakt met het praktijkonderwijs. Dit was voor mij een leerzame, interessante en bovenal leuke ervaring. Het kleinschalige en persoonlijke van dit type onderwijs spreekt mij zeer aan.Wat mij opviel was dat de leerlingen heel open en direct waren. Ik bouwde snel een band op met de leerlingen in mijn klassen en in de pauzes was er altijd een lolletje of een gesprekje met één of meerdere leerlingen in de aula of op het schoolplein. Zo leerde ik mijn leerlingen snel kennen. Maar bij het maken en geven van een lessenserie over voeding merkte ik dat ik het lastig vond om het juiste niveau te vinden. Het ene moment zat ik aan te kijken tegen vragende gezichten, het volgende moment vonden de leerlingen het “kapot makkelijk”.Aangezien ik volgend jaar een baan als docent aangeboden heb gekregen wil ik graag meer weten van het niveau van de praktijkschool leerling.

Het onderzoek wordt uitgevoerd op praktijkschool de Brug aan de Saenredamstraat 39 in Assendelft. Het is een openbare praktijkschool die onderdeel is van de onderwijsorganisatie OVO Zaanstad (Openbaar Voortgezet Onderwijs). De Brug streeft naar kleinschalig onderwijs. De groepen zijn niet groter dan 15 leerlingen en de totale schoolpopulatie is dit jaar 154 leerlingen. Het onderwijsaanbod richt zich op algemene, praktische, sociale en communicatieve vaardigheden. Daarbij is aandacht voor de persoonlijke loopbaanoriëntatie en begeleiding van de individuele leerling. De praktijkrichtingen die worden aangeboden zijn:

consumptieve techniekhoutbewerkingmetaalbewerkinggroenzorg & welzijndetailhandel & magazijn

Mijn werk begeleider is dhr. Cees de Jong, hij is

Page 4: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

AA P N OO T JET D OE Sfig. 1 het nieuwe leesplankje (grap praktijkonderwijs docent).

Onderzoeksvragen

Het doel van dit onderzoek is om het niveau van de leerlingen in het praktijkonderwijs beter te kunnen inschatten. Ik ben daarbij tot de volgende hoofdvraag gekomen:

hoofdvraag:hoe kan ik mijn lessen beter laten aansluiten bij het niveau van de praktijkschool leerling?

Om deze vraag te kunnen beantwoorden zal ik eerst een aantal dingen moeten uitzoeken. Dit doe ik aan de hand van mijn deelvragen. De verschillende antwoorden op deze deelvragen zullen leiden naar een concluderend antwoord op de hoofdvraag. De deelvragen zijn:

deelvragen:wie zijn praktijkschool leerlingen?hoe leren praktijkschool leerlingen?welke didactische werkvormen sluiten het best aan bij praktijkschool leerlingen?

Theoretisch kader

Wat is praktijkonderwijs?Om mijn lessen beter te laten aansluiten bij het niveau van mijn leerlingen zal ik eerst een aantal begrippen, die worden toegepast in dit onderzoek, nader omschrijven. Ik begin hier met het begrip “praktijkonderwijs”. Praktijkonderwijs valt tussen het Voortgezet Speciaal Onderwijs (VSO) en het reguliere Voortgezet Onderwijs (VO). Het is bedoeld voor leerlingen die naar verwachting geen vmbo-diploma kunnen behalen (Onderwijsraad,

Page 5: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

2010). De toelating van leerlingen wordt gescreend door de Regionale Verwijzingscommissie (RVC). Een organisatie die valt onder het ministerie van Onderwijs, Cultuur & Wetenschap (OCW) die zich bezig houdt met de aanvragen vanuit het VO voor leerlingen die extra zorg nodig hebben. De RVC beslist of een leerling in aanmerking komt voor Leerweg Ondersteunend Onderwijs (LWOO) of plaatsing in het Praktijkonderwijs (PrO). De commissie kijkt daarvoor naar de volgende onderdelen:

de motivering van de vmbo-school, onderbouwd met het schooladvies van de basisschool;

de mening van de ouder(s) of verzorger(s);  de leerachterstand van de leerling;  het IQ van de leerling (tussen de 60 en 75).

Soms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies, mits dit van invloed is op de leerprestaties (wat meestal het geval is).De leerlingen die worden toegewezen aan het praktijkonderwijs worden opgeleid voor een rol op de arbeidsmarkt (Regionale VerwijzingscommissieVoortgezet Onderwijs, 2013).

Page 6: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Het praktijkonderwijs is dus in eerste instantie gericht op leerlingen waarvan verwacht wordt dat ze niet in staat zijn om een VMBO diploma te behalen. Ook niet met extra leerwegondersteuning. De opzet van dit type onderwijs is eigenlijk om eindonderwijs te bieden en daarmee een toeleiding naar de arbeidsmarkt. Toch geldt niet voor alle leerlingen dat de praktijkschool ook het eindonderwijs vormt. Ongeveer één zesde van de leerlingen is doorgestroomd naar het VMBO, en vier procent is ingestroomd in een opleiding tot arbeidsmarkt gekwalificeerd assistent op het ROC. Dit aantal is door verschillende samenwerkingsvormen tussen praktijkonderwijs, VMBO en ROC groeiende, maar vindt nog niet op grote schaal plaats (Koopman, Derriks en Voncken, 2009).Bijna alle praktijkscholen ontwikkelden afgelopen jaren individuele ontwikkelingsplannen. Deze plannen sluiten aan op de mogelijkheden en ontwikkeling van de individuele leerling. Aansluitend worden ook individuele transitieplannen ontwikkeld waarin de aansluiting tussen het praktijkonderwijs en de arbeidsmarkt en het praktijkonderwijs en vervolgonderwijs groeit (Inspectie van het onderwijs, 2012).De kwaliteit van het praktijkonderwijs is in de afgelopen jaren sterk verbeterd. Volgens de onderwijsinspectie is het aantal zeer zwakke scholen in het praktijkonderwijs zelfs gereduceerd tot 0%(!). Intensieve en persoonlijke begeleiding van de leerlingen is hierin een belangrijke factor (Inspectie van het onderwijs, 2012).

LeerstijlentestenVoor dit onderzoek heb ik twee verschillende leerstijlentesten afgenomen onder de leerlingen van de horeca klas op praktijkschool de Brug. In de eerste plaats heb ik een leerstijlentest van David Kolb afgenomen. Mensen, leerlingen dus ook, verschillen nogal in de wijze waarop ze leren. Voor een docent is het nuttig om te weten welke leerstijl zijn leerling heeft. Of beter gezegd wat zijn voorkeurstijl is. Als je dat weet, begrijp je beter waarom een leerling iets aanpakt, zoals hij het aanpakt. Dan weet je hoe je hem het best kunt ondersteunen bij het leren. David Kolb onderscheid in zijn methode vier verschillende fases van leren. Deze fases zijn hieronder in fig.2 schematisch weergegeven. De fasen volgen elkaar logisch op: als je iets meemaakt (ervaring) is het belangrijk daarna je ervaringen te overdenken (reflectie) en te veralgemeniseren (begripsvorming). Je kunt vervolgens een aanpak bedenken waarmee je een vergelijkbare gebeurtenis tegemoet kan treden (experimenteren). Als je die nieuwe aanpak, dat geleerde gedrag, daadwerkelijk gebruikt doe je weer nieuwe ervaringen op (concrete ervaring) waarover je weer kan nadenken (reflectie), zodat je nieuwe inzichten krijgt (begripsvorming).

Op grond van het model is het mogelijk allerlei verschillende leerervaringen te ordenen en het leren te structureren. De vier fasen herhalen zich volgens Kolb voortdurend in deze volgorde. De vier leerfasen zijn gecombineerd tot de volgende vier leerstijlen:

de dromer: concreet ervaren & waarnemen en overdenken;de denker: waarnemen en overdenken & abstracte begripsvorming;

Page 7: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

de beslisser: abstracte begripsvorming & actief experimenteren;de doener: actief experimenteren & concreet ervaren.

Page 8: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Het is ook interessant om je eigen voorkeurstijl te kennen. Omdat daar je manier van kennis overdragen uit voortkomt. Met deze leerstijlentest kun je uitzoeken op welke manier jij en je leerling meestal een probleem aanpakken. Zo krijg je als docent een inzicht in wat er goed en wat er minder goed werkt in een leerproces van een leerling. En kun je dit koppelen aan je eigen ervaringen met leren. Besef dat jouw manier van leren is niet beter of slechter dan die van een ander. Het is niet meer dan de manier die bij jou past (Wikipedia, 2013).

fig.2 de vier fases van leren volgens David Kolb.

Naast de leerstijlentest van Kolb gebruik ik nog een leerstijlentest. Dit heb ik gedaan als aanvulling op de resultaten van Kolb. Aangezien het praktijkonderwijs een heel praktisch ingestelde vorm van onderwijs is, wilde ik ook onderzoeken of er overeenkomsten waren onder de leerlingen op het gebied van meervoudige intelligenties. Howard Gardner, psycholoog aan de universiteit van Harvard, ontwikkelde deze theorie die ondersteunt dat er verschillende manieren van intelligentie bestaan (Ebbens, 2009). Deze verschillende manieren van intelligentie liggen daarmee ook aan de basis van hoe we leren. Zo leert iemand die logisch-mathematisch is ingesteld anders dan iemand die een sterke lichamelijke manier van leren heeft ontwikkeld. En zal een leerling die muzikaal is ingesteld, makkelijker iets opnemen als je de lesstof in verband kunt brengen met ritme of geluid. In de theorie onderscheid Gardner 8 verschillende intelligenties (zie figuur 3).

Page 9: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

fig. 3 schematische weergave meervoudige intelligenties volgens Howard Gardner.

Page 10: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

OnderzoeksopzetDeskresearchOm gedegen onderzoek te kunnen doen naar de vraag hoe ik mijn lessen beter kan laten aansluiten bij de praktijkschoolleerlingen, zal ik eerst moeten uitzoeken wat het praktijkonderwijs inhoudt. Ook zal ik moeten onderbouwen welke leerlingen hier onderwijs kunnen genieten. Dit wordt gedaan middels deskresearch. Deskresearch of bureauonderzoek is het verzamelen van gegevens die al bekend zijn. Dit kan zijn via literatuur, onderzoeksrapporten en/of internetbronnen. (Verhoeven, 2010)

FieldresearchVeldonderzoek ook wel fieldresearch genoemd is het verzamelen en verwerken van nieuwe gegevens tot bruikbare informatie ten behoeve van het praktijkonderzoek. Er bestaan diverse uiteenlopende manieren van het verzamelen van deze nieuwe gegevens. Voor dit onderzoek heb ik gebruik gemaakt van twee vragenlijsten voor de verschillende leerstijlentesten en een face to face enquête. Al deze onderzoeksmethoden vallen onder kwantitatief onderzoek. Dit houdt voor dit onderzoek in dat we vooral op zoek zijn naar overeenkomsten en verschillen in gegevens die we cijfermatig kunnen uitdrukken. Het onderzoek richt zich dus minder op antwoorden op ‘waarom’ vragen waarbij de gegevens vaak open en flexibel zijn (Verhoeven, 2010).

EnquêteVoor het achterhalen van de interesses van de praktijkschoolleerling is er gekozen voor een face to face enquête. Dat betekent dat de enquête persoonlijk met elke leerling is afgenomen. Er is voor deze manier van enquêteren gekozen om de leerling bij het invullen zo veel mogelijk te kunnen ondersteunen bij eventuele moeilijkheden in de vragenlijst (Verhoeven, 2010).

PopulatieHet veldonderzoek is afgenomen onder twintig leerlingen van praktijkschool de Brug. De respondenten zijn gelijk verdeeld over onder- en bovenbouwleerlingen.

Dataverzameling en –verwerkingDe verzameling van de gegevens heeft op twee verschillende momenten plaats gevonden. De enquêtes zijn afgenomen in week 10 van 2013. De twee leerstijlentesten zijn twee weken later in week 12 van 2013 afgenomen. De verzamelde data van de leerstijlentesten is verwerkt via een bijgeleverd omrekenmodel. De data van de enquête is per vraag gecategoriseerd en verwerkt in de resultaten hieronder.

Page 11: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

ResultatenHieronder worden de resultaten van de verschillende veldonderzoeken, die zijn uitgevoerd, weergegeven. Deze resultaten zijn ingedeeld per onderzoekscategorie, dus per leerstijlentest of enquête.

Leerstijlentest David KolbUit de afgenomen leerstijlentest van David Kolb (zie bijlage 1) komt naar voren dat er veel waarnemers (dromers) zijn in het praktijkonderwijs. Maar liefst twaalf leerlingen uitkomen op de overdenkende observatie (7 onderbouw, 5 bovenbouw). Van de overige leerlingen zijn er vijf die uitkomen op het concreet ervaren (3 onderbouw, 2 bovenbouw), maar desondanks met hun leerstijl toch belanden bij de waarnemer (dromer). Twee

leerlingen komen uit op actief experimenteren (beide bovenbouw), waarbij de leerstijl aangeeft dat zij vallen onder de stijl van beslisser. De laatste leerling komt uit op de abstracte begripsvorming (bovenbouw), waarbij de leerstijl ook uitkomt op die van beslisser.

fig. 4 uitkomsten leerstijlentest David Kolb, verdeelt in onder- en bovenbouw.

Page 12: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Leerstijlentest Howard GardnerDe uitkomsten van de meervoudige intelligentietest (zie bijlage 2) komen goed overeen met het beeld van de praktijkschoolleerling. Een groot percentage van de leerlingen scoren goed op het interpersoonlijke vlak. Zoals al aangegeven in de inleiding van dit onderzoek is de ervaring dat praktijkschoolleerlingen zeer open en direct zijn in de omgang. Het omgaan met mensen is iets wat door de leerlingen als prettig en leerzaam wordt ervaren.Daarnaast komt ook duidelijk naar voren dat de leerlingen veelal beeldend zijn ingesteld. Het aantal leerlingen dat als visueel-ruimtelijk ingesteld uit de test komt rollen is zeer hoog. Verrassend is dit echter niet, aangezien de beroepskeuze testen van de school vooral bestaan uit plaatjes vragen. In de volgende weergave vindt u de gehele uitslag van de test.

Page 13: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

1) verbaal-linguïstisch:Denkt in woorden. Formuleert gemakkelijk, kan goed ideeën onder woorden brengen en leest snel en met inzicht.5 uit 20

2) logisch-mathematisch:Denkt in patronen. Ordent de informatie graag, redeneert logisch en heeft een voorkeur voor cijfers (wiskunde).1 uit 20

3) visueel-ruimtelijk:Denkt in beelden. Neemt waar in ruimte en kleur, tekent vaak figuurtjes of krabbeltjes, heeft gevoel voor kleurnuances en heeft een sterk gevoel voor ruimtelijke verhoudingen.14 uit 20

4) lichamelijk-motorisch:Fysiek ingesteld. Een goede (fine) motoriek, sleutelt of knutselt graag en leert gemakkelijker door doen.4 uit 20

5) muzikaal-ritmisch:Gevoel voor ritme. Werkt met ezelsbruggetjes en rijmpjes om iets te onthouden, kan boeiend vertellen (intonatie) en pikt snel melodietjes op.4 uit 20

6) interpersoonlijk:Een mensen mens. Houdt van contact met anderen, werkt graag samen en voelt scherp aan wat anderen bezig houdt.16 uit 20

7) intrapersoonlijk:Op zich zelf. Stelt zich graag op de achtergrond op, kent eigen sterke- en zwakke kanten goed en heeft een goed waarnemingsvermogen.11 uit 20

8) natuurgericht:Een “natuurtalent”. Is gefascineerd door alles wat groeit en bloeit, leert gemakkelijk door waarnemingen buiten en observeert en verklaart graag veranderingen in de natuur.5 uit 20

Page 14: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

fig. 5 uitslag meervoudige intelligentietest Howard Gardner

Page 15: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

EnquêteDe enquête bestaat uit tien vragen (zie bijlage 3) die refereren aan de belevingswereld van de leerling. Er is getracht middels deze enquête de kenmerken en interesses van de praktijkschoolleerling in kaart te brengen. De uitkomsten zijn per vraag in een cirkeldiagram geplaatst en waar nodig voorzien van een toelichting.

Alle leerlingen bevinden zich in de leeftijd van 12 tot en met 16. De

scheiding onderbouw en bovenbouw ligt rond het 15e levensjaar.

Page 16: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Bijna de helft van de leerlingen komt uit een gebroken gezin. Dit is een ernstig probleem voor de veilige basis van de leerling en heeft ook een effect op de schoolprestaties. Ook zijn er een aantal leerlingen die in een situatie buiten hun eigen gezin opgroeien. Van tijdelijke uit huis plaatsing tot wonen bij een pleeggezin.

Muziek programma’s zijn populair onder praktijkschoolleerlingen, zowel bij de onder- als bij de bovenbouw. Ook sport scoort goed. Kookprogramma’s en het nieuws worden toch ook verassend goed bekeken.

Page 17: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Nederlandse artiesten zijn “in”! Al was er wel het lastige dilemma of Gers Pardoel nu Nederlandstalig of hiphop was. Er is toch gekozen voor de eerste categorie, niet in de laatste plaats vanwege zijn samenwerking met Doe Maar en Guus Meeuwis. Verder is er totaal geen interesse in klassieke

muziek en is er bij anders twee maal emo ingevuld. Een muziekstroming bij de subcultuur Emo, een afscheiding van gothic (dank je wel, Wikipedia).

Page 18: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Zoals te verwachten viel is er weinig animo voor theoretische vakken als taal en rekenen. Toch scoren de beroepsgerichte vakken erg goed. Zeker als de vergelijking wordt doorgetrokken naar een vak als gym.

Page 19: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Niet heel

opvallend, wel heel erg leuk. Gratis communicatiemiddelen zijn het meest in trek. Lastig hiervan is dat het dus ook de hele dag door gebruikt wordt.

Ook hier blijkt de nieuwe media voornamelijk als communicatiemiddel gebruikt te worden. Ook om maar niets van de nieuwste ontwikkelingen te hoeven missen.

Ondanks dat sport door minder dan ¼ van de leerlingen als hobby wordt gezien, doet een grote meerderheid van de leerlingen wel aan sport. Dit

Page 20: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

ligt ruim boven het landelijk gemiddelde van 60% (Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu, 2011).

Het overgrote deel van de leerlingen voelt zich vertrouwd en veilig op school en vinden het een leuke school.

Page 21: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Conclusies en aanbevelingenBij het analyseren van de resultaten van het onderzoek komen een aantal gegevens over de leerlingen in het praktijkonderwijs naar boven. Met deze gegevens kan het hier volgende beeld van de leerlingen worden geschetst.

KenmerkenEen kenmerk is een eigenschap of verschijnsel dat typisch is voor een bepaalde zaak of persoon. Dit onderzoek concludeert de volgende kenmerken van de praktijkschoolleerling.

goede kenmerken minder goede kenmerkenEen groot deel van de leerlingen heeft een op waarnemen gerichte leerstijl. Zij hebben een voorkeur voor concreet ervaren en reflectief observeren. Ze zoeken leersituaties op waarin zij zelf kunnen meemaken hoe iets in de praktijk uitpakt. Zij hebben de neiging problemen van alle kanten te bekijken en zien steeds weer nieuwe ingangen en oplossingen. Dromers leren heel snel via identificatie.

Leerlingen komen in het praktijkonderwijs omdat zij geïndiceerd worden. Dat betekent dat de meeste leerlingen moeite hebben met leren, leerachterstand hebben opgelopen of niet in staat zijn om te leren (I.Q.).

De leerlingen zijn praktisch ingesteld. Ze willen graag dingen leren door te doen.

Door de moeilijkheden met het leren en concentreren is de spanningsboog van de leerlingen extreem kort. Het maakt het lastig om grotere hoeveelheden informatie door te laten dringen.

Veel leerlingen zijn ‘beeldknap’, ze zijn in grootte mate visueel ingesteld. Dit houdt in dat zij denken in en leren vanuit beelden.

Naast de leerproblemen in het praktijkonderwijs zijn er ook veel leerlingen met gedragsproblemen.

Veel leerlingen zijn ook ‘samenknap’, ze werken en leren graag samen met anderen.

Bijna de helft van de leerlingen groeit op in een gebroken gezinssituatie.

Leerlingen hebben een open houding ten aanzien van de school. Ze vinden het leuk om op school te zijn.

Het zelfvertrouwen van leerlingen is, door de problemen met leren en de beeldvorming omtrent praktijkonderwijs, laag.

Page 22: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

InteressesDe interesses van de praktijkschoolleerlingen liggen vooral bij het contact met leeftijdsgenoten. Het gebruik en volgen van alle ontwikkelingen via social-media is één van de belangrijkste interesses. Ook sporten en uitgaan zijn populaire vrijetijdsbestedingen. Veel leerlingen zijn geïnteresseerd in muziek, al verschillen de muziekstromingen wel onderling.

Antwoorden op de deelvragenNu de resultaten zijn verwerkt en geanalyseerd is het tijd om antwoord te geven op de deelvragen. Via deze antwoorden kan er een conclusie op de hoofdvraag worden geformuleerd.

wie zijn praktijkschool leerlingen?Aan de hand van de kenmerken en interesses is er een redelijk beeld ontstaan van de praktijkschoolleerling. Ondanks de leer- en gedragsproblemen die leerlingen permanent of tijdelijk ervaren, is er een open en sociale houding naar de school. Waarin er vanuit de leerling behoefte is aan een veilige en vertrouwde leeromgeving.

hoe leren praktijkschool leerlingen?Leerlingen zijn praktisch en vooral visueel ingesteld. Leren door doen en ervaren. Dit alles moet wel gegoten worden in kleine, behapbare brokken informatie omdat de aandachtsspanne zeer kort is.

welke didactische werkvormen sluiten het best aan bij praktijkschool leerlingen?Didactische werkvormen die goed zouden aansluiten bij de praktijkschoolleerling zijn werkvormen die zeer gestructureerd vanuit de docent zijn gestuurd, maar die tegemoet komen aan het zelfstandig ervaren en doen. Om de aandacht vast te kunnen houden zal men een ruime variatie aan activerende werkvormen moeten kunnen inzetten.

De HamvraagNa al dit onderzoek, analyseren en verwerken van de resultaten is het natuurlijk de vraag of er tot een antwoord op de hoofdvraag van dit onderzoek kan worden gekomen. De vraag was: “hoe kan ik mijn lessen beter laten aansluiten bij het niveau van de praktijkschool leerling?” En

Page 23: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

eerlijk gezegd heeft dit onderzoek daarop geen sluitend antwoord kunnen geven. Er zijn vele inzichten gekomen hoe de lessen beter aansluiting vinden bij de belevingswereld van de praktijkschoolleerling. Op welke manier deze leerlingen informatie tot zich nemen en welke didactische werkvormen hier goed bij passen. Maar daarmee is het niveau van de leerling niet bepaald. Niet in de laatste plaats omdat het niveau tussen de leerlingen zeer kan verschillen. Er zitten in het praktijkonderwijs zowel leerlingen die in intelligentie achter blijven als leerlingen die vanwege emotionele en/of gedragsproblemen achterop zijn geraakt. Het bepalen van het juiste niveau is dus vooral een kwestie van persoonlijk contact met de leerling, inlevingsvermogen en maatwerk.

En dus dat…………Ondanks het feit dat er geen sluitend antwoord is gevonden op de hoofdvraag, kunnen er toch enkele aanbevelingen voor het eigen docentschap worden gedaan. De belangrijkste is waarschijnlijk een open deur, maar moet toch gegeven worden. Interesseer je oprecht in de belevingswereld van je leerlingen. Doordat de leerlingen in het praktijkonderwijs in een ruime mate interpersoonlijk intelligent zijn, zijn ze hier zeer gevoelig voor. Neem de tijd voor leerlingen en de persoonlijke begeleiding bij opdrachten.Daarnaast is het van belang om je lessen in te richten met veel verschillende werkvormen waarin steeds maar kleine beetjes informatie zijn verwerkt. Geef duidelijke instructies en maak de instructies niet te ingewikkeld. Maar wat zijn nu werkvormen die passen bij het praktijkonderwijs?

Een aantal didactische werkvormen die aansluiten bij het praktijkonderwijs.

De illustratieve demonstratieDe leraar maakt de abstracte informatie concreet d.m.v. een visueel middel. De leraar geeft een demonstratie om de geleerde stof duidelijker te maken of demonstreert het practicum dat de leerlingen later zelf gaan uitvoeren. Hij kan eventueel resultaat laten zien, zodat de leerlingen weten wat ze van het practicum kunnen verwachten.

RollenspelEen rollenspel is een soort toneelstukje. Je moet in de huid van een persoon kruipen en je in hem/ haar verplaatsen. De deelnemers spelen een situatie uit de werkelijkheid (na). Elke deelnemer heeft een bepaalde rol en probeert zich in te leven in de persoon die hij speelt.

GezelschapsspelOnder gezelschapsspel verstaan we monopoly, ganzenborden etc.

Page 24: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Je kunt het gezelschapsspel als presentatievorm of als leerdoel gebruiken.

CollageEen collage is een presentatie van een bepaald onderwerp. Je kunt allemaal informatie en fotomateriaal verzamelen, die je vervolgens op bijv. een stuk karton plakt. Het ligt aan je bedoeling hoe je de collage maakt, hij kan druk zijn en vol staan met informatie, maar ook overzichtelijk en in een oogopslag duidelijk zijn.

QuizEen quiz is een leuke manier om de kennis van de leerlingen te testen. Leerlingen zitten al snel in het spel verwikkeld. Een leerling die veel weet kan een ander stimuleren met zijn goede antwoorden. Het is gebleken dat leerlingen onderling snel informatie van elkaar overnemen.

Page 25: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Bibliografie

Ebbens. (2009). Effectief leren. In S. E. S. Ebbens, Effectief leren (pp. 137-140). Groningen: Noordhoff Uitgevers.

Inspectie van het onderwijs. (2012). De staat van het onderwijs. Utrecht: Inspectie van het onderwijs.

Koopman, D. e. (2007). PrO-Loopbanen. Amsterdam: Kohnstamminstituut.

praktijkschool de Brug. (2012, september 07). http://portal.ovo-zaanstad.nl/sites/Praktijkschooldebrugnieuw/onderwijs/Pages/home.aspx. Opgeroepen op februari 23, 2013, van praktijkschool de Brug: http://portal.ovo-zaanstad.nl/sites/Praktijkschooldebrugnieuw/onderwijs/Pages/home.aspx

Regionale Verwijzingscommissie Voortgezet Onderwijs. (2013, maart 23). http://www.rvc-vo.nl/. Opgehaald van rvc-vo: http://www.rvc-vo.nl/

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu. (2011). Nationaal Kompas Volksgezondheid. Opgehaald van http://www.nationaalkompas.nl: http://www.nationaalkompas.nl/gezondheidsdeterminanten/leefstijl/lichamelijke-activiteit/hoeveel-mensen-zijn-voldoende-lichamelijk-actief/

Verhoeven, N. (2010). bureauresearch en inhoudsanalyse. In N. Verhoeven, Wat is onderzoek? praktijkboek methoden en technieken voor het hoger onderwijs (pp. 99-141). Den Haag: Boom onderwijs.

Wikipedia. (2013, Maart 13). David Kolb. Opgehaald van Wikipedia: http://nl.wikipedia.org/wiki/David_Kolb

Page 26: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

BijlagenBijlage 1; Leerstijlentest David Kolb

Kolom A Kolom B Kolom C kolom D1 Je wilt leren zeilen. Hoe pak je het aan?

Ik stap direct in de boot en probeer hoe je moet zeilen

Ik blijf eerst op de kant staan en kijk hoe een ander het doet.

Ik kijk eerst in een boek hoe je moet zeilen

Ik vraag iemand om het mij voor te doen en doe het na

2 Je krijgt een nieuwe computer. Je wilt hem meteen gebruiken. Hoe ga je te werk?Ik denk er eerst over na wat je er allemaal mee zou kunnen doen.

Je vraagt eerst precies na wat er allemaal op zit en wat je ermee kunt doen.

Ik lees eerst de gebruiksaanwijzing goed door

Ik probeer direct alles uit

3 Je moet een werkstuk maken bij techniek. Wat doe je?Ik denk er eerst over na wat de bedoeling is en hoe je het aan moet pakken

Ik lees eerst de opdracht helemaal door en bekijk de tekening eerst goed.

Ik kijk eerst waar ik het werkstuk voor kan gebruiken

Ik begin meteen te werken

4 Je hoort op de radio een spannend verhaal. Je wilt het straks navertellen. Wat doe je?Ik doe net of het verhaal nu gebeurt en dat ik er bij ben

Ik vind wat ik hoor geweldig en wil het meteen zelf ook doen.

Ik wil eerst weten of het verhaal wel klopt

Ik vertel het verhaal gewoon na

5 Je gaat op vakantie. Je mag kiezen uit twee landen. Wat doe je?Ik probeer me voor te stellen wat je allemaal in die landen kunt doen. Ik vind het moeilijk om te kiezen.

Ik denk er niet zo lang over na. Je moet er gewoon het beste van maken.

Ik probeer zoveel mogelijk over dien landen te weten te komen. Daarna kies ik een land.

Ik kijk waar ik het meeste aan heb. Ik kan snel kiezen.

6 Je gaat een nieuwe fiets uitzoeken. Hoe ga je te werk?Ik denk na waar ik allemaal met die fiets naartoe zou kunnen gaan en hoeveel plezier ik er van zal hebben.

Ik wil precies weten wat er allemaal op die fiets zit, wat de beste is en hoe duur hij is.

Ik wil direct proberen hoe hij rijdt.

Ik kijk welke fiets het beste voor mij geschikt is.

7 Je krijgt een toets over motormanagement. Hoe bereid je je voor?Ik leer alles wat ik voor die toets moet weten.

Ik probeer alles rond motor-management te begrijpen.

Ik schrijf de belangrijkste dingen even op.

Ik leer, omdat het nou eenmaal moet.

8 Je staat op het punt een totaal nieuwe baan aan te nemen. Hoe beslis je?Ik probeer me voor te stellen hoe het voor me zal zijn om dat werk te doen.

Ik wil eerst precies weten hoe hard ik moet werken en hoeveel ik verdien.

Ik wil precies weten wat iemand in dat bedrijf moet doen en hoe het bedrijf werkt.

Ik ga werken en merk vanzelf wel of het mij bevalt

9 Je mag kiezen hoe je les krijgt in een vreemde taal. Hoe wil je het?Ik wil graag dat de leraar verhalen vertelt.

Ik wil graag werkstukken maken.

Ik wil graag duidelijke opdrachten hebben.

Ik wil graag weten waar de opdrachten voor nodig zijn.

Page 27: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Hoe nu verder:Je hebt nu voor de antwoorden 4, 3, 2 of 1 punt gezet. Tel nu de punten die in kolom A staan op; dus van boven naar beneden. Let op! Niet alle vragen doen mee! Kolom Vul de punten in Totaal Kolom A Vraag (2) . . + (3) . . + (4) . . + (5) . . + (7) . . + (8) . . = . . punten = CE Kolom B Vraag (1) . . + (3) . . + (6) . . + (7) . . + (8) . . + (9) . . = . . punten = RO Kolom C Vraag (2) . . + (3) . . + (4) . . + (5) . . + (8) . . + (9) . . = . . punten = AC Kolom D Vraag (1) . . + (3) . . + (6) . . + (7) . . + (8) . . + (9) . . = . . punten = AE Vul de schietschijf (figuur 1) in Op de lijn van de CE-score zet je het aantal punten. Op de lijn van de RO-score zet je het aantal punten, enzovoort. Trek een lijn van het CE punt naar het RO-punt enzovoort. Je ziet nu hoeveel je van elke leerstijl gebruikt.

figuur 1

Page 28: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,
Page 29: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Welke leerstijl heb je?Vul figuur 2 in; Kijk hoeveel punten je hebt bij de CE score, de RO score, de AC score en de AE score. Vul die punten in en maak de berekening. Uit de berekening kan ook een min score komen, bijvoorbeeld - 5, dat mag. AC score .. - CE score .. = .. AE score .. - RO score .. = .. Kruis het bovenste getal aan op de verticale as (AC-CE) Kruis het onderste getal aan op de horizontale as (AE-RO) Trek een lijn tussen de getallen die je aangekruist hebt. Je ziet nu welke leerstijl bij je past.

figuur 2

denkerbeslisser

doener dromer

Page 30: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Bijlage 2; Leerstijlentest Howard Gardner

wat zijn jouw meervoudige intelligenties?

lees elke vraag aandacht en omcirkel de letter die het meest van toepassing is (a,b of c)

1. Je leest zo goed als alles; boeken, tijdschriften, kranten etc… a. nee b. een beetje c. veel

2. Je vind het leuk om berekeningen te makena. nee b. een beetje c. veel

3. Je houdt van boeken waar veel foto’s in staana. nee b. een beetje c. veel

4. Als je spreekt maak je vaak gebaren met je handena. nee b. een beetje c. veel

5. Je neuriet vaak of loopt vaak te fluiten of te zingena. nee b. een beetje c. veel

6. Je hebt een hobby of interesse die je het liefst samen met anderen doeta. nee b. een beetje c. veel

7. Je hebt een hobby of interesse die je het liefst alleen doet a. nee b. een beetje c. veel

8. Je vindt het leuk om in de tuin te werkena. nee b. een beetje c. veel

9. Een verslag of rapport schrijven gaat je gemakkelijk af a. nee b. een beetje c. veel

10. Je kunt goed met de computer werkena. nee b. een beetje c. veel

11. Je tekent of schildert graaga. nee b. een beetje c. veel

12. Je vindt het fijn om te dansena. nee b. een beetje c. veel

13. Je kunt gemakkelijk een liedje nazingen, wanneer je het een aantal keren gehoord hebta. nee b. een beetje c. veel

14. Je bent liever een avondje samen met je vrienden dan een avondje relaxt alleena. nee b. een beetje c. veel

15. Je kunt goed zelfstandig werken

Page 31: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

a. nee b. een beetje c. veel

16. Je maakt graag een wandeling in de natuura. nee b. een beetje c. veel

17. Je kunt goed verwoorden hoe je ergens over denkt en wat je ergens van vindt. a. nee b. een beetje c. veel

18. Je bent goed in hoofdrekenena. nee b. een beetje c. veel

19. Je vindt gemakkelijk de wega. nee b. een beetje c. veel

20. Wanneer je een toestel wilt leren kennen, probeer je het gewoon uit in plaats van eerst de handleiding te lezena. nee b. een beetje c. veel

21. Wanneer je muziek hoort kun je het niet laten om mee te bewegena. nee b. een beetje c. veel

22. Andere mensen komen vaak naar je toe als ze problemen hebbena. nee b. een beetje c. veel

23. Je gaat het liefst op vakantie naar een rustig plekje in plaats van naar een plaats met heel veel mensena. nee b. een beetje c. veel

24. Je kijkt graag naar natuurfilmsa. nee b. een beetje c. veel

25. Je kunt goed luisteren en samenvatten wat je gehoord hebt. a. nee b. een beetje c. veel

26. Je kunt goed afstanden inschatten. a. nee b. een beetje c. veel

27. Je vindt het leuk om foto’s te maken. a. nee b. een beetje c. veel

28. Je bent handig en klust graaga. nee b. een beetje c. veel

29. Je vindt het leuk om muziek te maken en muziekinstrumenten te bespelen. a. nee b. een beetje c. veel

30. Je maakt makkelijk vrienden. a. nee b. een beetje c. veel

31. Je weet goed wat je goede en minder goede eigenschappen zijn. a. nee b. een beetje c. veel

Page 32: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

32. Je bent gek op dieren en weet daar veel van. a. nee b. een beetje c. veel

33. Je houdt van de Nederlandse taala. nee b. een beetje c. veel

34. Je kunt goed rekenkundige problemen oplossen en ziet snel verbandena. nee b. een beetje c. veel

35. Je vindt het een “eitje” om aan de hand van een tekening de meubels van Ikea in elkaar te zettena. nee b. een beetje c. veel

36. Je vindt het fijn om te sportena. nee b. een beetje c. veel

37. Je luistert graag naar muziek en vindt het tevens prettig als er een muziekje op de achtergrond speelt als je aan het werk bent. a. nee b. een beetje c. veel

38. Je kunt goed samenwerkena. nee b. een beetje c. veel

39. Je vind het prettig om na te denken over je eigen handelen en bent goed in reflecterena. nee b. een beetje c. veel

40. Je houd in je levensstijl veel rekening met het milieua. nee b. een beetje c. veel

Page 33: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

Bijlage 3; Enquête

ENQUÊTEVRAGEN

1) Hoe oud ben je?o 12o 13o 14o 15o 16o 17

2) Waar woon je?o Bij mijn ouderso Bij mijn moedero Bij mijn vadero Anders, namelijk …………………………

Page 34: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

3) Welke TV programma’s kijk je het liefst?o Het journaalo Informatief/kennis (Discovery, National Geographic Channel)o Muziek (the voice, MTV e.d.)o Sporto Kookprogramma’so Spelprogramma’so Humor (Comedy Central, Wipe Out)o Beauty en lifestyleo Anders, namelijk ……………………………

4) Wat is je favoriete muziekstijl?o Rocko Popo Nederlandstaligo Rap en hiphopo Hardcoreo Blues en Jazzo Anders, namelijk ……………………………

5) Wat vind je leuk op school?o Taalo Rekeneno Kokeno Groeno Houto Verzorgingo Metaalo Gym

6) Wat is je hobby?o Sporto Uitgaano Bioscoopo Gameno Winkeleno Internetteno Anders, namelijk ………………………………………

7) Mijn mobiel gebruik ik voornamelijk voor?o Belleno SMSo What’s app, pingeno Youtubeo Spelletjeso Internet

Page 35: Wat is deze?” - portfoliobart-hoogvorst.weebly.com/uploads/4/0/0/7/40074375/... · Web viewSoms zijn factoren als faalangst of emotionele instabiliteit ook van invloed op het advies,

o Anders, namelijk ………………………………………

8) De computer gebruik ik voornamelijk voor?o Informatie/kenniso Huiswerko Facebook/twitter/MSNo Youtubeo Spelletjeso Anders, namelijk ……………………………………..

9) Aan welke sport doe je?o Fitnesso Voetbalo Hockeyo Tenniso Honkbalo Basketbalo Geeno Anders, namelijk …………………………………………

10)Vind je dit een leuke school?o Jao Nee

bedankt voor je medewerking!