bertanthonis.files.wordpress.com€¦ · Web viewMijn huisarts komt regelmatig op bezoek om alles te controleren. Hij heeft mij een hoop medicatie voorgeschreven die ik dagelijks

InterviewDoelgroepen C

25/04/19Anthonis Bert | GOP2C |

InhoudVoorstelling.....................................................................................................2Krantenartikel.................................................................................................3

Vragen m.b.t. de lichamelijke ontwikkelingsdimensie....................................5Lichamelijke gezondheid:.............................................................................5

Lichamelijke conditie:..................................................................................5Vragen m.b.t. de cognitieve ontwikkelingsdimensie....................................8

Analyse:...........................................................................................................9

Anthonis Bert GOP2C PAGINA 1

Voorstelling

Renilde Dillen

Weduwe van André Vangheel

Geboren te MerksemWoonachtig te Merksem

Kinderen; Ilse Vangheel & Katrien VangheelSchoonmoeder van Bert Anthonis

75 Jaar

Houdt van lekker eten, een gezellige babbel in combinatie met een blonde Leffe.



Krantenartikel

Het interview kan uitgetypt onder het krantenartikel teruggevonden worden.




Vragen m.b.t. de lichamelijke ontwikkelingsdimensie

LICHAMELIJKE GEZONDHEID:1. Is het nog even vanzelfsprekend om zelf uitgebreid te koken? Wat

zijn de verschillen tussen vroeger en nu?

Ja zeker, maar niet meer zo uitgebreid als vroeger. Ik probeer toch alle dagen soep en groenten te eten. Vroeger toen ik wat beter te been was, kookte ik graag voor een grote groep of mijn familie. Dit is nu niet meer zo evident voor mij dus gaan we met z’n allen lekker uit eten.

2. Schenkt u veel aandacht aan lichamelijke gezondheid? Wat doet u zelf om deze te bevorderen?

Mijn huisarts komt regelmatig op bezoek om alles te controleren. Hij heeft mij een hoop medicatie voorgeschreven die ik dagelijks moet nemen. Hier hou ik mij strikt aan dus in die zin schenk ik wel aandacht aan mijn gezondheid. Elke ochtend doe ik een paar oefeningen die de kinesist mij heeft opgedragen. Op die manier probeer ik soepel en fit te blijven.

3. Zorg je ervoor dat je af en toe wat plezier maakt? Wat doet u om te ontspannen?

Zeker en vast! Ik ga geregeld naar het voorhuys om iets te gaan drinken. Dit is een brasserie vlak om de hoek waar ik makkelijk te voet heen kan gaan. Hier heb ik door de jaren heen wel wat volk leren kennen. Als we samen zitten kunnen we gezellig babbelen en wat roddelen. Dit is voor mij ontspanning en plezier.

4. Kan u mij vertellen wat zoal de belangrijkste zaken zijn die je tot hiertoe hebt geleerd?

Als er 1 ding is dat ik geleerd heb, dan is het dat je altijd positief moet blijven. Dit help echt! De moed laten zakken en negatieve gedachten helpen niemand vooruit.

5. Zijn er nog zaken waarin je zou willen bijscholen of bijleren? Zo ja wat/welke?

Nee ik denk van niet. Als ik het vroeger al niet heb bijgeschoold, zal dat wel zijn reden gehad hebben en daar heb ik zeker geen spijt van.

LICHAMELIJKE CONDITIE:

1. Zijn er bepaalde zaken op lichamelijk vlak die u niet meer kan doen? Hoe voelt u zich hierbij?

Lange afstanden afleggen is moeilijk voor mij omdat ik veel last heb van mijn knieën. Vroeger ging ik geregeld naar ’t stad maar dat lukt niet meer zo goed. Als ik plots niet goed meer kan gaan dan sta ik daar in ‘t stad en weet ik niet wat ik moet doen. Met een rollator op tram of bus zie ik helemaal niet zitten. Waarom ziet u dat niet zitten? Schaamt u zich


hiervoor? Nee absoluut niet en voor mijn wandelstok ook niet. Ik kan onmogelijk inschatten hoe druk het gaat zijn op de tram of de bus. Op de heenweg kan ik altijd terugkeren naar huis maar als op de terugweg de tram of bus te vol zit, ben ik bang dat er te weinig plaats zal zijn om comfortabel te maneuvreren met mijn rollator.


2. Tegenover vroeger bent u vast iets minder mobiel, waar ligt voor u de grens als men spreekt over mobiliteit en autonomie?

Bij mij ligt de grens bij gehandicapt geraken. Wanneer je nergens meer alleen naartoe kan en je naar een home moet verhuizen. Bent u angstig ooit naar een home te moeten verhuizen? Nee, als dat zo is dan is dat zo en kan je er toch niets meer aan doen. Zou je ongelukkig zijn naar een home te moeten verhuizen of kan je daar je draai wel vinden? Dat weet ik niet zo goed, hier moet ik even over nadenken. Uiteindelijk zal ik in een home wel mensen leren kennen. Toen ik de eerste keren in het voorhuys kwam, kende ik daar ook niemand. Uiteindelijk heb ik daar veel nieuwe vrienden en kennissen gemaakt dus zou dit in een home ook het geval kunnen zijn. Als ik in een home zit, mag ik wel niet heel de dag op mijn kamer blijven zitten zoals mijn schoonmoeder. Had uw schoonmoeder dan minder sociaal contact in het home? Ja, ze kwam enkel haar kamer uit als wij op bezoek kwamen om samen naar de cafetaria te gaan. Verder deed zij niets, zelfs geen activiteiten. Dit vond ik verschrikkelijk. Zou u wel participeren? Ja zeker! Maar wel met iets deftig. Als het enkel is om samen wat Vlaamse liedjes te zitten zingen in de refter, hoeft het voor mij niet. Maar dat zal de dag van vandaag wel niet meer gebeuren, denk ik.

3. Als u een sport zou moeten kiezen die op maat gegeven kan worden aan u, welke zou u dan kiezen? Vindt u dat er genoeg mogelijkheden zijn tot sporten voor mensen op oudere leeftijd, is hier behoefte aan?

Ik en sport, wij gaan niet samen. Is er echt niets? Wandelen is ook een sport. Jammer genoeg kan ik niet meer zo goed wandelen. Moest dit wel het geval zijn zou ik zeker voor een wandelsport kiezen. Ik ben wel altijd een trouwe supporter geweest. Als mijn man ging voetballen was ik er altijd bij. Maar ja supporteren is niet echt sporten he. Merkt u behoefte binnen uw vriendenkring? Ja, er is behoefte aan sport bij mijn vrienden. Ik ken een koppel dat nog tennist. Volgens mij kunnen ze dat op latere leeftijd nog altijd doen omdat ze de sport en hun conditie onderhouden hebben.

Vragen m.b.t. de sociaal-emotionele ontwikkelingsdimensie

Volgens de sociale aspecten.

1. Is uw vriendenkring groter/kleiner dan 5 personen? Vindt u dit veel/weinig?

Mijn vriendenkring is groter dan 5 personen. Of ik dit nu veel of weinig vind, weet ik niet. Ik vind het goed zoals het is. Wat mij wel opvalt is dat er geregeld een aantal vrienden minder op bezoek komen of in het voorhuys zitten. Dit is dan omdat ze zelf niet meer goed te been zijn. Of ze zitten thuis door ziekte.

2. Heb je dagelijks contact met mensen uit je omgeving? (vb bakker, krantenwinkel, lokaal café)


Bijna dagelijks kan je wel zeggen! Hier ben ik heel blij om. Ik woon op de eerste verdieping met een terrasje aan de voorkant waar ik geregeld zit. Hier passeert veel volk en mensen stoppen geregeld om een praatje te slagen. Verder kom ik mensen tegen in de winkel om de hoek en leg ik vaak contact in het voorhuys waar ik geregeld iets ga drinken.


3. Wanneer u het sociale leven van vroeger vergelijkt met nu, welke verschillen kunnen er dan aangegeven worden?

Als ik erover nadenk ben ik de laatste jaren veel socialer geworden tegenover vroeger. Wat bedoelt u met socialer? Vroeger vormde ik sneller een vooroordeel. Wanneer iemand uit een andere kring kwam of er niet goed uitzag, vertrouwde ik hem of haar niet zo snel. Zo zocht ik minder snel toenadering. Dit is nu veel minder. Ik ben vlotter van babbel en ga dieper in gesprek met mensen. Het maakt mij niet zo veel meer uit waar ze van komen of hoe ze eruitzien.

4. Denkt u dat “de jeugd van tegenwoordig” op dezelfde manier de ouderdom gaat beleven als u?

Dat denk ik niet nee. Volgens mij zal het altijd anders zijn. Nu zijn er meer mogelijkheden dan vroeger. Kijk bijvoorbeeld naar die computers, ik vind dat geen echte vriendschappen. Maar de jeugd denkt daar anders over en dat zal later als ze oud zijn ook nog wel zo zijn. Wat bedoelt u met computers en geen echte vriendschappen? Nee ik vind niet dat er via de computer en sociale media kan gesproken worden over echte vriendschappen. Ik heb ook een computer maar mijn vrienden zal ik wel persoonlijk ontmoeten. Men moet toch iemand in het gezicht kunnen kijken als je aan het babbelen bent.

Volgens de emotionele aspecten.

1. Bent u tevreden met waar u nu staat in het leven?

Zeker en vast! Daar twijfel ik geen seconde aan.

2. Speelt geloof een belangrijke rol in uw leven? Zo ja, in welke situatie was dit van toepassing en hoe?

Vroeger ging ik wekelijks naar de kerk. Dit was meer uit traditie of sociale plicht. Maar sinds mijn man André is overleden speelt geloof absoluut geen rol meer in mijn leven. Dit is ondertussen zo’n 30 jaar geleden. Nee ondertussen al 35 a 36 jaar geleden. Hoe reageerde je omgeving op het verwerpen van je geloof? Daar kreeg ik van veel mensen commentaar op, onder andere ook van mijn schoonmoeder. Wel moet ik zeggen dat ik de proost van de Chiro enorm dankbaar ben. Hij heeft mij gesteund bij het verlies van mijn echtgenoot. Hij kwam vaak op bezoek en heeft het mij nooit kwalijk genomen dat ik niet meer naar de mis ging.

3. Is ouder worden voor u iets wat stress veroorzaakt?

Nee eigenlijk niet. Als ik er over nadenk, lig ik van niets meer wakker eigenlijk.

4. Keek u vroeger angstig toe naar ouder worden?

Niet echt eigenlijk. Dat heeft volgens mij te maken met het overlijden van André. In zekere zin dacht ik dat er altijd ergere dingen zijn dan ouder worden. Ik hoor ook vaak mensen zeggen ‘ne schonen ouden dag maar eigenlijk bestaat dat niet’. Dit omdat ze geen geld zouden hebben of altijd maar ziek zijn. Hier doe ik niet aan mee, ik probeer altijd de beste kant van het leven te zien en blijf positief.



VRAGEN M.B.T. DE COGNITIEVE ONTWIKKELINGSDIMENSIE

1. Wat was uw eerste herinnering? Kan u mij deze omschrijven?

Ik denk dat mijn eerste herinnering teruggaat naar het appartement van mijn bomma in het jaar 1949 of 1950. Mijn bomma vertelde mij dat bompa iets had gekregen in zijn duim. Hij heeft toen een jaar in bed gelegen en is uiteindelijk gestorven. Nu vermoed ik dat het ALS was. Hij raakte langzaam meer en meer verlamd tot hij uiteindelijk is gestorven. Dat zijn zo van die zaken dat ze vroeger allemaal niet kenden. Gelijk kanker, dat kenden ze toen ook nog niet. Maar iets wat ik mij nog wel goed herinner is dat bompa in de zetel zat zoals een echte bompa. We mochten ook vaak op zijn been paardjerijden. Mijn bompa was een hele lieve man.

2. Soms zegt men: “We leren elke dag bij.” Is dit bij u ook het geval? Wat is het laatste dat u hebt bijgeleerd?

Voor mij zal dat de computer zijn. Lukt dit goed? Voor wat gebruik je de computer? Ja hoor, werken met de computer lukt best wel. Ik gebruik hem het meeste om de krant te lezen. Hij is ook handig om recepten op te zoeken en af en toe durf ik er wel eens een spelletje op te spelen.

3. Ondervindt u iets van voor- of nadeel als men spreekt over het geheugen op oudere leeftijd?

Ooit heb ik gelezen dat je op de leeftijd van 73 jaar het beste kruiswoordraadsels kunt invullen. En dat het daarna stilletjes achteruitgaat met woorden te onthouden. Ik moet zeggen dat ik dit wel ondervind. Wat ondervindt u dan precies? Dat het invullen van kruiswoordraadsel minder vlot gaat en ik langer moet nadenken over de woorden. Uiteindelijk lukt het nog perfect maar doe ik er nu langer over. Kan je zo nog een voorbeeld geven? Soms kan ik ook niet meer zo snel op een naam komen. Dan zit ik tegenover iemand en weet ik zijn of haar naam maar als ik ze dan wil roepen, ben ik hem vergeten. Maar dat hebben mijn dochters nu soms ook al hoor en die zijn nog niet zo oud.

4. Op welke manier kan u zichzelf creatief uiten? Zowel vroeger als nu? Bijvoorbeeld: poëzie, muziek maken, boeken lezen, schilderen, tekenen, toneel …

Als kind heb ik vaak toneel gespeeld zowel op school als in de Chiro. Ik herinner mij ook dat wij thuis vaak samen naar de radio luisterden. Ik las vroeger ook veel boeken, wel 5 per week. Meer kreeg je niet mee van de bibliotheek. Nu lees ik veel minder. Hoe komt dit? Het klinkt misschien een beetje stom maar die boeken wegen zo veel om vast te houden. Voor mijn ogen is het ook vermoeiend om zo veel te lezen. Ik lees wel nog elke dag de krant. Verder houd ik mij liever bezig met gezellig babbelen onder vrienden.


Analyse:* Wat is/zijn de onderwerpen die naar boven komen in jullie interview? Wat typeert ‘de oudere’ waarover het interview gaat?

De belangrijkste aspecten die boven komen in het interview zijn naar mij mening de volgende:

Er is een grote behoefte aan sociaal contact. Dit komt doorheen het interview geregeld aan bod. Er wordt ook geregeld tijd geïnvesteerd om deze sociale contacten te onderhouden.

Een belemmerende factor is het minder mobiel zijn. Dit komt ook herhaaldelijk aan bod. Er kan minder uitgebreid gekookt worden en uitstapjes naar de stad gaan steeds moeilijker.

* Beschrijf het functioneren van de oudere op cognitief, psychologisch, sociaal en filosofisch vlak. Betrek hierbij ook de domeinen van KVB

Cognitief vlak:

Volgens het interview wordt de krant dagelijks gelezen. Ook verschillende puzzels worden nog gemaakt. Er wordt aangehaald dat dit niet altijd even vlot meer verloopt en dat er soms langer moet nagedacht worden. Deze lichte vorm van afasie is naar mijn mening normaal op deze leeftijd. De vragen werden vlot beantwoord en met samenhang. Naar mijn mening wordt er weinig tot geen last ervaren bij het cognitief functioneren.

Psychologisch vlak:

Doorheen het interview was er sprake van een positieve tendens. Herhaaldelijk wordt er vermeld dat piekeren niets uithaalt en dat men best met een positieve kijk op het leven kan worden verder gegaan. Naar mijn mening is er hier sprake van een gezonde geest. Naar mijn mening loopt de psychologische gezondheid hand in hand met de mogelijkheid tot sociaal contact. Eventuele verdere achteruitgang van de mobiliteit zou negatieve gevolgen kunnen hebben op de mogelijkheid tot sociaal contact en dit op zijn beurt op psychologisch vlak.

Sociaal vlak:

De sociale contacten worden goed onderhouden. Verder is mevr. Dillen zeer tevreden met haar huidige vriendenkring. Er werd vermeld dat contacten leggen met nieuwe mensen doorheen de jaren vlotter gaat. Verder wordt sociaal contact opgezocht vanop het balkon tot in de winkel. Men kan spreken van een gezond sociaal engagement.

Domeinen van KVB:


Lichamelijk welbevinden; Hierin wordt er veel aandacht geschonken aan gezondheid en mobiliteit dat hand in hand loopt met ontspanning en vrije tijd.

Interpersoonlijke relaties: Hierin worden vooral de interacties en vriendschappen besproken.

Emotioneel welbevinden; Een positief zelfbeeld en tevredenheid werden gedurende het interview geregeld aangehaald. De positieve kijk op het leven zorgt ervoor dat stress weinig kans krijgt.

* Neem de theorie uit vorige contactlessen er bij. Ga op zoek naar verbanden tussen de theorie en jullie interview. Bijvoorbeeld: herken je generativiteit/stagnatie? Integriteit/wanhoop? … Dit kan gaan over de huidige levensfase waarin de geïnterviewde zich bevindt maar ook over gebeurtenissen uit andere levensfasen die jullie bevraagd hebben. “Wat verandert allemaal doorheen het leven?”

De samenhang en het belang van sociaal contact, lichamelijke gezondheid (mobiliteit) en de psychologische gezondheid komt gedurende dit interview duidelijk aan bod. Het vormt een duidelijk voorbeeld over hoe veroudering een multifactorieel interactief gebeuren is waar een nauw verband ligt tussen de psychologie, biologie en de sociologie.

Mevr. Dillen bevindt zich met haar 75 jaren in de midden ouderdom. Waar de ouderdom volgens haar het meeste parten speelt, is bij de fysieke achteruitgang. Hierop worden coping strategieën toegepast. Ze maakt gebruik van externe hulpmiddelen zoals een wandelstok en past haar levensstijl aan door alleen niet te ver van huis meer af te wijken.

Verder is er naar mijn mening geen sprake van wanhoop of weerzin tegenover haarzelf of anderen.

Als we kijken naar het 2-polig kernconflict volgens Erikson van ouderdom (integriteit/wanhoop weerzin) kunnen we aan de hand van het interview concluderen dat er in deze levensfase sprake is van integriteit.

* Zijn er bepaalde hulpvragen/ondersteuningsvragen waarmee de geïnterviewde te maken krijgt?

De hulpvragen dat ik kan afleiden uit het interview hebben bijna allemaal betrekking op de fysieke achteruitgang. Zo kunnen er geen boeken meer gelezen worden omdat ze te zwaar zijn. Kunnen er moeilijk verdere verplaatsingen met het openbaar vervoer ondernomen worden. Koken voor grotere groepen is lastig omdat het fysiek te zwaar is.

* Hoe gaat de geïnterviewde om met deze hulpvragen? Vindt hij/zij er een antwoord op? Leg uit

Tijdens het interview werden de antwoorden op de hulpvragen redelijk snel geminimaliseerd.


Een positieve kijk hebben en het zichzelf neerleggen bij zaken die minder vanzelfsprekend worden is op zich een positieve eigenschap.

Naar mijn mening is zoeken naar het evenwicht tussen aanvaarding van externe hulp en aanvaarding van eigen behoefte niet altijd even makkelijk. Soms is het een slechte gewoonte om zaken van eigenbelang te minimaliseren om anderen niet tot last te zijn.


Documents

bertanthonis.files.wordpress.com€¦ · Web viewMijn huisarts komt regelmatig op bezoek om alles te controleren. Hij heeft mij een hoop medicatie voorgeschreven die ik dagelijks