8
WERKBOEK IK LEER ANDERS © Leerproblemen praktisch aanpakken met de training ‘Ik leer anders’. Direct resultaat. Werkboek voor leerlingen van de basisschool met leerproblemen, dyslexie, ADHD, ADD, hoogbegaafd, beelddenken of hoogsensitief. Agnes Oosterveen-Hess Uitgeverij ‘Ik leer anders’

WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

  • Upload
    others

  • View
    28

  • Download
    6

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

WERKBOEK IK LEER ANDERS ©

Leerproblemen praktisch aanpakken met de training ‘Ik leer anders’. Direct resultaat.

Werkboek voor leerlingen van de basisschool metleerproblemen, dyslexie, ADHD, ADD, hoogbegaafd, beelddenken of hoogsensitief.

Agnes Oosterveen-HessUitgeverij ‘Ik leer anders’

Page 2: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

Inhoudsopgave

1 Theorie Inleiding 2-3 Theorie Beelddenken, een andere manier van denken 4-10 Theorie Verschillende oorzaken leerproblemen 11 Uitzonderingen Leerlingen fotograferen lesstof 12 Karaktervergelijking Visueel <-> auditief 13 Test Ben jij een beelddenker? Is jouw kind een beelddenker?14-15 Verhalen uit de praktijk Ervaringen van ouders en leerlingen16 Lesstof visueel opslaan Informatie krijgt een vaste plek 17 Kamers18 Kasten19 De techniek Lesstof vertalen naar beelden20 Het alfabet Letters en klanken koppelen21 Leesproblemen Vier oorzaken22 Lezen Lege woorden 23 Lezen Met de leespijl24 Cijfers Tellen 25 Cijfers Plus en min26-27 Cijfers Plus en min automatiseren28 Cijfers Mogelijke combinaties 29 Cijfers Tafels 30 Cijfers Tafel visueel opslaan31 Cijfers Delen 32 Klokkijken Analoog33 Klokkijken Voorbeeld eindresultaat 34-41 Woordpakketten Voorlezen als dictee 42 Aantekeningen & Online trainer

Page 3: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

Praktische training ‘Ik leer anders’ Voor leerlingen, ouders en leerkrachten Door Agnes Oosterveen-Hess

Een grote groep ondergewaardeerde leerlingen heeft juist een bijzondere gave: het zijn beeld-denkers! Zij denken niet in woorden, maar in beelden. Daarom wordt het lesmateriaal niet goed begrepen en onthouden. Vaak hebben beelddenkers een leerachterstand of denkt men aan dyslexie. Bijles helpt niet of nauwelijks om-dat er dan nog meer schoolwerk op ‘foute’ wijze wordt aangeboden. Het werkboek ‘Ik leer an-ders’ vertaalt de lesstof naar een visuele manier van denken.

Direct resultaat De lesstof wordt op een visuele manier aange-boden aan de leerling. Hij of zij kan na deeerste les direct vertellen of deze leermethode werkt. Dus geen eindeloos traject zonder resul-taat. Door over te schakelen naar het juiste in-formatiesysteem (visueel) wordt de lesstof direct begrepen en onthouden. Zo kunnen bijvoor-beeld leerlingen met een taalprobleem, woorden foutloos spellen. Van voor naar achter, maar ook van achter naar voor. Simpelweg omdat ze het woord als woordbeeld hebben opgeslagen.

Blijf niet langer worstelen met schoolwerk. Ga aan de slag met dit werkboek en ervaar zelf of deze leermethode voor jou, je kind of leerling werkt. De leeftijd om deze techniek aan te leren is vanaf 5 jaar tot 100!

Werkwijze Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek isopgebouwd in twee kleuren:

Blauw: theorie Achtergrondinformatie over deze nieuwevisuele leermethode. Groen: doen Aan de slag. Informatie wordt visueel opgesla-gen. Bijvoorbeeld het alfabet, ‘lege’ woordjes zoals de, het en een, dictee, cijferveld, tafels en sommen.

WERKEN MET HET WERKBOEK

Leerproblemen praktisch en snel aanpakken met hetwerkboek‘Ik leer anders’.

1

INLE

IDIN

G IK

LEE

R AN

DERS

Page 4: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

Ogentest Waar kijkt de leerling naartoe als hij of zij een vraag moet beantwoorden?

Voor zich uit? Parate kennis. Je hoeft niet na te denken om te antwoorden. Moeilijkere vraag stellen. Naar beneden? Misschien toch een woord-denker? Ga verder aan de slag met het werkboek en bij het spellen van woorden (van achter naar voren) zie je of iemand een echte beelddenker is. Naar boven? Goede kans dat de leerling een beelddenker is. Deze techniek wordt ook gebruikt bij NLP om het informatiesys-teem te testen. (Over NLP is veel informatie te vinden op internet.)

Begin met een paar gekke vragen: Vraag 1 Weet je nog welke kleding je gisteren aan had? Nee? Even denken, waar was je? Herinner je het? Dat shirt, grijs met streepjes... Als je er nu aan denkt, zie je het dan?

Vraag 2 Weet je nog wat je gisteravond hebt gegeten? Aan welke kant lag het vlees op je bord? Kan je het aanwijzen?

Vraag 3: alfabet Nog een gekke vraag en nu mag je je ogen dicht doen. Ken je het alfabet, het abc. Denk er eens aan. Je kent het dus het staat ergens in je hoofd. Kan je het terug vinden? Kan je aanwij-zen waar het staat?(De meeste leerlingen kunnen de informatie niet terug vinden. Bevestig dat dit ook prima is.)

Vraag 4: cijfers En de cijfers, 123. Kan je die terug vinden in je hoofd als je aan ze denkt? Waar staan ze? Wijs eens aan... (De meeste leerlingen kunnen de informatie niet terug vinden. Bevestig dat dit ook prima is.)

Rommel Wel een rommeltje hè, in ons hoofd. Niet mak-kelijk om iets terug te vinden. Wat zou je er van zeggen als we het eens gaan opruimen. Haha niet lachen, ik ga je helpen.

Opruimen: kasten of kamers Wat vind jij makkelijk: kasten om de informatie in op te slaan of kamers? (Oudere kinderen kiezen vaak voor kamers. Jonge leerlingen kiezen bijna altijd voor kasten.)

Door de lesstof te scheiden van alle herinneringen en plaatjes in het hoofd, wordt de concentratie beter. Beelddenkers hebben namelijk een flipperkast in hun hoofd. Roep een specifiek beeld op en de bal in de flipperkast gaat stuiteren. Deze balactiveert herinneringen. Films gaan draaien en plaatjes schieten voorbij in het hoofd van de leerling. Daardoor wordt de aandacht afgeleid van het oorspronkelijke onderwerp.Dit geldt ook voor lesmateriaal met foto’s enillustraties. Hierdoor wordt de flipperkast in het hoofd van de leerling geactiveerd en de aandacht van de lesstof afgeleid.

Voorbeeld: de A van appel. Een kind ziet alleen Ernie. Heeee Ernie, waar is Bert? Ik ben gek op Sesamstraat. Ik eet altijd mijn toetje voor de TV. Huh... welke A?

Lesstof visueel opslaan Test

BASI

S IK

LEER

AND

ERS

Beelddenkers kijken omhoog als ze denken. Wanneer de informatie paraat is, hoef je niet na te denken en zal je recht voor je uit kijken. Wanneer er echt een be-roep wordt gedaan op je geheugen en je een plaatje of film terug wilt halen, kijk je omhoog met je ogen. Soms gaat het hele hoofd mee omhoog.

Mensen met autisme kijken zelfs helemaal weg van de gesprekspartner wanneer ze nadenken. Niet onbeleefd dus, maar nood-zakelijk om het juiste antwoord te vinden.

16

Page 5: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

BASI

S IK

LEER

AND

ERS

Kamers in je hoofd

Of heeft de leerling gekozen voor kas-ten? Kijk dan op de volgende pagina.(Jongere kinderen, 5 tot 8 jaar, kiezen vaker voor kasten.)

Opdracht

Hoofd tekenen (Geef een A4-papier en een mapje stiften.) Zo we beginnen eerst met je hoofd. Kan jij een hele grote cirkel trekken zo groot als je hoofd. (Helpen: trek als voorbeeld met je vinger een cirkel over het papier.)

Kamers tekenen Je kiest dus voor kamers. Goede keus, veel ruimte om informatie op te slaan. We gaan deze kamers in je hoofd tekenen. Begin met een gang, dan kunnen we makkelijk naar de kamers. Maak die gang maar. (Helpen: trek met twee vingers een denkbeeldige gang op het papier.)

Zo, en nu heb ik twee kamers nodig voor de cijfers en letters. Misschien is het handig om die vooraan te plaatsen zodat je de informa-tie tijdens een proefwerk snel kan vinden. Alle kamers hebben een andere kleur. Jij mag zelf bepalen welke kleur. Schrijf of te-ken in de kamer wat er in komt: a,b,c of 1,2,3.

Nu nog een kamer voor leuke dingen. En een kamer voor stomme dingen. Misschien wil je de muren van deze kamer extra dik maken met een grote kluisdeur in de muur.

Maken in je hoofd OK, kijk nog eens goed naar je tekening. Doe je ogen dicht, neem alle tijd. Het wordt heel stil en jij mag die kamers in je hoofd maken, net zoals op je tekening.

(Geef ze de tijd. Even giechelen mag, het is ook raar...)

Gelukt? Doe je ogen eens dicht. Loop eens door de gang, ga een kamer binnen. Kan je rond kijken? Heb je genoeg ruimte op de muren om informatie op te schrijven?

Als het niet direct lukt Sommige kinderen lukt het niet om de kas-ten of kamers te visualiseren in het hoofd. Neem rustig de tijd. Alternatief: laat ze an-ders aan hun eigen kamer denken en die in hun hoofd plaatsen. Maak de eigen kleding-kasten leeg of schrijf op de muren.

17

Page 6: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

Jonge kinderen kiezen vaak liever voor kasten om informatie in op te bergen. Kamers zijn moeilijk voor te stellen.

Leerlingen die in beelden denken, beginnen direct of hebben juist last van faalangst. Wacht daarom niet te lang, help direct als het kind vast loopt. Goed observeren want als het kind nadenkt moet je ze juist wel de tijd geven.

Houd de tekeningen simpel. Leuke dingen komen in de ‘leuke’ kast, niet bij het lesmateriaal. Anders wordt het weer een rommel-tje.

BASI

S IK

LEER

AND

ERS

Kasten in je hoofd

Opdracht

Hoofd tekenen (Geef een A4-papier en een mapje stiften.) Zo we beginnen eerst met je hoofd. Kan jij een hele grote cirkel trekken zo groot als je hoofd. (Help kinderen die niet goed weten waar ze moeten beginnen. Trek met een vinger een grote cirkel op het A4 papier en zet even-tueel vier stippen op het vel.)

Kasten tekenen Kan jij vier kasten tekenen in het hoofd op papier? Een kast met deurtjes is handig. Laden worden vaak een rommeltje. We hebben twee kasten nodig voor het schoolwerk: een voor de cijfers 1,2,3 en een voor de letters a,b,c. Nog een kast voor leuke dingen en een kast voor stom-me dingen. Altijd handig om dingen op te bergen waar je even niet aan wilt denken. Alle kasten hebben een andere kleur. Jij mag weten welke kleur. Schrijf of teken op de kasten wat er in komt.

Maken in je hoofd OK, kijk nog eens goed naar je tekening. Doe je ogen dicht, neem alle tijd. Het wordt heel stil en jij mag die kasten in je hoofd maken, net zoals op je tekening. (Geef ze de tijd. Even giechelen mag, het is ook raar...)

Gelukt? Doe je ogen eens dicht. Loop eens naar de kasten. Kan je er omheen lopen? Open eens een kastdeur? Heb je genoeg ruimte in de kasten om informatie in te bewaren? Als de kasten te klein zijn: maak ze maar groter.

Als het niet direct lukt Sommige kinderen lukt het niet om de kas-ten of kamer te visualiseren in het hoofd. Neem rustig de tijd. Alternatief: laat ze an-ders aan hun eigen kamer denken en die in hun hoofd plaatsen. Maak de eigen kle-dingkasten leeg of schrijf op de muren.

18

Page 7: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

Abstracte informatie zoals woordjes gaan we vertalen naar beelden: woordbeelden. Benodigd materiaal: • Papier A4, knip kleine blaadjes (zie foto) • Schaar • Een mapje stiften

Oefening Begeleider: schrijf het woord neus op een klein blaadje (zie foto). Houd het papiertje op oog-hoogte van de leerling.

Zeg: Je mag het woord overschrijven op een leeg klein blaadje. En je MOET AFKIJKEN.

Doe je ogen dicht. Ga naar de juiste kast of ka-mer (benoem alleen waar de leerling voor heeft gekozen. Benoem ook de kleur van de kast of kamer.) Kijk daar eens rond. Is er een plekje om het woord op te schrijven? Geen ruimte? Kamer of kast groter maken, dat kan je zelf.

Het woord oppakken van het blaadje met je ogen en alvast in de kamer of kast schrijven.

Ogen dicht. Ik spel het woord in losse letters hardop: jij schrijft het woord in de kast of op de muur in je kamer.

Voorbeeld: neus -> N-E-U-S

Ogen dicht: zodra je het woord scherp ziet staan mag je spellen: van voor naar achter en van achter naar voor (van links naar rechts en van rechts naar links). N-E-U-S en S-U-E-N. Als je het nog niet goed ziet staan, vraag je het opnieuw en opnieuw.Ogen open: jij schrijft het woord op een papier-tje.

Nog een oefening: Hoe zou jij het woord station schrijven? (Beelddenkers leren fonetisch. Vaak wordt het woord -station- zo geschreven: stasjon of sta-schon.)

(Is het fout geschreven? Direct het juiste woord laten zien op een klein blaadje: -station-.) Foute woorden direct verbeteren! - Fout woord helemaal doorkrassen op papierWeg met dat foute beeld!!!! - Fout woord opzoeken in je hoofd. Als je er aan denkt, zie je het. - Het foute woord in je hoofd laten verdwijnen.

Hoe zou je dat doen? Weggummen, opblazen met vuurwerk, in de papierversnipperaar? Alles is goed, als het woord maar weg is.

- Daarna het goede woord opslaan:

Het woord -station- overschrijven met afkij-ken op een klein papiertje.

Het woord oppakken met je ogen en in de kamer of kast schrijven.

Ogen dicht. Ik spel het woord in losse letters hardop: jij schrijft het woord in de kast of op de muur in je kamer.

S-T-A-T-I-O-N

Ogen dicht: zodra je het woord scherp ziet staan mag je spellen: van voor naar achter en van achter naar voor S-T-A-T-I-O-N en N-O-I-T-A-T-S. Als je het nog niet goed ziet staan, vraag je het opnieuw en opnieuw.

Ter controle altijd nog een keer opschrijven op papier.

Woord-beeld opslaan Kan jij visualiseren?

BASI

S IK

LEER

AND

ERS

Let op! Let erop dat je bij het spellen niet steeds ‘de’ tussendoor zegt. Voorbeeld: de N de E de U en de S Alléén de letters noemen: N-E-U-SVraag wat de leerling wilhoren: uitspreken als leesletters of alfabetletters?

19

Page 8: WERKBOEK IK LEER ANDERS - hoezoleren.nl … · Het werkboek ‘Ik leer anders’ wordt doorgewerkt door een leerling begeleid door een ouder, coach of leerkracht. Het werkboek is

Een hele kleine groep beelddenkers "fotogra-feert" de lesstof. Vaak zien we dit terug bij men-sen in het autistisch spectrum. Bij uitzondering ook bij andere leerlingen.

Autisme Dit werkboek is in eerste instantie niet geschre-ven voor zelfstudie voor leerlingen in het autis-tisch spectrum. Vaak moeten eerst de omge-vingsfactoren veilig gesteld worden voordat deze kinderen kunnen leren. Er staan een aan-tal coaches op de site www.ikleeranders.nl die hierin gespecialiseerd zijn.

Fotograferen in plaats van visualiseren Met de leermethode 'Ik leer anders' maken we gebruik van visualisaties. Bijvoorbeeld: een leerling maakt een plaatje van een dictee-woord in zijn of haar hoofd. Dit wordt met fantasie op een denkbeeldige muur of in een kast geschre-ven (hoofdstukken Basis). Een kleine groep beelddenkers ziet het woord alleen in de lucht. Zij maken er als het ware een foto van. Deze kleine groep leerlingen lukt het vaak niet om het woord in het hoofd te visualiseren. Dit is ook niet nodig. Als ze willen, kunnen ze het woord op-nieuw in de lucht projecteren. Met ogen open lezen ze de informatie. Zij kijken dan recht voor zich uit of iets omhoog.

Niet verwarren Geoefende leerlingen en volwassenen kunnen ook vaak informatie in de lucht projecteren. Zij hoeven niet meer terug naar de kamer of kast in hun hoofd waar ze in eerste instantie de infor-matie hebben opgeslagen. Zij maken wel ge-bruik van visualisaties om de informatie te ont-houden.

Werkwijze, alleen als visualiseren niet lukt!1) Begeleider: schrijf het woord station op een klein blaadje. 2) Houd het papiertje op ooghoogte van de leer-ling. 3) Zeg: Je mag het woord overschrijven op een leeg klein blaadje. En je MOET AFKIJKEN. 4) Houd het papiertje nogmaals op ooghoogte van de leerling. 5) Het woord fotograferen van het blaadje met je ogen open.6) Haal het blaadje weg.7) Zeg: Als je het woord ziet staan mag je spel-len: van voor naar achter en van achter naar voor (van links naar rechts en van rechts naar links). S-T-A-T-I-O-N en N-O-I-T-A-T-S. Als je het nog niet goed ziet staan, bekijk je het woord opnieuw. Daarna het papiertje weghalen en op-nieuw spellen. 8) Ter controle: schrijf het woord nogmaals op een leeg papiertje.

Meer lesstofJe kunt nu dicteewoorden visualiseren. In het werkboek Ik leer anders staat ook hoe je tafels en sommen kunt automatiseren door deze getal-len als plaatje op te slaan. Het leesproces komt aan bod en klokkijken.

Kijk op: www.ikleeranders.nl

Lukt het niet? Kasten ofkamers maken in je hoofd?

11

THEO

RIE

IK LE

ER A

NDER

S