8
Voetbalcommentator Sierd de Vos: ‘Ik heb eigenlijk geen wedstrijd nodig’ Tekst: Minne Groenstege Het was een verrassend bericht, dat op donderdag 27 december 2012 op de site van Voetbal International verscheen: ‘Sierd de Vos beste voetbalcommentator van Nederland.’ ,,Ik stond er zelf ook wel even van te kijken,” geeft De Vos toe. ,,Het bijzondere is dat ik voornamelijk werk voor Sport1, een sportkanaal achter de decoder. Het is voor het eerst bij zo’n verkiezing dat de winnaar geen verslaggever van het open net is.” Sierd de Vos; je vindt hem geweldig of verschrikkelijk, een middenweg is er niet. ,,Dat klopt wel een beetje ja, ik merk dat zelf ook vaak uit de reacties die ik krijg. Dat komt door de manier waarop ik verslag doe. Ik neem ontzettend veel risico. Toen ik in 1995 werd gevraagd om commentator te worden vond ik dat erg leuk, maar ik dacht wel: ik ga het helemaal anders doen dan de rest. Volgens mij ben ik daar aardig in geslaagd. Toch merk ik een kentering. Vroeger waren mijn voor- en tegenstanders eerlijk verdeeld, 50 - 50, maar inmiddels is die verhouding gegroeid naar 90 – 10. In mijn voordeel,” spreekt De Vos met een zelfverzekerdheid die tijdens het drie uur durende gesprek in zijn woonplaats Wijk bij Duurstede regelmatig terug zal komen. ,,Hoe ik dat weet? Na elke week wedstrijd typ ik mijn naam even in op Twitter, om te kijken wat de mensen er van vonden. Dat is soms een flink karwei, want bij een Clásico (wedstrijden tussen FC Barcelona en Real Madrid, red.) ben ik wel eens trending topic worldwide. Vooral bij jongeren val ik erg in de smaak merk ik, dat verbaast me wel. Natuurlijk is het leuk om positieve reacties te krijgen, daar doe je het toch voor. Pas kwam er een vrouw naar me toe die vertelde dat ze samen met haar man in Peru ’s nachts schaterend van het lachen naar mijn commentaar zit te luisteren. Dat is mooi om te horen.”

minnegroenstege.files.wordpress.com…  · Web view · 2014-01-23Europa Cup-finale tussen Feyenoord en Celtic in 1970 maar als voorbeeld. De legendarische commentator Herman Kuiphof

Embed Size (px)

Citation preview

Voetbalcommentator Sierd de Vos: ‘Ik heb eigenlijk geen wedstrijd nodig’

Tekst: Minne Groenstege

Het was een verrassend bericht, dat op donderdag 27 december 2012 op de site van Voetbal International verscheen: ‘Sierd de Vos beste voetbalcommentator van Nederland.’ ,,Ik stond er zelf ook wel even van te kijken,” geeft De Vos toe. ,,Het bijzondere is dat ik voornamelijk werk voor Sport1, een sportkanaal achter de decoder. Het is voor het eerst bij zo’n verkiezing dat de winnaar geen verslaggever van het open net is.”

Sierd de Vos; je vindt hem geweldig of verschrikkelijk, een middenweg is er niet. ,,Dat klopt wel een beetje ja, ik merk dat zelf ook vaak uit de reacties die ik krijg. Dat komt door de manier waarop ik verslag doe. Ik neem ontzettend veel risico. Toen ik in 1995 werd gevraagd om commentator te worden vond ik dat erg leuk, maar ik dacht wel: ik ga het helemaal anders doen dan de rest. Volgens mij ben ik daar aardig in geslaagd. Toch merk ik een kentering. Vroeger waren mijn voor- en tegenstanders eerlijk verdeeld, 50 - 50, maar inmiddels is die verhouding gegroeid naar 90 – 10. In mijn voordeel,” spreekt De Vos met een zelfverzekerdheid die tijdens het drie uur durende gesprek in zijn woonplaats Wijk bij Duurstede regelmatig terug zal komen. ,,Hoe ik dat weet? Na elke week wedstrijd typ ik mijn naam even in op Twitter, om te kijken wat de mensen er van vonden. Dat is soms een flink karwei, want bij een Clásico (wedstrijden tussen FC Barcelona en Real Madrid, red.) ben ik wel eens trending topic worldwide. Vooral bij jongeren val ik erg in de smaak merk ik, dat verbaast me wel. Natuurlijk is het leuk om positieve reacties te krijgen, daar doe je het toch voor. Pas kwam er een vrouw naar me toe die vertelde dat ze samen met haar man in Peru ’s nachts schaterend van het lachen naar mijn commentaar zit te luisteren. Dat is mooi om te horen.”

(Foto: VI Images)

“Wielercommentator Maarten Ducrot heeft het altijd over ‘het nieuwe wielrennen’, maar wat ik doe is eigenlijk ‘het nieuwe commentaar geven’. Het voetbal is de afgelopen decennia ontzettend veranderd, dus zal je het commentaar daar ook op moeten aanpassen. Neem de

Europa Cup-finale tussen Feyenoord en Celtic in 1970 maar als voorbeeld. De legendarische commentator Herman Kuiphof deed verslag van die wedstrijd, maar hij deed in feite niets meer dan constant opnoemen wie er aan de bal was. Maar dat kon in die tijd, omdat Feyenoord hooguit eens per week kort in samenvatting langskwam op televisie. Celtic hadden de meeste mensen helemaal nog nooit zien spelen. Tegenwoordig wordt zelfs een oefenwedstrijd van Feyenoord op trainingskamp in Marbella live uitgezonden. Belachelijk, maar de mensen kijken alles. Dat brengt wel met zich mee dat je als commentator moet beseffen dat de kijker echt wel weet wie wie is. Ik kan tijdens een wedstrijd van Barcelona wel driehonderd keer zeggen dat Xavi of Messi aan de bal is, maar daar wordt niemand blij van. Ik kies ervoor om verhalen te vertellen. Over de spelers, over de trainer, over de sfeer in en rondom het stadion. Dat kan ik doen omdat ik weet hoe het allemaal zit. Bij bepaalde wedstrijden steek ik er vooraf wel twintig uur voorbereiding in. Kranten lezen, verhaallijnen uitzetten. Kort voor de rust gooi ik er ook altijd even een cliffhanger in, zodat mensen zich in de tweede helft nog kunnen verheugen op de afloop van zo’n verhaal. Ik laat de AS en Marca (twee Madrileense sportkranten, red.) dagelijks opsturen. Die krijg ik dan een dag later, maar dat maakt voor mijn research weinig uit. Veel commentatoren maken het zich er veel te gemakkelijk vanaf.”

De Vos heeft nog een groot voordeel bij het verslag doen van wedstrijden uit de Primera División, de hoogste divisie van het Spaanse voetbal. ,,Ik heb dertien jaar lang bijna elk weekend in Spanje doorgebracht. Van 1995 tot 2008 vloog ik per jaar zo’n 45 keer heen en weer tussen Nederland en Spanje om commentaar te doen van een wedstrijd. Dat waren op werkgebied natuurlijk dertien topjaren, maar van mijn sociale leven in Nederland bleef weinig over. Of het ermee te maken had weet ik nog steeds niet, maar in 2008 is mijn vrouw plots vertrokken. Ik heb nooit meer wat van haar vernomen. Ik heb daarom nog een andere missie in het leven en dat is een goede vader zijn voor mijn zoontje Kyrill Abe van zeven jaar. Ik werk veel, dus het is vaak nog een heel geregel om hem onder te brengen. Maar ik probeer er zoveel mogelijk voor hem te zijn. Dit interview kan ook niet te lang duren, want ik moet hem zo uit school halen,” zegt De Vos.

(Foto: VI Images)

Wie in Nederland aan Spaans voetbal denkt, denkt aan Sierd de Vos. Waarom is de Primera División zoveel mooier dan de Premier League? ,,Ga maar eens naar een site van een

willekeurige Engelse voetbalclub. Als je de opstelling of het programma wil zien moet je eerst betalen en lid worden. Dat slaat toch nergens op? In Spanje is het voetbal nog veel meer van de gewone mensen. De sfeer op de tribunes in Spanje is altijd goed. Er is altijd rumoer, altijd beleving. Natuurlijk heeft het Engels voetbal ook z’n charme, maar niet zoals in Spanje. De mensen zijn daar zo gepassioneerd, dat heb ik dertien jaar lang mogen ervaren. Al die ervaringen neem ik mee in mijn commentaar. Ik weet hoe de stadions eruitzien, van binnen en van buiten. Onlangs nog, waren er problemen met het licht bij Rayo Vallecano – Real Madrid. Het was lang onzeker of de wedstrijd nog door zou gaan, maar het beeld bleef aanstaan. Nou, dan ga ik dus vertellen over de straatjes, steegjes en restaurantjes rondom het stadion. Dat zou niemand anders kunnen. Overigens ben ik de commentator die wekelijks de meeste wedstrijden doet. Soms wel vijf per week, dat is een beetje afhankelijk van het bekervoetbal en de Europa League. Ik doe ook wel eens wedstrijden uit de Jupiler League. Dan zit ik de avond na Valencia – Real Madrid op de tribune bij Fortuna Sittard – Helmond Sport. Het is een heel andere sport, maar ik doe het net zo graag. Ja, dat meen ik echt. Ik ben een liefhebber. Wat FC Barcelona en Real Madrid doen is perfectievoetbal, maar een foutenfestijn op een regenachtige vrijdagavond in Sittard heeft ook z’n charme. Voetbal is een spelletje, geen wetenschap. Al proberen ze bij een programma als Studio Voetbal nog wel eens anders te beweren, met ingewikkelde discussies over looplijnen en statistieken.”

De favoriete Spaanse club van De Vos is Atlético Madrid. Een gegeven dat hij niet verbergt. ,,Nee, waarom zou ik ook? Vanuit die hoedanigheid kan ik veel beter vertellen. Je kunt pas een voetballiefhebber zijn als je weet wat het is om van een club te houden.” De geboren Veldhovenaar begint vervolgens aan een reeks verhalen over Los Colchoneros, de bijnaam van Atlético Madrid. Over het kampioensteam van 1995/1996, dat hij zo oplepelt. Over het Estadio Vicente Calderón. Over de roemruchte voorzitter Jesús Gil y Gil, die in 2004 overleed. ,,Die behoorde tot mijn kennissenkring. Oh, wat een schurk was dat. Bij de gemeente Marbella, waar hij burgemeester van was, zijn ze nog steeds 56 miljoen euro kwijt. Nou, daar heeft Atlético een hoop spelers van gekocht kan ik je vertellen. Tijdens mijn eerste jaar dat ik verslag deed van het Spaanse voetbal, in 1995/1996, zat ik wel eens voor of naast hem op het erebalkon. In die tijd nam ik nog wel eens een knappe dame mee als ik een paar dagen naar Spanje moest. ‘Sierd moet nu werken. Kom maar even mee naar mijn kamertje,’ zei hij dan tegen de dame in kwestie. De boef.”

Jesús Gil y Gil.

De Vos is een verhalenverteller, zoveel is duidelijk. Wanneer hij aan een verhaal begint haal je het niet in je hoofd hem te onderbreken. ,,Dat klopt, dat ben ik altijd al geweest. Op mijn veertiende maakte ik al radioreportages. Ik voer met mijn commentaar een show op. Er zit een bepaalde opbouw in mijn verhalen.” De Vos moet bij Sport1 wel eens commentaar doen met een co-commentator naast zich. ,,Dat is inderdaad geen idee van mij. Sommigen vinden het fijn, maar volgens mij is het bij mij niet echt nodig. Ik voeg zelf al genoeg toe aan zo’n wedstrijd. Al kan het ook leuk zijn om een Aad de Mos of Roy Makaay naast je te hebben, die meer kunnen vertellen uit het perspectief van een trainer of (voormalig) speler. Vroeger bij Canal+ deden wij ontzettend veel kijkersonderzoek. Daaruit bleek dat de meeste mensen het commentaar bij een voetbalwedstrijd vooral op hebben staan voor de sfeer. Ik probeer het zo leuk mogelijk te maken voor de mensen in de woonkamer. Wie ik in mijn hoofd heb zitten als ik commentaar doe? Dat zijn eigenlijk maar twee mensen; Kees Jansma en mijn vader. De ene weet alles van voetbal, de ander niets. Als het voor hen leuk en te begrijpen is zit ik altijd goed. Die twee had ik dertig jaar geleden al in mijn hoofd zitten als ik reportages maakte. In dat opzicht is er gedurende mijn loopbaan weinig veranderd.”

,,Vergis je niet hè, ik heb een hele goede naam. Ik zit al 33 jaar in het vak, maar ik kan nog altijd overal binnenkomen en iedereen de hand schudden. Dat is uitzonderlijk in dit vak. Vroeger was ik echt een bekende Nederlander. Toen wist iedereen; Sierd de Vos is de man van die leuke filmpjes. Het bekendste beeld van het EK ’88 dat beklijfd, op de volley van Marco van Basten na dan, is mijn interview met Frank Rijkaard en Ruud Gullit na afloop van Nederland –Duitsland in het Volksparkstadion in Hamburg. Tijdens het seizoen 1997/1998 was ik eens bij SC Heerenveen, om een filmpje te maken over de Nigeriaanse linksbuiten Emmanuel Ebiede. Na twee dagen kwam Ruud van Nistelrooy wat verlegen op mij afstappen in zijn trainingskloffie: ,,Meneer De Vos, Meneer De Vos! Nou uh, ik heb eigenlijk een vraagje. Ik vroeg me af of u niet ook eens zo’n mooi filmpje over mij kunt maken. Ik ben fan van uw werk.” Ja, dat streelt je wel. Natuurlijk. Bij het archief van het Nederlands Instituut voor Beeld en Geluid in Hilversum liggen wel 1500 filmpjes van mijn hand. En dit zeg ik niet om op te scheppen, maar die zijn bijna allemaal van heel hoge kwaliteit.”

Tegenwoordig zit dat er niet meer in voor De Vos, filmpjes maken. Ook doet hij sinds 2008 vrijwel altijd commentaar van wedstrijden vanuit de ‘bezemkast’ in de studio van Sport1. ,,Dat was een beslissing die misschien niet leuk was, maar die ik wel begreep. Een commentaarbox in het stadion kost vaak zo’n 2500 euro. Reken daar nog de reiskosten, het overnachten en het eten bij op en je komt aan de 5000 euro. Van dat geld sturen we tegenwoordig wekelijks een cameraman en verslaggever naar een wedstrijd in Europa, die een filmpje vooraf maken en achteraf nog wat interviews doen. Op die manier is Sport1 voor de kijker toch aanwezig. De Vos, die zijn wedstrijden nog bekijkt op een ouderwetse beeldbuis (‘scherper beeld’), heeft zo zijn trucjes om te doen alsof hij toch in het stadion zit. ,,Ik draag natuurlijk dertien jaar ervaring mee, maar ik heb in mijn rechteroor ook negentig minuten Spaans commentaar opstaan. Dus terwijl ik praat luister ik ook nog eens. Of dat vervelend is? Nee hoor. Spaanse commentatoren praten alleen razendsnel, dus moet je goed luisteren. Bij de Spaanse televisie zijn er vaak drie verslaggevers. Er staat ook altijd nog een knappe dame langs de kant van het veld, vaak tussen de dug-outs van beide teams in. Die dame roept dan opeens dat Mourinho weer gek staat te doen langs de lijn of dat Messi om een wissel vraagt. Nou, dan roep ik dat ook.”

Het Estadio Vicente Calderón van Atlético Madrid: ,,Dat stadion is een ode aan het voetbal.”

Kader 1: Er gaan steeds meer geluiden op van jongeren die Sierd de Vos graag het commentaar zien inspreken voor FIFA 14, een voetbalspelletje voor op de (spel)computer. ,,Ja, dat hoor ik zelf ook steeds vaker. Of ik dat leuk zou vinden? Hartstikke leuk. Ik hoor thuis ook al jaren de stemmen van Evert ten Napel en Youri Mulder. Dan hoor ik toch liever mezelf.” Wat De Vos verder graag hoort is muziek. ,,Ik ben een enorme muziekliefhebber, een soort Leo Blokhuis durf ik wel te zeggen. Ik heb thuis wel vijfduizend cd’s liggen. Ik zou ook graag weer een radioprogramma maken waarvoor ik zelf de muziek uit mag kiezen, zoals Mart Smeets dat heeft met For the Record. Of mijn muziekkennis net zo groot is als mijn voetbalkennis? Ja, dat denk ik wel. Maar dat heeft gewoon te maken met interesse. Als je iets leuk vind sla het je op. Tenminste, zo werkt dat bij mij.”

Afgelopen zomer zou De Vos dagelijks reportages maken voor VI Oranje. ,,De zendermanager van RTL7 had bedacht dat ik naar Oekraïne en Polen zou gaan, maar ik kon mijn zoontje moeilijk vier weken alleen achterlaten. Dat ging dus niet door, maar we spraken toen af dat ik filmpjes zou gaan maken over hoe Nederlanders het EK beleven. En dan niet die paar miljoen achter de TV, maar je zou het bijna vergeten; er zijn ook nog altijd mensen die niet kijken. Dat moesten dus reportages op de werkvloer of in de trein van Berlijn naar Amsterdam worden, er waren ideeën zat. Mijn eerste bijdrage was een filmpje over een paar wegwerkers die Nederland – Denemarken probeerden te volgen via de radio. Dat filmpje werd echter zo gigantisch afgebrand in de studio dat ik dacht: nou, dan toch niet. Volgens Derksen konden we het niet serieus nemen. Nooit geweten dat dat de bedoeling was van zijn programma,” zegt De Vos cynisch. ,,Ach, weet je wat het is: als het bij VI niet om Derksen of Genee draait worden ze een beetje ongeduldig. Ze zijn nogal ijdel. Als een filmpje langer dan een minuut duurt gaan ze zitten draaien en zuchten, ik weet precies hoe dat gaat.

Derksen en Genee zijn humaan gesproken nogal gevoelloze mensen, maar als collega’s kan ik prima met ze overweg. Als ik Derksen zie, geef ik hem ook gewoon een hand, maar ik ga daar niet aan tafel zitten; ben je gek. Je weet hoe dat gaat daar, er moet altijd een pispaal zijn. Hans Kraay junior vindt dat blijkbaar geen probleem, maar ik wel. Of wat dacht je van Manolev? Onvoorstelbaar hoe zoiets gaat. Een verkeerde voorzet laten zien en Van der Gijp die dan heel hard gaat lachen, blijkbaar verkoopt dat. Denk je dat Daniel Alves (rechtsback van FC Barcelona, red.) nooit een verkeerde voorzet geeft? Maar goed, ik lach het laatst. Ik ben tenslotte in het blad van Derksen verkozen tot beste commentator. Tegenstanders zal ik altijd blijven houden met mijn stijl, maar zolang er meer mensen zijn die het leuk vinden doe ik het goed.”

Kader: Binnenkort gaat De Vos het land in, met het concept ‘Sierd zonder wedstrijd’. ,,Dat heeft een ijverige student bedrijfseconomie uit Enschede bedacht. Tijdens Serious Request hebben we al een paar proefavonden gedraaid en dat was erg leuk. Iedereen ging ook met een big smile op z’n gezicht de zaal uit. Voor duizend euro, dus geen tienduizend zoals Derksen en Genee vragen, ga ik dan gewoon langs bedrijven en voetbalclubs om anekdotes en verhalen te vertellen.” Mijn beeld is bevestigd: de beste commentator van Nederland heeft niet eens een wedstrijd nodig om de mensen aan het lachen te krijgen.