Wereldoorlog II en de Europese unie

6 BSO - PAV

1

Inhoud

Wereldoorlog II en de Europese unie 1

Doelen 3

1 Inleiding 5

2 The boy in the striped pyjama’s 12

2.1 Schrijfopdracht 13

3 Aanleiding van WO II 14

Anne Frank 17

Atoombom 17

Vrouwen in de van de oorlog 17

Pearl Harbor 17

Bronnen 18

2

Doelen

LPD nr Doelstelling + ± -

1 De leerlingen kunnen uit mondelinge en schriftelijke informatie de essentie halen.

5 De leerlingen kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formuleren.

7

De leerlingen kunnen evenredigheden functioneel toepassen met o.a.

● Regel van drie;

● Percent;

● Schaal.

8De leerlingen kunnen in praktische situaties de verworven wiskundige denkmethodes uit de tweede graad zelfstandig toepassen.

13 De leerlingen kunnen spontaan gebruik maken van voor hen relevante informatie en communicatietechnologie.

15De leerlingen kunnen opdrachten zelfstandig plannen, organiseren, uitvoeren, evalueren en indien nodig bijsturen.

16

De leerlingen kunnen bij groepsopdrachten:● Overleggen en actief deelnemen;

● In teamverband instructies uitvoeren;

● Reflecteren en bijsturen.

17

De leerlingen zien in op grond van de actualiteit en eigen ervaringen:

● dat er een verband bestaat tussen verleden, heden en toekomst;

● dat er culturele verschillen zijn in het dagelijks leven van mensen.

19 De leerlingen kunnen belangrijke wereldproblemen herkennen en bespreken.

3

1 InleidingOorlog is van alle tijden. Overal in de geschiedenis vinden we bewijzen van gruweldaden tegen de mensen. In de 20ste eeuw nemen deze gruweldaden ongeziene proporties aan. Dit komt hoofdzakelijk door de technologische vooruitgang.

Hoe is het mogelijk dat mensen elkaar dit aandoen? We zoeken naar een antwoord op deze vraag.

1.1 Op de vlucht

Ook in 2019 is oorlog jammer genoeg een actueel thema. Kijk maar eens op www.conflictenteller.nl. Op deze website kan je een map vinden met plaatsen waar er oorlogen of spanningen zijn.

Hoeveel conflicten zijn er op dit moment in de wereld? …………………………

En in Europa? …………………………………

In november 2017 registreerde de overheid 1 742 vluchtelingen die asiel aanvroegen in België. Syrië, Afghanistan en Irak staan in de top tien van de landen van herkomst. Eritrea, Rusland, Guinee, Georgië, Albanië, Palestina en Congo vervolledigen de top 10.

Komt dit ongeveer overeen met de gegevens die je kan terugvinden op de conflictenmeter?

4

Hieronder kan je een tabel vinden van het totaal aantal asielaanvragen in 2018 (tot de maand september). Wat valt je op als je dit vergelijkt met de gegevens uit 2017?

Zet de gegevens uit de eerste kolom van 2018 eerst om in procenten en maak er daarna een lijndiagram mee. Dit kan je doen met het programma spreadsheets. Gebruik de instructiefiche hiervoor indien nodig.

5

1.2 Dictator

Alle gruweldaden worden vreemd genoeg gepleegd door normale mensen, echter wel in abnormale omstandigheden.

Een dictator is de leider in een dictatuur. Hij verenigt in een persoon, of kleine kliek, alle macht in een land.

Het is heel moeilijk om te bepalen of een land geleid wordt door een dictator of niet. Vaak worden ze verkozen via verkiezingsfraude en blijven ze ook zo aan de macht. Op deze manier lijkt het dat ze democratisch verkozen worden.

Het is ook mogelijk dat de dictator wel op een democratische verkiezing aan de macht is gekomen, maar dan de democratie verandert in een dictatuur, zoals Adolf Hitler.

Soms bestempeld de media een leider als dictator, maar wordt deze toch gesteund door zijn volk.

Hieronder kan je enkele foto’s vinden van zogenoemde dictators. Wie zijn ze, wat doen ze en vanwaar komen ze?

Wie (naam)? ……………………………………………

Wat (grootste conflict)?

……………………………………………………………………………

6

……………………………………………………………………………

Waar (land)? …………………………………………………………

Wie (naam)? ……………………………………………

Wat (grootste conflict)?

……………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………

Waar (land)? …………………………………………………………

Wie (naam)? ……………………………………………

Wat (grootste conflict)?

7

……………………………………………………………………………

……………………………………………………………………………

Waar (land)? …………………………………………………………

8

1.3 Actua – opdracht

Ga op zoek naar een krantenartikel uit 2018 of 2019 over een conflict in de wereld.

Volg de instructies via het OVUR- schema.

Oriënteren ● Ga op zoek naar een krantenartikel uit 2018 of 2019 dat gaat over een conflict in de wereld.

Voorbereiden ● Gebruik de zoekfunctie op een website van een

krant of zoek ineens via google. ● Lees het artikel aandachtig en bekijk of je artikel

voldoet aan de opdracht. ● Druk het artikel af of kopieer het naar je digitale

opdracht.

Uitvoeren ● Formuleer een antwoord op de vragen over het artikel in de aparte taak.

● Laad je taak op in google classroom.

Reflecteren ● Heb je je taak correct geüpload en was ze af tegen de afgesproken deadline?

9

2 The boy in the striped pyjama’sWe kijken samen een film, zodat we een indruk krijgen van wat er gebeurde in WO II. De laatste 10 minuten van de film bekijken we nog niet meteen.

Schrijf eerst zelf een einde aan de film. Wat denk jij dat er gaat gebeuren? Let op spelling en zinsbouw. Je mag dit op de computer doen.

Opmerking: Heb je de film toevallig al gezien? Schrijf dan eens een alternatief einde.

10

2.1 SchrijfopdrachtSchrijf een einde of alternatief einde aan de film. Schrijf minstens 30 volwaardige zinnen.

Evaluatie schrijfvaardigheid:

Doel: De leerlingen kunnen eenvoudige informatie schriftelijk formuleren.

Structuur (lay- out) Je maakt goed gebruik van witregels, alinea’s en paragrafen. (3)

Je gebruikt witregels ,alinea’s en paragrafen, maar nog niet op de juiste plaats. Je tekst is wel overzichtelijk. (2)

Je tekst is niet overzichtelijk door het gebrek aan witregels, alinea’s en paragrafen. Hier en daar deed je wel een poging. (1)

Variatie in woordenschat

Je brengt voldoende variatie in woordenschat om herhaling te voorkomen. (2)

Je gebruikt regelmatig dezelfde woorden, maar gebruikt ze in een goede context. (1)

Signaalwoorden Je zinnen zijn logisch en vloeiend opgebouwd aan de hand van de juiste signaalwoorden. (3)

Je gebruikt signaalwoorden, maar je zinnen worden hierdoor te lang. (2)

Je gebruikt maar af en toe een signaalwoord en gebruikt voornamelijk korte zinnen. (1)

Spelling Je houdt je aan alle spellingsregels. (3)

Je maakt hier en daar een spellingsfout, maar niet op de werkwoorden. (2) (max 5 fouten)

Je maakt hier en daar een spellingsfout en ook op de werkwoorden. (1)

(max 8 fouten)

Creatief Je bedacht een creatief einde (1)

Totaal: /12

11

Opmerking van de leerkracht:

…………………………………………………………………………………………………………………………

3. Situering3.1 Situering in de tijd

Duid de periode van de oorlog aan op de tijdlijn. (…………………. - ……………………)

In welke tijd bevinden we ons dan? Kruis aan.

o De prehistorieo De middeleeuweno De nieuwe tijdo De nieuwste tijdo De eigen tijd

3.2 Situering in de ruimte

De tweede wereldoorlog was de samensmelting van een aantal aanvankelijk afzonderlijke militaire conflicten tussen twee allianties. Hoe noemen we deze twee allianties? Welke landen behoorden tot deze allianties?

Alliantie Landen

12

Plaats al deze landen op de wereldkaart. Maak een duidelijk onderscheid tussen de twee partijen. Werk met een legende!

13

14

4. Aan het werk…Nu gaan jullie zelf aan het werk. De klas wordt verdeeld in duo’s. Per duo krijg je één van de thema’s uit dit hoofdstuk.

Maak zelf een les van ongeveer 5 - 10 minuten over je thema. Voor elk onderdeel word je op weg gezet in deze cursus. Zorg ervoor de je medeklasgenoten tijdens jouw les alle nodige informatie krijgen om deze cursus in te vullen.

4.1 Aanleiding en oorzaken van WO IIIn de westerse geschiedenis kennen we 2 grote oorlogen in Europa. WO I kwam reeds aan bod in het vijfde jaar. In deze bundel richten we ons op de 2de Wereldoorlog.

Lees en vul aan met onderstaande woorden:

dictator – Eerste Wereldoorlog - winkels - Duits rijk – Joden – zuiver ras - oosten - Duitsland – optochten – Mussolini - verbranden – wereld – Europa – Duits – wetten – nazi’s – Kristallnacht – werkloosheid- Versailles

Na WOI ging het niet goed met Duitsland. Ze hadden verschillende gebieden verloren en hadden heel erg veel oorlogsschulden. Dit alles werd opgenomen in het verdrag van …………………………………… Duitsland was verplicht dit te ondertekenen.

Duitsland moest 132 miljard oorlogsschulden terugbetalen aan Frankrijk. Dit was veel te veel voor Duitsland. Hier bovenop kwam dat Duitsland zijn eigen steden en fabrieken moest heropbouwen, bijna alles was verwoest tijdens Wereldoorlog I. De economie was slecht en daardoor was er enorm veel armoede en ……………………………..

15

Het volk zocht iemand die hun problemen zou oplossen en daarvan maken dictators graag gebruik. In Italië werd ………………………….. (Il Duce) de leider van de Italianen.

In 1932 zijn er verkiezingen in Duitsland. Hitler zijn partij wint en hij is nu de machtigste man van ................................ Omdat hij dat absoluut wil blijven, verbiedt hij alle andere politieke partijen. Als iemand alleen de baas is noemen we hem een ........................................Duitsland is nu een dictatuur. Dat wil zeggen dat wat de leider wil, gebeurt. Hitler haat ..................................... Hij vindt dat het hun fout is dat het niet goed gaat met Duitsland en dat ze door hen WO I verloren. Dat is natuurlijk onzin, want veel Joden vochten mee met Duitsland in de Eerste Wereldoorlog.

Hij overtuigt de Duitsers ervan dat deze mensen uit de weg moeten worden geruimd. Ze vernielen de ............................................... van Joden en ............................................ boeken van Joodse schrijvers. De ergste nacht waarin er enorm veel winkels, synagogen, scholen,… werden vernietigd, wordt de ……………………….. genoemd.

Hitler wil aan de hele ........................................................ laten zien hoe machtig Duitsland is en organiseert militaire ........................................................ met sterke, goed getrainde soldaten. Het liefst zou Hitler van ................................................... 1 groot ..............................................................maken. Dat wil zeggen dat hij de baas wordt van heel Europa en we overal ………………………… spreken en naar hem moeten luisteren. Op 1 september 1939 is het zover. Duitsland begint in het ...........................en valt eerst Polen binnen.

De Tweede Wereldoorlog is begonnen…

16

Hitler wilde de nederlaag van de verloren …………………………………..wreken.Tevens wilde hij een groot Duits rijk stichten dat wel 1000 jaar zou bestaan.Omdat Hitler zei dat hij de armoede, de werkloosheid en de chaos in zijn land wilde bestrijden, geloofden veel mensen hem. Zeker in deze slechte tijd. Ze hoopten op een beter leven!

Hitler had zich twee doelen gesteld:1) Een Rijk met een ……………………………….. kweken: het ‘Arische’ ras. Hij wilde een ras met grote, sterke, gezonde mensen met blond haar, blauwe ogen en Duits bloed in de aderen. Daarvoor was geen plaats voor ‘minderwaardigen’ zoals zigeuners, homo’s, politieke gevangenen, zwarte mensen, mensen met erfelijke ziekten, gehandicapten en vooral Joden. Deze mensen waren 'ongewenst' en werden door de ……………vervolgd.

2) Hitler wilde zijn volk meer 'Lebensraum' (= leefruimte) geven.Hij zei dat deze gebieden de ruimte verschaften die nodig was om het Duitse volk tot bloei te laten komen. Daarvoor moest hij (vooral) in het oosten land veroveren.

Hitler was een talentvol en bezield prater: met veel emotie en overgave hield hij zijn redevoeringen. In een zodanig slechte tijd als de Duitsers nu verkeerden van armoede en werkloosheid hoopten ze op betere tijden, en Adolf Hitler beloofde die betere tijden. Met zoveel steun van zoveel mensen werd zijn partij zo groot dat hij kanselier werd (minister-president).

Eenmaal aan de top ontpopte hij zich als een dictator. Hij veranderde de ……………………. in het land om meer macht te krijgen. Hooggeplaatste mensen van zijn eigen partij, waarvan hij dacht dat ze teveel macht kregen, ruimde hij uit de weg. Maar de mensen bleven hem steunen, ondanks zijn

17

weerzinwekkende ideeën.Dat kwam óók omdat hij de zaken aan zijn eigen volk anders en mooier voorstelde dan dat ze feitelijk waren. Met leugenachtige redevoeringen bedroog hij zijn eigen volk.

3.1 Samenvatting

Werk per twee en vat de bovenstaande tekst samen in een schema.

Werk op een apart blad. We vullen elkaars schema aan en hangen het eindresultaat op in de klas.

18

Moeilijke woorden

Verbind de moeilijk woorden met hun betekenis.

1 economie A overwonnen worden2 dictator B bezorgen, doen toekomen3 alliantie C speech4 synagoge D een militair bondgenootschap5 nederlaag E een wetenschap die zich bezighoudt

met de menselijke behoeftebevrediging.

6 verschaffen F gemotiveerd, vurig, enthousiast7 bezield G een persoon of kleine groep die alle

macht in handen heeft. 8 redevoering H gebeds- en gemeenschapshuis van het

jodendom.9 kanselier I afschuwelijk, akelig, gruwelijk10 weerzinwekkend J een politieke functie die overeenkomt

met de minister president.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10

19

4.2 HitlerWie was Hitler? Waarvoor stond hij? Wat wilde hij bereiken? Vul het kruiswoordraadsel in met weetjes over Hitler.

1) In welk land Hitler geboren? 2) Hoe heet Hitler zijn partij? 3) Hitler schreef zijn memoires neer in een boek. De titel van dit boek luidt… 4) Als je Hitler wilde begroeten, moest je niet gewoon hallo of aangenaam

zeggen, maar… 5) Hitler wilde in zijn land aangesproken worden met de titel … 6) De mensen die het met de ideeën van Hitler en zijn partij eens waren,

heetten …. 7) Hoe heette de ‘geheime’ vriendin van Hitler? 8) Hitler bezocht nooit een … en heeft er zelfs nooit over gesproken. 9) Hitler wilde als kind …. worden. 10) Hitlers snor wordt een … - snor genoemd.

20

4.3 Jodenhaat

De haat en de vervolging van de Joden was er al lang voordat Hitler de baas werd.

De Nazi’s begonnen echter aan een plan dat niemand ooit had overwogen: de uitroeiing van het hele Joodse volk!

Zodra de Nazi’s aan de macht kwamen begon de Jodenvervolging.

Waarom haatte Hitler de Joden?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………

Ook was hij van mening dat de Joden ‘………………………………………..’ waren.

Daarnaast geloofde hij in het bestaan van een superieur ras: “…………………………………..”.

Welke andere groepen discrimineerde Hitler nog?

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………

21

Wat betekenen de volgende afbeeldingen?

Naam: …………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………..………………………………………………………………………………………………………………………………………

Naam: …………………………………….

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Leg in je eigen woorden uit:

22

‘Kristallnacht’

…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..

Holocaust:…………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………………………………………………..……………………………………………………………………………………………

4.4 Anne Frank

1. 1. Wie is dit meisje? Wanneer leefde ze?

……………………………………………………………………………………………………………………

Vertel in je eigen woorden kort iets over haar leven.……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

23

24

4.5 Concentratiekampen

Omdat de Duitsers niet wisten wat ze met al die opgepakte Joden aan moesten, werden ze bijeen gebracht in speciaal gebouwde kampen. Dat waren de concentratiekampen.Er ontstonden concentratiekampen in Duitsland en in alle landen onder de Duitse heerschappij. Deze concentratiekampen waren afgezet met meters hoge prikkeldraad. Soms twee rijen dik. Het prikkeldraad stond vaak onder hoogspanning. Op wachttorens rondom het kamp stonden Duitse soldaten om iedereen neer te schieten die wilde vluchten.

De Nazi's stuurden duizenden joden naar concentratiekampen, waar velen werden vermoord of werkten zich dood. Vrijwel altijd werden ze vervoerd in veewagons of verzegelde vrachtcontainers. Soms met 100 tot 150 mensen bij elkaar.In veel afgelegen gebieden werden Joden opgepakt en naar het dichtstbijzijnde station gestuurd voor deportatie per trein Soms moesten ze dagen achtereen lopen met hun koffers op hun rug.

De eerste gedeporteerden kwamen uit Polen.

Na aankomst in het concentratiekamp werd het overgrote deel van de gevangenen rechtstreeks naar de gaskamer gestuurd. Eenmaal in een concentratiekamp aangekomen werden de mannen, en de vrouwen gescheiden. Op het perron moesten ze al in rijen gaan staan voor selectie.De sterkste mochten in de rij gaan staan voor arbeid, de zwakkeren gingen in een rij staan om vergast te worden.De mannen en vrouwen die geselecteerd werden als arbeidskrachten en in leven mochten blijven, moesten hun hoofd kaal scheren en een nummer laten tatoeëren in hun onderarm.

De Nazi’s bedachten de ‘Endlösung’ voor wat ze als het ‘jodenvraagstuk’ zagen, en bouwden vernietigingskampen, waar elke dag massa’s joden werden gedood.

25

Niemand weet precies hoeveel joden er zijn vermoord, maar waarschijnlijk zijn het er meer dan 6 miljoen!

In 1940 begonnen de Nazi’s met het vergassen van gevangenen. De Duitsers vertelden het verhaal dat ‘concentratiekampen’ werkkampen waren. Ze hielden daarmee voortdurend de joden voor de gek. Ja, ze moesten er wel werken in die zogenaamde 'werkkampen'. Maar de Duitsers lieten ze hard werken tot ze erbij neer vielen. Het enige doel van de Nazi’s was de joden uit te roeien .

Auschwitz is wel een van de meest beruchte concentratiekampen uit de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk is het: Auschwitz-Birkenau. Omdat het kamp in Auschwitz te klein werd, bouwden de Duitsers in Birkenau (vlakbij het plaatsje Auschwitz) een tweede kamp: Birkenau (ook wel Auschwitz II genoemd). Birkenau kende twee gedeelten.

4.6 Positie van de vrouw

Wat was de taak van de vrouw tijdens de oorlog. Maak tijdens de presentatie van je klasgenoot notities.

26

4.7 Propaganda

Wat is propaganda? ……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

Waarvoor gebruikte Hitler dit tijdens de oorlog? ……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

Waarom zijn de volgende posters propaganda?

27

………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..

………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..

28

………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..

4.8 Pearl Harbor en Japan

Wat gebeurde er op 7 december 1941. Maak tijdens de presentatie van je klasgenoot notities.

4.9 Atoombom

Waar vielen er tijdens de tweede wereldoorlog atoombommen? ……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

29

Hoe kan je de wolk die een atoombom achterlaat omschrijven? ……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

Zoek het woord atoombom op in het woordenboek. Hoe wordt dit omschreven? ……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

Wat zijn de gevolgen van een atoombom? ……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….

30

4.10 Einde van de oorlog

Verklaar de volgende foto’s:

………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..

31

………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..………………………………………………………………………..

32

4.11 Koude oorlog

Verzin zelf passende vragen bij deze stukjes tekst.

……………………………………………………………………………………………………………..?

Een toestand van scherpe, maar niet-gewapende confrontatie tussen de Verenigde staten en de Sovjet-Unie.

……………………………………………………………………………………………………………..?

Sovjets en Amerikanen beschuldigden elkaar wederzijds de wereld te willen domineren.

De wereld raakte verdeeld in twee kampen : Een Westers of kapitalistisch aan de ene kant en een communistisch of Oosten aan de andere kant.

……………………………………………………………………………………………………………..?

Gedurende de Tweede Wereldoorlog (1939-1945) waren de VS en de USSR bondgenoten in de strijd tegen Nazi-Duitsland. Na de Tweede Wereldoorlog verslechterde de verstandshouding en groeide het wantrouwen tussen beide grootmachten, wat resulteerde in de Koude Oorlog, die vrijwel direct volgde op de Tweede Wereldoorlog. Al voor de Tweede Wereldoorlog was er sprake van wantrouwen tussen het Westen en de Sovjetunie. Dit wantrouwen werd grotendeels veroorzaakt door een verschil van inzicht over de vraag hoe een staat bestuurd zou moeten worden: het vrije-marktdenken tegenover het communisme en een autoritaire regeringsvorm tegenover democratie. Deze ideologieën staan lijnrecht tegenover elkaar.

33

……………………………………………………………………………………………………………..?

Door deze ontwikkelingen werd Europa doormidden gesplitst in een Westers gedeelte dat door de Verenigde Staten beïnvloed werd en een Oosters gedeelte onder invloed van de Sovjetunie. De Engelse premier Winston Churchill sprak al snel over een "IJzeren Gordijn". Dit IJzeren Gordijn liep langs de grens van West-Duitsland - Oost-Duitsland tot de grens van Italië en het toenmalige Joegoslavië. In de loop van de tijd werd het veel moeilijker voor personen om deze grens te passeren en werden aan beide kanten strenge en langdurige douanecontroles gehouden.

4.12 Communisme vs kapitalisme

Leg in je eigen woorden uit:

Communisme:……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………………………………….……………………………………………………………………………………………………………

Kapitalisme:

………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

34

……………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………………

………………………

35

4.13 Ontstaan van Europa

Maak hieronder een tijdlijn waarop je alle belangrijke gebeurtenissen aangeeft van het ontstaan van Europa. Luister naar de presentatie van je klasgenoten en maak indien nodig notities. (Tip: Maak een goede verdeling!)

36

Bronnen

CGVS (z.d.) . https://www.cgvs.be/sites/default/files/asielstatistieken_2018_september_nl_draft.pdf Geraadpleegd op 05 november 2018

Conflictenteller (z.d.) www.conflictenteller.nl Geraadpleegd op 10 januari 2018.

De Vooght (z.d.) Wereldoorlog II september 1939 – mei 1945

https://list25.com/25-of-historys-deadliest-dictators/5/ Geraadpleegd op 10 januari 2018.

Wikipedia. https://nl.wikipedia.org/wiki/Kristallnacht. Geraadpleegd op 10 januari 2018.

Wikipedia (z.D.) https://nl.wikipedia.org/wiki/Dictator_(modern)#Wel_of_geen_dictator? Geraadpleegd op 10 januari 2018.

W. Fierens, A. Verbeeck, e.a. (2015-2016). Thema: Genocides. Provenciale scholen voor tuinbouw en techniek.

Karijn Drijkoningen (2010). De koude oorlog.

37