Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
november 2013
Welkom in Breda !
BijlageVisie binnenstad
IVisie Binnenstad Breda - bijlagen
1 Detailhandel 1
1.1 Trends en ontwikkelingen in de detailhandel 1
1.2 Detailhandelbeleid 2
1.3 Prioriteiten uit het detailhandelbeleid 4
1.4 Binnenstadsmanagement 8
1.5 Warenmarkt 8
2 Horeca 9
3 Erfgoed 11
4 Cultuur 13
4.1 De openbare ruimte staat ter beschikking 13
4.2 Stad van beeldcultuur 14
5 Recreatie en toerisme 15
5.1 Economische crisis en vrijetijdsgedrag 15
5.2 Trends 15
5.3 Ontwikkelingen 15
5.4 De Bredaase situatie 16
5.5 Overnachtingsmogelijkheden 16
5.6 Regionale en provinciale ontwikkelingen 17
5.7 Leisure kwalitatief 17
5.8 Leisure kwantitatief 17
5.9 Toeristisch programma 2010-2014 18
6 Evenementen 19
6.1 Evenementen met een meerwaarde 19
6.2 Breda Evenementenstad 20
6.3 Visie water en vrijetijdsbesteding 23
7 Duurzaamheid 25
7.1 Klimaat 25
7.2 Energie 29
7.3 Ondergrond 30
7.4 Ecosysteemdiensten; meerwaarde voor de binnenstad 32
8 Mobiliteit 35
8.1 De binnenstad bereikbaar houden 35
8.2 Auto 36
8.3 Openbaar vervoer 37
8.4 Venstertijdengebied 39
8.5 Bevoorrading Binnenstad 40
8.6 Fietsen 40
8.7 Voetgangers 41
Inhoud
0468
_13
Vis
ie B
inne
nsta
d Br
eda_
v6
IIVisie Binnenstad Breda - bijlagen
9 Openbare ruimte 45
9.1 Betekenis openbare ruimte 45
9.2 Inzet op de kwaliteit van de openbare ruimte; 46
9.3 Groene & blauwe impulsen 47
10 Wonen 55
10.1 Woonmilieus in de binnenstad 55
10.2 Wijkplannen 56
10.3 Ruimtelijke ingrepen om de sociale cohesie te versterken. 57
10.4 Algemeen: vastgesteld beleid Wonen 57
10.5 Woonmilieu, woningvoorraad en bevolking Binnenstad 57
10.6 Wooncarrière en doorstroming 58
10.7 Gebiedsontwikkeling 59
10.8 Visie op Wonen in de Binnenstad 60
10.9 Wonen boven winkels 62
11 Kantoren en bedrijven 65
12 Uitvoeringsperspectief Structuurvisie i.r.t. binnenstad 67
1Visie Binnenstad Breda - bijlagen
1.1 Trends en ontwikkelingen in de detailhandel.
1.1.1 Schaal en locatie
De detailhandel is een dynamische sector. Er doen zich continue nieuwe ontwikkelingen voor.
Grootschalige conceptuele winkelplannen worden geïntroduceerd (Factory Outlets), de
schaalvergroting bij supermarkten zet zich voort (Jumbo van 6.000 m²), winkels zoeken de
periferie en brancheverruiming en branchevervaging (ook tussen detailhandel en horeca) zet
door. Tegenover de schaalvergroting is tegelijkertijd een trend van schaalverkleining en
superspecialisatie waar te nemen. Vraag naar winkelunits in A1 gebieden in de grote- en
middelgrote steden blijft stabiel of wordt groter. Daardoor neemt de druk op A1 gebieden
toe, terwijl de vraag naar winkelruimten in randgebieden binnensteden en aanloopstaten
afneemt. Het gevolg is dat A1 gebieden compacter worden en retailers en beleggers alleen
nog investeren in goede retaillocaties.
Detailhandel 1
STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. technologie bestaat
2. beschikbaarheid van locatie Molsterrein en bereidheid investeerder
3. nieuwe ambachten in opkomst
1. geen match met online winkels (’clicks’)
2. te weinig onderscheidend en onvolledig aanbod
3. wederzijdse afhankelijkheid kracht dwaalmilieu en kernwinkelgebied
1. fysieke/offline winkels (’bricks’)
2. winkelaanbod kernwinkelgebied
3. aantrekkelijk dwaalmilieu
1. gebrek aan besef van urgentie en/of motivatie om te innoveren
2. verliezen van momentum
3. wederzijdse afhankelijkheid kracht dwaalmilieu en kernwinkelgebied
1. samen en in samenhang ingaan op de uitdagingen en kansen die markt en technologie stellen
2. verbreding en diversificatie winkelaanbod
3. samen en in samenhang opstellen van goede gebiedsprofileringen om te komen tot goede branchering
DETAILHANDEL
2Visie Binnenstad Breda - bijlagen
1.1.2 Gedrag en demografie
Ook de consument verandert en men kan niet meer spreken van “de consument”.
De consument is mobieler en winkelen wordt steeds meer een vorm van vrije tijdsbesteding.
Enerzijds is de consument op zoek naar beleving, sfeer en onderscheid. Tegelijkertijd wordt er
steeds meer gekocht via internet en men verwacht nog een forse toename van de internet-
bestedingen. Het is belangrijk dat ondernemers de kansen pakken die internet biedt en de
combinatie leggen tussen clicks (internet) en bricks (winkel).
Naast het veranderende gedrag zijn de toenemende vergrijzing en de lichte daling van het
inwonertal in de regio factoren waar rekening wordt gehouden. Winkelgebieden onderscheiden
zich steeds meer op basis van de koopmotieven van de consument. Er worden onderscheidt
gemaakt in winkelgebieden voor de (dagelijkse) boodschappen (buurt- en wijkwinkelcentra),
winkelgebieden voor doelgerichte aankopen (perifere subcentra) en winkelgebieden voor
recreatief funshoppen (binnensteden). De demografische ontwikkeling draagt bij aan het
proces van natuurlijke selectie: de sterke winkelgebieden zullen overleven, de zwakkere niet.
Gezien de potentie van de binnenstad is ruimte bieden om de veranderende behoefte op te
vangen noodzakelijk.
1.1.3 Actuele ontwikkelingen in de detailhandel
Actuele ontwikkelingen in de detailhandel zijn aan de vraagkant stagnerende bestedingen,
veranderingen in de omvang en samenstelling van de bevolking, verschuiving van omzet naar
andere kanalen (internet), veranderingen in passantenstromen, veranderingen in de winkel-
voorkeur van consumenten etc. Trends aan de aanbodzijde zijn er eveneens: schaalvergroting
(grotere winkels), internationalisering (meer buitenlandse ondernemingen zoals Zara, H&M en
Mango), merkbeleving (meer mono brandstores in plaats van multibrand winkels) en
multichannel (de combinatie van stenen winkels en webshops zoals de Bijenkorf), betaalbare
chique (zoals Primark) en meer op minder plekken (concentratie op grote en sterke winkel-
locaties). Deze trends worden breed in de markt onderkend. Deze ontwikkelingen betekenen,
dat sterke steden met een gevarieerd winkelaanbod en aantoonbare toegevoegde waarde
voor de consument zich niet zoveel zorgen hoeven te maken over de toekomst. Aanbod-
variatie en toegevoegde waarde zijn de leidende principes. Wat betreft de beoordeling van
Breda op dit punt, is van belang dat de ontwikkelingen in Breda de afgelopen jaren
stagneren. Het is belangrijk dat Breda op dit punt een sprong voorwaarts maakt.
1.2 Detailhandelbeleid
Breda heeft met de historische binnenstad een bijzonder product in huis. Het bepaalt in sterke
mate het karakter, het imago en de aantrekkingskracht van Breda.
De afgelopen decennia is er zowel door ondernemers als de gemeente fors geïnvesteerd in de
kwaliteit van de binnenstad. Dat past bij de hoge ambities van het hedendaagse Breda.
Van winkelvoorziening voor de lokale bevolking is het stadshart in toenemende mate een
bovenregionaal centrum geworden. Met de HSL-shuttleverbinding komt daar ongetwijfeld
een (inter)nationale dimensie bij.
De binnenstad biedt een tamelijk compleet beeld met een ruim en onderscheidend aanbod
aan winkels en horecagelegenheden, maar ook met uitgaans- en leisurevoorzieningen,
evenementen, cultuur, rust- en verblijfsaccommodaties. Het historisch decor afgewisseld met
moderne architectuur, en de aanwezigheid van water, een fraai park, steegjes, en pleinen met
uitnodigende terrassen bepalen voor een groot deel de ambiance en het imago van Breda.
Het is daarom van groot belang de kwaliteit van de Bredase binnenstad scherp te bewaken
en waar mogelijk te versterken. Daarin past ook het verduurzamen van de goederenbevoor-
rading van de stad. Succesvolle binnensteden onderscheiden zich in de toekomst door het
belevenis- en betekenisaspect in het gehele winkelgebied tot uiting te laten komen.
Places to buy worden places to be.
3Visie Binnenstad Breda - bijlagen
De Bredase binnenstad scoort op velerlei gebied hoog. Niet alleen bij de inwoners, maar ook
bij de vele bezoekers uit de regio en daarbuiten. Jaarlijks brengen ruim 3 miljoen dagtoeristen
een bezoek aan de stad om te winkelen. Breda heeft één van de drukste winkelstraten van
Nederland. Uit onderzoek blijkt dat bezoekers ook graag en vaker terugkeren naar de stad.
Breda heeft zich de afgelopen jaren nóg meer ontwikkeld tot een complete winkelstad met
een regionale en bovenregionale functie. De binnenstad van Breda wordt met het cijfer 7,6
gewaardeerd. Breda scoort bovengemiddeld op bereikbaarheid, variatie in winkelaanbod,
kwaliteit van de horeca en sfeer en gezelligheid (bron: passantenonderzoek BRO november
2011). De Bredase binnenstad is veruit de populairste winkellocatie voor mensen uit
West-Brabant.
Breda geeft uitvoering aan de ambitie om als winkelstad bij de top van Nederland te horen.
Die ambitie vloeit voort uit het gegeven dat de meeste toeristisch-recreatieve bezoekers van
Breda hier komen om te winkelen. Het zijn echter niet alleen de vele functies en de daarbij
horende diversiteit in aanbod die de binnenstad zo concurrerend maken, maar vooral de
wisselwerking tussen de functies en de unieke setting waarbinnen dit alles plaatsvindt.
4Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Vooral van de binnenstad wordt een grote bijdrage verwacht aan het behalen van de ambities
op het vlak van ‘Breda winkelstad’. Voorwaarde daarvoor is een zorgvuldige afstemming van
de ontwikkelingen in de binnenstad met de perifere en grootschalige detailhandelsontwik-
kelingen elders. Hetzelfde gaat op voor ontwikkelingen op het terrein van horeca, leisure,
evenementen, bereikbaarheid en parkeren.
Op het gebied van detailhandel is het economisch beleid gericht op:
• Creëren van mogelijkheden voor vestigingen van meer grootschalige winkels, passend in
een binnenstadsmilieu;
• Creëren van nieuwe en uitbouwen van verschillende winkelmilieu’s in de binnenstad;
• Verbeteren van de voetgangersrouting in het winkelgebied door realisatie van nieuwe
winkel- cq loopcircuits;
• Versterking van enkele bronpunten, plekken waar bezoekers bezoek aan de binnenstad
beginnen en eindigen.
1.3 Prioriteiten uit het detailhandelbeleid
Op basis van deze speerpunten zijn de volgende prioriteiten benoemd:
1. Herontwikkeling gebied Achter de Lange Stallen
2. Versterking dwaalmilieu rond het kernwinkelgebied;
3. Nieuwe toekomst voor de inloopstraten
4. Aanpak leegstand
5. Stimuleren van zelfstandig ondernemerschap
1.3.1 Herontwikkeling gebied Achter de Lange Stallen
De locatie “Achter de Lange Stallen” wordt herontwikkeld tot integraal deel van de
binnenstad van Breda. Met het plan wordt de detailhandelsstructuur van de binnenstad
versterkt. Er wordt een aantrekkelijk gebied om te winkelen, wonen en te verblijven
toegevoegd.
Realisatie van het project Achter de Lange Stallen is een belangrijke ruimtelijke versterking
van de binnenstad. De routing in de binnenstad wordt verbeterd en er ontstaat een betere
koppeling met het Chassépark. De schaalvergroting in de detailhandel zet door, ook in
binnensteden. De verwachting is dat er de komende jaren een grote vraag blijft bestaan naar
grote moderne winkelpanden in A1-gebieden door met name (inter)nationale modeformules.
Het contrast tussen A1 winkelgebied en omliggende winkelgebieden in binnensteden wordt
groter. Binnensteden zullen compacter worden. De (inter)nationale winkelformules willen op
de beste locaties zitten. De plannen voor Achter de Lange Stallen bieden hiervoor mogelijk-
heden. Dit gebied zal zich functioneel, ruimtelijk en fysiek moeten onderscheiden van andere
delen in de binnenstad. Door vergroting van het A1-gebied rondom de Ginnekenstraat neemt
de concurrentie op het reeds bestaande A1-gebied toe. Toch leidt het toevoegen van een
substantieel nieuw winkelgebied met meerdere trekkers en een bijzonder verblijfsklimaat vaak
ook tot een modernisering van het bestaande aanbod om “klaar te zijn” om te kunnen
profiteren van de extra bezoekers.
Bij Achter de Lange Stallen komt de nadruk te liggen op (inter)nationale formules in de
branchegroep mode & luxe. Het midden- en prijsvriendelijke segment met een hoogwaardige
uitstraling, ook wel “cheap chic” genoemd. Omdat het hier gaat om het toevoegen van een
nieuw, uniek stukje binnenstad, is het belangrijk de kwaliteit van de invulling van het concept
te bewaken.
5Visie Binnenstad Breda - bijlagen
1.3.2 Versterking dwaalmilieu rond het kernwinkelgebied
Een goede mogelijkheid is het creëren van een zogenoemd ‘dwaalmilieu’. Zo’n alternatief
binnenstadcircuit rondom het kernwinkelgebied heeft een sterk toeristisch-recreatief karakter
waarmee Breda zich onderscheidt van andere (minder historische) binnensteden. Een
optimaal dwaalmilieu bevat een variatie aan hoogwaardige elementen op het gebied van
horeca en vermaak, recreatief winkelen, cultuur en historie, parken, hofjes en water. In de
Bredase binnenstad zijn al deze aspecten in voldoende mate aanwezig, maar ze worden nog
te weinig uitgebuit.
Dwaal- en snuffelmilieus die sterk zijn aangehaakt op de routing van het kernwinkelgebied
kunnen zeker in een stad als Breda perspectief behouden, mits een grote diversiteit aan
branches en specialistische winkels wordt aangeboden. Een lager huurniveau is hiervoor een
vereiste.
Een mogelijkheid is om het dwaalmilieu te onderscheiden in verschillende domeinen
(Visie dwaalmilieu)
• historie (Grote Markt, Reigerstraat, Kasteelplein, Catharinastraat)
• hofjes, tuinen, park (Begijnhof, Merkxtuin, Kapucijnenhof, Valkenberg en - op termijn -
Stadserf)
• gespecialiseerde detailhandel (t’ Sas, Veemarktstraat)
• religieuze bezienswaardigheden (diverse kerken)
• militair erfgoed (Kasteel van Breda, Chassépark, Seelig kazerne)
• leisure (Holland Casino)
• cultuur (Chassé Theater, Nieuwe Veste, Breda’s Museum, Poppodium Mezz, MOTI)
• water (havenkwartier)
1.3.3 Nieuwe toekomst voor de inloopstraten
De (Nieuwe) Haagdijk, (Nieuwe) Boschstraat en Nieuwe Ginnekenstraat zijn tot op heden
omschreven en gekarakteriseerd als “inlopers”. Er werd gekozen voor de term inlopers omdat
het om van oudsher belangrijke toegangswegen naar de binnenstad ging. “Inloper” is voor
ondernemers een begrip en staat voor een vestigingsmilieu dat bereikbaar is met de auto en
de mogelijkheid van parkeren voor de deur heeft. Geconstateerd kan worden dat de term
“inloper” niet meer overeenkomt met de huidige functie van de (Nieuwe) Haagdijk en de
(Nieuwe) Boschstraat in de zin van letterlijke betekenis van “inloper” naar het kernwinkel-
gebied.
In veel steden en ook in Breda staat de functie van de aan-of inloopstraten onder druk.
Oorzaken hiervan zijn ondermeer het veranderende koopgedrag, geringere bestedingen door
de economische crisis en de vergrijzing van ondernemers in het MKB. Ook zijn in Inlopers
vaak branches gevestigd waarin webwinkelen momenteel populair is, zoals media, bruin- en
witgoed, telecom, hard- en software en reizen.
Het gevolg is leegstand, functieverandering en dalende huurprijzen. De gemeente heeft de
afgelopen jaren fors geïnvesteerd in de Haagdijk, Boschstraat en Nieuwe Ginnekenstraat door
herinrichting. Toch neemt vooral in de Haagdijk en de Boschstraat mede door de vergrijzing
van het MKB-bestand en het economisch tij, de vraag naar winkelruimten af waardoor
leegstand ontstaat. De binnenstad van Breda wordt “compacter”. Om hun attractiviteit te
blijven behouden zullen ook ondernemers en eigenaren in deze straten moeten blijven
investeren. De toegevoegde waarde moet niet meer gezocht worden in de functie van
aanloopstraat met winkels naar het centrum maar veel meer in een bijzondere invulling
bijvoorbeeld in de vorm van een thema of menging van functies. Lokale omstandigheden
zoals de kracht van directe omgeving, combinatie van functies en bereidheid tot samen-
werking bepalen het perspectief van deze straten. Meer functiemenging (naast detailhandel
en horeca ook dienstverlening, wonen, zorg) kan een oplossing zijn. Bereikbaarheid en de
mogelijkheid van parkeren voor de deur blijft een belangrijke onderscheidende kwaliteit van
deze straten.
6Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Voor de voormalige inlopers van de Bredase binnenstad kan dan gedacht worden aan:
Transformatie naar meer gemengd milieu:
• (Nieuwe) Haagdijk: belangrijke straat met voorzieningen voor de omliggende buurten;
met name richten op combinatie van buurtvoorzieningen (dagelijkse artikelen), broed-
plaats voor startende ondernemers in detailhandel, horeca en (commerciële)
dienstverlening en wonen.
• (Nieuwe) Boschstraat: Te weinig woningen in de directe omgeving voor buurtfunctie.
Gemengd milieu met accent op cultuur en horeca (waaronder hostels) rondom MOTI ,
specialistische winkels , (zorg)wonen en verschillende vormen van bedrijvigheid.
• Nieuwe Ginnekenstraat: Hoogwaardig milieu door statige panden en aansluiting op
Wilhelminastraat. Winkelfunctie komt nog niet goed van de grond. Enerzijds richten op
aansluiting op aanbod Wilhelminastraat, anderzijds op aansluiting zuidelijk deel
Ginnekenstraat door komst Achter de Lange Stallen. Menging van winkelfunctie met
commerciële dienstverlening.
• Met de komst van het nieuwe station wordt de Willemstraat een belangrijke verbinding
tussen het station en de binnenstad. Met name de ruimte voor voetgangers is belangrijk
in de vorm van een promenade. Ook hier moet gedacht worden aan een menging van
economische functies (commerciële dienstverlening, daghoreca, detailhandel, zorg, en
wonen). De enige toekomstige letterlijke “inloper” naar de binnenstad.
Duidelijk wordt dat het begrip “inloper” niet meer van toepassing is op de (Nieuwe) Haagdijk
en (Nieuwe) Boschstraat. Elke straat vereist een eigen benadering. Voor de leefbaarheid van
de directe omgeving en het tegengaan van verdere verloedering is het met name voor de
Haagdijk en de Boschstraat belangrijk dat ook de overheid hier een belangrijke, actieve rol
inneemt. Daarbij gaat het dan vooral om het helpen bij het voor deze straten zo belangrijke
transitieproces: het opwaarderen van deze straten naar aantrekkelijk gemengd milieu.
7Visie Binnenstad Breda - bijlagen
1.3.4 Aanpak leegstand
De leegstand in Nederlandse binnensteden groeit. Leegstand vormt vooral een probleem
wanneer een winkelpand langdurig leeg staat waardoor omliggende panden er ook nadeel
van ondervinden en het een negatieve uitwerking heeft op het straatbeeld en daarmee de
leefbaarheid in de straat en omgeving. De leegstand concentreert zich met name in de
zogenaamde oude aanloopstraten naar en de randen om het kernwinkelgebied.
Het aanpakken van leegstand is belangrijk om de binnenstad aantrekkelijk te houden.
Vastgoedeigenaren vervullen daarin een cruciale rol. Bij een investering in een pand zijn
snelle, heldere procedures bij gemeenten gewenst. Een binnenstadsvisie, detailhandelsvisie of
brancheringsplan schept duidelijkheid voor marktpartijen.
Leegstandsbestrijding en -begeleiding is zowel een bedrijfseconomisch als maatschappelijk
belang; het gaat om het economisch functioneren van de binnenstad, veiligheid en het
behoud van de leefbaarheid.
Partijen hebben verschillende instrumenten ter beschikking om leegstand te bestrijden:
Gemeente:
• stelt kaders door het opstellen van visies en bestemmingsplannen, met verkeers- en
parkeerbeleid en het reclame- en uitstallingsbeleid
• kan procedures versnellen
• verantwoordelijk voor inrichting en beheer openbare ruimten
• kan straatmanager of binnenstadsmanager mee financieren en/of participeren in
binnenstads-management/bureau binnenstad
Vastgoedeigenaren:
• verantwoordelijk voor op peil houden en kwaliteit vastgoed
• beheer van en investeringen in vastgoed
• aanpassen huurprijzen
• tijdelijke invulling met ateliers of zgn pop-up stores
• participeren en mee financieren binnenstadsmanagement/bureau binnenstad
Winkeliers:
• aanbod aanpassen aan veranderende consumentenbehoeften; integratie van bricks en
clicks
• inzetten op service en gastvrijheid
• participeren in en mee financieren (bv ondernemersfonds ) van een vorm van samenwer-
king met andere partijen, bv in de vorm van binnenstadsmanagement/bureau binenstad
• het organiseren van evenementen
1.3.5 Stimuleren van zelfstandig ondernemerschap
Breda geeft niet alleen ruimte aan grootschalige efficiënte retailers maar wil ook inzetten op
attractieve winkels van (vooral ook jonge) zelfstandige ondernemers.
Uit de profilering van de verschillend deelgebieden komen de kansrijke vestigingsmilieus voor
deze winkels naar voren. Breda wil inzetten op creëren van gunstige randvoorwaarden om dit
onderscheidende aanbod te faciliteren. Dat is uiteindelijk wat de consumenten willen.
De verrassing van de kleine winkels en de vertrouwdheid van de ketens.
8Visie Binnenstad Breda - bijlagen
1.4 Binnenstadsmanagement
In veel steden is sprake van binnenstadsmanagement of centrummanagement. Centrum-
management kan in het algemeen omschreven worden als een structureel samenwerkings-
verband van publieke en private partijen in een centrum, op basis van gelijkwaardigheid, met
een gezamenlijke inzet van middelen , teneinde de aantrekkingskracht en daarmee het
economisch functioneren van het centrum te versterken. Voor de binnenstad spreekt men
van binnenstadsmanagement.
Centrum- of binnenstadsmanagement kent de volgende kenmerken:
• Gelijkwaardig samenwerken: versterken van het centrum is een gezamenlijk belang en
vraagt om een gezamenlijke, gedeelde verantwoordelijkheid, inzet en enthousiasme.
Samenwerking is niet vrijblijvend en vereist goede interne organisatie van partijen en
goede open communicatie
• Onafhankelijk: intermediaire, onafhankelijke organisatie tussen en boven de partners.
Geen belangenbehartiging namens een van de partners.
• Structurele aanpak: praktische werkorganisatie met heldere structuur, gericht op
continuïteit op middellange en lange termijn (procesaanpak). Daarnaast ook “quick
wins”.
• Structurele middelen:lange termijn financiering met middelen afkomstig van gemeente,
ondernemers, eigenaren en andere betrokken partijen.
• Integrale benadering waarbij alle facetten van het centrum in hun onderlinge samenhang
worden aangepakt.
• Beleid en uitvoering: centrummanagement is discussieplatform voor beleid én richt zich
op activiteiten die concreet resultaat opleveren.
Gezamenlijk beleid voor een centrum, de binnenstad, staat aan de basis van alle activiteiten
van het binnenstadsmanagement. Het gaat om een gezamenlijke visie, ambitie en de wijze
waarop men deze ambitie via binnenstadsmanagement wil realiseren.
1.5 Warenmarkt
Twee keer per week, op de dinsdag en vrijdag, is er een warenmarkt op de Grote Markt in de
binnenstad van Breda. Het functioneren van warenmarkten staat onder druk en dit is ook te
constateren in de binnenstad van Breda. Met name de warenmarkt op dinsdag functioneert
slecht door het afnemend aantal kramen.
Doordat de warenmarkten in de binnenstad plaatsvinden op de Grote Markt conflicteert dit
met de toegankelijkheid van de winkels en horeca en met de mogelijkheid van meerdaagse
evenementen. Alleen voor het jazzfestival is het gelukt een oplossing te vinden door de
vrijdagmarkt te verplaatsen naar het Chasséveld.
Voor een oplossing van bestaande conflicten tussen warenmarkt, detailhandel en horeca zou
gezocht moeten worden naar een andere en betere opstelling, desnoods andere locatie, van
de weekmarkt. In het verleden zijn hiertoe diverse pogingen ondernomen die niet tot succes
hebben geleid.
Bij het opstellen van het Wijkplan Stadshart-Valkenberg zal dit opnieuw worden opgepakt.
9Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Horeca heeft altijd een belangrijke plaats ingenomen in de binnenstad van Breda.
Kenmerkend is de sterke concentratie van horeca rondom de Havermarkt en de Grote Markt.
Recentelijk is de toename van de horeca aan het van Coothplein en ontwikkeling van horeca
aan de Westflank met de heropende haven.
In het horecabeleidsplan uit 2005 wordt het horeca-aanbod in de binnenstad als volgt
omschreven: “Breda wil bekend staan als een Bourgondische stad (en de relatie met de
horeca is dan essentieel), maar (b)lijkt dat op dit moment niet waar te maken door het
ontbreken van kwalitatief daarop inspelende horeca in de binnenstad. De horeca in de
binnenstad heeft ook een relatief eenzijdig profiel door de oriëntatie op jeugdig uitgaand
en winkelend publiek. Signalen zijn: relatief weinig variëteit, relatief weinig zelfstandige
winkelondersteunende voorzieningen, weinig horeca voor 30+ en cultuurbezoekers en
weinig moderne hippe concepten. Koppeling van horeca met winkels en cultuur/toerisme is
belangrijk om bezoekers langer in de stad te houden.”
Horeca 2STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. nieuwe initiatieven vanuit marktpartijen, zoals fysieke en conceptuele crossovers
2. binding van klanten
3. duidelijk herkenbare gebieden
1. weinig onderscheidends
2. te weinig diversificatie binnen aanbod doelgroepen
3. buiten de horeca concentratie gebieden weinig mogelijkheden
1. veel gelegenheden
2. aanbod bedient meerdere doelgroepen
3. aanbod is compact bij elkaar
1. conflicterende belangen
2. navolging succesvol concept leidt tot eenzijdig aanbod
3. vervlakking of identiteitsverlies
1. samen werken aan branchering en diversificering
2. aanspreken van nieuwe doelgroepen
3. ruimte bieden aan nieuwe initatieven
HORECA
10Visie Binnenstad Breda - bijlagen
In 2011 heeft de gemeenteraad een nieuwe categorie-indeling voor de horeca vastgesteld
waardoor meer ruimte wordt geboden aan winkelondersteunende daghoreca concepten.
• Winkelondersteunende daghoreca (horeca 1) kan onbeperkt in heel de binnenstad;
• Uitgaanshoreca blijft geconcentreerd in horecaconcentratiegebied rondom de Havermarkt;
• Met uitzondering van nieuwe ontwikkelingslocaties (Achter de Lange Stallen, Westflank,
Via Breda) géén uitbreiding van aantal zelfstandige horecavestigingen in de binnenstad
(geldt niet voor horeca 1);
• Aantal zelfstandige horecavestigingen in de Haagdijk en Boschstraat blijft, met uitzondering
van de nieuwe categorie horeca 1, gelimiteerd.
Doordat de Grote Markt zich steeds meer ontwikkelt in de richting van een horecaplein
wordt het voor detaillisten steeds minder aantrekkelijk zich hier te vestigen, met als gevolg
leegstand van winkelpanden. Indien de mogelijkheden voor dag- en avondhoreca op de
Grote Markt worden verruimd kan hier een aantrekkelijk horecaplein als huiskamer van de
binnenstad ontstaan.
Op de lange termijn, indien er voldoende groeimogelijkheden zijn, zouden het Van
Coothplein en de haven met elkaar verbonden kunnen worden via de Markendaalseweg/
Seelig Noord, aangezien zich ook hier horecagelegenheden bevinden (Ume, Bali, restaurant
Cingelcollege) en nieuwe initiatieven ontplooid kunnen worden (Seelig Noord).
In de binnenstad is op diverse locaties dynamiek in de ontwikkeling van horeca:
• Van Coothplein
• Achter de Lange Stallen (herontwikkeling Molsterrein)
• Haven (oostzijde)
• De Grote Markt (verdwijnen van de detailhandelsfunctie).
Het vastgestelde beleid kent een kwantitatieve benadering van de horeca. Het is de vraag of
de gewenste kwaliteitsverbetering en variatie van het horeca aanbod tot stand komt binnen
deze dwingende kaders. Gezien de inzet op meer flexibiliteit en de trends- en ontwikkelingen
die zich in de horecasector voordoen, zal het horecabeleid verder worden geactualiseerd.
11Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Voorrang voor erfgoed
De cultuurhistorische waarden en monumenten van de binnenstad vormen de grondslag
voor het fungeren van de binnenstad als economische motor van Breda. Als gevolg van de
economische crisis zijn er op dit moment meer herontwikkelingslocaties (locaties die leeg
(komen te) staan) voorhanden in de binnenstad, dan dat er programma voorhanden is.
Bij de locatieafweging van initiatieven die zich voordoen, wordt dan ook allereerst gekeken
naar locaties waar sprake is van cultuurhistorische en monumentale waarden. Mocht
nieuwbouw toch de enige mogelijke optie zijn, dan wordt hier de ambitie aan gekoppeld dat
er toekomstig erfgoed wordt ontwikkeld.
Erfgoed 3STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. diverse monumentale objecten en gebieden komen beschikbaar
2. dwaalmilieu met nieuwe ambachten
3. behoud erfgoed door vernieuwing
1. te weinig benut of beleefbaar
2. beperktere mogelijkheden t.g.v. spanning erfgoedeisen, gebruikerswensen en bouwregels
3. zelden verrassend
1. lange ervaring met herontwikkelen erfgoed
2. schaal en maat gebouwen passend voor divers gebruik
3. fraaie, leesbare stad met tijdslagen
1. afstand tot kernwinkel gebied is (te) groot
2. wijze van hergebruik niet gepast of passend
3. vernieling door vernieuwing
1. bevorderen van hergebruik van monumentale panden en gebieden
2. functies toelaten die passen bij de plek en de historie
3. erfgoed waarden matchen en laden met vernieuwingskansen (beeld)cultuur
ERGFGOED
12Visie Binnenstad Breda - bijlagen
De erfgoedvisie “Erfgoed in Context” benoemd een aantal expliciete maatregelen om de
binnenstad aantrekkelijker te maken. Deze maatregelen richten zich met name op de
versterking van het eigen cultuurhistorisch karakter en de uitstraling van bebouwing en de
openbare ruimte. Een aantal maatregelen uit deze visie zijn reeds in uitvoering gebracht. Zo is
er inmiddels een reclamebeleid wat regelt dat reclame-uitingen in de historische binnenstad
terughoudend moeten worden uitgevoerd. Ook is er inmiddels een nieuwe bestemmingsplan
binnenstad, waarin de schaal en hoofdvorm van de historische gebouwen zijn vastgelegd.
Dit bestemmingsplan regelt tevens dat plannen worden beoordeeld door de commissie
Ruimtelijke Kwaliteit vanuit de rol van monumentencommissie. Hiermee kan regie worden
gevoerd op de detaillering en kleurstelling van panden die een historische waarde hebben en
op panden die door hun positionering van grote invloed zijn op historische panden in de
directe omgeving. Tenslotte wordt er in 2013 een pilot van het belichtingsplan uitgevoerd.
Naast de regie van de gemeente op de fysieke historische omgeving wordt samen met onder
anderen Gebouw F (het lokale architectuurcentrum) stappen gezet om zowel de inwoners als
de bezoekers van Breda de bijzondere historische kwaliteiten van de binnenstad meer te laten
beleven. De applicatie Urban Augmented Reality(UAR) is hiervan een voorbeeld. Bijzondere
plekken en verhalen worden zichtbaar gemaakt door op de mobiele telefoon informatie aan
te bieden. Deze informatie bestaat niet alleen uit tekst die ook op een bordje kan staan, maar
ook uit oude foto’s en filmpjes of door een 3D animatie van de historische situatie over het
huidige straatbeeld. De koppeling tussen erfgoed en beeldcultuur wordt onder andere zo
vormgegeven.
13Visie Binnenstad Breda - bijlagen
4.1 De openbare ruimte staat ter beschikking
Cultuur draagt bij aan economische groei, citymarketing, kwalitatief hoogwaardig onderwijs
en sociale verbanden. Denk aan de opkomende kracht van de creatieve industrie, maar ook
aan de toeristische waarde van ons cultureel erfgoed. Breda investeert in het versterken van
het cultureel burgerschap van haar inwoners. Met betrekking tot jeugd en jongeren zet Breda
in op de brede ontwikkeling van deze doelgroep op het gebied van sport en cultuur.
Breda kent een rijke historische binnenstad. Er wordt gebouwd aan de toekomst van de stad
en haar bewoners, de rijke geschiedenis én een uitdagende innovatieve toekomst worden
aan elkaar verbonden door de koppeling te leggen tussen beeldcultuur en erfgoed.
Het uitgangspunt is dat cultuur en cultureel erfgoed een belangrijke intrinsieke waarde
hebben, maar nadrukkelijk niet op zichzelf staan. Een sterke culturele en erfgoed sector
versterkt de economie van de stad en specifiek voor de binnenstad draagt het bij aan de
aantrekkelijkheid van Breda als toeristische stad, trekt creatieve bedrijvigheid aan en is een
vestigingsplaats voor wonen en werken.
De grote culturele en erfgoed podia van de binnenstad (zoals het Chassé theater, MeZZ, Moti
en Breda’s Museum en de Grote Kerk) zijn niet alleen toonaangevende culturele en erfgoed
instellingen maar vervullen een belangrijke rol in de aantrekkelijkheid van de binnenstad.
De gemeente heeft hierin een faciliterende, verbindende en stimulerende rol door het
ondersteunen van culturele instellingen en het verlenen van subsidies voor activiteiten,
Cultuur 4STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. koppeling met kernwaarden historisch, bourgondisch, gastvrij
2. openbare ruimte als ‘expositieruimte’
3. samenwerking overheid, onderwijs en ondernemers
1. onduidelijke definitie (beeld)cultuur
2. (beeld)cultuur te weinig beleefbaar in stadsbeeld
3. incidenteel karakter
1. diverse initiatieven (beeld)cultuur
2. historisch stadsbeeld heeft beeldende traditie voortgebracht
3. (toegepaste) kunstuitingen waarin interactie tussen fysieke en virtuele stad
1. vermeende tegenstelling tussen vernieuwing en traditie
2. vandalisme, verloedering, ‘ver-eftelisering’
3. motivatie voor samenhang en organisatie
1. samen werken aan onderscheidend (beeld)cultuur profiel in samenhang met overige kernwaarden binnenstad
2. op maatschappelijk verantwoorde wijze benutten van de openbare ruimte
3. verder (ver)binden van overheid, onderwijs en ondernemers
(BEELD)CULTUUR
14Visie Binnenstad Breda - bijlagen
festivals, producties, manifestaties en evenementen. Cultuureducatie en participatie zijn
daarbij belangrijk voor het culturele fundament van de stad.
Het veranderende publiek en de veranderende economische situatie stellen de cultuursector
voor geheel nieuwe uitdagingen. Daarbij kent de creatieve (nieuwe) industrie, zoals de
beeldcultuursector, nog steeds een duidelijk groeipotentieel (in vergelijking met andere
sectoren). Juist de aanwezigheid van menselijk kapitaal en het aantal opleidingen en een
culturele infrastructuur zijn hierbij belangrijk. De stad Breda moet en kan ruimte bieden aan
culturele makers, onderwijsinstellingen en bedrijfsleven om in een ruimdenkende context
met elkaar samen te werken, om ruimte te bieden aan de ontwikkeling van nieuwe ideeën,
producten en diensten die essentieel zijn voor de (beeld)cultuursector in de stad en
bijdragen leveren aan de profilering van de (binnen)stad. Hierbij biedt de openbare ruimte
van de binnenstad de uitgelezen mogelijkheid om beeldcultuur en erfgoed in al haar
veelkleurigheid zichtbaar te maken.
Breda moet aansluiten en levert een bijdrage aan het (verder ontwikkelen van) de sterke
kwaliteiten en thematieken van de stad (en haar omgeving) te bieden hebben. Door
bijvoorbeeld Vincent van Gogh, die op een paar kilometer afstand van Breda is geboren,
op een innovatieve en vernieuwende wijze zichtbaar te maken in de (binnen)stad en door
het realiseren van voorzieningen voor toeristen, kan een impuls gegeven worden aan de
aantrekkelijkheid van de stad Breda, haar landschappelijke omgeving en de dorpen waar
Van Gogh daadwerkelijk verbleven heeft.
Wij vinden het belangrijk om de ’blokkades’, die er soms zijn om gebruik te kunnen maken
van beschikbare (openbare) ruimte in de stad, zoveel mogelijk weg te nemen. Daarmee
worden culturele makers en creatieve ondernemers in staat gesteld en gestimuleerd om
projecten tot uitvoering te brengen en/of gebruik te maken van ruimten die de levendigheid
en aantrekkelijkheid van de stad versterken/ vergroten. De creatieve sector kan en moet zich
meer tot de stad gaan verhouden, om daarmee haar bijdrage te leveren aan de invulling van
de stad op alle mogelijke fronten de duurzame stad, de sociale stad, de toeristische stad,
de bereikbare stad, de innovatieve stad, etc.
4.2 Stad van beeldcultuur
Beeldcultuur zit in de haarvaten van Breda. De hogescholen NHTV en Avans (waaronder Sint
Joost) bieden op dit gebied opleidingen die landelijk tot de top behoren; denk aan animatie,
gaming, audiovisuele vormgeving en communication & multimedia design. Ook op cultureel
gebied is beeldcultuur rijkelijk vertegenwoordigd in Breda: MOTI, het Huis voor Beeldcultuur
en de festivals (waaronder Breda Photo) zijn hier goede voorbeelden van. Economisch gezien
groeit het aantal beeldcultuurgerelateerde bedrijven in Breda. Dit komt het sterkst tot uiting
op de Triple O Campus, creatieve hotspot van Breda. Hier is eind 2012 naast het reeds
bestaande Blushuis en Pakhuis het AVHuis gerealiseerd, een modern cluster voor audiovisuele
makers, waarin zowel starters als meer gevestigde makers een werkplek hebben.
Met beeldcultuur, een zeer innovatieve sector die continu in beweging is, heeft Breda een
sterke troef in handen. Het bundelen van slagkracht en het organiseren van samenwerking
zodat synergie gecreëerd wordt is hierbij van groot belang. De gemeente speelt hierin een
cruciale rol en onderkent het belang van beeldcultuur. Zo heeft zij beeldcultuur in haar
cultureel en economisch beleid tot speerpunt benoemd.
De gemeente stimuleert kwaliteit in de breedte en topkwaliteit op met name de speerpunten
beeldcultuur en erfgoed. Projecten erfgoed en beeldcultuur die op een innovatieve manier en
bijdrage leveren aan de zichtbaarheid en publieksparticipatie van de stad worden gestimuleerd.
Dit geeft kleur aan de stad en bevordert de culturele dynamiek. Beeldcultuur wordt zichtbaar in
de stad in de festivals en de presentaties van culturele instellingen, maar ook in de openbare
ruimte, doordat beeldcultuurprojecten in de openbare ruimte worden uitgevoerd.
15Visie Binnenstad Breda - bijlagen
5.1 Economische crisis en vrijetijdsgedrag
Ondanks de economische crisis zullen toerisme en vrije tijd voor de consument belangrijk
blijven. Toerisme zit in het gedragspatroon van de mens. Dit maakt dat de consument op dit
fenomeen niet snel sterk zal bezuinigen. Wel is het vrijetijdsgedrag aan trends onderhevig.
5.2 Trends
Voor toerisme en vrije tijd zijn de volgende belangrijke trends van toepassing:
• Vrije tijd en toerisme blijven groeien ondanks de conjuncturele schommelingen
• Vergrijzing en toenemend aantal alleenstaanden
• Grotere behoefte aan (korte) unieke belevenissen
• Beschikbare vrije tijd meer versnipperd
• Groei behoefte zingevende, duurzame en betekenisvolle belevenissen
• Toename vrijetijdsmobiliteit, informatisering, technologisering en net-generatie
• Authenticiteit
5.3 Ontwikkelingen
Naast de bovenstaande trends kunnen verder nog de volgende belangrijke ontwikkelingen
worden genoemd:
• Nederlanders blijven meer in eigen land.
• Korte hotelvakanties nemen toe
• Aantal citytrips blijft groeien
• Er wordt meer waarde gehecht aan unieke verblijfsaccommodaties
Recreatie en toerisme 5STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. groeiende vraag naar shortbreaks
2. meer benutten van reeds gedane/ lopende investeringen
1. te weinig onderling verband voor meerdaags bezoek
2. te weinig beleefbaar
1. veel aanbod in stad en regio zoals bv groen buitengebied
2. Breda ‘Markstad’
1. dalend herhalingsbezoek
2. draagvlak, bijdrage en samenhangend initiatief belanghebbenden
1. thematisch profileren van stad en regio en deze goed ‘vermarkten’
2. uitbreiden van watergebonden recreatie en programmeren met evenementen
RECREATIE EN TOERISME
16Visie Binnenstad Breda - bijlagen
5.4 De Bredaase situatie
Breda heeft het afgelopen decennium een schaalsprong gemaakt als toeristische bestemming.
Tot en met 2008 heeft Breda als enige grote Nederlandse stad, een constante groei gekend in
het aantal toeristische bezoekers. De groei in bezoekers is voor een belangrijk deel toe te
schrijven aan de komst van nieuwe voorzieningen en gebiedsontwikkelingen zoals de haven,
Chassépark, Graphic Design Museum (nu MOTI), ’t Sas, Holland Casino. Ook grote landelijke
evenementen als het Glazen Huis hebben positief aan het bezoekersaantal bijgedragen.
De afgelopen jaren laat het aantal toeristische bezoekers (betreft alleen Nederlandse
toeristen; Belgische toeristen, mensen uit Breda/regio en herhalingsbezoeken zijn niet
meegerekend) een daling zien van 1,5 miljoen in 2008 tot 1,3 miljoen in 2011. Dit als gevolg
van de economische crisis maar waarschijnlijk ook door het uitblijven van vernieuwing van het
toeristisch product.
De betekenis van toerisme en leisure in Breda kan worden gedefinieerd op basis van een
drielaagsmodel, bestaande uit een:
1. Een smal topsegment; de mustsee of mustdo bezienswaardigheden. Dit zijn beziens-
waardigheden die beeld- en imagobepalend zijn voor Breda en een primaire reden zijn
voor een toerist om de stad te bezoeken. Voor Breda is dit het funshoppen in combinatie
met horeca- en restaurantbezoek. Het historische decor waarin dit plaatsvindt draagt hier
in een belangrijke mate aan bij. Duidelijk mag zijn dat de historische binnenstad dé
trekker is voor Toeristisch Breda.
2. Brede tussenlaag met aantrekkelijke bezienswaardigheden; bezienswaardigheden die
ervoor zorgen dat de toerist langer (ver)blijft in Breda of nog een keer terugkomt. In
Breda zijn dit onder meer de evenementen, musea, stadswandelingen en de rondvaarten.
3. Brede basisinfrastructuur; dit zijn alle voorzieningen die voor een toerist nodig zijn om
aangenaam te kunnen verblijven. Over het algemeen niet de reden om een stad te
bezoeken maar als ze er niet zijn, kan dit een reden zijn om weg te blijven. De basis in
Breda goed. De bereikbaarheid, parkeermogelijkheden en toeristische informatie worden
goed gewaardeerd.
De onderlinge verhoudingen tussen de drie lagen lijkt in onbalans te zijn. Het topsegment is
relatief smal en ‘productonderdelen’ uit het middensegment als stadswandelingen, museum-
en evenementenbezoek blijven achter bij het landelijk gemiddelde.
De toeristische bestedingen in Breda zijn relatief hoog. Dit komt met name door het grote
winkel- en horecabezoek en het herhalingsbezoek. De overall waardering van de Nederlandse
bezoeker voor Breda als toeristische bestemming is al jaren één van de hoogste van Nederland.
5.5 Overnachtingsmogelijkheden
5.5.1 Variatie en aanbod
De huidige Bredase hotelmarkt bestaat met name uit hotels met drie tot vier sterren. Uit de
onlangs gehouden quickscan van de gemeente Breda naar de hotelmarkt blijkt dat er voor de
komende jaren een kleine marktruimte is voor de toevoeging van extra hotelkamers. Omdat
de marktruimte beperkt is wordt gefocust op nieuwe en onderscheidende initiatieven.
Naast een vijfsterren hotel zijn ook nieuwe en onderscheidende low-budget initiatieven
welkom, zoals bijvoorbeeld een twee sterren hotel, bed&breakfast-gelegenheden, jeugd-
herbergen en campings. Het uitbouwen van MOTI als culturele broedplaats en de nabijheid
van VIA Breda kunnen ervoor zorgen dat de Boschstraat aantrekkelijk wordt voor low-budget
overnachtingen in hostels/jeugdherbergen en bed&breakfast gelegenheden. Mogelijkheden
voor een (tijdelijke) stadscamping liggen wellicht op Seelig Zuid.
17Visie Binnenstad Breda - bijlagen
5.6 Regionale en provinciale ontwikkelingen
Gezamenlijke thema’s
Om te komen tot een grotere betekenis van het toeristisch-recreatieve aanbod zijn meer en
sterkere verbindingen met de regio en daarbuiten van belang. Thema’s als Van Gogh in
combinatie met een internationale toegangspoort als de HSL-verbindingen bieden hiervoor
goede kansen. Breda biedt bijvoorbeeld aantrekkelijke verblijfs- en overnachtingsmogelijk-
heden voor toeristen die het Vincent van Goghhuis in Zundert en het Vincent van Gogh
Informatiecentrum in Etten-Leur bezoeken.
Innovatie van het toeristisch product kan ook gebeuren door het toerisme te koppelen aan
andere sectoren als beeldcultuur en gaming maar ook een betere verbinding tussen erfgoed,
topsectoren als logistiek, maintenance en biobased bieden kansen. Dit dient nader te worden
uitgewerkt bij de profilering van Breda
Verbindingen met het buitengebied
Ook aantrekkelijke verbindingen met het buitengebied van Breda zijn van belang.
De radiale opzet van Breda met korte lijnen van de binnenstad naar het buitengebied zijn
uniek. Het groene buitengebied reikt hierdoor, ter hoogte van de groene (voormalige)
militaire terreinen, tot aan de historische binnenstad. Breda heeft een mooi en divers
buitengebied met beekdalen en bossen in het zuiden en uitgestrekte kleipolders in noorden.
Typisch voor Breda is de grote hoeveelheid landgoederen, verspreid in haar omgeving. Door
de verbindingen met het buitengebied via de historische linten en via de beekdalen aantrek-
kelijker te maken wordt Breda interessanter voor de toerist die een bezoek aan het centrum
wil combineren met een bezoek aan de natuur. Dit wordt in het kader van de Structuurvisie
Breda 2030 verder opgepakt.
Regio West-Brabant (RWB)
Regio West-Brabant ontwikkelt namens de West Brabantse gemeenten onder andere
regionaal toeristisch beleid en voert in dit kader ook enkele regionale projecten uit. In 2010 is
in samenwerking met de gemeenten een regionaal toeristisch beleids- en actieplan ontwikkeld.
De ontwikkeling van het West-Brabants watertoerisme is één van de speerpunten vanuit de
regionale Strategische Agenda van de Bestuurlijke Regiegroep. Dit heeft geleid tot de visie
met projectplan Brabant aan Zee waarin de West-Brabantse ‘watergemeenten’ samenwerken
om het watertoerisme in samenhang verder te ontwikkelen. De Gemeente Breda is hierbij
actief betrokken.
5.7 Leisure kwalitatief
Brede ambitie versus mogelijkheden
De doelstellingen uit het ‘Toeristisch Programma Bestemming Breda’ zijn onder andere, een
toename van het aantal toeristische bezoeken (5% tov 2009), zorgen voor handhaven van
het herhalingsbezoek, behoudt van de top 6 positie van meest bezochte toeristische stad en
minimaal een keer de titel meest gastvrije (binnen)stad krijgen. Onder de noemer ‘hospitality’
wil Breda haar vrijetijdseconomie op een breed vlak versterken door onder andere het
ondersteunen of realiseren van meerdere stedelijke vrijetijdsclusters. Dit zijn clusters van
functies op het gebied van toerisme, detailhandel, sport, cultuur en zorg. De clusters kennen
een onderscheidende thematische invulling, zijn multifunctioneel, hoogwaardig en variëren in
omvang en intensiteit van gebruik. De Bredase binnenstad is een goed voorbeeld van zo’n
vrijetijdscluster.
5.8 Leisure kwantitatief
In onderstaande tabellen zijn de twee sporen van het thema leisure uitgewerkt voor de
binnenstad en het nieuw te ontwikkelen, ook in tijdelijke vorm, van het CSM-terrein/
havenkwartier. Leisure is voor Breda een belangrijke bedrijfstak waar jaarlijks honderden
miljoenen aan bestedingen in omgaan. De binnenstad fungeert hierbij als motor met haar
winkel- en horeca-aanbod in een historisch decor. Het is belangrijk het product ‘Breda’ te
blijven vernieuwen. Dit kan door nieuwe mustsee/mustdo bezienswaardigheden toe te
18Visie Binnenstad Breda - bijlagen
voegen maar ook door er voor te zorgen dat de huidige bezienswaardigheden, activiteiten en
evenementen aantrekkelijker worden. Het CSM-terrein en havenkwartier bieden kansen voor
een vernieuwing van het toeristisch product. Op korte afstand van de binnenstad is er ruimte
om een nieuwe beleving toe te voegen. Het vrijetijdscluster ‘binnenstad’ wordt hiermee
uitgebreid waardoor Breda aantrekkelijker wordt voor een langer verblijf. Afstemming en
synergie met de binnenstad is hierbij belangrijk.
Versterken en/of koesteren
Leisure locaties type branchering programma dekkingsgraad
Binnenstad sfeergerichte leisure
winkels, cultuur,
erfgoed, horeca en
vermaak
winkels, cultuur,
erfgoed, horeca en
vermaak
Regionaal/landelijk
Haven, Markt en
Singels
(vastgesteld)
blauwe leisure
waterrecreatie,
nautische
evenementen
rondvaarten,
ligplaatsen, singel
als drager,
toervaarders,
sloepen en kano’s
regionaal
CSM-terrein en
Havenkwartier
(mogelijke
ontwikkeling)
CSM-terrein en
Havenkwartier
(mogelijke
ontwikkeling)
water, architectuur,
kunst/cultuur en
evenementen (?)
landelijk/
regionaal
5.9 Toeristisch programma 2010-2014
Zorgen voor een landelijk onderscheidend evenement of mix aan evenementen
In Nederlandse steden, zo ook Breda, vinden steeds meer evenementen plaats. Evenementen
verschillen naar aard en schaal en aantrekkingskracht op de bezoekers. In 2008 heeft Breda
landelijke media-aandacht gekregen door de grote evenementen ‘3FM Serious Request (Het
Glazen Huis)’, ‘Mijn tent is top’, en het ‘Tros Muziekfeest’. Het onderzoek naar de betekenis
van het Glazen Huis heeft aangetoond hoe belangrijk een grootschalig evenement voor een
stad kan zijn. Vanuit het Toeristisch Programma zal in samenwerking met evenementenorga-
nisatoren, de VVV en (in ieder geval) de gemeentelijke disciplines citymarketing en evenemen-
ten worden bekeken welke evenementen (maar ook exposities) vanuit het oogpunt van
nieuwe bezoekers en imago het beste kunnen worden versterkt en gestimuleerd. Het
stimuleren van deze zogenoemde ‘high profile’ evenementen dient breed te worden gezien.
Het ontwikkelen van thematische arrangementen, het aantrekkenen van nieuwe evenemen-
ten, of het verder ontwikkelen van bestaande evenementen zijn allemaal manieren om de
betekenis van evenementen, in termen van bestedingen en imago, te stimuleren. Er wordt
nauw aangesloten bij het ‘intake overleg evenementen’, dat is voortgekomen uit de nota
‘Breda Evenementenstad’.
19Visie Binnenstad Breda - bijlagen
6.1 Evenementen met een meerwaarde
Ruimte voor evenementen is van essentieel belang voor een bruisende binnenstad. Uiteraard
is er een spanningsveld tussen een levendige binnenstad met evenementen, de beheersbaar-
heid ervan en de overlast voor omwonenden. Het streven is om hierin een goede balans te
vinden. Omdat het stadscentrum verreweg de meest gewilde locatie is voor evenementen-
organisatoren, zijn criteria opgesteld voor evenementen die in het stadscentrum plaats
moeten kunnen vinden. Evenementen die hier niet aan voldoen, worden niet toegestaan in
de binnenstad. Het streven is om evenementen zoveel mogelijk te spreiden qua locatie,
tijdstip en doelgroep. Er zijn in het centrum verschillende evenementenlocaties voorhanden
en het doel is om het type locatie leidend te laten zijn voor het type evenement. Daarnaast is
het zaak om in de toekomst in het kader van spreiding nieuwe evenementenlocaties te
vinden, zoals bijvoorbeeld Seelig Zuid.
De gemeente Breda kiest voor een breed evenementenaanbod, waarbij de van nature in de
stad aanwezige voedingsbodem voor een groot scala aan evenementen, het organisatorisch
vermogen in de stad en het grote aantal vrijwilligers gekoesterd worden. Hierbij weegt de
meerwaarde van een evenement op het gebied van stadspromotie, economische spin-off en
publieksbereik / toerisme zwaar bij de beoordeling van een evenement. Hoewel er dus sprake
Evenementen 6STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. evenementenmarkt groeit
2. nieuwe en vrijkomende locaties en gebouwen als aanvulling op of ontlasting van bestaande locaties
1. evenementen trekken geen nieuwe bezoekers
2. te weinig match tussen evenement, tijdstip en locatie
1. diverse goede evenementen
2. veel plekken in de stad geschikt voor evenementen
1. concurrentie om de aandacht
2. goede inpassing in de stedelijke context (zowel qua bewoners als locatie)
1. (doen) ontwikkelen van evenementen die bijdragen aan een onderscheidend profiel van de binnenstad
2. het in overleg opstellen van evenementen beleid waarbij locaties passend in de context en op juiste tijdstip worden geprogrammeerd
EVENEMENTEN
20Visie Binnenstad Breda - bijlagen
is van een breed aanbod, heeft Breda een viertal inhoudelijke prioriteiten geformuleerd die
van meerwaarde zijn voor de stad en daarmee dus prioriteit hebben. Deze zijn:
• Gebruik van water als evenementenlocatie
Evenementen zijn erg geschikt om de toegankelijkheid en bruikbaarheid van het water
verder te vergroten. Het verdient dan ook voorkeur om water bij evenementen nadruk-
kelijker dan in het verleden in te zetten. Door de verdere transformatie van de haven naar
een bruisend waterplein met de nieuwe verhoogde Trambrug wordt het ‘waterplein’ bij
uitstek geschikt als evenemententerrein, met water als piste en de kade als tribune. Ook
de Singel kan beter benut worden. Openbare op- en afstapsteigers zorgen er voor dat het
water optimaal met het land wordt verbonden en dat via de Singel verschillende plekken
over het water beter bereikbaar worden. Tot slot lenen de Aa of Weerijs en de Mark aan
de zuidkant van de stad zich voor meer groene en extensieve evenementen.
• Profilering van het thema beeldcultuur
Breda heeft een natuurlijke voedingsbodem als het gaat om beeldcultuur. Het hoger
beroepsonderwijs biedt een aantal internationaal gerenommeerde bachelor en master
opleidingen op dit gebied: De Game Academy (NHTV), CMD (Avans) en meerdere
opleidingen binnen AKVISint Joost (Avans). Ook de ROC’s kennen sterke beeldcultuur
gerelateerde opleidingen. Ook het culturele veld is sterk beeldcultuur gericht. MOTI, het
Huis voor Beeldcultuur, Breda Photo, IDFX en KOP; het is slechts een greep uit het totale
aanbod. Ook de creatieve industrie in Breda heeft een sterke link met beeldcultuur. Zo is
er Electron, broedplaats in de Belcrum waar veel (startende) beeldcultuur makers hun
atelier of werkplek hebben. Voor de meer gevestigde commerciële partijen is er de Triple
O Campus met het Blushuis, het Pakhuis en sinds oktober 2012 het AV huis exclusief voor
de audiovisuele industrie. Breda heeft met dit klimaat een onderscheidende troef in
handen, die door evenementen verder versterkt kan worden. Beeldcultuur biedt grote
kansen voor evenementen en andersom zijn evenementen een prachtig middel om de
stad te profileren met dit thema.
• Profileringvanhethistorischekaraktervandestad
Allereerst heeft Breda een aantrekkelijke historische binnenstad en biedt daarmee een
indrukwekkend decor voor evenementen. Naast het fysieke historische karakter kent
Breda een zeer rijke en tot de verbeelding sprekende geschiedenis. Het Nassau- verleden
van de stad met bijbehorende monumenten als het Kasteel van Breda en de Grote Kerk,
het Turfschip -ons eigen paard van Troje- en de Vrede van Breda, waarbij New York werd
ingeruild voor Suriname. Gebeurtenissen van internationaal belang die Breda onderscheiden
en bepalend zijn geweest voor de hedendaagse maatschappij. Evenementen zijn bij
uitstek geschikt dit verhaal te vertellen en bij te dragen aan de profilering van Breda als
historische stad.
• ProfileringvanBredaalsstadvoor(top)sport
Binnen haar sportbeleid onderkent de gemeente Breda het belang van aantrekkelijke
topsportevenementen voor de stad. Mogelijkheden om deze te versterken en uit te
breiden zullen in de toekomst meer en meer benut worden. Daarnaast wil Breda een
bijdrage leveren aan de profilering van West-Brabant als wielerregio.
6.2 Breda Evenementenstad
De binnenstad van Breda vormt een prachtig decor voor evenementen, een decor dat zeker
benut moet worden. Voor het economisch rendement van evenementen is het bovendien van
groot belang om evenementenbezoekers aan de binnenstad te binden zodat zij hun verblijf
combineren met winkel- en horecabezoek. Ruimte voor evenementen is van essentieel belang
voor een bruisende binnenstad. Uiteraard is er een spanningsveld tussen een levendige
binnenstad met evenementen, de beheersbaarheid ervan en de overlast voor omwonenden.
Het streven is om hierin een goede balans te vinden. Omdat het stadscentrum verreweg de
21Visie Binnenstad Breda - bijlagen
meest gewilde locatie is voor evenementenorganisatoren, zijn criteria opgesteld voor
evenementen die in het stadscentrum plaats moeten kunnen vinden. Evenementen die hier
niet aan voldoen, worden niet toegestaan in de binnenstad.
De NHTV heeft in samenwerking met de gemeente en evenementenorganisaties de economi-
sche spin-off bij enkele individuele evenementen onderzocht. Daaruit blijkt dat evenementen
van grote betekenis voor de Bredase economie zijn. Zo zijn bijvoorbeeld Carnaval en het
Breda Jazz Festival samen al goed voor ca. €30 mln. aan economische impuls. Breda koestert
alle inzet van evenementenorganisatoren en het evenementenaanbod in de stad. Een
structurele impuls zou ook de ambitie om actief aansprekende en bij de stedelijke ambitie
passende evenementen te werven kunnen verwezenlijken.
Breda kent evenementen in alle soorten en maten. Samen met evenementenorganisatoren,
bewoners en bedrijfsleven werkt de gemeente Breda aan de realisatie van een gezamenlijke
ambitie: een evenementenaanbod, dat vernieuwend is, dynamiek aan de stad geeft voor
zowel inwoners als bezoekers, en de stedelijke ambities waar mogelijk versterkt.
De gemeente Breda erkent de meerwaarde van evenementen in de stad. Evenementen zijn
vaak diepgeworteld in de stedelijke samenleving en kunnen economisch, cultureel, sportief
en/of sociaal-maatschappelijk een grote toegevoegde waarde hebben. De organisatie
van zowel grote als kleinere evenementen ligt primair bij het particulier initiatief in de stad.
Draagvlak in de stad is dan ook bepalend voor de stabiliteit en het succes van een
evenement. Samenwerking met en betrokkenheid van lokale partners als het bedrijfsleven,
het onderwijs, instellingen en vrijwilligers is van groot belang en wordt waar mogelijk
gestimuleerd. De rol van de gemeente is in alle gevallen stimulerend, randvoorwaarden-
scheppend en regulerend.
De meerwaarde voor de stad van evenementen geldt voor zowel grootstedelijke evenementen
met een bovenlokale uitstraling, als voor kleinere evenementen, die op het gebied van
cultuur, sport of maatschappelijke ontwikkeling bijdragen aan de gemeentelijke doelstel-
lingen. Hoewel beide soorten evenementen van even groot belang zijn voor de gemeente
Breda, wordt onderkend dat zij nadrukkelijk een verschillend doel dienen en een verschillende
benadering behoeven. Zo zijn grootstedelijke evenementen naast de inhoudelijke kwaliteit
met name belangrijk voor de stedelijke promotie en de economische en toeristische impuls
voor de stad. Daarnaast vragen de grote publieksstromen om maatwerk op het gebied van
beheersbaarheid. Kleinere evenementen zijn er vooral voor de inwoners van de stad en
zorgen voor sociale, culturele en sportieve cohesie.
Grootstedelijke evenementen moeten voldoen aan de volgende doelstellingen:
• Het stimuleren van het (dag)toerisme;
• Het stimuleren van de lokale economie en werkgelegenheid;
• Het versterken van het imago van Breda
Belangrijk hierbij is een evenwichtige spreiding qua aard van het evenement:
• evenwichtige spreiding in tijd
• evenwichtige spreiding in locatiegebruik
• evenwichtige spreiding m.b.t. te bereiken doelgroepen
Het inhoudelijk kader van de kleine en middengrote evenementen is vastgelegd in de
beleidsnota’s ‘Factor C’ (cultuur) en ‘Sportimpuls Breda’. Inhoudelijk ligt het accent binnen
cultuur op Erfgoed en Beeldcultuur
22Visie Binnenstad Breda - bijlagen
De huidige evenemententerreinen in de historische binnenstad betreffen het Valkenbergpark,
de Grote Markt, de Haven, het Kerkplein, de Havermarkt en het Kasteelplein. Daarnaast is
ook het Van Coothplein een evenementenlocatie.
De criteria voor evenementen die hier kunnen worden gehouden zijn:
• Evenementen die een historisch decor behoeven
• Evenementen met een typisch Bredase identiteit maar bovenlokale uitstraling
• Evenementen die een sterke stadspromotionele waarde hebben
• Evenementen die een bijdrage kunnen leveren aan het thema water in de stad
• Evenementen die een bijdrage kunnen leveren aan de thema’s beeldcultuur en erfgoed
• Evenementen die van oudsher in het stadshart plaatsvinden en waarvoor in het verleden
toestemming is gegeven
Indien evenementen niet aan één of meer van bovenstaande criteria voldoen, worden zij niet
toegestaan in de binnenstad. Uiteraard kan een evenement er andersom wel voor kiezen zich
uit het stadscentrum te verplaatsen. Met name het Valkenberg zit aan de grenzen van de
maximaal toelaatbare belasting. Ter ontlasting van het park wordt overwogen op termijn een
evenementenbestemming te geven aan het Seeligterrein, mocht de kans zich voordoen
Nota bene
Hetgeen hier opgenomen is is nader uitgewerkt in de Nota Richting aan evenementen en de
uitvoeringsprogramma’s die hier mee samenhangen.
6.2.1 Chasséveld
Het Chasséveld houdt op korte termijn haar evenementenbestemming, waarbij de parkeer-
functie secundair blijft. Op lange termijn, zodra de evenementenzone van Park Bavelse Berg
gerealiseerd is kan de evenementenbestemming (en eventueel de openbare parkeerfunctie)
komen te vervallen, mits er een alternatieve locatie wordt gevonden voor Kermis en Circus.
6.2.2 Chassépark
Het Chassépark biedt een uniek decor voor middengrote tot grote evenementen die relatief
weinig geluid produceren. Hierbij kan gedacht worden aan evenementen op het gebied van
(beeld)cultuur, architectuur, erfgoed, urban sports als free running en skateboarden en
culinaire evenementen. Bij het architectonisch in het oog springende ontwerp van het
Chassépark is destijds nadrukkelijk dynamiek aan het gebied gegeven door er een evenemen-
tenbestemming op te leggen. Deze dynamische functie komt echter onvoldoende tot
uitdrukking en kan en dient meer benut te worden. Passende evenementen zullen dan ook
gestimuleerd worden om op deze locatie plaats te vinden.
6.2.3 Seeligterrein Zuid
Zoals al even genoemd wordt het toevoegen van een evenemententerrein aan de rand van
het centrum serieus overwogen op het moment dat het Seeligterrein beschikbaar komt. Deze
unieke groene plek in het stadscentrum wordt in 2016 afgestoten door Defensie en biedt
reële kansen. Zo kan deze locatie het Valkenberg ontlasten, dat qua fysieke belastbaarheid
aan haar maximum zit. Extra aantrekkelijk wordt het Seeligterrein omdat de 3e fase van de
Nieuwe Mark het terrein doorkruist, zodat ook de verbinding met het water evident is.
23Visie Binnenstad Breda - bijlagen
6.2.4 Bavelse Berg
Momenteel wordt gebouwd aan de grootste evenementen- en leisure locatie van Breda,
evenementenzone de Bavelse Berg. Dit geoutilleerde evenementencomplex en buitenterrein is
een aanwinst voor de stad en biedt kansen voor het aantrekken van nieuwe, grote evene-
menten naar onze stad. Over de vraag hoe dit terrein kan bijdragen aan het realiseren van de
doelstellingen van de stad zullen gesprekken gevoerd worden met de initiatiefnemer. In het
verlengde hiervan kan gesteld worden dat met de komst van de Bavelse Berg de behoefte
aan locatiebeleid, en meer specifiek een stedelijke programmering evenementen, toeneemt.
Er zal onderzoek gedaan worden naar het profiel van deze locaties en de aard van de
evenementen die er al dan plaats zouden moeten vinden (‘het juiste evenement op de juiste
plaats’). Met alle betrokken partijen wordt het gesprek aangegaan met als doel een steek-
houdende stedelijke evenementenprogrammering. Met een goede spreiding van evenemen-
ten over de stad en rekening houdend met het profiel van de verschillende locaties kan een
optimaal rendement worden behaald.
6.2.5 Via Breda
De spoorzone bevat op dit moment geen formele evenemententerreinen. Wel is de zone
interessant voor met name incidentele evenementen op het gebied van urban culture en wat
meer experimentele evenementen die weinig faciliteiten behoeven. Zo zijn er reeds plannen
(zoals de Souk van Piet-Hein Eek) en wordt er een skatehal gerealiseerd.
Op termijn komt wellicht een deel van het CSM terrein in aanmerking als evenementenlocatie.
6.2.6 NAC
Momenteel wordt multifunctioneel gebruik van het stadion en de aangrenzende parkeer-
terreinen nader onderzocht.
6.3 Visie water en vrijetijdsbesteding
Met de realisatie van de nieuwe verhoogde Trambrug in juni 2014 wordt een grote stap gezet
met de transformatie van de haven naar een bruisend waterplein. De nieuwe Trambrug kent
een doorvaarthoogte van 3,20 m waardoor de Bredase haven bereikbaar wordt voor het
merendeel van de recreatietoervaart.
De verwachte grotere toestroom van passanten biedt ondernemers kansen om een
passantenhaven in de haven en aan de Prinsenkade te realiseren. De ontwikkeling van meer
ligplaatsen dient te worden afgestemd met de beoogde ontwikkeling van een sloepenhaven
binnen Via Breda en de bestaande havens en passantenvoorzieningen. Deze afstemming
behoort tot de vervolgstappen.
De beleving van de haven als waterplein moet versterkt worden door evenementen. Naast
de reeds bestaande evenementen zet Breda in op kleinschalig en veelvuldig gebruik van de
haven voor watergebonden activiteiten. Breda ondersteunt en stimuleert nautische activiteiten
en wil flexibel omgaan met initiatieven. Zij wil burgers, bedrijven en verenigingen stimuleren
te komen met voorstellen. Uitgangspunt is dat het water beperkt en alleen voor het betref-
fende evenement ingericht kan worden, maar dat er geen permanente inrichtingselementen
nodig zijn. De evenementen moeten gericht zijn op beleving en beweging vanaf de kade en
de terrassen, om een bijdrage te leveren aan de specifieke aantrekkelijkheid van deze
omgeving. Kansrijk is ook een Bredase waterpalio, waarbij wijken tegen elkaar strijden in een
vaarwedstrijd.
Een andere mogelijkheid om evenementen met water te stimuleren is het organiseren van
kleinschalige concerten en voorstellingen op plaatsen die alleen via het water bereikbaar zijn.
Aanbieders van rondvaartboten en huurboten kunnen dan toegangskaarten verkopen voor
exclusieve belevingen op het water. Andere steden zijn hiermee zeer succesvol. Een koppeling
aan bestaande muziekfestivals en het filmfestival in samenwerking met partners is een
mogelijk goede start.
24Visie Binnenstad Breda - bijlagen
25Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Er is een noodzaak om na te denken over energie, klimaat en ondergrondse ruimte. Binnen
afzienbare tijd zullen zich op deze terreinen effecten manifesteren, met name in stedelijk
gebied. Door nu een visie op hoofdlijnen te formuleren en deze uit te werken in plannen en
projecten, kunnen problemen voorkomen worden. Ook is een visie op hoofdlijnen omschreven
voor groen en water. Er kan financiele en ruimtelijke meerwaarde gecreëerd worden door de
strategische inzet van duurzame energie, ondergrondse ruimte, groen en water.
7.1 Klimaat
7.1.1 Effecten in de Bredase binnenstad
In de binnenstad van Breda zullen effecten van klimaatverandering merkbaar zijn, door een
toename van wateroverlast, een afname van de kwaliteit van het oppervlaktewater en hitte in
de zomer. Hitte kan gedempt worden en piekbuien opgevangen door meer onverhard
oppervlak en groenblauwe structuren in de stad. Een koelere en groene/aantrekkelijke
binnenstad trekt meer mensen en winkels hoeven minder te koelen. Klimaatadaptatie is in
veel opzichten ook een kostenverhaal, de kosten voor koeling nemen toe als we onze
stedelijke ontwikkeling niet aanpassen.
Duurzaamheid 7
STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. blijvende belangstelling voor de binnenstad
2. bouwen van ‘monumenten van de toekomst’
1. weinig ervaring met herontwikkelen recentere gebouwen
2. traditie legt beperkingen op aan vernieuwing
1. veel kennis, kunde en belangstelling voor herontwikkelen monumenten
2. leesbare stad met tijdslagen
1. gebrek aan besef van urgentie leidt alsnog tot sloop/nieuwbouw
2. concessie aan kwaliteit omwille van kosten-baten
1. hergebruik van al dan niet monumentale panden bevorderen.
2. waar nieuwbouw nodig is hoge eisen stellen aan de kwaliteitsstanddaard die onderdeel is van de Bredase traditie. Zowel energetisch als qua beeldkwaliteit en mogelijkheden hergebruik
DUURZAAM GEBRUIK
STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. ‘vergroening’ (kazerne terrein) ‘verblauwing’ (singelring, 3e fase Mark)
2. diverse (onderdelen van) al dan niet monumentaleobjecten (daken, gevels)
3. levende betekenis van historie door gebruik voor div. functie’s
1. te weinig beleefbaar
2. kwantiteit laag
3. panden zijn energetisch suboptimaal
1. status ‘triple A’ duurzaamheid
2. kwaliteit van groen in monumentale context
3. compacte stad met fraaie monumenten
1. opwarming van m.n. de binnenstad
2. individuele participatie, veel privébezit (bv binnenkanten van bouwblok)
3. spanning tussen erfgoed wensen en benodigdemaatregelen
1. verbeteren van de verblijfskwaliteit voor bezoekers en bewoners
2. vergroten van de mogelijkheden d.m.v. groenprojecten, gedragen door participatie bewoners en ondernemers
3. bevorderen hergebruik van al dan niet monumentale gebouwen
DUURZAAM KLIMAAT
26Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Berekende stijging koelingskosten [bron: Wageningen Universiteit].
7.1.2 Klimaatadaptatie
Een uitgevoerde klimaatadaptatiescan laat zien dat de Bredase binnenstad een hotspot is voor
het stadshitte-effect. Het temperatuurverschil met het buitengebied kan hier lokaal oplopen
tot 7˚C. Doordat de binnenstad het economisch hart van Breda vormt en hier relatief veel
mensen in flats en appartementen wonen en dus niet de mogelijkheid hebben om verkoeling
in een groene tuin te zoeken ligt hier de meeste prioriteit voor klimaatadaptatie.
Mede vanuit deze optiek zijn in de structuurvisie een aantal projecten benoemd die bijdragen
aan een koelere binnenstad waar het ook op warme dagen goed toeven is. Zo voegt de
Nieuwe Mark stromend water toe wat een verkoelende werking heeft op de omgeving. Het
openbaar toegankelijk maken van het groene deel van de Seeligkazerne zorgt dat er in het
zuiden van de binnenstad is een plaats waar mensen met warm weer aangenaam kunnen
27Visie Binnenstad Breda - bijlagen
vertoeven. Een groene binnensingel met aanliggende routes richting buitengebied draagt er
zorg voor dat aantrekkelijke routes tussen de verschillende gebieden aanwezig zijn. Naast de
grootschaligere maatregelen zoals deze in de structuurvisie zijn benoemd, kan veel bereikt
worden met kleinschaligere maatregelen op straat en gebouwniveau. Hierbij kan onderscheid
gemaakt worden tussen maatregelen op gebiedsniveau als groene daken die bij voldoende
dichtheid een effect hebben wat zich breed uitstrekt en maatregelen die een direct lokaal
effect hebben. Voorbeelden van laatstgenoemde maatregelen zijn groene gevels, het
vergroenen van betegelde tuinen en het aanbrengen van bomen of fonteinen op plaatsen
waar deze ontbreken dragen een steentje bij. Het op gerichte plaatsen vergroenen van de
stad heeft ook een positief economisch effect.
Op plaatsen met een stenige omgeving wordt warmte langer vastgehouden dan op
plaatsen met veel groen en water. Dit komt doordat warmte-energie verloren gaat als
stromend water opwarmt of water verdampt door de bladeren van planten. Een groene
omgeving is dan ook een koelere omgeving. Een koelere omgeving is op warme dagen van
groot belang, allereerst voorkomt het hittestress. Met hittestress worden de gezondheids-
problemen gekenschetst die optreden bij groepen als jonge kinderen en ouderen die
minder goed in staat zijn om hun lichaamstemperatuur te reguleren. Hierdoor laten
hittegolven vaak pieken in sterftecijfers zien. Daarnaast heeft een koele omgeving ook een
economisch effect, zo mijden mensen op warme dagen (winkel)straten waar geen schaduw
aanwezig is en neemt de arbeidsproductiviteit sterk af, ondermeer doordat mensen zich
minder goed kunnen concentreren en ’s nachts minder goed slapen. Nu door de klimaat-
opwarming afhankelijk van tijdspad en scenario, het aantal tropische dagen verdubbeld tot
verachtvoudigd is het dus belangrijk om hier op in te spelen.
Een eerste scan van horizontale dakstructuren op basis van beschikbare hoogte gegevens geeft een
indicatie dat de binnenstad veel potentie heeft voor groene daken. Rood zijn (gedeeltelijk) platte daken.
Monumenten zijn geel gearceerd.
28Visie Binnenstad Breda - bijlagen
7.1.3 De hoofdlijnen
In analogie met de structuurvisie geldt voor de ontwikkeling van de binnenstad:
• Klimaatadaptatie wordt meegenomen bij ontwikkeling1 en inrichting van openbare
ruimte.
• Waar mogelijk wordt gecreëerd voor waterberging om hittestress te bestrijden en de
leefomgevingkwaliteit te verbeteren. (Denk bijvoorbeeld aan waterpleinen.)
• Bij nieuwe ontwikkelingen wordt een percentage groene daken en een beperking aan
verhard oppervlak gesteld, onze riolering kan de verwachte piekbuien namelijk niet aan.
1 Het is daarbij van belang te differentiëren naar maatregelen voor nieuwbouw en bestaande bouw. Met kleine wijzigingen in de bouw kan de gebouwde omgeving op korte termijn al klimaatbestendiger worden. De bestaande gebouwenvoorraad zal de komende vijftig jaar veelal een ‘klimaatrevisie’ moeten doormaken, vergelijkbaar met de isolatie van de woningvoorraad in de jaren zeventig en tachtig van de vorige eeuw.
29Visie Binnenstad Breda - bijlagen
7.1.4 Visie
De Bredase binnenstad wordt hiermee een zoekgebied voor groene daken en groene gevels.
De groenblauwe structuren in de stad worden versterkt en ingezet voor meerdere doelen. Ze
dienen niet alleen om klimaateffecten op te vangen, maar ook voor recreatie, versterking van
gebiedskwaliteit en vanwege de aantrekkende werking op bezoekers. Een gewenste
watermaatregel is het doortrekken van de Mark. In onderstaand figuur is deze visie op
hoofdlijnen ruimtelijk weergegeven.
7.2 Energie
7.2.1 Ambitie en noodzaak
Breda heeft stevige ambities ten aanzien van energie. Breda wil in 2044 een CO2 neutrale
stad2 zijn, zoals vastgelegd in de visienota “Steek positieve energie in het klimaat”. Er moet
zowel ingezet worden op energiebesparing als op transitie naar duurzame energie. De opties
voor energiebesparing die op de binnenstad van toepassing zijn, kunnen in drie punten
samengevat worden:
1. zuinigere woningen en utiliteitsgebouwen;
2. energieneutrale nieuwbouw;
3. optimalisatie energiebesparing in processen.
2 De keuze van het gebruik van de eenheid CO2 is gekozen om de verschillende vormen van energiedragers (zoals benzine, diesel, gas,
elektriciteit, warmte etc.) en energiebesparing met elkaar te kunnen vergelijken. Dit maakt daarmee een eenduidige en onderling
30Visie Binnenstad Breda - bijlagen
7.2.2 Energietransitie
De transitie van oude, niet-duurzame energievormen naar duurzame energie heeft ruimtelijke
consequenties. De omschakeling van gas naar elektriciteit en van gas naar warmte en de
vergroting van lokale duurzame elektriciteitproductie zijn belangrijke pijlers in het energie-
beleid. Een fundamentele aanpassing van de lokale energie-infrastructuur is hierbij een
belangrijke factor. Benutting van alle beschikbare vormen van duurzame energie is
economisch verstandig en vanuit milieuoogpunt noodzakelijk. In onderstaand figuur is te zien
dat voor de Bredase binnenstad een sterke potentie geldt voor bodemenergie in de vorm van
warmte en koude opslag (wko). Naast economisch en milieuvoordeel is het een bijkomend
voordeel dat zowel verwarmd als gekoeld kan worden met wko. Dit kan de (sterk toe-
nemende) hoeveelheid lelijke airco-units in de Bredase binnenstad aanzienlijk terugbrengen.
Open systemen(180 m - mv)
beter
beter
Gesloten systemen(80m - mv)
Figuur Potentie bodemenergie middels open
WKO systemen
Figuur Potentie bodemenergie middels gesloten
WKO systemen
7.2.3 Potenties en visie
Voor de Bredase binnenstad biedt bodemenergie dus potentie, naast duurzame vormen als
zonnepanelen. In bovenstaand figuur is de potentie voor open wko te zien, waarbij grond-
water door de bodem wordt gepompt. In bovenstaand figuur is de potentie voor gesloten
wko zichtbaar, waarbij water door ondergrondse pijpen (warmtewisselaars) wordt gepompt.
Voor de binnenstad is het verstandig in te zetten op open wko, bij voorkeur gecombineerd.
Een open wko-systeem kan namelijk gebruikt worden om het warmteoverschot (van
bijvoorbeeld een kantoor) te combineren met de warmtevraag (van bijvoorbeeld woningen).
Bovendien levert één gecombineerd open systeem minder constructies op in de ondergrond
dan vele individuele gesloten systemen. Per geval wordt bekeken welke variant van duurzame
energie de meest gunstige is. De gemeente Breda voert onderzoek uit naar potenties van
duurzame energie, van bodem tot zonneënergie. De gemeente zal een faciliterende rol spelen
in de energiekeuze van ontwikkelingen. We zullen potenties aantonen en duidelijk maken
wat wel en niet kan of mag. Samen met partners in de stad zetten we stappen naar een
toekomstbestendige en financieel interessante energieke toekomst.
7.3 Ondergrond
7.3.1 Regie en ruimtegebruik
We maken druk gebruik van de ondergrond in onze binnenstad. Van kabels en leidingen,
funderingen en wortels van bomen er bevindt zich van alles onder ons centrum. De bodem
herbergt schatten als archeologische waarden, schoon drinkwater en duurzame bodemener-
gie, maar ook bodemverontreiniging. Door de toenemende schaarste van bovengrondse
ruimte wordt het gebruik van de ondergrond steeds aantrekkelijker. Steeds meer functies
verdwijnen ondergronds. Het verplaatsen van noodzakelijke maar onaantrekkelijke zaken als
transformatorhuisjes naar de ondergrond biedt ruimte en kwaliteitskansen voor de zichtbare
bovengrondse ruimte. Met het toenemende gebruik van de ondergrond ontstaat de nood-
zaak om de ondergrond te ordenen, conflicten te vermijden en zaken te beschermen.
31Visie Binnenstad Breda - bijlagen
weergave van de lagenbenadering
7.3.2 Visie en keuze
Er moet een keuze gemaakt worden, wat vinden we nu belangrijk in de ondergrond? Niet
alle functies kunnen op dezelfde plek gerealiseerd worden, we moeten kiezen. Deze keuzes
werken door in projecten en plannen. De keuzes zorgen voor een eerste stap in het verkrijgen
van ondergrondse ruimtelijke ordening. In analogie met de structruurvisie geldt deze
prioritering:
1. Energie. Benutten van de ondergrond voor duurzame energie krijgt voorrang.
2. Ruimte. Er wordt in 3D bestemd, ieder bestemmingsplan krijgt een paragraaf onder-
grond.
3. Water. Vernatting, verdroging en verontreiniging krijgen aandacht bij alle ingrepen.
7.3.3 De (binnen)stedelijke ondergrond
Specifiek voor de Bredase binnenstad wordt de bovenstaande prioritering uitgewerkt door:
• Het ontwerpen van Masterplannen ondergrond3 voor drukke gebieden.
• Nastreven om restwarmte te benutten in de stad of via ondergrondse buffering te
bewaren voor toekomstige doeleinden.
• De mogelijkheden tot ondergronds vastgoedbeleid, inclusief mogelijke heffing van
precario worden verkend.
• Daar waar hoogwaardige gebiedskwaliteit verlangd wordt, worden ‘traditionele’ functies
als transformatorhuisjes zomogelijk onder het maaiveld gebracht.
• In bestemmingsplannen en projecten wordt een ambitie vastgelegd voor duurzame (en
economische voordelige) omgang met vrijkomende materialen4.
• Water wordt geïnfiltreerd in de bodem of afgevoerd naar het oppervlaktewater, kleine
buien infiltreren plaatselijk, grote buien bergen we in centrale waterpartijen.
• Vergroten van de stedelijke natuurlijke waterberging door terugdringing van de hoeveel-
heid afdekking van de bodem5.
• Creëren van drainagemiddelen6 bij revitalisering.
3 Zoals bedoeld in de AMvB Bodemenergie, die per 1 juli 2013 bevoegdheden en taken toekent aan gemeenten en uitwerking heeft op ruimtelijk beleid.
4 Hergebruik van vrijkomende grond en andere secundaire bouwstoffen voor andere functies draagt bij aan een duurzame leefomgeving, spaart primaire grondstoffen en transportbewegingen over lange afstand en levert economisch voordeel op.
5 Ook hiervoor is Europees beleid in de maak: Richtsnoeren inzake de beste praktijken om bodemafdekking te beperken, te verzachten en te compenseren, Brussel, SWD(2012) 101 final/2.
6 Riolering wordt gerenoveerd, oude riolen hebben vaak een drainerende werking, die deels een positief effect kunnen hebben in verdro-gingsbestrijding. Wanneer het grondwaterpeil na renovatie te hoog zou komen worden dan ook drainageleidingen gelegd.
32Visie Binnenstad Breda - bijlagen
7.4 Ecosysteemdiensten; meerwaarde voor de binnenstad
7.4.1 Wat is het?
Een ecosysteemdienst is een dienst die door een ecosysteem aan mensen wordt geleverd.
De mens maakt gebruik van hetgeen de natuur biedt, zonder deze uit te putten. Het
natuurlijk systeem, dat ook in stedelijk gebied en bebouwde omgeving aanwezig is, levert de
maatschappij nuttige zaken op. Denk aan de berging van hemelwater in de bodem, koeling
door groen en oppervlaktewater, drinkwater, zuivering van lucht, ontspanning en inspiratie in
een groene omgeving etc. Dat ecosysteemdiensten worden gewaardeerd blijkt uit het feit dat
mensen zich graag door groene zones in een stad bewegen en dat huizen grenzend aan
parken of water meer waard zijn dan vergelijkbare huizen een paar straten verderop. Er valt
voor de maatschappij veel winst te behalen door bewuster gebruik te maken van het
natuurlijk systeem.
Weergave van de lagenbenadering
7.4.2 Wat levert het op?
Uit onderzoek7 blijkt dat de ecosysteembaten tot nu toe vooral worden meegenomen in
beslissingen door het rijk en provincies, maar niet door gemeenten. Zo nemen gemeenten
potentiële groenbaten niet vanzelfsprekend mee in belangrijke planinstrumenten zoals visies
en bestemmingplannen met bijbehorende grond- en vastgoedexploitatie. Het begint met het
uitdrukken van de baten van groen in euro’s. Er is veel research verricht naar bruikbare
kentallen. Goed onderbouwde kentallen zijn te vinden in diverse studies. Deze zijn uitgebreid
en eenduidig onderbouwd. In onderstaande tabel zijn de voornaamste voordelen en kentallen
per onderwerp weergegeven.
7 TEEB-kosten en baten tool , Witteveen+Bos. Het TEEB-programma (The Economics of Ecosystems and Biodiversity) is in 2007 door UNEP geïnitieerd in Potsdam.
33Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Voordelen van groen voor diverse onderwerpen
Onderwerp Voordeel en concrete opbrengst
Luchtkwaliteit
Minder investeringen in andere technische mogelijkheden ter verbetering van de
luchtkwaliteit. De fijnstof afvang van een boom op een ‘hotspot’ heeft een baat van
€40/jaar.
Isolatie Lagere energierekening door daken en gevelgroen van €0,71-€19/m2.
Hemelwaterverwer-
king
Minder investeringen in andere verbeteringen van de afwatering. Dakgroen bespaart
€10-€19 /m2/jaar. Parken besparen €19/m2.
Omgevingskwaliteit
woningen
Hogere huuropbrengst + opbrengst OZB door jaarlijkse waardestijging onroerend goed.
Huizen met uitzicht op groen zijn 1-15% meer waard.
Omgevingskwaliteit
winkels
Groen heeft rustgevende invloed op mensen, dit leidt tot een ander koopgedrag.
Groen in een straat kan 12% meer omzet genereren in die straten.
Omgevingskwaliteit
kantoren
Hogere verhuurwaarde en hogere bezettingsgraad van kantoorruimte in de nabijheid
van groen. Groen in de buurt van een kantoor of uitzicht op groen leidt tot een hogere
verhuurwaarde tot 10%.
Omgevingskwaliteit
kantoren
Groene ruimte maakt het mogelijk om op meer plekken aantrekkelijke terrassen te
exploiteren. De omzet stijging bedraagt €18,50/ week per m2 terras.
Meerwaarde voor
marketing
Groen genereert aandacht, en kan daarom gebruikt worden als marketingtool. Het
onderscheidend vermogen van groen kan tot 10% meer inkomsten er jaar genereren.
Verbetering
productiviteit
medewerker
Een goed binnenklimaat in kantoren leidt tot een hogere productiviteit van werknemers.
De productiviteit per medewerker kan stijgen met 38,98 effectieve uren per jaar, wat
een baat van €837,- per medewerker betekent.
7.4.3 Wat doen we ermee?
Ecosysteemdiensten kunnen een enorme bijdrage leveren aan toekomstbestendigheid en
leefbaarheid van de Bredase binnenstad. Breda heeft van de 5 grootste Brabantse gemeenten
het minste groen in de stad. Er zijn dus kansen voor verbetering en versterking van de
binnenstad. Om deze reden voert de gemeente Breda studie uit naar de potentie en
realisatiekansen van ecosysteemdiensten in de Bredase binnenstad.
Het gaat hier dus niet alleen om ‘groene thema’s’, oftewel de P van Planet, maar zeker ook
om economische waarde (Profit) en maatschappelijke waarde (de P van People). De studie
naar potentie en kansen van ecosysteemdiensten voor de Bredase binnenstad zal de vorm
krijgen van een maatschappelijke kosten- en baten analyse. Zo kan vervolgens in plannen en
projecten integraal en waardegeoriënteerd voordeel behaald worden door ecosysteem-
diensten te benutten.
34Visie Binnenstad Breda - bijlagen
35Visie Binnenstad Breda - bijlagen
8.1 De binnenstad bereikbaar houden
Voor de weerbaarheid en vitaliteit van de binnenstad spelen de bereikbaarheid en de
verblijfskwaliteit een belangrijke rol. Enerzijds moet de ruimtelijke kwaliteit, en daarmee de
verblijfskwaliteit, verbeterd worden en anderzijds dient de binnenstad goed bereikbaar te zijn
om de economische ontwikkeling te stimuleren.
In de huidige situatie zijn er geen doorgaande routes door de binnenstad in oost-west
richting en vv. Wel zien we hierbij een toegenomen verkeersdruk op de zuidelijke en
noordelijke singelring. In noord-zuid richting en vv zijn er nog steeds doorgaande routes door
de binnenstad aanwezig. Dit verkeer voegt niets toe aan de economische en/of verblijfs-
kwaliteit van de binnenstad maar veroorzaakt wel verkeersoverlast (filevorming, verkeers-
onveiligheid, geluid enz.) en een slechtere bereikbaarheid van de binnenstad.
Om de economische en verblijfskwaliteit blijvend te verbeteren is het van belang enerzijds de
economisch belangrijke plaatsen in de binnenstad (parkeervoorzieningen, laad- en losvoor-
zieningen) goed bereikbaar te houden voor autoverkeer, anderzijds dient doorgaand verkeer
dat geen bestemming in het centrum heeft anders te worden geleid. Op deze manier
ontstaat ruimte voor alternatieve, duurzame vervoerwijzen zoals fiets en openbaar vervoer en
wordt de kwaliteit van de verblijfsruimte als geheel verhoogd. Zeker wanneer het goederen-
vervoer ook nog eens schoner wordt door bijvoorbeeld het inzetten van electrische voertuigen
of voertuigen die op aardgas rijden. Er dient meer differentiatie te komen in functie en
gebruik van de verschillende openbare ruimtes in de binnenstad. Een mooi voorbeeld is de
Mobiliteit 8STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. groot bedieningsgebied
2. bereikbaarheid: focus op bestemmingsverkeer
3. meer ruimte voor langzaam verkeer en (individueel) openbaar vervoer
4. vergroten voetgangersgebied versterkt historisch karakter
1. gebrek aan binding van bezoekers aan Breda
2. geen ruimte meer in verkeerssysteem
3. verkeer vs. kwaliteit van omgeving
4. regulering van overig noodzakelijk verkeer
1. ligging op de assen - R’dam-Antwerpen - Zeeland-Duitsland
2. transport tot aan de voordeur, ongeacht de vervoerswijze
3. goede bereikbaarheid
4. aantrekkelijk voetgangers-gebied
1. veel concurrerende steden dichtbij
2. niet uitvoeren van maatregelen op stadsniveau
3. vermindering van omgevingskwaliteit óf bereikbaarheid
4. bereikbaarheid voor niet-voetgangers
1. bereikbaar houden van het belangrijke economische cluster binnenstad
2. goed bereikbaar houden van de bronpunten in de binnenstad
3. werken aan optimum van bereikbaarheid én omgevingskwaliteit
4. toegankelijkheid voetgangersgebied
MOBILITEIT
36Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Oude Vest. In de huidige situatie brede asfalt rijbanen, fietsstroken en veel geparkeerde
auto’s. Autoverkeer in twee richtingen en een drukke openbaar vervoer route maken dit tot
een weinig aantrekkelijke verblijfsomgeving. Bovendien geldt dit deel (met aansluiting
Vlaszak) als één van de belangrijkste knelpunten voor het (H)OV. Met de aanwezigheid van
een bewaakte fietsenstalling en als belangrijke schakel in vele voetgangersverbindingen tussen
parkeervoorzieningen, culturele voorzieningen en de binnenstad een omgeving waar grote
potentie ligt. Met maatregelen zoals éénrichtingsverkeer voor auto’s (i.r.t. ontwikkelingen
Achter de lange stallen) ontstaat meer ruimte voor openbaar vervoer en fietsverkeer. Door
parkeerplaatsen te vervangen door voetgangersruimte en fietsstallingsplaatsen kan met een
eenvoudige inrichting een grote stimulans aan deze omgeving worden gegeven. Op lange
termijn kan deze omgeving verder worden gestimuleerd door een herinrichting van de
openbare ruimte. Zo zijn er meer plekken welke kunnen meeliften met ontwikkelingen in de
stad.
De binnenstadsvisie schept hiervoor een kader zonder alles naar de toekomst dicht te
timmeren. De verkeerskundig en ruimtelijk belangrijkste routes en plaatsen worden vastgelegd,
overige ruimtes worden nog niet concreet ingevuld met als doel in te kunnen spelen op
toekomstige ontwikkelingen in de binnenstad.
De structuurvisie is hierin echter leidend en de structuur voor de binnenstad is rechtstreeks
afgeleid van de nieuwe strategie voor de bereikbaarheid van de stad (MAB). Zolang maat-
regelen uit de structuurvisie niet worden uitgevoerd, kunnen in de binnenstad bovenstaande
doelstellingen niet worden gehaald.
landelijk wegenet - stromen stadsontsluiting - bufferingstadsontsluiting - stromensecundaire stadsontsluiting - verzamelen & stromenbuurt en erfwegen - stromen
van een verouderde aanpak
landelijk wegenet - stromen stadsontsluiting - stromensecundaire stadsontsluiting - verzamelen & stromenbuurt en erfwegen - stromen
naar een nieuwe strategie
landelijk wegenet - stromen stadsontsluiting - stremmingsecundaire stadsontsluiting - stremmingbuurt en erfwegen - stremming
via stremming
8.2 Auto
Voor de binnenstad gaat hetzelfde proces plaatsvinden. De Oost- en Westflank gaan deels
van kleur veranderen terwijl de belangrijkste economische bestemmingen (parkeervoorzieningen)
voor de auto beter bereikbaar worden.
Dit wordt vormgegeven door deze via drie inprikkers te ontsluiten (Claudius Prinsenlaan,
Graaf Hendrik III laan/Irenestraat en de Nieuwe Prinsenkade), aansluitend op de inprikkers uit
de Structuurvisie.
Tevens kan hiermee worden gestuurd op de verdeling van de parkeerdruk over de voldoende
aanwezige capaciteit in de binnenstad.
De overblijvende ruimte tussen deze inprikkers rondom het stadshart komt vrij voor verblijven,
fiets en openbaar vervoer, waarbij de invulling afhankelijk is van ontwikkelingen en inrichtings-
vraagstukken op en in de omgeving van deze plekken. In principe kunnen dit autoluwe
gebieden worden, rekening houdend met bovengenoemde vormen van vervoer en
bevoorrading.
37Visie Binnenstad Breda - bijlagen
PP
P
P
P
P
P
P
PP
PP
P
P
P
P
P
P
PP
Verouderde aanpak Nieuwe strategie
Concreet betekent dit het bundelen van het autoverkeer op de volgende inprikkers:
• Claudius Prinsenlaan om de voorzieningen aan de oostzijde bereikbaar te houden. Deze
laan heeft tot aan de parkeervoorzieningen voldoende capaciteit en is qua profiel geschikt
om deze functie te vervullen. Heel grote investeringen zijn hiervoor op korte termijn niet
noodzakelijk.
• Graaf Hendrik III laan/Irenestraat voor de voorzieningen zuidzijde van de Westflank
(Markendaalseweg, Prinsenkade, Nieuwe Prinsenkade). Door afname van verkeer op de
Westflank kan met name op de kruising Markendaalseweg/Fellenoordstraat meer ruimte
worden gegeven aan (H)OV en fiets. Ook circulatie in de Concordiastraat en omgeving
dient te worden aangepast om terugslag wachtrijen parkeergarage te voorkomen.
• Nieuwe Prinsenkade voor de westzijde Westflank. Voorlopig bediend door de Belcrumweg
en Lunetstraat/Tramsingel. Op langere termijn wordt deze functie overgenomen door een
nieuwe aansluiting op de Etnastraat. In principe t/m de Baronesgarage en garage
Markendaal. Op langere termijn mogelijk andere functie Baronesgarage en alternatieve
ontsluiting garage Markendaal waardoor veel meer ruimte ontstaat voor duurzame
vervoerssystemen en andere ontwikkelingen aan de Westflank.
Om de doorgaande routes door de binnenstad te onderbreken zijn niet alleen maatregelen
nodig in de binnenstad maar ook op de singelring. Enerzijds om ruimte te maken voor
bestemmingsverkeer en anderzijds voor andere vervoerwijzen zoals openbaar vervoer en
langzaam verkeer. Hiervoor zijn de maatregelen uit de MAB noodzakelijk.
Met bovenstaande maatregelen blijven de belangrijkste voorzieningen (parkeergarages) goed
bereikbaar. De overblijvende ruimte op de wegen rondom het stadshart komt vrij voor
verblijven, fiets en openbaar vervoer. Ook bevoorradingsverkeer en bewoners van het
stadshart kunnen hier gebruik van maken. Het al of niet invoeren van éénrichtingsverkeer of
andere maatregelen is o.a. afhankelijk van toekomstige ontwikkelingen en inrichtingsvraag-
stukken. Een circulatieplan hiervoor wordt later uitgewerkt.
8.3 Openbaar vervoer
Het huidige openbaar vervoersysteem is gebaseerd op het zgn schakelmodel en bediend met
hoge frequentie de binnenstad waarbij de klanten in het winkelgebied worden gebracht. Dit
is een sterk voordeel van het huidige systeem, een nadeel is echter de barrièrewerking in het
winkelgebied. De uitdaging is om in de toekomst het huidige niveau van bereikbaarheid (of
beter) te handhaven en de barrièrewerking te voorkomen. Het stimuleren van het gebruik van
het OV in Breda conform de Structuurvisie is opgebouwd uit drie lagen. De belangrijkste
economische (HOV) lijnen zijn in de binnenstad gebaseerd op het huidige Schakelmodel. Een
verkennende studie geeft aan dat op lange termijn een model met lijnen om de binnenstad
heen mogelijk is (Periferiemodel). In dit laatste model rijden de hoofdlijnen buitenom de
binnenstad en kan de binnenstad toch zonder extra overstap worden bereikt. Dit vraagt om
nieuwe individuele openbaar vervoersystemen welke op dit moment nog niet beschikbaar
maar wel in ontwikkeling zijn. Een eenvoudig voorbeeld hiervan is een liftensysteem in de
wintersportgebieden; vanuit één station naar meerdere bestemmingen en de Utra PRT
38Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Twee voorbeelden van individueel, openbaar vervoer. (lift, Ultra PRT)
Een ander voorbeeld is de ontwikkeling van de Google taxi; onbemande elektrisch aangedreven
taxi.
Doorontwikkeling van dergelijke systemen kan vrij snel leiden tot een vorm van individueel
collectief vervoer. Dus niet meer in een lege of volgepropte bus welke op vaste tijden zijn
vaste rondje rijdt maar meerdere kleine voertuigjes welke enkel op aanvraag rijden naar van
tevoren ingegeven bestemmingen.
Tot die tijd is de uitdaging om het huidige OV door de binnenstad te optimaliseren en
ruimtelijk goed in te passen in zijn omgeving. Op deze manier blijft de bediening optimaal en
wordt de barièrewerking in b.v. de Houtmarkt/Karnemelkstraat verminderd.
Te nemen maatregelen zijn:
• Herinrichting van Houtmarkt/Karnemelkstraat om barierewerking te verminderen en meer
ruimte te geven aan fietser en voetganger, ook in relatie tot ontwikkeling Molsterrein.
• Vermindering autoverkeer door binnenstad ter verbetering doorstroming van het (H)OV.
• Onderzoek naar mogelijkheden om enkele lijnen niet dwars door de binnenstad te laten
rijden maar er omheen, dit betreft lijnen met een geringe relatie tot het winkelgebied.
• Aanpassingen openbare ruimte op traject (H)OV door binnenstad ter verbetering
doorstroming: Fellenoordstraat/Markendaalseweg, Oude Vest/Vlaszak.
• Op langere termijn implementatie van nieuwe individuele vormen van openbaar vervoer
in de binnenstad, doorgroeiend naar een Periferiemodel.
NSOVT
T
OV Terminal
transferpunt
verblijfsgebied
(inter)nationaal vervoer
stedelijk-regionaal vervoer
OVT
T
NS
T
OVT
T
OV Terminal
transferpunt
bestemmingsknoop
verblijfsgebied
(inter)nationaal vervoer
stedelijk-regionaal vervoer
binnenstedelijk vervoer
OVT
T
Schakelmodel Perifeermodel
39Visie Binnenstad Breda - bijlagen
8.4 Venstertijdengebied
In het huidige venstertijden gebied is er een vaag ‘randgebied’ waarvan de status in praktijk
niet duidelijk is. Ook de toegankelijkheid roept soms vraagtekens op. Het bieden van een
autovrij gebied om comfortabel te verblijven vraagt om een forse uitbreiding van het
venstertijden gebied. Hiermee ontstaat ruimte voor ontwikkeling en uitbreiding van verblijfs-
gebied.
De regulering van het voetgangersgebied laat op dit moment nog te wensen over, er zijn vele
illegale sleutels in omloop. De aanleg van een betrouwbaar systeem om de toegang tot het
venstertijdengebied te reguleren is noodzakelijk om het huidige misbruik te voorkomen zodat
de omgevingskwaliteit van de binnenstad wordt verhoogt. Er komt dan meer ruimte voor de
beoogde gebruikers
Het bieden van een autovrij gebied om comfortabel te verblijven vraagt om de volgende
maatregelen:.
• Een toekomstig toegangssysteem kan behulpzaam zijn bij het selectief toelaten van
bevoorradingsverkeer om op die manier alleen die voertuigen toe te laten die acceptabel
worden geacht.
• Forse uitbreiding van het venstertijden gebied conform onderstaand kaartje. Molenstraat,
Reigestraat/Catharinastraat, Vismarktstraat, Cingelstraat, Kasteelplein, ontwikkelings-
gebied Molsterrein worden toegevoegd aan het venstertijden gebied. Op deze manier
ontstaat ruimte voor ontwikkelingen zoals winkels op het Molsterrein, verblijfsgebied
Oude Vest/Karnemelkstraat enz. Bewoners en andere belanghebbenden kunnen middels
een ontheffing bepaalde delen wel bereiken.
• Fietsers toestaan in voetgangersgebied; in andere steden blijkt dit in praktijk erg goed te
werken. Het geeft meer comfort en flexibiliteit voor fietsers waarbij ook de stallingen
beter benut kunnen worden door een verbeterde bereikbaarheid.
Uitbreiding Venstertijdengebied
40Visie Binnenstad Breda - bijlagen
8.5 Bevoorrading Binnenstad
De bevoorrading van de binnenstad verloopt momenteel rommelig. Vele kleine vrachtwagens
gecombineerd met enkele grote opleggers, vuilnisophaaldienst, reclame uitingen en winkelend
publiek maken het in de ochtenduren onaantrekkelijk om te verblijven. Om dit te verbeteren
zijn maatregelen nodig door zowel de bevoorrader, de ondernemer als de gemeente. Denk
daarbij bijvoorbeeld aan elektrische voertuigen die geen uitlaatgassen produceren en
geluidarm zijn. Of aan voertuigen die goederen vervoeren vanaf een stadsdistributiecentrum
om op die manier te voorkomen dat er meer voertuigen de stad inrijden dan nodig.Het
streven naar een duurzamere goederenbevoorrading draagt positief bij aan de in retail
waarneembare trend van superspecialisatie: kleine, gespecialiseerde winkels. Hierbij is steeds
vaker sprake van een winkel en tevens een webshop. Bundeling van goederen en inspelen op
webshopactiviteiten draagt vooral in dit soort gebieden met veel kleinere en gespecialiseerde
winkels bij aan het minderen van het aantal bestelauto’s en vrachtauto’s. Als bovendien een
aantal daarvan wordt vervangen door (bak)fietskoeriers draagt dat bij aan het scheppen van
de gewenste verblijfssfeer in die gebieden. Op het moment dat dergelijke initiatieven zich
aandienen kan met vernieuwing van het selectieftoelatingssysteem gemakkelijker hierop
worden ingesprongen indien wenselijk.
8.6 Fietsen
De fiets is een belangrijk en duurzaam vervoermiddel naar en in de binnenstad. Het grote
voordeel (en vaak doorslaggevende reden om dit vervoermiddel te gebruiken) van deze zeer
duurzame vorm van vervoer is de mogelijkheid om zeer dicht bij de bestemming te kunnen
komen en stallen. Dit voordeel, b.v. t.o.v. de auto, dient verder te worden versterkt. Ook dient
beter te worden ingespeeld op allerlei nieuwe vormen van fietsgebruik, waaronder de
elektrische fiets. De ondersteuning aan de fietser maakt b.v. het gebruik van bakfietsen e.d.
aantrekkelijker. Verplaatsingen met de fiets leveren een belangrijk aandeel in de bestedingen
in de binnenstad. Een fietsers geeft weliswaar per keer minder uit maar komt vaker in de
binnenstad dan autoverplaatsingen. Per saldo hebben zij een even groot aandeel in de
bestedingen (horeca, cultuur, winkelen).
Fietsnetwerk binnenstad
41Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Vanuit de MAB is de fiets, met name op kortere termijn, de belangrijkste schakel om de
binnenstad bereikbaar te houden. Om dit verder te bevorderen worden de volgende maatregelen
genomen:
• Door het toepassen van inprikkers ontstaat meer ruimte in de binnenstad voor fietsers.
Op de inprikkers zelf dienen veilige en comfortabele fietsvoorzieningen aanwezig te zijn.
Op de autoluwe delen kan de vrijgekomen ruimte worden benut voor fiets, veelal
gecombineerd met andere vervoerwijzen.
• Het doortrekken van snelfietsroutes door de binnenstad; met name herkenbaar maken
van deze routes. Met de aanleg van snelfietsroutes in oostelijke en zuidelijke richting
dienen ook de verbindingen door de binnenstad herkenbaar te worden gemaakt.
• Afmaken van de fietsroute binnensingels (kortsluiten Marksingel-Sluissingel en
Nijverheidssingel-Sophiastraat) als alternatief voor de drukke buitensingels.
• Verbeteren van de infrastructuur middels meeliften met projecten zoals ‘Achter de Lange
Stallen’, Gasthuispoort en beheerprojecten.
• Uitbreiden straat fietsenstallingen door bv opheffen autoparkeerplaatsen. De Oude Vest is
hier b.v. een geschikte locatie voor met voldoende alternatieven voor autoparkeren in de
directe omgeving.
• Uitbreiden bewaakte stallingen in project ‘Achter de Lange Stallen’ en zoeklocatie in de
Reigerstraat (b.v. locatie oude bioscoop). De fietsenstalling in de ontwikkeling “Achter de
Lange Stallen” zit als randvoorwaarde opgenomen in het project en is een welkome
aanvulling op het tekort aan bewaakte stallingen in de omgeving van Coothplein. De
Reigerstraat is een ideale locatie (op termijn als vervanging van het Kraanplein) door de
ligging aan een fietsroute, gemakkelijk bereikbaar uit meerdere richtingen en bruikbaar
voor zowel horeca als winkel bestemming.
• Het permanent toestaan van fietsers in het voetgangersgebied. Door deze maatregel
kunnen de fietsenstallingen in en rond het voetgangersgebied beter worden benut. Met
de uitbreiding van het voetgangersgebied een belangrijke maatregel. Bovendien is het
een maatregel wat nu al volop plaatsvindt. Ervaring uit andere steden (en huidige situatie)
leert dat de fietser zich aanpast; hoe drukker hoe eerder men geneigd is af te stappen.
• Een prominentere rol voor de fietsers in de inloopstraten, auto hieraan ondergeschikt
maken (fietsstraten). Van oudsher is de ligging van de inloopstraten gericht op het
centrum. Deze natuurlijke ligging maakt deze straten aantrekkelijk voor alle soorten van
verkeer. Los van bestemmingsverkeer voor de ondernemers worden deze ook veel
gebruikt als doorgaande route. Door het doorgaande verkeer te verminderen verbeterd
de positie van de fietser en houdt deze straten ook voor automobilisten met lokale
bestemming goed bereikbaar. Ook aanpassing aan de inrichting van de straat gericht op
de fiets verbeterd het comfort en veiligheid voor fietsers.
• Herverdeling en aanvulling van het aantal onbewaakte stallingsplaatsen in en rond het
voetgangersgebied, meer onderscheid tussen kort en lang stallen. Op innovatieve wijze
moet worden bekeken of plaatsen zijn aan te duiden en vorm te geven waar men kort
kan stallen. Te denken valt hierbij aan b.v. combinatie van reclame uitingen met een
omlijnd vak waar men de fiets kan stallen, echter zonder extra voorzieningen. Voor lang
stallen dienen dan wel voorzieningen aanwezig te zijn waar men de fiets aan vast kan
maken.
8.7 Voetgangers
De voetganger is in de binnenstad een belangrijke verkeersdeelnemer. Het eindtransport in de
binnenstad vindt (bijna) altijd op deze manier plaats. Het belang van dit laatste stukje van de
vervoerketen wordt op dit moment onderschat en is vaak niet terug te vinden in de buiten-
ruimte.
De aantrekkelijkheid, oriëntatie en comfort laat in de huidige situatie te wensen over.
Verbindingen vanaf parkeergarages en fietsenstallingen naar het voetgangersgebied dienen
de komende jaren veel meer aandacht te krijgen. Het uitbreiden van het voetgangersgebied is
een belangrijke stimulans voor de verblijfskwaliteit in de binnenstad.
42Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Voetgangers relaties
Om de positie van de voetganger in de binnenstad te verbeteren zijn de volgende maatregelen
nodig:
• Uitbreiden van het voetgangersgebied en bieden van meer comfort en veiligheid. Met de
ontwikkeling Achter de Lange Stallen en Gasthuispoort dient de omvang van het
voetgangersgebied te worden vergroot.
• Versterken van de positie van de voetgangers rond het ‘eitje’. Meer ruimte en comfort op
de flanken ten koste van b.v. parkeerplaatsen.
• Verbindingen vanuit fietsenstallingen en Parkeergarages naar de functies in de binnenstad
(cultuur, horeca, winkels enz.); oriëntatie, aantrekkelijkheid en comfort.
• Historische inrichting goed afstemmen op minder validen.
8.7.1 Parkeren
Ondanks regelmatig optredende wachtrijen voor de populairste (Barones, Concordia,
Molsterrein) parkeervoorzieningen in de binnenstad, zijn er op piekmomenten nog voldoende
vrije plaatsen in de overige garages aanwezig. In parkeervoorzieningen zoals Turfschip en
Chasséveld zijn er, behalve met evenementen, altijd nog voldoende parkeerplaatsen beschikbaar.
Het gebruik hiervan is lager door de afstand tot de winkelstraten maar ook de onaantrek-
kelijke looproutes naar belangrijke voorzieningen. Een betere verdeling van de parkeerdruk
over de parkeervoorzieningen kunnen wachtrijen en daarmee de belemmering van de
doorstroming van het overig verkeer voorkomen. De volgende maatregelen worden voorzien:
• Door het systeem met de inprikkers kan niet meer overal door de binnenstad worden
gereden. Het vroegtijdig maken van een keuze is noodzakelijk en zal leiden tot een betere
verdeling van de parkeerdruk.
• Aanpassen en uitbreiden van het dynamische parkeer verwijssysteem (DPRIS 2.0) op het
inprikkersmodel uit de Structuurvisie
43Visie Binnenstad Breda - bijlagen
• In het project Achter de Lange Stallen wordt de laatste grootschalige parkeergarage
opgenomen. Hiermee ontstaat voldoende capaciteit om de toenemende druk op te
vangen als gevolg van:
– Verplaatsen straatparkeren naar garages
– Toenemende druk door uitbreiden gefiscaliseerd parkeren (vergunning gebieden)
– Toenemende vraag door enkele grootschalige ontwikkelingen.
– Groei in compensatie parkeerfonds.
– Op langere termijn opheffen parkeervoorzieningen door ontwikkelingen enz.(b.v.
Chasséveld)
• Start aanleg transferia. Meeliften met projecten aan de rand van de stad (Bavelse Berg),
hiermee kunnen topdagen met b.v. evenementen binnenstad worden opgevangen. Op
kortere afstand zijn er ook kansen voor Park en Fiets (parkeervoorziening met mogelijk-
heid stallen fiets). Er is in de huidige situatie nog onvoldoende noodzaak om permanente
transferia te voorzien. Bovendien zijn daar forse flankerende maatregelen voor nodig.
Op langere termijn worden transferia haalbaar door:
– Afname capaciteit parkeervoorzieningen in de binnenstad.
– Differentiatie in tarieven binnenstad.
– Naast aanleg transferia flankerende maatregelen zoals duurzame, comfortabele en
snelle verbindingen naar de binnenstad (denk aan individueel openbaar vervoer)
Uitvoering van de maatregelen bundelen en ontvlechten uit de Structuurvisie (MAB) is hierbij
noodzakelijk. Het opstellen van een totale parkeerbalans voor de binnenstad dient inzicht te
geven in huidig en toekomstig gebruik, functie en exploitatie van de parkeervoorzieningen en
inzicht te verschaffen in de kansen voor alternatieve ontwikkelingen (transferia enz.)
44Visie Binnenstad Breda - bijlagen
45Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9.1 Betekenis openbare ruimte
De kwaliteit van de openbare ruimte bepaalt dus mede de gebruikskwaliteit van de Binnen-
stad. Als de kwaliteit van de openbare ruimte (de straten en pleinen, de singels en het park)
goed is heeft dit een positieve invloed op het toerisme, het ondernemen en het wonen en
werken in dit gebied. Het op peil houden van de gewenste kwaliteit van de openbare ruimte
door zorgvuldig beheer is dus van het allergrootste belang. Daarmee wordt ook voorkomen
dat de kwaliteit van de openbare ruimte versneld achteruit gaat en er binnen afzienbare tijd
weer grote investeringen nodig zijn, om de kwaliteit weer op het gewenste peil te brengen.
De betekenis van de openbare ruimte is:
• de openbare ruimte is een belangrijke sociaaleconomische, ruimtelijke en klimatologische
drager;
• de kwaliteit van de openbare ruimte als woon, werk, leef- en verblijfsomgeving is
belangrijk voor bewoners, toeristen, bezoekers, ondernemers en werknemers van de
horeca, retail, evenementen en andere activiteiten;
• de verdere ontwikkeling naar een compacte stad, zoals in de structuurvisie aangegeven
legt een nog grotere gebruiksdruk op de publieke ruimte. Dit is zeker ook in de
binnenstad, met een grote diversiteit aan gebruik in een “24 uur ritmiek”, het geval.
Openbare ruimte 9STERKTE
KANS BEDREIGING
ZWAKTE
1. beoogde investeringen meerjarenperspectief structuurvisie Breda 2030
2. behoud van schoon/heel/veilig
3. aanwezigheid van kennis en kunde mbt ‘beleving van de stad’ en beeldcultuur/ grafisch ontwerp
1. ontbrekende schakels o.a. oostflank
2. meerjaren groot onderhoud blijft uit
3. verminderde oriëntatie en herkenbaarheid, onvoldoende kwaliteit van routes naar binnenstad
1. fraai ingericht kerngebied
2. van oudsher nette en goed beheerde openbare ruimte
3. infrastructuur goed op orde
1. investeringen onzeker: afhankelijk van economische en politieke ontwikkelingen
2. vandalisme en verloedering
3. vormgeving die de functie niet ondersteunt
1. gebieds- of projectontwikkeling gebruiken als aanleiding om openstaande opgaven o.r. aan te pakken
2. handhaven van hoog niveau beheer en onderhoud binnenstad
3. wegwijs maken van bezoekers als onderdeel van de ‘beleving van de stad’
OPENBARE RUIMTE
46Visie Binnenstad Breda - bijlagen
De openbare ruimte van het centrum heeft dan ook steeds alle aandacht gekregen. In een
recent verleden zijn aanzienlijke investeringen (17 miljoen Euro herbestrating binnenstad,
50 miljoen in de flanken o.a. de Nieuwe Mark) gedaan, met veel rendement (o.a. private
investeringen, uitverkiezing, beste binnenstad).
Thema’s waarbij de openbare ruimte en het gebruik daarvan een belangrijke rol speelt zijn:
• een nieuwe toekomst voor de inloopstraten (samen met betrokkenen een visie ontwik-
kelen voor de Boschstraat en de Haagdijken);
• “de markt van morgen” samen met betrokkenen een actuele invulling geven aan de
markt op de Grote Markt;
• uitbreiden en versterken van het dwaalmilieu (met daarbij de vraag naar semi-openbaar
groen (woon)hof);
• waar nodig,verbeteren / aanpassen openbare ruimte aan actualiteit en de wensen van de
consument;
• de binnenstad bereikbaar houden voor bewoners, winkelend en uitgaanspubliek alsmede
voor de noodzakelijke bevoorrading van winkels en horeca;
• de mogelijkheden voor watergebonden recreatie vergroten;
• plaats bieden aan evenementen met een meerwaarde.
9.2 Inzet op de kwaliteit van de openbare ruimte;
Door het beheer van de openbare ruimte van de Binnenstad wordt de bestaande kwaliteit in
stand gehouden. Het gebruik van de openbare ruimte verandert echter ook. Dit kan betekenen
dat delen van de openbare ruimte aangepast dienen te worden aan de veranderde behoefte
van de gebruiker. Dit is zeker in de Binnenstad met een dynamisch gebruik, het geval. Door
middel van doorontwikkeling (herinrichting) wordt de openbare ruimte aangepast aan de
veranderende behoefte.
9.2.1 Beheer van de openbare ruimte; verantwoordelijkheid van gemeente en gebruiker.
• Gemeentelijk beheer op basisniveau
Het beheer van de openbare ruimte (schoon, heel, veilig en bruikbaar) op een basisniveau
is de verantwoordelijkheid van de gemeente. Dit basisniveau is voor het Historisch
Stadshart hoger dan voor de rest van de stad. Reden hiervoor is de eerder genoemde,
bijzondere betekenis die het gebied heeft voor de stad.
In dit verhoogd basisbeheer wordt met intensiever verzorgend en technisch onderhoud
extra aandacht aan de gewenste uitstraling van de openbare ruimte gegeven. Het gaat bij
verzorgend onderhoud bijvoorbeeld om extra reinigen en intensiever opruimen van het
zwerfvuil. Bij het (klein en groot) technisch onderhoud gaat het in dit gebied om
frequenter, op een hoger niveau, onderhoud aan de verhardingen, verlichting en het
straatmeubilair en de elementen van het water.
Voor de omliggende (woon)gebieden geldt het reguliere gemeentelijk basisniveau van
beheer. Daarbij ligt het accent vooral op veilig, functioneel en duurzaam.
• Ondernemers, bewoners en andere gebruikers realiseren een “plus”
Ondernemers, bewoners en andere gebruikers van de Binnenstad hebben, naast de
gemeente, in het beheer van openbare ruimte ook een eigen verantwoordelijkheid. Zij
kunnen, boven op het gemeentelijke beheer op het basisniveau, daar waar zij dat
wensen, hun eigen “plus” realiseren. Hierbij valt te denken aan bijvoorbeeld een hogere
kwaliteit van “schoon” door een bijdrage aan de reiniging en graffitibestrijding of door
zelf- of medebeheer een hogere kwaliteit van “het groen” realiseren.
47Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9.2.2 Verbeteren van de verblijfskwaliteit van de openbare ruimte
De identiteit van de openbare ruimte van de binnenstad wordt bepaald door de klassieke
uitstraling: rustig, met groen en/of water als het kan. Ingetogen, maar zeker niet karig:
gebruik van mooie materialen. Traditioneel, maar ook wars van trends, en daardoor tijdloos
en duurzaam. Dit geldt ook als credo bij het completeren van de openbare ruimte, o.a. ter
hoogte van de oost- en westflank.
Daarnaast wordt ingezet op het aanlichten van het cultureel erfgoed. Het Masterplan
Illuminatie dat in 2009 is opgesteld streeft naar een optimale nachtelijke beleving door een
goede verlichting van de monumenten, pleinen en straten in de binnenstad. Begin 2013 is
het eerste project gerealiseerd, de verlichting van de wanden van de haven. Daarnaast wordt
het Spanjaardsgat in de loop van 2013 aangelicht. In de nabije toekomst worden stap voor
stap de overige projecten, waaronder de Grote Kerk, MOTI (Beyerd) en Kloosterkazerne
(Holland Casino) uitgevoerd, met het doel om in 2018 het totale plan te hebben gerealiseerd.
9.2.3 Doorontwikkeling van de openbare ruimte.
In nieuwbouw- en vernieuwingsprojecten van gebouwen en infrastructuur wordt de
aanpassing van de openbare ruimte in het project meegenomen. Er zijn echter ook plekken
waar deze nieuwbouw/vernieuwing niet aan de orde is, maar waar wel het huidige gebruik
van de openbare ruimte ernstig belemmerd wordt door een verouderde inrichting. Op deze
plekken is doorontwikkeling (herinrichting) van de openbare ruimte gewenst. Particuliere
betrokkenen hebben bij deze doorontwikkeling, naast de gemeente, ook een verantwoorde-
lijkheid. Gestreefd wordt, om vanuit de mogelijkheden, in publiek-private samenwerking,
deze doorontwikkeling te realiseren.
9.3 Groene & blauwe impulsen
Groen en water zijn belangrijke instrumenten om de aantrekkelijkheid van de openbare
ruimte in de binnenstad te verbeteren. Dit wordt ook onderkend door bezoekers aan de
binnenstad die bij het laatste onderzoek in het kader van de economische barometer naar het
gewenste beeld van Breda (2007) een groene stad als meest gewenst beschouwde. Doordat
binnen de binnenstad relatief veel niet grondgebonden woningen aanwezig zijn en door de
compacte bebouwing het hitte-eiland effect hier het meest van zich doet spreken wordt
behoefte aan meer groen in de binnenstad ondersteund. Door hier op in te spelen worden
niet alleen bezoekers bediend, ook gebiedsontwikkelingen, ziektekostenverzekeraars,
bewoners en winkeliers profiteren hiervan (zie tabel).
Aantrekkelijke groene verblijfsruimten onderscheiden zich doordat ze op een positieve manier
bijdragen aan de identiteit van een gebied. Dit betekent dat groene gebieden elkaar dienen
te versterken en ook deels andere functies faciliteren. Nieuwe groene gebieden dienen dan
ook een andere identiteit te hebben dan de aanwezige parken en bij voorkeur nieuwe
functies mogelijk te maken die aansluiten bij het omliggende gebied of gebiedsontwikkelingen.
Voorbeelden van functies die ontbreken in de parken in het centrum zijn een spartelbadje en
barbecueplaatsen.
48Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Overzicht potentiële groene baten in de binnenstad
Aspect Termijn Functie van het groen Financiële baat van de
functie
Indicatie financiele baten
Luchtkwaliteit Jaarlijks Verbetering luchtkwaliteit
dankzij aanwezigheid groen
(afvang fijnstof/stikstof)
Minder investeringen in andere
tech-nische mogelijkheden
ter verbetering van de
luchtkwaliteit
De fijnstofafvang van een
gemid. boom op een'hotspot'
heeft een baat van €40/jaar
Isolatie Jaarlijks Een groen dak of groene gevel
zal de woning, de winkel of het
kantoor beter isoleren
Minder energiekosten voor
panden met groendak of
gevelgroen
Lagere energierekening door
daken en gevelgroen van
€0,71-€19/m²
Bespaarde kosten
conventioneel dak
Eenmalig Groendak heeft langere
levensduur dan conventioneel
dak en bespaart daardoor
kosten
Kosten worden bespaard
dankzij de aanleg van het
groene dak
De langere levensduur levert
een besparing op van
€18-€43/m²
Hemelwaterverwerking Eenmalig De waterbergende functie van
het groen zal de hemelwater-
verwerking in de stad
verbeteren
Minder investeringen in andere
verbeteringen van de
afwatering
Dakgroen bespaart €10-€19 /
m²/ jaar. Parken besparen
€19 /m²
Omgevingskwaliteit
woningen
Eenmalig Mensen wonen graag in een
groene omgeving en zijn bereid
daarvoor te betalen
Hogere waarde van onroerend
goed in omgeving van groen
Huizen met uitzicht op groen
zijn 1-15% meer waard
Omgevingskwaliteit
woningen
Jaarlijks De meerwaarde die door groen
aan woningen wordt gegeven
wordt absoluut gezien jaarlijks
hoger door de stijging van
woningwaarden
Hogere huuropbrengst + OZB
door jaarlijkse waardestijging
onroerende goed
Huizen met uitzicht op
(toegankelijk) groen zijn 1-15%
meer waard
Omgevingskwaliteit
winkels
Jaarlijks Groen heeft rustgevende
invloed op mensen, dit leidt tot
een ander koopgedrag
Meer omzet voor winkeliers in
of in de nabijheid van groen
Groen in een straat kan 12%
meer omzet genereren in die
straten
Omgevingskwaliteit
kantoren
Jaarlijks Een groene omgeving zal de
verhuurbaarheid van kantoren
verbeteren
Hogere verhuurwaarde en
hogere bezettingsgraad van
kantoorruimte in de nabijheid
van groen
Groen in de buurt van een
kantoor of uitzicht op groen
leidt tot een hogere verhuur-
waarde tot 10%
Exploitatie horeca Jaarlijks Groene ruimte maakt het
mogelijk om op meer plekken
aantrekkelijke terrassen te
exploiteren
Stijging van de omzet door de
aanwezigheid van groen nabij
terras
De omzet stijging bedraagt
€18,50/ week per m² terras
Meerwaarde voor
marketing
Jaarlijks Groen genereert aandacht, en
kan daarom gebruikt worden
als marketingtool(Groen en
poen, groene bushaltes
versterken het imago)
Meer omzet voor bedrijven die
baat hebben bij de aandacht-
trekkende rol van het groen
Het onderscheidend vermogen
van groen kan tot 10% meer
inkomsten per jaar genereren
Verbetering productivi-
teit medewerkers
Jaarlijks Een goed binnenklimaat in
kantoren leidt tot een hogere
productiviteit van werknemers
Minder ziekteverzuim en een
hogere productie in dezelfde
tijd leidt tot kostenbesparingen
De productiviteit per
medewerker kan stijgen met
38,98 effectieve uren per jaar,
wat een baat van €837,- per
medewerker betekent
Verminderng ziektever-
zuim en -kosten
Jaarlijks Mensen in een groene
omgeving wonen zijn
gemiddeld minder vaak ziek
Minder ziektekosten en
zietkteverzuim
10% meer groen toevoegen in
de binnenstad levert jaarlijks
ongeveer €300.000 aan baten
op door vermeden ziektekosten
en ziekteverzuim.
49Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9.3.1 Houtmarkt en Karnemelkstraat, Oude Vest, Kennedylaan, Keizerstraat,
Vierwindenstraat
De Houtmarkt en Karnemelkstraat, Oude Vest, Kennedylaan, Keizerstraat en Vierwindenstraat
straten zijn vanaf de jaren ‘50 aangelegd in het kader van de cityring en staan al heel lang als
‘Oostflank’ genomineerd voor een integrale herinrichting waarbij het autoverkeer en
busverkeer dient af te nemen en de straten een hoogwaardige, groene uitstraling dienen te
krijgen. De Westflank is voor wat betreft het noordelijk deel (waaronder de haven) reeds
heringericht en hierbij is gekozen voor het situeren van de verblijfsruimte aan binnenzijde van
de cityring en voor situering van de infrastructuur aan de buitenzijde cityring. Deze keuze zal
worden doorgezet bij de Oostflank. De complete herinrichting van de Oostflank is echter pas
mogelijk als er verschillende investeringen in de Noordelijke Rondweg zijn gedaan.
De herinrichting van de Karnemelkstraat, Houtmarkt en een deel van de Oude vest is echter
wel op korte termijn mogelijk. Het gaat dan om het wijzigen van de profielen en het aanbrengen
van passende bestrating en groen, waarbij de Houtmarkt deel uit gaat maken van het
winkelrondje. Aanpak is aan de orde zodra de initiatieven hier aanleiding voor geven en
middellen beschikbaar zijn. Op termijn verdwijnen de bussen mogelijk uit deze straten.
Schematische weergave van mogelijke herinrichting Karnemelkstraat/Houtmarkt/Oude Vest
Huidig beeld Houtmarkt Visualisatie mogelijke herinrichting Houtmarkt
50Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Huidig beeld Oude Vest Visualisatie mogelijke herinrichting Oude Vest
Op het moment dat het openbaar vervoer een alternatieve route gaat rijden zou zelfs het
water dat eeuwenlang via de Vlaszak en Oude Vest liep kunnen worden geherintroduceerd.
Op de locatie van het Vlaszak en Oude vest liep vroeger een gracht. De gracht liep van de
huidige Seeligsingel via de J.F. Kennedylaan, Vlaszak, Oude Vest, Houtmarkt en Karnemelk-
straat naar de kruising Markendaalseweg-Waterstraat-Snellenshof. Na de sloop van de
stadsmuur in 1537’-38 bleef de stadsgracht als open (riool)water in de stad liggen.
Vanaf de Grote Markt (het hoogste punt van de stad) werden onder de belangrijkste straten
gemetselde buizen aangelegd die uitmondden in de Mark of de Oude Vest. Veel kreken
achter de woningen werden gedempt en vervangen door een riool. Veel buizen kwamen uit
op de Oude Vest.
Deze oude vestinggracht was door o.a. de lozing van al dat afvalwater schadelijk voor de
gezondheid van de burgers van Breda. Om deze reden werden vanaf 1863 delen uitgediept
en voorzien van een overwelving. Vlaszak (1864) en Oude Vest (1876-’77) zijn pas gedempt,
nadat Breda in 1863 met de aanleg van een ‘modern’ ondergronds rioolstelsel was begonnen.
Oorspronkelijk waren er openingen in het gewelf uitgespaard, waardoor men met hardstenen
trappen bij het water kon komen. Hierdoor kon men in geval van brand bluswater uit de
Oude Vest halen. Zo kon het gebeuren dat bij erg droog weer een brand werd geblust met
rioolwater in plaats van regenwater.
Foto Oude Vestriool
Dit deel van de historie van Breda is volledig onder de grond verdwenen en daarom voor
iedereen uit het zicht verdwenen.
De kwaliteit van de openbare ruimte kan een sterke impuls krijgen door het water en/of het
historische riool weer in beeld te brengen. Hierbij is het mogelijk een zichtbare waterstroom
aan te leggen maar ook het zichtbaar maken van de overkluisde gracht. Mooie voorbeelden
van geslaagde projecten waarbij water zichtbaar teruggebracht is, zijn het terugbrengen van
de Grift in Apeldoorn en van de Roombeek in Enschede.
51Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Foto Grift, Apeldoorn Foto Roombeek, Enschede
9.3.2 Seelig Noord en Zuid/vertreklocaties, 3e fase Mark, Markendaalseweg 2016-2020
Het Seelig-terrein is op dit moment in handen van Defensie, maar wordt waarschijnlijk in
2016 afgestoten. Dit biedt kansen om de 3e fase Mark aan te leggen, Seelig Noord fysiek
meer bij de Markendaalse weg te trekken (indien Markendaalse weg een doodlopende
inprikker wordt) en wellicht zelfs op te nemen in het (groene) dwaalmilieu. Seelig Noord kan
op dat moment een groene impuls aan Fellenoord geven.
Daarnaast zou Seelig Zuid als alternatief voor het Valkenberg kunnen gaan fungeren in het
kader van evenementen en kunnen de monumentale gebouwen worden ingevuld met
nieuwe functies die iets bijdragen aan het nieuwe horecacluster op het Van Coothplein, het
Dwaalmilieu of de functies aan de Markendaalseweg. Het is van belang dat een parkachtige
invulling van Seelig Zuid nieuwe sferen en functies biedt voor de bewoners en bezoekers van
Breda. Op deze manier kan Seelig Zuid een bijdrage leveren aan de toekomstige ontwikkelin-
gen rond belastingkantoor en gerechtsgebouw en de aantrekkelijkheid van de binnenstad.
Het belastingkantoor en de rechtbank verhuizen medio 2015/2017 naar Via Breda. De
panden komen op dat moment in eigendom van de gemeente. Na 2023 komt er programma
voor woningen beschikbaar op deze locaties. Naar alle waarschijnlijkheid worden op deze
locaties appartementen ontwikkeld voor Empty Nesters en ouderen met als nevendoel een
positieve impuls aan de wijk Fellenoord te geven. Bij de uitwerking hiervan wordt gepoogd
het groene singelmilieu zover mogelijk naar binnen te trekken.
52Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9.3.3 Chasséveld
Het Chasséveld fungeert op dit moment als parkeerplaats en evenemententerrein. Op lange
termijn, zodra de evenementenzone van Park Bavelse Berg gerealiseerd is, zou de evenementen-
bestemming kunnen vervallen, mits er een alternatieve locatie wordt gevonden voor Kermis
en Circus.
In principe is er voldoende parkeergelegenheid in de binnenstad waardoor ook de openbare
parkeerfunctie (deels) zou kunnen vervallen. Dit is een kans om deze oostelijke entree van de
binnenstad te herinrichten waarbij groen en eventueel water een grote rol zouden kunnen
spelen. Qua ruimtelijke uitwerking zou het terrein kunnen worden betrokken bij het
Chassépark, waar het eind 19e eeuw eveneens deel van uitmaakte.
De routes vanuit parkeerterrein Chasséveld naar MOTI, de Veemarktstraat (via parkeerterrein
de Beyerd) en de Oude Vest laten qua duidelijkheid en ruimtelijke kwaliteit te wensen over.
De Pasbaan en Claudius Prinsenlaan zouden bij een eventuele herinrichting moeten worden
meegenomen.
Binnenstad eind 19e eeuw, Chassépark en Chasséveld nog één exercitie terrein
53Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9.3.4 Kasteel van Breda
Het terrein van de KMA is uit veiligheidsoverwegingen niet toegankelijk. Een kleine ronde
door het terrein per boot, alleen voor groepen onder begeleiding, zou een zeer aantrekkelijke
en unieke aanvulling zijn op de beleving van Breda, met name omdat men dan door het
beruchte Spanjaardsgat kan varen. Daarnaast zou een zondagsopenstelling van het Kasteel
een waardevolle bijdrage zijn aan het toeristische en recreatieve aanbod. Op dit moment
kunnen studenten van andere scholen reeds een (deel)opleiding volgen aan de KMA, wellicht
is het op termijn ook mogelijk dat de roeivereniging, de atletiekbaan en andere sport-
voorzieningen en –lessen openbaar toegankelijk worden. Het is aan de gemeente om hier het
gesprek over aan te gaan met Defensie.
9.3.5 Markoevers
De enorme waterbergingsopgave die Breda kent is tot nu toe altijd opgelost in het buiten-
gebied. Indien het CSM-terrein ooit vrij komt ligt er een kans om ook binnenstedelijk
maatregelen te nemen door een by-pass aan te leggen in de Mark, net ten noorden van het
KMA-terrein. Op die manier krijgt Breda haar eigen “Bossche Broek”, een eiland in de stad
waar je met de trein overheen rijdt en waar wellicht plek is voor een jachthaven, evenemen-
ten of een stadscamping. Op deze manier wordt een kwalitatieve koppeling gelegd tussen de
binnenstad en het havenkwartier. Tevens biedt het een solide overgang tussen Via Breda en
CSM zodat er meer vrijheid is voor de invulling van CSM en de Zoete Inval.
Het is aan de gemeente om hier het gesprek over aan te gaan met betrokkenen.
NS
H
H
H
H
H
H
H
H
H
Welkom in Breda ! Visie Binnenstad Breda, november 2013
inprikkers
HOV-route
verbeteren looproute
realiseren langzaamverkeer-verbinding
mogelijke vaaroute (Kasteel Breda)
aanpak Oost�ank
culturele bezienswaardigheid
kernwinkelgebied
uitbreiding kernwinkelgebied
dwaalmilieu
horeca gebied
ho�e (bestaand)
ho�e (wens)
trekker
te onderzoeken route inprikker
parkeergarage/terrein(bestaand)
historische binnenstad
cultureel en toeristisch/recreatief aanbod
hotelH
mogelijke hotel locatieH
evenementen terrein
inloopstraat Boschstraat
inloopstraat Haagdijk
inloopstraat Ginnekenstraat
Nieuwe Mark (3e fase)
bypass Mark
inloopstraat Willemstraat
herontwikkeling Seeligtereein, groene impuls
belastingkantoor en rechtbank. Inpuls voor Fellenoord
fysieke verbindingen met Haagdijk verbeteren
54Visie Binnenstad Breda - bijlagen
9.3.6 Binnensingel
Naast Chassé Park en Valkenberg liggen ook een aantal van de hierboven beschreven
terreinen langs de Singelring. Ondermeer door de maatregelen op het gebied van mobiliteit
zal de autoverkeersdruk op de binnensingel afnemen en worden fietsers gefaciliteerd. Dit
biedt gelegenheid en ruimte om de dubbele bomenrij die hier oorspronkelijk aanwezig was te
herstellen. Door hier een fiets/voetpad tussen te leggen ontstaat een aantrekkelijke groene
route om het Bredase centrum. Deze route is een recreatieve schakel die de aan de binnensin-
gel gelegen groene terreinen op een aantrekkelijke manier verbindt en de verbindingen legt
richting het buitengebied. Bijvoorbeeld door vanaf de binnensingel een aantrekkelijke route
richting Markdal, Vierde Bergboezem of Liesbos te volgen.
55Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Als algemeen credo voor wonen in de binnenstad geldt dat wonen een bijdrage moet leveren
aan de levendigheid, leefbaarheid en sociale veiligheid in dit gebied. Bij nieuwe ontwikkelingen
worden dan ook doelgroepen aangesproken die kiezen voor een stedelijk woonmilieu, niet
alleen om te wonen, maar juist ook om gebruik te maken van de voorzieningen die de
binnenstad biedt. Dit betekent dat we ook in de binnenstad uitdagende woonmilieus willen
realiseren die bewoners associëren met het stedelijk wonen en die aanvullend zijn op de
ontwikkelingen in Via Breda.
10.1 Woonmilieus in de binnenstad
Huidige woonmilieus in de binnenstad:
• Hoogstedelijk wonen (boven winkels) voor m.n. studenten/jongeren/starters
• Stedelijk wonen voor m.n. senioren in een historische setting (noordelijk deel historische
binnenstad)
• Stedelijk wonen in een eengezinswoning in een wijk die een sterke sociale samenhang
kent (Fellenoord)
• Stedelijk wonen in een appartement voor m.n. starters en ouderen (Schorsmolen)
• Stedelijk wonen in een 19e eeuwse setting (Valkenberg en Oud Boeimeer)
• Rustig en groen wonen voor m.n. Empty Nesters en ouderen (Chassépark)
• Collectief wonen op een studentencampus (Nederlandse Defensie Academie)
Nieuwe aanvullende woonmilieus kunnen worden ontwikkeld op de locatie Gasthuispoort,
Achter de Lange Stallen, Seelig Zuidwest en de vertreklocaties van rechtbank en belasting-
kantoor. Ook wonen-boven-winkels krijgt een doorstart. Er wordt echter een limiet gesteld
aan het aantal studentenwoningen om “verhokking” en verloedering van historisch
waardevolle panden te voorkomen.
Wonen 10
56Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept
met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering en het tijdig
verleiden van potentiële kopers. De woningbouwontwikkelingen in de binnenstad die naar
alle waarschijnlijkheid op de markt worden gezet betreffen:
• Gasthuispoort (vanaf 2014, 40 tot 80 grondgebonden woningen en appartementen
i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels en woon-werkcombinaties voor starters,
(jonge) gezinnen en Empty Nesters)
• Achter de Lange Stallen (vanaf 2016, ca. 160 appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen
boven winkels voor starters, Empty Nesters en senioren)
• Rechtbank/belastingkantoor/Seelig Zuidwest (vanaf 2023) grondgebonden woningen en
appartementen i.h.k.v. rustig en groen wonen voor jonge gezinnen, Empty Nesters,
ouderen en zeer specifieke doelgroepen)
10.2 Wijkplannen
In het kader van het wijkgericht werken worden ook voor de wijken van het Centrum
wijkplannen opgesteld. In deze wijkplannen staat behoud en zo nodig versterking van
leefbaarheid centraal. De wijkplannen komen vraaggericht vanuit de wijk en gefaciliteerd
door de gemeente, tot stand. Bewoners, ondernemers en andere gebruikers worden vanuit
hun medeverantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het publiek domein, gevraagd mede
invulling te geven aan deze plannen. In de op te stellen wijkplannen worden de door hen
aangedragen beheerthema’s samengebracht met het gemeentelijk basisbeheer. De thema’s
worden uitgewerkt in een meerjarig beheerprogramma met concrete activiteiten per
jaarschijf.
De wijkplannen zijn zo dus concreet en uitvoeringsgericht. Commitment en inzet van alle
betrokken partijen is voorwaarde. Intensieve samenwerking bij de totstandkoming van de
plannen, een gezamenlijke ondertekening die verplicht tot een gezamenlijke uitvoering van
concrete activiteiten leiden tot een zichtbaar resultaat.
In het plangebied van de visie Binnenstad worden de volgende wijkplannen opgesteld:
1. Fellenoord / Schorsmolen/Haagdijken; gereed in het voorjaar 2014
2. Stadshart/Valkenberg/Boschstraten; gereed in het voorjaar 2014
3. Oud Boeimeer/Chasse; start medio 2014
57Visie Binnenstad Breda - bijlagen
10.3 Ruimtelijke ingrepen om de sociale cohesie te versterken
De bewoners van Schorsmolen en Fellenoord hebben aangegeven dat zij vrezen dat de sociale
cohesie in hun wijken achteruit gaat. De Haagdijk kan hier een centrale rol in gaan vervullen.
Van pure winkelstraat met een centrumfunctie transformeert de Haagdijk/Haagweg naar een
gemengd milieu met vooral een functie voor de omliggende buurten. De verwachting is dat
deze ontwikkeling doorzet en dat naast een verscheidenheid aan winkels voor de dagelijkse
boodschappen, het accent op kleinschalige dienstverlening van lokale ondernemers/bewoners
(redelijk lage huren waardoor makkelijk instappen) en wonen komt te liggen. Het is dan wel
belangrijke dat de fysieke verbindingen tussen Schorsmolen en Fellenoord met de Haagdijk
verbeteren zodat deze straat nog meer dan nu de ontmoetingsplek van deze wijken wordt en
waar wijkbewoners logischerwijs hun eigen bedrijfje starten.
Ook Stichting Elisabeth, het voormalige Kapucijnenklooster en op termijn het Seeligterrein
kunnen nieuwe ontmoetingsplekken gaan vormen voor de bewoners van deze wijken,
bijvoorbeeld in de vorm van een (semi-openbaar) park of evenemententerrein. Daarnaast kan
op Seelig zuidwest in combinatie met de vertreklocaties een aanvullend woonmilieu worden
ontwikkeld dat eveneens een positieve impuls voor deze wijken vormt. Tenslotte zal ook de
aanpak van de randen (Slingerweggebied, Lunet, 3e fase Mark, Markoevers, KMA, Haven)
een positieve invloed op deze wijken hebben.
10.4 Algemeen: vastgesteld beleid Wonen
Het beleidskader wonen is vastgelegd in de Woonagenda 2011-2014. Het aantrekken en
binden van jonge huishoudens aan de stad Breda is een belangrijke doelstelling. Het centrum
is bij uitstek het gebied waar deze doelstelling goed kan worden verwezenlijkt vanwege de
natuurlijke aantrekkingskracht op jongeren voor de eerste stap in hun wooncarrière. Vanuit
het beleid voor studentenhuisvesting ligt de focus op het toevoegen van meer onzelfstandige
woonruimte en studio’s voor studenten en jonge huishoudens (o.a. pas afgestudeerden). Dit
bij voorkeur in het centrum of in de nabijheid van de hogescholen. Dit sluit goed aan bij het
beleid om Wonen Boven Winkels te stimuleren in de binnenstad. Het is van belang dat de
binnenstad aantrekkelijk blijft om in te wonen en te verblijven. Ook het bieden van geschikte
woonruimte voor ouderen en specifieke doelgroepen is van belang mede gezien de
verwachte vergrijzing in dit gebied.
10.5 Woonmilieu, woningvoorraad en bevolking Binnenstad
10.5.1 Woonmilieu
De binnenstad is een uniek woonmilieu in Breda. Een unieke combinatie van vooral jonge
mensen, variëteit aan woonruimten en functies op de historische plek van de stad. De
binnenstad biedt ruimte aan een groot palet aan verschillende woonsferen. Bijvoorbeeld de
studentencampus van de Nederlandse Defensie Academie, Wonen boven Winkels in de
binnenstad en op de inlopers Haagdijk-Boschstraat-Ginnekenweg, de nieuwe Haven, etc.
De woonbuurten rondom het stadshart maken het palet nog gevarieerder.
Het architectonisch en ruimtelijk hoogstaande Chassé park, de volksbuurt Fellenoord, de
starters- en ouderenappartementen in Schorsmolen, herenhuizen in oud Chasse, Valkenberg
en Spoorbuurt of een appartement dichtbij het park zoals in de Poort van Breda.
In de afgelopen tien jaren is het woonmilieu in de binnenstad versterkt met meer wonen,
meer parkeren en (ver)nieuwde woonsferen. Bijvoorbeeld de herinrichting van het
Valkenbergpark, de ontwikkeling van het Chassé park en het heropenen van de Haven.
Betreffende ontwikkelingen geven een stimulans voor de leefbaarheid en veiligheid van de
binnenstad. De nieuwbouw werd de afgelopen jaren sterk gedomineerd door duurdere
appartementen. Voorbeelden zijn het (wederom) Chassé park, de Poort van Breda, de
Westflank, De Prins, het Sas, Boeimeerhof en de Heren van Breda. Aan de Oude Vest zijn
twee projecten voor bijzondere doelgroepen gerealiseerd, in de Bleekstraat studentenstudio’s
58Visie Binnenstad Breda - bijlagen
en natuurlijk de ouderenzorgwoningen in De Prins. Met deze projecten zijn meer koopkrachtige
huishoudens aan de binnenstad gebonden en is een aantal specifieke doelgroepen bediend.
De afgelopen jaren kwamen er vanuit de markt ook meer initiatieven voor betaalbare
huisvesting veelal in de vorm van studio’s en vaak gecombineerd met Wonen Boven Winkels.
10.5.2 Woningvoorraad
Het woongebied heeft een woningvoorraad die voor 64% bestaat uit huurwoningen en 36%
uit koopwoningen. In Breda liggen deze percentages op respectievelijk 42% en 58%. In de
binnenstad is 44% van de huurwoningen in bezit van particulieren/beleggers. Dit percentage
is hoog vergeleken met de rest van Breda waar 24% van de huurwoningen een particuliere
woning is. De verhouding tussen meergezins- en eengezinswoning is in het woongebied
83% tegen 17%. In Breda is 34% een meergezinswoning.
Binnen het woongebied zijn aanmerkelijke verschillen tussen de buurten. Zo kent Fellenoord
het laagste percentage koopwoningen, Chassé het hoogste. Fellenoord kent het laagste
percentage meergezinswoningen, Schorsmolen en Valkenberg bestaan nagenoeg geheel uit
meergezinswoningen.
De huurwoningen in het woongebied vallen met name in het goedkope/bereikbare segment,
de koopwoningen vallen vooral in de prijsklasse ‘goedkoop’ en ‘middelduur’. In totaal
behoort 41% van de woningvoorraad tot de bereikbare categorie (dit is bereikbare sociale
huur en bereikbare koop, exclusief de particuliere huursector), in Breda is dit 33% van de
voorraad.
In het woongebied hebben Fellenoord en Station binnen de huursector een hoger aandeel
bereikbare huurwoningen. Binnen de koopsector hebben de buurten City en Chassé park
juist een hoger aandeel middeldure en dure koopwoningen. Het aandeel nultreden
toegankelijke woningen ligt met 40% van de woningvoorraad ruim boven het Bredase
gemiddelde (22%)
10.5.3 Bevolking
Het woongebied heeft een bevolking met een afwijkende leeftijdsopbouw ten opzichte van
Breda als geheel. In de binnenstad wonen relatief weinig kinderen (ondervertegenwoordiging).
Jongeren (veel studenten) in de leeftijdscategorie 20 tot 30 jaar zijn sterk oververtegen-
woordigd. In de buurten Schorsmolen, Valkenberg en Chassé wonen relatief gezien meer
ouderen, in Fellenoord en Station relatief meer kinderen. In Chassé woont relatief gezien het
kleinste aandeel jongeren.
Van de woningen wordt 56% bewoond door een alleenstaande, in Breda is dit 32%.
Overeenkomstig het beeld van de bevolkingspiramide wonen in het woongebied Centrum
weinig gezinnen met kinderen, slechts 10% ten opzichte van 34% in Breda. De buurten laten
weer enkele verschillen zien. Zo zijn er relatief gezien meer alleenwonenden in Schorsmolen
en juist minder in Station en Chassé; het aandeel gezinnen met kind(eren) is het hoogst in
Fellenoord en Station; in Chassé wonen relatief gezien meer tweepersoonshuishoudens dan
in de andere buurten. Het gemiddelde inkomensniveau ligt onder het Bredase niveau, waarbij
Chassé beter scoort maar nog altijd op een niveau onder het gemiddelde van Breda.
10.6 Wooncarrière en doorstroming
10.6.1 Wooncarrière
De binnenstad is geen gemiddeld woongebied in Breda. Het heeft een specifieke functie op
de stedelijke en regionale woningmarkt. Het heeft een grote aantrekkingskracht op jongeren
die veel waarde hechten aan de nabijheid van stedelijke voorzieningen en horeca. Dit is terug
te vinden in de bevolkingssamenstelling en de woningvoorraad van het gebied.
De binnenstad (wijk centrum) bestaat uit de buurten Stadshart, Schorsmolen, Fellenoord,
Spoorbuurt, Valkenberg en Chasse. Zoals hiervoor aangegeven bestaat de woningvoorraad
overwegend uit huurwoningen (64%) en appartementen (83%). Er wonen weinig
gezinnen met kinderen in het centrum, relatief veel jongeren in de leeftijd 20 tot 30 jaar en
59Visie Binnenstad Breda - bijlagen
alleenstaanden. Het gemiddelde inkomensniveau ligt onder het Bredase niveau.
Volgens de bevolkingsprognose tot 2020 stijgt het inwonersaantal nauwelijks. De prognose
verwacht wel tot 2020 een flinke toename van ouderen: een derde zal 55-plusser zijn.
Het aandeel ouderen stijgt daarmee boven het stedelijk gemiddelde uit (Breda 2020: 30%).
Tussen de buurten zijn verschillen te constateren.
• Stadshart:weinigouderen,grotemiddengroepmetvoornamelijkbewonersonderde40,
weinig kinderen en veel jongeren tot 25 jaar;
• Valkenberg:heefteengemiddeldebevolkingssamenstellingtenopzichtevanBreda
• Chassé:heeftrelatiefveelmeerouderenenweinigjongeren;
• Fellenoord:heeftminderouderenenrelatiefveelkinderen;
• Schorsmolen:grotemiddengroepenweinigjongerentot25jaar;
• Station:weinigouderenenveeljongerentot25jaar.
10.6.2 Doorstroming
In het woongebied ligt de doorstroming in de bestaande voorraad op 13% (In Breda komt
8% van de totale woningvoorraad jaarlijks vrij). De doorstroming in City en Schorsmolen is
hoger, Chassé en Valkenberg scoren lager dan het gemiddelde van het woongebied. Hoewel
de doorstroming in Chassé het laagst is, is die in de huursector daar juist het hoogst.
Opvallend is verder de hoge doorstroming in de koopsector in Fellenoord en Schorsmolen
gevolgd door City en Station.
Wanneer alleen gekeken wordt naar de vrijkomende woningen in de bereikbare sector dan
komt jaarlijks 15% van de totaal bereikbare voorraad vrij (waarvan 13% in de bereikbare
voorraad huur en 23% in de bereikbare voorraad koop). In Schorsmolen en City komen
relatief gezien de meeste bereikbare woningen vrij. Van het totaal aan vrijgekomen woningen
in het woongebied is 42% (absoluut gezien gaat het om 353 woningen) een nultrede
toegankelijke woning.
10.7 Gebiedsontwikkeling
De belangrijkste ontwikkeling in de binnenstad is die van Via Breda in de Spoorbuurt. De
projecten Stationskwartier en Drie Hoefijzers betekenen een aanzienlijke uitbreiding van het
aantal woningen en een vernieuwd woon en leefmilieu. Voor het gehele centrumgebied
wordt Wonen Boven Winkels gestimuleerd. Het aantal woongebouwen blijft grotendeels
gelijk, maar via studio’s en kamerverhuur neemt het aantal wooneenheden toe.
De kwalitatieve match tussen de bestaande nieuwbouwplannen en de woonbehoefte moet
worden verbeterd (ca 12% bereikbaar en ca 4% grondgebonden woningen). Bijvoorbeeld
door meer bereikbare huur en koop in de nieuwbouw en meer woonruimte voor jonge
huishoudens en studenten.
Het aantal te verwachte plannen ter verbetering van de leefbaarheid en voorraadtoevoeging
is echter veel groter dan de behoefte en de stedelijke programmering toelaat in 10 jaar.
De behoefte van de woonconsument aan centrum stedelijk wonen is limitatief.
De plannen zouden kunnen voorzien in :
• WonenBovenWinkels: 200 studio’s / wooneenheden
• Via Breda: 600 woningen stationskwartier en 300 woningen Drie Hoefijzers
• Achter De Lange Stallen: 150 woningen
• Seelig/ Belastingkantoor/ Gerechtsgebouw: 250 - 750 woningen en
100 - 250 wooneenheden
• Gasthuispoort: 80 woningen
• Transformatie Smedrijstraat e.o. pm
• Tramsingel 80 woningen
• Totaal: 1350-2050 woningen en 200-500 wooneenheden.
Dit betekent 1/6de tot 1/3de van de productieafspraken 2010-2020 (komt overeen met
woononderzoek RIGO).
60Visie Binnenstad Breda - bijlagen
10.8 Visie op Wonen in de Binnenstad
Credo:
Het wonen in de binnenstad moet een bijdrage leveren aan de levendigheid in dit gebied.
We willen doelgroepen aanspreken die kiezen voor een stedelijk woonmilieu, niet alleen om
te wonen, maar juist ook om gebruik te maken van de voorzieningen die de binnenstad
biedt. Dit betekent dat we uitdagende woonmilieus willen realiseren die bewoners associëren
met het stedelijk wonen.
10.8.1 Doelgroepen
In de woningmarkt zoals we die nu kennen en zoals we die de komende jaren zullen kennen
is het bewust kiezen voor doelgroepen en anticiperen op de vraag van groot belang. Zeker
daar waar het gaat om het bouwen van woningen in de binnenstad of centrumgebied.
De binnenstad onderscheidt zich van de andere locaties in de zin dat dit gebied zich in
belangrijke mate nabij het kernwinkelgebied bevindt. Een specifieke niche in de woning-
markt. De doelgroepen waarop ingezet wordt komen voort uit ambitie, maar vooral ook uit
de ontwikkelingen die we de afgelopen jaren hebben gezien. Geconstateerd is dat het
centrum in trek is bij starters, alleenstaanden en senioren.
Het bouwen voor starters in de binnenstad sluit goed aan bij de ambitie om de uitstroom van
jonge huishoudens te keren. Hiermee richt Breda zich op de jongere doelgroep. Bij de
invulling van het programma voor deze doelgroep zit nog wel een groot stuk flexibiliteit.
Het programma voor jongeren richt zich op zowel studenten als jongeren, waarbij de
woonproducten voor deze twee groepen van elkaar zullen verschillen. Afhankelijk van de
markt zullen er meer woningen voor starters of meer woningen voor studenten gebouwd
kunnen worden. Aansluitend op huisvesting voor jongeren zullen ook jonge gezinnen de kans
gegeven moeten worden om in de binnenstad te wonen. Het aantal gezinnen met kinderen
is de afgelopen jaren in absolute aantallen in de binnenstad afgenomen. Deze ontwikkeling
wil Breda keren door ook deze groep van jongeren in de gezins (vormende) fase interessante
woonmilieus aan te bieden.
Belangrijk in het huidige economische klimaat is dat het aanbod zich voornamelijk in het
goedkope segment moet bevinden. Betaalbaarheid in relatie tot woninggrootte wordt de
opgave voor de binnenstad. Dit geldt voor zowel de studenten als de starters (jonge
gezinnen/huishoudens). Appartementen met een woninggrootte van circa 50 m2 is daarbij de
standaard. In de ontwikkeling zal daarbij moeten worden uitgegaan van kleinschaligheid.
Tot slot biedt het bouwen voor senioren kansen voor het woningbouwprogramma in de
binnenstad. Hierbij kan een onderscheid gemaakt worden in de doelgroep empty nesters en
ouderen. Onder Empty Nesters verstaan we de 50+ doelgroep waarvan de kinderen het huis
uit zijn. Deze groep heeft een hoger dan gemiddeld besteedbaar inkomen. Onder ouderen
verstaan we de doelgroep 65+. Deze doelgroep is veelal op zoek naar 0-treden woningen
dichtbij voorzieningen.
Samenvattend levert dit de volgende doelgroepen op:
• Studenten en jongeren
• Starters / Jonge gezinnen-huishoudens
• Empty Nesters en ouderen
Een woningbouwprogramma uitgaande van de bovenstaande doelgroepen sluit aan de ene
kant aan bij de ontwikkeling van de vraag en de verschillende beleidsdoelstellingen voor de
binnenstad, maar kent ook de ambitie om nieuwe vraag of latent aanwezige vraag in de
binnenstad te accommoderen. Het programma levert een goede bijdrage aan het keren van
de uitstroom voor zowel de leeftijdsgroep van 18-24 jarigen als de leeftijdsgroep 25-39
jarigen.
61Visie Binnenstad Breda - bijlagen
De aandacht voor gezinnen in de zogenaamde middengroepen–op dit moment voornamelijk
gehuisvest in Fellenoord en Schorsmolen- blijft in de binnenstad gehandhaafd. De aandacht
richt zich voornamelijk op het behoud van de bestaande voorraad voor deze groep bewoners.
Belangrijk is wel dat er in de Binnenstad redelijk veel particulier bezit aanwezig is dat op dit
moment door ouderen wordt bewoond. Het zelfstandig blijven wonen door deze groep zal
een van de aandachtspunten van beleid worden. Met name in de particuliere markt zien we
weinig initiatieven, daar waar het gaat om verbetering en aanpassing om langer zelfstandig
te kunnen blijven wonen. De ervaring elders opgedaan, zowel binnen als buiten Breda zal
hier moeten worden benut.
De Binnenstadsvisie wordt geschreven in een tijd van veel onzekerheid op de woningmarkt.
Eerder geformuleerde woonprogramma’s zullen opnieuw moeten worden bekeken en
getoetst aan de huidige marktontwikkelingen. Tegen deze achtergrond is het van belang om
voldoende flexibiliteit in te bouwen in het woonprogramma voor de Binnenstad. Hierdoor
ontstaat ruimte voor nadere uitwerking. Dit past bij deze tijd en bij binnenstedelijke ontwik-
kelopgaven. Met name in combinatie met het verder te ontwikkelen winkelprogramma zal
het woonprogramma verder vorm moeten gaan krijgen. Hierbij past een programma dat
meegroeit met deze ontwikkelingen en maximaal aansluit
bij de dan geldende behoefte. In het merendeel van de te ontwikkelen locaties wordt
gebouwd voor een nichemarkt. De uitdaging zal zijn om maximale aansluiting te vinden bij
deze niche met als basis de uitgangspunten zoals hierboven geformuleerd.
Er van uitgaande dat er gebouwd wordt voor een nichemarkt is timing en fasering van
belang. In gepaste hoeveelheden zullen woningen op de markt gebracht moeten worden om
tijdig verkocht of verhuurd te worden. Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen
de finetuning van het woonconcept met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar
een juiste fasering in combinatie met te ontwikkelen winkelruimte en het tijdig verleiden van
potentiële kopers.
De doelgroepen in de binnenstad betreffen met name:
• Studenten en jongeren
• Starters / Jonge gezinnen-huishoudens
• Empty Nesters en ouderen (50+ en 65+)
Studenten, jongeren en starters vestigen zich met name in kamers, studio’s en appartementen
boven winkels, terwijl 50-plussers zich met name aangetrokken zullen voelen door rustige en
groene woonsferen zoals het Chassépark. Maar er zijn natuurlijk altijd uitzonderingen op de
regel, dus ook specifieke doelgroepen die zich bijvoorbeeld richten op combinaties van
wonen en werken, speciale woonvormen voor ouderen of gethematiseerde woongroepen
voor bijvoorbeeld kunstenaars, kunnen een plek krijgen in het centrum.
Huidige woonmilieus in de binnenstad:
• Hoogstedelijk wonen (boven winkels) voor m.n. studenten/jongeren/starters
• Stedelijk wonen voor m.n. senioren in een historische setting (noordelijk deel historische
binnenstad)
• Stedelijk wonen in een eengezinswoning in een wijk die een sterke sociale samenhang
kent (Fellenoord)
• Stedelijk wonen in een appartement voor m.n. starters en ouderen (Schorsmolen)
• Stedelijk wonen in een 19e eeuwse setting (Valkenberg en Oud Boeimeer)
• Rustig en groen wonen voor m.n. Empty Nesters en ouderen (Chassépark)
• Beveiligd wonen op een studentencampus (Nederlandse Defensie Academie)
Nieuwe aanvullende woonmilieus kunnen worden ontwikkeld op de locatie Seelig Zuidwest/
rechtbank/belastingkantoor.
62Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Bij de verdere ontwikkeling zijn de grootste uitdagingen de finetuning van het woonconcept
met de bestaande vraag op de markt, het zoeken naar een juiste fasering en het tijdig
verleiden van potentiële kopers.
De woningbouwontwikkelingen in de binnenstad die naar alle waarschijnlijkheid op de markt
worden gezet betreffen:
• Gasthuispoort (vanaf 2014, 40 tot 80 grondgebonden woningen en appartementen
i.h.k.v. hoogstedelijk wonen boven winkels en woon-werkcombinaties voor starters,
(jonge) gezinnen en Empty Nesters)
• Achter de Lange Stallen (vanaf 2016, ca. 160 appartementen i.h.k.v. hoogstedelijk wonen
boven winkels voor starters, Empty Nesters en senioren)
• Rechtbank/belastingkantoor/Seelig Zuidwest (vanaf 2023) grondgebonden woningen en
appartementen i.h.k.v. rustig en groen wonen voor jonge gezinnen, Empty Nesters,
ouderen en zeer specifieke doelgroepen)
PM: Uitkomsten uit het Woon onderzoek zijn nog niet voorhanden en kunnen nog niet
worden meegenomen bij de kwantitatieve en kwalitatieve behoefteraming voor het
centrumgebied. Zodra de cijfers ter onderbouwing van de woningbehoefte in het centrum
beschikbaar zijn worden deze alsnog ingebracht.
10.9 Wonen boven winkels
10.9.1 Kwalitatieve doelstellingen:
1. Bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod;
2. Behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad;
3. Verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad;
4. Verbeteren van de sociale veiligheid in de binnenstad.
10.9.2 Bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve woningaanbod
Het belangrijkste beleidsdoel van de gemeente bij de vermindering van de leegstand en het
weer bewoonbaar maken van de etages is het bijdragen aan het kwantitatieve en kwalitatieve
woningaanbod in de binnenstad. Met het creëren van woningen boven winkels kan een deel
van het kwantitatieve woningtekort worden teruggedrongen. In aanvulling op het kwantita-
tieve aspect kan ook een grotere differentiatie van het woningaanbod één van de oplossingen
voor de fricties op de woningmarkt zijn. Voor een deel kan het kwalitatieve woningtekort
worden aangevuld met appartementen boven winkels voor bijvoorbeeld kinderloze stads-
liefhebbers. Daarnaast kan het realiseren van woningen boven winkels bijvoorbeeld ook
bijdragen aan het woningaanbod voor starters en studenten. In het algemeen kan gesteld
worden dat de binnenstad voor bepaalde groepen mensen een zeer gewilde plek is om te
wonen.
10.9.3 Behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing in de binnenstad
Voor veel van de leegstaande etages boven winkels geldt dat er nauwelijks wordt geïnves-
teerd in het onderhouden van deze verdiepingen. De onderhoudstoestand van deze panden
gaat dan ook snel achteruit. Het achterstallig onderhoud laat zich onder meer zien in de vorm
van kapotte ramen, verrotte vloeren, duivenpoep, dode vogels en lekkages die vaak pas
worden opgemerkt als het water de winkel instroomt. Deze situatie wordt steeds erger
doordat de leegstaande etages niet of nauwelijks bezocht worden of soms zelfs niet eens
meer bezocht kúnnen worden.
63Visie Binnenstad Breda - bijlagen
De panden die met leegstaande etages kampen, zijn vaak ook monumenten of maken op zijn
minst deel uit van een monumentaal stadsgezicht. Verdere verloedering van deze
monumenten is een bedreiging voor het cultureel en historisch erfgoed van de binnenstad.
Door het stimuleren en realiseren van woningen boven winkels kunnen veel van deze panden
gerenoveerd worden en zijn beheer en onderhoud van de panden op de langere termijn
gewaarborgd. Het weer bewoonbaar maken van de etages kan op deze manier dus een
bijdrage leveren aan het behouden en verbeteren van de culturele en historische bebouwing
in de binnenstad.
10.9.4 Verbeteren van de kwaliteit van de binnenstad
Het Wonen boven Winkels is een onlosmakelijk onderdeel geworden van de algehele verbete-
ring van de binnenstad. Met het opknappen en weer bewoonbaar maken van de leegstaande
etages verbetert de leefbaarheid, uitstraling en aantrekkingskracht van de kernwinkelgebieden
in de binnenstad. Daarnaast komt er meer evenwicht in de verschillende functies van de
binnenstad, te weten het wonen, werken en recreëren. Het verbeterde verblijfsklimaat heeft
op zijn beurt weer een positief effect op het winkelklimaat en biedt zodoende voordelen voor
bezoekers, winkeliers en eigenaars. Het gewenste gevolg van dit alles is dat de markt blijft
investeren in de binnenstad.
10.9.5 Verbeteren van de sociale veiligheid in de binnenstad
Het creëren van woningen boven winkels kan een belangrijke bijdrage leveren aan een
toename van de sociale veiligheid in de binnenstad. Nu is het nog vaak zo dat veel plekken in
de binnenstad er ’s avonds leeg en verlaten uitzien en daardoor een gevoel van onveiligheid
oproepen. Na sluitingstijd worden het dan een soort spookstraten/-plekken waar voorbijgangers
geen potentiële klanten meer zijn. Door een toename van de woonfunctie en daarmee de
permanente aanwezigheid van bewoners (met name tijdens de perioden dat de winkels
gesloten zijn) kan de sociale controle en het gevoel van veiligheid vergroot worden.
Het herstel van de sociale veiligheid dient natuurlijk ook het belang van de aanwezige
winkeliers in de binnenstad.
64Visie Binnenstad Breda - bijlagen
65Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Het centrum van Breda (binnenstad tezamen met stationsgebied) is één van de drie belang-
rijkste kantorenconcentraties in Breda. Het gebied binnen de singels en het stationsgebied
zijn samen goed voor bijna 30% van de totale Bredase kantorenvoorraad. De economische
crisis heeft een sterke impact op de kantorenmarkt, het aanbod is momenteel groter dan de
vraag met leegstand tot gevolg. Dit vraagt om het opschonen van de plancapaciteit in
bestemmingsplannen en een duidelijke keuze voor sterke locaties met toekomstwaarde. In de
Kantorennota Breda 2020 is aangegeven dat in de periode tot 2020 de ontwikkeling van het
Stationskwartier de hoogste prioriteit krijgt en dat onder andere in het gebied Slingerweg
zoveel mogelijk plancapaciteit voor kantoren moet worden geschrapt, uitgezonderd het Triple
O-gebied omdat er voldoende vertrouwen is in de kansen van de creatieve industrie.
Het kantorencluster aan het begin van de Claudius Prinsenlaan wordt in stand gehouden,
tijdelijke verhuur voor andere functies in geval van leegstand is wel mogelijk.
De kantoorfunctie van het gebied op de hoek Gasthuisvelden/Fellenoordstraat (rechtbank/
belastingkantoor) en kan op termijn komen te vervallen.
Een groot deel van de Bredase bedrijventerreinen kan tot de categorie modern-gemengd
worden gerekend. Het Triple O-gebied, dat onderdeel uit maakt van het bedrijventerrein
Slingerweg, behoort tot de categorie hoogwaardig vanwege de creatieve bedrijvigheid. Het
overige deel van bedrijventerrein Slingerweg wordt aangemerkt als gemengde economische
zone. Er zijn uiteenlopende functies aanwezig, van een dansschool tot een milieustraat. Er is
medewerking verleend aan de bouw van een kinderspeelparadijs en een leegstaand kantoor-
pand aan de Smederijstraat wordt omgezet naar studentenhuisvesting. Daarnaast bouwt
WonenBreburg aan de Tramsingel studentenwoningen. Hiermee is het Slingerweggebied een
zeer gevarieerde zone waarvoor een gebiedsvisie dient te worden opgesteld waarbij de
profilering van beeldcultuur en gaming, de toekomstige ontsluiting van de binnenstad en de
huidige dynamiek (waaronder studentenhuisvesting en ontwikkeling daklozenopvang in het
kader van stedelijk compas) nader worden uitgewerkt.
Kantoren en bedrijven 11
66Visie Binnenstad Breda - bijlagen
67Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Uitvoeringsperspectief Structuurvisie i.r.t. binnenstad
12
68Visie Binnenstad Breda - bijlagen
Overzicht Investeringen1 Investeringsperiode
B3 2015-2018 2019-2022 2023-2026 2027-2030 Totaal
Infrastructuur2
Projectinvesteringen
1 ADLS (buiten grex) 1.000.000 1.000.000
2 Bavelse Berg (buiten grex) 1.500.000 1.500.000
3 Amphia (buiten grex) 1.500.000 1.500.000
4 Gasthuispoort (buiten grex) 1.000.000 1.000.000
5 Fellenoordstraat/Seelig (buiten grex) 2.000.000 2.000.000
Reguliere investeringprogramma
instandhouding netwerk diverse 12.000.000 12.000.000 12.000.000 12.000.000 48.000.000
Stedelijke ambitie
7 Schaalsprong OV (HOV Amphia) 2.100.000 2.100.000
8 Schaalsprong OV (HOV Markendaalseweg/Fellenoordstraat) PM -
Schaalsprong OV (HOV ultra PRT (laag 1)) 2.100.000 4.900.000 7.000.000 14.000.000
Schaalsprong OV (OV wijkgericht (laag 2)) 1.400.000 1.400.000 700.000 3.500.000
Schaalsprong OV (OV buurtgericht (laag3)) 1.400.000 350.000 583.333 1.166.667 3.500.000
10 Schaalsprong fiets (snelfietsroute centrum oost) 2.800.000 700.000 3.500.000
11 Schaalsprong fiets (snelfietsroute west - Princenhage) 2.100.000 1.400.000 3.500.000
12 Schaalsprong fiets (snelfietsroute Noord) 2.100.000 1.400.000 3.500.000
13 Schaalsprong fiets (snelfietsroute zuid) 2.100.000 1.400.000 3.500.000
Schaalsprong fiets (optimalisatie) 583.333 1.166.667 1.750.000
Schaalsprong fiets (upgrade netwerk E-proof) 2.333.333 4.666.667 7.000.000
Autoverkeer (Benutting studie Ruit) 5.600.000 5.600.000
15 Autoverkeer (Optimalisering NRW/2x aansl.rksw.) 933.333 1.866.667 2.800.000
16 Autoverkeer (Optimalisering NRW/(2x ongelijkvl.fiets/ov.) 3.500.000 7.000.000 10.500.000
17 Autoverkeer (Optimalisering NRW/kr.pt Westerparklaan) 3.500.000 7.000.000 10.500.000
Totaal Infrastructuur 32.400.000 33.583.333 45.266.666 19.000.001 130.250.000
Openbare Ruimte
Herinrichten openbare ruimte 1.600.000 2.800.000 5.600.000 6.000.000 16.000.000
Klimaatadaptatie 500.000 750.000 1.000.000 2.550.000 4.800.000
Totaal Openbare Ruimte 2.100.000 3.550.000 6.600.000 8.550.000 20.800.000
Programma groen & water
19 Buitengebied: instandh. biodiversiteit / verbindingsz. EHS / Markdal 800.000 500.000 400.000 100.000 1.800.000
20 Stad: instandh. biodiversiteit compacte stad / verbindingsz. EHS 275.000 325.000 75.000 75.000 750.000
21 Bijdrage groen & water (Seeligpark, Nieuwe Mark) 500.000 500.000 1.000.000
22 Realisatie EVZ’s stad (incl Beneden Mark) 818.182 1.090.909 1.090.909 3.000.000
Totaal Programma groen & water 1.575.000 1.643.182 2.065.909 1.265.909 6.550.000
Overige projecten
23 Aanleg 3e fase Mark (Westflank) 4.355.556 8.711.111 13.066.667
24 Oostflank 5.222.222 10.444.444 15.666.666
25 Markoevers PM PM PM
26 Aa of Weerijs 2.500.000 2.500.000
Herstructurering bedrijventerrein 1.500.000 1.500.000 3.000.000
Totaal overige projecten 13.577.778 20.655.555 34.233.333
Totaal per collegeperiode 36.075.000 38.776.515 67.510.353 49.471.465 191.833.333
1 De projecten die vooraf worden gegaan door een nummer komen voort op de kaart ‘Meerjaren Uitvoeringsperspectief’.
2 De inkomsten uit subsidies zijn op basis van inschatting in het overzicht verdisconteerd.
3 B: Mate waarin investering bijdraagt aan / gesitueerd is in de binnenstad: direct / volledig indirect / gedeeltelijk beperkt / niet
70Visie Binnenstad Breda - bijlagen