Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Yoga voor mensen met dementie
Definitieve versie
Eva Ploum (31062)
Eibergen, 26 april 2017
Saswitha opleiding voor Yoga en Wijsbegeerte
2
Inhoudsopgave Inleiding ................................................................................................................................................... 3
Hoofdstuk 1 - Dementie nader bekeken ................................................................................................. 4
Wat hoort bij ‘gewone ouderdom’? .................................................................................................... 4
Wat is dementie? ................................................................................................................................ 4
Soorten dementie ................................................................................................................................ 5
Alzheimer dementie ........................................................................................................................ 5
Vasculaire dementie ........................................................................................................................ 5
Lewy body dementie en Parkinson dementie ................................................................................. 6
Verloop van dementie ......................................................................................................................... 6
Fasen van dementie ........................................................................................................................ 6
Prikkelbehoefte van mensen met dementie in de midden- en eindfase ........................................ 7
Veiligheidsgevoel bij mensen met dementie .................................................................................. 8
Hoofdstuk 2 – Effecten van yoga op mensen met dementie ................................................................ 10
Wetenschappelijke visie op de effecten van yoga op mensen met dementie ................................. 10
Literaire basis ................................................................................................................................ 10
Effecten van yoga op mensen met dementie ............................................................................... 11
Effecten van yoga op mensen met stress, sombere stemming, angstklachten en depressie ...... 12
Effecten van beweging op mensen met dementie ....................................................................... 12
Mogelijke effecten van yoga op mensen met dementie gezien vanuit de chakrapsychologie ........ 13
Dementie gezien vanuit de chakrapsychologie ............................................................................. 13
Mogelijke effecten van yoga gezien vanuit de chakrapsychologie ............................................... 15
Hoofdstuk 3 – Yoga voor mensen met dementie .................................................................................. 17
Wat is nodig om yoga te leren en te beoefenen? ............................................................................. 17
Relevante behoeften en kenmerken van mensen met dementie voor het leren van yoga ............. 17
Wanneer kan iemand met dementie nog yoga leren?...................................................................... 18
Yoga voor mensen met beginnende tot matig gevorderde dementie .............................................. 18
Foutloos leren ................................................................................................................................ 18
Foutloos leren toegepast op yoga ................................................................................................. 19
Aandachtspunten voor een optimale leerervaring ....................................................................... 20
Yogales voor mensen met vergevorderde dementie ........................................................................ 20
Uitgangspunten ............................................................................................................................. 20
Toepassing ..................................................................................................................................... 20
Hoofdstuk 4 – Discussie ......................................................................................................................... 22
Hoofdstuk 5 – Conclusie ........................................................................................................................ 23
Literatuurlijst ......................................................................................................................................... 24
3
Inleiding In onze samenleving zien we mensen met dementie vaak als ‘afgeschreven’ mensen waar we weinig
meer voor kunnen doen en die nauwelijks nog kwaliteit van leven hebben. De laatste jaren duiken er
echter steeds meer theorieën en praktijkvoorbeelden op die iets heel anders laten zien:
dementerende mensen kunnen nog weldegelijk kwaliteit van leven hebben. En ze kunnen zelfs nog
nieuwe dingen leren. Maar daarvoor moeten wij ons wel aanpassen aan de belevingswereld en de
mogelijkheden van deze mensen.
In deze scriptie ga ik op zoek naar wat yoga voor mensen met dementie kan betekenen, en hoe we
de yoga voor hen moeten aanpassen. De opzet van de scriptie ziet er als volgt uit:
Het eerste hoofdstuk geeft een overzicht van de soorten dementie en hun verloop. Daarnaast belicht
ik de kenmerken van mensen met dementie die relevant zijn voor deze scriptie.
In het tweede hoofdstuk ga ik in op de mogelijke effecten van yoga op mensen met dementie. Hierbij
bekijken we het onderwerp zowel vanuit een wetenschappelijk perspectief als vanuit de
chakrapsychologie.
Hoofdstuk drie beschrijft hoe yoga gegeven kan worden op een manier die is aangepast aan de
behoeften en kenmerken van mensen met dementie.
Hoofdstuk vier is de discussie en hoofdstuk vijf de conclusie.
In mijn scriptie spreek ik consequent over ‘mensen met dementie’ of ‘dementerende
ouderen/personen’ en bewust niet over ‘dementerenden’. Hiermee wil ik benadrukken dat we deze
mensen nog steeds als mensen, dus met een eigen karakter, waardigheid en wil, moeten blijven zien.
En dat we aan de verleiding moeten weerstaan ze te zien en behandelen als ‘weerloze/willoze
schepsels die verzorgd moeten worden’.
4
Hoofdstuk 1 - Dementie nader bekeken Wanneer we het hebben over dementie zijn we ons vaak niet bewust van de vele verschillende
verschijningsvormen die deze aandoening heeft. In dit hoofdstuk ga ik nader in op de soorten
dementie die er zijn en hun kenmerken. Vervolgens bespreek ik welke kenmerken relevant zijn in
relatie tot het leren en beoefenen van yoga.
Wat hoort bij ‘gewone ouderdom’? Als we ouder worden krimpen onze hersenen. Dat gebeurt bij iedereen. De hersenen stoten de
hersencellen die we minder gebruiken af, en behoudt de structuren die we veel gebruiken. Onze
hersenen worden qua ruimtegebruik dus efficiënter met het ouder worden. Door slijtage worden de
hersenen vanaf het 65e levensjaar wel wat langzamer, en de functies die we weinig gebruiken zullen
in de loop der tijd ook minder toegankelijk worden. [14]
Cognitieve functies die achteruit gaan met de jaren zijn [1]:
Geheugen, vooral het werkgeheugen en het episodisch geheugen
Executieve functies: organiseren, plannen, starten, op koers blijven, impulsen beheersen,
emoties reguleren, zich aanpassen en herstellen
Concentratie en het vermogen belangrijke informatie te filteren en ruis te negeren
Denksnelheid, gaat het snelst achteruit van alle cognitieve functies
Bovenstaande functies worden ook wel fluïde intelligentie genoemd. Dit zijn vaardigheden die je
gebruikt om ‘nieuwe problemen’ op te lossen. Het oplossen van dit soort problemen doe je
onafhankelijk van eerder opgedane kennis [1].
Er zijn ook dingen die oudere mensen juist beter kunnen. Het gaat dan om vaardigheden die we als
uitgekristalliseerde intelligentie kunnen omschrijven [1]:
Wereldkennis.
Woordenschat.
Emotionele stabiliteit – dit is wel afhankelijk van de zogenaamde ego-integriteit van het
individu. Als iemand tevreden terugkijkt op wat hij in het leven wilde en wat er van is
waargemaakt tot dan toe, vergroot dat de emotionele stabiliteit. Als een individu echter niet
met tevredenheid kan terugkijken, kan de emotionele stabiliteit ook verminderen.
Gemiddeld neemt met het ouder worden het neuroticisme1 af en wordt de gemoedstoestand
gelijkmatiger.
Altruïsme.
Wijsheid – een goed voorbeeld van twee zijden van dezelfde medaille: in dit geval zorgt de
langzamere werking van de hersenen er juist voor dat we verstandiger reageren.
Dat de hersenen en de manier waarop ze werken veranderen met het ouder worden is dus een
volstrekt normaal en natuurlijk proces. De vraag is daarom, wat het verschil tussen ‘gewone
ouderdomsverschijnselen’ en dementie is.
Wat is dementie? Bij dementie is sprake van een aandoening of ziekte waardoor de hersenen ernstig worden
aangetast. Er is dan geen sprake meer van gewone ouderdomsverschijnselen, maar van een
functioneringsbeperking die zo erg is dat functioneren in het dagelijks leven niet meer goed mogelijk
is [2a].
1 Neuroticisme: dat negatieve gevoelens de boventoon voeren [1].
5
Dementie kenmerkt zich in eerste instantie het meest door achteruitgang van het geheugen. Later
worden vaak ook andere cognitieve functies aangedaan [4]. De meest voorkomende
functiebeperkingen en stoornissen bij mensen met dementie zijn [2a]:
Geheugenstoornissen.
Afasie – problemen met spraak en taal.
Apraxie – problemen bij het uitvoeren van taken.
Agnosie – problemen bij het herkennen van voorwerpen.
Problemen met de executieve functies (zie voorgaande paragraaf).
Problemen met visueel-ruimtelijk denken en visuele vaardigheden zoals tekenen.
Dementie is progressief [4], en wordt met de tijd dus erger. Hoe de ziekte verloopt en welke van de
bovenstaande problemen zich het eerste voordoen, hangt af van de soort dementie.
Soorten dementie Dementie is een verzamelnaam voor verschillende soorten ziekten en aandoeningen die de werking
van de hersenen verstoren. Volgens Stichting Alzheimer Nederland zijn er wel 50 vormen van
dementie. In deze paragraaf bespreek ik de meest voorkomende soorten dementie.
Alzheimer dementie Alzheimer dementie is de meest voorkomende vorm van dementie. Ongeveer 70% van de mensen
die dementie hebben, hebben Alzheimer dementie [2b].
Alzheimer dementie wordt veroorzaakt door eiwitophopingen in de hersenen. De ziekte begint in de
hippocampus [4], het deel van de hersenen dat een belangrijke rol speelt bij leren,
geheugenprocessen en het verwerken van visueel-ruimtelijke informatie [12]. Alzheimer kenmerkt
zich daardoor in het bijzonder door problemen met [2b]:
Nieuwe dingen leren.
Gebeurtenissen onthouden die zich kort geleden (en later ook steeds langer geleden)
hebben voorgedaan.
Oriëntatie in plaats en tijd.
Daarnaast kunnen bij mensen met Alzheimer op den duur ook karakterveranderingen en
stemmingswisselingen optreden [2b]. Doordat de ziekte zich steeds verder uitbreidt door de
hersenen, worden er in de loop der tijd steeds meer hersenfuncties aangedaan. De problemen
beperken zich dus niet tot bovenstaande verschijnselen, maar dit zijn wel vaak de eerste en meest
duidelijke kenmerken bij Alzheimer.
Alzheimer dementie heeft een redelijk stabiel verloop. Het ziekteproces kan snel of langzaam gaan,
maar in het algemeen verloopt de achteruitgang gelijkmatig. Dit in tegenstelling tot andere soorten
van dementie waarbij het ziekteverloop meer trapsgewijs kan zijn [2c].
Vasculaire dementie Na Alzheimer dementie komt vasculaire dementie het meest voor (16%).
Bij vasculaire dementie sterven stukjes hersenweefsel af door problemen met de doorbloeding. Die
doorbloedingsproblemen kunnen allerlei oorzaken hebben, zoals een hersenbloeding of -infarct,
verkalking van de vaatwanden, of problemen met de doorbloeding van de zenuwcellen zelf
(zeldzame wittestofafwijking). Het verloop van de dementie kan hierdoor een veel abrupter verloop
hebben, alhoewel ook deze vorm van dementie geleidelijk kan gaan. Verder is bij Vasculaire
dementie een afwisseling van betere en mindere periodes mogelijk, alhoewel de grote lijn dalend is
[2d].
6
Kenmerkend voor vasculaire dementie is vooral dat het denken en handelen trager wordt [4].
Daarnaast hangt het af van de aangedane gebieden welke dingen problemen geven. Voorbeelden
zijn de motorische functies, karakter en/of gedrag, spreken, taalbegrip en geheugenstoornissen [2d].
Lewy body dementie en Parkinson dementie Parkinson dementie en Lewy body dementie lijken erg op elkaar en worden vaak met elkaar verward.
Dit komt doordat in beide gevallen Parkinsonachtige verschijnselen, zoals trillen, stijfheid en
langzaam bewegen, optreden [2f], [17]. Daarom behandel ik deze twee soorten dementie in dezelfde
paragraaf.
Zowel bij mensen met de ziekte van Parkinson als bij mensen met Lewy body dementie komen in de
hersenen eiwitafzettingen en in zenuwcellen voor [2e], [2f]. Deze eiwitafzettingen heten Lewy bodies
en worden vermoedelijk aangemaakt als de hersencel gevaar loopt. Het verschil tussen Parkinson en
Lewy Body dementie zit in de hersenstructuren waar de Lewy bodies voorkomen.
Parkinson dementie ontstaat bij 35% tot 55% van mensen met de ziekte van Parkinson [2e]. Pas als
de dementie langer dan een jaar na het vaststellen van de ziekte van Parkinson wordt vastgesteld,
spreekt men van Parkinson dementie [2f]. Parkinson dementie uit zich vooral door [2e]:
Vertraging in denken en spreken (dat laatste ook door de motorische problemen die de
ziekte van Parkinson met zich meebrengt).
Problemen bij het ophalen van informatie uit het geheugen, niet zozeer bij de herkenning
van informatie.
Vermindering van het vermogen tot abstract denken.
Lewy body dementie uit zich in het begin vooral door aandachtsproblemen [2f]. Ook kunnen mensen
met Lewy body dementie al in vroeg stadium van de ziekte last krijgen van hallucinaties. Later
ontstaan problemen met het benoemen van dingen [2f] en het ruimtelijk inzicht [17]. Het geheugen
blijft vaak nog lang in tact [17]. Verder spreken de bronnen elkaar tegen over de aantasting van het
vermogen om handelingen uit te voeren: volgens Alzheimer Nederland [2f] blijft dit nog lang goed
gaan en volgens het VUmc Alzheimercentrum [17] zijn stoornissen in de uitvoerende functies juist
een symptoom.
Het ziekteproces verloopt bij Parkinson geleidelijk (net als bij Alzheimer) [2e]. Daarentegen laten
mensen Lewy body dementie juist een meer schoksgewijze achteruitgang zien (net als bij vasculaire
dementie) [2f].
Verloop van dementie Welke cognitieve functies afnemen verschilt per soort dementie en per individu. In dat opzicht is er
geen algemeen beeld te geven van hoe dementie verloopt. Het is wel mogelijk om een globale
indeling in fasen te maken en de beleving van elke fase te beschrijven.
Fasen van dementie Het proces van dementeren kan je verdelen in de volgende fases [14]:
Voorstadium
De eerste symptomen doen zich voor, maar het is nog mogelijk om zelfstandig te
functioneren. Iemand realiseert zich in deze fase vaak dat er iets niet klopt, maar kan er de
vinger nog niet op leggen.
Beleving: gevoel dat er iets niet klopt.
7
Beginfase
De cognitieve functies gaan duidelijk achteruit en het individu is zich daar van bewust. Het
geheugen gaat achteruit en het verwerken van nieuwe informatie lukt niet goed. Redeneren,
plannen en organiseren gaan steeds moeilijker, net als het vinden van de juiste woorden en
uitvoeren van handelingen. De persoon ervaart in deze fase dat hij de controle aan het
verliezen is.
Beleving: ontkennen of verbergen dat er iets aan de hand is, kwaadheid of agressie daarover,
of juist in zichzelf keren. Somberheid en/of depressieve gevoelens.
Middenfase
De dementerende persoon verliest het vermogen te denken en onderscheid te maken, en is
zich dus ook steeds minder bewust van wat er in en om hem heen gebeurt. Het herkennen
van de omgeving en personen daarin worden steeds moeilijker.
Beleving: angst of paniek, verward, onrustig en/of neurotisch handelen. Emotie vertaalt zich
direct in gedrag – verbergen is niet meer mogelijk.
Eindfase
De dementerende persoon is helemaal in zichzelf gekeerd, en is zich niet meer bewust van
de buitenwereld. Er is geen communicatie meer mogelijk. Het lichaam is alleen nog een ‘jas’
waarover dementerende persoon geen controle heeft.
Beleving: zeer basaal, op het niveau van wel of niet prettig, warm/koud, etc.
Over de beleving van dementie zou je kunnen zeggen dat mensen die dementie krijgen eerst
vooral emoties ervaren die te maken hebben met het realiseren dat zij dement worden en de
verwerking daarvan. Later zijn de emoties steeds meer een weerspiegeling van wat de persoon
met dementie in zichzelf en zijn directe omgeving ervaart.
Prikkelbehoefte van mensen met dementie in de midden- en eindfase De hersenen van mensen met dementie in de midden- en eindfase kunnen de prikkels uit hun
omgeving steeds moeilijker verwerken. Vrijwel alle mensen met dementie hebben daarom baat bij zo
min mogelijk afleidende prikkels. Afhankelijk van hun behoefte aan prikkeling, zijn gerichte prikkels
op het juiste moment een welkome aanvulling.
Verbraeck en Van der Plaats onderscheiden drie soorten mensen met dementie op basis van hun
behoefte aan prikkeling [14]. Deze indeling kan gedeeltelijk ook het (probleem)gedrag van sommige
mensen verklaren.
Zen-dementerenden
Deze mensen zijn helemaal rustig, volledig ontspannen en bewegen bijna niet. Ze hebben genoeg aan
de dagelijkse dingen en geen behoefte aan extra activiteiten. Extra activiteiten zorgen bij deze
mensen juist voor onrust. Deze mensen gedijen het beste in een rustige omgeving met rustige
muziek. [14]
Dolers
Deze mensen hebben vooral behoefte aan geluids- en bewegingsprikkels. Bij een tekort aan prikkels
gaan ze deze zelf zoeken door rond te lopen. Een teveel aan prikkels ontvluchten ze eveneens door
te gaan lopen. [14]
8
Evenwichtzoekers
Evenwichtzoekers hebben net als dolers wel behoefte aan (geluids- en bewegings)prikkels, maar
kunnen of mogen niet meer lopen. Het zijn vrijwel altijd ex-dolers. Daardoor voorzien zij op andere
manieren in hun behoefte aan prikkeling. Bijvoorbeeld door kreten te slaan, te roepen, te klappen of
door op dingen te kloppen. Zoals Verbraeck en Planken schrijven [14] (blz. 43) ‘Dit doen zij
waarschijnlijk om te kunnen beseffen dat zij nog leven.’. [14]
Prikkelbehoefte in relatie tot de gevolgen van centraal neuropatische pijn
Verbraeck en Planken [14] beschrijven niet waar de verschillende mate in prikkelbehoefte vandaan
komt. Dit lijkt op het eerste gezicht misschien niet zo relevant. Maar Scherder beschrijft in ‘Laat je
hersenen niet zitten’ [12] een mogelijk oorzaak waarvan we ons toch bewust moeten zijn: centraal
neuropatische pijn.
Centraal neuropatische pijn is een pijnervaring die in de hersenen tot stand komt als gevolg van
beschadigingen van het centraal zenuwstelsel. Dementie, vooral vasculaire dementie, kan deze
beschadigingen veroorzaken. Centraal neuropatische pijn kan overal in het lichaam ervaren worden,
en zelfs een minimale aanraking of beweging kan al voor een heftige pijnervaring zorgen.
Deze heftige pijnervaringen kunnen zorgen voor twee soorten reacties:
Apathie, helemaal stilzitten, zo min mogelijk bewegen en heftige reacties op aanraking.
Agitatie, onrustig zijn, steeds willen bewegen.
Dit zou tot dezelfde gedragingen kunnen leiden als wat we zien bij de ‘zen-dementerenden’ en
‘dolers’.
Veiligheidsgevoel bij mensen met dementie Naarmate het proces van dementie vordert, wordt de omgeving voor de persoon met dementie
steeds vreemder. Daar komt nog bij dat het voor hen steeds moeilijker wordt om handelingen uit te
voeren, gebeurtenissen te herkennen en die te kunnen plaatsen. Daardoor kunnen mensen met
dementie zich onveilig gaan voelen en angstig, boos of onrustig worden.
De volgende factoren kunnen bijdragen aan een gevoel van onveiligheid bij mensen met dementie
[14]:
Besef van achteruitgang
Het besef dat er een proces van achteruitgang gaande is (beginfase) en dat daar niets aan te
doen is, kan een groot gevoel van onzekerheid en onveiligheid veroorzaken. Niets is meer
zeker of vanzelfsprekend: de grip op het denken, de controle over het lichaam en het begrip
van de omgeving worden steeds minder.
Omgeving niet meer herkennen
Iemand met dementie weet vaak niet meer waar hij is. In een vreemde omgeving voel je je
vanzelf minder op je gemak. Zonder herkenning is het een stuk moeilijker om in te schatten
of het ergens ‘gewoon veilig’ is of dat er misschien iets niet pluis is.
Drukke/onrustige omgeving of sfeer
Mensen met dementie kunnen minder goed prikkels verwerken. Daardoor is het voor hen
extra vervelend als het druk of onrustig om hun heen is. Ze zijn dan snel afgeleid en kunnen
niet volgen wat er allemaal gebeurt. Dat geeft een onveilig gevoel.
Gevoel van falen
Verbraeck en Planken schrijven ‘Dementerenden voelen tijdens faalmomenten alleen maar
9
een grote leegte en angst in hun hoofd.’ [14] (blz. 48). Ze merken wel dat er iets niet klopt,
maar ze zijn niet meer in staat na te gaan wat. Dit gebeurt bijvoorbeeld als iemand ze een
vraag stelt waarop zij geen antwoord weten, ze verbeterd worden, geconfronteerd worden
met iets dat ze zijn vergeten of met iets dat anders is dan zij zo ervaren.
Communicatie wordt moeilijker
Mensen met dementie begrijpen niet altijd goed wat hun gesprekspartner bedoelt. De
betekenis van de woorden vervliegt en dan blijven alleen de non-verbale aspecten van de
communicatie over. Maar vaak zijn die veel minder concreet dan wat de gesprekspartner in
woorden zegt. En dat zorgt voor onzekerheid en machteloosheid want ‘wat bedoelen ze
nou?’.
Mensen met dementie zien kleurtinten moeilijker
De aantasting van de hersenen zorgt dat mensen met dementie vaak minder goed
kleurtinten kunnen onderscheiden. Daardoor kunnen zij bijvoorbeeld een kleed op de grond,
een schilderij of iets met een patroon voor iets heel anders aanzien dan wij. Een voorbeeld is
het aanzien van een blauw/groen vloerkleed voor een vijvertje of zwarte tegels voor gaten
[14]. Dit soort schijnbaar onschuldige dingen, kan voor iemand met dementie heel eng zijn.
In alle gevallen kan het gevoel van onveiligheid zorgen voor weerstandsreacties en probleemgedrag.
Voorbeelden hiervan zijn agressie, heftige emoties en stemmingswisselingen, tegenwerken bij de
verzorging, weglopen, weigeren te eten of drinken, enzovoort.
10
Hoofdstuk 2 – Effecten van yoga op mensen met dementie In dit hoofdstuk ga ik nader in op de mogelijke effecten van yoga op mensen met dementie. Dit doe
ik vanuit het perspectief van de wetenschap en vanuit het perspectief van de chakrapsychologie.
Wetenschappelijke visie op de effecten van yoga op mensen met dementie Vanuit wetenschappelijk perspectief kun je op allerlei manieren kijken naar zowel dementie als yoga.
Daarom is het belangrijk om eerst vast te stellen waar we precies naar kijken en vanuit welke
invalshoek.
Literaire basis De wetenschappelijke basis voor het effect van yoga specifiek op mensen met dementie is nog niet
zo groot. Het onderzoek van Jue-Ting Fan en Kuei-Min Chen ‘Using silver yoga excersises to promote
physical and mental health of elders with dementia in long-term care facilities’ (2011) [7]2 is eigenlijk
het enige echt goede onderzoek. Hiervan is de sample groot genoeg (N=68) en er zijn geen
significante op- of aanmerkingen op de onderzoeksmethode. In veel onderzoeken wordt niet
vergeleken met een controlegroep en dat is in dit geval wel gedaan.
Verder geeft de pilot-study van Gallego et al. [8] veelbelovende inzichten op basis van de observaties
door mantelzorgers en verzorgenden, maar deze kunnen niet cijfermatig worden onderbouwd. In dit
geval was de sample te klein (N=10) en waren er problemen met de onderzoeksmethode. Zo waren
de vragenlijsten voor en na de interventie door verschillende mensen ingevuld, hadden sommige
meetinstrumenten een plafond waardoor sommige verbeteringen niet gemeten konden worden, was
er geen controlegroep en deden niet alle deelnemers de vereiste extra oefensessies thuis.
Vanwege de beperkte hoeveelheid literatuur over het effect van yoga op mensen met dementie, heb
ik iets breder gekeken naar veel voorkomende problemen bij mensen met dementie en het mogelijke
effect van yoga op die afzonderlijke problemen. Verschillende wetenschappelijke disciplines
belichten verschillende soorten gevolgen van dementie. In de literatuur vind je grofweg de volgende
soorten gevolgen:
Praktische/functionele gevolgen
De praktische gevolgen van het verlies van de cognitieve functies. Bijvoorbeeld moeilijk
kunnen plannen, minder goed kunnen communiceren, dingen onthouden, enzovoort.
Psychologische/emotionele gevolgen
Psychologische consequenties die het dement worden met zich meebrengt. Bijvoorbeeld
gevoelens van onzekerheid, angst, onrust, depressie (kan ook als fysiologisch gevolg gezien
worden) en in de eindfase ook apathie [14].
Gedragsmatige gevolgen
De onrust, het gevoel van onveiligheid, decorumverlies en het onvermogen om impulsen te
onderdrukken kunnen zorgen voor probleemgedrag zoals verbale en fysieke agressie,
dwalen, neurotisch gedrag.
De literatuur geeft de meeste inzichten over de invloed van yoga op:
Stress
Angstgevoelens
2 Dit artikel was helaas niet volledig beschikbaar. Daarom heb ik mij gebaseerd op de informatie in de (uitgebreide) samenvatting van het artikel. Hierin werden de onderzoeksmethode, resultaten en conclusies afzonderlijk besproken.
11
Depressieve gevoelens
Stemming
Deze problemen komen veel voor bij mensen met dementie. Maar de oorzaak van deze klachten is
bij mensen met dementie vaak anders dan bij de mensen in de literatuur. Dit vraagt voorzichtigheid
bij de interpretatie van de resultaten van de besproken onderzoeken. Ook is de lichamelijke conditie
van de deelnemers aan de onderzoeken veel beter dan de lichamelijke conditie van de meeste
mensen met dementie. Dit is een extra reden om de gevonden resultaten met enige
terughoudendheid te extrapoleren naar mensen met dementie [11].
Effecten van yoga op mensen met dementie In het onderzoek van Fan en Chen [7] deden 33 mensen met dementie 12 weken lang drie keer per
week mee aan een yoga-sessie van 55 minuten. De mensen die yoga deden bleken nadien een
significant betere lichamelijke en mentale gezondheid te hebben dan de 35 mensen in de
controlegroep. De yoga-groep vertoonde:
Fysiologisch
Lagere bloeddruk
Rustigere ademhaling
Betere cardiovasculaire conditie
Meer bewegingsmogelijkheden in de gewrichten en meer souplesse
Meer spierkracht
Meer uithoudingsvermogen
Betere balans
Psychologisch en gedragsmatig
Minder depressieve klachten
Minder probleemgedrag
Vooral de veranderingen op psychologisch en gedragsmatig vlak hadden een zeer hoge significantie
(p < 0,001)3.
Gallego et al. [8] deden een aantal aanvullende observaties. In zijn pilot-studie kregen 8 mensen met
Alzheimer (middenfase) 14 weken lang twee uur per week Hatha Yoga. Alhoewel hij geen significante
resultaten (en soms zelfs tegenstrijdigheden) kon melden, zagen mantelzorgers de volgende
verbeteringen:
De deelnemers konden zich beter concentreren, bijvoorbeeld tijdens een gesprek.
Ze wisten zich te herinneren dat een goede ademhaling belangrijk is.
De deelnemers leken zich beter te voelen: ze glimlachten vaker, en hadden meer interactie
met medebewoners.
De deelnemers werden actiever. Waar sommigen eerst de hele dag zaten te dommelen,
begonnen zij wandelingetjes door het huis te maken. Ook ging het aankleden ’s ochtends
sneller, konden ze gemakkelijker opstaan en gaan zitten en konden sommige deelnemers
sneller in en uit de auto stappen.
Het verplegend personeel dat bij de oefensessies aanwezig was, rapporteerde de volgende
verbeteringen:
3 Dit betekent dat de kans dat de gevonden verandering op toeval berust kleiner is dan 0,1%.
12
De deelnemers werden vaardiger in het bewegen en uitvoeren van de houdingen, terwijl dit
in het begin soms zeer moeizaam ging.
De deelnemers leken zelfverzekerder, en raakten gaandeweg meer bereid om de houdingen
uit te voeren. Ook begrepen zij sneller wat ze moesten doen.
Alhoewel er nog te weinig onderzoek is gedaan om stellige beweringen te doen over het effect van
yoga op mensen met dementie, zijn dit veelbelovende resultaten. De pilot-studie van Gallego et al.
laat daarbij zien hoe moeilijk het is om geobserveerde verbeteringen ook weerspiegeld te krijgen in
cijfermatig bewijsmateriaal.
Effecten van yoga op mensen met stress, sombere stemming, angstklachten en depressie Verschillende onderzoeken melden positieve invloed van yoga op mensen met stress, sombere
stemming, angstklachten en depressie [9][11][3]4. De studies die zij onderzochten melden de
volgende significante resultaten:
Lagere hoeveelheden cortisol5 in het bloed [9].
Verbetering in emotioneel welbevinden [9].
Meer vitaliteit [9].
Minder vermoeidheid, beter slapen [9].
Minder angstgevoelens [9] [3].
Minder stress en examenstress [9].
Minder depressieklachten, zowel bij deelnemers met milde als meer ernstige depressie
[9][11][3].
Verminderde (ochtend)stijfheid en pijn [9].
Verbeterde kwaliteit van leven [9].
Minder negatieve gevoelens [9].
Groter gevoel van veiligheid [3].
Dementie gaat vaak gepaard met negatieve emoties; angst en onveiligheid spelen een grote rol [14].
Het zou daarom zinvol kunnen zijn om te onderzoeken of deze onderzoeksresultaten ook van
toepassing zijn op mensen die deze klachten ervaren als gevolg van hun dementie.
Effecten van beweging op mensen met dementie Scherder vertelt in zijn boek ‘Laat je hersenen niet zitten’ dat beweging goed is voor iedereen.
Oudere mensen die voldoende bewegen blijven langer vitaal en zieke mensen herstellen in de
meeste gevallen sneller als zij actief zijn. Er is echter niet zoveel onderzoek gedaan naar het effect
van bewegen op het cognitief functioneren van mensen met dementie. Maar de aanwijzingen die er
zijn, zijn positief. Het gaat dan om resultaten zoals het niet optreden van een verslechtering. Dit soort
resultaten zijn echter niet zoveel waard als het onderzoek geen goede controlegroep bevat. [12]
Er is wel een interessant resultaat voor mensen met Mild Cognitive Impairment (MCI) te melden.
Mensen met MCI hebben wel geheugenproblemen, maar bij hen is (nog) geen dementie vastgesteld.
Deze aandoening is wel een risicofactor voor dementie. In het onderzoek dat Scherder bespreekt
deed de onderzoeksgroep twee maanden aan tai chi en de controlegroep deed rekoefeningen. De
groep die tai ci deed liet een verbetering zien in het cognitief functioneren ten opzichte van de
controlegroep. Ook andere onderzoeken naar mensen met MCI lieten zien dat bewegen een positief
4 Dit zijn beide review studies. Dit type onderzoek analyseert een verzameling eerder uitgevoerde onderzoeken. 5 Stresshormoon
13
effect heeft op de cognitie. Toch zijn ook hier weer te weinig echt goede onderzoeken gedaan voor
harde conclusies. [12]
Mogelijke effecten van yoga op mensen met dementie gezien vanuit de
chakrapsychologie De chakrapsychologie biedt een geheel andere zienswijze op de (on)gezondheid van de mens en de
behandelbaarheid van aandoeningen dan de wetenschap. Inherent aan de traditie waaruit de
chakrapsychologie voortkomt, speelt de bewijsbaarheid van gezondheidseffecten van yoga geen
enkele rol. In deze paragraaf behandel ik eerst hoe we vanuit de chakrapsychologie naar dementie
kunnen kijken, en vervolgens wat mogelijke gunstige effecten van yoga kunnen zijn.
Dementie gezien vanuit de chakrapsychologie Vanuit de yoga gezien, zou je dementie kunnen beschouwen als het toppunt van involutie. Geen
enkele ziekte dwingt de verinnerlijking van de mens zo af als dementie. Dit komt ook aardig overeen
met de chakraleeftijden waarop dementie het meeste voorkomt.
Dementie treedt meestal op boven het 70ste levensjaar [18], en de meeste mensen met dementie zijn
80 jaar of ouder [2a]. Voor mannen horen deze leeftijden bij het vierde en vijfde chakra van de
tweede chakracyclus. Voor vrouwen horen hierbij het vijfde, zesde en zevende chakra van de tweede
chakracyclus. Dementie speelt zich dus bij veel mensen af tijdens het voor de tweede maal
doorlopen van het vijfde tot en met het zevende chakra. Bij een aantal mensen (vooral mannen) ook
al tijdens het voor de tweede maal doorlopen van het vierde chakra; en bij een aantal mensen
(vooral vrouwen) ook nog tijdens het voor de derde maal doorlopen van het eerste en eventueel
tweede (en derde) chakra.
Tijdens het doorlopen van het vijfde, zesde en zevende chakra spelen het loslaten van de bestaande
opvattingen, onthechting van binding, genot en angst en het loslaten van de tot dan toe
opgebouwde kennis een grote rol [10]. Dementie maakt dit proces onvermijdelijk. Geen wonder dat
mensen die dementie hebben dit als een enorm heftige en emotionele aangelegenheid zien, zolang
zij zich hiervan nog bewust zijn.
Viśuddha chakra - vijfde chakra
Het vijfde chakra, Viśuddha chakra, draait om onthechting. Het bijbehorende element is akāśa: ‘de
lege stille ruimte en de bron van klank en leven’ [10], blz. 47. Gevoelsorgaan en werkorgaan zijn de
oren en respectievelijk de stembanden. De emotie van Viśuddha chakra is onthechting. [10]
Dementie berooft mensen van hun herinneringen, hun cognitieve functies en hun vermogen om de
omgeving te begrijpen en daarmee te communiceren. In die zin dwingt het hun tot onthechting. Voor
veel mensen is dat heel moeilijk, en vanuit dat oogpunt zijn de angstgevoelens die we bij mensen
met dementie zien heel begrijpelijk. Verder zien we bij mensen met vorderende dementie dat zij hun
emoties steeds basaler en steeds meer in het moment ervaren: zij laten de emoties van het verleden
los, en maken zich niet meer druk om wat nog gaat komen. Voor hen bestaat er alleen het positieve
of negatieve gevoel van het nu, en angst en genot zijn daarin twee hoofdrolspelers omdat het zulke
basale emoties zijn.
Het gedrag van de evenwichtszoekers onder de mensen met dementie, is vanuit het perspectief van
Viśuddha chakra erg interessant. Het maken van geluiden om de ‘benodigde trillingen van binnen’ te
voelen (Verbraeck en Planken [14], blz. 43) zou je in dat opzicht kunnen zien als een manier om de
leegte en stilte in te vullen. Ook de opmerking dat zij dit waarschijnlijk doen om te ‘kunnen beseffen
dat zij nog leven.’ (Verbraeck en Planken [14], blz. 43), is zeer toepasselijk als je nagaat dat ‘durven
sterven’ hoort bij Viśuddha chakra [10].
14
Ajña chakra – zesde chakra
Het zesde chakra, Ajña chakra, is het chakra van het niet-weten. Men moet bereid zijn alle opgedane
kennis los te laten om tot inzicht te kunnen komen. Ajña chakra is niet verbonden met een element,
zij gaat aan het stoffelijke voorbij. [10]
Jos Plenckers schrijft in Chakravidya [10] bladzijde 52 ‘Dat betekent niet dat die kennis niet waar is of
waardeloos is geworden, maar dat de manier waarop die kennis is verworven niet bruikbaar is voor
het licht van dit chakra.’. Dit is een zeer treffende uitspraak voor de beschouwing van dementie
vanuit de chakrapsychologie. Iemand die dementeert kan namelijk niet meer zo goed bij zijn
expliciete geheugen, maar vaak nog wel bij zijn impliciete geheugen [4]. De manier waarop veel
kennis verworven wordt is via het expliciete geheugen. Kenmerkend van dit soort geheugen is dat de
herinnering bewust gevormd wordt (‘weten dat’) [4]. Het impliciete geheugen gaat over onbewust of
automatisch onthouden en leren (‘weten hoe’), zoals bijvoorbeeld bij het opdoen van vaardigheden
[4][6]. Maar ook het emotionele geheugen en het associatieve geheugen zijn voorbeelden van
impliciet geheugen [6]. Tot deze soorten impliciet geheugen kan iemand met dementie nog
weldegelijk toegang hebben. De manier waarop de kennis ten tijde van het gezonde leven verworven
werd is dus niet meer bruikbaar, maar het is voor iemand met dementie nog steeds mogelijk om
nieuwe kennis te verwerven! Een mooi voorbeeld hiervan wordt beschreven in (Op)nieuw geleerd,
oud gedaan [6]: een vrouw die met dementerende mensen werkt, had de mensen daar verteld dat ze
zwanger was. De mensen waren daar blij en enthousiast over: het sprak hun emotionele geheugen
aan. Ook toen haar zwangerschap nog niet zichtbaar was, vroegen de mensen vaak hoe de
zwangerschap verliep en of de verloskundige tevreden was. Soms werd zelfs de datum van een
controle onthouden, en werd er nadien naar geïnformeerd.
Desalniettemin verliest iemand die dementeert gaandeweg zijn vermogen om te denken op de
manier zoals we dat ons hele leven doen. En het is niet waarschijnlijk dat iemand met dementie nog
tot diepgaande inzichten zal komen, zoals dat bij Ajña chakra oorspronkelijk wordt bedoeld. Maar het
feit dat iemand niet meer op de gebruikelijke manier ‘bij kennis is’, wil niet zeggen dat die persoon
geen waardevolle kennis meer kan hebben. Toen mijn oma aan het sterven was, dwaalde er een
demente mevrouw over de gang. Ik kwam haar tegen en zij moest erg huilen toen ze bij de kamer van
mijn oma kwam. Ze wíst niet wat er gebeurde, maar ze voelde het haarfijn aan.
Sāhasrāra chakra – zevende chakra
Het zevende chakra, Sāhasrāra chakra, is het chakra van tevredenheid en eenheidservaring. [10]
Iemand met dementie keert steeds verder in zichzelf en het meeste contact met de omgeving gaat
verloren [14]. Ze hebben geen gedachten meer. In dat opzicht worden zij niet meer geplaagd door de
vṛtti’s (wervelingen) [5]:
Pramāṇa – bewijzen, juiste kennis
Viparyaya – dwalen, onjuiste kennis
Vikalpa – inbeelden, fantaseren
Nidrā – slapen
Smṛti - herinneren
Juiste kennis (Pramāṇa) en herinneringen (Smṛti) zijn vaak de eerste dingen die aan iemand met
dementie ontglippen. Logisch redeneren wordt moeilijker, en zaken die in het expliciete geheugen
liggen opgeslagen zijn moeilijker terug te halen (feiten, herinneringen etc.) [4]. Zoals Verbraeck en
Van der Plaats schrijven ([14], blz 14 en 17): ‘Mensen slaan hun herinneringen op in beelden of
plaatjes. […] Vanaf het moment dat de dementie begint, worden geen nieuwe plaatjes meer
opgenomen in het geheugen. Bestaande plaatjes vervagen en gaan verloren.’.
15
Bij fantaseren denken we ook in plaatjes. We bedenken dan mooie plaatjes op basis van onze
verlangens en angsten. In de begin- en middenfase kan iemand met dementie nog aardig geplaagd
worden door beelden en fantasieën (Vikalpa). Hij kan last hebben van waanbeelden en waanideeën,
of gaan confabuleren6 [14]. Ook iemands eigen kennis en overtuigingen (Viparyaya) kunnen iemand
met dementie nog tijden blijven plagen. Maar zowel fantaseren of het blijven hangen in ‘onjuiste
kennis’, zullen naarmate de dementie vordert ook niet meer mogelijk zijn.
Vooral van de werveling ‘slapen’ (Nidrā) kun je je afvragen of iemand met vergevorderde dementie
daar misschien juist ‘last’ van heeft. Hij is immers niet erg alert meer. Anderzijds stelt sūtra 1.10 van
Patañjali dat ‘Slapen is de werveling die afhangt van de afwezigheid van impulsen’ [5]. En als iemand
vergevorderd dement is, keert hij zo in zichzelf dat hij niet meer reageert op prikkels uit de
omgeving. De zen-dementerenden uit Hoofdstuk 1 komen zo in een heel ander licht te staan.
Misschien zijn zij wel heel tevreden.
Uit dit voorbeeld blijkt dat iemand die lijkt te ‘slapen’ toch ergens ook nog zeer helder bleek te zijn:
Tante F., de hoogbejaarde zwaar dementerende tante van iemand die bij mij op Yoga voor Ouderen
zat, lag op sterven. Haar familie waakte om de beurt bij haar, want het was nog slechts een kwestie
van uren of enkele dagen. Zij was al een paar dagen steeds in diepe slaap en niet meer
aanspreekbaar. Joke, mijn cursiste, waakte veel bij haar tante en bleef haar steeds vertellen wat er
gebeurde en wie er waren. Toen tante F.’s achterneef met zijn vrouw en negen maanden oude
dochtertje afscheid kwam nemen, vertelde Joke dat zij er waren. Tante F. was altijd gek geweest op
baby’s, dus Joke vertelde dat zij hun baby hadden meegenomen en ze brachten baby S. vlakbij tante
F., zodat zij haar kon voelen. Op dat moment opende tante F. haar ogen, en met een heldere,
stralende lach keek zij naar de baby. Precies met de blik zoals zij dat vroeger ook altijd deed. Meteen
daarna zakte zij weer weg en de volgende dag stierf zij, kort nadat zij glimlachte toen Joke zei ‘Lieve
tante F., ik ga naar huis. Dank u wel voor alles. U mag ons nu wel loslaten’.7
Mogelijke effecten van yoga gezien vanuit de chakrapsychologie Yoga helpt in het algemeen om het lichaam te ervaren, rustig en diep te ademen, het denken tot rust
te laten komen en te ontspannen. Dit kan mensen met dementie helpen om bijvoorbeeld:
Angstgevoelens te verminderen
Positieve emoties op te roepen
Een-zijn met het eigen lichaam te ervaren
Meer acceptatie van de situatie (in de beginfase)
Contact te maken met de mantelzorger (zie Hoofdstuk 3) op een andere manier
Stilte en leegte beter te kunnen aanvaarden
Verder zijn sūtra’s 1.27 t/m 1.30 van Patañjali [5] nog op een interessante manier toepasbaar voor
mensen met dementie:
1.27 De heilige lettergreep oṃ spreekt hem uit
1.28 Eentonig oṃ herhalen en de betekenis ervan oproepen
1.29 Dat opent een toegang tot de naar binnen gekeerde gedachten wat in de weg staat verdwijnt
6 Confabuleren is ook wel ‘eerlijk liegen’: iemand vertelt een verhaal dat niet waar, overdreven of veranderd is maar is zichzelf daar niet van bewust Fout! Verwijzingsbron niet gevonden.. Mensen met dementie gebruiken ier vaak een plaatje van vroeger voor [14]. 7 Dit verhaal is opgetekend in overleg met en met goedkeuring van Joke. Op haar verzoek zijn de namen van haar familieleden alleen met een voorletter aangeduid.
16
1.30 Ziekte, verstarring, twijfel, onbezonnenheid, luiheid, genotszucht, zinsbegoocheling, niet vooruit gaan, onvastheid, zijn de afleidingen van de geest die in de weg staan.
De vṛtti’s waar mensen met dementie nog last van hebben, zouden misschien verminderd kunnen
worden door oṃ te reciteren. Ook zouden de evenwichtszoekers uit Hoofdstuk 1 misschien baad
hebben bij het reciteren, omdat dit ook voor de inwendige trillingen zorgt waar zij zo’n behoefte aan
hebben [14].
17
Hoofdstuk 3 – Yoga voor mensen met dementie In dit hoofdstuk bekijken we hoe we yoga toegankelijk kunnen maken voor mensen met dementie.
Zij kunnen immers niet zomaar meer nieuwe dingen leren en onthouden door de beschadigingen van
hun hersenen. Maar door hun geheugen via een andere weg te benaderen, zijn er toch nog
mogelijkheden. Dit doen we door het impliciete geheugen aan te spreken en gebruik te maken van
de mogelijkheid om onbewust te leren [4]. Een methode die hier goed bij aansluit is het foutloos
leren.
In dit hoofdstuk werk ik uit wat foutloos leren inhoudt en welke consequenties dat heeft voor het
leren van yoga aan mensen met dementie.
Wat is nodig om yoga te leren en te beoefenen? Om yoga te kunnen leren en beoefenen zijn een paar dingen nodig, die voor de meeste mensen
vanzelfsprekend zijn. Maar voor mensen met dementie zijn deze dingen niet zo voor de hand liggend:
Aandacht bij de les kunnen houden [14].
Aanwijzingen voor een oefening begrijpen [14].
Uitvoeren van de aanwijzingen.
Aanwijzingen voor een oefening als een geheel interpreteren, zodat het een oefening wordt.
Na verloop van tijd de oefening ‘herkennen’ als deze wordt ingesproken, zodat de aandacht
naar de beleving verlegd kan worden.
Bij yoga voor mensen met een (redelijk) gevorderde dementie komt het onderscheid tussen het leren
en uitvoeren van de oefeningen en de beleving van een oefening sterker naar voren dan normaal. Bij
mensen zonder dementie is het namelijk doorgaans geen probleem om de oefening te onthouden
(met de aanwijzingen van de docent), nadat deze is aangeleerd. Bij mensen met dementie is dit
onthouden van de oefening veel moeilijker: het is net of de oefening iedere keer een beetje opnieuw
geleerd moet worden. Behalve als de oefening echt goed is ingesleten; dan gaat de opeenvolging van
bewegingen min of meer onbewust en vanzelf.
Dit onderscheid tussen leren en beleven van de oefeningen heeft de volgende implicaties:
Tijdens het aanleren van een oefening is er weinig tot geen ruimte voor beleving. Alle
concentratie is nodig voor het (foutloos) aanleren van de oefening.
Pas als de oefening eenmaal zo goed is aangeleerd dat deze is ‘ingesleten’, komt er ruimte
voor beleving.
Variaties en verdieping van een aangeleerde oefening zijn funest: dit wordt weer als een
nieuwe oefening ervaren [15].
Relevante behoeften en kenmerken van mensen met dementie voor het leren van
yoga Om te kunnen komen tot een aantal handvatten voor het lesgeven aan mensen met dementie, is het
handig om een overzicht te hebben van de relevante behoeften en kenmerken van deze doelgroep.
Oudere mensen:
Oudere mensen kunnen minder goed onbelangrijke informatie onderdrukken [1].
Het is daarom belangrijk om te oefenen in een rustige ruimte met weinig afleiding, de
oefeningen eenvoudig en sober in te spreken, en de oefeningen eenvoudig te houden.
Oudere mensen hebben een lagere denksnelheid [1].
Bij het inspreken van een oefening daarom voldoende tijd geven om de aanwijzingen te laten
‘landen’ en niet teveel tegelijk aanwijzingen geven.
18
Mensen met dementie:
Dementie tast het expliciete geheugen aan. Leerprocessen kunnen echter ook via het
impliciete geheugen verlopen. Leren is bij mensen met dementie daarom nog wel mogelijk
[4], maar met veel herhaling en ‘positief leren'. Mensen met dementie leren namelijk niet
meer van hun fouten, maar raken er juist van in de war.
Oefeningen moeten in kleine stappen worden opgedeeld waarbij elke stap bijna niet fout kan
gaan. De reeks van stappen die de oefening vormen moet vervolgens vaak voorgedaan en
herhaald worden. [4]
Dementie tast het vermogen om woorden te begrijpen aan.
Daarom is het ondersteunen van woorden met andere vormen van communicatie erg
behulpzaam [16]. Bij het inspreken van oefeningen betekent dat dat je altijd meedoet met de
oefening.
Mensen met Alzheimer dementie kunnen nog lang actief blijven of geactiveerd worden door
te kijken naar mensen die bewegen. Dit komt doordat het deel van de hersenen dat gebruikt
wordt bij primaire motorische functies nog lang in tact blijft en spiegelneuronen hier hun
goede werk doen. [12] Spiegelneuronen zorgen er namelijk voor dat door te kijken naar een
beweging dezelfde hersensellen geactiveerd worden als wanneer we die beweging zelf
zouden maken. [13] Dit betekent dat het voordoen van de oefeningen niet alleen belangrijk
is voor het begrip daarvan, maar ook voor het activeren van de deelnemers.
Emoties worden gekoppeld aan gebeurtenissen. Een gebeurtenis die veel indruk heeft
gemaakt kan makkelijker worden terug gehaald dan een neutrale gebeurtenis. Daar komt bij
dat negatieve emoties meer impact hebben dan positieve. Het is daarom heel belangrijk dat
negatieve emoties, zoals frustratie, boosheid, irritatie, gevoel van dwang, angst enzovoort
worden vermeden tijdens het leren van de oefeningen. Een positief gevoel tijdens het leren
versterkt de leerervaring. [4][6]
Mensen met dementie in de middenfase hebben veel baad bij routine en voorspelbaarheid
[14]. Het is daarom belangrijk om steeds op hetzelfde moment te oefenen en dezelfde
oefeningen op dezelfde manier te doen [8].
Wanneer kan iemand met dementie nog yoga leren? De methode van foutloos leren die ik in deze scriptie toepas, is volgens De Werd et al. [4] geschikt
voor mensen met een Minimal Mental State Examination (MMSE)8 score van 10 < MMSE < 23. Dit
staat gelijk aan dementie van minimale tot matige ernst. Als daarbij relatief vroeg wordt begonnen
met het leren volgens deze methode, blijven de resultaten nog tot ver in het dementieproces
behouden [4].
Yoga voor mensen met beginnende tot matig gevorderde dementie Mensen met dementie in de begin- of middenfase kunnen nog leren door het impliciet geheugen aan
te spreken. Dit is het geheugen waarin vaardigheden, emoties en dergelijke op een onbewuste
manier worden opgeslagen. Kort gezegd komt deze methode er op neer dat door dingen vaak te
herhalen op precies dezelfde manier, de handeling op den duur wordt ingeslepen. Iemand met
dementie is dan in staat om met behulp van een kleine trigger de handeling uit te voeren doordat
deze min of meer automatisch gaat. [4]
Foutloos leren De methode van foutloos leren bestaat uit de volgende elementen [4]:
8 Minimal Mental State Examination is een instrument waarmee globaal het niveau van de cognitieve functies bepaald kunnen worden [4].
19
De handeling of taak die aangeleerd moet worden wordt opgedeeld in eenvoudige stappen
die logisch op elkaar volgen. Elke stap is zo klein dat de kans om er een fout bij te maken zo
klein mogelijk is.
Tijdens het leren van de handeling of taak, zorgt de begeleider dat de leerling niet gaat
gokken wat hij moet doen. De begeleider anticipeert hierop en geeft hulp wanneer dat nodig
is.
De begeleider doet voor wat de leerling moet doen.
De begeleider vertelt de leerling wat hij moet doen tijdens het uitvoeren van de stappen.
Gebruikmaken van visuele cues die aangeven wat de leerling moet doen (bijvoorbeeld
plaatjes, steekwoorden of markeringen).
Eventuele fouten onmiddellijk corrigeren en de stap opnieuw uitvoeren.
Vanishing cues: de begeleiding door de begeleider en visuele cues wordt langzaam aan
afgebouwd.
Spaced retrieval: het herhalen van de taak wordt met een steeds groter tijdsinterval gedaan.
De begeleider bereidt de te leren taak of handeling voor door deze in kleine stappen op te delen en
de stappen af te beelden of op te schrijven. Vervolgens gaan begeleider en leerling samen oefenen.
Eerst doet de begeleider voor wat de leerling moet doen en benoemt daarbij alle stappen. Daarna
doen ze het samen en benoemt de begeleider weer alle stappen. Als de leerling er aan toe is om zelf
te gaan oefenen, benoemt de begeleider eerst nog elke stap terwijl de leerling deze uitvoert. Zodra
de leerling een fout dreigt te maken grijpt de begeleider in en corrigeert hij de fout. De taak wordt
dan weer van voor af aan opnieuw uitgevoerd. Als de leerling er aan toe is om met minder
begeleiding de taak uit te voeren, bouwt de begeleider de gesproken instructies langzaam af. Zodra
de leerling een fout maakt, wordt weer terug gegaan naar het uitvoeren van de taak met gesproken
instructie. Als de leerling de taak beheerst, wordt het tijdsinterval waartussen opnieuw geoefend
wordt steeds groter gemaakt.
In alle gevallen moeten frustraties of gevoelens van falen tijdens het oefenen zoveel mogelijk worden
voorkomen. Ook moet elke oefensessie met een goed gevoel worden afgerond. Dit om de
leerervaring goed te laten beklijven.
Foutloos leren toegepast op yoga Het toepassen van de methode voor foutloos leren op yoga voor mensen met dementie, geeft de
volgende handvatten:
Zorg dat altijd samen met een mantelzorger of verzorgende geoefend wordt, liefst altijd
dezelfde. Deze persoon moet zorgen dat fouten worden voorkomen.
Geef een korte les met een klein aantal duidelijke, eenvoudige oefeningen. Spreek elke
oefening steeds weer hetzelfde in. Zorg dat de mantelzorger of verzorgende de oefeningen
vooraf kent, zodat geen onduidelijkheid bestaat over wat de bedoeling is.
Doe eventueel eerst een aantal individuele sessies met elke deelnemer en zijn mantelzorger
of verzorgende, voordat hij in de (kleine) groep gaat meedoen.
Doe de oefening eerst zelf voor, en voer daarna samen uit. Benoem ook bij het voordoen wat
je doet.
Ondersteun wat je zegt met visuele informatie. Als je bijvoorbeeld zegt ‘kijk naar je hand’
beweeg dan ook even je hand. Aanvullend zou je een poster met grote afbeeldingen van de
oefeningen kunnen ophangen.
Noem de naam van de oefening, dan weet de mantelzorger of verzorgende wat er gaat
komen en heeft de persoon met dementie de kans om de naam en de oefening met elkaar te
gaan associëren. Op de lange duur kan dat helpen bij het onthouden van de oefening.
20
Aandachtspunten voor een optimale leerervaring Omdat de sfeer en de emotie gekoppeld worden aan de leerervaring, is het belangrijk dat deze zo
positief mogelijk zijn. Onderstaande aandachtspunten kunnen helpen de leerervaring zo positief
mogelijk te maken:
Oefen in een rustige omgeving, zodat er geen afleidende geluiden en bewegingen zijn [14].
Draag steeds dezelfde kleding, bij voorkeur in pasteltinten en zonder teksten of prints. Dit
omdat mensen met dementie dingen anders waarnemen dan wij [14]. Eventueel kun je iets
‘opvallends’ dragen, wat de mensen kan helpen om je te onthouden. Bijvoorbeeld een
broche of een bloem of sjaaltje in je haar.
Vloeiende overgangen tussen de oefeningen. Geen losse oefeningen, omdat dit steeds weer
de vraag kan oproepen ‘wat doe ik hier en wat gaat er gebeuren?’.
Oefen op de stoel - de meeste mensen in deze fase zijn niet erg mobiel meer, en het maakt
weglopen minder verleidelijk. Zitten is bovendien de meest rustige uitgangspositie.
Sfeer is allesbepalend [16]:
o ruimte, licht, geluid, materialen en geur moeten kloppen
o zorg voor een sfeervolle ruimte met gedimd licht
o een goede temperatuur is belangrijk
o een aangename geur kan helpen om in de juiste stemming te komen
o gebruik zachte, prettig aanvoelende materialen
o als je nog relatief veel aanwijzingen geeft, kan muziek afleiden; als je dat niet meer
doet, kan muziek helpen om de les tot een geheel te maken
Bied ruimte in de les voor het (samen) maken van geluiden, zoals oṃ.
Yogales voor mensen met vergevorderde dementie Als mensen ver gevorderd zijn in hun dementie, zou je je allereerst moeten afvragen of ze nog plezier
zouden kunnen beleven aan een yogales. De zen-dementerende heeft hier bijvoorbeeld misschien
helemaal geen behoefte aan. Als de yoga echter nog wel wat zou kunnen bijdrage aan de
levenskwaliteit maar het op aanwijzing uitvoeren van oefeningen niet meer mogelijk is, zou je naar
een andere vorm van ‘yoga’ kunnen gaan. Net zoals bij kinderyoga ga je dan terug naar de essentie
van de yoga. Je verandert de vorm op de manier zoals het nodig is, maar met behoud van de kern.
Uitgangspunten Bij yoga voor mensen met ver gevorderde dementie, zou je je tot de volgende uitgangspunten
kunnen beperken:
Positief gevoel oproepen
Lichaam op een prettige manier ervaren
Ontspanning brengen
Deze uitgangspunten vormen de kern van de yogales.
Toepassing Zorg, net als bij yoga voor mensen met dementie in de begin- of middenfase, voor een prettige en
rustige omgeving. Ook de assistentie van een mantelzorger of verzorgende is onmisbaar.
Bij ‘yoga’ voor deze doelgroep, zou je je kunnen beperken tot:
Verblijven in een ruimte met een prettige sfeer (licht, temperatuur, geur)
Fijne rustige muziek met natuurgeluiden, zodat de ‘les’ als een geheel ervaren kan worden
Simpele bewegingen maken die passen bij de muziek, bijvoorbeeld:
o Ruisen van de wind door het riet - heen en weer wiegen, evt. met armen erbij
21
o Geluid van de zee – naar voor en naar achteren buigen
o Vogelgeluiden – armen op en neer
o Plons geluiden – benen optillen en neer zetten
Mantelzorger of verzorgende simpele massagehandelingen laten uitvoeren, zodat het
lichaam op een prettige manier ervaren kan worden.
Samen oṃ reciteren, om rustig te worden en het leven te voelen.
22
Hoofdstuk 4 – Discussie In deze scriptie heb ik op basis van literatuuronderzoek zo goed mogelijk beargumenteerd dat yoga
voor mensen met dementie van toegevoegde waarde kan zijn en beschreven hoe yoga voor deze
doelgroep eruit zou kunnen zien. Ik heb me daarbij gebaseerd op ervaringen die in onderzoeken en
boeken beschreven zijn. Ik heb mijn aanbevelingen echter niet getoetst in de praktijk. Dit zou een
mooie aanvulling of vervolgstudie kunnen zijn.
Verder heb ik in Hoofdstuk 2 de aanname gedaan dat de gunstige effecten die voor yoga zijn
gevonden voor mensen met angstklachten, stress en depressie te extrapoleren zijn naar mensen met
dementie. De onderzoeken die deze effecten echter aantonen zijn veelal gedaan met jongere, fysiek
fittere mensen dan de doelgroep van deze scriptie. Het zou kunnen dat door de verminderde
mobiliteit van mensen met dementie, deze effecten op hun minder groot of zelfs niet te
reproduceren zijn.
23
Hoofdstuk 5 – Conclusie De diagnose dementie heeft voor veel mensen een definitief en fatalistisch karakter. Dement worden
betekent voor hen de onontkoombare weg omlaag; een niet te stoppen proces van verval. Het
verlies van waardigheid en levenskwaliteit worden dan ook vaak in een adem met dementie
genoemd. In deze scriptie heb ik willen laten zien dat dit een te negatief beeld is.
Yoga kan de levenskwaliteit van mensen met dementie mogelijk verbeteren. En de moeilijke thema’s
die tijdens het dementieproces voorbij komen, hebben in de yoga en chakrapsychologie een hele
natuurlijke plaats. Er is geen hard bewijs voor de gunstige effecten van yoga op het verloop van
dementie. Maar de aanwijzingen die er zijn, zijn positief.
Ook is het nog heel goed mogelijk om mensen met dementie yoga te leren. We moeten wel rekening
houden met hun behoeften en beperkingen. Foutloos leren is daarbij een goede methode.
Al met al zijn er voldoende aanwijzingen dat yoga betekenisvol kan zijn voor mensen met dementie.
Maar het vraagt wel een open manier van kijken naar het individu en liefde, kennis, ervaring en
toewijding om er daadwerkelijk wat mee te doen.
24
Literatuurlijst [1] Aleman, A. (2012), Het Seniorenbrein, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Atlas Contact
[2a] Alzheimer Nederland (2014), Factsheet: Wat is Dementie?, Alzheimer Nederland, 16
december 2015, url: http://www.alzheimer-
nederland.nl/media/1024802/factsheet_wat_is_dementie_-_publieksversie_01-07-2014.pdf
[2b] Alzheimer Nederland, Ziekte van Alzheimer, Alzheimer Nederland, 16 december 2015, url:
http://www.alzheimer-nederland.nl/media/509963/infopdf_ziekte_van_alzheimer.pdf
[2c] Alzheimer Nederland (2015), Eerste verschijnselen, Alzheimer Nederland, 16 december 2015,
url: http://www.alzheimer-nederland.nl/media/438900/infopdf_eerste_verschijnselen.pdf
[2d] Alzheimer Nederland, Vasculaire dementie, Alzheimer Nederland, 17 januari 2016, url:
http://www.alzheimer-nederland.nl/media/510004/infopdf_vasculaire_dementie.pdf
[2e] Alzheimer Nederland, Ziekte van Parkinson, Alzheimer Nederland, 17 januari 2016, url:
http://www.alzheimer-nederland.nl/media/509966/infopdf_ziekte_van_parkinson.pdf
[2f] Alzheimer Nederland, Lewy body dementie, Alzheimer Nederland, 17 januari 2016, url:
https://www.alzheimer-nederland.nl/dementie/soorten-vormen/lewy-body-dementie
[2g] Alzheimer Nederland, Frontotemporale dementie, Alzheimer Nederland, 17 januari 2016, url:
http://www.alzheimer-nederland.nl/media/509969/infopdf_frontotemporale_dementie.pdf
[3] Cramer H. et al. (2013), Yoga for Depression: a Systematic Review and Meta-analysis,
Depression and Anxiety, Volume 30 Issue 11, November 2013, blz. 1068-1083, url:
http://onlinelibrary.wiley.com/wol1/doi/10.1002/da.22166/abstract
[4] De Weerd, M., Boelen, D. en Kessels, R. (2013), Foutloos leren bij dementie, Den Haag, Boom
Lemma uitgevers
[5] Dijkstra J. en Cantore S. (2007), Patañjali’s sūtra’s Zien door Yoga, Haarlem, De Toorts
[6] Dirkse, R., Kessels, R., Hoogeveen, F. en Van Dixhoorn, I. (2013), (Op)nieuw geleerd, Oud
gedaan, Utrecht/Antwerpen, Kosmos uitgevers B.V.
[7] Fan J. en Chen, K. (2011), Using silver yoga excersises to promote physical and mental health
of elders with dementia in long-term care facilities, International Psychogeriatrics , Volume
23, Issue 08, October 2011, pp 1222-1230, url:
http://journals.cambridge.org/action/displayAbstract?fromPage=online&aid=8364216&fileId=
S1041610211000287
[8] Gallego Q. et al. (2011), Effects of Hatha-Yoga Program on a Small Group with Alzheimer’s
Disease, Journal of Yoga & Physical Therapy, url: http://www.omicsonline.org/effects-of-
hatha-yoga-program-on-a-small-group-with-alzheimers-disease-2157-
7595.1000104.php?aid=1788
[9] Pascoe, M. en Bauer, I. (2015), A systematic review of randomised control trials on the
effects of yoga on stress measures and mood, Journal of Psychiatric Research 68 (2015), blz.
270-282
[10] Plenckers J.L. (2002), Yogavidya Chakravidya, Bilthoven, Saswitha Opleiding voor Yoga en
Wijsbegeerte
25
[11] Pilkington, K. et al. (2005), Yoga for depression: the research evidence (review), Journal of
Affective Disorders 89 (2005), blz. 13-24
[12] Scherder, E. (2014), Laat je hersenen niet zitten, Amsterdam, Athenaeum – Polak & Van
Gennep
[13] Swaab, D. (2012), Wij zijn ons brein, Amsterdam/Antwerpen, Uitgeverij Contact
[14] Verbraeck, B. en Van der Plaats, A. (2013), De wondere wereld van dementie, Amsterdam,
Reed Business Education
[15] Verweijen A. et al. (onbekend), Yoga voor Doelgroepen, Bilthoven, Saswitha Opleiding voor
Yoga en Wijsbegeerte
[16] Vink, A., Erkelens, H. en Meinardi, L. (2012), Muziek en bewegen bij dementie, Amsterdam,
Reed Business Education
[17] VUmc Alzheimercentrum, Dementie met Lewy bodies, VUmc Alzheimercentrum, url:
http://www.alzheimercentrum.nl/dementie/dementievormen-en-hun-
behandeling/dementie-met-lewy-bodies/
[18] VUmc Alzheimercentrum, De ziekte van Alzheimer, url:
https://www.alzheimercentrum.nl/dementie/wat-is-dementie/de-ziekte-van-alzheimer/