10
Wedstrijdvoorbereiding en arousal in de verplichte oefenstof Inleiding: Wedstrijden kunnen veel stress geven voor turners, ouders en trainers. We willen dat elk kind geniet maar anderzijds stellen we de kinderen wel bloot aan een heleboel stressfactoren zoals publiek, juryleden, ouders en trainers die allemaal toekijken. De doelstelling van deze reader is om turners optimaal voor te bereiden op deze wedstrijden. Wedstrijddoelstellingen (van de trainer): Als trainer heb je diverse doelstellingen die je wilt bereiken met een turner. Vanuit het TOP streven we de volgende doelstellingen na: Benjamin: Doelstellingen: De eerste wedstrijden zijn enkel een optie als de turner hieraan toe is. Let op dat de turners (en ouders) zich niet vergelijken met de andere turners! Cognitieve ontwikkeling: Het onthouden van oefeningen, opbouw in concentratievermogen. Sociaal emotionele ontwikkeling: zelfvertrouwen om te proberen, zelfexpressie, sociale vaardigheden, om leren gaan met tegenslagen, bewustwording van houden aan afspraken, open communicatie met de coach, helpen van teamgenootjes en taakgericht werken. Deelnemers leren de regels m.b.t. wedstrijden. Wat doen we niet: Overmatige herhalingen van oefeningen voor de conditionering. Hoge nadruk op de vergelijking van de fysieke en motorische vaardigheden met anderen. Stress veroorzaken door een te hoge moeilijkheidsgraad. Selectiviteit en focus op meer ervaren deelnemers.

Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Embed Size (px)

DESCRIPTION

Speciaal voor alle trainers informatie over wedstrijdvoorbereiding. De informatie is gericht op een optimale gemoedstoestand van de turner tijdens wedstrijden en het toepassen van stress verlagende tactieken.

Citation preview

Page 1: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Wedstrijdvoorbereiding en arousal in de verplichte oefenstof Inleiding: Wedstrijden kunnen veel stress geven voor turners, ouders en trainers. We willen dat elk kind geniet

maar anderzijds stellen we de kinderen wel bloot aan een heleboel stressfactoren zoals publiek,

juryleden, ouders en trainers die allemaal toekijken. De doelstelling van deze reader is om turners

optimaal voor te bereiden op deze wedstrijden.

Wedstrijddoelstellingen (van de trainer): Als trainer heb je diverse doelstellingen die je wilt bereiken met een turner. Vanuit het TOP streven

we de volgende doelstellingen na:

Benjamin:

Doelstellingen:

De eerste wedstrijden zijn enkel een optie als de turner hieraan toe is. Let op dat de turners (en

ouders) zich niet vergelijken met de andere turners! Cognitieve ontwikkeling: Het onthouden van oefeningen, opbouw in concentratievermogen.

Sociaal emotionele ontwikkeling: zelfvertrouwen om te proberen, zelfexpressie, sociale vaardigheden,

om leren gaan met tegenslagen, bewustwording van houden aan afspraken, open communicatie met

de coach, helpen van teamgenootjes en taakgericht werken. Deelnemers leren de regels m.b.t. wedstrijden.

Wat doen we niet: Overmatige herhalingen van oefeningen voor de conditionering.

Hoge nadruk op de vergelijking van de fysieke en motorische vaardigheden met anderen.

Stress veroorzaken door een te hoge moeilijkheidsgraad.

Selectiviteit en focus op meer ervaren deelnemers.

Page 2: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Instap:

Doelstellingen: Het doel van de wedstrijd is om het proces te introduceren, en te zorgen dat kinderen genieten van

het uitvoeren van hun vaardigheden en routines (voor een publiek).

Cognitieve ontwikkeling: Terughalen van bewegingen, opbouw concentratievermogen, oplossen van

problemen, inzicht in eigen kunnen, kunnen benoemen wat goed gaat.

Sociaal emotionele ontwikkeling: Zin in wedstrijden, zelfvertrouwen, ontwikkelen van

betrouwbaarheid, om leren gaan met tegenslagen, bewustwording van houden aan afspraken, open

communicatie met de coach, helpen van teamgenootjes.

Introductie van wedstrijden en de “vorm” van andere turners. Richt jezelf hierbij op de prestatie van

de turner maar vergelijk niet met de prestaties van andere turners!

Sportethiek wordt benadrukt.

Wat doen we niet: Tonen van vaardigheden voordat de fysieke mogelijkheden en vertrouwen dit toelaat.

Er is geen aandacht voor concurrerende resultaten.

Pupil:

Doelstellingen: Dit is een belangrijk moment voor de ontwikkeling en tonen van complexe vaardigheden.

Sociale interactie en activiteiten worden aangemoedigd.

Cognitieve ontwikkeling: Inzicht in eigen mogelijkheden en onmogelijkheden, wil om te trainen en om

zich te verbeteren, vermogen om negatieve zaken langs zich neer te leggen, durf om fouten te maken,

focus op eigen ontwikkeling, goede concentratie.

Sociaal emotionele ontwikkeling: Effectief omgaan met nieuwe/onbekende situaties, om leren gaan

met tegenslagen en negatieve feedback, doorzettingsvermogen, plezier in turnen en jezelf

ontwikkelen, houden aan gemaakte afspraken, stimulering zelfstandigheid, initiatief in communicatie,

tonen van empathie met teamgenootjes, rekening houden met anderen.

Turners leren strategieën voor het omgaan met stress.

De turners leren strategieën voor de wedstrijden met het oog op betere prestatie. (bijvoorbeeld:

planning, doelen stellen, concentratie, voorstellingsvermogen en ontspanningsvaardigheden)

Gedragsregels omtrent veiligheid en sociaal gedrag worden geaccepteerd en door de turner gedragen.

De turner leert ook de consequenties aanvaarden van hun eigen handelen.

Sportethiek wordt beschouwd als onderdeel van het opleidingsprogramma.

Wat doen we niet: Overtraining en te weinig rust; gymnasten worden bewaakt, en opleidingsprogramma’s worden

aangepast aan de individuele behoeften m.b.t. een wedstrijdvoorbereiding.

Overmatige stress en gebrek aan balans als gevolg van overmatige eisen.

Page 3: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

De doelstellingen van een kind: Als trainer heb je heel veel doelstellingen die je wilt bereiken. (Zie hierboven.) Maar elk kind heeft

ook eigen doelstellingen. De meest voorkomende doelstellingen zijn terug te brengen naar

onderstaande 3 drijfveren:

Goede resultaten (extern gericht)

Zichzelf verbeteren (intern gericht)

Gezelligheid/plezier (sociaal gericht)

Elk kind geeft een waarde aan bovenstaande doelstellingen. Een kind dat bijvoorbeeld voornamelijk

sociaal gericht is, hecht vaak minder belang aan de eigen ontwikkeling en prestaties. Talentvolle

turners hechten meestal een grotere waarde aan goede resultaten en zichzelf verbeteren. Het

werken aan jezelf geeft meer zelfvertrouwen dan wanneer het resultaat de belangrijkste drijfveer is.

Het is belangrijk dat je als trainer weet dat elk kind goed voor de dag wil komen. Een kind dat goed

voorbereid wordt ervaart veel plezier aan een wedstrijd en het feit dat hij een succesvolle prestatie

heeft neergezet. Een kind met een slechte voorbereiding wordt onzeker waardoor de wedstrijden

niet als leuk ervaren worden.

Als trainer en als ouders heb je een belangrijke rol in de ontwikkeling van de turner en zijn beleving

op wedstrijden. Samen maak je een duidelijke rolverdeling in het belang van de turner. Een trainer

stuurt hierin de ouders actief.

Rolverdeling ouders en trainer: Rol/verwachtingen ouders:

Algemeen:

Zijn betrokken bij het kind en ontwikkelen een groeiende belangstelling voor de sport.

Kennen de algemene doelstellingen en eindtermen voor de turner via het TOP.

Kunnen en willen een groot deel van hun tijd inzetten voor de sport van hun kind.

Dragen bij aan de voortdurende communicatie tussen ouders, coach en turner. Ouders hebben vertrouwen in de coach, praten met de turner maar grijpen alleen in wanneer dat nodig is.

Zorgen dat er een balans tussen turnen, school en niet-sportactiviteiten is.

Zorgen dat de turner gezond eet en voldoende rust.

Zijn bereid om de deelnemers te vervoeren naar activiteiten, specifieke turnattributen en kleding te kopen en de eventueel hogere kosten van de trainingen en wedstrijden op zich te nemen.

Page 4: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Wedstrijden:

De turner is op tijd op de wedstrijd.

De turner heeft alle benodigdheden in zijn tas. (turnpak, korte broek, lange turnbroek, trainingspak, polsbandjes/bandages, rek- en ringleertjes, wedstrijdpaspoort, verzekeringspasje)

Gezonde snacks (Liga, Banaan) en het juiste drinken(water of Isotone sportdrank) is in een plastic tas aanwezig.

De turner wordt veel plezier toegewenst!

De ouders richten zich volledig op het persoonlijke traject van hun eigen zoon en niet op de punten.

Na de wedstrijd wordt het evenement nog even gevierd. (Of het nu goed of slecht ging!)

Let op, de volgende punten willen we nadrukkelijk vermijden:

Het bijhouden van de punten: Zowel de ouders als het kind mogen niet bezig zijn met de punten. Het bijhouden van punten zorgt enkel voor vergelijking met anderen (extern gericht). Voor de turner is het geen wedstrijd maar een meetmoment voor eigen kunnen (intern gericht). Daarnaast is het voor hem een uitgelezen kans om met plezier aan de ouders te laten zien wat hij kan! Het traject waarin de turner zit is op deze leeftijd niet gericht op het behalen van het hoogste punt!

Evalueren van de wedstrijd (ook niet op Facebook): Het is belangrijk dat de ouders luistert naar de verhalen van hun kind na een wedstrijd. Maar de ouder geeft geen feedback over de prestatie of over technische aspecten. Laat dit aan de trainer over.

Na de wedstrijd wordt nooit de prestatie beloond (of gestraft). Die nieuwe turnriempjes krijgt de turner niet omdat hij het zo goed gedaan heeft! Geef die maar liever voor de wedstrijd of bestel ze maar gewoon thuis.

Rol/verwachtingen trainer: Algemeen:

Is betrokken bij de persoonlijke ontwikkeling van de turner.

Kent de algemene doelstellingen en eindtermen voor de turner via het TOP evenals de oefenstof van de wedstrijden.

Ontwikkelt op individuele basis een wedstrijdvoorbereiding op basis van de oefenstof, evaluaties en persoonlijke doelstellingen. (Zowel leeftijd als kind afhankelijk.)

Draagt bij aan de voortdurende communicatie tussen ouders, coach en turner. De coach neemt het initiatief in de communicatie van het opleidingsplan, bijbehorende wedstrijdvoorbereiding en rol van de ouders.

Zorgt dat er een balans is in de omvang en intensiteit van de trainingen.

Is bereid om extra energie te steken in een goede voorbereiding.

Wedstrijden:

Is op tijd op de wedstrijd.

Heeft alle benodigdheden in zijn tas. (wedstrijdpaspoort, tape, programmaboekje, reglement, eventuele D-scores van de turners)

Zorgt voor een juist arousal niveau bij de turner!

Richt zich volledig op het persoonlijke traject van de turner.

Houdt de scores bij en let op eventuele afwijkende scores door juryleden.

Page 5: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Na de wedstrijd wordt het evenement nog even gevierd. (Of het nu goed of slecht ging!)

Op de training worden de punten en eventuele beelden geanalyseerd, besproken met de turners waaruit nieuwe doelstellingen gevormd worden.

Let op, de volgende punten willen we nadrukkelijk vermijden:

Het wedstrijdresultaat is niet lijdend voor het programma van een jonge turner. De ontwikkeling naar de toekomst is het primaire belang.

Een slechte voorbereiding op de wedstrijd waardoor turners zich niet optimaal kunnen presenteren (on dus onzeker worden).

Tijdens en na de wedstrijd wordt nooit de prestatie beloond (of gestraft). De prestatie wordt enkel gebruikt voor evaluatie en als tool om de turner zich te laten verbeteren naar de toekomst.

Arousal Arousal is de gemoedstoestand van een turner. Om te kunnen presteren moet elke turner een

bepaalde spanning voelen. Een te lage spanning maakt een turner slordig en minder geconcentreerd,

een te hoge spanning zorgt voor nervositeit en stress waardoor een turner verkrampt.

Het verkrijgen van het juiste arousal niveau is afhankelijk van een aantal factoren:

Lange termijn:

Opleidingsbeleid: Een kind wat voornamelijk intern gericht is ervaart minder stress dan een kind dat op resultaten

gericht is. Het sociaal gerichte kind neigt vaak naar een te lage arousal omdat prestaties intern of

extern niet als belangrijk ervaren wordt. Het is dus belangrijk dat het opleidingsplan de turners zich

laat richten op hun eigen ontwikkeling in plaats van prestaties t.o.v. andere turners. (Zie de

wedstrijddoelstellingen)

Page 6: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Rol ouders: Ouders zijn de onvoorwaardelijk steun voor een turner. Zij leven mee maar vermengen zich niet met

de rol van de trainer. (Dus geen punten bijhouden, wedstrijden evalueren en belonen of straffen van

prestaties.) Als een ouder trainerstaken op zich neemt dan is de onvoorwaardelijke steun weg.

Hierdoor worden kinderen ook prestatie (extern) gericht en dus sneller onzeker.

Als ouder stimuleer je de wedstrijddoelstellingen zoals zelfstandigheid, betrokkenheid, sociale

interactie en plezier in turnen die allen te maken hebben met de interne feedback van een turner.

Korte termijn:

Wedstrijdvoorbereiding: Een turner met zelfvertrouwen zal op de wedstrijd makkelijker presteren. Hiervoor is het volgende

belangrijk:

Inschrijving in de juiste oefenstof: Als een turner elke keer als laatste eindigt dan geeft dit

een slecht zelfbeeld. Als een turner alles uit de oefenstof kan, altijd wint en succes heeft dan

is de drive om zich verder te ontwikkelen te laag en leert hij niet of nauwelijks omgaan met

tegenslagen.

Het kiezen van de juiste moeilijkheidsgraad (plusjes, basis of minnetjes): Een onzekere turner

voert een basisoefening uit die hij goed kan. Dit zorgt voor meer vertrouwen. Met een grote

zelfvertrouwen kunnen ook risico elementen toegevoegd worden. Richtlijn is dat een turner

het element minimaal 4 op 5 keer kan uitvoeren in een trainingssituatie voordat deze

geïmplementeerd wordt in de oefening.

Veel herhalen geeft vertrouwen: Een oefening die minimaal 8x in een trainingssituatie is

gelukt (minimaal 4 op 5 keer) geeft een zeker gevoel. Let op: oneindig veel oefenen zorgt

ervoor dat de kinderen geen zin meer hebben. Hierdoor wordt juist het arousal niveau te

laag!

Page 7: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

Op de wedstrijd zelf: Ondanks een goed opleidingsplan en een goede voorbereiding kan een kind op de wedstrijd meer of

minder spanning ervaren. Als trainer kun je meestal wel inschatten wat het arousal niveau is van een

turner. Afhankelijk van de het arousal niveau pas je als trainer je begeleiding aan:

De turner: Begeleiding van de trainer:

Verveeld zich op de wedstrijd Druk doen/entertainen.

Opdrachten geven/verwachtingen stellen.

Stevig toespreken.

Is minder alert Entertainen.

Laat de turner de oefening visualiseren/doorlopen.

Bespreken van (enkele) verbeterpunten na het inturnen.

Aandacht voor spanning en netheid.

Optimale arousal level Doorgaan met wat je doet.

Is gespannen Rustig communiceren/vertrouwen uitstralen/luchtig doen

Focus op het interne traject van de turner en niet op prestaties.

Stap voor stap de wedstrijd doorlopen.

Bekijken van punten is (ook bij pupillen) af te raden.

Let op dat de turner niet overcompenseert of verkrampt tijdens de wedstrijdoefening.

Laat de turner even diep in- en uitademen voordat de oefening start.

Nerveus Rustig communiceren/positief zijn.

Zorg voor afleiding zoals rustige muziek, een boek etc.

Stap voor stap de wedstrijd doorlopen.

Bekijken en bijhouden van punten vermijden.

Maak zoveel mogelijk inturn beurten om vertrouwen te krijgen en energie kwijt te raken.

Vermijd contact met andere turners, trainers en ouders.

Zet de turner zo laat mogelijk klaar voor de jury zodat hij niet bij het toestel hoeft te wachten.

Aandacht voor het ontspannen uitvoeren van de oefening.

Paniek Zorgen voor rust.

Beschermen van de turner.

Per wedstrijd kan het arousal niveau van een turner verschillen! Daarnaast heeft elk kind een eigen

aanpak nodig! Als trainer moet je de gemoedstoestand goed kunnen interpreteren en weten hoe je

dit per kind het beste kunt begeleiden.

Page 8: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

De praktische wedstrijdvoorbereiding: De onderstaande wedstrijdvoorbereiding is een algemene indeling zoals deze toegepast wordt

binnen het RTC. Per club, per seizoen, per aantal deelnemers en per kind kan dit anders zijn!

De doelstellingen per wedstrijd:

Regiokampioenschappen:

Eerste meetmoment van het seizoen.

Basisoefeningen kunnen laten zien.

Vertrouwen opbouwen.

1/8 Finale:

Basisoefeningen met een grote kans op het foutloos voltooien.

Vertrouwen opbouwen.

Bekijken van concurrentie(Pupil).

¼ Finale:

Implementeren van eerste plusjes.

Nemen van enkele risico’s.

Vergelijking van het eigen technische niveau t.o.v. concurrenten. (Pupil)

½ Finale:

De optimale score behalen: Afweging moeilijkheidsgraad en foutloos kunnen turnen.

Optimale amplitude en netheid (presentatie).

Finale:

Allround:

Optimale score voor een zo groot mogelijk resultaat: Afweging moeilijkheidsgraad en

foutloos kunnen turnen

Toestelfinales:

Nemen van risico’s voor een zo hoog mogelijke score.

Page 9: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

De voorbereiding: In december wordt een inventarisatie gemaakt welke onderdelen nog gemist worden om een goede

wedstrijd te kunnen draaien. Daarnaast wordt een keuze gemaakt op welk turnniveau wordt ingezet.

Regiokampioenschappen voorbereiding:

Week -2: Week voor de wedstrijd:

Elke les 2x de basisoefening per toestel en verder oefenen aan moeilijke elementen of plusjes

Elke les 3x de basisoefening per toestel en verder oefenen aan moeilijke elementen of plusjes

Bij jeugd is de conditie niet vaak het probleem. Is dit wel het probleem dan kun je oefeningen ook in 2 delen laten uitvoeren.

De andere weken tussen de regiokampioenschappen en de 1/8 finale wordt flink gewerkt aan

basistechnieken, plusjes en onderdelen uit het TOP.

1/8 Finale voorbereiding:

Week -2: Week voor de wedstrijd:

Elke les 2x de basisoefening per toestel en verder oefenen aan moeilijke elementen of plusjes

Elke les 3x de basisoefening per toestel en verder oefenen aan moeilijke elementen of plusjes

Laatste les 2x wedstrijdrondje. (Inturnen als op de wedstrijd)

Tussen de 1/8 finale en de ¼ finale wordt voornamelijk gewerkt aan de plusjes zodat de

uitgangswaarde van de oefening stijgt.

¼ Finale voorbereiding:

Week -3: Week -2: Week voor de wedstrijd:

Elke les 1x de basisoefening + 1x de risico oefening

Elke les 2x de risico oefening met maximaal 2 inturn beurten

Bepaling van definitieve oefening + 3x per les de oefening met inwerken zoals op de wedstrijd

Een leuke optie is om in week -2 of -1 een ouder kijkdag te organiseren zodat de turners een extra optredenmoment hebben en ze de risico oefening onder druk kunnen proberen.

Tussen de ¼ finale en ½ finale wordt gewerkt aan het stabiliseren van de risico oefening. Eventueel

kunnen er nog een paar plusjes toegevoegd worden als de turner laat zien dat deze beheerst wordt

(4 op 5 keer lukken). Daarnaast wordt de presentatie en amplitude geperfectioneerd. Analyse van

beeldmateriaal van de ¼ finale wedstrijd kan hierbij veel voordeel bieden!

Page 10: Wedstrijdvoorbereiding en Arousal in de Verplichte Oefenstof

½ Finale voorbereiding:

Week -3: Week -2: Week voor de wedstrijd:

Elke les 2x de risico oefening Bepaling van definitieve oefening + 3x per les de eindoefening met inwerken zoals op de wedstrijd

3x per les de eindoefening met inwerken zoals op de wedstrijd. Extra aandacht op netheid!

Het is verstandig om in week -2 een jury te regelen om te kijken of de oefening optimaal is en om de turner extra te laten oefenen voor een jury.

Tussen de halve finale en finale is tijd om ook de onderdelen uit het TOP (of Expectation Skills) en

een aantal plusjes te oefenen. Het is ook verstandig om de basis van elementen die slordig zijn terug

te pakken. Dit komt ten goede van de stabiele en nette uitvoering van de oefening.

Finale voorbereiding:

Week -3: Week -2: Week voor de wedstrijd:

Elke les 2x de allround oefening en 1x de toestelfinale oefening

Elke les 2x de allround oefening en 2x de toestelfinale oefening

Elke les 2x de toestelfinale oefening en 2x de allround oefening met inwerken zoals op de wedstrijd

In week -3 voor de finale worden de uiteindelijke oefeningen samengesteld. Deze oefeningen worden geperfectioneerd voor de finale.

Indien een turner de oefeningen goed beheerst kan altijd gekozen worden voor een kortere

voorbereiding zodat je meer tijd kan besteden aan de algemene ontwikkeling. Zorg dat je per turner

bekijkt wat hij nodig heeft om een oefening stabiel uit te kunnen voeren. Afhankelijk van het arousal

niveau van de turner op wedstrijden kan je kiezen voor meer of minder risico in een oefening. In het

kort: succes zorgt voor zelfvertrouwen, slechte voorbereiding of teveel risico zorgt voor stress en

nervositeit, te makkelijke oefeningen en teveel voorbereiding zorgt voor een mindere alertheid!

Veel succes met de wedstrijden!

Maarten Verkuijlen Coach RTC Instroomprogramma Turnen Heren KNGU RTC ‘s-Hertogenbosch [email protected] 06-42098526 Facebook: RTCTOC Youtube kanaal: Maarten Verkuijlen