WERKBOEK - CONSTRUCT bedrijfspsychologie · of haar kenmerken. Als je weet waar je goed in bent, kun je dat succesvol inzetten en kun je iets voor jezelf of je omgeving betekenen

WERKBOEK

GOEDE GESPREK

WERKBOEK Het Goede Gesprek 3

1. Waarom bereid je het goede gesprek voor?

Waarom zou je de tijd nemen om een of meer stappen uit dit werkboek te doen? We citeren

onze gebruikers en onze cursisten:

Mijn functioneringsgesprekken moeten zinvol zijn

Ik wil een goed gesprek over mijn werk in het volgende jaar

Ik wil vast stellen wat ik goed doe

Ik ga vooruitkijken en plannen wat ik wil bereiken

Ik wil meer meepraten in het gesprek

Ik vind het leuk om mijzelf uit te dagen

Het is in mijn belang om goede gesprekken over mijn werk te voeren

Ik wil een gelijkwaardig gesprek

2. Inhoudsopgave

1. Waarom bereid je het goede gesprek voor? .................................................................................... 3

2. Inhoudsopgave ................................................................................................................................. 3

3. Welkom in het werkboek “het goede gesprek”! .............................................................................. 4

4. Voorbereiding van een goed gesprek met dit werkboek ................................................................. 5

5. Gespreksonderwerpen in een schema ............................................................................................. 6

6. STAP 1 MIJN TALENT......................................................................................................................... 7

7. STAP 2 MIJN MOTIVATIE ................................................................................................................ 11

8. STAP 3 MIJN RESULTATEN .............................................................................................................. 14

9. STAP 4 WERKSITUATIE .................................................................................................................... 18

10. STAP 5 WERKAFSPRAKEN ............................................................................................................... 24

11. STAP 6 MIJN PLAN .......................................................................................................................... 28

12. STAP 7 ONS GESPREK ...................................................................................................................... 31

13. STAP 8 NA HET GESPREK ................................................................................................................ 35

14. BIJLAGE: DE LOOPBAAN STAP......................................................................................................... 40

15. VRAAGBAAK: Veel gestelde vragen over de gesprekken ............................................................... 43

16. Colofon ........................................................................................................................................... 44


3. Welkom in het werkboek “het goede gesprek”!

Je hebt besloten om iets te bereiken met een goed gesprek. Bijvoorbeeld je functioneringsgesprek. Of

het kan gaan om een startgesprek, een voortgangsgesprek, een beoordelingsgesprek of elk ander

gesprek. Voor het gemak gebruiken we in dit werkboek het woord “functioneringsgesprek”.

Het goede gesprek

- gaat over jezelf en over je werk

- gaat over onderwerpen die voor beiden zinvol zijn

- voelt aan als een gelijkwaardig gesprek

- leidt tot resultaten.

Voorbereiding blijkt voor veel mensen de basis van een goed gesprek. Door hun voorbereiding praten

de gesprekspartners als gelijken. Voorbereiding zorgt er voor dat belangrijke onderwerpen goed

besproken worden. Dit werkboek helpt je het goede gesprek voor te bereiden.

Dit werkboek heeft acht stappen om je gesprek voor te bereiden Oorspronkelijk hebben we dit handboek gemaakt als een

stappenplan: acht stappen om je gesprek voor te

bereiden. Maar elke stap staat los van de anderen:

- je kunt er een of enkele doen,

- je kunt ze in je eigen volgorde doen.

Kortom: je kunt kiezen uit de acht stappen in dit

werkboek.

Na elke stap heb je duidelijk hoe jij over een onderwerp

denkt en wat je over het onderwerp wilt bespreken. Het

gevolg is dat je meer invloed hebt op je gesprek. Je kunt:

- zelf onderwerpen inbrengen in je eerstvolgende

gesprek

- goed vertellen hoe jij er over denkt en daarom

zelfverzekerd het gesprek voeren en

- zelf gerichte, uitgewerkte, voorstellen doen.

Uit ervaring blijkt dat de gesprekken daardoor tot meer concrete resultaten leiden.

talenten motivatie

resultatenwerk-situatie

werk-afspraken

mijn plan

ons gesprek

na het gesprek

8 stappen met 8 onderwerpen


4. Voorbereiding van een goed gesprek met dit werkboek

Welke onderwerpen bereid je voor? Dit werkboek is bedoeld om je te helpen met de voorbereiding van een goed gesprek. Maar welke

onderwerpen ga je voorbereiden? En wat voor gesprek wordt het? Daar zijn twee antwoorden op: 1)

Wat er in de organisatie is geregeld en 2) wat jij nodig hebt.

Hoe werkt het in jouw organisatie? In allerlei organisaties zijn er verschillende gesprekken

geregeld. Wat je volgend gegesprek wordt is afhankelijk

van de organisatie waar je werkt, de CAO en de interne

regelingen die er voor zijn. In het plaatje rechts staan vijf

soorten gesprekken opgesomd. Er zijn zelfs organisaties

waar al die gesprekken plaats vinden: een

gesprekkencyclus.

Waar ben jij aan toe? Kijk eens op het schema op de volgende bladzijde. Welke

onderwerpen in het schema zijn nu het meest belangrijk

voor jou? Zitten er onderwerpen bij die jij wilt bespreken?

Mocht je dat een moeilijke vraag vinden, dan raden wij je

aan om te beginnen met stap 7: ons gesprek.

Hoe bereid jij je voor? Een stappenplan Je kunt het werkboek gebruiken met dit plan:

a) Op de volgende bladzijde staat een schema met gespreksonderwerpen. Bedenk welke

onderwerpen nu belangrijk voor je zijn en waar jij het over wilt hebben.

b) Schat in hoeveel tijd nodig is om jouw onderwerpen voor te bereiden. Bij de stappen in het

schema staat genoemd hoeveel tijd ervoor nodig is. Mocht je alle stappen gaan doen, reken dan

op acht uur voorbereiding. De meeste gebruikers verspreiden dat over enkele weken. Begin dan

zo’n vier weken voor het gesprek.

c) Stap op je leidinggevende af en vertel dat je over een aantal onderwerpen wilt praten

d) Kom gezamenlijk tot een afspraak (datum en tijd) voor een goed gesprek

e) Ga aan de slag met de stappen uit dit werkboek. Elk van de acht stappen in dit werkboek bestaat

uit 4 delen

WENSEN : zodat je helder hebt waarom je deze stap doet WERKEN : met uitleg of suggesties over wat je gaat doen WETEN : waar je voor jezelf verslag doet van je werk WILLEN : waar je je belangrijkste conclusies noteert

Heb je vragen? Je vindt ons hier:

www.facebook.com/functioneringsgesprekken/

Heel veel succes!

FUNCTIONERINGS-GESPREK

STARTGESPREK

VOORTGANGS-GESPREK

LOOPBAAN-GESPREK

BEOORDELINGS-GESPREK

http://www.facebook.com/functioneringsgesprekken/


5. Gespreksonderwerpen in een schema In een compleet functioneringsgesprek, kun je het over alle onderwerpen hebben: van je talenten tot

en met je plan. Gebruik het schema om je keus te maken:

STAP 2: 60 min, hfdst. 7

7



,40 min


,40 min





,40 min

TALENTEN

•Wat is mijn talent?

•In welk werk/welke taken ben ik op mijn best?

•Welke kwaliteiten heb ik?

•Wat kan ik daarmee meer doen?

MOTIVATIE

•Wat zijn mijn motieven?

•Wat doe ik met plezier?

•Wat of wie inspireert mij?

•Wat wil ik daarom (meer) doen?

•Wat zou ik graag leren?

MIJN RESULTATEN

•Wat waren vorige werkafspraken?

•Veranderingen in de situatie?

•Welke resultaten heb ik geboekt?

•Hoe tevreden zijn we er over?

WERKSITUATIE

•Hoe is het met thuis en werk?

•Hoe is het evenwicht?

•Samenwerking in het team?

•Werkrelatie met manager?

•Verhouding werk & vaardigheden?

•Wat wil ik over HNW bespreken?

WERKAFSPRAKEN

•Voldoen de vorige werkafspraken?

•Wat zijn onze doelen?

•Wat zijn onze teamafspraken?

•Mijn eigen afspraken

MIJN PLAN

•Komende periode?

•Waar wil ik iets mee doen?

•Wat is er voor nodig?

•Wie gaat het doen?

•Wat ga ik doen?

ONS GESPREK

•Voorbereidingen treffen

•Agenda met onderwerpen

•Gesprek voeren

•Gelijkwaardigheid

•Goed contact en interesse

NA HET GESPREK

•Verslag leggen

•Evalueren

•Afspraken uitvoeren

•Elkaar herinneren

•Vervolggesprek inplannen


6. STAP 1 MIJN TALENT Je kunt altijd meer dan je denkt. Maak een krachtig overzicht van je talenten.

(60 min)

WENSEN Mijn talent kennen

Als je weet wie je bent en wat je kan, kom je het beste tot je recht. Ieder mens heeft talenten die hem

of haar kenmerken. Als je weet waar je goed in bent, kun je dat succesvol inzetten en kun je iets voor

jezelf of je omgeving betekenen. Dan sta je in je kracht. Jouw talent herken je in de dingen die je met

gemak doet. Andere mensen bewonderen je vaak om je kwaliteiten of geven je er complimenten

over. Het zijn ook vaak de dingen die je zelf te gewoon vindt om aan te merken als talent. Talent is

soms aangeboren en misschien had je het van nature al. Maar vaak heb je er wat voor gedaan;

gewerkt, geoefend of geleerd.

Weet jij wat je talenten zijn? Welke kwaliteiten zien anderen? In deze stap ga je ernaar op zoek, zodat

je die talenten optimaal kunt inzetten in je werk.


WERKEN Uitzoeken wat mijn talenten zijn

1 Jijzelf

Je hebt een beeld van jezelf, het functioneringsgesprek gaat over jou. Daarom is het belangrijk om in

eerste instantie bij jezelf na te gaan waar je goed in bent. Denk eens aan een gebeurtenis in het werk

waarbij je succesvol hebt gehandeld en waar je tevreden op terugkijkt.

1 Stel jezelf de volgende vragen over die gebeurtenis:

a. Wat deed ik precies (Welke taken, acties voerde ik uit)?

b. Waar was ik goed in (Welke kwaliteiten zette ik in)?

c. Hoe zou ik deze kwaliteiten optimaal tot hun recht kunnen laten komen (In welke rol zouden deze

kwaliteiten het beste tot hun recht kunnen komen)?

Neem een vel papier(of iets anders) en noteer daarop je antwoorden.

Doe dit 3 x, dus denk aan drie verschillende gebeurtenissen uit het verleden. Bij iedere gebeurtenis

beantwoord je de bovenstaande vragen en schrijf je je antwoorden op.

2 De drie vragen die je zelf beantwoord hebt, stel je daarna aan anderen:

Het beeld dat anderen van je hebben, kan ook heel leerzaam zijn en levert vaak heel nuttig

vergelijkingsmateriaal op. Daarom ga je op onderzoek uit bij anderen en jezelf om erachter te komen

wat je talenten zijn.

Benader 4 verschillende mensen, de een na de ander. Dat kunnen zowel collega’s als mensen uit je

privéleven zijn waar je regelmatig mee te maken hebt.

- Vraag of ze maximaal 10 minuten voor je hebben.

- Begin dan met een korte introductie: ”Ik ben bezig mijn functioneringsgesprek voor te bereiden.

Daarin zet ik een aantal stappen. Ik ben nu bezig met de stap Mijn Talent.”

- Zeg: “Ik ben aan het nadenken over mijn talenten. Kun je mij een gebeurtenis noemen waarin jij

tevreden was over mijn werk, mijn optreden of mijn resultaat?”

- Laat de ander een gebeurtenis noemen en stel de drie vragen.

a. Wat deed ik precies (Welke taken, acties voerde ik uit)?

b. Waar was ik goed in (Welke kwaliteiten zette ik in)?

c. Hoe zou ik deze kwaliteiten nog meer tot hun recht kunnen laten komen?

- Schrijf deze antwoorden op een vel papier.

Ga aan de slag en maak een kort verslag van je ervaringen onder [WETEN}.


WETEN Ik ken mijn talent

Je hebt aan jezelf en aan anderen dezelfde drie vragen gesteld. Die vragen gingen over jouw

talenten. Waar ben jij goed in? Wat zijn je kwaliteiten en wat kan je daar mee? Vat je talenten samen,

door de vragen hieronder te beantwoorden.

a. (Met antwoorden bij vraag a:) Noteer de taken en acties waarin je goed functioneerde. Wat zijn

de drie meest voorkomende taken of acties?

b. (Met antwoorden bij vraag b:) Noteer de kwaliteiten die jijzelf en de anderen genoemd hebben in

de opdracht. Maak een top 3 van je kwaliteiten. Welke zijn dat?

c. (Met antwoorden bij vraag c:) Hoe zou je meer kunnen doen met je kwaliteiten? Denk aan andere

taken, rollen of situaties. Wat zijn de belangrijkste drie tips?

a. Taken, acties, producten:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Kwaliteiten:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

c. Er meer mee doen:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Wanneer het af is, denk je op de volgende bladzijde even verder onder [WILLEN]


WILLEN Wat ga ik meer met mijn talenten doen?

Goed dat je een beeld hebt van je eigen talenten of je kwaliteiten. Daarbij weet je ook wat anderen

daarvan vinden. Wat ga je doen met dat beeld of inzicht?

Bedenk wat dit betekent voor je werk in de nabije of in de verre toekomst. Beantwoord daarvoor

deze vragen:

a. Wat zou je kunnen doen of meer willen doen met de talenten die je hebt?

b. Wat ga je hiervan meenemen naar (bespreken in) het functioneringsgesprek?

a. Meer doen:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Bespreken:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

EINDE VAN DEZE STAP! JE KUNT DE RESULTATEN GEBRUIKEN IN HET GOEDE GESPREK.


7. STAP 2 MIJN MOTIVATIE Uitvinden wat je weet en drijft. Weet wat je wil en waar je naar toe wil.

(60 min)

WENSEN Motivatie is de motor

Het is belangrijk dat je werk doet dat je leuk en zinvol vindt. Leuk werk geeft je een reden om iedere

dag met plezier aan je werk te beginnen en met een voldaan gevoel weer naar huis te gaan. Het is

daarom belangrijk dat je weet welke werkzaamheden je graag uitvoert. Dat is goed voor jou en goed

voor je omgeving. Je gaat nu na welke dingen jij belangrijk vindt in je werk en welke taken je een goed

gevoel geven.

WERKEN Weten wat mij motiveert

Wat vindt jij leuk in je werk? Wat motiveert je?

Om hier meer beeld bij te krijgen, neem je de tijd om antwoorden te geven op drie vragen. Je kunt je

antwoorden op de volgende bladzijde noteren.

Dit zijn de vragen:

a. Waar zitten je "Pleziermomenten"? Ga na welke taken je met plezier uitvoert. Denk hierbij aan

taken, zowel binnen als buiten het werk die je energie geven. Als je ze gedaan hebt voel je je vaak

actiever en levendig in plaats van moe of opgelucht. Wat maakt dat je er energie van krijgt? Maak

een lijst van deze pleziermomenten en geef aan wat je er leuk aan vindt. Denk aan

werkzaamheden, klussen, overlegmomenten.

b. Welke dingen vind je zinvol en geven je voldoening in je werk? Denk aan werkzaamheden en de

resultaten en doelen daarvan. En denk ook aan de omgeving, werkhouding, de samenwerking en

de manier waarop mensen met elkaar omgaan.

c. Welke mensen (in je werk of privéleven) zie je soms als voorbeelden? Denk aan mensen die iets

doen of presteren wat jou inspireert. Ga bijvoorbeeld na voor welke mensen je bewondering

hebt. Beschrijf erbij dat deze mensen doen wat voor jou een voorbeeld is.



WETEN Ik heb bedacht wat mij motiveert, wat van belang is en wat mij inspireert

Doe hieronder verslag over je plezier, je voldoening en de mensen die je inspireren.

a. Beschrijf minstens 3 taken je met plezier hebt uitgevoerd en waarom.

b. Schrijf 3 dingen op die je belangrijk en zinvol vindt in je werk.

c. Schrijf op welk gedrag mensen laten zien of welke taken of rollen de mensen uitoefenen die jij

bewondert en die jou tot voorbeeld dienen. Zou jij deze kwaliteiten zelf verder willen

ontwikkelen? Zo ja, hoe zou je dat kunnen doen?

a. Plezier:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Belangrijk:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

c. Voorbeelden om na te volgen:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Wanneer het af is denk je even verder onder [WILLEN]


WILLEN Plezier en motivatie in mijn werk

Hiervoor heb je beschreven wat voor jou plezier in het werk is, wat zinvol of belangrijk is en wat je

inspireert. Wat betekent dat voor jou als je denkt aan je werk in de toekomst?

Beantwoord hier deze vragen:

a. Je weet waarin je plezier hebt. Wat wil je doen op je werk om meer plezier te hebben?

b. Je weet wat zinvol en belangrijk voor je is. Wat heb je nog meer nodig?

c. Nu je benoemd hebt wat je inspireert. Wat kun jij in je eigen werk terugzien, doen of leren?

d. Wat wil je van deze antwoorden meenemen in het functioneringsgesprek?

a. Plezier:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Meer zin of belang geven:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

c. Voorbeelden:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

d. Te bespreken:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................



8. STAP 3 MIJN RESULTATEN Je bereid een gesprek pas goed voor als je je resultaten in beeld hebt. Ken je kernresultaten.

(45min)

WENSEN Mijn resultaten doen er toe

Jij hebt de afgelopen periode iets gepresteerd: je hebt producten of diensten geleverd en wellicht nog

meer. In dit onderdeel stel je nauwkeurig vast wat deze prestatie is geweest. Daar is een goede reden

voor, want jouw resultaat:

- heeft bijgedragen aan je eigen tevredenheid

- heeft bijgedragen aan de prestaties van je team

- heeft zin gehad voor anderen en wordt gewaardeerd

- draagt bij aan doelen van de organisatie en wordt beloond.

Voor een goed functioneringsgesprek heb je duidelijkheid nodig over jouw resultaten en jouw eigen

tevredenheid daarover. In dit onderdeel ga je vaststellen wat je hebt gepresteerd.

WERKEN Mijn resultaten in kaart brengen

Om dit deel uit te voeren helpt het als je materialen verzamelt die over de afgelopen periode gaan.

Bijvoorbeeld:

- Agenda’s of roosters en dergelijke waarin jij je werk bijhield

- Bedrijfsinformatie

- Informatie over je aanwezigheid en verzuim (urenregistratie)

- Diverse e-mails over je voorstellen, producten, diensten etc.

- Werkverslagen, notulen of takenlijsten

- Documenten/producten waar je aan gewerkt hebt (geschreven of anders)

- Feedback die je van anderen hebt gehad

Om je resultaten goed in beeld te brengen, ga je gedetailleerd te werk. Bij Resultaten staat een

schema met vragen. Het invullen van het schema leidt tot een goed overzicht en inzicht.

Ga aan de slag en maak een kort verslag van je e rvaringen onder [WETEN}.


WETEN Overzicht op mijn resultaten

Gebruik de vragen in het schema om je resultaten goed in kaart te brengen. Je kunt resultaten in

elke functie indelen in vier terreinen:

- Wat je levert aan opdrachtgevers of collega’s

- Hoe je met de werkomgeving bent omgegaan

- Wat je hebt bijgedragen aan vernieuwing of verbetering

- Wat je aan de bedrijfsvoering hebt bijgedragen.

Door de vragen in het schema hieronder te beantwoorden beschrijf je al deze terreinen.

WANNEER? De periode waarover het gaat:

a) VOOR WIE en AAN WIE: Wie zijn mijn opdrachtgevers en afnemers geweest (aan wie lever ik iets en wie help ik)?

b) WAT: Welke producten en diensten heb ik de afgelopen periode geleverd?

c) VOOR MIJN EIGEN ONTWIKKELING: Wat heb ik aan eigen opleiding of ontwikkeling gedaan?

d) HOEVEEL: Wat kan ik zeggen over mijn aantallen, uren en inzet bij b en c?

e) HET WAAROM: Hoe heb ik bijgedragen aan de doelen (bedoeling) van mijn werk?



f) EXTRA: Wat heb ik MEER of BETER gedaan dan vereist was? Waarom was dat? Vergeet vooral dit laatste deel niet. Je doet altijd meer dan je denkt!

g) VERANDERINGEN EN VERBETERINGEN: Welke veranderingen waren er in mijn werkafspraken of takenpakket? Hoe ben ik omgegaan met veranderingen in de werkafspraken? Waarom?

h) WELKE VOORWAARDEN: Heb ik aan voorwaarden of eisen van de organisatie voldaan?

i) HOE: Welke middelen heb ik gebruikt? Welk gedrag (welke vaardigheden of competenties) zou ik tonen of inzetten?

j) ADMINISTRATIE: Heb ik de voortgang in mijn werk bijgehouden?


WILLEN Jouw tevredenheid over je resultaten

Je hebt nu vastgesteld wat je prestaties waren de afgelopen periode. Beschrijf hieronder wat je ervan

vindt en leert. Gebruik hiervoor de volgende 3 vragen:

a. Wat zijn overeenkomsten tussen de bestaande werkafspraken en door jou geleverde resultaten?

Waar zitten verschillen?

Tip: Heb je in het vorige gesprek de werkafspraken gemaakt? Gebruik ze om de resultaten te

vergelijken met de gemaakte afspraken.

b. Hoe tevreden ben je over je werk? Denk daarbij aan vragen als:

- Welke doelen heb je bereikt?

- Welk gevoel heb je zelf bij je eigen resultaten? Wat is goed en waar ben jij tevreden over?

- Hoe is je werk door anderen gewaardeerd? Wat vind je van de evaluatie of waardering van

anderen?

- Wat zou je anders of beter willen doen?

c. Hoe ga je jouw resultaten inbrengen in het gesprek?

a. Wat overeenkomt met mijn afspraken of juist anders is:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Hoe tevreden ben ik:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

c. In het gesprek bespreken:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................



9. STAP 4 WERKSITUATIE Fijn werken op een fijne plek. Maak de scan van je werksituatie en je balans.

(30 min)

WENSEN Ik weet welke werkomgeving bij mij past.

Je werkplek, je collega’s, de werksfeer en je leidinggevende zijn van invloed op jouw functioneren. Ze

zijn bepalend of jij je op je plek voelt of niet en of jij je werk goed kunt doen. Ook de balans tussen

privésituatie en werk en de samenwerking in je team zijn van belang. Daarom is het goed om tijdens

je functioneringsgesprek je gehele werksituatie te bespreken.

In deze oefening ga je aan de hand van de CHECKLIST WERKSITUATIE bekijken hoe goed jouw

werkomgeving bij je past. Door de uitkomst van deze checklist weet je welke onderdelen van je

werksituatie goed bij je passen en welke onderdelen om verbetering vragen.

WERKEN Bekijk de gehele situatie

Bekijk de CHECKLIST WERKSITUATIE op de volgende bladzijde. Ga hiermee voor jezelf na of de 5

onderdelen van je werksituatie jou bieden wat je nodig hebt om prettig en goed te kunnen werken. Je

werksituatie heeft vijf onderdelen:

a. Algemeen, hoe ik mij voel in mijn werk en werksituatie.

b. Balans tussen werk en privéleven

c. Werksituatie: faciliteiten, omstandigheden en werkdruk

d. Samenwerking met leidinggevende en collega’s

e. Mijn mogelijkheden en keuzes in Het Nieuwe Werken

Vervolgens bekijk je jouw oordelen en antwoorden op de checklist

en beantwoord je deze twee vragen:

1. Welke van de 5 onderdelen bieden je wat je nodig hebt of ben je tevreden over?

2. Welke van de 5 onderdelen bieden je niet of niet genoeg van wat je nodig hebt of ben je

ontevreden over?



CHECKLIST WERKSITUATIE Mijn werksituatie. Wat heb ik de komende periode nodig?

Beoordeel je werksituatie door cijfers te geven

Beschrijf je tevredenheid met de vijf Werksituatie-onderdelen hieronder: Hoe tevreden ben je over

de punten 1 t/m 5? Beschrijf dit in een paar woorden en geef een cijfer tussen 1 t/m 5, waarbij 1=

heel ontevreden en 5= heel tevreden. Daarna volgen er nog twee vragen.

# De vijf onderdelen (nr. 1-3): Score

1 - 5

1

1a

Mijn gevoel

Hoe ik mij in het algemeen in mijn werk en werksituatie voel.

Beschrijf je mate van tevredenheid met tekst en score:

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

2

2a

2b

Balans werk en privé leven

De invloed die mijn werk op mijn thuissituatie heeft.

De invloed die mijn thuissituatie op mijn werk heeft.


............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

3

3a

3b

3c

3d

Mijn werksituatie

De werkdruk die ik ervaar.

De kennis en vaardigheden die ik bezit om mijn werk goed te kunnen uitvoeren.

Mijn werkomstandigheden en werkplek. (materialen, huisvesting, PC, etc.)

De faciliteiten die mij verder nog geboden worden


............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................


# De vijf onderdelen (nr. 4-5): Score

1 - 5

4

4a

4b

4c

4d

4e

4f

4g

Samenwerking

De samenwerking met collega’s/ in het team

Wat mijn collega’s mij bieden.

De betekenis (toegevoegde waarde) van mijn leidinggevende.

Mijn werkrelatie met hem of haar.

Wat mijn leidinggevende mij biedt.

Mijn bijdrage aan de werkomgeving. (Samenwerking in groot verband/ Sfeer in team)

De bijdrage die ik krijg uit de werkomgeving.


............................................................................................................................................................

.............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

5

5a

HNW (Het Nieuwe Werken)

Mijn mogelijkheden en keuzes in HNW (het nieuwe werken).

(Werken wanneer je maar wilt en waar je wilt. Werken gebeurt niet meer alleen op kantoor tussen negen en half zes, maar ook buiten de reguliere uren en op flexibele plekken, zoals thuis. Met als doel een optimale tijdsbenutting en daarmee een optimaal resultaat. Voor jou en de werkgever.)


............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................


Kijk naar je tevredenheid en de scores die je gaf. Beantwoord dan de twee vragen hieronder.

# Twee vragen

1

Over welke van de 5 onderdelen ben je tevreden? ( Je hebt een score 4 of 5 gegeven: Ze bieden je genoeg of je bent er tevreden over):

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

Want: (leg uit waarom je er tevreden over bent):

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

Het effect op mijn werk is:

...........................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

.............................................................................................................................................................

2

Over welke van de 5 onderdelen ben je ontevreden? ( Je hebt een score 1 of 2 gegeven: Ze bieden je niet genoeg of ze bieden je niet wat je nodig hebt):

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

Want (leg uit wat je in de weg zit of wat er ontbreekt):

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

Het effect op mijn werk is:

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................

............................................................................................................................................................


WETEN Wat is goed en wat kan beter? Wat is er aan te doen?

Bekijk wat je hiervoor (Doe dit) op de CHECKLIST WERKSITUATIE hebt geschreven. Beantwoord deze

vier vragen over je werksituatie:

1. Bij de onderdelen van mijn werksituatie waar ik tevreden over ben:

a. Wat kunnen mijn leidinggevende en collega’s doen om dat zo te houden?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Wat kan ik zelf doen om dat zo te houden?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

2. Wat kan ik zelf doen om dit beter of leuker te maken?

c. Wat kunnen mijn leidinggevende en collega’s er aan doen om dit te verbeteren?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

d. Wat kan ik zelf doen om dit beter of leuker te maken?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................



WILLEN Je werksituatie bespreken met voorstellen en oplossingen

Je hebt nu een goed beeld van je werksituatie. Dan kun je bedenken hoe je dat wilt bespreken in het

functioneringsgesprek. Het helpt bij de voorbereiding als je drie vragen beantwoordt:

a. Wat wil je bespreken met je leidinggevende? Welke onderdelen van je werksituatie?

b. Welke voorstellen kun je doen?

c. Waar wil je om vragen? Wat heb je nodig?

Tip: Bespreek je resultaat en reflectie-uitkomsten eens met een goede collega of vriend(in). Dat helpt

je om je punten duidelijk te krijgen voor jezelf en voor je leidinggevende wanneer je ze inbrengt in het

functioneringsgesprek.

a. onderdelen van mijn werksituatie die ik wil bespreken:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. mijn voorstellen:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

c. wat heb ik nodig:

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................



10. STAP 5 WERKAFSPRAKEN Van te voren weten waaraan je gaat werken, geeft meer energie en meer resultaat.

(40 min)

WENSEN Met werkafspraken is het goed werken

Werkafspraken voor de komende periode zijn belangrijk voor je. Bijvoorbeeld om:

- resultaatgericht te kunnen werken,

- samen te werken in een team,

- om in een volgende functioneringsgesprek vast te stellen hoe tevreden je over je werk bent.

Bij goede gesprekken over je werk, horen daarom goede werkafspraken. Werkafspraken zijn

afspraken die je vooraf wilt aangaan over bijvoorbeeld:

- producten of diensten in de komende periode

- een inspanning, zoals tijd en inzet

- je eigen opleiding en/of ontwikkeling

- extra bijdrage die je wilt leveren zonder dat dit bij je functie hoort.

In deze stap stel je vast met welke werkafspraken je de komende periode gaat werken.

WERKEN Mijn werkafspraken voor de komende periode op een rij zetten

Welke van de twee situaties past bij jouw werk in de komende periode? Kies hieronder uit 1 of 2.

1. Er zijn met mijn leidinggevende / binnen mijn team werkafspraken over wat ik precies ga leveren.

Deze afspraken zijn vastgelegd. Pak dan het document waarin deze afspraken staan erbij.

Of

2. Er zijn geen afspraken gemaakt over wat ik ga leveren. Dan zijn er vaak wel documenten die iets

zeggen over jouw werk. Zoek wat van deze documenten op, zoals:

- werkafspraken over de vorige periode.

- documenten waarin is beschreven wat je in jouw functie zou moeten doen (bijvoorbeeld een

functiebeschrijving, de beschrijving volgens je CAO of bedrijfsinformatie die je bijhoudt).

- documenten waarin staat wat jouw team moet leveren (bijvoorbeeld een prestatiecontract of

een teamplan).

Neem de documenten over werkafspraken door en beantwoord het schema met vragen in het

volgende deel.

(TIP: Als je er niet helemaal uitkomt: ga in overleg met je leidinggevende en teamgenoten voor een

scherper beeld.)



WETEN Jouw resultaten in kaart

Gebruik hieronder het schema met vragen hieronder om je werkafspraken in kaart te brengen. De

afspraken worden gemaakt op vier terreinen:

- Wat je levert aan opdrachtgevers of collega’s

- Hoe je met de werkomgeving om gaat

- Wat je hebt bijgedragen aan vernieuwing of verbetering

- Wat je aan de bedrijfsvoering hebt bijgedragen.

Door de vragen in het schema hieronder te beantwoorden beschrijf je al

deze terreinen.

WANNEER? De periode waarover het gaat:

a) VOOR WIE en AAN WIE: Wie zijn mijn opdrachtgevers of afnemers, degenen aan wie ik iets lever en wie ik help? En wat ga ik doen voor anderen in mijn team (Bijvoorbeeld zou je ze kunnen helpen met je kennis en vaardigheden)?

b) WAT: Welke producten en diensten ga ik de komende periode leveren?

c) VOOR MIJN EIGEN ONTWIKKELING: Wat ga ik (of wil ik) doen aan eigen opleiding of ontwikkeling?

d) HOEVEEL: Wat kan ik zeggen over mijn aantallen, uren en inzet bij b en c in de komende periode?

e) HET WAAROM: Wat is de bedoeling? Waar dient mijn werk voor? Wat wil ikzelf (denk ook aan motivatie) of mijn team bereiken? Wat is het nut voor anderen (Binnen of buiten de organisatie)?


Wanneer het af is denk je even verder onder [WILLEN]

f) EXTRA: bijvoorbeeld werk dat niet direct bij je functie hoort.

g) VERANDERINGEN EN VERBETERINGEN: Welke veranderingen gaan er optreden in mijn werkafspraken of takenpakket? Hoe zal ik daar mee omgaan?

h) WELKE VOORWAARDEN: Heb ik aan voorwaarden of eisen van de organisatie te voldoen?(bijv. op het gebied van HNW, aanwezigheid, overleg etc.)?

i) HOE: Welke middelen ga ik gebruiken? Welke acties ga ik doen? Welk gedrag (welke vaardigheden of competenties) ga ik tonen of inzetten?

j) ADMINISTRATIE: Hoe houd ik de voortgang in mijn werk bij en hoe rapporteer ik?


WILLEN Wat vind ik van mijn werkafspraken?

Neem de tijd om even na te denken – te reflecteren – over de werkafspraken die je hebt uitgewerkt.

Schrijf een kort verhaal en gebruik de onderstaande vragen:

a. Hoe tevreden ben je met jouw omschrijving van jouw werkafspraken en resultaten? Hoe duidelijk

en compleet zijn deze voor je?

b. Wat zou je willen bespreken over het vastleggen/beschrijven van jouw werkafspraken voor de

volgende periode? (Bijvoorbeeld: Wat is goed? Wat wil je veranderen? Wat wil je beter

beschrijven? Waarom?)

a. Hoe duidelijk en compleet zijn mijn werkafspraken?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Wat wil ik bespreken over mijn werkafspraken?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................



11. STAP 6 MIJN PLAN Van te voren weten waaraan je gaat werken, geeft meer energie en meer resultaat.

(40 min)

WENSEN Wensen over Meer of Anders

Waar wil je over een jaar staan?

Stel, je kijkt verder dan het aankomende functioneringsgesprek en naar het functioneringsgesprek

een jaar verderop. Waar zou je dan, over een jaar, willen staan? Heb je wensen over je baan, je werk,

je werksituatie of je eigen ontwikkeling?

Je werk verandert en jij verandert zelf ook. In het functioneringsgesprek heb je de ruimte om het met

je leidinggevende te hebben over gewenste veranderingen en jouw keuzes. Bijvoorbeeld: Je wilt

meer. Denk aan nieuwe taken of projecten die je interessant vindt. Of je wilt iets anders leren: een

opleiding volgen of in de toekomst ander werk gaan doen.

Het functioneringsgesprek is er mede om te praten over zaken die jij wilt veranderen. In het

functioneringsgesprek neem je zelf het initiatief om wensen te bespreken om zo je doelen te bereiken

en plezier te hebben in je werk!

Waar gaan die wensen over? Ze gaan vaak over “meer” of “anders”. In deze stap werk je aan jouw

wensen en aan plannen voor komend jaar.

WERKEN Jouw wensen opsommen!

Waar wil je over een jaar staan?

Hoe moet je werk er dan uitzien? Daarvoor hebben we de wensenlijst. De wensenlijst bestaat uit

zinnen die je zelf afmaakt. Misschien heb je niet overal wensen bij. Toch levert deze oefening altijd

iets op. Een wensenlijst mag zo lang, duur of uitgebreid zijn als je zelf wilt.

Drie tips hierbij:

- Blader vooral even terug in de andere stappen van dit WERKBOEK HET GOEDE GESPREK fantastisch

functioneringsgesprek. Daar zijn altijd wensen te vinden.

- Het kan goed zijn dat je liever nog verder vooruit wilt kijken. Misschien wil je komend jaar wel

stappen maken in je loopbaan. Hiervoor vind je achter in het werkboek een bijlage: DE

LOOPBAAN STAP.

- Met meer mensen heb je meer zicht op je wensen! Het kan nuttig zijn als je de wensen met een

ander bespreekt. Gebruik de wensenlijst zeker voor het functioneringsgesprek.



WETEN

MIJN WENSEN VOOR VOLGEND JAAR!

Dit is de wensenlijst met zinnen om af te maken:

Tale

nt

ik wil meer doen of iets anders doen met mijn talent om te ….

................................................................................................................................................

ik wil iets veranderen aan mijn kennis of vaardigheden en wel ….

................................................................................................................................................

Mo

tiva

tie

om het werk leuk te houden of te maken, wil ik meer ….

................................................................................................................................................

om het werk leuk te houden of te maken, verander ik ….

................................................................................................................................................

Res

ult

aten

mijn resultaten kunnen nog beter worden door meer afspraken, namelijk over ….

................................................................................................................................................

mijn resultaten kunnen nog beter worden door dit aan de werkafspraken te veranderen ….

................................................................................................................................................

Wer

ksit

uat

ie

mijn werk wordt beter of leuker in een situatie met meer ….

................................................................................................................................................

ik vind werken leuker of beter worden door dit te veranderen aan de situatie ….

................................................................................................................................................

Wer

kafs

pra

ken

mijn resultaten kunnen nog beter worden door meer afspraken, namelijk over ….

................................................................................................................................................

mijn resultaten kunnen nog beter worden door dit aan de werkafspraken te veranderen …. ................................................................................................................................................

Wanneer het af is, denk je op de volgende bladzijde ev en verder onder [WILLEN]


WILLEN WAT en WIE?

Neem de tijd om na te denken wat je in je wensenlijst beschreven hebt. Daarvoor loop je de lijst uit

de vorige stap nog eens langs. Schrijf bij elke wens op (kort of in steekwoorden) hoe je iets kunt

realiseren. Gebruik daarvoor de onderstaande vragen:

a. Wat zijn wensen waar ik de komende periode iets mee wil doen? Ga ik ze bespreken?

b. Wat helpt? Wat is daarvoor nodig?

c. Wie helpt? Dat wil zeggen:

- Wat kan ik zelf doen?

- Wat kan mijn leidinggevende of wat kunnen anderen doen?

- Wat kan de organisatie doen?

De antwoorden kun je gebruiken ter voorbereiding op het functioneringsgesprek met je

leidinggevende.

Wensen waar ik iets mee wil doen en die ik wil bespreken

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Wat is er voor nodig?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Wie gaan/kunnen daar iets voor doen?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................



12. STAP 7 ONS GESPREK Van te voren weten waaraan je gaat werken, geeft meer energie en meer resultaat.

(40 min)

WENSEN Bijna klaar met je voorbereiding

Een goed gesprek begint met een goede voorbereiding. Dat doe je met de andere stappen in dit

werkboek.

Wil je eerst nog even nadenken over de inhoud van je gesprek? Dan kun je ook hier beginnen.

Voor een goed functioneringsgesprek is het belangrijk dat het gesprek zo verloopt dat de voor jou

belangrijke gesprekspunten goed worden besproken en dat jij zelf actief deelneemt aan het gesprek.

Daarvoor kun je nog één stap doen als voorbereiding op het gesprek. Deze stap is eenvoudig want het

werkt hetzelfde als het voorbereiden van een goed werkoverleg.

In deze zevende stap ga je voor jezelf plannen, doelen stellen en je agendapunten bepalen. Daarmee

ben je toe aan het echte goede gesprek!

WERKEN

Ik bepaal ook zelf hoe het gesprek verloopt

Daarvoor doe je drie dingen: Het gesprek inplannen (indien nog niet gedaan), je doelen bepalen en je

eigen agenda maken. Gebruik hiervoor de GESPREK Agenda op de volgende bladzijde.

Voor een goed gesprek doe je dit:

1. Inplannen: (Dit hebben jij en je leidinggevende misschien al eerder gedaan) Plan het gesprek in

met je leidinggevende. Zorg dat er ook echt tijd voor is. Advies: reserveer 1,5 uur. Het mag altijd

korter duren.

2. Doelen stellen: Wat wil je echt bereiken en bespreken in dit gesprek? Weeg af wat voor jouw

belangrijk is. Stel jezelf de vraag: “Wat zou ik graag met dit gesprek willen bereiken?”. Gebruik

daarvoor de AGENDA VOOR HET GESPREK en maak je TOP3 van doelstellingen.

TIP: Goede gesprekken lopen vaak uit. Een nieuwe afspraak voor een vervolggesprek is logisch.

3. Agenda: Een goed gesprek mag spontaan verlopen. Toch is het goed om een agenda te hebben,

net als bij een werkoverleg. Dan wordt er niets vergeten. Twee tips:

- Je kunt je voorbereiding uit alle stappen gebruiken als agenda en

- Je kunt jezelf de vraag stellen: “Wat wil ik besproken hebben om straks tevreden terug te

kijken op dit gesprek?” Gebruik de GESPREK Agenda om je eigen agenda te maken.

4. Je voelt je vaak nog meer betrokken bij een gesprek als je zelf het verslag maakt. Overleg met je

leidinggevende wie dat doet.



WETEN Dit is mijn voorbereiding.

Door het invullen van het schema hieronder maak je een agenda voor je gesprek.

Tip: Mail ofwel het schema ofwel de bespreekpunten alvast naar je leidinggevende.

Doelen: wat wil ik graag bereiken in dit functioneringsgesprek?

# Mijn doelen: Wat wil ik op de korte of lange termijn bereiken?

1

2

3

GESPREKSAgenda: wat gaan we bespreken in dit functioneringsgesprek?

(Maak hier je eigen agenda van)

# Thema Te kiezen Agendapunten Wat moet besproken zijn om straks tevreden terug te kijken op dit gesprek?

1 Gepland op: datum/tijdstip van het gesprek

2 Periode: terugkijken en/of vooruitkijken?

3 Resultaten* bespreekpunten

4 Werksituatie* bespreekpunten

6 Talent* bespreekpunten

7 Motivatie* bespreekpunten

8 Mijn plan*: toekomst en ontwikkeling bespreekpunten

9 Nieuwe Werkafspraken voor de komende periode

10 Verslaglegging wie gaat het verslag schrijven? wie voert het in? wat zijn de afgesproken acties?

Volgend gesprek: datum en misschien al inhoud

*) Zie ook het overzicht op de volgende bladzijde



Bijlage: overzicht van mogelijke onderwerpen

TALENTEN

•Wat is mijn talent?

•In welk werk/welke taken ben ik op mijn best?

•Welke kwaliteiten heb ik?

•Wat kan ik daarmee meer doen?

MOTIVATIE

•Wat zijn mijn motieven?

•Wat doe ik met plezier?

•Wat of wie inspireert mij?

•Wat wil ik daarom (meer) doen?

•Wat zou ik graag leren?

MIJN RESULTATEN

•Wat waren vorige werkafspraken?

•Veranderingen in de situatie?

•Welke resultaten heb ik geboekt?

•Hoe tevreden zijn we er over?

WERKSITUATIE

•Hoe is het met thuis en werk?

•Hoe is het evenwicht?

•Samenwerking in het team?

•Werkrelatie met manager?

•Verhouding werk & vaardigheden?

•Wat wil ik over HNW bespreken?

WERKAFSPRAKEN

•Voldoen de vorige werkafspraken?

•Wat zijn onze doelen?

•Wat zijn onze teamafspraken?

•Mijn eigen afspraken

MIJN PLAN

•Komende periode?

•Waar wil ik iets mee doen?

•Wat is er voor nodig?

•Wie gaat het doen?

•Wat ga ik doen?

ONS GESPREK

•Voorbereidingen treffen

•Agenda met onderwerpen

•Gesprek voeren

•Gelijkwaardigheid

•Goed contact en interesse

NA HET GESPREK

•Verslag leggen

•Evalueren

•Afspraken uitvoeren

•Elkaar herinneren

•Vervolggesprek inplannen


WILLEN Hoe zal je gesprek verlopen?

Het is de bedoeling dat je functioneringsgesprek een goed gesprek wordt over je werk en over jezelf.

Een goed functioneringsgesprek moet ook een gelijkwaardig gesprek zijn waarin je allebei actief en op

gelijke basis meepraat. Daarom zijn er nog 2 belangrijke vragen:

a. Wat is je verwachting? Wordt het een goed gesprek over de goede onderwerpen?

(denk bijvoorbeeld aan de inhoud en de gelijkwaardigheid)

b. Wat kan ik nu nog doen om het gesprek nog beter te laten verlopen?

Tip: Als je bij de eerste vraag toch twijfelt, overleg dan voor het functioneringsgesprek eerst nog met

iemand wat jij daar nog aan kunt doen.

a. Waarom wordt het een goed gesprek?

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

b. Wat ik er nu nog aan wil doen

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................


SUCCES! DENK NA JE GESPREK NOG EVEN AAN STAP 8.


13. STAP 8 NA HET GESPREK Bij goed voorbereiden hoort ook goed terugkijken op je vorige gesprek!

(10 min)

WENSEN Je wilt ervan leren

Heb je samen een gesprek gevoerd? Functioneringsgesprek, beoordelingsgesprek, of

voortgangsgesprek? Dit werkboek gebruikt? Dan heb je een grote stap gemaakt:

- jij hebt je anders voorbereid

- jij hebt je gesprek misschien anders gevoerd dan ervoor en

- je hebt er vast ook van geleerd.

Je maakt het helemaal af door even terug te kijken en te noteren wat je daar van leert.

Kijk eens terug op je gesprek, neem daar even de tijd voor, zodat je leert hoe je de volgende keer nog

meer uit je gesprek kunt halen. Of stel vast dat het goed ging en dat je tevreden bent. Dat is ook mooi

om vast te stellen.

Deze stap helpt je vast te stellen waar je tevreden over bent en wat je wilt verbeteren.

WERKEN Nog eens rustig terugkijken naar het gesprek dat je hebt gevoerd

Waar sta je, na je functioneringsgesprek? Een goed gesprek voer je samen. Het hangt af van jullie

voorbereiding, jullie gesprek en hoe je er daarna mee omgaat. We hebben een handig hulpmiddel om

je gesprek in kaart te brengen. Gebruik de CHECKLIST TERUGKIJKEN EN VERBETEREN. Met deze

checklist krijg je een goed beeld wat er goed ging en wat je beter kunt doen.

Vul de CHECKLIST op de volgende bladzijden in.


..........................


WETEN Kijk nog eens naar de resultaten van je laatste gesprek

CHECKLIST TERUGKIJKEN EN VERBETEREN

Je hebt je functioneringsgesprek gevoerd. Je hebt het hopelijk samen gedaan en een goed gesprek

gehad over de juiste onderwerpen. Deze CHECKLIST helpt je vast te stellen waar je tevreden over bent

en wat je wilt verbeteren.

We stellen je hieronder vragen over het gesprek met jouw leidinggevende. Hieronder vind je vier

onderdelen met vragen. Vul eerst je antwoord in op de vragen die in de tabel staan. Dit kan door een

kruisje te zetten in de kolom die je antwoord weergeeft. Daarna geef je onderin de tabel je

eindoordeel of gevoel weer, door één van de woorden matig, redelijk of goed te omcirkelen.

1 ONS CONTACT matig redelijk goed

Mijn leidinggevende en ikzelf …

a spraken met elkaar op een gelijkwaardige manier

b bespraken allerlei onderwerpen van ons werk

c bespraken soms ook zaken die niet met werk te maken hebben

d vertrouwden elkaar en hadden een open en eerlijk gesprek

e waren evenveel aan het woord

eindoordeel: Als ik nu naar mijn antwoorden hierboven kijk, vond ik het CONTACT tussen mijn leidinggevende en mijzelf: (omcirkel of kies)

MATIG REDELIJK GOED

2 DUIDELIJKHEID EN FEEDBACK matig redelijk goed

a mijn leidinggevende en ik hebben onze werkrelatie besproken

b ik heb met mijn leidinggevende besproken wat ik van hem verwacht

c ik heb mijn leidinggevende feedback gegeven

d mijn leidinggevende gaf mij zowel complimenten als tips

e we hebben ook verschillen van mening goed besproken

eindoordeel: Als ik nu naar mijn antwoorden hierboven kijk, vond ik de DUIDELIJKHEID in ons gesprek: (omcirkel of kies)

MATIG REDELIJK GOED

De checklist gaat verder op de volgende bladzijde


De checklist gaat verder op de volgende bladzijde

3 UITVOERING EN INHOUD VAN ONS GESPREK matig redelijk goed

Mijn leidinggevende en ikzelf hebben

a het functioneringsgesprek allebei voorbereid

b mijn voortgang en werkresultaten uitgebreid besproken

c mijn toekomst en persoonlijke ontwikkeling goed besproken

d mijn werksituatie en werkomstandigheden besproken

e besproken waar ik in mijn werk tegen aan loop

f besproken hoe goed ik mij voel in mijn werk

eindoordeel: Als ik nu naar mijn antwoorden hierboven kijk, vond ik de INHOUD van ons gesprek: (omcirkel of kies)

MATIG REDELIJK GOED

4 HET RESULTAAT VAN ONS GESPREK matig redelijk goed

a Ik had mijzelf voor het gesprek doelen gesteld en die heb ik bereikt

b Mijn leidinggevende en ik hebben de echt belangrijke zaken besproken

c We hebben de beslissingen gezamenlijk besproken

d We hebben duidelijke werkafspraken gemaakt

e Ik heb nu een actieplan voor de komende periode

eindoordeel: Als ik nu naar mijn antwoorden hierboven kijk, zijn de RESULTATEN van het gesprek: (omcirkel of kies)

MATIG REDELIJK GOED


De uitvoering en inhoud van mijn volgende (functionerings)gesprek

Hierboven heb je beschreven wat je vond van je vorige gesprek:

Het contact

De onderlinge duidelijkheid en feedback

De voorbereiding en inhoud

De resultaten van je gesprek.

Neem even de tijd om te omschrijven wat er goed ging en wat je de volgende keer anders of beter

wilt doen.


Wat ging er goed in het vorige gesprek met je leidinggevende?

A

B

C

Wat wil jij veranderen in het volgende gesprek met je leidinggevende?

A

B

C


WILLEN Kijk even terug op je gesprek dat je hebt gevoerd

Wij hebben er vier vragen over:

a. Hoe is het gesprek gelopen? (Door jou beoordeeld met de checklist)

b. Hoe tevreden ben je met de resultaten van het gesprek?

c. Wat ga je de volgende keer weer doen?

d. Wat ga je de volgende keer anders doen?

Schrijf hieronder wat je antwoorden zijn en wat je gevoel erbij is.

Hoe het verliep

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Hoe tevreden ik ben

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Wat ik weer doe

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

Wat ik verander

...............................................................................................................................................................

...............................................................................................................................................................

EINDE VAN DE STAP! JE KUNT DE RESULTATEN GEBRUIKEN IN JE VOLGENDE GOEDE GESPREK.


14. BIJLAGE: DE LOOPBAAN STAP Voor je loopbaan: Met een Routekaart Oefening op weg naar de toekomst

De “Routekaart Oefening” is zeer geschikt om over je doelen op wat langere termijn na te denken.

Bijvoorbeeld een termijn van 3 jaar. Met zo’n Routekaart Oefening maak je voor jezelf inzichtelijk

welke kruispunten je tegenkomt en welke keuzes je nog gaat maken om je doel in de toekomst te

bereiken.

Stel je voor dat je onderweg bent van A naar B en je even een stop maakt om te kijken welke richting

je precies op moet om bij je eindbestemming te komen. Welke afslagen horen daarbij? Zonder

routekaart kun je aardig verdwalen! Daarom ga je nu een routekaart maken voor jezelf, om je inzicht

te geven in hoe jij je doelen kunt bereiken.

Voorbeeld van een routekaart met 5 kruispunten:

1. mijn plan bespreken in het volgende gesprek met de leidinggevende 2. een paar dagen stage doen en meelopen met een projectmanager 3. deeltijd ervaring opdoen met een beperkt project of een projectmanager ondersteunen 4. een opleiding volgen 5. leiding geven aan een project of taak

Een routekaart maak je als volgt:

1) Bedenk voor jezelf waar je over 3 jaar wilt staan in je werk. Je kunt daarvoor ook terugkijken naar

wat je hebt ingevuld bij Stap 2 (MOTIVATIE IS DE MOTOR). Stel daarbij de vragen: a) Wat vind ik belangrijk? b) Wat wil ik dan (over 3 jaar) bereikt hebben? c) Wat doe ik dan (over 3 jaar)? d) Waarom wil ik dat?

2) Maak vervolgens een duidelijke doelstelling voor over 3 jaar. Het helpt om deze zinnen af te

maken: a) Ik doe over 3 jaar … b) Ik heb over 3 jaar … c) Ik ben over 3 jaar … d) Ik ga over 3 jaar ….

3) Schrijf voor jezelf op een A4-tje de getallen 0 t/m 5 onder elkaar op.

4) Schrijf dan de doelstelling (waar je straks wilt staan, (uit 1 en 2 hierboven) die je net hebt bedacht

bij het getal 5. Dit is je eindpunt!

5) Schrijf bij het getal 0: “Hier sta ik nu!” 6) Vervolgens ga je de vier tussenliggende kruispunten 1 t/m 4 beschrijven.

Het werkt als je achteruit werkt. Dat wil zeggen: Zet eerst bij het getal 4 wat het kruispunt is, net voor je einddoel. Zet dan bij 3 wat het kruispunt ervoor is en zo door tot je bij 1 bent.


Heb je meer kruispunten nodig? Dan kun je er altijd kruispunten tussen zetten! Heb je minder kruispunten nodig? Dan haal je er een uit!

7) Als je de kruispunten hebt omschreven, heb jij je routekaart af! Wat je hierboven aan antwoorden hebt geschreven (jouw routekaart), kun je in het werkboek in Stap 6 (MIJN PLAN) kwijt bij RESULTAAT: Kopieer en plak je antwoorden.

Voor je loopbaan: een concrete volgende stap naar je eerste kruispunt Neem de tijd om even na te denken wat je hiervoor beschreven hebt. Hierbij richt jij je op de eerste keuze die je bij ‘RESULTAAT hebt beschreven. Beschrijf wat je moet doen of nodig hebt om op “kruispunt 1” te komen en wat je precies nodig hebt van je leidinggevende (en de organisatie) en wat je hierover bespreekbaar wilt maken tijdens je functioneringsgesprek. Schrijf een kort verhaal en gebruik daarvoor de onderstaande vragen: 1. Mijn eerste kruispunt: Wat bereik ik in een goede eerste stap?

2. Wat helpt: Wat is er nodig om op het eerstvolgende kruispunt te komen?

Bijvoorbeeld: a) Wat kan ik zelf doen? b) Wat kan mijn leidinggevende doen? c) Wat kan de organisatie doen?

3. Wie is er goede hulp: Wie ga ik inschakelen bij mijn eerste stap naar het eerstvolgende kruispunt?

Bijvoorbeeld: a) Wat ga ik aan mijn leidinggevende vertellen over mijn routekaart en stap 1? b) Met wie ga ik dit bespreken?

Wat je hierboven aan antwoorden hebt geschreven (de uitwerking van je eerste en/of van je

volgende stap), kun je in dit werkboek kwijt bij WETEN van MIJN-PLAN (Stap 6): Kopieer en plak je

antwoorden.

De antwoorden kun je gebruiken bij de voorbereiding op het functioneringsgesprek met je leidinggevende. Tip: Nadenken over je loopbaan wordt gemakkelijker door met mensen te praten. Denk er over om dat met anderen te doen: collega’s, je leidinggevende of een gespecialiseerde loopbaancoach. Een goed gesprek helpt altijd!



NOG VIJF LAATSTE TIPS

1 Maak zelf de afspraak voor het volgende gesprek.

Is je volgende functioneringsgesprek al ingepland? Je hebt vast al een idee wanneer jij een volgend

gesprek wilt. Waarom zou je dat niet vast inplannen? Plan het ver genoeg zodat je ook zelf je

onderwerpen kunt voorbereiden. Plan een kort gesprek van een half uur of plan een uitgebreid

gesprek van circa 1,5 uur.

2 Maak een agenda voor dat volgende gesprek en informeer je leidinggevende.

Je hebt in dit werkboek uitgewerkt wat je meer aandacht wilt geven in je volgende gesprek. Welke

onderwerpen waren dat? (Zie ook de landkaart van onderwerpen).

3 Een goed gesprek voer je samen

Stuur vervolgens een bericht aan je leidinggevende dat je een gesprek hebt ingepland en schrijf erbij

welke onderwerpen voor jou van belang zijn. Vraag ook over welke onderwerpen hij of zij het graag

wil hebben.

4 Na het gesprek: Doe zelf verslag.

In veel organisaties kunnen medewerkers zelf verslag doen over het gesprek. We dagen je uit om dit

te doen. Daar zijn goede redenen voor:

- Je hebt meer invloed op het verslag

- Het dwingt je om nog eens na te denken over het gesprek en de onderwerpen en zo stel je vast of

alles wel goed besproken is

- Leidinggevenden vinden het prettig

- Zo wordt het meer een gezamenlijk gesprek.

5 Het gesprek opvolgen: samenwerken, actiepunten en een vervolgafspraak inplannen.

Een goed gesprek heeft altijd gevolgen: actiepunten voor jou en je leidinggevende. Het uitwerken en

nakomen van die actiepunten schiet er soms bij in. Hiervoor hebben we twee tips:

- Help elkaar (geduldig) herinneren. Iets vergeten gaat bijna vanzelf. Maar met zijn tweeën, kom je

daar wel uit.

- Plan samen het vervolg in: Een korte afspraak helpt enorm bij het uitvoeren van de actiepunten.

Het blijkt vaak nuttig als je twee/drie weken later een afspraak voor een gesprek hebt staan. Vaak

is een kwartier of een half uur al genoeg.

VEEL SUCCES MET JE VOLGENDE GESPREK!

Meer tips voor het goede gesprek vind je hier:




15. VRAAGBAAK: Veel gestelde vragen over de

gesprekken De opmerkingen en vragen die gebruikers en cursisten vaak stellen

Wat gaat mijn leiding gevende vinden van mijn voorbereiding? Wat wij van leidinggevenden horen is dat zij het prettig vinden. Soms zijn ze verrast, maar dan wel

prettig verrast. De bereidheid tot een goed gesprek neemt ook toe wanneer ze een heldere vraag

gesteld krijgen of juist een goed uitgewerkt voorstel krijgen.

Iedereen hier heeft veel last van werkstress, dat heeft niets met mijn functioneren te maken. STAP 4 over je werksituatie uit dit werkboek, helpt je om alles op een rij te zetten.

Ik praat niet voldoende mee in het gesprek Dat gebeurt de meesten. Met een goede voorbereiding, gaat dat vaak een stuk beter. Ben je dan nog

te weinig aan het woord, dan kun je wellicht een workshop gespreksvaardigheid volgen.

Mijn leiding gevende was duidelijk geïrriteerd in het vorige gesprek. Dit kan natuurlijk gebeuren. Het kan zijn dat je leidinggevende niet echt de tijd heeft voor het

gesprek. Vraag of het gesprek verzet moet worden. Soms kan het gebeuren dat je zelf te eenzijdig

bent in je aanpak. Vraag vooral ook aan hem of haar wat hij/zij wil bespreken.

Ik krijg het gevoel dat mijn leidinggevende er geen zin in heeft Verras hem of haar met een goede voorbereiding en een actieve opstelling. Als het ligt aan tijdgebrek,

maak dan een nieuwe afspraak.

Hoeveel tijd gaat me die voorbereiding kosten? Dat hangt er van af hoeveel onderwerpen er te bespreken zijn. Een vuistregel: een half uur tot een

uur voorbereiding per onderwerp.

We spreken in ons gesprek van alles af, maar vervolgens komt er weinig van terecht. Spreek aan het eind van je gesprek duidelijk af wat de actiepunten zijn en wie ze uitvoert. Plan daarbij

een volgend, kort, gesprek in om te kijken of alles loopt.

Wij hebben alleen functioneringsgesprekken, maar ik wil wel eens weten wat mijn leiding

gevende van mijn werk vindt. Kijk even naar STAP 3 over resultaten en betrek je leidinggevende bij de feedback die je vraagt.

Hoeveel van dit soort gesprekken moet ik voeren? In veel reglementen en CAO’s wordt er één gesprek voorgeschreven. Wij zijn voorstander van

meerdere gesprekken die dan wat korter kunnen duren. Vier gesprekken per jaar komt voor. Er zijn

organisaties waar er nog meer worden gehouden. Dan worden de onderwerpen vaak verdeeld over

de gesprekken.

Hoelang plan ik in voor een gesprek? De lengte van gesprekken kan verschillen. Een half uur tot een uur kan genoeg zijn. Wij raden toch

aan om 1,5 uur in de agenda’s te zetten.


16. Colofon

Schrijvers Vijf collega’s hebben aan het werkboek bijgedragen:

- Aurora Guds

- Idris Magram

- Cora Reijerse

- Jeroen Meliëzer

- Carmen Luttikhuis

Daarnaast hebben talloze andere cursisten en collega’s ons geholpen met tips, commentaar en

suggesties.

De eindredactie ligt bij Jeroen Meliëzer, Register psycholoog A&O

Wil je meer informatie? Je vindt ons op [email protected] op facebook.com/functioneringsgesprekken.

We geven diverse workshops over het goede gesprek. Kort, leuk, praktisch en goed om te doen.

www.cbpsy.com

© CONSTRUCT bedrijfspsychologie, 2016 De copyrights van dit werkboek behoren CONSTRUCT

Indien je dit werkboek van ons hebt verkregen, was dit voor persoonlijk gebruik. Maak er zoveel en zo

vaak gebruik van als je wilt.

Je vindt ons hier:


mailto:[email protected]




Functioneringsgesprek? Er valt meer te zeggen dan je denkt!

Een functioneringsgesprek kan meerdere doelen dienen en kan gaan over verschillende

onderwerpen. Wil je resultaat, dan is één gesprek niet voldoende, daar zijn meer gesprekken voor

nodig. Daarom spreken we over ‘gesprekkencyclus’.

Belangrijke onderwerpen in het functioneringsgesprek zijn:

- Jouw talent en jouw motivatie

- Jouw resultaat en je prestaties

- Je werk en jouw werksituatie

- Je plan voor de volgende periode

Dit werkboek helpt je vast te stellen welke onderwerpen voor jou van belang zijn om te bespreken.

Bereid je voor op het goede gesprek

Dit werkboek helpt je bij de voorbereiding. Het beste gesprek heb je als jij ook zelf kiest wat er van

belang is voor jou zelf en voor jouw werk. Met dit werkboek kies je uit onderwerpen en werk je ze

goed uit. Zo begin je goed voorbereid aan je volgende functioneringsgesprek.

Dit werkboek heeft 8 verschillende onderdelen. Hiermee kun je alle onderwerpen van je volgende

gesprek kiezen en voorbereiden. De onderdelen zijn duidelijk omschreven en gemakkelijk uit te

voeren. Bij elk onderdeel is aangegeven hoeveel tijd het vergt. Omdat het over jouzelf en je werk

gaat, is het ook boeiend om te doen en zal je voorbereiding gemakkelijk gaan.

Met het werkboek neem je het heft in eigen handen in je eigen gesprek. Bereid je gesprek voor met

dit werkboek en ervaar hoe zinvol en gelijkwaardig je volgende gesprek wordt.

Documents

WERKBOEK - CONSTRUCT bedrijfspsychologie · of haar kenmerken. Als je weet waar je goed in bent, kun je dat succesvol inzetten en kun je iets voor jezelf of je omgeving betekenen