WTCB Richtlijn Nr3 Architectuur

5/17/2018 WTCB Richtlijn Nr3 Architectuur - slidepdf.com

http://slidepdf.com/reader/full/wtcb-richtlijn-nr3-architectuur-55b07a65551f3 1/24

1 ALGEMENE CONVENTIES

,---------~ ---- ~ ---..------.-- - - . ---.----~--L~_· __ J"~1~~GEME_~EVOOR~TELLI~.G·· _

BENAM ING VOORSTELLING OPMERKINGEN

EN REFERENT IES

School 1% - 1/100

2% - 1/50

5% - 1/20

10 % - 1/10

20 % - 1/5

100 % - 1/1

Grafische school0 1 2

Planformaten V eelvou d va n h et form aa t D IN A4

(210 x 297 rnm):

• AO : 841 x 1189.Al:594x841

• A2 : 420 x 594

• A3 : 297 x 420

Vergemakkelijkt het

plooien op formaat A4.

De schaal 50 % - 1/2 is

af te raden omdat dit

verwarring schept met de

ware grootte.

Deze grafische schaal

wordt aanbevolen om het

meten op vergrootte of

verkleinde kopieen vanplans mogelijk te maken.

Maateenheid De m aten worden over het gehe le docu- .

m en t (p la n) m et d eze lfd e e en he id a an ge -

geven.

De mm is de aanbevolen

eenheid. Gebruik van een

andere eenheid (cm of rn] is

toegelaten, indien dit over

het gehele plan gebeurt en

vermeld wordt in de legende.

Kader

(,---- --1 I---kader

Het kader wordt aanbevo-

len, omdat het bewijst dat

het document volledig is.

Het snijkader valt bij

voorkeur samen met het

planformaat (AO, A 1, ... J .

Plaats van de legende

I-- snijkader

Wanddoorsneden E r w ord t a an be vo le n g ed ee lte lijk e w an dd oo rs ne de n p re cie s te

k op pe le n a an h et p la nz ic ht.

)

I duimgreep'----------~~ (eventueel)

Rechterhoek , onderaan.

[14[ WTCB -ra pp ort n r. 3 - 1998



- _ 1.2 LIJNEN, ARCERINGEN EN ~S~~_R_S______ _ JBENAMING VOORSTELLING

Dikte II = 2 x dikte I

Dikte III = 2 x dikte II

I

De tekenaar bepaalt de

dikte afhankeli jk van de

f------------+-----------------------i context (afmetingen,

Omtrek van de door- II school, ...).

snedeIII

II

III

De randen gelegen op het

achterplan [cchter het

snijvlak) worden weerge-

geven met lange streepjes;

deze van het voorplan

(tussen het snijvlak en de

waarnemer) worden met

kortere streepjes weerge-

geven.

Zichtbare randen I

II

Delen met bepaalde dikte

Lijnvormige elementen

Verborgen randen

I of IIchterplan of

voorplan I of II of

Zie biz. 19.

Maatliinen, verwiizings-

liinen, verbindings-

liinen, arceringsliinen

1--------

Begrenzing van zicht-

bare delen of van

gedeelteliike doorsne-

den

I of

Zie biz. 19.

Asliinen (bv. gemene

delen)

Symmetrie-assen

I of II

- - - - - - - - *Oppervlak met speciale

eisenIofII -------

Uiterste standen van

beweegbare delenIof II

Contractgrens 2 x dikte III

Aanduiding van het

sniivlak

WTCB-rapport nr. 3 - 1998



--~--..2 ...1... 1;... , Hft.",I;ft.....V; ... 1;... ft.H~ .I;ft.~ I

BENAMING VOORSTELLING OPMERKINGEN

EN REFERENT IES

De keuze van de arcering of het raster wordt vaak bepaald door:

- de wijze van afdrukken van het document (bijvoorbeeld : plotter, laserprinter, inktjet-

printer, ...)

- de gebruikte school

- de afmeting van het voor te stellen element.

De keuze en combinatiemogelijkheden worden aan het oordeel van de tekenaar overgelaten.

Arcering

y ~ 2.x

Arcering : lijndikte I.

De keuze van de afstand

tussen de arceerlijnen

wordt aan het oordeel

van de tekenaar overgela-

ten, afhankelijk van de

context (afmetingen,

schaal, ...).

Moeten echter twee

verschillende arceringen

in eenzelfde document

worden gebruikt, dan

moet de afstand tussen de

lijnen van de ene arcering

tweemaal zo groot zijnals die van de andere.

De helling van de

arceerlijnen is constant ten

opzichte van de muuras

of van de rand van het

blad.

Rasters0%

± 35 %

±70 %

De rasters moeten

dusdanig worden geko-

zen, dat een nauwkeurig

onderscheid mogelijk

blij ft, zelfs na het foto-

kopieren van het docu-

ment.

100 %

1 1 6 1 WTCB-rappart nr. 3 - 1 9 9 8



~-~~~ -~~~ ~--~- ~~~~~-~-~--~~-~----~--~~~---___j

BENAMING

Enkele reeks

Parallelle aanduiding

Cumulatieve maten

Benoderende moot

Gewijzigde moot of moot

die niet met de tekening

overeenstemt

Mootoonduiding in

plonzicht voor de hoogte

von een muuropenmg

VOORSTELLING OPMERKINGEN

EN REFERENTIES

eindlijn

maatlijn

verbindingslijn

Orientatie van de

maten

Wandopbouw

of

k ± 90 [,

1 1

k 100 k1 1

VZ/~ = = = = = = = V 7 2«~ 80/205 k

71 "

1.3 .4 NOTATIE VAN DE MATEN

J 35 J~ ~

14 6 9

6+94

80 : breedte van de muur-

opening

205 : hoogte van de muur-

opening (afgewerkte vloer tot

aan de onderkant van delatei) (ruwbouw)

De maten zijn naar de bo-

ven- of de linkerzijde van

het plan gericht. Ze geven

de nauwkeurige waarden

van de ruwbouw weer.

Afhankelijk van de beschik-

bare plaats kan de tekenaar

de maten binnen of buitende eindlijnen aangeven.

1 1 7 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1 9 9 8



-----------------------------------------------------------------------1.3 MAATAANDUIDINGEN

BENAMING VOORSTElLING OPMERKINGEN

EN REFERENTIES

Aanduiding van een

diameter

Aanduiding van een

stroal

Aanduiding van een

stroal bij een ver

afgelegen middelpunt

Aanduiding van

krommingen :

Doorsnede

/05 of D5

o

00~ ~S=010J

£}Diameter van een sfeer :

S = 010

Maataanduiding vanaf het

middelpunt.

De plaatsaanduiding van

het middelpunt is niet ver-

plicht.

140 = booglengte

190 = straal

- openingshoek

- boogopening

- booglengte

Opstand

R15

V \

1 1 8 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1 9 9 8

of

oC\J, . . .C C

1ste

geval : het middel-punt is niet aangeduid

2de geval : het middel-

punt is aangeduid

; 1 ~

t H [ " . -



1.4 REFERENTIE-EN VERWIJZINGSINDEXEN J---------- -


EN REFERENT IES

Index van een vertrek

I i

A Aanduiding of index

A van het vertrek

B Referentie van de

ofopening

C Referentie van de uitrus-

EBting

D Referentie van het detail

E Referentie van de door-

snede

Index van een opening

8 x Referentie van een(deuren, ramen)document

of y Referentie van het type

@component

Index van een uitrusting ( C )

of

EC jof y

Index van een detail

Q i )Gedetailleerde elementen.

(verwiizing)

~

ofCirkel in lijndikte I.

-.-.-.-.~~ Specifieke zone meti \i . verwijzing naar een detail

I \"_''''''of aanduiding van een

gewijzigde zone.

i \

i i

. j\. ....._._._._._._.,_".;

Aanduiding van het E De hoogte van de

sniivlak -r horizontale snijvlakken

E' (t.o.v. het afgewerkte

L _ _ _ _ 1 ' vloerpeil) is afhankelijk

van het geval (gewoonlijk

~ of

tussen 1,0 m en 1,5 rn].

---L--4 Het kan nuttig zijn de

zones te tekenen die aan

bod komen in het voor-

en achterplan.

1 1 9 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1 9 9 8



BENAMING VOORSTElLiNG OPMERKINGEN

EN REFERENT IES

Indexen voor verticale ofhorizon tale wanden

Wand in

vooraanzicht (0 F Referentie van het

wandtype

Indexen voor de

algemene afwerking

Wand in

doorsnede

G Referentie van de

afwerking

G 1 Index van de

plafondbedekking

G2 Index van de

muurbedekking

G3 Index van de

vloerbedekking

G4 Vrije index

A Index van het vertrek

x Referentie van het plan

Indexen voor een

specifieke wand-

afwerking

Index voor het dagvlak

van de ruwbouw

zonder afwerking

of

x

G3

Wand in

vooraanzicht

Wand in

doorsnede

Het op de ruwbouwplans

aangegeven symbool kan

op de detailplans verder

bepaald worden (d."Uitzicht van het beton-

oppervlak", biz. 39).

Contractgrens Zie "lijnen, arceringen en rasters" (biz. 15)

1 2 0 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



= - ~ - - _ - -_ - _ -- - - - -- - - - - - - -- - --- - -- - -BENAM ING

Niveau van het afge-

werkte oppervlak

Niveau van het afge-

werkte oppervlak en

van de ruwbouw

Niveau van het be-

staande oppervlak (of

van de ruwbouw)

Wanddikte (vloer)

Niveau van de ruw-

bouw en wanddikte

(vloer)

Aanduiding van een ni-

veauverschil in planzicht

Oppervlak waarop de

niveau- of dikte-aan-

duiding betrekkingheeft

Afgewerkt niveau

Niveau van de ruw-

bouw

Bestaand niveau

VOORSTE l l iNG

(::;\ of

~

OPMERK INGEN

E N R EF ER EN T IE S

Cirkel in lijndikte III.

'\------1-- afgewerkt niveaut----'---1

r----j--- ruwbouwniveau of

bestaand niveau

8

e Dubbele cirkel in lijndikte I.

dikte

ruwbouwniveau

Het niveauverschil hoeft niet

absoluut op schaal te wor-

den getekend.

De tekenaar kiest een of

twee diagonalen afhanke-

l ijk van de context.

Afgewerkt niveau

Niveau van de ruw-

bouw

Bestaand niveau

Dikte

+ 42

+ 30

Bijvoorbeeld : niveau van

de druklaag van een

vloerplaat.

(') Dezelfde afspraken gelden voor de maataanduiding van verticale vlakken, waarbij de algemene dagkant van de gevel als referentie dient.

1 2 1 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1 9 9 8



2 ARCHITECTUUR


EN REFERENT IES

Be st aand p ro fi el ( te

wi;zigen)

U it te v oe re n p ro fie l

Voor lopi g p ro fi el ( ui t t e

v oe re n ti; de ns d ewerken)

II --

II o f III ----------

1-----------

B es ta an d o f u it te

v oe re n t er re in

Aanaarding en

afgraving

Grasbegroei ing

Grondwater laag

Aardingslus

-f

aanaardingbestaand niveau

.--n-rTTr'----------+- afgraving

II! ! " ! ! ! ! , ! ! II ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! ! !

\ 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 6 /

Onder de fundering : zie

hoofdstuk 8 "Elektrische

installatie"(§ 8.4, biz. 81).

Ta lud i n p lan zi ch tBOVEN

/

1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1 1

\ONDER

1 2 2 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



2.2 MATERIAALAANDUIDINGEN------~- - - - - - - --- ~ ----------- ---~~---- - - - --

Behoudens anders vermeld, worden materialen in doorsnede getekend. le kunnen eventueel

met arceringen of rasters worden aangeduid naargelang van de keuze van de tekenaar en

afhankelijk van de context (afdrukprocede, schaal, afmetingen, ... J .

B E N A M I N G G E A R C E E R D E T E K E N I N G T E K E N I N G

M E T R A S T E R

. M E T S E l W E R K

O P M E R K I N G E N

E N R E F E R E N T IE S

Type metselwerk aan-

duiden in de legende.

De tekenaar kiest het

raster of de arcering

afhankelijk o.a. van

hettype, de aard of defunctie van het metsel-

werk (dragende muur,

zichtmetselwerk, ...J .

Op te trekken

metselwerk

Bestaand metsel-

werk

Te slopen

metselwerk

f ; eZJ { f - - _ _ _ _ '

whi ~~

Type B

o % tType D

f35 %

fZZl

{

- / 7 - - / / - - 7 / }/ // //

/ // //

// //_ 1./ __ J"' /_

Bestaand metselwerk

mag ook getekend

worden zonder

arcering of raster.

Isolerend metsel-

werk (bv. thermi-

sche onderbre-

king)

Natuursteen

Kunststeen

fZZ J..... " ..· . . . . .. . .· . . . .. . .

Arcering onder een

helling van 45° t.O.V.

de muuras wordt

aanbevolen.

Afwerking en

uitzicht

N A T U U R S T E E N

Volgens aard of

afwerking.

Type aangeven in de

legende.

lie "Uitzicht van het betonoppervlak" (biz. 39J.

1 2 3 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



~

- -----~~-~---------------l

.2 MATERIAALAANDUIDINGEN ;-~-- - - - --- ~ - - ----- - -- - - ---- - -- -- - -~

B E N A M I N G G E A R C E E R D E T E K E N IN G T E K E N I N G

M E T R A S T E R

O P M E R K I N G E N

E N R E F E R E N T IE S

Uit te voeren

beton

0'·'0 '0 :" 0 '. O'. . • . 0"

....0· 0.0 '. o.

Type 0

"" . .'" 100 % ..

Betontype aanduiden

in de legende.

De keuze van het

raster of de arcering

wordt door de

tekenaar bepaald,

afhankelijk o.a. van

het betontype.

Vooral gebruikt bij

geschetste tekenin-

gen.

Prefab beton-

elementen

Voor dwarsdoorsne-

den met rasters kan de

vorm van het element

indoorsnede getekend

worden [bv, vloer-

plaat).

Witte kunststeen Zie "Natuursteen & kunststeen" (biz. 23).

Bestaand beton

Te slopen beton

Het bestaand beton

mag ook getekendworden zonder

raster of arcering.

Dekvloer, monel,

bepleistering

{ .J{ f - - - - - ± ~ % i

{ " i . · . · . · . · . O

f

•••••.••••.•.••••

Deze materialen

mogen ook getekend

worden zonder

raster.

Isolerende

dekvloero 0 0 0 0 0 0 0 0

o 0 0 0 0 0 0 0 0

o 0 0 0 0 0 0 0 0

Afwerkingsgraad Zie "Uitzicht van het betonoppervlak" (biz. 39).

en uitzicht

1 2 4 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



Zand (ge st abi li se e rd)

L aa g g rin d o f s te en s/a g

G eza ag d hout

G es ch aa fd h ou t

B a lk v an g e li imdstrookhout

. ~,,,,,,,,,,,,,,/ / / / / / / / / / / / / / /. ,,,,,,,,,,,,,,,/ / / / / / / / / / / / / /

....A .....AAAA .....AAAA

::: AV AV AV AV AV

AV

AV"",V AV

",vAV""V AVA

AV.hoVAV",,"""YO"

VAVAVAVAVAVAVAVAVAV

Planzicht

Mult iplexplaat

Spaanplaat

Kuns t s to f - o f

composietplaat

P laa tma t e r iaa l me t

holl e k er n (typehoningraatstructuur)

Houtskeletwand

Metaa/skeletwand

of

of

Zie "Vloeren - Draagconstructies" (biz. 28).

In de xe n vo or w a nd afw er kin g en : zie § 1.4 (biz. 20).

Voorstelling te gebruiken

indien de context en de

school dit toelaten.

Indien de school en de

context dit toelaten.

/25/ WTCB-rapport nr. 3 - 1998



--~~--~-~-- --------~---------- - - -- - --- -_-------

2.2 MATERIAALAANDUIDINGEN---------------------------------------

BENAMING VOORSTELLING

Metaal

OPMERKINGEN

EN REFERENTIES

2.2.7 ANDERE MAT

I o f IVolgens context.

Voor het tekenen van liggers

in planzicht : zie hoofdstuk 3

{biz. 38).

Rubber, kunststo"

vezelcement, ...

Soepele voeg en

voegbodem

Glas

Stijf isolatiemateriaal

(plaat)

Soepel isolatiemateriaal

(minerale-wolmat)

F : - : - : - : - ~___-- . - -

ISOLA TIEMATERIALEN

Onbepaald isolatie-

materiaal

Isolerend metselblok Zie "Metselwerk" (biz. 23).

2.2.9 A FD ICHTINGSMATERIA LEN, MEMBRAN

Bitumineus of synthe-

tisch membraan

(S BS, APP, EPDM, ... J

Metalen folie

(Z n, T i, CU , ... J

Gelijmde membranen

Gelaste membranen

Dampscherm

of

- I " " " " " " " , i i i i i i i i i i i i i i i i i -- x x x x x k x x -

,

Gebruik : bv. voor didactische

documenten (zonder vermel-

ding van het isolatietype). Aan-

bevolen helling : 60°.

Volgens context of schaal.

1 2 6 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



2.2 MATERIAALAANDUIDINGEN--- -- -------_ ------


EN REFERENTIES

G ie ta sfa lt (i n d e ma ss e]

Scheidingslaag

Polyethyleen-, p v c -

la ag , ...

Po ly e thy le en - o f p v c -la a g m et m ic ro pe r-fo ra ti es ( bv . o nde rdak)

Impregnat i e

1x x x x x x x x x x x x :x X

Lassen

Liimen

Ge li imde membrane n

B ew eg in gs vo eg :

- uitzelvoeg

- zettingsvoeg

Voe g me t s ch eid in g s-

laag

V oe g m et g lii1 aa g

Voe g me t tr illin g sd em -

p e nd e s ch e id in g sl aag

of--0---0---0---0---0--

i i ] ] ] ] i i i ] ] ] ] i ii ] ] ] ] i i i ] ] ] ] i i i] ] ] ] i i i ] ] ] ] i i i ] ] ] ] i ii ] ] ] ]

2.2.10 VOEGEN & VERBINDINGEN

x x x x x x x

• • • • • • •

Zie "Afdichtingsmaterialen, membra-

nen, ..." (biz. 26)

of

of

Dwarsbeweging

langsbeweging

1 2 7 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



- --~------~------- - - -_ ---- -- ------ ------- - "1

i 2.2 MATERIAALAANDUIDINGEN1_ __ _ 0 ~ _ _ _ ___ ~


EN REFERENTIES

Verzonken I

~ schroef, kraagschroef kop -T-

Mechanische bevesti-gmgen:

- perforatie

- spijker

- bout + moer/klink-

nagel

VERTICALE DOORSNEDE

+T

Bolkop

PLANZICHT

Zicht op Zicht opkopzijde puntzijde

®of

jg ]

of

Vloer of element

op 2 steunpunten e= :. . . . . .

op 3 steunpunten e=:~ . . . . . .

op 4 steunpunten e=: ~

~

. . . . . .

Balkenvloer (roostering,

metalen ligger)

Kleine schacht

Middelgrote en grote

schachten V:=ISchacht in de vloer aileen(voor architectuurplans)

I----:::~==IIr--- I

1/ I1 L _j

Schacht in het plafond

fSchacht in de vloeren in het plafond

O

Rondeschacht

Aanduidingen voor detail-

tekeningen.

l ie hoofdstuk 4 "Metaal-

bouw" (biz. 55).

De tekenaar kiest het type

voorstelling afhankelijk van

de context (afmetingen,

school, ...).

Voor structuurplans worden

ai leen de tekeningen van het

rechterdeel gebruikt.

1 2 8 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1 9 9 8



-----------------~ - -~- - - - ~~--- --------

2.3 VLOEREN - DRAAGCONSTRUCTIES-- -- - - - ~- --- --- --------~-~~----

BENAMING

V erh oo gd e v/oe r e nv er /a agd p /a fo nd

VOORSTELLING

Verhoogde vloer Verlaagd plafond

OPMERKINGEN

EN REFERENT IES

Rooster ing

M e ta /e n J ig g er

Betonba/k

Bewegingsvoeg

De drie trappen zijn op de

verschillende niveaus met een

andere school getekend.

...,...-._._._._._ . . . . . . .II II'

z=

De pijl geeft steeds de

stijgrichting van de trap aan.

De twee pijlpunten tonen aan

dot er twee traparmen zijn.

De nummering van de treden

is niet verplicht. Ze begint op

de eerste trede van elke

verdieping.

I

of

I~---------=}~.~.~.__- .

---------

II

of

I . . . . . _ _ _ _ _II~ -.=---:-= - : -=- :-=_-. - :-:i._____...r----------iI

Iq==========}Zie "Voegen & verbindingen" {biz. 27}.

1'''VERDIEPING

Doorsnede 1·[,

GELlJKVLOERS

WTCB-rapport nr. 3 - 1998



aan.

De driehoek toont de bewe-

gingsrichting.

Da/e nd e r o/tr ap

Opri t

H elle nd v/a k voor

wa tera fvoer (bv. dak of

terras)

~l~ I

De pijl of de driehoek duiden

de stijgrichting aan.

Dit type pijl geeft de richting

van de waterafvoer aan.

Gras

Bom en e n struike n

Hagen

.. -, ..

0/--- - <,

0I •I

\

<, /- - - _ /te behouden te verwijderen te planten

} j o j o l - r 1te behoudenJ - - - - - ~r-----i

Voor grote schalen gebruikt

men de tekeningen van het

rechterdeel.

te verwijderen

te planten

of --X--X--X--X--X Voor kleinere schalen.

1 3 0 1 WTCBo rappo r t nr. 3 - 1998



-------------------------~-~ - - - --- - -

2.5 AANLEG VAN DE BUITENOMGEVING- - - -----

B E N A M I N G V O O R S T E L L I N G O P M E R K I N G E NE N R E F E R E N T I E S

r- ~ - - - 2 - . 5 - . 2 - - D I - V - E R - S - E - U - I T R - U - ~ - I - N G - - E N - - - _ . - - - - _ _ _ _

Omheining

Palissade

Grenspaal

Perceelsgrens

Geodetisch punt

Paal

Paal met lichtsignaal

Sondering {grand}

Niveau

Talud

Index van een uitrusting

draad

o

Andere lijntypes kunnen

gebruikt worden mits

verduidelijking in de legende.

-------------------------------------

2.6 NUTSVOORZIENINGEN- ~ - - ------- -- -- --- - -- ----- --------_----

Leidingen

- ondergrondse

- onder water

- in koker

- hangleiding

- luchtleiding

- wijziging van aard

Type flui"dum{meest

voorkomende types}

Hydrant met diameter

van de leiding {in mm}

hekwerk ---{J---D-D--{~}---I~:::J--D

o o o

Voor meer informatie : zie

hoofdstuk 5 "Sanitair -

HVAC : gemeenschappelijke

conventies" (biz. 62).

Codes voor het aanduiden

van het type flu"ldum of

energie (d. biz. 63) :

WWF fecaalwater

WWS sanita ir afvalwater

WR regenwater

WD draineerwater

VENT sanitaire ventilatie

WDC koud drinkwater

GN aardgas

G P

F

E L

T

TV

propaangas

stookolie

elektriciteit

telefoon

teledistributie

o o

of P0>of

lie "Niveaus" (biz. 21)

lie "Terrein - Grond" (biz. 22)

lie "Referentie- en verwijzingsindexen" (biz. 19 )

III

II of III

oII

II _

II----G----

'--A...J ] - [8--

DOORSNEDE PLANZICHT

WW F •WS f) ------

WR ® 1 8 1 _._.-.-WD @ _._ .._ ..

VENT 0 ------Degrafische voorstellinggeeft het type flu"idumaan (variante).

boven- tronds

onder- igronds .L

150 200

131 1 WTCB-rapport nr. 3 - 199 8



-~~~~~~~~~~~-----~~~-~~--~-- --- --~~~~-

I 2.6 NUTSVOORZIENINGEN, - -


EN REFERENT IES

Inspeetievoorziening(kast, eel, mangat) :

- ondergronds

- bovengronds

- met dicht deksel

- met duiker

- met ofsluitvoorziening

- mongot

Vertakking

Soepele verbinding

Onderbreking

Mangat en tank

Stromingsriehting

(afvoerriehting)

+ x,xx.-- ,L_....I

- Y ,Y Y

D

0

M

O J0

~

II III II

~ < "_ .J ./

X,XX

~

I O Jg,gg

<,

-:

+ x.xx : niveau van het

deksel

- y,yy: niveau van de

sleufbodem

Dit is een grafische onderbre-

king om de grote leiding-

lengtes te verkorten.

x,xx : niveau van het deksel

g,gg :n iveau van de

overloop

Verdere informatie

Index van een uitrusting Z ie "Referen t ie -enverw i jz i ngs indexen" (b iz . 19)

Z ie hoofdstuk 6 "S anita ir" (b iz . 7 0)

Inblaaskoker

= r 2 J ~

Afzuigkoker (of afvoer-

= r z J ~koker)

Rookafvoer (sehoor-

~

(0)teen}

1 3 2 1 W TCB-rapport nr. 3 - 19 98



--- - -- - - -- - - -- - -- - .--

2.7 VENTILATIEVOORZIENINGEN - SCHOORSTENEN

BENAMING

Collectieve muurafvoer

Stromingsrichting

Luchtdiffusor

Afzuigmond

Kijkgat

Ventilatierooster in een

raam (R.T.o.)

Doorstroomopening

(D.O.)

Ventilator, radiator,

convector

Index van een

uitrusting

Verdere informatie

VOORSTElLING

PLANZICHT VOORAANZICHT

£Iazen

~Uigen

1 1 - - - - - 1 1 . 1 - 1 . 1 1 ' 1 ~ 4

D.O.

lie hoofdstuk 7 "HVAC" (biz. 74)

lie "Referentie- en verwijzingsindexen"

(biz. 19)

lie hoofdstuk 7 "HVAC" (biz. 74)

muur

OPMERKINGEN

EN REFERENT IES

Invooraanzicht : het punt duidt

aan dot de luchtstroming naar

de waarnemer gericht is.

Invooraanzicht : het kruisduidt

aan dot de luchtstroming naar

de afzuiging gericht is.

Veegluikje

In planzicht geeft het punt

van de V (of van de pijl) destromingsrichting aan.

1 3 3 WTCB-rapport nr. 3 - 1998



--------------~- - - - - --- ---

2.8 SCHRIJNWERK

BENAM ING VOORSTELL ING OPMERK INGEN

EN R E FE R EN TIE S

Vooraanzicht V A ~ ~ GOPENDRAAIEND RAAM

naar binnen naar buiten

~

0DRAAIHEFRAAM DRAAIKIPRAAM

[3~

TUIMELRAAM WENTELRAAM

bovensle deel

naar binnen

r eenter dee I

naa r b innen

Planzicht

II

j

I

t vm~1%

X vaste vleugel

- - __ buitenvleugel

- binnenvleugel

+ hefvleugel

1 = opening van de 1ste

vleugel

2 = opening van de 2 d e

vleugel

1 3 4 1 WTC B - ro pp ort n r. 3 - 1998

SCHUIFRAAM HEFSCHUIFRAAM

comDUBBELE VLEUGEL

zander vaste middenstijl met vaste middenstijl



1-- - --- -- 2.8 SCHRIJNWERK

BENAMING VOORSTElLING OPMERKINGEN

EN REFERENT IES

Rolluik

Slot

Vent i lat ieroosterPlanzicht : zie § 2.7

"Ventilatievoorzieningen -

Schoorstenen" (biz. 33)

Venti lat ie lie § 2.7 "Ventilatievoorzieningen -

Schoorstenen" [p. 32)

Index van e en o pe nin g lie § 1.4 "Referentie- en verwijzings-

indexen" (biz. 19)

Bij gebruik van een ander

type - bv. zonwering (z) -

moet dit aangeduid worden

in de legende.

Ope nd ra aie nd e d eu r

Dubb ele d eu r(opendraaiend)

Schuifdeur

B ra n dw e re n de d eu r

Zwaaideur en de ur m etdubbe le v le u ge l

bediening langs buiten en

langs binnen

bediening enkel langs

binnen

Te piaatsen deur Bestaande deur

elekt romagneet

\I

deurslui ter

OPENDRAAIENDE VLEUGEL SCHUIFDEUR

1=~

DWTCB-rapport nr. 3 - 1998



Wenteldeur en

draaideur

Deur met bovenlicht

Deur met

ventilatierooster

Deur met deursluiter

glazen bovenlicht

deur met deursluiter

ondoorzichtig bovenlicht

automatische opening en sluiting

Kanteldeur :

- met projectie naar

buiten

- met projectie naar

binnen

Oproldeur

Harmonicadeur

Hefdeur

I _

~

f7ZZY:\., V Z Z 2 1

Een eventuele stip-streeplijn

toont de uiterste stand van de

bewegende elementen.

Index van een opening lie § 1.4 "Referentie- en verwijzigings-

indexen" (biz. 19)

1 3 6 1 WTCB-rapport "'. 3 - 1998



- --

2.8 SCHRIJNWERK~----- --- - -------------------------~


EN REFERENT IES

Kasten:

- onderkast

- bovenkast

- hangkast

Hoogle > 1,3 m

Hoogle < 1,3 m

- ~

2.9 NEERSLAG - PATHOLOGIE - KRACHTWERKINGEN-- -------------------------------

Regen

Sneeuwdek

Water/aag

Vocht en condensatie

aan het oppervlak

Vocht en condensatie

in de diepte

Schimmel, vuil

Waterdampdoorgang

Warmtedoorgang

Wind, ventilatie

Belasting, kracht

~

I .

1 . · . · . · . · . · . · . · . · . · . · . · . · . · . · . ·

~oooooo~

1 3 7 1 WTCB-rapport nr. 3 - 1998

Documents

WTCB Richtlijn Nr3 Architectuur