Upload
others
View
0
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Directoraat-Generaal Rijkswaterstaat
Bouwdienst Rijkswaterstaat
z- BENELUXTUNNEL
Evaluatie Ontwerp- en besteksfase
Postbus 20000, 3502 LA Utrecht
Griffioenlaan 2, 3526 LA Utrecht
Telefoon (030) 285 76 00
Telefax 030 - 2897418
Bereikbaar vanaf station CS met buslijn 116 of sneltram Utrecht richting Nieuwegein/Ijsselstein (Halte
Westraven)
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
z- BENELUXTUNNEL
Evaluatie ontwerp- en besteksfase
Autorisatie/acceptatie door:
Geautoriseerd:
Projectleider
G.L. Tan
Paraaf:
~b/aDatum:
IJ 01./1000
Geaccepte
Bevoegd g
J. Bi rk
J/
Geaccepteerd:
Accountmanager
MAM. Beljaars
para~.
~~~
,~f)() 11- 7' - tr\? •
Doenr. : 1915-98-0508
Status : definitief
SDB : 207A
Versie : 1
Opsteller : N. M. Ceton-O 'Prinsen
Datum : 21 nov. 1999
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
Project 26 Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
Inhoudsopgave
1. INLEIDING .................•.....••..•.....•..•....••.•.•...••..•..........•.•........•............................•..•..•.••••.••••••••••••.••••.••••1
1.1. IDENTIFICATIE ................................................................................................................•...••.. 1
1.2. DOELSTELLING ....................................................................................................................•. 1
1.3. KADER .........................................................................................•..•.....•.......•.•..•..•...••.......... 2
2. PROJECT ACCEPT ATIENOORONTWERP-F ASE ..•...•.•......••.••.•••.....•.••.•••••.••••..••••••••••••••••••••.••.•••3
2.1. WERKZAAMHEDEN BOUWDIENST TOT BEGIN 1994 3
2.2. CONCLUSIE'S EN AANBEVELINGEN VOORONlWERPFASE ..................................•............•..••....•. 3
3. LEERPUNTEN ONTWERP- EN BESTEKSF ASE ..•....•...•...•.......•.••••..•••.•.........••••••..••••••••.••.•.••••••••••S
3.1. ALGEMEEN .............................................................................................................•......•....... 5
3.2. ONlWERPWERKZAAMHEDEN .....................................................................................•............ 5
3.2.1. Civiel rekenwerk 6
3.2.2. Civiel tekenwerk 7
3.2.3. Bouwkunde ontwerp 9
3.2.4. Elektromechanische installaties 11
3.3. BESTEK ................................................................................................•...........•.....•..•••.••.•.. 12
4. ELEMENTAIR ...........•.................•...........•........•..•..........•.....•........••••••••.•...•..........••...•••.••.••.••.•••••••••••• 14
4.1. BEGINFASE ........................................................................................................••.............•.• 14
4.2. LEER- EN VERBETERPUNTEN PROCES .................................................................•..........•....•. 14
4.3. TIJDSPLANNING ...........................................................................................•........•.......•.•..•. 16
4.4. CAPACiTEIT ...................................................................................................•....•.•.•.....•....•. 17
4.5. ORGANiSATIE 18
4.6. INFORMATIE ....................................................................................................•.................... 19
4.7. UITBESTEDING ...............................................................................................•.......•......•.•.... 19
5. INN 0 VATIEVE ASPECTEN ...•.......•............••.........•..............•...............•..•••••..........•••...•....•..••..••.•..•• 19
6. TEVREDENHEID PRINCIP AAL ........••..........................•.......•.........•..••.•...........•.•.•••..•••.•.••.••.•••••••.• 20
7. BEDRIJFSECONOMISCHE ANALYSE ....................••.•......•..............••.••..............••••.••••••••.••••••••••.•20
8. CONCLUSIES EN AANBEVELINGEN ................•.......•................................••.•.•...•.•....•••••...•.••.•.•••. 21
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
1. Inleiding
1.1. Identificatie
Projectnaam
Projectcode PBMS
Projectfase
Elementair
Documentnummer
Datum
Principaal
Bevoegd gezag
Projectleider
1.2. Doelstelling
: 28 Beneluxtunnel
: 1915
: ontwerp- en besteksfase
: SDB 207A
: 1915/COP/ELEM/990508
: 19 april 1999
: Directie Zuid-Holland
A. Moerman
: J.H. Bijkerk
: G.L.Tan (ontwerp- en besteksfase)
J. van Vliet (uitvoeringsfase)
De evaluatie beoogd een overzichtelijk en leesbaar document te zijn, met een
objectieve weergave van de gebeurtenissen, verwoord in heldere conclusies met
bruikbare aanbevelingen
Het doel van de evaluatie is ter lering voor volgende projecten. Hiertoe zullen zowel
de positieve als negatieve ervaringen worden benoemd.
De evaluatie is niet alleen bedoeld voor staf, projectleiders en medewerkers van
kwaliteitszorg maar ook voor andere medewerkers van Tunnelbouw.
Opzet en werkwijze
De tussentijdse evaluatie maakt onderdeel uit van de totale evaluatie volgens
Elementair (SDB 207). Aangezien er met het bestek een duidelijke fase is
afgesloten is er na beëindiging van deze fase gekozen om hierover een
tussenevaluatie te maken. Deze evaluatie heeft echter gedurende de ontwerp- en
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
1/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Doenr.: 1915-99-0508
besteksfase weinig tot geen aandacht gekend, zodat het een "achteraf overzicht"
is geworden van de relevante gebeurtenissen.
Aan de ontwerp- en besteksfase ging de voorontwerpfase vooraf. Deze
fase is tevens in deze evaluatie meegenomen. Vervolgens zijn de belangrijkste
leerpunten van de civiele, bouwkundige en electromechanische
ontwerpwerkzaamheden beschreven.
Apart is vermeld de geschiedenis van de beheersaspecten organisatie,
informatie, tijd, geld, capaciteit met de belangrijkste aandachtspunten. Ook de
ervaringen met betrekking tot uitbesteding worden apart vermeld.
Aan de financiële evaluatie is in een apart document aandacht besteed (docnr.
SOU 98-246).
1.3. Kader
Deze evaluatie heeft betrekking op de (voor}ontwerp en besteksfase van de 28
Beneluxtunnel.
De nadruk ligt op de activiteiten van de afdeling Tunnelbouw (DIU}. Op hoofdlijnen wordt
echter ook aandacht besteed aan de afdelingen Electrotechniek (NIE), Bouwkunde
(NICB) en bedrijfszaken (DIB).
Deze tussentijdse evaluatie maakt onderdeel uit van de totale evaluatie volgens
Elementair (SOS 207 A).
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
2/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
2. Projectacceptatie/voorontwerp-fase
2.1. WerkzaamhedenBouwdienst tot begin 1994
In 1990 wordt aan de Bouwdienst gevraagd een voorontwerp te maken voor de bouw
van de 29 Beneluxtunnel met 2 keer 2 rijstroken autoverkeer en een mogelijke
fietstunnel. Onder leiding van Jacob van Vliet is het project bij de afdeling Tunnelbouw
gestart. Het projectteam bestaat dan uit ca. 4 a 5 personen.
Door het projectteam worden diverse tunneldoorsnedevarianten berekend en getekend.
Ook wordt een begin gemaakt met het ontwerp van de toeritten. Tevens wordt voor de
locatie van het bouwdok een alternatievenafweging gemaakt, welke uiteindelijk
resulteert in een voorstel voor de keuze van het bouwdok te Barendrecht.
Omdat in deze fase de gebruikers van de toekomstige tunnel (nog) niet vastgesteld zijn,
blijkt het moeilijk een definitieve doorsnede vast te stellen. De projectleider stelt dan ook
in zijn beslisdocument (zie § 2.2) een lijst op van beslissingen die genomen dienen te
worden door de opdrachtgever alvorens een volgende fase (ontwerpfase) ingegaan kan
worden. Er worden echter geen besluiten genomen door de opdrachtgever, zodat de
ontwerpactiviteiten bij de Bouwdienst tijdelijk op een laag pilje worden voortgezet.
In maart 1993 wordt door het kabinet beslist om een 29 Beneluxtunnel aan te leggen met
2 keer 2 rijstroken, een metro, een mogelijkheid tot doelgroepenscheiding, een
wisselstrook en een fietsbuis. Tevens wordt een principe dwarsdoorsnede gekozen.
Met deze beslissing worden de activiteiten bij de Bouwdienst weer opgepakt en wordt in
1994 gestart met de ontwerp- en besteksfase. Toch zijn niet alle punten uit het
beslisdocument besloten en wordt weer geen formele opdracht aan de Bouwdienst
verschaft.
2.2. Conclusie's en aanbevelingen voorontwerpfase
• Met de principaal zakelijk omgaan en veel op schrift stellen is ook in de
voorontwerpfase zeer noodzakelijk;
• Niet eerder starten met de volgende fase van een project, dan wanneer is
voldaan aan alle vooraf afgesproken randvoorwaarden.
• Bij wisseling van projectleider in de volgende projectfase deze
afspraken/voorwaarden goed met de nieuwe projectleider kortsluiten;
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
3/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
I/~ . Wanneer geen overeenstemming met de principaal bereikt kan worden vóór de
start van de volgende fase, dient dit op schrift gesteld te worden.
• Tijdens de voorontwerpfase is te weinig aandacht besteed aan
electromechanische en bouwkundige aspecten. Hiervoor in de vo-fase
derhalve voor het budget een grote stelpost opnemen;
• Door de uitbreiding met de fiets- en metrokokers is de voorontwerpfase
eigenlijk nog niet afgesloten.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
4/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
3. Leerpunten ontwerp- en besteksfase
3.1. Algemeen
Begin 1994 wordt een hernieuwde start gemaakt met het project 28 Beneluxtunnel.
Hiertoe wordt een startdocument opgesteld: de Voorontwerpnota.
De Ontwerp- en besteksfase vormen één fase omdat het tijdspad van Directie Zuid-
Holland door de Bouwdienst als zeer kort wordt ingeschat. Binnen twee jaar dient het
bestek gereed te zijn terwijl de vo-fase voor het civiele deel nog niet gereed is en met de
vo-fase van de electromechanische installaties en het bouwkundig deel moet worden
begonnen.
Het dwarsprofiel uit de Voorontwerp nota 1990 wordt gewijzigd in de nieuwe
voorontwerpnota. De locatie van de fietsbuis wordt gewijzigd vanwege de technische
uitvoerbaarheid en kostenoverwegingen. Tekening BXT 470 vormt de basis voor het
ontwerp.
3.2. Ontwerpwerkzaamheden
Het definitief ontwerp van de 28 Beneluxtunnel kan worden opgedeeld in de volgende
onderdelen:
• civiel rekendeel;
• civiel tekendeel;
• bouwkundig gedeelte;
• EM-installaties.
Hoewel is afgesproken met het management dat ten behoeve van opleiding van eigen
mensen, er geen uitbesteding plaats zou vinden van civiele engineering, gebeurt dit
toch. Bij de onderhandelingen over het af te sluiten Clustercontract Tunnelbouw met
TEC en SAT wordt ook de 28 Beneluxtunnel genoemd. Deze onverwachte uitbesteding
heeft gevolgen voor het ontwerp en bestek. Het tijds pad vertraagd en er is meer
inspanning nodig aan Bouwdienstzijde dan verwacht door ondermeer de onbekendheid
van de opdrachtnemer met de Bouwdienst, de onervarenheid van enkele medewerkers
bij de opdrachtnemer en de moeilijkheid van het goed definiêren van de opdrachteisen
aan de opdrachtnemer.
Aanbeveling: opdrachteisen uitbesteding engineering goed definiëren.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
5/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Doenr.: 1915-99-0508
3.2. 1. Civiel rekenwerk
In de voorontwerpfase zijn globale berekeningen gemaakt. Deze worden in de
ontwerpfase nader uitgewerkt en ten behoeve van het bestek zelfs tot een zeer
gedetailleerd niveau.
Het rekenwerk wordt verdeeld in de volgende onderdelen:
• beton en palen toeritten;
• damwanden;
• elementen;
• OTAO;• diversen.
Het rekenwerk wordt het eerste jaar uitgevoerd door slechts één Constructeur Staticus,
af en toe bijgestaan door een tweede Constructeur. Dit blijkt te weinig.
IAanbeveling: Bij dergelijke grote projecten dienen minstens twee Constructeurs
Staticus continu bij het ontwerpproces betrokken te zijn, zeker wanneer het
project als leerproject wordt aangemerkt.
Tijdens het ontwerpproces speelde zich een onduidelijkheid over de
ontwerpverantwoordelijkheid. Uiteindelijk is de projectleider (in dit geval technisch
inhoudelijk goed op de hoogte) weliswaar eindverantwoordelijk, echter, wie neemt de
beslissingen over het ontwerp? Is dit de rekenaar of de disciplineleider? Bij de 28
Beneluxtunnel stond een ervaren disciplineleider tegenover een minder ervaren
constructeur staticus. Hierdoor kwam discussies zoals: de constructie moet dikker en
dus moeten de tekeningen worden aangepast of berekening moet opnieuw worden
gemaakt met de dikte zoals is getekend en dus meer wapening. Reden om de
tekeningen niet te wijzigen is vaak, zoals in de inleiding reeds is aangegeven, de krappe
tijd om de ontwerp- c.q. bestekstekeningen en het bestek op tijd klaar te krijgen.
Aanbevelingen:
• Bij het ontwerp moeten bij de start van het proces afspraken worden gemaakt
over waar de ontwerpverantwoodelijkheid ligt. o~ ("• Er dient gedU;;;;;de het ontwerpproces meer gestructureerd en spontaan _
overleg tussen de disciplines rekenen en tekenen plaats te vinden.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
6/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
3.2.2. Civiel tekenwerk
Opzet
De afspraak van één fase voor ontwerp en bestek heeft ook voor het tekenwerk
gevolgen gehad. Gekozen wordt voor een zodanige opzet van de ontwerptekening, dat
deze tekening door verdere detaillering de bestekstekening wordt en tevens in de
uitvoering gebruikt kan worden. Hierdoor zou tijdwinst te behalen zijn doordat er niet
steeds een nieuwe tekening opgezet dient te worden.
Het brengt echter ook een aantal problemen met zich mee:
• (te) grote mate van detaillering van de ontwerptekeningen. Hierdoor waren
ontwerpwijzigingen moeizaam door te voeren. Deze ontwerpwijzigingen (alignement
RET, dienstengebouwen) horen echter bij een dergelijk ontwerpproces;
• gevaar voor ondoorzichtigheid van het ontwerproces door gebruik computer (CAD-
Calma systeem) en geen zichtbare tekenvellen;
• geen duidelijk overzicht van de ontwerptekeningen, omdat er uiteindelijk gewerkt
wordt naar bestekstekeningen. Het was ook niet duidelijk wanneer de tekeningen
besteksgereed waren, zodat ze een basis konden vormen voor het schrijven van het
bestek (90 % gereed bleek geen duidelijke maatstaf).
• late aanlevering van wijzigingen rekenwerk (palen/onderwaterbeton/damwanden),
EM en bouwkunde, deze dienden in de bestekstekening aangepast te worden;
• diverse wijzigingen van alignement Zuid-Holland
In juni 1996 wordt door de projectleider besloten dat een stand van zaken van het
ontwerpproces richting Principaal ter kennisgeving gaat. Dit houdt in dat een soort
ontwerptekeningen afgedrukt worden. Deze blijken ook in het projectteam van groot
belang. Een ieder heeft het complete overzicht en elke discipline kan de tekeningen op
zijn/haar vakgebied toetsen.
Aanbeve/ingen tekenwerk in dit verband zijn:
~
' • voorontwerpfase eerst afsluiten met een goed afgesproken Programma van
Eisen voordat met ontwerpfase wordt begonnen;
• ontwerp- en besteksfase duidelijk gescheiden houden: eerst een ontwerp.
l daarvan acceptatie en daarna bestek;
• gedurende de lange ontwerp- en besteksfase geregeld aan alle
projectteam/eden een overzicht van de tekeningen (de A3 uitdraaien waren erg
populair) verstrekken;
• voor de tekeningen een tijd afspreken wanneer de ontwerptekeningen gereed
zijn en overgegaan wordt naar bestekstekening;
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
7/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
• zoeken naar een mogelijkheid voor het maken van eenvoudige schetsen eninspelen op andere disciplines.
Hoeveelheid
Bij de start van de ontwerpfase wordt een inschatting gemaakt van 37
bestekstekeningen, incl. 2 tekeningen voor de viaducten Vijfsluizen. Uiteindelijk zijn er
39 bestekstekeningen geproduceerd excl. de viaducten (deze vormden uiteindelijk door
gewijzigde afspraken met de principaal geen onderdeel meer van dit bestek). De
toename van de ingeschatte hoeveelheid tekeningen met 11% komt door de
verdere detaillering van het ontwerp, nader onderzoek en uitbreiding van de
opdracht:
• aanwezigheid veel vervuilde grond, die apart ontgraven diende te worden en dus op
tekening werd gezet;
• het bouwdok Barendrecht diende aangepast te worden hetgeen een extra tekening
betekende;
• uit nader geotechnisch onderzoek blijkt dat er oude constructieresten in de te
ontgraven oevers zitten, die op tekening aangegeven zijn;
• de kabelkokers tussen de bedieningsgebouwen van de bestaande en 28
Beneluxtunnel zijn op twee aparte tekeningen gekomen vanwege de complexiteit.
. J?;'G-. .
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
8/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
3.2.3. Bouwkunde ontwerp
Het bouwkundige ontwerp betreft de volgende onderdelen:
• dienstengebouwen;
• fietsbuisontsluiting en -inrichting.
Aangezien de eisen en randvoorwaarden ten aanzien van de fietsbuis nog niet geheel
duidelijk waren is gestart met de dienstengebouwen.
Ontwerp dienstengebouwen
Voor de twee dienstengebouwen (geen "bedieningsgebouwen" omdat er sprake wasJis
van centrale bediening van diverse objecten waaronder de Beneluxtunnels) wordt een
duidelijk maar abstract Programma van eisen opgesteld (doem. 95073).
De eisen zijn gebaseerd op het toenmalige programma van eisen van EM.
Wanneer echter het ontwerpproces EM vordert blijkt met name voor de diesels meer
ruimte nodig te zijn dan op moot 1 aanwezig is. Het programma van eisen ondergaat
een belangrijke wijziging: de diesels worden op de wisselverkeerskoker gepland. De
toegangen tot de dienstengebouwen dat via het dak van de wisselverkeerskoker
geprojecteerd waren werden verplaatst naar het front van de tunnelinganggen.
De wijzigingen hebben gevolgen voor zowel het bouwkundige ontwerp als het civiele
teken- en rekenwerk. Er blijkt een goede afstemming van de drie disciplines nodig
ten aanzien van de het bouwkundige gedeelte, zodat wijzigingen en gevolgen snel
afgestemd kunnen worden. Er kan gedacht worden aan een apart
raakvlakkenoverleg. Dit raakvlakkenoverleg kan in de beginfase helaas niet worden
opgestart omdat de onderdelen in verschillende fasen verkeren, doch in de besteksfase
is dat ook niet voldoende aanwezig geweest.
Een bouwkundige wijziging betekent tevens civiele reken- en tekencapaciteit. Hierop
kon niet altijd worden gerekend. Met name voor bouwkunde dient in de ontwerpfase
capaciteit gereserveerd te worden voor het doorrekenen van een bouwkundige
wijziging, of het uitwerken van een schets.
Teneinde de wijzigingen zoveel mogelijk te beperken en zo min mogelijk
constructiewijzigingen te verkrijgen dient gewerkt te worden met kenmerkende
structurele wanden met daartussen een niet dragende scheidingsconstructies
voor de bouwkundige indeling van de gebouwen.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
9/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
Ontwerp fietsbuisontsluiting
De in- en uitgangsgebouwen van de fietsers blijkt een interessant onderwerp voor vele
betrokkenen. Zowel de opdrachtgever als de betrokken gemeentes, de ENFB en de
brandweer bemoeide zich met de fietsbuis, hetgeen nieuwe PvE opleverde en daardoor
wijzigingen met zich meebrengt en tijd kostte. Dit is door het projectteam behoorlijk
onderschat geweest. Bovendien is het aan opdrachtgeverszijde niet geheel duidelijk
gecoördineerd.
Met name voor ondergrondse constructies voor niet-autosnelwegen (zoals de
fietsbuis) dient aandacht en tijd ingepland te worden voor de benodigde
afstemming met betrokkenen. Het PvE moet aanwezig zijn voordat er met eenontwerp kan worden begonnen.
(
Ook bleek de principaal zeer betrokken te zijn bij de uitwerking van de toegangspartij
van de fietsbuis. Dit is door het projectteam ook te laat onderkend. Uiteindelijk is voor dit
onderdeel door de Bouwdienst een apart Programma van Eisen opgesteld hetgeen
door de principaal is ondertekend. Dit PvE bevatte ondermeer de eisen ten aanzien van
de land mark, de sociale veiligheid, het onderhoud en de financiele randvoorwaarde.
Voor een gevoelig onderdeel zoals deze fietsbuisontsluiting een apart PvE
opstellen en door de principaal laten ondertekenen. Dit creëert duidelijkheid voor
zowel opdrachtgever, opdrachtnemer en derden.
Aanbevelingen bouwkunde zijn:
• bij het reken- en tekenwerk rekening te houden met de diverse
ontwerpwijzigingen die bij Bouwkunde kunnen plaats vinden (planning,
uitwerkingsniveau, opzet);
• een apart PvE opstellen en in een vroeg stadium door de principaal laten
ondertekenen.;
• met name voor ondergrondse constructies voor niet-autosnelwegen (zoals defietsbuis) dient aandacht en tijd ingepland te worden voor de benodigde
afstemming met betrokkenen/omgeving;
• meer aandacht voor raakvlakken EM, cr en BKI
• goede afspraken maken met de principaal;
• heldere en strakke afspraken maken met de architect.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
10/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
3.2.4. Elektromechanische installaties
Programma van eisen
Voor de elektromechanische installaties is door de werkgroep INBENCOR van de
directie Zuid-Holland een Programma van Eisen opgesteld. Dit PvE kent een te groot
detailniveau. Er werd over diverse onderdelen (kleur schakelaar) gesproken. Het is een
vertaling geworden van een vorig bestek en bevatte geen functionele eisen. Zeker
gezien het lange tijdstraject voordat de EM-instaJlaties worden geinstalleerd, verdient het
aanbeveling meer te verwijzen naar bestaande richtlijnen en een abstractere opzet te
kiezen.
Aanbeveling: Het PvE EM abstracter opzetten, met meer functionele eisen en
verwijzingen naar bestaande richtlijnen.
Voorontwerp
Op basis van het programma van eisen wordt door TEC in opdracht van NIE een goed
voorontwerp gemaakt. Het vormt de basis voor het bestek. Door de betrokkenheid van
Tec bij de Wijkertunnel bevat het stuk veel kopie van de Wijkertunnel en was er te
weinig ruimte voor nieuwe onderdelen. Deze werden uiteindelijk wel ingebracht door NIE
en de specialisten DIU.
Aandachtspunt: Ook bij EM ruimte creëren voor innovatieve aspecten, niet alleen
maar kopiëren van een vorige tunnel.
Ontwerp
Het voorontwerp vormt de basis voor het bestek van het EM-gedeelte. Er wordt dus
geen apart ontwerp gemaakt.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
11/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
3.3. Bestek
3.3. 1 Algemeen
Het bestek (incl.de bestekstekeningen) bestaat uit drie delen:
• het civiele bestek volgens het RAW systeem;
• het bouwkundig bestek volgens het Stabu systeem en;
• het Electromechanische bestek volgens het design and build principe.
Het maken van de bestekken verliep in het algemeen zeer moeizaam. De oorzaak is de
krappe tijd tussen de start van het (voor-)ontwerp en wanneer het bestek gereed moest
komen, de wijzigingen tussendoor en het vergaren van de gegevens.
3.3.2 Het civiele bestek
Het was afgesproken dat het bestek door de afdeling DIB zou worden geschreven. Dit
bleek niet mogelijk te zijn en wel om de volgende redenen:
• de tekeningen waren niet gereed;
• degene die het bestek schreef is bij het ontwerpen niet betrokken en beschikt
daarom niet over voldoende kennis om een gedetailleerde omschrijving te kunnen
maken.
De oplossing was, dat de ontwerper de omschrijving van het bestek maakte en de
schrijver alleen de tekst invoerde en het RAW-systematiek bewaakte.
De tekeningen hebben een vertraging ondergaan vanwege de verkeerde keuze van de
modellering van de tekeningen zoals eerder in hoofdstuk 2 is toegelicht. De keuze die
gemaakt is zou in de uitvoeringsfase tijdwinst opleveren doch voor de ontwerp en
besteksfase was dat een extra tijdrovende belasting.
Aanbeveling: de civiele ontwerper maakt het RAW bestek met
ondersteuning/toetsing van de afdeling Bedrijfszaken
3.3.3. Bouwkunde
Het bestek is door Zwarts en Jansma opgesteld. Door het gebrek aan tunnelkennis van
de architect vergt dit veel tijd van de Bouwdienst mensen voor controle en toetswerk.
Aanbeveling: Meer BK capaciteit reserveren voor de begeleiding van de architect.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
12/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
3.3.4. EM
Het bestek van de EM-installaties is grotendeels uitbesteed via het Clustercontract
Tunnelbouw. De begeleiding van het ingenieursbureau werd door de afdeling NIE
verzorgd. Het toetsen van bepaalde onderdelen geschiedt door specialisten van de
afdelingTunnelbouw. Gezien de krappe planning waaruit vertragingen voortvloeit en de
beschikbare capaciteit van de specialisten ontstaan veel problemen.
De projectleider hoort de toetsingen te initiëren en dient tijdig de planning en
capaciteifsreserveringen aan te passen, met name vanwege de inplanning van
specialisten.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
13/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Doenr.: 1915-99-0508
4. Elementair
4.1. Beginfase
Elementair verkeert bij de herstart in de opstartfase. Er wordt binnen de projecten nog
vooral gewerkt conform het ·Projectmatig Werken" principe. Aangezien het project 28
Beneluxtunnel reeds enkele jaren eerder was opgestart (zie hoofdstuk 2) wordt fase 100
niet nogmaals doorlopen.
Echter, zeker bij een herstart is het noodzakelijk hernieuwde afspraken te maken
met de principaal, goed na te denken over de aanbieding (wat gaan we wanneer
doen) en plan van aanpak. Het proces 100 Projectacceptatie zou opnieuw
doorlopen moeten worden zodat er vervolgens gestart kan worden met proces
200 Procesrealiatie.
Bij de certificeringsaudit in 1995 wordt het project door medewerkers van Lloyd's
beoordeeld. Deze test is door het team glansrijk doorstaan.
4.2. Leer-en verbeterpunten proces
Wanneer voor het eerst gestart wordt met het voorontwerp 28 Beneluxtunnel was een
opdracht op papier nog geen gewoonte bovendien bestond Elementair nog niet.
De Bouwdienst wordt door Directie Zuid-Holland gevraagd mee te draaien in het project
28 Beneluxtunnel. Ook een aanbieding en een duidelijke projectopdracht ontbreken in
deze Pre-Elementaire Fase.
Alvorens van start te gaan is door de projectleider een duidelijk DeelProjectplan Tunnel
opgesteld op basis van de beginselen van Projectmatig Werken. Ook is een
Voorontwerpnota opgesteld welke diende als beslisdocument conform Projectmatig
Werken hetgeen de Bouwdienst als leidraad voor het werkzaamheden hanteerde. Naast
een overzicht van de afgelopen fase en de bevindingen hierin, is tevens een lijst
toegevoegd met punten waarover de opdrachtgever een beslissing diende te nemen
alvorens de volgende fase van start zou kunnen gaan.
Wanneer in 1994 een herstart van het project plaats vindt, wordt een 28
Voorontwerpnota geschreven. Deze bevat ondermeer een hernieuwde
projectomschrijving. Daar de 28 voorontwerpnota door de principaal wordt ondertekend,
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
14/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
dient deze nota derhalve ondermeer als afsluiting van de toen verse fase 100 van
Elementair.
Doordat Elementair nog niet is ingevoerd bij de start! herstart (van 1990-1994) van
het project zijn er weinig startdocumenten waarin de vraag van de opdrachtgever
duidelijk verwoord staat. Ook andere afspraken zoals een aanbieding,
projectopdracht, programma van eisen worden weliswaar opgesteld conform het
toen vigerende Projectmatig Werken, een duidelijke goedkeuring van de
principaal ontbreekt.
Oe in 1994 opgesteld 28 Voorontwerpnota wordt door de principaal ondertekend en
bevat de volgende (Elementair) documenten:
• overzicht genomen besluiten;
• projectomschrijving;
• programma van eisen (SOS 201 A);
• aanpassingen bestaande tunnel;
• plan van aanpak (SOS 201 C);
• activiteitenplanning (SOS 2010)
• capaciteitsplanning (SOS 201 E)
• financiêle planning (SOB 201 F)
• kwaliteit (SOS 201 G)
• organisatieplan (SOS 2011)
• informatieplan (SOS 201 H)
Oe risicobenadering zoals deze tegenwoordig in Elementair staat (SOS 201 S) is er nog
niet in opgenomen. Wel wordt een in die tijd gebruikelijke lijst met Kritieke Onderdelen
en Elementen opgenomen in de nota.
Het document Voorontwerpnota 1994 vormde een goede basis voor de start van
de ontwerp- en besteksfase. Alle Elementaire onderdelen van de 201 fase worden
behandeld en zijn voor iedereen overzichtelijk gebundeld.
Wanneer het project vordert wordt een jaar later een Kwaliteitsplan opgesteld met
medewerking van de kwaliteitsfunctionaris van Tunnelbouw. Oit plan is eigenlijk een
vervolg op de voorontwerpnota. In dit document worden vooral de beheersaspecten
verder uitgewerkt. Oe verantwoordelijkheden en bevoegdheden van de
projectteamleden worden vastgelegd, de organisatie wordt verder ingevuld etc.
Oit document zou tegenwoordig Projectplan heten.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
15/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
4.3. Tijdsplanning
De beschikbare tijd voor het maken van ontwerp en bestek was kort. Reeds voor de
start is dit gemeld bij de principaal. Het samenvoegen van ontwerp en bestek in één
fase heeft uiteindelijk geen tijdwinst opgeleverd.
Het uitbesteden van engineeringswerkzaamheden kost veel tijd.
De uiteindelijke deadline is enkele malen verschoven hetgeen voor de motivatie van
Bouwdienstmedewerkers niet echt stimulerend was. Hierover dienen goede afspraken
met de principaal gemaakt te worden. Wel was de tijd hard nodig, mede door de diverse
wijzigingen tijdens de ontwerp- en besteksfase.
Voor het controleren van de tekeningen alvorens te starten met het bestekschrijven is
door het PT te weinig tijd uitgetrokken. Hiertoe zijn enkele gezamenlijke bijeenkomsten
noodzakelijk, waarin ruimte en tijd is voor discussie.
Ook het schrijven van een goed bestek (inclusief toetsen) kostte meer tijd. De
bestekschrijver dient ook inhoudelijke kennis te hebben van het ontwerp, om tot een
goed voorlopig bestek te komen. Met meer betrokkenheid van de ontwerpleider (toen
nog disciplineleider) bij het opzetten en schrijven van het bestek, is tijdwinst te halen.
Mede omdat deze wel weet wat er bedoeld wordt met een tekening.
Voor het beheersen van de activiteitenplanning werd het systeem Time-fine gebruikt.
Hierdoor was het mogelijk zowel op hoofdlijnen als op detailniveau de planning op te
zetten en te beheersen, PBMS biedt hiertoe niet de mogelijkheden. Een
projectbeheersingssysteem (TIME-fine, MS Project) is voor het sturen van de
voortgang van projecten van deze omvang onontbeerlijk.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
16/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwetp- en besteksfase Doenr.: 1915-99-0508
4.4. Capaciteit
Bouwkunde
De capaciteit van Bouwkunde was onvoldoende. Om het architectenbureau goed te
begeleiden (extern) en de raakvlakken goed af te dekken (intern) was meer capaciteit
nodig van NICB. Er werd verzuimd op PT-vergaderingen hetgeen de afstemming met de
andere disciplines niet ten goede kwam. Bovendien bood de door NICB ingehuurde
persoon onvoldoende zwaarte. Doch een zware ingehuurde persoon op zo'n functie is
niet wenselijk daar de kennis met het weggaan van de ingehuurde persoon verdwijnt.
EM
In principe beschikt de afdeling NIE over voldoende capaciteit om het ingehuurde
ingenieursbureau te begeleiden. Doordat medewerkers echter vele projecten moeten
begeleiden was er te weinig capaciteit daadwerkelijk aanwezig. Er werd verzuimd op
PT-vergaderingen hetgeen de afstemming met de andere disciplines niet ten goede
kwam.
Civiel
De rekencapaciteit was onvoldoende. In het eerste jaar van de ontwerpfase was slechts
een rekenaar beschikbaar voor rekenwerk en toetsen van ingenieursbureau. Ook later
bleek dat meer rekenaars gepland dienen te worden bij een dergelijk groot werk.
De tekencapaciteit was voldoende en werd verhoogd wanneer dit nodig was.
Er was te weinig capaciteit om het ingenieursbureau inhoudelijk te begeleiden bij
uitbestede ir.-diensten. Zeker omdat dit bureau door onervarenheid veel begeleiding
nodig had.
Bedrijfszaken
Er was te weinig capaciteit ingepland door bedrijfszaken (DIBC) voor het schrijven van
het bestek. Toen deze capaciteit werd ingehuurd was er niet altijd voldoende capaciteit
voor de controle van het bestek. Bovendien was de inhoudelijke kennis van het ontwerp
en de tekeningen onvoldoende bij de inhuur.
Ook het maken van de raming door bedrijfszaken (DIBK) was niet altijd optimaal
(weinig interne controle bij bedrijfszakenI).
Tijdens de ontwerpfase was er in het beginstadium onvoldoende ondersteuning van de
afdeling DIBC (contractzaken). Met de toewijzing van een bedrijfszakenmedewerker
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
17/22
Project 'Z' Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
(BEP) aan het project is dit aanzienlijk verbeterd. Zij was ook bij de PT-vergaderingen
aanwezig.
4.5. Organisatie
Intern
Het interne projectteam staat onder leiding van G.L. Tan. In de voorontwerpnota van
februari 1994 is een organogram opgenomen. Bij wijzigingen werd het organogram
aangepast.
De taken, plaats in de organisatie en bevoegdheden van de sleutelfiguren zijn
vastgelegd in het kwaliteitsplan uit 1995. Hierin is ook de vervangingsregeling
opgenomen.
Naast de drie disciplines civiel, bouwkunde en EM, die alle onder leiding stonden van
een disciplineleider, was ook de disciplineleider uitvoering (latere directie UAV)
vroegtijdig bij het ontwerp en bestek betrokken.
Afstemming tussen de disciplines vond voornamelijk plaats via de PT-vergaderingen.
Een apart gestructureerd raakvlakkenoverleg CT-BK en EM was zeker nuttig geweest
Extern
Het projectteam van de Bouwdienst is een onderdeel van de totale projectorganisatie 28
Benelux van de opdrachtgever.
De bevoegdheden en verantwoordelijkheden van de voorzitters van de
deelprojectgroepen (werkgroepen) zijn niet vastgelegd door de opdrachtgever. Er
bestaat een projectplan uit de voorontwerpfase. Dit is nooit aangepast in de ontwerp- en
besteksfase, hetgeen als een gemis is ervaren door het PT.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
18/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Doenr.: 1915-99-0508
4.6. Informatie
In het kwaliteitsplan staat vermeld welke overlegstructuren er bestaan, zowel met
Directie Zuid-Holland als intern Bouwdienst.
Ook staat in dit plan een verificatiematrix, een ilo matrix en afspraken over de
voortgangsrapportages. Van het type overleg is niet structureel afgeweken.
Voor de beheersing van de documentenstroom en de wijze van projectregistratie en
archivering is een hoofdstuk opgenomen in het kwaliteitsplan.
Hiervan is niet structureel afgeweken.
4.7. Uitbesteding
Grondmechanische onderzoeken dienen gecontroleerd te worden door interne
grondmechanicus, hiervoor dient dus capaciteit geraamd te worden. De contracten zijn
op basis van nacalculatie en dienen dus kritisch gecontroleerd te worden door de
contractgemachtigde.
Uitbesteding SAT
Zie halfjaarlijkse evaluaties van het clustercontract Tunnels c.a.
Zwarts en Jansma: BDD 2157
Voor deze opdrachtnemer betrof het één van de eerste tunnels. Toch diende ze een
ontwerp te maken op basis van een abstract PvE. Hierdoor was te veel begeleiding en
tijd nodig van de opdrachtgever omdat bouwkundige zaken lastig overdraagbaar blijken.
De opzet met een raamcontract en vervolgens vier deelcontracten werkte prima.
5. Innovatieve aspecten
Er zijn in de ontwerp- en besteksfase geen bijzondere innovatieve aspecten
opgetekend.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
19/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
6. TevredenheidPrincipaal
Na de aanbesteding is een Klanten Oordeel Registratie Formulieren (KORFJE) naar de
principaal gestuurd. Het betreft een KORFJE over de ontwerp- en besteksfase.
Het KORFJE is door de principaal nooit officieel teruggestuurd.
Wel bleek dat hij over een aantal zaken tevreden was (ontwerp, bestek). Enige
problemen had hij soms met de klantvriendelijkheid van de opdrachtnemer. Dit vindt zijn
oorsprong in het feit dat naar het oordeel van de projectleider de principaal acties op de
lange baan schoof en weinig besluiten nam en zich met zaken bemoeide die onder
verantwoordelijkheid van de Bouwdienst vielen.
Ter voorkoming van deze situatie dienen in een vroeg stadium schriftelijke afspraken
met de principaal gemaakt te worden over de verdeling van taken en
verantwoordelijkheden.
7. Bedrijfseconomischeanalyse
Door het projectteam wordt het totaal aantal aan het ontwerp- en bestek bestede uren
uitgezocht t.b.v. het bepalen van kentallen.
Zie ook document SDU 98-246 waarin een financiêle analyse is uitgewerkt van de
ontwerp- en besteksfase.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
20/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
8. Conclusies en aanbevelingen
In het volgende worden de belangrijkste conclusies en aanbevelingen opgesomd. Voor
het totaal aan conclusies en aanbevelingen wordt verwezen naar de betreffende
hoofdstukken waar de aanbevelingen schuin en vet gedrukt staan.
• In een vroeg stadium (ook in voorontwerpfase) schriftelijke afspraken met de
principaal maken over de verdeling van taken en verantwoordelijkheden.
• Met de principaal zakelijk omgaan en veel op schrift stellen.
\
• Voorontwerpfase eerst afsluiten met een goed afgesproken Programma van
Eisen voordat met ontwerpfase wordt begonnen.
• Ontwerp- en besteksfase duidelijk gescheiden houden: eerst een ontwerp,
daarvan acceptatie en daarna bestek.
• Opdrachteisen uitbesteding engineering (reken- en tekenwerk) goed
definiëren.
• Bij dergelijke grote projecten dienen minstens twee Constructeurs Staticus
continu bij het ontwerpproces betrokken te zijn, zeker wanneer het project als
leerproject wordt aangemerkt.
• Bij het ontwerp moeten bij de start van het proces afspraken worden gemaakt
over waar de ontwerpverantwoordelijkheid ligt.
• Er dient gedurende het ontwerpproces meer gestructureerd en spontaan
overleg tussen de disciplines rekenen en tekenen plaats te vinden.
• Gedurende de lange ontwerp- en besteksfase geregeld aan alle
projectteamleden een overzicht van de tekeningen (de A3 uitdraaien waren erg
populair) verstrekken.
• Voor de tekeningen een tijd afspreken wanneer de ontwerptekeningen gereed
zijn en overgegaan wordt naar bestekstekening.
• Bij het reken- en tekenwerk rekening te houden met de diverse
ontwerpwijzigingen die bij Bouwkunde kunnen plaats vinden (planning,
uitwerkingsniveau, opzet).
• Een apart PvE opstellen en in een vroeg stadium door de principaal laten
ondertekenen.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
21/22
Project 2" Beneluxtunnel Datum:21-11-99
Evaluatie ontwerp- en besteksfase Docnr.: 1915-99-0508
• Met name voor ondergrondse constructies voor niet-autosnelwegen (zoals de
fietsbuis) dient aandacht en tijd ingepland te worden voor de benodigde
afstemming met betrokkenen/omgeving.
• Meer aandacht voor raakvlakken EM, cr en BK!
• Heldere en strakke afspraken maken met de architect (ook financiele
randvoorwaarden).
• Het PvE EM abstracter opzetten, met meer functionele eisen en verwijzingen
naar bestaande richtlijnen.
• Ook bij EM ruimte creëren voor innovatieve aspecten, niet alleen maar
kopiëren van een vorige tunnel.
• De civiele ontwerper maakt zelf het RAW bestek met ondersteuning/toetsing
van de afdeling Bedrijfszaken.
• Een betere interne controleltoets op de kostenraming bij de afdeling
Kostprijszaken.
• Meer BK en EM capaciteit reserveren voor de begeleiding van de uitbesteding
bestek.
• Een projectbeheersingssysteem (TIME-fine, MS Project) is voor het sturen van
de voortgang van projecten van deze omvang onontbeerlijk.
\ • Ook in de (voor)ontwerp- en besteksfase het evalueren onderdeel maken vani
het proces.
Bouwdienst Rijkswaterstaat
Droge Infrastructuur
22/22
Ministerie van Verkeer en Waterstaat Directoraat -Generaal RijkswaterstaatBouwdienst Rijkswaterstaat
EVALUATIE VAN HET PROJECT
T"WEEDE BENEL UXTUNNEL•••• ...:.. --sëiIIIiI
(ELEMENTAIR 200, 300 EN 400),
(proces opdrachtrealisatie. contractvorming en
begeleiding contractuitvoering)
Document nr.:Status:Versie:
1915 - 2003 - 0060DefinitiefApril 20041
Auteur: M. van Veen IJ. Rundberg
Met bijdragen van: J. Rundberg (Dir. U.A.V. - BOD 2702 + PM Bouwdienst)M. Kraus en C. Wilschut (Dir. UAV - BOD 2702)W. Bron (Dir. U.A.V. - BOD 3443)
Met het autoriseren van dit document door projectmanager Bouwdienst, Bevoegd Gezag Bouwdienst enHoofdafdelingshoofd Bouwdienst is de evaluatie van de processen opdrachtrealisatie, contractvorming en begeleidingcontractuitvoeringgeaccepteerd.
atum/paraafn /'2...\ - i'2. .Oy
ACCEPTATIEirecteur Verkeersinfrastructeur
lr, H. Ruijter
AUTORISATIErojectmanager
lng, J. van Vliet
atum/paraaf
)..rJ I L/6 '-1
ACCEPTATIEevoegd Gezagr. B.P. Nieswaag
atum/paraaf
INHOUDSOPGA VE
PROJECTIDENTIFICATIE 1
VOORWOORD 2
MANAGEMENT SAMENVATTING 3
Leerpunten organisatie en proces 3
Leerpunten techniek 5
HET PROJECT 8
ORGANISATIESTRUCTUUR 9
ORGANISATIE/ COMMUNICATIE JO
Bouwdienst Intern 10Algemeen 10Projectleiding 10Directie U.A.V ~ 10D.l.B.C 11N.I.C 11
Afstemming Bouwdienst <--Aannemer (H.C.B.) 11
Afstemming Bouwdienst <--Aannemer (C.I.B.-2) 11
Afstemming Bouwdienst +-Principaal 12
Afstemming Bouwdienst +-Dienstkring 12
Raakvlakkenbeheersing 12
Teambuilding 13
Het Project op een Presenteerblaadje 13
Open Dagen 14
leerpunten Organisatie I Communicatie ~14
6 HET PROJECT IN UITVOERING 16
Algemeen 16
Het Ontwerp Versus Uitvoering 16
Toeritten / Bouwputten 16
Tunnelelementen / Bouwdok 17
O.T.A.O. 17-------------------------------Afbouw 18
E.M. 18
Liften & RoItrappen 19
Fietstunnel 19-------------------------------Overige Kunstwerken 19
Innovatie 20
Veiligheid 20
Leerpunten Project in Uitvoering 20
CONTRACTBEWAKING / FINANCIEEL BEHEER 2.1
Algemeen 23
Bestek Tunnel c.a. (BDD 2702) 23Omschrijving overeenkomst BDD 2702 ~____ 23
BDD 2702-01 (Civiel} 24BDD 2702-03 (Bouwkunde) 24
o1
2
3
4
5
7
BDD 2702-03 (E.M.) 25Aanvullende opdrachten Dienstkring 26Omschrijving CMF 25 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel 26Omschrijving CMF 25-01 (Variabel Onderhoud Beneluxtunnel) 26Omschrijving CMF 166 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel) 26Omschrijving CMF 285 (eind cmf) 26
Planning BDD 2702 27Oorzaken verschillen 27Kritische kanttekeningen 27
Planning CMF 25 27Planning CMF 25-0/ 27Planning CMF /66 27Wijzigingen t.O.V. het bestek 28Suggesties t.a. v. verbetering op het bestek 28
Bestek Overige Kunstwerken (BOD 3443) ~ 28Planning BDD 3443 29
Oorzaken verschillen 29Kritische kanttekeningen 29
BDD 2157 (Architect Zwarts & Jansma) 29
BOD 3466 / 2188 (Ingenieursbureau SAT) 30
CAR-verzekering 30
Leerpunten Contractbewaking / Financieel Beheer 30
KWALITEIT 32
Kwaliteitsborging BDD 2702 32Procesbeheersing 32Samenwerkingsmodel 32Toetsingsplan 32SCopebeheer 32Procedure Afwijkingen 33Externe Kwaliteitsborging (E.K.B.) 33
Interne en Externe Audits 33
Audits op Aannemer (intern) 34
Introductie B.F.B. (Borging Financieel Beheer) 34
Elementair / Projectmatig Werken 34
Leerpunten Kwaliteit 34
HET PROJECT OVERGEDRAGEN 36-----------------------Expressbanen 36
Overdracht Projectarchief / Kwaliteitsregistratie 36Kwaliteitsregistratie 36Overdracht Projectarchief ._ 36Tekeningenarchief 36Proces-verbaal van Overdracht 36
Onderhoudscontract 37
Hulpverleningsdiensten 37
Vergunning Wet Milieubeheer 37
Beheer & Onderhoudplan / TJ.S.B.O. 37
O-inspectie 38
Veiligheidsvoorzieningen Fietsbuis 38
Nazorg: Jaarlijkse evaluatie voor Sjaar 38
Leerpunten Overdragen Project 38
10 NOTEN 40
BIJLAGE I: TlJD 42
Perspeetieven 42
8
9
Kwaliteitsvoorwaarden en -waarborgen 42
ConcIusie 43
BIJLAGE 2 - OVERZICHT AUDITS BDD 2702 44-------------------BIJLAGE 3 - KOSTENONTWIKKELING BDD 2702 45
Aanneemsom versus gerealiseerd 45
Kostenontwikkeling van het meerwerk 45
Oorzaken van het meerwerk 45
Verbetervoorstellen voor toekomstige projecten 46
Suggesties t.a.v, verbetering op het bestek 46
BIJLAGE 4 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 2702 47
Beoordeling aannemer BDD-2702 47
Beoordeling onderaannemer BDD-2702 47
Beoordeling onderaannemer(s) BDD-2702 47
Toelichting 48
BIJLAGE 5- OVERZICHT AUDITS 3443 49
BIJLAGE 6 - KOSTENONTWIKKELING BDD 3443 IN CIJFERS 50
Aanneemsom versus gerealiseerd 50
Kostenontwikkeling van het meerwerk 50
BIJLAGE 7 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 3443 51
Beoordeling onderaannemer(s) BDD-3443 51
BIJLAGE 9 - KOSTENONTWIKKELING PROTOCOLLEN IN CIJFERS 52
Protocol 232 (Tunnel c.a.) 52
Protocol 1189 (Overige Kunstwerken) 52
Protocol 1126 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel) 52
Protocol 1848 (Variabel Onderhoud Beneluxtunnel) 52
Protocol 1238 (Vervuilde Grond) 52
BIJLAGE JO-BESTEDE UREN PER DISCIPLINE PER FASE (TOTALE PROJEC1) 53
T~EDEBENELUXTUNNELHa' .,.,; .. m~
o PROJECTIDENTIFICATIE
I Proiectcode(s)1915 - Tunnel c.a._._--_._-----~----------_._-_.- -----_.__ .
3528 - Overige Kunstwerken _. .-3640 - Vervuilde Grond~---_. __ ._--3477 - Onderhoud & Renovatie Bestaande Beneluxtunnel._----------- ..__._--_ ..-4494 - Variabel Onderhoud Beneluxtunnel(s)
I Protocolnummer(s)232 - Tunnel c.a,-118~_=-_Q.~~e Kunstv~;ërken=--=----------- -1238 - Vervuilde Grond1---- . --1126 - Onderhoud & Renovatie Bestaande Beneluxtunnel1------1848 - Variabel Onderhoud Bestaande Beneluxtunnel(s)
I Opdrachtgever RWS Directie Zuid-Holland.J.r:J.:_~~ilm<iker(Bevoegd Gezag)_______________ .____ir. M. Thijsse (Pr~ectmanager) ----_."------In~. C.Abrahamse (Prolectmanazer-protocol nr.: 1126 + 1848)
I Opdrachtnemer Bouwdienst Rijkswaterstaat Utrecht.!.r:Jl.P..:...Nieswaag ~~voegd Gezag)_______________.!!!.&:_L_~~..!!Yliet(Projectmanager) .. - ....-ir. J.R. Rundberg (Assistent Projectleider) -------ir. E.M.W. Gerrits (Assistent Projectleider - OKW)
I Directie U.A.V. Bouwdienst Riikswaterstaatinll:_F~..:d. Heuvel (BDD-2702) _________ ._ .__ .-in~. W. Bron (BDD-3443)
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 1 van 52
T~EDEBENELUXTUNNELHn!·~·"
1 VOORWOORD
In 1998 werd tot doel gesteld om ter lering voor toekomstige projecten binnen de BouwdienstRijkswaterstaat, zowel de positieve als de negatieve ervaringen van het project TweedeBeneluxtunnel te benoemen. Hierbij werd met name gedacht aan facetten als: contracten,organisatiebeleid, informatiebeleid, innovatie, afstemming disciplines, de verhoudingstafmanagement 1projectmanagement en de verhouding projectmanagement I projectteam.
Om de leerpunten van verschillende fasen in een project te kunnen benoemen, is besloten tot(bijna) jaarlijkse evaluaties door het afnemen van interviews bij diverse projectteamleden. Hetdocument wat nu voor u ligt is een samenvatting van alle interviews die sinds 1998 zijnafgenomen. Het geeft de belangrijkste ervaringen, leerpunten en gebeurtenissen uit alle fasenvan het project Tweede Beneluxtunnel weer en behandelt de Elementaire processen 200,300en 400.
(Project)evaluaties worden nog te vaak gezien als een noodzakelijk kwaad en het kan gebeurendat eindrapportages pas na projectafhandeling worden opgepakt. Gevolg is dat de rapportageen conclusies te laat binnen de Bouwdienst worden uitgezet en er te weinig met de conclusieswordt gedaan. Toch zijn evaluaties een zeer belangrijk instrument binnen kwaliteitsborging enkennismanagement Variëteit, flexibiliteit, differentiatie, individualisering en nieuwe techniekenzullen in de komende periode het beeld en de vormgeving van projecten veranderen - van een'Iearning organisation' naar een 'Iearning project'. Zo vormen toetsen (interne en financiëleaudits) niet meer louter een middel om vast te stellen of het gewenste niveau van beheersing isbereikt, zij krijgen in een toenemende mate een functie in het leerproces (diagnose, voortgang,feedback, bijsturing). De opzet binnen de Tweede Beneluxtunnel is dan ook geweest om deregelmatige evaluaties te gebruiken om tussentijds en bij de overgang tussen verschillendefasen (organisatorische) verbeteringen door te voeren. Dus ook voor interne verbeteringen.
Een belangrijk aspect in de beheersing van projecten is de sturing op tijd. In de voortdurendediscussie naar agentschap is het voor de Bouwdienst van groot belang anders om te gaan methet fenomeen tijd (zie ook bijlage 1). Tijd wordt over het algemeen ervaren als 'sluitpost op deprojectbegroting' . Binnen de Bouwdienst dient tijd te worden benut als projectmatigegrootheid met het oog op het bereiken van optimale projectresultaten. Voorbeelden van eencreatieve aanpak zijn de benutting van ICT-mogelijkheden en het hanteren van alternatievewerk- en organisatievormen. In een intergraal beleid op dit terrein en in tijdmanagement ligteen belangrijke sleutel voor kwaliteitsverbetering in het projectmatig werken.
Het Projectteam zelf is van mening dat vele zaken zeer goed zijn gegaan, er een fantastischespirit en teamgeest was, het totale project royaal binnen de tijd is opgeleverd, inclusief veelextra werkzaamheden en dat het project is afgesloten binnen het budget. Dus vele positievezaken. Dit neemt niet weg dat er leerpunten en -doelen zijn die gedurende dit project zijngeformuleerd en op projectniveau zijn aangepakt. Daarnaast zijn er leerpunten en -doelen dieBouwdienstbreed zouden moeten worden opgepakt.
Het zelflerend vermogen van projectteams wordt gestimuleerd door evaluaties serieus op tepakken. Het evaluatieproces dient te resulteren in een probleemoplossend denken en handelenin plaats van louter verslaglegging. Het projectteam Tweede Beneluxtunnel roept deBouwdienst en al haar medewerkers op om dit document in bovenstaand licht te lezen en tebespreken.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 2 van 52
T~EDEBENELUXTUNNELHst-...:·· s'"
2 MANAGEMENTSAMENVATIING
In de evaluatie van het project Tweede Beneluxtunnel (inclusief deelprojecten) worden debelangrijkste ervaringen, leerpunten en gebeurtenissen uit alle fasen weergegeven enbehandelt de Elementaire processen 200, 300 en 400. De evaluatie is aan de hand van eenuitgebreide inhoudsopgave opgebouwd. Door zoveel mogelijk in tekstblokken te werken mettitels, welke terug te vinden zijn in de inhoudsopgave, is getracht het overzicht te bewaren entracering te vergemakkelijken.
Leerpunten organisatie en proces
Contradbewaking / Financieel beheer
Het ontbreken van een goed en integraal financieel beheersysteem is een groot gemis. Veelruis omtrent de stand van zaken van de CMF'en alsmede de doorloopsnelheid hiervan en de(uiteindelijke) eindafrekeningen ontstond doordat de Directie U.A.v., het Projectmanagementen Bedrijfszaken met ieder hun eigen (van elkaar verschillend) bewakingssysteem werken.Gedurende de uitvoeringsfase hebben er zich Bouwdienstbreed wel ontwikkelingenvoorgedaan (eg. CONSIS, workflow-management, PPS/UVS) maar het verschilt per(onder)afdeling hoe deze systemen in de praktijk (mogen) worden gebruikt. Eén overall enefficiënt systeem wordt nog steeds gemist.
Gelet op de wijze waarop contractbeheersing wordt georganiseerd, in combinatie metcontractvorm en attitude t.o.v. administratie bij middelgroot tot grote werken, dient de DirectieU.A.V. versterkt te worden met een daartoe opgeleide administratief-juridisch ondersteuner.Dus: administratieve ondersteuning bij de Directie U.A.V. moet een veel hoger niveau krijgen.
Scopebeheer
Communicatie naar opdrachtnemer dus aannemer over scope en aanpassingen is duidelijk enhelder geformuleerd. Elke wijziging wordt middels een afwijkingenrapport vastgelegd en indiendeze financiële consequenties hebben dan wordt het via een CMF geregeld.Een dergelijk helder en duidelijke communicatie is er minder met Principaal. Vanaf start is veeltijd besteed aan programma van eisen, ontwerpuitgangspunten, etc. Deze zijn uiteraardvertaalt naar bestek. Wijzigingen en aanvullingen hierop worden niet goed eenduidigvastgelegd met Principaal. Besluiten in het ZH projectteamoverleg worden genotuleerd envastgelegd maar dekken niet alle veranderingen. Het zou verstandig zijn om een regelmatigoverleg te hebben met Principaal waarin alle veranderingen besproken en beter vastgelegdworden. Mede ook gelet op het feit dat het onontkoombaar is dat gedurende de looptijd vaneen dergelijk groot project, ook bij Principaal personele wijzigingen voordoen.
Omgaan organisatieveranderingen gedurende looptijd
Gedurende de looptijd van grote, infrastructurele projecten is het evident dat (ingrijpende)organisatorische veranderingen zullen optreden. Voor de Tweede Beneluxtunnel valt hierbij tedenken aan interne veranderingen zoals invoering Elementair en EKB. Maar daarnaast vindenook externe veranderingen plaats zoals reorganisatie Dienstkring, maar ook fusies/overnamesbinnen de aannemerij. Dergelijke veranderprocessen gaan nooit onopgemerkt aan hetprojectteam voorbij.
Een belangrijk aandachtspunt en ook verantwoordelijkheid voor de Bouwdienst is dan ook datingrijpende processen van sociale en bedrijfskundige veranderingen zich alleen dan latenverwezenlijken als het in samenspraak gaat met de mensen. Het overtuigen van hun collectieveverantwoordelijkheid geschiet alleen dan wanneer zij ook de instrumenten krijgen om invloeduit te oefenen op hun eigen omgeving.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 3 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELH'S' S"~
Samenwerkingsmodel
Het samenwerkingsmodel heeft goed gefunctioneerd met behoud van ieder zijn eigenverantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden waren in het begin helder afgesprokenwaardoor het samenwerkingsmodel op dit project tot een succesvolle samenwerking heeftgeleid.
Afronding project / Overdracht naar principaal
In de eindfase van een project, worden projectteam leden al weer snel op nieuwe werkengeplaatst. Ook nu weer heeft dit tot gevolg dat de afronding minder prioriteit krijgt en dus veellanger duurt dan nodig.
Daarnaast speelt dat met name de beheerder pas in een laat stadium geconfronteerd wordtmet de nieuwbouw. Bij de Tweede Beneluxtunnel is geprobeerd dit te voorkomen. DeBeheerder heeft vanaf de eerste dag grote inbreng gehad in de totstandkoming van deontwerpuitgangspunten en bestek. Als gevolg van een interne reorganisatie van de beheerderis er echter ruim anderhalf jaar geen communicatie geweest. Na de reorganisatie zijn er anderemensen met andere inzichten verantwoordelijk geworden. Dit heeft tot gevolg dat eerdereafspraken ter discussie worden gesteld (zie ook scope beheer), maar ook prioriteiten andersworden gesteld.
De Bouwdienst dient zich bewust te zijn dat na de oplevering, de nieuwbouw is afgerond maarhet project nog niet ten einde is. Beheerder blijft nog lange tijd vragen om een aanspreekpuntvoor eventuele ondersteuning. Daarnaast is het ook voor de Bouwdienst van belang om teweten wat ondervindingen zijn van de gebruiker om in volgende projecten weer mee tenemen. Om deze reden is er met Directie Zuid-Holland afgesproken om tot vijf jaar naoplevering een jaarlijkse evaluatie te houden. Deze evaluatie zal worden voorafgegaan dooreen gezamenlijke schouw. Aan de jaarlijkse evaluatie dienen van Bouwdienstzijde mee te doende disciplineleiders CT, BK en EM.
Teambuilding
Een project staat of valt met de betrokkenheid van iedereen. Alle betrokkenen moeten nietalleen doordrongen zijn van het belang van het project, maar ook zelf er achter staan. Er moetteamgeest gaan ontstaan, of desnoods gekweekt worden. Bij de Tweede Beneluxtunnel warende teambuildingdagen en 'uitjes' niet alleen bedoeld om het projectteam de kans te gevenelkaar als mens te leren kennen, ook werd hiermee een uiterst hecht team gevormd.
Naast bovenstaande activiteiten en de reguliere projectteamoverleggen, zijn ook 'specials'georganiseerd. Tijdens deze specials kregen diverse projectteamleden de mogelijkheid om ineen korte presentatie de anderen te informeren over de rol van hun discipline in het project,hun eigen werkzaamheden en de werkwijze van hun onderafdeling. Vooral gezien hetmultidisciplinaire karakter van het project is deze vorm van informatie-uitwisseling erg nuttig.Daarnaast werden probleempunten, onder andere als resultaat van de tussentijdse evaluaties,besproken op de 'specials'.
Het projectteam heeft het geheel aan activiteiten als uiterst positief ervaren.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 4 van 52
TWEEDE BENELUXfUNNEL&t· ...· .. =~
Inzet i.r.t. toegevoegde waarde onderafdelingen Bouwdienst
Bouwkunde (N.lnGedurende het project, en dan met name de uitvoeringsfase, is de beschikbare capaciteit vanuitde afdeling N.I.C. (Bouwkunde) bijna continue onvoldoende geweest. Als gevolg van dezecapaciteitsproblemen is te laat aan de slag gegaan met de bouwkundige uitvoeringstekeningen.Het is raadzaam een keuze te maken of N.I.C. dient te worden ingeschakeld of dat hetprojectteam direct zelf bouwkunde (en architectenbureau) aanstuurt.
Elektromechanische Installaties M (N.I.E.lDe ontwikkelingen bij de discipline EM gaan erg snel. Dit betekent dat de onderafdeling N.I.E.nog slechts op hoofdlijnen kennis kan hebben van alle installaties en de technischemogelijkheden. Omdat ontwikkelingen zo snel gaan, en de projecten zo'n lange tijd bestrijken,gebeurt het dat gespecificeerde installaties reeds 'ingehaald' zijn door nieuwe ontwikkelingen.Verder bestaat er een grote afhankelijkheid van de (onder)aannemers en leveranciers tenaanzien van de technische specificaties, vooral op software gebied. Er schuilt een groot gevaarop een onbeheersbaar proces indien specialistische kennis over beschikbare installaties nietwordt ingehuurd tijdens besteksfase.Het advies is om alle EM-installaties laten aan te besteden, inruil aller functionele eisen tespecificeren en eventueel weer "echte deskundigen" in te schakelen.
Leerpunten techniek
Civiel
Het tunnelontwerp wordt tijdens de uitvoeringsfase algemeen als goed ervaren. Wel hebben zichtijdens de uitvoering veel wijzigingen voorgedaan, zowel door principaal als Bouwdienst geïnitieerd,welke een grote invloed hadden op het ontwerp en de uitvoering hiervan.De bouw van de toeritten startte redelijk traag (heiwerk, paaltype en optimalisatie) maar uiteindelijkis het gelukt om binnen het afgesproken tijdschema te blijven.De bouw van de tunnelelementen in het bouwdok Barendrecht verliep zeer vlot. Een geregeldoverleg van ontwerp Utrecht, dir UAV en uitvoering van de aannemer heeft bijgedragen tot ditvlotte verloop en een verantwoord wapeningsnet, waarbij ook de veilige (ARBO) verwerking van dewapening als de uiteindelijke samenwerking beton/staal hoog in het vaandel stond.De voorbereiding, detailengineering en uitvoering van het O.T.A.O.-proces heeft veel inspanninggevergd van alle betrokken partijen. Met name de toetsing van de ontwerpuitgangspunten aan deopgelegde randvoorwaarden vergde veel energie en noodzaakte tot veelvuldig overleg.Er ;s vanaf de start van het project veel discussie geweest over de aan te houden grootte van dehorizontale krachten op de tunnelelementen als gevolg van passerende scheepvaart. De fout die deBouwdienst hier gemaakt heeft is dat men meegegaan is in de discussie in plaats van vast te houdenaan hetgeen hierover vastgelegd was in de ontwerpdocumenten behorende bij het bestek. Een enander heeft de aannemer de gelegenheid gegeven te dimensioneren op zelf afgeleide waardenterwijl de juistheid hiervan niet vaststond. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het moeten zoeken naareen alternatieve funderingsmethode voor een aantal tunnelelementen. Dit heeft geresulteerd in hetafzinken op grind van een viertal tunnelelementen. Het afzinken van het tweede tunnelelement (heteerste op grind) is de eerste keer mislukt vanwege overmatige slibafzetting op het grindbed. Dooraanpassing van grindbedconfiguratie (minder grindruggen, meer ruimte voor slibberging) bleek hetmogelijk te zijn het tunnelelement te kunnen afzinken.Sluitvoeg (oorzaak en aanbeveling):Een probleem heeft zich voorgedaan ter plaatse van de wiggen in de sluitvoeg. Geconstateerd werdscheurvorming in de buitenwanden met als gevolg lekkages en afspringende schollen beton van dewiggen zelf. Naar later is geanalyseerd is de scheurvorming ontstaan door uitzetting van detunnelelementen als gevolg van oplopende temperaturen (overgang winter-voorjaar). Dezeuitzetting heeft geleid tot een overbelasting van de wiggen en ook van de buitenwanden van deaanliggende tunnelelementen.Alhoewel met het optreden van de scheurvorming en de afspringende schollen het probleem van deuitzettende tunnelelementen feitelijk oplost was, was het een geluk bij een ongeluk dat de vloerstortvan de sluitvoeg op handen was. Door deze stort versneld (maar zonder de in het bestekvoorgeschreven alveolith voegvulling) uit te voeren kon het risico tot een acceptabel laag niveauworden teruggebracht.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 5 van 52
TWEEDE BEN EL UXTUNNELHw . ...:. S' idIiI
De oorzaak van de scheurvorming is gelegen in het niet onderkennen van deseizoenstemperatuureffecten in de tunnel. Het ontwerp van de sIuitvoeg is gebaseerd op hetontwerp van de siuitvoeg van de Wijkertunnel. Bij deze sluitvoeg speelde het temperatuureffect eenmindere rol aangezien deze siuitvoeg in de zomermaanden drooggezet werd en definitief gemaakt isin de winter.In het ontwerp van de sluitvoegomranding was in eerste instantie uitgegaan van een wig met eenhoogte van 6 m en een breedte van 0.4 m. Op verzoek van HeB is deze wig aangepast naar eenhoogte van 4 m en een breedte van 0.6 m. Voordeel was het hierbij het eenvoudiger kunnenmonteren van de console waarop de wig geplaatst wordt. De aanpassing betekende een verbredingvan de wig en derhalve het optreden van een grotere excentriciteit ten opzichte van de hartlijn vande wand. Een aanpassing waarvan achteraf afgevraagd kan worden of deze nou zo gelukkig was.De wandbelasting ter plaatse van de wig bleek daarnaast zodanig groot te zijn dat een stalen kraagom de wand heen noodzakelijk bleek om de kracht te kunnen inleiden in het beton.Normaalkracht en moment in de wand hebben geleid tot een zeer grote hoeveelheid wapening endaardoor een noodzakelijke aanpassing van het beton mengsel ter plaatse.De problematiek van het wegzetten van het moment en de normaalkracht kan voor een groot deelondervangen worden door het toepassen van een kraag over een grotere tunnellengte (bijvoorbeeldeen mootlengte). Feitelijk wordt dan over het deel van de "langere" kraag een grotere wanddiktetoegepast. Voordeel is het verdwijnen van de excentriciteit waardoor meer marge ontstaat om eentemperatuurbelasting op te nemen. Nadeel is een significant groter mootgewicht.
EM
Het ontwerp van de elektromechanische elementen (liften en roltrappen) is niet voldoendeafgestemd op het ontwerp van de open constructie.Op EM-gebied kan verder gemeld worden dat er met betrekking tot de liften en roltrappengeconstateerd is dat ontwerpaspecten automatisch worden overgenomen van andere projectenterwijl met slechte uitvoeringservaringen uit die andere projecten te weinig gedaan is. Voordergelijke constructies is het noodzakelijk een expert in te huren.
Bouwkunde
De gewenste kwaliteit van het architectonische ontwerp is niet bereikt. De glazen overkapping vergtveel onderhoud. Zowel in de detaillering als in de totale vormgeving zijn weersinvloeden onderschat,waardoor ontwerpaanpassingen noodzakelijk waren.Het architectonisch ontwerp bleek op een aantal onderdelen niet uitvoerbaar te zijn. Te noemen zijn,de vrij uitkragende lamellenwand, de gewalste kolommen van de fietsbuisoverkapping en deafmeting van de glasplaten. Door aanpassingen in het ontwerp bleek het mogelijk te zijn een enander qua vormgeving, maar gestoeld op andere constructiemethodes, alsnog te realiseren. Oorzaakligt echter al in een veel vroeger stadium. Ten tijde van het ontwerp, civiel en bouwkundig, heeft deprincipaal meermalen in het ontwerp ingegrepen. Om geen vertragingen op de uitvoering te krijgenis besloten om het architectonische deel van de toerit uit het bestek weg te laten en dit later in tevoegen. (zonder dat de vorm vaststond)
Raakvlakken disciplines
Tijdens de uitvoering zijn er op diverse onderwerpen afstemmingsproblemen opgetreden tussen dediverse disciplines. Voor een groot deel werd dit veroorzaakt door in tijd gezien het grote verschiltussen de detailengineeringsfasen tussen de disciplines. Daar waar civiel al gebouwd wordt verkeerdEM nog in het ontwerpstadium. Het ideale beeld is dat de ontwerpstadia voor EM en civieltegelijkertijd kunnen worden afgesloten. Voor EM is dit echter een moeilijk of niet haalbareaangelegenheid door de snel optredende veranderingen binnen de EM-markt. Wat vandaag wordtontworpen is over 2 jaren niet up to date en mogelijk niet meer leverbaar.De miscommunicatie op civiel-bouwkundig gebied is voor een groot deel veroorzaakt doordat dearchitect een ontwerp neergelegd heeft waarvan door civiel uitgegaan was dat dit haalbaar zou zijn,terwijl dit in de praktijk (met lettend op de centjes) zeker niet het geval bleek te zijn. Eennoodzakelijke aanpassing betreft hier het neerleggen van de ontwerpverantwoordelijkheid van civielen bouwkunde bij 1 discipline.
Overige kunstwerken
Ondanks veel opgetreden wijzigingen en het gevoel soms met een inhaalslag bezig te zijn is deuitvoering uiteindelijk zeer voorspoedig verlopen, exact volgens planning en met een prima kwaliteit.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 6 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELHts' . ...:....::...-.••
Innovaties
In de uitvoeringsfase zijn ook een aantal innovatieve aspecten aanwezig geweest. De belangrijksteten aanzien van de techniek waren:Koelkist (Bouwdok);Verdichtingsvrij beton mengsel (Bouwdok, tussenwand metro);Temperatuur en chloridenmetingen (tunnelelementen en toeritten);Grindbedden (4 van de 6 tunnelelementen) i.p.v. onderstromen;Fijn zand in beton (toeritten);Dimbare verlichting (tunnel):Roltrappen met traploze versnelling en bediening op afstand.Computergestuurd vijzelen van een dek van het oude viaduct Vijfsluizen (eervolle vermeldingbeton prijs 2000).
Uitvoering
Houdt bij het bouwkundig ontwerp rekening met de invloed van het ontwerp op de omgevingtijdens de gebruiksfase en het onderhoud van het ontwerp. Dit in relatie tot de aspecten sociale enverkeersveiligheid.M.b.t. het voorontwerp E.M. zoveel mogelijk ruimte creëren voor innovatieve aspecten en nietklakkeloos onderdelen kopiëren van een ander project.Voordat wijzigingen in het EM-ontwerp (opgelegd door principaal of door de projectorganisatie zelf)worden doorgevoerd: eerst kijken welke gevolgen dit heeft voor overige disciplines (Civiel i.r.t.Bouwkunde i.r.t. E.M.)Vooraf Bouwkunde volledig uitwerken en géén wijzigingen meer tijdens uitvoering!Kortom. Het bestek pas op de markt, als alle onderdelen geaccordeerd zijn. Dus veel tijdverlies aanhet begin van het ontwerpproces inbouwen. Zie opmerkingen bij: Leerpunten techniekBOUWKUNDE
EM - leerpunten diverse installaties
Hierbij een opsomming met de belangrijkste leerpunten van verschillende deelinstallaties:Tunnelver/ichting - deelinstallatie 21: werkt op zich goed, maar moet eenvoudiger kunnen werken.(bijv veel schakelstanden, diverse overgangen, etc),Dienstgangverlichting - deelinstallatie 22: dit werkte zo verschrikkelijk moeilijk dat men zichverschillende malen in het donker zette en vervolgens de bedieningsknoppen niet meer kan vinden.(daglicht inval in de dienstgang is er niet veel).Wij adviseren gewoon aan en uit stand, welke ook tebedienen is door de operator. Laat een paar lampen permanent branden voor een beetje oriëntatie.SDS - deelinstallatie 42: de beschreven functionaliteit van het systeem is zover beschreven, inclusiefalle denkbare situaties, dat deze installatie extreem veel data genereert, te veel eigenlijk, waardoor erzoveel meldingen zijn dat je er niets meer mee kunt. Hierbij adviseren wij een nieuwe heldere ensimpelere beschrijving van de functionaliteit.UDB's (uitklapbare dwangpijlborden) - deelinstallatie 48: deze elementen blijken qua robuustheid enfunctionaliteit niet goed te voldoen. Op zich is het systeem een goede. maar meer aandacht dientbesteed te worden aan de product omschrijvingen en beoordelen hoe e.e.a. past in het geheel.N.B. Overigens zijn de in het ontwerp meegenomen vormgeving van de UDB's in 2004 nogtoegepast in Frankrijk (o.a. Lille-Parijs). Het ontwerp. met daarbij de verbreding (0,60m) van detoerit kon dus toegepast worden, maar paste niet in de ogen van de (onder)aannemer. De veiligheidkomt nu bij een aanrijding in gedrang.Brandblusvoorzieningen - algemeen deelinstallatie 50: wij adviseren dat moet worden opgenomenhet innemen van water t.b.V. de wandenwaswagen of andere gebruikers van water. Ervaring leertdat op oneigenlijke manier water uit de hulpposten wordt gebruikt wat dan weer aanleiding totgeeft tot storingen.CCTV - deelinstallatie 61: in ontwerp meer overleg met de feitelijke gebruiker (operators,etc.) endeze daar ook aan houden. Nu is het te vrijblijvend en mopperen achteraf kan altijd.Besturing - algemeen deelinstallatie 80: reactie tijden beter omschrijven; geen verhaal over CPU-tijden, etc, maar gewoon druk op de knop en na zoveel tijd moet het lampje branden.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 7 van 52
TVi1EEDE BENELUXTUNNELH,. r.
3 HET PROJECT
Het Beneluxtraject, waarvan de eerste Beneluxtunnel deel uitmaakt, schoot reeds een aantaljaren tekort in capaciteit door toename van verkeersstromen in de omgevingRotterdam/Europoort. In 1988 is besloten tot een verbreding van de A-4 tussen Kethelplein enknooppunt Benelux en de aanleg van een tweede Beneluxtunnel onder de Nieuwe Maas. Ditbesluit is gebaseerd op de projectnota/MER-studie "Projectstudie oeververbinding ten westenvan Rotterdam" en vormde het startsein voor het project Tweede Beneluxtunnel (voorheenProject Beneluxcorridor).
Dit project betreft de bouw van een, naar Nederlandse maatstaven gemeten, zeer brede tunnel(inclusief de technische installaties), (aanpassingen aan) de dienstengebouwen, de realisatie vangeluidsschermen en grondkerende constructies, de aanpassingen aan en nieuwbouw van een(tweeling)viaduct en, niet te vergeten, de wegsignalering van het gehele wegvak Kethelplein -knooppunt Benelux.
Medio 1987 wordt door de Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland opdracht verleend aan deBouwdienst Rijkswaterstaat voor het ontwerpen en begeleiden van de bouw van de TweedeBeneluxtunnel, en ook aanpassingen aan bestaande en bouw van nieuwe kunstwerken. DeBouwdienst is vervolgens gestart met het opstellen van een Programma van Eisen, het makenvan voorontwerpen, het ontwerp en tenslotte het bestek.
In maart 1993 neemt het toenmalige kabinet het besluit om een tweede Beneluxtunnel aan teleggen met 2*2 rijstroken, een metro, een mogelijkheid tot doelgroepenscheiding, eenwisselstrook en een fietsbuis. Tegelijkertijd wordt dan een principe dwarsdoorsnede gekozen.Met dit besluit worden de activiteiten bij de Bouwdienst weer opgepakt en wordt in 1994gestart met de ontwerp- en besteksfase.
Op 1 oktober 1997, is na een onderhandelingsperiode waarin enige optimalisaties en eenherziene risicoverdeling is afgesproken, het contract met de H.eB.U getekend en kon met deuitvoering van de bouw van de Tweede Beneluxtunnel worden gestart.
In het daaropvolgende jaar, op 21 augustus 1998, is na een zeer korte voorbereidingstijd hetcontract met de aannemerscombinatie eI.B.-2m getekend en kon met de uitvoering van debouw van de Overige Kunstwerken worden gestart.
Op respectievelijk 21 februari 2002 en 11 april 2002 zijn de Tweede Beneluxtunnel en deOverige Kunstwerken conform de planning opgeleverd. Het mag een bewonderenswaardigeprestatie genoemd worden om in een zo complex contract - in een omgeving waar een grootdeel van de Nederlandse economie om draait - alle tussenliggende mijlpalen en eindmijlpalente kunnen vasthouden.
Er is tussen 1987 en 2003 veel gebeurd. Niet alleen de perikelen binnen de aannemerij (evenafgezien van alle zaken die gespeeld hebben rond de bouwfraude) maar vooral deveranderingen binnen de Bouwdienst (e.g. invoering Elementair, I.K.B.lE.K.B.) zijn voelbaargeweest in de werksituatie.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 8 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELH'S' -...:.. Z"~
4 ORGANISATIESTRUCTUURRWS ZUID-HOLLAND
Principaal
Dienstkring Rijnmond (vjh Rhoon)Aanspreekpunt: Projectmanager:
T.X.MJT.X.U.A.J. Moerman (van 1997 tot 1999)M. van Breda (van 1999 Urn 2001)M. Thijsse (van 2002 Urn 2004)
J. de Vries (van 1997 Urn 2000). van Bree (van 2000 Urn 2001)
Meneer Hallo (van2001 Urn 2001)C.Abrahamse (van 2002 t/m 2004)
BOUWDIENSTPROJECTORGANISATIEProjectmanager: J. van Vliet (uitvoeringsfase t/rn nazorgfase)Ass. PL: A. Gerrits (van 1997 Urn 1998 Tunne/ c.a, I van 1998 Urn nazorgfase Overige Kunstwerken)
M. Wilschut (van 1998 Urn 2001)J. Rundberg (van 2002 Urn 2004)
Projectbureau: M. van Veen (van 1997 t/rn 2003)A. van Waterschoot (van 1997 Urn 1999)L. Rensen (van 1998 Urn 2004)M. Wolfert (van 1999 t/rn 2001)
Contractbewaking: s. Scho/ten (voorontwerpfase t/rn nazorgfasse)L. Ha/dan-S/ee (bestei<faseUrn nazorgfase Overige Kunstwerken)
Ontwerpleiding: M. Proper (voorontwerpfase Urn nazorgfase enA. van Aart (bestek- en uitvoeringsfase CT)M. Mees (ontwerpfase Urn nazorgfase EM)J. Vos (ontwerpfase Urn l' deel uitvoeringsfase 8ouwkunde)P. Bossrhaart (2' deel uitvoeringsfase Urn nazorgfase Bouwkunde)
Dir. U.A.V.: L. Leeuw (van 1997 Urn medio 1998)F. v.d. Heuve/ (van 1998 t/rn 2004)W. Bron (Overige Kunstwerken)R. Hoeboer (CT/p/v. Urn 2000)J. Rundberg (Clip/v. van 2000 t/rn 2001)M. Kraus (CT/p/v. van 2001 Urn 2004)R. Priester (EM van 1997 Urn 2001»c. Wilschut (EM van 2001 Urn 2004)H. de Groen I H. Ho/ IH. HesselH. Weij I P. Stadhouder I J. Jongejan
Integrale aanbesteding
H.C.B.Raad van bestuur: H. Kruizinga. J.e. de Pagter, D. VinksProject directeur: P. NumanQA manager: P. vld Berg
rbo coördinator: D. WeijtersHfd werkvoorbereiding:
W. BoonstoppelPL Bouwdok: G. JonkheimCoördinatie materiaaldienst:
J.H. SchuttenPL toeritten: W. BijlsmaPL afzinken: W. BoonstoppelE/M-civiel coördinatie: W.JonkerE/M onderaannemer: L.G. van Es I A. LuijtenHfd administratie: R. Dikker
erkcommissie:
C.I.B.- 2J. Kitselaar. A. Rongen. M. de Vries.M. van Dongen. J. de WithP. Nelleman. J. V.d. Heuvel. P. Reedijk.R. van Laan. B. GedinkB. GedinkM.DaanG. V.d. KroonP. Kasterman (Viaduct Vijfsluizen/Spoorviaduct)E. van Houten (Grondwerk en Verhardingen)
(Geluidsschermen en Portalen)
Raad van bestuur:
Hoofdprojectleider :&G en KAM:
erkadministratie:Projectieider:
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 9 van 52
T~EDEBENELUXTUNNELHl'E-~'"
wisseling van de wacht door tijdgebrek bij de vertrekkende projectleider van de aannemeronvoldoende.
De cultuurverschillen bij de combinanten (beton, staal en wegenbouw aannemers) werktenzowel in posititieve als negatieve zin door in de uitvoering van het contract en vroegen om denodige flexibiliteit van de Directie U.A.V.
Afstemming Bouwdienst +-+ Principaal
Hoewel de verstandhouding tussen Bouwdienst en principaal goed te noemen valt, moetgezegd dat de besluitvaardigheid van de opdrachtgever ook nogal eens te wensen over liet. Ditkan mede geweten worden aan personele wijzigingen, te weten gedurende de uitvoeringsfaseheeft de principaal drie projectmanagers gehad. Deze wijzigingen vinden plaats buiten deinvloedsfeer van de Bouwdienst en benadrukt de noodzaak van een goed scopebeheer. Ooknu weer blijkt met name dat wijzigingen ten opzichte van de uitgangspunten naar principaalniet altijd eenduidig vastgelegd zijn.
Ook blijkt dat het traject dat de Bouwdienst volgt inzake de risicobeheersing (i.e. E.K.B.) nietsynchroon loopt aan het traject dat gevolgd wordt door de principaal. Met name de snelheidwaarmee het E.K.B.-systeem is verwezenlijkt bij de Bouwdienst heeft grote invloed op het heleproject gehad. De principaal erkent dat de snelle invoering en acceptatie binnen de Bouwdienstvooruitliep op de ontwikkelingen binnen de Rijkswaterstaat Directie Zuid-Holland - met soms'hinderlijke' gevolgen voor met name de Overige Kunstwerken.
Afstemming Bouwdienst +-+ Dienstkring
Vooral in het eerste jaar is de samenwerking zeer intensief geweest, uitgangspunten enkwaliteiteisen zijn in detail uitvoerig besproken. Vele personele wisselingen en de reorganisatiebij de Dienstkring hebben geresulteerd in een communicatieve stilstand van ruim anderhalfjaar. Dit heeft tot gevolg gehad dat vele wijzigingen c.q. afwijkingen op het ontwerp niet altijdgoed gedetailleerd genoeg doorgecommuniceerd zijn richting Dienstkring. Zo gebeurt het datde Dienstkring niet (tijdig) op de hoogte is van afwijkingen op het bestek (e.g. hetafwateringsplan, fietsplein, hoogtedetectie). Overigens dient de Dienstkring ook zelf zorg tedragen voor de betrokkenheid van hun medewerkers bij het project, zowel tijdens hetvoortraject als tijdens de uitvoeringsfase.
Tevens is ook nu weer duidelijk geworden dat een beheerder zich niet echt bewust is van hetproduct dat hem zal worden overgedragen tot het moment zelf. Ook nu weer stond debeheerder niet gesteld om direct bij overdracht onderhoud over te nemen. Daarnaast levertgebruik van het product nieuwe vragen en vele verzoeken tot aanpassingen op. Bouwdienstdient zich bewust te zijn van dergelijke verzoeken in de overdrachtsfase.
Raakv lakkenbeheersing
De zogeheten raakvlakkenbeheersing verloopt tijdens de uitvoering moeizaam. Acties blijvenlang staan, zie ook capaciteitsproblemen zoals verwoord bij N.l.e Veelal zijn meerdere(aanvullende) onderzoeken nodig geweest. Hierbij speelt vaak mee dat voor de bouwkundigen'vormgeving' en 'esthetica' van belang is en er dus continu feedback nodig is van de architect.Voor de andere disciplines zijn constructieve aspecten en functionaliteit vaak doorslaggevend.In een vergevorderd stadium van uitvoering is in samenwerking tussen de Directie U.A.V. ende ontwerpleider de ontwerp/uitvoeringscoördinatie zeer intensief opgepakt.
Opvallend is dat zowel de Bouwdienst als de aannemerscombinatie H.eB. de communicatietussen de verschillende disciplines gedurende de uitvoeringsfase als niet soepel ervaart. Ookblijkt dat niet iedereen zich bewust is van het belang en de complexiteit van de raakvlakkentussen de E.M.-, Civiel- en Bouwkundedisciplines. Dit is tijdens de uitvoeringsfase eerst envooral een praktisch aandachtspunt welke in de praktijk meer aandacht behoeft. Dit zoubijvoorbeeld op te lossen zijn door een aparte deskundige coördinator te benoemen die directonder de Bouwdienstprojectmanager opereert.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 12 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELH'S' .~. id"ta
De slechte afstemming tussen de E.M.-, Civiel- en Bouwkundediscplines kent meerdereoorzaken. Afstemmingsproblemen Civiel en EM vinden zijn oorzaak in het feit, dat civiel al eengereed product heeft en dat EM aan het uitwerken van het ontwerp bezig is, waardoorbijvoorbeeld het op een voor de uitvoering geschikt tijdstip van de EM ontwerpen op detekening te krijgen in strijd is met het aanleveren van de tekeningen aan HCB. Het opererenvan Bouwkunde wordt door het projectteam als oncoöperatief ervaren, zo wordt erbijvoorbeeld in een veel te laat stadium gereageerd op de vormgeving (e.g. camera enventilatoren in de fietsbuis). Het latere "fietsbuls-bestek" is vooral de E.M.-discpline blijvenachtervolgen.
Een belangrijk aandachtspunt in het niet soepel verlopen van de ontwerpcoördinatie is hetveranderingsproces dat zich afgespeeld heeft binnen de afdeling Tunnelbouw ten tijde van deuitvoering.
Teambuilding
Een project staat of valt met de betrokkenheid van iedereen. Alle betrokkenen moeten nietalleen doordrongen zijn van het belang van het project, maar er ook zelf achter staan. Er moetteamgeest gaan ontstaan, of desnoods gekweekt worden. Bij de Tweede Beneluxtunnel warende teambuildingdagen en 'uitjes' niet alleen bedoeld om het projectteam de kans te gevenelkaar als mens te leren kennen, ook werd hiermee een uiterst hecht team gevormd.
Behalve de reguliere standaard projectteamoverleggen en voornoemde teambuildingdagen zijndoor de Bouwdienstprojectorganisatie ook jaarlijkse 'specials' en teambuildingsdagengeorganiseerd. Deze specials werden gedurende de uitvoeringsfase minimaal vier keer per jaargehouden. Tijdens de specials kregen diverse projectteamleden van alle disciplines demogelijkheid om, middels een korte presentatie, onder andere te vertellen over hun rol in hetproject, hun werkzaamheden (en op welke wijze deze worden uitgevoerd) en de werkwijzebinnen hun onderafdeling. Vooral gezien het multidisciplinaire karakter van het project is dezevorm van informatieuitwisseling een pré en wordt door het projectteam als uiterst positiefervaren. Tevens werden de probleempunten zoals geconstateerd tijdens de tussenevaluatiestijdens de 'specials' besproken en aangepakt/opgelost.
Het Project op een Presenteerblaadje
De communicatie door de principaal richt zich hoofdzakelijk op het algemene publiek en dedirect omwonenden. Hiertoe heeft zij een informatiecentrum ingericht met voorlichters. Ditinformatiecentrum heeft niet goed gefunctioneerd. Daarnaast had de principaal een websiteverzorgd die helaas nooit up-tc-date was. Om deze redenen is de communicatie/voorlichtingnaar de overige belanghebbende partijen door de Bouwdienst zelf uitgevoerd.
Om het project (intern) over te brengen is een aantal communicatieactiviteiten opgestart:~ Leaflets: Hiermee wordt, in het kort, informatie gegeven over de verschillende
technische c.q. innovatieve aspecten van het project.~ Posters: Vooral bedoeld om aandacht en interesse te wekken voor het
project.~ Video: Op een korte band wordt de algemene context van het project
weergegeven en wordt informatie gegeven van de actuele stand vanzaken op het werk.• "Meer ruimte onder de Nieuwe Maas": algemene eindvideo over
totale werk in het Nederlands én Engels op video, DVD en CD-ROM(definitieve versie: juni 2003)
• "Eureka ... ": bouwmethode afgezonken tunnels op video (definitieveversie, maart 1999 )
• "Bouwdok Barendrecht": aanpassingen aan het bouwdok op video(definitieve versie, oktober 1998)
• "Bouw Toeritten": inpassing toeritten in de omgeving (definitieveversie, 1999)
~ Presentaties: Kant en klaar, goed vormgegeven en eenduidig presentatiemateriaal (inPowerPoint) t.b.V. lezingen, symposia, etc. Hier zijn tevens sheets en dia'svan gemaakt.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 13 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELHts' .,.,; .. rA
~ Foto's: Gedurende (bijna) de gehele uitvoeringsperiode van het project zijn vanalle belangrijke gebeurtenissen foto's gemaakt. Contract en coördinatiedoor ZH met MD.
~ Eindboek: In samenwerking met de aannemer is het boek "2d• Beneluxtunnel. ... datheb ik gemaakt!" verzorgd. Dit boek laat ondermeer de techniek,persoonlijke beleving van verschillende medewerkers en desamenwerking gedurende de realisatie aan bod komen.
Alle middelen zijn in principe op alle voor de Bouwdienst interessante doelgroepen gericht. Dituitgebreide communicatietraject heeft alle betrokkenen intensief op de hoogte gehouden vande voortgang van het project. Aangezien infrastructurele projecten langdurig zijn en groteinvloed hebben op de omgeving, is het nuttig en noodzakelijk om veel en helder te blijvencommuniceren. Ook voor medewerkers van (delen van) het project blijft het overzicht duidelijk.Dit verhoogt het teamverband en de bereidheid tot inzet.
De principaal heeft overigens van de meeste van deze communicatieproducten gebruikgemaakt voor de externe partijen. Achteraf bezien had de Bouwdienst beter zelf hetinformatiecentrum kunnen runnen. Uiteindelijk heeft de Bouwdienst de communicatiemiddelenaangedragen en technisch voorlichters georganiseerd, terwijl er geen vat gekregen kon wordenop het aansturen van het centrum.
Open Dagen
Om het project ook bij de familieleden van de projectmedewerkers te laten leven, hield hetproject in 1999, 2000 en 2001 open dagen. Deze, uiterst succesvolle, open dagen zijn insamenwerking met de voorlichtster van het informatiecentrum en de aannemerscombinatiegeorganiseerd.
Leerpunten Organisatie / Communicatie
• Waak ervoor dat projectteam leden (i.e. sleutelfunctionarissen) bij het ingaan van deonderhoudfase te snel op andere projecten worden geplaatst.
• Maak als projectleiding heldere en duidelijke keuzes in de strategie hoe om te gaan metverantwoordelijkheid van Directie UAV. m.b.t. scopebeheer en 'meer- en minderwerk'-discussies.
• Zorg dat er bij de verschillende afdeling voldoende capaciteit aanwezig is - anderswerkzaamheden uitbesteden: nagedacht dient te worden in hoeverre (en welke)werkzaamheden uitbesteedt kunnen/mogen worden.
• Zorg bij wisseling van sleutelfunctionarissen (Dir. U.A.V.lprojectmanagement) voor eengoede overdracht - de vertrekkende sleutelfunctionaris dient alle gemaakte afspraken tehebben vastgelegd (op papier).
• Posities en verantwoordelijkheden van mensen duidelijk afstemmen, b.v. door updates vanhet Projectplan (m.n. 'organisatieplan') middels een presentatie nader te toe te lichten.
• Zorg voor goede externe publiciteit (foto's. video. informatiecentrum, voorlichting).• Teambuilding en sociale interactie stimuleren. Onder meer door 'projectteam specials',
teambuildingsdagen. Regelmatige interne informatie-overdracht draagt bij aan hetgroepsproces. Ook overwegen dit met principaal te doen - de principaal maakt nu nog teweinig onderdeel uit van het team.
• De contractbewaker moet actief onderdeel uitmaken van het projectteam. Ook eenvervanger is zeer aan te raden. Niet alleen zorgt dit voor helderheid m.b.t. afstemmingjuridische zaken, ook kan de contractbewaker als DIB-contactpersoon fungeren voor hetprojectteam.
• Wees zakelijk in het optreden naar de aannemer.• Communiceer wijzingen/afwijkingen op het ontwerp ook tijdig door aan de toekomstige
beheerder.
• Neem in het projectteam (liefst al in de ontwerpfase) een raakvlakkencoördinator op(tijdens ontwerp- en besteksfase is er middels werkgroep tunnels voldoende gelegenheidvoor coördinatie geweest, ook met derden zoals RET(=GWR) en ZHontwerp ) . Deze kande afstemming en het opereren van de diverse disciplines bewaken, bijsturen en waarnodig ingrijpen.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 14 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL*7' .~ .••
• Organiseer regelmatig evaluaties tussen opdrachtgever / Directie UAV / aannemer(minstens één maal per jaar). Dit verhoogt de onderlinge verstandhouding en begrip.
• Organiseer startbijeenkomsten (kick-off's) bij nieuwe onderdelen, zoals start contract,onderhoudsfase, etc.
• Geef prioriteit aan communicatie en -middelen. Indien principaal hiertoe niet genoegruimte/financiën voor vrijmaakt dan in overweging nemen, ook het informatiecentrum teorganiseren.
.EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 15 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'S' .~ .••
6 HET PROJECT IN UITVOERING
Algemeen
Infrastructurele projecten vragen om een multidisciplinaire aanpak. In algemene zin benadertde Bouwdienst dergelijke projecten nog te vaak vanuit de civiele hoek (meeste projectleiders encontractgemachtigden hebben dan ook een civiele achtergrond). In hoofdlijnen kan het projectTweede Beneluxtunnel als volgt worden verdeeld: 65% civiel, 30% E.M. en 5% bouwkundig.Hierbij dient opgemerkt te worden dat de 5% bouwkundige aspecten in grote mate debeleving van de principaal bepalen over het object (het betreft zichtbare producten). HoewelE.M. en bouwkunde financieel 'slechts' een derde van de totale aanneemsom beslaat, is dit ookhet deel waar de grote discussiesmet principaal over ontstaan (zichtwerk en installaties).Bij de Tweede Beneluxtunnel hebben met name de bouwkundig aspecten onevenredig veeldiscussie en coördinatie opgeleverd, aangezien de gehele fietsbuisontsluiting hieronder viel. Dediverse onderdelen komen hierna aan bod.
Het Ontwerp Versus Uitvoering
Het tunnelontwerp wordt tijdens de uitvoeringsfase algemeen als goed ervaren. Wel hebbenzich tijdens de uitvoering veel wijzigingen voorgedaan, zowel door principaal als Bouwdienstgeïnitieerd, welke een grote invloed hadden op het ontwerp en de uitvoering hiervan.
De gewenste kwaliteit van het architectonische ontwerp is niet bereikt. Met name de glazenoverkapping en het fietsplein blijken tijdens de uitvoeringsfase niet te voldoen aan de gesteldeeisen. De Bouwdienst heeft gedurende de uitvoeringsfase veel extra energie moeten steken inhet ontwerp. De glazen overkapping vergt veel onderhoud. Hiertoe moesten extraonderhoudsvoorzieningen worden getroffen (met name voor de glazenwasser). Als gevolg vaneen gewijzigde normering ten aanzien van glazen overspanningen zijn onder de glazenoverkapping achteraf kabels aangebracht, ontworpen door de Bouwdienst ten behoeve van deopvang van glas in geval van bezwijken. Zowel in de detaillering als in de totale vormgevingzijn weersinvloeden onderschat. Zo bereiken neerslag en wind de liften en roltrappen. Achterafzijn windschermen en afvoergoten aangebracht. De elektromechanische elementen (liften enroltrappen) zijn niet voldoende afgestemd op het ontwerp van de open constructie. Dit laatsteis te wijten aan de door de principaal opgelegde wijziging van het ontwerp, i.e. de glazenconstructie moest een open constructie worden.
De architect had overigens in het ontwerp glasplaten van een type en grootte beschrevenwelke niet in Europa konden worden gemaakt (c.q. geleverd). Het was een geluk bij eenongeluk dat de hele discussieomtrent het glaswerk zo lang (circa driekwart jaar) heeft geduurd- op het moment dat de discussie afgerond werd, had een Belgische glasleverancier nieuwecapaciteit gerealiseerd waarbij het glas conform het ontwerp kon worden geleverd. Het betrofwel een eerste levering van dergelijke extreme glasplaten, dat onder andere groot uitval totgevolg had.Algemeen kan gesteld worden dat de haalbaarheid van het architectonische ontwerp zeerkritisch beschouwd dient te worden. Bij de architect zelf heeft dit ogenschijnlijk geen primaireaandacht. Als bijzonderheid kan hier nog genoemd worden het ontwerp van de lamellenwand.Alhoewel het ontwerp van de architect is, is hier door de Bouwdienst in nauwe samenwerkingmet de aannemer HeB een zeer grote ontwerpinspanning verricht om zonder de vormgevingaan te tasten toch een haalbare constructie te realiseren.
Toeritten / Bouwputten
De bouw van de toeritten startte redelijk traag (heiwerk, paaltype en optimalisatie) maaruiteindelijk is het gelukt om binnen het afgesproken tijdschema te blijven.De volgende bijzonderheden zijn te noemen bij de bouw van de toeritten:• de onderwaterbetonvloeren (afmetingen o.a. 55*25 m en 45*20 m) waren van primakwaliteit, geen watervoerende scheuren;
• de damwanden waren nagenoeg volledig waterremmend;• veel aandacht is geschonken aan de overgang tussen de landhoofden en de eerste moot vanhet open gedeelte qua vervorming;
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 16 van 52
T'V\lEEDE BENELUXTUNNEL
*$"~'A• de landhoofden waren slechts gedeeltelijk gereed voor het afzinken van het eerste
tunnelelement.
Tunnelelementen / Bouwdok
De bouw van de tunnelelementen in het bouwdok Barendrecht verliep zeer vlot. Het 2-wekelijkse overleg tussen ontwerp(BD Utrecht) / UAV / HCB en Wapelux(vlechterscombinatie) heeft bijgedragen tot een vlot verloop van de bouw, waarbij de kwaliteitvan de combinatie beton én staal als één samenwerkende constructie bovenaan stondResulterend in een zelfde overleg bij de bouw van de (hierboven genoemde) toeritten,waardoor wapeningsproblemen in een vroegtijdig stadium konden worden gesignaleerd enworden voorkomen. Het woord 'Benelux' werd in het bouwdok wel erg letterlijk opgevat: debouw van de elementen werd door een Belgische onderaannemer uitgevoerd en de nieuwedamwanden kwamen uit Luxemburg.In een tweetal bouwstromen werd een zodanige cyclus bereikt dat er iedere week eenvloerdeel, een wanddeel en een dakdeel gestort werd. In 15 maanden werden alletunnelelementen gebouwd.Qua ontwerp is er in de beginfase veel discussie geweest over de toe te passen norm voor hetberekenen van de dwarskracht. Uiteindelijk is gekozen voor de TNO-IBBC-methode. Doorfoutgevoelige interpretatiemogelijkheden op het gebied van de veiligheidsbenadering is nadiendoor de het Management van de Afdeling Tunnelbouw besloten deze methode in het vervolgniet meer toe te passen.Een klein probleem heeft zich voorgedaan met de rubberafdichting van de kopschotdeuren.Maar met een snelle - en een voor de aannemerscombinatie dure - herstelactie is dit opgelost.
O.T.A.O.IV
De voorbereiding, detailengineering en uitvoering van het O.T.A.O. -proces heeft veelinspanning gevergd van alle betrokken partijen. Met name de toetsing van deontwerpuitgangspunten aan de opgelegde randvoorwaarden vergde veel energie ennoodzaakte tot veelvuldig overleg.
De berekeningen van de invloed op de scheepvaart op afgezonken tunnelelementen blijkt nogsteeds een moeilijk proces te zijn. Er is vanaf de start van het project veel discussie geweestover de aan te houden grootte van de horizontale krachten op de tunnelelementen als gevolgvan passerende scheepvaart. De fout die de Bouwdienst hier gemaakt heeft is dat menmeegegaan is in de discussie in plaats van vast te houden aan hetgeen hierover vastgelegd wasin de ontwerpdocumenten behorende bij het bestek. Een en ander heeft de aannemer degelegenheid gegeven te dimensioneren op zelf afgeleide waarden terwijl de juistheid hiervanniet vaststond. Uiteindelijk heeft dit geleid tot het moeten zoeken naar een alternatievefunderingsmethode (grind) voor een aantal tunnelelementen toen bleek dat debesteksdocumenten niet aantoonbaar onjuist waren.Uiteindelijk zijn twee tunnelelementen onderstroomd met zand en vier tunnelelementen op
een grindbed geplaatst . Hierbij mag zeker opgemerkt worden dat de ervaringen metgrindbedden, opgedaan bij de 0resundtunnel in Denemarken, de uitvoering en voortgang vanhet afzinken veel hulp heeft geboden.
Met het afzinken van het eerste tunnelelement werd gestart op 7 november 1999. Het tweedetunnelelement kon niet op zijn eindpositie gebracht worden door snellere slibafzetting danverwacht. Dit element is uiteindelijk weer opgedreven. Een primeur voor in ieder gevalNederland, aangezien er nog nooit tevoren een tunnelelement vanaf zijn eindpositie weer isopgedreven. Vele brainstormsessies waren het gevolg en diverse alternatieven hebben de revuegepasseerd. Door het grindbed met grotere tussenruimten uit te voeren is ruimte gecreëerdvoor slibberging. In nauwe samenspraak met de aannemer is een oplossing gerealiseerd. Hierblijkt de waarde van de afspraken techniek en contract te scheiden. Door zuiver op technischeargumenten te discussiëren, is in een zeer korte tijd een goede, snelle oplossing gerealiseerd.Het proces werd vanaf half december weer gecontinueerd
De totale vertraging is zeer beperkt gebleven en op zondag 16 januari 2000, om 11:30 uur, laghet laatste tunnelelement op zijn plek", Vooral het beter beschrijven van de randvoorwaardenen de omgevingsaspecten is bij bovenstaande een groot en belangrijk aandachtspunt.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - aprîl2004 17 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hts' - .... " n'.Afbouw
Hoewel de afbouw zeer vlot verliep, was er soms veel discussie omtrent defietsbuisontsluitingen, glasplaten en afwerkingen van de terreinen. Er brak ook even paniek uittoen er ter plaatse van de sluitvoeg schollen beton van de wiggen afsprongen en scheuren inde buitenwanden werden gesignaleerd.Nadere toelichting:• Een probleem heeft zich voorgedaan ter plaatse van de wiggen in de sluitvoeg.
Geconstateerd werd scheurvorming in de buitenwanden met als gevolg lekkages enafspringende schollen beton van de wiggen zelf. Naar later is geanalyseerd is descheurvorming ontstaan door uitzetting van de tunnelelementen als gevolg van oplopendetemperaturen (overgang winter-voorjaar). Deze uitzetting heeft geleid tot eenoverbelasting van de wiggen en ook van de buitenwanden van de aanliggendetunnelelementen.Alhoewel met het optreden van de scheurvorming en de afspringende schollen hetprobleem van de uitzettende tunnelelementen feitelijk oplost was, was het een gelukbij een ongeluk dat de vloerstort van de sluitvoeg op handen was. Door deze stortversneld (maar zonder de in het bestek voorgeschreven alveolith voegvulling) uit tevoeren kon het risico tot een acceptabel laag niveau worden teruggebracht.De oorzaak van de scheurvorming is gelegen in het niet onderkennen van deseizoenstemperatuureffecten in de tunnel. Het ontwerp van de sluitvoeg is gebaseerd ophet ontwerp van de sluitvoeg van de Wijkertunnel. Bij deze sluitvoeg speelde hettemperatuureffect een mindere rol aangezien deze sluitvoeg in de zomermaandendrooggezet werd en definitief gemaakt is in de winter.
• In het ontwerp van de sluitvoegomranding was in eerste instantie uitgegaan van een wigmet een hoogte van 6 m en een breedte van 0.4 m. Op verzoek van HeB is deze wigaangepast naar een hoogte van 4 m en een breedte van 0.6 m. Voordeel was het hierbijhet eenvoudiger kunnen monteren van de console waarop de wig geplaatst wordt. Deaanpassing betekende een verbreding van de wig en derhalve het optreden van eengrotere excentriciteit ten opzichte van de hartlijn van de wand. Een aanpassing waarvanachteraf afgevraagd kan worden of deze nou zo gelukkig was.De wandbelasting ter plaatse van de wig bleek daarnaast zodanig groot te zijn dateen stalen kraag om de wand heen noodzakelijk bleek om de kracht te kunneninleiden in het beton.Normaalkracht en moment in de wand hebben geleid tot een zeer grote hoeveelheidwapening en daardoor een noodzakelijke aanpassing van het beton mengsel terplaatse.De problematiek van het wegzetten van het moment en de normaalkracht kan vooreen groot deel ondervangen worden door het toepassen van een kraag over eengrotere tunnellengte (bijvoorbeeld een mootlengte). Feitelijk wordt dan over het deelvan de "langere" kraag een grotere wanddikte toegepast. Voordeel is het verdwijnenvan de excentriciteit waardoor meer marge ontstaat om een temperatuurbelasting opte nemen. Nadeel is een significant groter mootgewicht.
De plaatsing van de wiggen aan de buitenzijde van de constructie (sinds de Noordtunnel) komtdoor de toepassing van de gestorte sluitvoeg en/of het ontbreken van mogelijkheden terplaatse van de middenwand. In de toekomst zal van geval tot geval moeten wordenonderzocht of de kraagoplossing voor de sluitvoeg optimaal is. Voordeel, van het buiten deconstructie plaatsen van de wiggen, is dat er in binnen de tunnelconstructie zonder sloopwerkaan de tussenwanden kan worden begonnen.
Als bijzonderheid is nog te noemen dat het betonstorten boven in de sluitvoeg 'gevolgd' werddoor een camera.
E.M.
Er is bij de ontwerpfase te weinig rekening gehouden met het feit dat tussen het het ontwerpen de uitvoering voor E.M. een periode van circa drie jaar zit. In een zeer vroeg stadium moeter op detailniveau worden gewerkt. Op E.M.-gebied vinden ontwikkelingen echter in een
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 18 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7' .~ .••
dusdanig snel tempo plaats dat dieptekennis dreigt te gaan ontbreken bij de Bouwdienst metals gevolg dat de Bouwdienst alleen in staat is om op (technische) hoofdlijnen te toetsen. Hetvertrouwen in adviseurs en leveranciers moet in dit geval wel heel groot zijn.
De verantwoordelijkheid voor de E.M.-coördinatie is bij de aannemerscombinatie (H.CB.)neergelegd conform het gesloten contract. Bij de H.CB. was daar intern het nodige overlegover. Ook vormen de verschillen in bijvoorbeeld systematiek tussen de drie deelbestekken eenprobleem voor de H.CB. Daarbij moest de H.CB. de volledige detailengineering verzorgen.
Er is een bewuste keuze gemaakt om tijdens de Bouwvergaderingen van beide kanten 'slechts'projectleiding, inclusief site verantwoordelijke, te laten deelnemen. Op deze manier zou alleenop hoofdlijnen worden gesproken. Achteraf had, met name in de afbouw- en opleveringsfase,ook de directie U.AV-E.M. en de E.M.-coördinator van de H.CB. aanwezig moeten zijn. Indeze fasen ligt de nadruk toch hoofdzakelijk op de EM discipline.
Liften & Roltrappen
Mede doordat bij andere projecten al met roltrappen en liften wordt gewerkt bestaat het risicodat ontwerpaspecten automatisch worden overgenomen. Zo blijkt dat het aspect 'Liften &Roltrappen' in het bestek slecht omschreven staat. Er is hiervoor bij de Bouwdienst slechtskennis op hoofdlijnen in huis. Ook met de slechte ervaringen van het project TweedeHeinenoordtunnel is te weinig gedaan. Zoals TEe én/of SAT wordt ingeschakeld voorelektrische installaties zou een expert moeten worden ingehuurd voor liften en/of roltrappen.De uiteindelijke bedrijfszekerheid is bepalend in de beeldvorming van de gebruikers van defietstunnel. Uiteindelijk is bij dit project een oplossing geforceerd door een onafhankelijkadviesbureau, die goed tegenspel heeft geleverd aan de leverancierVI. Eerder inzetten van eenexpert zou veel negatieve energie (en geld) hebben bespaard.
Kan het autoverkeer van de tunnel gebruik blijven maken als enkele installaties uitvallen,wanneer de liften uitvallen kunnen diverse groepen gebruikers (bijvoorbeeld invaliden) geengebruik meer maken van de fietstunnel. Duidelijke keuzes over toegankelijkheid dienen danook in een zo vroeg mogelijk stadium te worden gemaakt.
Fietstunnel
Het Programma van Eisen voor de fietstunnel is niet gedetailleerd genoeg uitgewerkt. Zobestaat er onduidelijkheid over het wel of niet toestaan van bromverkeer. Ook blijkt debeheerder niet ingesteld te zijn op 'langzaam verkeer'. Er is te weinig aandacht besteed aan heteffect op de ontwerpuitgangspunten, de sociale veiligheidsaspecten en het onderhoud in relatietot beleving.
Overige Kunstwerken
Er hebben zich tijdens de uitvoering vele wijzigingen voorgedaan op zowel het viaduct als opde keerwanden, portalen en de geluidsschermen. Dit is mede te wijten aan het feit dat er geengoed besteksontwerp was. Voor een dergelijk globaal ontwerp was eerder bewust gekozen.Ook was de afstemming met de gemeente Schiedam omtrent het bestek niet goed te noemen.Terugkerend aandachtspunt is dat tijdens de besteks- en aanbestedingsfase het gehele contractzeer snel moest worden opgesteld en (mede hierdoor) onvoldoende diepgang kon wordengerealiseerd.
De vele wijzigingen hebben een grote invloed gehad op de uitvoeringswerkzaamheden. Menhad het gevoel vooral bezig te zijn met inhaalslagen c.q. correcties. Ook de (vele)locatiewijzingen van de portalen heeft vooral de Bouwdienst gehinderd in de voortgang vanhet werk en ook de onduidelijkheden omtrent de locatie van de hoogtedetectie.Laatstgenoemde is, ondanks intensief overleg tussen de Bouwdienst en de Dienstkring, nietsnel genoeg opgelost. Goed voorbeeld van geldverspilling is wel dat diverse portalen'weggegooid' konden worden door de wijziging van de borden.
Uiteindelijk verliep de uitvoering toch zeer voorspoedig, exact volgens planning en was degerealiseerde kwaliteit prima.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 19 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL*,..~ .•
Innovatie
In de uitvoeringsfase zijn ook een aantal innovatieve aspecten aanwezig geweest. Debelangrijkste ten aanzien van de techniek waren:
).- Koelkist (Bouwdok);).- Verdichtingsvrij betonmengsel (Bouwdok, tussenwand metro);).- Temperatuur en chloridenmetingen (tunnelelementen en toeritten);).- Grindbedden i.p.v. onderstromen VII;).- Fijn zand in beton (toeritten);).- Safety proef 2001 (tunnel):
"ls ie tunnel biins klaar, steken ze de fik d'r in!" Dat zal menigeen gedacht hebben toen innovember 2001, na ongeveer anderhalf ;aar vootbereidingsiiid, de uitvoering van hetproleetdeel "Brandproeven in de Tweede Beneluxtunnel" van het proteet Safety Proefplaatsvond. Gelukkig betrof het een proef die onder zware controle van de brandweer werduitgevoerd, zodat we in de toekomst meer gegevens hebben omtrent de tunnelveiligheid inNederland en daarbuiten. Tevens was de proef een uitgesproken kans voor de Bouwdienst zichte profileren als deskundige op het gebied van tunnelveiligheid.
Er ziin gedurende tien nachten circa viiitien proeven gehouden, met auto's en oliepannen.Het doel was onderzoek te doen naar brandontwikkeling, rookontwikkeling, rookverspreidingen temperatuur in realistische omstandigheden. Ook werd het gedrag van de brand en rook incombinatie met ventilatie onderzocht.
Daarnaast is getest met detediesystemen en een sprinklerinstallatie. De proeven zijn opvideo vastgelegd, zodat ook naderhand kan worden gedemonstreerd wat een brand in eentunnel betekend voor het vluchten en het bestxiiden van de brand.
).- Dimbare verlichting (tunnel):Het invoeren van dimbare verlichting in de tunnel wordt in eerste instantie door de principaalafgewezen. Wanneer de werkgroep Energiezuinig Ontwerpen van de Bouwdienst eensubstantiële financiële biidrsge van ongeveer 0,5 miljoen euro levert kan het alsnog ingevoerdkan worden. Het budget voor de dimbare verlichting is door het Hoofdkantoor beschikbaargesteld.
).- Roltrappen met traploze versnelling en bediening op afstand.).- T.a.v kwaliteitsborging is dit project aangewezen tot pilot-project "Werken onder het
Samenwerkingsmodel" .).- Computergestuurd vijzelen van een dek van het oude viaduct Vijfsluizen (eervolle
vermelding betonprijs 2000).
Veiligheid
Er hebben zich geen noemenswaardige ongevallen voorgedaan - 'slechts' kleine incidenten.De ARBO-coördinator heeft een positieve invloed gehad op het werk.
Leerpunten Project in Uitvoering
Aangezien de (voor)ontwerpfase werd uitgevoerd onder verantwoordelijkheid van een andereprojectleider worden uit .dle fase alleen die leerpunten benoemd welke van invloed waren opde uitvoeringsfase en overdrachtfaseVIII.
• Start niet met de volgende fase van een project eer is voldaan aan alle vooraf afgesprokenrandvoorwaarden en uitgangspunten.
• Maak voor gestart wordt met ontwerpwerkzaamheden eenduidige afspraken tussen dediverse opdrachtgevers.
• Zorg dat bij wisseling van projectleiding in een nieuwe projectfase de afspraken en(rand)voorwaarden goed overgedragen worden.
• Besteed tijdens de ontwerpfase ook voldoende aandacht (ook qua budget) aan de E.M.-en bouwkundige aspecten van het project.
• Sluit de voorontwerpfase af met een geaccepteerd Programma van Eisen alvorens met deontwerpfase wordt begonnen.
• Sluit de voorontwerpfase af met een goede en heldere raming welke is geaccepteerd doorde principaal.
• Helder voorzieningenniveau (ondermeer aankleding c.q. technische installaties) dient metzowel principaal als beheerder reeds in de voorontwerpfase te worden afgestemd.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 20 van 52
T~EDEBENELUXTUNNELH'S' . ..: .. m.
• Maak tijdens het civiele ontwerpproces al een (voorlopige) bouwkundige risico-inventarisatie naast de 'civiele' risico-inventarisatie.
• Steek eerder in met het bouwkundig ontwerp (bijvoorbeeld d.m.v. een ontwerptekening,voorlopig Programma ven Eisen, e.d.),
• Implementeer tijdig het bouwkundig deel in het kostenplaatje.• Houdt bij het bouwkundig ontwerp rekening met de invloed van het ontwerp op de
omgeving tijdens de gebruiksfase en het onderhoud van het ontwerp.• Het Programma van Eisen E.M. zo abstract mogelijk opstellen (neem vooral de functionele
eisen hierin op en verwijs naar bestaande richtlijnen).• M.b.t. het voorontwerp E.M. zoveel mogelijk ruimte creëren voor innovatieve aspecten en
niet klakkeloos zaken kopiëren van een ander project.• Toetsingen op het (deelïbestek dienen te worden geïnitieerd door de projectleiding (ook
de planning dient hierop te worden afgestemd).• Tussen het ontwerp en de uitvoering zit voor E.M. een periode van drie jaar. In een zeer
vroeg stadium moest e.e.a. al tot op detailniveau worden uitgewerkt. De ontwikkelingenop E.M.-gebied liggen in de loop der jaren echter niet stil. Nu veel afwijkingen. Oplossing:E.M. apart en in een veel later stadium aanbesteden.
• Voordat wijzigingen in het ontwerp (opgelegd door principaal of door deprojectorganisatie zelf) worden doorgevoerd: eerst kijken welke gevolgen dit heeft, envooral ook, voor overige disciplines (Civiel i.r.t. Bouwkunde i.r.t. E.M.)
• Let op dat de in het architectonisch ontwerp beschreven constructie(s) ook daadwerkelijkuit te voeren zijn en dat het hiervoor benodigde materiaal ook leverbaar is.
• Ontwerpwijzigingen (ook kleine!) moeten helder zijn voordat met de onderhandelingengestart wordt. Een goede afstemming tussen de verschillende betrokken partijen(projectmanagement richting aannemers en Dir. U.A.V.) is hierbij van essentieel belang.
• Tijdens de uitvoering blijft de contractvorm bepalend voor Civiel/Bouwkunde versus E.M.Kleine wijzigingen in het E.M.-ontwerp betekent vaak ook wijzigingen in hetCiviel/Bouwkundig ontwerp. Wees waakzaam met het uitbesteden (c.q. het splitsen vanverantwoordelijkheden) inzake het detailontwerp.
• Betrek de aannemer zoveel als mogelijk bij het besteksontwerp teneinde wijzigingen tevoorkomen (dit is overigens sterk afhankelijk van de contractvorm).
• Zorg dat er voldoende tijd beschikbaar is voor het opstellen van het contract - anders kansop oppervlakkigheid met veel wijzigingen/aanvullende eisen als gevolg.
• Hoewel financieel gezien niet de meest populaire oplossing, zou het beter zijn om in hetontwerp rekening te houden met eventuele wijzigingen van (grootte/zwaarte van)bewegwijzeringborden aan de portalen. Hiertoe zouden bijvoorbeeld in het ontwerp dezwaarste types portalen dienen te worden opgenomen (i.p.v. verschillende soortenportalen).
• Stel voor 'gevoelige' onderdelen (e.g. fietsbuisontsluiting, inclusief roltrappen en liften) ineen zo vroeg mogelijk stadium een apart Programma van Eisen (met bijbehorendrisicoprofiel) op. Laat dit ook door de principaal ondertekenen.
• Het verdient aanbeveling het Technisch Platform een specifieke evaluatie te laten opstellenwaarbij met name de innovaties aandacht moeten krijgen en zonodig in SATO vastleggen
• Grote projecten zouden vanaf dag 1 innovatieve aspecten moeten meenemen in zoweldesign als detailengineering.
• Leg alle randvoorwaarden voor O.T.A.O.-proces goed en helder vooraf vast. (dit is deels instrijd met de verantwoordelijkheid van de aannemer m.b.t. het afzinken. Neem door hetvastleggen van randvoorwaarden niet een (belangrijk) deel over van dezeverantwoordelijkheid)
• Neem in het contract 5 á 6 maanden op voor voorbereiding c.q. detailengineering,afstemming van diverse onderdelen en opstellen van werkplannen e.d. (dus: aansluitendop de opdrachtverlening) voordat met de daadwerkelijke uitvoering wordt gestart.
• Reserveer ook voor een deelproject als Overige Kunstwerken voldoendevoorbereidingstijd.
• Zorg voor een coördinator civiel-bouwkunde-EM aan zowel opdrachtgevers alsopdrachtnemers zijde bij een dergelijk project.
• Maak een zeer sterke scheiding in de rollen (techniek - contract/financiën) en een strakkevergaderstructurur.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 21 van 52
TWEEDE BEN ELUXTUNNEL
Hst-...:- s"• Overweeg vooraf beter of het wel vestandig is om EM op te nemen in het civiele contract,
ook gezien de ontwikkelingen/innovaties bij EM! Wellicht veel beter en goedkoper om EMapart op de markt te brengen.
• Vooraf veel beter de renovatiewerkzaamheden bestaande tunnel in beeld brengen.• Vooraf Bouwkunde volledig uitwerken en géén wijzigingen meer tijdens uitvoering!
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 22 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELij 7' . ...:.. md"'ia
7 CONTRACTBEWAKING / FINANCIEEL BEHEER
Algemeen
Het ontbreken van een goed en integraal financiën beheersysteem is een groot gemis. Veel ruisomtrent de stand van zaken van de CMF'en alsmede de doorloopsnelheid hiervan en de(uiteindelijke) eindafrekeningen ontstond doordat de Directie U.A.V., hetBouwdienstprojectmanagement en Bedrijfszaken met ieder hun eigen (van elkaar verschillende)bewakingsystemen werkte. Gedurende de uitvoeringsfase hebben er zich op Bouwdienstbreed-niveau wel ontwikkelingen voorgedaan (e.g. CONSIS, workflowmanagement, PPS/UVS) maarhet verschilt per (onder)afdeling hoe deze systemen in de praktijk (mogen) worden gebruikt.Het verdient sterke aanbeveling één overall en efficiënt financiën beheersysteem op te zetten.
Bestek Tunnel c.a, (BDD 2702)
Allereerst dient opgemerkt te worden dat gedurende de looptijd van dit contract . deBouwdienst een invulling heeft geformuleerd voor kwaliteitsbeheersing en -borging anders dande letter van het bestek. Dit proces heeft intern veel inspanning gevraagd van directie U.A.V.Ook van de aannemer is gevraagd om extra moeite te getroosten door onder andere de inzet
IXvan de O.F.A.
Het besluit om de ontwerp- en besteksfase tot één fase te bundelen heeft ook voor hettekenwerk gevolgen gehad. Er was bijvoorbeeld geen duidelijk overzicht van deontwerptekeningen, omdat er uiteindelijk gewerkt werd naar bestekstekeningen. Vooralonduidelijk was wanneer de bestekstekeningen gereed waren ergo een basis gevormd konworden voor het schrijven van het bestek
Het maken van de drie deelbestekken voor het tunneldeel verliep over het algemeen zeermoeizaam. Oorzaken hiervan zijn onder meer het te krappe tijdbestek tussen de start van de(voor)ontwerpfase en de datum waarop de deelbestekken gereed moesten zijn, de wijzigingentussendoor en het vergaren van alle gegevens. Tijddruk ontstond mede door de door deprincipaal aangegeven oplevering- en tussenopleveringdata. Wijziging van de opleveringdatarichting RH is nooit als optie overwogen
Ook blijken de deelbestekken E.M. en Bouwkunde niet goed op elkaar aan te sluiten. Integenstelling tot het deelbestek Bouwkunde was het deelbestek E.M. er één op hoofdlijnen. Zowordt in het deelbestek Bouwkunde, bij wijze van spreken, iedere schroef beschreven terwijlvoor het E.M.-deel beter van een 'plan van aanpak' kan worden gesproken. Ook speelt het feitdat door de Bouwdienstafdeling N.I.E. een aanzienlijke hoeveelheid werk wordt uitbesteed eengrote rol.
Ook het ontbreken van een eenduidige (Bouwdienst)werkwijze ten opzichte van dedeelbestekken E.M. en Civiel is een (klassiek) aandachtspunt. Met name het tijdstip waaropN.I.E. een definitieve keuze maakt over de detailengineering en de te plaatsen installaties roeptom een kritische beschouwing.
Omschrijving overeenkomst BOD 2702
De overeenkomst tot uitvoering van bestek BDD 2702 bestaat uit:• Bestek BDD-2702:
o Deel 1: algemeeno Deel 2: standaard bepalingen.
• Deelbestek 2702-01: civieltechnische werkzaamheden;• Deelbestek 2702-02: bouwkundige activiteiten• Deell3estel(2702 03: elel(troA'leel:laRisel:lewer!(zaaA'll:ledeR stelpost BDD2702 -01• 5 Nota's van Inlichtingen;• Inschrijvingsbiljet / Inschrijvingsstaat;• V & G-plan
Op het bestek zijn de U.A.V. van toepassing verklaard. Het civieltechnische gedeelte isopgebouwd volgens de R.A.W.-systematiek; het bouwkundige deel volgens de S.T.A.B.U. Het
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 23 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL*7' x.productgerichte E.M.-gedeelte wordt op een doelstelpost uitgevoerd waarvoor de basis hetoorspronkelijke deelbestek BDD-2702-03 is.
BDD'2702-01 (Civiel)
In eerste instantie was afgesproken dat dit deelbestek door de afdeling D.I.B. zou wordengeschreven. Dit bleek echter niet mogelijk aangezien de (besteks)tekeningen niet tijdig gereedwaren. Ook beschikte de besteksschrijver (niet betrokken bij het ontwerp) over onvoldoendekennis om een gedetailleerde omschrijving te kunnen maken. Uiteindelijk heeft de toenmaligeproject- en disciplineleider civiel ontwerp de omschrijving van het bestek gemaakt waarop debesteksschrijver alleen de tekst invoerde en de R.A.W.-systematiek bewaakte.
Het verdient aanbeveling om niet alleen een besteksdeskundige, maar daarnaast ook eenprojectdeskundige als (mede)besteksschrijver aan te stellen. De ingewikkelde structuur van hetproject leidde tot vele fouten in het "basis" bestek. In de besteksfase is door de projectleidereen groot deel aangepast van het bestek (BDD2702-01 deel 2) omdat het "rammelde",ondanks dat alle tekeningen gereed waren. De RAW-systematiek is mede veroorzaker van ditgemis.
Het bestek blijkt tijdens de uitvoering niet optimaal te zijn waardoor veel wijzigingen (totaalvan 285 cmf's ) nodig zijn. Dit is echter ook te wijten aan de invoering van E.K.B. - hierdoormoeten veel triviale zaken op papier vastgelegd worden en diverse aanpassingen tgv deprincipaal.
De doorloopsnelheid van de CMF'en bedroeg tijdens de uitvoering ruim drie tot vier weken. Dedoorloopsnelheid van claims minstens drie maanden en kan, op zijn zachtst gezegd, dramatischworden genoemd. De claims zijn in eerste instantie behandeld als 'gewone' CMF'en.Vervolgens zijn ze ter goedkeuring naar het Hoofdkantoor (H.K.) gestuurd. De lange periodedie er vervolgens overheen ging werd veroorzaakt door de geringe personele inzet op H.K. Ditwordt door het projectteam als een kwalijke zaak gezien. Dit kan namelijk leiden tot claims opclaims. In Elementair wordt een procedure genoemd zonder CMF. Dan dient de aannemer weleen brief op te stellen met daarin een motivering en de financiële omvang van de claim. Zo kande procedure richting H.K. eerder gestart worden en hoeft dus geen CMF opgesteld te worden
In de praktijk bleek het vaak moeilijk om voor de uitvoering reeds een 'voorlopige CMF' op testellen en te laten ondertekenen (inmiddels bestaat dit ook niet meer). In veel gevallen diendenbeslissingen over meer- of minderwerk genomen te worden. Een dergelijke lange procedurekan stagnatie van de werkzaamheden of bijvoorbeeld hogere uitvoeringskosten met zichmeebrengen. Wellicht is dit op te lossen door een verhoging van personele inzet.
BDD 2702-02 (Bouwkunde)
Dit deelbestek is door architectenbureau Zwarts & Jansma opgesteld. AI snel bleek dat doorgebrek aan tunnelkennis en de detailkennis van deze architect er veel extra tijd gevergd werdvan de Bouwdienst voor controle- en toetswerk.
De afstemming van het bouwkundig ontwerp op het civiele ontwerp liet veel te wensen over.Het civiele bestek was al op de markt gebracht terwijl het bouwkundige deel nog niet tot indetail was uitgewerkt. (mede door het niet accepteren van de principaal van het toenaanwezige ontwerp en de late wijziging van de randvoorwaarden.) Het bouwkundigontwerpproces kwam flink onder druk te staan en er werd grotendeels achter de feitenaangelopen. Voorbeeld hiervan is de discussie omtrent de tunnelmonding van de eersteBeneluxtunnel: het overleg tussen de Bouwdienst, RWS ZH en de architect heeft de opdrachtaan de architect aanzienlijk vertraagd waardoor er geen tijd meer was voor constructievewijzigingen.
Met name de kwaliteit van het architectproduct viel, gelet op de risico's inzake deglasconstructie, tegen. De architect kijkt op een geheel eigen wijze tegen een project aan -'wat is mooi. ..' in plaats van 'wat is haalbaar, constructief verantwoord en uitvoerbaar'.Opgemerkt dient te worden dat de afdeling N.I.C. in hun functie als opdrachtgever en toetser
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 24 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL*7"~~
tijdig moet signaleren en bijsturen. Met name de personele inzet van N.I.C. was structureel teweinig en volstrekt onvoldoende.
Voor het onderdeel 'fietsbuisontsluiting' is door de Bouwdienst een apart Programma van Eisenopgesteld. Dit Programma van Eisen bevatte onder meer de eisen ten aanzien van delandmark, de sociale veiligheid, het onderhoud en de financiële randvoorwaarden. Voor eengevoelig onderdeel als dit is een apart Programma van Eisen aan te raden aangezien dezeduidelijkheid creëert voor zowelopdrachtnemer, opdrachtgever als voor derden. Een grootnadeel is dat dit onderdeel uiteindelijk als 'meerwerk' is aanbesteed.
De onderhandelingspositie was voor de projectorganisatie zeer slecht te noemen. Met name de(tijdens de uitvoeringsfase door de principaal opgelegde) wijzigingen inzake het fietsplein, hetplaatsen van de lammellenwand en de glasconstructie hebben uiteindelijk aanzienlijkefinanciële consequenties gehad. Meer aandacht voor het financiële aspect in relatie tot deuitvoering is dus reeds in de ontwerpfase van groot belang.
BDD 2702-03 (E.M.)= stelpost BDD 2702-01
Voor het deelbestek E.M. is de detailengineering uitgevoerd door de (onder)aannemer. Voorhet deelbestek Civiel is het detailontwerp uitgevoerd door de Bouwdienst zelf. Het verschil inwerkwijze kan (en is?) uitgebuit worden door de (onder)aannemer.
Het deelbestek is grotendeels uitbesteed (via het clustercontract D.I.U.). De begeleiding vanhet ingenieursbureau (SAn werd door N.I.E. verzorgd. Het toetsen van bepaalde onderdelenwerd door specialisten van D.I.U. en N.I.E. uitgevoerd. Gezien het krappe tijdschema enbeschikbare capaciteit ontstonden veel problemen.
Het Programma van Eisen voor de E.M.-installaties (opgesteld door de werkgroep INBENCORvan de directie Zuid-Holland) blijkt te gedetailleerd. Zelfs de kleur van de schakelaars is hierinbesproken. Bovenal was het Programma van Eisen een vertaling van een vorig bestek enbevatte geen functionele eisen.
Het voorontwerp, welke op basis van voornoemd Programma van Eisen is gemaakt, is door deafdeling N.I.E. uitbesteed aan SAT en vormde de basis voor het bestek. Hoewel hetvoorontwerp goed te noemen was, zijn er wel een aantal kanttekeningen te plaatsen bij het feitdat het voorontwerp voor een groot deel een kopie was van het project Wijkertunnel en erdaardoor in eerste instantie te weinig ruimte was voor nieuwe onderdelen en ontwikkelingen.
De keuze om EM op stelpost te zetten is principieel verkeerd. Dit bevordert de beheersbaarheidniet! Tevens blijkt deze constructie juridisch ook een slechte zaak te zijn. Ook ten aanzien vande betalingen roept de indeling in en omschrijving van posten vraagtekens op, bijvoorbeeld: Iseen post nu wel of niet gereed na de afronding van bepaalde werkzaamheden? Door deconstructie van stelpost wordt vooraf te weinig aandacht besteed aan aantoonbaarheid, enachteraf trekt de Directie U.A.V. dit uiteraard weer recht door alles goed en volledig vast teleggen.
Groot is de zorg omtrent de vele wijzigingsvoorstellen. Bezien in het licht van de taakstellendeplanning zou vaker 'nee' gezegd moeten worden tegen sommige voorstellen en alleen echtnoodzakelijke wijzigingen uit te voeren.
Een directe consequentie van de stelpost is dat alle wijzigingen zonder CMF kunnen wordenafgesloten. Directie U.A.V. heeft een uitgebreide en volledige administratie bijgehouden van demeer- en minderwerkafwijkingen. Dit brengt onnodig veel administratieve druk op detoezichthouders.
Er is afgesproken met de aannemer dat prijspeil 1997 wordt aangehouden als basis vanaanbiedingen voor de meer- en minderwerkafwijkingen. Aangezien wijzigingen tot zelfs in deonderhoudsfase (anno 2002 en 2003) zijn opgetreden, is het raadzaam om eerder te stoppenmet een dergelijke afspraak. Bij formele oplevering had deze afspraak omgezet moeten wordennaar huidig prijspeil, omdat het bijkans onmogelijk is nog een goede kostenraming te makenvoor vergelijk.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 25 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL** .....:.....::..-.•Aanvullende opdrachten Dienstkring
Gedurende het project bleek de Dienstkring aanvullende wensen te hebben die projectleidingDirectie Zuid-Holland niet nodig vond. Projectuitgangspunt was een nieuwe tunnel volledigmet installaties ed. De Dienstkring wilde graag dat de bestaande installaties naar hetzelfdemoderne niveau zouden worden gebracht. Daarnaast voorzag het bestek slechts deaanpassingen aan de eerste Beneluxtunnel a.g.v. het omdraaien van de rijrichting. DeDienstkring wilde graag het voorzieningenniveau en aankleding van tunnelbuis A op zelfdemanier als de aangepaste tunnelbuis B hebben. Nadat de Dienstkring hiervoor additioneelbudget heeft gecreëerd, zijn hiervoor aparte protocollen opgesteld. Hieronder volgen dezeaparte protocollen, die naar de aannemer middels CMF zijn afgedekt.
Omschrijving CMF 25 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel)
De werkzaamheden, welke conform het door de Dienstkring Rijnmond (principaal) opgesteldewerkbestek zijn uitgevoerd, bestaan in hoofdzaak uit:
• Het preventief en correctief onderhoud aan de elektromechanische en mechanischeinstallaties van de bestaande Beneluxtunnel, zoals:
o Energievoorziening;o Verlichtingsinstallaties;o Ventilatiesystemen;o Tunnelverkeercentrales;o Communicatie-, besturings- en transmissieinstallaties.
• Het vervaardigen van (revisie)tekeningen van bovengenoemde installaties;• Het herstellen van (door derden veroorzaakte) schade aan bovengenoemde
installaties;• Het controleren van de hoofdverdeelinrichtingen d.m.v. warmtefoto's.
De genoemde werkzaamheden zijn voor de tijdsduur van februari 1998 t/rn 21 februari 2000
Omschrijving CMF 25-01 (Variabel Onderhoud Beneluxiunnel)
De werkzaamheden onder CMF 25-01 zijn dezelfde als onder CMF 25 echter voor de tijdsduurvan 22 februari 2000 t/m 21 februari 2002
Omschrijving CMF 166 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel)
De werkzaamheden (het uitvoeren van onderhoud c.q. aanpassingen van diverse installaties inde bestaande Beneluxtunnel en de optimalisaties van de bediening van de TweedeBeneluxtunnel) worden conform bestek BDD 2702 uitgevoerd. Deze werkzaamheden hebbeno.a. betrekking op:
• Verlichting;• Ventilatie;• Hulpposten / Vluchtdeuren;• AC/CV-installaties;• Netwerk;• S.D.S.-systeem;• Verwijderen van dwarsventilatie;• Verlichtingsinstallaties;
Omschruoing CMF 285 (eind cmf)
Buiten de schuld van de opdrachtnemer bleek gedurende de onderhoudsperiode dat diverseextra werkzaamheden niet voor de contracteinde, 21 februari 2003, kon worden afgerond.Onder BDD 2702 is een contractmutatie aangegaan die alle uitstaande werkzaamhedenbeschrijft en betaalbaar stelt voor de periode 22 februari 2003 - 31 juli 2003.De werkzaamheden bestaan uit:
• Modificatie schuifpoort• Afronden bouwkundige elementen van het veegbestek
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEl
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 26 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELHw .~...t.
• EM-installatie scopewijzigingen door dienstkring zoals: verplaatsen hoogtedetectie, EMveegbestek, signaalgevers, extra CaDo's, etc.
• Veranderen vluchtweg• Verhogen bedrijfszekerheid liften en roltrappen.
Planning BDD 2702
De goedgekeurde overall contract planning van de aannemer is gebaseerd op de in het bestekvermelde mijlpalen en is ook als zodanig gerealiseerd. Wel dient opgemerkt te worden dat bijoplevering een uitgebreide lijst met restpunten is vastgesteld die in de onderhoudsperiodediende te worden uitgevoerd.
Op diverse momenten is van de detailplanning afgeweken.
Oorzaken verschillen
De oorzaak van de afwijkingen in de detail planning zijn o.a. het gevolg van:• De geleverde buispalen tbv het maken van de bouwkuipen Noord- en Zuidoever bleken
gelamineerd. Hierdoor zijn er aanpassingen gemaakt in de verankeringsconstructie van debuispaal en de configuratie van de groutankers. De achterstand is grotendeels ingehaalddoor in de bouwvak door te gaan met ontgravingwerkzaamheden.
• De geplande productie aanbrengen groutankers in beide toeritten werd niet gehaaldwegens obstakels. Door in de bouwvak door te werken is de achterstand grotendeelsingehaald en het afspreken van langere heitijden tbv aanbrengen paalfundering.
• Voor OTAO proces wordt verwezen naar de uitgebreide evaluatie doc.nr. 1915-2002-0142.
• De momenten van de diverse faseringen voor de hele Benelux corridor werd bepaald doorde (aannemer van de) directie Zuid-Holland;
• Het definitieve verkeersbeeld, inrichting en gebruik rijbanen tunnel, is pas vastgesteld inJanuari 2002 als gevolg van een politieke beslissing over de zogenaamde betaalstroken. Ditlaatste heeft er toe geleid dat in oktober 2C::>2de definitieve/eind fasering is gebouwd enopgeleverd;
• Tijdens het gebruik van de nieuwe tunnel (verkeer van zuid naar noord) blijkt deafhandeling van te hoge voertuigen en afhandeling van calamiteiten anders te zijn dan wasvoorzien. Dit heeft ertoe geleid dat de hoogtedetectie met alle deelinstallaties die daarbijhoren zijn verplaatst en er een aantal extra doorsteken (CADO's ) zijn geplaatst. Realisatieoktober 2002;
• Aanvullende wensen van de brandweer t.a.v. vluchtweg. Realisatie tot juni 2003.
Kritische kanttekeningen
De in het bestek genoemde mijlpalen zijn allen gehaald met acceptatie van aanzienlijke, dochacceptabele, restpunten. Gezien alle genoemde afwijkingen en meerwerken is dit een groteprestatie.
Planning CMF 25
CMF 25 is conform de planning afgehandeld
Planning CMF 25-01
CMF 25-01 is afgehandeld conform de planning met uitzondering van de stelpost.
Planning CMF 166
Oorspronkelijk was het de bedoeling alleen buis B te renoveren aangezien deze van rijrichting isveranderd. Uit onderhoudsoverwegingen heeft de Dienstkring besloten ook buis A op dezelfdemanier uit te rusten, inclusief het aanpassen van vluchtdeuren, hulpposten en poederbluskastenin beide buizen van de tunnel. Zodoende is de einddatum van CMF-166 vastgesteld op 11 april2002. De werkzaamheden zijn afgehandeld conform de gewijzigde planning.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 27 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
H'1' . .: .. Z"~
Wijzigingen i.o:a. het bestek
In september 2000 is een CMF afgegeven om de OFA formeel op het werk te introduceren,inclusief een regelmatige O.FA-overleg.
Suggesties t.a». verbetering op het bestek
Het verdient aanbeveling om in het bestek expliciet te beschrijven wat opdrachtgever verwachtvan opdrachtnemer ten aanzien de inspanning betreffende kwaliteitsborging.
Bestek Overige Kunstwerken (BOD 3443)
Na de door principaal verstrekte opdrachtverlening in juli 1997 is de BouwdienstRijkswaterstaat in september 1997 gestart met het uitwerken van het ontwerp en het makenvan het bestek BDD 3443 van de zogenoemde Overige Kunstwerken van het project.
Belangrijk aandachtspunt is dat tijdens de besteks - en aanbestedingsfase van de OverigeKunstweken het gehele contract zeer snel moest worden opgesteld en (mede hierdoor)onvoldoende diepgang kon worden gerealiseerd. Hierdoor was het uitgangspunt van dewerkzaamheden een onvoldragen document. Projectmatig is een onvolledig bestek een grotereonvolkomenheid dan een te gedetailleerd bestek. Juist de leemtes zijn de bron van hetfenomeen 'onvoorzien'.
De vele wijzigingen die zich tijdens de uitvoeringsfase hebben voorgedaan zijn niet alleen tewijten aan het onvolledige bestek. Ook het feit dat dit bestek onderdeel uitmaakt van eenintegrale" aanbesteding kan als oorzaak worden aangewezen. Het bestek is er één van driewelke tezamen de opdracht van de aannemerscombinatie vormt.
Doelstelling van het integraal aanbesteden was het bij één aannemer neerleggen van deverantwoordelijkheid en coördinatie van de werken. De werken hebben onderling groteinvloed op elkaar (met name het tijdaspect) en door alle werken door één aannemer uit te latenvoeren ligt de afstemming van de werken niet bij Rijkswaterstaat. Dit werd vooral als voordeelvoor de aannemer gezien aangezien deze nu 'alle touwtjes' in handen heeft. Ook zouRijkswaterstaat niet het risico lopen uitgespeeld te worden tussen de diverse aannemers.
De tijd tussen publicatie en aanbesteding bleek voor een groot en complex bestek als dat vande Overige Kunstwerken veel te kort. Hierdoor bleek (later) dat de aannemer voor sommigeonderdelen de prijs wel erg ruw had ingeschat zonder een degelijke onderbouwing. Zo is hetbestek in augustus 1998 gegund en in februari 1999 heeft de aannemer pas zijn contractenmet een portalenbouwer gesloten. Ook hadden er meer inlichtingensessies gehouden kunnenworden om zaken te verduidelijken (dit heeft ook te maken met de korte rekentijd voor de
XIaannemers) .
Vooral hier blijkt dat de eigen Bouwdienstwerkwijze te eenzijdig gericht is op demaakprocessen en/of de gerealiseerde producten. Er wordt onvoldoende inhoud gegeven aande mix van toetsen en hoe hiermee de contractuitvoering te beheersen. De bemoeienis van deBouwdienstorganisatie ten aanzien van de kwaliteitsborging van de opdrachtnemer CE.K.B.)betekent niet alleen dat de aannemers meer moeten doen. Ook opdrachtgevers moeten,vooral omdat alles anders moet, veel meer tijd en capaciteit besteden dan wellicht noodzakelijk.Het is idee-fixe dat "zij meer opdat wij minder moeten doen".
Het Overige Kunstwerkenbestek, waarvan het civiele deel conform de RAW-systematiek en hetportalendeel conform de NIS-sytematiek is opgesteld, kende veel ingrijpendecontractwijzigingen die overeengekomen moesten worden nog voorafgaand aan deuitvoerende werkzaamheden. De kwetsbaarheid van de wijze van organisatie van decontractbeheersing bij veel meer-/minderwerken (waaronder Design & Built, verschillen insystematiek van bestekschrijven en waarborging van rechtmatigheid van uitgaven) is destijdsonderkend door de opzet van de besteksadministratie hiermee in overeenstemming te brengen,i.e.: de interne verificatie op de werkvloer te versterken. Het is evident dat de druk op deuitvoering van werken in een van de verkeersaders rond en in de Mainport Rotterdam in schril
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 28 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
Hr7' .~~
contrast stond en staat met de bureaucratie van interne verificatie en mandatering vancontractwijzigingen door het H.K.
Uiteindelijk blijkt dat uit een eerdere evaluatie dat bovenstaande werkwijze op hoofdlijnen heelgoed is geweest. Er zijn zeer positieve ervaringen mee opgedaan.
Planning BDD 3443
De goedgekeurde overall contract planning van de aannemer is gebaseerd op de in het bestekvermelde mijlpalen en is ook als zodanig gerealiseerd.
Oorzaken verschillen
De belangrijkste afwijkingen zijn het gevolg van herziene inzichten van de principaal:• Damwand Overbeek is komen te vervallen.• Het ontwerp van keerwand Vlaardingen is compleet veranderd als gevolg van verandering
in de belastingsituatie t.g.v. de benodigde voorbelasting (inzicht ontstaan naaanbesteding). Ook zijn de eisen aangescherpt voor de toelaatbare restzettingen en washet onmogelijk om verankeringselementen in het weglichaam op te nemen.
• Aanpassing van de socialeveiligheidsaspecten bij het viaduct Vijfsluizen.• Aanpassing van een aantal cruciale onderdelen van de geluidsschermen (in overleg met
principaal, dienstkring en architect) met als gevolg: een complete aanpassing enherontwerp van het geluidsscherm.
• Wijzigingen van de faseringen van de wegaanleg door verschillende contractvormentussen de dir. Zuid-Holland (raambestek en deelbestekken) en de Bouwdienst (RAW-systematiek). Met name de uitvoering van de portalen heeft hiermee te maken gehad.
Kritische kanttekeningen
Veel onderdelen van het bestek waren onvoldoende uitgewerkt en dienden aan de praktijkaangepast te worden. Door hier op innovatieve wijze mee om te gaan en de aannemer zelfmee te laten denken, is een aantal gevallen een optimaal ontwerp tegen acceptabele kostengemaakt en binnen zeer korte tijd.
BDD 2157 (Architect Zwarts & Jansma)
Door de architect is geen kwaliteitsplan opgesteld.
Het geplande toezicht heeft geleid tot (zeer veel) extra inspanning van de Bouwdienst. Dezeextra inspanning is mede veroorzaakt door slechte afstemming van N.I.C. met de overigedisciplines (Civiel en E.M.). Zwarts & Jansma is formeel niet op de hoogte gesteld van de extrainspanning, wel is hun gevraagd aanpassingen op de contracttekening uit te voeren. Decontracttekening blijkt namelijk niet aan de uitvoeringseisen te voldoen.
Ook de inzet van Zwarts & Jansma laat veel te wensen over. Het bureau blijkt tijdens deuitvoeringsfase te weinig tijd te hebben voor het project Tweede Beneluxtunnel daar zij te veelandere opdrachten hebben lopen (c.q. aangenomen). Hoewel de architectonischebekwaamheid van het bureau prima te noemen is blijkt het ontwerp moeilijk uitvoerbaar. Ookde mate van detaillering is, op z'n zachtst gezegd, belabberd. Dit heeft tijdens de uitvoeringvoor veel strubbelingen gezorgd en de Bouwdienst heeft hier zelf de nodige aanpassingen opmoeten verrichten.
Door de afdeling N.I.C. is geen toetsplan gemaakt voor het toetsen van het architectenbureauen heeft de directie UAV onvoldoende kunnen ondersteunen bij het opstellen van hunbouwkundig toetsplan. Hoewel (meerdere malen) door voornoemde afdeling is toegezegd hettoetsplan alsnog op te stellen is dit nooit gebeurd.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 29 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNE~*1'7'''; .. mit'lt.
BDD 3466/2188 (Ingenieursbureau SAT)
In het zogeheten clustercontract van de afdeling D.I.U. waren de diversedeelovereenkomsten tot uitvoering van de diverse engineeringwerkzaamheden al gegundwaarin was vastgelegd hoeveel uur per project gerealiseerd moest/kon worden. Dedeelcontracten voor het maken van berekeningen voor de toeritten, wapeningstekeningenvoor de gehele tunnel en de detailengineering voor E.M. zijn via dit clustercontractuitbesteed aan SAT v.o.f. Een en ander maakte dit de onderhandelingspositie vanuitprojectmanagement-oogpunt gezien zeer slecht. Het is mede aan deze slechteonderhandelingspositie te wijten dat er (te) hoge kosten zijn doorgerekend (in dewandelgangen de SAT-factor genoemd). Gedurende de uitvoeringsfase heeft hetprojectteam SAT moeten 'Ieren' om de diverse prijsonderdelen degelijk te onderbouwen.
Toetsing van met name de berekeningen en tekeningen vergde veel aandacht. In debeginfase van het project is er veel discussie geweest over berekeningsuitgangspunten. Dekwaliteit van het tekenwerk heeft het hele project door tot discussie geleid. Mede door decomplexiteit van de wapening voor sommige constructieonderdelen en het niet hebbenvan vertrouwen in een goed eindresultaat was een 100% toets op het tekenwerk van SATnoodzakelijk.
Met betrekking tot de te maken (wapenings)tekeningen moest veel aandacht wordenbesteed aan de uitvoerbaarheid van de wapening. De voorgestelde buigstaten konden niet(althans niet verwerkbaar) worden geleverd door SAT en zijn uitbesteed aan Wapelux (devlechter)
CAR-verzekering
In het bestek staat beschreven dat de aannemer een CAR verzekering moet afsluiten en dat deeigen risico voor kosten van de opdrachtgever is. Dit kan worden gezien als een besteksfout.Consequentie is dat er geen enkele motivatie is voor de aannemer om in zijn uitvoering op tepassen.
Daarnaast is het projectteam in een zeer vroeg stadium van de uitvoering akkoord gegaan omapart na de eindafrekening de CAR-premie (als gevolg van het saldo meerwerk) te berekenen.Men dient zich ervan bewust te zijn hoe CAR-verzekeringen worden afgesloten door deaannemer om een dergelijke constructie te accepteren. Het verdient aanbeveling om eenverzekeringsexpert in het vervolg in de arm te nemen alvorens dit af te sluiten. Tevens dient inhet budget rekening gehouden te worden met deze verplichting. Een andere optie is omafspraken te maken over een percentage in de uplift zodat men aan het einde van het contractniet voor onaangename verassingen komt te staan.LETOP!! Ten aanzien van de CARverzekering moet worden overwogen of om ALLESte doen,dus verzekeringnemer te zijn met alle touwtjes in handen (RAILCON past dit bijv. zo toe) ofhelemaal niets, dus alles aan de aannemer over te laten. Maar er niet tussen gaan zitten.Leerpunten Contractbewaking/ Financieel Beheer
• Voor de besteksfase dient duidelijk te zijn welk type bestek men (principaal) wil.• Zorg bij een groot en complex bestek dat er voldoende tijd zit tussen publicatie en
aanbesteding.• Zorg, met het oog op continuïteit en goede afstemming, dat de contractbewaker
(+ vervanger) deel uitmaakt van een projectteam (werkte bij dit project uitstekend).• De contractbewaker dient toegang te hebben tot alle op het project van toepassing zijnde
financiële gegevens (dus: toegang/bevoegdheid FAIS).• Een eenduidig financiën beheersysteem is van essentieel belang binnen een project.
Ongeacht of het systeem ook door de Bouwdienst 'erkent' wordt. Te denken valt aan eenExcel/Access database op de projectschijfl-map waarop, in ieder geval, de Directie U.A.V.,het projectmanagement en de contractbewaker(s) toegang hebben. Een dergelijkedatabase zou diverse koppelingen kunnen bevatten, e.g.:
protocol > aanneemsom(men) > afwijkingenregister/CMF'en > capaciteit > (standvan zaken) eindafrekeningen
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 30 van 52
T~EDEBENELUXTUNNELHr7' . ~.;ret.
• Wellicht nog toekomstmuziek maar digitale aceordering c.q. prestatieverklaringen zou hetproces van betalingen bespoedigen en vergemakkelijken.
• Diverse (kleine) afwijkingen 'bossen' tot één CMF. (dit dient wel door het DT formeel teworden goedgekeurd. 'Bossing' zou bij een groot project als de Tweede Beneluxtunnelmogelijk moeten zijn (tot een bedrag van € 50.000,--).
• Doorloopsnelheid CMF'en/ciaims: ook personele inzet op H.K. is van belang.• De Bouwdienst moet, gelet op de wijze waarop zij de contractbeheersing organiseert, in
combinatie met de contractvorm en attitude t.o.v. administratie bij middelgroot tot grotewerken de Directie U.A.V. versterken met een daartoe opgeleide administratief-juridischondersteuner. Dus: administratieve ondersteuning bij de Dir. U.AV moet een veel hogerniveau krijgen - ook is belangrijk dat deze ondersteuners 'de weg weten'.
• Tijdsbepalingen dienen scherper te worden geformuleerd• Geef vooraf een risicoverdeling aan• De risicoregeling op CMF (administratieve bepalingen) is nu NIET goed geregeld.• Verzekeringen: heeft de Bouwdienst geen verstand van => schakel externe deskundigheid
in• Onbekendheid met geschillenregeling• Foute contractitems: meer/minderwerk, EKB(ramp), oplevering, boetebepaling• In de toekomst een eenduidige werkwijze handhaven/uitvoeren t.o.v. deelbestekken
E.M/Civiel/Bouwkunde (m.n. detailengineering/-ontwerp). Zorg dat de deelbestekken opelkaar aansluiten.
• Strakkere discipline (vooraf) afspreken m.b.t. wijzigingen.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 31 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
ij p' . ""'-=-A
8 KVVALITEIT
Kwaliteitsborging BDD 2702
Procesbeheersing
De aannemer heeft in zijn kwaliteitsplan procesbeheersing in voldoende mate vastgelegd enook conform uitgevoerd. Gedurende de bouw is de O.F.A. geïntroduceerd en de aannemerheeft dit geïncorporeerd in haar kwaliteitsplan.
Belangrijk is te melden dat E.M. geen O.FA heeft gehad, maar dat de O.FA-rol is ingevulddoor de in-bedrijf-stellers van GTI als onafhankelijke derden.
De procesbeheersing die de aannemer in zijn kwaliteitsplan voorstelt is voor EM slechts ten delewaargemaakt. Door de Bouwdienst moet er steeds gewezen worden dat hierover afsprakenzijn gemaakt in het kwaliteitsplan. In dit verband verwijzen we ook naar eerdere opmerkingenover 'coördlnatieverplichting'.
T.a.V. de afnames was absoluut niet duidelijk wat iedere medewerker moest doen. Dehoofdaannemer laat de controle bij afname al snel over aan de Bouwdienst, terwijl er vanuitkwaliteitsoogpunt een duidelijke rol is overeengekomen.
Samenioerkingemodel
Het samenwerkingsmodel heeft goed gefunctioneerd met behoud van ieder zijnverantwoordelijkheden. De verantwoordelijkheden waren in het begin helder afgesprokenwaardoor het samenwerkingsmodel op dit project een succes is.
Onder het samenwerkingsmodel is er afgesproken dat de directie UAV geen afwijkingenschrijft, maar slechts mondeling meldt. Op deze manier is er veel informeel opgelost. Dit werktprettig en is positief, maar heeft ook een keerzijde. Veel van de informele afspraken zijn niet ineen later stadium geformaliseerd. Dat moet dan wel gebeuren.
Diverse evaluaties hebben aangetoond dat het systeem prima werkt.
Toetsingspion
Het toetsplan heeft 14 revisies gekend. De grote hoeveelheid wijzigingen van de toetsplannenheeft te maken met het feit dat E.K.B. en implementatie ervan een leerproces voor deBouwdienst is geweest. De Directie U.A.v. heeft met name veel inspanning moeten leverenaan de concretisering van de E.K.B.-filosofie, die slechts op hoofdlijnen werd vormgegeven.Vele interne sessies met o.a. F.C. en toetsing door de Accountantsdienst hebben tot eenoptimalisatie van E.K.B. concretisering geleidt.
De installatie branche heeft al enige tijd een systematiek van onafhankelijke toetsingen in devorm van ingebruikstelIers met wettelijke verantwoordelijkheden en aansprakelijkheden. Omdeze reden wijkt de inzet van een O.F.A. af voor de E.M. installaties. De (onder-)aannemerheeft zich verplicht tot het volgen van haar systematiek met als gevolg een behoorlijk grotepapierstroom .
Scopebeheer
Iedere wijziging met de aannemer wordt vastgelegd in afwijkingsrapporten, en degene metfinanciële consequenties hebben uiteindelijk geresulteerd in een CMF. Er wordt intern welvastgelegd wat de herkomst is van afwijkingen maar dit wordt niet helderdoorgecommuniceerd naar de principaal. Pas in de onderhoudfase wordt regelmatig enduidelijk melding gemaakt van de consequenties van wijzigingen opgelegd door principaal, watin sommige gevallen tot terugtrekking heeft geleid. Te pleiten valt voor een regelmatig'scopeoverleg' met de principaal waarin wijzigingen worden vastgelegd. Ook al wordt hetzogenoemde 'onvoorziene' budget hierin meegenomen.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 32 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7"~'.Procedure Afwijkingen
De Bouwdienst heeft zelf geen afwijkingsrapporten opgesteld t.a.v. de door de opdrachtgevergeïnitieerde wijzigingen in het ontwerp (in afwijking van Elementair SDB 205-A en NEN-ISo4.4.9). Binnen het samenwerkingsmodel is met de aannemer afgesproken de financiëleafhandeling via hen te laten verlopen. Afwijkingen door de Bouwdienst geconstateerd, zijnverbaal aan de aannemer gemeld. Wanneer de omvang van problematiek inzichtelijk werden/of wanneer overeenstemming werd bereikt over de te nemen corrigerende maatregelen,werd een afwijkingsrapport opgesteld en verstuurd. Van de afwijkingen werd door de DirectieUAV. een overzicht bijgehouden. De afspraken met de aannemer zijn vastgelegd in hetgoedgekeurde KAM.-plan. Hierin wordt o.a. het volgende beschreven:
Van alle, van blijvende aard zijnde, afwijking op het bestek is een afwijkingsrapport opgesteld.Onvolkomenheden van tijdelijke aard en welke kunnen worden hersteld, zijn niet in eenafwijkingsrapport vastgelegd, tenzij deze bij herhaling voorkomt. Bovendien wordt onderscheidgemaakt in belangrijke en niet-belangrijke afwijkingen:
~ Belangrijke afwijkingen hebben invloed op de kwaliteit van het eind- oftussenproduct;
~ Niet-belangrijke afwijkingen zijn grotendeels van procedurele aard.Binnen het concept van het samenwerkingsmodel werd een belangrijk deel van de afhandelingvan ('kwaliteits')afwijkingen informeel opgelost.
Interne afwijkingen liepen ook via de aannemer. Voor een uitgebreide omschrijving van dehierbij gehanteerde procedure wordt verwezen naar document 1915-2001-0199.
Externe Kwaliteitsborging (E.K.B.)
Binnen het samenwerkingsmodel zijn tijdens regulier overleg de uitgangspunten m.b.t. detoetsingsfilosofie besproken. Tijdens deze bijeenkomsten diende de aannemer de beheersingvan het primaire proces te kunnen aantonen op drie verschillende niveaus, te weten:
1) systeem en beheersproces,2) maakproces en3) product.
Tevens werd door toetsen van o.FA het beheersproces (tijd, geld, informatie) gewaarborgd.De Bouwdienst vergewiste zich ervan dat de aannemer op systeem- en beheersniveau hetprimaire proces beheert opdat maakproces en product voldeden aan de gestelde bestekeisen.Door te toetsen wordt het beheersproces gewaarborgd. De Dir. UAV. borgde door toetsingen registreerde zijn bevindingen op de juiste wijze.
Deze werkwijze had vooral tot doel de kwaliteit van werkplannen te verbeteren alsmede eensnelle acceptatie hiervan. Tevens is met deze werkwijze het delen van kennis (c.q. knowhow)tussen aannemer en Bouwdienst gestimuleerd.
In het toetsplan BDD-2702 is een reikwijdtetabel opgenomen welke de combinatie van toetsen(systeem-/beheers-, maakproces en product) aangeeft teneinde met voldoende vertrouwen enzekerheid te kunnen uitspreken dat aan alle bestekseisen is voldaan en dat alle(projectspecifieke) eisen zijn aangetoond. In deze reikwijdtetabel is tevens een koppeling naarde betaalpost opgenomen.
De systeemtoetsen worden gecombineerd met de kwaliteitssysteemaudits welke door deBouwdienst zijn gehouden; de producttoetsen zijn door de Directie U.A.v. verzorgd.
Interne en Externe Audits
Audits zijn momentopnamen. De procedure m.b.t. feitenrapporten schrijft voor datbevindingen met afwijkingen gevolgd worden door 'maatregelen ter verbetering'. Degeconstateerde feiten zijn, waar nodig en mogelijk, opgevolgd door verbeteracties (reparaties).
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 33 van 52
•TWEEDE BEN EL UXTUNNEL·
Hst· ..· - •.••
Audits op Aannemer (intern)
Alle audits op de aannemer zijn uitgevoerd door afdeling tunnelbouw. De procedure metplanning is altijd van te voren vastgelegd. De kwaliteitsmanager van de aannemer was altijdaanwezig. De communicatie met de geauditeerde was constructief en open. In denabesprekingen heeft het auditteam zich niet gehinderd gevoeld de opmerkingen te plaatsen.De nabesprekingen hebben tot minimale tekstuele aanpassingen geleidt. Voor een overzichtvan de afgenomen audits wordt verwezen naar bijlage 2.
Introductie B.F.B. (Borging Financieel Beheer)
In 2002 wordt Bouwdienstbreed de B.F.B.-actie opgestart. Geconcludeerd kan worden datvoor contractadministraties van middelgroot tot grote werken de mate van affiniteit metadministratie en directievoerenden bepalend is voor de transparantie van decontractadministratie voor leken. Een voordeel van het B.F.B. is dat het een eenduidigecontrolesystematiek oplevert. Er moet wel veel beter worden gelet op de doorlooptijden!
Elementair / Projectmatig Werken
Wanneer in 1994 de herstart van het project plaatsvindt verkeert Elementair nog in deopstartfase. Er wordt in die tijd binnen de projecten nog vooral gewerkt conform het oude'Projectmatig Werken'-systeem van de Bouwdienst. Bovendien was het destijds geengewoonte om alle opdrachten schriftelijk (vooraf) vast te leggen. Ook een aanbieding en eenduidelijke projectopdracht ontbreken in de pre-Elementaire fase. Aangezien het project TweedeBeneluxtunnel reeds enkele jaren eerder was opgestart (i.e. 1987) wordt de Elementaire fase100 niet nogmaals doorlopen.
Overigens is bij voornoemde herstart van het project een Voorontwerpnota opgesteld conformhet toen vigerende 'Projectmatig Werken' waarin opgenomen een herzieneprojectomschrijving. Met de ondertekening van deze voorontwerpnota worden voor het eerstafspraken inzake de projectopdracht, de diverse Programma's van Eisen en de diversebeheersaspecten conform Elementair proces 200 goedgekeurd.
Het vervolg op de Voorontwerpnota, het Kwaliteitsplan (verder Projectplan genoemd), wordteen jaar later opgesteld. In laatstgenoemde Plan worden voornamelijk de beheersaspectennader uitgewerkt en worden voor het eerst de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdhedenvan de projectteamleden vastgelegd.
Gedurende de uitvoeringsfase (van 1997 t/rn 2001) is het Projectplan jaarlijks geactualiseerd enis, waar nodig, de projectopdracht herzien en ondertekend door de principaal. Opgemerktdient te worden dat het Projectplan in het begin van de uitvoeringsfase veel te uitgebreid en tegedetailleerd was. Het Projectplan werd in die tijd door veel projectteam leden als onleesbaarervaren ("Het is nog dikker dan Elementair zelf", was een regelmatig gehoorde uitspraak).Getracht is daarom het Projectplan zoveel als mogelijk te comprimeren tot een leesbaar enwerkbaar document.
Voor de fases na de uitvoering zijn twee separate projectplannen opgesteld, één voor deoverdracht- en onderhoudsfase (periode februari 2002 - juli 2003) en één voor de nazorgfase(periode december 2002 - december 2007). Met deze projectplannen is de projectopdrachtvoor de afrondende fase (opnieuw) vastgelegd alsmede de (aangepaste) behoeften van deprincipaal.
Leerpunten Kwaliteit
• Belangrijk aandachtspunt voor de Bouwdienstorganisatie is dat invoering van nieuwekwaliteitssystemen bij een al in uitvoering zijnde project een forse last legt op deschouders van de projectleiding en (vooral) de Directie U.A.V. De Bouwdienstorganisatiekan hierop reageren door te zeggen dat er met de invoering van E.K.B. geendaadwerkelijk gevaar is ontstaan ten aanzien van het reguliere werk en dat de normaletermijnen vrijwel zonder uitzondering op tijd betaald worden, maar inzake de internebehandeling van de wijzigingen ging er nogal eens wat mis qua doorlooptijd. Om van de
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 34 van 52
T~EDEBENELUXTUNNELij 7' . --...:..-,.
risico's welke de aannemer neemt door, met het oog op de krappe tijdplanning, steedsvooruitlopend op formele opdrachtverlening alvast aan de slag gaat metwijzigingsvoorstellen omdat de zorg bestaat dat het werk anders niet op tijd gereed zalzijn.
• In Elementair zou een 'centraal punt' (administratieve ondersteuner) moeten wordenbenoemd met taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden teneinde de betalingenrechtmatig te doen verlopen. Ook de F.el. moet zijn/haar werkwijze hier op aanpassen.Het advies iz om een veel zwaardere financieel manager op een project te zetten.
• Er moet meer aandacht worden besteed aan eenduidigheid binnen de geheleBouwdienstorganisatie. T.a.V. de uitvoering van de E.K.B.wordt door de Directie U.A.V. teveel aan symptoombestrijding gedaan en wordt onevenredig veel tijd en energie gestokenin dit onderwerp. Het zou veel centraler moeten worden gecoördineerd, meer uniformerichtlijnen en minder 'speeltuin'-idee.
• Interne controles zouden ter ondersteuning en verbetering moeten dienen en niet louterom te controleren en te demotiveren.
• Achteraf bezien was het zeker bij de herstart van het project noodzakelijk hernieuwdeafspraken te maken met de principaal en deze afspraken vast te leggen.
• Ook dient bij een herstart goed nagedacht te worden over de aanbieding (wat gaan wewanneer doen) en een Plan van Aanpak.
• Het proces 100 (opdrachtacceptatie) zou bij een herstart opnieuw moeten wordendoorlopen zodat vervolgens kan worden gestart met proces 200 (opdrachtrealisatie).
• Zorg voor een leesbaar en werkbaar Projectplan, dus: niet te gedetailleerd.• Actualiseer het Projectplan zoveel mogelijk (liefst jaarlijks, doch in ieder geval bij elke
nieuwe fase van het project, bij implementatie van nieuwe werkwijzen en bij belangrijkewijzigingen).
• De doeltreffendheid van kwaliteitsborging zit in de eenvoud! Het huidig systeem is veel teuitgebreid.
• Ten aanzien van kwaliteitsborging vooral vooraf de juiste mensen 'selecteren'!
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 35 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*'7' . ~.id"iI
het besluit genomen om een dynamische vorm van onderhoud te administreren en zodoendete kunnen budgetteren. Hiertoe is een projectteam 'lISBO' opgezet. Het project TweedeBeneluxtunnel is als (tunnel)pilot aangewezen voor deze methodiek.
Aangezien bij de start naar TISBO-2 nog geen concreet voorstel lag over hoe deonderhoudsinformatie vorm gegeven dient te worden, heeft het projectteam medio 2002besloten tot het bevriezen van de stand van zaken en een Beheer & Onderhoudplan teschrijven gebaseerd op de uitgangspunten van TISBO-2.
Met behulp van projectteam TISBO is een Access Database opgezet dat later gemakkelijk is inte lezen in de te ontwikkelen programmatuur.
Deze database is in september 2003 volledig opgeleverd en overgedragen aan Dienstkring.
O-inspectie
In samenspraak met het toenmalige Dienstkringhoofd is medio 2001 besloten geen O-inspectieuit te voeren. Tijdens de onderhoudfase werd door het nieuwe Dienstkringhoofd alsnogbesloten dat een O-inspectie toch nodig was. Dit kwam mede doordat het projectteamprestatie onderhoudscontact slechts van nieuwbouw wilde overnemen na een formelevaststelling van de overnametoestand (O-inspectie). Deze O-inspectie is in uitvoering en wordtopgeleverd in december 2003.
Veiligheidsvoorzieningen Fietsbuis
Voorafgaand aan de openstelling van de fietsbuis op 11 mei 2002, is door hetBouwdienstprojectteam in februari 2002 voorgesteld de aangebrachte veiligheidsvoorzieningenvan de fietsbuis nader te onderzoeken op sociale en operationele veiligheidsaspecten. Centraledoelstelling van dit onderzoek was "Het kwalitatief vastleggen van het veiligheidsniveau vande fietsbuis en het formuleren van aandachtspunten voor de gebruiksfase in de toekomst".Belangrijkste conclusie die uit voornoemd onderzoek naar voren komt is dat de fietsbuis overhet algemeen als veilig wordt ervaren door de gebruikers>"
Nazorg: Jaarlijkse evaluatie voor 5 jaar
Gedurende de nazorgfase (2003-2007) zal jaarlijks een evaluatiebespreking plaatsvindenteneinde een formeel podium te bieden voor de beheerder. Ongeveer 4 tot 6 wekenvoorafgaand aan deze evaluatiebespreking zal een gezamenlijke schouw worden uitgevoerd.Naast bovengenoemde reden, zijn de gebruikerservaringen een goede input voorverbeteringen van de ontwerpen van toekomstige tunnels en wegen.
Voor de organisatie en beschrijving van de nazorgfase wordt verwezen naar projectplan metdocument nummer 1915-2003-0005 versie 1.0 februari 2003.
Leerpunten Overdragen Project
• De afdeling D.I.U. zou een gestandaardiseerde richtlijn moeten hebben inzake m.b.t. hetarchiefbeheer (de afdeling bruggenbouw heeft een lijst waarop alle te bewaren lstaall-documenten staan).
• De beheerder was in het geheel niet voorbereid op een uitbreiding van het Beneluxproject.Dit door grote en veel reorganisatieperikelen bij de Dienstkring.
• Ingebruikname tunnel: afspraken dienen eerder duidelijk vastgelegd te worden in nota'svan inlichtingen en contract (vooral t.a.v. risicobeheersing).
• Discussies met brandweer, gemeente e.d. omtrent wijzigingen W.U.T. dienen door hetSteunpunt Tunnelveiligheid te worden begeleid en eventueel te worden uitgevoerd i.v.m.consistentie en deskundigheid.
• Hulpposten: hiervoor zou een veel betere projectspecificatie gemaakt moeten worden, ditom zaken als haspelsdie niet (ver genoeg) de kast uit blijken te kunnen te voorkomen.
• De Bouwdienst dient zich meer dienstbaar en begripvolIer op te stellen richtinghulpverleningsdiensten. Houdt hier ook rekening mee bij het opstellen van deprojectspecifieke eisen.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 38 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
&t., - =..t.• Houdt bij het ontwerp ook rekening met de verkeersveiligheid (e.g. vluchtdeuren en -
wegen)• Organisatie van overdracht projectarchief zou moeten worden overgelaten aan de mensen
die ermee gewerkt hebben Ook de financiële consequenties (circa € 50.000,--) die hetuitbesteden van het 'overdrachtskiaar' maken van het projectarchief door externen dienthierbij in overweging genomen te worden.
• Als Bouwdienst dient opgepast te worden om niet te snel de rol van beheerder opgelegd tekrijgen.
• Begin vroegtijdig (en dus nog meer en vroeger dan nu is gedaan) met communiceren metopdrachtgever en de toekomstige beheerder t.a.v. overdracht.
• Trek veel tijd uit voor de overdrachtsfase en afronding van een project. Bouwdienst dientzich bewust te zijn dat dit ook een sterkte hoort te zijn van goed projectmanagement.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 39 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL"
H7' .~ ••
10 NOTEN
1 Opnieuw verbeterd december 2004
11 H.CB. (HollandseCombinatie Benelux) bestaat uit: H.B.G.-Civiel (voorheen Hollandsche Beton- enWaterbouw,) Van Hattum & Blankevoort en BAM NBM Amstelland (voorheen NBM Beton- &Industriebouw (v/h Dirk verstoepï).
111 CI.B.-2 Combinatie Infrastructuur Benelux2) bestaat uit: Koninklijke Wegenbouw Stevin b.v., BVAannemingsbedrijf NBM, Wegenbouwmaatschappij Heijmans BV, HWZ Zuid-Holland, Boskalisbv.
IV O.T.A.O. = Opdrijven - Transporteren- Afzinken - Onderstromen
V Voor een uitgebreide evaluatie omtrent het O.T.A.O.-proces wordt verwezen naar de doordhr. Ir. E.M.W. Gerrits opgestelde documenten 'Evaluatie O.T.A.O. 2de Beneluxtunnel', d.d. 20november 2001, (doc.nr.: 1915-2001-0512) en 'Management Evaluatie O.T.A.O.-proces 2deBeneluxtunnel - samenvatting Evaluatie O.T.A.O.-proces 2d" BeneluxtunneJ', d.d. 22 april 2002(doc.nr.: 1915-2002-0142) .
VI Voor een uitgebreide evaluatie omtrent de 'Liften & Roltrappen wordt verwezen naar het doordhr. A. van Dasselaaropgestelde document "Beoordeling Liftinstallaties en Roltrappen TweedeBeneluxtunnel", d.d. 20-03-2003 (doe. nr.: 1915-2003-0050)
VII Voor een uitgebreide evaluatie van de uitvoering van het grindbed wordt verwezen naar het doordhr. ir. A.J.C van Aart opgestelde document "Technische Evaluatie Grindbed 2" Beneluxtunnel" ,d.d. 18-10-2003 (Doc.nr.: 1915-2000-0389).
VIII Voor een uitgebreide evaluatie van de (voor)ontwerp- en besteksfasewordt verwezen naar hetdocument: "Evaluatie Ontwerp- en Besteksfase", d.d. 21-11-1999, door mevr. N.M. Ceton-O'Prinsen (Doc.nr.: 1915-00-0200).
IX O.F.A. = Onafhankelijk FunctionarisAannemer
X Het integraal bestek BDD-3443 bestaat uit: bestek ZHt 7195 (RWS Zuid-Holland) voor hetverrichten van grondwerken en aanbrengen van verhardingen met bijkomende werken t.b.v. hetverbreden van de A-4 tussen het Kethelplein en knooppunt Benelux, bestek BDD 3443 (BouwdienstRWS) voor de overige kunstwerken op de Beneluxcorridor [nieuw viaduct Vijflsuizen, vijzelenbestaand viaduct Vijfsluizen, geluidsschermen, kunstwerk Nieuwland) en bestek Sdm 8/1/1 (NS-Railinfrabeheer)voor het vervangen van het spoorwegviaduct over de A-4 met bijkomende werken.De algemene besteksdelenvan drie voornoemde bestekken zijn op elkaar afgestemd waarvan deel 1in het 'overkoepelende bestek' (ZHt 7195) is opgenomen. Laatstgenoemde was dan ook deaanbestedendedienst.
XI Voor een uitgebreid verslagvan de evaluatie van het integraal bestekOverige Kunstwerken wordtverwezen naar document "Evaluatie Integraal BestekOverige Kunstwerken", d.d. 16 oktober 2000(Doc.nr.: 1915-2003-0242).
XII D.I.M.I.I.I.: Dimension 3= digitale tekensysteemBD voor 2004 ondersteund door TreeC
XIII Voor meer informatie omtrent de fietstunnel wordt verwezen naar het door dhr. R. den Rooijenopgestelde document "Evaluatie Sociale & Operationele Veiligheid Fietstunnel" • d.d. november2002 (doc.nr.: 1915-2002-0286)
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 40 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
·Ht7' '~'A
BIJLAGE 1: TIJD
Het thema 'tijd' is een onderwerp van belang. Het belang van tijd is namelijk niet louter eenconditie om tot bepaalde prestaties/mijlpalen te komen, maar reikt veel verder. In de eersteplaats is het ordenen van tijd één van de belangrijkste ordenende principes in de maatschappij.
Bij de discussieover tijd is het van belang de verschillende dimensies van tijd goed van elkaar teonderscheiden. Het gaat hier om de dimensies projecttijd, werktijd en bedrijfstijd. De bestedingvan tijd aan het project valt onder de eerste twee dimensies.
Projecttijd en werktijd zijn dimensies die een zekere voorspellende waarde hebben voor debereikte projectresultaten van de projectmedewerkers. De dimensie bedrijfstijd is van eenandere orde. Bij de Bouwdienst Rijkswaterstaat gaat men ervan uit dat medewerkers hunprojecttijd kunnen inrichten met een grote mate van zelfstandigheid. Deze benadering brengthet risico met zich mee dat onderafdelingen/disciplines te weinig alert zijn op hetprogrammeren van voldoende projecttijd en werklast. Een belangrijk punt van zorg is dus ofde formele werktijd ook daadwerkelijk gepland wordt.
Bij sommige onderafdelingen wordt de geplande projecttijd niet gerespecteerd. Dit heeft temaken met organisatorische maatregelen, personeelsproblemen, verkeerde prioriteiten, onwil,etc. Deze factoren leidden meermaals tot een lagere projectinzet - een grote werkdruk kanzelfs tot last leiden. Ook wanneer projectmedewerkers regelmatig geconfronteerd worden metonduidelijke en chaotische organisatie van de projecttijd, blijven de verplichtingen rond demijlpalen en (Elementaire) processen gehandhaafd.
Tijd wordt bij de Bouwdienst over het algemeen ervaren als sluitpost op de projectbegroting.Hierbij moet opgemerkt worden dat bij sommige projecten tijd te vaak gereduceerd wordt omorganisatorische problemen op te lossen. Zo wordt projecttijd van de projectmedewerkersverminderd onder invloed van personeelstekort of het niet beschikbaar zijn van benodigdekennis.
Personeelstekort en door het Ministerie opgelegde bezuinigingen vormen in deze context eenbedreiging voor de (proces- en doelmatige) kwaliteit van projecten.
Binnen de Bouwdienst dient tijd te worden benut als projectkundige/-matige grootheid met hetoog op het bereiken van optimale projectresultaten. Voorbeelden van een creatieve aanpak zijnde benutting van ICT-mogelijkheden en het hanteren van alternatieve werk- enorganisatievormen. In een integraal beleid op dit terrein en in tijdmanagement ligt eenbelangrijke sleutel voor kwaliteitsverbetering in het projectmatig werken.
Perspectieven
De actuele discussies over tijd (ook in het kader van taakbelasting, bedrijfsvernieuwing,dienstverlening, kwaliteitszorg, innovaties en onderzoek) zijn alleen uitdrukking van eenalgemeen toegenomen bewustwording van tijd. Ze illustreren ook de veranderingen bij deBouwdienst van een enkelvoudige naar een meer gedifferentieerde structuur qua tijd. Dezeveranderingen zijn reeds langer gaande binnen de Rijkswaterstaat. Tijd wordt steeds meerexpliciet een economische factor. Het individueel kunnen beslissen over tijdsbesteding is steedsmeer een groot goed geworden in de samenleving.
Kwaliteitsvoorwaarden en -waarborgen
Voorwaarden die in het algemeen (zouden dienen te) gelden voor de integriteit van projectenzijn:
» De erkenning dat in alle gevallen de projectwerkzaamheden worden uitgevoerd doormensen die daartoe bevoegd zijn.De inhoud van de projectwerkzaamheden moet allereerst bestaan uit een geheel vankennis en vaardigheden dat projectmatig relevant wordt gevonden door deprojectleiding. De projectwerkzaamheden moet voor iedere projectmedewerker inconcrete termen worden beschreven die het gewenste beheersingsniveau van de
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 41 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL'ij'S' .,.,;, .. z~
medewerker duidelijk aangeven. Het moet bruikbaar zijn als richtlijn voor eventueleopleidingen en het moet de maatstaven kunnen opleveren of de projectmedewerker ophet project mag blijven of moet worden vervangen.
~ Kwaliteitseisen die aan een onderafdeling moeten worden gesteld betreffen de validiteiten betrouwbaarheid, ofwel de toetstechnische eisen van een medewerker ten aanzienvan het project, en eisen ten aanzien van de beschikbare tijd van de medewerker.
De mate van inrichtingsvrijheid die onderafdelingen hebben voor een project, betekent dat ergeen sprake is van volledige standaardisatie en dat formeel vastgelegde afspraken geenvolledige garantie bieden voor betrouwbaarheid, validiteit, transparantie, helderheid vanprocedures. Het stelsel van interne en externe kwaliteitszog spelen een essentiële rol bij hetbepalen van de verbetering van de kwaliteit van projecten en het niveau vanprojectmedewerkers voor de diverse onderafdelingen binnen de Bouwdienst Rijkswaterstaat.
Conclusie
Maatschappelijke en bedrijfskundige ontwikkelingen hebben invloed op projecten enprojectmatig werken. Variëteit, flexibiliteit, differentiatie, individualisering en nieuwetechnieken zullen in de komende jaren het beeld en de vormgeving van projecten veranderen -van 'Iearning organisation' naar 'Iearning project'. Ook zullen er verschuivingen optreden in defuncties van projectmedewerkers. Zo vormen toetsen niet meer louter een middel om vast testellen of het gewenste niveau van beheersing is bereikt, zij krijgen in toenemende mate eenfunctie in het leerproces (diagnose, voortgang, feedback, bijsturing). Interne audits moetendeze insteek hebben of krijgen. Het vraagstuk van selectiviteit, ofwel het belang van de wijzewaarop een project slaagt kan in dit verband ook genoemd worden. Er dient nagedacht teworden over de toekomst van projecten in een veranderende context.
Evaluaties van de werkelijk besteedde project- en werktijd zouden er toe moeten bijdragen datde opvattingen over tijdsbesteding kunnen worden verfijnd en aangepast. Men moet eenduidelijk zicht krijgen op de geplande en gerealiseerde projecttijd en op de evaluatietijd diedaaraan gerelateerd dient te zijn. Belangrijke vragen hierbij zijn of alle geprognosticeerde urenook daadwerkelijk gerealiseerd zijn, of het aantal geprognosticeerde uren zijn overschreden enof de werktijd in verhouding staat tot de hoeveelheid uren die voor de projectmedewerkersbeschikbaar was.
De evaluator moet niet alleen beschikken over een aantal cognitieve vaardigheden maar ookover de nodige metacognitieve vaardigheden, sociale vaardigheden en affectieve disposities.Cognitieve vaardigheden zijn onder meer het analyseren van een probleem en hetonderscheiden van hoofd- en bijzaken. Metacognitieve vaardigheden hebben onder meerbetrekking op zelfreflectie en zelfevaluatie.
Er is een onderscheid te maken tussen twee soorten evaluaties: de formatieve en desummatieve.
• Formatieve (of tussentijdse) evaluatie heeft als doel enerzijds het projectmatige procesvan een project en anderzijds het leidinggeven van de projectleiding te optimaliseren.Formatieve evaluatie moet gebieden identificeren waar projecten (enprojectmedewerkers) nog extra uitleg, begeleiding en/of zelfstudie, oefening, nodighebben. Cruciaal is de feedback die hierbij verschaft wordt aan de projectleiding enevaluator.
• Summatieve (of eind-) evaluatie is gericht op resultaatbepaling. De bedoeling vansummatieve evaluatie is een eindoordeel uit te spreken over de prestaties van eenproject. Summatieve evaluatie geeft een samenvatting van welke resultaten eenproject bereikt heeft op het einde van een projectfase.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 42 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL*7' . ..:....::.-.;;et.
BIJLAGE 2 - OVERZICHT AUDITS BDD 2702
Auditrap. Locatie Datum (hoofd)proces1 Bouwlocatie Zuid 16-ian-98 Kwaliteitssysteem HCB2 Bouwdok Barendrecht 23-jan-98 Procesbeheersing/beheersing keuring
meet- en beproevingsmiddelen3 Bouwlocatie Zuid 13-feb-98 KAM plan/OA4 Bouwdok Barendrecht 09-apr-98 Beton5 Bouwlocatie Zuid en 14-mei-98 Groutankers/Damwanden
Noord6 Bouwdok Barendrecht 10-sep-98 OA/Beton7 Bouwlocatie Zuid en 08-okt-98 Heien/Grondwerk toeritten
Noord8 OTAO 28-jan-99 OTAO9 Bouwdok Barendrecht 28-jan-99 OTAO/GTI10 Bouwlocatie Zuid en 24-feb-99 Beton/OA Mebin en ZHBC
Noord11 OTAO 11-jun-99 OTAO Baggeren12 Bouwdok Barendrecht 11-jun-99 Procedure afwijkingen13 Bouwlocatie Zuid en 22-jun-99 Aansturing OA
Noord14 OTAO 21-sep-99 OTAO15 Bouwdok Barendrecht 19-okt-99 OFA/Beton16 Bouwlocatie Zuid en 15-dec-99 OFA
Noord17 Bouwlocatie Zuid en 01-feb-00 Zink/sluitvoeg, grondwerk
Noord18 Bouwlocatie Zuid en 22-feb-00 Zink/sluitvoeg, grondwerk
Noord19 Bouwlocatie Zuid en 11-apr-00 Zink/sluitvoeg, ballastbeton
Noord20 Bouwlocatie Zuid en 27-jun-00 Zink/sluitvoeg, ballastbeton 2" laag
Noord21 Bouwlocatie Zuid en 21-sep-00 Betonwerk (lamellenwand), barriers
Noord22 Bouwlocatie Zuid en 28-nov-00 Barriers, tegelwerk
Noord23 Bouwlocatie Zuid en 15-feb-01 CMF 64, barriers, CMF 52,
Noord tegelwerk, OFA24 Bouwlocatie Zuid en 22-mrt-01 CMF 64, Bouwkunde, CMF 52, OFA
Noord25 Bouwlocatie Zuid en 21-jun-01 Kwaliteitsoverleg HCB, CMF 52,
Noord Bouwkunde, OFA26 Bouwlocatie Zuid en 18-okt-01 OFA, 1" Benelux, Bouwkunde,
Noord algemeen
De audits op GTI zijn gehouden door HCB, in overleg met de directie UAV-EM. Directie UAV-EM zijn bij deze audits ook aanwezig geweest als toehoorder. Rapportages zijn door dedirectie ontvangen van HCB.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - aprîl2004 43 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELM'S' ..... u S.
BIJLAGE 3 - KOSTENONTWIKKELING BOD 2702
Aanneemsom versus gerealiseerd
800-2702AANNEEMSOM GEREALISEERD
BDD-2702-01 129.954.518,14 152.873.802,61BDD-2702-02 467.393,62 515.115,28BOD 2702 03 Stelpost EM 33.715.870,05 46.810.722,00
Totaal in € 164.137.781,83 200.199.639,89Totaal in / 361.712.071,19 441.181.948,42
Kostenontwikkeling van het meerwerk
AANNEEMSOM SALDOVOORLOPIGE PERCENTAGESTAATVAN OVERSCHRIJDINGT.O.V.AFREKENING AANNEEMSOM
BDD-2702-01 129.954.518,14 152.873.802,61 17,64%BDD-2702-02 467.393,62 515.115,28 10,21%BOD 2702 03 Stelpost EM 33.715.870,05 46.810.722,00 38,8%
De noodzakelijke wijzigingen zijn direct of indirect te wijten aan:
GEREALISEERD GEREALISEERDBDD-2702-01 en -02* Stelpost EM
(v/h 8DD-2702-03)*1. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door 5,27% 19,9%principaal (o.a. vervallen, andere projectcode,ander budget)2. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door 6,25% 2,0%Bouwdienst3. Gepland meerwerk (vooraf bekend) 5,45% 4,4%4. Optimalisaties minderwerk en meerwerk 0,19% 6,4%5. Wijzigingen zonder financiële gevolgen 0,0% 0%6. Optimalisatie-CMF 0,45% -6b. niet behorende bij de tunnel (buiten - 6,1%gebieden) - speciaal voor EM
Totaal in % 17,61% 38,8%Totaal in € 22.919.284,47 13.094.851,95Totaal in / 50.507.456,38 28.857.257,19
* Oe vermelde percentages geven het aandeel aan t.o.v. het totale bedrag aan meerwerk
Oorzaken van het meerwerk
De prijsstelling van CT en Bouwkunde meer-/minderwerk is niet uitzonderlijk hoog te noemen.De overeengekomen prijzen zijn marktconform getoetst en liggen binnen 10% van deeindprijs.
Er zijn geen meerwerken geaccepteerd door tijddruk of t.b.v, algehele voortgang, metuitzondering van de bouwkundige werkzaamheden t.a.v. de fietsbuisaankleding.Laatstgenoemde werkzaamheden zijn niet beschreven in het bestek en door de één-op-éénonderhandelingspositie is niet de optimale prijs tot stand gekomen. Het oorspronkelijke plan isdusdanig rigoureus gewijzigd dat de onderhandelingspositie een zeer slechte was (geplandmeerwerk: € 2,4 mio; gerealiseerd: € 8,3 mio)
De prijsstelling van EM meer-/minderwerken is hoog. Er kon door EM van tevoren geen ramingworden gemaakt omdat de detailengineering bij de aannemer lag. Nadat deze (perdeelinstallatie) klaar was, kon het uittrekken van materiaal worden gedaan nadat de
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 44 van 52
TWEEDE BEN EL UXTUNNEL&1'7 . .... u Z' ittlI
hoeveelheden bekend waren. Op de aanbieding van de aannemer is een tegenramingopgesteld, gebruikmakend van de hoeveelheden van de aannemer. Dit was mogelijk aangeziende aannemer altijd een open begroting indiende. De tegenraming is door deBouwdienstafdeling DIBK opgesteld.
Aangezien er nauwelijks mogelijkheden zijn om werken niet op te dragen is deonderhandelingssituatie slecht te noemen. Bijvoorbeeld voor de gevolgen van de wederomgewijzigde eindfasering is duidelijk een prijs geaccepteerd i.v.m. de voortgang.
Verbetervoorstellen voor toekomstige projecten
Het verdient aanbeveling serieus te bekijken of het EM-deel wel integraal dient te wordenaanbesteed onder het (hoofd)bestek. Het voordeel van organiseren wordt fors betaald, terwijlde "coördinatieverplichting" een constante discussie over verantwoordelijkheid tot gevolgheeft.
Indien er toch gekozen wordt voor integraal aanbesteden dan dient de hoofdaannemer ookzuiver op zijn verantwoordelijkheden te worden aangesproken en de informele contacten metonderaannemers tot een minimum te worden beperkt.
Suggesties t.a.v, verbetering op het (RAW) bestek
• In het voortraject dienen sluitende afspraken gemaakt te worden met de principaal;• Wijzigingen dienen te worden bewaakt (scopebeheer):• Uitvoeringstekeningen in het verlengde van het bestek (lees: wijzigingen tot een minimum
beperken);• In het bestek ook de "beginsituatie" goed omschrijven;• Aangeven hoever de toeritten gebouwd moeten zijn i.V.m. krachtenveld t.b.V. afzinken;• Coördinatie van de ontwerpen (alle disciplines) in één hand en een ontwerpleider
aanstellen die de raakvlakken bewaakt;• Meer vast houden aan het bestek en niet steeds de laatste ontwikkelingen gedurende de
realisatie willen volgen. Goed is goed;• Gedurende de uitvoering een contactpersoon van de toekomstige beheerder aanstellen die
een substantieel deel van de tijd op het werk aanwezig is.• Na aanbesteding en bij een "niet passende aanbieding" wordt de opdrachtgever in een
zeer slechte positie gedwongen als toch met de laagste inschrijver wordt onderhandelt! Ditdus nooit doen. Het is beter om bepaalde onderdelen (waar dat dus mogelijk is) eruit tehalen en na uitvoering in het bestek apart openbaar aanbesteden!
• Laat het complete bestek toetsen door een "externe" partij voordat dit op de markt wordtgebracht. Toetsen vooral op "degelijkheid en robuustheid" alsmede de consistentie enjuridische aspecten.Hierbij denken aan bv een bureau Landsadvocaat
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 45 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL"
*1' . ...:.. r-"BIJLAGE 4 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 2702
Beoordeling aannemer BDD-2702
Beoordeling onderaannemer BDD-2702
Vanwege de prominente rol van G.T.!., is hier een aparte beoordeling van hen gegeven alsonderaannemer.
Beoordeling onderaannemer(s) BDD-2702
Mate van detailleringFinanciële afwikkelin~
OrganisatiMoeilijkheden tijdens uitvoerin~ ~ ~Technische bekwaamheid-------:"'" ~ -,
HAM-VOW Grond en balt/iterwerkzaamheden /it N /it N gNBT IVSF/DV IB Heiwerken g N g N gNFGTI E&M g N g N gCEB Tunnelelementen g N /it N gNVM Vlechter g N g N gEGBB Vlechter g N g N gNGTIVSB Verankering g N g N gTen Wolde Leegpompen dok g N g N gSchokindustrie Betonpalen kabel koker g N g N gDe Boer Stalen buispalen g J /it N gCramover Lev. Zinkvoegomranding g N g N gSchokindustrie Betonpalen(alle) g N g N gArbed Alle vulplanken g N g N gNedex Impo- Tussen wanden g N g N gHoeschFa. Spanstaal Voorspanning g N g N gVredestein W9UI profielen g N g N gPromat Brandwerende bekleding g N g N gZHBC Betonwerken g J g N gTrelleborg- Lev. Omega en acme profiel g N g N gBakkerGroeneveld Paal koppen g N /it N gRowij Aanbrengen acme g N /it N gTorkret Injecteren voegprofielen g N g N gSSH Ondersteuning bekisting g N g N gSOTON Injectie koel pijpen g N /it N gSmit-Tak Transport tunnel elementen g N /it N gNoordhoek Duikwerk g N g N gWouts Tegelwerk g N g N g
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 46 van 52
T~EDEBENELUXTUNNEL&* ..,.'.. S'"
Groeneveld Sloopwerk g N g N gDV. Zuidbroek Barriers g N g N I!.Merfort Deuren leverantie g N g N I!.Integron Spuitbeton g N g N gSorba Lev. Roestvrij stalen delen U N G N gHBG Bouwkundige werkzaamheden, cmf G N G J gutiliteitbouw 52; bestekRomers Plaatsen barriers G N G N I!.Keers vi uchtdeu ren G N I!. N gMebin Beton leverantie G N I!. N I!.Gevel meesters Anti graffiti G N g N I!.Birkhof Stalen stempels 1· bt g N g N gGijsel Betonreparatie 1 bt g N If N gVerschoor Renovatie bedieningsgeb 1ebt g N g N g
Bak engineerinl!. OFA g N g N g
Toelichting
Sorba heeft niet allen buiten een goede kwaliteit geleverd ook t.a.v. kwaliteitsborging ennazorg heeft deze initiatief getoond om vooruit te denken.
De ZHBC heeft de grotere storten begeleid op de toeritten. Hierin heeft dir. UAVen HCB extraenergie gestoken om de storten goed te laten verlopen. Het uiteindelijke resultaat is wel goedte noemen.
NGTIVSB hebben gedurende de uitvoering veel obstakels getroffen.
HBG heeft t.a.v. kwaliteitsborging en planning niet goed gefunctioneerd. Er was geen grip opte krijgen door HCB. De betalingstermijnen hadden sneller ingediend kunnen worden. (Hetleek soms of HBG niet betaald wilde worden.)
De Boer heeft gelamineerde buispalen geleverd.
Gedurende de ontgraving van de toeritten hebben we een capaciteitsprobleem gehad t.a.v. debeschikbare depot ruimte. De oorzaak lag in het veel meer aantreffen van grond ipv klei ofzand. Gevolg is dat in depot Vijfsluizerhaven veel meer grond is opgeslagen. Om de zelfderedenen is bij het baggeren van de zinksleuf veel meer grond naar depot 1016 is gegaan.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 47 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7' . ""'-"---A
BIJLAGE 5 - OVERZICHT AUDITS 3443
Auditrap. locatie Datum (hoofd)proces1 Bouwlocatie aKW 3-feb-1999 CIB-2 (hoofdaannemer)2 Bouwlocatie aKW 4-jun-1999 CIB-2/CKK (onderaannemer)3 Bouwlocatie aKW 21-jun-1999 HlS (onderaannemer)3* Bouwlocatie aKW 21-okt-1999 BECOR (onderaannemer)6 Bouwlocatie aKW 3-apr-2000 vHZBl (onderonderaannemer)7 Bouwlocatie aKW 4-jul-2000 BECaR (onderaannemer)8 Bouwlocatie aKW 13-feb-20031 HlS (onderaannemer)9 Bouwlocatie aKW 6-mrt-2001 vHZBl (onderonderaanemer)
* nr. 5 is vervallen
De audits op de onderaannemers zijn gehouden door C.I.B.-2 in overleg met de Directie U.A.V.De Directie U.A.V. is bij deze audits ook aanwezig geweest als toehoorder. Rapportages zijndoor de directie ontvangen van C.1.B.-2.
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 48 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNELij 7' -..:....::..-- .•••
BIJLAGE 6 - KOSTENONTWIKKELING BDD 3443 IN CIJFERS
Aanneemsom versus gerealiseerd
800-3443AANNEEMSOM GEREALISEERD
8DD-3443-01 9.894.677,61 11.177.283,488DD-3443-02 2.813.437,33 2.632.741,07Stelpost 521.847,24 989.944,93
Totaal in € 13.229.962,09 14.799.969,49Totaal in f 29.154.999,76 32.614.840,76
Kostenontwikkeling van het meerwerk
AANNEEMSOM SALDOVOORLOPIGE PERCENTAGET.O.V.STAATVAN AANNEEMSOMAFREKENING
8DD-3443-01 9.894.677,61 11.177.283,48 12,96 %8DD-3443-02 2.813.437,33 2.632.741,07 -6,42 %Stelpost 521.847.24 989.944,93 89,70 %
De noodzakelijke wijzigingen zijn direct of indirect te wijten aan:
GEREALISEERD GEREALISEERD8DD-3443-01 en -02* Stelpost*
1. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door -1.382.259,68 135.023,01principaal (o.a, vervallen, andere projectcode, =-10,88 % = 25,87 %ander budget)2. Voortschrijdend inzicht geïnitieerd door 3.444.150,77 333.074,69Bouwdienst = 27,10 % = 63,83 %3. Gepland meerwerk4. Optimalisaties minderwerk en meerwerk5. Wijzigingen zonder financiële gevolgen6. Optimalisatie-CMF
Totaal in % 16,22 % 89,70 %Totaal in € 2.061.891,08 468.097,69Totaal in f 4.543.810,00 1.031.551,57
* Oe vermelde percentages geven het aandeel aan t.o. v. het totale bedrag aan meerwerk
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 49 van 52
T'iVEEDE BENELUXTUNNEL*rt- ...· .. e ••.•
BIJLAGE7 - BEOORDELING (ONDER)AANNEMER - BDD 3443
Beoordeling onderaannemer(s) BDD-3443
Mate van detailleringHnanciêle afwikkell~~
OrganisatiMneiliJkheden lijdens UiIvOerin~~Technische bekwaamheid
i fil g N g
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 50 van 52
T~EDEBENELUxrUNNEL,*7' . ...:.. S.
BIJLAGE 9 - KOSTENON1WIKKELING PROTOCOLLEN IN CIJFERS
Protocol 232 (Tunnel c.a.)
PU OU1998 69.830.201 5.304.3401999 69.789.916 5.572.2722000 42.671.391 3.535.3462001 42.380.205 3.209.2372002 18.460.691 1.652.0252003 5.585.596 949.7802004 2.475.000 825.000
Totaal in € 251.193.000 21.048.000
Protocol 1189 (Overige Kunstwerken)
PU OU1998 47.606 476.2261999 2.755.662 768.8572000 6.345.594 721.0232001 7.053.274 505.7792002 1.931.925 259.0902003 577 11.0002004 1.342.423 0
Totaal in € 19.477.060 2.741.975
Protocol 1126 (Onderhoud en Renovatie Bestaande Beneluxtunnel)
PU OU1998 140.537 43.0521999 338.828 60.4162000 412.234 104.7862001 234.096 9.2882002 129.197 225
Totaal in € 1.254.891 217.768
Protocol 1848 (Varlabel Onderhoud Beneluxtunnel)
PU OU2000 0 38.9562001 3.517.059 22.5112002 2.165.349 3422003 0 02004 61.524 0
Totaal in € 5.682.363 61.809
Protocol 1238 (Vervuilde Grond)
PU OU1998 2.966.996 2.8721999 0 3.2402000 55.182 0
Totaal in € 3.022.178 6.112
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 51 van 52
TWEEDE BENELUXTUNNEL
*7'-~.~BIJLAGE 10 - BESTEDE UREN PER DISCIPLINE PER FASE (TOTALE PROJECT)
(voor}ontwerp uitvoering** overdracht + TOTAAL+ bestek* nazor~***
1993 - 1996DIU 33.316 94.267 13.557 141.140PO 788 61.289 4.968 67.045DIB 849 7.519 1.088 9.456NIE 4.718 10.796 2.043 17.057NIC 3.465 3.281 315 7.061NIB 1.244 1.244OIO 238 238OPC 2 2NIS 45 45DIZ 29 39FC 50 50WBN 229 229Uitbesteding 107.898 10.539 114.314Engineering (SAT)Inhuur dir. UAV 5.504 2.789 8.296SAATU 3.968 3.968Overige Kunstwerken 33.348 3.619 36.967Variabel Onderhoud 8.577 6.416 14.379Onderhoud + 3.725 68 3.793RenovatieOverig 656 656
Totaal in rn.u. 42.636 344.728 45.860 429.101Totaal in € 2.708.432 22.995.320 3.891.537 29.595.489Totaal in f 5.969.040 50.675.016 68.575.820 65.219.876
* voor deze fase is een gemiddeld uurtarief ad € 63,5 (f 140,-) aangehouden* * voor deze fase is een gemiddeld uurtarief ad € 66,7 (f 147, -) aangehouden*** voor deze fase is een gemiddeld uurtarief ad € 85,- (f 187,3)aangehouden
Conclusies:
• totaal protocolwaarde:o 232 (tunnel)o 1189 (OKW)o 1126 (onderhoud)o 1848 (var.ond.)
205 mln28 mln1,3 mln5,7 mln
240 mln
• voorontwerp-bestek: 2,7 mln op 240 mln = 1,125%
• uitvoering: 23 mln op 240 mln = 9,6%
• overdracht-nazorg: 3,9 mln op 240 mln = 1,625%
• totaal: 29,6 mln op 240 mln = circa 12,5%
EVALUATIE TWEEDE BENELUXTUNNEL
Doe. nr.: 1915 - 2003 - 0060 - Definitief - april 2004 52 van 52