· Web viewwerknemers en hun kinderen beter te beschermen en om de veilige deelname van alle werknemers op de werkplek te waarborgen, met name van vrouwelijke werknemers die zwanger

Europees Parlement2019-2024

Zittingsdocument

A9-0114/2021

7.4.2021

***IVERSLAGover het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk(COM(2020)0571 – C9-0301/2020 – 2020/0262(COD))

Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

Rapporteur: Stefania Zambelli

RR\1228417NL.docx PE661.965v03-00

NL In verscheidenheid verenigd NL

PR_COD_1amCom

Verklaring van de gebruikte tekens

* Raadplegingsprocedure*** Goedkeuringsprocedure

***I Gewone wetgevingsprocedure (eerste lezing)***II Gewone wetgevingsprocedure (tweede lezing)

***III Gewone wetgevingsprocedure (derde lezing)

(De aangeduide procedure is gebaseerd op de in de ontwerptekst voorgestelde rechtsgrond.)

Amendementen op een ontwerphandeling

Amendementen van het Parlement in twee kolommen

Geschrapte tekstdelen worden in de linkerkolom in vet cursief aangegeven. Vervangen tekstdelen worden in beide kolommen in vet cursief aangegeven. Nieuwe tekst wordt in de rechterkolom in vet cursief aangegeven.

In de eerste en tweede regel van de koptekst boven elk amendement wordt verwezen naar het tekstdeel in kwestie van de ontwerphandeling. Indien een amendement betrekking heeft op een bestaande handeling, waarop in de ontwerphandeling wijzigingen worden voorgesteld, bevat de koptekst bovendien een derde en vierde regel, die verwijzen naar de bestaande handeling respectievelijk naar de bepaling in kwestie.

Amendementen van het Parlement in de vorm van een geconsolideerde tekst

Nieuwe tekstdelen worden in vet cursief aangegeven. Geschrapte tekstdelen worden aangegeven met het symbool ▌ of worden doorgestreept. Waar tekstdelen vervangen worden, wordt de nieuwe tekst in vet cursief aangegeven, terwijl de vervangen tekst wordt geschrapt of doorgestreept. Bij wijze van uitzondering worden zuiver technische wijzigingen die de diensten aanbrengen met het oog op de opstelling van de definitieve tekst, niet gemarkeerd.

PE661.965v03-00 2/68 RR\1228417NL.docx

NL

INHOUD

Blz.

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT................5

TOELICHTING........................................................................................................................56

MINDERHEIDSSTANDPUNT...............................................................................................57

ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN......................................................58

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE.............................................................71

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE..............................72

RR\1228417NL.docx 3/68 PE661.965v03-00

NL

ONTWERPWETGEVINGSRESOLUTIE VAN HET EUROPEES PARLEMENT

over het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk(COM(2020)0571 – C9-0301/2020 – 2020/0262(COD))

(Gewone wetgevingsprocedure: eerste lezing)

Het Europees Parlement,

– gezien het voorstel van de Commissie aan het Parlement en de Raad (COM(2020)0571),

– gezien artikel 294, lid 2, artikel 153, lid 2, onder b), en lid 1, onder a), van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, op grond waarvan het voorstel door de Commissie bij het Parlement is ingediend (C9-0301/2020),

– gezien artikel 294, lid 3, van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie,

– gezien artikel 59 van zijn Reglement,

– gezien het advies van de Commissie juridische zaken,

– gezien het verslag van de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken (A9-0114/2021),

1. stelt onderstaand standpunt in eerste lezing vast;

2. verzoekt de Commissie om hernieuwde voorlegging aan het Parlement indien zij haar voorstel vervangt, ingrijpend wijzigt of voornemens is het ingrijpend te wijzigen;

3. verzoekt zijn Voorzitter het standpunt van het Parlement te doen toekomen aan de Raad en aan de Commissie alsmede aan de nationale parlementen.

Amendement 1

OntwerpwetgevingsresolutieVisum 3 bis (nieuw)

Ontwerpwetgevingsresolutie Amendement

- gezien het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, met name artikel 2 (het recht op leven) en artikel 31 (rechtvaardige en billijke arbeidsomstandigheden en -voorwaarden),

PE661.965v03-00 4/68 RR\1228417NL.docx

NL

Amendement 2

Voorstel voor een richtlijnOverweging 1

Door de Commissie voorgestelde tekst Amendement

(1) Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad45 is gericht op de bescherming van de werknemers tegen risico’s voor hun gezondheid en veiligheid als gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk. Die richtlijn voorziet in een consistent niveau van bescherming tegen de risico’s in verband met beroepsmatige blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia via een kader van algemene beginselen dat de lidstaten in staat stelt ervoor te zorgen dat de minimumvoorschriften op een consequente manier worden toegepast. Die minimumvoorschriften zijn gericht op de bescherming van de werknemers op Unieniveau. De lidstaten kunnen strengere bepalingen vaststellen.

(1) Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad45 is gericht op de bescherming van de werknemers tegen risico’s voor hun gezondheid en veiligheid als gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk. Die richtlijn voorziet in een hoog niveau van bescherming tegen de risico’s in verband met beroepsmatige blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia via een kader van algemene beginselen dat de lidstaten in staat stelt ervoor te zorgen dat de minimumvoorschriften op een consequente manier worden toegepast. Die minimumvoorschriften zijn gericht op de bescherming van de werknemers op Unieniveau. De lidstaten kunnen strengere bepalingen vaststellen.

__________________ __________________45 Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50).

45 Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50).

Amendement 3

Voorstel voor een richtlijnOverweging 1 bis (nieuw)


(1 bis) Deze richtlijn toont onmiskenbaar de toegevoegde waarde van de Unie aan, alsmede de noodzaak om deze wetgeving op Unieniveau te regelen. Deze richtlijn

RR\1228417NL.docx 5/68 PE661.965v03-00

NL

legt niet alleen een minimaal beschermingsniveau in de hele Unie vast, maar zorgt tevens voor meer duidelijkheid en betere handhaving, en draagt ertoe bij dat er in sterkere mate sprake is van een gelijk speelveld voor de economische actoren in de sectoren waar de betreffende stoffen worden gebruikt.

Amendement 4

Voorstel voor een richtlijnOverweging 1 ter (nieuw)


(1 ter) Op de werkplek worden werknemers en andere personen vaak blootgesteld aan een cocktail van stoffen die gezondheidsrisico’s kunnen vergroten, nadelige gevolgen kunnen hebben voor hun voortplantingssysteem, tot verminderde vruchtbaarheid of onvruchtbaarheid kunnen leiden en de ontwikkeling van de foetus en het geven van borstvoeding negatief kunnen beïnvloeden. Over voor de voortplanting giftige stoffen bestaat grote bezorgdheid en bij de organisatie van preventie op de werkplek moet voor reprotoxische agentia dezelfde aanpak worden gevolgd als voor carcinogene en mutagene agentia. Niet alle reprotoxische agentia hebben een drempelwaarde. Daarom is het van groot belang om het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/37/EG uit te breiden tot reprotoxische agentia, zodat deze overeenstemt met Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad1 bis. Dit is nodig om werknemers en hun kinderen beter te beschermen en om de veilige deelname van alle werknemers op de werkplek te waarborgen, met name van vrouwelijke werknemers die zwanger zijn of borstvoeding geven. De helft van de 211 agentia die in Verordening (EG) nr. 1907/2006 als zeer zorgwekkend worden bestempeld, zijn reprotoxisch. Bij

PE661.965v03-00 6/68 RR\1228417NL.docx

NL

de preventie op de werkplek moet dezelfde aanpak worden gevolgd voor carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia, hetgeen in bepaalde lidstaten reeds het geval is. Dit waarborgt juridische samenhang en een gelijk speelveld in alle lidstaten.

____________________1 bis Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen (REACH), tot oprichting van een Europees Agentschap voor chemische stoffen, houdende wijziging van Richtlijn 1999/45/EG en houdende intrekking van Verordening (EEG) nr. 793/93 van de Raad en Verordening (EG) nr. 1488/94 van de Commissie alsmede Richtlijn 76/769/EEG van de Raad en de Richtlijnen 91/155/EEG, 93/67/EEG, 93/105/EG en 2000/21/EG van de Commissie (PB L 396 van 30.12.2006, blz. 1).

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 5

Voorstel voor een richtlijnOverweging 1 quater (nieuw)


(1 quater) Bij de bepaling en de uitvoering van elk beleid en elk optreden van de Unie moet een hoog niveau van bescherming van de menselijke gezondheid worden gewaarborgd.

RR\1228417NL.docx 7/68 PE661.965v03-00

NL

Amendement 6



(2) In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten, die door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gezamenlijk is afgekondigd op de Sociale Top voor eerlijke banen en groei van 17 november 2017, is het recht van de werknemers op een hoge mate van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk vastgelegd, waaronder bescherming tegen carcinogene en mutagene agentia op het werk.

(2) In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten, die door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gezamenlijk is afgekondigd op de Sociale Top voor eerlijke banen en groei van 17 november 2017, is het recht van de werknemers op een hoge mate van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk vastgelegd, waaronder bescherming tegen carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia op het werk, ongeacht de regelingen voor en de duur van het dienstverband of de blootstelling.

__________________ __________________46 Europese pijler van sociale rechten, november 2017, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/social-summit-european-pillar-social-rights-booklet_en.pdf

46 Europese pijler van sociale rechten, november 2017, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/social-summit-european-pillar-social-rights-booklet_en.pdf

Amendement 7



(2 bis) Het in de mededeling van de Commissie van 3 februari 2021 beschreven Europees kankerbestrijdingsplan is erop gericht de gevolgen van kanker voor patiënten, hun gezinnen en familie en de zorgstelsels te beperken. Kanker is de belangrijkste oorzaak van werkgerelateerde sterfgevallen in de Unie: momenteel wordt 52 %1 van de jaarlijkse arbeidsgerelateerde sterfgevallen toegeschreven aan werkgerelateerde kanker. 5,3 tot 8,4 %2 van alle gevallen

PE661.965v03-00 8/68 RR\1228417NL.docx

NL

van kanker is te herleiden tot blootstelling op het werk, hetgeen overeenkomt met circa 120.0003 kankerdiagnoses en 100.0004 sterfgevallen per jaar. Daarom moeten, overeenkomstig de in deze richtlijn vastgestelde wijzigingen van bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG, uiterlijk eind 2024 aanvullende grenswaarden voor extra stoffen of groepen stoffen en processen worden ingevoerd. Diverse agentschappen, belanghebbenden en de Wereldgezondheidsorganisatie hebben prioritaire lijsten opgesteld van tussen de 50 en 70 stoffen of groepen stoffen, die worden geclassificeerd als carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia op de werkplek, waarvoor bindende grenswaarden moeten worden vastgesteld. De Commissie legt uiterlijk eind 2021 een actieplan voor ter bepaling van de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling aan minstens 25 bijkomende stoffen, groepen stoffen of tijdens arbeidsprocedures gegenereerde stoffen. De in bijlage III van Richtlijn 2004/37/EG genoemde bijkomende stoffen of groepen stoffen moeten onder meer, maar niet uitsluitend omvatten: lasrook, benzo[a]pyreen/polycyclische aromatische koolwaterstoffen (PAK’s), α-chloortolueen (benzylchloride), nitrosaminen, roet, siliciumcarbidevezels, 1,2-dichloorpropaan, 1,2-dihydroxybenzeen (pyrocatechol), 2-chloor-1,3-butadieen (chloropreen), 2,3-epoxypropyl methacrylaat (glycidylmethacrylaat), antrachinon, N-(hydroxymethyl)acrylamide (NMA), 1,2-dichloorpropaan, 1,2,3-trichloorpropaan, butanonoxim, ethyleenimine (aziridine), 1,4-dioxaan en isopreen. Reprotoxische stoffen moeten de volgende (groepen) stoffen omvatten: lood en loodverbindingen, bisfenol A, koolmonoxide, kwik en tweewaardige anorganische kwikverbindingen, n-methyl-2-pyrrolidon, N,N-dimethylaceetamide, nitrobenzeen, N,N-

RR\1228417NL.docx 9/68 PE661.965v03-00

NL

dimethylformamide, 2-methoxyethanol, 2-methoxyethylacetaat, 2-ethoxyethanol, 2-ethoxyethylacetaat, diethylhexylftalaat, butylbenzylftalaat en dibutylftalaat.

__________________

https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_20_16912 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4551060/3 https://osha.europa.eu/en/themes/work-related-diseases/work-related-cancer4 https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4551060/

Amendement 8



(3) Bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn belangrijke onderdelen van de algemene bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde regelingen voor de bescherming van de werknemers en mogen niet worden overschreden. Grenswaarden en andere rechtstreeks daarmee verband houdende bepalingen moeten worden vastgesteld voor alle carcinogene of mutagene agentia waarvoor de beschikbare informatie, met inbegrip van wetenschappelijke en technische gegevens, dit mogelijk maakt.

(3) Bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn belangrijke onderdelen van de algemene bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde regelingen voor de bescherming van de werknemers en mogen niet worden overschreden. Grenswaarden en andere rechtstreeks daarmee verband houdende bepalingen moeten worden vastgesteld voor alle carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia waarvoor de beschikbare informatie, met inbegrip van actuelewetenschappelijke en technische gegevens, dit mogelijk maakt.

Amendement 9



(4) De inachtneming van bindende (4) De inachtneming van bindende

PE661.965v03-00 10/68 RR\1228417NL.docx

NL

https://www.ncbi.nlm.nih.gov/pmc/articles/PMC4551060/


https://osha.europa.eu/en/themes/work-related-diseases/work-related-cancer

https://osha.europa.eu/en/themes/work-related-diseases/work-related-cancer



https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_20_1691

https://ec.europa.eu/commission/presscorner/detail/en/IP_20_1691

grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling doet geen afbreuk aan de andere verplichtingen van de werkgevers uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG, zoals de vermindering van het gebruik van carcinogene en mutagene agentia op de werkplek, de voorkoming of vermindering van de blootstelling van de werknemers aan carcinogene of mutagene agentia en de maatregelen die daartoe moeten worden uitgevoerd. Die maatregelen moeten, voor zover dat technisch uitvoerbaar is, het volgende omvatten: de vervanging van het carcinogene of mutagene agens door een stof, mengsel of procedé dat niet, of minder, gevaarlijk is voor de gezondheid van de werknemers, het gebruik van een gesloten systeem, of andere maatregelen om de blootstelling van de werknemers te verminderen.

grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling doet geen afbreuk aan de andere verplichtingen van de werkgevers uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG, zoals de vermindering van het gebruik van carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia op de werkplek, de voorkoming of vermindering van de blootstelling van de werknemers aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia en de maatregelen die daartoe moeten worden uitgevoerd. Die maatregelen moeten, voor zover dat technisch uitvoerbaar is, het volgende omvatten: de vervanging van het carcinogene, mutagene en reprotoxische agens door een stof, mengsel of procedé dat niet, of minder, gevaarlijk is voor de gezondheid van de werknemers, het gebruik van een gesloten systeem, of andere maatregelen om de blootstelling van de werknemers te verminderen.

Motivering


Amendement 10



(4 bis) Er is meer grondige kennis nodig van de effecten van de stoffen waarmee werknemers in de gezondheidszorg in aanraking komen. De opleiding die de werkgever uit hoofde van artikel 11 van Richtlijn 2004/37/EG verplicht is te verzorgen, moet niet alleen periodiek worden herhaald voor werknemers in de gezondheidszorg, maar systematisch worden aangeboden aan alle

RR\1228417NL.docx 11/68 PE661.965v03-00

NL

zorgmedewerkers die aan cytotoxische of mutagene agentia worden blootgesteld.

Amendement 11

Voorstel voor een richtlijnOverweging 4 ter (nieuw)


(4 ter) In aanvulling op de in artikel 5, lid 5, van Richtlijn 2004/37 beschreven vereisten dienen werkgevers in de zorg en de maatschappelijke dienstverlening te voorkomen dat werknemers, patiënten en gezins- of familieleden die zwanger zijn, borstvoeding geven of proberen zwanger te raken blootgesteld worden aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia;

Amendement 12



(4 quater) Het tegengaan van blootstelling aan gevaarlijke stoffen op de werkplek is met name relevant voor het stimuleren van preventie en het verminderen van ongelijkheid op het gebied van gezondheid, aangezien bepaalde categorieën bijzonder kwetsbare werknemers overmatig blootgesteld kunnen worden of kwetsbaarder zijn voor verschillende typen stoffen. Vrouwen zijn bijvoorbeeld oververtegenwoordigd onder oncologieverpleegkundigen die aan gevaarlijke geneesmiddelen kunnen worden blootgesteld. In sectoren waar werknemers aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia worden blootgesteld, moet gendermainstreaming integraal deel uitmaken van de ontwikkeling van beleids- en preventiestrategieën voor veiligheid en gezondheid op het werk. De autoriteiten

PE661.965v03-00 12/68 RR\1228417NL.docx

NL

van de lidstaten dienen in overleg met de sociale partners stappen te ondernemen om gendergelijkheid en overwegingen ten aanzien van werknemers met een handicap en LGBTQI+-werknemers te integreren in de tenuitvoerlegging van de artikelen 7, 8 en 10 van Richtlijn 2004/37/EG, met name wat betreft sanitaire voorzieningen, arbeidsmiddelen en persoonlijke beschermingsmiddelen.

Amendement 13

Voorstel voor een richtlijnOverweging 4 quinquies (nieuw)


(4 quinquies) Bepaalde werknemers, zoals mobiele werknemers, kunnen extra moeilijkheden ondervinden bij het gebruikmaken van gezondheidszorg. Voorts zijn sectoren als de staal- en chemische industrie en de schoonmaaksector in de gezondheidszorg afhankelijk van gedetacheerde, mobiele en migrerende werknemers. De autoriteiten van de lidstaten moeten er in het bijzonder zorg voor dragen dat bij de uitvoering van de maatregelen in artikel 5 ter voorkoming of vermindering van blootstelling van werknemers alsook van de voorlichtings- en opleidingsvereiste uit hoofde van de artikelen 11 en 12 van Richtlijn 2004/37/EG rekening wordt gehouden met de kwetsbare positie van gedetacheerde, mobiele en migrerende werknemers.

Amendement 14

Voorstel voor een richtlijnOverweging 4 sexies (nieuw)


(4 sexies) In Aanbeveling 2003/670/EG1 bis van de Commissie wordt de lidstaten aanbevolen de Europese lijst

RR\1228417NL.docx 13/68 PE661.965v03-00

NL

van beroepsziekten op te nemen in hun nationale wetten, regelingen of bestuursrechtelijke bepalingen met betrekking tot wetenschappelijk erkende beroepsziekten die voor schadeloosstelling in aanmerking komen en waarvoor preventieve maatregelen moeten worden getroffen. Lidstaten moeten erop toezien dat elke werknemer het recht heeft op schadeloosstelling wegens beroepsziekten indien hij of zij lijdt een aandoening waarvan de beroepsgerelateerde oorsprong en aard kunnen worden vastgesteld.

________________1 bis. Aanbeveling 2003/670/EG van de Commissie van 19 september 2003 betreffende de Europese lijst van beroepsziekten (PB L 238 van 25.9.2003, blz. 28).

Amendement 15

Voorstel voor een richtlijnOverweging 4 septies (nieuw)


(4 septies) De rapportage over en de erkenning van beroepskankers als beroepsziekte verloopt echter ongelijkmatig, met name als gevolg van de lange tijd die verstrijkt tussen de blootstelling aan gevaarlijke stoffen en de diagnose van de daaruit voortkomende ziekte, de vele aspecten van kanker en de ingewikkelde procedures die moeten worden gevolgd voor officiële erkenning van een ziekte als beroepsziekte en het verkrijgen van schadeloosstelling. Gegevens over werkgerelateerde gezondheidsproblemen zijn vaak niet beschikbaar, onbetrouwbaar of ontoereikend. Nadere inspanningen zijn dan ook noodzakelijk om de rapportage over en de preventie, diagnose, vroegtijdige erkenning en schadeloosstelling van beroepsziekten te

PE661.965v03-00 14/68 RR\1228417NL.docx

NL

verbeteren, evenals de medische monitoring gedurende het hele leven met behulp van degelijke ziekte- en blootstellingsregisters.

Amendement 16

Voorstel voor een richtlijnOverweging 4 octies (nieuw)


(4 octies) In de oncologische zorg worden zelden veegproeven uitgevoerd, waardoor belangrijke blootstellingsrisico’s onopgemerkt blijven. Wanneer veegproeven systematisch worden uitgevoerd, komen veel risico’s aan het licht. Daarom moet het uitvoeren van deze proeven worden toegevoegd aan artikel 3 van Richtlijn 2004/37/EG met betrekking tot de beoordeling van de risico’s.

Amendement 17



(5) Deze richtlijn zorgt voor een betere bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers op de werkplek. Nieuwe grenswaarden moeten in Richtlijn 2004/37/EG in het licht van de beschikbare informatie, waaronder nieuwe wetenschappelijke en technische gegevens, worden vastgesteld en ook worden gebaseerd op een grondige beoordeling van de sociaal-economische gevolgen en de beschikbaarheid van protocollen en technieken voor het meten van de blootstelling op de werkplek. Die informatie moet indien mogelijk gegevens bevatten over restrisico’s voor de gezondheid van de werknemers en adviezen van het Comité risicobeoordeling (RAC) van het Europees Agentschap voor

(5) Deze richtlijn zorgt voor een betere bescherming van de gezondheid en de veiligheid van de werknemers op de werkplek. Nieuwe grenswaarden moeten in Richtlijn 2004/37/EG worden vastgesteld aan de hand van een op risico’s gebaseerde methode. Bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling moeten wetenschappelijk onderbouwd zijn en worden vastgesteld op basis van alle beschikbare informatie, waaronder geactualiseerde wetenschappelijke en technische gegevens, een grondige beoordeling van de sociaaleconomische gevolgen en de beschikbaarheid van protocollen en technieken om de blootstelling op de werkplek te meten. Die informatie moet

RR\1228417NL.docx 15/68 PE661.965v03-00

NL

chemische stoffen (ECHA) en van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (ACSH). Informatie over restrisico’s, die op het niveau van de Unie openbaar wordt gemaakt, is waardevol voor de toekomstige werkzaamheden ter beperking van de risico’s van beroepsmatige blootstelling aan carcinogene en mutagene agentia.

indien mogelijk gegevens bevatten over restrisico’s voor de gezondheid van de werknemers en adviezen van het Comité risicobeoordeling (RAC) van het Europees Agentschap voor chemische stoffen (ECHA) en van het Raadgevend Comité voor veiligheid en gezondheid op de arbeidsplaats (ACSH) en monografieën van het Internationaal Instituut voor kankeronderzoek (IARC). Informatie over restrisico’s, die op het niveau van de Unie openbaar wordt gemaakt, is waardevol voor de toekomstige werkzaamheden ter beperking van de risico’s van beroepsmatige blootstelling aan carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia.

Amendement 18



(6) Overeenkomstig de aanbevelingen van het RAC en van het ACSH worden — indien mogelijk — grenswaarden voor blootstelling via inademing vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor langdurige blootstelling) en, voor bepaalde carcinogene of mutagene agentia, in verhouding tot een kortere referentieperiode, over het algemeen 15 minuten als tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor kortstondige blootstelling), om de gevolgen van blootstelling gedurende korte tijd zo veel mogelijk te beperken.

(6) Overeenkomstig de aanbevelingen van het RAC en van het ACSH worden – indien mogelijk – grenswaarden voor blootstelling via inademing vastgesteld in verhouding tot een referentieperiode van acht uur als tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor langdurige blootstelling) en, voor bepaalde carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia, in verhouding tot een kortere referentieperiode, over het algemeen 15 minuten als tijdgewogen gemiddelde (grenswaarden voor kortstondige blootstelling), om de gevolgen van blootstelling gedurende korte tijd zo veel mogelijk te beperken.

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te

PE661.965v03-00 16/68 RR\1228417NL.docx

NL

breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 19



(7) Het is ook nodig voor alle carcinogene en mutagene agentia rekening te houden met andere mogelijkheden voor de absorptie ervan dan inademing, zoals opname via de huid, om een optimaal beschermingsniveau te waarborgen.

(7) Het is ook nodig voor alle carcinogene, mutagene en reprotoxische agentia rekening te houden met andere mogelijkheden voor de absorptie ervan dan inademing, zoals opname via de huid, om een optimaal beschermingsniveau te waarborgen.

Motivering


Amendement 20



(7 bis) Op de werkplek worden werknemers vaak blootgesteld aan een cocktail van gevaarlijke stoffen, wat de risico’s kan vergroten en nadelige gevolgen voor de gezondheid kan hebben. In geval van blootstelling aan een combinatie van stoffen die volgens hetzelfde werkingsmechanisme of op dezelfde doelcel of hetzelfde doelweefsel werkzaam zijn, moet de toepassing van hun mogelijke grenswaarden worden aangepast, zodat er rekening wordt gehouden met de gecombineerde effecten.

RR\1228417NL.docx 17/68 PE661.965v03-00

NL

Motivering

Werknemers worden vaak tegelijkertijd blootgesteld aan verschillende gevaarlijke chemische stoffen die worden gebruikt in of voortkomen uit industriële processen. Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling worden per stof vastgesteld, zonder dat er rekening wordt gehouden met een mogelijke blootstelling aan meerdere stoffen op hetzelfde moment met hetzelfde werkingsmechanisme (bijvoorbeeld meerdere carcinogene agentia op de werkplek).

Amendement 21



(9) Acrylonitril voldoet aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad47 als kankerverwekkend (categorie 1B) te worden ingedeeld en is een carcinogeen agens in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Voor dit carcinogeen agens kan aan de hand van de beschikbare informatie, met inbegrip van wetenschappelijke en technische gegevens, een grenswaarde op de lange en de korte termijn worden vastgesteld. Acrylonitril kan ook door de huid worden geabsorbeerd. Het is daarom passend een grenswaarde vast te stellen voor acrylonitril binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/37/EG en een huidnotatie toe te kennen. Het ACSH was het, op basis van het advies van het RAC, ermee eens dat biomonitoring voor acrylonitril nuttig is. Dit moet in overweging worden genomen bij het opstellen van richtsnoeren voor het praktische gebruik van biomonitoring.

(9) Acrylonitril voldoet aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad47 als kankerverwekkend (categorie 1B) te worden ingedeeld en is een carcinogeen agens in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Voor dit carcinogeen agens kan aan de hand van de beschikbare informatie, met inbegrip van wetenschappelijke en technische gegevens, een grenswaarde op de lange en de korte termijn worden vastgesteld. Acrylonitril kan ook door de huid worden geabsorbeerd. Acrylonitril is acuut toxisch en veroorzaakt neurotoxiciteit, plaatselijke irritatie van de huid, ogen en luchtwegen, alsook sensibilisatie van de huid. Het is daarom passend een grenswaarde vast te stellen voor acrylonitril binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/37/EG en een huidnotatie toe te kennen. Het ACSH was het, op basis van het advies van het RAC, ermee eens dat biomonitoring voor acrylonitril nuttig is. Dit moet in overweging worden genomen bij het opstellen van richtsnoeren voor het praktische gebruik van biomonitoring.

__________________ __________________47 Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. Beschikbaar op:

47 Verordening (EG) nr. 1272/2008 betreffende de indeling, etikettering en verpakking van stoffen en mengsels. Beschikbaar op:

PE661.965v03-00 18/68 RR\1228417NL.docx

NL

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32008R1272.

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32008R1272.

Motivering

Dit amendement is gebaseerd op het advies van het Comité risicobeoordeling van het ECHA: https://echa.europa.eu/documents/10162/102477c9-a961-2c96-5c4d-76fcd856ac19

Amendement 22



(10) Met betrekking tot acrylonitril kan het op korte termijn moeilijk zijn te voldoen aan een grenswaarde van 1 mg/m³ (0,45 ppm) en een kortetermijngrenswaarde van 4 mg/m³ (1,8 ppm). Er moet in een overgangsperiode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn worden voorzien waarna deze grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling van toepassing zijn.

(10) Met betrekking tot acrylonitril kan het op korte termijn moeilijk zijn te voldoen aan een grenswaarde van 1 mg/m³ (0,45 ppm) en een kortetermijngrenswaarde van 4 mg/m³ (1,8 ppm). Er moet in een overgangsperiode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn worden voorzien waarna deze grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling van toepassing zijn. De blootstelling moet zo ver als technisch uitvoerbaar is onder deze grenswaarden worden teruggebracht.

Motivering

Wanneer het technisch niet mogelijk is om deze stof door iets anders te vervangen, moet de blootstelling van werknemers tot een zo laag mogelijk niveau worden beperkt als technisch mogelijk is. Dit is de minimalisatieplicht van artikel 5, leden 2 en 3, van Richtlijn 2004/37/EG.

Amendement 23Voorstel voor een richtlijnOverweging 12


(12) Met betrekking tot nikkelverbindingen kan het in een aantal sectoren of bij een aantal processen, waaronder met name smelterijen, raffinaderijen en lassen, moeilijk zijn te voldoen aan een grenswaarde van 0,01 mg/m3 voor de respirabele fractie en

(12) Op basis van de consensus tussen de sociale partners binnen het ACSH wordt met betrekking tot nikkelverbindingen een grenswaarde van 0,01 mg/m³ voor de respirabele fractie en van 0,05 mg/m³ voor de inhaleerbare fractie ingevoerd. Volgens het RAC

RR\1228417NL.docx 19/68 PE661.965v03-00

NL

een grenswaarde van 0,05 mg/m3 voor de inhaleerbare fractie. Aangezien identieke risicobeheersmaatregelen kunnen worden gebruikt voor chroom (VI)-verbindingen en nikkelverbindingen, moeten de overgangsmaatregelen om blootstelling aan deze twee groepen carcinogene agentia te verminderen bovendien op elkaar worden afgestemd. Daarom moet in een overgangsperiode tot en met 17 januari 2025 worden voorzien waarin een grenswaarde van 0,1 mg/m³ voor de inhaleerbare fractie van nikkelverbindingen van toepassing is. Deze overgangsperiode is consistent met de in Richtlijn 2017/2398/EU48 vastgestelde datum van toepassing van de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan chroom (VI)-verbindingen.

ondersteunt de beschikbare informatie over de mechanismen van genotoxiciteit en kanker een op het werkingsmechanisme gebaseerde drempelwaarde voor carcinogene effecten. Het RAC heeft daarom voor de respirabele fractie een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling van 0,005 mg/m³ voorgesteld en voor de inhaleerbare fractie een van 0,03 mg/m³. Onder die waarden wordt voor werknemers geen groot restrisico op kanker verwacht. In een aantal sectoren of bij een aantal processen, waaronder met name smelterijen, raffinaderijen en lassen, kan het moeilijk zijn aan deze waarden te voldoen. Aangezien identieke risicobeheersmaatregelen kunnen worden gebruikt voor chroom (VI)-verbindingen en nikkelverbindingen, moeten de overgangsmaatregelen om blootstelling aan deze twee groepen carcinogene agentia te verminderen bovendien op elkaar worden afgestemd. Daarom moet in een overgangsperiode tot en met 17 januari 2025 worden voorzien waarin een grenswaarde van 0,1 mg/m³ voor de inhaleerbare fractie van nikkelverbindingen van toepassing is. Deze overgangsperiode is consistent met de in Richtlijn 2017/2398/EU48 vastgestelde datum van toepassing van de grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling aan chroom (VI)-verbindingen. De blootstelling moet, voor zover technisch uitvoerbaar, tot zo ver mogelijk onder de ingevoerde grenswaarde worden beperkt en, indien mogelijk, tot onder de door het RAC voorgestelde grenswaarde.

__________________ __________________48 Richtlijn (EU) 2017/2398 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk. Beschikbaar op:

48 Richtlijn (EU) 2017/2398 van het Europees Parlement en de Raad van 12 december 2017 tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk. Beschikbaar op:

PE661.965v03-00 20/68 RR\1228417NL.docx

NL

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1571906530859&uri=CELEX:32017L2398.

https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/TXT/?qid=1571906530859&uri=CELEX:32017L2398

Amendement 24Voorstel voor een richtlijnOverweging 12 bis (nieuw)


(12 bis) De groene economie zal zich in het verlengde van de Europese Green Deal naar verwachting steeds verder uitbreiden. Het is belangrijk om bij het scheppen van nieuwe banen de veiligheids- en gezondheidsaspecten op het werk te blijven waarborgen en aanscherpen. Nikkelverbindingen spelen een grote rol bij de ontwikkeling van groene alternatieven voor fossiele brandstoffen. Aangezien de vraag naar nikkelverbindingen naar verwachting zal toenemen, is het belangrijk om werknemers te beschermen en de volledige en doeltreffende toepassing van de grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling van dit chemische agens te waarborgen.

Amendement 25



(13) Benzeen voldoet aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als kankerverwekkend (categorie 1A) te worden ingedeeld en is derhalve een carcinogeen agens in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Benzeen kan ook door de huid worden geabsorbeerd. De in bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde grenswaarde voor benzeen moet worden herzien in het licht van recentere wetenschappelijke gegevens en

(13) Benzeen voldoet aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als kankerverwekkend (categorie 1A) te worden ingedeeld en is derhalve een carcinogeen agens in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Benzeen kan ook door de huid worden geabsorbeerd. De in bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde grenswaarde voor benzeen moet in overeenstemming met het advies van het ACSH uiterlijk op 1 januari 2030

RR\1228417NL.docx 21/68 PE661.965v03-00

NL




het is passend de huidnotatie te handhaven. Het ACSH was het, op basis van het advies van het RAC, ermee eens dat biomonitoring voor benzeen nuttig is. Dit moet in overweging worden genomen bij het opstellen van richtsnoeren voor het praktische gebruik van biomonitoring.

worden herzien in het licht van recentere wetenschappelijke gegevens, en het is passend de huidnotatie te handhaven. Het ACSH was het er, op basis van het advies van het RAC, ook mee eens dat biomonitoring voor benzeen nuttig is. Dit moet in overweging worden genomen bij het opstellen van richtsnoeren voor het praktische gebruik van biomonitoring.

Amendement 26Voorstel voor een richtlijnOverweging 14


(14) Met betrekking tot benzeen kan het in sommige sectoren moeilijk zijn om op korte termijn aan een herziene grenswaarde van 0,2 ppm (0,66 mg/m3) te voldoen. Er moet in een overgangsperiode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn worden voorzien. Vanaf twee tot hoogstens vier jaar na de inwerkingtreding moet een overgangsgrenswaarde van 0,5 ppm (1,65 mg/m3) van toepassing zijn.

(14) Met betrekking tot benzeen dient op basis van de consensus tussen de sociale partners in het ACSH een herziene grenswaarde van 0,2 ppm (0,66 mg/m³) te worden ingevoerd. Volgens het RAC kan een op het werkingsmechanisme gestoelde drempelwaarde voor schade aan de chromosomen van werknemers worden gebruikt om een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling voor carcinogeniteit te bepalen waarbij geen groot restrisico op kanker bestaat en andere nadelige gevolgen worden voorkomen. Het RAC heeft om deze reden een grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling van 0,05 ppm (0,16mg/m³) voorgesteld. Aangezien het in sommige sectoren moeilijk kan zijn om op korte termijn aan de herziene grenswaarde te voldoen, moet in een overgangsperiode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn worden voorzien. Vanaf twee tot hoogstens vier jaar na de inwerkingtreding moet een overgangsgrenswaarde van 0,5 ppm (1,65 mg/m3) van toepassing zijn. De blootstelling moet zo ver als technisch uitvoerbaar is, worden teruggebracht onder de ingevoerde grenswaarde, en, indien mogelijk, onder de door het RAC voorgestelde grenswaarde.

Amendement 27

PE661.965v03-00 22/68 RR\1228417NL.docx

NL



(14 bis) De grenswaarde voor respirabel kristallijn silicastof (respirabele fractie) in bijlage III bij Richtlijn (EU) 2017/2398 moet in het licht van de evaluaties van de Commissie overeenkomstig Richtlijn 2004/37/EG en recentere wetenschappelijke en technische gegevens worden herzien.

Amendement 28Voorstel voor een richtlijnOverweging 14 ter (nieuw)


(14 ter) Kobalt en kobaltverbindingen voldoen aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als kankerverwekkend (categorie 1B) te worden ingedeeld en zijn derhalve carcinogeen in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Voor die groep carcinogene agentia kunnen aan de hand van de beschikbare informatie, met inbegrip van wetenschappelijke en technische gegevens, grenswaarden worden vastgesteld. Blootstelling aan kobalt en kobaltverbindingen op de werkplek kan ook leiden tot sensibilisatie van de huid en de luchtwegen. Het is daarom passend twee grenswaarden vast te stellen voor zowel de inhaleerbare als de respirabele fracties van kobalt en kobaltverbindingen binnen het toepassingsgebied van Richtlijn 2004/37/EG, en een notatie voor sensibilisatie van de huid en de luchtwegen toe te kennen.

Amendement 29


RR\1228417NL.docx 23/68 PE661.965v03-00

NL


(14 quater) Gevaarlijke geneesmiddelen kunnen nadelige gezondheidseffecten, zoals bepaalde soorten kanker en reproductieve aandoeningen, veroorzaken bij werknemers die eraan worden blootgesteld tijdens werkzaamheden waarbij deze geneesmiddelen worden bereid, toegediend of afgevoerd. Gevaarlijke geneesmiddelen hebben gevolgen voor werknemers die er direct dan wel indirect mee in aanraking komen. Deze werknemers zijn onder meer gezondheidswerkers die cytostatische of cytotoxische medicijnen gebruiken om kankerpatiënten in ziekenhuizen of thuis te behandelen, en werknemers die werkzaamheden verrichten in verband met het schoonmaken, vervoeren, wassen of verwijderen van gevaarlijke medicijnen of van materiaal dat door dergelijke medicijnen is besmet. Daarom is het belangrijk alle werknemers te beschermen door ook de betreffende farmacotherapeutische categorieën van gevaarlijke geneesmiddelen op te nemen in bijlage I bij Richtlijn 2004/37/EG. De verminderings- en vervangingsvereisten in artikel 4 van deze richtlijn zijn niet van toepassing op gevaarlijke geneesmiddelen, omdat ze van essentieel belang zijn bij de behandeling van patiënten. De overige bepalingen in die richtlijn, met name de artikelen 5 t/m 18 bis, zoals bij deze richtlijn gewijzigd, zijn van toepassing op werknemers die aan gevaarlijke geneesmiddelen worden blootgesteld.

Motivering

Alleen al in de gezondheidszorg in Europa worden 12,7 miljoen werknemers (onder wie 7,3 miljoen verpleegkundigen) op hun werk aan gevaarlijke geneesmiddelen blootgesteld. Uit studies blijkt dat werknemers in de gezondheidszorg die met cytostatische medicijnen (alle medicijnen die tumoren tegengaan) omgaan, een drie keer zo hoog risico op kanker lopen (zoals borstkanker of hemopoëtische kanker) en dat verpleegkundigen die aan cytotoxische

PE661.965v03-00 24/68 RR\1228417NL.docx

NL

medicijnen zijn blootgesteld, een twee keer zo hoog risico op een miskraam lopen.

Amendement 30

Voorstel voor een richtlijnOverweging 14 quinquies (nieuw)


(14 quinquies)Wanneer op een werkplek of tijdens het uitvoeren van arbeidsgerelateerde taken carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia worden gebruikt, met inbegrip van de stoffen in de bijlagen bij Richtlijn 2004/37/EG, zoals bij deze richtlijn gewijzigd, moet dit worden gemeld bij de nationale autoriteiten die verantwoordelijk zijn voor het toezicht op de gezondheid van werknemers. Wanneer de lidstaten bepalen welke stoffen worden gemeld, moeten zij rekening houden met de overeenkomstig artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG bij de Commissie ingediende verslagen over de tenuitvoerlegging.

Amendement 31



(15 bis) Het is belangrijk de operationele haalbaarheid en naleving te waarborgen en te vergemakkelijken en onevenredige gevolgen voor micro-ondernemingen en kmo’s te vermijden, en daarbij gelijke beschermingsniveaus voor alle werknemers te handhaven, onder meer door de gevolgen van de omzetting voor kmo’s te beoordelen en alle nodige maatregelen te nemen om de veiligheid en gezondheid van werknemers te waarborgen, ongeacht de omvang van de onderneming. In dit licht bezien kunnen specifieke maatregelen (zoals stimuleringsmaatregelen en digitale

RR\1228417NL.docx 25/68 PE661.965v03-00

NL

instrumenten) ertoe bijdragen dat zij de in Richtlijn 2004/37/EG gestelde verplichtingen beter kunnen nakomen. Er is een belangrijke rol weggelegd voor de sociale partners en het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk, met name om kmo’s te helpen bij het beoordelen van de risico’s voor hun personeel en het invoeren van gepaste beschermingsmaatregelen.

Amendement 32



(16) De in deze richtlijn vastgestelde grenswaarden moeten regelmatig worden geëvalueerd en herzien om te zorgen voor overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1907/200649.

(16) De in deze richtlijn vastgestelde grenswaarden moeten doorlopend worden geëvalueerd en regelmatig herzien, waarbij zo nodig ook wetgevingsvoorstellen worden gedaan, om te zorgen voor overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1907/200649.

__________________ __________________49 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen. Beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32006R1907

49 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen. Beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32006R1907

Amendement 33



(17) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het beschermen van de werknemers tegen de risico’s voor hun veiligheid en gezondheid die zich op het

(17) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het beschermen van de werknemers tegen de risico’s voor hun veiligheid en gezondheid die zich op het

PE661.965v03-00 26/68 RR\1228417NL.docx

NL

werk door blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia voordoen of kunnen voordoen, en het voorkomen van dergelijke risico’s, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

werk door blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia voordoen of kunnen voordoen, en het voorkomen van dergelijke risico’s, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

Amendement 34



(18 bis) In de artikelen 153, 154 en 155 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie (VWEU) zijn de bewegingsruimte en bevoegdheden van de sociale partners vastgelegd om te onderhandelen over overeenkomsten inzake gezondheid en veiligheid op het werk en deze te handhaven. Daarnaast waarborgt het Handvest van de grondrechten van de Europese Unie (het Handvest) met name het grondrecht op leven (artikel 2 van het Handvest), en het recht op eerlijke en rechtvaardige werkomstandigheden met betrekking tot gezondheid, veiligheid en waardigheid (artikel 31, lid 1, van het Handvest).

Amendement 35

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGTitel

RR\1228417NL.docx 27/68 PE661.965v03-00

NL

Bestaande tekst Amendement

-1) De titel van Richtlijn 2004/37/EG wordt vervangen door:

RICHTLIJN 2004/37/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid l, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad)

“RICHTLIJN 2004/37/EG VAN HET EUROPEES PARLEMENT EN DE RAAD van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid l, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad)”

Motivering


Amendement 36

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 bis (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 1 – lid 1 – alinea 1


-1 bis) De eerste alinea van artikel 1, lid 1, wordt vervangen door:

1. Deze richtlijn heeft ten doel de werknemers te beschermen tegen gevaren voor hun veiligheid en gezondheid die zich tijdens hun werk door blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia voordoen of kunnen voordoen, en tevens dergelijke gevaren te voorkomen.

“1. Deze richtlijn heeft ten doel de werknemers te beschermen tegen gevaren voor hun veiligheid en gezondheid die zich tijdens hun werk door blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia voordoen of kunnen voordoen, en tevens dergelijke gevaren te voorkomen.”

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk

PE661.965v03-00 28/68 RR\1228417NL.docx

NL

EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 37

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 ter (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 2 – letter b bis (nieuw)


-1 ter) In artikel 2 wordt het volgende punt ingevoegd:

“b bis) “reprotoxische agentia”: stoffen of mengsels die voldoen aan de criteria om als voor de voortplanting giftig te worden ingedeeld in categorie 1A of 1B in deel 3 van bijlage VI bij Verordening (EG) nr. 1272/2008;”

Motivering


Amendement 38

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quater (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 2 – letter c (nieuw)


-1 quater) In artikel 2 wordt punt c) vervangen door:

c) “grenswaarde”: tenzĳ anders omschreven, de limiet van het tĳdgewogen

“c) “grenswaarde”: tenzij anders omschreven, de limiet van het tijdgewogen

RR\1228417NL.docx 29/68 PE661.965v03-00

NL

gemiddelde van de concentratie voor een “carcinogeen of mutageen agens” in de lucht in de ademhalingszone van een werknemer gedurende een gespecificeerde referentieperiode als bepaald in bĳlage III bij de onderhavige richtlijn.

gemiddelde van de concentratie voor een “carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens” in de lucht in de ademhalingszone van een werknemer gedurende een gespecificeerde referentieperiode als bepaald in bijlage III bij de onderhavige richtlijn.”

Motivering


Amendement 39

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quinquies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 2 – letter c bis (nieuw)


-1 quinquies) Aan artikel 2 wordt het volgende punt toegevoegd:

“c bis) “op risico’s gebaseerde grenswaarde”: een grenswaarde die is vastgesteld op een blootstellingsniveau dat overeenstemt met een risico op het ontwikkelen van een nadelig gezondheidseffect (bijv. kanker) en die ligt tussen een minimaal en een maximaal risiconiveau, vast te stellen overeenkomstig de procedure van artikel 153, lid 2, VWEU.”

Motivering

Tegenwoordig zijn belanghebbenden en regeringen het erover eens dat het huidige systeem voor het bepalen van grenswaarden overeenkomstig de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia moet worden bijgesteld en dat op een risicogebaseerde methode moet worden overgestapt. In de praktijk houdt de methode die thans door de Europese Commissie wordt gehanteerd rekening met een combinatie van gezondheidsaspecten, de technische haalbaarheid en sociaal-economische factoren. De voor carcinogene agentia voorgestelde

PE661.965v03-00 30/68 RR\1228417NL.docx

NL

bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn uiteindelijk gebaseerd op een kosten-batenanalyse.

Amendement 40

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 sexies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 3 – lid 1


-1 sexies) In artikel 3 wordt lid 1 vervangen door:

1. Deze richtlijn is van toepassing op werkzaamheden waarbij werknemers ten gevolge van hun werk aan carcinogene of mutagene agentia worden of kunnen worden blootgesteld.

“1. Deze richtlĳn is van toepassing op werkzaamheden waarbĳ werknemers ten gevolge van hun werk aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia worden of kunnen worden blootgesteld.”

Motivering


Amendement 41

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 septies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 3 – lid 2 – alinea 1


-1 septies) In artikel 3, lid 2, wordt de eerste alinea vervangen door:

Voor alle werkzaamheden waarbĳ zich het risico van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia kan voordoen, moeten de aard, de mate en de duur van blootstelling van de werknemers worden bepaald teneinde alle risico’s voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers te

“Voor alle werkzaamheden waarbĳ zich het risico van blootstelling aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia kan voordoen, moeten, door middel van een systematische risicobeoordeling, de aard, de mate en de duur van blootstelling van de werknemers

RR\1228417NL.docx 31/68 PE661.965v03-00

NL

kunnen beoordelen en te kunnen vaststellen welke maatregelen moeten worden genomen. Deze beoordeling moet op gezette tĳden worden herhaald en in ieder geval telkens wanneer er een wĳziging plaatsvindt van de omstandigheden die van invloed kunnen zĳn op de blootstelling van werknemers aan carcinogene of mutagene agentia. De werkgever dient de verantwoordelĳke instanties op hun verzoek mede te delen welke elementen bĳ deze beoordeling hebben meegespeeld.

worden bepaald teneinde alle risico’s voor de veiligheid of de gezondheid van de werknemers te kunnen beoordelen en te kunnen vaststellen welke maatregelen moeten worden genomen. Deze beoordeling moet op gezette tijden worden herhaald en in ieder geval telkens wanneer er een wijziging plaatsvindt van de omstandigheden die van invloed kunnen zijn op de blootstelling van werknemers aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia. De werkgever dient de verantwoordelĳke instanties op hun verzoek mede te delen welke elementen bĳ deze beoordeling hebben meegespeeld.”

(02004L0037)

Motivering

Het is belangrijk de systematische risicobeoordeling als verplichting te vermelden.

Amendement 42

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 octies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 3 – lid 4


-1 octies) In artikel 3 wordt lid 4 vervangen door:

4. Bĳ de beoordeling van het risico besteedt de werkgever bĳzondere aandacht aan de eventuele gevolgen voor de veiligheid of de gezondheid van bĳzonder kwetsbare risicogroepen en houdt hĳ onder andere rekening met de wenselĳkheid de betrokken werknemers niet te werk te stellen op plaatsen waar zĳ in contact kunnen komen met carcinogene of mutagene agentia.

“4. Bij de beoordeling van het risico besteedt de werkgever bijzondere aandacht aan de eventuele gevolgen voor de veiligheid of de gezondheid van bijzonder kwetsbare risicogroepen en houdt hij onder andere rekening met de wenselijkheid de betrokken werknemers niet te werk te stellen op plaatsen waar zij in contact kunnen komen met carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia.”

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk

PE661.965v03-00 32/68 RR\1228417NL.docx

NL

EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 43

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 nonies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 4 – lid 1


-1 nonies) In artikel 4 wordt lid 1 vervangen door:

1. De werkgever vermindert het gebruik van een carcinogeen of mutageen agens op het werk, met name door het agens, voorzover dat technisch uitvoerbaar is, te vervangen door een stof, een mengsel of een procedé die (dat) in de omstandigheden waaronder zĳ (het) wordt gebruikt, niet of minder gevaarlĳk is voor de gezondheid of in voorkomend geval voor de veiligheid van de werknemers.

“1. Wanneer op de werkplek carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia aanwezig zijn, vermindert de werkgever het gebruik daarvan, met name door het agens, voor zover dat technisch uitvoerbaar is, te vervangen door een stof, een preparaat of een procedé die (dat) in de omstandigheden waaronder zij (het) wordt gebruikt, niet of minder gevaarlijk is voor de gezondheid of in voorkomend geval voor de veiligheid van de werknemers. Dit lid is niet van toepassing op het gebruik van gevaarlijke geneesmiddelen als bedoeld in bijlage I.”

Motivering


Amendement 44

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 decies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 2

RR\1228417NL.docx 33/68 PE661.965v03-00

NL


-1 decies) In artikel 5 wordt lid 2 vervangen door:

2. Indien het technisch niet mogelĳk is het carcinogeen of mutageen agens te vervangen door een stof, een mengsel of een procedé die (dat), in de omstandigheden waaronder zĳ (het) wordt gebruikt, niet of minder gevaarlĳk is voor de veiligheid of de gezondheid, zorgt de werkgever ervoor dat de productie en het gebruik van het carcinogeen of mutageen agens plaatsvinden in een gesloten systeem, voorzover dat technisch uitvoerbaar is.

“2. Indien het technisch niet mogelijk is het carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens te vervangen door een stof, een preparaat of een procedé die (dat), in de omstandigheden waaronder zij (het) wordt gebruikt, niet of minder gevaarlijk is voor de veiligheid of de gezondheid, zorgt de werkgever ervoor dat de productie en het gebruik van het carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens plaatsvinden in een gesloten systeem, voor zover dat technisch uitvoerbaar is.”

Motivering


Amendement 45

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 undecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 4


-1 undecies) In artikel 5 wordt lid 4 vervangen door:

4. De blootstelling mag de grenswaarde van een carcinogeen agens, zoals bepaald in bijlage III, niet overschrijden.

“4. De blootstelling mag de grenswaarde van een carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens, zoals bepaald in bijlage III, niet overschrijden. In geval van blootstelling aan een combinatie van stoffen die volgens hetzelfde werkingsmechanisme of op dezelfde doelcel of hetzelfde doelweefsel werkzaam zijn, moet de toepassing van de

PE661.965v03-00 34/68 RR\1228417NL.docx

NL

mogelijke grenswaarden voor deze stoffen worden aangepast, zodat er rekening wordt gehouden met de gecombineerde effecten.”

Motivering


Amendement 46

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 duodecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – inleidende formule


-1 duodecies) De inleidende formule van artikel 5, lid 5, wordt vervangen door:

5. In alle gevallen waarin een carcinogeen of mutageen agens wordt gebruikt, past de werkgever alle onderstaande maatregelen toe:

“5. In alle gevallen waarin een carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens wordt gebruikt, past de werkgever alle onderstaande maatregelen toe:”

Motivering


Amendement 47

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 terdecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter a

RR\1228417NL.docx 35/68 PE661.965v03-00

NL


-1 terdecies) In artikel 5, lid 5, wordt punt a) vervangen door:

a) beperking van de hoeveelheden van een carcinogeen of mutageen agens op het werk;

“a) beperking van de hoeveelheden van een carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens op het werk;”

Motivering


Amendement 48

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quaterdecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter c


-1 quaterdecies) In artikel 5, lid 5, wordt letter c) vervangen door:

c) een zodanige opzet van de arbeidsprocédés en de technische maatregelen, dat het vrijkomen van carcinogene of mutagene agentia op het werk wordt vermeden of tot een minimum beperkt;

“c) een zodanige opzet van de arbeidsprocedés en de technische maatregelen, dat het vrijkomen van carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia op het werk wordt vermeden of tot een minimum beperkt;”

Motivering


Amendement 49

PE661.965v03-00 36/68 RR\1228417NL.docx

NL

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quindecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter d


-1 quindecies) In artikel 5, lid 5, wordt punt d) vervangen door:

d) passende verwĳdering van de carcinogene of mutagene agentia aan de bron, passende plaatselĳke afzuiging of passende algemene ventilatie die stroken met de noodzaak van bescherming van de volksgezondheid en het milieu;

“d) passende verwijdering van de carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia aan de bron, passende plaatselijke afzuiging of passende algemene ventilatie die stroken met de noodzaak van bescherming van de volksgezondheid en het milieu;”

Motivering


Amendement 50

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 sexdecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter e


-1 sexdecies) In artikel 5, lid 5, wordt punt e) vervangen door:

e) gebruik van geschikte bestaande meetmethoden voor carcinogene of mutagene agentia, in het bĳzonder voor de vroegtĳdige opsporing van abnormale blootstellingen ten gevolge van een onvoorzien voorval of een ongeval;

“e) gebruik van geschikte bestaande meetmethoden voor carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia, in het bijzonder voor de vroegtijdige opsporing van abnormale blootstellingen ten gevolge van een onvoorzien voorval of een ongeval;”

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie

RR\1228417NL.docx 37/68 PE661.965v03-00

NL

van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 51

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 septdecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter i bis (nieuw)


-1 septdecies) In artikel 5, lid 5, wordt het volgende punt ingevoegd:

“i bis) erop toezien dat persoonlijke beschermingsmiddelen worden verstrekt;”

Amendement 52

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 octodecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter j


-1 octodecies) In artikel 5, lid 5, wordt punt j) vervangen door:

j) afbakening van gevarenzones en gebruik van adequate waarschuwings- en veiligheidssignalen, met inbegrip van rookverboden, in zones waar de werknemers aan carcinogene of mutagene agentia zĳn of kunnen worden blootgesteld;

“j) afbakening van gevarenzones en gebruik van adequate waarschuwings- en veiligheidssignalen, met inbegrip van rookverboden, in zones waar de werknemers aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia zijn of kunnen worden blootgesteld;”

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming

PE661.965v03-00 38/68 RR\1228417NL.docx

NL

van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 53

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 novodecies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 5 – lid 5 – letter m bis (nieuw)


-1 novodecies)Aan artikel 5, lid 5, wordt het volgende punt toegevoegd:

“m bis) het treffen van de nodige maatregelen overeenkomstig Richtlijn 92/85/EG, opdat zwangere en pas bevallen werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven naar behoren worden beschermd en in geen geval werkzaamheden behoeven te verrichten die hun veiligheid of gezondheid in gevaar kunnen brengen.”

Motivering

Reprotoxische agentia kunnen zeer schadelijk zijn voor zwangere werkneemsters en werkneemsters die borstvoeding geven. Daarom moeten voor deze groep werknemers specifieke maatregelen worden getroffen.

Amendement 54

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 vicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 6 – alinea 1 – letter a


-1 vicies) In artikel 6, eerste alinea, wordt letter a) vervangen door:

a) de verrichte werkzaamheden en/of toegepaste industriële procédés, met opgave van de redenen waarom er carcinogene of mutagene agentia worden gebruikt;

“a) de verrichte werkzaamheden en/of toegepaste industriële procedés, met opgave van de redenen waarom er carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia worden gebruikt;”

RR\1228417NL.docx 39/68 PE661.965v03-00

NL

Motivering


Amendement 55

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 unvicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 6 – alinea 1 – letter b


-1 unvicies) In artikel 6, eerste alinea, wordt punt b) vervangen door:

b) de gefabriceerde of gebruikte hoeveelheden stoffen of preparaten die carcinogene of mutagene agentia bevatten;

“b) de gefabriceerde of gebruikte hoeveelheden stoffen of mengsels die carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia bevatten;”

Motivering


Amendement 56

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 duovicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 10 – lid 1 – inleidende formule


-1 duovicies) In artikel 10, lid 1, wordt de inleidende formule vervangen door:

1. Voor alle werkzaamheden waarbĳ een kans op besmetting door carcinogene

“1. Voor alle werkzaamheden waarbij een kans op besmetting door carcinogene,

PE661.965v03-00 40/68 RR\1228417NL.docx

NL

of mutagene agentia bestaat, zĳn de werkgevers gehouden passende maatregelen te treffen om te bewerkstelligen dat:

mutagene of reprotoxische agentia bestaat, zijn de werkgevers gehouden passende maatregelen te treffen om te bewerkstelligen dat:”

Motivering


Amendement 57

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 tervicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 10 – alinea 1 – letter a


-1 tervicies) In artikel 10, lid 1, wordt punt a) vervangen door:

a) de werknemers niet eten, drinken en roken in werkzones waar gevaar voor besmetting door carcinogene of mutagene agentia bestaat;

“a) de werknemers niet eten, drinken en roken in werkzones waar gevaar voor besmetting door carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia bestaat;”

Motivering


Amendement 58Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quatervicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 11 – lid 1 – alinea 2 – streepjes 1 en 2

RR\1228417NL.docx 41/68 PE661.965v03-00

NL


-1 quatervicies) In artikel 11, lid 1, tweede alinea, worden de streepjes vervangen door:

– worden aangepast aan de ontwikkeling van de risico's en aan het ontstaan van nieuwe risico's, en

– worden aangepast aan de ontwikkeling van de risico’s en aan het ontstaan van nieuwe risico’s,

– op gezette tĳden worden gegeven aan alle werknemers in de gezondheidszorg die worden blootgesteld aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia, met name wanneer nieuwe medicijnen hun intrede doen.

– indien nodig, op gezette tĳden worden herhaald.

– indien nodig, op gezette tijden in andere sectoren worden gegeven."

Amendement 59

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quinvicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 11 – lid 2


-1 quinvicies) In artikel 11 wordt lid 2 vervangen door:

2. De werkgevers zĳn gehouden de werknemers ervan op de hoogte te brengen welke installaties en bĳbehorende recipiënten carcinogene of mutagene agentia bevatten en er voor te zorgen dat alle recipiënten, verpakkingen en installaties die carcinogene of mutagene agentia bevatten, duidelĳk leesbaar worden gekenmerkt en dat er duidelĳk zichtbare gevarensignalen worden aangebracht.

“2. De werkgevers zijn gehouden de werknemers ervan op de hoogte te brengen welke installaties en bijbehorende recipiënten carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia bevatten en er voor te zorgen dat alle recipiënten, verpakkingen en installaties die carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia bevatten, duidelijk leesbaar worden gekenmerkt en dat er duidelijk zichtbare gevarensignalen worden aangebracht.”

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te

PE661.965v03-00 42/68 RR\1228417NL.docx

NL

breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 60

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 sexvicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 14 – lid 3 – alinea 1


-1 sexvicies) In artikel 14, lid 3, wordt de eerste alinea vervangen door:

3. Indien een werknemer een afwijking vertoont die het gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia zou kunnen zijn, kan de arts of de voor de medische controle op de werknemers verantwoordelijke instantie verlangen dat andere werknemers die op soortgelijke wijze zijn blootgesteld een medische controle ondergaan.

“3. “Indien een werknemer een afwijking vertoont die het gevolg van blootstelling aan carcinogene, mutagene agentia of reprotoxische stoffen zou kunnen zijn, kan de arts of de voor de medische controle op de werknemers verantwoordelijke instantie verlangen dat andere werknemers die op soortgelijke wijze zijn blootgesteld een medische controle ondergaan. ”

Motivering


Amendement 61

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 septvicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 14 – lid 8 – alinea 1


-1 septvicies) In artikel 14, lid 8, wordt de eerste alinea vervangen door:

8. Alle gevallen van kanker die “8. Alle gevallen van kanker en

RR\1228417NL.docx 43/68 PE661.965v03-00

NL

overeenkomstig de nationale wetgeving en/of praktĳk zĳn herkend als een gevolg van blootstelling aan een carcinogeen of mutageen agens op het werk, moeten aan de verantwoordelĳke instantie worden gemeld.

reproductieve aandoeningen die overeenkomstig de nationale wetgeving en/of praktijk zijn herkend als een gevolg van blootstelling aan een carcinogeen, mutageen of reprotoxisch agens op het werk, moeten aan de verantwoordelijke instantie worden gemeld. De lidstaten moeten de in dit lid bedoelde informatie opnemen in hun verslagen over de tenuitvoerlegging die zij conform artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG bij de Commissie moeten indienen.”

Amendement 62

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 octovicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 15 – lid 2 bis (nieuw)


-1 octovicies) Aan artikel 15 wordt het volgende lid toegevoegd:

“2 bis. De lidstaten verstrekken de Commissie de in artikel 14, lid 8, bedoelde informatie als onderdeel van hun verslagen over de tenuitvoerlegging die zij conform artikel 17 bis van Richtlijn 89/391/EEG bij de Commissie moeten indienen.”

Motivering


Amendement 63

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 novovicies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 16 – lid 1

PE661.965v03-00 44/68 RR\1228417NL.docx

NL


-1 novovicies) Artikel 16, lid 1, wordt vervangen door:

1. De Raad stelt volgens de procedure van artikel 137, lid 2, van het Verdrag in richtlijnen grenswaarden vast op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, ten aanzien van alle carcinogene of mutagene agentia waarvan dit mogelijk is, en, zo nodig, andere daarmee rechtstreeks verband houdende bepalingen.

“1. Het Europees Parlement en de Raad stellen volgens de procedure van artikel 153, lid 2, VWEU in richtlijnen op risico’s gebaseerde grenswaarden vast op de grondslag van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische informatie daarbij inbegrepen, ten aanzien van alle carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia waarvan dit mogelijk is, en, zo nodig, andere daarmee rechtstreeks verband houdende bepalingen.”

Amendement 64

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 tricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 17 – lid 1


-1 tricies) In artikel 17 wordt de eerste alinea vervangen door:

De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 17 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om zuiver technische wijzigingen aan te brengen in bijlage II, teneinde rekening te houden met de technische vooruitgang, wijzigingen in internationale voorschriften of specificaties en nieuwe bevindingen op het gebied van carcinogene of mutagene agentia.

“De Commissie is bevoegd om overeenkomstig artikel 17 bis gedelegeerde handelingen vast te stellen om zuiver technische wijzigingen aan te brengen in bijlage II, teneinde rekening te houden met de technische vooruitgang, wijzigingen in internationale voorschriften of specificaties en nieuwe bevindingen op het gebied van carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia.”

Motivering

Volgens voorzichtige schattingen op basis van een enquête die door het Franse Ministerie van Arbeid is gehouden (SUMER, 2015), wordt minimaal 1 % van de beroepsbevolking in elk EU-land op het werk aan ten minste één voor de voortplanting giftige stof blootgesteld. Door het toepassingsgebied van de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia uit te breiden tot reprotoxische agentia, wordt het huidige stelsel voor gezondheid en veiligheid op het werk versterkt. Bovendien zorgt dit voor juridische samenhang en een betere afstemming

RR\1228417NL.docx 45/68 PE661.965v03-00

NL

van de wetgeving inzake chemische stoffen op EU-niveau.

Amendement 65Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 untricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – alinea 2 bis (nieuw)


-1 untricies) In artikel 18 bis wordt na de tweede alinea de onderstaande alinea ingevoegd:

“Uiterlijk 31 december 2021 dient de Commissie, rekening houdend met de bestaande aanbevelingen van de verschillende agentschappen, belanghebbenden en de Wereldgezondheidsorganisatie inzake prioritaire carcinogene, mutagene en reprotoxische stoffen waarvoor grenswaarden nodig zijn, en na raadpleging van het ACSH, een actieplan in teneinde grenswaarden te bepalen voor beroepsmatige blootstelling voor ten minste 25 stoffen of groepen van stoffen of tijdens werkprocedés gegenereerde stoffen ter aanvulling van de in deze richtlijn bedoelde stoffen. Uiterlijk 31 december 2024 dient de Commissie na raadpleging van het ACSH een wetgevingsvoorstel in, waarbij zij rekening houdt met dit actieplan en met de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen.”

Amendement 66

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 duotricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – alinea 2 ter (nieuw)


-1 duotricies) In artikel 18 bis wordt na de tweede alinea de onderstaande alinea ingevoegd:

PE661.965v03-00 46/68 RR\1228417NL.docx

NL

“Uiterlijk 1 maart 2022 formuleert de Commissie, in het licht van de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen en na het nodige overleg met relevante belanghebbenden, met name zorgpersoneel en gezondheidswerkers, een definitie van “gevaarlijke geneesmiddelen” en neemt zij in bijlage I een lijst op met alle stoffen die daaronder vallen. De Commissie herziet deze lijst om de twee jaar. Uiterlijk 1 december 2022 stelt de Commissie, na het nodige overleg met relevante belanghebbenden, EU-richtsnoeren en normen op voor het bereiden, toedienen en afvoeren van gevaarlijke geneesmiddelen. Deze richtsnoeren en normen worden gepubliceerd op de website van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA) en door de betreffende bevoegde autoriteiten in alle lidstaten verspreid. Het overleg dat plaatsvindt om de definitie, de lijst, de richtsnoeren en de normen te ontwikkelen, dient transparant te zijn. De belangenverklaringen van de belanghebbenden en deskundigen moeten tijdig openbaar worden gemaakt.”

Motivering

Uit studies blijkt dat werknemers in de gezondheidszorg die met cytostatische medicijnen (alle medicijnen die tumoren tegengaan) omgaan, een drie keer zo hoog risico op kanker lopen (zoals borstkanker of hemopoëtische kanker) en dat verpleegkundigen die aan cytotoxische medicijnen zijn blootgesteld, een twee keer zo hoog risico op een miskraam lopen.

Amendement 67

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 tertricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – lid 2 quater (nieuw)


-1 tertricies) In artikel 18 bis wordt na de tweede alinea de onderstaande alinea

RR\1228417NL.docx 47/68 PE661.965v03-00

NL

ingevoegd:

“Uiterlijk 1 juni 2022 bepaalt de Commissie, rekening houdend met de bestaande methode voor het bepalen van grenswaarden voor carcinogene agentia in bepaalde lidstaten en met het advies van het ACSH, de boven- en ondergrens zoals bedoeld in artikel 2. Uiterlijk 1 december 2022 stelt de Commissie, na het nodige overleg met relevante belanghebbenden, EU-richtsnoeren op over de methode voor het vaststellen van de op risico’s gebaseerde grenswaarden in het kader van deze richtlijn. Deze richtsnoeren worden gepubliceerd op de website van het Europees Agentschap voor de veiligheid en de gezondheid op het werk (EU-OSHA) en door de betreffende bevoegde autoriteiten in alle lidstaten verspreid.”

Motivering

Tegenwoordig zijn belanghebbenden en regeringen het erover eens dat het huidige systeem voor het bepalen van grenswaarden overeenkomstig de richtlijn betreffende carcinogene en mutagene agentia moet worden bijgesteld en dat op een risicogebaseerde methode moet worden overgestapt. In de praktijk houdt de methode die thans door de Europese Commissie wordt gehanteerd rekening met een combinatie van gezondheidsaspecten, de technische haalbaarheid en sociaal-economische factoren. De voor carcinogene agentia voorgestelde bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn uiteindelijk gebaseerd op een kosten-batenanalyse.

Amendement 68

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quatertricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – alinea 4 bis (nieuw)


-1 quatertricies) In artikel 18 bis wordt de volgende alinea ingevoegd:

“Uiterlijk 1 december 2022 stelt de Commissie, rekening houdend met de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen, het advies van het RAC en na het nodige overleg met relevante

PE661.965v03-00 48/68 RR\1228417NL.docx

NL

belanghebbenden, EU-richtsnoeren op over de wijze waarop de toepassing van de in artikel 5, lid 4, bedoelde grenswaarden moet worden aangepast in het geval van blootstelling aan een combinatie van stoffen. Deze richtsnoeren worden gepubliceerd op de website van het EU-OSHA en door de betreffende bevoegde autoriteiten in alle lidstaten verspreid.”

Motivering

Werknemers worden vaak tegelijkertijd blootgesteld aan verschillende gevaarlijke chemische stoffen die worden gebruikt in of voortkomen uit industriële processen. Grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling worden per stof vastgesteld, zonder dat er rekening wordt gehouden met een mogelijke blootstelling aan meerdere stoffen op hetzelfde moment met hetzelfde werkingsmechanisme (bijvoorbeeld meerdere carcinogene agentia op de werkplek).

Amendement 69Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 quintricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – alinea 4 ter (nieuw)


-1 quintricies) In artikel 18 bis wordt de volgende alinea ingevoegd:

“Uiterlijk 31 december 2023 legt de Commissie, na raadpleging van het ACSH en rekening houdend met het advies van het RAC van 2018 en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen, een wetsvoorstel voor ter invoering van de grenswaarde voor kobalt en kobaltverbindingen.”

Amendement 70Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 sextricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – alinea 4 quater (nieuw)


-1 sextricies) In artikel 18 bis wordt de volgende alinea ingevoegd:

RR\1228417NL.docx 49/68 PE661.965v03-00

NL

“Uiterlijk 1 januari 2028 begint de Commissie, rekening houdend met het advies van het RAC van 2018 en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen, met het evalueren van de haalbaarheid van een verdere verlaging van de grenswaarde voor benzeen. In voorkomend geval doet de Commissie uiterlijk 1 januari 2030 een voorstel tot de nodige wijzigingen en aanpassingen in verband met deze stof.”

Amendement 71Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 septtricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGArtikel 18 bis – alinea 4 quinquies (nieuw)


-1 septtricies) In artikel 18 bis wordt de volgende alinea ingevoegd:

“Uiterlijk 1 januari 2028 evalueert de Commissie, rekening houdend met het advies van het RAC van 2018 en de nieuwste wetenschappelijke ontwikkelingen, de haalbaarheid van een verdere verlaging van de grenswaarde voor nikkelverbindingen. In voorkomend geval doet de Commissie uiterlijk 1 januari 2030 een voorstel tot de nodige wijzigingen en aanpassingen in verband met deze stof.”

Amendement 72

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 octotricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGBijlage I – punt 8 bis (nieuw)


-1 octotricies) In bijlage I wordt het volgende punt ingevoegd:

“8 bis. Werkzaamheden waarbij sprake is van blootstelling aan gevaarlijke geneesmiddelen die voldoen aan de

PE661.965v03-00 50/68 RR\1228417NL.docx

NL

criteria om als carcinogeen, mutageen en/of voor de voortplanting giftig te worden ingedeeld in categorie 1A of 1B in bijlage I bij Verordening (EG) nr. 1272/2008 van het Europees Parlement en de Raad.”

Motivering

Alleen al in de gezondheidszorg in Europa worden 12,7 miljoen werknemers (onder wie 7,3 miljoen verpleegkundigen) op hun werk aan gevaarlijke geneesmiddelen blootgesteld. Uit studies blijkt dat werknemers in de gezondheidszorg die met cytostatische medicijnen (alle medicijnen die tumoren tegengaan) omgaan, een drie keer zo hoog risico op kanker lopen (zoals borstkanker of hemopoëtische kanker) en dat verpleegkundigen die aan cytotoxische medicijnen zijn blootgesteld, een twee keer zo hoog risico op een miskraam lopen.

Amendement 73

Voorstel voor een richtlijnArtikel 1 – punt -1 novotricies (nieuw)Richtlijn 2004/37/EGBijlage II – punt 1


-1 novotricies)In bijlage II wordt punt 1 vervangen door:

1. De arts en/of de instantie die voor de medische controle van de aan carcinogene of mutagene agentia blootgestelde werknemers verantwoordelĳk is/zĳn, dient/dienen goed op de hoogte te zĳn van de voorwaarden en omstandigheden van de blootstelling van elke werknemer.

“1. De arts en/of de instantie die voor de medische controle van de aan carcinogene, mutagene of reprotoxische agentia blootgestelde werknemers verantwoordelijk is/zijn, dient/dienen goed op de hoogte te zijn van de voorwaarden en omstandigheden van de blootstelling van elke werknemer.”

Motivering


Amendement 74

Voorstel voor een richtlijn

RR\1228417NL.docx 51/68 PE661.965v03-00

NL

Bijlage – punt 1 – inleidende formuleRichtlijn 2004/37/EGBijlage III – punt A – rij 4

Bestaande tekst

Respirabel kristallijn silicastof

– – 0,1 – – – – – –

Amendement

Respirabel kristallijn silicastof

– – 0,05 – – – – – –

Motivering

De Commissie is op grond van Richtlijn (EU) 2017/2398 verplicht te evalueren in hoeverre het noodzakelijk is de grenswaarde voor respirabel kristallijn silicastof te wijzigen. De grenswaarde van respirabel kristallijn silicastof blijft sinds de opname ervan in bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG in 2017 gehandhaafd op 0,1 mg/m³, ondanks het feit dat tussen 2010 en 2069 naar verwachting 341 000 werknemers zullen overlijden of overleden zijn als gevolg van blootstelling aan dit niveau. Dit cijfer geeft uitsluitend gevallen van longkanker weer, hoewel de mortaliteit naar verwachting hoger zal zijn als gevolg van andere door blootstelling veroorzaakte ziekten. Spanje en Finland, en andere niet-EU-landen, hanteren op nationaal niveau een lagere grenswaarde (0,05 mg/m³), waaruit blijkt dat dit technisch en economisch haalbaar is.

PE661.965v03-00 52/68 RR\1228417NL.docx

NL

TOELICHTING

Kanker is de belangrijkste oorzaak van werkgerelateerde sterfgevallen in de Europese Unie. Uit gegevens blijkt dat ongeveer 52 % van de arbeidsgerelateerde sterfgevallen verband houdt met werkgerelateerde kanker, 24 % met hart- en vaatziekten en 22 % met andere ziekten.

De Europese Commissie heeft van de strijd tegen kanker een van haar prioriteiten voor 2019-2024 gemaakt. Volgens de Commissie kan 40 % van de gevallen van kanker in Europa worden voorkomen. De blootstelling van werknemers aan carcinogene of mutagene stoffen voorkomen, sluit aan bij een betere bescherming van werknemers en de vermindering of eliminatie van arbeidsgerelateerde risico’s.

De Commissie heeft de problematiek van beroepsmatige blootstelling aan carcinogene en mutagene agentia al aangepakt door de vaststelling van drie voorstellen tot actualisering van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk, waarvan het eerste in mei 2016 is goedgekeurd, het tweede in januari 2017 en het derde in april 2018.

Dit is het vierde wetgevingsvoorstel met betrekking tot die richtlijn. Voorgesteld wordt om nieuwe grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling vast te stellen voor drie stoffen: acrylonitril, nikkelverbindingen en benzeen.

De rapporteur is ingenomen met het voorstel van de Commissie en met de vaststelling van deze nieuwe grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling. De nieuwe wijziging van de richtlijn is bedoeld om een nieuw niveau van bescherming op het werk te waarborgen voor meer dan een miljoen werknemers in de hele EU, in talrijke en uiteenlopende sectoren, waaronder de olie- en textielsector, de be- en verwerkende industrie, de bouwsector en de chemische sector. Het is ook verdedigbaar een onderscheid te maken tussen respirabele en inhaleerbare fracties van de nikkelverbindingen en daarvoor verschillende grenswaarden vast te stellen, omdat de soort blootstelling en de gevaarlijkheid voor beide fracties verschillend zijn.

Het voorstel voorziet ook in een passende overgangsperiode die naargelang de stof varieert, zodat de ondernemingen zich aan de vastgestelde nieuwe grenswaarden kunnen aanpassen. De rapporteur vindt het belangrijk dat een aanpak wordt gehanteerd die deze overgang voor micro-, kleine en middelgrote ondernemingen vergemakkelijkt. Bij de invoering van de nieuwe grenswaarden moet een specifieke aanpak worden gevolgd voor kmo’s, want hun financiële en personele capaciteit is beperkt. Digitale instrumenten, facilitering en stimulansen kunnen passende instrumenten zijn om aan de behoeften van deze bedrijven te voldoen.

Volgens de rapporteur moet de problematiek van gevaarlijke geneesmiddelen op ambitieuze wijze worden aangepakt. Jaarlijks kunnen in Europa immers meer dan 12,7 miljoen gezondheidswerkers, van wie 7,3 miljoen verpleegkundigen, worden blootgesteld aan gevaarlijke geneesmiddelen. Bij de omgang met en bereiding en toediening van deze geneesmiddelen worden de gezondheidswerkers blootgesteld aan grote gezondheidsrisico’s. Uit studies blijkt dat het risico van kwaadaardige tumoren bij hen driemaal zo groot is. Om deze redenen heeft de rapporteur ervoor gekozen om naast de wijziging van bijlage 1 bij de richtlijn tot opneming van gevaarlijke geneesmiddelen te verzoeken om de uitvaardiging van

RR\1228417NL.docx 53/68 PE661.965v03-00

NL

richtlijnen die de uitwisseling van informatie en optimale praktijken tussen de lidstaten mogelijk maken, en om de opstelling van een Unieregister met een definitie van gevaarlijke stoffen en een regelmatig bij te werken lijst van antineoplastische, immunosuppressieve en antivirale geneesmiddelen en hun werkzame stoffen. Uit de studies ter zake blijkt dat wetgeving slechts doeltreffend is als zij naar behoren vergezeld gaat van niet-bindende richtsnoeren en toelichtingen.

Tot slot heeft de rapporteur willen bevestigen dat het Parlement bereid is om ook de problematiek van de reprotoxische stoffen aan te pakken. Die is reeds aan bod gekomen bij de eerdere herzieningen, maar de discussie daarover zit momenteel in een impasse. De hoop leeft dat de medewetgevers dankzij de heropening van deze discussie een passende en evenwichtige oplossing voor dit probleem vinden.

MINDERHEIDSSTANDPUNT

Als pro-Europese en democratische fracties die zich inzetten voor de bescherming van werknemers tegen risico’s in verband met blootstelling aan schadelijke stoffen op het werk, geven de Fracties PPE, S&D, Renew Europe, Verts/ALE en The Left hun volledig steun aan de herziening van de richtlijn inzake carcinogene en mutagene agentia, die door de Europese Commissie is ingevoerd en door leden van dit Parlement is gewijzigd. Daarom steunen onze fracties het aan mevrouw Zambelli van de ID-Fractie toegewezen wetgevingsverslag. Deze steun verbindt ons evenwel op geen enkele wijze met deze fractie en haar standpunten, welke wij resoluut verwerpen.

PE661.965v03-00 54/68 RR\1228417NL.docx

NL

24.2.2021

ADVIES VAN DE COMMISSIE JURIDISCHE ZAKEN

aan de Commissie werkgelegenheid en sociale zaken

inzake het voorstel voor een richtlijn van het Europees Parlement en de Raad tot wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk(COM(2020)0571 – C9-0301/2020 – 2020/0262(COD))

Rapporteur voor advies: Gilles Lebreton

BEKNOPTE MOTIVERING

Er zij aan herinnerd dat kanker, al dan niet in verband met werk, de op een na belangrijkste doodsoorzaak in de EU-landen is (na hart- en vaatziekten), ongeveer een kwart van alle sterfgevallen veroorzaakt en wordt beschouwd als een van de belangrijkste oorzaken van voortijdig overlijden. De ziekte heeft niet alleen gevolgen voor de individuele gezondheid en het gezinsleven, maar ook voor de nationale sociale en gezondheidsstelsels, overheidsbegrotingen en de productiviteit en groei van de economie.

In deze algemene context is de Commissie voornemens een plan te presenteren om het lijden dat door de ziekte wordt veroorzaakt, te verminderen en de lidstaten te steunen bij de verbetering van de preventie en de behandeling van kanker.

In de context van arbeid wordt 52 % van de jaarlijkse arbeidsgerelateerde sterfgevallen toegeschreven aan kanker, 24 % aan hart- en vaatziekten, 22 % aan andere ziekten en 2 % aan ongevallen op het werk.

Richtlijn 2004/37/EG is vastgesteld op grond van artikel 153, lid 2, onder b), VWEU met het oog op de verbetering van de veiligheid en de gezondheid van werknemers. Artikel 16 van de richtlijn voorziet in het vaststellen van grenswaarden overeenkomstig de procedure van artikel 153, lid 2, VWEU voor alle carcinogene of mutagene agentia ten aanzien waarvan dit mogelijk is.

Het doel van dit voorstel is het versterken van het beschermingsniveau waarin deze richtlijn voorziet, door nieuwe of herziene grenswaarden op te nemen.

Met het oog hierop hebben vier werkgeversorganisaties op de voorafgaande raadpleging gereageerd, en zij bevestigden dat zij voorstander zijn van maatregelen die tot doel hebben werknemers effectief te beschermen tegen arbeidsgerelateerde kanker, waaronder de vaststelling van bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling op EU-niveau; zij benadrukten echter dat de waarden evenredig en technisch uitvoerbaar moeten zijn. De

RR\1228417NL.docx 55/68 PE661.965v03-00

NL

werkgevers achtten de criteria van de Commissie voor het prioriteren van stoffen relevant, maar stelden voor om ook criteria met betrekking tot de technische en economische haalbaarheid op te nemen.

Om voorrang te geven aan de volksgezondheid, bevat dit voorstel geen versoepelde regelingen voor micro-ondernemingen en kmo’s. Volgens de Commissie zullen voor alle stoffen waarop de herziening betrekking heeft, de vereiste investeringen voor kmo’s de komende zestig jaar slechts een klein deel van hun omzet vertegenwoordigen. Slechts een zeer klein aantal kmo’s die nikkelverbindingen gebruiken, kan moeilijkheden ondervinden om aan de voorkeursoptie te voldoen. Om deze moeilijkheden zoveel mogelijk te beperken, zijn er in het pakket voorkeursopties overgangsperioden opgenomen.

De betrokken ondernemingen staan over het algemeen achter deze prioriteiten op het gebied van volksgezondheid. Vanwege de onzekere economische en sociale context hebben zij evenwel behoefte aan duidelijkheid en rechtszekerheid. Het is daarom onder meer noodzakelijk dat de definities van de betrokken stoffen en producten en de mogelijkheden inzake inhalatie nauwkeurig zijn en dat het tijdschema voor eventuele herzieningen vooraf wordt vastgesteld.

Tot slot moet worden gewezen op de inspanningen die de Commissie heeft geleverd om deze voorstellen tot herziening van de richtlijn van 2004 toe te lichten en te motiveren.

AMENDEMENTEN

De Commissie juridische zaken verzoekt de bevoegde Commissie werkgelegenheid en sociale zaken onderstaande amendementen in aanmerking te nemen:

Amendement 1



(1) Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad45 is gericht op de bescherming van de werknemers tegen risico’s voor hun gezondheid en veiligheid als gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk. Die richtlijn voorziet in een consistent niveau van bescherming tegen de risico’s in verband met beroepsmatige blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia via een kader van algemene beginselen dat de lidstaten in staat stelt ervoor te zorgen dat de

(1) Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad45 is gericht op de bescherming van de werknemers tegen risico’s voor hun gezondheid en veiligheid als gevolg van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia of reprotoxische stoffen op het werk. Die richtlijn voorziet in een consistent niveau van bescherming tegen de risico’s in verband met beroepsmatige blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia of reprotoxische stoffen via een kader van algemene beginselen dat de lidstaten in

PE661.965v03-00 56/68 RR\1228417NL.docx

NL

minimumvoorschriften op een consequente manier worden toegepast. Die minimumvoorschriften zijn gericht op de bescherming van de werknemers op Unieniveau. De lidstaten kunnen strengere bepalingen vaststellen.

staat stelt ervoor te zorgen dat de minimumvoorschriften op een consequente manier worden toegepast. Die minimumvoorschriften zijn gericht op de bescherming van de werknemers op Unieniveau. De lidstaten kunnen strengere bepalingen vaststellen. Die minimumvoorschriften moeten worden vastgesteld na raadpleging van de betrokken economische en sociale actoren en moeten gebaseerd zijn op evenredige en technisch haalbare waarden en procedures, in het belang van de gezondheid en de veiligheid van werknemers.

_________________ _________________45 Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50).

45 Richtlijn 2004/37/EG van het Europees Parlement en de Raad van 29 april 2004 betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk (zesde bijzondere richtlijn in de zin van artikel 16, lid 1, van Richtlijn 89/391/EEG van de Raad) (PB L 158 van 30.4.2004, blz. 50).

Amendement 2



(1 bis) De werkgeversverplichtingen die in deze richtlijn worden vastgelegd, moeten rekening houden met het feit dat micro-ondernemingen en kmo’s, die de grote meerderheid van bedrijven in de Unie uitmaken, over beperkte financiële, technische en personele middelen beschikken. De lidstaten moeten derhalve de gevolgen van de tenuitvoerlegging van deze richtlijn en de ermee samenhangende administratieve lasten voor dergelijke ondernemingen beoordelen om te waarborgen dat deze ondernemingen niet onevenredig worden getroffen, waarbij zij bijzondere aandacht

RR\1228417NL.docx 57/68 PE661.965v03-00

NL

moeten schenken aan micro-ondernemingen, en de resultaten van die beoordelingen bekendmaken. Op die manier moeten de lidstaten ervoor zorgen dat alle werknemers dezelfde bescherming genieten, en moeten zij de naleving door micro-ondernemingen en kmo’s vergemakkelijken. Tegen die achtergrond kunnen specifieke maatregelen zoals stimulansen en digitale instrumenten kmo’s en micro-ondernemingen helpen om beter te voldoen aan de verplichtingen van Richtlijn 2004/37/EG en vooruitgang te boeken bij het elimineren van risico’s in verband met blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op de werkplek.

Amendement 3



(2) In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten46, die door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gezamenlijk is afgekondigd op de Sociale Top voor eerlijke banen en groei van 17 november 2017, is het recht van de werknemers op een hoge mate van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk vastgelegd, waaronder bescherming tegen carcinogene en mutagene agentia op het werk.

(2) In beginsel 10 van de Europese pijler van sociale rechten46, die door het Europees Parlement, de Raad en de Commissie gezamenlijk is afgekondigd op de Sociale Top voor eerlijke banen en groei van 17 november 2017, is het recht van de werknemers op een veilige, gezonde en goed aangepaste werkomgeving, dat wil zeggen op een hoge mate van bescherming van hun gezondheid en veiligheid op het werk vastgelegd, waaronder bescherming tegen carcinogene en mutagene agentia op het werk.

_________________ _________________46 Europese pijler van sociale rechten, november 2017, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/commission/sites/beta-political/files/witboek_over_de_toekomst_van_europa_nl.pdf

46 Europese pijler van sociale rechten, november 2017, beschikbaar op: https://ec.europa.eu/info/sites/info/files/social-summit-european-pillar-social-rights-booklet_nl.pdf

Amendement 4

PE661.965v03-00 58/68 RR\1228417NL.docx

NL



(3) Bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn belangrijke onderdelen van de algemene bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde regelingen voor de bescherming van de werknemers en mogen niet worden overschreden. Grenswaarden en andere rechtstreeks daarmee verband houdende bepalingen moeten worden vastgesteld voor alle carcinogene of mutagene agentia waarvoor de beschikbare informatie, met inbegrip van wetenschappelijke en technische gegevens, dit mogelijk maakt.

(3) Bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling zijn belangrijke onderdelen van de algemene bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde regelingen voor de bescherming van de werknemers en mogen niet worden overschreden. In het licht van de sociale, economische en technologische ontwikkelingen moeten, om werknemers en bedrijven beter te beschermen tegen alle mogelijke beroepsrisico’s, grenswaarden en andere voorschriften die rechtstreeks verband houden met bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling worden vastgesteld voor alle carcinogene of mutagene agentia waarvoor de beschikbare informatie, met inbegrip van wetenschappelijke en technische gegevens, dit mogelijk maakt.

Amendement 5



(4) De inachtneming van bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling doet geen afbreuk aan de andere verplichtingen van de werkgevers uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG, zoals de vermindering van het gebruik van carcinogene en mutagene agentia op de werkplek, de voorkoming of vermindering van de blootstelling van de werknemers aan carcinogene of mutagene agentia en de maatregelen die daartoe moeten worden uitgevoerd. Die maatregelen moeten, voor zover dat technisch uitvoerbaar is, het volgende omvatten: de vervanging van het carcinogene of mutagene agens door een stof, mengsel of procedé dat niet, of minder, gevaarlijk is voor de gezondheid

(4) De inachtneming van bindende grenswaarden voor beroepsmatige blootstelling doet geen afbreuk aan de andere verplichtingen van de werkgevers uit hoofde van Richtlijn 2004/37/EG, zoals de vermindering van het gebruik van carcinogene en mutagene agentia op de werkplek, de voorkoming of vermindering van de blootstelling van de werknemers aan carcinogene of mutagene agentia en de maatregelen die daartoe moeten worden uitgevoerd. Die maatregelen moeten, voor zover dat technisch uitvoerbaar is, het volgende omvatten: de vervanging van het carcinogene of mutagene agens door een stof, mengsel of procedé dat niet gevaarlijk is voor de gezondheid van de werknemers,

RR\1228417NL.docx 59/68 PE661.965v03-00

NL

van de werknemers, het gebruik van een gesloten systeem, of andere maatregelen om de blootstelling van de werknemers te verminderen.

het gebruik van een gesloten systeem, of andere maatregelen om de blootstelling van de werknemers te verminderen of blootstelling van de werknemers geheel te voorkomen. Onderzoeksprogramma’s op dat gebied, met name inzake de risico’s voor de gezondheid van werknemers, moeten in aanmerking komen voor financiering in het kader van toekomstige nationale en Europese herstelplannen.

Amendement 6



(5 bis) Deze richtlijn verschaft meer duidelijkheid voor werknemers, werkgevers en handhavingsautoriteiten, draagt bij tot een gelijk speelveld voor marktdeelnemers en zorgt voor een positief effect op de werkgelegenheid en de economie.

Amendement 7



(7) Het is ook nodig voor alle carcinogene en mutagene agentia rekening te houden met andere mogelijkheden voor de absorptie ervan dan inademing, zoals opname via de huid, om een optimaal beschermingsniveau te waarborgen.

(7) Het is ook nodig voor alle carcinogene en mutagene agentia rekening te houden met andere mogelijkheden voor de absorptie ervan dan inademing, zoals opname via de huid of via de slijmvliezen, om een optimaal beschermingsniveau te waarborgen.

Amendement 8



PE661.965v03-00 60/68 RR\1228417NL.docx

NL

(7 bis) Werknemers kunnen worden blootgesteld aan een cocktail van gevaarlijke stoffen. Dit kan de risico’s voor hun gezondheid vergroten. Met het oog op mogelijke gecombineerde blootstelling aan gevaarlijke stoffen is het noodzakelijk de voorschriften aan te passen en de grenswaarden naar beneden bij te stellen om rekening te houden met de gecombineerde effecten.

Amendement 9



(13) Benzeen voldoet aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als kankerverwekkend (categorie 1A) te worden ingedeeld en is derhalve een carcinogeen agens in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Benzeen kan ook door de huid worden geabsorbeerd. De in bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde grenswaarde voor benzeen moet worden herzien in het licht van recentere wetenschappelijke gegevens en het is passend de huidnotatie te handhaven. Het ACSH was het, op basis van het advies van het RAC, ermee eens dat biomonitoring voor benzeen nuttig is. Dit moet in overweging worden genomen bij het opstellen van richtsnoeren voor het praktische gebruik van biomonitoring.

(13) Benzeen voldoet aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als kankerverwekkend (categorie 1A) te worden ingedeeld en is derhalve een carcinogeen agens in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Benzeen kan ook door de huid worden geabsorbeerd. De in bijlage III bij Richtlijn 2004/37/EG vastgestelde grenswaarde voor benzeen moet uiterlijk 1 januari 2030, overeenkomstig het advies van het ACSH, worden herzien in het licht van recentere wetenschappelijke gegevens en het is passend de huidnotatie te handhaven. Het ACSH was het, op basis van het advies van het RAC, ermee eens dat biomonitoring voor benzeen nuttig is. Dit moet in overweging worden genomen bij het opstellen van richtsnoeren voor het praktische gebruik van biomonitoring.

Amendement 10



(14) Met betrekking tot benzeen kan het in sommige sectoren moeilijk zijn om op korte termijn aan een herziene grenswaarde

(14) Met betrekking tot benzeen kan het in sommige sectoren en voor sommige ondernemingen, met name micro-

RR\1228417NL.docx 61/68 PE661.965v03-00

NL

van 0,2 ppm (0,66 mg/m3) te voldoen. Er moet in een overgangsperiode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn worden voorzien. Vanaf twee tot hoogstens vier jaar na de inwerkingtreding moet een overgangsgrenswaarde van 0,5 ppm (1,65 mg/m3) van toepassing zijn.

ondernemingen en kmo’s, moeilijk zijn om op korte termijn aan een herziene grenswaarde van 0,2 ppm (0,66 mg/m3), verlaagd ten opzichte van de eerdere waarde van 1 ppm (3,25 mg/m3), te voldoen. Er moet derhalve in een overgangsperiode van vier jaar na de inwerkingtreding van deze richtlijn worden voorzien. Vanaf twee tot hoogstens vier jaar na de inwerkingtreding moet een overgangsgrenswaarde van 0,5 ppm (1,65 mg/m3) van toepassing zijn.

Amendement 11



(14 bis) Kobalt en kobaltverbindingen voldoen aan de criteria om overeenkomstig Verordening (EG) nr. 1272/2008 als kankerverwekkend (categorie 1B) te worden ingedeeld en zijn derhalve carcinogeen in de zin van Richtlijn 2004/37/EG. Voor die carcinogene stoffen kunnen aan de hand van de beschikbare informatie, wetenschappelijke en technische gegevens daarbij inbegrepen, grenswaarden worden vastgesteld. Blootstelling aan kobalt en kobaltverbindingen op de werkplek kan leiden tot sensibilisatie van de huid en de luchtwegen. Het is daarom passend om in het kader van Richtlijn 2004/37/EG grenswaarden vast te stellen voor inhaleerbare en respirabele fracties van kobalt en kobaltverbindingen.

Amendement 12



(16) De in deze richtlijn vastgestelde (16) De in deze richtlijn vastgestelde

PE661.965v03-00 62/68 RR\1228417NL.docx

NL

grenswaarden moeten regelmatig worden geëvalueerd en herzien om te zorgen voor overeenstemming met Verordening (EG) nr. 1907/200649.

grenswaarden moeten regelmatig worden geëvalueerd en ten minste elke vijf jaar worden herzien op basis van de wetenschappelijke en technologische ontwikkelingen, om ervoor te zorgen dat zij overeen blijven stemmen met Verordening (EG) nr. 1907/200649 en blijven aansluiten bij de ontwikkelingen op sociaal, economisch en technologisch gebied.

__________________ __________________49 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen. Beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32006R1907

49 Verordening (EG) nr. 1907/2006 van het Europees Parlement en de Raad van 18 december 2006 inzake de registratie en beoordeling van en de autorisatie en beperkingen ten aanzien van chemische stoffen. Beschikbaar op: https://eur-lex.europa.eu/legal-content/NL/ALL/?uri=CELEX%3A32006R1907

Amendement 13



(16 bis) De overgangsperioden waarin deze richtlijn voorziet, moeten het mogelijk maken passende maatregelen te nemen om op de veranderingen te anticiperen en de nodige investeringen te plannen, zodat negatieve gevolgen voor ondernemingen en werknemers worden voorkomen. Zo zullen overgangsperioden voor bepaalde stoffen kmo’s en micro-ondernemingen in staat moeten stellen specifieke technische problemen aan te pakken en investeringen ruim van tevoren te plannen.

RR\1228417NL.docx 63/68 PE661.965v03-00

NL

Amendement 14



(17) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het beschermen van de werknemers tegen de risico’s voor hun veiligheid en gezondheid die zich op het werk door blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia voordoen of kunnen voordoen, en het voorkomen van dergelijke risico’s, niet voldoende door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken.

(17) Daar de doelstelling van deze richtlijn, namelijk het beschermen van de werknemers tegen de risico’s voor hun veiligheid en gezondheid die zich op het werk door blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia voordoen of kunnen voordoen, en het voorkomen van dergelijke risico’s, door de lidstaten kan worden verwezenlijkt, maar vanwege de omvang en de gevolgen ervan nog beter door de Unie kan worden bereikt, kan de Unie, overeenkomstig het in artikel 5 van het Verdrag betreffende de Europese Unie neergelegde subsidiariteitsbeginsel, maatregelen nemen. Overeenkomstig het in hetzelfde artikel neergelegde evenredigheidsbeginsel gaat deze richtlijn niet verder dan wat nodig is om deze doelstelling te verwezenlijken. Dergelijke maatregelen zijn hoe dan ook minimumvoorschriften en ontnemen de lidstaten niet het recht om bepalingen vast te stellen die voorzien in een hoger niveau van bescherming.

Amendement 15



(17 bis) Aangezien de bepalingen van deze richtlijn ten doel hebben minimumvoorschriften vast te stellen, belet deze richtlijn de lidstaten niet bepalingen vast te stellen die een hoger niveau van bescherming bieden.

PE661.965v03-00 64/68 RR\1228417NL.docx

NL

PROCEDURE VAN DE ADVISERENDE COMMISSIE

Titel Wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk

Document- en procedurenummers COM(2020)0571 – C9-0301/2020 – 2020/0262(COD)

Bevoegde commissie Datum bekendmaking

EMPL5.10.2020

Advies uitgebracht door Datum bekendmaking

JURI5.10.2020

Rapporteur voor advies Datum benoeming

Gilles Lebreton12.10.2020

Datum goedkeuring 22.2.2021

Uitslag eindstemming +:–:0:

1351

Bij de eindstemming aanwezige leden Manon Aubry, Gunnar Beck, Geoffroy Didier, Pascal Durand, Angel Dzhambazki, Ibán García Del Blanco, Jean-Paul Garraud, Esteban González Pons, Mislav Kolakušić, Gilles Lebreton, Karen Melchior, Jiří Pospíšil, Franco Roberti, Marcos Ros Sempere, Ernő Schaller-Baross, Stéphane Séjourné, Raffaele Stancanelli, Marie Toussaint, Adrián Vázquez Lázara, Axel Voss, Marion Walsmann, Tiemo Wölken, Lara Wolters, Javier Zarzalejos

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Andrzej Halicki, Javier Nart, Emil Radev

RR\1228417NL.docx 65/68 PE661.965v03-00

NL

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE ADVISERENDE COMMISSIE

13 +ECR Raffaele Stancanelli

ID Gunnar Beck, Jean-Paul Garraud, Gilles Lebreton

NI Mislav Kolakušić

PPE Geoffroy Didier, Esteban González Pons, Jiří Pospíšil, Ernő Schaller-Baross, Axel Voss, Marion Walsmann, Javier Zarzalejos

The Left Manon Aubry

5 -ECR Angel Dzhambazki

Renew Pascal Durand, Karen Melchior, Stéphane Séjourné, Adrián Vázquez Lázara

1 0Verts/ALE Marie Toussaint

Verklaring van de gebruikte tekens:+ : voor- : tegen0 : onthouding

PE661.965v03-00 66/68 RR\1228417NL.docx

NL

PROCEDURE VAN DE BEVOEGDE COMMISSIE

Titel Wijziging van Richtlijn 2004/37/EG betreffende de bescherming van de werknemers tegen de risico’s van blootstelling aan carcinogene of mutagene agentia op het werk

Document- en procedurenummers COM(2020)0571 – C9-0301/2020 – 2020/0262(COD)

Datum indiening bij EP 22.9.2020

Bevoegde commissie Datum bekendmaking

EMPL5.10.2020

Adviserende commissies Datum bekendmaking

ENVI5.10.2020

JURI5.10.2020

Geen advies Datum besluit

ENVI12.10.2020

Rapporteurs Datum benoeming

Stefania Zambelli10.11.2020

Behandeling in de commissie 27.1.2021 23.2.2021

Datum goedkeuring 25.3.2021

Uitslag eindstemming +:–:0:

4606

Bij de eindstemming aanwezige leden Atidzhe Alieva-Veli, Abir Al-Sahlani, Marc Angel, Dominique Bilde, Gabriele Bischoff, Vilija Blinkevičiūtė, Milan Brglez, Sylvie Brunet, Jordi Cañas, David Casa, Margarita de la Pisa Carrión, Özlem Demirel, Klára Dobrev, Jarosław Duda, Estrella Durá Ferrandis, Lucia Ďuriš Nicholsonová, Rosa Estaràs Ferragut, Nicolaus Fest, Loucas Fourlas, Cindy Franssen, Elisabetta Gualmini, Alicia Homs Ginel, France Jamet, Agnes Jongerius, Radan Kanev, Stelios Kympouropoulos, Katrin Langensiepen, Miriam Lexmann, Elena Lizzi, Kira Marie Peter-Hansen, Dragoș Pîslaru, Manuel Pizarro, Dennis Radtke, Elżbieta Rafalska, Guido Reil, Mounir Satouri, Monica Semedo, Beata Szydło, Eugen Tomac, Romana Tomc, Marie-Pierre Vedrenne, Nikolaj Villumsen, Marianne Vind, Maria Walsh, Stefania Zambelli, Tomáš Zdechovský

Bij de eindstemming aanwezige vaste plaatsvervangers

Konstantinos Arvanitis, Marc Botenga, Johan Danielsson, Gheorghe Falcă, Sara Matthieu, Véronique Trillet-Lenoir

Datum indiening 7.4.2021

RR\1228417NL.docx 67/68 PE661.965v03-00

NL

HOOFDELIJKE EINDSTEMMING IN DE BEVOEGDE COMMISSIE

46 +ECR Lucia Ďuriš Nicholsonová

ID Dominique Bilde, France Jamet, Elena Lizzi, Stefania Zambelli

PPE David Casa, Jarosław Duda, Rosa Estaràs Ferragut, Gheorghe Falcă, Loucas Fourlas, Cindy Franssen, Radan Kanev, Stelios Kympouropoulos, Miriam Lexmann, Dennis Radtke, Eugen Tomac, Romana Tomc, Maria Walsh, Tomáš Zdechovský

Renew Atidzhe Alieva-Veli, Sylvie Brunet, Jordi Cañas, Dragoș Pîslaru, Monica Semedo, Véronique Trillet-Lenoir, Marie-Pierre Vedrenne

S&D Marc Angel, Gabriele Bischoff, Vilija Blinkevičiūtė, Milan Brglez, Johan Danielsson, Klára Dobrev, Estrella Durá Ferrandis, Elisabetta Gualmini, Alicia Homs Ginel, Agnes Jongerius, Manuel Pizarro, Marianne Vind

The Left Konstantinos Arvanitis, Marc Botenga, Özlem Demirel, Nikolaj Villumsen

Verts/ALE Katrin Langensiepen, Sara Matthieu, Kira Marie Peter-Hansen, Mounir Satouri

0 -

6 0ECR Margarita de la Pisa Carrión, Elżbieta Rafalska, Beata Szydło

ID Nicolaus Fest, Guido Reil

Renew Abir Al-Sahlani

Verklaring van de gebruikte tekens:+ : voor- : tegen0 : onthouding

PE661.965v03-00 68/68 RR\1228417NL.docx

NL

Documents

· Web viewwerknemers en hun kinderen beter te beschermen en om de veilige deelname van alle werknemers op de werkplek te waarborgen, met name van vrouwelijke werknemers die zwanger