186
Jaarstukken 2016

Werkversie jaarstukken 2016 - Delfzijl...In 2016 is de raad meer betrokken aan de voorkant van het besluitvormingsproces. De meedenkclub (in 2015 bij de Kadernota 2016 opgericht als

  • Upload
    others

  • View
    1

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

Jaarstukken 201 6

Jaarstukken 2016

- 2 -

Jaarstukken 2016

Inhoudsopgave - 3 -

- 3 -

Inhoudsopgave

Inhoudsopgave ..................................... ........................................................................... - 3 -

Samenstelling van het bestuur ..................... .................................................................. - 6 -

Aanbieding ........................................ ............................................................................... - 9 -

Deel 1 Jaarverslag ............................... ......................................................................... - 15 -

1.1 Programmaverantwoording ....................... ............................................................. - 17 -

1 Burger en Bestuur ................................................................................................................. - 19 - 2 Wonen, Milieu en Economie .................................................................................................. - 23 - 3 Vergunning en Handhaving ................................................................................................... - 27 - 4 Ontwikkeling en Vastgoed ..................................................................................................... - 35 - 5 Openbare orde en Veiligheid ................................................................................................. - 39 - 6 Werk en Inkomen .................................................................................................................. - 43 - 7 Samenlevingszaken .............................................................................................................. - 49 - 8 Beheer en Realisatie ............................................................................................................. - 55 - 9 Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien ........................................................................ - 61 -

1.2 Paragrafen .................................... ........................................................................... - 63 -

A Lokale heffingen .................................................................................................................... - 65 - B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing .......................................................................... - 69 - C Onderhoud kapitaalgoederen ................................................................................................ - 77 - D Treasury ................................................................................................................................. - 85 - E Bedrijfsvoering ....................................................................................................................... - 89 - F Verbonden partijen ................................................................................................................ - 93 - G Grondbeleid ........................................................................................................................... - 99 - H Demografische ontwikkelingen en IIP ................................................................................. - 103 - I Interbestuurlijk Toezicht (IBT).............................................................................................. - 107 - J Sociaal Domein ................................................................................................................... - 115 - K Gevolgen Gaswinning ......................................................................................................... - 119 -

Jaarstukken 2016

- 4 - Inhoudsopgave

Deel 2 Jaarrekening .............................. ..................................................................... - 123 -

2.1 Balans per 31 december ........................ ............................................................... - 124 -

2.2 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrek ening over het begrotingsjaar . - 126 -

2.3 Toelichtingen ................................. ........................................................................ - 127 -

2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling............................................................ - 127 - 2.3.2 Toelichting op de balans per 31 december ......................................................................... - 131 - 2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 ................. - 143 -

Deel 3 Bijlagen .................................. .......................................................................... - 165 -

1 Verloop van reserves ........................................................................................................... - 166 - 2 Verloop van voorzieningen .................................................................................................. - 171 - 3 Gewaarborgde geldleningen ............................................................................................... - 173 - 4 Verloop vooruitontvangen specifieke uitkeringen (w.o. SISA) ............................................ - 174 - 5 SISA (Single Information Single Audit) ................................................................................ - 175 - 6 Lijst van gebruikte afkortingen ............................................................................................. - 180 -

Controleverklaring ................................ ...................................................................... - 181 -

Vaststellingsbesluit .............................. ....................................................................... - 183 -

Jaarstukken 2016

Inhoudsopgave - 5 -

- 5 -

Jaarstukken 2016

- 6 - Samenstelling van het bestuur

Samenstelling van het bestuur Met ingang van 27 oktober 2015 is de samenstelling van en de portefeuilleverdeling binnen het college van burgemeester en wethouders als volgt: Burgemeester G. Beukema Wethouder M. Joostens - ChristenUnie Portefeuille Algemene zaken Portefeuille Maatschappelijke Ondersteuning

en Participatie • Algemene coördinatie • Communicatie • Klantencontact • Bestuurlijke zaken • Openbare orde en veiligheid • Bestuurlijke samenwerking • Coördinatie bovengemeentelijke subsidies • Coördinatie IIP • Coördinatie Programma gaswinning • Voorzitter stuurgroep Marconi

• Zorg • Doelgroepenbeleid • Sociale Zaken • Sociale werkvoorziening • Maatschappelijke Ondersteuning (waar

onder WMO) • Volkskredietbank • Toezicht en handhaving • Coördinatie transitie Sociaal Domein • Coördinatie Deelprogramma Wijken (te

samen met wethouder Ronde) • 1e vervanger crisisbeheersing

Wethouder J.H. Menninga - Fractie 2014 Wethouder IJ.J. Rijzebol - CDA Portefeuille Financiën, Sport en Onderwijs

Portefeuille Ruimtelijke Ordening, Energie en Verkeer

• Personeel en organisatie • Informatisering en automatisering • Financiën • Sport • Inkoop en aanbesteding • Onderwijs, incl. Brede School • Gebiedsregie • Coördinatie bezuinigingen gemeenschappelijke

regelingen • Coördinatie 1,5 lijnszorg, inclusief ziekenhuis • Coördinatie Deelprogramma Dorpen (te samen

met wethouder Rijzebol) • Lid stuurgroep Marconi

• VROM, incl. vergunningverlening • Energie • Wadden • Stadsbeheer • Verkeer en vervoer, incl.

doelgroepenvervoer • Coördinatie Programma herstructurering

stedelijk gebied • Coördinatie Deelprogramma Dorpen (te

samen met wethouder Menninga)

Wethouder J.A. Ronde - VVD Gemeentesecretaris Portefeuille Jeugd, Economie en Cultuur P. Leeuw • Economie en werkgelegenheid (w.o.

bedrijventerreinen, midden en klein bedrijf, markt) • Landbouw en natuur • Toerisme, recreatie en cultuur, incl. stuurgroep

Waddenzeehavens • Grondzaken • Vastgoed • Volksgezondheid • Bibliotheek • Jeugd, incl. passend onderwijs • Coördinatie programma Cultuurhuis, incl. IVAK en

Molenberg • Coördinatie Deelprogramma Wijken (te samen

met wethouder Joostens) • 2e vervanger crisisbeheersing

Jaarstukken 2016

Samenstelling van bestuur - 7 -

- 7 -

V.l.n.r.: gemeentesecretaris P. Leeuw, wethouder IJ.J. Rijzebol, burgemeester G. Beukema, wethouder M. Joostens, wethouder J.A. Ronde, wethouder J.H. Menninga.

Jaarstukken 2016

- 8 - Samenstelling van het bestuur

Jaarstukken 2016

Aanbieding - 9 -

- 9 -

Aanbieding Geachte raad, geachte lezers, Voor u ligt de Jaarrekening 2016. Met dit document leggen wij verantwoording af over de uitvoering van het beleid dat in de Begroting 2016 is vastgesteld en laten wij zien waaraan de gemeente haar geld heeft besteed. Vaak is het ons gelukt om uitvoering te geven aan onze en uw agenda, zoals voor 2016 gepland stond. Soms zijn we echter ingehaald door de praktijk en hebben de enorme opgaven, waarvoor wij ons gesteld zagen, een grote druk gelegd op de beschikbare middelen en onze reguliere planning. We zijn echter zeer tevreden met de behaalde resultaten. In deze aanbiedingsbrief gaan wij op de hoofdlijnen in. Wij schetsen eerst een algemeen beeld van het afgelopen jaar (1), Vervolgens gaan we in op de drie bepalende thema's van dit jaar (2 tot en met 4). Uiteraard gaan we in op de financiën (5) en sluiten vervolgens af (6). 1. Algemeen beeld Het jaar 2016 was turbulent en dynamisch. Internationaal drukten onder meer de Brexit, de Amerikaanse verkiezingen en de aanslagen in Brussel, Nice en Berlijn hun stempel op het afgelopen jaar. Spanningen zorgden voor verdeeldheid ook in de Nederlandse politiek, we noemen de spanningen rondom het Oekraïnereferendum en Zorg en Veiligheid en het Toelatingsbeleid . Hoewel het aantal asielzoekers in Nederland is gedaald, beheerste de Europese vluchtelingencrisis nog steeds het politieke debat. Er was ook positief nieuws! De economische crisis in Nederland lijkt nu voorbij en de werkloosheid is, voor het eerst sinds 2012, onder de 500.000 gezakt. 'De arbeidsmarkt is gegroeid met 100.000 banen en volgend jaar groeit dat verder', aldus het Centraal Planbureau. Onze regio lijkt in mindere mate of met een "na-ijleffect" van de oplevende economie te profiteren. Binnen alle thema's was er speciale aandacht voor het integraal en gebiedsgericht werken. Er zijn grote stappen gezet en resultaten zijn daarin behaald. In 2016 is de raad meer betrokken aan de voorkant van het besluitvormingsproces. De meedenkclub (in 2015 bij de Kadernota 2016 opgericht als duaal experiment) heeft zijn meerwaarde ook het afgelopen jaar getoond. Mooie voorbeelden zijn verder de raadswerkgroep 3D's, de bijeenkomsten over de gaswinning, onderwijs en woonservicezone. Voor Delfzijl stond dit jaar in het teken van een kanteling van planvorming naar uitvoering. De aandacht lag, conform het beleidskader in de Kadernota 2016 op drie thema's:

• Veiligheid; • Leefbaarheid; • Jeugd.

Op deze thema's gaan wij hieronder nader in. 2. Veiligheid/gaswinning De gevolgen van de gaswinning hebben net als de voorgaande jaren de nodige impact gehad op zowel onze inwoners als op onze gemeentelijke agenda. Samen met de Nationaal Coördinator Groningen (een samenwerking van twaalf Groninger gemeenten in het aardbevingsgebied, de provincie Groningen en de Rijksoverheid) zorgden we ervoor dat de veiligheid voorop stond en kansen binnen het aardbevingsdossier optimaal werden benut. Lokaal lag in 2016 onze focus daarbij op de volgende vier speerpunten:

• Veiligheid rondom het Chemiepark; • Risico- en impactgestuurd aardbevingsbestendig maken van woningen, hoogbouw, scholen en

andere gebouwen; • Versnellen schadeherstel en afhandeling complexe schadegevallen; • Zorgen voor goede maatschappelijke ondersteuning en informatievoorziening.

Jaarstukken 2016

- 10 - Aanbieding

Dit dossier is vanwege de veelheid van belangen, de enorme complexiteit en de emoties een dossier dat bestuurlijk en ambtelijk topprioriteit heeft. Het gaat hier in de kern om het veilig kunnen leven en wonen in je eigen woning en in onze regio. Vraagstukken waar wij tot voor kort niet stil bij hoefden staan! In december 2016 is een nieuw gaswinningsbesluit voor vijf jaar genomen. Hiertegen heeft de gemeente – gezamenlijk met de andere Groninger gemeenten, de provincie, de Veiligheidsregio en de waterschappen – beroep aangetekend. Wij zijn van mening dat de gaswinning niet voor vijf jaar bevroren kan worden. Ook hierbij geldt dat veiligheid en het voorkomen van schade voorop moeten blijven staan! Daarnaast biedt het dynamische gaswinningsdossier kansen om onze opgaven vanuit de actieplannen aan elkaar te koppelen en synergie te zoeken. Een goed voorbeeld daarvan is de scholentransitie. Door de versterkingsopgave van de NCG is dit in een stroomversnelling geraakt. Door de schoolbesturen, de gemeente Delfzijl, Marenland, Noordkwartier, VGPONN, Primenius en de kinderopvang organisatie Kids2B is er gezamenlijk een programmaplan opgesteld. Het plan combineert de vergaarde informatie over het noodzakelijk bouwkundig versterken van de bestaande schoolgebouwen en de ideeën voor de gewenste onderwijskundige verandering. Aan de basis van de voorstellen in dit plan liggen drie met elkaar samenhangende, integrale uitgangspunten. Ze vormen de drijfveren om tot transitie te komen. Het gaat om:

• toekomstbestendigheid; • hoge onderwijskwaliteit; • hoge gebouwkwaliteit.

Een groot deel van de transitieplannen is inmiddels vastgelegd. Deze plannen garanderen voor de komende jaren een goede spreiding van het basisonderwijs over de verschillende kernen. 3. Leefbaarheid Onder leefbaarheid verstaan wij het totaal van de omgevingscondities, zoals de kwaliteit van de woningvoorraad, de publieke ruimte, veiligheid, het voorzieningenniveau en de samenstelling van de bevolking, die de geschiktheid van het wonen, leven en werken versterken. Hieronder geven wij aan hoe wij daarin hebben gewerkt. 3.1 Economie en werkgelegenheid Op 11 juli 2016 is door de aardbevingsgemeenten met SZW, de arbeidsmarktregio, de provincie, de NAM, het CVW, de NCG, de stuurgroep onderwijs en Bouwend Nederland, de intentieverklaring getekend (de zogenaamde intentieverklaring Arbeidsmarkt en Aardbeving gerelateerde bouw). De intentieverklaring is gericht op meer werk voor onze lokale werkgevers en werkzoekenden. Dit heeft geresulteerd in het 1000 banenplan. De sluiting van Draka in Farmsum en daarmee het verlies van tientallen arbeidsplaatsen was een dieptepunt. Tegelijkertijd werd in 2016 volop in onze industrie geïnvesteerd. Dat de structuurvisie en het bestemmingsplan voor het industrieterrein Oosterhorn in concept gereed zijn, is een mijlpaal. De mogelijkheid van vestiging van nieuwe en perspectiefrijke werkgelegenheid is daarmee een stap dichterbij gekomen. 3.2 Leefbare dorpen en wijken Het project ‘Alle Dorpen een Dak’ is in uitvoering. Doel is dat in ieder dorp een voorziening komt waar verenigingen activiteiten kunnen ontplooien. Ieder dorp heeft recht op een bijdrage voor het oprichten of verbouwen van zijn dorpshuis. Medio december 2016 is het nieuwe park aan de Rengersweg in Farmsum geopend. Samen met bewoners is een park aangelegd en ook het beheer ervan doen we samen. Een andere feestelijke oplevering in het voorbije jaar betrof die van het nieuwe hart van Termunterzijl. Bij de Boog van Ziel werd een fraai hotel geopend samen met een complex van huurwoningen en een visserijmuseum. Naast een mooie voorziening is het een voorbeeld van het gezamenlijk optrekken op basis van een initiatief uit het dorp.

Jaarstukken 2016

Aanbieding - 11 -

- 11 -

In onze dorpen en wijken zijn meer prachtige initiatieven ontwikkeld in samenwerking tussen inwoners, vrijwilligers en professionals. Denk bijvoorbeeld aan de inzet van een dorpsondersteuner in Wagenborgen, het wijkteam van het bewonersinformatieloket Stip en de sociaal makelaar in Delfzijl-Noord, de 55plusgroep in Bierum, 'Spieksters veur elkaar' in Spijk, in Losdorp, de buurtsuper in Holwierde, de koffiekar in de Zandplatenbuurt in Delfzijl of het inloopcafe in Godlinze. 3.3 Centrum Delfzijl Het hernieuwde centrum is in mei 2016 feestelijk heropend. Naast de herinrichting van de kernwinkelstraten is het ‘winkelachtje’ (wandelcircuit voor het publiek) ingevoerd. Voorbereidingen voor de sloop van de Vennenflat liggen op schema. Winkeliers buiten het kernwinkelgebied zijn gestimuleerd om hun bedrijf naar het kernwinkelgebied te verplaatsen. En in september 2016 hebben wij uitvoering gegeven aan de door de raad aanvaarde motie om het traject ‘De Nieuwe Winkelstraat’ (DNWS) te starten in het centrum van Delfzijl en een scan te maken van het winkelgebied. Het jaar eindigde in mineur met de grote brand in het centrum van Delfzijl. De schade van de brand is groot, zowel voor de betrokken inwoners en ondernemers als voor ons pas gerenoveerd winkelgebied. Onze inwoners en ondernemers hebben enorme veerkracht getoond en laten zien dat we voor elkaar klaar staan. 3.4 Woonservicezone/ gezondheidscentrum Nog twee sprekende voorbeelden van samenwerking tussen instellingen, bedrijven en de gemeente zijn de woonservicezone en het gezondheidscentrum. In verband met de sluiting van het Delfzicht ziekenhuis, is de nodige inzet gepleegd op het beschikbaar komen van alternatieve aanvullende integrale zorg. Met ontwikkelaar Stichting Eerstelijns Diagnostiek Nederland (SEDN) zijn afspraken gemaakt om het voormalige postkantoor aan het plein Molenberg te ontwikkelen als de plek voor het nieuwe Gezondheidscentrum. De betrokken partijen ondertekenden op 30 november 2016 een intentieverklaring. De dienstverlening in het nieuwe gezondheidscentrum zal bestaan uit huisartsen Delfzijl Noord, fysiotherapie Fysiodelta en apotheek Wildersgang (eerstelijnszorg). De SEDN zal voorzien in de mogelijkheid tot het maken van röntgenfoto's en echo's. Ook brengt het Ommelander Ziekenhuis Groningen er een servicepunt in onder (tweedelijnszorg). Het gezondheidscentrum maakt deel uit van de grotere structuur van een woonservicezone in het centrum. 3.5 Marconi De nieuwe zeedijk is inmiddels verzwaard en verhoogd tot ruim 10,5 meter. De bunker van Batterie is weer zichtbaar geworden; een stuk geschiedenis is hiermee blootgesteld voor publiek. Eind oktober 2016 gaven onder andere de gemeente Delfzijl, Rijkswaterstaat en de Provincie, het startschot voor het uitdiepen van de vaargeul tussen de Eemshaven en de Noordzee. Dit vormde ook de start voor de aanleg van een kwelderlandschap voor de kust van Delfzijl en twee vogelbroedeilanden. Het is een mooi voorbeeld waarin nadrukkelijk de samenhang is gezocht tussen economie, ecologie, cultuur en veiligheid. 3.6 Asielzoekerscentrum (azc) Wij hebben medewerking verleend aan de bouw van een nieuw opvangcentrum voor asielzoekers op de huidige locatie aan het Zwet (met ruimte voor maximaal 672 bewoners). De invulling en uitwerking van het plan vindt plaats in overleg met omwonenden en dienstverleners in de wijk. De capaciteit van het azc is bovendien tijdelijk (voor maximaal drie tot vijf jaar) uitgebreid met 450 extra asielzoekers. Het huisvestingsprobleem voor statushouders is in 2016 hardnekkig gebleken. Hierdoor ontstaat er ook spanning op inburgering en integratie. Wij hebben een start gemaakt met een nog intensievere samenwerking tussen de DAL-gemeenten, corporaties, het AZC, het werkplein en welzijnsorganisaties om statushouders goed te begeleiden.

Jaarstukken 2016

- 12 - Aanbieding

3.7 DelfSail 2016 Het nautisch evenement DelfSail 2016, het grootste, gratis toegankelijke publieksevenement van Noord-Nederland, was een enorm succes. In de haven van Delfzijl waren veel prachtige Tall Ships uit de hele wereld en zeil- en motorschepen te zien. Het evenement heeft Delfzijl op de kaart gezet en is zonder incidenten verlopen. 4. Jeugd Het thema Jeugd hebben we in 2016 verbreed naar 'kwetsbare groepen' en betrokken bij de ontwikkelingen rondom het sociaal domein. De nadruk in het sociaal domein is in 2016 verschoven naar het versterken van de eigen verantwoordelijkheid en (zelf)redzaamheid van inwoners, naar meer participatie en naar meer samenhang en integraliteit in de uitvoering (transformatie). Een aantal voorbeelden is hiervoor (3.2) genoemd. De wens tot meer zelf- en samenredzaamheid moet echter aansluiten bij wat onze inwoners willen: dicht in de buurt, vanuit een gebiedsgerichte aanpak en vraaggericht In 2016 zijn wij daarom gestart met de DAL-adviesraad, met als taak de bewoners nadrukkelijk te betrekken bij het verder (gevraagd en ongevraagd) meedenken over de invulling van tal van thema's binnen het Sociaal Domein. De zoektocht binnen het Sociaal Domein heeft in 2016 geresulteerd in een uitvoeringsprogramma, dat op termijn moet leiden tot meer zelf- en samenredzaamheid, en die ook een forse bijdrage moet leveren in het financieel meerjarenperspectief. Dit uitvoeringsprogramma is geen blauwdruk voor oplossingen, maar zorgt dat wij werkenderweg met inwoners, instellingen en uw raad naar nieuwe oplossingen zoeken en die samen ontdekken. We vinden nieuwe werkwijzen en ontdekken nieuwe vormen van samenwerken. Bovenal verbetert onze dienstverlening aan onze inwoners door met hen samen te werken. Gedurende dit proces blijven wij met elkaar in gesprek om daar waar nodig te herijken en bij te sturen. Binnen het Sociaal Domein is budgetneutraliteit nog steeds uitgangspunt Fusie Fivelingo/ISD In 2016 zijn de voorbereidingen getroffen om de sociale dienst ISD Noordoost en de sociale werkvoorziening Fivelingo van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum vanaf 1 januari 2017 te fuseren tot het Werkplein Fivelingo. Doel is meer werkzoekenden in de regio aan een baan te helpen en tegelijkertijd een bezuiniging vanuit de Rijksoverheid op te vangen. Met het Werkplein Fivelingo is ook de afspraak gemaakt om eind 2018 te zorgen voor een extra uitstroom van uitkeringsgerechtigden (140) onder de landelijke trend. Het peuterspeelzaalwerk is omgevormd naar tot peuteropvang en voldoet daarmee aan de eisen van de Wet Kinderopvang. Er is effectieve en preventieve ondersteuning aangeboden aan kinderen en ouders die hulp nodig hebben bij opgroeien, opvoeding en onderwijs. De pilot 'School als Wijk' is ontwikkeld: een preventieve integrale aanpak ter voorkoming van vroegtijdig schooluitval. 5 Financieel resultaat De gemeente heeft haar financiën goed op orde: ze heeft niet meer geld uitgegeven dan was begroot. Nieuwe bezuinigingen waren niet nodig en extra belastingverhogingen konden we eveneens achterwege laten. 5.1 Resultaat 2016 De jaarrekening 2016 sluit ten opzichte van de actuele begroting met een voordelig resultaat van € 4.619.000. Het resultaat wordt veroorzaakt door incidentele baten en lasten. In dit resultaat zitten gelden die we via de algemene uitkering hebben ontvangen voor de scholentransitie en de verhoogde asielinstroom. Ook is het resultaat positief beïnvloed door een positief resultaat uit de centrumregeling Beschermd Wonen. Conform afspraken binnen de centrumregeling dienen deze middelen ten goede te komen van de decentralisatie en transformatie van Beschermd Wonen naar het lokale niveau. Wanneer wij geen rekening houden met deze

Jaarstukken 2016

Aanbieding - 13 -

- 13 -

bedragen, omdat hier verplichtingen tegen overstaan, bedraagt het netto rekeningresultaat € 1.929.000. We hadden verwacht het boekjaar 2016 met een plus van € 984.000 af te sluiten. Het uiteindelijk resultaat over 2016 is € 945.000 voordeliger. De volgende belangrijkste effecten veroorzaken het resultaat over 2016: Begrotingssaldo € 984.000 +/+ Programma 3/6 Afrekening productafname GR WO-DEAL € 336.000 +/+ Programma 6 Lagere lasten op uitkeringen BUIG € 262.000 +/+ Programma 7 Voordeel sociaal domein WMO € 712.000 +/+ Programma 7 Nadeel sociaal domein Jeugd € 563.000 -/- Overige afwijkingen € 198.000 +/+ Sub-totaal € 1.929.000 +/+ Ontvangen voor de scholentransitie (netto) € 2.205.000 Ontvangen voor de verhoogde asielinstroom € 67.000 € 2.272.000 Positief resultaat Beschermd Wonen € 418.000 € 2.690.000 +/+ Resultaat voor bestemming € 4.619.000 +/+ 5.2 Weerstandsvermogen De ratio van het weerstandsvermogen is licht gedaald, maar nog steeds voldoende. Vooruitkijkend naar 2017 is bij de kadernota 2016 en 2017 besloten om in 2017 € 1.681.000 aan te wenden als dekking voor het realiseren van nieuw beleid in 2017. De ratio zal hierdoor dalen tot onder het vereiste ratio van 1,0. Dit betekent dat ons weerstandsvermogen in 2017 meer dan volledig wordt ingezet en dat de algemene reserve niet meer kan worden ingezet voor dekking van eenmalige lasten. Om de streefratio van 1,20 weer te bereiken zal minimaal € 1,35 mln vanuit het rekeningresultaat moeten worden toegevoegd aan de algemene reserve. 5.3 Krimpgelden De krimpmaatstaf wordt vanaf 2016 via de algemene uitkering in de vorm van een decentralisatie-uitkering Bevolkingsdaling en overgemaakt naar negen door het Rijk aangewezen krimpregio's. Deze uitkering krijgen wij (als krimpregio) gedurende de periode 2016 tot en met 2020. Wij ontvangen in deze periode € 870.000 per jaar. Wij zetten deze bijdrage in om ons voorzieningenniveau op peil te houden. 6. Afsluitend Onze inzet was een gemeentelijke herindeling per 1 januari 2018 met de DEAL-gemeenten. De gemeente Eemsmond heeft er echter voor gekozen om per 1 januari 2019 te gaan fuseren met de gemeenten Bedum, de Marne en Winsum. Als gevolg daarvan zagen wij ons genoodzaakt om onze visie over de bestuurlijke toekomst bij te stellen en zijn wij in gesprek met de DAL-partners over het vervolg. Vanuit het economisch perspectief voor onze regio blijven wij het overigens jammer vinden dat met deze bestuurlijke indeling de beide havens en hun industriële complexen niet vanuit één hand zullen worden bestuurd. Wij realiseren ons hierbij ook dat het de 'laatste jaarrekening' van de laatste volledige jaarschijf van ons coalitieakkoord is die onder onze verantwoordelijkheid tot stand komt. Wij zullen hierop bij de begroting 2018 en bij een op te stellen overdrachtsdocument eind dit jaar terugkomen. Samen met u hebben we in 2016 mooie resultaten geboekt en belangrijke stappen gezet in de uitvoering van het coalitieakkoord 'Verbindend Delfzijl'. Enkele highlights hebben we in deze aanbiedingsbrief benoemd. De resultaten zijn mede te danken aan velen met wie wij bestuurlijk en ambtelijk samenwerken: heel veel betrokken inwoners en ondernemers, organisaties, instellingen en medeoverheden. Op deze weg gaan wij verder in 2017 en willen wij samen met u de kansen die op

Jaarstukken 2016

- 14 - Aanbieding

ons pad komen verzilveren en de uitdagingen waar wij als openbaar bestuur voor staan op te blijven pakken. Geachte leden van de gemeenteraad, geachte lezers, Delfzijl, 27 juni 2017 Hoogachtend, College van Burgemeester en Wethouders, de burgemeester, de gemeentesecretaris, G. Beukema P. Leeuw

Jaarstukken 2016

Jaarverslag - 15 -

Deel 1 Jaarverslag

Jaarstukken 2016

- 16 - Jaarverslag

Jaarstukken 2016

Programmaverantwoording - 17 -

1.1 Programmaverantwoording

Jaarstukken 2016

- 18 - Programmaverantwoording

Jaarstukken 2016

Programma 1 Burger en Bestuur - 19 -

1 Burger en Bestuur Dit programma gaat over bestuursorganen, bestuursondersteuning, burgerzaken, communicatie en representatie, bestuurlijke samenwerking, ondersteuning gemeenteraad en rekenkamer en publiekszaken.

1.1 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 1 zijn onderstaande portefeuille en afdelingen verantwoordelijk. Portefeuillehouder: G. Beukema Afdeling: Publiekszaken, Staf en Griffie

1.2 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgesteld. • Bestuursakkoord DEAL-gemeenten inclusief visiedocument bedrijfsvoering 2008

• Communicatiebeleidsplan 2008

• Coalitieakkoord 'Verbindend Delfzijl' 2014

• Beleidsplan 4D's 2015 - 2018

1.3 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de trends en knelpunten die wij zien. 1.3.1 Overheid als samenwerkingspartner De overheid komt steeds meer in de positie van samenwerkingspartner bij ontwikkelingen in de samenleving, anders dan de voorschrijver en bepaler die zij voorheen was. Dit vraagt een andere houding van zowel bestuurders als ambtenaren, waarvoor ook andere competenties en samenwerkingsvormen nodig zijn. Samenwerking met andere (overheids)partijen geeft de gemeente toegang tot meer kennis en kan de invloed van de gemeente vergroten. Door een actieve samenwerking nemen de kansen op extra financiering toe. Een programmagestuurde aanpak is hierbij het uitgangspunt (voorbeeld Marconi programma). 1.3.2 Gaswinning en Aardbevingen De aardbevingen in het gebied vragen veel van de lokale overheid, zowel bestuurlijk als ambtelijk. Het is nodig hierop te anticiperen; het vraagt verbinding met de aardebevingsgemeenten en de Nationaal Coördinator Groningen (NCG). Wij staan pal voor de belangen, de veiligheid, het welzijn en het toekomstperspectief van onze burgers, bedrijven en instellingen. Inwoners die niet op eigen kracht de weg in de aardbevingenkwestie kunnen vinden, kunnen rekenen op ondersteuning van de gemeente. Wij verwijzen verder naar de paragraaf K 'Gaswinning en Aardbevingen'.

Jaarstukken 2016

- 20 - Programma 1 Burger en Bestuur

1.3.3 Herindeling Sinds 2006 zijn de provincie en de 23 Groninger gemeenten met elkaar in gesprek over de bestuurlijke organisatie op gemeentelijk niveau. Het initiatief tot fuseren ligt bij de gemeente zelf, hoewel de provincie in sommige gevallen de regie kan nemen. 1.3.4 Dienstverlening De dienstverlening is verder ontwikkeld volgens het meerjarenprogramma ‘Gemeente heeft antwoord’. Dit plan geeft richting aan het ontwikkelen van een klantcontactcentrum (KCC) bij gemeenten. Een optimale dienstverlening aan onze inwoners is van groot belang. De dienstverlening is in ontwikkeling, waarbij wij deze inrichten op basis van de uitkomsten van de klanttevredenheid over onze digitale kanalen, de balie en de telefoon. In het beleidsplan 4D's staat hoe we gebruik willen maken van een sociaal ondersteuningsteam (het DAL-team). We hebben de expertise van de DA- teams in de teams van de toegang geïntegreerd. Wij werken zoveel mogelijk met één gezin–één plan–één regisseur. 1.4 Strategische doelstelling(en) Om dat te bereiken wat ons voor ogen staat, zijn strategische doelen geformuleerd. Deze staan hieronder benoemd. 1.4.1 Bestuur Het democratisch bestuur werkt transparant en behartigt de belangen van de gemeente en haar inwoners zo goed mogelijk. Daarbij werken wij op lokaal niveau met buurgemeenten samen als dat duidelijke efficiencywinst oplevert, er een kwaliteitsslag mogelijk is of als we de ambtelijke organisatie kunnen versterken. Wij willen een grote betrokkenheid van de inwoner, verlenen onze diensten vraag- en klantgericht en informeren inwoners actief. 1.4.2 Dienstverlening Onze houding is proactief en dienstverlenend. We hebben een professionele wijze van communiceren en informeren onze inwoners regelmatig. Onze dienstverlening is duidelijk; klanten weten wat zij van de gemeente wel en niet kunnen verwachten. Ons gedrag is integer en we hebben respect voor onze inwoners. We zijn goed bereikbaar. Onze klanten worden plezierig, snel en zorgvuldig geholpen. Zij zijn tevreden over onze dienstverlening. 1.4.3 Communicatie Als lokale overheid willen we betrouwbaar en geloofwaardig zijn. Dat betekent dat we niet alleen zeggen wat we doen, maar ook doen wat we zeggen. Daarbij hebben we een professionele manier van communiceren, waarbij wij regelmatig met inwoners, organisaties en groeperingen in gesprek gaan. Wij streven daarbij na een samenwerkingspartner te zijn, die ondersteunend en faciliterend is. We gaan op zoek naar verbinding tussen de uiteenlopende belangen van de diverse partijen waarmee wij als lokale overheid van doen hebben.

1.5 Prioriteiten Hieronder staan onze speerpunten benoemd die wij in 2016 wilden bereiken. • Veiligheid en communicatie bij gaswinnings- en aardbevingsdossier (focus op inwoners,

chemiepark). • Samenwerken waar mogelijk; afronden van het herindelingsproces, voor zover het de omvang van

de gewenste bestuurlijke schaal betreft. • Verder optimaliseren van de dienstverlening aan de burger. • Verbeteren van interne en externe communicatie.

Jaarstukken 2016

Programma 1 Burger en Bestuur - 21 -

• Verbeteren communicatie en toegankelijkheid van de toegang decentralisaties.

1.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstelling te bereiken, staat hieronder aangegeven. 1.6.1 Samenwerken waar mogelijk Op 21 april 2016 is het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen (verder: GS) op grond van artikel 8 lid 1 van de Wet algemene regels herindeling (Wet Arhi) gestart met het open overleg met de besturen van de gemeenten Appingedam, Bedum, De Marne, Delfzijl, Eemsmond, Loppersum en Winsum. Doel voor GS: 'Verkennen met de zeven gemeenten of in het belang van de inwoners van Noord-Groningen kan worden gekomen tot een samenhangend, regionaal evenwichtig en duurzaam perspectief op de bestuurlijke organisatie in Noord-Groningen'. Dit initiatief heeft een nieuwe fase ingeluid voor het overleg over gemeentelijke herindeling in Noord-Groningen. De gemeenteraden van Delfzijl en Loppersum hebben eind september 2016 unaniem het 'Visiedocument gemeentelijke herindeling Noord Groningen' vastgesteld. In dit visiedocument is op basis van inhoudelijke opgaven de conclusie getrokken dat DEAL de gewenste bestuurlijke schaal is om onze inwoners ook in de toekomst optimaal te kunnen bedienen. In aanvulling op het visiedocument heeft het college van B&W van Appingedam aangegeven dat het zich voor een groot deel herkent in de argumenten om te komen tot DEAL. Hoewel de G7-variant de voorkeur geniet, ziet het college van Appingedam DEAL als minimumvariant om toekomstgericht te kunnen handelen. De gemeenteraden van BMWE hebben begin september 2016 het 'Verkennend startdocument herindeling BMWE-variant' vastgesteld. Eind oktober 2016 hebben GS per brief aangekondigd de provinciale herindelingsprocedure met onmiddellijke ingang te beëindigen. Met dit besluit zijn de BMWE-gemeenten in de gelegenheid gesteld zelf de voorbereiding van een herindelingsadvies, ex artikel 5 van de Wet Arhi op te pakken. Aan de overige drie gemeenten, de DAL-gemeenten hebben GS aangegeven bereid te zijn om gesprekken tussen de DAL-colleges desgewenst te faciliteren. 1.6.2 Dienstverlening aan de burger We streven continu naar een dienstverlening die gelijk aan of hoger is dan het landelijk gemiddelde. Wij hebben daarin de volgende stappen gezet:

• In 2016 is het gehele jaar de klanttevredenheid onder burgers onderzocht. Wij scoren op telefonie en balie gelijk met het landelijk gemiddelde. Op het digitale kanaal (website en apps) is nog ruimte voor verbetering.

• De elektronische formulieren zijn zo aangepast dat ze aan de landelijke norm voldoen. Dit houdt in dat de formulieren korter en gebruikersvriendelijker zijn gemaakt.

• We hebben meer aandacht gegeven aan de telefonische bereikbaarheid. Als gevolg daarvan zijn in 2016 minder klachten binnengekomen dan in 2015.

• Extra balies zijn geopend, waardoor klanten sneller en binnen dezelfde week terecht kunnen. • Er is extra kosteloze ondersteuning ingezet vanuit het Ministerie voor de inschrijving van

asielzoekers. Deze samenwerking heeft er toe bijgedragen dat alle asielzoekers ruim binnen de wettelijke termijn zijn ingeschreven. In overleg met het COA is de intake gedaan op het AZC en de daadwerkelijke inschrijving op het gemeentehuis. Om een zo correct mogelijke inschrijving van gegevens in de Basisregistratie Personen te krijgen is voor iedere inschrijving een tolk ingezet.

Jaarstukken 2016

- 22 - Programma 1 Burger en Bestuur

1.6.3 Verbeteren interne en externe communicatie Communicatie is een steeds belangrijker aandachtspunt binnen het integraal en gebiedsgericht werken. In het realiseren van onze strategische doelstellingen hebben wij samenwerking gezocht met betrokken partijen en belanghebbenden. Speciale aandacht is (en blijft) er (geweest) voor bewonersinitiatieven (inwoner ontwikkelt initiatief en betrekt de overheid er bij) en burgerparticipatie (overheid ontwikkelt initiatief en betrekt inwoner er bij). Beide vormen van samenwerken vragen goede en afgewogen communicatie. De gebiedsregisseurs spelen hierbij een steeds belangrijker rol als intermediair in de contacten tussen inwoners en de gemeente. In 2016 zijn acht 'Delfzielster Pronkjewails' onthuld: deze foto's van bewonersinitiatieven van het afgelopen jaar zijn te vinden in de centrale hal van het gemeentehuis. De kanalen waarlangs de gemeente communiceert, hebben we onderhouden en vernieuwd. Hierbij maken we naast vertrouwde kanalen zoals de Gemeentepagina, steeds meer gebruik van sociale media; het gemeentelijke Twitteraccount en de gemeentelijke Facebookpagina zijn in 2016 veelvuldig gebruikt. Ook de website www.delfzijl.nl speelt een belangrijke rol. In de communicatie rondom het evenement Delfsail hebben wij intensief samengewerkt met verschillende partijen, waarbij het gebruik van social media een essentieel onderdeel van de communicatie was. 1.6.4 Verbeteren communicatie en toegankelijkheid v an de toegang decentralisaties In het programma uitvoering Sociaal Domein zijn ongeveer 25 projecten opgenomen. Eén van deze projecten is het ontwikkelen van een integrale toegang. Het project staat niet op zich en heeft veel raakvlakken met andere projecten uit het sociale domein. Dit inzicht heeft ertoe geleid dat we hier verbindingen zijn gaan maken om zo te komen tot een optimale integrale toegang.

1.7 Relatie met de bezuinigingen Geen.

1.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken Communicatie over de actieplannen en projecten die hieruit voortvloeien, is geborgd binnen de gemeentelijke communicatie.

Jaarstukken 2016

Programma 2 Wonen, Milieu en Economie - 23 -

2 Wonen, Milieu en Economie Dit programma omvat het ruimtelijk, volkshuisvestelijk, milieu-, natuur- en economisch beleid van de gemeente. Het bestaat uit de taakvelden ruimtelijke ordening, volkshuisvesting, stedenbouw, verkeer, algemeen milieubeleid, natuur, windenergie, bodem, water, archeologie, economie en bedrijfshuisvesting.

2.1 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 2 zijn onderstaande portefeuillehouders en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouder: IJ.J. Rijzebol en J.A. Ronde Afdeling: Samenleving en Ontwikkeling

2.2 Beleidskaders • Woon- en leefbaarheidsplan 2012 • Programma Marconi 2012 • Afvalwaterplan DAL-W2 2012 • Geluidszone en Beleidsregel zonebeheer 2012 • Beleidsvisie Externe Veiligheid 2012 • SOK Acantus-gemeente Delfzijl 2013 • Herziening archeologische verwachtingskaart en beleidsadvieskaart gemeente

Delfzijl 2013 • Regionale Nota bodembeheer provincie Groningen 2013 • Intergemeentelijk bodembeleidsplan gemeenten Noord-Groningen 2013 • Nota bodembeheer voor de Eemshaven en de industriegebieden te Delfzijl 2013 • Erfgoedverordening gemeente Delfzijl 2013 • Nota Wonen 'Focus op kwaliteit' 2014 • Bedrijventerreinenvisie Eemsdelta 2015-2035 2015 • Beheerplan voor de Waddenzee (Natura 2000) 2015 • Nota Cultuurhistorie 2016

2.3 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de knelpunten die wij zien. 2.3.1 Bevolkingssamenstelling en gaswinning De gemeente staat voor een forse opgave als het gaat om de transities die verband houden met de veranderende bevolkingssamenstelling en de gevolgen van de gaswinning. Vanwege de gevolgen van de gaswinning is een aantal jaren niet ingespeeld op de veranderende bevolkingssamenstelling. Er komen steeds minder jongeren in verhouding tot het aantal ouderen. Het vasthouden van de inwoners is belangrijk voor het behoud van de leefbaarheid en het voorzieningenniveau.

Jaarstukken 2016

- 24 - Programma 2 Wonen, Milieu en Economie

Nu de gevolgen van de gaswinning duidelijk zijn, is het programma dat inspeelt op de veranderende bevolkingssamenstelling weer opgepakt. De veranderingen in de Woningwet hebben gezorgd voor een aanpassing op de werkwijze en er zijn prestatieafspraken gemaakt met onze sociale woningbouwpartners. De gevolgen van de gaswinning hebben invloed op ons woningbouwprogramma, zowel kwantitatief (sloop- en krimpopgave) als kwalitatief (het aardbevingsbestendiger bouwen en de verduurzaming van de woningvoorraad en leefbaarheid). Ook scholen, winkels, kantoren en fabrieken (chemiepark) ervaren de gevolgen van de gaswinning. 2.3.2 Toename initiatieven Door de aantrekkende economie en de verbetering van de woningverkopen, komen er meer aanvragen voor een omgevingsvergunning. Ook is zichtbaar dat er meer duurzame initiatieven worden ingediend door de ondernemers en de samenleving. Dit zijn positieve ontwikkelingen. Net als elders in het land komen steeds meer plannen en ideeën van de bewoners zelf. Dat betekent dat de gemeente haar werkwijze moet aanpassen. Onze inwoners verwachten dat de gemeente met hen meedenkt. 2.3.3 Aardbevingsbestendig maken Dijken en kunstwerken moeten aardbevingsbestendig worden gemaakt. Aardbevingen kunnen effect hebben op grondwaterstromen, de structuur van de ondergrond en (verspreiding van) bodemverontreinigingen. Ook brengt de (relatieve) zee-/waterspiegelstijging en bodemdaling met zich mee dat versterking en verbreding van de zeedijk en andere waterkeringen noodzakelijk is. De maatregelen om de aardbevingsschade te compenseren, leveren kansen op voor het creëren van nieuwe werkgelegenheid. Wij willen 'Kansrijk Groningen', zoals verwoord in het meerjarenprogramma van de NCG, kracht bij zetten. De Economic Board is in het leven geroepen door de NAM en de provincie met als doel de economie en arbeidsmarkt in het aardbevingsgebied te stimuleren. 2.3.4 Stedelijke regio met topsectoren De Rijksstructuurvisie Infrastructuur en Ruimte wijst onze regio aan als 'stedelijke regio met topsectoren', als energie, chemie (Delfzijl), water(kennis)technologie en de ontwikkeling van windenergie. Energyport (Noord-) Nederland is het energieknooppunt van Noordwest Europa. Dit heeft vooral effecten op de ontwikkeling van Oosterhorn en van de Eemshaven. Het provinciaal ruimtelijk beleid heeft voornamelijk effect op het buitengebied, de windmolenlocaties en Oosterhorn. 2.3.5 Verdubbeling N33 Een positieve ontwikkeling is dat de provincie investeert in de verdere verdubbeling van de N33 tot de aansluiting bij de N362. Dit is niet alleen gunstig voor de verkeersveiligheid, maar komt ook de bereikbaarheid van de Eemsdeltaregio ten goede. De verbeterde bereikbaarheid is een stimulans voor de economie in onze regio. 2.3.6 Uitvoeringsagenda Arbeidsmarkt en Economie Ee msdelta Het realiseren van een uitvoeringsagenda Arbeidsmarkt en Economie Eemsdelta is verder vermeld bij Programma 6 Werk en Inkomen. Daar komen onze inspanningen voor het project arbeidsmarkt en economie aan bod.

2.4 Strategische doelstelling(en) Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. • Economische ontwikkeling bevorderen en een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven

realiseren. Dit willen we bereiken door te investeren in bestaande en nieuwe werkgelegenheid. • Inwoners behouden en woningen verduurzamen.

Jaarstukken 2016

Programma 2 Wonen, Milieu en Economie - 25 -

• Een veilige en gezonde leefomgeving, met een duurzaam evenwicht tussen economische ontwikkelingen, ecologie en duurzaam energieverbruik.

• Dijkversterking, inclusief de kustontwikkeling en het Marconi-programma (Marconi Buitendijks en onderzoek Zeesluizen).

• Het centrum van Delfzijl compacter en aantrekkelijker maken. • De plaats zijn voor de opwekking van energie. • Onze visie op de omgeving vertalen in één integraal omgevingsplan. • Een actuele geluidszone voor industrielawaai.

2.5 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 wilden bereiken. • Het realiseren van een vastgoed-/doorstroomfonds om de woningmarkt beter in balans te

brengen en verminderen van regeldruk binnen de woningbouw. • Gegarandeerde herhuisvesting bewoners in verband met herstructurering van de woningvoorraad

(Finsestraatflat en Vennenflat). • Het realiseren van een gebiedsfonds Windenergie. • Uitbreiding bedrijvigheid. • Uitvoering geven aan het nieuwe Beheerplan Waddenzee. • Het agenderen van de Zeesluizen op het Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en

Transport (MIRT). • De verdubbeling van de N33. • Vergroening en verduurzaming van de chemie- en energiesector. • Omvormen van regels die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving tot een omgevingsvisie

en uitwerken in een omgevingsplan.

2.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 2.6.1 Wonen • Er zijn verschillende startersleningen verstrekt aan inwoners die voor het eerst een woning kopen

in de gemeente. De blijverslening is ingevoerd. • Er is in samenwerking met de provincie een particulier transitiefonds opgesteld. Dit fonds zorgt

ervoor dat particuliere woningeigenaren kunnen verhuizen naar een betere woning in de gemeente. Mogelijk wordt dan een (slechtere) leegkomende woning op termijn gesloopt. Zo werkt de gemeente aan verbetering van de woningvoorraad en aan het verminderen van het aantal woningen.

• De regeldruk is niet verminderd, wel zijn potentiële kopers intensiever begeleid en is hen uitgelegd wat de mogelijkheden zijn binnen het bestemmingsplan en het beeldkwaliteitsplan. Met wat extra uitleg zien kopers dat er meer mogelijk is dan ze gedacht hadden. Hierdoor zijn er voor het eerst in acht jaar bouwkavels verkocht aan particulieren.

• Voor de bewoners van de Finsestraatflat en de Vennenflat hebben wij andere woonruimte gevonden. De Finsestraatflat is inmiddels gesloopt en in 2017 wordt de Vennenflat gesloopt. De ondernemers die in de hoogbouw van de Vennenflat zaten zijn geherhuisvest.

• We hebben de tijdelijke locatie van het asielzoekerscentrum mogelijk gemaakt. De voorbereidingen zijn gestart voor de herbouw van een semipermanent centrum op de oorspronkelijke locatie Zwet 40.

Jaarstukken 2016

- 26 - Programma 2 Wonen, Milieu en Economie

2.6.2 Milieu en economie • Vertegenwoordigers van de inwoners van de dorpen Farmsum, Borgsweer, Termunten en

Termunterzijl hebben de Stichting Gebiedsfonds Noord opgericht. Opbrengsten uit het windpark kunnen zo worden ingezet voor verbetering van de leefbaarheid in deze dorpen. De gemeente neemt de beheerkosten op zich, zodat al het geld dat in het fonds terechtkomt ook daadwerkelijk naar de projecten gaat.

• Het realiseren van een uitvoeringsagenda Arbeidsmarkt en Economie Eemsdelta. De uitvoeringsagenda voorziet in uitbreiden van bedrijvigheid met name gericht op de beroepsbevolking, zoals wij die in de Eemsdelta regio kennen. De uitvoeringsagenda leidt tot een aantal business cases, die werkgelegenheid voor onze beroepsbevolking moeten opleveren.

• We zijn gestart met het overdragen van de buurthuizen aan de dorpsverenigingen. • We hebben een analyse opgesteld met betrekking tot de gevolgen van het nieuwe Beheerplan

Waddenzee. • We zijn gestart met de bodemsanering van de stortplaats Bierum in samenwerking met provincie

en waterschap. De stort moet wijken voor dijkverbreding en -verzwaring. • We zijn begonnen met de voorbereidingen van de actualisatie van vier bestemmingsplannen;

Wagenborgen, Spijk, Termunten/Termunterzijl/Borgsweer, Farmsumererpoort/Farmsumerhaven. • Het bestemmingsplan "Geefsweer" is vastgesteld. • Windpark Noord is gerealiseerd en draait volop. • Het Sunport Energypark is in 2016 gerealiseerd en is het grootste zonnepark van Nederland. • Wij startten samen met de Marconi partners een onderzoek naar de mogelijkheden van een

toekomstbestendige sluis in Delfzijl, op de locatie van de huidige Zeesluizen. 2.6.3 Oosterhorn De meeste aandacht ging naar 'Oosterhorn'. Dit houdt verband met de economische herstelopgave. We hebben de mogelijkheden voor geluid van industrie en bedrijven vastgelegd in het voorontwerp bestemmingsplan Oosterhorn. Het voorontwerp bestemmingsplan 'Oosterhorn' is door het college op 13 december 2016 vastgesteld en in procedure gebracht. Tevens hebben we de milieueffectrapportage Oosterhorn afgerond. 2.6.4 Omgevingswet We zijn in 2016 begonnen met de voorbereidingen voor het implementeren van de omgevingswet. Dit moet leiden tot het opstellen van een nieuw instrument, de omgevingsvisie. Zoveel mogelijk werken wij al in de geest van de nieuwe wet. We zijn bezig de actualisatie van bestemmingsplannen af te ronden. Deze bestemmingsplannen voldoen aan de eisen die de omgevingswet stelt. Dit doen we door te werken vanuit een samenhangende visie en niet door een optelsom van verschillende beleidsterreinen. 2.7 Relatie met de bezuinigingen Geen.

2.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken Vanuit de verschillende invalshoeken hebben wij samengewerkt. We hebben samen met de inwoners en de ondernemingen in het centrum de acties, zoals deze zijn genoemd in het IIP en de actieplannen 'Centrum, Wijken en Dorpen', uitgevoerd.

Jaarstukken 2016

Programma 3 Vergunning en Handhaving - 27 -

3 Vergunning en Handhaving Dit programma gaat over vergunningverlening, de Algemene Plaatselijke Verordening en Bijzondere Wetten, het toezicht daarop en in samenhang daarmee de handhavingstaken.

3.1 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 3 zijn onderstaande portefeuillehouders en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouder: IJ.J. Rijzebol, M. Joostens en G. Beukema Afdeling: Samenleving & Ontwikkeling

3.2 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgesteld. • APV 2010 • Evenementennota Delfzijl 2010 • Notitie drugsbeleid Delfzijl/Appingedam 2010 • Fysiek Nalevingsbeleid 2011-2016 2011 • Gemeentelijke Bouwverordening 2012 • Drank- en Horecaverordening Delfzijl 2013 • Regionale Nota bodembeheer provincie Groningen 2013 • Intergemeentelijk bodembeleidsplan gemeenten Noord-Groningen 2013 • Nota bodembeheer voor de Eemshaven en de industriegebieden te Delfzijl 2013 • Preventie- en handhavingsplan Alcohol 2014 • Toezicht- & Handhavingsstrategie WABO Groningen 2016

3.3 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de trends en knelpunten die we zien. 3.3.1 Invoering omgevingswet De Eerste Kamer heeft op 22 maart 2016 met ruime meerderheid ingestemd met de omgevingswet. Naar verwachting zal de wet in 2019 in werking treden. Met de invoering van de omgevingswet moeten we de bestaande wet- en regelgeving op het gebied van omgevingsrecht integreren, stroomlijnen en vereenvoudigen. Regionale verschillen moeten beter tot uiting komen, de regeldruk moeten we verminderen, procedures moeten we versnellen, onderzoekslasten moeten we beperken, de afwegingsruimte voor gemeenten en provincies moet worden vergroot en we moeten meer ruimte bieden aan private initiatieven. De invoering van de omgevingswet is te vergelijken met de drie decentraliesaties in het sociaal domein en vergt capaciteit en financiële middelen.

Jaarstukken 2016

- 28 - Programma 3 Vergunning en Handhaving

3.3.2 Landelijke Handhavingsstrategie De landelijke handhavingstrategie is in 2016 in Delfzijl en de overige Groninger gemeenten vastgesteld. De WO-DEAL en de Omgevingsdienst Groningen (ODG) hanteren nu deze strategie in hun toezichthoudende taken. Deze strategie zorgt voor een uniforme aanpak in de provincie Groningen bij handhavend optreden door bevoegde gezagen. Hierdoor is een gelijk speelveld ontstaan voor alle bedrijven in de provincie.

3.4 Strategische doelstelling(en) Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. • Een adequate uitvoering van de wettelijke uitvoeringstaken op het gebied van ruimtelijke

ordening, bouw, milieu en bijzondere wetten. • Een adequate uitvoering van de taken die voortvloeien uit de Algemene Plaatselijke

Verordening (APV).

3.5 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 wilden bereiken. • Het maken van controleerbare afspraken over de uitvoering van gemeentelijke

uitvoeringstaken. • Structureel op adequaat niveau uitvoeren van de verplichte VTH-taken en beargumenteerde

keuzes maken voor de niet verplichte taakonderdelen.

3.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 3.6.1 Uitvoeringsprogramma VTH 2016 De VTH-taken (vergunningverlening, toezicht, handhaving) voor de gemeente Delfzijl zijn belegd bij twee uitvoeringsorganisaties. De Omgevingsdienst Groningen (enkel voor het wettelijk verplichte basistakenpakket milieu/bodem) en de Werkorganisatie DEAL-gemeenten (voor bouwen, milieu exclusief basistaken, APV en bijzondere wetten). Op basis van het vastgestelde gemeentelijk uitvoeringsprogramma 2016 zijn er dienstverleningsovereenkomsten met beide organisaties afgesloten. 3.6.2 Omgevingsdienst Groningen (ODG) De ODG financieren wij via een lump sum bijdrage. In 2016 had de gemeente Delfzijl hierdoor de beschikking over 5635 uren VTH-taken van de ODG. Hiervoor is het volgende gedaan in vergunningverlening en toezicht en handhaving. Vergunningverlening Voor vergunningverlening hebben we in 2016 17% minder gevraagd dan de prognose uit de DVO. De actualisatietoetsen van milieuvergunningen zijn conform de DVO 2016 afgerond. Toezicht en handhaving Toezicht en handhaving is opgesplitst in milieu en bodem. Milieu De ODG heeft 49 bedrijven bezocht. De naleving van de bedrijven van de aan hun verleende vergunning is goed. Door capaciteitsgebrek is één controle niet uitgevoerd. Er is één last onder dwangsom opgelegd. Dit bedrijf doorloopt een nieuwe aanvraagprocedure waarna het weer voldoet aan de geldende regelgeving.

Jaarstukken 2016

Programma 3 Vergunning en Handhaving - 29 -

Bodem In het kader van de Wet bodembescherming hebben zich verschillende zaken aangediend. Er is extra bodemtoezicht gewenst voor verschillende grote projecten, zoals de dijkverbreding Delfzijl-Eemshaven en sanering van de voormalige vuilstort Bierum. Het bodemtoezicht heeft geleid tot het opleggen van één last onder dwangsom voor het verkeerd toepassen van materiaal in de bodem.

3.6.3 Werkorganisatie DEAL-gemeenten WO DEAL Hieronder staat wat WO DEAL heeft gedaan voor vergunningverlening (bouwen, sloopmeldingen/ vergunningen, milieu en APV en bijzondere wetten) en toezicht en handhaving (bouw, milieu, APV en bijzondere wetten). Vergunningverlening Bouwen Het aantal ingediende aanvragen is ten opzichte van 2015 met ongeveer 25% gedaald. Deze afname kunnen wij niet verklaren. Gelet op eerdere jaren is het aantal aanvragen voor 2016 iets onder het gemiddelde van 131. De doorlooptijden van de Wabo-aanvragen zijn ten opzichte van vorige jaren korter. De gemiddelde doorlooptijd van een omgevingsvergunning bedroeg in 2014 namelijk 6,7 weken, in 2015 is dit opgelopen naar 7,8 weken. En in 2016 is de doorlooptijd gedaald naar 6,1 weken. De versnelling komt doordat het Centrum Veilig Wonen (CVW) aanvragen indient die veel op elkaar lijken. Vaak dient het CVW per straat een aantal aanvragen tegelijkertijd in, waardoor we maar één keer een bestemmingsplan hoeven te toetsen. Daarnaast vergadert de Welstandscommissie van Libau nu wekelijks in plaats van eens per veertien dagen. Aantal verleende omgevingsvergunningen

Jaarstukken 2016

- 30 - Programma 3 Vergunning en Handhaving

Sloopmeldingen/vergunningen Het aantal sloopmeldingen in de gemeente Delfzijl valt lager uit dan dat we op basis van de DVO verwachtten. Dit komt doordat de woningcorporaties in 2015 veel woningen hebben gesaneerd (asbest). In Delfzijl zijn in 2016 twee sloopvergunningen verleend. De doorlooptijd van de sloopmeldingen is op dit moment vijf werkdagen. Aantal geaccepteerde sloopvergunningen

Milieu Het aantal ingediende milieumeldingen ligt een fractie beneden het meerjarige gemiddelde. Aantal ingediende milieumeldingen

APV en bijzondere wetten Er zijn in 2016 op het gebied van APV en bijzondere wetten 267 aanvragen om vergunningen dan wel meldingen afgehandeld.

Jaarstukken 2016

Programma 3 Vergunning en Handhaving - 31 -

Toezicht en handhaving Bouwen Het toezichtswerk voor bouwen is een afgeleide van het aantal en soort omgevingsvergunningen voor deze activiteit. In 2016 zijn minder controletrajecten uitgevoerd omdat het aantal verleende omgevingsvergunningen is gedaald. Bij enkele gevallen is een overtreding geconstateerd; die hebben niet geleid tot het opleggen van een last onder dwangsom dan wel bestuursdwang. We hebben een volledige lijst opgesteld van rommelerven en vervallen panden in de gemeente. Naar aanleiding van klachten en meldingen hebben wij de nodige handhavingsactiviteiten geïnitieerd, maar door een meer proactieve benadering (bijvoorbeeld mediation) kunnen we ook veel onwenselijke ontwikkelingen en bijbehorende handhavingsacties voorkomen. Milieu Het beheersniveau voor de gemeente Delfzijl voor milieutoezicht ligt op 77 bedrijfsbezoeken per jaar (voor de bedrijven die onder WO DEAL vallen). We hebben daarmee onze doelstelling gehaald. Van de 77 bedrijven hebben negen bedrijven een hercontrole gehad. APV Net als bij de Wabo-gerelateerde werkzaamheden is het toezichtswerk zowel vanuit de verleende vergunningen als vanuit de binnenkomende klachten en meldingen te typeren als hoofdzakelijk aanbod gestuurd. In toenemende mate komen er klachten en meldingen binnen. Vaak betreft het 'kleine ergernissen' (zoals afval, geluid, rookoverlast, overhangende takken, hinder van reclameborden, parkeeroverlast, honden (loslopend/poep)). Voor dergelijke controles en behandeling van klachten zetten wij BOA's in. Door meer klachten maar ook door de herinrichting van het centrum van Delfzijl en het gewijzigde parkeerregime op de pleinen in het centrum hebben we meer BOA-inzet dan vooraf gepland in de DVO.

Bijzondere wetten Er zijn minder leeftijdscontroles (controles dat er niet wordt geschonden aan minderjarigen) uitgevoerd dan verwacht op grond van de DVO. De aantallen in de DVO zijn te hoog geschat. Tijdens de evenementen is in ruime mate toezicht uitgevoerd op de naleving van de leeftijdsgrenzen. Hieruit blijkt dat de jeugd creatief is en dat minderjarigen nog steeds alcohol drinken. Hierover gaan we een nader standpunt innemen. Dit kan bijvoorbeeld door het opleggen van een sanctie aan de jeugdige die in het

Jaarstukken 2016

- 32 - Programma 3 Vergunning en Handhaving

bezit is van alcoholhoudende drank. Tot op heden is de focus vooral op de verstrekkers geweest. We zien wel verbetering optreden. De vergunningplichtige bedrijven zijn bezocht conform de afspraken in de DVO. Hieruit blijkt dat er regelmatig wisselingen van ondernemers plaatsvinden op inrichtingen en dat er door frequent toezicht een beter beeld ontstaat van de exploitatie.

Jaarstukken 2016

Programma 3 Vergunning en Handhaving - 33 -

3.7 Relatie met de bezuinigingen Werkorganisatie DEAL heeft de opgelegde taakstelling verwerkt in een bezuinigingsplan. Deze taakstelling is nog niet volledig geëffectueerd. Het resterende gedeelte van de taakstelling zal WO DEAL verwerken in de meerjarenraming die loopt tot en met 2018.

3.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken Voor de uitvoering van de projecten die voortvloeien uit de actieplannen, zijn diverse vergunningen verleend.

3.9 Relatie met het gaswinningdossier Zowel vanuit de schadegevallen als vanuit het bouwkundig versterken verwacht WO DEAL een toename van werkzaamheden. Het gaat daarbij om vergunningen verlenen, meldingen afhandelen en ook toezicht houden op bestaande bouw (en handhaving).Het betreft hier de constatering dat er een bouwkundig gebrek is, maar het gebrek heeft geen relatie met de gaswinning. Gemeenten hebben in 2016 in samenwerking met de NCG voor de versterkingsopgave het instrument van compliance ontworpen. Daarin volstaat het toepassen van systeemtoezicht in combinatie met aanvullend (steekproefsgewijs) fysiek toezicht. Tevens hebben tien gemeenten in het aardbevingsgebied, de provincie en NCG afgesproken een projectorganisatie genaamd 'VTH Drieslag' in te stellen en onder te brengen bij de Werkorganisatie DEAL. In voorkomende gevallen doen wij een beroep op de Omgevingsdienst Groningen (in geval van taken die vallen onder het zogenoemde ‘basistakenpakket).

Jaarstukken 2016

- 34 - Programma 3 Vergunning en Handhaving

Jaarstukken 2016

Programma 4 Ontwikkeling en Vastgoed - 35 -

4 Ontwikkeling en Vastgoed Dit programma omvat het grondbeleid, de gemeentelijke grondexploitatie en ontwikkeling en beheer van het gemeentelijk vastgoed. Daarnaast gaat het om de uitvoering van de projecten en investeringen vanuit het Integraal Investeringsprogramma (IIP). Dit bestaat uit de Actieplan 'Dorpen en Wijken' en het 'Actieplan Centrum'.

4.1 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 4 zijn onderstaande portefeuillehouders en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouders: J.A. Ronde, IJ.J. Rijzebol en G. Beukema Afdeling: Samenleving en Ontwikkeling

4.2 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgesteld. • Financieel Arrangement Eemsdelta 2010 • Programma Marconi 2012 • Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta 2012 • Integraal Investeringsprogramma 2012 - 2022 2013 • Actieplannen centrum en dorpen en wijken Delfzijl 2012 – 2022 2013 • Nota Voorraadbeheer gemeentelijk vastgoed, uitgangspunten voor reductie en

portefeuillebeheer 2014 • Nota Grondbeleid gemeente Delfzijl, uitgangspunten en instrumentarium 2014 • Nota Herstel van Vertrouwen, vertrouwen op herstel 2014 • Nota Grondbeleid gemeente Delfzijl, uitgangspunten en instrumentarium 2017-2020

4.3 Trends en knelpunten Hier omschrijven wij de trends en knelpunten die wij zien. Trends en knelpunten zoals beschreven in Programma 2 gelden ook voor dit programma. Daaraan voegen we nog de volgende toe. 4.3.1 Opleving economie De crisis ligt achter ons en we zien nu ook opleving van de economie. Er is sprake van een voorzichtige opleving van de grondverkopen.

Jaarstukken 2016

- 36 - Programma 4 Ontwikkeling en Vastgoed

4.3.2 Bereikbaarheid en kwaliteit voorzieningen In verband met het veranderende zorglandschap bereiden we diverse maatregelen voor om de bereikbaarheid en kwaliteit van dergelijke voorzieningen voor Delfzijl en de regio te behouden door onder meer het stimuleren van een woonservicezone en een gezondheidscentrum. Binnen het scholenprogramma is zichtbaar dat we samen slimmer moeten zijn en meer doen met minder middelen. Doordat we voorzieningen samenbundelen kunnen we het beschikbare geld beter inzetten. Tegelijk doet de gemeente een beroep op inwoners. Voorbeelden van actieve inwoners zijn dorpsverenigingen die hun eigen dorpshuis willen beheren en besturen. Een ander voorbeeld is sportverenigingen die zelf meewerken aan het onderhoud van de sportvelden. Inwoners, ingezetenen en andere belanghebbenden betrekken we bij de planontwikkeling; er is ruimte om met eigen ideeën te komen. 4.4 Strategische doelstelling(en) Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. • Het realiseren van de ontwikkelingsvisie Eemsdelta, het uitvoeringsprogramma van het Woon- en

Leefbaarheidsplan en de gemeentelijke actieplannen voor dorpen, wijken en centrum. • Behoud van vertrouwen van onze inwoners ten aanzien van een goede afloop van schadeherstel

(vanwege het aardgaswinningsdossier). • Versterking van het centrum, herstel van de vesting en verbetering van de verbinding met de zee,

om daarmee een veelzijdige en aantrekkelijke havenplaats aan de Eems en het Damsterdiep te zijn.

• Leefbare dorpen en woonwijken door een combinatie van fysieke en sociale maatregelen, waardoor dorpen en wijken in een groene omgeving ontstaan.

• Zorgen voor het behoud en de versterking van een adequaat voorzieningenniveau door bundeling en concentratie van voorzieningen.

• Door de versterkingsopgave van de Nationaal Coördinator Groningen te koppelen aan onze eigen krimp- sloopopgave willen we zorgen voor een aardbevingsbestendiger woningvoorraad en aardbevingsbestendiger maatschappelijk vastgoed. Daarmee optimaliseren wij ook onze eigen vastgoedportefeuille.

• Een marktgericht (flexibel, innovatief en maatwerk) grondbeleid voeren. 4.5 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 wilden bereiken. • Uitvoering van de projecten die voortvloeien uit het Woon- en leefbaarheidsplan (hierna: WLP),

de actieplannen centrum en dorpen en wijken, waaronder het herhuisvesten van de bewoners van de Vennenflat en ook van de Finsestraatflat.

• Het bundelen en concentreren van voorzieningen, waardoor er een verbetering van de financiële situatie van de vastgoedpositie van de gemeente ontstaat.

• Koppelingskansen met het aardbevingscompensatiedossier benutten om de leefbaarheid voor de inwoners te vergroten. Daar dragen wij bij aan de gerichte herstructureringsopgave van de gemeente.

• Bevorderen dat in verband met de sluiting van ziekenhuis Delfzicht alternatieve aanvullende integrale zorg/anderhalvelijnszorg beschikbaar komt. Concreet betreft dit de ontwikkeling van een gezondheidscentrum in Delfzijl.

• Stimuleren van het realiseren van een woonservicezone in Delfzijl centrum. • Het verkrijgen van afdoende aardbevingscompensatiegelden van de verantwoordelijke partij(en).

Jaarstukken 2016

Programma 4 Ontwikkeling en Vastgoed - 37 -

4.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 4.6.1 Ontwikkeling • Het voorbereiden en uitvoeren van de diverse investeringsprojecten uit het WLP en de twee

actieplannen hebben wij voortgezet. De eerder in het vooruitzicht gestelde subsidies uit het provinciaal actieplan Werken, Energie en Leefbaarheid (WEL) en het Financieel Arrangement Eemsdelta 2010 (FA) zijn bijna volledig aangevraagd. De subsidieverleners hebben daarover positief beschikt .

• Wij hebben de herinrichting van de kernwinkelstraten afgerond en de stimuleringsprojecten detailhandel en uitplaatsingen ondernemers hoogbouw Vennenflat nagenoeg afgewikkeld.

• De woonservicezone hebben wij zodanig voorbereid, dat er voldoende partners zijn gelieerd om de aanbesteding gericht op het vinden van een particuliere ontwikkelaar te starten.

• Wij hebben een intentieovereenkomst gesloten om in relatie tot de sluiting van ziekenhuis Delfzicht een gezondheidscentrum te realiseren in het centrum van Delfzijl. Dit gezondheidscentrum maakt onderdeel uit van een grotere structuur van een woonservicezone in het centrum.

• Het vergroeningsproject Rengersweg is bijna gereed. De bewoners hebben samen met de gemeente een braak liggend stuk grond aangepakt. Er is nu een buurtpark waar vroeger huurwoningen stonden. De infrastructuur is aangepast. De laatste beplanting kan in het voorjaar van 2017 worden aangebracht.

• Het project herinrichting Stationsgebied hebben wij in voorbereiding genomen. • Het project herinrichting Vennenplein is in gevorderde staat van voorbereiding nu zowel de

ondernemers van de hoogbouw als ook de bewoners van de hoogbouw verplaatst c.q. verhuisd zijn.

• In het kader van het programma Marconi anticiperen wij op de problematiek aangaande de zeespiegelstijging. Dat doen wij integraal en samen met onze partners, om zodoende vanuit het oogpunt van veiligheid, natuur en milieu een passend antwoord te hebben.

• De transitie woningvoorraad in relatie tot het aardbevingsdossier is met een gebiedsgerichte aanpak verder voorbereid en de koppelkansen zijn verder verkend. (Deze brengen we later in in een gebieds- en / of woonvisie en werken we verder uit.)

• De bijdrage uit het Financieel Arrangement voor de Multifunctionele Voorzieningen (Alle dorpen een Dak) is bij de provincie aangevraagd en goedgekeurd. Via de kadernota is een bedrag beschikbaar gesteld van jaarlijks € 100.000 in de periode 2017, 2018, 2019. De aanvragen van diverse dorpen zijn in behandeling genomen.

4.6.2 Vastgoed • De uitvoering van de notitie 'Voorraadbeheer gemeentelijk vastgoed, uitgangspunten voor

reductie en portefeuillebeheer' hebben wij uitgevoerd. In 2016 zijn vijf panden verkocht en zijn er vier brandweerkazernes overgedragen aan de Veiligheidsregio.

• Door de verkopen zijn er voldoende middelen om het onderhoud van onze gebouwen op het gewenste niveau uit te voeren.

• We zijn verder gegaan met de verplichte energielabeling van het gemeentelijk vastgoed. Ongeveer de helft van de panden heeft nu een label. In 2017 wordt dit afgerond.

• We zijn gestart met het samenvoegen van de culturele functies. • Het UWV heeft de huur opgezegd; er is een afkoopregeling getroffen voor de gederfde

huuropbrengsten. Met Rijkswaterstaat hebben wij een vervangende huurder gevonden. • We werken toe naar kostprijs dekkende huren voor alle organisaties die ruimte of gebouwen van

de gemeente huren. Met enkele organisaties is dat in contracten vastgelegd.

Jaarstukken 2016

- 38 - Programma 4 Ontwikkeling en Vastgoed

4.6.3 Scholentransitie • De scholentransitie/transitie kindvoorzieningen is in financiële zin met de cofinancieringsbijdrage

vanuit het Financieel Arrangement nagenoeg geregeld. Met NAM en de vier schoolbesturen voor het basisonderwijs in de gemeente hebben we gewerkt aan een samenwerkingsovereenkomst.

• De scholentransitie/transitie kindvoorzieningen in relatie tot het aardbevingsdossier is verder uitgewerkt. Dit heeft inmiddels geleid tot een intentieovereenkomst met onder meer NAM, Marenland en Noordkwartier.

• De raad heeft het Programmaplan Scholen vastgesteld en heeft een deel van de financiering hiervoor beschikbaar gesteld. In 2016 was het streven om een akkoord te sluiten met de NAM voor de overige ontbrekende gelden. Dit is doorgeschoven naar begin 2017. Ook op regionaal niveau hebben we met de andere aardbevingsgemeenten goed samengewerkt om bij het Rijk de benodigde middelen op te halen.

4.6.4 Grondzaken • We hebben de grondwaarden getaxeerd (nota 'Grondbeleid gemeente Delfzijl, uitgangspunten en

instrumentarium') Ook zijn de grondexploitaties geactualiseerd. • In 2016 zijn twee bouwkavels in het Kwelderland verkocht.

4.7 Relatie met de bezuinigingen Doel is een reductie van het aantal en het optimaal renderen van de gemeentelijke accommodaties. Dit krijgt uitvoering door het accommodatie- en vastgoedbeleid.

4.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken Er is een nauwe relatie tussen het gemeentelijk vastgoedbeleid en de uitvoering van het integraal investeringsprogramma. De uitvoering van de diverse (herstructurerings)opgaven en de concentratie en bundeling van voorzieningen vanuit de actieplannen is onlosmakelijk verbonden met het gemeentelijk grond- en vastgoedbeleid.

Jaarstukken 2016

Programma 5 Openbare orde en Veiligheid - 39 -

5 Openbare orde en Veiligheid Delfzijl is een gemeente met uitdagingen op het gebied van veiligheid. We zien verschillen in veiligheid tussen leefgebieden in de stad, wijken en dorpen, verschillen tussen groepen en individuen maar ook een verschil tussen wonen en werken. Een veilige woon- en leefomgeving is een randvoorwaarde voor economische ontwikkelingen. Goede veiligheidsvoorzieningen dragen bij aan een goed vestigingsklimaat. Het behouden van een goede kwaliteit van de woon- en leefomgeving is geen vanzelfsprekendheid. Inspanningen van veel verschillende organisaties op het gebied van industrie, zorg, preventie en handhaving liggen hieraan ten grondslag. Veiligheid heeft dan ook raakvlakken met veel beleidsterreinen. Voorbeelden hiervan zijn de Wmo, Jeugd, Stadsbeheer, Gebiedsgericht werken (regie) en fysieke veiligheid. Werken aan veiligheid is een zaak van informatie uitwisselen, samenwerken en afstemmen. De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de burgemeester op het gebied van openbare orde, veiligheid en crisismanagement maken dat de regie van deze samenwerking bij de gemeente ligt. Veiligheid is moeilijk in cijfers te vatten. Om toch een beeld te krijgen van de effecten van ons beleid gebruiken we de cijfers van onze ketenpartners als indicator. Het is een hulpmiddel om prioriteiten te kunnen benoemen en ons beleid aan te passen. De cijfers alleen zeggen niet alles. We proberen een up to date beeld te hebben en houden door veiligheidsthema's voortdurend te bespreken met de ketenpartners. Het is voor de gemeente essentieel om op de hoogte te blijven van de knelpunten die in de gemeente spelen of gaan spelen. Zo spelen wij in op nieuwe ontwikkelingen in veiligheid.

5.2 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 5 zijn de volgende portefeuillehouders en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouder: G. Beukema, IJ.J. Rijzebol Afdeling: Samenleving en Ontwikkeling

5.3 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgelegd.

Jaarstukken 2016

- 40 - Programma 5 Openbare orde en Veiligheid

• Provinciale Milieuverordening t.a.v. Provinciaal Basisnet 2009

• Beleidsnota Wet BIBOB 2010

• Nota Stadstoezicht Delfzijl 2011

• Evenementennota gemeente Delfzijl 2011

• Notitie drugsbeleid Delfzijl 2012

• Beleidsvisie Externe Veiligheid Gemeente Delfzijl 2012

• Regionale Multidisciplinaire Leidraad Publieksevenementen 2013

• Nationaal Basisnet spoor, vervoer gevaarlijke stoffen 2015

• Integraal Veiligheidsbeleid 2015 - 2018

• Regionaal Risicoprofiel en Beleidsplan Veiligheidsregio 2015 - 2018

5.4 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de trends en knelpunten die wij zien. 5.4.1 Veilige woon- en leefomgeving De vorming van de nationale politie is nog steeds in ontwikkeling. In het basisteam waartoe Delfzijl behoort, zie je dit terug in de personeelssamenstelling. Zo is de agent met het taakaccent 'Jeugd' vanaf 2017 terug. Verder zien we dat de domeinen zorg en veiligheid elkaar steeds beter vinden, bijvoorbeeld op een dossier als verwarde personen. Tenslotte blijft de veiligheid rondom evenementen belangrijk. 5.4.2 Jeugd en veiligheid De groepsscan doet zijn intrede. Dit is een nieuwe, verfrissende werkwijze voor de aanpak van jeugdgroepen. Ook voor dit onderwerp geldt dat de domeinen jeugd en veiligheid elkaar steeds meer gaan vinden. 5.4.3 Integriteit en veiligheid Ondermijnende criminaliteit blijft onze aandacht vragen. Het Regionaal Informatie en Expertise Centrum (RIEC) is daarbij voor ons een belangrijke partner. 5.4.4 Industrie Chemie- en industriepark Oosterhorn omvat fabrieken, installaties, water(wegen), leidingen en andere infrastructuur. Deze activiteiten leveren direct- en indirect werkgelegenheid aan een kleine 6000 mensen. De Oosterhorn is een dynamische omgeving waarin veel verandert. Veiligheid is voor elke organisatie van groot belang. In het programma 'Samen werken, samen veilig' wordt door samenwerking het veiligheidsniveau op het hele Oosterhorn terrein verbeterd. 5.4.5 Aardbevingen en risicovolle bedrijven Wij zien de effecten van de aardbevingen hun weerslag hebben op de inwoners, maar ook op de bedrijven op Oosterhorn, Daarvoor is onder verantwoordelijkheid van de NCG een werkgroep en stuurgroep Industrie en aardbevingen samengesteld. De werkgroep onderzoekt de risico's en werkt aan een verbetering van de situatie. Er is flinke vooruitgang geboekt in het onderzoek naar de meest risicovolle bedrijven. Tenslotte willen we bijdragen aan een aantrekkelijk vestigingsklimaat voor bedrijven door veiligheid te organiseren.

5.5 Strategische doelstelling(en) Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. • De gemeente Delfzijl wil een veilige en leefbare gemeente zijn. Een gemeente waar mensen zich

veilig voelen. Toezicht en handhaving zijn hierbij essentieel.

Jaarstukken 2016

Programma 5 Openbare orde en Veiligheid - 41 -

• Verder heeft de gemeente veel industrie en een chemiepark. We willen de kans op - en de effecten van - een incident zo klein mogelijk houden. Een veilige woon- en leefomgeving is ook een randvoorwaarde voor economische ontwikkelingen. Goede veiligheidsvoorzieningen dragen bij aan een goed vestigingsklimaat.

5.6 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 wilden bereiken. • Het hebben van een goede subjectieve veiligheid en objectieve veiligheid in de gemeente Delfzijl.

Extra aandacht is gegeven aan de veiligheid rondom Delfsail 2016. • Het hebben van een goede rampen- en crisisorganisatie in regioverband. • Tenslotte is werken aan de veiligheidssituatie rond het chemiepark en centrum, haven en spoor

ook een speerpunt.

5.7 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 5.7.1 Veiligheidsbeleving De gemeente werkt vanuit het integraal veiligheidsbeleid om criminaliteit te verminderen en de veiligheidsbeleving te verbeteren. Dit doen we in samenwerking met de gemeenten Loppersum, Eemsmond, Appingedam en Ten Boer. Het uitvoeringsplan 2015-2016 heeft hierbij als basis gediend. Toezicht en handhaving is hierbij belangrijk. In 2016 heeft de WO-DEAL verschillende controles uitgevoerd, bijvoorbeeld op de drank- en horecawet. De regiegroep jeugd is doorontwikkeld tot het signaleringsoverleg. Hierbij staat het tijdig signaleren van problemen rondom de jeugd centraal. De regie beleggen we bij de partner waarbij dit hoort. In dit overleg zijn ook de eerste voorbereidingen getroffen voor de invoering van de groepsscan. Burgernet is een middel dat het veiligheidsgevoel kan verbeteren. In 2016 is dit middel ingezet. Hiervan is door de inwoners van Delfzijl gebruik gemaakt en dit heeft ook daadwerkelijk geleid tot het oplossen van een zaak. Minder zichtbaar, maar niet onbelangrijk is ondermijnende criminaliteit. Over dit onderwerp heeft de gemeente constant in contact gestaan met het RIEC. Wel zichtbaar is de coffeeshop in Delfzijl. De gedoogvergunning is conform het drugsbeleid van de gemeente met een jaar verlengd. 5.7.2 Evenementen Delfzijl is een gemeente die zich kenmerkt door mooie evenementen. In 2016 had de gemeente met Delfsail een bijzonder evenement. Er is vanuit veiligheid (en ramp- en crisisbestrijding) veel geïnvesteerd in een veilig verloop van het evenement. En dit met succes! 5.7.3 Rampen- en crisisorganisatie Om de kwaliteit van de rampen- en crisisorganisatie te vergroten is in 2016 veel aandacht besteed aan opleiding, training en oefening. De Inspectie Veiligheid & Justitie voert jaarlijks onderzoek uit naar de kwaliteit van de rampenbestrijding in de veiligheidsregio. Er komt een positief beeld naar voren. Er zijn ook verbeterpunten. Dit zijn leiding en coördinatie, advisering op tactisch en strategisch niveau en vakbekwaamheid. Deze onderwerpen zijn inmiddels opgenomen in het beleidsplan ‘Vakbekwaamheid’. 5.7.4 Projecten In het veiligheidsprogramma 'Samen werken, samen veilig' is in 2016 een aantal projecten gestart. Een project is met succes afgerond. De overige projecten lopen nog. Er is ook gewerkt aan de

Jaarstukken 2016

- 42 - Programma 5 Openbare orde en Veiligheid

verbetering van de veiligheid van fietsers in het industriegebied. Er is een fietspad aangelegd tussen Borgsweer en de zwaaikom in het Oosterhornkanaal. 5.7.5 Bestemmingsplan Oosterhorn Er is ook een nieuw bestemmingsplan Oosterhorn in voorbereiding. In de veiligheidsparagraaf hebben we beschreven hoe wij de relatie windturbines en risicovolle industrie leggen. Wij nemen verder deel aan een landelijk project over veiligheid op en rondom spoorwegemplacementen. Emplacement Delfzijl op Oosterhorn was een pilot. Er is hier ruimte voor ontwikkeling.

5.8 Relatie met de bezuinigingen Geen. 5.9 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken Geen.

Jaarstukken 2016

Programma 6 Werk en Inkomen - 43 -

6 Werk en Inkomen In dit programma komt een groot deel van het speerpunt van het college ‘inzet op werkgelegenheid’ aan bod. Werk is in veel gevallen de sleutel tot actieve deelname in de samenleving. Betaald werk biedt mensen inkomen en gevoel van eigenwaarde en het bevordert emancipatie en integratie. Dit programma omvat arbeidsmarkt, participatie, sociale werkvoorziening en armoede, waaronder de minimaregelingen, kwijtscheldingsbeleid en schuldhulpverlening.

6.1 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 6 Werk en inkomen zijn onderstaande wethouder en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouder: M. Joostens Afdeling: Samenleving en Ontwikkeling

6.2 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgesteld. • Opdrachtformulering: sociale werkvoorziening, arbeidsbemiddeling en re-integratie 2012 • Actie! Ondernemen; naar een nieuwe werkgeversbenadering van de DEAL-gemeenten 2012 • Participatie in de Eemsdelta; uitgewerkte visie op de Participatiewet door ISD, Fivelingo en DAL-gemeenten 2013 • Referentiedocument Economic Board 2015 • Uitvoeringsagenda Economie en arbeidsmarkt 2015 • Armoedebeleid en uitvoering 2015 – 2020 2015 • Kiezen voor perspectief, toekomstscenario's Werkplein Fivelingo 2016

6.3 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de trends en knelpunten die wij zien. 6.3.1 Uitkeringen De economie trekt aan, de landelijke werkloosheid neemt af en tegelijk is er landelijk nog geen daling van het aantal mensen dat afhankelijk is van een uitkering vanwege de participatiewet. Dit komt door de toename van het aantal mensen met een niet-westerse migratieachtergrond, meestal mensen die asiel hebben aangevraagd (bron: CBS). Daarnaast schuift de AOW leeftijd op naar 67 jaar en zorgt de instroom van nieuwe groepen mensen met een arbeidshandicap voor een groei van het aantal mensen in de bijstand. Deze kunnen sinds de decentralisaties niet meer terecht bij het UWV of met een indicatie naar de sociale werkvoorziening. 6.3.2 Bijstand Afgelopen jaar kwamen er vooral meer jongeren en ouderen in de bijstand. Deze tendens zien we terug in de stijging van het aantal klanten bij Werkplein. (bron: CBS)

Jaarstukken 2016

- 44 - Programma 6 Werk en Inkomen

6.3.3 Meer banen Er komen meer banen bij in Groningen, vooral in de bouw en de uitzendsector. Maar ook in andere sectoren zijn er kansen, zoals in de groothandel, ICT en horeca. Tegelijk zien we een afname van werkgelegenheid in bijvoorbeeld de administratieve beroepen, industriële sector, in het openbaar bestuur en het onderwijs. Voor sommige sectoren geldt dat er weliswaar voldoende banen zijn, maar dat er minimaal een opleiding op mbo4 of hbo-niveau vereist is. (bron: UWV) 6.3.4 Opleidingsniveau Ook in onze gemeente zien wij dat het opleidingsniveau van werkzoekenden met een participatiewet-uitkering niet aansluit op de vraag van de werkgevers. Dit ondanks de groei van het aantal vacatures in ons gebied.

6.4 Strategische doelstelling(en Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. • Als gemeente willen we een substantiële bijdrage leveren aan het economisch herstel van het

gebied. Daarom willen we het voor werkgevers nog aantrekkelijker maken zich in ons gebied te vestigen. Wij faciliteren hen waar mogelijk.

• Daarnaast willen wij werkgevers verleiden meer inwoners (met of zonder beperking) als arbeidskracht aan te nemen.

• Inwoners die afhankelijk worden van een uitkering, willen we zo snel mogelijk helpen naar een nieuwe baan. Wij zetten in op een zo snel en zo groot mogelijke uitstroom naar de arbeidsmarkt. Waar de weg naar de arbeidsmarkt een stap te ver is, verwachten wij van onze inwoners dat ze een maatschappelijke bijdrage leveren of actief deelnemen aan leerwerk- en participatietrajecten.

• Overkoepelend doel is: iedereen met een uitkering is aan de slag. Dat kan zijn aan het werk, bezig met scholing of training voor werk, een beschutte werkplek, arbeidsmatige dagbesteding, participatieactiviteiten of andere maatschappelijke bijdragen.

6.5 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 wilden bereiken. 6.5.1 Meer mensen aan het werk • Per 1 januari 2017 zijn ISD en Fivelingo tot één organisatie gefuseerd met de naam Werkplein

Fivelingo. Daarmee bundelen we de deskundigheid van beide organisaties zodat we meer kansen creëren op de arbeidsmarkt voor mensen met of zonder arbeidsbeperking.

• We hebben in DEAL-verband een uitvoeringsagenda opgesteld om aanspraak te maken op de aardbevingsmiddelen voor het stimuleren van arbeidsmarkt en economie. Daarmee willen we de komende jaren extra werkgelegenheid in de DEAL-gemeenten creëren.

• Ook onze gemeentelijke organisatie levert zijn bijdrage door leerwerkplekken ter beschikking te stellen en mensen met een arbeidsbeperking in dienst te nemen. Daarnaast gaan we onze inkoop verbeteren met het toepassen van social return1.

6.5.2 Armoedebeleid neerzetten met stevige rol voor Voedselbank en VKB en een actief Jeugdsportfonds We hebben het nieuwe armoedebeleid 2015-2020 in juni 2015 vastgesteld. Daarin kregen de genoemde partijen een stevige rol en is er veel aandacht voor samenwerking op basis van concrete projecten en informatie-uitwisseling. Daarnaast financieren we stichting Leergeld, de administratiespreekuren bij SWD, Werkplein en Volkskredietbank, Schuldhulpmaatjes, Humanitas

1 Social return is het creëren van werkplekken voor werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt bij onze gemeentelijke Inkoop.

Jaarstukken 2016

Programma 6 Werk en Inkomen - 45 -

thuisadministratie en het kindpakket van Werkplein Fivelingo. Op deze manier voorkomen we schulden, pakken we armoede aan en hebben we volop aandacht voor de participatie van kinderen.

6.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 6.6.1 Werk De arbeidsmarkt gaat over gemeentelijke grenzen heen. De activiteiten die we hebben ondernomen zijn veelal in regionaal verband. Regionale samenwerking In regionale samenwerking met de gemeenten van de arbeidsmarktregio Groningen (Werk in Zicht) hebben we de extra aangevraagde rijkssubsidie (sectorgelden) voor de sociale werkvoorzieningen binnengehaald. Daarmee hebben we bij Fivelingo SW-medewerkers extra geschoold en de kennis en expertise van niet-SW-personeel vergroot. Dit heeft als resultaat dat we de uitplaatsing van SW-ers bij werkgevers op peil houden. In 2016 plaatsten we 135 van de 459 medewerkers bij werkgevers. Onze regionale aanjager voor afspraakbanen (voor mensen met een arbeidsbeperking) leverde een belangrijke bijdrage aan de 1800 afspraakbanen die in 2016 in onze arbeidsmarktregio zijn gerealiseerd. Streefcijfer voor onze regio was 935 banen. Onze regio fungeert op landelijk niveau regelmatig als voorbeeld voor het realiseren van afspraakbanen. Ook via de arbeidsmarktregio hebben we opnieuw een Europese subsidie (ESF) binnengehaald om werkloosheid onder jeugd en mensen met afstand tot de arbeidsmarkt te bestrijden. Voor de zeven gemeenten in subregio Noord is € 500.000 binnengehaald. Daarmee hebben we bij Werkplein Fivelingo extra ingezet op bemiddeling naar de arbeidsmarkt. Het aantal uitkeringen in onze DAL regio is slechts beperkt gestegen van 1626 op 1 januari 2016 naar 1656 op 1 januari 2017. Inzet op arbeidsbemiddeling en maatschappelijke par ticipatie Als drie gemeenten kiezen we bij de fusie van ISD en Fivelingo ervoor om de bezuinigingen op de sociale werkplaats niet volledig te financieren uit de participatiemiddelen. We blijven kiezen voor bemiddeling naar de arbeidsmarkt en gaan voor perspectief voor onze inwoners die een redelijke kans maken op werk. Voor degenen met een uitkering die nauwelijks kans maken op werk, startten we het project 'Sociaal makelaar'. We beginnen in Delfzijl Noord, later volgt uitbreiding naar de rest van de gemeente Delfzijl. De sociaal makelaar heeft als opdracht om degene die geen activiteit buitenshuis heeft, te koppelen aan bestaande wijkactiviteiten of (samen) activiteiten op te zetten. Op deze manier doet ook deze groep mensen mee. Landelijke lobby In de zomer van 2016 nodigden we voor de tweede keer de directeur generaal sociale zaken en integratie van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid uit voor een werkbezoek als onderdeel van onze landelijke lobby. Het contact onderhouden we om de effecten van het rijksbeleid op onze inwoners te kunnen tonen. We hebben de directeur generaal verzocht ons deels te compenseren voor de bezuinigingen op de sociale werkvoorziening. In onze tweede brief van maart 2017, lichtten we dit uitgebreid toe. We hebben twee keer zoveel mensen met een indicatie sociale werkvoorziening dan landelijk gemiddeld en er zijn minder banen beschikbaar voor lager opgeleiden. Daarom komen bij ons deze bezuinigingen dubbelhard aan. We verwachten uitsluitsel na de landelijke coalitieonderhandelingen. Van Uitvoeringsagenda naar het 1000-banenplan en We rk voor onze mensen De colleges van de DEAL-gemeenten hebben in 2015 en 2016 een uitvoeringsagenda economie en arbeidsmarkt op laten stellen. Deze agenda is eind 2016 afgerond. Deze uitvoeringsagenda heeft

Jaarstukken 2016

- 46 - Programma 6 Werk en Inkomen

geleid tot het 1000-banen-plan dat nu in 2017 en verder in de elf gemeenten (G11) van de aardbevingsregio wordt uitgevoerd. Hiermee zorgen wij via onze eigen aanbestedingen en verplichte social return on investments2 voor meer werk voor onze lokale werkgevers en werkzoekenden. Provincie, scholen, NAM, Nationaal Coördinator Groningen en Bouwend Nederland werken mee aan dit plan. Samen met de aardbevingsgemeenten hebben we de minister van sociale zaken gevraagd financieel bij te dragen. We hebben de DEAL-uitvoeringsagenda in Delfzijl laten opvolgen door het project 'Werk voor onze mensen'. Dit project heeft als taakstelling om in 2017 60 mensen en 80 in 2018 duurzaam aan het werk te krijgen. Per 1 november 2016 is daartoe een projectleider aangesteld. Hij richt zich op het inregelen van social return. Een belangrijk hulpmiddel hierbij is de aanbestedingskalender. Daarnaast zoekt hij naar nieuwe werkgelegenheid(sprojecten) en de financiering hiervan. 6.6.2 Armoedebeleid Er zijn veel activiteiten op het gebied van armoedebeleid. Hieronder noemen we de initiatieven die in 2016 zijn gestart. Schulden zorgverzekering Om (meer) schulden te voorkomen hebben we een pilot schulden zorgverzekering gefinancierd bij Werkplein Fivelingo. Een medewerker van de Volkskredietbank nodigde mensen uit met een betalingsachterstand bij de zorgverzekering. Inwoners zijn blij met de verwijzing naar de juiste hulp, waardoor ze hun financiële problemen sneller oplossen. In 2017 bepalen we hoe we deze pilot opvolging gaan geven. Daarvoor willen we verder kijken dan alleen de groep mensen bij Werkplein met schulden bij de zorgverzekering. We kijken dan breed hoe we de financiële problemen vroeg kunnen signaleren en oplossen. Budgetmaatjes en budgettraining We hebben in 2016 het nieuwe project budgetmaatjes gefinancierd. In 2016 zijn hier twaalf vrijwilligers mee gestart. Zij zijn voor 21 mensen budgetmaatje (geweest); ze helpen hen om financieel zelfredzaam te worden en bewindvoering te voorkomen. In 2016 maakte staatssecretaris Kleinsma bekend dat er vanaf 2017 structureel meer financiering beschikbaar is voor armoedebestrijding bij kinderen. In de loop van 2017 maken we hiervoor een plan, waarin we budgettrainingen voor de jeugd terug laten komen. Daarmee willen we meer jongeren bereiken dan mogelijk is met de middelen die in 2016 beschikbaar waren gesteld. Onderzoek Volkskredietbank Samen met de andere deelnemende gemeenten aan de gemeenschappelijke regeling Volkskredietbank hebben we vorig jaar een opdracht gegeven voor het doen van een onderzoek. Het onderzoek gaat over hoe om te gaan met het afnemen van het aantal deelnemende gemeenten door herindelingen en het verbinden van de ondersteuning van de Volkskredietbank aan andere gemeentelijke ondersteuning zoals die van Wmo, CJG en Werkplein. Daarnaast is de bekostigingsstructuur een belangrijk onderzoeksonderwerp. Hoe voorkomen we als gemeenten dat we ieder jaar een exploitatietekort moeten financieren. In 2017 verwachten wij de conclusies van dit onderzoek.

6.7 Relatie met de bezuinigingen In de begroting van de nieuwe gemeenschappelijke regeling Werkplein Fivelingo is geen bezuiniging opgenomen voor onze gemeentelijke bijdrage. De rijksbezuinigingen op de middelen die we gebruiken voor re-integratie en de sociale werkvoorziening zijn dermate groot, dat een bezuiniging op de

Social return is het creëren van werkplekken voor werkzoekenden met afstand tot de arbeidsmarkt bij onze gemeentelijke Inkoop

Jaarstukken 2016

Programma 6 Werk en Inkomen - 47 -

bijdrage van onze gemeentelijk middelen desastreuse gevolgen zou hebben voor de arbeidsbemiddeling van mensen met een uitkering.

6.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en centrum Er is social return toegepast in de stadsvernieuwing in het centrum van de plaats Delfzijl. Hiermee hebben twee mensen met een participatiewet-uitkering hun voordeel gedaan. Zij hebben na het social return traject beiden opnieuw werk gekregen. Bij de verbouwing van het Muzeeaquarium hebben we twee leerwerkplekken gecreëerd voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt. Tot slot is er bij de aanleg van het kunstgrasveld in Spijk een kort leerwerktraject ontstaan waarbij iemand met een uitkering heeft leren graven met een graafmachine.

Jaarstukken 2016

- 48 - Programma 6 Werk en Inkomen

Jaarstukken 2016

Programma 7 Samenlevingszaken - 49 -

7 Samenlevingszaken Met het programma Samenlevingszaken dragen wij bij aan een aantrekkelijke gemeente met goede voorzieningen en faciliteiten. Het programma omvat de beleidsterreinen Jeugd en onderwijs, Welzijn en zorg, Cultuur, toerisme en recreatie, Volksgezondheid en sport en Integratie, asiel en inburgering.

7.1 Portefeuillehouder en afdeling Voor Programma 7 zijn onderstaande wethouders en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouder: J.H. Menninga, J.A. Ronde, IJ. Rijzebol en M. Joostens Afdeling: Samenleving en Ontwikkeling

7.2 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgesteld. • Kadernota Cultuur aan de Kust 2009 • Eropaf in de OGGZ Eemsdelta 2010 • Verordening Wet inburgering gemeente Delfzijl 2010 • Nota cultuurhistorie Geboren uit de Zee 2010 • Wet OKE 2010 • Wmo kadernota 2012-2016 2011 • Vrijwilligers en mantelzorgnota gemeente Delfzijl 2012 • Minderhedennota ‘Delfzijl intercultureel’ 2012 • Convenant Actieplan VSV 2012 • Beleidsnota Toerisme 2012-2016 + uitvoeringsprogramma 2012 • Gezond in DAL 2013-2016 (nota volksgezondheid) + uitvoeringsnota 2013 • Verordening Wet inburgering gemeente Delfzijl 2013 • Kadernota transitie en transformatie sociaal domein gemeenten DAL 2014 • Zorgroute in- en externe zorgstructuur in basisscholen en voorschoolse voorzieningen 2014 • Regionaal Transitie Arrangement Groningen inclusief Groninger Functioneel Model Jeugd 2014 • Contouren Jeugdstelsel Groningen 2015-2018 2014 • Beleidsplan 4D's DAL 2015-2018 2014 • Toekomstvisie leesvoorzieningen gemeente Delfzijl 2015-2016 2015 • Wmo verordening 2015 2015 • Beleidsnotitie Beweging en Samenhang 2016 • Uitvoeringsprogramma Onderwijsachterstandenbeleid 2016

7.3 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de trends en knelpunten die wij zien. In 2016 zien we steeds duidelijker worden wat we al eerder zagen:

• de gevolgen van het sluiten van verzorgingshuizen; • de gevolgen van de aardbevingen op het welzijn van onze inwoners;

Jaarstukken 2016

- 50 - Programma 7 Samenlevingszaken

• verdergaande krimp van onze gemeente, waarop de aardbevingen ook invloed hebben. We zien, ondanks dat in de rest van Nederland de werkloosheid afneemt, in onze gemeente werkgelegenheid voor inwoners een belangrijk probleem blijft. Door onder andere automatisering en digitalisering verdwijnen lagere administratieve en financiële functies. Hierdoor hebben jongeren nog minder kans op een baan. Onze kinderen groeien vaker dan in andere plaatsen in Nederland op in armoede. Het lukt niet alle ouders meer om hun kinderen een veilige plek te bieden om op te groeien. Maar daarnaast zien we ook steeds meer initiatieven in dorpen en wijken ontstaan van inwoners die samen iets voor hun dorp willen doen. Die hun buren goed in de gaten hebben en voor hen zorgen, die iets bedenken om de buurtsuper in stand te houden. We zien krachtige buurten ontstaan waar het nog steeds goed wonen is. We zien dat onze inwoners van de gemeente vragen mee te denken over hun problemen. Er zijn inwoners die de gemeente uitdagen omdat ze denken dat ze iets beter kunnen dan de gemeente. In deze dynamiek hebben we in 2016 ons werk gedaan en zijn samen met inwoners op weg gegaan in en naar een nieuwe samenleving. Dit hoofdstuk geeft weer hoe we dat hebben gedaan.

7.4 Strategische doelstelling(en) Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. 7.4.1 Transformatie Gemeenten hebben de afgelopen jaren extra taken gekregen. Gemeente Delfzijl is voor haar inwoners daarmee het eerste aanspreekpunt geworden voor hulp- ondersteunings en soms ook zorgvraagstukken. Voor onze inwoners, richten wij goed werkende netwerken en systemen in. Onze uitvoeringsorganisaties en ook wij zelf moeten onze werkwijze aanpassen aan de eisen die een veranderende wereld aan ons stelt. Deze transformatie vraagt een andere invulling van de samenwerking met partners, inwoners en elkaar. Wij willen inspireren tot het bieden van nieuwe en betere oplossingen in de samenhang van het gehele sociale domein. We realiseren ons dat dit een stevige opgave is omdat we genoodzaakt zijn dit budgettair neutraal uit te voeren. De transformatie staat verder uitgewerkt in paragraaf J. 7.4.2 Eigen kracht Wij zoeken naar meer participatie en eigen regie van inwoners. Wij werken vanuit de eigen kracht van de inwoners, hun eigen netwerken, hun sociale infrastructuur en zelfredzaamheid. Dit geldt zowel voorindividuen als ook voor (sport)verenigingen in de gemeente. Door het kiezen voor de jeugd en preventie doorbreken we een patroon van blijvende (sociale) armoede. De rol van de gemeente verschuift van overnemen naar faciliteren. De projecten vanuit gebiedsregie, sociale infrastructuur en burgerparticipatie uit onder andere het IIP investeren daarin. 7.4.3 Levendige gemeente met een goede sociale infr astructuur Door te investeren in de toeristische infrastructuur (centrumontwikkeling, uitvoering toeristische projecten IIP), het programmeren van een meerjarige cultuur- en evenementenagenda en de inzet van stads- en gebiedsmarketing vergroten wij de aantrekkelijkheid van centrum, dorpen en wijken. Met de projecten uit de sociale infrastructuur en zorg vergroten wij de leefbaarheid en bereikbaarheid van zorg in onze gemeente zodat het met minder mensen nog steeds prettig wonen en leven is. De keuze voor goede sportaccommodaties - slim verspreid over een groot gebied - borgt de mogelijkheid van goed sporten in Delfzijl. Ook hier zoeken wij naar samenwerking tussen verenigingen en organisaties om hen te versterken en financieel gezond te houden. Om de bereikbaarheid van voorzieningen voor onze inwoners op peil te houden werkt de gemeente Delfzijl samen met alle gemeenten in Groningen en Drenthe, met ondersteuning van beide provincies, via het project Publiek Vervoer Groningen en Drenthe.

Jaarstukken 2016

Programma 7 Samenlevingszaken - 51 -

7.5 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 hebben willen bereiken. 7.5.1 Transformatie

• Transformatie en de ontwikkeling van toegang, professionals en ketenpartners in de drie domeinen en de interne organisatie. (zie paragraaf J).

7.5.2 Zorg voor jeugd

• Professionele en goede inkoop van Jeugdhulp (met de 23 Groninger gemeenten) en Wmo (zie paragraaf J).

• Preventie-activiteiten, voorschoolse voorzieningen (VVE en peuterspeelzalen) en gezondheid. 7.5.3 Integrale zorgvoorziening

• Waar mogelijk een integrale zorgvoorziening verbinden aan bijvoorbeeld de opgaven voor de verpleeghuizen (WLZ) en andere zorgaanbieders in de eerste lijn.

7.5.4 Wonen en leven • Versterken en verbeteren van culturele voorzieningen, sport(verenigingen) en bereikbaarheid

7.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 7.6.1 Welzijn en zorg De (ouderen)zorg verandert. Verzorgingshuizen zijn gesloten omdat ouderen langer thuis blijven wonen in de wijk. Naast de kansen die dat biedt (minder –dure- verzorgingshuisplaatsen en meerouderen op hun vertrouwde plek,) zijn er ook risico's. Ouderen en anderen met een hulp- of ondersteuningsvraag zijn sterker afhankelijk geworden van hun netwerk en mantelzorg. Als gemeente is het zaak om daar de vinger aan de pols te houden. En bovendien vanuit ons aanbod van hulp, ondersteuning en zorg goed samen te werken met alle andere zorgaanbieders zoals bijvoorbeeld huisarts thuishulp, en wijkverpleegkundige. Voor de gemeente bestaat er ook een financieel risico, woningaanpassingen komen uit het budget van de gemeente. Er bestaat kans op een verhoging van eenzaamheid en er ontstaat een toe- nemende vraag naar huishoudelijke ondersteuning (HO), terwijl dit juist één van de bezuinigingen is. In 2016 hebben we de Intentieverklaring Integrale Zorg afgesloten met meer dan twintig partijen waaronder eerstelijnszorgaanbieders om het zorgaanbod vanuit het belang van de inwoner/patiënt vorm te geven. We zien substitutie in de gehele zorgketen. Oftewel, zorg zo laag mogelijk in de zorgketen leveren. Vanuit de tertiaire (of derde lijnszorg, te weten het UMCG) wordt minder complexe zorg verplaatst naar de 2e lijn (andere ziekenhuizen zoals het Martini ziekenhuis en ook de OZG). De tweede lijn verplaatst zorg naar de eerste lijn. In de eerste lijn zien met name de huisartsen de zorgvraag dan ook veranderen en gaan ze samenwerkingsverbanden aan met medisch specialisten (anderhalvelijnszorg) en met de gemeente (welzijn en nuldelijn). We hebben voor jeugd een preventieprogramma ontwikkeld, afspraken gemaakt met de huisartsen over het alleen doorverwijzen naar zware zorg als dat echt niet anders kan en inzet van de praktijkondersteuner van de huisarts. We hebben een intentieverklaring gesloten voor een nieuw gezondheidscentrum in Delfzijl waar nulde-, eerste- en tweedelijnszorg worden verbonden. Het centrum biedt ook de kans geïntegreerde toegang tot welzijn en zorg te ontwikkelen. We zijn met de voorbereidingen gestart om ook 'Welzijn op recept' daarin een plaats te geven. Ook moet er aandacht zijn voor de verbinding aan de zorg en de nabijheid in dorpen en wijken. Gebiedsgericht werken speelt daarin een belangrijke rol, waarin we met gebiedskompassen de zorg- en ondersteuningsvragen in kaart brengen.

Jaarstukken 2016

- 52 - Programma 7 Samenlevingszaken

We zien nieuwe zorgpartijen en burgerinitiatieven in de dorpen die de goede zorg in de dorpen willen behouden. We hebben daarom ook als een van de eerste gemeenten in Nederland de Blijverslening ingesteld. Pilots van zorg rondom bepaalde doelgroepen zijn gestart (met name kwetsbare ouderen) in samenwerking met relevante welzijns- en zorgaanbieders. We willen mensen prettig oud laten worden in de eigen omgeving. We hebben een behoefteonderzoek gestart met Zorgbelang Groningen en een woonwensenonderzoek met Acantus. We zijn in 2016 ook gestart met het ontwikkelen van een ondersteunings- en zorgaanbod voor kwetsbare ouderen met alle relevante partners op gebied van wonen, welzijn en zorg (in het bijzonder de verpleeghuizen). In 2016 zijn nieuwe contracten voor Wmo Begeleiding ingegaan. Tegelijkertijd is in 2016 het iWmo (het digitale declaratie/communicatiesysteem) ingevoerd voor Begeleiding. 7.6.2 Jeugd en onderwijs Delfzijl is een gemeente waarin kinderen opgroeien die een grotere kans hebben op (taal)achterstanden. Demografische ontwikkelingen (krimp en vergrijzing) zijn van grote invloed op de kwaliteit en betaalbaarheid van het primair onderwijs. Dit vraagt om het ontwikkelen van een nieuwe visie op het primaire onderwijs. Doordat het opleidingsniveau in Delfzijl lager is dan het landelijk gemiddelde, heeft een groot deel van de bevolking een lage sociaal economische status (SES). Door onder andere automatisering en digitalisering verdwijnen lagere administratieve en financiële functies. Hierdoor hebben jongeren nog minder kans op een baan. Wij zijn in 2016 geconfronteerd met hoge huisvestingslasten voor het verbeteren en aanpassen van de basisscholen als gevolg van de aardbevingsproblematiek bij alle basisscholen. Hiervoor zijn extra geldmiddelen beschikbaar gekomen voor noodzakelijke versterkingsmaatregelen (aardbevingen). Dit biedt ons de kans om de onderwijshuisvesting te vernieuwen. Die kans pakken we met beide handen aan. We benutten de aardbevingsproblematiek om nieuwe, eigentijdse, duurzame huisvesting te realiseren. In 2016 hebben we de lange termijn visie op bibliotheken verder uitgewerkt, door een 'bibliotheek op school' in Woldendorp (OBS De Woldrakkers) en Wagenborgen (OBS De Waarborg) te realiseren. Dit is een landelijke aanpak voor het primair onderwijs, waarin bibliotheken en scholen structureel samenwerken aan taalontwikkeling, leesbevordering en mediawijsheid van kinderen. Het peuterspeelzaalwerk in de gemeente Delfzijl is vanaf 1 januari 2016 omgevormd tot peuteropvang en voldoet daarmee aan de eisen van de Wet kinderopvang. De gemeente Delfzijl maakte het in 2016 mogelijk om voor kinderen van alleenverdieners of niet-werkende ouders een 'peuteraanbod' doordat zij daar middelen voor vrij gemaakt heeft. We bieden effectieve, snelle en preventieve ondersteuning aan kinderen en ouders die hulp nodig hebben bij opgroeien, opvoeding en onderwijs. Hiervoor hebben we de zorgroute 'Onderwijs Gemeenten' geëvalueerd met alle betrokkenen. Knelpunten en verbeterpunten zijn met het onderwijs, het CJG en de GGD besproken en worden uitgewerkt in de uitvoeringsagenda sociaal domein. Medewerkers van het CJG zijn ingezet om op het voortgezet onderwijs lichte ondersteuning te bieden dan wel zwaardere problemen door te leiden naar het CJG. Vanuit regionale VSV middelen hebben we de pilot 'School als Wijk' ontwikkeld en gefinancierd; een preventieve, integrale aanpak ter voorkoming van vroegtijdige schooluitval. De pilots vonden plaats op het mbo niveau 1 en 2. 7.6.3 Cultuur IVAK De verzelfstandiging van IVAK bleek complexer dan verwacht. Gekozen is voor zorgvuldigheid van het proces waardoor er meer tijd nodig was. De liquidatie, per 31 december 2016 ingezet, is om praktische redenen losgekoppeld van de exploitatie die is gebaseerd op het schooljaar.

Jaarstukken 2016

Programma 7 Samenlevingszaken - 53 -

Cultuurhuis Er is met het vaststellen van de kadernota 2017 € 3 mln gereserveerd voor het opknappen van het gebouw De Molenberg. In 2016 is de tijd genomen om te kijken wat er nodig is voor het gebouw en voor de podiumfunctie van het theater. Hierbij zijn verschillende partijen betrokken, zoals bibliotheek en IVAK. Dit proces vraagt tijd en aandacht omdat we een duurzaam besluit willen nemen. Muzeeaquarium Er is met het Muzeeaquarium een ambitieus plan ontwikkeld om van de nood een deugd te maken door te investeren in het Muzeeaquarium als een grote toeristische trekpleister voor Delfzijl. Kiek over Diek In 2016 werd het project 'Kiek over Diek' afgerond met het succesvolle festival Over de Vloed, dat zich in onze gemeente vooral in Termunterzijl afspeelde en waar veel inwoners aan deel hebben genomen. Divers De Top van Groningen is gereorganiseerd met een nieuw bestuur en een nieuwe directeur. Relaties met ondernemers zijn verbeterd. Samen met Marketing Groningen zijn wandelroutes en apps ontwikkeld voor het centrum van Delfzijl. In 2016 heeft de zesde editie van DelfSail plaatsgevonden. Het evenement heeft een half miljoen bezoekers getrokken. De sponsoring van de gemeente Delfzijl heeft dit evenement mede mogelijk gemaakt. 7.6.4 Sport Sportcoach Alle basisschoolleerlingen uit de groepen drie tot en met acht in de gemeente Delfzijl krijgen les/ gym in 2016 van een sportcoach. Die is ook aan de slag gegaan bij tussenschoolse en naschoolse activiteiten. Omdat we het belangrijk vinden dat jonge kinderen ook meer bewegen hebben we sinds 2016 een leerlingvolgsysteem voor leerlingen uit de groepen drie en vier. Fruit en sportverenigingen Naast de inzet van sportcoaches hebben we met het onderwijs en de naschoolse opvang afgesproken dat kinderen verplicht fruit mee nemen naar school. Tenslotte hebben we aan sportverenigingen gevraagd om sportclinics te geven. Dit met als doel kinderen kennis te maken met sporten en sportverenigingen. Evenementen We hebben ingezet op een toename van plaatselijke, regionale en bovenregionale sportevenementen. Het Eurocup toernooi met deelname van buitenlandse verenigingen, de Zeemijlenloop met nog steeds een groter aantal deelnemers, the Legacy danswedstrijden voor jong en oud en niet te vergeten de opnieuw opgestarte wielerwedstrijd 'Rondje Ziel' in 2016 zijn daar goede voorbeelden van. Verenigingen toekomstbestendig We hebben samen met de verenigingen gesproken over hun toekomst(bestendigheid). Zo is gesproken over een aantal knelpunten, waaronder verouderde accommodaties. Afgesproken is dat we vooral ondersteunend zijn bij zelfwerkzaamheid om de accommodatie toekomst bestendig te maken. Aanvraag subsidies Nog te weinig speeltuinverenigingen vragen subsidie aan voor onderhoud, beheer, aanschaf van nieuwe toestellen en verzekeringen. Ook zijn er in 2016 weinig aanvragen gedaan voor subsidie voor vrijwillige activiteiten voor en door jeugdigen.

Jaarstukken 2016

- 54 - Programma 7 Samenlevingszaken

7.6.5 Integratie, asiel en inburgering Bij minderhedenbeleid ligt de focus op het verbeteren van de zelfstandigheid en zelfredzaamheid van migrantengroepen en op een kwaliteitsslag in de inspraak en afstemming met de gemeente. In september 2016 is als gevolg van de verhoogde asielinstroom een akkoord gesloten tussen gemeenten en rijk waardoor gemeenten weer grip krijgen op inburgering en participatie statushouders. We hebben geconstateerd dat de integratie onder druk is komen te staan. Het is dus goed dat dit akkoord er is. Wij zullen actief monitoren of dit voldoende is en waar nodig aanvullende maatregelen voorstellen. Het Rijk faciliteert de gemeente financieel en inhoudelijk, vastgelegd in een bestuursakkoord. Het akkoord maakt het mogelijk om met concrete maatregelen en een financiële dekking weer invloed uit te oefenen op inburgering en participatie. De uitwerking gebeurt in samenwerking met de gemeenten Appingedam en Loppersum. Hierbij ligt de focus op het ontwikkelen van een integrale visie met aandacht voor huisvesting, onderwijs, participatie en gezondheid. De verhoogde asielinstroom resulteert in een ophoging van het aantal te huisvesten statushouders. In de tweede helft van 2016 blijkt dat de instroom afneemt. Met het COA is uitbreiding van de asielopvang afgesproken. Daarvoor is een tijdelijk tweede asielzoekerscentrum in Delfzijl gebouwd. 7.6.6 Mobiliteit Alle gemeenten en de provincies Groningen en Drenthe werken samen om met minder middelen toch te voorzien in de vervoersbehoeften. We zetten in op Publiek Vervoer, dat wil zeggen het resultaat van een gezamenlijke aanbesteding gemeentelijk doelgroepenvervoer en kleinschalig openbaar vervoer.

7.7 Relatie met de bezuinigingen Geen.

7.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken Geen.

Jaarstukken 2016

Programma 8 Beheer en Realisatie - 55 -

8 Beheer en Realisatie Het programma omvat alle facetten van het realiseren, beheren, en onderhouden van werken in de openbare ruimte die gericht zijn op een duurzame leefomgeving. Hieronder vallen wegen, fiets- en voetpaden, kunstwerken, openbare verlichting, waterwegen, openbaar groen, openluchtrecreatie, sportvelden, afvalverwijdering en –verwerking, riolering en waterzuivering, milieubeheer, lijkbezorging (begraafplaatsen), GEO-informatie en onderhoud gebouwen.

8.1 Portefeuillehouders en afdeling Voor Programma 8 zijn onderstaande wethouder en afdeling verantwoordelijk. Portefeuillehouder: IJ.J. Rijzebol en J.A. Ronde Afdeling: Stadsbeheer

8.2 Beleidskaders De beleidskaders staan beschreven in onderstaande documenten. Aangegeven is in welk jaar deze documenten zijn vastgesteld. • Beheerplan Wegen Delfzijl 2014 - 2019 2014 • Beheerplan Openbaar Groen 2014 - 2019 2014 • Beheerplan Gebouwen 2014 - 2019 2014 • Beheerplan Kunstwerken 2015 - 2019 2015 • Afvalwaterplan DAL/W2/Delfzijl 2013 - 2017 2013 • Integraal Investeringsprogramma 2012 - 2022 2013 8.3 Trends en knelpunten Hieronder omschrijven wij de trends en knelpunten die wij zien. • Schade aan infra, gebouwen en kunstwerken ten gevolge van aardbevingen. • Bodemdaling en een stijgende waterspiegel. • Als gevolg van de (rijks)bezuinigingen ontstaat druk op de kwaliteit van het onderhoud en beheer

van de openbare ruimte. • Druk op het onderhoud en beheer van gronden door de transitie van 'rood' naar 'groen' (door de

sloop van woningen) en achterblijvende verkopen van bouwgronden. • Burger- en overheidsparticipatie vereist een andere werkwijze met betrekking tot realisatie en

beheer. • Een landelijke tendens in een toename van hergebruik van huishoudelijk afval. • Toenemend besef van een verouderde openbare ruimte. Het grootste gedeelte van de openbare

ruimte is aangelegd in de jaren 60, 70 en 80 van de vorige eeuw. Mogelijk bevindt een deel van de openbare ruimte zich in het einde van haar levenscyclus.

• Er is steeds meer sprake van een circulaire economie (ook wel kringloopeconomie genoemd), duurzaamheid speelt een steeds belangrijkere rol. Ook voor de inrichting en het beheer van de openbare ruimte.

Jaarstukken 2016

- 56 - Programma 8 Beheer en Realisatie

• Verbod op het gebruik van Glyfosaat, de zogenaamde chemische onkruidbestrijding. • Extra bomenkap door essentaksterfte. • Toenemend besef dat de wegen te breed zijn in relatie tot het gebruik. De openbare wegen zijn

vooral binnen de kern Delfzijl ingericht op een verwachte bevolkingsgroei richting de 70.000 inwoners. In de praktijk blijkt er nu sprake te zijn van een krimp van de bevolking.

• Opzegging door gemeente Eemsmond van de samenwerking in het bijhouden van de Basisregistraties Adressen en Gebouwen (BAG) en Grootschalige Topografie (BGT).

• Brand in het centrum van Delfzijl

8.4 Strategische doelstelling(en) Om te bereiken wat we beogen, zijn de volgende strategische doelstellingen geformuleerd. 8.4.1 Stadsbeheer Als regievoerende gemeente zetten wij in op het uitbesteden van uitvoeringswerkzaamheden dan wel op samenwerking met andere partijen, waarbij met name de samenwerking met het Werkplein Fivelingo wordt geïntensiveerd. De nota’s 'Blik noar Boet’n' en 'Stadsbeheer weet van (geen) wijken' in combinatie met de bezuinigingen zijn het leidraad om te komen tot een efficiënt en effectief beheer en onderhoud van de openbare ruimte. Gebiedsregie richt zich op het bevorderen van de sociale cohesie en het begeleiden van projecten en bewonersactiviteiten. 8.4.2 Beheer en onderhoud Adequaat beheer en onderhoud van de ondergrondse en bovengrondse infrastructuur. De afgesproken kwaliteit wordt in overeenstemming gebracht met de beschikbare middelen. Factoren als duurzaamheid, effecten aardbeving, krimp en afstemming onder- en bovengrondse infrastructuur spelen daarbij een rol. De huidige benadering van beheer dient daarom omgebogen te worden naar een dynamisch integraal (risico) beheer. 8.4.3 Huishoudelijk afval Reduceren en zo veel mogelijk gescheiden inzamelen van huishoudelijke afval. Dit tegen zo laag mogelijke kosten met een zo hoog mogelijk serviceniveau voor de inwoners. Hierbij staat hergebruik centraal. 8.4.4 Water De bodemdaling en de zeespiegelstijging vormen een reële bedreiging. In de Kaderrichtlijn "Water" vormt het verbeteren van de kwaliteit van het grond- en oppervlaktewater één van de pijlers. Dit betekent het op een duurzame en deugdelijke manier vasthouden, bergen en afvoeren van huishoudelijk afvalwater, afvloeiend hemelwater en grondwater op basis van het Bestuursakkoord Water. Het uitwerken van de Stedelijke Wateropgave, waarbij het uitgangspunt is om voldoende waterbergingen (sloten en vijvers) te creëren in de bebouwde omgeving. In het Intergemeentelijke Afvalwaterplan, dat samen met de waterschappen is vastgesteld en waarin bovengenoemde landelijke beleidskaders zijn opgenomen, zijn de doelen weergegeven om de waterkwaliteit te verbeteren. 8.4.5 Geo-informatie De gezamenlijke beheerorganisatie Geo-informatie dient in 2016 te zijn ingebed in de gemeentelijke organisatie van Delfzijl.

Jaarstukken 2016

Programma 8 Beheer en Realisatie - 57 -

8.5 Prioriteiten Hieronder staan de speerpunten benoemd die we in 2016 hebben willen bereiken. • Het zoveel mogelijk op orde houden van de staat van onderhoud van alle kapitaalgoederen

conform geldende normen en binnen beschikbare middelen. • Vanwege de factoren duurzaamheid, effecten aardbevingen, krimp en afstemming ondergrondse

en bovengrondse infrastructuur wordt het beheer omgebogen naar een meer dynamisch integraal (risico)beheer.

• Het bevorderen van het hergebruik van huishoudelijk afval. • Vergroten betrokkenheid inwoners door inzet gebiedsregie. • Duurzaamheid in dorpen.

8.6 Activiteiten Wat we in 2016 hebben bereikt en gedaan om onze doelstellingen te bereiken, staat hieronder aangegeven. 8.6.1 Onderhoud kapitaalgoederen Een groot deel van de wijken van Delfzijl is aangelegd in de jaren 60, 70 en 80 van de vorige eeuw. De openbare ruimte is verouderd. De raad heeft daarom het addendum wegbeheer in november 2016 vastgesteld. Het betreft een koerscorrectie op het al vastgestelde wegenbeheerplan. De nadruk verschuift daarmee van onderhoud naar vervangingsinvesteringen in de wegen. Er is gestart met het opstellen van een nieuw 'Verbreed Gemeentelijk Rioleringsplan' in DAL-verband. In dit geïntegreerd afvalwaterplan stemmen wij alle maatregelen voor riolering, gemalen, zuivering, grondwater en hemelwater op elkaar af. Het afvalwaterplan vormt het uitvoeringsprogramma voor de realisatie van de diverse werken in de periode 2017 - 2021. Het uitvoeringsprogramma voor 2016 is nagenoeg gevolgd. Door de aanwezigheid van een oude bunker konden we de geplande rioolvervanging Borgweg en gedeelte Achterweg niet uitvoeren. Dat doen we in 2017. Essentaksterfte trekt een grote wissel op het groenbeheer. In 2016 hebben we meer bomen moeten kappen dan voorzien. Sinds maart 2016 mogen we geen chemische onkruidbestrijding op verharding (Glyfosaat) meer toepassen. In 2016 hebben we met alternatieve bestrijdingsmethoden geëxperimenteerd. Hiermee realiseren we een lager kwaliteitsniveau dan met de chemische bestrijding. We halen wel de kwaliteit zoals vastgelegd in het Beheerplan Openbaar Groen. In 2016 hebben we helderheid gekregen over het beheer en eigendom van de Havenbrug. Deze heeft twee beheerders: de gemeente Delfzijl is wegbeheerder en Prorail is spoorwegbeheerder. Beide beheerders zijn verantwoordelijk voor het in standhouden van de volledige constructie, dus inclusief de onderbouw. De brug is aangelegd aan het einde van de jaren 50 van de vorige eeuw en is aan onderhoud toe. Om de juiste maatregelen te bepalen is eind 2016 een onderzoek gestart naar de restlevensduur van de fundering van de Havenbrug. Dit onderzoek is in de tweede helft van 2017 afgerond. Het beleidsplan en uitvoeringsplan openbare verlichting is gereed en klaar om voorgelegd te worden aan de raad. Daar waar de lichtmasten moeten worden vervangen, stellen we voor te kiezen voor LED-verlichting. We hebben onze gebouwen in 2016 conform het beheerplan onderhouden op een laag kwaliteitsniveau (niveau C). In 2016 zijn in alle gebouwen de elektrische installaties gecontroleerd. Er is budget opzij gezet om noodzakelijke maatregelen die uit de controles blijken in 2017 te kunnen treffen.

Jaarstukken 2016

- 58 - Programma 8 Beheer en Realisatie

In 2016 is het plan om over te gaan van 'correctief strooien' naar 'preventief strooien' in de praktijk gebracht. De strooiers en voertuigen hebben we omgebouwd en voorzien van een geautomatiseerd routesysteem. Zo is de bedrijfsvoering verder geoptimaliseerd. De snelheid en het resultaat van de gladheidsbestrijding is verbeterd, en daarmee de veiligheid van de weggebruikers. 8.6.2 Dynamisch integraal (risico)beheer We buigen het beheer van onze kapitaalgoederen om naar een meer dynamisch integraal (risico)beheer. We houden daarbij rekening met duurzaamheid, effecten aardbevingen, krimp en afstemming ondergrondse en bovengrondse infrastructuur. Integraal beheer van onze kapitaalgoederen is een werkwijze en een cultuurverandering die we in 2016 hebben ingezet. We zien in de praktijk dat er tussen de disciplines een betere afstemming plaatsvindt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit het gecombineerde investeringswerk in de A.E. Gorterweg, waarbij riolering en weg gereconstrueerd zijn. 8.6.3 Het bevorderen van het hergebruik van huishou delijk afval Het huishoudelijk afval is met ingang van 1 juli 2016 verwerkt bij de scheidingsinstallatie van Afvalsturing Friesland (Omrin) te Heerenveen. Zij hergebruiken bruikbare componenten en zetten organisch afval om in groen gas. Overig afval wordt verbrand. 8.6.4 Vergroten betrokkenheid inwoners door inzet g ebiedsregie Actieve inzet op gebiedsregie heeft in 2016 geleid tot bevordering van de sociale cohesie in dorpen en wijken. Gebiedsregie was betrokken bij het voorbereiden van zo’n 48 projecten in buurten en dorpen. Er zijn inloopbijeenkomsten en gezamenlijke schouwrondes georganiseerd. Ook zijn er maatwerkovereenkomsten over zelfwerkzaamheid afgesloten. Dit gebeurde in nauwe samenwerking met de rayonbeheerders van Stadsbeheer, het Klanten Contact Centrum en betrokken externe partners. Een project waarbij gebiedsregie ook nauw was betrokken was het opwaarderen van de Nieuweweg in Farmsum. In 2016 hebben we een plan gemaakt samen met de direct omwonenden. Het pand aan de Nieuweweg 15 is gesloopt. In goede samenwerking en overleg met de buurtbewoners is een oplossing gevonden voor de minder fraaie plekken in de straat. Zo denken we aan de aanleg van een parkeervoorziening, gevelverbetering en het aanbrengen van doeken voor de afscherming van de lege kavels tussen de bebouwing. Gevelverbetering is in 2016 uitgevoerd. De overige maatregelen staan gepland in 2016. 8.6.5 Duurzaamheid in dorpen We hebben bij de aanleg van het kunstgrasveld in Spijk delen van het voormalige hockeyveld in Holwierde hergebruikt. Het voormalig hockeyveld is vervolgens gebruikt om baggermateriaal uit onze sloten te drogen. Daardoor is het restmateriaal lichter. Dit scheelt brandstof- en stortkosten. Bij de vervanging van wegen passen we meer duurzame materialen toe. In de 30 kilometer zone vervangen we het asfalt door gebakken materiaal als de weg aan vervanging toe is. Bij de renovatie van gemalen besparen we 59% op het energieverbruik door gebruik te maken van slimme software en door de installatie zo aan te passen dat grofvuilroosters overbodig zijn geworden.

8.7 Relatie met de bezuinigingen In 2016 is een gedeelte van de bezuinigingen op apparaatskosten (onderhoud en service) in de openbare ruimte doorgevoerd. De hoeveelheid taken is toegenomen. Stadsbeheer is er in geslaagd het merendeel van de beoogde kwaliteit en service te leveren. De flexibiliteit om adequaat te reageren op seizoenseffecten of opgetreden onvoorziene omstandigheden is echter afgenomen. Als gevolg daarvan is niet overal en continu het wensbeeld voor de kwaliteit van de openbare ruimte

Jaarstukken 2016

Programma 8 Beheer en Realisatie - 59 -

gerealiseerd. Dit laatste geldt voor het verwijderen van het onkruid in het groen en plaatselijk herstel van wegen en paden. Als gevolg van de essentaksterfte is een deel van de geplande onderhoudsmaatregelen, waaronder het onderhoud van beplantingen en snoeiwerkzaamheden in de winter niet volledig uitgevoerd.

8.8 Relatie met de actieplannen centrum, dorpen en wijken De projecten uit de actieplannen zijn rechtstreeks van invloed op het beheer van de openbare ruimte en de beleving hiervan door de bewoners. Gebiedsregie, het programmabureau en de afdeling Stadsbeheer zorgen voor afstemming tussen de diverse partijen over de gewenste kwaliteit om te komen tot een optimaal resultaat. Bewonersparticipatie maakt daar deel van uit; we werken integraal.

Jaarstukken 2016

- 60 - Programma 8 Beheer en Realisatie

Jaarstukken 2016

Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien - 61 -

9 Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien Onderstaande tabel geven een overzicht van de algemene dekkingsmiddelen. Het betreft voornamelijk de OZB en de uitkering uit het gemeentefonds. Deze middelen kennen in tegenstelling tot heffingen als de rioolheffing of de afvalstoffenheffing geen vooraf bepaald bestedingsdoel. De niet vrij aanwendbare heffingen worden, evenals de ontvangsten van de specifieke uitkeringen in de programma’s waarvan ze (voor een deel) de kosten dekken, onder de baten verantwoord. In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de middelen die vrij besteedbaar zijn. In de paragraaf lokale heffingen wordt voor in totaliteit ingegaan op de anderen lokale heffingen, dus ook die niet vrij aanwendbaar zijn. Algem ene dekk ingsm iddelen

Rea lisa tie Ram ing Ram ingbegrotingsjaa r begrotingsjaa r begrotingsjaa r

na w ijz iging voor w ijz iging

Lokale heffingen 10.374 10.519 10.319

Algem ene uitkeringen 52.053 48.983 48.202

Dividend 449 449 252

Saldo Financierings functie 1.914 1.853 1.816

Overige algem ene dekkings m iddelen -1.516 -1.672 -596

Saldo 63.274 60.132 59.992

(bedragen (x € 1.000)

9.1 Algemeen Het totaal van de algemene dekkingsmiddelen van de realisatie ten opzichte van de raming na wijziging toont een positieve afwijking van € 3.142.000. Dit wordt veroorzaakt door een hoger bedrag voor algemene uitkering (€ 3.070.000), een lager bedrag voor lokale heffingen (€ 145.000), een hoger bedrag het saldo financieringsfunctie (€ 61.000) en een lagere last voor overige algemene dekkingsmiddelen (€ 156.000).

9.2 Algemene lokale heffingen Zie voor het beleid ten aanzien van deze belastingen en een overzicht op hoofdlijnen naar de ‘Paragraaf Lokale Heffingen’. Voor het jaar 2016 is een trendmatige verhoging voor de gemeentelijke belastingen en tarieven meegenomen.

9.3 Gemeentefonds (algemene uitkering) Het totaal van de algemene uitkeringen van de realisatie ten opzichte van de raming na wijziging toont een positieve afwijking van € 3.070.000. Dit betreft een positief saldo van € 2.950.000 voor het lopend jaar 2016. Voor de algemene uitkering van voorgaande jaren is er een positief saldo te constateren van € 120.000. De oorzaak ligt voornamelijk bij een extra uitkering uit het Gemeentefonds ten behoeve de transitie onderwijs. (2,7 miljoen euro voor het Scholenprogramma (aardbevings- en toekomstbestendig maken van schoolgebouwen)).

Jaarstukken 2016

- 62 - Algemene dekkingsmiddelen en Onvoorzien

9.4 Dividenden De gemeente Delfzijl ontvangt jaarlijks dividenduitkeringen uit hoofde van haar aandelenbezit in de Bank Nederlandse Gemeenten en in een aantal andere verbonden partijen die na de verkoop van de aandelen Essent zijn ontstaan. De ontvangen dividenden betreffen de (werkelijke) dividenduitkeringen over 2015. De volgende uitkeringen zijn in 2016 geëffectueerd: • B.N.G € 40.000 • Enexis € 264.700 • CBL Vennootschap BV € 18.300 • Verkoop Vennootschap BV € 197.200 • Overige deelnemingen € 71.200-/- Totaal € 449.000

9.5 Saldo financieringsfunctie De investeringen ultimo 2016 bedragen € 83,7 miljoen. De gemeente Delfzijl heeft ter financiering van haar activiteiten in totaal € 91,0 miljoen, exclusief het resultaat 2016, ter beschikking (financieringsoverschot van € 7,3 miljoen), bestaande uit de volgende financieringsmiddelen: • Geldleningen € 63,8 miljoen • Reserves € 21,0 miljoen • Voorzieningen € 6,2 miljoen 9.6 Onvoorzien

Bedrag

60

60

Realisatie Raming Ramingbegrotingsjaar begrotingsjaar begrotingsjaar

na wijziging voor wijziging

1. Burger en Bestuur - - -

2. Wonen, Milieu en Economie - - -

3. Vergunning en Handhaving - - -

4. Ontwikkeling Vastgoed - - -

5. Openbare orde en veiligheid - - -

6. Werk en Inkomen - - -

7. Samenlevingszaken - - - 8. Beheer en Realisatie - - -

Algemene dekkingsmiddelen 60 - 60

60 - 60

Gebruik onvoorzien

Totaal onvoorzien

Totaal

Onderwerp Begrotingswijziging in raadsvergadering d.d.

Tweede tussenrapportage 2016; vrijval van de post onvoorzien

10 november 2016

Jaarstukken 2016

Paragrafen - 63 -

1.2 Paragrafen

Jaarstukken 2016

- 64 - Paragrafen

Jaarstukken 2016

Paragraaf A Lokale heffingen - 65 -

A Lokale heffingen

1. Inleiding In 2016 was 18,4% van de inkomsten van de gemeente Delfzijl afkomstig uit lokale heffingen. De lokale heffingen vormen daarom een belangrijke inkomstenbron van de gemeente, die vooral inwoners opbrengen. Deze paragraaf geeft op hoofdlijnen een overzicht van de diverse lokale heffingen en belastingen Hiermee ontstaat inzicht in de lokale lastendruk. Dat is van belang voor de integrale afweging tussen enerzijds beleid en anderzijds inkomsten. Ook geven wij weer welk beleid de gemeente in 2016 heeft gevoerd voor de lokale heffingen en de kwijtschelding hiervan.

2. Overzicht van de lokale heffingen Tabel 1 geeft weer welke opbrengsten uit lokale heffingen zijn gerealiseerd. Ten opzichte van de rekening 2015 is er een hogere totaalopbrengst van € 461.000. De totale realisatie is € 136.000 lager ten opzichte van de raming 2016. Dit verklaren wij uit mutaties in voorgaande jaren, en door de gevolgen van krimp (meer leegstand dan geraamd). Voor de overige verklaringen zie verder in deze paragraaf.

Tabel 1: Opbrengsten van de lokale belastingen en heffingen (x 1.000)

Realisatie Begroting Realisatie t.o.v. t.o.v.

2015 2016 2016 begr 2016 rek 2015

Onroerende zaakbelasting:

-woningen 2.865 2.967 2.966

-niet-woningen 6.202 6.905 6.824

-totaal 9.067 9.872 9.790 -82 723

Afvalstoffenheffing 3.193 2.965 2.944 -22 -249

Reinigingsrechten 110 104 89 -15 -21

Rioolheffing 3.217 3.293 3.293 0 75

Bouwleges 380 232 230 -2 -150

Toeristenbelasting 98 108 109 1 11

Hondenbelastingen 152 160 146 -14 -6

Precariobelastingen 774 782 782 0 8

Reclamebelasting 64 64 62 -2 -2

Secretarieleges 246 301 274 -27 28

Begrafenisrechten 134 150 179 29 45

Liggelden woonschepen 3 3 3 0 0

Marktgelden 11 12 10 -2 -1

Totaal 17.449 18.046 17.910 -136 461

stijging of daling

Het merendeel van de lokale lasten in 2016 bestaat uit de onroerende-zaakbelastingen ( 54,6 %), afvalstoffenheffing ( 16,4 %) en rioolrechten ( 18,4 %).

3. Ontwikkeling van de lokale lasten Tabel 2 geeft inzicht in de ontwikkeling van de lokale heffingen in de gemeente Delfzijl ten opzichte van het landelijk gemiddelde.

Jaarstukken 2016

- 66 - Paragraaf A Lokale heffingen

Tabel 2 : Tarieven lokale heffingen

Delfzijl Delfzijl % t.o.v. Landelijk

2015 2016 2015 2016

Onroerende zaakbelastingen

- Woningen 0,1950 0,2052 5,2% 0,1259

- Niet-woningen eigenaren 0,3948 0,4165

- Niet-woningen gebruikers 0,3291 0,3457

- totaal Niet-woningen 0,7239 0,7622 5,3% 0,4571

Afvalstoffenheffing

- Eenpersoonshuishouden 237,10 219,10 -7,6% 209

- Meerpersoonshuishouden 299,40 276,70 -7,6% 263

- Extra container gft 29,30 27,05 -7,7%

- Extra container restafval 107,80 99,60 -7,6%

Reinigingsrechten

- Tariefgroep I 281,00 259,70 -7,6%

- Tariefgroep II 394,00 364,15 -7,6%

- Tariefgroep III 590,00 545,30 -7,6%

Rioolheffing

- Gebruiker 270,60 277,60 2,6% 193

- Garagebox 32,80 32,80 0,0% 3.1 Onroerende zaakbelastingen De onroerende zaakbelastingen (OZB) genereren de hoogste belastingopbrengst. De OZB bestaat uit de eigenarenbelasting voor woningen en niet-woningen en de gebruikersbelasting alleen voor de niet-woningen. De gemeente bepaalt het bedrag dat de belastingplichtigen moeten betalen op basis van de (WOZ)waarde van de onroerende zaak. Voor het belastingjaar 2016 geldt de waardepeildatum 1 januari 2015. Ten opzichte van het jaar 2015 (peildatum 1 januari 2014) waren de (WOZ)waarden van de woningen gemiddeld gedaald met 1,9 %, terwijl de niet-woningen gemiddeld stegen met 0,9 %. De tarieven voor woningen en niet-woningen zijn gestegen. Dat komt door de gemiddelde daling van de (WOZ)waarden en de landelijke trendmatige verhoging van de OZB, de uitwerking van een amendement van 6 november 2014 naar aanleiding van een bezuinigingstaakstelling op verwerking van huisvuil, alsmede extra opbrengst windmolens op de schemdijk en bij de Pier van Oterdum. De werkelijke opbrengst over 2016 is 0,8 % lager dan de raming. Dit heeft voornamelijk te maken met een ambtshalve vermindering van aanslagen in voorgaande jaren van een enkele groot (industrie) object.

3.2 Afvalstoffenheffing / Reinigingsrechten Voor de reinigingsheffingen (afvalstoffenheffing en reinigingsrechten) willen we dat de tarieven kostendekkend zijn. Afvalstoffenheffing Tarieven De tarieven voor de afvalstoffenheffing 2016 zijn ten opzichte van 2015 7,6 % lager vastgesteld. Dit als gevolg van een verlaging van de totale kosten voor huisvuilverwerking van € 250.000. Opbrengsten De opbrengsten 2016 voor afvalstoffenheffing zijn € 22.000 lager dan geraamd. Dit heeft voornamelijk te maken met een verschuiving van meerpersoonshuishoudens naar eenpersoonshuishoudens en een afname van het aantal belastingplichtigen (bevolkingsdaling).

Jaarstukken 2016

Paragraaf A Lokale heffingen - 67 -

Reinigingsrechten Tarieven De tarieven voor reinigingsrechten voor 2016 zijn, evenals bij de afvalstoffenheffing, ten opzichte van 2015 naar beneden bijgesteld (7,6 %). Opbrengsten De opbrengsten 2016 voor reinigingsrechten zijn in werkelijkheid € 15.000 lager uitgevallen dan de raming. Dit heeft voornamelijk te maken met de terugloop van belastingplichtigen voor deze diensten.

3.3 Rioolheffing Tarieven Het dekkingspercentage is ook dit jaar nagenoeg 100%. In verband met stijging van de kosten ten opzichte van het belastingjaar 2015 is het tarief voor 2016 2,6 % hoger vastgesteld. De totale kosten voor investering en onderhoud aan rioleringen zijn ten opzichte van 2015 met € 84.000 gestegen. Dit was de reden van de verhoging van het tarief. Het tarief voor een garagebox is gelijk gebleven. Opbrengsten De opbrengst voor rioolheffingen 2016 wijkt niet af van de raming.

3.4 Overige tarieven Bouwleges Conform de uitgangspunten en richtlijnen voor de begroting 2016 zijn de bouwleges trendmatig verhoogd met 1,3 %. De gerealiseerde opbrengst voor bouwleges is € 2.000 lager dan de raming. Hondenbelasting Conform de uitgangspunten en richtlijnen voor de begroting 2016 zijn de tarieven voor de hondenbelasting trendmatig verhoogd met 1,3 %. De tarieven voor 2016 zijn als volgt vastgesteld: • Voor 1 hond € 59,80 (in 2015 € 59,10) • Voor 2 honden € 119,60 (in 2015 € 118,20) • Voor meer dan 2 honden/kennel € 185,70 (in 2015 € 183,30) De gerealiseerde opbrengst is € 14.000 lager dan de raming. Wij houden de controles één keer in de twee jaar. In het jaar 2016 was geen controle Toeristenbelasting In 2016 is het tarief voor toeristenbelasting verhoogd en vastgesteld op € 1,39 per persoon per nacht (tarief 2015 € 1,35). Deze verhoging zetten wij in als dekking van de extra kosten voor de regionale VVV en is conform het besluit opgenomen in de Kadernota 2011. De meeropbrengst ten opzichte van de raming 2016 is € 1.000. Secretarieleges Conform de uitgangspunten en richtlijnen voor de begroting 2016 zijn de secretarieleges met 1,3% verhoogd. De werkelijke opbrengsten zijn ten opzichte van de begroting 2016 € 27.000 lager uitgevallen. Deze daling heeft voornamelijk te maken met minder afgegeven reisdocumenten. Begrafenisrechten Op grond van het raadsbesluit van 28 februari 2013 zijn de tarieven voor lijkbezorgingsrechten 2016 vastgesteld. Op grond van dit besluit en actuele gegevens en inzichten zijn de geraamde inkomsten vanaf dit jaar structureel geraamd op € 150.000. De gerealiseerde opbrengsten zijn € 179.000. Een meeropbrengst van € 29.000

Jaarstukken 2016

- 68 - Paragraaf A Lokale heffingen

3.5 Precariobelastingen De gerealiseerde opbrengst in 2016 is even hoog als de raming. Ten aanzien van deze belasting bestaan er momenteel nog steeds risico's. 1e. Bezwaar en beroep:

Tegen een vijftal aanslagen Precariobelastingen ( 2012 t/m 2016) is bezwaar aangetekend. Momenteel is een gerechtelijke procedure gaande, aangegaan door de provincie en een aantal gemeenten. De gemeente Assen is hierin het uitvoerende orgaan. Inmiddels heeft de rechtbank uitspraak gedaan ten gunste van onze gemeente. Ook is er intussen een aantal gesprekken geweest tussen de projectgroep en Enexis over de uitwerking en betekenis van deze uitspraak. Als projectgroep ( gezamenlijke gemeenten en provincie) is besloten niet in hoger beroep te gaan. Nog niet zeker is of Enexis in hoger beroep zal gaan.

4. Ontwikkeling van de woonlasten De gemiddelde gemeentelijke woonlasten per huishouden zijn in 2016 met 1,0 % gedaald ten opzichte van het jaar 2015. In totaliteit zijn de woonlasten € 800. Tabel 3 geeft de omvang van de lokale woonlasten voor een gemiddeld (meerpersoons-) huishouden in Delfzijl weer. Het landelijk gemiddelde is door COELO berekend op € 723 per huishouden. Bij de berekening is uitgegaan van de gemiddelde WOZ waarde van € 119.700.

Tabel 3: Woonlasten per huishouden

Delfzijl Delfzijl % t.o.v. Landelijk

2015 2016 2015 2016

Gemiddelde OZB aanslag 238 246 3,2%

Afvalstoffenheffing 299 277 -7,6%

Rioolrechten 271 278 2,6%

Totaal woonlasten 808 800 -1,0% 723

5. Kwijtscheldingsbeleid Huishoudens met een laag inkomen komen in de gemeente Delfzijl in aanmerking voor kwijtschelding van lokale belastingen en heffingen. Uitzondering is de hondenbelasting, hiervoor verlenen wij geen kwijtschelding. Kwijtschelding verlenen wij op basis van 100% van de bijstandsnorm, waarbij een vermogenstoets plaatsvindt. De grondslag voor het verlenen van kwijtschelding zit verankerd in de "Verordening kwijtschelding gemeentelijke belastingen gemeente Delfzijl". Afhankelijk van de inkomens- en vermogenstoets schelden wij de woonlasten voor minima geheel of gedeeltelijk kwijt. In de begroting is rekening gehouden met een last van € 525.000. De werkelijke kwijtschelding van belastingen en heffingen is € 3.000 lager.

Jaarstukken 2016

Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing - 69 -

B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing 1. Inleiding Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de weerstandscapaciteit en de aanwezige risico’s. Het weerstandsvermogen geeft aan in welke mate de organisatie in staat is om financiële tegenvallers op te kunnen vangen. Onder weerstandscapaciteit verstaat het besluit begroting en verantwoording de middelen en mogelijkheden waarover de organisatie beschikt of kan beschikken om niet begrote kosten te dekken. Een risico kan worden gedefinieerd als de kans waarop een gebeurtenis zich kan voordoen en welke impact deze gebeurtenis heeft. Voor de bepaling van het weerstandsvermogen zijn alleen die risico’s van belang waarvoor geen maatregelen zijn getroffen. Het weerstandsvermogen is voldoende indien het saldo van de weerstandscapaciteit minus de aanwezige risico’s positief is. Voor een goede beoordeling en inzicht in het weerstandsvermogen is het van belang dit vermogen af te zetten tegen de risico’s. De omvang van een risico is afhankelijk van: 1. de kans dat het risico zich voordoet; 2. het financiële gevolg van het risico = de impact. De meest actuele risicoanalyse dateert van april 2017 en is de basis geweest voor deze paragraaf. We hebben de huidige ontwikkelingen betrokken bij de analyse, de bestaande risico’s zijn geactualiseerd en nieuwe risico’s zijn, indien aanwezig, toegevoegd. De resultaten zijn in een tabel samengevat (zie verderop in deze paragraaf).

2. Beleid Het beleid inzake het weerstandsvermogen geven wij als volgt weer:

� de raad stelt jaarlijks de hoogte van het benodigde weerstandsvermogen in deze paragraaf vast;

� de algemene reserve mag niet negatief zijn; � de raad stelt op voorstel van het college een bestemmingsreserve vast; � de (incidentele) weerstandscapaciteit gebruiken wij in eerste instantie voor zowel incidentele

als structurele tegenvallers; � structurele tegenvallers dekken wij, zonder dat daar meevallers tegenover staan, in de

eerstvolgende meerjarenbegroting; � de post onvoorzien gebruiken we voor incidentele tegenvallers; � risico’s beoordelen wij jaarlijks bij de jaarrekening en begroting en waar nodig passen wij die

aan.

3. Weerstandscapaciteit Om de risico’s financieel op te vangen horen wij als gemeente te beschikken over een weerstandscapaciteit. Op deze wijze kunnen wij de gevolgen dekken uit deze buffer, zonder dat we de begroting en het beleid direct hoeven aan te passen. In onderstaande tabel maken wij onderscheid tussen de structurele en incidentele weerstandscapaciteit.

Jaarstukken 2016

- 70 - Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Bestanddeel Incidentele weerstandscapaciteit

Structurele weerstandscapaciteit

Onvoorzien X Algemene Reserve X Bestanddelen Bestemmingsreserve X Stille reserves X Onbenutte belastingcapaciteit X Vrije ruimte in de meerjarenraming (begrotingsruimte)

X

Kostenreductie (bezuinigingen) X Adequate beheersmaatregelen (opzet, bestaan en werking)

X

Onvoorzien Conform het provinciaal toetsingskader is het niet verplicht om een post onvoorzien op te nemen als onderdeel van de weerstandscapaciteit. Dit gezien de verplichting om een materieel sluitende meerjarenbegroting te presenteren. In de begroting is voor dekking van niet voorziene uitgaven een structureel bedrag van € 2,25 per inwoner opgenomen. Dit budget kunnen wij incidenteel aanwenden. Algemene Reserve De Algemene Reserve dient voor:

� calamiteiten (risico’s ) en onvoorziene uitgaven; � voor het afdekken van rekeningtekorten en incidentele bedragen.

De algemene reserve bedraagt per 31 december 2016 (voor resultaatbestemming) € 6.191.000. Egalisatiereserve De egalisatiereserve Sociaal Domein (per 31 december 2016 € 2.305.000) zetten wij niet meer in bij de beschikbare weerstandscapaciteit van de organisatie. Deze reserve is specifiek bedoeld om de risico's verbonden aan het Sociaal Domein te dekken. Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves behoren in beginsel niet tot de weerstandscapaciteit aangezien de gereser-veerde middelen een bestedingsdoel kennen. Voor sommige bestemmingsreserves geldt dat het algemene doel wel is beschreven, maar er nog geen specifiek doel aanwezig is. Deze reserves zouden we relatief eenvoudig kunnen omzetten naar de algemene reserve. Op deze wijze kunnen we het weerstandsvermogen versterken. Wel heeft dit gevolgen voor de ambities of het beleid van de gemeente. De bestemmingsreserves bedragen per 31 december 2016 € 5.156.000. De vrije ruimte hierin is nihil en kunnen we niet inzetten voor de beschikbare weerstandscapaciteit. Stille reserves Van stille reserves is sprake als activa onder de opbrengstwaarde of tegen nul zijn gewaardeerd, maar (direct) verkoopbaar zijn als men dat zou willen tegen een bepaalde (hogere) waarde. Bij verkoop van deze bezittingen ontstaan dus winsten die eenmalig vrij inzetbaar zijn. Onder de stille reserves vallen onder andere: � de meerwaarde van de aandelen (financiële vaste activa) die nu nog gewaardeerd zijn tegen de

aanschafwaarde;

� de meerwaarde van de gemeentelijke gronden die gewaardeerd zijn tegen de toen geldende aankoopwaarden. Door de herwaardering boekwaarden in de grondexploitatie is hier geen sprake meer van.

Jaarstukken 2016

Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing - 71 -

Een belangrijke voorwaarde is dat het een en ander per direct verkoopbaar is. Derhalve merkt de gemeente Delfzijl de stille reserve in aandelen (financiële vaste activa) niet aan als weerstands-capaciteit. Daarnaast genereren deze bestanddelen structurele opbrengsten in de vorm van dividend. Op dit moment zijn de stille reserves niet bekend, en wij zetten die op nihil voor het bepalen van de omvang van de weerstandscapaciteit. Onbenutte belastingcapaciteit De onbenutte belastingcapaciteit kan de gemeenteraad aangespreken door daartoe (na een gedegen afweging) te besluiten. Zie ook de paragraaf Lokale heffingen voor de belastingcapaciteit. Vrije ruimte in de meerjarenraming (begrotingsruimt e) Als de begroting en meerjarenraming sluiten met een positief saldo, is sprake van een begrotings-ruimte, die wij kunnen inzetten voor structurele financiële tegenvallers die zich hebben voorgedaan en eerst incidenteel zijn afgedekt. Kostenreductie (bezuinigingen) Om mogelijke structurele risico’s op te kunnen vangen kunnen we een oplossing vinden in kostenreductie en/of bezuinigingen. Omdat dit afhankelijk is van nog te maken politieke keuzes kunnen we de omvang hiervan niet meenemen in het bepalen van de omvang van de weerstandscapaciteit. In de meerjarenraming 2017-2020 zijn de uitkomsten van de bezuinigingsronde ‘Naar een Toekomstig Perspectief’ verwerkt. Totale weerstandscapaciteit Nr. Onderdeel Bedrag x 1000 1. Onvoorziene uitgaven € 0 2. Algemene Reserve € 6.191 3. Bestanddelen bestemmingsreserves € 0 4. Egalisatie reserve: reserve Wmo € 0 5. Stille reserves € 0 6. Niet-benutte belastingcapaciteit € 0 7. Vrije ruimte € 0 8. Bezuinigingsmaatregelen € 0 Totaal weerstandcapaciteit € 6.191

Jaarstukken 2016

- 72 - Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

4. Risico’s

De risico-inschatting komt als volgt uit: Omschrijving

Bedragen x € 1.000,-

Netto-score

Mate van inschat-

baarheid

Financiële gevolg

Risico %

Risico in €Rekening

2016(mei 2017)

Risico in €Begroting

2017(september

2016)

a. Wijziging RijksbeleidAlgemene uitkering 9 Redelijk 400€ 100% 400€ 400€ BUIG x Redelijk 588€ 0% -€ -€ Sociaal domein 10 Redelijk -€ 0% -€ -€

b. Lokale heffingenBouwleges 10 Redelijk -€ 50% -€ -€ Begraafrechten 8 Redelijk -€ 40% -€ -€ Precariobelastingen x Matig 2.859€ 30% 858€ 711€ OZB 8 Matig 82€ 100% 82€ 82€ Kwijtscheldingen 1 Slecht 144€ 10% 14€ 18€

c. KapitaalgoederenOnderhoud Kapitaalgoederen 12 Matig 832€ 55% 458€ 436€ Vrm. stortplaatsen Oosterlaan 3 Redelijk 218€ 50% 109€ 109€ Vrm. stortplaats Bierum 15 Goed 100€ 50% 50€ 100€ MER Oosterhorn 5 Redelijk 50€ 50% 25€ 68€

d. FinancieringGeldleningen 2 Redelijk -€ 0% -€ -€ Garantstellingen x Matig 849€ Div. 170€ 202€

e. Verbonden partijenBijdrage aan verbonden partijen x Redelijk 156€ 100% 156€ 156€ Groningen Seaports x Slecht p.m. p.m. p.m. p.m.Maatschappelijke instellingen x Redelijk 1.887€ 10% 189€ 189€

f. Grondbeleid en I.I.P.Grondexploitaties x Redelijk 4.219€ 20% 844€ 728€ I.I.P. incl projectmanagement x Matig 500€ 70% 350€ 100€

g. Aardbevingsproblematiek 15 Slecht 2.500€ 20% 500€ 500€

h. BedrijfsvoeringJuridische control en financial control 2 Redelijk -€ 10%Ziekteverzuim 15 Redelijk 455€ 100% 455€ 618€ Restrisico's 9 Matig 208€ 100% 208€ 208€

Totaal 4.867€ 4.623€

Ten opzichte van de laatste inventarisatie (begroting 2017) hebben zich geen significante wijzigingen voorgedaan.

Jaarstukken 2016

Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing - 73 -

5. Weerstandsvermogen

Het weerstandsvermogen is een indicator voor de mate waarin we binnen een duurzaam meerjarig sluitende begroting substantiële financiële tegenvallers kunnen opvangen. Dit zonder aantasting van het bestaande beleid. Het weerstandsvermogen bestaat uit de relatie tussen de beschikbare weerstandscapaciteit en de gekwantificeerde risico’s. De benodigde weerstandscapaciteit wordt bepaald door het risicoprofiel van de gemeente als geheel, inclusief de getroffen beheersmaatregelen en het vrije vermogen om tegenvallers op te vangen. De relatie drukken we uit in een verhoudingsgetal, waarbij een ratio van het weerstandsvermogen van minimaal 1,0 vereist is. Ratio weerstandsvermogen gemeente Delfzijl ziet er als volgt uit. Weerstandscapaciteit € 6.191.000 Risico’s (benodigd vermogen) € 4.867.000 Weerstandsvermogen € 1.324.000 Om het weerstandsvermogen te beoordelen moeten wij een ratio weerstandsvermogen bepalen. Deze is als volgt berekend:

Beschikbare weerstandscapaciteit 6.191 Ratio weerstandsvermogen = --------------------------------------------- = -------- = 1,27

Benodigde weerstandscapaciteit 4.867 De ratio weerstandsvermogen is per mei 2017 dus 1,27. Bij de vorige inventarisatie in september 2016 was deze ratio 1,29. In de begroting was uitgegaan van een iets lagere stand van de algemene reserve per ultimo 2016 en ook van een lagere stand van de geïnventariseerde risico's. Mede doordat deze zijn gestegen komt de ratio iets lager uit. Het streven is om op een ratio van tussen de 1,20 en 1,40 uit te komen, dat als voldoende tot ruim voldoende wordt aangemerkt. Wij dekken de aanwezige risico’s volledig zonder dat de bedrijfsvoering direct gevaar loopt. Daarnaast zullen niet alle risico’s zich op hetzelfde moment aandienen waardoor er een spreiding van een mogelijke impact op de organisatie ontstaat. Op grond van het voorgaande concluderen wij dat het weerstandsvermogen van de gemeente Delfzijl van voldoende niveau is. In 2016 is de algemene reserve voor een bedrag van € 1.670.250 aangewend voor de uitvoering van diverse raadsbesluiten. Toegevoegd aan de algemene reserve is het rekeningresultaat 2015 en een incidentele opbrengst vanuit ons aandelenkapitaal. Algemene reserveSaldo 1 januari 2016 6.652.724Bij:Resultaat 2015 1.011.187Vrijval General Escrow Fonds Essent 197.000

1.208.187Af:Inhuur personeel 502.750Boekverlies en verkoopkosten Noordersingel 477.500Bodemsanering stortplaats Bierum 405.000Uitv. motie vv Farmsum/Schuttersver - installatie zwet 36 26.000Verbouw Muzeeaquarium Delfzijl 220.000KN 23-6-2016 extra budget gebiedsregie 39.000

1.670.250Saldo 31 december 2016 6.190.661

Jaarstukken 2016

- 74 - Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

6. Kengetallen financiële positie gemeente Delfzijl In deze paragraaf worden conform artikel 11 van het Besluit begroting en verantwoording provincies en gemeenten (BBV) een zestal kengetallen opgenomen. De kengetallen zijn bedoeld om het inzicht in de financiële positie van onze gemeente te vergroten. In de volgende tabel staan deze kengetallen vermeld.

Rekening

2016

Rekening

2015

Rekening

2014

Rekening

2013

63,5% 69,4% 86,3% 95,4%

63,5% 69,5% 86,3% 95,5%

23% 22% 19% 18%

2% 0% 0% 0%

19% 20% -22% 6%

112% 114% 111% 112%

1. Netto schuldquote

2. Netto schuldquote gecorrigeerd voor alle verstrekte leningen

Verloop van kengetallen

3. Solvabil iteitsratio

4. Structurele exploitatieruimte

5. Grondexploitatie

6. Belastingcapaciteit

1. Netto schuldquote & de netto schuldquote gecorri geerd voor alle verstrekte leningen. De netto schuldquote geeft inzicht in het niveau van de schuldenlast van de gemeente ten

opzichte van de eigen middelen. Het geeft zodoende een indicatie in welke mate de rentelasten en aflossingen (afschrijvingen) op de exploitatie drukken.

De ontwikkeling in beide kengetallen laten een positief beeld zien. De schuldpositie is afgenomen

en de korte termijn vorderingen zijn licht toegenomen. Het laat zien dat de structurele schulden afgezet tegen de mogelijkheden om baten te genereren beter is geworden.

Als gevolg van een verdere daling van de leningen aan overige verbonden partijen zijn beide

kengetallen per ultimo 2016 weer aan elkaar gelijk. 2. De solvabiliteitsratio De solvabiliteitsratio geeft inzicht in de mate waarin de gemeente in staat is aan zijn financiële

verplichtingen te voldoen. Onder de solvabiliteitsratio verstaan wij het eigen vermogen als percentage van de omvang van het balanstotaal.

De eigen vermogenspositie heeft zich gunstig ontwikkeld als gevolg van het gerealiseerde

resultaat in 2016. 3. Structurele exploitatieruimte

Dit kengetal is van belang om te kunnen beoordelen welke structurele ruimte wij hebben om de eigen lasten te dragen en welke structurele stijging van de baten of structurele daling van de lasten daarvoor nodig is. Een positief percentage geeft aan dat het structurele deel van de baten en lasten een overschot kent. Dit bedrag geven wij vervolgens in een percentage van de totale baten aan.

Het gevolg van het gerealiseerde resultaat in 2016 geeft aan dat de baten hoger zijn dan de lasten. Hierdoor stijgt de ratio ten opzichte van voorgaande jaren, toen het resultaat minder fors was.

Jaarstukken 2016

Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing - 75 -

4. Grondexploitatie Dit kengetal geeft weer hoe de waarde van de grond zicht verhoudt tot de totale (geraamde) baten. Voor de berekening van dit kengetal delen wij de bouwgrond in exploitatie door de totale baten uit de programmabegroting en uitgedrukt in een percentage. Door de wisselende rendementen per jaar en de gevoeligheid ervan op het kengetal benoemen wij op basis van de huidige cijfers (nog) geen trend.

5. Belastingcapaciteit De belastingcapaciteit geeft inzicht hoe de belastingdruk in de gemeente zich verhoudt ten opzichte van het landelijke gemiddelde. Het betreft hier de woonlasten van de meerpersoonshuishoudens in jaar 2016 (t = het begrotingsjaar) ten opzichte van het landelijk gemiddelde in jaar 2015 (t-1 = het jaar voorafgaand aan het begrotingsjaar) uitgedrukt in een percentage. De woonlasten in Delfzijl liggen hoger dan het landelijk gemiddelde.

7. Conclusie De ratio van het werstandsvermogen is licht gedaald, maar nog steeds voldoende. Vooruitkijkend naar 2017 is bij de kadernota 2016 en 2017 besloten om in 2017 € 1.681.000 aan te wenden als dekking voor het realiseren van nieuw beleid in 2017. De ratio zal hierdoor dalen tot 0,93. Dit betekent dat ons weerstandsvermogen in 2017 meer dan volledig wordt ingezet en dat de algemene reserve niet meer kan worden ingezet voor dekking van eenmalige lasten. Om de streefratio van 1,20 weer te bereiken zal minimaal € 1,35 mln vanuit het rekeningresultaat moeten worden toegevoegd aan de algemene reserve.

Jaarstukken 2016

- 76 - Paragraaf B Weerstandsvermogen en Risicobeheersing

Jaarstukken 2016

Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen - 77 -

C Onderhoud kapitaalgoederen 1. Algemeen Het beheer en onderhoud van onze kapitaalgoederen vergt een grote inzet van onze middelen(personeel en financiën). De kapitaalgoederen zijn van groot belang voor het zo optimaal mogelijk functioneren van onze gemeente, onder meer op het gebied van de leefbaarheid, veiligheid, verkeer en vervoer & recreatie. Beheer en onderhoud zijn bovendien noodzakelijk om kapitaalvernietiging te voorkomen. Om het beheer en onderhoud tussen de verschillende kapitaalgoederen nog meer op elkaar af te stemmen zijn we in 2016 gestart met het aan elkaar koppelen van de relevante kapitaalgoederen. Door de samenhang ontstaat een beter beeld van het onderhoud van de diverse kapitaalgoederen. Doelstelling van deze paragraaf is inzicht te geven in de kaders, basisinformatie over de omvang, de ontwikkelingen, de onderhoudstoestand en de kosten van de kapitaalgoederen. We behandelen de kapitaalgoederen wegen, kunstwerken, riolering, water, groen, gebouwen en openbare verlichting. De basis is de door de raad vastgestelde beheerplannen. Het meerjarenperspectief is opgesteld op basis van objectieve kwalitatieve normen. Vervolgens stellen we vast welk groot en welk klein onderhoud er op welke termijn noodzakelijk is. Dit leidt tot een noodzakelijk jaarbudget per beheerplan. Om de administratieve druk die de huidige systematiek met zich mee brengt te verminderen stellen we waar mogelijk voorzieningen in, in plaats van bestemmingsreserves. Voor een aantal kapitaalgoederen zijn er bestemmingsreserves (bijlage 'verloop reserves')

2. Gemeentelijke kaders We streven ernaar om via de volgende beleidskaders een zodanig onderhoudsniveau te hanteren dat we een bepaald kwaliteitsniveau van de kapitaalgoederen waarborgen.

Beheerplan Vastgesteld d.d.

Planperiode Benodigd budget / jaar in (€)

Financiële vertaling in begroting

Achterstallig onderhoud

achterstallig onderhoud per 31-12-2016

Beheerplan Wegen 21 okt 2014 2014-2019

4.942.300 Ja Nee nvt

Beheerplan Kunstwerken c.a.

5 feb 2015 2015-2019

585.700 Ja Nee nvt

Afwaterplan/DAL W2 / Specificatie Delfzijl (VGRP) 2013 – 2017

24 jan 2013 2013 - 2017

2.903.800 Ja Nee nvt

Beheerplan Openbaar Groen

21 okt 2014 2014 - 2019

3.396.600 Ja Nee nvt

Beheerplan Gebouwen

21 okt 2014 2014 - 2019

686.800 Ja Nee nvt

3. Ontwikkelingen In deze beheerplannen zijn de gevolgen van de demografische ontwikkelingen en de Actieplannen Centrum, Dorpen en Wijken betrokken. Hieronder vallen onderwijshuisvesting en overige maatschappelijke voorzieningen, waarbij rekening is gehouden met de lopende bezuinigings-taakstelling. In de opzet kapitaalgoederen zijn de gegevens per kapitaalgoed opgenomen. Tevens zijn de totale budgetten per kapitaalgoed vermeld. De onderdelen sportvelden, brede school locaties, onderwijsgebouwen en overige recreatie zijn niet opgenomen omdat de omvang op onderdeel gering is en de sportvelden voor een groot gedeelte onderdeel uitmaken van de sporttransitie uit het IIP. Als er meer inzicht is over de inhoud van de sporttransitie stellen wij de hand hiervan een beheerplan op.

Jaarstukken 2016

- 78 - Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen

In oktober 2016 heeft de raad het addendum beheerplan Wegen vastgesteld. Dit betreft een koerswijziging. We investeren meer in rehabilitatie van de wegen en geven minder uit aan groot onderhoud.

Dit heeft te maken met het verouderde wegenbestand. Ongeveer 50% van het wegenbestand is aangelegd voor 1982 en zal in de komende 10 jaren 45 jaar of ouder worden. Dit is aan het einde van de levensduur van de wegen. De gemeente Delfzijl is daarnaast bezig met het uitvoeren van kwaliteitsimpulsen, zo is onlangs het Centrum van Delfzijl heringericht. Dit heeft gevolgen voor de hoeveelheid kapitaalgoederen. Wij streven ernaar om dit in het vervolg in de projectplannen op te nemen in de vorm van een beheerparagraaf. Dat maakt de verschillen in hoeveelheden direct duidelijk en ook welke gevolgen dit heeft voor de beheer- en onderhoudsorganisatie.

Jaarstukken 2016

Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen - 79 -

4. Toelichting op onderhoud kapitaalgoederen 4.1 Wegen Algemeen Onder wegbeheer verstaan wij de zorg dat de wegen en paden aan de daaraan toegekende doeleinden blijvend beantwoorden. Uitgangspunt is dat een ieder veilig aan het verkeer kan deelnemen over goed begaanbare wegen en paden. De zorg voor de wegen houdt een onderhoudsplicht in, die wettelijk ingekaderd is in de Wegenwet. Kwaliteitsnormen Het onderhoud vindt plaats op basis van de genormeerde beheerskostensystematiek van de stichting CROW (Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, Weg- en Waterbouw). Wij streven naar onderhoudsniveau C op basis van het beheerplan Wegen 2015 – 2019. Basisgegevens Oppervlakte/lengte Percentage

Asfaltverhardingen 1.522.739 m2 61 %

Elementenverhardingen 875.383 m2 35 %

Betonverhardingen 46.775 m2 2 %

Overige verhardingen 61.667 m2 2 %

Totale oppervlakte verhardingen 2.506.565 m2

wegen lengte Binnen de bebouwde kom 229,5 km 75% Buiten de bebouwde kom 76,5 km 25% Totale lengte wegen 306 km Uit bovenstaande tabel blijkt dat het areaal afwijkt tot opzichte van het beheerplan. Dit komt omdat het beheersysteem verder is gevuld en de wegenlegger is geactualiseerd in 2016. Financiën Wegen 2015 2016 2016 2017 2018 2019 2020

Realisatie Realisatie Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot

Klein onderhoud 79.600

229.851

241.500

150.000

150.000

150.000

150.000

Groot onderhoud (beheerplan) 1.307.800 294.394

61.500 1.750.000 1.650.000

850.000

850.000 Toevoeging voorziening wegen

3.025.000

3.025.000 1.090.000

912.000

750.000

700.000

Subtotaal 1.387.400 3.549.245 3.328.000 2.990.000 2.712.000 1.750.000 1.700.000

Interne uren / tractie 642.900

599.743

599.700

437.900

437.900

437.900

437.900

Kapitaallasten 820.600

793.344

794.100

875.000 1.053.000 1.215.000 1.274.000

Subtotaal 1.463.500 1.393.087 1.393.800 1.312.900 1.490.900 1.652.900 1.711.900

Totaal 2.850.900 4.942.331 4.721.800 4.302.900 4.202.900 3.402.900 3.411.900

Mutatie voorziening wegen - 2.812.358 1.838.000

660.000- 738.000-

100.000-

150.000-

Investeringen wegen - 1.423.503 1.404.000 3.423.000 3.188.000 1.590.000

600.000 Mutatie reserve groot onderhoud 33.500

1.848.063-

1.849.900- - - -

-

Jaarstukken 2016

- 80 - Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen

Ontwikkelingen Wij inspecteren de wegen tweejaarlijks. De uitkomst van deze inspecties kan aanleiding zijn tot een ander toekomstig uitgavenpatroon. De laatste inspectie heeft medio 2015 plaatsgevonden. Daarnaast hebben we met het waterschap overlegd over het mogelijk onttrekken van een wegvak gelegen op een waterkering langs het Afwateringskanaal. Dit wegvak, de Maarlaan, is uiteindelijk niet aan de openbaarheid onttrokken, maar opnieuw aangebracht met de ophoging van de kade Het waterschap zal het wegvak op korte termijn aan ons overdragen. Het beheerplan wegen is in 2016 geactualiseerd. Bij de uitvoering van dit beheerplan is een achterstand op het geplande onderhoudsprogramma opgelopen. In het onderhoudsprogramma van 2017 is het inlopen van deze achterstand opgenomen. Risico's Voor het kapitaalgoed wegen geldt dat we het gewenste onderhoudsniveau C (laag) met de huidige middelen de eerst komende jaren in stand kunnen houden. Het beheerplan gaf aan dat er achterstand is in het onderhoud van de wegen. Alle asfalt- en elementenverhardingen op het huidige C en D niveau onderhouden of reconstrueren wij in de periode 2016 tot 2020. De bestaande A en B schades zullen zich maximaal tot niveau C ontwikkelen in diezelfde periode. In 2016 is gestart met het eerste restlevensduuronderzoek van de asfaltwegen, die nu een laag of zeer laag kwaliteitsniveau hebben. Met de uitkomsten van dit onderzoek prioriteren wij de ca € 10 miljoen aan vervangingen. De volgende vragen stellen wij ons hierbij: moeten we rehabiliteren of kunnen we toch nog onderhoud plegen? Welke wegen moeten dan eerst en welke wegen kunnen later? Hoe gaan we om met de krimp- en sloopopgave? Welke relatie is er met de aardbevingen; is er mogelijk sprake van een versnelde veroudering?

4.2 Kunstwerken en water Algemeen Onderhoud aan kunstwerken, beschoeiingen als het baggeren van vijvers vindt plaats op basis van het Beheerplan Kunstwerken 2015 - 2019 Onder kunstwerken worden de diverse bruggen en tunnels c.a. verstaan. Het berm- en slootonderhoud wordt uitbesteed op basis van de verplichtingen zoals deze zijn vastgelegd in het kader van verkeersveiligheid en waterschapswetgeving. Kwaliteitsnormen Het onderhoud aan kunstwerken en beschoeiingen is gebaseerd op het beheerssysteem Kunstwerken Informatie en Onderhoud Systeem. Basisgegevens Aantal Grote bruggen 5 Middelgrote bruggen 5 Kleine (houten) bruggen 42 Voet- en fietsgangerstunnels 5 Een schutsluis 1 Steigers 35 Overige kunstwerken 50 Basisgegevens M2 / km Sloten 193 km Grachten en vijvers 326.500 M2 Oeverbeschoeiingen 29 km

In bovenstaand overzicht hebben wij nog niet de nieuwe investeringen met de daarbij horende kapitaalslasten, de beschikking over de reserve bru ggen, afkoopsom(men) en bijdrage(n) van derden opgenomen.

Jaarstukken 2016

Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen - 81 -

Financiën Kunstwerken en water 2015 2016 2016 2017 2018 2019 2020

Realisatie Realisatie Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot

Klein onderhoud 117.200 123.015 112.400 124.600 111.300 111.300 111.300

Groot onderhoud (beheerplan) 291.600 140.460 129.800 304.800 304.800 304.800 304.800

Subtotaal 408.800 263.475 242.200 429.400 416.100 416.100 416.100

Interne uren / tractie 271.200 229.992 228.900 208.100 208.100 208.100 208.100

Kapitaallasten 94.500 92.213 92.200 99.700 98.300 96.900 95.500

Subtotaal 365.700 322.205 321.100 307.800 306.400 305.000 303.600

Totaal 774.500 585.680 583.300 737.200 722.500 721.100 719.700 Mutatie reserve groot onderhoud -

175.000

175.000 - - - -

Ontwikkelingen De voorbereidingen van het groot onderhoud aan de havenbrug in Delfzijl zijn nagenoeg afgerond. Uit de kunstwerkeninspectie lijkt dat we groter onderhoud moet uitvoeren dan in eerste instantie gedacht. Om te voorkomen dat we de verkeerde dingen doen is een onderzoek gestart naar de restlevensduur van de fundering van de Havenbrug. In de tweede helft van 2017 verwachten we hiervan de uitkomsten. Met diverse partijen, zoals Rijkswaterstaat, Groningen Seaports en ProRail zijn onderhandelingengevoerd over de verdeling van de kosten. Uit de onderhandelingen blijkt dat de twee beheerders van de Havenbrug voor de kosten staan. Deze beheerders zijn Prorail als spoorwegbeheerder en wij als wegbeheerder. De hoogte van de kosten is afhankelijk van het eerder genoemde onderzoek. De afkoop door de NAM van in 2000 uitgevoerde werkzaamheden, onder andere aan een tweetal bruggen over het Termunterzijldiep, in het kader van diverse aanpassingen in en om het Termunterzijldiep als gevolg van de bodemdaling, zal in overleg met het waterschap Hunze en Aa's in 2017 jaar zijn beslag krijgen. Risico’s Met betrekking tot het kapitaalgoed kunstwerken worden vooralsnog geen risico’s ingeschat, met uitzondering van de Havenbrug waarnaar op dit moment een onderzoek loopt. De schade die door de aardbevingen en/of bodemdaling kunnen ontstaan, zullen het risico echter wel doen toenemen. Hoe groot dit risico is nog niet in te schatten in verband met onzekerheid over de gevolgen van aardbevingen op constructies van kunstwerken.

4.3 Riolering Algemeen Groot onderhoud, vervanging en aanpassing van de riolering geschiedt op basis van het in januari 2013 door de Raad vastgestelde Afvalwaterplan/DAL W2 en de specificatie Delfzijl (VGRP) 2013- 2017. De feitelijke uitvoering van de jaarlijkse projecten zijn in overeenstemming met de door het college geaccordeerde gemeentelijke rioleringsplan 2013 – 2017. Kwaliteitsnormen Wij reinigen de gemengde riolering gemiddeld eenmaal per acht á tien jaar volgens een reinigingsplan. Voor zover nodig inspecteren en beoordelen wij volgens de NEN-norm. De rioolkolken reinigen we minimaal één maal per jaar.

Jaarstukken 2016

- 82 - Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen

Basisgegevens Aantal / km Lengte vrijverval riolering 310 km Lengte persleidingen 41 km Inspectieputten 6.826 st Gemalen, groot en klein 180 st Randvoorzieningen 17 st Overstorten intern 17 st Overstorten extern 73 st Straatkolken 15.300 st Huisaansluitingen 11.800 st Garageboxen 530 st

Financiën Riolering 2015 2016 2016 2017 2018 2019 2020

Realisatie Realisatie Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot

Klein onderhoud 126.200

171.227

161.000 164.100 164.100 164.100 164.100

Groot onderhoud 178.000

177.715

175.200 183.200 183.200 183.200 183.200

Subtotaal 304.200 348.942 336.200 347.300 347.300 347.300 347.300

Interne uren / tractie 434.500 422.875 422.900 307.500 307.500 307.500 307.500

Uitvoeringskosten 152.500 150.280 149.800 155.100 155.100 155.100 155.100

Kapitaallasten 1.456.600 1.514.887 1.518.600 1.556.000 1.595.700 1.632.800 1.669.900

Investeringen (beheerplan) 1.126.200

466.858

767.000 767.000 767.000 767.000 767.000

Subtotaal 3.169.800 2.554.900 2.858.300 2.785.600 2.825.300 2.862.400 2.899.500

Totaal 3.474.000 2.903.841 3.194.500 3.132.900 3.172.600 3.209.700 3.246.800

Ontwikkelingen De rioleringswerkzaamheden zullen in de komende jaren in nauwe samenwerking in DAL-verband en de beide waterschappen worden voorbereid. De basis hiervan is het afvalwaterplan DAL/W2. Risico’s De risico’s van lekkages en instortgevaar van oudere rioolstelsels zijn als beperkt aan te duiden, omdat de grondsoort (klei) waarin de riolering ligt lekkages tegengaat. Het afvalwaterplan DAL/W2 voorziet in voldoende mate over de vervangingsinvesteringen in het rioolstelsel. Door aardbevingen en/of bodemdaling kunnen de risico's op schade toenemen.

4.4 Groen Algemeen Het onderhoud voeren wij uit met als kader het Beheerplan Openbaar Groen 2014 – 2019 waarin via eindbeelden (een combinatie van: inrichting, functie, beheertype en het onderhoudstype) het benodigde onderhoudsniveau Basis is vastgesteld. Verder is een groot deel van het openbaar groen op basis van een beeldbestek uitbesteed aan het (voormalig) werkvoorzieningsschap Fivelingo. Kwaliteitsnormen Er zijn drie verschillende soorten kwaliteitsniveaus: • A is zeer intensief onderhoud • B is standaard onderhoud • C is extensief onderhoud

Jaarstukken 2016

Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen - 83 -

In ieder kwaliteitsniveau zijn werkzaamheden opgenomen die tenminste de instandhouding en de veiligheid van het openbaar groen waarborgen.

Basisgegevens Aantal Oppervlakte groen 380 ha Bomen 20.000 stuks Financiën Groen 2015 2016 2016 2017 2018 2019 2020 Realisatie Realisatie Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot

Klein onderhoud 243.400

290.830

227.200 234.200 235.100 236.000 236.900

Groot onderhoud 540.800

590.977

600.000 530.000 530.000 530.000 530.000

Subtotaal 784.200 881.807 827.200 764.200 765.100 766.000 766.900

Interne uren / tractie 2.348.600 2.512.414 2.504.300 1.980.500 1.980.500 1.980.500 1.980.500

Kapitaallasten 6.800

2.340

2.300

900

900

900

900

Subtotaal 2.355.400 2.514.754 2.506.600 1.981.400 1.981.400 1.981.400 1.981.400

Totaal (Beheerplan) 3.139.600 3.396.561 3.333.800 2.745.600 2.746.500 2.747.400 2.748.300

Mutatie reserve groot onderhoud - - - - - - -

Ontwikkelingen Het onkruidbeheer op verhardingen is in 2016 veranderd. Het gebruik van glyfosaat houdende bestrijdingsmiddelen is per maart 2016 verboden. We experimenteren nu met alternatieve methoden. Risico’s De kosten voor het onkruidbeheer op verhardingen zijn significant toegenomen. Daarnaast ervaren de bewoners een lager kwaliteitsniveau dan ze gewend waren tijdens het gebruik van de chemische onkruidbestrijding. In 2016 hebben wij het in het beheerplan afgesproken basiskwaliteitsniveau gehaald. Met de chemische onkruidbestrijding haalden we echter een hoog kwaliteitsniveau.

4.5 Gebouwen Onderhoud van gemeentelijke gebouwen vindt plaats conform het Beheerplan Gebouwen 2014 –2019 op basis van het onderhoudsniveau C (matig). Hierbij wordt gebruik gemaakt van het GebouwenOnderhoud en Beheer Informatie Systeem 0-Prognose, waarin de normen voor onderhoud zijn opgenomen. Om het groot onderhoud gelijkmatig over de jaren te kunnen worden verdelen is een onderhoudsreserve ingesteld. Nieuwbouw en vervangende bouw zijn hierin niet meegenomen, maar zijn in voorkomende gevallen onderdeel van het overzicht investeringen. De onderhoudsreserve is gesplitst in de volgende twee onderdelen: • Gemeentehuis 1 • Gemeentelijke gebouwen 57

Jaarstukken 2016

- 84 - Paragraaf C Onderhoud kapitaalgoederen

Basisgegevens Aantal Gemeentehuis 1 st Buitendienst huisvesting 2 st Sportaccommodaties 17 st Sporthallen 3 st Brandweerkazernes 0 st Recreatieve gebouwen 14 st Strategische panden 12 st Monumenten 2 st Diverse gebouwtjes 7 st

Kwaliteitsnormen Wij inspecteren de gebouwen jaarlijks. Op basis van deze inspecties stellen we een meerjaren onderhoudsplan op. Voor de meerjarenplanning betreffende onderhoud van gebouwen, wordt gebruikgemaakt van 0-Prognose (Gebouwen Onderhoud en Beheer Informatie Systeem). Elk jaar vindt een actualisatie plaats. Financiën Gebouwen 2015 2016 2016 2017 2018 2019 2020

Realisatie Realisatie Begroot Begroot Begroot Begroot Begroot

Klein onderhoud 211.500 143.007 125.350 130.000 130.000 130.000 130.000

Groot onderhoud 667.500

277.923

365.600 309.200 269.200 221.200 914.200

Subtotaal 879.000 420.929 490.950 439.200 399.200 351.200 1.044.200

Interne uren / tractie

265.900

265.900 221.200 221.200 221.200 221.200

Kapitaallasten *1 - - - - -

Subtotaal - 265.900 265.900 221.200 221.200 221.200 221.200

Totaal (beheerplan) 879.000 686.829 756.850 660.400 620.400 572.400 1.265.400

Mutatie reserve groot onderhoud 82.200

19.668-

107.200- 43.067 83.067 131.067 561.933-

*1 Kapitaallasten worden op het taakveld verantwoord aan de hand van het gebruik van het gebouw Ontwikkelingen Omdat in de nabije toekomst en door clustering van activiteiten gebouwen overbodig worden, neemt het huidige bestand af (sportaccommodaties, buitendienst huisvesting, recreatieve gebouwen), hierdoor zal de ontstaande achterstand in het onderhoud naar verwachting in 2018 zijn ingelopen. Daarnaast worden er panden verworven om de ontwikkeling van het centrum van Delfzijl te realiseren (strategische panden). Risico’s Als gevolg van de uitvoering van het Integraal Investeringsplan bestaat er een risico dat verband houdt met het niet beschikbaar hebben van exploitatiebudgetten voor het onderhouden van niet opgenomen objecten, bv aankoop panden in het centrum.

Jaarstukken 2016

Paragraaf D Treasury - 85 -

D Treasury Inleiding Treasury is het sturen en beheersen, het verantwoorden over en het toezicht houden op de financiële vermogenswaarden, de financiële posities en de hieraan verbonden risico’s. Meer concreet gaat het om financiering van het beleid tegen zo gunstig mogelijke voorwaarden en het afdekken van rente en kredietrisico’s. De treasuryfunctie binnen onze gemeente dient uitsluitend de publieke taak en geschiedt binnen de financiële kaders van de wet Fido (Wet financiering decentrale overheden) waarbij prudent beheer een basisvoorwaarde is. Het beleid ten aanzien van treasury 2016 is vastgelegd in het Treasurystatuut van de gemeente Delfzijl.

1. Ontwikkelingen 1.1 Externe ontwikkelingen Een belangrijke factor bij het uitvoeren van het treasurybeleid is het verwachte en werkelijke verloop van de rente. Wij stellen onze rentevisie op aan de hand van tenminste twee gerenommeerde financiële instellingen. De verwachting voor 2016 was dat de rente in vergelijking met 2015 zal gaan oplopen. In werkelijkheid daalde de rente voor langlopende leningen (25 jaar - lineair) in 2016 met 0,42 % van 1,84 % aan het begin van het jaar naar 1,42 % aan het einde van 2016. De rente voor leningen met een looptijd korter dan een jaar daalde van 0,05% naar 0,00 %.

Jaarstukken 2016

- 86 - Paragraaf D Treasury

1.2 Interne ontwikkelingen Onze gemeente heeft een raamcontract met de BNG (Bank Nederlandse Gemeenten). In grote lijnen bestaat dit contract uit de volgende elementen. • Alle (kortlopende) kasoverschotten en -tekorten (met een maximumbedrag) beleggen respectieve-

lijk lenen wij bij de BNG. Op dit moment beleggen wij geen gelden bij derden. De overeenkomst is aangegaan voor onbepaalde tijd, één van de partijen kan ten minste drie maanden voor 31 december van een jaar schriftelijk opzeggen.

• De risico’s (zekerheid van het niet terugbetalen van het belegde geld) die uit de raamovereenkomst voorvloeien zijn zeer minimaal.

2. Gemeentefinanciering 2.1 Liquiditeitsplanning Gedurende het jaar is de liquiditeitsplanning periodiek geactualiseerd. Besluiten over het afsluiten van nieuwe financieringstransacties zijn genomen op basis van de geactualiseerde liquiditeitsoverzichten. 2.2 Financieringspositie Wij streven er naar de benodigde leningen tegen zo laag mogelijke kosten aan te trekken en tegelijkertijd de renterisico’s te beheersen. Daartoe wordt bij het afsluiten van leningen rekening gehouden met de bestaande liquiditeit, de rentevisie en de renterisiconorm. Overzicht financieringspositie per 31 december 2016 (bedragen x 1.000) Totaal geïnvesteerd per 31 december 2016 € 83.748 Financieringsmiddelen: - Geldleningen € 63.886 - Door derden belegde gelden € 0 - Reserves € 20.961 - Voorzieningen € 6.209 € 91.056 Financieringsoverschot € 7.308 -/- 2.3 Leningenportefeuille (bedragen x 1.000)

Bedrag Gem. gewogen rente Stand per 1 januari 2016 € 69.635 4,3% Nieuwe leningen € 0 Reguliere aflossingen € 5.749 Vervroegde aflossingen € 0 Stand per 31 december 2016 € 63.886 4,3%

3. Eisen wet FIDO 3.1 Publieke taak en prudent beleggen Conform het Treasurystatuut komen leningen, uitzettingen en garanties alleen tot stand indien zij een publieke taak dienen en de uitzettingen een prudent karakter kennen. De nadere definiëring van deze begrippen is overeenkomstig de Wet FIDO vastgesteld.

Jaarstukken 2016

Paragraaf D Treasury - 87 -

3.2 Kasgeldlimiet De kasgeldlimiet geeft aan tot welk bedrag wij ten hoogste mogen lenen in de vorm van kortlopende leningen. De kasgeldlimiet bedroeg voor 2016: 8,5% van het begrotingstotaal ad € 86,5 mln. = € 7,353 mln. Gedurende het jaar 2016 is er één kasgeldlening aangegaan en zijn er geen vaste geldleningen afgesloten. Per 31 december 2016 bedroeg de stand in rekening-courant met de BNG € 0,3 mln. positief. We zijn in 2016 binnen de limiet gebleven.

3.3 Renterisiconorm Het renterisico is het gevaar van ongewenste veranderingen van de resultaten door rentewijzigingen. Om de invloed van rentewijzigingen op het (begrotings)resultaat te beperken geldt een maximum, de zogenoemde renterisiconorm. De renterisiconorm houdt in dat het totaal van de jaarlijks verplichte aflossingen en de leningen met een renteherziening in enig jaar niet meer mogen bedragen dan 20% van het begrotingstotaal. Deze norm beperkt zich tot de eigen treasuryactiviteiten. De renterisiconorm is een bedrag ter grootte van een percentage van het begrotingstotaal bij aanvang van het jaar. In het navolgende overzicht is deze norm voor 2016 berekend op 20% van € 86.497.000 is € 17.299.400. Het renterisico voor 2016 is in het onderstaande overzicht berekend op € 2.315.000. Uit deze gegevens blijkt dat er een ruimte bestaat ter grootte van € 14.984.400 (namelijk de norm van € 17.299.400 minus het berekende renterisico van € 2.315.000). Hierdoor voldoet de gemeente volledig aan de bedoelde norm op grond van de nieuwe Wet Fido. (bedragen in € 1.000) Renterisico 2015 2016 1a Renteherziening op vaste schuld opgenomen geldleningen 2.580 2.458 1b Renteherziening op vaste schuld uitgegeven geldleningen 143 143

2 Netto renteherziening op vaste schuld (1a en 1b) 2.437 2.315 3a Nieuwe aangetrokken vaste schuld 8.000 0 3b Nieuwe verstrekte lange leningen 0 0 4 Netto nieuw aangetrokken vaste schuld 8.000 0 5 Betaalde aflossingen 5.429 5.749 6 Herfinanciering (laagst van 4 en 5) 5.429 0 7 Renterisico op vaste schuld (2 + 6) 7.866 2.315 Renterisiconorm 8 Totaal van het begrotingstotaal 88.160 86.497 9. Het bij ministeriele regeling vastgestelde percentage 20% 20% 10 Renterisiconorm 17.632 17.299 Toets Renterisiconorm 10 Renterisiconorm 17.632 17.299 7 Renterisico op vaste schuld 7.866 2.315 11 Ruimte 9.766 14.984

4. Risicobeheersing Debiteurenrisico Het debiteurenrisico is het risico van waardedaling van een vordering door het niet (tijdig) kunnen nakomen van een verplichting door de tegenpartij. Wij lopen dit risico nauwelijks gelet op de betrouwbaarheid van de huidige tegenpartij (BNG).

Jaarstukken 2016

- 88 - Paragraaf D Treasury

Jaarstukken 2016

Paragraaf E Bedrijfsvoering - 89 -

E Bedrijfsvoering 1. Inleiding De gemeente beschikt over een ambtelijke organisatie onder leiding van de gemeentesecretaris. Het ambtelijk apparaat is er om, naast de uitvoering van reguliere taken van de gemeente, het door het gemeentebestuur vast te stellen beleid te ontwikkelen en uit te voeren. Onder de bedrijfsvoering verstaan wij het optimaal (doen) functioneren van onze organisatie. Eisen hieraan gesteld zijn:

- Rechtmatigheid - Efficiency en effectiviteit

Transparantie en interactieve totstandkoming van beleid

2. Personeel en Organisatie Het thema "Hoe kunnen wij ons als gemeentelijke organisatie in de toekomst aanpassen aan de veranderingen die op ons afkomen?" is actueel. Overheidsparticipatie loopt als een rode draad door de organisatie heen. Een voorbeeld hiervan is de leergang 'Overheidsparticipatie met 'LEF'. Een grote groep medewerkers heeft deze met succes afgerond. Ervaringen en ideeën zijn actief binnen de interne organisatie gedeeld. Wij hebben nieuwe rollen gecreëerd, zoals die van sociaal makelaar en gebiedsregisseur. Hierdoor komen ambtenaren dichter bij de bewoners te staan. Wij hebben nog geen duidelijkheid over de bestuurlijke toekomst van onze gemeente. Daarom hebben wij prioriteit gelegd bij het stroomlijnen van de organisatie. Door het stroomlijnen van de organisatie is een aantal bij elkaar horende taakvelden logischer geclusterd. Het aantal afdelingen is teruggebracht van vijf naar vier. Er is een aantal cruciale functies vast ingevuld. Dit creëert ruimte voor efficiëntie en ontwikkeling van onze medewerkers. Vanuit de "Koerslijn organisatieontwikkeling 2016-2018" zijn er verdere stappen gezet binnen het leiderschapsprogramma van 2015. Verandering van de organisatie heeft ook gevolgen voor de visie op leiderschap. Enthousiast hebben wij studenten uitgenodigd om kennis en ervaring op te doen binnen onze organisatie. Daarbij hebben wij gebruik gemaakt van hun kennis en soms verrassende inzichten. In de vorm van een 'living lab' (onderzoeksomgeving) hebben wij studenten de mogelijkheid geboden om aan een opdracht te werken. Ook mensen die het lastig hebben op de arbeidsmarkt gaven wij een kans door werkervaringsplaatsen en werk-leertrajecten aan te bieden. Tevens hebben wij mogelijkheden voor mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt gecreëerd, de zogenaamde afspraakbanen. In 2016 hadden wij 6,7 fte ondergebracht onder een afspraakbaan. Wij hebben ruimschoots aan de taakstelling van 1,2 fte voor onze gemeente voldaan. De ambtelijke samenwerking met de buurgemeenten Appingedam en Loppersum is geïntensiveerd. Nieuwe samenwerkingen zijn aangegaan met de Volkskredietbank Noord-Oost Groningen en het Werkplein Fivelingo. Vanuit de gemeenschappelijke regeling is ondersteuning geboden bij het verzelfstandigen van het IVAK. 3. Inkoopsamenwerking Wij hebben samen met de gemeenten Appingedam, Bedum, De Marne, Eemsmond, Loppersum, Oldambt en Winsum een bijdrage geleverd aan de inkoopsamenwerking in 2016. Concrete resultaten van de inkoopsamenwerking in 2016 zijn:

• Gezamenlijke inkoopkalender en actualisering van het inkoopbeleid (met Appingedam)

Jaarstukken 2016

- 90 - Paragraaf E Bedrijfsvoering

• Training veranderingen Aanbestedingswet 2016 voor budgethouders (met Appingedam, Bedum, Delfzijl, De Marne, Eemsmond, Loppersum, Oldambt en Winsum)

• Gezamenlijke uitvoeren van een groot aantal aanbestedingstrajecten, zoals de telefoon-centrale (GemCC, Appingedam en Loppersum), publiek vervoer (Groningen – Drenthe samenwerking) en accountantsdiensten (met Appingedam, Loppersum, ISD Noordoost, GemCC, Fivelingo, SANOG en werkorganisatie DEAL), sloten en bermen (met Loppersum) en payrolldiensten (met Appingedam)

In 2016 zijn wij gestart met het onderzoek om de inkoopfunctie structureel op te nemen in de eigen organisatie, dan wel de huidige constructie voort te zetten. 4. Informatisering In 2016 hebben wij een kwaliteitsslag gemaakt ten aanzien van het beheer, juistheid en tijdigheid van basisgegevens door aan te sluiten op de basisregistraties. Als voorbeeld hebben wij de kadastrale gegevens en gegevens van de Kamer van Koophandel in het geautomatiseerde proces opgenomen. Ook de garantie op de beschikbaarheid en vertrouwelijkheid van deze gegevens (de beveiliging en privacy) is een belangrijk onderdeel van de kwaliteit. Wij hebben in het eerder vastgestelde informatiebeveiligingsbeleid besloten ons te willen houden aan de Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten (BIG). Dit betreft een basis-set van beveiligingsmaatregelen, welke in VNG verband is vastgesteld. Daarom hebben wij in 2016 een GAP-analyse uitgevoerd. Hiermee is duidelijk welke beveiligingsmaatregelen in onze gemeente nog extra aandacht verdienden. Er is in 2016 een aantal wettelijk verplichte audits uitgevoerd, hierbij bleek dat wij hieraan voldeden. De programmatuur van de WMO is zodanig ingericht dat wij de dienstverlening ten aanzien van de WMO samen met twaalf deelnemende gemeenten gezamenlijk konden inkopen bij de zorgaanbieders. Wij hebben in het afgelopen jaar in gezamenlijkheid met de gemeenten Appingedam en Loppersum de overstap gemaakt naar nieuwe programmatuur voor de afdeling Publiekszaken. Deze nieuwe programmatuur is voorbereid en geschikt voor de toekomstige plaats-onafhankelijke dienstverlening aan de burgers. Deze nieuwe programmatuur is een zogenaamde "cloud-oplossing". Dit betekent dat wij het beheer ervan in gezamenlijkheid met plusminus 125 andere gemeenten hebben ondergebracht bij de leverancier van de programmatuur. Ook hebben wij in gezamenlijkheid met de gemeenten Appingedam en Loppersum in het kader van de decentralisaties besloten tot de implementatie van een regievoering-applicatie. Deze applicatie is bedoeld om onze hulpverleners regie te laten voeren bij de hulp voor multiprobleemgezinnen. Dit zijn gezinnen die door meerdere hulpverleners geholpen worden. De afstemming tussen deze hulpverleners onderling en samen met het gezin is daarbij van groot belang. Ook hierbij hebben wij gekozen voor een cloud-oplossing. Samen met de gemeenten Appingedam en Loppersum en het GemCC hebben wij de afspraken geïnventariseerd die wij in een dienstverleningsovereenkomst vastleggen om een juiste aansturing van het GemCC als onze leverancier mogelijk te maken. 5. Automatisering In 2016 hebben wij de volgende resultaten behaald uit de rapporten van Brunel (technische aspecten automatisering) en Telengy (dienstverlening van en samenwerking met GemCC):

Jaarstukken 2016

Paragraaf E Bedrijfsvoering - 91 -

• wij hebben een vernieuwingsslag doorgevoerd op het gebied van de opslag van data, deze opslag (de storage) is vernieuwd en uitgebreid waardoor wij beter zijn toegerust op verwachte groei van onze data in de toekomst;

• de verouderde server waarop de afdeling Burgerzaken tot voor kort de gegevens bewaarde hebben wij uit gefaseerd en vervangen door een cloud-oplossing;

• de internetverbindingen van Delfzijl en Appingedam hebben wij uitwisselbaar gemaakt waardoor bij uitval van één van deze twee kan worden doorgewerkt op de ander;

• verder hebben wij een aantal verouderde servers omgezet naar nieuwe. Met deze punten hebben wij de ICT huishouding in zijn algemeenheid bedrijfszekerder gemaakt. 6. Planning en Control Planning en control is te definiëren als: "het geheel van activiteiten, die moeten worden uitgevoerd om duidelijk te maken wat in een bepaalde periode moet gebeuren als uitkomst van een bestuurlijk proces (planning), de (voortgangs-)rapportage daarover, de benodigde bijsturing en de uiteindelijke verantwoording over de behaalde resultaten aan het bestuur (control)." Met behulp van planning en control wordt gestreefd naar een situatie waarin:

• de processen van de organisatie transparant zijn; • de organisatie doelgericht, doelmatig en doeltreffend werkt; • de informatievoorziening aan management en bestuur over producten, inzet van middelen,

maatschappelijke effecten en werkprocessen, juist, volledig en tijdig plaatsvindt; • risico’s inzichtelijk en aanvaardbaar zijn; • een sfeer van vertrouwen en loslaten van verantwoordelijkheden enerzijds en het willen

verantwoorden anderzijds. Met de kadernota en de programmabegroting ondersteunen wij bij het formuleren van beleids-voornemens. Via de tussenrapportages monitoren wij de voortgang en sturen waar nodig bij. In de jaarrekening vindt de verantwoording over de programmabegroting plaats. Met het vaststellen van de programmabegroting 2016 zijn wij het jaar 2016 gestart met een sluitende begroting en meerjarenraming. Gedurende het jaar hebben wij onze financiële huishouding gezond gehouden door:

• strak de hand te houden aan de Planning & Controlcyclus; • de verantwoordingsmomenten in de planning- en controlcyclus ten aanzien van

budgetbewaking (twee tussenrapportages), investeringskredieten, bezuinigingen, rechtmatig-heid en risico’s te verankeren en versterken in de organisatie;

• de interne bedrijfsprocessen te monitoren en te controleren via een intern controleplan waarbij wij rekening hebben gehouden met de managementletter 2016.

De Kadernota 2017 borduurt voort op de Kadernota 2016. In de Kadernota 2016 hebben wij aan de hand van drie sporen (de Kadernota Plus, de traditionele Kadernota en de speerpunten van het college) een meerjarige gezonde financiële basis neergelegd. In de Kadernota 2017 is een financiële doorrekening gemaakt, bestaande uit een financiële herijking begrotingsruimte, het verwerken van de voorlopige uitkomsten van de jaarrekening 2015 en de financiële vertaling van nieuwe beleidswensen. Het jaar 2016 stond verder in het teken van de invoering van het vernieuwde Besluit Begroting en Verantwoording 2017 (BBV). De herziene BBV betekent voor 2016 dat de verslaggevingsregels voor de grondexploitatie per 1 januari 2016 zijn herzien en verwerkt.

Jaarstukken 2016

- 92 - Paragraaf E Bedrijfsvoering

Jaarstukken 2016

Paragraaf F Verbonden partijen - 93 -

F Verbonden partijen 1. Inleiding Onze gemeente heeft bestuurlijke en financiële belangen in een aantal verbonden partijen. Deze verbonden partijen voeren beleidsmatige taken voor ons uit. Deze paragraaf geeft inzicht in het openbaar belang dat door de verbonden partijen behartigd wordt en de ontwikkelingen die zich voordoen. 2. Beleid verbonden partijen 2.1 Visie In de ‘spelregels verbonden partijen’ is het uitgangspunt geformuleerd dat wij beleidsdoelen laten uitvoeren door verbonden partijen, als dat een meerwaarde heeft voor het publieke belang. De houding met betrekking tot samenwerking is als volgt: • Bij publiekrechtelijke samenwerking: ‘ja, mits…’ aan een aantal voorwaarden op het terrein van

aansturing, beheer en verantwoording is voldaan; • Bij privaatrechtelijke samenwerking: ‘nee, tenzij…’ er bijzondere redenen zijn die een uitzondering

op deze regel rechtvaardigen. 2.2 Belangrijke ontwikkelingen Het beleid met betrekking tot de verbonden partijen zullen wij grotendeels ongewijzigd voortzetten. Er is echter een aantal ontwikkelingen die vermeldingswaardig zijn.

Wijziging regelgeving BBV De gemeenschappelijke regelingen moeten met ingang van de begroting 2018 ook voldoen aan het aangepaste BBV. Wijzigingen betreffen onder andere het gebruik van uniforme taakvelden, de renteomslag, centrale verantwoording van de overhead, verplichte beleidsindicatoren en het verplicht activeren van investeringen met maatschappelijk nut.

• GR Eems-Dollard Regio De gemeente Tynaarlo is per 1 januari 2016 toegetreden tot de GR.

• GR SANOG Het verwerkingscontract voor huishoudelijk afval is medio 2016 afgelopen. De beide deelnemende gemeenten Delfzijl en Appingedam hebben gekozen om aandeelhouder te worden bij Afvalsturing Friesland. Dit houdt in dat we het huishoudelijk afval met ingang van 1 juli 2016 verwerken op de verwerkingslocatie van Omrin te Oudehaske. Hiermee is de verwachting uitgekomen dat het verwerkingstarief fors lager wordt. Het tarief komt per 1 juli 2016 op € 65 per ton. Echter zullen de vervoerskosten toenemen in verband met de grotere reisafstand. Dit levert per saldo voor het SANOG een voordeel op van ongeveer € 510.000 per jaar. (Aandeel Delfzijl - € 334.000) In de meerjarenbegroting 2017 - 2020 is rekening gehouden met dit nieuwe verwerkingstarief.

Jaarstukken 2016

- 94 - Paragraaf F Verbonden partijen

• GR Publieke Gezondheid & Zorg (PG&Z) Onder deze GR vallen de GGD en het RIGG. Het RIGG is in het leven geroepen als gezamenlijke inkooporganisatie voor jeugdhulp. Besloten is dat het RIGG in ieder geval tot 2018 in zijn huidige vorm blijft bestaan. De GGD voert haar eigen wettelijke taken en tevens deels gemeentelijke wettelijke taken uit. Binnen PG&Z vindt een oriëntatie plaats op een andere rol voor de GGD in relatie tot het sociale domein. Ook vindt er nog besluitvorming plaats over de toekomstige samenwerking van de Groninger gemeenten met betrekking tot de inkoop jeugdhulp. Dit zal nog geen gevolgen hebben voor de begroting van 2017, naar verwachting wel voor de begroting van 2018.

• GR Veiligheidsregio Groningen (VRG) Het dagelijks bestuur VRG heeft opdracht gegeven om een takenevaluatie uit te voeren. Dit om de toenemende werkzaamheden te onderzoeken in relatie tot de kosten voor de uitvoering van de taken. Het dagelijks bestuur levert het evaluatierapport in het tweede kwartaal 2017 aan bij het algemeen bestuur. In 2016 is (conform de Wet Veiligheidsregio's) besloten de organisatie Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie bij Ongevallen en Rampen (GHOR) bij de VRG onder te brengen. Deze maakte deel uit van de GGD-Groningen.

• GR IVAK In de raadsvergadering van 1 juli 2015 heeft de raad ingestemd met het strategiedocument dat is opgesteld voor een toekomstbestendig IVAK. Er is gekozen voor een scenario waarbij we het meeste cultuuraanbod in stand houden. Hierbij zal de GR worden ontbonden en zal de huidige IVAK-organisatie op zorgvuldige wijze transformeren tot een zelfstandige organisatie die zoveel mogelijk recht doet aan de belangen van het personeel en de gemeente. In de raadsvergadering van 11 december 2016 zijn het Liquidatieplan en Ondernemingsplan IVAK vastgesteld en is een voorziening gevormd voor ons aandeel in de liquidatiekosten.

• GR GemCC Wij vervangen een aantal onderdelen van de ICT-infrastructuur voor het verbeteren van de stabiliteit en kwetsbaarheid en het up-to-date houden daarvan.

• GR Toezichthoudend orgaan openbaar onderwijs De GR is per 4 februari 2016 opgeheven middels een daartoe genomen raadsbesluit.

• GR Werkorganisatie DEAL-gemeenten De Werkorganisatie werkt sinds 2016 volgens de integrale kostprijsberekening. De basis voor de IKB is gelegd in de eind vorig jaar gepresenteerde Producten- en dienstencatalogus (PDC). De basis voor de doorberekening van de kosten is het kengetal x aantal aanvragen x tarief.

• GR Omgevingsdienst Groningen De Omgevingsdienst Groningen is een verbetertraject gestart wat haar doorloop in 2017 en verder zal hebben. Het betreft hier verbetering van de eigen organisatie evenals verbetering in dienstverlening naar de deelnemers toe.

• Afvalsturing Friesland NV Wij hebben per februari 2016 een aandelenbelang genomen in Afvalsturing Friesland NV. Vanaf dat moment verwerkt deze verbonden partij ons afval. Wij hebben een belang van 82 aandelen dat ons een stemrecht geeft en een financieel belang ter hoogte van het de verkrijgingsprijs van de aandelen, zijnde € 36.900,-.

Jaarstukken 2016

Paragraaf F Verbonden partijen - 95 -

GR Fivelingo en GR ISD De ISD en Fivelingo zijn op 1 januari 2017 gefuseerd tot de gemeenschappelijke regeling Werkplein Fivelingo. De raden van de DAL gemeenten hebben gekozen voor een scenario waarbij er behalve de aangemerkte middelen voor Participatie extra middelen naar de sociale werkvoorziening gaan. Dit om de grote tekorten enigszins op te vangen. Daarnaast gaat de nieuwe organisatie alleen die mensen die een redelijke kans maken op werk bemiddelen. Hierdoor neemt de kans toe dat er meer mensen uitstromen naar werk.

2.3 Lijst verbonden partijen Per verbonden partij geven wij in de hierna opgenomen tabel aan wat het belang is dat onze gemeente in de verbonden partij heeft. De vermelde cijfers hebben betrekking op het boekjaar 2016, voor zover die informatie bekend is, anders is het vermogen per einde 2015 weergegeven en het resultaat zoals is begroot over 2017.

EV/VV x € 1.000

Resultaat: 0

EV begin: 0

EV einde: 0

VV begin: 0 VV einde: 0

Resultaat: 0

EV begin: 527

EV einde: 385

VV begin: 2.215 VV einde: 2.760

Resultaat: 0

EV begin: 0

EV einde: 0

VV begin: 0 VV einde: 0

Resultaat: 0

EV begin: 5.812

EV einde: 5.091

VV begin: 10.856 VV einde: 10.643

Resultaat: 0

EV begin: 1.516 EV einde: 2.215 VV begin: 1.912 VV einde: 12.228

Resultaat: 0

EV begin: 0

EV einde: 65

VV begin: 2.505 VV einde: 2.292

Resultaat: 0

EV begin: 0

EV einde: 0

VV begin: 6.245 VV einde: 6.083

33,30% De GR staat borg voor de f inanciering van GSP NV. Behoudens publieke taken (havenmeester) vinden alle (f inanciele) activiteiten plaats in de NV.De risico's van de GR hangen sterk samen met de risico's van de NV.Het w eerstandsvermogen van de NV is voldoende om risico’s op te vangen.

Naam en rechtsvorm

Vesti-gings-plaats

Openbaar belang Resultaat:

GR Eems-Dollard Regio 1,00%

Bestuur-lijk

belang*

Risico’s

GR Havenschap Delfzijl / Eemshaven (Groninger Seaports)

Delfzijl Onze economische doelstellingen w orden ondersteund door de evenw ichtige ontw ikkeling van de havens en de daarbij behorende industrieterreinen in Delfzijl en de Eemshaven.

GR Garantievoorziening voormalige Bestuursacademie Noord Nederland

Assen Vangnetvoorziening voor verplichtingen die doorlopen jegens voormalig ambtelijk aangestelde medew erkers, zoals w achtgeld en FPU-uitkeringen

Leer Bevordering, ondersteuning en coördinatie van de regionale grensoverschrijdende samenw erking van haar deelnemers op vrijw el alle beleidsgebieden.

1,00% Geen risico's

GR Veiligheidsregio Groningen

Groningen Een eff iciënte en kw alitatief organisatie van brandw eerzorg, geneeskundige hulpverlening, crisismanagement en crisisbeheersing onder een regionale en bestuurlijke regie. Multidisciplinaire samenw erking om rampen en crisis te bestrijden.

4,08% De geschatte risico's 2017 bedragen € 1.650.000,-. Een aantal risico's zijn niet gekw antif iceerd. Het w eerstandsvermogen bedraagt € 2.165.000. Dit is naar verw achting voldoende om de risico's mee op te kunnen vangen.

Geen risico's

GR Publieke Gezondheid & Zorg

Groningen Een eff iciënte en effectieve integrale uitvoering van de taken op het gebied van publieke gezondheid met als doel bij te dragen aan een verlenging van de gezonde levensverw achting en een verkleining van gezondheidsverschillen.

4,47% Voldoende w eerstands-vermogen aanw ezig. Beschikbare w eerst.cap. is € 2 miljoen. Risico’s zijn € 300 duizend.Per saldo geen risico voor de gemeente.

GR IVAK, centrum voor kunst en cultuur

Delfzijl Bevordering van de kunstzinnige vorming in de gemeente.

76,00% De organisatie is in liquidatie. Er loopt een verzelfstandigingstraject.Voor de risico's van de liquidatie is een voorziening gevormd.

GR Volkskredietbank Noord Oost Groningen

Appingedam Hulpverlenen bij het herstellen van het geldelijke evenw icht in het budget van hen die in f inanciële moeilijkheden verkeren of dreigen te geraken. Daarnaast voorziet de VKB op zakelijke en sociaal verantw oorde w ijze in de behoefte aan volkskrediet

10,00% Er zijn diverse risico’s aanw ezig (clams, rente, personeel, macro-economische effecten, etc). Deze zijn echter niet majeur.De VKB beschikt niet over een w eerstandsvermogen om tegenvallers op te vangen.

5. Openbare orde en Veilgheid

6. Werk en Inkomen

7. Samenlevings-zaken

7. Samenlevings-zaken

Programma

2. Wonen, Milieu en economie

Overhead

1. Burger en Bestuur

Gemeenschappelijke regelingen

Jaarstukken 2016

- 96 - Paragraaf F Verbonden partijen

EV/VV x € 1.000

Resultaat: 0

EV begin: 2.048 EV einde: 2.722 VV begin: 13.971 VV einde: 11.861

Resultaat: 0

EV begin: 76

EV einde: 76

VV begin: 464 VV einde: 522

Resultaat: 237 EV begin: 911

EV einde: 848

VV begin: 434 VV einde: 735

Resultaat: 0

EV begin: nvt

EV einde: nvtVV begin: nvtVV einde: nvt

Resultaat: 0

EV begin: 2.293

EV einde: 2.785

VV begin: 3.674 VV einde: 3.605

Resultaat: 0

EV begin: 0

EV einde: 0

VV begin: 0 VV einde: 0

6. Werk en Inkomen

Er spelen diverse risico's. De subsidie WsW gaat in de toekomst dalen zonder dat de lasten dalen. Door bezuiniging op bemiddelingsactiviteiten dreigen de uitkeringslasten toe te nemen. Bij een gemeentelijke herindeling w ordt een afboeking van activa verw acht van €3 mln.Per saldo een risico van €300.000,-. De ingeschatte risico’s voor de uitvoering van de bijstanduitkering ed. bedragen € 1,8 miljoen. De GR beschikt niet over een eigen w eerstandsvermogen.Per saldo een risico van €500.000,-.

8. Beheer en Realisatie

3, Vergunning en Handhaving

Overhead

3. Vegunning en Handhaving

7. Samenlevings-zaken

Toezichthoudend orgaan (THO) SBO De Delta Appingedam

Appingedam Instandhouding samenw erkingsscholen ten behoeve van het geven van speciaal basis-, praktijk- en leerw egondersteunend onderw ijs.

20,00% De gemeente heeft zich als THO garant gesteld voor mogelijke kosten i.v.m. w achtgeldclaims.

Er is een beperkt risico. Dit risico betreft de te verdelen tekorten op rekeningbasis.

GR Omgevingsdienst Groningen

Veendam Uitvoeren van VTH-taken op het gebied van de fysieke leefomgeving. Sturen en coördineren van de uitvoering van VTH-BRZO-taken in Noord-Nederland.

Er zijn nauw elijks risico’s. Weerstandsvermogen van Sanog is voldoende.

GR Werkorganisatie DEAL-gemeenten

Delfzijl Uitvoeren van taken op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving.

25,00% De geschatte risico’s bedragen €159 duizend euro. Niet alle risico's zijn gekw antif iceerd. Het w eerstandsvermogen is voldoende om de risico's te kunnen opvangen.

GR Samenw erkings-verband afvalstoffen-verw ijdering Noord-Oost Groningen (SANOG)

Delfzijl Het Sanog heeft als doel de behartiging van de gemeenschappelijke belangen van de deelnemende gemeenten van het samenw erkingsgebied voor w at betreft preventie, doelmatigheid en milieu hygiënische verantw oorde w ijze verw ijderen en verw erken van afvalstoffen. Dit afval is afkomstig van huishoudens uit het samenw erkingsgebied. Dit overeenkomstig de afvalstoffen w etgeving.

50,00%

GR Werkplein Fivelingo Delfzijl en Appingedam

Werkplein Fivelingo is de sociale dienst en SW-bedrijf voor inw oners van de gemeenten Delfzijl, Appingedam en Loppersum. Werkplein Fivelingo beslist over aanvragen voor een Participatiew et-uitkering, IOAW, IOAZ en BBZ-uitkering, bijzondere bijstand en minimaregelingen. Daarnaast verzorgt het Werkplein de re-integratie naar de arbeidsmarkt en beschut w erk voor w ie de reguliere arbeidsmarkt (nog) een stap te ver is.

33,33%

GR Gemeenschappelijk computercentrum (GemCC)

Appingedam Faciliteren van de technische ICT-infrastructuur, de levering van desktop functionaliteit, afgeleverd op de backbone van de deelnemende gemeenten en het in stand houden van een tw eedelijns helpdeskfunctie.

56,12%

1,00% De geschatte risico’s bedragen €490 duizend euro. Het w eerstandsvermogen is voldoende ad €853 duizend euro.

Naam en rechtsvorm

Vesti-gings-plaats

Openbaar belang Resultaat: Bestuur-lijk

belang*

Risico’s Programma

Gemeenschappelijke regelingen

Jaarstukken 2016

Paragraaf F Verbonden partijen - 97 -

EV/VV x € 1.000

Resultaat: 0

EV begin: 27,5

EV einde: 34,2

VV begin: 142,0 VV einde: 150,9

Resultaat: ?

EV begin: 500

EV einde: 500 VV begin: 6.152 VV einde: 5.997

Resultaat: 369 mln.

EV begin: 4,2 mld.

EV einde: 4,5 mld.

VV begin: 145 mld.VV einde: 154 mld.

Resultaat: 0,018 mln.

EV begin: 1,6 mln.

EV einde: 1,6 mln.

VV begin: 0,118 mln.VV einde: 0,045 mln.

Resultaat: 0,2 mld

EV begin: 3,6 mld

EV einde: 3,7 mld

VV begin: 2,6 mld

VV einde: 2,6 mld

Resultaat: $ 0,350 mln.

EV begin: $ 9,5 mln.

EV einde: $ 0,830 mln.VV begin: $ 0,445 mln.

VV einde: $ 0,155 mln.

Naam en rechtsvorm

Vesti-gings-plaats

Vereniging van Waddenzeegemeenten

Delfzijl

Publiek Belang elekticiteitsproductie BV

Zw embad Appingedam-Delfzijl Vastgoed B.V.

Risico’s

Het voeren van een gezamenlijk gemeentelijk Waddenzeebeleid. Adviseren gemeenten over regelgeving, bestuur en beheer Waddenzeegebied onderhouden contacten met belanghebbende instanties.

8,33% Geen risico's

Openbaar belang Resultaat: Bestuur-lijk

belang*

De verkopende aandeelhouders van energiebedrijf Essent te vertegenw oordigen als medebeheerder (naast RWE, Essent en Enexis) van het CBL Escrow Fonds en te fungeren als doorgeefluik voor betalingen in en uit het CBL Escrow Fonds.

's Hertogen-bosch

CBL Vennootschap BV Met de liquidatie van het CBL Escrow Fonds is alleen nog sprake van een risico en daarmee aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders ter hoogte van het bedrag dat w ordt aangehouden in de vernnootschap. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap.

0,24%

Delfzijl Instandhouding zw emvoorziening.

50,00% De B.V. exploiteert het zw embadgebouw en verhuurt deze aan de exploitant. De gemeenten dragen jaarlijks bij in het verschil tussen de last en de bate. Dit verschil is structureel geraamd in onze begroting. Verder zijn er geen risico's.

NV Bank Nederlandse Gemeenten

Den Haag Bankier ten dienste van overheden. De bank draagt duurzaam bij aan het laag houden van de kosten van maatschappelijke voorzieningen voor de burger.

0,07% Geen risico’s, w el een lagere w instuitkering t/m 2018.

Distributie en/of productie van elektrische- en andere vormen van energie. Samen met Delta Energy BV vervullen van het aandeelhouderschap in NV EPZ, uitvoering Convenant Borssele 2034 uit 2006, inclusief het SET Fund en de verplichting om overigens te investeren in duurzame energieontw ikkeling en voor-bereiding van de ontw ikkeling van een tw eede kerncentrale.

0,24% Het f inanciele risico na de levering van ERH aan RWE , w aarmee de vervreemding van de aandelen Essent nu is afgerond, is beperkt tot eventuele contractueel vastgelegde mogelijkheden van claims c.q. garanties. Eventuele claims komen ten laste van het General Escrow fonds. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap ( € 1.496.822).

Enexis Holding N.V. ’s-Hertogen-bosch

Het (doen) distribueren en het (doen) transporteren van energie, zoals elektriciteit, gas, w armte en (w arm) w ater.

0,24% Geen risico’s.

2. Wonen, Milieu en Economie.

2. Wonen, Milieu en Economie.

Programma

2. Wonen, Milieu en Economie.

Stichtingen / Verenigingen

Coorperaties / Vennootschappen

7. Samenlevings-zaken

Overhead

1. Burger en Bestuur

’s-Hertogen-bosch

Jaarstukken 2016

- 98 - Paragraaf F Verbonden partijen

EV/VV x € 1.000

Resultaat: 0,017 mln.EV begin: 850 mln.

EV einde: 350 mln.VV begin: 12,2 mln.VV einde: 6,3 mln.

Resultaat: 0,430 mln.

EV begin: 84,8 mln.

EV einde: 1,4 mln.

VV begin: 30,1 mln.

VV einde: 0,002 mln.

Resultaat: 3,3 mln.

EV begin: 0,042 mln.

EV einde: 3,2 mln.

VV begin: 0,050 mln.

VV einde: 0,162 mln.

Resultaat: ?

EV begin: 64.252

EV einde: 67.548

VV begin: 102.085

VV einde: 99.385

Resultaat: 1.330

EV begin: 43.108 EV einde: 44.721 VV begin: 181.629 VV einde: 168.058

Waterbedrijf Groningen N.V.

2. Wonen, Milieu en Economie.

Programma

Groningen Voorziening van het verzorgingsgebied met drinkw ater en w ater voor andere doeleinden.

5,65% Geen risico’s.

Afvalsturing Friesland NV Leeuw arden Verw erken van huishoudelijk afval van alle Frieze gemeenten en gemeenten in Noord Groningen.

4,10%

De aandeelhouders lopen zeer beheerst geachte risico's voor de niet-tijdige betaling van rente en/of aflossing. Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominaal aandelenkapitaal van deze vennootschap.

Geen risico's. 8. Beheer en Realisatie

0,24%Afhandeling van alle rechten en plichten die zijn voortgekomen uit de verkoop van Essent.

Coorperaties / Vennootschappen

CSV Amsterdam BV 's Hertogen-bosch

Namens de verkopende aandeelhouders van Essent een eventuele schadeclaimprocedure voeren tegen de staat als gevolg van de WON, eventuele garantieclaim procedures voeren tegen Waterland en het geven van instructies aan de escrow -agent w at betreft het beheer van het bedrag dat op de escrow -rekening n.a.v. de verkoop van Attero is gestort.

Het f inanciële risico is beperkt tot eventuele claims van Waterland als gevolg van garanties en vrijw aringen die door de verkopende aandeelhouders zijn afgegeven en tot het maximale bedrag van € 13,5 mln.op de escrow rekening.

2. Wonen, Milieu en Economie.

In het kader van de verkoopp in 2009 van Essent aan RWE hebben de verkopende aandeelhouders een aantal garanties en vrijw aringen gegeven aan RWE. Het merendeel van deze garanties en vrijw aringen is door de verkopende aandeelhouders overgedragen aan Verkoop Vennootschap

0,24% Het f inanciële risico is na de liquidatie van het General Escrow Fonds relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal.Daarnaast is het risico en daarmee de aansprakelijkheid voor de verkopende aandeelhouders relatief gering en beperkt tot de hoogte van het nominale aandelenkapitaal van deze vennootschap.

2. Wonen, Milieu en Economie.

Vordering op Enexis BV 's Hertogen-bosch

Verkoop Vennootschap BV

's Hertogen-bosch

2. Wonen, Milieu en Economie.

Naam en rechtsvorm

Vesti-gings-plaats

Openbaar belang Resultaat: Bestuur-lijk

belang*

Risico’s

Jaarstukken 2016

Paragraaf G Grondbeleid - 99 -

G Grondbeleid

1. Inleiding De paragraaf grondbeleid bevat informatie over financiële ontwikkelingen van het afgelopen jaar, gaat in op de risico's die zich bij bouwgrond voordoen en besteedt aandacht aan de strategische visie van het grondbeleid.

2. Grondbeleid In de notitie 'Grondbeleid 2017-2020 uitgangspunten en instrumentarium' die de raad op 10 november 2016 heeft vastgesteld, zijn beleidskaders over het grondbeleid vastgelegd. In de notitie is vastgelegd in welke gebieden de meeste activiteit voor de aankoop en verkoop van grond wordt verwacht, wanneer een actieve houding van de gemeente is gewenst en wanneer het initiatief aan derden wordt overgelaten. Voorts zijn instrumentaria voor het grondbeleid opgenomen, een opsomming van maatregelen die de grondactiviteiten moeten gaan bevorderen. In het grondprijsbeleid staat beschreven hoe de grondprijzen voor de verschillende vormen van woningbouw en vastgoed worden bepaald. Met de notitie geven we een kader om flexibel deel te nemen aan de veranderende grondmarkt. De grondactiviteiten hebben een nauwe relatie met de vastgestelde regionale en gemeentelijke plannen op het gebied van wonen, de inkrimping van het commercieel vastgoed in de stedelijke kern van Delfzijl en het verminderen van de beschikbare voorraad van het maatschappelijk vastgoed. Voor de grondexploitaties streven we maatwerk en flexibiliteit na voor een brede doelgroep van particulieren, projectontwikkelaars en de woningbouwcorporaties. Specifieke gevallen worden onderbouwd met een sluitende business case, welke economisch moet passen binnen de vastgestelde grondexploitaties. Ditzelfde geldt voor eventuele nieuwe ontwikkelingen en aankopen. De grondexploitaties en woningbouwontwikkelingen hebben een nadrukkelijke rol in de herhuisvestingopgave in relatie met de noodzakelijke krimp en sloopopgave. Het grondbeleid faciliteert hierin de integrale planvorming, zoals in het IIP en de actieplannen voor het centrum, de dorpen en de wijken wordt beoogd. Uit deze plannen blijkt dat de meeste dynamiek wordt verwacht in het stedelijk gebied. Naast de wijken zal vooral in het centrum op basis van economisch resultaat en sluitende business cases binnen de financiële kaders snel en flexibel maatwerk geleverd worden. Buiten het stedelijk gebied is een behoudender aanpak voorzien. Uitzondering hierop zijn de dorpskernen, waar voor inbreidingen, functieveranderingen en maatschappelijke functies ook het nodige maatwerk ingezet zal worden.

3. Uitgangspunten gemeentelijke grondexploitaties p er 31 december 2016 De grondexploitaties 2016 bestaan uit de in exploitatie genomen gronden in de complexen Delfzijl Noord, Delfzijl West en het bedrijventerrein Tjariet te Spijk. De berekeningen zijn gebaseerd op de prognoses zoals die per 31 december 2016 bekend waren. Het aantal te verkopen bouwkavels is gemiddeld 10 per jaar met een oplopende reeks, in de beginperiode zijn minder verkopen voorzien dan in latere jaren. De in exploitatie genomen gronden in drie complexen hebben met elkaar gemeen, dat de werkzaamheden voor het bouwrijp maken zijn afgerond en dat het accent de komende jaren komt te liggen op het afzetten van bouwgrond. De te maken kosten beperken zich dan ook vooral tot het woonrijpmaken en kosten voor het beheer van de bouwgronden. De kosten voor het woonrijp maken doen zich pas voor als er daadwerkelijk kavels worden verkocht.

Jaarstukken 2016

- 100 - Paragraaf G Grondbeleid

Voor de grondexploitatie zijn de boekwaarden per 31 december 2016 geactualiseerd en is beoordeeld of de prognose van de budgetten nog toereikend is voor de nog uit te voeren werkzaamheden. Tevens heeft een toets plaatsgevonden naar de gehanteerde uitgangspunten en zijn de grondwaarden opnieuw berekend. Hierbij is een relatie gelegd met de grondwaarden van andere gemeenten in de regio. Voor de actualisatie van de grondexploitaties per 31 december 2016 zijn de volgende uitgangspunten gebruikt:

Grondexploitatie Delfzijl Noord

Grondexploitatie Delfzijl West

Bedrijven-terrein Tjariet

Prijspeil 2017 2017 2017

Looptijd 2017 t/m 2026

2017 t/m 2029 2017 t/m 2021

Rente t/m 2020 2,83% 2,83% 2,83%

Rente vanaf 2021 2,52% 2,52% n.v.t.

Kostenindex 2017 t/m 2020 1,00% 1,00% 1,00%

Kostenindex vanaf 2021 2,00% 2,00% n.v.t.

Opbrengsten index 2017 t/m 2020 0,00% 0,00% 0,00%

Opbrengsten index vanaf 2021 1,00% 1,00% n.v.t.

Opbrengsten index vanaf 2027 0,00% 0,00% n.v.t.

Algemeen risico op tegenvallers 7,50% 7,50% 7,50%

Uit te geven kavels 105 31 7

Grondwaarde per m2 (Residuele grondwaarde) *

(Residuele grondwaarde)

(Residuele grondwaarde)

* De residuele grondwaarde berekening is gebaseerd op: Vrij op naam prijs woning minus stichtingskosten woning (bouwkosten en bijkomende kosten).

4. Ontwikkelingen in 2016 De commissie Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) heeft de afbakening, definiëring en verslaggevingsregels rondom de grondexploitaties in 2016 verder aangescherpt. De afbakening is onvermijdelijk in het kader van de vennootschapsbelastingplicht voor gemeenten (Vpb). Dit heeft geleid tot een aantal wijzigingen in het BBV en de notitie grondexploitatie. Vastgoed en niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) behoren niet langer meer tot de grondexploitatie, de gebouwen en gronden worden zonder afwaardering omgezet tegen de boekwaarde naar de vaste activa. Uiterlijk 31 december 2019 moet een toets plaatsvinden op de marktwaarde van deze gronden tegen de geldende bestemming op het moment van de marktwaardetoets. Daarnaast is om de risico's die samenhangen met zeer lang lopende projecten te beperken, de looptijd van de grondexploitatiecomplexen gemaximeerd op tien jaar. Deze tien jaar dient als richttermijn. Een gemotiveerde afwijking door de raad met de daarbij horende risico-beperkende beheersmaatregelen is toegestaan. In Delfzijl zijn verschillende factoren die grote invloed hebben op de grondexploitatie. Naast de recente economische crisis en de onzekerheden op de vastgoedmarkt als gevolg van de gaswinning en aardbevingen speelt dat Delfzijl een krimpgemeente is. In de huidige door de raad vastgestelde grondexploitatie was uitgegaan van een termijn van 21 jaar met een voorzichtige inschatting van de kavelverkoop.

Jaarstukken 2016

Paragraaf G Grondbeleid - 101 -

Bij de controle van de jaarrekening heeft de accountant aangegeven, dat hij de argumenten om de termijn van 10 jaar te overschrijden voor de grondexploitatie Noord niet specifiek genoeg vindt voor de gemeente Delfzijl in verhouding tot de regio. Ook de Provincie Groningen, de andere externe toezichthouder, deelt deze zienswijze, na overleg met de accountant, is een bijgestelde grondexploitatie noord opgesteld die wel voldoet aan de 10 jaars termijn van de BBV. Tot de in bouwexploitatie genomen gronden behoren de complexen Delfzijl Noord, Delfzijl West en het bedrijventerrein Tjariet. De belangrijkste ontwikkelingen in 2016 per complex zijn: 4.1 Delfzijl Noord In Delfzijl Noord is in 2016 een tweetal kavels verkocht, in de grondexploitatie was gerekend op een verkoop van een zevental kavels. De hierbij behorende werkzaamheden woonrijpmaken zijn gedeeltelijk afgerond en zullen een doorloop hebben naar 2017. De geactualiseerde grondexploitatie resulteert in een contante waarde per 31 december 2016 van € 209.000. Ten opzichte van de situatie van een jaar eerder betekent dit een ander resultaat. Dat is hoofdzakelijk veroorzaakt door de aanpassing in looptijd, en de balans correctie (overgangsrecht BBV) per 1 januari van de materiële vaste activa van € 760.000. De aanpassing naar 10 jaar leidt tot een herrekening van de kosten en opbrengsten: kosten die betrekking hebben tot de geactiveerde gronden maken geen deel meer uit van de grondexploitatie. De benodigde voorziening per 1 januari 2016 was bestemd voor de kavels die nu worden geactiveerd. De voorziening is in mindering gebracht op de waarde van de gronden. In 2017 wordt de woonvisie aangepast in verband met het versterkingsvraagstuk. Op dit moment zijn effecten van de aanpassing van de woonvisie 2017 nog niet te kwantificeren. Daarom zijn de nog uit te geven kavels door middel van het overgangsrecht als materiële vaste activa verantwoord. Bij het opstellen van de woonvisie zullen de geactiveerde kavels worden betrokken in de nieuwe grondexploitatie die zal worden gemaakt bij het opstellen van de woonvisie. De planning is dat zowel woonvisie en de daarmee samenhangende grondexploitatie in oktober 2017 worden vastgesteld. 4.2 Delfzijl West In Delfzijl West wordt ingezet op woningbouw op de locaties Dallinga Rijksweg, de voormalige Windroos en Superblok. De geactualiseerde grondexploitatie resulteert in een contante waarde per 31 december 2016 van € 600 positief terwijl een jaar eerder het resultaat nog € 6.800 positief was. De mutatie is in hoofdzaak veroorzaakt door een lagere grondwaarde. 4.3 Bedrijventerrein Tjariet te Spijk Op het bedrijventerrein Tjariet te Spijk zijn de verwachte grondopbrengsten in 2016 niet gerealiseerd. In 2016 is er één kavel verkocht waarin in de exploitatie twee kavels geraamd waren. De grondexploitatie is hierop bijgesteld met de meest actuele verwachting van de grondverkopen. Dit heeft een negatief effect op de grondexploitatie. De aangepaste rentevoet heeft een positief effect op de grondexploitatie, per saldo een voordeel van € 2.400. De grondexploitatie sluit per 31 december 2016 afgerond € 15.900. Op basis van het Besluit Begroting en Verantwoording (BBV) gemeenten is dit in de jaarrekening 2016 verwerkt. 4.4 Risico’s De risico’s in de drie complexen worden voornamelijk gevormd door tegenvallende verkopen, de lange looptijd van de exploitaties en het rente-effect dat dit heeft. Binnen het geheel van treasury zal jaarlijks worden beoordeeld of een jaarlijkse afboeking van de rentelasten mogelijk blijkt teneinde toekomstige risico’s in de grondexploitatie te ondervangen en te beheersen. Een risicoanalyse wordt jaarlijks bij de jaarrekening gemaakt om te kunnen beoordelen of de balanswaardering van de gronden nog juist is.

Jaarstukken 2016

- 102 - Paragraaf G Grondbeleid

4.5 Grondprijzen In de notitie “grondbeleid 2017-2020 uitgangspunten en instrumentarium” is bepaald dat de grondprijzen jaarlijks worden vastgesteld met de grondprijsbrief die onderdeel uitmaakt van de paragraaf grondbeleid. Uit nieuwe berekeningen die gebaseerd zijn op de residuele berekening, afgestemd op de regio en de demografische context blijkt dat de gemiddelde minimale streefwaarde van vrije kavels in de ontwikkelgebieden Noord en West een aanpassing vragen. Deze gemiddelde minimale streefwaarde is bepaald op € 95 per m2. De overige in de grondprijsbrief vermelde prijzen blijven ongewijzigd.

5. Financieel Resumé 2016 In onderstaand financieel overzicht zijn de investeringen en opbrengsten per onderdeel opgenomen. Verder bevat het overzicht de boekwaarden per 31 december 2016, de nog te verwachten kosten en opbrengsten van de grondexploitatie.

Bedragen x € 1.000

C o mplexB o ekwaarde 1 jan.

2016

B alansmutat ie

Investeringen inclus ief

rente 2016

Opbrengsten, bijdragen en

subsidies 2016

A fwaardering en/ o f

Winstneming

B o ekwaarde 31 dec. 2016

N o g te verwachten

ko s ten inclusief

rente

N o g te ve rwachten o pbrengste

n

lo o pt ijdR esultaa t

EWR esultaat

C W

Delfzijl Noord 3.195 -920 119 -126 0 2.268 1.607 -4.130 10 255 209Delfzijl West 233 -125 24 0 0 132 764 -897 12 1 0Bedrijventerrein Tjariet 808 0 73 -73 2 810 183 -991 5 -2 0Nog niet in bouwexplo itatiegenomen gronden

294 -294 0

Gronden niet bestemd voorexploitatie

96 -96 0

T o taa l 4.626 -1.435 216 -199 2 3.210 2.554 -6.018 254 209

Jaarstukken 2016

Paragraaf H Demografische ontwikkelingen en IIP - 103 -

H Demografische ontwikkelingen en IIP

1. Inleiding Vanuit het Interbestuurlijk actieplan Bevolkingsdaling 2009 hebben diverse kabinetten aandacht besteed aan de demografische ontwikkelingen die zich vooral voordoen in diverse krimpgebieden. Aanvankelijk betrof dit drie regio`s: Zuid-Limburg, Zeeuws- Vlaanderen en Eemsdelta. Voor deze regio's is vanuit het Rijk een programma opgesteld, gericht op passende steun en vooral gericht op drie pijlers van beleid; Economische Vitaliteit en Arbeidsmarkt, Wonen en Voorzieningen. Mede vanuit dit Rijksprogramma is een bestuurlijke rolverdeling gedefinieerd, waarbij naast het Rijk zelf, ook gedeelde verantwoordelijkheden met de provincies en betreffende gemeenten zijn verduidelijkt. Hierbij is de primaire verantwoordelijkheid gelegd bij de regionaal samenwerkende gemeenten, maatschappelijke organisaties, burgers en bedrijven. Er is een procesmatige (regierol) toegewezen aan de provincie. Het Rijk stelt faciliteiten beschikbaar in kennis en geldstromen en treft aanvullende ondersteunende maatregelen. Vanuit dit traject is voor onze regio en voor Delfzijl als gemeente specifiek gewerkt aan de totstandkoming van de ontwikkelingsvisie Eemsdelta en het Regionaal Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta. Het gemeentelijke Investeringsprogramma Delfzijl en de actieplannen voor de Dorpen en Wijken en het Centrum zijn hier nauw mee verweven. Ook het Financieel Arrangement Eemsdelta 2010 komt hieruit voort, net als de tot en met dit jaar toegepaste compensatieregeling voor de financiële gevolgen van de demografische transitie (tijdelijke krimpmaatstaf). Deze mondt uit in een gecorrigeerde bijdrage uit het Gemeentefonds. 2. Gewijzigde krimpmaatstaf In 2015 heeft op Rijksniveau besluitvorming plaatsgevonden om ook andere regio's de status van krimpregio toe te kennen. Ook is na een evaluatie in de septembercirculaire 2015 door het ministerie van Binnenlandse Zaken de krimpbijdrage voor de periode 2016 – 2020 bekend gemaakt. De regio Eemsdelta heeft er inmiddels voor gekozen om de wijze van verdeling en het beheer van deze krimpgelden gezamenlijk, dus als regio, te beheren en uit te werken (bron: brief van 16 juli 2015 aan het ministerie van Binnenlandse Zaken). Delfzijl fungeert daarbij als centrumgemeente voor de Eemsdeltaregio. 3. Woon en Leefbaarheidplan Eemsdelta Voor de krimpregio Eemsdelta is het Woon- en Leefbaarheidsplan Eemsdelta en het daaraan gekoppelde Uitvoeringsprogramma een belangrijk document. Hierin zijn de projecten gedefinieerd die tot uitvoering worden gebracht als antwoord op de demografische ontwikkelingen. De bevolkingsontwikkeling in deze regio en de gevolgen daarvan zijn in 2011 in kaart gebracht in een zorgvuldig traject met 35 convenantspartijen. Om de plannen actueel te houden zijn afspraken omtrent monitoring gemaakt en worden periodiek de uitvoeringprogramma's herijkt. In 2016 is afgesproken elke vijf jaar het WLP te herzien. Daarom is in 2016 het WLP 2 (Noord-Groningen Leeft), voorbereid. De gemeente De Marne is daarbij als partner aangeschoven, omdat deze gemeente ook een in grote lijnen vergelijkbare leefbaarheidsproblematiek ondervindt. Het Woon- en Leefbaarheidplan Eemsdelta noemt een groot aantal maatregelen om de kwaliteit van het wonen en leven in de regio te verbeteren. Daarvoor zijn keuzes nodig, want onderwijs, medische zorg en andere onmisbare voorzieningen kunnen niet meer overal geboden worden. En ook de bouw- en sloopopgave van woningen is door vertaald in een belangrijke transitieopgave.

Jaarstukken 2016

- 104 - Paragraaf H Demografische ontwikkelingen en IIP

In het WLP 2 is daarbij een nadrukkelijke relatie gelegd met het aardgasbevingendossier. Enerzijds omdat het aardbevingendossier op zichzelf leidt tot diverse (versterkte) leefbaarheidsopgaven, anderzijds omdat het leefbaarheidsprogramma vanuit de demografische ontwikkelingen goede koppelingskansen biedt met de versterkingsopgaven uit het Meerjarenprogramma van de Nationaal Coördinator Groningen. Het WLP onderscheidt drie soorten kernen: regionale centra met een uitgebreid pakket aan dagelijkse en niet-dagelijkse voorzieningen, centrumdorpen waar vooral de dagelijkse voorzieningen te vinden zijn zoals basisschool, huisarts, supermarkt en openbaar vervoer. En woondorpen met een beperkt voorzieningenniveau. Delfzijl is een belangrijk regionaal centrum. Ook Spijk en Wagenborgen hebben daarin een bijzondere status. Het WLP 2 zal in de uitvoering vooral binnen nader te vormen en soms wisselende coalities tot uitvoering worden gebracht. Hierbij hebben de convenantpartners de ruimte om hun opgaven zodanig te organiseren dat deze samenwerkingen optimaal matchen met de wijzigende bestuurlijke en maatschappelijke verhoudingen in de regio.

4. Investeringsprogramma Delfzijl, de actieplannen Dorpen en Wijken en Centrum Om de leefbaarheid in de gemeente Delfzijl en de omliggende regio op een aanvaardbaar niveau te houden en de functie van Delfzijl als regionaal en economisch centrum te behouden zijn maatregelen nodig, zowel op het gebied van het wonen als op het gebied van de voorzieningen. Deze maatregelen

Jaarstukken 2016

Paragraaf H Demografische ontwikkelingen en IIP - 105 -

zijn beschreven in het Integraal Investeringsprogramma Delfzijl 2012‐2022 (IIP) dat de gemeenteraad in februari 2013 vaststelde. De investeringsopgave is verder uitgewerkt in twee door de gemeenteraad vastgestelde actieplannen, te weten een voor de dorpen en wijken en een voor het centrum. Ook met de actieplannen wordt een antwoord geformuleerd op de bevolkingsontwikkeling en de gevolgen daarvan. Diverse projecten zijn reeds of worden nu, veelal versneld, in uitvoering gebracht op een wijze dat Delfzijl een nieuw gunstig perspectief krijgt. De opgaven vanuit het gemeentelijk investeringsprogramma / de actieplannen voor de Dorpen en Wijken en het Centrum worden waar mogelijk nauw verbonden met het aardbevingendossier. Dat dossier immers veroorzaakt ook leefbaarheidsproblematiek van diverse aard. Wij trachten in de aanpak van deze dossiers de onderlinge koppelingskansen optimaal te verbinden.

Jaarstukken 2016

- 106 - Paragraaf H Demografische ontwikkelingen en IIP

Jaarstukken 2016

Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT) - 107 -

I Interbestuurlijk Toezicht (IBT) 1. Inleiding Uitgangspunt van de Wet Revitalisering Generiek toezicht (RGT) is vertrouwen; het vertrouwen dat een bestuurslaag zijn taken goed uitoefent en dat de horizontale verantwoording - van gemeentebestuur aan gemeenteraad en van Gedeputeerde Staten aan Provinciale Staten - op orde is. Daardoor kunnen we het toezicht sober en terughoudend uitvoeren. Verder geldt het uitgangspunt ‘eenmalige uitvraag, meervoudig gebruik’: gemeenten en provincies hoeven hun verantwoordingsinformatie maar één keer aan te leveren. Het generieke interbestuurlijke toezichtinstrumentarium richt zich op: a de naleving van regelgeving in medebewind en b. de uitvoering van autonome taken. Het interbestuurlijk toezicht kenmerkt zich door: • Nabijheid: toezicht in beginsel alleen door de naast hoger gelegen bestuurslaag. • Enkelvoudigheid: slechts één bestuurslaag houdt toezicht. • Samenwerking: in situaties waarin toch sprake is van meer dan één toezichthouder, moet er

samenwerking zijn tussen die toezichthouders. • Selectiviteit en terughoudendheid: de lasten van interbestuurlijk toezicht verminderen door het

toezicht selectief uit te oefenen met risicoanalyses. Voorop staat het vertrouwensbeginsel, waardoor we het toezicht terughoudend kunnen toepassen.

• Proportionaliteit: de toezichthouder zet het lichtst mogelijke instrument in bij toepassing van toezicht, ook als het gaat om informatieverzameling. Vooraf maakt het toezichthoudende bestuursorgaan duidelijk onder welke omstandigheden en onder welke voorwaarden hij van zijn bevoegdheden gebruik maakt.

Het interbestuurlijk toezicht is alleen gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. Het is niet bedoeld om kwaliteit van de taakuitvoering te verbeteren. Ingrijpen gebeurt alleen als we wettelijk vastgelegde medebewindstaken niet (juist) uitvoeren. Of als besluiten in strijd zijn met het algemeen belang of het recht. Dan kan de toezichthouder gebruik maken van deze instrumenten: • Indeplaatsstelling bij taakverwaarlozing: als een gemeente of provincie een medebewindstaak

verwaarloost, kan de toezichthouder die taak overnemen. • Schorsing en vernietiging: als gemeenten of provincies besluiten nemen die in strijd zijn met het

recht of het algemeen belang, kan de Kroon deze besluiten schorsen en/of vernietigen. Dit gebeurt bij Koninklijk Besluit.

Om te bepalen of hij tot ingrijpen overgaat, doorloopt de toezichthouder een ‘interventieladder’. Deze bestaat uit zes stappen: van signaleren tot en met het definitief toepassen van het instrument.

2. Interbestuurlijk toezicht op gemeenten Voor de beleidsterreinen waar de provincie toezichthouder is, ligt het accent op de gebieden archief, financiën, ruimtelijke ordening, huisvesting statushouders, WABO en monumenten & archeologie. De provincie is in overleg met de gemeenten gekomen tot toetsingscriteria per toezichtterrein voor de beoordeling van de uitvoering. Gemeenten kunnen daarbij goed, matig of slecht scoren. Tweemaal per jaar maken we de balans op: bij de jaarrekening en bij de begroting.

Jaarstukken 2016

- 108 - Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT)

Evaluatie Groninger stelsel IBT Het Groninger stelsel van interbestuurlijk toezicht is op advies van de Klankbordgroep IBT, bestaande uit de burgemeesters Galama, Hoekstra, Kosmeijer, Munniksma en Rodenboog onder voorzitterschap van de commissaris van de Koning, geëvalueerd door professor De Ridder. Uit zijn onderzoek blijkt dat het stelsel te wensen overlaat; het uitgeoefende toezicht heeft weinig toegevoegde waarde voor het functioneren van de gemeentebesturen. Het evaluatierapport is door Gedeputeerde Staten van de provincie Groningen op 5 juli 2016 ter kennisgeving aan de gemeenteraad gezonden. De leden van de Klankbordgroep IBT en Gedeputeerde Staten onderschrijven de conclusies uit het evaluatierapport. Het proces om het Groninger stelsel IBT te hervormen is in volle gang. Uitgangspunt is samenwerking en de gezamenlijke verantwoordelijkheid voor de kwaliteit van het openbaar bestuur. Om hier handen en voeten aan te geven gaan we toe naar Toezicht-op-maat. In aanloop daarop schaffen we het oude systeem naar alle waarschijnlijkheid af en daarvoor in de plaats komt toezicht op basis van systematische informatie (wettelijke verplichtingen en de informatieafspraken van de Toetskaders). Hieronder zijn per toezichtterrein de verbeterpunten aangegeven en is aangegeven op welke wijze invulling wordt gegeven aan verbetering. 2.1. Archief De VNG heeft in nauwe samenwerking met gemeenten een handreiking Horizontale verantwoording van de Archiefwet 1995 via Kritische Prestatie Indicatoren (KPI’s) ontwikkeld. Door het beantwoorden van de bij de KPI’s behorende vragen blijkt hoe men scoort ten aanzien van alle eisen van de archiefwetgeving, zodat de uitkomsten bovendien bruikbaar zijn voor interbestuurlijk toezicht op de naleving van algemene wetgeving. Op basis van een risicoanalyse heeft de provincie uit de KPI's vier cruciale thema’s gekozen als focus voor het toezicht, die ook corresponderen met de aanbevelingen van de VNG bij de KPI’s:

1. er is een werkend kwaliteitssysteem voor het beheer van archiefbescheiden; 2. archiefbescheiden in goede, geordende en toegankelijke staat brengen; 3. archiefbescheiden tijdig vernietigen of overbrengen/openbaar maken; 4. er is een duurzame en adequate beheer- en bewaaromgeving.

Kwaliteitssysteem Het beheer van de archiefbescheiden moet voldoen aan toetsbare eisen van een door het college toe te passen kwaliteitssysteem (aldus artikel 16 van de Archiefregeling 2010). Een kwaliteitssysteem bestaat in hoofdzaak uit drie onderdelen: 1. een dienstverleningsovereenkomst (DVO) waarin DIV afspraken met de organisatie;

2. een zaaktypencatalogus (ZTC) waarin processen staan beschreven;

3. een handboek vervanging waarin een scanprotocol is opgenomen en de procedure voor het vernietigen van papieren archief. In 2016 is een DVO opgesteld waarin afspraken zijn vastgelegd tussen de afdeling DIV en de organisatie inzake de informatievoorziening (gebruik JOIN (Decos), hoe om te gaan met e-mail, procedures uitgaande post, etc.). Ook is hierin vastgelegd hoe de controle op de naleving van de afspraken plaatsvindt. Een ZTC (in de vorm van Zaaktypen.nl) is aangeschaft, maar nog niet ingericht. Aangezien we digitale archieven nog niet vernietigen, heeft een handboek vervanging in 2016 geen prioriteit gehad. Op dit onderdeel is het oordeel 'matig'.

Jaarstukken 2016

Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT) - 109 -

Goede, geordende en toegankelijke staat Een beschrijving van werkprocessen en documentaire neerslag moeten we opnemen in een ZTC. Daarnaast moeten we een overzicht genereren van gebruikte applicaties met een beschrijving van daarin aanwezige applicaties. Als gevolg van een gewijzigde prioriteitsstelling (deze lag bij het opstellen van een DVO en de digitalisering van bestuurlijke besluitvorming) zijn deze zaken niet gerealiseerd in 2016. De fysieke archieven bevinden zich in goede, geordende en toegankelijke staat. Enkele archiefbestanddelen moeten we nog in duurzame materialen verpakken. Op dit onderdeel is het oordeel 'matig'. Selectie, vernietiging en openbaarmaking Selectie en vernietiging van fysieke archiefbescheiden geschiedt conform de daarvoor geldende procedures. Bij de doorontwikkeling van het digitaal werken en -archiveren voorzien wij in correcte toepassing van vernietigingscriteria. De archieven van de rechtsvoorgangers van Delfzijl en het archief Delfzijl 1924-1979 zijn formeel overgebracht naar de openbare archiefbewaarplaats. Het archiefblok 1980-1989 moeten we nog overgedragen. Digitale documenten vernietigen we nog niet daadwerkelijk. Met het in gebruik nemen van Zaaktypen.nl zullen we vernietigingstermijnen aan de documenten toekennen. De verwachting was dat dit in 2016 zou plaatsvinden, maar door gewijzigde prioriteitsstelling en onduidelijkheid over de samenwerking in DEAL-verband is dit niet tot stand gekomen. Op dit onderdeel is het oordeel 'matig tot goed'. Beheeromgevingen De archiefbewaarplaats en archiefruimten voldoen aan de gestelde eisen en zijn laatstelijk in 2009 voorzien van een nieuwe klimaatbeheersingsinstallatie. Ontwikkelingen op het gebied van e-depot volgen we nauwgezet onder andere door het bijwonen van presentaties en voorlichtingsbijeenkomsten. Op dit onderdeel is het oordeel 'matig tot goed'. Overigens geldt dat de toezichthouder de beoordeling "matig" door de toezichthouder als voldoende ziet. 2.2. Financiën Door toepassing van een zevental toetsingscriteria op dit terrein en de daarbij horende toezichtregimes zal globaal blijken of een gemeente voldoet om voor repressief toezicht in aanmerking te komen en wanneer een gemeente onder het preventief toezicht wordt geplaatst.

Toetsingscriteria goed matig slecht

1 Begrotingsjaar structureel en reeel in evenwicht x2 Laatste jaarschijf meerjarenraming structureel en reeel in evenwicht x3 Weerstandsvermogen (positief / negatief) x4 Onderhoud kapitaalgoederen: (vastgestelde actuele beheerplannen, geen achterstallig onderhoud < C) x5 Grondexploitatie: (actuele exploitatieopzetten) x6 Toepassing BBV x7 Uitkomsten jaarrekening (drie voorgaande jaren) x

Jaarstukken 2016

- 110 - Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT)

1 en 2) Begrotingsjaar en laatste jaarschijf meerja renraming structureel en reëel in evenwicht Het afgesloten begrotingsjaar en de begroting 2017 met de meerjarenraming 2018-2020 zijn structureel en reëel in evenwicht en sluiten met een positief begrotingssaldo. We kwalificeren daarom dit toetsingscriterium als "Goed". 3) Weerstandsvermogen In het kader van risicomanagement en beheersing actualiseren wij tweemaal per jaar de risico-inventarisatie. Het weerstandvermogen is positief. De ratio van het weerstandsvermogen ligt tussen 1,2 en 1,4. Deze ratio wordt als voldoende bestempeld en kwalificeren wij conform het toetsingskader als "goed". 4) Onderhoud Kapitaalgoederen De beheerplannen van de gemeente zijn geactualiseerd. Bij de kapitaalgoederen "wegen" is sprake van achterstand op het onderhoudsprogramma. In het onderhoudsprogramma is het inlopen van de achterstand van het onderhoud opgenomen. Wij bestempelen dit criterium als "voldoende" en dit valt daarom onder de kwalificatie "Goed". 5) Grondexploitatie De effecten van de herziening van de BBV-verslaggevingsregels rondom grondexploitaties zijn verwerkt in de jaarrekening. Jaarlijks actualiseren wij de grondexploitaties om eventuele risico's te beperken en te voorkomen. Voor lopende grondexploitaties is een voorziening getroffen; en we bepalen jaarlijks de benodigde omvang. In de paragraaf weerstandsvermogen en risicomanagement hebben we daarom voorzichtigheidshalve een risico opgenomen. Wij kwalificeren dit criterium als "voldoende" en dit valt daarom onder de kwalificatie "Goed". 6) Toepassing BBV Wij passen de voorschriften uit het BBV correct toe, daarom is dit criterium als "Goed" gekwalificeerd. 7) Uitkomsten jaarrekening De jaarrekeningen 2014 tot en met 2016 sluiten met een positief resultaat.

2.3. Ruimtelijke Ordening Het interbestuurlijk toezicht op het gebied van de Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) richt zich op de actualiteit van beheersverordening(en), de actualiteit van bestemmingsplannen en het op tijd vaststellen van het uitvoeringsprogramma en jaarverslag zoals bedoeld in de Wabo. Het toezicht hierop vindt ook plaats in het kader van de Wabo.

Het interbestuurlijk toezicht op het terrein van de ruimtelijke ordening gaat nadrukkelijk niet over het toezicht op de naleving van de provinciale belangen, zoals deze zijn verwoord in het Provinciaal omgevingsplan en Provinciale omgevingsverordening (POP en POV). Voor zover sprake is van provinciale belangen zetten we de mogelijkheden van de Wro en het Besluit ruimtelijke ordening in en niet het middel van interbestuurlijk toezicht.

Bestemmingsplan en beheersverordening Alle bestemmingsplannen in Delfzijl zijn actueel, met uitzondering van het industrieterrein Oosterhorn. Voor industrieterrein Oosterhorn is eind 2016 een eerste voor-ontwerp bestemmingsplan ter inzage gelegd. Op dit onderdeel is het oordeel matig.

Bestuursrechtelijke handhaving De Werkorganisatie DEAL-gemeenten voert voor de DEAL-gemeenten de taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Het jaarlijks programma 2016 voor toezicht en

Jaarstukken 2016

Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT) - 111 -

handhaving is in februari 2016 aan de raad aangeboden; de termijn van 1 januari is niet gehaald in verband met planningsproblematiek gerelateerd aan de gaswinning. Het jaarverslag toezicht en handhaving in het kader van de Wro is tijdig aan de raad aangeboden. Op dit onderdeel is het oordeel matig.

Conclusie Ruimtelijke Ordening De gemeente heeft nagenoeg voor geheel Delfzijl actuele bestemmingsplannen waardoor we hier de kwalificatie ‘matig’ geven. Voor het industrieterrein Oosterhorn geldt een concreet voornemen om een bestemmingsplan vast te stellen. 2.4. Huisvesting statushouders Het Rijk legt op basis van de Huisvestingswet aan gemeenten kwantitatieve taakstellingen op voor de huisvesting van statushouders. De aantallen zijn gerelateerd aan het aantal inwoners van de gemeente. De uitvoering van de taakstelling is een wettelijke taak. Het COA wijst een vergunninghouder toe aan de gemeente. Hierna heeft de gemeente twaalf weken de tijd om een woonruimte te zoeken en verhuizing van deze vergunninghouder mogelijk te maken. We zijn ingedeeld in de regio 1 : Friesland, Groningen en Drenthe. De regievoerder is contactpersoon voor de gemeente. De gemeente Delfzijl voldoet niet helemaal aan de taakstelling. De achterstand is opgelopen als gevolg van: • in het jaar 2016 was sprake van een verhoogde asielinstroom met daaraan gekoppeld opnieuw

een verhoogde taakstelling (in totaal 65 statushouders te huisvesten); • naast de verhoogde taakstelling was de beschikbaarheid van woningen in 2016 niet optimaal als

gevolg van de versterkingsopdracht waarbij 40 wisselwoningen nodig waren; • als gevolg van de verhoogde asielinstroom is bij de IND een achterstand ontstaan. Aanvragen

gezinshereniging werden niet eerder dan in 2017 behandeld. Het betreft 29 aanvragen.

Op 31 december 2016 waren de statushouders eerste helft 2016 gehuisvest. Het overleg met ketenpartners is geïntensiveerd van eens per kwartaal naar eens per zes weken.

Stand op Taakstelling Realisatie Stand op Taakstelling Realisatie Stand op

Gemeente 1 jan 1e helft 1e helft 1 juli 2e helft 2e helft 1 jan

2016 2016 2016 2016 2016 2016 2017

Delfzijl -3 30 9 18 35 28 25

Conclusie Huisvesting statushouders Wij hebben een achterstand ten aanzien van de taakstelling. Voor dit beleidsterrein kan dan ook het oordeel 'matig' worden gegeven. 2.5. Wabo Op basis van het Besluit omgevingsrecht is het noodzakelijk dat het college de volgende stukken vaststelt en bekend maakt aan de gemeenteraad: Vergunningen- en handhavingbeleidsplan, Uitvoeringsprogramma VTH-taken voor het komende jaar en Rapportage en evaluatie van het afgelopen jaar. Het vergunningen- en handhavingbeleidsplan (inclusief brandveiligheid, protocol bouwplantoetsing, bodembeleid) moet gebaseerd zijn op een analyse van de problemen die zich naar het oordeel van

Jaarstukken 2016

- 112 - Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT)

het college kunnen voordoen op het gebied van de handhaving. Ofwel, het handhavingsbeleidsplan moet gebaseerd zijn op een probleem- en risicoanalyse. Op landelijk niveau zijn de belangrijkste Wabo-risicothema’s benoemd. Het gaat om de volgende vijf thema’s: • Asbestregelgeving • Brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen • Constructieve veiligheid en brandveiligheid • Verontreinigde grond • Risicovolle inrichtingen Deze risicothema’s zijn aan verandering onderhevig en zullen over een aantal jaren anders zijn. In de evaluaties zullen wij dit signaleren. De Werkorganisatie DEAL-gemeenten en de Omgevingsdienst Groningen voeren voor de DEAL-gemeenten de taken uit op het gebied van vergunningverlening, toezicht en handhaving. Beleid, probleem-/risicoanalyse Er is een handhavingsbeleid (fysiek naleving beleid) aanwezig, dat tot en met 2016 geldig was. Deze is inmiddels, gelet op een eventuele herindeling verlengd. Ook is het Groninger model van de Landelijke Handhavingsstrategie vastgesteld. Het vergunningenbeleid, inclusief protocol bouwplantoetsing moeten we nog vaststellen. Voor dit onderwerp zullen we proberen, in dezelfde lijn als de handhavingsstrategie, provinciaalbreed vergunningenbeleid te ontwikkelen. Er is verder een bodembeleid en een actuele probleem- en risicoanalyse aanwezig. Het ambitieniveau is in lijn met de beschikbare capaciteit. Het beleid en de probleem- en risicoanalyse besteden aandacht aan de onderkende Wabo-risico’s (asbest, verontreinigde grond, brandveiligheid bij de opslag van gevaarlijke stoffen, etc.). Ook besteden wij wordt in het kader van toezicht en handhaving aandacht aan de prioritaire RO-belangen (veiligheid, gezondheid, landschap, natuur en cultuurhistorie). In de dienstverleningsoverkomst met de Werkorganisatie DEAL-gemeenten en in het uitvoeringsprogramma van de Omgevingsdienst Groningen staan de strategische doelstellingen (wat willen we bereiken?) en prioriteiten (wat zijn onze speerpunten?) weergegeven en of de beschikbare middelen toereikend zijn voor de uitvoering. Op dit onderdeel is het oordeel goed. Jaarprogramma Het uitvoeringsprogramma VTH 2016 is in februari 2016 aangeboden aan de raad. De termijn van 1 januari is niet gehaald in verband met planningsproblematiek gerelateerd aan de gaswinning. Op dit onderdeel is het oordeel goed. Jaarverslag Het jaarverslag is niet tijdig (19 juli 2016) aan de raad aangeboden. De deadline voor 1 juli haalden wij niet. Het jaarverslag voldeed aan de gestelde criteria. Gezien de geringe overschrijding van de termijn is het oordeel op dit onderdeel goed. Conclusie Wabo Mede doordat grotendeels de beleidsplannen aanwezig zijn of op korte termijn afgerond zijn en de geringe termijnoverschrijding bij de aanbieding van het jaarverslag en het jaarprogramma, kunnen we de conclusie “goed” geven.

Jaarstukken 2016

Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT) - 113 -

2.6. Monumenten en archeologie Het aantal momenten in de gemeente Delfzijl bedraagt: • 133 gebouwde en archeologische rijksmonumenten; • 3 (rijks) beschermde stads- en dorpsgezichten; • 0 gemeentelijke gebouwde monumenten; • 65 archeologisch waardevolle terreinen. Bestemmingsplannen c.q. beheersverordening De vastgestelde of in procedure zijnde bestemmingsplannen zijn voor het hele gemeentelijke grondgebied Maltaproof en alle (rijks) beschermde stads- en dorpsgezichten zijn erin opgenomen. Op dit onderdeel is het oordeel goed. Monumentencommissie De gemeente heeft voor de gebouwde rijksmonumenten een monumentencommissie die voldoet aan artikel 15 van de Monumentenwet. Op dit onderdeel is het oordeel goed. Vergunningen en adviezen Het college houdt voor de gebouwde rijksmonumenten een openbaar register bij van verleende omgevingsvergunningen (als bedoeld in art. 20 Monumentenwet) en we voldoen aan de termijnen waarbinnen verleende vergunningen in het register moeten zijn opgenomen. In alle wettelijk verplichte gevallen vragen wij voor gebouwde rijksmonumenten advies aan de monumentencommissie. Op dit onderdeel is het oordeel goed. Toezicht en handhaving Er hebben in het afgelopen jaar geen incidenten in onze gemeente plaatsgevonden. Onder ‘incidenten’ wordt verstaan: meldingen van voorvallen die kunnen leiden tot het vaststellen van een overtreding van artikel 11 en artikel 63 lid 2 en 3 van de Monumentenwet 1988. Op dit onderdeel is het oordeel goed. Conclusie Monumenten en Archeologie Ten aanzien van het beleidsterrein Monumenten en Archeologie geven wij het oordeel ‘goed’.

Jaarstukken 2016

- 114 - Paragraaf I Interbestuurlijk Toezicht (IBT)

Jaarstukken 2016

Paragraaf J Sociaal Domein - 115 -

J Sociaal Domein 1. Inleiding Het jaar 2015 was het jaar van de transitie van de wettelijke taken van Rijk en provincie naar gemeente (Wmo, Jeugd en Participatie). In 2016 zetten we de volgende stap naar transformatie van ons gehele hulp-, zorg- en ondersteuningsaanbod. Dat doen we met de Uitvoeringsagenda Sociaal Domein. Die bestaat uit 24 projecten die gericht zijn op:

• meer maatwerk leveren, • dat onze inwoners (vrijwillig of betaald) meedoen in de samenleving • inzetten op meer voorzieningen aan de voorkant (preventie).

De hoofdstukken 6 en 7 beschrijven de reguliere werkzaamheden van het team Samenleving. Deze paragraaf beschrijft de samenhang tussen de drie pijlers uit de decentralisaties: Jeugd, Wmo en Participatie.

2. Uitvoeringagenda Sociaal Domein We hebben in 2016 de Uitvoeringsagenda Transformatie Sociaal Domein vormgegeven. Deze bevat 24 projecten die bijdragen aan de overkoepelende visie:

In Delfzijl streven we naar ruimte voor onze inwoners om hun eigen leven vorm te geven. Daarbij voorkomen we verspilling en versterken we wat werkt. Het doel is om met minder middelen meer te bereiken. Hierbij zetten we de kracht van inwoners optimaal in en kiest gemeente Delfzijl steeds de rol die daarbij het beste past.

De projecten zijn erop gericht de extra taken voor de gemeente vorm te geven (transitie) en een start te maken met de transformatie: een andere (betere) dienstverlening aan onze inwoners. Dat betekent dat we inwoners bedienen vanuit een integrale manier van werken. Met als dat nodig is zowel aandacht voor Wmo, Participatie als Jeugd maar voor zaken als schuldhulpverlening en welzijnswerk. De uitvoeringsagenda is daarmee een logisch vervolg op de transitie en is te zien als een uitwerking van het DAL-beleidsplan 4D’s 2015 – 2018. In het eerste jaar na de transitie (2015) hebben we de nieuwe taken op ons genomen, in het tweede jaar (2016) zijn we gestart met het verbeteren van onze dienstverlening op die taken. In 2017 volgt een evaluatie van de uitvoeringsagenda. Door nu te investeren in de drie hierboven genoemde doelen verwachten we richting 2020 een betere dienstverlening te hebben die past binnen de teruglopende rijksuitkeringen. De uitvoeringsagenda hebben we in 2016 aan de raad van Delfzijl aangeboden samen met de beleidsnotitie Beweging en Samenhang. Daarin gaan we in op hoe we uitvoering willen geven aan de transformatie opgave.

3. Samenwerken In de programmabegroting 2016 gaven we aan dat de transformatie-opgave deels buiten onze eigen gemeentelijke organisatie ligt. De inkoop van Wmo hebben we met elf andere gemeenten gedaan, de inkoop van de Jeugdzorg met alle 23 Groninger gemeenten. Werkplein Fivelingo is een gemeenschappelijke regeling van de DAL-gemeenten, evenals de Volkskredietbank. Er ligt veel kracht en kennis van zaken bij deze instellingen en regelingen, tegelijk vraagt deze opgave veel van ons aller samenwerkingsvermogen. In de praktijk vinden we die bestuurlijke context bij de uitvoering van de Transformatiedoelstellingen lastig. In de rijkswetten die zijn aangenomen om de taken van het rijk over te dragen naar de gemeenten zijn regels opgenomen waar wij aan gebonden zijn. Een onderdeel daarvan is onder andere de financiële verantwoording die nog 'per domein' dient plaats te vinden. We laten ons hiervoor in de uitvoering niet

Jaarstukken 2016

- 116 - Paragraaf J. Sociaal Domein

belemmeren maar regelen dit 'achter de schermen', zodat de uitvoering er zo weinig mogelijk last van heeft.

4. Welzijn en zorg 4.1 Wmo begeleiding In 2016 zijn nieuwe contracten voor Wmo Begeleiding ingegaan. Een deel van de cliënten is overgegaan naar een nieuwe organisatie. Tegelijkertijd is in 2016 het iWmo (het digitale declaratie/communicatiesysteem) ingevoerd voor Begeleiding. Met dit digitale systeem kunnen we de digitale communicatie met aanbieders sneller en beter maken. Op het budget van Wmo was ook in 2016 een behoorlijk overschot. Dit heeft vooral te maken met het behoedzaam begroten op basis van cijfers die het Rijk in 2014 heeft aangeleverd. We krijgen steeds beter zicht op de cijfers doordat in 2015 en 2016 de herindicaties plaatsvonden. Daarvan hebben we in 2016 gebruik gemaakt door Wmo-producten anders in te kopen. 4.2 Huishoudelijke ondersteuning Uit onderzoek blijkt dat inwoners in 2016 de ondersteuning hebben gekregen die zij nodig hadden en dat zij hier tevreden over zijn. In 2016 zijn maar twee klachten ontvangen over de Wmo en is in tien gevallen een beslissing genomen op een bezwaarschrift. Dat betekent dat eventuele andere bezwaarschriften in een eerdere fase zijn opgelost door met de inwoner in gesprek te gaan. De centrale raad van beroep heeft in mei 2016 een uitspraak gedaan over Huishoudelijke Ondersteuning en de wijze waarop de indicatie plaats moet vinden. We hebben op basis hiervan ons beleid herzien. Het aantal geïndiceerde uren is gestegen ten opzichte van begin 2016. 4.3 Rijkseisen Het Rijk heeft in 2016 de Algemene Maatregel van Bestuur de reële kostprijs Wmo ingevoerd. Dit betekent dat de gemeente verplicht is ondergrenzen van kosten voor dienstverlening te hanteren. Het gevolg is een kostenstijging van Wmo-producten zoals Begeleiding en Huishoudelijke Ondersteuning in 2016. Door het behoedzame begroten hebben we dit kunnen opvangen in de begroting.

5. Jeugd(zorg) 5.1 Toegang Jeugdhulp Het jaar 2015 was een overgangsjaar. Het daaropvolgende jaar hebben we gebruikt om het CJG-team en het basisproces verder in te richten. Daarnaast hebben we steeds meer inzicht in de aantallen en de complexiteit van de aanvragen en daarmee de benodigde expertise en deskundigheid gekregen. Doordat in Delfzijl relatief veel ernstige of complexe problematiek aanwezig is, is veel expertise en mankracht nodig om de toeleiding en beoordeling van aanvragen jeugdhulp op te pakken. In 2016 hebben we een beter beeld gekregen van de benodigde formatie en expertise en daarmee de benodigde middelen. 5.2 Afspraken en samenwerkingsrelaties in regio en provincie RIGG doet provinciaal de inkoop voor jeugdzorg. Minder dan 10% van het budget is door ons als gemeente rechtstreeks beïnvloedbaar. Er zijn solidariteitsafspraken gemaakt op provinciaal niveau, op basis waarvan we financiële voor- en nadelen met elkaar delen. De 23 gemeenten delen de voor- danwel nadelen; die vloeien niet terug naar onze gemeente maar naar de reserves van de 23 Groninger gemeenten. Delfzijl maakt relatief veel gebruik van jeugdzorg en heeft dus baat bij een solidariteitsafspraak. Maar we doen ook veel aan preventie en daarvan plukken we nu niet direct de financiële vruchten. Om hier invloed op te kunnen blijven uitoefenen, is het van groot belang dat we hierover concrete beleidsmatige afspraken maken met de RIGG. Hierover hebben we het afgelopen jaar regelmatig gehad met de portefeuillehouder van Appingedam die namens DAL zitting heeft in het bestuur van de RIGG (Regionaal Inkoopcentrum Groninger Gemeenten). Met de coördinerend

Jaarstukken 2016

Paragraaf J Sociaal Domein - 117 -

gemeentesecretaris hebben we overleg gevoerd over een verbetering van de interne processen om de wethouder(s) optimaal te ondersteunen.

6. Transformatiedoelstellingen Programma 7 gaat over het brede veld van 'Samenleving' en hierin staat (onder andere) de strategische transformatie-doelstelling in het sociaal domein. Programma 6 behandelt 'Werk en inkomen', waarin ook een transformatie opgave ligt. In deze paragraaf geven we de hoofdlijn van de transformatie weer waarmee in 2016 is gestart. 6.1 Integrale toegang In het beleidsplan 4D's staat hoe we gebruik maken van een sociaal ondersteuningsteam (het DAL-team). We hebben de expertise van de DAL-teams in de teams van de toegang geïntegreerd. We werken zoveel mogelijk met één gezin – één plan –één regisseur. We zien dat dit nog beter kan, daarom richt één van de projecten op de uitvoeringsagenda zich op de verdere uitwerking van de toegang tot het hele sociaal domein. We willen een toegang die voldoende dichtbij is voor onze inwoners in de dorpen en de wijken en die laagdrempelig is van opzet. En een toegang die antwoord geeft op de vragen die in een dorp of wijk leven. 6.2 Gebiedsgericht werken Gebiedsgericht werken speelt een grote rol in de transformatie van het sociaal domein waarbij onze inwoners hun eigen leven vorm geven. In 2016 is de ontwikkeling van gebiedsgericht werken verder doorgezet. We zijn gebiedskompassen aan het ontwikkelen, die duidelijk maken voor welke uitdagingen elk dorp en elke wijk staat. De gebiedskompassen zijn in de loop van 2017 gereed. De uitkomsten van de gebiedskompassen bespreken we met de inwoners van het betreffende dorp of de betreffende wijk. We sluiten vervolgens aan bij de vragen die vanuit het dorp of de wijk leven en verbinden die met de uitdagingen die we zelf zien in het sociaal domein. 6.3 Pijlerpartners We hebben zorgvuldig ingekocht bij de nieuwe aanbesteding Wmo. Daarnaast hebben we pijlerpartners medeverantwoordelijk gemaakt voor de inhoudelijke transformatie van de aanbieders. Samen hebben we resultaatafspraken gemaakt. Aanbieders en gemeenten zijn in gesprek gegaan over de transformatie en wat we daarin van elkaar vragen en verwachten. Zo kwamen integraal kijken naar indicaties en vervoersprojecten van en naar de dagbesteding aan de orde. Samen hebben we een digitale sociale kaart ontwikkeld en geïmplementeerd voor algemene voorzieningen. Tenslotte werken de pijlerpartners samen met het Wmo-loket om samen te kijken naar de integraliteit van beschikkingen. De pijlerpartners hebben een bezuinigingsopdracht gekregen. 6.4 Innovatie-subsidie In 2016 hebben we een subsidieregeling voor innovatieve projecten in het leven geroepen waarvan verschillende burgerinitiatieven gebruik hebben gemaakt. Het gaat hier bijvoorbeeld over het vrijwilligersnetwerk in Wagenborgen, het zorghoekje in Farmsum. Daarnaast heeft ook een welzijnsinstelling van de regeling gebruik gemaakt. Het betreft het ontmoetingshuis dementie voor DAL in Appingedam. 6.5 Mobiliteit We willen voorzieningen bereikbaar houden en inwoners stimuleren meer gebruik te maken van het openbaar vervoer. Alle gemeenten en de provincies Groningen en Drenthe werken samen om met minder middelen toch te voorzien in de vervoersbehoeften. We kiezen voor Publiek Vervoer. Dat wil zeggen het resultaat van een gezamenlijke aanbesteding gemeentelijk doelgroepenvervoer en kleinschalig openbaar vervoer.

Jaarstukken 2016

- 118 - Paragraaf J. Sociaal Domein

6.6 Sociaal makelaar We financieren vanuit onze gemeente een sociaal makelaar. Hij koppelt mensen met grote afstand tot de arbeidsmarkt aan activiteiten in de wijk. Tegelijkertijd creëert hij samen met inwoners (organisaties) nieuwe activiteiten. Hier kunnen ook anderen die een besteding van hun tijd nodig hebben, gebruik van maken. We voorkomen zo dure dagbesteding, daar waar goedkopere oplossingen in de wijk mogelijk zijn. Het heeft als bijkomend voordeel dat mensen blijven bijdragen aan de wijk, in plaats van cliënt van een instelling te zijn.

7. Preventie In 2016 is de uitvoering van het Preventieprogramma 2016-2020 gestart. Uit de evaluatie blijkt dat deelnemers interventies een dikke voldoende beoordelen. Wij concluderen dat de interventie aansluit bij de vraag/situatie van de ouder en/of het kind. Ook is er veel vraag naar de sociale vaardigheids-/weerbaarheidstrainingen en trajecten voor kinderen waarvan de ouders in (v)echtscheiding zijn. Dat deze vraag zo groot is, is ook terug te zien in de problematiek zoals beschreven in het rapport 'Kinderen in tel' en de beleving van de CJG-medewerkers en het onderwijs. In het afgelopen jaar is dit aanbod verder ontwikkeld met het onderwijs, in het bijzonder met het Regionaal Expertise Centrum (van het basisonderwijs Marenland en Noordkwartier).

8. Financiële kaders 'Budgetneutraliteit' is het belangrijkste financiële kader binnen het sociaal domein. Dit wil zeggen dat de raad heeft besloten dat de uitgaven binnen het sociaal domein de inkomsten niet mogen overschrijden. Voor deze budgetneutraliteit gaan wij uit van het budget voor het sociaal domein (nieuwe taken) die wij via de algemene uitkering van het rijk ontvangen. In dit hoofdstuk geven we een weergave van de financiële verwerking van het sociaal domein in deze jaarrekening. In 2016 hebben we gemerkt dat we budgetneutraliteit in totaliteit binnen het sociaal domein realiseren. Overschotten binnen de ene pijler vallen weg tegen tekorten binnen andere pijlers.

Jaarstukken 2016

Paragraaf K Gevolgen gaswinning - 119 -

K Gevolgen Gaswinning 1. Inleiding De laatste jaren is steeds meer duidelijk geworden dat de aardbevingen in Noord- en Oost-Groningen de leefbaarheid van het gebied ernstig beïnvloeden. Vanuit het bestuurlijk daartoe ingezette traject 'Vertrouwen op Herstel en Herstel van Vertrouwen' werken diverse partijen intensief aan een inhoudelijk programma dat gericht is op het voorkomen van schade, het herstel van schade en de verbetering van de leefbaarheid en het economisch perspectief van de regio. Steeds duidelijker is zichtbaar dat de opgaven vanuit het dossier 'bevolkingskrimp' en het 'aardgasbevingsdossier' parallellen en overlap vertonen en dat het leggen van een onderlinge verbinding zeer raadzaam is. Daarom zijn op diverse tafels inmiddels initiatieven gestart om te onderzoeken hoe we die verbinding kunnen leggen. Wij zetten ons in om hier een passende bijdrage aan te leveren. Daarbij denken we aan de (toekomstige) herijkingen van het regionale WLP en het gemeentelijke IIP/de actieplannen zodanig te laten verlopen, dat we deze maximaal afstemmen of anderszins koppelen aan de te formuleren aardbevingsopgave. Dit vereist niet alleen een evaluatie en herijking van de lopende onderlinge programma`s, maar ook een evaluatie en visie op organisatorische kaders om tot een goede uitvoering te komen. Koppelingskansen die de leefbaarheid van het gebied ten goede komen, kunnen wij hierbij optimaal benutten.

2. Beleidsspeerpunten 2.1 Nationaal Coördinator Groningen (NCG) Gezien de grote opgave die op de lokale overheden afkomt, is er brede overeenstemming dat de gemeenten deze taken niet met de bestaande middelen kunnen uitvoeren. Daarnaast zijn de verschillende overheden van mening dat publieke regie zeer gewenst is. Daarom is op 1 juni 2015 in overleg met de lokale overheden de zogeheten gedeconcentreerde interdepartementale Overheidsdienst Groningen opgericht. Deze Overheidsdienst Groningen staat onder leiding van de Nationaal Coördinator Groningen, in de persoon van Hans Alders. De Nationaal Coördinator heeft onder andere als taak: � Groningen veiliger en leefbaarder maken en een perspectief te geven. � Bewoners helpen wanneer zij ingrijpende versterkingsmaatregelen willen nemen. � Een heldere procedure ontwikkelen voor het oplossen van conflicten over bijvoorbeeld de

afhandeling van aardbevingsschade. De Nationaal Coördinator heeft een meerjarenplan voor de regio gepresenteerd 'Meerjarenprogramma aardbevingsbestendig en Kansrijk Groningen'. De doorlooptijd van dit programma is tien jaar. Dit plan wordt jaarlijks geactualiseerd. De focus ligt op maatregelen die direct te maken hebben met de herstel-, versterkings- en duurzaamheidsopgave. Van belang is dat op dit moment nog niet alle gegevens over risico-impact en de staat van vastgoedobjecten en infrastructuur compleet op tafel liggen. Om die reden werken we met de nu bekende gegevens en 'no regret' maatregelen. Het benutten van koppelingskansen met urgente en noodzakelijke opgaven of van bijvoorbeeld economische kansen in de betreffende gebieden, is hierbij belangrijk. Voor het meerjarenprogramma van de NCG is belangrijk hoe, waar en met welke prioriteit wij de aardbevingsopgave kunnen koppelen aan andere opgaven. Binnen de regio werken de gebiedsteams, maatschappelijke organisaties en functionele werkconferenties dit uit. De uitkomsten hiervan worden verwerkt in het meerjarenprogramma.

Jaarstukken 2016

- 120 - Paragraaf K Gevolgen gaswinning

Hierbij gaan we in clusters werken, waarbij wij zoveel als mogelijk willen aanhaken bij het bestaande. Voor de Eemsdelta regio betekent dit dat wij in DEAL verband willen aanhaken bij de structuur zoals die er al is ten behoeve van de Ontwikkelingsvisie Eemsdelta 2030. 2.2 Wat betekent dat voor ons De komende jaren richten wij ons op de volgende twee punten.

• In samenwerking met de NCG zorgen dat vraagstukken die de lokale bestuurlijke mogelijkheden te boven gaan, goed worden opgelost. Dit door inhoudelijke samenwerking met het gebiedsteam, de regionale stuurgroep en de bouw van een organisatie rond de NCG;

• Het inrichten en versterken van de interne organisatie in samenhang met de NCG (moet elkaar versterken en aanvullen) zodat we de huidige en toekomstige lokale inhoudelijke opgaven van Delfzijl goed en integraal oppakken.

Geactualiseerd meerjarenprogramma Op 5 en 19 november 2016 gaf de NCG een toelichting op het geactualiseerde meerjarenprogramma (MJP). Het MJP is in samenspraak met de regio tot stand gekomen. De inzet in 2016 heeft er toe geleid dat het meerjarenprogramma is geactualiseerd en bewoners en ondernemers begeleid zijn. Inhoudelijk zien wij een aantal speerpunten: Holwierde In overleg met de gemeente Delfzijl is Holwierde in het MJP 2016 opgenomen. De gebiedsgerichte aanpak is voorzien in 2017. De uitvoering van de versterkingsopgave is voor wat betreft inspectie en engineering wat trager op gang gekomen. In het geactualiseerde MJP heeft Holwierde zijn plek behouden. De totale versterkingsopgave voor Holwierde moet voor 2021 gerealiseerd zijn door de NCG en verandert daarmee niet. In overleg met de NCG onderzoekt u de fasering van de versterkingsopgave en de mogelijke koppelingskansen. Delfzijl Noord Op 24 augustus 2016 heeft de NCG de gemeenteraad op de hoogte gebracht van een (op handen zijnde) koerswijziging in het MJP. Deze koerswijziging komt onder meer voort uit nieuw onderzoek, waaruit naar voren komt dat er sprake is van toenemende seismische activiteiten in zuidoostelijke richting. Bij de gebiedsgerichte integrale aanpak kijken we niet alleen naar de versterkingsopgave van rijenwoningen, maar ook naar zorg- en onderwijsgebouwen en hoogbouw. De exacte opgave voor Delfzijl Noord brengen we samen met de NCG en Acantus in beeld. Ondersteuning inwoners en ondernemers Wij blijven ons inzetten om, daar waar mogelijk, inwoners en ondernemers te ondersteunen bij de gevolgen van de gaswinning.

3. Werkwijze 3.1 NCG De inzet uit Delfzijl stemmen wij steeds af het meerjarenprogramma van de NCG dat vanaf 2016 van kracht is. Deze communicatie verloopt via het gebiedsteam, de regionale stuurgroep en de NCG. Daarnaast zal een deel van ons personeel vanuit de NCG gaan werken, op dit moment zoeken wij nog naar een vorm om dit zo effectief en efficiënt mogelijk te doen. 3.2 G11 Het gebiedsteam van cluster DEAL en De Marne ontwikkelt de gebiedsplannen. De regionale stuurgroep heeft dezelfde gebiedsafbakening.

Jaarstukken 2016

Paragraaf K Gevolgen gaswinning - 121 -

3.3 Gemeente Delfzijl Afhankelijk van de taakafbakening tussen de NCG en de gemeenten passen wij onze eigen organisatie hierop aan. 3.4 Communicatie en informatievoorziening Als inwoners vragen hebben over aardbeving gerelateerde onderwerpen kunnen zij terecht bij het Klant Contact Centrum in het gemeentehuis. Binnen de organisatie hebben wij een coördinator aangewezen die zorg draagt voor een juiste verwijzing binnen het gemeentehuis of daarbuiten. Daarnaast kunnen bewoners ook een afspraak met de burgemeester maken voor een gesprek. In onze wekelijkse advertenties attenderen wij hierop regelmatig. De communicatie over het gaswinnings- en aardbevingsdossier stemmen wij af met het team communicatie van de NCG. Daarnaast heeft het college gekozen om aanvullend in gesprek te gaan met dorpen en wijken door een koppeling te maken met de bestaande dorps- en wijkbezoeken. Tevens is er voor inwoners de mogelijkheid om de dorps- en wijkbudgetten in te zetten voor de organisatie van een lezing of informatieavond binnen hun eigen dorp. Betreft het een dorpsoverstijgende activiteit, dan is in de begroting 'aardbevingsdossier' rekening gehouden met een budget om hier separaat subsidie voor te verlenen. Hiermee hebben wij de mogelijkheid inwoners financieel te faciliteren die zelf hun eigen informatievoorziening willen organiseren. 4. Financiën en middelen De NCG en/of de Rijksoverheid compenseren beperkt de benodigde inzet (formatie en middelen). De vergoeding van de NCG bedroeg in 2016 € 360.000,-. Dit dossier is in 2016 om die reden niet budgetneutraal uitgevoerd.

Jaarstukken 2016

- 122 - Paragraaf K Gevolgen gaswinning

Jaarstukken 2016

Jaarrekening - 123 -

Deel 2 Jaarrekening

Jaarstukken 2016

- 124 - Balans per 31 december

2.1 Balans per 31 december (bedragen x € 1.000)ACTIVAVaste activa

Materiële vaste activa 82.242 83.718 - Investeringen met een economisch nut 41.930 44.394 - Investeringen met een economisch nut, w aarvoor ter bestrijding van de kosten een 22.092 22.015 heff ing kan w orden geheven- Investeringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut 18.219 17.308

Financiële vaste activa 2.117 3.534 - Kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen 508 471 - Leningen aan: - deelnemingen 831 2.328 - overige verbonden partijen 24 31 - Overige uitzettingen met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 754 704

Totaal vaste activa 84.359 87.252

Vlottende activa

Voorraden 3.223 4.646 - Grond- en hulpstoffen: - niet in exploitatie genomen bouw gronden - 390 - overige grond- en hulpstoffen 13 20 - Onderhanden w erk, w aaronder gronden in exploitatie 3.210 4.236

Uitzettingen met een rentetypische looptijd korter dan één jaar 15.672 10.518 - Vorderingen op openbare lichamen 6.133 5.356 - Rekening-courantverhoudingen met het Rijk 4.421 185 - Rekening-courantverhoudingen met niet-f inanciële instellingen 236 281 - Overige vorderingen 4.883 4.696

Liquide middelen 386 36

Overlopende activa 7.604 6.671

Totaal vlottende activa 26.885 21.871

Totaal generaal 111.243 109.122

Ultimo Ultimo2016 2015

Jaarstukken 2016

Balans per 31 december - 125 -

(bedragen x € 1.000)PASSIVAVaste passiva

Eigen vermogen 25.580 23.368 - Algemene reserve 6.191 6.653 - Bestemmingsreserves - - - Overige bestemmingsreserves 14.770 15.704 - Gerealiseerde resultaat 4.619 1.011

Voorzieningen 6.210 1.561 - Onderhoudsegalisatievoorzieningen 3.113 209 - Door derden beklemde middelen met een specif ieke aanw endingsrichting 3.097 1.352

Vaste schulden met een rentetypische looptijd van één jaar of langer 63.887 69.636 - Onderhandse leningen van: - binnenlandse banken en overige financiële instellingen 63.887 69.636

Totaal vaste passiva 95.677 94.565

Vlottende passiva

Netto vlottende schulden met een rente typische looptijd korter dan één jaar 5.705 7.655 - Banksaldi - 4.120 - Overige schulden 5.705 3.535

Overlopende passiva 9.861 6.902

Totaal vlottende passiva 15.566 14.557

Totaal generaal 111.243 109.122

Gew aarborgde geldleningen 43.486 43.235 Aansprakelijkheidsstelling 200 200

43.686 43.435

2016 2015Ultimo Ultimo

Jaarstukken 2016

- 126 - Overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over het begrotingsjaar

2.2 Het overzicht van baten en lasten in de jaarrek ening over het begrotingsjaar

Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo

1. Burger en Bestuur 511 5.260 4.749- 478 5.238 4.760- 383 5.256 4.873-

2. Wonen, Milieu en Economie 709 2.566 1.857- 2.106 4.264 2.158- 51 1.713 1.662-

3. Vergunning en Handhaving 246 1.270 1.024- 252 1.558 1.306- 252 1.549 1.297-

4. Ontw ikkeling Vastgoed 7.319 10.188 2.869- 3.122 7.821 4.699- 1.025 3.612 2.586-

5. Openbare orde en veiligheid 178 2.490 2.312- 129 2.835 2.706- 34 2.473 2.439-

6. Werk en Inkomen 13.066 24.974 11.908- 12.921 25.061 12.140- 12.821 26.069 13.248-

7. Samenlevingszaken 1.973 28.662 26.689- 2.008 29.883 27.875- 1.971 28.726 26.756-

8. Beheer en Realisatie 7.371 17.021 9.650- 7.318 16.867 9.549- 7.146 14.807 7.660-

Algemene dekkingsmiddelen 66.252 2.978 63.274 63.141 3.009 60.132 61.249 1.257 59.992

97.627 95.410 2.217 91.474 96.535 5.061- 84.932 85.460 529-

Lokale heff ingen 10.968 593 10.374 11.036 517 10.519 10.786 467 10.319

Algemene uitkeringen 52.053 - 52.053 48.983 - 48.983 48.202 48.202

Dividend 573 124 449 573 124 449 376 124 252

Saldo Financieringsfunctie 1.944 30 1.914 1.883 30 1.853 1.855 39 1.816 Overige algemene dekkings- middelen en onvoorzien 715 2.231 1.516- 666 2.338 1.672- 30 626 596-

66.252 2.978 63.274 63.141 3.009 60.132 61.249 1.257 59.992

Vennootschapsbelasting - 5 5- - - - - - -

- 5 5- - - - - - -

97.627 95.415 2.212 91.474 96.535 5.061- 84.932 85.460 529-

1. Burger en Bestuur 238 50 188 238 50 188 238 50 188

2. Wonen, Milieu en Economie 682 652 29 547 222 325 -

3. Vergunningen en Handhaving 15 - 15 15 15 -

4. Ontw ikkeling Vastgoed 2.395 2.459 64- 2.285 482 1.802 307 482 176-

5. Openbare orde en veiligheid 579 392 187 579 103 476 324 324

6. Werk en Inkomen 54 33 21 54 54 35 35

7. Samenlevingszaken 497 1.028 531- 1.052 658 394 100 14 86

8. Beheer en Realisatie 3.022 1.397 1.625 3.022 1.340 1.682 609 490 119

9. Algemene dekkingsmiddelen 1.997 1.059 938 2.845 1.735 1.110 -

9.478 7.070 2.408 10.636 4.590 6.045 1.612 1.036 576

107.104 102.485 4.619 102.110 101.126 984 86.544 86.497 47

Subtotaal alg. dekkingsmidd.

Raming begrotingsjaar vóór w ijziging

Raming begrotingsjaar ná w ijziging

bedragen (x € 1.000)

Omschrijving programma

Subtotaal programma’s

Realisatie begrotingsjaar

Omschrijving algemene dekkingsmiddelen:

Subtotaal Vennootschaps-belasting

Gerealiseerde resultaat

Subtotaal mutaties reserves

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/ontrekking aan reserves:

Jaarstukken 2016

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - 127 -

2.3 Toelichtingen

2.3.1 Grondslagen voor waardering en resultaatbepal ing

Inleiding De jaarrekening is opgesteld met inachtneming van de voorschriften die het Besluit Begroting en Verantwoording provincies en gemeenten daarvoor voorschrijft.

Algemene grondslagen voor het opstellen van de jaar rekening De waardering van de activa en passiva en de bepaling van het resultaat vindt plaats op basis van historische kosten. Tenzij bij het desbetreffende balanshoofd anders is vermeld, worden de activa en passiva opgenomen tegen nominale waarden. De baten en lasten worden toegerekend aan het jaar waarop zij betrekking hebben. Baten en winsten worden slechts genomen voor zover zij op balansdatum zijn gerealiseerd. Verliezen en risico's die hun oorsprong vinden voor het einde van het begrotingsjaar, worden in acht genomen indien zij voor het opmaken van de jaarrekening bekend zijn geworden. Dividendopbrengsten van deelnemingen worden als bate genomen op het moment waarop het dividend betaalbaar gesteld wordt. Personeelslasten worden in principe toegerekend aan het boekjaar waarop ze betrekking hebben. Als gevolg van het formele verbod op het opnemen van voorzieningen c.q. schulden uit hoofde van jaarlijks terugkerende arbeidskostengerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume worden sommige personele lasten echter toegerekend aan de periode waarin uitbetaling plaatsvindt; daarbij moet worden gedacht aan componenten zoals ziektekostenpremie ten behoeve van gepensioneerden, overlopende vakantiegeld- en verlofaanspraken en dergelijke.

Balans Vaste activa Artikel 59 BBV beschrijft het onderscheid tussen investeringen met uitsluitend maatschappelijk nut in de openbare ruimte en investeringen met een (beperkt) economisch nut. Investeringen die op enigerlei wijze kunnen leiden tot of bijdragen aan het verwerven van inkomsten zijn investeringen met economisch nut. De vraag of de investering geheel kan worden terugverdiend is niet relevant voor de classificatie. In de volgende paragrafen wordt per “soort” vast actief kort aangegeven hoe het wordt gewaardeerd en afgeschreven. In 2014 is een nota activering- en afschrijvingsbeleid opgesteld, waarin de waardering en afschrijvingsmethodieken per “soort” vast actief staat beschreven. Immateriële vaste activa Onder de immateriële vaste activa vallen:

• Kosten verbonden aan het sluiten van geldleningen en het saldo van agio en disagio • Kosten van onderzoek en ontwikkeling voor een bepaald actief.

Immateriële vaste activa wordt niet gewaardeerd maar ineens ten laste van de programmarekening verantwoord. Materiële vaste activa Investeringen met een economisch nut Deze materiële vaste activa zijn gewaardeerd tegen de verkrijgings- of vervaardigingsprijs. Specifieke investeringsbijdragen van derden worden op de desbetreffende investering in mindering gebracht. In die gevallen wordt op het saldo afgeschreven.

Jaarstukken 2016

- 128 - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Slijtende investeringen worden vanaf het moment van ingebruikneming over het algemeen lineair afgeschreven in de verwachte gebruiksduur, waarbij rekening wordt gehouden met een eventuele restwaarde. Op grondbezit met economisch nut (buiten de openbare ruimte) wordt niet afgeschreven. Bij de waardering wordt in voorkomende gevallen rekening gehouden met een bijzondere vermindering van de waarde, indien deze naar verwachting duurzaam is. Een dergelijke vermindering heeft overigens niet plaatsgevonden. Investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven Wanneer investeringen grotendeels of meer worden gedaan voor riolering of inzamelen van huishoudelijk afval, dan worden deze investeringen voortaan op de balans opgenomen in een aparte categorie: de investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten de heffing kan worden geheven. De gehanteerde afschrijvingstermijnen: MVA aantal jaren Gronden en terreinen n.v.t. Woonruimten 25 Gebouwen 10-40 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 15-40 Sportvoorzieningen 15-30 Begraafplaats max 40 Riolering 15-40 Vervoer- en tractiemiddelen 7-10 Machines, apparaten, installaties 5-15 Overige materiële vaste activa max 5 Investeringen in de openbare ruimte met een maatsch appelijk nut Infrastructurele werken in de openbare ruimte, zoals b.v. wegen, pleinen, bruggen, viaducten en parken worden geactiveerd en over het algemeen in 20 jaar afgeschreven. De ondergrond van deze werken wordt daarbij als integraal onderdeel van het werk beschouwd en dus ook afgeschreven. Voor zover in voorkomende gevallen een snellere budgettaire dekking mogelijk is, wordt op dergelijke activa overigens (resultaatafhankelijk) extra afgeschreven. De boekwaarden moeten dus nadrukkelijk als nog te dekken investeringsrestanten worden gezien. Financiële vaste activa Kapitaalverstrekkingen aan gemeenschappelijke regelingen en leningen u/g zijn opgenomen tegen nominale waarde. Indien noodzakelijk is een voorziening voor verwachte oninbaarheid in mindering gebracht. Participaties in het aandelenkapitaal van NV’s en BV’s (“kapitaalverstrekkingen aan deelnemingen” in de zin van het BBV) zijn gewaardeerd tegen de verkrijgingspijs van de aandelen. Indien de waarde van de aandelen onverhoopt structureel mocht dalen tot onder de verkrijgingsprijs zal afwaardering plaatsvinden. Tot dusver is een dergelijke afwaardering niet noodzakelijk gebleken. Bijdragen aan activa van derden worden niet meer geactiveerd. De verleende bijdragen worden in het jaar van verstrekken ten laste van de programmarekening gebracht. Vlottende activa Voorraden De overige grond- en hulpstoffen (magazijnvoorraden) worden gewaardeerd tegen standaard verrekenprijzen die zijn gebaseerd op de gemiddelde betaalde inkoopprijs. Verschillen tussen de

Jaarstukken 2016

Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling - 129 -

standaard verrekenprijs en betaalde inkoopprijs worden als resultaat verantwoord. Incourante voorraden worden afgewaardeerd. De nog niet in exploitatie genomen bouwgronden zijn gewaardeerd tegen verkrijgingsprijs, dan wel lagere marktwaarde. De als ‘onderhanden werken’ opgenomen bouwgronden in exploitatie zijn gewaardeerd tegen de vervaardigingsprijs, dan wel de lagere marktwaarde. De vervaardigingsprijs omvat de kosten die rechtstreeks aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend (zoals grondaankopen en kosten van bouw en woonrijpmaken). Investeringen in (hoofd)ontsluitingswegen, openbare verlichting en riolering worden verantwoord bij de Materiële vaste activa en maken geen onderdeel uit van de verantwoorde investeringen bij de voorraden. Winsten uit de grondexploitatie worden slechts genomen indien en voor zover die met voldoende mate van betrouwbaarheid als gerealiseerd aangemerkt kunnen worden. Zolang daarvan geen sprake is worden de verkregen verkoopopbrengsten ten volle op de vervaardigingskosten in mindering gebracht. Gerede producten worden gewaardeerd tegen de kostprijs of tegen de marktwaarde indien de marktwaarde lager is dan de kostprijs. Dat laatste doet zich met name voor indien voorraden incourant worden. De kostprijs bestaat uit de verrekenprijzen van grond- en hulpstoffen en de loon- en machinekosten die aan de vervaardiging kunnen worden toegerekend. Vorderingen en overlopende activa De vorderingen worden gewaardeerd tegen nominale waarde. Voor verwachte oninbaarheid is een voorziening in mindering gebracht. De voorziening wordt statisch bepaald op basis van de geschatte inningskansen. Liquide middelen en overlopende posten Deze activa worden tegen nominale waarde opgenomen. Voorzieningen Voorzieningen worden gewaardeerd op het nominale bedrag van de betrokken verplichting c.q. het voorzienbare verlies met uitzondering van de voorziening pensioenen bestuurders, die op contante waarde is gewaardeerd. In 2013 is een nieuwe nota reserves en voorzieningen opgesteld. In deze nota worden richtlijnen (beleid) gegeven en worden per reserve en voorziening het doel, de wijze van voeding en het plafond opgenomen. Voorzieningen worden op grond van artikel 44 BBV gevormd voor:

a. verplichtingen en verliezen waarvan de omvang op balansdatum onzeker is doch redelijkerwijs te schatten.

b. bestaande risico’s op balansdatum ter zake van verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs te schatten is.

c. kosten die in een volgend begrotingsjaar worden gemaakt maar de oorsprong hebben in het begrotingsjaar of een eerder begrotingsjaar en de voorziening strekt tot kostenegalisatie.

d. de bijdragen aan toekomstige vervangingsinvesteringen, waarvoor een heffing wordt geheven als bedoeld in artikel 35 BBV, eerste lid, onder b.

Tot de voorzieningen worden ook gerekend van derden verkregen middelen die specifiek besteed moeten worden, met uitzondering van de voorschotbedragen, bedoeld in artikel 49 BBV, onderdeel b.

Jaarstukken 2016

- 130 - Grondslagen voor waardering en resultaatbepaling

Voorzieningen worden niet gevormd voor jaarlijks terugkerende arbeidskosten gerelateerde verplichtingen van vergelijkbaar volume. Vaste schulden Vaste schulden worden gewaardeerd tegen de nominale waarde verminderd met gedane aflossingen. De vaste schulden hebben een rentetypische looptijd van één jaar of langer. Vlottende passiva De vlottende passiva worden gewaardeerd tegen de nominale waarde. Borg- en Garantstellingen Voor zover leningen door de gemeente gewaarborgd zijn, is buiten telling het totaalbedrag van de geborgde schuldrestanten per einde boekjaar opgenomen. Overigens is in de toelichting op de balans nadere informatie opgenomen.

Jaarstukken 2016

Toelichting op de balans - 131 -

2.3.2 Toelichting op de balans per 31 december (Bedragen x € 1.000)

ACTIVA

VASTE ACTIVA

Materiële vaste activa

De materiële vaste activa bestaan uit de volgende onderdelen:

Boekwaarde Boekwaarde

per 31-12-2016 per 31-12-201541.930 44.394

22.092 22.015

18.219 17.308 82.242 83.718

De investeringen met een economisch nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:Boekwaarde Boekwaarde

per 31-12-2016 per 31-12-2015Gronden en terreinen 2.266 1.335 Woonruimten 1 2 Bedrijfsgebouwen 33.768 37.259 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 3.318 3.263 Vervoermiddelen 772 525 Machines, apparaten en installaties 1.566 1.713 Overige materiële vaste activa 240 298

41.930 44.394

B o ekwaarde 31/ 12/ 2015

H errubricering Investeringen D es inves-te ringen

A fschrijv ingen

B ijdragen van derden

B o ekwaarde 31/ 12/ 2016

Gronden en terreinen 1.335 1.055 27 97 2.266

Woonruimten 2 1 1

Gebouw en 37.259 159 622 2.410 1.862 33.768 Grond-, w eg- en w aterbouw kundigew erken 3.263 197 142 3.318

Vervoermiddelen 525 399 152 772 Machines, apparaten en installaties 1.713 221 368 1.566 Overige materiële vaste activa 298 58 240

Totaal 44.394 1.214 1.439 2.437 2.680 - 41.930

Investeringen met een economisch nut

Het onderstaande overzicht geeft het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut weer:

Onder bijdragen van derden worden de bijdragen opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de investering.

Investeringen met economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden gehevenInvesteringen in de openbare ruimte met een maatschappelijk nut

Door wijzigingen in de BBV behoren niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) en gebouwen niet langer meer tot de grondexploitatie. Bovendien is de maximale looptijd van grondexploitaties gesteld op 10 jaar. Gronden in exploitatie die naar verwachting niet binnen de gestelde termijn worden verkocht zijn eveneens overgeheveld naar vaste activa. De gronden en gebouwen zijn tegen de boekwaarde overgeheveld naar de vaste activa.

Jaarstukken 2016

- 132 - Toelichting op balans

Onderstaand geven wij de mutaties van investeringen met een economisch nut 2016 groter dan € 50.000.

Beschikbaar Werkelijk Cumulatiefgesteld besteed besteed

Investeringen krediet in 2016 t/m 2016BSN correctie i.v.m. toegekend bezw aar omzetbelasting 11.509.000 234.444- 10.935.650 Nieuw bouw kazerne Bierum 1.000.000 811.886 1.144.080 Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) 223.000 53.669 176.082 Kunstgrasveld VV Poolster Spijk 200.000 197.034 197.034 Vrachtw agen DAF CF75 w ijkbeheer bv-td-38 170.000 187.756 187.756 John Deere 6200 mobiele ploeg 85.000 85.172 85.172 Automatisering 2016 Aanschaf Vervangende Apparatuur 78.000 71.180 71.180 Maaimachine klein J Deere, mobiele ploeg 35.000 68.808 68.808

13.300.000 1.241.061 12.865.762

DesinvesteringenPand Ringoven 1 64.470 Pand Ivak 215.000 Pand Noordersingel 1 165.992 Verkoop Brandw eerkazernes 1.964.518

2.409.980

HerrubriceringGrond Kustpark 58.432 Grond Zw et (zeevaartschool) 59.101 Grond Maritiem kw artier 82.374 Grond Tuikw erd, deelplan III-D 93.949 Pand Uitw ierderw eg 100 159.000 Grond Kw elderland 25.897 m2 760.567 Totaal 1.213.423

Boekwaarde Boekwaarde

per 31-12-2016 per 31-12-2015

Bedrijfsgebouwen 46 89 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 21.723 21.677 Machines, apparaten en installaties 143 33 Overige materiële vaste activa 180 216

22.092 22.015

B o ekwaarde 31/ 12/ 2015

Inves te ringen D esinves-teringen

A fschrijv ingen

B ijdragen van derden

A fwaar-deringen

B o ekwaarde 31/ 12 / 2016

Bedrijfsgebouw en 89 43

46 Grond-, w eg- en w aterbouw kundige w erken 21.677 467 421 21.723 Machines, apparaten en installaties 33 118 8 143 Overige materiële vaste activa 216 36 180

Totaal 22.015 585 - 508 - - 22.092

Het betreft de netto investeringen, dat wil zeggen dat de bijdragen van derden die direct gerelateerd zijn aan de investering op de betreffende investering in mindering zijn gebracht.

Het onderstaande overzicht laat het verloop van de boekwaarde van de investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven, zien:

De investeringen met een economisch nut, waarvoor ter bestrijding van de kosten een heffing kan worden geheven kunnen als volgt worden onderverdeeld:

Jaarstukken 2016

Toelichting op de balans - 133 -

De investeringen in 2016 groter dan € 50.000 staan in het volgende overzicht vermeld.

Beschikbaar Werkelijk Cumulatief

gesteld besteed besteed

krediet in 2016 t/m 2016

Rengersw eg Farmsum 517.000 68.638 524.773

Afvalw aterplan DAL-W 2015 200.000 151.612 205.169

Afvalw aterplan DAL-W 2016 180.000 150.260 150.260

Ondergrondse containers kernw inkelgebied 176.000 118.171 126.914

Afvalw aterplan rioolgemaal Tuikw erd 50.000 64.260 64.260

Totaal 1.123.000 552.941 1.071.376

Boekwaarde Boekwaardeper 31-12-2016 per 31-12-2015

Bedrijfsgebouwen 562 61 Gronden en terreinen 187 137 Grond-, weg- en waterbouwkundige werken 15.802 15.355 Machines, apparaten en installaties 1.372 1.396

Overige materiële vaste activa 297 360 18.219 17.308

B o ekwaarde 31/ 12/ 2015

H errubricering Investeringen D esinves-teringen

A fschrijv ingen

B ijdragen van derden

B o ekwaarde 31/ 12 / 2016

Gebouw en 61 505 4 562 Gronden en terreinen 137 96 46 187 Grond-, w eg- en w aterbouw kundig w erken 15.355 1.688 1.241 15.802 Machines, apparaten en installaties 1.396 130 154 1.372 Overige materiële vaste activa 360 63 297

Totaal 17.308 96 2.323 - 1.508 - 18.219

De boekwaarde van de investeringen in de openbare ruimte met een maatsch appelijk nut had het volgende verloop:

De investeringen in de openbare ruimte met een maatsch appelijk nut kunnen als volgt worden onderverdeeld:

Het betreft de netto investeringen, dat wil zeggen dat de bijdragen van derden die direct gerelateerd zijn aan de investering op de betreffende investering in mindering is gebracht.

Onder bijdragen van derden worden de bijdragen opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de investering. Onder de afwaarderingen worden de afwaarderingen vermeld wegens duurzame waardeverminderingen.

Jaarstukken 2016

- 134 - Toelichting op balans

De investeringen in 2016 groter dan € 50.000 staan in het volgende overzicht vermeld.

Beschikbaar Werkelijk Cumulatief

gesteld besteed besteed

krediet in 2016 t/m 2016

Verbouw Muzeeaquarium Delfzijl 410.000 504.448 509.004

Reconstructie w eg Baamsum 365.000 370.147 370.147

Reconstructie Barnjew eg 235.000 237.367 237.367

Reconstructie Krommew eg 230.000 220.180 220.180

Aanleg straten kernw inkelgebied 200.000 265.250 265.250

Reconstructie Spijksterw eg 160.000 160.419 160.419

Reconstructie Schafferw eg/Provincialew eg 135.000 155.458 155.458

Reconstructie AE Gorterw eg 125.000 117.785 117.785

Openbare verlichting 2016 100.000 129.901 129.901

Reconstructie Schaapbulterw eg 90.000 98.656 98.656

Reconstructie w eg De Eemshorn 64.000 63.490 63.490

Totaal 2.114.000 2.323.101 2.327.657

Herrubricering

Grond Weiw erd 61.181 Grond Zuid Nesw eg 34.730 Totaal 95.911

Het betreft de netto investeringen, dat wil zeggen dat de bijdragen van derden die direct gerelateerd zijn aan de investering op de betreffende investering in mindering is gebracht.

De herrubricering betreft gronden NIEGG (Niet In Exploitatie Genomen Gronden), welke tegen boekwaarde zijn overgezet naar de vaste activa.

Onder bijdragen van derden zijn de bijdragen opgenomen, die direct gerelateerd zijn aan de investering.

Jaarstukken 2016

Toelichting op de balans - 135 -

Financiële vaste activa

B o ekwaarde 31/ 12 / 2015

Vers trekkinge

D es inves-te ringen

A f lo ssingen/ a fschrijv ingen

A fwaar-deringen

B o ekwaarde 31/ 12/ 2016

471 37 508

- - - -

- - 2.328 1.497 831

31 7 24 - -

704 93 43 754

- -

- - Totaal 3.534 130 - 1.547 - 2.117

De investeringen in 2016 groter dan € 50.000 staan in het volgende overzicht vermeld.

Beschikbaar Werkelijk Cumulatief

gesteld besteed besteed

Verstrekkingen krediet in 2016 t/m 2016

Startersleningen 560.000 92.959 650.324

Totaal 560.000 92.959 650.324

Aflossingen

Lening vordering op Enexis BV 4,65% 1.186.814-

Edon, achtergestelde lening 287.243- -

Startersleningen 42.506-

Totaal 1.516.563-

w oningbouw corporaties

*) De boekw aarde van deelnemingen is onder aftrek van een voorziening van € 151.000 t.b.v. deelname in cv Fivelpoort.

Vordering o.g.v. Besluit Woninggebonden subsidies

Overige uitzettingen met een looptijd > 1 jaar

Overige langlopende leningen overige verbonden partijen

Leningen aan: overige verbonden partijen

Het betreft de netto investeringen, dat wil zeggen dat de bijdragen van derden die direct gerelateerd zijn aan de investering op de betreffende investering in mindering is gebracht.

gemeenschappelijke regelingen

deelnemingen

Kapitaalverstrekkingen aan:

Het verloop van de financiële vaste activa gedurende het jaar 2016 wordt in onderstaand overzicht weergegeven:

deelnemingen

Bijdragen aan activa in eigendom van derden

Jaarstukken 2016

- 136 - Toelichting op balans

VLOTTENDE ACTIVA

Voorraden

31-12-2016 31-12-2015

Grond- en hulpstoffen, gespecificeerd naar: niet in exploitatie genomen bouwgronden - 390 overige grond- en hulpstoffen 13 20

13 410

Onderhanden werk, waaronder bouwgronden in exploitatie 3.210 4.236

Saldo ultimo jaar 3.223 4.646

B o ekwaarde 31/ 12/ 2015

H errubricering T o enamen A fnamen Vo o rziening B o ekwaarde 31/ 12 / 2016

390 390- - - -

4.236 919- 215 324 2 3.210

Totaal 4.626 1.309- 215 324 2 3.210

Herrubricering:

Toenamen GREX

58

67

90

215

Afnamen

199 - Naar vaste activa - Verkoop gebouw 125

324

Voorziening: 2

-

2

Voorziening: Jaarlijks w ordt een risicoanalyse gemaakt van de ontw ikkelingen in de grondexploitatie.

- Woonrijpmaken

De in de balans opgenomen voorraden worden uitgesplitst naar de volgende categorieën:

Gronden in exploitatie (GREX)

- Plan- en beheerskosten

Voor een nadere toelichting op de grondexploitatie wordt verwezen naar de paragraaf grondbeleid.

In onderstaand overzicht wordt een nader overzicht weergegeven van de toe- en afnamen en de voorziening.

- Vrijval voorziening

- Grondverkopen

Niet in exploitatie genomen gronden (NIEGG) en gebouw en behoren niet langer meer tot de grondexploitatie. Door w ijzigingen in de BBV is de maximale looptijd van grondexploitaties gesteld op 10 jaar. Gronden in exploitatie die naar verw achting niet binnen de gestelde termijn w orden verkocht zijn overgeheveld naar vaste activa. De gronden en gebouw en zijn tegen de boekw aarde overgeheveld naar de vaste activa.

- Rente

- Toevoeging voorziening

Van de bouwgronden kan het volgende overzicht worden gegeven:

Gronden niet in exploitatie (NIEGG)

Jaarstukken 2016

Toelichting op de balans - 137 -

Uitzettingen korter dan één jaar

Vo o rziening Geco rrigeerd Geco rrigeerd

Sa ldo o ninbaar- sa ldo saldo

31-12-2016 heid 31-12-2016 31-12-2015

Vorderingen op openbare lichamen 6.133 6.133 5.356 Rekening-courantverhoudingen met het Rijk 4.421 4.421 185 Rekening-courant niet f inanciële instellingen 236 236 281

5.351 468 4.883 4.696

16.140 468 15.672 10.518

Rekening-courant verhouding met het Rijk

Overige vorderingen

De in de balans opgenomen uitzettingen met een looptijd van één jaar of minder kunnen als volgt gespecificeerd worden:

Soort vordering

Totaal

De RC-verhouding met het Rijk is een gevolg van het verplichte schatkistbankieren. Op grond van artikel 2, lid 4, Wet financiering decentrale overheden wordt in de toelichting op de balans het drempelbedrag alsmede de ruimte c.q. overschrijding van het drempelbedrag vermeld:

Onder overige vorderingen is een vordering opgenomen voor precariobelastingen. Er is een juridisch geschil met een energieleverancier over het opleggen van aanslagen precario. De energieleverancier is in hoger beroep gegaan tegen de uitspraak van de rechter. Aangezien de gemeente van mening is dat de aanslagen terecht zijn opgelegd en de vordering zal moeten w orden voldaan, is hiervoor geen voorziening opgenomen.

Drempelbedrag (bedragen x € 1.000) 649

Kwartaal 1 Kwartaal 2 Kwartaal 3 Kwartaal 4

Kwartaalcijfer op dagbasis buiten 's Rijks

schatkist aangehouden middelen292 297 513 297

Ruimte onder het drempelbedrag 357 352 136 352

Overschrijding van het drempelbedrag - - - -

31-12-2016 31-12-2015Kassaldi 4 3 Banksaldi 383 32

386 36

Het saldo van de liquide middelen bestaat uit de volgende componenten:Liquide middelen

Jaarstukken 2016

- 138 - Toelichting op balans

Overlopende activa

31-12-2016 31-12-2015Vooruitbetaalde bedragen Leenbijstand 25 25 Verstrekte voorschotten 351 436 Overige 153 100

529 561 Nog te ontvangen

4.374 3.020

Gemeentelijke belastingen 108 109

SZW / ISD afrekeningen 164 1.007

MER Millenergy en provincie 100 37

WMO Zorg terugbetaling 93 -

PGB/Hulpmiddelen/HHT 456 948

Brede scholen huur/exploitatiekosten 24 214

BAG/BGT 334 126

Vergoeding w erkzaamheden PSA 45 -

Vergoeding Groningen Seaports 5 53

Afrekening SANOG 110 162

Lopende rente leningen u/g 15 29

Afvalfonds(Nedvang) afrekening 72 50

Brand Wijnne Barends - 103

Sanering Mello Coendersbuurt - 58

Vergoeding DEAL/BMW 437 44

Afrekening subsidie OAB 261 -

Afrekening Beschermd Wonen 417 -

Diversen 60 151

Totaal overlopende activa 7.604 6.671

B o ekwaarde 31/ 12/ 2015 Ontvangen T erugbeta ling A anwending

B o ekwaarde 31/ 12/ 2016

3.020 4.250 5.604 4.374 Subsidies mbt het integraal investeringsplan

De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies ontvangen voorschotbedragen voor uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel die dienen ter dekking van lasten van volgende begrotingsjaren kunnen als volgt worden gespecificeerd:

De post overlopende activa kan als volgt onderscheiden worden:

De van de Europese en Nederlandse overheidslichamen nog te ontvangen voorschotbedragen die ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel

Jaarstukken 2016

Toelichting op de balans - 139 -

PASSIVA

Eigen Vermogen

31/12/2016 31/12/2015Algemene reserve 6.191 6.653

Bestemmingsreserves: voor egalisatie van tarieven - - overige bestemmingsreserves 14.770 15.704 Totaal bestemmingsreserves 14.770 15.704

Totaal reserves 20.961 22.357

Gerealiseerde resultaat 4.619 1.011 Totaal 25.580 23.368

Saldo 31/ 12/ 2015 T o evo eging Ont t rekk ing

Gerealiseerde resultaat 2015

Saldo 31/ 12 / 2016

6.653 1.208 1.670 6.191 1.011 1.011- -

1.848 85 1.933 -

815 1.055 880 990

885 777 1.662

646 220 239 627 2.108 1.269 974 2.404

2.305 2.305

- 202 202

1.604 215 1.389 188 50 238 -

1.416 1.416 -

420 1.820 420 1.820

3.469 384 482 3.371

23.368 7.070 8.466 1.011- 20.961

In bijlage 1 staat een volledig overzicht van de reserves.

Reserve onderhoud w egen

Totaal

Reserve bommenregeling

Reserve integraal investeringsprogramma

Reserve vastgoed

Reserve onderhoud gebouw en

Reserve transitie IVAK

Reserve projecten

Reserve Delfsail 2016

Reserve huren gemeentehuis

Reserve onderhoud bruggen

Reserve Sociaal Domein

Overige reserves

Het in de balans opgenomen Eigen Vermogen bestaat uit de volgende posten:

Het verloop van de reserves met een mutatie of een saldo per ultimo 2016 groter of gelijk aan € 100.000 wordt in onderstaand overzicht weergegeven.

R eserves

Algemene reserveGerealiseerd resultaat vorig dienstjaar

Jaarstukken 2016

- 140 - Toelichting op balans

Voorzieningen31/12/2016 31/12/2015

Voorzieningen 6.210 1.561

Saldo 31/ 12/ 2015 T o evo eging A anwending

Saldo 31/ 12 / 2016

- 3.025 213 2.812

300 206 94

195 195 -

- 2.881 674 2.207

1.066 189 158 1.097

1.561 6.095 1.446 6.210

In bijlage 2 is een volledig overzicht opgenomen van de voorzieningen.

Vaste schulden met een looptijd langer dan één jaar

31/12/2016 31/12/2015Onderhandse leningen:

Binnenlandse banken en overige financiële instellingen 63.887 69.636 Door derden belegde gelden - -

63.887 69.636

Saldo 31/ 12/ 2015

Vermeer-deringen A f lo ss ingen

Saldo 31/ 12 / 2016

69.636 5.749 63.887

- -

69.636 - 5.749 63.887

De totale rentelast voor het jaar 2016 met betrekking tot de vaste schulden bedraagt € 2,458 mln.

Het verloop van de voorzieningen met een mutatie of een saldo per ultimo 31/12/2016 van groter of gelijk aan € 100.000 wordt onderstaand in een overzicht per voorziening weergegeven.

Overige (incl. afronding)

Onderhandse leningen

Totaal

Door derden belegde gelden

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de vaste schulden over het jaar 2016.

Totaal

Voorziening liquidatie IVAK

Voorziening onderhoud w egen

Voorziening BTW Brede Scholen

Wachtgeld gew ezen w ethouder(s) en burgemeester(s)

Vlottende passiva

31/12/2016 31/12/2015Banksaldi - 4.120 Overige schulden

5.705 3.535

Totaal kortlopende schulden 5.705 7.655

De post kortlopende schulden kan als volgt worden onderscheiden:

- Crediteuren

Jaarstukken 2016

Toelichting op de balans - 141 -

Overlopende passiva

31/12/2016 31/12/2015Diverse nog te betalen bedragen Groningen Seaports 141 406

Gemeentelijke belastingen 72 31

Algemene uitkering 20 -

SZW / ISD afrekeningen 721 275

Afrekening SANOG 133 79

PGB/WMO 931 -

Lopende rente leningen u/g 1.197 1.332

Vakantiegeld i.v.m. invoering IKB 371 -

BAG 107 -

Diversen 926 1.360

4.619 3.482

Vooruitontvangen specifieke uitkeringen (zie specificatie) 3.564 2.285

Vooruitontvangen bedragen, overige 882 499

Kruisposten 4 17

Af te dragen BTW 102 147

Af te dragen loonheffing 491 463

Doorbetalingen 3 5

Betalingen I-WMO 185 -

Vennootschapsbelasting 5 -

Overige 7 3

1.679 1.135

9.861 6.902

Saldo 31/ 12/ 2015 T o evo eging T erugbe ta ling A anwending

Saldo 31/ 12 / 2016

Subsidies mbt het integraal investeringsplan 1.672 1.582 1.672 1.582

- 367 367

Bijdrage N33 Zuidbroek - Assen 221 221 -

92 227 319

291 20 147 164

11 11

- 277 277

- 138 138

- 646 646

- 61 61

2.285 3.318 - 2.039 3.564

In bijlage 4 is een volledig overzicht opgenomen van de vooruitontvangen specifieke uitkeringen.

OGGZ 2015 en 2016

Subsidies inzake Marconi

Bodemsanering Bierum

Regionale aanpak VSV

De in de balans opgenomen van EU, Rijk en provincies nog te ontvangen voorschotbedragen die zijn ontstaan door voorfinanciering op uitkeringen met een specifiek bestedingsdoel kunnen als volgt worden gespecificeerd:

De post overlopende passiva kan als volgt onderscheiden worden:

Totaal

Onderw ijsproject Delfzijl

Voorschot ISV-gelden (bodemmodule)

Voorschot RMC

Vooruitontvangen specifieke uitkeringen

Voorschot OAB 2011-2015

Jaarstukken 2016

- 142 - Toelichting op balans

Niet in de balans opgenomen regelingen:

Gewaarborgde geldleningen:31/12/2016 31/12/2015

Uitstaand saldo gewaarborgde geldleningen 43.486 43.235

Oo rspro nke- lijke bedrag

Saldo 31/ 12/ 2015 Verst rekt Waarbo rgen A f lo ss ingen

Saldo 31/ 12 / 2016

Gew aarborgde leningen 100% 13.673 7.170 452 6.718 Gew aarborgde leningen 50% 40.353 36.065 1.500 798 36.768

54.026 43.235 1.500 - 1.249 43.486

In onderstaand overzicht wordt het verloop weergegeven van de gewaarborgde geldleningen over het jaar 2016.

Zie bijlage 3 voor een gespecificeerd overzicht van de gewaarborgde geldleningen.

Conform de BBV zijn deze bedragen niet in de telling van de balans opgenomen.

Totaal

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 143 -

2.3.3 Toelichting op het overzicht van baten en las ten in de jaarrekening over 2016

1. Burger en Bestuur

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

511 478 383 33

5.260 5.238 5.256 -22

-4.749 -4.760 -4.873

-4.749 -4.760 -4.873

188 188 188

-4.562 -4.573 -4.685 33 -22

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

College van B&W 64 -30

Baten secretarieleges burgerzaken -37 8

Saldo overige afwijkingen diverse posten 6 0 -

33 -22

Per saldo is er een nadeel ontstaan ten opzichte van de raming. Er zijn minder reisdocumenten en uittreksels uit het bevolkingsregister en meer rijbewijzen aangevraagd en verstrekt dan geraamd.

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

In het kader van de algemene pensioenwet politieke ambtsdragers (APPA) is voor een drietal voormalige wethouders een pensioenvoorziening getroffen. Door verlaging van de gehanteerde rekenrente is een extra toevoeging aan de voorziening noodzakelijk. Daarentegen viel een bedrag vrij van de voorziening wachtgeldvergoedingen aan politieke ambtsdragers. Jaarlijks wordt daarvan de hoogte van de voorziening bepaald waarbij rekening wordt gehouden met de op dat moment bekende inkomstendervingen.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Onvoorzien

Jaarstukken 2016

- 144 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

2. Wonen, Milieu en Economie

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Verschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

709 2.106 51 -1.397

2.566 4.264 1.713 1.698

-1.857 -2.158 -1.662

-1.857 -2.158 -1.662

29 325 -295

-1.828 -1.834 -1.662 -1.397 1.698 -295

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil

en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Bodembeheer -1.449 1.829 -368

Ruimtelijke plannen -3 47 -48

Project MER Oosterhorn 57 -172 115

Reguliere gebiedsvisie Eemsmond-Delfzijl -20 20

Saldo overige afwijkingen diverse posten -2 14 -14

-1.397 1.698 -295

In de tweede rapportage hadden we verwacht dat de afronding van de structuurvisie Eemsmond-Delfzijl zou worden afgerond in 2017. De bijdrage aan de provincie heeft in 2016 plaatsgevonden. Voorgesteld wordt om de bij de tweede rapportage voorgestelde overheveling voor € 20.000 terug te draaien.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Onvoorzien

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

In de raad van juni 2016 is krediet beschikbaar gesteld voor de bodemsanering van de voormalige stortplaats Bierum. De sanering wordt door drie belanghebbende partijen gedragen, de provincie, het waterschap en de gemeente. In 2016 is een eerste aanzet gemaakt maar de eigenlijke sanering vindt plaats in 2017. Naast vooruitontvangen subsidies worden de niet bestede middelen via de reserve projecten overgeheveld naar volgend dienstjaar.

Om het project MER Oosterhorn binnen de gestelde termijn af te ronden is er extra inzet geweest in het laatste kwartaal. Bij de tweede rapportage was dit niet voorzien. In de tweede rapportage is verzocht het restant budget 2016, geschat op € 150.000, over te hevelen naar 2017..Voorgesteld wordt de budgetoverheveling bij te stellen naar € 35.000.

Voor het actualiseren van bestemmingsplannen zijn projectmiddelen uit de daarvoor ingestelde reserve onttrokken. De uitvoering van het project heeft een doorloop naar 2017. De niet bestede projectmiddelen worden overgeheveld naar

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 145 -

3. Vergunning en Handhaving

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

246 252 252 -6

1.270 1.558 1.549 287

-1.024 -1.306 -1.297

-1.024 -1.306 -1.297

15 15

-1.009 -1.291 -1.297 -6 287

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil

en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Gemeenschappelijke regeling WO DEAL 276

Saldo overige afwijkingen diverse posten -6 11

-6 287

Op basis van een dienstverleningsovereenkomst worden producten afgenomen bij de GR WO-DEAL. De werkelijke productafname bij de Gr wordt op basis van eindfacturatie doorberekend aan de deelnemende gemeente toegerekend.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Onvoorzien

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

Jaarstukken 2016

- 146 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

4. Ontwikkeling Vastgoed

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

7.319 3.122 1.025 4.198

10.188 7.821 3.612 -2.367

-2.869 -4.699 -2.587

-2.869 -4.699 -2.587

-64 1.802 -176 -1.866

-2.933 -2.897 -2.763 4.198 -2.367 -1.866

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil

en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Vastgoedexploitatie Vennenflat 1.123 -109 -1.014

Integraal Investeringsprogramma 321 225 -546

Scholentransitie 302 -302

In verband met het onderzoek van Van Rossum naar de aardbevings bestendigheid van de Vennenflat (november 2015) heeft het college in overeenstemming met Acantus gekozen voor een versnelde leegmutering van de hoogbouw. Daardoor zijn kosten van schadeloosstellingen van ondernemers eerder uitgegeven dan verwacht. Op onderdelen zijn de kosten van schadeloosstellingen hoger dan van te voren berekend en overschrijden de jaarschijf 2016. Maar op dit moment passen de faseringskosten ondernemers nog binnen de totale raming. De schadeloosstellingen zijn uitgekeerd na collegebesluit en nadat er tweezijdig ondertekende huurbeëindigings-overeenkomsten zijn getekend. Het saldo wordt toegevoegd aan de egalisatiereserve vastgoed.

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

Tussen de door de raad beschikbaar gestelde gelden en de werkelijke ontvangsten en uitgaven in 2016 zijn verschillen ontstaan. Er zijn meer voorschotten op de subsidies Werk, Energie en Leefbaarheid (WEL) en het Financieel Arrangement (FA) ontvangen dan begroot. Daarnaast bedroegen de werkelijke uitgaven van de diverse projecten uit de actieplannen Centrum, Dorpen & Wijken minder dan de geraamd. De lasten en baten voor de uitvoering van de projecten uit de actieplannen hebben een meerjarig verloop en worden verrekend in de reserve integraal investeringsprogramma. Deze reserve is toereikend om de geprognosticeerde projectkosten te dekken.

Voor het programmaplan transitie onderwijs (huisvesting scholen) is vooruitlopend op de definitieve besluitvorming een voorbereidingskrediet ter beschikking gesteld. Aangezien de voorbereiding een doorloop heeft naar 2017 wordt voorgesteld de nog niet bestede middelen via de reserve huisvesting onderwijs over te hevelen naar het volgend dienstjaar.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Onvoorzien

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 147 -

Verschil Verschil Verschil baten lasten reserves

Stads- en dorpsontwikkeling -27 27

Marconi 2.765 -2.765

Grondexploitatie -98 98

Vastgoed 87 -59 -32

Saldo overige afwijkingen diverse posten 0 -32 1

4.198 -2.367 -1.866

Door de scholentransitie moeten (voormalige) schoolgebouwen, welke primair op te nominatie staan gesloopt te worden, worden afgewaardeerd. We hebben in 2016 een afwaardering gedaan van € 59.000. Via de algemene uitkering ontvangen we vanaf 2016 middelen ten behoeve van het aardbevings- en toekomstbestendig maken van de schoolgebouwen. De in 2016 ontvangen bijdrage wordt aangewend voor de dekking van de afwaardering. Per saldo heeft dit geen nadelig resultaat voor 2016. Verder is via de kadernota 2016 krediet ter beschikking gesteld om uitvoering te kunnen geven aan het Besluit energieprestatie gebouwen. De werkzaamheden hiervan hebben een doorloop naar 2017 en worden via de reserve projecten overgheleveld naar volgend jaar.De baten zijn hoger door meer grondverkopen en hogere huuropbrengsten van het COA in verband met uitgestelde verkoop van de grond.

De uitgaven voor het monitoren van het woon- en leefbaarheidsplan zijn voor 2016 hoger dan verwacht. Daarnaast moeten we nog een bijdrage ontvangen van de provincie Groningen uit het Financieel Arrangement Eemsdelta. Het saldo wordt verrekend met de reserve integraal investeringsprogramma.

De geraamde baten zijn niet gehaald doordat minder kavels zijn verkocht dan werd verwacht. Daarentegen zijn de lasten lager doordat minder rente aan de grondexploitatie is toegerekend.

De uitgaven van € 2,7 mln. zijn subsidiabel en worden gedekt vanuit het Waddenfonds en de provinciale bijdragen. In 2016 is € 2,2 mln. uitgegeven aan de uitvoering Kwelderlandschap en Strand en omgeving en het restant aan voorbereidingskosten.

Jaarstukken 2016

- 148 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

5. Openbare orde en veiligheid

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

178 129 34 49

2.490 2.835 2.473 345

-2.312 -2.706 -2.439

-2.312 -2.706 -2.439

187 476 324 -289

-2.125 -2.230 -2.115 49 345 -289

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil

en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Explosieven opsporen en ruimen 259 -259

Repressie 52 -17

Openbare orde en veiligheid 36 -30

Gemeenschappelijke regeling WO DEAL 60

Saldo overige afwijkingen diverse posten -3 7 0

49 345 -289

Op basis van een dienstverleningsovereenkomst worden producten afgenomen bij de GR WO-DEAL. De werkelijke productafname bij de Gr wordt op basis van eindfacturatie doorberekend aan de deelnemende gemeente toegerekend.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Het project "Veiligheidsmaatregelen Oosterhorn" is een meerjarig project en loopt door in 2017 (aanbrengen matrixbebording). Bij de tweede tussenrapportage 2016 is voorgesteld de niet bestede middelen via de bestemmingsreserve projecten over te hevelen naar het volgende boekjaar.

Onvoorzien

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

Vanuit het rijk is geoormerkt geld ontvangen om de kosten van onderzoek naar de aanwezigheid en opruimen van munitie te bekostigen. De middelen zijn na aftrek van de kosten aan de reserve bommenregeling toegevoegd. Voor 2016 was een geraamd bedrag aan de reserve onttrokken. De niet benodigde middelen worden weer aan de reserve bommenregeling toegevoegd.

De brandweerkazernes zijn eind 2016 in eigendom overgedragen aan de Veiligheidsregio. Doordat de overdracht later dan gepland is geeffectueerd is een rentevergoeding over de overdrachtssom ontvangen over de periode 1 januari – 1 december.

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 149 -

6. Werk en Inkomen

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserveswijziging wijziging

13.066 12.921 12.821 145

24.974 25.061 26.069 87

-11.908 -12.140 -13.248

-11.908 -12.140 -13.248

21 54 35 -33

-11.886 -12.086 -13.213 145 87 -33

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Uitvoeringskosten ISD/Fivelingo 78

Armoede- en minimabeleid -68

Schuldhulpverlening -75

Participatiebudget 33 -33

Uitkeringen BUIG 145 117

Saldo overige afwijkingen diverse posten 0 2

145 87 -33

De uitkeringslasten BUIG zijn lager dan geraamd. Het aantal mensen dat in 2016 afhankelijk zijn van een uitkering is ten opzichte van 1 januari 2016 met 40 clienten gestegen. Het aantal mensen dat in deeltijd werkt is ook gestegen. Ongeveer een kwart van het totale aantal klanten werkt in deeltijd. De uitkeringskosten worden hierdoor beperkt. Daarnaast hebben we een hogere rijksbijdrage ontvangen dan geraamd. De rijksbijdrage is afhankelijk van het cliëntenbestand en wordt gedurende het jaar vastgesteld.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Toevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

De exploitatiebijdrage aan de Volkskredietbank was hoger dan geraamd. De oorzaak hiervan is dat er een afname is van het aantal producten VKB-breed (m.n. budgetbeheer zwaar; Schuldregeling en Beschermingsbewind) terwijl de exploitatiekosten voor de VKB gelijk blijven. Ons aandeel in de exploitatiebijdrage is hierdoor gestegen.

Onvoorzien

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten

Er hebben meer mensen gebruik gemaakt van de verschillende regelingen binnen het minimabeleid. Er zijn meer inwoners die een vergoeding hebben ontvangen voor bewindvoering en het aantal ouders dat gebruikt maakte van de webshop voor hun kinderen is toegenomen.

De uitvoeringskosten ISD en Fivelingo zijn respectievelijke € 42.000 en € 36.000 lager dan geraamd.

Er is een voordeel ontstaan doordat afspraakbanen pas in 2017 kunnen worden gerealiseerd. In 2017 willen we deze afspraakbanen realiseren bij de bodedienst. Het saldo wordt via de reserve project overgeheveld naar volgend jaar.

Jaarstukken 2016

- 150 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

7. Samenlevingszaken

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

1.973 2.008 1.971 -35

28.662 29.883 28.726 1.220

-26.689 -27.875 -26.755

-26.689 -27.875 -26.755

-531 394 86 -925

-27.220 -27.481 -26.669 -35 1.220 -925

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Wmo -76 844 -56

Jeugdzorg -563

195 -195

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

Projecten Sociaal Domein

De gezamenlijke inkoop van de Groninger Gemeenten voor de inkoop van zorg sluit af met een tekort van ruim 6 miljoen euro. Het aandeel van de gemeente Delfzijl daarin is 341 duizend euro. Hierbij is ervan uitgegaan dat een deel van het tekort wordt gedekt uit de reserves van het RIGG.In de T-2 rapportage 2016 is ervan uitgegaan dat de budgetten lager zullen uitvallen door de opbrengst van de projecten. Deze aanname is niet juist omdat onze bijdrage aan het RIGG gebaseerd is op de rijksvergoeding. Project voordelen kunnen op die bijdrage niet in mindering worden gebracht (123 duizend euro). Verder is in de T-2 rapportage 2016 ervan uitgegaan dat de bijstelling van het budget met 116 duizend euro (algemene uitkering, septembercirculaire) niet zou leiden tot hogere uitgaven. Dat was ten onrechte omdat de rijksvergoeding bepalend is voor de afdracht aan het RIGG. Over het hele jaar 2016 onstaat hierdoor echter geen voor- of nadeel.

Het voordeel van ruim 1 miljoen euro onstaat met name op de zorgbudgetten doordat de begroting hiervan nog gebaseerd was op een prognose vanuit 2015, waarbij met een hoger uurtarief van de zorgaanbieders werd gewerkt. Daarnaast vallen de prognoses van het Rijk bij de decentralisaties lager uit, mede doordat er bij de start geen goed overzicht was van de kosten. De eigen bijdragen vallen daardoor ook lager uit. Op de woonvoorzieningen ontstaat een voordeel van € 44.000. Van te voren is niet altijd goed in te schatten wat het benodigd budget moet zijn. Van de ontrekking uit de reserve projecten sociaal domein is 56 duizend euro niet uitgegeven. Dit voegen we weer toe aan de reserve projecten Sociaal Domein.

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Onvoorzien

De projecten hebben om verschillende redenen vertraging opgelopen. Als gevolg hiervan zijn de kosten ook lager dan geraamd. Zie ook paragraaf J. Via de reserve projecten wordt dit overgeheveld naar volgend jaar.

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 151 -

Verschil Verschil Verschil baten lasten reserves

Ontwikkeling kwaliteit en educatie -303 303

Speelvoorzieningen 16

Jeugd- en jongerenwerk 42

Algemeen beleid Jeugd en Gezin 70

Buurt- en wijkcentra's 26

Basisonderwijs, huisvesting -473 14

Lokaal sociaal beleid 72 -51

Door lagere huisvestingskosten is een voordeel ontstaan.

De kosten voor de wijkfunctie Noord vallen lager uit door lagere gebruikerskosten Brede School Noord.

Het aantal speeltuinverenigingen dat subsidie aanvraagt voor onderhoud, beheer en aanschaf van nieuwe toestellen en verzekeringen blijft achter bij de daarvoor geraamde middelen. Er lijkt onvoldoende bekendheid te zijn bij de speeltuin-verenigingen om zich bijvoorbeeld te verzekeren. Ook is de nieuwe ASV onvoldoende bekend.

We zien een afname van het aantal aanvragen voor subsidie voor jeugd- en jongeren activiteiten. Dit beleidsterrein wordt op dit moment beleidsarm uitgevoerd. De voor het project geraamde middelen jeugd en veiligheid en specifiek de inzet van een onafhankelijke projectleider Alcohol is niet gerealiseerd.

Een voordeel op de lasten werd met name veroorzaakt doordat de benodigde subsdie voor reguliere opvang ruim lager was dan de beschikbaar gestelde middelen. Daarnaast hebben scholen voor schakelklassen rechtstreeks extra subsidie ontvangen waardoor minder aanspraak werd gemaakt op de middelen vanuit het onderwijsachterstandenbeleid. De kosten worden geheel gesubsidieerd door rijksmiddelen waardoor eenzelfde verschil bij baten ontstaat.

Door de scholentransitie moeten schoolgebouwen, welke (primair) op te nominatie staan gesloopt te worden, worden afgewaardeerd. We hebben in 2016 een afwaardering gedaan van € 459.000. Via de algemene uitkering ontvangen vanaf 2016 middelen ten behoeve van het aardbevings- en toekomstbestendig maken van de schoolgebouwen. De in 2016 ontvangen bijdrage wordt aangewend voor de dekking van de afwaardering. Per saldo heeft dit geen nadelig resultaat voor 2016.De overige huisvestingskosten worden gedekt uit de reserve onderwijs-huisvesting.

Het bedrag van € 51.000 voor het project Sociale Cohesie (WLP Eemsdelta) is gereserveerd voor de duur van het project van 1 juni 2016 tot 1 januari 2018. Het geld is gereserveerd voor de projectleider, organisatiekosten en bijeenkomsten voor raads- en collegeleden en ambtenaren Daarnaast voor de publicatie van een rapportage voor de Provincie over het project in de DEAL-gemeentes en de ondersteuning ten behoeve van gebiedsregie bij de implementatie van de diverse deelprojecten. Via de reserve projecten worden de niet bestede middelen overgeheveld naar 2017.

Jaarstukken 2016

- 152 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

Verschil Verschil Verschil baten lasten reserves

Vreemdelingen -25 93 -62

Binnensportaccomodaties -6 -23

Liquidatieplan IVAK 128 -128

Groene sportvelden en terreinen 441 -441

Beschermd Wonen 418

Saldo overige afwijkingen diverse posten -43 49 -6

-35 1.220 -925

Het programma 'Beschermd Wonen' wordt gezamenlijk met de Groninger Gemeenten uitgevoerd. De gemeente Groningen fungeert daarbij als centrumgemeente. Voor 2016 resulteert een positief resultaat welke over de deelnemende gemeenten wordt omgeslagen. Conform een, binnen de centrumregeling, vastgesteld memo dienen deze middelen ten goede te komen van de decentralisatie en transformatie van Beschermd Wonen naar het lokale

Voor de verhoogde asielinstroom zijn extra middelen beschikbaar gesteld door het Rijk. In april 2017 vindt besluitvorming plaats over de uitwerking en besteding van de middelen (€ 62.000). Voorgesteld wordt dit bedrag via de reserve projecten over te hevelen naar 2017. Daarnaast blijkt er minder maatschappelijke begeleiding nodig te zijn voor statushouders. Dat leidt tot zowel lagere uitgaven als lagere baten (€ 25.000).

Met de overdracht van de sporthal in Bierum ging een afwaardering van € 18.000 gepaard.

Het nieuwe kunstgrasveld sportpark Spijk wordt in 2017 opgeleverd, waarna de financiële afwikkeling van het investeringskrediet zal plaatsvinden. In tegenstelling tot de raming heeft (nog) geen onttrekking van de reserve plaatsgevonden.

In december is het liquidatie- en de herziene ondernemingsplan IVAK vastgesteld. De afwijking in de raming vloeien voort uit de administratieve verwerking van het besluit en hebben geen financieel gevolg op het resultaat. Een onttrekking vanuit de reserve heeft in tegenstelling tot de raming dan ook niet plaatsgevonden.

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 153 -

8. Beheer en Realisatie

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Ve rschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

7.371 7.318 7.146 53

17.021 16.867 14.807 -154

-9.650 -9.549 -7.661

60

-9.650 -9.549 -7.661 -60

1.625 1.682 119 -57

-8.024 -7.867 -7.542 -60 53 -154 -57

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Verhardingen 24 -23

Wijkbeheer -7 -48 -27

Lijkbezorging -25

Gladheidbestrijding -15

GIS/GEO 10 60 -30

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Van nutsbedrijven zijn extra inkomsten ontvangen vanwege aanleg van kabels en leidingen. We hebben extra kosten gemaakt voor het herstel van de kabelsleuven in verhardingen en bermen.

Onvoorzien

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Gerealiseerde resultaat

Vanwege de essentaksterfte hebben we in het najaar een groot aantal zieke bomen moeten kappen om onveilige situaties te voorkomen. Dit heeft tot extra kosten geleid. Daarnaast heeft het project aanpak Nieuweweg en omgeving, zoals in de T2 rapportage werd vermeld vertraging opgelopen. Het resterend bedrag wordt verrekend met reserve projecten.

We hebben kosten moeten maken voor het onderhouden van de Joodse begraafplaats in Farmsum en het gemeentelijk deel van de begraafplaats in Wagenborgen.

De verwerkingskosten ten behoeve van de Basisadministratie Adressen en Gebouwen (BAG) zijn meegevallen door het geringe aantal registraties. Daarnaast heeft de gemeente Eemsmond laten weten uit de samenwerking op het gebied van Basisregistratie Grootschalige Topografie (BGT) te stappen. De start van de beheerorganisatie BGT is daardoor vertraagd, waardoor uitgaven zijn uitgesteld. Overheveling vindt plaats via de reserve projecten.

In 2016 is voor het eerst een nieuw GPS-systeem gebruikt voor de gladheidsbestrijding. Voor het inregelen van het systeem is extra zout gebruikt en ingekocht. Ook maken we gebruik van een nieuw type zout (calciumchloride). Dit type zout hadden we niet op voorraad.

Jaarstukken 2016

- 154 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

Verschil Verschil Verschil baten lasten reserves

Huisvuildienst 11 39

Afvalscheiding 32 -99

Riolering en waterbeheer 9 -20

Baten reinigingsrechten en afvalstoffenheffing -37

Baten begraafplaatsrechten 29

Saldo overige afwijkingen diverse posten -18 -2353 -154 -57

Halverwege 2016 is overgestapt naar een andere afvalverwerker (nieuw contract) . De verwerkingskosten van zijn daardoor afgenomen.

In 2016 is de hoeveelheid kunststof, die uit het afval is gehaald verdubbeld ten opzichte van 2015. Hierdoor zijn de verwerkingskosten aanzienlijker hoger dan geschat. Hiertegenover staan ook hogere baten.

Extra inkomsten door extra verkoop grafrechten c.a. en inhaalslag beoordeling continuering lopende rechten.

Door terugloop van inwoners c.q. huishoudens zijn de baten van afvalstoffenheffing en rioolheffing lager uitgevallen.

Extra kosten door onvoorziene werkzaamheden aan gemaal Tunnelweg.

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 155 -

Algemene dekkingsmiddelen

Lokale heffingen

Realisatie Raming Raming Realisatie Incidenteel Verschil

begrotings- na voor vorig gerealiseerd

jaar wijziging wijziging begr.jaar

9.790 9.872 9.672 9.067 -82

782 782 782 774 0

146 160 160 152 -14

109 108 108 98 1

62 64 64 64 -2

-515 -467 -467 -497 -49

10.374 10.519 10.319 9.657 -145

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschilen de ramingen na wijziging:

Onroerende-zaak belastingen -82

Waardering WOZ en heffing gemeentelijke belastingen -49

Saldo overige afwijkingen diverse posten -14-145

Reclamebelasting

Per saldo is € 82.000 minder ontvangen voor onroerende-zaak belastingen. Voor een deel komt dit door een terugbetaling van € 28.000 van oude jaren aan AKZO-Nobel en voor een deel ligt het aan leegstand van niet-woningen.

(Bedragen x € 1.000)

Toeristenbelasting

Lasten heffing en invordering

Totaal

Onroerende-zaak belasting

Precariorechten

Belasting op honden

Door hoge proceskostenvergoedingen aan de zogenaamde 'No Cure No Pay' bureaus is een overschrijding op het beschikbare budget ontstaan.

Jaarstukken 2016

- 156 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

Algemene uitkering

Realisatie Raming Raming Realisatie Incidenteel Verschil

begrotings- na voor vorig gerealiseerd

jaar wijziging wijziging begr.jaar

52.053 48.983 48.202 48.747 3.070

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil

en de ramingen na wijziging:

3.070

3.070

Dividend

Realisatie Raming Raming Realisatie Incidenteel Verschil

begrotings- na voor vorig gerealiseerd

jaar wijziging wijziging begr.jaar

40 24 24 22 16

283 300 300 315 -17

197 197 776 0

-71 -71 -71 -71 0

449 449 252 1.042 0

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil

en de ramingen na wijziging:

Saldo overige afwijkingen diverse posten -0

0

Algemene uitkeringen

(Bedragen x € 1.000)

Boekwinst verkoop aandelen *)

Algemene uitkeringDe verschillen betreffen met name de geldelijke mutaties die in de decembercirculaire 2016 zijn benoemd en beschikbaar zijn gekomen en niet meer in de begroting 2016 konden worden opgenomen. De voordelige afwijking wordt met name verklaard door de bijdrage van € 2,7 miljoen euro voor het Scholenprogramma. Dit bedrag komt voort uit het convenant dat is op 28 oktober 2016 is afgesloten tussen de NCG, de ministeries van Economische Zaken en van Onderwijs en de stuurgroep en de consultatiegroep scholenfonds. Van het totale bedrag ontvangt Delfzijl € 12 mln. Eind 2016 is al de bijdrage over 2016 overgemaakt van € 2.7 Het bedrag is een voorschot op kosten die zullen worden gemaakt voor het scholentransitie. Het bedrag wordt weliswaar ontvangen via de algemene uitkering, maar is niet aan te wenden voor andere beleidsterreinen. In het convenant is vastgelegd dat de uitgaven plaatsvinden onder regie van de NCG en dat de gemeenten zich hebben verplicht het huisvestingsplan van het scholenfonds te realiseren. In 2016 zijn (voormalige) schoolgebouwen die onder de scholentransitie vallen afgewaardeerd. Hierdoor is een nadeel ontstaan op programma 4 van € 59.000 en een nadeel bij programma 7 van € 459.000. De versnelde afschrijving / afwaardering worden gedekt uit de ontvangen € 2,7 mln. Voor het overige is er nog een bijdrage "verhoogde asielinstroom" van € 67.000 bijgekomen. De overige mutaties bestaan uit taakmutaties (€ 12.000), hoeveelheidsverschillen (positieve bijstelling huishoudens met laag inkomen € 148.000) en verrekeningen van voorgaande jaren (€ 120.000).

Totaal

(Bedragen x € 1.000)

Bank Nederlanse Gemeenten

Enexis/Edon

Overige deelnemingen

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 157 -

Saldo financieringsfunctie

Realisatie Raming Raming Realisatie Incidenteel Verschil

begrotings- na voor vorig gerealiseerd

jaar wijziging wijziging begr.jaar

1.914 1.853 1.816 2.438 61

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil

en de ramingen na wijziging:

43

Saldo overige afwijkingen diverse posten 18

61

Baten

Saldo financieringsfunctieMet de vervroegde aflossing van de IJselmij-leningen is er tevens een rentecompensatie ontvangen voor de vervroegde aflossing. Door herziening van de BBV moet aan de grondexploitatie een lagere rentepercentage worden toegerekend dan geraamd.

(Bedragen x € 1.000)

Jaarstukken 2016

- 158 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

Overige algemene dekkingsmiddelen

Realisatie Raming Raming Incidenteel Verschil Verschil Verschil

na voor gerealiseerd baten lasten reserves

wijziging wijziging

715 666 30 49

2.231 2.338 626 107

-1.516 -1.672 -596

-1.516 -1.672 -596

938 1.110 -172

-578 -563 -596 49 107 -172

Onderstaand worden de belangrijkste verschillen ver meld tussen de realisatie Verschil Verschil Verschil en de ramingen na wijziging: baten lasten reserves

Dubieuze debiteuren 33

Afkoop oude leningen -31

Onderhoud en beheer voertuigen en machines 3 -71

Onderhouds- en energiekosten gebouwen 120 -70

(Bedragen x € 1.000)

Baten

Lasten

Saldo

Voor openstaande vorderingen op debiteuren is een voorziening voor oninbaarheid. Jaarlijks dient bij het opmaken van de jaarrekening een inschatting gemaakt te worden van de oninbare posten. Het was niet noodzakelijk de geraamde toevoeging geheel te doteren waardoor een bedrag vrijvalt.

Investering in vervanging zijn aangehouden in verband met de discussie over uitbesteden/zelfdoen en onzekerheid over herindeling. Met een aantal extra reparaties is de levensduur van het materieel verlengd. Daarnaast zijn noodzakelijke onderhoudswerkzaamheden uitbesteed vanwege ziekte van onze monteur. Dit heeft ook geleid tot hogere kosten.

Een aantal vervangingen is uitgesteld naar 2017 doordat leverancier niet tijdig kon leveren. Vanwege de zachte winter is minder energieverbruik geweest. Geplande onderhoudswerkzaamheden aan de Molenberg zijn uitgesteld totdat meer duidelijkheid komt over toekomst van het gebouw. De elektrische installaties van alle gebouwen zijn in 2016 gekeurd (NEN3140). De keuring is pas eind 2016 afgerond. Er is geld gereserveerd om noodzakelijke maatregelen voortvloeiend uit de keuring in 2017 te kunnen uitvoeren. Dit wordt verrekend met de egalsiatiereserve gemeentelijke gebouwen.

Door de voormalige gemeenten Termunten en Bierum zijn leningen afgesloten ten behoeve van de openbare verlichting. Deze zijn afgelost.

Gerealiseerde resultaat

Onvoorzien

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lastenToevoeging/onttrekking aan reserves

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 159 -

Verschil Verschil Verschil baten lasten reserves

Buitensportaccomodaties -3 -48

Gaswinningsdossier 47

Herindeling en strategische personeelsplanning 100 -100

Werk voor derden 33

Gereedschappen en hulpmaterialen -40

Saldo overige afwijkingen diverse posten 2 4 -2

49 107 -172

De gemeenschappelijke regeling WO DEAL gaat een uitkering doen van het positief weerstandsvermogen. De uitkering valt hoger uit dan met de T2-rapportage werd verwacht.

In 2016 is extra inzet geweest voor werkzaamheden in het kader van BGT DEAL.

De overschrijding op de post "Gereedschappen en hulpmaterialen" heeft twee oorzaken.:1. De noodzakelijke herstel- en vervangingskosten als gevolg van de inbraak waren hoger dan de uitkering van de verzekering. Deze extra kosten waren onvoorzien en onontkoombaar.2. In 2016 is het aanschaffen, reinigen en herstellen van de bedrijfskleding van Gemeentewerken ondergebracht in één leasecontract. In dat contract is een "initiële" aanschaf van een complete ARBO-proof kledingset voor elke medewerker opgenomen. Dit contract resulteert in een (relatief hoge) eenmalige kostenpost voor de aanschaf in 2016.

Bij de kadernota 2016 zijn extra middelen ter beschikking gesteld voor de strategische personeelsplanning. Daarbij was rekening gehouden met onder andere extra inzet/kosten ten behoeve van de herindeling. Nu de herindeling is opgeschort stellen we voor deze middelen via de reserve projecten over te hevelen naar 2017.

Op het onderhoudsbudget van de buitensportaccommodaties is de afgelopen jaren sterk bezuinigd. In het jaar 2016 bleek dat de kwaliteit van een aantal velden ondermaats waren. De velden waren niet meer geschikt om te gebruiken, waardoor veel wedstrijden moesten worden afgelast. Door extra onderhoudswerkzaamheden uit te voeren zijn de velden weer op een acceptabel niveau.

Jaarstukken 2016

- 160 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

Overzicht incidentele baten en lasten

Baten Lasten Baten Lasten Baten Lasten1. Burger en Bestuur -238 -238 -238

Delfsail 2016 -238 -238 -238

2. Wonen, Milieu en Economie 303 -1.030 1.695 -2.687 - - Project MER Oosterhorn 157 -182 100 -10 Ruimtelijke plannen -102 -102 Onderhoud bruggen -575 -575 Bodemsanering voorm.stortplaats Bierum 146 -171 1.595 -2.000

3. Vergunningen en Handhaving - 276 WO DEAL (zie ook programma 6) 276

4. Ontwikkeling Vastgoed 2.752 -1.875 1.629 -1.766 100 - Pacht COA tbv AZC 100 100 100 Vastgoedexploitatie Vennenflat 2.170 -1.393 1.047 -1.284 Project Rengersw eg 151 -151 151 -151 Gebiedsregie 331 -331 331 -331 Woon-servicezone 901 -1.349 901 -1.349 Transitie onderw ijs -83 -385 Muzeeaquarium -340 -340 Integraal Investeringsplan 321 225 Marconi 2.765 -2.765

5. Openbare orde en veiligheid 150 -312 150 -571 - -324 Bommenregeling -215 -474 -324 Veiligheidsmaatregelen Oosterhorn 150 -97 150 -97

6. Werk en Inkomen - 156 156 - BUIG 250 507 105 390 WO DEAL (zie ook programma 3) 60 Sociaal Domein 156 156

7. Samenlevingszaken 745 -917 403 -1.489 403 -503 Sociaal Domein 327 2.342 403 2.061 403 -403 WMO-projecten 95 -100 -100 IVAK -2.881 -3.009 Kunstgrasveld Spijk - -441 Beschermd Wonen 418 Basisonderw ijs, huisvesting -473

8. Beheer en Realisatie - -1.095 - -1.095 - -107 Beheer vastgoed gem.gebouw en -107 -107 -107 Aanpak Nieuw ew eg e.o. 100 100 Onderhoud bruggen 750 750 Onderhoud w egen -1.838 -1.838

alg. Algemene dekkingsmiddelen - 2.436 - -854 - -175 Personele inzet -503 -503 Omgevingsvisie -175 -175 -175 Algemene uitkering 2.917 -153 Dividend 197 197 Verkoop gebouw en -357 -357 Huur gemeentehuis 202 202 Onderhoud- en energiekosten gebouw en 220 100 Invoering IKB -375 -375 Lonen en salarissen -300 -300 Lokale heff ingen 200 200 Krimpbijdrage 310 310 Herindeling 100

8.187 6.344- 4.883 10.228- 503 1.347-

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten 97.627 95.415 91.474 96.535 84.932 85.460 Structurele mutaties bestemmingsreserves 307 533 307 533 307 533 incidentale baten en lasten -8.187 -6.344 -4.883 -10.228 -503 -1.347

89.747 89.604 86.898 86.840 84.736 84.646

142 57 89

Subtotaal programma’s

Structurele saldi

In de programmarekening zijn ook baten en lasten opgenomen w elke een incidenteel karakter hebben. Incidentele baten en lasten zijn die baten en lasten die zich gedurende een periode van maximaal 3 jaar voordoen.Hieronder w ordt een overzicht gegeven van de incidentele baten en lasten met bedragen groter dan € 100.000 die deel uitmaken van het resultaat vóór bestemming.

bedragen (x € 1.000) Realisatie begrotingsjaar

Raming begrotingsjaar ná

w ijziging

Raming begrotingsjaar vóór w ijziging

Omschrijving programma

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 161 -

Analyse begrotingsafwijkingen en begrotingsrechtmat igheid

Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo Baten Lasten Saldo

1. Burger en Bestuur 511 5.260 -4.749 478 5.238 -4.760 33 -22 11

2. Wonen, Milieu en Economie 709 2.566 -1.857 2.106 4.264 -2.158 -1.397 1.698 301

3. Vergunningen en Handhaving 246 1.270 -1.024 252 1.558 -1.306 -6 287 281

4. Ontw ikkeling Vastgoed 7.319 10.188 -2.869 3.122 7.821 -4.699 4.198 -2.367 1.830

5. Openbare orde en veiligheid 178 2.490 -2.312 129 2.835 -2.706 49 345 394

6. Werk en Inkomen 13.066 24.974 -11.908 12.921 25.061 -12.140 145 87 232

7. Samenlevingszaken 1.973 28.662 -26.689 2.008 29.883 -27.875 -35 1.220 1.186

8. Beheer en Realisatie 7.371 17.021 -9.650 7.318 16.867 -9.549 53 -154 -101Algemene dekkingsmiddelen 66.252 2.978 63.274 63.141 3.009 60.132 3.112 30 3.142

97.627 95.410 2.217 91.474 96.535 -5.061 6.153 1.125 7.278

Lokale heffingen 10.968 593 10.374 11.036 517 10.519 -68 -77 -145

Algemene uitkeringen 52.053 52.053 48.983 48.983 3.070 3.070

Dividend 573 124 449 573 124 449 0 0 0

Saldo Financieringsfunctie 1.944 30 1.914 1.883 30 1.853 61 0 61Overige algemene dekkingsmiddelen en onvoorzien 715 2.231 -1.516 666 2.338 -1.672 49 107 156

66.252 2.978 63.274 63.141 3.009 60.132 3.112 30 3.142

Vennootschapsbelasting 5 -5 -5 -5

5 -5 -5 -5

97.627 95.410 2.217 91.474 96.535 -5.061 6.153 1.125 7.278

1. Burger en Bestuur 238 50 188 238 50 188

2. Wonen, Milieu en Economie 682 652 29 547 222 325 135 -430 -295

3. Vergunningen en Handhaving 15 15 15 15

4. Ontw ikkeling Vastgoed 2.395 2.459 -64 2.285 482 1.802 110 -1.977 -1.866

5. Openbare orde en veiligheid 579 392 187 579 103 476 -289 -289

6. Werk en Inkomen 54 33 21 54 54 -33 -33

7. Samenlevingszaken 497 1.028 -531 1.052 658 394 -555 -370 -925

8. Beheer en Realisatie 3.022 1.397 1.625 3.022 1.340 1.682 -57 -579. Algemene dekkingsmiddelen 1.997 1.059 938 2.845 1.735 1.110 -848 676 -172

Subtotaal mutaties reserves 9.478 7.070 2.408 10.636 4.590 6.045 -1.158 -2.480 -3.638

Gerealiseerde resultaat 107.104 102.485 4.619 102.110 10 1.126 984 4.995 -1.359 3.635

Omschrijving programma

Omschrijving algemene dekkingsmiddelen:

Subtotaal vennootschapsbelasting

Uit deze analyse moet blijken of er begrotingsoverschrijdingen zijn en of de begrotingsoverschrijding is veroorzaakt door meer uitgaven binnen het voor een programma geldend beleid, of dat er een is veroorzaakt door meer uitgaven binnen het voor een programma geldend beleid, of dat er een andere oorzaak is voor de begrotingsoverschrijding.

bedragen (x € 1.000) Raming begrotingsjaar ná w ijziging

Realisatie begrotingsjaar Begrotingsafw ijking

Toevoeging/ontrekking aan reserves:

Subtotaal programma’s

Subtotaal alg. dekkingsmidd.

Gerealiseerde totaal saldo van baten en lasten

Analyse begrotingsafwijkingen:

1. Ontwikkeling vastgoed € 2.562.000Voor het Marconi project is 2,7 miljoen euro meer uitgegeven in 2016. De uitgaven zijn subsidiabel en worden gedekt vanuit het Waddenfonds en provinciale bijdragen.

Jaarstukken 2016

- 162 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

2. Beheer en realisatie

Verhardingen € 23.000

Wijkbeheer € 48.000

Lijkbezorging € 25.000

Gladheidbestrijding € 15.000

Afvalscheiding € 99.000

Riolering en waterbeheer € 20.000

3 Lokale heffingen € 77.000Er zijn hogere proceskosten betaald aan No Cure No Pay bureaus.

Er zijn extra kosten gemaakt door onvoorziene werkzaamheden aan gemaal Tunnelweg.

De extra kosten zijn gemaakt door de essentaksterfte waardoor er in het najaar een groot aantal zieke bomen moesten worden gekapt om onveilige situaties te voorkomen.

Er zijn extra gemaakt voor het onderhouden van de Joodse begraafplaats in Farmsum en het gemeentelijk deel van de begraafplaats in Wagenborgen.

Voor het nieuwe GPS syteem is extra zout gebruikt en ingekocht. Ook is gebruik gemaakt van een nieuw type zout (calciumchloride). Dit type zout hadden we niet op voorraad.

In 2016 is de hoeveelheid kunststof, die uit het afval is gehaald verdubbeld ten opzichte van 2015. Hierdoor zijn de verwerkingskosten aanzienlijker hoger dan geschat. Hiertegenover staan ook hogere baten.

In 2016 zijn extra kosten gemaakt voor onderhoudswerkzaamheden aan wegen die niet in de onderhoudsvoorziening waren opgenomen.

Jaarstukken 2016

Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016 - 163 -

Wet normering topinkomens (WNT ) Per 1 januari 2013 is de Wet normering bezoldiging topfunctionarissen publieke en semipublieke sector (WNT) ingegaan. Deze verantwoording is opgesteld op basis van de volgende op de gemeente Delfzijl van toepassing zijnde regelgeving: het algemene WNT-maximum. Het bezoldigingsmaximum in 2016 voor de gemeente Delfzijl is € 179.000. Het weergegeven individuele WNT-maximum is berekend naar rato van de omvang (en voor topfunctionarissen tevens de duur) van het dienstverband, waarbij voor de berekening de omvang van het dienstverband nooit groter kan zijn dan 1,0 fte. Bezoldiging topfunctionarissen Bedragen x € 1 P. Leeuw O. Rijkens Functie gemeentesecretaris griffier Duur dienstverband in 2016 01.01 – 31.12 01.01 – 31.12. Omvang dienstverband (in fte) 1,0 1,0 Gewezen topfunctionaris nee nee Echte of fictieve dienstbetrekking ja ja Zo niet, langer dan 6 maanden binnen 18 maanden werkzaam?

Individueel WNT -maximum 179.000 179.000 Bezoldiging Beloning 108.549 88.396 Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn 20.281 17.026 Sub totaal 128.830 105.422 -/- Onverschuldigd betaald bedrag Totaal bezoldiging 128.830 105.422 Motivering indien overschrijding n.v.t. n.v.t. Gegevens 2015 Duur dienstverband in 2015 01.01– 31.12 01.01 – 31.12 Omvang dienstverband 2015 (in fte) 1,0 1,0 Bezoldiging 2015 Beloning 105.571 87.430 Belastbare onkostenvergoedingen Beloningen betaalbaar op termijn 14.306 12.071 Totaal bezoldiging 2015 119.877 99.501 Individueel WNT-maximum 2015 178.000 178.000 Overige rapportageverplichtingen op grond van de WN T Naast de hierboven vermelde topfunctionarissen zijn er geen overige functionarissen die in 2016 een bezoldiging boven het individuele WNT-maximum hebben ontvangen. Er zijn in 2016 geen ontslaguitkeringen betaald aan overige functionarissen die op grond van de WNT dienen te worden vermeld, of die in eerdere jaren op grond van de WOPT of de WNT vermeld zijn of hadden moeten worden.

Jaarstukken 2016

- 164 - Toelichting op het overzicht van baten en lasten in de jaarrekening over 2016

Jaarstukken 2016

Bijlagen - 165 -

Deel 3 Bijlagen

Het verloop van de (bestemmings-) reserves, voorzieningen, gewaarborgde geldleningen en vooruit ontvangen specifieke uitkeringen voor het jaar 2016 met een eventuele toelichting wordt respectievelijk weergegeven in bijlage 1, 2, 3 en 4. In bijlage 5 staat de verantwoordingsinformatie met betrekking tot SISA.

Jaarstukken 2016

- 166 - Bijlagen

1 Verloop van reserves

23 ReserveSaldo

01/01/2016 ToevoegingenOnt-

trekkingenSaldo

31/12/2016

1. Algemene reserve 6.652.724 1.208.187 1.670.250 6.190.6611A. Gerealiseerde resultaat vorig dienstjaar 1.011.187 1.011.187 0Totaal Algemene Reserve 7.663.911 1.208.187 2.681.437 6.190.661

2 Reserve onderhoud wegen 1.848.063 85.300 1.933.363 03 Reserve onderhoud bruggen 814.556 1.054.800 879.800 989.5564 Reserve decentralisatie huisvesting onderwijs (IHP) 1.507.722 13.800 97.367 1.424.1555 Reserve vastgoed 885.673 776.714 1.662.3876 Reserve onderhoud gebouwen 646.391 220.000 239.668 626.7237 Reserve integraal investeringsprogramma 2.108.128 1.269.373 973.625 2.403.8768 Reserve Sociaal Domein 2.305.000 2.305.0009 Reserve huren gemeentehuis 0 202.000 202.000Totaal Egalisatiereserves 10.115.532 3.621.987 4.123.823 9.613.696

10 Reserve sanering voormalige stortplaats Oosterlaan 245.762 245.76211 Reserve bommenregeling 1.603.539 214.974 1.388.56512 Reserve economische betrekkingen 41.552 11.500 53.05213 Reserve onderhoud brede scholen 318.216 20.000 298.21614 Reserve projecten Sociaal Domein 410.396 44.000 366.39615 Reserve Duurzaamheidsfonds 27.865 27.86516 Reserve actualiseren bestemmingsplannen 1.649 48.000 49.64917 Reserve Delfsail 2016 187.500 50.000 237.500 018 Reserve Armoedebeleid 54.160 54.160 019 Reserve bodemsanering 60.594 15.000 45.59420 Reserve herhuisvesting stadsbeheer 620.000 620.00021 Reserve invoering transitie 3D's 181.654 181.65422 Reserve transitie IVAK 1.416.234 1.416.234 023 Reserve projecten 419.672 1.820.400 419.672 1.820.40024 Reserve krimpgelden 0 310.200 251.000 59.200Totaal bestemmingsreserves 5.588.794 2.240.100 2.672.540 5.156.354

Totaal Reserves 23.368.237 7.070.274 9.477.800 20.960.711

Specificaties Algemene Reserves, reserve IIP, reser ve Sociaal Domein en reserve Projecten

Algemene reserveSaldo 1 januari 2016 6.652.724Bij:Resultaat 2015 1.011.187Vrijval General Escrow Fonds Essent 197.000

1.208.187Af:Inhuur personeel 502.750Boekverlies en verkoopkosten Noordersingel 477.500Bodemsanering stortplaats Bierum 405.000Uitv. motie vv Farmsum/Schuttersver - installatie zwet 36 26.000Verbouw Muzeeaquarium Delfzijl 220.000KN 23-6-2016 extra budget gebiedsregie 39.000

1.670.250Saldo 31 december 2016 6.190.661

Jaarstukken 2016

Bijlagen - 167 -

Reserve Integraal InvesteringsprogrammaSaldo 1 januari 2016 2.108.128Bij:Toevoeging conform primitieve begroting 482.175Krimpgelden kunstgras Spijk 241.000Saldo mutaties 2016 -427.427

295.748Saldo 31 december 2015 2.403.876

Reserve projecten T2 Jaarrekening Saldo2016 2016 31/12/2016

Natuurbeleid "Analyse Beheerplan Waddenzee" 47.000 3.000 50.000Gezondheid in De Stad 100.000 6.000 106.000MER Oosterhorn 150.000 -115.000 35.000Structuurvisie Eemsmond-Delfzijl 25.000 -20.000 5.000Externe veiligheid 103.000 30.000 133.000Sociaal Domein 494.000 195.000 689.000Aanpak Nieuweweg en omgeving 100.000 27.000 127.000Borgen beheerorganisatie Geo 30.000 30.000Bodemsanering voormalige stortplaats Bierum 367.800 367.800Lokaal Sociaal Beleid, Sociale Cohesie 51.100 51.100Vreemdelingen, verhoogde asielinstroom 62.000 62.000Vastgoed, uitvoering Besluit energieprestatie gebouwen 31.500 31.500Kosten herindeling 100.000 100.000Participatiebudget, afspraakbanen 33.000 33.000Totaal 1.019.000 801.400 1.820.400

Jaarstukken 2016

- 168 - Bijlagen

Toelichting reservesReserve Doel Maximale

omvangToelichting

1 Algemene reserve Het opvangen van onverwachte tegenvallers en fluctuaties in de exploitatie.

Niet van toepassing.

Het resultaat over 2016 is toegevoegd aan de Algemene reserve. Zie voor verdere toelichting het overzicht mutaties.

2 Onderhoud wegen Het egaliseren van de kosten van groot onderhoud van wegen binnen de gemeente Delfzijl.

Niet van toepassing.

In 2016 is het gehele saldo van € 1,8 mln. van de reserve overgeboekt naar voorziening onderhoud wegen.

3 Onderhoud bruggen Het egaliseren van de kosten van groot onderhoudsschilderwerk aan bruggen en tunnels en groot onderhoud van houten fiets- en voetgangersbruggen.

Niet van toepassing.

Om kapitaalvernietiging te voorkomen is in 2016 alleen het noodzakelijk onderhoud uitgevoerd. Het beschikbare budget van € 575.000 is in 2016 teruggeboekt. Het geplande onderhoud wordt naar verwachting in 2017 uitgevoerd. Hiervoor is € 750.000 toegevoegd aan de reserve en beschikbaar voor 2017.

4 Decentralisatie huisvesting onderwijs (IHP)

Het bekostigen van toekomstige investeringen in de onderwijsgebouwen.

Niet van toepassing.

De toevoeging is conform de begroting. De werkelijke uitgaven waren € 97.367.

5 Vastgoed De baten en lasten uit de vastgoedexploitatie van de Vennenflat te egaliseren.

Niet van toepassing.

In 2016 is € 1 mln. ontvangen van de NAM in verband met schadelloosstelling kosten vervroegde leegmutering en sloop van de vennenflat. Dit bedrag is na aftrek van de gemaakte kosten van € 223.000 toegevoegd aan de reserve.

6 Onderhoud gebouwen Het egaliseren van de kosten van groot onderhoud van en de vervanging van meubilair van gemeentelijke gebouwen.

Niet van toepassing.

In verband met een gevaarlijke situatie met de vloer van sporthal de Vennen in Woldendorp is in 2016 € 50.000 beschikbaar gesteld. Door vertraging van de inspectie van de gemeentelijk gebouwen (NEN3140) is € 100.000 overgeheveld naar 2017. Daarnaast is het overschot van € 70.000 overgeheveld naar 2017.

7 Integraal investeringsprogramma Het egaliseren van kosten voor de uitvoering van projecten in het Integraal Investeringsprogramma (IIP).

Niet van toepassing.

Naast de geraamde toevoegingen en onttrekkingen zijn de resultaten over 2016 ten gunste/ten laste van de reserve gebracht. Zie ook de specificatie van de mutaties.

8 Sociaal Domein De overschotten in de eerste jaren inzetten voor projecten/experimenten om mogelijke toekomstige tekorten te voorkomen.

2.305.000 Er hebben in 2016 geen mutaties plaastgevonden.

Jaarstukken 2016

Bijlagen - 169 -

Reserve Doel Maximale omvang

Toelichting

9 Huren Gemeentehuis Egalisatie van de afkoopsom huuropbrengst en verwachte opbrengst van de tijdelijke verhuur over de jaren 2017 en 2018

In 2016 is de huurovereenkomst met het UWV ontbonden. De afkoopsom bedroeg € 177.000 meer dan de geraamde huur. Met Rijkswaterstaat is een overeenkomst afgesloten voor tijdelijke huur. De verwachte opbrengst is € 25.000. Beide bedragen zijn toegevoegd aan de reserve.

10 Sanering voormalige stortplaats Oosterlaan

Het bekostigen van de sanering van de voormalige stortplaats aan de Oosterlaan.

Niet van toepassing.

Er hebben in 2016 geen mutaties plaastgevonden.

11 Bommenregeling Het bekostigen van toekomstige opsporingen en het ruimen van explosieven.

Niet van toepassing.

In verband met munitieonderzoek voor de dijkomlegging is er een significant object waargenomen. Hiervoor was in eerste instantie € 150.000 ontrokken van de reserve. De werkelijke kosten waren echter lager. Per saldo is in 2016 € 215.000 ontrokken aan de reserve.

12 Economische betrekkingen Het bieden van adequate financiële mogelijkheden voor werkgelegenheid bevorderende bedrijvigheid, projecten en voor structuurversterkende maatregelen in het kader van economische ontwikkeling.

Niet van toepassing.

In 2016 is het overschot van € 11.500 toegevoegd aan de reserve.

13 Onderhoud brede scholen Het bekostigen van groot onderhoud aan de brede scholen.

Niet van toepassing.

In verband met de aanschaf van sportinventaris voor Brede School Tuikwerd is € 20.000 onttrokken aan de reserve. In 2017 wordt de reserve toegevoegd aan de reserve onderwijstransitie.

14 Projecten Sociaal Domein Het egaliseren van ongewenste exploitatie-effecten in de projecten Sociaal Domein.

500.000 De werkelijke uitgaven zijn in 2016 € 44.000 lager dan begroot. Van de begrote ontrekking van € 100.000 is € 56.000 weer toegevoegd.

15 Duurzaamheidsfonds Stimuleren van initiatieven voor kleinschalige duurzame energieopties.

Niet van toepassing.

Er hebben in 2016 geen mutaties plaastgevonden.

16 Actualiseren bestemmingsplannen De reserve wordt ingezet vppr het actualiseren van bestemmingsplannen.

Niet van toepassing.

Het overschot van € 48.000 is toegevoegd aan de reserve voor de afronding van de actualisatie.

17 Delfsail 2016 Het mede bekostigen van het evenement "Delfsail".

350.000 De mutaties zijn conform de begroting. De reserve is per eind 2016 nihil.

18 Armoedebeleid Het bekostigen van het uitvoeringsprogramma armoedebeleid en eventuele aanvullende maatregelen in het kader van armoedebeleid.

Niet van toepassing.

De reserve is in 2016 vrijgevallen.

19 Bodemsanering De bekostiging van de uitvoering van bodemsaneringen bij vervuilde locaties.

Niet van toepassing.

In verband met extra gemaakte uren is € 15.000 ontrokken uit de reserve

20 Herhuisvesting stadsbeheer Het bekostigen van van de tijdelijke en/of nieuwe huisvesting van de afdeling Stadsbeheer.

Niet van toepassing.

Er hebben in 2016 geen mutaties plaatsgevonden.

21 Invoering transitie's 3 D's De kosten van invoering van de transitie Sociaal Domein te dekken.

Niet van toepassing.

Er hebben in 2016 geen mutaties plaatsgevonden.

22 Transitie IVAK Het bekostigen van de transitie- en frictiekosten IVAK.

1.485.000 De reserve is overgeheveld naar de voorziening IVAK

Jaarstukken 2016

- 170 - Bijlagen

Reserve Doel Maximale omvang

Toelichting

23 Projecten Dekking van toekomstige projectkosten. Projecten worden vaak uitgevoerd over meerdere jaren, de overloop van het ene jaar naar het andere jaar verloopt via deze reserve.

Niet van toepassing.

Het restant van een aantal projecten is met de T2 rapportage en de resultaten 2016 overgeheveld naar 2017.

24 Krimpgelden Extra gelden vanuit het Rijk in verband met de terugloop van het aantal inwoners. Dient ter stimulering voor leefbaarheid in de gemeente.

Niet van toepassing.

Een deel van de reserve is ingezet voor een kunstgrasveld in Spijk en hekwerk voor Tennisvereniging Watec Wagenborgen

Jaarstukken 2016

Bijlagen - 171 -

2 Verloop van voorzieningen

Nr. VoorzieningSaldo

01/01/2016 Toevoeging OnttrekkingSaldo

31/12/2016

1 Voorziening verharding toegangsweg Kloosterlaan -0 5.700 5.700

2 Voorziening onderhoud Brede School Noord 138.790 97.000 59.956 175.834

3 Voorziening onderhoud Brede School Tuikwerd 70.235 48.500 118.735

4 Voorziening onderhoud wegen 0 3.025.000 212.642 2.812.358

Totaal onderhoud-egalisatievoorzieningen 209.024 3.17 6.200 272.598 3.112.626

5 Voorziening veiligheidsmaatregelen Oosterhorn 63.410 63.410 0

6 Voorziening pensioenen bestuurders 621.657 33.230 30.020 624.867

7 Wachtgeld gewezen wethouder(s) en burgemeester(s) 299.500 206.166 93.334

8 Voorziening Fusie De Delta - Renn4 172.303 5.080 5.927 171.456

9 Voorziening BTW Brede Scholen 195.370 195.370 0

10 Voorziening liquidatie IVAK 0 2.881.000 673.717 2.207.283

Totaal voorzieningen voor verplichtingen, verliezen en risico's 1.352.240 2.919.310 1.174.609 3.096.940

Totaal voorziening 1.561.264 6.095.510 1.447.207 6.209.567 Toelichting voorzieningen

1 Verharding toegangsweg Kloosterlaan Dekking van de kosten van onderhoud voor de toegangsweg en verharding voor het afvaloverslagstation Kloosterlaan.

De toevoeging bestaat uit de toevoeging conform de begroting van € 5.700.

2 Onderhoud Brede School Noord Voor de beheersing van de kosten van onderhoud is een voorziening gevormd. De jaarlijkse toevoeging van € 122.500 is gebaseerd op het meerjaren-onderhoudsplan dat in 2015 is opgesteld.

De toevoeging 2016 is naar beneden bijgesteld omdat de scholen zelf ook een deel van het onderhoud voor hun rekening nemen.

3 Onderhoud Brede School Tuikwerd Voor de beheersing van de kosten van onderhoud is een voorziening gevormd. De jaarlijkse toevoeging van € 75.000 is gebaseerd op het meerjaren-onderhoudsplan dat in 2015 is opgesteld.

De toevoeging 2016 is naar beneden bijgesteld omdat de scholen zelf ook een deel van het onderhoud voor hun rekening nemen. In 2016 is geen groot onderhoud uitgevoerd.

4 Onderhoud wegen Conform besluit 27-10-2016 is een voorziening gevormd inzake beheerplan wegen. De reserve onderhoud wegen is opgeheven en overgeheveld.

Naast de inzet van € 1,8 mln vanuit de reserve wegen is € 1,2 mln toegevoegd.

5 Veiligheidsmaatregelen Oosterhorn De middelen zijn afkomstig uit het opgeheven samenwerkingsverband "Brandweerpool Delfzijl" en worden ingezet voor het aanbrengen van veiligheidsvoorzieningen op en rondom de Oosterhorn.

In 2016 zijn de middelen ingezet ten behoeve van de veiligheidsmaatregelen Oosterhorn.

Voorziening Doel Toelichting

Jaarstukken 2016

- 172 - Bijlagen

6 Pensioenen bestuurders De voorziening is ingesteld in het kader van de Algemene wet politieke ambtsdragers (APPA) voor nieuwe wethouders. Dit betekent dat er voor het ouderdoms- en nabestaandenpensioen voor de (ex-) wethoudhouders wordt gereserveerd. Zodra (ex) -wethouders 65 jaar worden, wordt een bedrag uit het APPA plan uitbetaald.

De toevoeging is het gevolg van de (verplichte) actuariële berekeningsmethode waarbij rekening wordt gehouden met de levensverwachting en rekenrente. De mutatie 2016 is ontstaan door verlaging van de gehanteerde rekenrente, waardoor een extra toevoeging noodzakelijk was.

7 Wachtgeld gewezen wethouder(s) en burgemeester(s) De voorziening is ingesteld voor wachtgeldregeling oud bestuurders. De gemeente is wettelijk verplicht om wachtgeld te betalen aan oud bestuurders bij bestuurswisselingen.

De onttrekking heeft betrekking op het werkelijk uitbetaalde wachtgeld.

8 Fusie Delta - Renn4 De voorziening is gevormd voor het niet uit de balans blijkende verplichtingen van de SBO de Delta - Renn4 ten aanzien van het voormalig personeel. Het aandeel van de gemeente Delfzijl is toegevoegd

De hoogte van de voorziening is conform de geraamde kosten van de garantstelling van de wachtgeldclaims. In 2016

9 Voorziening BTW Brede School Noord Bij de ingebruikname van de Brede School Noord is BTW verrekend omdat aan de toenmalige stichting de verhuur van de sporthal inclusief BTW was. Inmiddels neemt de gemeente zelf de exploitatie ter hand en is de BTW op het gebruik voor onderwijsdoeleinden niet langer aftrekbaar.

De gemeente heeft na indienen van de herziene btw op gronden bezwaar aangetekend op de ingediende aangifte. Het bewaar is door de belastingdienst toegekend waardoor de voorziening is 10 Voorziening liquidatie IVAK Deze voorziening is gevormd voor de

liquidatie van IVAK. Dit i.v.m. de transformatie naar een zelfstandige organisatie.

Volgens het liquidatieplan bedraagt het aandeel voor Delfzijl in de liquidatiekosten in het worst case scenario € 2.881.000. In 2016 hebben uitbetalingen plaatsgevonden voor gemaakte transitiekosten.

Voorziening Doel Toelichting

Jaarstukken 2016

Bijlagen - 173 -

3 Gewaarborgde geldleningen

Nr Doel van lening Naam geldnemer

Datum Raads besluit

Aandeel garant-stelling

Rente %

Oorspron-kelijk

bedrag

Restant lening per 31-12-2015

Aflossings-bestands

deel

Restant lening per 31-12-2016

1 Herfinanciering lening (na 1/4/94) Acantus Woongroep 28-03-1995 100% 7,77 3.482.377 1.452.606 269.641 1.182.965

2 div.kapitaaluitgaven Acantus Woongroep 14-11-1989 100% 4,90 264.873 74.902 17.404 57.498

3 Bouw bejaardentehuis Burg.van Julsinghatehuis 29-10-1987 100% 7,65 2.672.842 2.282.374 60.121 2.222.253

4 Bouw aanleunwoningen Burg.van Julsinghatehuis 22-12-1988 100% 4,80 680.670 508.695 12.588 496.107

6 Bouw nieuw zwembad (50%) bv Zwembad Appingedam-Delfzijl 25-3-2008 100% 4,58 2.000.000 709.486 61.083 648.404

7 Bouw nieuw zwembad (50%) bv Zwembad Appingedam-Delfzijl 25-3-2008 100% 4,72 4.500.000 2.130.277 25.286 2.104.990

13.672.913 7.169.760 451.597 6.718.163

Nr Naam geldgever Naam geldnemer

Datum Raads besluit

Aandeel garant-stelling

Rente %

Oorspron-kelijk

bedrag

Restant lening per 31-12-2015

Aflossings-bestands

deel

Restant lening per 31-12-2016

1 Ned. Watersch.Bank Acantus Woongroep 50% 2,50 10.492.000 7.374.000 329.000 7.045.000

2 Ned. Watersch.Bank Acantus Woongroep 50% -0,33 10.000.000 10.000.000 - 10.000.000

3 Ned. Watersch.Bank Acantus Woongroep 50% 4,66 10.000.000 10.000.000 - 10.000.000

4 Bank Ned. Gemeenten Acantus Woongroep 50% 4,67 5.000.000 5.000.000 - 5.000.000

5 Ned. Watersch.Bank Acantus Woongroep 50% 3,18 10.000.000 10.000.000 - 10.000.000

6 Bank Ned. Gemeenten Acantus Woongroep 50% 3,40 5.000.000 5.000.000 - 5.000.000

7 Ned. Watersch.Bank Acantus Woongroep 50% 0,48 10.000.000 10.000.000 - 10.000.000

8 Bank Ned. Gemeenten Acantus Woongroep 50% 4,67 5.000.000 5.000.000 - 5.000.000

9 Ned. Watersch.Bank Groninger Huis 50% 4,75 1.000.000 1.000.000 1.000.000 -

10 Bank Ned. Gemeenten Groninger Huis 50% 3,60 500.000 250.000 25.000 225.000

11 Bank Ned. Gemeenten Groninger Huis 50% 3,75 500.000 500.000 - 500.000

12 Bank Ned. Gemeenten Groninger Huis 50% 3,33 815.000 75.000 75.000 -

13 Bank Ned. Gemeenten Groninger Huis 50% 4,20 528.000 528.000 - 528.000

14 Aegon Levensverzekering NV Groninger Huis 50% 2,73 5.000.000 5.000.000 - 5.000.000

15 Bank Ned. Gemeenten Groninger Huis 150% 0,68 3.000.000 - -3.000.000 3.000.000

16 Ned. Watersch.Bank Woonzorg Nederland 50% 4,47 2.872.000 1.454.000 155.000 1.299.000

17 Bank Ned. Gemeenten Woonzorg Nederland 50% 3,93 696.000 696.000 - 696.000

18 Bank Ned. Gemeenten Woonzorg Nederland 50% 4,09 303.000 253.000 11.000 242.000

80.706.000 72.130.000 -1.405.000 73.535.000

36.767.500

94.378.913 79.299.760 -953.403 43.485.663

Totaal gewaarborgde geldleningen 50% garant stelling

Totaal gewaarborgde geldleningen

Garantstelling 50% (achtervang via WSW)

5 Onderwijs Ln.nr. 166240001 ING St.v.Beroeps- en ander Onderwijs, Eemsmondgebied 1-1-1977

100% - 72.151

Totaal gewaarborgde geldleningen 100% garan tstelling

11.420 5.474 5.946

Jaarstukken 2016

- 174 - Bijlagen

4 Verloop vooruitontvangen specifieke uitkeringen ( w.o. SISA)

Nr. Specifieke uitkering Saldo

31/12/2015Toe-

voegingenOnt-

trekkingen Saldo 31/12/16

1 Subsidies mbt het integraal investeringsplan 1.671.590 1.582.388 1.671.590 1.582.388

2 Subsidies inzake project Marconi 366.629 366.629

3 Bijdrage N33 Zuidbroek - Assen 220.536 220.536 -

4 Specifieke uitkering OAB 2011-2015 91.595 227.107 318.701

5 Specifieke uitkering RMC 290.637 20.239 147.336 163.540

6 Specifieke uitkering ISV-gelden (bodemmodule) 10.577 10.577

7 Bodemsanering Bierum - 277.250 277.250

8 Regionale Aanpak VSV 138.446 138.446

9 Onderw ijs project Delfzijl 645.560 645.560

10 OGGZ 2015 en 2016 60.502 60.502

Totaal specifieke uitkeringen 2.284.935 3.318.122 2.039.462 3.563.594

1.

2.

3.

4.

5

6

7

8

9

10

Voor de vooruitontvangen specif ieke uitkeringen w ordt hieronder een korte toelichting gegeven over de aard en de redenvan de specif ieke uitkering en van de toevoegingen en onttrekkingen.

Voor uitvoering van het integraal investeringsplan zijn (voorschotten op) subsidies ontvangen w elke nog w ordenbesteed of nog moeten w orden verantw oord en afgerekend.

Voor verdubbeling van de rijksw eg N33 tussen Zuidbroek en Assen is door de gemeentelijke bijdrage toegezegd. Ditbedrag is in 2016 betaald.

De specif ieke uitkering OAB is ontvangen voor de bekostiging van activiteiten (personeel en materialen) gericht op hetbestrijden van onderw ijsachterstanden..

De specif ieke uitkering w ordt ontvangen voor de bekostiging van de uitvoering van het Regionaal Meld en Coördinatie-punt (RMC) voor vroegtijdige schoolverlaters. De toevoeging betreft het saldo van de ontvangen bijdragen en gemaakte kosten.

Voor uitvoering van project Marconi zijn (voorschotten op) subsidies ontvangen w elke nog w orden besteed of nogmoeten w orden verantw oord en afgerekend.

De specif ieke uitkering w ordt ingezet voor de bekostiging van bodemmaatregelen in het kader van de revitaliseringDelfzijl.

In het kader van het project Vroegtijdige SchoolVerlaters, w elke in 2017 aanvangt zijn rijksmiddelen vooruitontvangen.

Vooruitvangen subsidie Openbare Geestelijke Gezondsheidszorg.

Vooruitontvangen subsidie inzake de bodemsanering van de voormalige vuilstortplaats in Bierum.

Voor het aardbevingsbestendig maken van scholen in het kader van de scholentransitie is provinciale subsidievooruitontvangen.

Jaarstukken 2016

Bijlagen - 175 -

5 SISA (Single Information Single Audit) Sinds 2006 wordt voor een aantal specifieke uitkeringen het principe van single information single audit toegepast. Door SISA zijn de verantwoordings- en controlelasten voor gemeenten en provincies verminderd door:

1. Sturing op hoofdlijnen: er vindt géén aparte financiële verantwoording per regeling meer plaats maar de verantwoordingsinformatie wordt geheel opgenomen in een bijlage bij de jaarrekening (zie volgende pagina)

2. Minder controle: de aparte accountantsverklaring vervalt en in plaats daarvan wordt de accountantsverklaring op de jaarrekening leidend.

Op de volgende pagina’s staat de verantwoordingsinformatie zoals deze voor de gemeente Delfzijl van toepassing is.

Jaarstukken 2016

- 176 - Bijlagen

BZK C7C Investering stedelijke vernieuwing (ISV) II

Provinciale beschikking en/of verordening

Project-gemeenten (SiSa tussen medeoverheden)

Hieronder per regel één beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

Besteding (jaar T) ten laste van provinciale middelen

Overige bestedingen (jaar T)

Cumulatieve bestedingen ten laste van provinciale middelen tot en met (jaar T)

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie

Cumulatieve overige bestedingen tot en met (jaar T)

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie

Toelichting afwijking

Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.Indicatornummer: C7C / 01 Indicatornummer: C7C / 02 Indicatornummer: C7C / 03 Indicatornummer: C7C / 04 Indicatornummer: C7C / 05 Indicatornummer: C7C / 06

1 2003-22624 € 183.666 € 0 € 473.916 € 18.882 Kopie beschikkingsnummer Eindverantwoording Ja/Nee Activiteiten stedelijke

vernieuwing (in aantallen)

Afspraak

Alleen in te vullen na afloop project

Activiteiten stedelijke vernieuwing (in aantallen)

Realisatie

Alleen in te vullen na afloop project

Activiteiten stedelijke vernieuwing

Toelichting afwijking

Alleen in te vullen na afloop project

Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle D1 Aard controle D1 Aard controle n.v.t.Indicatornummer: C7C / 07 Indicatornummer: C7C / 08 Indicatornummer: C7C / 09 Indicatornummer: C7C / 10 Indicatornummer: C7C / 11

1 2003-22624 NeeOCW D1 Besteding (jaar T) Opgebouwde reserve ultimo

(jaar T-1)Aard controle R Aard controle R

Indicatornummer: D1 / 01 Indicatornummer: D1 / 02

€ 313.044 € 220.259 OCW D1A Regionale maatregelen

voortijdig schoolverlaten 2016 - 2021

Besluit regionale meld- en coördinatiefunctie voortijdig schoolverlaten

Contact gemeenten

Besteding (jaar T) Besteding aan contactschool (jaar T)

Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)

Aard controle R Aard controle R Aard controle RIndicatornummer: D1A / 01 Indicatornummer: D1A / 02 Indicatornummer: D1A / 03

€ 0 € 0 € 0

SiSa bijlage verantwoordingsinformatie 2016 op gron d van artikel 3 van de Regeling informatieverstrekk ing sisa - d.d. 10 januari 2017

Regionale meld- en coördinatiecentra voortijdig schoolverlaten

Besluit regionale meld-

Jaarstukken 2015

Bijlagen - 177 -

OCW D9 Onderwijsachterstandenbeleid 2011-2017 (OAB) Besluit specifieke uitkeringen gemeentelijke onderwijsachterstandenbeleid 2011-2017 Gemeenten

Besteding (jaar T) aan voorzieningen voor voorschoolse educatie die voldoen aan de wettelijke kwaliteitseisen (conform artikel 166, eerste lid WPO)

Besteding (jaar T) aan overige activiteiten (naast VVE) voor leerlingen met een grote achterstand in de Nederlandse taal (conform artikel 165 WPO)

Besteding (jaar T) aan afspraken over voor- en vroegschoolse educatie met bevoegde gezagsorganen van scholen, houders van kindcentra en peuterspeelzalen (conform artikel 167 WPO)

Opgebouwde reserve ultimo (jaar T-1)

Deze indicator is bedoeld voor de tussentijdse afstemming van de juistheid en volledigheid van de verantwoordingsinformatie

Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle RIndicatornummer: D9 / 01 Indicatornummer: D9 / 02 Indicatornummer: D9 / 03 Indicatornummer: D9 / 04

€ 334.144 € 26.079 € 6.765 € 91.593 Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Aan andere gemeenten (in jaar T) overgeboekte middelen (lasten) uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid

Hieronder per regel één gemeente(code) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Van andere gemeenten in (jaar T) overgeboekte middelen (baten) uit de specifieke uitkering onderwijsachterstandenbeleid

Bedrag Bedrag

Aard controle n.v.t Aard controle R Aard controle n.v.t Aard controle RIndicatornummer: D9 / 05 Indicatornummer: D9 / 06 Indicatornummer: D9 / 07 Indicatornummer: D9 / 08

SZW G2 Besteding (jaar T) algemene bijstand

Gemeente

I.1 Participatiewet (PW)

Baten (jaar T) algemene bijstand (exclusief Rijk)

Gemeente

I.1 Participatiewet (PW)

Besteding (jaar T) IOAW

Gemeente

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

Baten (jaar T) IOAW (exclusief Rijk)

Gemeente

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

Besteding (jaar T) IOAZ

Gemeente

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

Baten (jaar T) IOAZ (exclusief Rijk)

Gemeente

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle RIndicatornummer: G2 / 01 Indicatornummer: G2 / 02 Indicatornummer: G2 / 03 Indicatornummer: G2 / 04 Indicatornummer: G2 / 05 Indicatornummer: G2 / 06

€ 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 Besteding (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

Gemeente

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)

Baten (jaar T) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

Gemeente

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)

Baten (jaar T) WWIK (exclusief Rijk)

Gemeente

I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)

Besteding (jaar T) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet

Gemeente

I.7 Participatiewet (PW)

Baten (jaar T) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet (excl. Rijk)

Gemeente

I.7 Participatiewet (PW)

Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee

Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t.Indicatornummer: G2 / 07 Indicatornummer: G2 / 08 Indicatornummer: G2 / 09 Indicatornummer: G2 / 10 Indicatornummer: G2 / 11 Indicatornummer: G2 / 12

€ 0 € 0 € 0 € 0 € 0 Nee

Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 Participatiewet_gemeentedeel 2016

Alle gemeenten verantwoorden hier het gemeentedeel over (jaar T), ongeacht of de gemeente in (jaar T) geen, enkele of alle taken heeft uitbesteed aan een Openbaar lichaam opgericht op grond van de Wgr.

Jaarstukken 2016

- 178 - Bijlagen

SZW G2A Gebundelde uitkering op grond van artikel 69 Participatiewet_totaal 2015 Gemeenten die uitvoering in (jaar T-1) geheel of gedeeltelijk hebben uitbesteed aan een Openbaar lichaam o.g.v. Wgr verantwoorden hier het totaal (jaar T-1). (Dus: deel Openbaar lichaam uit SiSa (jaar T-1) regeling G2B + deel gemeente uit (jaar T-1)

regeling G2A)

Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Besteding (jaar T-1) algemene bijstand

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.1 Participatiewet (PW)

Baten (jaar T-1) algemene bijstand (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.1 Participatiewet (PW)

Besteding (jaar T-1) IOAW

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

Baten (jaar T-1) IOAW (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.2 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers (IOAW)

Besteding (jaar T-1) IOAZ

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.Indicatornummer: G2A / 01 Indicatornummer: G2A / 02 Indicatornummer: G2A / 03 Indicatornummer: G2A / 04 Indicatornummer: G2A / 05 Indicatornummer: G2A / 06

1 060010 Gemeente Delfzijl € 12.360.109 € 237.277 € 883.273 € 176.221 € 113.681 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01

In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Baten (jaar T-1) IOAZ (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.3 Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte gewezen zelfstandigen (IOAZ)

Besteding (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)

Baten (jaar T-1) Bbz 2004 levensonderhoud beginnende zelfstandigen

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.4 Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (levensonderhoud beginnende zelfstandigen) (Bbz 2004)

Baten (jaar T-1) WWIK (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

I.6 Wet werk en inkomen kunstenaars (WWIK)

Besteding (jaar T-1) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Participatiewet (PW)

Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.Indicatornummer: G2A / 07 Indicatornummer: G2A / 08 Indicatornummer: G2A / 09 Indicatornummer: G2A / 10 Indicatornummer: G2A / 11 Indicatornummer: G2A / 12

1 060010 Gemeente Delfzijl € 9.868 € 0 € 0 € 0 € 3.339 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij indicator G2A / 01

In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Baten (jaar T-1) Loonkostensubsidie o.g.v. art. 10d Participatiewet (excl. Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Participatiewet (PW)

Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.Indicatornummer: G2A / 13 Indicatornummer: G2A / 14

1 060010 Gemeente Delfzijl € 0 SZW G3 Besteding (jaar T)

levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)

Besteding (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)

Baten (jaar T) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

Baten (jaar T) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

Besteding (jaar T) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)

Besteding (jaar T) Bob

Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle RIndicatornummer: G3 / 01 Indicatornummer: G3 / 02 Indicatornummer: G3 / 03 Indicatornummer: G3 / 04 Indicatornummer: G3 / 05 Indicatornummer: G3 / 06

€ 0 € 0 € 0 € 0 € 0 € 0 Baten (jaar T) Bob (exclusief Rijk)

Besteding (jaar T) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004

Volledig zelfstandige uitvoering Ja/Nee

Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t.Indicatornummer: G3 / 07 Indicatornummer: G3 / 08 Indicatornummer: G3 / 09

€ 0 € 0 Nee

Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_gemeentedeel 2016

Besluit bijstandverlening

Jaarstukken 2015

Bijlagen - 179 -

SZW G3A Hieronder per regel één gemeente(code) uit (jaar T-1) selecteren en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Besteding (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Besteding (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Baten (jaar T-1) levensonderhoud gevestigde zelfstandigen (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Baten (jaar T-1) kapitaalverstrekking (exclusief Bob) (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Besteding (jaar T-1) aan onderzoek als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004 (exclusief Bob)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle R Aard controle RIndicatornummer: G3A / 01 Indicatornummer: G3A / 02 Indicatornummer: G3A / 03 Indicatornummer: G3A / 04 Indicatornummer: G3A / 05 Indicatornummer: G3A / 06

1 060010 Gemeente Delfzijl € 47.445 € 28.200 € 0 € 78.326 € 29.688 Hieronder verschijnt de gemeente(code) conform de keuzes gemaakt bij G3A / 01

In de kolommen hiernaast de verantwoordingsinformatie voor die gemeente invullen

Besteding (jaar T-1) Bob

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Baten (jaar T-1) Bob (exclusief Rijk)

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Besteding (jaar T-1) aan uitvoeringskosten Bob als bedoeld in artikel 56 Bbz 2004

inclusief geldstroom naar openbaar lichaam

Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle RIndicatornummer: G3A / 07 Indicatornummer: G3A / 08 Indicatornummer: G3A / 09 Indicatornummer: G3A / 10

1 060010 Gemeente Delfzijl € 0 € 0 € 0 GRO GRO2C Verkeer en vervoer Hieronder per regel één

beschikkingsnummer en in de kolommen ernaast de verantwoordingsinformatie

Welke regeling betreft het Totale besteding in jaar T Correctie t.o.v. jaar T-1 van verantwoorde totale besteding

Cumulatieve totale besteding tot en met jaar T

Toelichting

SiSa tussen medeoverheden - provinciale middelen Groningen

De besteding in jaar T ten laste van zowel provinciale middelen als overige middelen

Tussentijds afstemmen van juistheid en volledigheid van de verantwoordings-informatie ten laste van zowel provinciale als overige middelen

Tussentijds afstemmen van juistheid en volledigheid van de verantwoordings-informatie ten laste van zowel provinciale als overige middelen

Hier eventueel opmerkingen of toelichtingen

Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.Indicatornummer: GRO2C / 01 Indicatornummer: GRO2C / 02 Indicatornummer: GRO2C / 03 Indicatornummer: GRO2C / 04 Indicatornummer: GRO2C / 05 Indicatornummer: GRO2C / 06

1 BDU duVV 2015-2016 2.1 Verkeer, wegen en water € 164.085 € 164.085Kopie beschikkingsnummer De besteding in jaar T ten

laste van alleen provinciale middelen

Correctie t.o.v. jaar T-1 van besteding ten laste van alleen provinciale middelen

Cumulatieve besteding tot en met jaar T ten laste van alleen provinciale middelen

Eindverantwoording Ja/Nee

Alleen de besteding in jaar T ten laste van alleen provinciale middelen

Als de correctie een vermeerdering is, gaat het om nog niet verantwoorde besteding ten laste van alleen provinciale middelen

Tussentijds afstemmen van juistheid en volledigheid van de verantwoordings-informatie ten laste van alleen provinciale middelen

Als u kiest voor ‘ja’, betekent dit, dat hiervoor alle besteding is afgerond en u er de komende jaren geen besteding meer voor wilt verantwoorden

Aard controle n.v.t. Aard controle R Aard controle R Aard controle n.v.t. Aard controle n.v.t.Indicatornummer: GRO2C / 07 Indicatornummer: GRO2C / 08 Indicatornummer: GRO2C / 09 Indicatornummer: GRO2C /10 Indicatornummer: GRO2C/ 11

1 BDU duVV 2015-2016 € 20.832 € 0 € 20.832 Ja

Besluit bijstandsverlening zelfstandigen 2004 (exclusief levensonderhoud beginnende zelfstandigen)_totaal 2015

Besluit

Jaarstukken 2016

- 180 -

6 Lijst van gebruikte afkortingen 3D's Decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ en Participatiew et ISD Intergemeentelijke Sociale Dienst4D's Decentralisaties Jeugdzorg, AWBZ, Participatiew et en ISV Investeringsbudget Stedelijke Vernieuw ing

Passend Onderw ijs IVAK Instituut voor Amateuristische KunstbeoefeningAOW Algemene Ouderdomsw et KCC KlantcontactcentrumAPPA Algemene pensioenw et politieke ambtsdragers KPI's Kritische Prestatie IndicatorenAPV Algemene plaatselijke verordening Marconi Maritieme Concepten in beeldARBO Arbeidsomstandigheden (w et) MBO Middelbaar Beroeps Onderw ijsArhi Algemene regels herindeling (w et) MER Milieu Effect RapportageASV Algemene Subsidieverordening MIRT Meerjarenprogramma Infrastructuur, Ruimte en TransportAZC Asielzoekerscentrum MJP MeerjarenprogrammaB&W College van Burgemeester en Wethouders MVA Materiële Vaste ActivaBAG Basisregistraties adressen en gebouw en NAM Nederlandse Aardolie MaatschappijBBk Besluit bodemkw aliteit NCG Nationaal Coördinator GroningenBBV Besluit Begroting en Verantw oording NEN NEderlandse NormBBZ Besluit Bijstandverlening Zelfstandigen NIEGG Niet In Exploitatie Genomen GrondenBGT Basisregistratie Grootschalige Topografie OAB Onderw ijs Achterstanden BeleidBMWE Bedum, de Marne, Winsum en Eemsmond OBS Openbare Basis SchoolBIBOB Bevordering integriteitbeoordelingen door het openbaar ODG Omgevingsdienst Groningen

bestuur OGGz Openbare Geestelijke GezondheidszorgBIG Baseline Informatiebeveiliging Gemeenten OKE Ontw ikkelingskansen door Kw aliteit en Educatie (w et)BNG Bank Nederlandse Gemeenten OZB Onroerende zaakbelastingenBOA Bijzonder Opsporingsambtenaar OZG Ommelander Ziekenhuis GroepBRZO Besluit Risico's Zw are Ongevallen PDC Producten- en dienstencatalogusBSN Brede School Noord PGB Persoonsgebonden budgetBTW Belasting Toegevoegde Waarde PG&Z Publiek Gezondheid & ZorgBUIG Bundeling Uitkeringen Inkomensvoorzieningen Gemeenten POP Provinciaal omgevingsplan / Persoonlijk ontw ikkelingsplanCBS Centraal Bureau voor de Statistiek POV Provinciale omgevingsverordeningCJG Centrum voor Jeugd en Gezin RC Rekening CourantCOA Centraal Orgaan opvang Asielzoekers RGT Wet Revitalisering Generiek toezichtCOELO Centrum voor Onderzoek van de Economie van de Lagere RIEC Regionaal Informatie en Expertise Centrum

Overheden RIGG Regionale Inkooporganisatie GroningenCROW Centrum voor Regelgeving en Onderzoek in de Grond-, RMC Regionaal Meld en Coördinatie functie

Weg- en Waterbouw RO Ruimtelijke OrdeningCVW Centrum Veilig Wonen SANOG Samenw erkingsverband afvalstoffenverw ijdering Noord-DAL Delfzijl, Appingedam en Loppersum Oost GroningenDEAL Delfzijl, Eemsmond, Appingedam en Loppersum SBO Speciaal Basisonderw ijsDIV Documentaire Informatievoorziening SEDN Stichting Eerstelijns Diagnostiek Nederland

DNWS De Nieuw e Winkelstraat SES Sociaal Economische Status

DVO Dienstverleningsovereenkomst SISA Single Information Single AuditESF Europees Sociaal Fonds SOK Samenw erkingsovereenkomstFA Financieel Arrangement SW Sociale WerkvoorzieningFIDO Wet Financiering Decentrale Overheden SW&D Stichting Welzijn en DienstverleningFPU Flexibel Pensioen en Uittreding SZW Sociale Zaken en Werkgelegenheidfte Fulltime-equivalent u/g Uitgeleend geldG7 Samenvoeging 7 gemeenten UMCG Universitair Medisch Centrum GroningenGAP vergelijking tussen bestaande en gew enste situatie UWV Uitvoeringsinstituut w erknemersverzekeringenGemCC Gemeenschappelijk computercentrum VGPONN Vereniging voor Gereformeerd Primair Onderw ijsGEO Geometrie Noordoost NederlandGGD Gemeentelijke Gezondheidsdienst VGRP Verbreed Gemeentelijk RioleringsplanGHOR Geneeskundige Hulpverleningsorganisatie bij Ongevallen VKB Volkskredietbank

en Rampen Vpb Wet VennootschapsbelastingGIS Geografisch Informatie Systeem VRG Veiligheidsregio GroningenGPS Global Positioning System VROM Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en MilieuGR Gemeenschappelijke regeling VSV Voortijdige SchoolverlatersGREX Grondexploitatie VTH Veiligheid Toezicht en Handhaving

GS College van Gedeputeerde Staten (Provincie) VVE Voor- en vroegschoolse educatie

HBO Hoger Beroeps Onderw ijs VVV Vereniging voor Vreemdelingen Verkeer

HHT Huishoudelijke Hulp Toelage Wabo Wet algemene bepalingen omgevingsrecht HO Huishoudelijke Ondersteuning WBB Wet bodembeschermingIBT Interbestuurlijk Toezicht WEL Werken, Energie en LeefbaarheidICT Informatie- en communicatietechnologie WLP Woon- en leefbaarheidsplanIHP Integraal huisvestingsplan WLZ Wet Langdurige ZorgIIP Integraal Investeringsprogramma WMO Wet Maatschappelijke OndersteuningIKB Integrale kostprijsberekening WNT Wet Normering TopinkomensIKB Individueel Keuzebudget WO-DEAL Werkorganisatie DEAL-gemeentenIND Immigratie- en Naturalisatiedienst WON Wet Onafhankelijk NetbeheerING Internationale Nederlanden Groep WOPT Wet Openbaarmaking Publieke TopinkomensIOAW Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsonge- WOZ Wet w aardering onroerende zaken

schikte w erkloze w erknemers (w et) WRO Wet op de Ruimtelijke OrdeningIOAZ Inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsonge- WSW Wet Sociale Werkvoorziening

schikte gew ezen zelfstandigen (w et) ZTC Zaaktypencatalogus

Controleverklaring - 181 -

Controleverklaring

Jaarstukken 2016

- 182 - Controleverklaring

Vaststellingsbesluit - 183 -

Vaststellingsbesluit Vastgesteld door de raad van de gemeente Delfzijl in zijn openbare vergadering van 13 juli 2017. de griffier, de voorzitter, (O. Rijkens) (G. Beukema)

Jaarstukken 2016

- 184 - Vaststellingsbesluit

- 185 -