17
Winsum, Meamert 2 (Fr.) Een Waarderend Archeologisch Veldonderzoek Steekproefrapport 2008-06/07

Winsum, Meamert 2 (Fr.) · 2016. 11. 6. · Winsum, Meamert 2 (Fr.) Een Waarderend Archeologisch Veldonderzoek Een onderzoek in opdracht van Jellema Bouw Steekproefrapport 2008-06/07

  • Upload
    others

  • View
    0

  • Download
    0

Embed Size (px)

Citation preview

  • Winsum, Meamert 2 (Fr.)

    Een WaarderendArcheologisch Veldonderzoek

    Steekproefrapport 2008-06/07

  • Winsum, Meamert 2 (Fr.)Een Waarderend ArcheologischVeldonderzoek

    Een onderzoek in opdracht van Jellema Bouw

    Steekproefrapport 2008-06/07ISSN 1871-269Xauteur: drs. J.M.G. Bongerssenior archeoloog: dr. J. Jelsma

    Foto’s en tekeningen zijn gemaakt door de Steekproef b.v., tenzij anders vermeld.

    © De Steekproef b.v., Zuidhorn, juni 2008

    Niets uit deze uitgave mag worden vermenigvuldigd en/of openbaar gemaakt zonder bronvermelding.De Steekproef b.v. aanvaardt geen aansprakelijkheid voor eventuele schade voortvloeiend uit de toepassing van de adviezen of het gebruik van de resultaten van dit onderzoek.

    De Steekproef b.v. Archeologisch Onderzoeks- en AdviesbureauHogeweg 39801 TG Zuidhorn

    telefoon 050 - 5779784fax 050 - 5779786internet www.desteekproef.nle-mail [email protected] 02067214

  • Inhoud

    Samenvatting

    1. Inleiding.................................................................................................................................11.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01).........................................................................11.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.1 LS02)........................................................................21.3 Administratieve gegevens............................................................................................2

    2. Bureauonderzoek.................................................................................................................32.1 Bronnen..........................................................................................................................32.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)..........................................................................32.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04).....................................................................................52.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)....................................................................62.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05).............................................7

    3. Veldonderzoek......................................................................................................................83.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01, VS02, VS03).........................................83.2 Resultaten veldonderzoek...........................................................................................9

    4. Conclusies en advies..........................................................................................................11

    Appendix: - archeologische periodes- archeokaart- boorstaten- laagbeschrijvingen boringen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode

  • Samenvatting

    In verband met de geplande uitbreiding van een loopstal heeft een waarderend archeologisch veldonderzoek plaats gevonden aan de Meamert 2 te Winsum, gemeente Littenseradiel. Op het erf is bij voorgaand onderzoek een archeologische vindplaats aangetroffen. Doel van het waarderend onderzoek is vast te stellen of en hoe ver deze vindplaats tot in het plangebied doorloopt.

    Het onderzoek bestaat uit een bureau- en een veldonderzoek. Bij het bureauonderzoek zijn bronnen geraadpleegd op het gebied van fysische geografie, archeologie en historische geografie. Bij het veldonderzoek zijn zes boringen geplaatst om de grenzen van de vindplaats vast te stellen.

    Uit het bureauonderzoek blijkt dat de vindplaats zich bevindt op de noordwesthelft van het erf. Er is een cultuurlaag aanwezig en er zijn drie scherven terpaardewerk aangetroffen. Ze duiden op bewoning tijdens ijzertijd / Romeinse tijd.

    Bij het veldonderzoek is gebleken dat de noordelijke grens van het plangebied tevens de grens is van de vindplaats. Ter plaatse van de geplande staluitbreiding zijn geen archeologische waarden zoals cultuurlagen, aardewerk of brandlagen gevonden. Daarom adviseren wij geen nader onderzoek te laten uitvoeren.

  • 1. Inleiding

    1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)In opdracht van Jellema Bouw vertegenwoordigd door dhr. H. Jellema, is een waarderend archeologisch veldonderzoek uitgevoerd in een plangebied aan de Meamert 2 te Winsum, gemeente Littenseradiel. De aanleiding voor het onderzoek is de geplande aanbouw van een loopstal. De hiermee gepaard gaande graafwerkzaamheden zouden eventueel aanwezige archeologische grondsporen kunnen verstoren.

    Het onderzoek bestaat uit een bureauonderzoek en een waarderend veldonderzoek. Het doel van het bureauonderzoek is het opstellen van een archeologisch verwachtingsmodel van het gebied. Tijdens het veldonderzoek is dit verwachtingsmodel getoetst. Daartoe is gezocht naar archeologische indicatoren en is bepaald wat de gaafheid van de bodem is.

    Bij eerder onderzoek is het gehele erf onderzocht (Steekproefrapport 2004-09/12). De Provincie Friesland heeft voor de bouw van de stal een aanvulling geëist in de vorm van een waarderend onderzoek.

    Figuur 1: Winsum op de topografische kaart 1:25.000. Het onderzoeksgebied is het rode vlak binnen de cirkel.

    1

  • 1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.1 LS02)Het onderzoeksgebied ligt anderhalve kilometer oostelijk van Winsum (zie Figuur 1). Het betreft het zuidelijke deel van het erf aan de Meamert 2. Tijdens het onderzoek was het gebied in gebruik als grasland (zie Figuur 2).

    Figuur 2: Winsum, Meamert 2. Het onderzoeksgebied gezien vanaf de zuidwestrand in noordoostelijke richting.

    1.3 Administratieve gegevensprovincie: Frieslandgemeente: Littenseradielplaats: Winsumtoponiem: Meamert 2bevoegd gezag: Provinsje Fryslânopdrachtgever: Jellema Bouwoppervlakte: 0,2 hectarehoogte: 0 meter NAPgrenscoördinaten: noord: 172,885 / 573,830

    west: 172,840 / 573,800oost: 172,915 / 573,800zuid: 172,865 / 573,760

    kaartblad: 10FCIS-code: 29021beheer documentatie: Noordelijk Archeologisch Depot te Nuis,

    De Steekproef bv en E-depot RACM

    2

  • 2. Bureauonderzoek

    2.1 BronnenVoor het bureauonderzoek zijn onderstaande bronnen gebruikt:

    Tabel 2: Winsum, Meamert 2: geraadpleegde bronnen.

    Actueel Hoogtebestand Nederland. Rijkswaterstaat, Adviesdienst Geo-informatie en ICT.

    Atlas van Topografische Kaarten Nederland, 1955-1965. Uitgeverij 12 Provinciën. Landsmeer 2006/2007.

    Bodemkaart van Nederland 1:50.000. Blad 10 Oost Sneek. Stichting voor Bodemkartering. Wageningen, 1974.

    Centraal Archeologisch Archief (CAA) en Centraal Monumenten Archief (CMA) van de Rijksdienst voor Archeologie, Cultuurlandschap en Monumenten (RACM) [ARCHIS].

    FAMKE, Friese Archeologische MonumentenKaart Extra. www.fryslan.nl

    Grote Historische Provincie Atlas Friesland, 1853-1856, schaal 1:25.000. Wolters-Noordhoff Atlasprodukties. Groningen, 1992.

    Grote Historische Topografische Atlas Fryslan ± 1926 - 1934, schaal 1:25.000. Uitgeverij Nieuwland. Tilburg, 2006.

    Huguenin, de Atlas van. Militair-topografische kaarten van Noord-Nederland, 1819-1829. H.J. Versfelt en M. Schroor. Heveskes Uitgevers. Groningen/Veendam, 2005.

    Schotanus' Beschryvinge van de Heerlyckheydt van Frieslandt. 1664.

    Steekproefrapport 2004-09/12. Winsum, Meamert 2 (Fr.). Een inventariserend en waarderend archeologisch veldonderzoek. Zuidhorn, oktober 2004.

    Steekproefrapport 2007-12/05. Littenseradiel - Lage terreindelen (Fr.). Een Archeologisch-Bodemkundig Veldonderzoek. R. Exaltus, De Steekproef bv. Zuidhorn, juni 2008.

    The Subatlantic evolution of the coastal area around the Wijnaldum-Tjitsma terp. P.C. Vos with a contribution by B.A.M. Baardman. In: The Excavations at Wijnaldum. J.C. Besteman, J.M. Bos, D.A Gerrets, H.A. Heidinga & J. de Koning. Rotterdam, 1999.

    Topografische Atlas Nederland, schaal 1:50.000. ANWB. Den Haag, 2002.

    Www.WatWasWaar.nl, Kadastrale Kaarten uit 1832.

    2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)Winsum ligt in Westergo, noordwest Friesland. Langs de kust ontstonden rond het begin van de jaartelling kwelderwallen, die voor afname van hydrodynamische condities (golven en stroming) leidde in het achterland. Volgens Vos (1999) ontstond de eerste kwelderwal circa 600 vC bij het tegenwoordige Baijum, Dronrijp, Menaldum op circa 3 kilometer

    3

  • noordwestelijk van het onderzoeksgebied (Vos & Baardman 1999).Het onderzoeksgebied ligt op de oostoever van een voormalige getijgeul.

    De geul liep vanaf de Middelzee bij Lytsewierrum (7 km zuidelijk) tot Rewert (2 km noordelijk). De geul was zeer waarschijnlijk actief tot in de Middeleeuwen toen bedijkingen en afdammingen plaats vonden. De geul is als een lager gelegen deel van het landschap nog herkenbaar op een hoogtekaart (zie Figuur 3).

    Op de bodemkaart is het onderzoeksgebied gekarteerd als een knippoldervaaggrond in zware klei (kMn43C). Het grondwater heeft een gemiddeld hoogste stand van minder dan 40 cm beneden maaiveld en een gemiddeld laagste van >120 cm (grondwatertrap V). Volgens ARCHIS is Pleistoceen sediment ter plaatse volledig geërodeerd.

    Figuur 3: Winsum, Meamert 2: hoogtekaart gemaakt met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland. Het onderzoeksgebied Meamert 2 ligt binnen

    de zwarte cirkel. Het blauw gekleurde centrale deel toont de ligging van een voormalige getijgeul.

    4

  • 2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)Binnen ruim een kilometer rondom het onderzoeksgebied zijn zeven terpen vastgelegd als archeologisch monument (zie Tabel 2 en Appendix Archeokaart). Alle zeven hebben als datering dat er bewoning heeft plaats gevonden vanaf de midden-ijzertijd.

    In het gebied zijn twee vondsten gemeld van terpaardewerk dat in de eeuwen rond het begin van de jaartelling geproduceerd werd. Eén van beide is gedaan bij het vorige onderzoek op het erf van Meamert 2 (Steekproefrapport 2004-09/12). Het aardewerk is aangetroffen op de noordwestelijke helft van het erf in een cultuurlaag. Bij later onderzoek op het erf is nabij de weg Meamert eveneens de aanwezigheid van een cultuurlaag / vondstlaag vastgesteld (Steekproefrapport 2007-12/05). Blijkbaar heeft bewoning plaats gevonden tijdens ijzertijd / Romeinse tijd op het tegenwoordige erf.

    Tabel 2: Archeologische waarden in de omgeving van Winsum, Meamert 2 (ligging zie Appendix Archeokaart).

    CMA/CAA RD-coördinaten Datering Omschrijving

    monumenten

    7887(10F-O16)

    173,434 / 573,882 ijzertijd midden - nieuwe tijd(500 vC - 1950 nC)

    terp

    10000(10F-O54)

    173,819 / 527,904 ijzertijd midden - nieuwe tijd(500 vC - 1950 nC)

    terp

    10027(10F-O82)

    173,688 / 574,852 ijzertijd midden - nieuwe tijd(500 vC - 1950 nC)

    terp

    10054(10F-109)

    172,167 / 572,995 ijzertijd midden - nieuwe tijd(500 vC - 1950 nC)

    terp

    10057(10F-112)

    171,955 / 573,459 ijzertijd midden - nieuwe tijd(500 vC - 1950 nC)

    terp

    10061(10F-116)

    171,800 / 574,085 ijzertijd midden - nieuwe tijd(500 vC - 1950 nC)

    terp

    15093(10F-149)

    173,634 / 572,999 Middeleeuwen laat(1050 - 1500 nC)

    stins

    waarnemingen

    402940(10FN-23)

    172,900 / 573,830 ijzertijd laat - Romeinse tijd midden (250 vC - 270 nC)

    3 fragmenten terpaardewerk

    402942(10FN-24)

    173,590 / 574,650 ijzertijd laat - Romeinse tijd midden (250 vC - 270 nC)

    5 fragmenten terpaardewerk

    5

  • 2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)Op kaarten uit de 19e eeuw bestaat het erf van Meamert 2 uit circa vijf kleine percelen (zie Figuur 4). Bebouwing wordt niet weergegeven. Aan de overzijde van de weg (noordzijde) is wel bebouwing aanwezig. Op kaarten uit de 20e eeuw zijn de percelen samengevoegd tot het tegenwoordige erf met daarop bebouwing. De bebouwing aan de overzijde van de weg ontbreekt op 20e eeuwse kaarten.

    Figuur 4: Onderzoeksgebied Winsum, Meamert 2 op de topografische kaart uit 1853-56. Het gebied ligt binnen de blauwe cirkel.

    6

  • 2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)Onderzoekgebied Meamert 2 ligt op een erf waar bewoning heeft plaats gevonden tijdens tenminste ijzertijd / Romeinse tijd. Mogelijk heeft de bewoning ook sporen en artefacten achter gelaten in het onderzoeksgebied. In dat geval kan een cultuurlaag gevonden worden, eventueel met aardewerk, houtskool en bot. Bij vorig onderzoek is gebleken dat de cultuurlaag aanwezig is op de noordwesthelft van het erf. Daarom lijkt de kans op archeologische vondsten langs de noordwestrand van het onderzoeksgebied het grootst.

    Tabel 3: Winsum, Meamert 2: specificatie archeologische verwachting.

    datering: vanaf midden-ijzertijd

    complextype: nederzetting, begraving

    omvang: vanaf enkele tientallen meters

    diepteligging: binnen twee meter beneden maaiveld

    locatie: noordwestrand

    uiterlijke kenmerken: cultuurlaag, aardewerk, houtskool, bot

    mogelijke verstoringen: voormalige sloten

    7

  • 3. Veldonderzoek

    3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01, VS02, VS03)Het veldonderzoek heeft plaats gevonden op 6 juni 2008. Er zijn zes boringen gezet. De boringen zijn verdeeld over twee raaien en een losse boring. Op de raaien hebben de boringen een onderlinge afstand van 15 meter. De ligging van de boringen is weergegeven in Figuur 5. Hierin zijn ook boringen 1 en 2 van het voorgaande onderzoek (Steekproefrapport 2004-09/12) weergegeven, omdat deze twee binnen hetzelfde gebied vallen. De boringen zijn doorgenummerd op het voorgaande onderzoek.

    Figuur 5: Winsum, Meamert 2: boorpuntenkaart. De contouren van het onderzoeksgebied worden weergegeven door middel van een onderbroken lijn. De genummerde punten geven de ligging van de boringen weer.

    8

  • De boringen zijn verricht met een guts met een doorsnede van drie centimeter. Ze zijn gezet tot een diepte van 2 meter beneden maaiveld. De opgeboorde grond is doorzocht op archeologische indicatoren door het laagsgewijs af te snijden. Daarnaast zijn bepaald: diepte, lithologie en kleur (m.b.v. Munsell) en alle overige bijzonderheden. De laagbeschrijvingen van de boringen zijn opgenomen in de Appendix.

    Van alle boringen zijn de RD-coördinaten bepaald met behulp van GPS. De relatieve hoogten van de boringen zijn bepaald met behulp van een waterpas. De hoogten zijn gerelateerd aan NAP met behulp van het Actueel Hoogtebestand Nederland. Een veldkartering was niet mogelijk in verband met de slechte vondstzichtbaarheid (zie Figuur 2).

    3.2 Resultaten veldonderzoekIn de ondergrond is dieper dan -2 meter NAP (ruim 1,5 m beneden maaiveld) zandige klei aanwezig. Het is afgezet in een dynamisch waddengebied. Hierop is een laag zware klei afgezet met daarin vele zandlaagjes. De overgang naar deze zware klei is waarschijnlijk het gevolg van de vorming van kwelderwallen ten noordwesten van het onderzoeksgebied (zie Paragraaf 2.2). Daardoor nam de hydrodynamiek af waardoor overwegend rustige condities onstonden. Tijdens stormvloeden overstroomden de kwelderwallen nog wel, waardoor zand het achterliggende gebied kon bereiken. De laag zware klei met zandlaagjes is ruim een meter dik.

    Tenslotte is enkele decimeters zware klei (zonder zandlagen) afgezet in een brak of zoet milieu waarin overstromingen nog slechts enkele malen per jaar plaats vonden. De bovenlaag is sterk gebioturbeerd. Er bevinden zich fosfaatconcreties en baksteenspikkels in. De bouwvoor is slechts een decimeter dik. Op de bouwvoor is bij boringen 11, 14 en 15 grond opgebracht, waarschijnlijk ten behoeve van de bouw van de loopstal.

    Bij boring 14 is een cultuurlaag aanwezig (zie Figuur 6 en Appendix boorstaten). Zeer waarschijnlijk hoort de cultuurlaag bij de vindplaats op de noordwesthelft van het erf. Boringen 14 en 2 (voorgaand onderzoek) vormen de rand van die vindplaats. Aangezien beide boringen op de rand van het onderzoeksgebied zijn gezet, valt de plek van de geplande staluitbreiding vrijwel volledig buiten de vindplaats. Dit beeld komt overeen met de resultaten van het voorgaande onderzoek.

    Bij boring 14 is in de cultuurlaag een fragment zachte beige baksteen of verbrande klei gevonden. Aardewerk of brandlaagjes zijn niet aangetroffen.

    9

  • Figuur 6: Winsum, Meamert 2: boring 14, 95 - 150 cm beneden maaiveld. In de guts bevinden zich drie lagen humeuze homogene klei (95-103, 109-125 en 137-150) afgewisseld met twee lagen klei met fosfaatconcreties. Op 130 cm is een stuk beige zachte baksteen of verbrande klei aangetroffen. Het hele kleipakket op de foto betreft een cultuurlaag, mogelijk uit ijzertijd / Romeinse tijd.

    10

  • 4. Conclusies en advies

    Op het erf aan de Meamert 2 te Winsum is een vindplaats aanwezig uit ijzertijd / Romeinse tijd. Bij voorgaand onderzoek zijn op de noordwesthelft van het erf een cultuurlaag en drie scherven terpaardewerk aangetroffen. Ze duiden op bewoning ter plaatse rond het begin van de jaartelling.

    Het plangebied is de zuidelijke hoek van het erf. De cultuurlaag is hier alleen aangetroffen langs de noordelijke grens. Ter plaatse van de geplande aanbouw van de loopstal zijn geen cultuurlaag, aardewerk, brandlaagjes of andere archeologische indicatoren gevonden.

    Op basis van de resultaten achten wij nader onderzoek niet noodzakelijk. Indien bij de graafwerkzaamheden onverhoopt toch archeologische waarden worden aangetroffen en / of archeologische vondsten worden gedaan, dient hiervan direct melding te worden gemaakt bij de gemeente Littenseradiel conform de Monumentenwet 1988, artikelen 53 & 54.

    11

  • Appendix

    Winsum, Meamert 2

    - archeologische periodes- archeokaart- boorstaten- laagbeschrijvingen boringen volgens Archeologische Standaard Boorbeschrijvingsmethode

  • Archeologische periodes

    Paleolithicum Paleolithicum vroeg: tot 300.000 BPPaleolithicum midden: 300.000 - 35.000 BPPaleolithicum laat: 35.000 BP - 8.800 vCPaleolithicum laat A: 35.000 - 18.000 BPPaleolithicum laat B: 18.000 BP - 8.800 vC

    Mesolithicum: Mesolithicum vroeg: 8.800 - 7.100 vCMesolithicum midden: 7.100 - 6.450 vCMesolithicum laat: 6.450 - 4.900 vC

    Neolithicum:Neolithicum vroeg: 5.300 - 4.200 vCNeolithicum vroeg A: 5.300 - 4.900 vCNeolithicum vroeg B: 4.900 - 4.200 vCNeolithicum midden: 4.200 - 2.850 vCNeolithicum midden A: 4.200 - 3.400 vCNeolithicum midden B: 3.400 - 2.850 vCNeolithicum laat: 2.850 - 2.000 vCNeolithicum laat A: 2.850 - 2.450 vCNeolithicum laat B: 2.450 - 2.000 vC

    Bronstijd: Bronstijd vroeg: 2.000 - 1.800 vCBronstijd midden: 1.800 - 1.100 vCBronstijd midden A: 1.800 - 1.500 vCBronstijd midden B: 1.500 - 1.100 vCBronstijd laat: 1.100 - 800 vC

    IJzertijd:IJzertijd vroeg: 800 - 500 vCIJzertijd midden: 500 - 250 vCIJzertijd laat: 250 - 12 vC

    Romeinse tijd:Romeinse tijd vroeg: 12 vC - 70 nCRomeinse tijd vroeg A: 12 vC - 25 nCRomeinse tijd vroeg B: 25 - 70 nCRomeinse tijd midden: 70 - 270 nCRomeinse tijd midden A: 70 - 150 nCRomeinse tijd midden B: 150 - 270 nCRomeinse tijd laat: 270 - 450 nCRomeinse tijd laat A: 270 - 350 nCRomeinse tijd laat B: 350 - 450 nC

    Middeleeuwen: Middeleeuwen vroeg: 450 - 1.050 nCMiddeleeuwen vroeg A: 450 - 525 nCMiddeleeuwen vroeg B: 525 - 725 nCMiddeleeuwen vroeg C: 725 - 900 nCMiddeleeuwen vroeg D: 900 - 1.050 nCMiddeleeuwen laat: 1.050 - 1.500 nCMiddeleeuwen laat A: 1.050 - 1.250 nCMiddeleeuwen laat B: 1.250 - 1.500 nC

    Nieuwe tijd: Nieuwe tijd A: 1.500 - 1.650 nCNieuwe tijd B: 1.650 - 1.850 nCNieuwe tijd C: 1.850 – heden

    Samenvatting1. Inleiding1.1 Aanleiding en doel (KNA 3.1 LS01)Figuur 1:Winsum op de topografische kaart 1:25.000. Het onderzoeksgebied is het rode vlak binnen de cirkel.

    1.2 Locatiebeschrijving (KNA 3.1 LS02)1.3 Administratieve gegevens

    2. Bureauonderzoek2.1 Bronnen2.2 Fysische geografie (KNA 3.1 LS04)2.3 Archeologie (KNA 3.1 LS04)2.4 Historische geografie (KNA 3.1 LS03)2.5 Archeologisch verwachtingsmodel (KNA 3.1 LS05)

    3. Veldonderzoek3.1 Aanpak veldonderzoek (KNA 3.1 VS01, VS02, VS03)3.2 Resultaten veldonderzoek

    4. Conclusies en advies