143
Zes jaar Argus Vrijheidsbeperkende interventies in de GGz in 2012 en ontwikkelingen ten opzichte van voorgaande jaren Wim Janssen a , Eric Noorthoorn a,b , Roland van de Sande e , Henk Nijman a , Annet Smit d , Adriaan Hoogendoorn c , Yolande Voskes f , Niels Mulder e Guy Widdershoven f Argus (Grieks: Argos) was een reus uit de Griekse mythologie die over zijn gehele lichaam honderd ogen bezat, waarvan er nooit meer dan twee tegelijk sliepen. Toen Zeus zijn oog op Io liet vallen, veranderde hij haar in een koe zodat zijn vrouw Hera niets zou merken. Maar Hera had het door en vroeg Zeus haar de koe cadeau te doen. Vervolgens gaf ze Argus de opdracht de koe "in het oog" te houden, om zo Io bij Zeus weg te houden. © Overname van gegevens kan alleen na overleg met de auteurs. Mei 2014 a Altrecht Aventurijn, b GGNet, c GGZ inGeest, d ProCES, e Parnassia Groep/ ESPRi, Erasmus MC en f VUmc

Zes jaar Argus

Embed Size (px)

Citation preview

Page 1: Zes jaar Argus

Zes jaar Argus

Vrijheidsbeperkende interventies in de GGz in 2012

en ontwikkelingen ten opzichte van voorgaande jaren

Wim Janssena , Eric Noorthoorna,b, Roland van de Sande e, Henk Nijmana, Annet Smitd,

Adriaan Hoogendoornc, Yolande Voskesf, Niels Mulder e

Guy Widdershovenf

Argus (Grieks: Argos) was een reus uit de Griekse mythologie die over zijn

gehele lichaam honderd ogen bezat, waarvan er nooit meer dan twee tegelijk

sliepen. Toen Zeus zijn oog op Io liet vallen, veranderde hij haar in een koe zodat

zijn vrouw Hera niets zou merken. Maar Hera had het door en vroeg Zeus haar

de koe cadeau te doen. Vervolgens gaf ze Argus de opdracht de koe "in het oog"

te houden, om zo Io bij Zeus weg te houden.

© Overname van gegevens kan alleen na overleg met de auteurs.

Mei 2014

aAltrecht Aventurijn, bGGNet, c GGZ inGeest, d ProCES,

e Parnassia Groep/ ESPRi, Erasmus MC en f VUmc

Page 2: Zes jaar Argus

1

Page 3: Zes jaar Argus

2

Inhoudsopgave

Samenvatting: Veel winst behaald, maar ook veel verschillen 4

Hoofdstuk 1. Inleiding en onderzoeksvragen 6

1.1 Inleiding 6

1.2 Centrale vragen in het rapport 7

1.3 Opzet rapport 8

Hoofdstuk 2. De argus gegevens, presentatie en vergelijking 10

2.1 Vrijheidsbeperkende interventies in Argus 10

2.2 Registratie eenheden in Argus 12

2.3 Presentatie eenheden in Argus 12

2.4 Landelijk casusregister Argus 13

2.5 Gewogen Benchmark 14

2.6 Determinanten 14

2.7 Methode en Materiaal 15

2.7.1 Data verzameling 15

2.7.2 Anonimiseren van patiëntgegevens 15

2.7.3 Onderzoekspopulatie 15

2.7.4 Betrouwbaarheid van de cijfers 16

Hoofdstuk 3. Longitudinale gegevens per GGZ instelling 18

3.1 Mediant GGZ Oost- en Midden Twente 18

3.2 Ggnet Warnsveld – Apeldoorn 22

3.3 GGZ inGeest 26

3.4 GGZ Friesland 29

3.5 Pro Persona 32

3.6 Vincent van Gogh 36

3.7 Mondriaan 40

3.8 Altrecht 44

3.9 GGZ Eindhoven 47

3.10 GGZ Oost Brabant 51

3.11 Emergis 54

3.12 GGZ Westelijk Noord- Brabant 57

3.13 GGZ Breburg 60

3.14 GGZ Rivierduinen 64

3.15 Yulius 67

3.16 Reinier van Arkel 70

3.17 GGZ Delfland 74

3.18 Arkin 77

3.19 Dimence 81

3.20 Parnassia Groep 84

3.21 Delta 88

3.22 Lentis 91

Page 4: Zes jaar Argus

3

3.23 GGz Drenthe 93

3.24 GGZ Noord- holland Noord 96

3.25 UMC Utrecht 99

3.26 AMC 102

3.27 GGZ Centraal 104

Hoofdstuk 4 Psychiatrische Afdelingen in Algemene Ziekenhuizen en 108

klinische voorzieningen vanuit religieze grondslag

4.1 Inleiding 108

4.2 Regionale Centra voor de GGZ 109

4.3 PAAZ afdelingen en pshychiatrische universiteitskliniken 109

4.4 Diagnosen en kans op separatie 113

4.5 Samenvatting 114

Hoofdstuk 5 Uitkomsten Kinder- en Jeugd Psychiatrie 116

Hoofdstuk 6. De longitudinale gegevens over jaren vergeleken 120

6.1 Inleiding 120

6.2 Deelname aan de landelijke benchmark 120

6.3 Landelijke trends 120

6.4 Benchmark 123

6.4.1 Resultaten beleidsdoel GGZ Nederland 123

6.4.2 Separatieduur per 1000 opnameuren 125

6.4.3 Het aantal gestarte separaties per 1000 opnames 126

6.4.4 Benchmark afzonderingen 127

6.4.5 Benchmark insluitingen 129

6.5.6 Benchmark fixaties 130

6.4.7 Benchmark dwangmedicatie 131

6.4.8 Vrijheidsbeperkende interventies naar diagnose en afdeling 132

6.4.9 Langdurige separaties 134

Hoofdstuk 7. Beschouwing 136

7.1 Korte Samenvatting bevindingen 2011-2012 136

7.2 Beantwoording onderzoeksvragen 136

7.3 Beschouwing van de uitkomsten van 2012 137

7.4 Nederlandse cijfers in internationaal perspectief 138

7.5 Conclusies 139

Referenties 140

Page 5: Zes jaar Argus

4

Samenvatting:

Veel winst behaald – maar ook veel verschillen

Dit rapport beschrijft de uitkomsten van een landelijke vergelijking van vrijheidsbeperkende

interventies in de Nederlandse GGz. De cijfers zijn door de instellingen aan het

Argusregister aangeleverd. Opdrachtgever voor deze vergelijking is GGZ Nederland.

Deelname aan het register was in 2012 een verplichting in het kader van het ontvangen van

stimuleringssubsidie ten behoeve van Dwangreductie van het NZA.

Centrale vragen in dit rapport zijn:

1. Wat zijn de ontwikkelingen in het aantal en de duur van vrijheidsbeperkende

interventies tussen 2008 en 2012?

2. Wat zijn de ontwikkelingen in langdurig toegepaste separaties tussen 2009 en

2012?

3. Wat zijn mogelijke verklaringen voor deze ontwikkelingen en is er sprake van

substitutie van separatie door andere interventies?

Vraag 1. De kans om bij een opname in de psychiatrie gesepareerd te worden is sinds 2008

met meer dan 50% afgenomen. Ook de duur per interventie is in de jaren dat deze

betrouwbaar werd gemeten met ongeveer 50% afgenomen. Minder patiënten worden

minder lang gesepareerd. Hoewel per jaar het streefgetal van 10% reductie door veel

instellingen niet is bereikt, is wel duidelijk dat er in de afgelopen 7 jaar veel verbetering is

opgetreden. Waar uit cijfers verzameld in 2002 naar voren kwam dat Nederland meer en

veel langer werd gesepareerd dan veel ons omringende landen, laat een vergelijking van de

bevindingen van 2012 zien dat de Nederlandse cijfers niet bijzonder afwijken van andere

landen in Europa.

Als 2011 met 2012 wordt vergeleken, is zonder correctie voor aantal en duur van de opnames

sprake van een toename 0.9% in aantal separaties en een afname van 5% in de duur van de

separaties. Gecorrigeerd voor het aantal opnames vond een reductie plaats van 10% in aantal

separaties en van 33% in aantal separatie uren.

Hoofdstuk 6 van dit rapport laat zien dat de inzet van overige interventies in 2012 ten

opzichte van 2011 sterk is afgenomen, meer dan in eerdere jaren. Het aantal

afzonderingsuren nam af met 25%, het aantal insluitingsuren met 15% en het aantal fixatie

uren met 55%. Dwangmedicatie nam qua aantal patiënten die het ondergingen met 30% toe,

maar qua aantal toepassingen onder verzet met 13% af. Er lijkt sprake van een concentratie

op drie typen interventies: separatie, manuele fixatie en dwangmedicatie. Afzondering,

insluiting en fixatie met banden worden steeds minder ingezet. Opvallend in de cijfers van

2012 zijn de grote verschillen tussen instellingen. Terwijl bij de ene instelling een op de 100

patiënten gesepareerd wordt, is dat bij de andere een op de vijf. Dit grote verschil is bij de

andere interventies eveneens zichtbaar. Dit betekent dat er instellingen zijn waar

vrijheidsbeperkende interventies nog zeer frequent worden ingezet, ook ruim boven

internationale cijfers. Bij anderen is dat veel minder.

Page 6: Zes jaar Argus

5

Vraag 2. De cijfers over langdurige separaties laten een gestage daling zien tussen 2009 en

2011. In de verschillende categorieën is sprake van een vermindering tussen 25 en 50% over

2009-2010 en 2010-2011. Tussen 2011 en 2012 is geen verschil in het aantal langdurige

separaties. Opvallend is dat het aantal patiënten met een langdurige separatie in 2012

beduidend hoger dan het aantal patiënten dat door het CCE in behandeling is genomen.

Vraag 3. De meeste instellingen die in een eerder stadium dwangreductie hebben bereikt,

hebben deze ook weten vast te houden. Het aanpakken van dwangreductie vanuit alle lagen

van de organisatie lijkt daarin een belangrijke factor, naast het combineren van verscheidene

interventies, zoals het werken met ervaringsdeskundigen, ruimtelijke alternatieven, een op

een begeleiding, vroeg signalering en risicotaxatie en het toewerken naar een brede

invoering van de ingezette trend om te werken aan high en intensive care afdelingen.

Succesvolle instellingen worden gekenmerkt door continuïteit van beleid. Zij geven ruimte

aan initiatieven gericht op dwangreductie en bieden ondersteuning aan medewerkers om

zich op dit punt te ontwikkelen. Ze werken samen met onderzoeksinstellingen om de

projecten evalueren.

Bij de meeste instellingen ging een vermindering in separaties gepaard met een afname in de

overige interventies, inclusief dwangmedicatie. De sector lijkt te voldoen aan de eisen

geformuleerd in de brief van Minister Schippers van VWS, waarin zij stelt dat de afname in

separatie niet ten koste mag gaan van een toename in andere vrijheidsbeperkende

interventies, zoals insluiting of verstrekking van dwangmedicatie onder verzet. Om echter

op langere termijn heldere uitspraken over de substitutie van separatie door verstrekkingen

dwangmedicatie onder verzet te kunnen stellen, zullen meer gegevens verzameld moeten

worden.

Page 7: Zes jaar Argus

6

Hoofdstuk 1 Inleiding en onderzoeksvragen

1.1 Inleiding

Het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies in de Nederlandse GGZ-instellingen, zoals

separatie, afzondering en fixatie staat de laatste decennia ter discussie. Dat deze interventies

een therapeutisch effect zouden hebben is nooit bewezen (Sailas & Fenton, 2000). Het

gebruik van vrijheidsbeperkende interventies weerspiegelt een falen van het therapeutische

zorgaanbod (Steinert, 2011). Feitelijk zijn het interventies waarmee alleen controle op de

ernstig zieke patiënt uitgeoefend kan worden. Vanaf 1998 zijn er verschillende grootschalige

activiteiten en projecten geweest om het aantal en de duur van vrijheidsbeperkende

interventies terug te dringen. Er is een groeiend besef ontstaan dat het alleen laten van een

patiënt in een separeerkamer, afzonderingskamer of gefixeerd achterlaten op een bed niet

meer van deze tijd is. De huidige ambities van GGZ Nederland (GGZ Nederland 2012), de

ontwikkeling van de High Intensive Care (Van Mierlo e.a., 2013) en de recent gepubliceerde

bouwnormen GGZ (Van der Aalst, 2010; TNO, 2013). komen voort uit dit besef. De patiënt is

ernstig ziek en heeft intensieve begeleiding nodig. Opschaling van zorg en werken in (extra)

beveiligde ruimten moeten ervoor zorgen dat in de komende jaren het huidige aantal

vrijheidsbeperkende interventies tot nul gereduceerd worden.

Registratie van vrijheidsbeperkende interventies kent een korte geschiedenis. Vanaf 1884 zijn

pogingen ondernomen om het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies in beeld te

brengen ten einde het gebruik ervan te reduceren (van de Klippe, 1986, Janssen, 2012), Dit

geschiedde met wisselend succes (Janssen, 2012). De projecten die in laatste decennia het

reduceren van vrijheidsbeperkende interventies tot doel hadden, hadden te maken met grote

beperkingen in de bestaande registraties (Janssen, et al. 2012). Effecten van deze projecten

waren daardoor nauwelijks meetbaar. Vanaf 2006 hebben vijf GGZ-instellingen in

samenwerking met GGZ Nederland en de Inspectie Gezondheidszorg (IGZ) Argus

vormgegeven (GGZ Nederland, 2010; Janssen et al., 2012). De inhoud van de Argus

registratie is door GGZ Nederland vastgesteld en verspreid onder lidinstellingen. Argus is

januari 2012 bij een ministeriële regeling verplicht gesteld voor alle GGZ-instellingen.

De focus bij Argus ligt bij het in kaart brengen van alle toegepaste vrijheidsbeperkende

interventies. Hiertoe zijn alle vrijheidsbeperkende interventies eenduidig gedefinieerd. Er is

een registratiesysteem opgezet dat eenvoudig in te vullen is, dat de praktijk van toegepaste

vrijheidsbeperkingen weerspiegelt en gevoelig is voor veranderingen door de tijd (Janssen et

al., 2012). Vervolgens kunnen de Argus gegevens gebruikt worden bij het evalueren van de

vrijheidsbeperkende interventies. Dit is volgens Huckshorn(2004) een belangrijke

voorwaarde om het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies terug te dringen.

Dit rapport is de zesde in de rij van Argus rapportages die de afgelopen jaren geschreven

zijn. Deze rapporten richten zich op een eenduidige terugkoppeling van vrijheidsbeperkende

interventies aan de instellingen. Vervolgens geven de rapporten jaarlijks een overzicht van

de ontwikkelingen in de toepassing van de vrijheidsbeperkende interventies. Aanvankelijk

waren de rapporten een initiatief van de onderzoekers in samenwerking met acht GGZ

instellingen.

Page 8: Zes jaar Argus

7

Vanaf 2010 werd de registratie van vrijheidsbeperkende interventies in de Argus registratie

methodiek en de levering van de gegevens aan het landelijk casusregister Argus een

voorwaarde voor subsidiëring door de Nederlandse Zorgautoriteiten (NZa) van dwang

reductie projecten. Onder invloed van deze ontwikkeling groeide jaarlijks het aantal GGZ

instellingen die in de Argusregistratie methodiek registreerde en hun gegevens beschikbaar

stelden. In dit rapport hebben dan ook 55 grote en kleine GGZ instellingen, PAAZ-en en

PUK’s een plek gekregen. Daarmee is dit ook het omvangrijkste rapport.

1.2 Centrale vragen in rapport

In 2004 was de ambitie van GGZ Nederland om separaties jaarlijks met 10% per jaar te

verminderen. Met deze ambitie is een aantal resultaten behaald. De Argusregistraties lieten

zien dat het aantal patiënten dat gesepareerd werd tussen 2009 en 2011 jaar met 11% jaarlijks

is gedaald. Ook daalde de duur van de separaties in de afgelopen twee jaar met ruim 10%

jaarlijks. In 2012 zijn een negental ambities geformuleerd met als speerpunten: geen eenzame

opsluiting, kennisontwikkeling, consultatie en meten is weten:

1. Eind 2012 heeft iedere instelling beleid ontwikkeld rondom dwangtoepassingen en

dit wordt aantoonbaar uitgevoerd, op gezette tijden geëvalueerd en zo nodig

bijgesteld, in overleg met de cliëntenraad en de OR.

2. Eind 2012 heeft elke instelling de beschikking over een extra beveiligde ruimte met

de mogelijkheid om direct face to face met een hulpverlener te spreken.

3. Eind 2012 is er een overzicht van het aantal instellingen met de beschikking over een

ICU, is er een veldnorm ontwikkeld voor deze ICU en is er een spreidingsmaat op

basis van de bevolkingspopulatie die noodzakelijk is voor een dekkend landelijk

netwerk van ICU’s.

4. Eind 2012 wordt elke dwangtoepassing aantoonbaar geëvalueerd met de patiënt, het

team en de instelling. De uitkomsten van deze evaluaties worden aantoonbaar

gebruikt voor aanpassing en verbetering van het beleid van de instelling.

5. Eind 2012 heeft bij elke dwangtoepassing langer dan een week een interne consultatie

plaatsgevonden en bij elke dwangtoepassing langer dan vier weken opschaling van

expertise.

6. Eind 2012 heeft elke instelling een programma voor scholing en deskundigheids-

bevordering gericht op het terugdringen van dwangtoepassingen. Deze scholing is

verplicht voor alle afdelingsmedewerkers die werken met onvrijwillige zorg.

7. De registratie van dwangtoepassingen wordt binnen de instellingen aantoonbaar

gerapporteerd en gebruikt om de eigen handelswijze te evalueren en bij te stellen.

8. Uiterlijk 1 juli 2012 registreren alle GGZ- instellingen vrijheidsbeperkende

maatregelen in de gehele instelling met behulp van de Argus dataset.

9. In 2012 wordt een landelijke database Argus ingericht; uiterlijk 1 januari 2013 leveren

alle instellingen de gegevens van de Argus registratie aan deze database.

De centrale vragen in dit rapport houden verband met de ambities, 5, 7, 8 en 9:

1. Wat zijn de ontwikkelingen in het aantal en de duur van vrijheidsbeperkende

interventies tussen 2008 en 2012?

2. Wat zijn de ontwikkelingen in langdurig toegepaste separaties tussen 2009 en 2012?

3. Wat zijn mogelijke verklaringen voor deze ontwikkelingen en is er sprake van

substitutie van separatie door andere interventies?

Page 9: Zes jaar Argus

8

1.3 Opzet van het rapport

Hoofdstuk 2 beschrijft de Argus dataset en het landelijk casusregister Argus. Het gaat

vervolgens in op de wijze waarop arguscijfers worden berekend en gepresenteerd.

Hoofdstuk 3 gaat in op de ontwikkelingen in aantallen en duur van vrijheidsbeperkende

interventies in afzonderlijke instellingen. Hoofdstuk 4 geeft een samenvatting van de

bevindingen van een jaar dwangreductie bij de PAAZ en PUK afdelingen. Hoofdstuk 5

bespreekt de bevindingen uit de Kinder- en Jeugdpsychiatrie. In hoofdstuk 6 worden de

cijfers van de instellingen in een vergelijkend perspectief geplaatst en wordt ingegaan op de

verschillen tussen de instellingen. Deze vergelijking is anoniem. Tevens beschrijft dit

hoofdstuk het risico op vrijheidsbeperkende interventies binnen diagnose groepen en

afdelingstype. Vervolgens wordt de incidentie van separaties over doelgroepen besproken

en wordt ingegaan op de incidentie van langdurige separaties. Hierin worden de cijfers van

de separaties gepresenteerd binnen de doelgroepen en de consultatie criteria zoals

beschreven zijn in trendrapportages ten behoeve van GGZ Nederland, het IGZ en het

ministerie van VWS. Hoofdstuk 7 bevat de discussie, conclusie en aanbevelingen.

Page 10: Zes jaar Argus

9

Page 11: Zes jaar Argus

10

Hoofdstuk 2 De Argusgegevens, presentatie en vergelijking

Dit hoofdstuk gaat allereerst in op de Argus registratiemethode. De te registreren

vrijheidsbeperkende interventies, de registratie-eenheden en de uitkomstmaten van Argus

worden besproken. Deze uitkomstmaten worden ook in de volgende hoofdstukken gebruikt.

Daarna wordt ingegaan op het landelijk casusregister Argus en de landelijke benchmark

waarin alle deelnemende instellingen anoniem met elkaar worden vergeleken. Als laatste

worden enkele methodologische aspecten belicht.

2.1 Vrijheidsbeperkende interventies in Argus

De Argus registratie methodiek is ontworpen met de intentie dat uniforme definities worden

gegeven over typen vrijheidsbeperkende interventies. Separatie, afzondering, fixatie,

dwangmedicatie, de toediening vocht en voeding en andere vrijheidsbeperkende

interventies worden vastgelegd. Deze vrijheidsbeperkende interventies mogen in de GGZ

toegepast worden binnen de kaders van de Wet BOPZ artikelen 38 en 39.

Vrijheidsbeperkingen in het kader van de Beginselenwet of de Wet op de Geneeskundige

Behandelovereenkomst vallen buiten de Argus registratie. De volgende vrijheidsbeperkende

interventies zijn in Argus gedefinieerd:

1. Separatie: Het insluiten van een patiënt, in een speciaal daarvoor bestemde, minimaal

gemeubileerde en door de Minister van VWS goedgekeurde separeerruimte. De

dagelijkse verzorgingsmomenten van een patiënt, die plaatsvinden in het

separeerblok (separeerkamer of de voorruimte van de separeerkamer met de sanitaire

voorziening) worden beschouwd als een onderdeel van de separatie (GGZ

Nederland, 2010, Janssen, 2012).

2. Afzondering: Het insluiten van een patiënt in een daarvoor bestemde en speciaal

ingerichte afzonderingskamer. Het is een prikkelarme eenpersoonskamer met een

bed, tafel, stoel, kledingkast en wasgelegenheid. Afzondering vindt nooit plaats in de

‘eigen’ slaapkamer van de patiënt (GGZ Nederland, 2010, Janssen, 2012).

3. Andere vrijheidsbeperkende interventies. Hieronder vallen andere dan de hierboven

genoemde fysieke of ruimtelijke vrijheidsbeperkende interventies die de patiënt

ondergaat. De patiënt moet verblijven in zijn/haar slaapkamer of ander soort ruimte

(geen afzonderingskamer of separeerkamer), al dan niet met een van de buitenkant

afgesloten deur.

4. Fixatie: Mechanische fixatie is het inperken van een patiënt in zijn

bewegingsmogelijkheden door toepassing van mechanische hulpmiddelen. Fixatie

heeft de intentie om de patiënt te immobiliseren in bed of op een stoel, zodat de

patiënt zijn/haar plaats niet kan verlaten of ledematen niet kan bewegen. Fysieke

fixatie behelst het vasthouden van een patiënt door één of meerdere

verpleegkundigen/hulpverleners (GGZ Nederland, 2010, Janssen, 2012).

5. Parenterale (dwang)medicatie: Hieronder wordt verstaan medicatie die gedwongen aan

de patiënt buiten het maag-darmkanaal wordt toegediend via injectie of infuus (GGZ

Nederland, 2010).

6. Vocht- en/of voeding. Hieronder wordt verstaan voeding of vocht, gedwongen per os of

parenteraal toegediend (GGZ Nederland, 2010).

Page 12: Zes jaar Argus

11

Een tweede uitgangspunt is dat Argus eenvoudig in te vullen is. Bij iedere daadwerkelijke

toepassing van één van deze interventies wordt de startdatum, de aanvangstijd en de

einddatum en eindtijd genoteerd. Bij gedwongen medicatie, vocht en voeding geldt dat

alleen de aanvangsdatum en –tijd worden genoteerd. Deze gegevens worden aangevuld met

de geobserveerde mate van verzet van de patiënt tegen de interventie. Alle toegepaste

vrijheidsbeperkende interventies in Argus geregistreerd worden, omgeacht of de patiënt er

zelf om vraagt, geen verzet laat zien of zich zichtbaar en hoorbaar verzet. Het begrip verzet

wordt als volgt geëxpliciteerd:

1. Op eigen verzoek: Het initiatief voor de interventie gaat uit van de patiënt.

2. Geen verzet: De hulpverlener neemt het initiatief voor de toepassing van de

interventie; de patiënt stemt hiermee in of verzet zich niet zichtbaar dan wel

merkbaar.

3. Verzet: De hulpverlener neemt het initiatief voor de toepassing van de interventie; de

patiënt verzet zich fysiek, verbaal, zichtbaar dan wel merkbaar non-verbaal tegen de

interventie.

Bij de condities “geen verzet” en “verzet” ligt het initiatief voor de toepassing van

vrijheidsbeperkende interventies bij de hulpverleners en is er sprake van dwang. Dan is

Artikel 38 of 39 van de BOPZ en een Juridisch kader zoals een inbewaringstelling, een

rechterlijke maatregel, een subsidiaire maatregel of een terbeschikkingstelling aan de orde.

Voor de registratie van de onder punt 1 genoemde interventies houdt dit in dat alle

separaties, afzonderingen en fixaties altijd genoteerd dienen te worden, ongeacht of de

interventie plaats vond op eigen verzoek dan wel met wel of geen verzet. Voor de andere

vrijheidsheidsbeperkende interventies geldt dat ze geregistreerd worden wanneer het

initiatief uitgaat van de hulpverlener. Voor gedwongen medicatie, vocht en voeding geldt

dat deze interventies geregistreerd moeten worden wanneer de toediening gepaard gaat met

fysiek verzet door de patiënt. De interventies die onder de condities geen verzet en verzet

vallen kennen de meldingsplicht aan de IGZ. Conform artikel 58 Wet BOPZ is iedere

instelling verplicht aan de IGZ te melden welke middelen of maatregelen binnen een

dwangbehandeling of noodsituatie onder dwang worden toegepast bij opgenomen

patiënten. Verzet van de patiënt tegen het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies is

een graadmeter in het besluit wel of niet te rapporteren aan de IGZ.

Een derde uitgangspunt is dat de argus bevindingen zowel een functie hebben als

sturingsinformatie op alle niveau’s, de patiënt, de afdeling, de instelling en landelijk (Janssen

et al, 2011). Het is zodanig ontworpen dat:

1. De dagelijkse praktijk van de toegepaste vrijheidsbeperkende interventies wordt

weerspiegeld en een duidelijk beeld verkregen wordt over het gebruik ervan.

2. Het gevoelig is voor veranderingen door de tijd.

3. De uitkomsten van de registraties gebruikt kunnen worden voor feedback aan het

afdelingsteam, het management en de directie, maar ook aan de inspectie en VWS.

Page 13: Zes jaar Argus

12

2.2 Registratie eenheden in Argus

Figuur 1 beschrijft de registratie-eenheden in Argus (Janssen et. al, 2011). De belangrijkste

begrippen zijn: episode, dag, interventie en patiënt:

1. Een episode omvat de daadwerkelijke toepassing van de vrijheidsbeperkende

interventie met een begin- en een eindtijd. Op deze basis kunnen er meerdere

episoden van vrijheidsbeperkende interventies binnen een dag plaatsvinden. Een dag

omvat de 24 uur waarbinnen episoden vrijheidsbeperkende interventies

plaatsvinden.

2. Een interventie is gedefinieerd als een serie episoden van vrijheidsbeperkende

interventies waarbij de onderbrekingen tussen de episoden niet langer duren dan 24

uur. Het begrip interventie veronderstelt een beslismoment te zijn om

vrijheidsbeperkende interventies te starten. Dit moment valt samen met het besluit

om een melding aan de Inspectie voor de Gezondheidzorg (IGZ) te sturen.

3. De patiënt. Het gaat om de individuele patiënt bij wie een vrijheidsbeperkende

interventie wordt toegepast.

Figuur 1. Registratie-eenheden in Argus.

2.3 Presentatie eenheden in Argus

Voor de presentatie van Arguscijfers zijn enkele uitkomstmaten van belang:

1. Het aantal gestarte interventies naar type vrijheidsbeperkende interventie: dit gaat om

het aantal keren dat een besluit wordt genomen om een vrijheidsbeperkende interventie

toe te passen.

2. De totale tijdsduur van alle gestarte interventies uitgedrukt in uren. Afname van de

tijdsduur wijst op een minder gebruik van de vrijheidsbeperkende interventies.

Gecombineerd met een verandering in het aantal gestarte interventies wordt zichtbaar

hoe een gevoerd beleid al dan niet resulteert in een afname van toegepaste

vrijheidsbeperkende interventies. Er kunnen immers meer, maar kortere interventies zijn

(in geval van een toename) dit kan wijzen op een snellere re-integratie van de patiënt op

de afdeling en normalisering van de situatie. Een afname in duur met minder, maar

langere interventies kan eveneens op een preventief beleid duiden. Bij een toename of

afname van de totale tijdsduur is het van belang te weten hoeveel patiënten daarbij

betrokken zijn, bij welke afdeling zij opgenomen zijn en welke psychiatrische stoornis zij

hebben. Is er sprake van veel meer of minder separatie-uren bij een klein aantal patiënten

of is er sprake van geringe veranderingen in separatie-uren bij veel patiënten?

Page 14: Zes jaar Argus

13

3. De mediane duur van de gestarte interventies. Dit cijfer geeft de middelste tijdsduur

weer van alle gestarte interventies in een reeks van vaak meerdere kortdurende

interventies en enkele langdurende interventies. Dit cijfer is minder gevoelig voor die

enkele langdurig toegepaste vrijheidsbeperkende interventies (uitbijters) en beter

geschikt om de Nederlands cijfers in een internationaal perspectief te plaatsen.

4. Het aantal episoden dat medicatie of vocht dan wel voeding onder verzet wordt

toegediend. Een toename van het aantal episoden medicatie kan een indicator zijn van

substitutie (vervanging van separatie of fixatie door een andere vorm van dwang).

5. Het aantal vrijheidsbeperkende interventies per doelgroep. In overleg met het ministerie

van VWS en de inspectie is gekozen een aantal doelgroepen te onderscheiden,

waarbinnen over de komende jaren trendrapportages worden beschreven. De

doelgroepen zijn: kinderen, ouderen, forensisch en volwassenen met of zonder een

ernstig psychiatrische aandoening.

6. Het aantal vrijheidsbeperkende interventies volgens consultatienormen van de IGZ en

GGZ Nederland. Vooralsnog worden de consultatienormen alleen voor separatie in dit

rapport gepresenteerd:

6.1. Consultatie door een onafhankelijk psychiater of de geneesheer-directeur bij een

patiënt die 1 week of meer dan 84 uur (= meer dan de helft uren van de dagen) in de

separeerruimte heeft doorgebracht.

6.2. Inschakeling van een intern consultatieteam bij een patiënt die in 3 weken meer dan

252 uur in de separeerruimte heeft doorgebracht.

6.3. Opschaling door externe collegiale consultatie bij een patiënt die in 6 weken meer

dan 504 uur in de separeerruimte heeft doorgebracht.

6.4. Inschakeling externe expertise bij een patiënt die in 13 weken meer dan 1092 uur in

de separeerruimte heeft doorgebracht.

2.4 Landelijk casusregister Argus

Vanaf 2007 bestaat er een landelijk samenwerkingsverband ‘casusregister Dwang en Drang’

Dit casusregister beoogt een platform te zijn voor eenduidige rapportage van Argusgegevens

en onderzoek voor de deelnemende instellingen. Doel van dit register is het ontwikkelen van

een jaarlijkse landelijke Benchmark waarmee de cijfers tussen de instellingen eenduidig

worden vergeleken. De methoden voor verwerking, analyse en rapportage vanuit

internationaal perspectief zijn beschreven in een artikel van Janssen et al. (2011).

De initiatiefnemers en deelnemers willen met dit casusregister openheid geven over

toegepaste vrijheidsbeperkende interventies en ondersteuning geven aan de verdere

uniformering van de registratie, dataverwerkingen, analyses en presentatie. Ten behoeve

van het casusregister worden naast de Arguscijfers gegevens opgevraagd over alle klinisch

opgenomen patiënten.

Deze gegevens worden gebruikt om de Arguscijfers te corrigeren naar de grootte van de

instelling of afdeling en het type opgenomen patiënten. Een instelling met relatief veel

opname bedden of veel forensische bedden heeft andere cijfers aangaande

vrijheidsbeperkende maatregelen dan een instelling met relatief meer op (gespecialiseerde)

behandeling gerichte bedden. Een instelling waar relatief meer mensen met een psychotische

stoornis zijn opgenomen heeft eveneens andere cijfers.

Page 15: Zes jaar Argus

14

2.5 Gewogen Benchmark

Om te kunnen vergelijken moeten de grote en kleine instellingen of afdelingen vergelijkbaar

gemaakt worden. Bowers, (2000) en Janssen et al, (2011) hebben dit uitgewerkt in een tweetal

verhoudingsmaten.

1. Het Aantal gestarte interventies per 1000 opnames. Het aantal uren

vrijheidsbeperking gedeeld door het aantal opname uren is de uitkomstmaat met de

meeste zeggingskracht voor afdelingen met een opname functie (Bowers, 2000,

Janssen, 2012). Dit cijfer is gevoelig voor de patiëntenwisselingen en de mogelijke

onrust die het op die afdelingen met zich mee brengt Dit cijfer reflecteert een

instelling of afdelingsbeleid ten aanzien van het gebruik van vrijheidsbeperkende

interventies. Een conservatief en voorzichtig beleid kan zich uiten in een laag aantal

gestarte interventies per 1000 opnames. Bij een gelijk aantal uren kan een progressief

beleid zichtbaar worden in een hoger aantal gestarte interventie per 1000 opnames.

De interventies worden sneller beëindigd, met het risico dat een interventie opnieuw

gestart moet worden (Janssen 2011).

2. Aantal interventie uren per 1000 opname uren. De bevindingen uit een aantal studies

(Janssen, 2012) laten zien dat het afzetten van de tijdsduur van de

vrijheidsbeperkende interventies tegen het aantal opname-uren de meest geschikte

maat is om cijfers tussen instellingen te vergelijken. Een beperking is dat voorbij

wordt gegaan aan het feit of een afdeling faciliteiten heeft om vrijheidsbeperkende

interventies toe te passen. Niet alle (gesloten) afdelingen hebben dezelfde variatie aan

faciliteiten. Bovendien zijn er in de afgelopen jaren al een groot aantal

separeerkamers buiten gebruik gesteld. Daar waar de faciliteiten aanwezig zijn lijken

deze ook sneller gebruikt te worden dan op afdelingen waar deze niet aanwezig zijn.

Een tweede aandachtspunt bij deze rekenwijze is dat instellingen van elkaar

verschillen ten aanzien van het hebben van specifieke patiëntengroepen of

specialismen. Niet alle instellingen hebben bijvoorbeeld faciliteiten voor kinderen en

jeugdigen of forensische patiënten. Berekeningen die gemaakt worden moeten gaan

over vergelijkbare groepen (Janssen, 2012).

Gekozen is om de cross-sectionele instellingscijfers over 2012 onder te verdelen en te

presenteren in interventie uren per 1000 opname-uren en te vergelijken over opname

afdelingen en afdelingen voor ouderenpsychiatrie. Verslavingszorg, de forensische

psychiatrie, een aantal PAAZ afdelingen en kinder- & jeugd psychiatrie (leeftijd t/m 18 jaar)

zijn buiten de vergelijking gehouden omdat de gegevens onvoldoende konden worden

gestandaardiseerd. In 2013 worden deze wel meegenomen, omdat het register dan beschikt

over voldoende dekking.

2.6 Determinanten

Er zijn vele factoren die invloed uitoefenen op de toepassing van vrijheidsbeperkende

interventies. In diverse publicaties wordt ingegaan op patiëntenfactoren, zoals geslacht,

leeftijd, diagnose, functioneren van een patiënt (Martin et al., 2005; Steinert & Bergk, 2008;

Stolker et al., 2005; Way & Banks, 1990), personele factoren (Janssen et al., 2007; Mason, 1997)

en afdelingsfactoren en beleid (Abma, 2005; Happell & Harrow, 2010; Nijman et al., 1997).

Page 16: Zes jaar Argus

15

Een groot aantal van deze factoren is niet te kwantificeren en dus voor een benchmark

onderzoek niet bruikbaar. Patiëntenfactoren zijn wel te gebruiken. Afdelingstypen zijn

eveneens toepasbaar. Recent onderzoek laat zien dat stoornis (Janssen et al., 2012), maar ook

afdelingstype (van der Schaaf et al., 2013) voor een bepaalde mate het risico op separatie

voorspelt. In hoofdstuk 6 wordt voor de groep opname, langdurende behandeling en

ouderen over alle instellingen de verdeling van de psychiatrische stoornissen en het risico op

separatie per diagnosegroep berekend. De diagnosen worden in hoofdgroepen ingedeeld,

gebruik makend van de Foulds index (De Jong e.a, 1984). Het percentage patiënten met een

diagnostisch kenmerk wordt vergeleken tussen de groep gesepareerde patiënten en niet

gesepareerde patiënten.

2.7 Methode en Materiaal

2.7.1 Dataverzameling

Binnen de grotere instellingen is de Argusregistratie een onderdeel van het

patiënteninformatiesysteem. De Argusgegevens worden direct door de medewerkers op de

afdeling ingevoerd in het patiënteninformatiesysteem. Andere instellingen hadden Excel

databases of de Argusregistratie werd op papieren formulieren door verpleegkundigen op

de afdeling ingevuld. De papieren formulieren werden door studenten-assistenten

ingevoerd in een databestand (Excel of SPSS). Aan het begin van het jaar ontvingen de

instellingen een brief waarin werd gevraagd om een aantal gegevens aan te leveren over het

jaar 2012. In dezelfde brief werden meteen de procedures uitgelegd.

2.7.2 Anonimiseren van patiëntgegevens

In het casusregister wordt uitsluitend gewerkt met geanonimiseerde gegevens en bestanden.

De deelnemende instellingen leveren geanonimiseerde Argusgegevens aan het casusregister.

Deze procedure maakt het mogelijk dat verschillende bestanden koppelbaar blijven op basis

van de geanonimiseerde patiëntgegevens. De projectleiders van de instellingen behouden de

versleutelingbestanden waarin de anonimiseringsnummers gekoppeld zijn aan het

patiëntennummer. Het register heeft geen op de persoon herleidbare gegevens.

2.7.3 Onderzoekspopulatie

In tabel 2.1 wordt een overzicht gegeven van de ziekenhuizen en afdelingen die deelnemen

aan het Argus casusregister, met het aantal bedden, de doelgroepen die zij bedienen en het

jaartal vanaf wanneer de instelling, al dan niet gedeeltelijk, deelnam. In totaal participeerden

in 2012 55 aanbieders met 570 afdelingen. De omvang van de Argusregistratie is sterk

groeiende geweest door de jaren heen. Een toenemend aantal instellingen en afdelingen

leverden vanaf 2007 gegevens aan het casusregister. In de beginjaren waren er instellingen

die met enkele afdelingen deelnamen, die afdelingen waar projecten rond de reductie van

vrijheidsbeperkende interventies plaatsvonden. In de laatste jaren hebben meer en meer

instellingen de Argusregistratie volledig geïmplementeerd en waren in staat complete Argus

gegevens aan te leveren.

Page 17: Zes jaar Argus

16

Tabel 2.1 Onderzoekspopulatie Aantal afdelingen nr Instellingen Plaats

Aa

nta

l be

dde

n 20

121

Opn

am

e

afd

elin

g

Vol

wa

sse

nen

lang

duri

ge

bea

nde

ling

Oud

ere

n

For

ens

isch

Psy

chia

trie

en

Ve

rsla

ving

Kin

der

&

Jeug

d

De

eln

em

er

vana

f:

Aa

nta

l ja

ren

gege

vens

1 Mediant Enschede 217 6 2 4 2007 6

2 GGNet Warnsveld 487 9 2 5 6 1 2007 6

3 GGZ inGeest Amsterdam 359 4 3 3 2007 6

4 GGZ Friesland Leeuwarden 327 4 4 2 1 1 2007 6

5 Pro Persona Arnhem/Nijmegen 773 5 5 3 1 2007 6

6 Vincent van Gogh Venray 297 3 3 3 1 2007 6

7 Mondriaan Heerlen/Maastricht 452 6 10 8 1 5 2008 5

8 Altrecht Utrecht 533 4 5 2 1 1 1 2008 5 9 GGzE in Eindhoven Eindhoven 524 8 1 6 6 1 6 2008 5 10 GGZ Oost Brabant Boekel 257 2 5 4 1 2009 4

11 Emergis Goes 317 3 5 2 3 2009 4 12 GGZ WNB Bergen op Zoom 320 5 6 2 2 1 2009 4 13 GGZ Breburg Tilburg/Breda 285 5 3 4 2 2 2009 4 14 Rivierduinen Leiden 555 12 5 6 2009 4 15 Yulius Dordrecht 183 2 3 2 3 2010 2

16 Reinier van Arkel Den Bosch 317 3 5 2 1 7 2010 2

17 GGZ Delfland Delft 341 4 3 3 2 2011 2

18 Arkin Amsterdam 504 10 2 2 17 2 2011 2

19 Dimence Deventer 301 3 4 5 2011 2

20 Parnassia Groep Den Haag Rotterdam en 927 19 7 9 6 3 2011 2

21 Delta Rotterdam 520 9 7 3 2011 2

22 Admiraal De Ruyter Vlissingen 24 1 2011 2

23 Rijnstate ziekenhuis Arnhem 36 1 2011 2

24 St Anna Ziekenhuis Geldrop 21 1 2011 2

25 Catharina Ziekenhuis Eindhoven 25 1 2011 2

26 RC GGZ Weert Weert 26 1 2011 2

27 RGC Zeeuws Vlaanderen Terneuzen 24 1 2011 2

28 UMC St Radboud Nijmegen 28 1 2011 2

29 De Bascule Amsterdam 23 1 3 2011 2

30 MC Groep Lelystad 14 1 2012 1

31 GGZ Noord Holland Noord Alkmaar 202 2 2 2 3 2012 1

32 Lentis Groningen 277 7 3 1 1 2012 1

33 GGZ Drenthe Assen 646 6 6 4 10 1 2012 1

34 GGZ Centraal Ermelo/Amersfoort 648 11 2 7 2 2012 1

35 Medisch Spectrum Twente Enschede 28 1 2012 1

36 Canisius Wilhemina Zh Nijmegen 22 1 2012 1

37 Tergooi ziekenhuizen Hilversum 15 1 2012 1

38 Kennemer Gasthuis Haarlem 20 1 2012 1

39 Zaans Medisch centrum Amstelveen 20 1 2012 1

40 Lucas Andreas ziekenhuis Amsterdam 25 1 2012 1

41 St Elisabeth ziekenhuis Tilburg 21 1 2012 1

42 Tweesteden ziekenhuis Tilburg 21 1 2012 1

43 Rode Kruis ziekenhuis Beverwijk 22 1 2012 1

44 Ziekenhuisgroep Twente Hengelo en Almelo 41 2 2012 1

45 UMC Utrecht Utrecht 74 3 1 2012 1

46 AMC Amsterdam 53 3 2012 1

47 Erasmus MC Rotterdam 76 3 2012 1

48 PUK UMCG Groningen 44 2012 1

49 Accare Groningen 68 10 2012 1

50 Karakter Ede 148 40 2012 1

51 Triversum Alkmaar 134 15 2012 1

52 Curium LUMC Leiden 72 9 2012 1

53 Jutters Den Haag 80 9 2012 1

54 Sinai Amstelveen 89 5 4 2012 1

55 Eleos Bosch en duin 40 2 2012 1

Totaal 11834 185 103 95 59 11 120

1 Afgeleid van de ontvangen achtergrond gegevens in 2012.

Page 18: Zes jaar Argus

17

2.7.4 Betrouwbaarheid van de cijfers

De medewerkers van het Argusregister controleren de verstrekte gegevens op consistentie

en volledigheid. Bij werkbezoeken en in de communicatie tussen medewerkers van het

register en contactpersonen van de instellingen is er regelmatig overleg over de betrouw-

baarheid en de volledigheid van de ontvangen informatie. Daarbij geldt dat 5% ontbrekende

gegevens van als binnen de norm wordt beschouwd en van 8% als matig volledig. Bij een

onvolledigheid van boven de 10% vindt altijd overleg met de instelling plaats over de

kwaliteit van de gegevens. De betrouwbaarheid wordt onder andere vastgesteld door een

vergelijking van de Argusgegevens met andere bronnen, zoals het (elektronisch)

patiëntendossier en de schriftelijke meldingen aan de IGZ, maar vooral ook door te kijken

welk percentage van de gesepareerde patiënten in de opnamebestanden wordt

teruggevonden.

Ten slotte is de terugkoppeling naar de projectleider een wijze om na te gaan of de gegevens

overeenkomen met de eigen indruk van de lokale situatie. Het geven van terugkoppelingen

van de Argusgegevens op afdelingen heeft bijgedragen aan meer nauwkeurigheid in de

registratie van vrijheidsbeperkende interventies.

Page 19: Zes jaar Argus

18

Hoofdstuk 3 Longitudinale gegevens per instelling

In het casusregister zijn van 55 GGZ instellingen, PAAZ- afdelingen, kinder & jeugd

instellingen en forensische instellingen gegevens verzameld. In dit hoofdstuk staan de

Arguscijfers over 2012 centraal. Deze cijfers worden voor zover mogelijk met voorgaande

jaren vergeleken. In iedere paragraaf wordt een instelling beschreven. Na een korte

beschrijving van de betreffende instelling, een schatting van de omvang van het

verzorgingsgebied en het aantal beddagen worden kerngegevens over de afdelingen waar

vrijheidsbeperkende interventies worden toegepast in een overzichtstabel samengevat.

Vervolgens worden gegevens over separaties (aantal en duur) meer in detail gepresenteerd.

Van de overige vrijheidsbeperkende interventies volgen enkele cijfers, om een indruk te

krijgen over mogelijke substitutie. Daarna worden de trends besproken.

3.1 Mediant GGZ Oost- en Midden-Twente

Mediant is een instelling voor de regio Oost- en Midden-Twente. De instelling kent twee

klinische locaties, een in Enschede en een in Hengelo. Mediant is in november 2006 als eerste

instelling in Nederland met Argus gaan werken. De regio heeft twee zelfstandige PAAZ- en.

Omdat deze PAAZ- en patiënten met relatief milde toestandsbeelden opnemen en een

selectief opnamebeleid hanteren, kent de populatie die bij Mediant wordt opgenomen meer

mensen met zeer ernstige toestandbeelden. Tabel 3.1.1 toont de kerngegevens van de

instelling en de afdelingen waar vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden.

Tabel 3.1.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Mediant Aantal inwoners regio 390.000

Type regio: ruraal 2007 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname 41294 39970 48384 51050 53635 52151

2 Langdurige zorg 10379 11382 12478 12445 11874 12352 Beddagen2

3 Ouderen 15326 21590 23681 21025 24246 25042

Berekende opname-uren instelling3 1607976 2232720 2238024 2401128 2402232 2386656

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeers Afzonderingen Comfort rooms Functie

Gesloten opname Enschede - 16 16 2 - 1 Opnameafdeling ernstige psychiatrie

Open opnameafdeling 22 - 22 1 - - Opnameafdeling ernstige psychiatrie

Gesloten behandelafdeling - 12 12 1 2 - Vervolgafdeling ernstige psychiatrie

Psychosenbehandeling en ABC 13 13 1 - 1 (1e) psychosen en sociale psychiatrie

Intensieve zorg Hengelo 12 12 2 1 Opnames sociale psychiatrie

1

WBT Enschede 38 - 38 - - - Wonen voor verblijfspatiënten

Medium zorg Hengelo 10 10 Behandeling sociale psychiatrie 2

Gestructureerd wonen 24 - 24 - 1 - Verpleegde verblijfspatiënten

Neuropsychiatrie - 20 20 1 2 1 Gespecialiseerde zorg

Ouderen opname 12 12 1 - 1 Opname psychogeriatrie

Dagactiviteitencentrum 1 Dagopvang chronische patiënten 3

Ouderen verblijf 38 38 - - - Verpleging en diagnostiek psychogeriatrie

Totalen 107 110 217 9 5 6

Projectactiviteiten. Reductie van dwang en drang is bij Mediant door de jaren heen aangepakt

door middel van de combinatie van een aantal, vanaf de aanvang van het project, door

cijfermateriaal ondersteunde interventies. De instelling kent, ook voor de start van

dwangreductie, enige traditie met onderzoek op dit terrein (Hoekstra et al., 2004; van der

Nagel et al., 2009).

2 Opgemerkt dient te worden dat het register voor 2008 gegevens had van pilot afdelingen, daarna betrof het gegevens van de hele instelling. 3 Deze cijfers zijn voorjaar 2012 gecontroleerd en vergeleken met cijfers bekend bij de zorgadministratie van Mediant.

Page 20: Zes jaar Argus

19

Vanaf 2007 is gewerkt met het engagement model (de Veen et al., 2009) en informatie en

training gegeven in het systematisch toepassen ervan. Op alle afdelingen met comfortrooms

werd het engagementmodel naar de doelgroep van die afdeling uitgewerkt.

Ervaringsdeskundigen waren vanaf 2008 onderdeel van het aanbod. Vanaf 2009 is het project

instellingsbreed aangestuurd vanuit de Raad van Bestuur. Vanaf dat moment werd gewerkt

met interne audits, uitgevoerd door het bureau geneesheer directeur. In deze audits werd

aandacht besteed aan besluitvorming en verantwoording rond de toepassing van dwang.

Gestarte separaties. Figuur 3.1.1 presenteert het aantal gestarte separaties instellingsbreed. Te

zien is dat aanvankelijk de separaties plaatsvonden bij de gesloten opname afdeling en de

afdelingen intensieve zorg en de verschillende transmurale afdelingen zoals de MZM FE en

ABC Twente. Na 2009 is er een toenemende concentratie van de separaties naar een afdeling:

de gesloten opname afdeling, in lijn met de landelijke trend rond intensive care. 85% van de

gesepareerde patiënten waren in 2012 in die afdeling opgenomen.

Figuur 3.1.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Het aantal betrokken patiënten is bij Mediant in de eerste jaren constant rond de 50 per

kwartaal, om na 2009 af te nemen tot rond de 30 per kwartaal en na 2011 tot rond de 20 per

kwartaal. Het percentage gestarte separaties onder verzet bedraagt 51 % in het eerste jaar, 26

% in het tweede jaar, 18 % in het derde jaar, 32 % in het vierde jaar, 64% in het vijfde jaar en

65% in het zesde jaar. Dit betekent dat het aantal meldingen aan de inspectie vooral tussen

2007 en 2008 zal zijn verminderd, om over 2009 en 2010 constant te blijven en na 2011 te

dalen.

Separatieduur totaal. Figuur 3.1.2 gaat in op het aantal uren separatie per kwartaal. In deze

figuur is een golfbeweging zichtbaar, waarbij 2009, 2010, 2011 en 2012 een duidelijk lager

aantal uren kennen dan 2008 en 2007.

Figuur 3.1.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

0:00:00

1200:00:00

2400:00:00

3600:00:00

4800:00:00

6000:00:00

7200:00:00

8400:00:00

nov 06

f eb 07

f eb mei

07

mei aug

07

aug nov

07

nov 07

f eb 08

f eb mei

08

mei aug

08

aug nov

08

nov 08

f eb 09

f eb mei

09

mei aug

09

aug nov

09

jan mr t

10

apr jun

10

jul sep

10

okt dec

10

jan mr t

11

apr jun

11

jul sep

11

okt dec

11

jan mr t

12

apr jun

12

jul sep

12

okt dec

12

Geslot en opname Geslote n behande l

Woonafde lingen Ouderena fde ling

P sychose n en ABC int ensie ve zorg MFE Henge lo

Medium z org MFE Henge lo en wbt

0

25

50

75

100

nov 06

feb 07

feb

me i 07

me i

aug 07

a ug

nov 07

nov 07

feb 08

feb

me i 08

me i

a ug 08

aug

nov 08

nov 08

feb 09

feb

me i 09

me i

aug 09

aug

nov 09

jan

mrt 10

apr jun

10

jul se p

10

okt

dec 10

jan

mrt 11

apr jun

11

jul sep

11

okt

dec 11

ja n

mrt 12

apr jun

12

jul sep

12

okt

dec 12

Ge slot en opname Geslot en be hande l

Woonafde lingen Ouderena fde ling

P sychosen ABC IZ MFE

MZ MFE en ABC Twent e

Page 21: Zes jaar Argus

20

In de cijfers is te zien dat de gesloten opnameafdeling en de gesloten behandelafdeling veel

van de verandering in het aantal separatie-uren verklaren. In 2007 is ongeveer 19.300 uur

gesepareerd, in 2008 22.900 uur, in 2009 16.900 uur, in 2010 15.300 uur, in 2011 11.600 uur en

14309 uur in 2012. Indien 2012 met 2011 wordt vergeleken, is er sprake van toename van

23%. Deze toename heeft te maken met variaties binnen een klein aantal patiënten. In 2012

zijn tien patiënten verantwoordelijk voor de helft van het aantal uur separatie. Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.1.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de separatieduur instellingsbreed. Tussen 2007 en 2009

ligt het aantal gestarte separaties rond de 240 per jaar, waarna het na 2010 significant (chi-

square=78.4, p<0.001) daalt naar rond 140 op jaarbasis. Indien naar de mediaan wordt

gekeken is te zien dat deze door de jaren heen rond de 20 uur fluctueert, behalve in 2012. De

gemiddelde duur varieert tussen 60 en 100 uur. De mediane duur is onder het landelijke

cijfer, de gemiddelde duur ligt erboven. Dit heeft met te maken met de 10 uitbijters. Tabel 3.1.2 Duur en aantallen door de jaren heen

Jaar

Duurcijfers 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde 78:51 93:49 62:45 91:40 72:44 98:00

Mediaan 20:00 23:40 17:30 19:30 20:00 39:22

Aantal separaties 242 244 210 174 157 142

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.1.3 presenteert het verband tussen diagnosen

en separatiekans bij Mediant in 2012. Deze analyse werd verricht onder 916 patiënten die

samen 2085 opnames ondergingen. Van deze werden 93 (10%)gesepareerd. Te zien is dat een

bipolaire stoornis, een psychotische stoornis, middelengebruik en een GAF onder de 40

samenhangen met een toegenomen kans op separatie. Mensen met een depressie, een

angststoornis, een aanpassingsstoornis of een organische stoornis hebben minder kans op

separatie. Dit is vergelijkbaar met de bevindingen van 2011.

Tabel 3.1.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N= 916 823 93 916

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 117 13 10 13 -

- Angststoornis 39 5 1 4 -

- Depressieve stoornis 169 20 2 18 ++

- Bipolaire stoornis 63 6 14 7 ++

- Psychotische stoornis 149 15 24 16 +

- Schizofrenie 140 15 17 15 -

- Psycho organische stoornis 80 9 3 9 ++

- Middelen verslaving 161 16 29 18 ++

Diagnose as 2 363 49 35 40

GAF score onder de 40 237 24 43 26 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Bij Mediant vonden er voor 2008 veel afzonderingen plaats bij de gesloten

behandelafdeling en daarnaast in eniger mate bij het ouderencircuit. Vanaf 2008 neemt het

aantal uren afzondering tot aan 2011 met 72% af (n=128, R2 -0.392, p<0.001), ondanks een

stijging in 2011. In 2007 werd 31483 uur afgezonderd, in 2008 18119 uur, in 2009 10081 uur, in

2010 6313 uur, in 2011 8934 uur en in 2012 209 uur. In 2012 kwam afzondering alleen voor bij

een patiënt op de ouderenafdeling en bij een patiënt van een verblijfsafdeling.

Page 22: Zes jaar Argus

21

Insluitingen op eigen kamer met de deur op slot. Binnen de ouderenzorg bleek deze toepassing

aanvankelijk bij een gering aantal patiënten over langere tijd aan de orde te zijn. Later werd

dit item meer en meer bij de gesloten opname en de gesloten behandelafdeling vastgelegd. In

2009 werd er 17013 uur ingesloten, in 2010 22664 uur, in 2011 met 3364 uur en in 2012 14519

uur. Waar voor 2012 de meeste insluitingen plaatsvonden bij de ouderenafdeling, komt het

in 2012 vooral naar voren bij de gesloten opname afdeling. Opnieuw bij hetzelfde kleine

aantal patiënten.

Fixatie. Bij Mediant is tussen 2009 en 2011 sprake van een sterke daling in de toepassing van

immobiliserende fixaties binnen het ouderencircuit, zoals Zweedse banden, tafelplanken,

trappelzakken, hansopjes of driepuntsgordels. Deze vormen van fixatie zijn in deze periode

vervangen door niet immobiliserende maatregelen zoals hoog laagbedden, belmatten en

andere signaleringstechnieken. Het effect van deze vervanging is te zien na 2011. Het aantal

uren fixatie was in 2007 16773, in 2008 12754, in 2009 11388, in 2010 12271, in 2011 6200 en in

2012 3275. Waar het in 2007 nog ging om meer dan 20 patiënten, waren dat er in 2012 12.

Parenterale dwangmedicatie onder verzet. Bij Mediant is dwangmedicatie vanaf de aanvang van

het project nauwkeurig bijgehouden, zodat het mogelijk is de trends hierin betrouwbaar te

beschrijven. Door de jaren heen vinden 75% van de verstrekkingen van dwangmedicatie

onder verzet plaats bij de gesloten opname afdeling. Het aantal interventies met

dwangmedicatie laat vanaf het tweede kwartaal van 2008 tot het derde kwartaal van 2009

een duidelijke stijging zien, die in 2010 en vooral in 2011 sterk doorzet. In 2007 en 2008 vond

er respectievelijk 63 en 62 verstrekkingen van dwangmedicatie onder verzet plaats, in 2009

was dat 104 keer, in 2010 163 keer, in 2011 301 keer en 265 keer in 2012. Hoewel er sprake is

van een verviervoudiging van het aantal verstrekkingen zijn deze cijfers vanuit een

internationaal perspectief en gerelateerd aan de bedbezetting overigens niet extreem hoog:

het komt in 2012 uit op een kans van 0,09 verstrekkingen per 20 bedden per dag4. Daarmee

lijkt er sprake van substitutie, echter een nadere analyse van het materiaal laat zien dat er

over die jaren heen sprake is van een reductie van tussen de 30 en 40% in de cijfers als

separaties, afzonderingen, insluitingen en dwangmedicatie bij elkaar worden opgeteld (c.f.

Georgieva et al., 2012). In 2007 werd er immers op 2194 dagen een vorm van dwang

toegepast, in 2011 was dat 1156 en in 2012 1452.

Conclusie

De cijfers bij Mediant laten vooral na 2009 een grote afname zien van zowel separatieduur,

afzonderingduur als fixatieduur. In 2012 is verder te zien dat veel van de separatie, insluiting

en afzondering cijfers door een klein aantal patiënten met een ernstige stoornis wordt

verklaard. In dat jaar is een stijging in zowel het aantal insluiting als het aantal separatie

uren zichtbaar, welke bij vergelijking met eerdere jaren door deze kleine groep wordt

verklaard. Tegelijk met de daling in separaties is er een duidelijke stijging in het aantal

verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet over de jaren heen. Desalniettemin is er geen

sprake van substitutie omdat een reductie te zien is van tussen de 30 en 40% in separaties en

dwangmedicatie gezamenlijk. De doelstelling van GGZ Nederland om een reductie van 10%

per jaar in de separaties te bereiken is door Mediant in de jaren 2007-2011 behaald. De kleine

groep patiënten behoeft wellicht specifieke aandacht.

4 In Engeland is dit cijfer 0,15 en in Duitsland 0,16 (Van der Merwe, 2009). Landelijk is dit cijfer in Nederland overigens wel veel lager: 0,03 per 20 bedden.

Page 23: Zes jaar Argus

22

3.2 GGNet Warnsveld - Apeldoorn

GGNet is een regionale GGZ -instelling voor de Achterhoek en de oostelijke Veluwe. De

hoofdlocaties voor de intensieve psychiatrie zijn gevestigd in Apeldoorn en Warnsveld en

hebben functies voor de gehele regio van GGNet. Daarnaast zijn er vijf regionale

gezondheidscentra (RGC’s) die gevestigd zijn bij algemene ziekenhuizen in Apeldoorn,

Doetinchem, Winterswijk, Zevenaar en Zutphen (tabel 3.2.1).

Tabel 3.2.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGNet

Aantal inwoners regio 564.000

Type regio: ruraal 2007 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname 154513

173388

160812

107978

81379

73916

2 Langdurige zorg 90915

107096

105832 83831 79345

84412

3 Ouderen 63001

87605

88674

68332 68913

61303 Beddagen

4 Forensisch 19447

24197

21013

28321 27038

26657

Berekende opname-uren instellingsbreed 11017776

13934472

12162288

10845912 9380520

8971032

Locatie Open bedden Gesloten bedden Totaal Separeer- Functie

RGC Zutphen volwassen 15 9 24 1 Opname

RGC Zevenaar 20 - 20 1 Opname (na 1-1-2012 gesloten)

RGC Doetinchem 21 7 28 1 Opname

RGC Winterswijk 18 8 26 1 Opname

Jeugd Doetinchem 8 8 16 1 Regionale opname jeugd

IZ Warnsveld - 14 14 3 Crisis en acute opname

Marke / Buurse NS - 14 14 3 Crisis en acute opname

Buurse / RGC Apeldoorn volwassenen 18 - 18 1 Opname

1

VGGNet 12 - 12 0 Opname verstandelijk gehandicapten

De mate en de Meent warnsveld 40 0 40 0 2

De Garde Apeldoorn 40 0 40 0

Verblijfsafdelingen chronische patiënten

RGC Apeldoorn ouderen 29 29 0 Opname ouderen

Ouderen Deventerstraat 66 66 0 Opname en verblijf ouderen

RGC Zutphen ouderen 20 20 0 Opname ouderen

RGC Doetnchem ouderen 21 7 28 1

3

Ruimzicht ouderen Warnsveld 20 20 0

4 ZIB – FPA 36 36 72 3 FPA en zeer intensieve behandeling

Totaal (2012) 229 238 487 16

GGNet heeft een aselectief opnamebeleid waarbij de RGC’s de opname en kortdurende

behandelfunctie vervullen voor de subregio. Vrijheidsbeperkende interventies vinden plaats

op de twee hoofdlocaties (met bijbehorende bovenregionale afdelingen), in de vijf RGC’s in

de regio en bij afdelingen op verpleeghuizen. Vanaf 2010 is het beleid geweest patiënten die

het risico hebben enige vorm van vrijheidsbeperking te ondergaan op te nemen op drie

afdelingen met meer voorzieningen, de Boog, IZ en de Buurse. Projectactiviteiten. In 2007 en 2008 heeft de projectactiviteit zich gericht op het voorkomen van

eenzame separatie met moreel beraad. In 2009 en 2010 heeft het project zich gericht op

risicotaxatie en het engagement model. GGNet is in december 2006 gestart met het

registreren met Argus vijf afdelingen. Na 2009 zijn steeds meer afdelingen overgegaan op de

Argusregistratie. Vanaf 2010 hanteert geheel GGNet de Argusregistratie. In 2011 is het beleid

binnen GGNet gericht op het borgen van drie zaken:

- het werken met het engagement model

- het werken met aandachtsfunctionarissen en trainers agressie5

- het organiseren van directe online beschikbare terugkoppelingen van arguscijfers

5 Deze aandachtsfunctionarissen zijn geschoold door ‘connecting’ dat verpleegkundigen en sociotherapeuten opleidt in hanteren van dreigende agressie.

Page 24: Zes jaar Argus

23

0:00:00

2400:00:00

4800:00:00

7200:00:00

9600:00:00

jan -

mrt

2007

apr -

jun

2007

jul -

sep

2007

okt -

dec

2007

ja n -

mrt

2008

a pr -

jun

2008

jul -

sep

2008

okt -

dec

2008

jan -

mrt

2009

apr -

jun

2009

jul -

sep

2009

okt -

dec

2009

jan -

mrt

2010

apr -

jun

2010

jul -

sep

2010

okt -

dec

2010

jan -

mrt

2011

apr -

jun

2011

jul -

sep

2011

okt -

dec

2011

jan-

maart

2012

april -

juni

2012

juli -

sept

2012

okt -

dec

2012

RGC Zut p Kl Zevenaar RGC Doet inchem

RGC Wint e rswijk De Boog 1 t / m 8 IZ

Ouderen t ot aa l Buurse Marke '07/ RGC Ap

klinie k V GGnet 2009 Kliniek J ongeren Doe t '09

0

30

60

90

120

150

jan - mrt2007

jul - sep2007

jan - mrt2008

jul - sep2008

jan - mrt2009

jul - sep2009

jan - mrt2010

jul - sep2010

jan - mrt2011

jul - sep2011

jan - mrt2012

jul - sep2012

Kliniek Jongeren Doet inchem

kliniek V GGnet 2009

D e Marke 2007

Buurse

Ouderen t ot aal

IZ

De Boog 1 t / m 8

RGC Winterswijk

RGC Doet inchem

Kl Zevenaar

RGC Zut p

Bij de beoordeling van de cijfers moet rekening gehouden worden met een aantal

veranderingen in de organisatie. Ten eerste is er sprake van een stijging van het aantal aan

het project ‘deelnemende bedden’ met 25%. Afdeling Jeugd en Jongeren registreert vanaf

mei 2009, het moment waarop zij de nieuwbouw betrok. Voor 2009 vonden de separaties van

deze afdeling plaats op Intensieve Zorg (IZ). Bedden bij de kliniek aan de Deventerstraat

(afdelingen de Buurse en Marke) werden verplaatst naar het RGC in Apeldoorn, gelegen bij

het Lukas ziekenhuis. Dit maakt dat alleen de cijfers tussen 2009 en 2012 vergelijkbaar zijn.

Gestarte separaties. In figuur 3.2.1 worden de gestarte separaties instellingsbreed

gepresenteerd. Deze figuur toont een geleidelijke stijging in het aantal separaties door de

jaren heen; dit reflecteert de uitbreiding van het project over verschillende afdelingen in de

instelling. De figuur laat verder zien dat vanaf 2009 de meeste separaties plaatsvinden bij

twee afdelingen, te weten: IZ en Buurse NS. Bij twee afdelingen is een afname in separaties

te zien, te weten de Buurse NS en de ZIB/FPA. Het aantal gestarte separaties varieert op de

afdeling RGC Doetinchem en Winterswijk zonder een duidelijke trend. Bij de afdeling

jongeren in Doetinchem is aanvankelijk een stijging en later een daling zichtbaar. Het aantal

separaties bij de afdeling IZ in Warnsveld is constant rond de 35. Verder is in 2012 een

duidelijke daling zichtbaar. Over de gehele instelling heen waren in 2009 68% van de

separaties onder ( al of niet zichtbaar) verzet, in 2010 59%, in 2011 54% en in 2012 74%. Het

aantal patiënten dat separatie ondergaat neemt af van 80 in het 2e kwartaal van 2009 naar 56

in het 4e kwartaal in 2010, daarna te consolideren tussen de 40 en de 50 per kwartaal. Separatieduur totaal. In figuur 3.2.2 wordt de tijdsduur van separaties per kwartaal getoond.

Figuur 3.2.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Figuur 3.2.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

Page 25: Zes jaar Argus

24

In 2008 neemt het totaal aantal uren separatie ten opzichte van 2007 beduidend af, om

aanvang 2009 weer toe te nemen6. Vervolgens is er vanaf 2009 een dalende trend in het totaal

aantal uren te zien, die zich in 2011 en 2012 doorzet. In 2007 was het aantal uren 18000, in

2008 14600, in 2009 227007, in 2010 17500 in 2011 14975 en in 2012 11010. Over de jaren na

2008 is de afname 52%. Zoals bij andere instellingen bepalen 10 patiënten 49% van de cijfers.

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.2.2 beschrijft de

mediaan en het gemiddelde van de duur van de separaties door de tijd heen.

Tabel 3.2.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar

Project afdelingen instellingsbreed

Duurcijfers 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde 50:24 51:22 51:17 45:15 31:15 35:45

Mediaan 22:00 18:45 18:00 13:15 10:15 13:13

Aantal separaties 321 290 449 418 482 345

In 2007 werden 321 separaties vastgelegd, in 2008 290, in 2009 4449, 418 in 2010, in 2011 482

en 354 in 2012. Te zien is dat het gemiddelde en de mediaan de eerste drie jaar constant zijn,

om dan in 2010 en 2011 sterk te dalen.

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.2.3 presenteert het verband tussen diagnosen

en de kans op separatie bij GGNet in 2012. De analyse is uitgevoerd onder 4530 opnames

over 2321 verschillende patiënten. Van deze 2321 patiënten werden 236 (10.2%) gesepareerd.

Patiënten met een bipolaire stoornis, een psychotische stoornis, een schizofrene stoornis, een

psycho-organische stoornis of middelengebruik dan wel een lage GAF score hebben een

verhoogde kans op separatie, waar patiënten zonder diagnose, met een angststoornis, een

depressieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis een lagere kans hebben op separatie.

Tabel 3.2.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant

N= 2321 2085 236 2321

% % %

Geen diagnose vastgesteld 139 6 1 6 +

Diagnosen as 1

- aanpassingsstoornis 294 14 4 13 ++

- angststoornis 126 6 4 5

- depressieve stoornis 482 22 10 21 +

- bipolaire stoornis 168 7 11 7 +

- psychotische stoornis 344 14 23 15 ++

- schizofrenie 323 13 19 14 ++

- psycho-organische stoornis 140 6 7 6 +

- middelen misbruik 305 13 18 13 ++

Diagnose as 2 830 37 28 36 +

GAF score onder de 40 963 39 65 41 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

6 Deze toename heeft geen relatie met de toename in participerende bedden, daar deze laatste toename pas in de loop van 2009 en aanvang 2010 gerealiseerd werd, terwijl de arguscijfers eerder stegen. 7 Deze toename heeft wel een duidelijk verband met de toename in participerende bedden. De stijging in percentage (55%) is beduidend meer dan de toename in bedden (25%).

Page 26: Zes jaar Argus

25

Afzonderingen. Na een sterke daling tussen 2007 en 2008 is, na een stijging in 2009, weer een

geleidelijke daling zichtbaar tot in 2011 in het aantal en de duur van de afzonderingen

evenals het aantal betrokken patiënten. In 2007 was het aantal uren afzondering 11.534, in

2008 3.637, in 2009 6.153, in 2010 4.641, in 2011 7.408 en in 2012 3435. Het aantal patiënten in

afzondering daalde van 184 in 2009 tot 91 in 2012.

Insluitingen op eigen kamer met de deur op slot. Binnen GGNet wordt het verblijf op de eigen

kamer vanaf 2008 geregistreerd. Het gebruik van deze interventie vond voornamelijk plaats

op de Boog (ZIB/FPA), in mindere mate bij de Buurse NS en de IZ te Warnsveld en voor een

klein gedeelte op één van de ouderen afdelingen. In 2008 werd 37.300 uur insluitingen

vastgelegd, in 2009 56.800, in 2010 58.700 uur en in 2012 38.100 uur. Als rekening gehouden

wordt met het feit dat het aantal bedden bij het FPA in deze jaren verdubbelde is sprake van

een relatieve daling van 20 % tussen 2009 en 2010 en ruim 70% tussen 2010 en 2012. Op de

Boog (ZIB/FPA) werden door de jaren heen gemiddeld 20 patiënten (range 15 – 31 patiënten)

tussen 12 en 15 uur per dag ingesloten in hun slaapkamer. In 2011 nam dit cijfer af naar

minder dan 12, om in 2012 te stabiliseren.

Fixaties. Vooral op de afdelingen voor ouderen vinden de fixaties plaats. Vanaf 2009 is een

sterke reductie zichtbaar in het gebruik van fixatie van 30.488 uur in 2009 tot 2355 uur in

2012. GGnet volgt hiermee de landelijke ontwikkeling.

Toediening parenterale dwangmedicatie onder verzet8. Het aantal toedieningen van parenterale

dwangmedicatie onder verzet bleef ongeveer gelijk en schommelt tussen 2007 en 2010 rond

de 150 toedieningen per jaar. In 2011 nam dit af naar 65 per jaar, in 2012 werd er 64 keer

dwangmedicatie onder verzet verstrekt. Opmerkelijk is dat in 2011 bij slechts 21 patiënten

dit gebeurde tijdens separatie, waar het in 2012 bij slechts vijf patiënten gebeurde tijdens

separatie. Dit beeld is bijzonder in de Nederlandse context.

Conclusie

Bij GGNet is Argus tussen 2007 en 2008 niet instellingsbreed ingevoerd, waardoor de

ontwikkeling moeilijk is te beoordelen. Na 2009 is er sprake van een daling van meer dan

50% in de duur van de separaties en het aantal separaties. Bij afzonderingen en insluitingen

op eigen kamer is er sprake van een afname van meer dan 60% van het totaal aantal uur in

deze jaren. Waar fixatie in 2009 veel werd toegepast, werd deze vrijheidsbeperkende

interventie in 2012 nauwelijks meer toegepast. Het aantal verstrekkingen intramusculaire

medicatie onder verzet zijn constant tussen 2007 en 2010, om in 2011 en 2012 met ruim de

helft te verminderen. Samenvattend is er sprake van een reductie van vrijheidsbeperkende

maatregelen ten aanzien van separaties, insluitingen, fixaties en verstrekkingen

intramusculaire medicatie onder verzet. GGNet voldoet aan de ambities van GGZ

Nederland over de jaren 2009-2012. Omdat overige interventies ook dalen of constant blijven

is er geen sprake van substitutie.

8 Gelet op de lage cijfers in verhouding tot de omvang van de instelling is niet uitgesloten dat er op dit aspect sprake is van onderregistratie.

Page 27: Zes jaar Argus

26

3.3 GGZ inGeest

GGZ inGeest is een GGZ-instelling gelegen in Amsterdam-Zuid, Haarlem, Hoofddorp en

Bennebroek. De instelling is voortgekomen uit een fusie tussen GGZ Buitenamstel en GGZ

Geestgronden. In 2010 en 2011 zijn de functies en benamingen van de verschillende

afdelingen veranderd. Tabel 3.3.1 toont een beschrijving van de afdelingen die in de

afgelopen jaren systematisch registreerden.

Tabel 3.3.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGZ inGeest Aantal inwoners regio 900.0009

Type regio: urbaan 2011 2012

1 opname afdelingen 74967 67878

2 langdurige zorg afdelingen 88842 82189 Beddagen

3 Ouderen afdeling 65863 60668

Berekende opname-uren 5653608 5057640

Locatie

Open

bedden

Gesloten

bedden

Totaal AKA en

CR**

Separeer

kamers Functie

Valeriuskliniek (opname 1, 2 & 3)* 20 34 54 6 6

High, intensive en medium care 25 23 48 4 4

Intensive care

Haarlem opname volwassenen - 20 20 1 4

1

Hoofddorp opname volwassenen - 18 18 1 2

Regionale opname

Walborg vervolgkliniek 15 26 41 2 2

Bocholt vervolgkliniek 22 20 42 2 2 2

Bennebroek vervolgkliniek 21 - 21 2 4

Crisis transmuraal

Haarlem ouderen 22 22

Valerius ouderen 20 23 43 2 3

Bennebroek ouderen 32 18 50

Ouderen opname

Totaal 155 204 359 6 AKA & 4 CR **

* De High en intensive care bevatte 6 bedden minder – overige afdelingen onveranderd qua omvang ** AKA: gekeurde afzonderingskamer, CR: Comfort room

Projectactiviteiten. GGZ Buitenamstel en GGZ Geestgronden namen vanaf 2006 als

afzonderlijke instellingen deel aan dwang reductieprojecten, voordat zij fuseerden tot GGZ

inGeest. In de Geestgronden stond “de eerste vijf minuten” (Stringer, 2009) en in

Buitenamstel “Expressed Emotions” centraal (Brown et al., 1958). In 2009 is gekozen beide

projecten met elkaar te combineren. In de tweede helft van 2010 heeft het project zich mede

met het centraal lerend netwerk gericht op onderlinge uitwisseling van best practices

(Landeweer, Welleman, & Widdershoven, 2011) en het ontwikkelen van een protocol voor

mensen met langdurige of zich herhalende separaties.

Argusgegevens vanuit InGeest. InGeest is een van de vier instellingen waar Argus in eerste

instantie is uitgetest. In 2007 en 2008 hoorden de Valeriuskliniek, Walborg en Bocholt bij

GGZ Buitenamstel, terwijl Zuiderpoort, Spaarnepoort en Westerbos bij de Geestgronden

hoorden. Enkele afdelingen registreerden in 2007 al in Argus, op de andere afdelingen is

Argus na januari 2008 geïmplementeerd. In januari 2010 is de hele instelling overgegaan op

een geautomatiseerde Argus. Deze gegevens konden in dat jaar niet goed tegen de

patiëntgegevens worden afgezet, wegens het realiseren van de fusie tussen Buitenamstel en

de Geestgronden. Vanaf 2011 ontvangt het register complete gegevens over de gefuseerde

instelling InGeest en konden Argusgegevens tevens afgezet worden tegen patiëntgegevens10.

9 Het verzorgingsgebied is als een globale schatting in de tabel getoond, maar er dient rekening mee gehouden te worden dat in de regio 5 instellingen de zorg leveren. 10 De techniek van het koppelen van gegevens van Argus aan Patiënteninformatie is door de Eric Noorthoorn en Wim Janssen samen met A Hoogendoorn van de

afdeling onderzoek van InGeest ontwikkeld.

Page 28: Zes jaar Argus

27

Gestarte separaties. Figuur 3.3.111 laat het aantal gestarte separaties bij GGZ inGeest zien. In de

figuur is een forse reductie zichtbaar die vooral verklaard wordt door een afname sinds 2009

bij de Valeriuskliniek in Amsterdam en maar ook door een afname van separaties in

Spaarnepoort en Zuiderpoort. Waar de Valeriuskliniek in 2007 en 2008 tussen de 100 en 200

separaties per kwartaal kende was dit cijfer in 2010 gedaald naar rond de 30 per kwartaal. Bij

Spaarnepoort en Zuiderpoort is een daling van rond de 40 per kwartaal naar gemiddeld 15

per kwartaal in 2011 en 2012 zichtbaar.

Separatieduur totaal. Figuur 3.3.2 laat de ontwikkeling van het aantal uren separatie zien. In

de figuur is te zien dat de Valeriuskliniek voor een belangrijk deel bijdraagt aan het totaal

aantal uren. Voor 2008 werden de gegevens voornamelijk geleverd door de

projectafdelingen. Na 2008 ontving het register instellingsbrede cijfers. In 2007 werd 33910

uur separatie vastgelegd, in 2008 was dat 27315 uur, in 2009 24197 uur, in 2010 26575 uur, in

2011 18039 uur en in 2012 20596 uur. Als gekeken wordt naar de projectafdelingen is er

tussen 2007 en 2012 sprake van een reductie van 67% (grijs witte kleuren). Instellingsbreed is

de daling tussen 2008 en 2012 25%. De belangrijkste bron van variatie (en ook toename) in

2011 en 2012 is te zien bij de afdelingen voor langdurige zorg (blauwe kleuren). Dit heeft in

2012 te maken met een langdurige zorg patiënt, die met 3986 uur in separatie 20% van de

separaties van InGeest voor zijn rekening nam.

11 Eind 2009 en begin 2010 werd nieuwe registratiesoftware geïmplementeerd, waardoor er in deze twee kwartalen sprake is van onderregistratie

0

50

100

150

200

250

300

jan

mrt

07

apr

jun 07

jul sep

07

okt

dec

07

jan

mrt

08

apr

jun 08

jul sep

08

okt

dec

08

jan

mrt

09

apr

jun 09

jul sep

09

okt

dec

09

jan

mrt 10

apr

jun 10

jul sep

10

okt

dec 10

jan

mrt 11

apr

jun 11

jul sep

11

okt

dec 11

jan

mrt 12

apr

jun 12

jul sep

12

okt

dec 12

Haarlem, Zuiderpoort Hoofddorp, Spaarnepoort

Bennebroek, Westerbos Amsterdam, Valeriuskliniek

Amsterdam, Bocholtstraat Amsterdam, Walborg

Figuur 3.3.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Figuur 3.3.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

0:00:00

2400:00:00

4800:00:00

7200:00:00

9600:00:00

12000:00:00

jan

mrt

07

apr

jun 07

jul

sep

07

okt

dec

07

jan

mrt

08

apr

jun 08

jul

sep

08

okt

dec

08

jan

mrt

09

apr

jun 09

jul

sep

09

okt

dec

09

jan

mrt

10

apr

jun 10

jul

sep 10

okt

dec

10

jan

mrt 11

apr

jun 11

jul

sep 11

okt

dec 11

jan

mrt

12

apr

jun 12

jul

sep 12

okt

dec

12

Haar lem, Zuider poor t Hoof ddor p, Spaar nepoor t

Bennebr oek, Wester bos Amster dam, Valer iuskl iniek

Amster dam, Bocholtstr aat Amster dam, Walbor g

Page 29: Zes jaar Argus

28

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.3.2 beschrijft

het gemiddelde en de mediaan van de duur van de separaties door de tijd heen. Wat betreft

de gemiddelde duur is deze op het landelijk gemiddelde, de mediaan ligt er iets onder. De

tabel bevestigt het bovenstaande beeld. Over jaren tussen 2007 en 2012 een continue daling

in het aantal, en in de jaren tussen 2010 en 2012 ook een daling in de duur.

Tabel 3.3.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar

Duurcijfers 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde 61:19 51:14 39:55 73:36 62:44 63:22

Mediaan 18:06 22:59 14:49 21:15 15:52 22:15

Aantal separaties 616 776 675 308 273 211

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.3.3 presenteert het verband tussen diagnosen

en de kans op separatie bij InGeest in 2012. De analyse is uitgevoerd onder 2113 patiënten

die samen 4019 opnames ondergingen. Te zien is dat mensen zonder diagnose, met een

aanpassingsstoornis, een angststoornis of een depressieve stoornis vrijwel niet gesepareerd

werden. Mensen met een bipolaire stoornis, een psychotische stoornis of middelengebruik

hadden een toegenomen risico op separatie.

Tabel 3.3.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant verschil

N= 2113 1967 146 2113

% % %

Geen diagnose vastgesteld 89 4 2 4 ++

Diagnosen as 1

- aanpassingsstoornis 98 5 1 5 ++

- angststoornis 58 3 3 ++

- depressieve stoornis 347 17 2 16 ++

- bipolaire stoornis 178 8 12 8 ++

- psychotische stoornis 382 17 25 18 +

- schizofrenie 387 18 23 18 -

- psycho-organische stoornis 111 5 3 5 ++

- middelen misbruik 463 21 32 22 ++

Diagnose as 2 528 26 18 25 -

GAF score onder de 40 1061 48 73 50 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Afzonderingen vinden binnen GGZ inGeest voornamelijk plaats binnen de

Valeriuskliniek, vaak volgend op een separatie. Tussen 2007 en 2010 schommelde het aantal

uren afzondering voor GGZ inGeest rond de 8000 uur per jaar, na 2011 daalde dit naar rond

de 2000-3000 uur per jaar.

Toediening parenterale dwangmedicatie onder verzet. Dit is vanaf 2010 geregistreerd. In dat jaar

werden 246 intramusculaire medicatietoedieningen onder verzet verstrekt, in 2011 was dat

239 keer en in 2012 157 keer. De meeste verstrekkingen waren bij de Valeriuskliniek, de

afdeling Zuiderpoort en Spaarnepoort. Bij de afdelingen Westerbos, Walborg en

Bocholtstraat komt dit incidenteel voor.

Overige vrijheidsbeperkende maatregelen. Overige maatregelen zoals fixaties en vocht en

voeding onder dwang zijn vanaf 2010 bijgehouden. In 2011 zijn 14 fixaties geregistreerd bij

negen patiënten over 7900 uur, in 2012 waren dat 10 fixaties over 686 uur bij 7 patiënten.

Page 30: Zes jaar Argus

29

Conclusie

Bij GGZ inGeest is er sprake van een afname zowel in het aantal als in de duur van de

separaties tussen 2010 en 2011. In de eerste jaren was het aantal uur afzondering constant,

om daarna in 2011 fors te dalen. Fixaties komen vooral in de ouderenzorg voor. Dit gebeurt

bij een klein aantal patiënten, maar relatief veel uur. Het is niet duidelijk in hoeverre er

mogelijk sprake is van substitutie door medicatie, omdat dat in de eerste jaren niet is

geregistreerd. De doelstelling, om separaties op de eerste dag van opname te verminderen, is

behaald.

3.4 GGZ Friesland

GGZ Friesland is een instelling voor de provincie Friesland met locaties in onder andere

Leeuwarden, Heerenveen, Beetsterzwaag, Drachten en Franeker. Tabel 3.4.1 beschrijft de

functies, het aantal bedden en het aantal separeerkamers van de deelnemende afdelingen. De

afdelingen zijn geordend naar regio en functie.

Tabel 3.4.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGZ Friesland Aantal inwoners regio 900.000

Type regio: urbaan 2007 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname afdeling 45134 45996 50344 50213 54849 58143

2 Langdurige zorg 56550 54945 55811 54569 52624 50073

3 Ouderen 29271 37460 36842 39093 34304 28040

4 Forensisch 6641 9385 7621 6033 7341 10913

beddagen

5 Kinder en Jeugd 3872 7940 4594 4083 7041 5548

Berekende opname uren 3635232 3737424 3725088 3695784 3747816 366520

bedden kamers Locatie en type

Open Gesloten Totaal

Afzondering Separeer

Functie afdeling

Leeuwarden

5 Kinnik 26 5 31 2 Opnamekliniek voor kinderen en jeugdigen

1 Jelgerhuis 38 28 66 2 Opnamekliniek met aselectief aanbod

2 Dammelaan 8 10 18 2 Opnamekliniek voor langdurig zorgafhankelijke patiënten

3 Jelgerhuis 21 21 Opnamekliniek voor ouderen

Heerenveen

2 Afdeling D 10 10 1 2 Opnamekliniek voor langdurig zorgafhankelijke patiënten

1 Afdeling E 28 18 46 2 2 Opnameafdeling met aselectief aanbod

Drachten

1 Volwassenen 20 10 10 2 Opnamekliniek met aselectief aanbod

Sneek* 8 8 Opnamekliniek met aselectief aanbod

Franeker

Nij Lankum 28 28 4 3 Langdurig zorgafhankelijke patiënten gesloten

2 Golfbreker 9 9 Langdurig zorgafhankelijke patiënten open

3 De Flinter 30 30 1 2 Oudere langdurig zorgafhankelijke psychiatrische patiënten

4 FPA 24 24 1 3 Forensische kliniek met 3 units: opname, crisis & langdurig

Beetsterzwaag

1 Swaai 6 6 2 Opnamekliniek psychiatrie & verstandelijke handicap

Totaal 158 169 327 9 22 * tot 1-1- 2010 gesloten met 2 sep.kamers, daarna open opname ** De Swaai en Sneek nemen ook jeugdigen en adolescenten op.

Projectactiviteiten. Het project bij GGZ Friesland is in 2006 gefaseerd van start gegaan. In 2006

werd subsidie aangevraagd voor een pilot, vervolgens is in de tweede subsidie ronde het

project instellingsbreed uitgezet. GGZ Friesland registreert sinds juli 2006 op enkele

afdelingen, aanvankelijk op papier. Vanaf 2008 is Argus registratie over de gehele instelling

uitgerold en per 2010 geautomatiseerd. Sinds 2009 is dwang en drang door aansturing van

de directeur-geneesheer binnen de organisatie geborgd aan regelmatige audits en

gestructureerde terugkoppeling van Arguscijfers en agressie-incidenten aan afdelingen.

Page 31: Zes jaar Argus

30

Gestarte separaties. Figuur 3.4.1 laat het aantal gestarte separaties bij GGZ Friesland zien.

Figuur 3.4.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Tussen 2008 en 2009 is sprake van een afname van 486 naar 395 gestarte separaties, waarna

het constant bleef met 400 in 2010, 398 in 2011 en 393 in 2012. De aanvankelijke afname is

voornamelijk te verklaren vanuit kliniek Dammelaan, de klinisch intensieve zorg en de FPA.

Het aandeel verzet bij gestarte separaties was in 2008 50%, in 2009 54%, in 2010 39%, in 2011

48% en in 2012 63%. Het aantal betrokken patiënten nam af van 358 in 2008 naar 265 in 2009

om daarna met 272 in 2010, 295 in 2011 en 273 in 2012 te consolideren.

Separatieduur totaal. Figuur 3.4.2 presenteert de duur in uren van de separaties per kwartaal.

In 2008 zijn 46.546 separatie-uren vastgelegd, 38.483 uur in 2009, 28.962 uur in 2010, 23.223

uur in 2011 en 17.490 uur in 2012. Als 2012 vergeleken wordt met 2011 blijkt er sprake te zijn

van een afname van 25%. Vergelijking van 2012 met 2008 laat een afname van 62% zien.

Figuur 3.4.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.4.2 beschrijft de

duur van de separaties instellingsbreed. Daling van beide indicatoren verklaart het verschil.

Tabel 3.4.2 Duur en aantallen door de jaren heen

Jaar

Duurcijfers 2008 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde duur separatie 57 72 60 52 40

Mediaan duur separatie 16 22 21 16 11

Aantal separaties 486 395 400 398 393

0

5000

10000

15000

20000

25000

jan-mr t

08

apr -jun

08

jul i -sep

08

okt-dec

08

jan-mr t

09

apr -jun

09

jul i -sep

09

okt-dec

09

jan-mr t

10

apr -jun

10

jul i -sep

10

okt-dec

10

jan-mr t

11

apr -jun

11

jul i -sep

11

okt-dec

11

jan-mr t

12

apr -jun

12

jul i -sep

12

okt-dec

12

Dammelaan de Swaai de Flinter

FPA Heerenveen D Heerenveen E

KIZ Leeuwarden Kliniek ouderen Leeuwarden Jelgerhuis Ouderen

Kliniek Drachten Nij Lankum de Swing

Kliniek Sneek afdeling onbekend

0

50

100

150

200

jan-mrt

08

apr- jun

08

juli-sep

08

okt -dec

08

jan-mrt

09

apr- jun

09

juli-sep

09

okt -dec

09

jan-mrt

10

apr- jun

10

juli-sep

10

okt -dec

10

jan-mrt

11

apr- jun

11

juli-sep

11

okt -dec

11

jan-mrt

12

apr- jun

12

juli-sep

12

okt -dec

12

Dammelaan de S waa i de Flint e r

FP A Hee renveen D Heere nveen E

KIZ Leeuwarden Kliniek ouderen Leeuwarden J e lgerhuis Ouderen

Kliniek Dracht en Nij Lankum de S wing

Kliniek S neek Afde ling onbekend

Page 32: Zes jaar Argus

31

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.4.3 presenteert het verband tussen diagnosen

en kans op separatie bij GGZ Friesland in 2012. De analyse is verricht onder 4067 opnames

bij 1602 patiënten. Van deze werden er 182 (11%) gesepareerd. Patiënten met een bipolaire

stoornis, een psychotische stoornis, middelengebruik of een GAF onder de 40 hebben meer

kans op separatie. Patiënten met een uitgestelde diagnose, een aanpassingsstoornis, een

angststoornis of een depressieve stoornis hebben minder kans op separatie.

Tabel 3.4.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant verschil*

N= 1602 1420 182 1602

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 354 23 14 22 +

- Angststoornis 98 7 2 7 +

- Depressieve stoornis 282 18 9 18 +

- Bipolaire stoornis 130 7 15 8 ++

- Psychotische stoornis 177 10 18 11 +

- schizofrenie 239 15 13 15 -

- psycho-organische stoornis 39 3 2 2 -

- Middelen verslaving 284 17 25 18 +

Diagnose as 2 562 35 37 35 -

GAF score onder de 40 491 29 46 31 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Afzonderingen vinden plaats bij acht verschillende afdelingen (Heerenveen

E, Heerenveen D, de gesloten afdeling Drachten, Nij Lankum, FPA, Dammelaan, de

Golfbreker en de Swing) maar worden voornamelijk toegepast bij de FPA en de vier

afdelingen waar chronisch psychiatrische patiënten worden opgenomen (Dammelaan,

Heerenveen E en Nij Lankum en de Golfbreker). Over de jaren heen is te zien dat het aantal

uren afzondering per jaar daalt. In 2008 werd er 9.246 uur afgezonderd, in 2009 9.858 uur, in

2010 6.075 uur, in 2011 5.587 uur en in 2012 7.410 uur. Een afname van 20% tussen 2008 en

2012. Het aantal patiënten was in 2008 89, in 2009 56, in 2010 103, in 2011 117 en in 2012 128.

Door de jaren heen worden er dus iets meer patiënten, maar wel korter afgezonderd.

Insluitingen op eigen kamer met de deur op slot. Deze vrijheidsbeperkende maatregel komt

voornamelijk voor bij twee afdelingen: Nij Lankum en de FPA. Bij Heerenveen D en kliniek

ouderen Leeuwarden wordt de beperking in beperkte mate toegepast. Als de maatregel

wordt toegepast lijkt het vaak in het kader van een programma te gebeuren; vaak over lange

tijd bij dezelfde kleine groep patiënten. Bij de FPA fluctueren de cijfers sterk en zijn ze

afhankelijk van enkele patiënten. In 2008 werd er 59453 uur ingesloten, in 2009 42985 uur, in

2010 13.529 uur, in 2011 13742 uur en in 2012 6475. Een afname van 89% tussen 2008 en 2012.

Fixatie. Instellingsbreed komen immobiliserende fixaties beperkt en bij niet meer dan 5

patiënten in de ouderenzorg voor. In 80 % van de gevallen betreft het bedhekken. De cijfers

nemen toe door de jaren heen. In 2008 werd 132 uur gefixeerd, in 2009 50 uur, in 2010 350

uur, in 2011 965 uur en in 2012 2.226 uur.

Toediening parenterale dwangmedicatie onder verzet. Het aantal verstrekkingen intramusculaire

medicatie onder verzet fluctueert sterk door de jaren heen. In 2008 werd 120 keer

dwangmedicatie onder verzet toegediend, in 2009 157 keer, in 2010 39 keer, in 2011 126 keer

en in 2012 107 keer. De meeste verstrekkingen vinden plaats bij het KIZ en bij Heerenveen E.

Er is geen trend vast te stellen.

Page 33: Zes jaar Argus

32

Conclusie

Bij GGZ Friesland is de doelstelling van GGZ Nederland, 10 % minder separaties per jaar,

tussen 2008 en 2009, behaald, zonder dat er sprake lijkt te zijn van substitutie, mede omdat

verschillende vrijheidsbeperkingen bij andere doelgroepen worden toegepast. De in 2009

ingezette lijn wordt in 2012 doorgetrokken. In separatie-uren gerekend is er sprake van een

reductie van 25 % tussen 2011 en 2012 en 62 % tussen 2008 en 2012. Na 2009 is zowel in de

afzonderingen als in de insluitingen een afname zichtbaar. Bij de afzonderingen 20% en bij

de insluitingen 89%. Fixaties komen bij een klein aantal patiënten voor. Het aantal

verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet varieerde door de jaren heen. Er is sprake van

een duidelijke reductie, zonder dat er sprake is van enige vorm van substitutie. 3.5 Pro Persona

Pro Persona is een regionale GGZ-instelling in Gelderland, ontstaan uit een fusie van de

Gelderse Roos en GGZ Nijmegen in 2010. Er zijn vestigingen in Arnhem, Ede, Tiel, Nijmegen

en Wolfheze. Bij pro Persona Noord werd Argus in 2008 ingevoerd, in zuid in 2011. Tabel

3.5.1 geeft een overzicht van de functies, beddenaantallen en de soorten ruimtes op de

verschillende in argus registrerende afdelingen.

Tabel 3.5.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Pro Persona Aantal inwoners regio 950.000*

Type regio: ruraal 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname afdeling 75697 84821 83399 86649 95514

2 Langdurige zorg 48422 48714 48888 54396 73256

3 Ouderen 38096 32254 26112 35783 52574

Beddagen

4 Forensisch 8999 6028 9074 6935 12663

Berekende opnameuren 4109136 4126103 4019352

4410312 5616168

bedden kamertypen

Afdeling Open Gesloten Totaal Afzondering Separeer ICU Appartement Comfort Functie

Siependaal 14 10 24 1 1 Opname regio Tiel

Riethorst 28 12 40 2 1 Opname Regio Ede

Braamberg volwassenen 24*** 12 36 3 1 1 Opname Regio Arnhem

Aurora*** 15 32 47 3 3 Opname regio Nijmegen

1

Phoenix 24 8 32 Bovenregio trauma

ehandelingen LZV Octaaf 68 16 84 3 2 2 2 3 Behandel en verblijf

LZV STC 72 72 1 Behandel en verblijf

Winkler kliniek 18 26 44 1 1 Korsakov en NAH

Eikenhorst 10 10 20 3 1 Boveregio Verst. Handicap

2

LZV Nijmegen 118 19 137 5 4 1 Langdurige zorg Nijmegen

Braamberg Ouderen 11 22 33 3 1 Ouderen regio Arnhem

LZO (Triade en Pleinen) 42 103 145 2 Ouderen verblijf

3

Maria McKenzie 32 32 2 1 Ouderen Nijmagen

4 Kompas 3 24 27 1 2 Forensische afdeling

Totalen 447 326 773 25 20 7 2 3

*Van beide fusiepartners **Argus 2008-2010 Pro Persona Noord, vanaf april 2011 Pro Persona Zuid *** waarvan 12 besloten (flex)

Projectactiviteiten. De aanpak bij de Pro Persona bestaat uit een combinatie van teamtraining

en intervisie (Rademakers & Theunissen, 2004), het gebruiken van ruimtelijke alternatieven

(Theunissen & Hesta, 2009) en stoornisspecifieke protocollen gericht op de preventie van het

gebruik van separatie (Kaiser & Noorthoorn, 2009). Op de 3 opnameafdelingen voor

volwassenen van Pro Persona Noord (Arnhem, Ede, Tiel), op de afdeling ouderen en

langdurige zorg in Arnhem bevinden zich Intensive Care Units (ICU’s).

Page 34: Zes jaar Argus

33

Op de afdeling voor Langdurige Zorg Volwassenen in Wolfheze is in de afgelopen jaren de

verpleegpost ontmanteld en zijn twee ICU’s, drie comfortrooms en twee studio’s

(appartementen met zowel een eigen deur naar buiten als een deur naar de afdeling) in

gebruik genomen. Op de afdelingen van Pro Persona Zuid zijn dergelijke ruimtelijke

voorzieningen niet beschikbaar. Wel hebben medewerkers vanaf het najaar 2012 dezelfde

scholing gaan gevolgd. Reductie van dwang en drang in Pro Persona Zuid is na de fusie

volgens dezelfde lijnen als voorheen bij de Gelderse Roos aangepakt.

Gestarte separaties projectafdelingen. Een aantal afdelingen legt al vanaf 2002 vrijheids-

beperkingen vast met een op Argus lijkend registratiesysteem op dagniveau. Sinds 2004

wordt de duur van vrijwillig en onvrijwillig toegepaste vrijheidsbeperkende maatregelen op

5 afdelingen (3 opnameafdelingen, een afdeling voor langdurige zorg en een

opnameafdeling voor ouderen) van voorheen de Gelderse Roos, nu Pro Persona Noord,

geregistreerd, waardoor het mogelijk is ontwikkelingen op langere termijn te beschrijven ten

aanzien van het aantal separaties en de duur in dagen. Figuur 3.5.1 geeft een beeld van het

aantal gestarte separaties op deze vijf afdelingen over de periode 2004 tot en met 201212.

Figuur 3.5.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal bij projectafdelingen 2004 – 2012

De duur is afgenomen van gemiddeld 8,3 dagen in 2004 naar gemiddeld 1,8 dagen in 2012.

De belangrijkste reductie is van voor 2007, zeker als men de vermindering in het gemiddeld

aantal dagen in acht neemt. Na 2008 zijn de cijfers constant met in 2011 een lichte niet

significante stijging en in 2012 een lichte niet significante daling.

Gestarte separaties instelling. In figuur 3.5.2 worden de gestarte separaties instellingsbreed

gepresenteerd. Een verkenning van de Argusgegevens door de jaren heen maakt duidelijk

dat het aantal patiënten dat separatie ondergaat binnen Pro Persona Noord ongeveer

constant is (2008: 177; 2009: 166; 2010: 193; 2011: 175; 2012: 168). Voor Pro Persona Zuid

(registratie vanaf april 2011) geldt dat 77 patiënten gesepareerd zijn in de laatste drie

kwartalen van 2011, tegenover 97 in heel 2012.Het aantal gestarte separaties instellingsbreed

was in 2008 300, in 2009 213, in 2010 238 en in 2011 263. In 2012 was dat 285, waarvan 169 in

Pro Persona Noord en 116 in Pro Persona Zuid. Het percentage separaties onder verzet was

in 2008 53 %, in 2009 45 %, in 2010 37 % en in 2011 51%. In 2012 was dat 48% voor beide

fusiepartners. Dit betekent dat het aantal meldingen aan de IGZ vanuit Pro Persona Noord

na 2008 met 40-50 % is afgenomen.

12 Over 2006 waren onvoldoende betrouwbare cijfers beschikbaar.

Page 35: Zes jaar Argus

34

Figuur 3.5.2 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Separatieduur totaal. Figuur 3.5.3 presenteert de duur van separaties bij Pro Persona in uren.

Binnen Pro Persona Noord werd in 2008 10852 uur gesepareerd, in 2009 11470 uur, in 2010

6115 uur (-50%), in 2011 7157 uur (+20%) en in 2012 9867 uur (+38%).

Figuur 3.5.3 Totaal aantal uur separaties per kwartaal bij Pro Persona 2008 – 2012

Zoals de grafiek laat zien vindt er in het derde kwartaal van 2012 een grote daling plaats van

het totaal aantal uren separatie. In het vierde kwartaal van 2012 is er vervolgens weer sprake

van een grote stijging van het totaal aantal uren separatie. Evenals de fluctuaties in 2009,

heeft dit te maken met een klein aantal patiënten dat veel tijd in de separeer doorbrengt,

voornamelijk bij de Octaaf en de Kompas en in 2012 bij Aurora. In Pro Persona Zuid

(bovenste blokjes, 7 rechter balkjes) is in de periode april tot en met december 2011 in totaal

6342 uur gesepareerd, in 2012 is dit in totaal 6979 uur. Opmerkelijk is het grote aantal uren

separatie bij de afdeling Aurora.

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separatie.Tabel 3.5.2. beschrijft de

duur van de separaties tussen 2008 en 2012 instellingsbreed. Hieraan is te zien dat zowel de

gemiddelde als mediane duur van separaties onder het landelijke cijfer ligt.

0:00

1200:00

2400:00

3600:00

4800:00

6000:00

7200:00

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2008 2009 2010 2011 2012

Langdurige Zorg PPZ Ouderen Maria McKenzie PPZ Aurora (opname) PPZ Pleinen Wolfheze PPN Triade Wolfheze PPN Phoenix Wolfheze PPN Eikenhorst Wolfheze PPN Winkler kliniek Wolfheze PPN Kompas Wolfheze PPN Octaaf PPN Doven/slechth. Ede PPN Riethorst PPN Ouder BB PPN Volw BB PPN Rauwenhof PPN Siependaal PPN

0

50

100

150

200

250

300

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2008 2009 2010 2011 2012

Langdurige Zorg PPZ Ouderen Maria McKenzie PPZ Aurora (opname) PPZ Pleinen Wolfheze PPN Triade Wolfheze PPN Phoenix Wolfheze PPN Eikenhorst Wolfheze PPN Winkler kliniek Wolfheze PPN Kompas Wolfheze PPN Octaaf PPN Doven/slechth. Ede PPN Riethorst PPN Ouder BB PPN Volw BB PPN Rauwenhof PPN Siependaal PPN

Page 36: Zes jaar Argus

35

Tabel 3.5.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar

Duurcijfers 2008 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde duur separatie 33:05 48:48 20:46 43:56 50:54

Mediaan duur separatie 10:00 13:45 8:30 17:00 15:00

Aantal separaties 300 213 238 263 285

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Bij Pro Persona Noord13 is vanaf de aanvang van het

project aandacht geweest voor het verband tussen diagnosen en de kans op separatie.

Daardoor was het mogelijk analyses te verrichten over in totaal 30926 opnames van 9688

verschillende patiënten tussen 2008 en 2012. Hiervan zijn 748 patiënten (=7.7%) gesepareerd.

Op jaarbasis is het percentage rond de 5%.

Tabel 3.5.3 Diagnosen en kans op separatie bij Pro Persona Noord Separaties 2008 Separaties 2009 Separaties 2010

Geen Wel Totalen Sig. Geen Wel Totalen Sig. Geen Wel Totalen Sig.

N patiënten 2288 122 (5.3%) 2410 1863 105 (5.3%) 1968 1490 79 (5.0) 1569

Diagnosen as 1

Aanpassingsstoornis 4 2 4 - 3 2 3 - 2 0 2 ++

Angststoornis 10 2.5 10 ++ 12 1 11 ++ 9 0 9 ++

Depressieve stoornis 18 3 17 ++ 21 3 20 ++ 16 0 16 ++

Bipolaire stoornis 7 16 7 ++ 7 11 7 + 5 11 6 ++

Psychotische stoornissen 14 25 14 ++ 15 36 16 ++ 16 25 16 ++

Schizofrenie 15 21 15 ++ 11 26 12 ++ 11 32 12 ++

Organisch psychosyndroom 8 4 8 ++ 7 3 7 + 11 4 10 ++

Middelen 5 3 4 - 3 6 3 + 2 6 3 ++

Persoonlijkheidsstoornissen 18 22 18 + 18 11 18 ++ 22 18 22 +

Gaf < 40 32 62 34 ++ 32 67 34 ++ 34 70 36 ++

Separaties 2011 Separaties 2012

N patiënten = 1905 105 (5.2%) 2010 Sig. 1703 98 (5.4) 1801 Sig.

Diagnosen as 1

Aanpassingsstoornis 4 3 4 + 5 1 4

Angststoornis 5 2 5 ++ 11 1 11 ++

Depressieve stoornis 11 0 10 ++ 26 7 24 ++

Bipolaire stoornis 7 13 7 ++ 7 7 7

Psychotische stoornissen 15 24 16 ++ 19 14 19 +

Schizofrenie 12 34 13 ++ 11 14 10 +

Organisch psychosyndroom 12 2 11 ++ 11 9.6 11

Middelen 5 5 5 7 7 7

Persoonlijkheidsstoornissen 7 7 7 2 5 2 +

Gaf < 40 28 62 30 ++ 21 50 23 ++ * –Significantie verschil: Chi-square: ++ = p< 0.001 ; Chi-square : + = p< 0.05

Onder de gesepareerde patiënten is psychose en schizofrenie veruit de meest voorkomende

diagnoses, gevolgd door bipolaire stoornissen. Angststoornissen, depressieve stoornissen en

persoonlijkheidsstoornissen komen relatief minder voor onder patiënten die gesepareerd

worden. Middelengebruik is geen voorspeller, maar deze diagnose lijkt veel minder vaak

vastgesteld te worden dan bij de meeste andere instellingen. De gevonden

verhoudingscijfers zijn constant door de jaren heen en zijn in lijn met eerder onderzoek

verricht in Ede en Tiel (Noorthoorn et al., 2008).

13 Van pro persona zuid werden geen gegevens ontvangen.

Page 37: Zes jaar Argus

36

Intensive Care Unit. Vier afdelingen (Siependaal, de Braamberg, Riethorst en Octaaf) beschik-

ken over een intensive care unit (ICU). Deze voorzieningen zijn in de afgelopen jaren in 35 %

van de gevallen tegen de wil van de patiënt gebruikt. Het gebruik is door de jaren heen

relatief constant, neemt in 2011 toe om in 2012 te dalen. In 2008 werd de ruimte 11372 uur

gebruikt, in 2009 9217 uur, in 2010 11513 uur, in 2011 16321 uur en in 2012 12523 uur.

Afzonderingen. Deze interventie wordt voornamelijk binnen het ouderencircuit in Wolfheze

(LZO; Triade en Pleinen) toegepast. 80% van deze vrijheidsbeperking gebeurt met

instemming van de patiënt. Het gaat om een klein aantal patiënten en over veel uren per

patiënt. In 2008 werd 17880 uur afgezonderd, in 2009 21614 uur, in 2010 24023 uur, in 2011

39838 uur en in 2012 13586 uur, gestaag dalende cijfers sedert 2009.

Fixaties. Fixaties met Zweedse banden, bedhekken of tafelbladen vinden vooral binnen LZO

plaats, bij een relatief constant, maar klein aantal patiënten. In 2008 werd 23648 uur

gefixeerd, in 2009 23491 uur, in 2010 24209 uur, in 2011 26914 uur en in 2012 5396 uur.

Vergeleken met eerdere jaren is er in 2012 een flinke daling zichtbaar, de totale duur van

fixaties is gedaald met 78%. Van deze interventies gebeurde 85% met instemming.

Toediening parenterale dwangmedicatie onder verzet. Intramusculaire medicatie verstrekt onder

verzet is in 2008 43 keer vastgelegd, in 2009 59 keer, in 2010 39 keer, in 2011 102 keer,

waarvan 41 in Pro Persona Noord en 61 in Pro Persona Zuid, en in 2012 212 keer, waarvan

114 bij Pro Persona Noord en 98 bij Pro Persona Zuid. Vanaf 2008 is er duidelijke een stijging

zichtbaar van het aantal verstrekkingen parenterale dwangmedicatie onder verzet.

Conclusie

Daar Pro Persona al vanaf 2004 separaties registreerde zijn er cijfers over een langere termijn

beschikbaar. Daarin is te zien dat het aantal separaties op de vijf projectafdelingen van Pro

Persona Noord al voor 2008 fors gedaald was. Tussen 2008 en 2010 heeft deze daling

doorgezet en is bovendien een behoorlijke afname in de duur per separatie zichtbaar. In 2011

is er voor Pro Persona Noord sprake van een stijging met 20% in separatieduur , maar niet in

het aantal separaties. Deze stijging heeft zich in 2012 doorgezet. Over Pro Persona Zuid zijn

nog te kort gegevens verzameld om over trendmatigheden uitspraken te kunnen doen.

Tussen 2008 en 2010 behaalde Pro Persona Noord (Arnhem, Ede, Tiel en Wolfheze ) de

doelstelling van GGZ Nederland zowel wat betreft de gemiddelde duur per separatie als wat

betreft het aantal gestarte separaties. De cijfers laten in de meeste interventies, behalve

dwangmedicatie een duidelijke daling zien. Opvallend is dat een klein aantal patiënten veel

van de verschillen in de cijfers door de jaren heen bepalen. Na 2010 is er sprake van enige

stagnatie in de reductie, maar opgemerkt kan worden dat het percentage gesepareerde

patiënten in landelijk perspectief laag is.

3.6 Vincent van Gogh voor Venlo

Vincent van Gogh is een instelling in Noord- en Midden-Limburg en bestrijkt de regio vanaf

de kop van Noord-Limburg tot aan Echt-Susteren. De hoofdlocatie bevindt zich in Venray,

belangrijke nevenvestigingen bevinden zich in Venlo en Roermond. In tabel 3.6.1 worden de

klinische afdelingen beschreven met aantal bedden en de functie van de afdelingen.

Page 38: Zes jaar Argus

37

Tabel 3.6.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Vincent van Gogh

Aantal inwoners regio 600.000

Type regio:ruraal 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname 44097 46035 49056 54117 53737

2 Langudige zorg 236064 198172 170039 90093 86424

3 Ouderen 43792 42188 31709 22215 18630 Beddagen

4 FPA 10468 10378 9313 9019 9160

Opnameuren afdeling 1-4 8915400 8132496 6601392 6281736 5870880

Beschermd wonen opnameuren 1670232 1327896 584832 829824 726360

bedden kamers

Afdeling Gesloten Open Totalen Separeer Afzondering Functie

RCG Venlo 15 13 28 3 Acute opname

RCG Ventray 13 17 30 1 Acute opname t/m 2011 1

CIBU 7 7 3 Crisis Intensieve Behandel Unit

LCZ Intensief A-D 41 41 3 1 Langdurige behandeling

KL2LCZ A-B 40 40 Langdurige behandeling 2

KL1LCZ A-D 16 8 22 Langdurige begeleiding en verzorging

Ouderen Venlo 10 Oueren opname

Ouderen Venray 10 Oueren opname 3

Vincentius huis/Bloemhof 102 102 1 Ouderen verblijf

4 FPA 17 17 Forensiche psychiatrische afdeling

Totalen 159 140 297 11 1

In de cijfers van het aantal beddagen in 2012 is duidelijk het resultaat van de transitie in de

langdurige zorg, of de ambulantisering zichtbaar, met een duidelijke afname in het aantal

beddagen in de langdurige zorg, tegenover het constant blijven van de overige cijfers. De

opnameafdelingen bevinden zich in algemene ziekenhuizen en hebben een a-selectieve

regionale opnamefunctie. In Venray zijn de separeervoorzieningen geconcentreerd bij drie

afdelingen en worden patiënten die een separeer nodig hebben daar naartoe overgeplaatst.

Projectactiviteiten. Vanaf 2007 heeft Vincent van Gogh met projecten gewerkt aan de

terugdringing van vrijheidsbeperkende interventies (project SMAKK (Separatie, Minder,

Anders, Korter, Kundiger) en deelname aan het Zuidelijk Lerend Netwerk (Abma et al.,

2009). Daarnaast is op de opnameafdelingen de Crisismonitor (van de Sande et al., 2011)

ingevoerd. Op de afdelingen voor voortgezette behandeling wordt gewerkt met (vroeg-

)signaleringsplannen. De jaren 2011 en 2012 stonden in het teken van consolidatie van de

bereikte resultaten in de projecten. De belangrijkste organisatorische ontwikkeling in 2012

was de sluiting van de opname afdeling in het RCG Venray. De opnames zijn

geconcentreerd in het RCG Venlo. In het RCG Venray zijn de afdelingen voor kortdurende

ouderenpsychiatrie samengevoegd.

Gestarte separaties. Vanaf 2007 worden alle vrijheidsbeperkende interventie geregistreerd in

Argus. In figuur 3.6.1 is het aantal gestarte separaties weergegeven. De gestarte separaties

schommelen door de jaren heen. Circa de helft van de gestarte separaties is geconcentreerd

op de opname afdelingen en crisisinterventie (CIBU). In 2012 maakt binnen RCG Venlo het

aantal gestarte separaties een sterke stijging door, mogelijk ook als gevolg van de sluiting

van RCG Venray. Bij de afdelingen intensief 1 A t/m D is in de afgelopen jaren het aantal

gestarte separaties gedaald, echter in 2012 nam daar het aantal gestarte separaties weer toe.

Een klein aantal separaties vindt plaats op de ouderenafdelingen en de de FPA. Als op

instellingsniveau het aantal separaties over jaren met elkaar wordt vergeleken, is er tussen

2007 en 2008 sprake van een toename van 30%. Vanaf 2008 tot en met 2010 is er een afname

te zien van 42%. Vanaf 2011 loopt het aantal gestarte separaties weer op met 32%. Het aantal

betrokken patiënten daalde geleidelijk van 152 patiënten in 2007 naar 118 patiënten in 2012.

Page 39: Zes jaar Argus

38

Figuur 3.6.1 Aantallen gestarte separaties tussen 2008 en 2012.

Separatieduur totaal. Als echter gekeken wordt naar het totaal aantal uren separatie per

kwartaal komt er een vergelijkbaar beeld voren als bij de gestarte separaties. In figuur 3.6.2 is

te zien dat het aantal uren separatie sterker daalt dan het aantal gestarte separaties.

Figuur 3.6.2 Totaal aantal uur separaties per kwartaal bij Vincent van Gogh

Het totaal aantal uren separatie is in 2010 ten opzichte van 2008 sterk afgenomen (- 43%).

Vanaf 2011 is sprake van een toename (+ 42%) waarmee het aantal separatie-uren weer bijna

op het niveau komt van 2008.Bij RCG Venlo is in 2012 vooral sprake van kortdurende

separaties en enkele uitschieters. In 2012 is mede onder invloed van de sluiting van RCG

Venray het aantal separatie-uren toegenomen,. De CIBU neemt in 2012 bijna de helft van de

separatie uren voor haar rekening, met in kwartaal 1 en 3 flinke uitschieters. Bij de

afdelingen voor ouderen was er sprake van kortdurende separaties. Op de afdeling Intensief

1 was eind 2011 een sterke stijging in separatie-uren zichtbaar, deze nam in 2012 geleidelijk

weer af.

Separatieduur gemiddelde en mediaan. Tabel 3.6.2 laat zien dat de gemiddelde duur van de

gestarte separaties over de meeste jaren na 2007 afnam tot aan 2011. In 2012 nam het toe.

0:00

1200:00

2400:00

3600:00

4800:00

6000:00

7200:00

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

2008 2009 2010 2011 2012

Langdurige Zorg PPZ Ouderen Maria McKenzie PPZ Aurora (opname) PPZ Pleinen Wolfheze PPN Triade Wolfheze PPN Phoenix Wolfheze PPN Eikenhorst Wolfheze PPN Winkler kliniek Wolfheze PPN Kompas Wolfheze PPN Octaaf PPN Doven/slechth. Ede PPN Riethorst PPN Ouder BB PPN Volw BB PPN Rauwenhof PPN Siependaal PPN

Page 40: Zes jaar Argus

39

Tabel 3.6.2 Duur en aantallen door de jaren heen 2007 2008 2009 2010 2011 2012

Aantal gestarte separaties 228 325 305 190 243 251

Gemiddelde 97:19 72:28 73:46 71:00 63:33 85:01

Mediaan 19:00 19:45 15:05 30:22 23:30 18:40

De mediane duur van de gestarte separaties lag in de meeste jaren rond de 20 uur en was in

2010 het hoogst met ruim 30 uur. In dat jaar lijkt vooral sprake te zijn van meer middellange,

weinig kortdurende en enkele langdurende separaties. De andere jaren geven een beeld van

veel kortdurende separaties van rond de 18 uur en weinig langdurige separaties. Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.6.3 presenteert het verband tussen diagnosen

en de kans op separatie bij Vincent van Gogh. Deze analyse werd verricht op 2400 opnames

en 1804 verschillende cliënten in 2012, waarvan er 118 (7%) gesepareerd zijn. Patiënten met

een psychotische stoornis hebben een verhoogd risico op separatie, tegenover patiënten met

een angststoornis of een depressieve stoornis. Middelengebruik, organisch psychosyndroom

en persoonlijkheidsstoornissen lieten geen verband zien.

Tabel 3.6.3 Diagnosen en kans op separatie Totalen Geen separatie Separatie Totalen Significant

verschil* N= 1804 1687 117 1804

Diagnosen as 1 % % %

- Overige 181 9 12 10 -

- Angststoornis 126 7 2 7 +

- Depressieve stoornis 235 14 4 13 +

- Bipolaire stoornis 126 6 10 7 +

- Psychotische stoornissen 162 8 27 9 ++

- Schizofrenie 180 10 8 10

- Organisch psychosyndroom 108

6 6 6

- Middelengebruik 649

649 36 28 36

Diagnose as 2 559 31 31 31

Gaf Score < 40 505 26 59 28

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Het aantal gestarte afzonderingen bij Vincent van Gogh wisselt sterk door de

jaren heen. In 2009 werden het vaakst afzonderingen gestart met een totale tijd van 1752 uur

Daarna neemt het aantal gestarte afzonderingen af en neemt de duur toe. In 2012 werden

patiënten 16.000 uur afgezonderd, een verdubbeling van het aantal uren t.o.v. 2011. Op de

afdelingen Intensief 1 A en B werden in 2012 zeven afzonderingen gestart bij zes patiënten

met een totale duur van bijna 13.000 uur, een verdrievoudiging t.o.v. 2011. Op de afdelingen

Intensief 1C en D werden enkele patiënten 1400 uur afgezonderd. Kortdurende

afzonderingen vonden vooral plaats bij de CIBU en de afdelingen voor ouderenpsychiatrie.

Verplicht op eigen kamer. Deze interventie werd in 2012 vaker en langer toegepast (169 gestart

en 21.000uur) dan in de jaren daarvoor, een stijging van 24% t.o.v. 2011. Het aantal patiënten

dat deze interventie ondergaat nam af van 66 naar 55 in 2012. Deze interventie werd

voornamelijk gebruikt op afdeling Intensief 1 en in mindere mate op KL1LCZ A-D en

KL2LCZ A-B. Het werd ook incidenteel toegepast bij de afdelingen CIBU en FPA.

Page 41: Zes jaar Argus

40

Fixatie. Bij de fixaties is er sprake van een halvering in duur en betrokken aantal patiënten. In

2012 werden 26 patiënten voor 16.000 uur gefixeerd. De fixaties vonden plaats bij de locaties

ouderen Venlo, ouderen Venray en de Bloemhof. Door de start van het project ‘Los van

fixatie’ in 2010 kwam er meer aandacht voor dit onderwerp.

Toediening parenterale dwangmedicatie onder verzet. Dit item is vanaf 2010 bijgehouden. In 2010

werden 129 toedieningen van noodmedicatie onder dwang geregistreerd, in 2011 waren het

er 101 toedieningen en dit daalde in 2012 verder naar 66 giften bij 33 patiënten. Ook daalde

in 2012 het aantal giften van depotmedicatie onder dwang. Het is de vraag of de toename in

aantal en de duur van separatie, afzondering en verplicht verblijf op eigen kamer te maken

heeft met een meer behoudend beleid ten aanzien van gedwongen toedienen van medicatie.

Conclusie

Vanaf 2011 is sprake van een stijging in separatieduur en aantal, waarmee in 2012 de tussen

2007 en 2010 bereikte reductie bijna teniet is gedaan. Van de opgenomen patiënten kreeg 6%

te maken met separatie. De afzonderingen en verplicht verblijf op eigen kamer vonden

plaats in de langdurende zorg, fixaties op afdelingen voor ouderen. Tussen deze

verschillende interventies is geen sprake van substitutie omdat deze bij andere groepen

patiënten worden toegepast. Alleen bij de separaties en dwangmedicatie is mogelijk enige

substitutie als 2012 en 2011 met eerdere jaren wordt vergeleken.

3.7 Mondriaan

Mondriaan is een grote GGZ-instelling in het zuiden van Limburg. Mondriaan heeft twee

hoofdlocaties, in Heerlen en Maastricht en enkele sublocaties in Sittard, Geleen en Kerkrade.

Op locatie Vijverdal bevinden zich opname, langdurige behandeling, verblijf en begelid

wonen voor volwassenen en opname en verblijf voor ouderen. In Vijverdal wordt in

samenwerking met UMC Maastricht verslavingszorg geboden. De faciliteiten voor wat

betreft de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen bevinden zich allemaal in

Vijverdal. In Locatie Heerlen bevinden zich vervolgens verschillende kinder- en

jeugdafdelingen, een algemene opnameafdeling en verscheidene afdelingen voor intensieve

behandeling en verblijf voor volwassenen, evenals voor ouderen. Daarnaast zijn er

specialistische (zoals verslaving en forensische) afdelingen met buitenposten in Kerkrade en

Sittard. Op het terrein bevindt zich een aantal woningen voor intensief begeleid wonen en er

zijn begeleide woonvormen in en buiten Heerlen. De faciliteiten voor wat betreft de

toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen bevinden zich allemaal in de hoofdlocatie

Heerlen. Binnen deze instelling worden de vrijheidsbeperkende maatregelen geregistreerd

naar de afdeling waar de patiënt is opgenomen. Tabel 3.7.1 beschrijft de instelling.

Projectactiviteiten. Mondriaan heeft sinds 2000 enige traditie in de reductie van dwang en

drang, met name in samenwerking met de Universiteit van Maastricht in de ontwikkeling

van kwaliteitscriteria (Berghmans, 2001), moreel beraad als instrument in de zorg (Molewijk

e.a., 2008; 2010) en meer recent in het Zuidelijk Netwerk (Abma, 2009; Landeweer e.a. 2009).

De projectactiviteiten hebben zich door de jaren heen vooral gericht op preventie van

agressie en bewustwording van teams ten aanzien van de toepassing van

vrijheidsbeperkende maatregelen.

Page 42: Zes jaar Argus

41

Tabel 3.7.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Mondriaan Inwoners regio 700.000

Type regio:ruraal 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname 36672

35519 34443 29958 35146

2 Langdurige zorg 68565

62972 76702 75953 79788

3 Ouderen 52309

66274 50681 61518 64984

4 Forensisch 35142

32071 22815 26412 24984

Beddagen

5 Kinder en Jeugd 19633

19784 22348 61115 57376

Opname uren Volwassenen 6544512 5202624 6218376 5433360 5386704

Opname uren begeleid wonen extern 2067096 2140920 1474872 2075016 1952472

Opname uren Kinder en Jeugd 471192 474816 536352 1466760 1377024

Locatie en type Open bedden Gesloten bedden Totaal Separeerkamers Functie

KD.02 13 13 4 Opname

KE.01 10 10 Opname (ACT)

KE.02 13 13 Opname (ACT) 1

KC.11 12 12 Stemmingsstoornissen

KD.01 12 12 Langdurige behandeling

KD.11 10 10 Rehabilitatie

De Hage 45 45 Langdurige behandeling 2

SZ Borgh 13 13 Langdurige behandeling

SRO B links 9 9 Ouderen

SRO B rechts 12 12 Ouderen

SRO D 12 12 Ouderen

KC.01 18 18 1 Ouderen opname

Maastricht

3

KC.02 10 10 Ouderen opname

IZP Opname 1 20 20 3 Opname/crisisinterventie 1

SZ Opname 2 (BB) 10 10 2 Opname/crisisinterventie

IZP Vervolg (3A) 21 21 2 Langdurige behandeling

IZP afdeling 1 (2A) 21 21 Langdurige behandeling

IZP afdeling 2 (2B) 24 24 2 Langdurige behandeling

IZP afdeling 3 (2C) 20 20 Langdurige behandeling

IZP Vervolg 2 (3C) 24 24 Langdurige behandeling

2

IZP afdeling 4 (1B) 12 12 Langdurige behandeling

Ouderen (BA) 18 18 Ouderen opname

Ouderen (1C) 14 14 ouderen 3

Ouderen Wilgenhof 32 32 ouderen

4 FPA/verslaving 12 12 2 Forensisch en verslaving problematiek

Argo (K&J) 7 7 2 Kinder en Jeugd (BOPZ)

Orion (K&J) 7 7 1 Kinder en Jeugd (BOPZ)

Sirius (K&J) 7 7 Kinder en Jeugd (BOPZ)

Hobits (K&J) 7 7 Kinder en Jeugd (BOPZ)

Heerlen

5

Blokkendoos (K&J) 7 7 Kinder en Jeugd (BOPZ)

Totalen 242 210 452 19

Gestarte separaties. Figuur 3.7.1 presenteert het aantal gestarte separaties vanaf 2008. De

grafiek laat zien dat veel van de separaties te maken hebben met de afdelingen KD.01,

KD.02, IZP opname en SZ opname. In beide locaties is een daling van de aantallen separaties

zichtbaar door de jaren heen. Instellingsbreed vermindert het aantal van gemiddeld 120 per

kwartaal in 2008 naar minder dan 50 per kwartaal in 2012. Bij afdeling SRO B (ouderen) en

bij de kinder- en jeugd afdelingen komen separaties erg wisselend voor, de cijfers hebben

vaak te maken met een enkele patiënt. Het aantal betrokken patiënten nam af van 233 in

2008, 157 in 2009, 80 in 2010 en 118 in 2011, een reductie met ruim 50% over deze jaren. De

reductie in aantallen separaties evenals aantallen patiënten is bij beide hoofdlocaties

zichtbaar. De gestarte separaties daalden van 583 in 2008 naar 141 in 2012.

Page 43: Zes jaar Argus

42

Figuur 3.7.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Totaal aantal uren separatie per kwartaal. Figuur 3.7.2 presenteert de separatieduur per

kwartaal. Over de jaren heen is een duidelijk dalende trend zichtbaar met uitzondering van

een piek rond het derde kwartaal van 2010.

Figuur 3.7.2 Totaal aantal uur van de separaties per kwartaal bij Mondriaan

In 2008 werd 17730 uur gesepareerd. Dit aantal daalde, met uitzondering van 2010, naar 5906

uur in 2012. De daling van de separatieduur vond over heel Mondriaan plaats. Het zijn

voornamelijk kortdurende separaties van een dag, een enkele uitzondering duurt langer dan

een week. Het aantal betrokken patiënten nam af van 173 in 2008 naar 49 patiënten in 2012,

een reductie van ruim 70% over deze jaren. In 2012 werden drie patiënten langer

gesepareerd dan drie weken of 282 uur.

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties Het kleine verschil

tussen de mediane - en gemiddelde duur van de gestarte separaties bevestigt dat er sprake

was van vooral kortdurende separaties. Samengevat is zowel het aantal als de duur van de

separaties bij Mondriaan sterk afgenomen.

0

20

40

60

80

100

120

140

160

180

200

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2008 200

9 2010 201

1 2012

KD.01 KD.0

2 KE.02 KE.0

1 ke.11 SRO B

Links SRO D KC

01 KC.02 KC.1

1 KD.11 IZP Opname 1

(BC) SZ Opname 2 (BB) IZP Vervolg

(3A) IZP afdeling 1 (2A) IZP afdeling 2

(2B) IZP afdeling 3 (2C) IZP Vervolg 2

(3C) Argo (K&J) Orion

(K&J) Sirius (K&J) Dwarrels

(K&J) Trollen (K&J) Opname ouderen

(BA) Ouderen Wilgenhof PQL De Borgh

Heerlen FPA afdeling 1 FPA afdeling

2 FPA afdeling 3 FPA afdeling

4 Klinische Detox FPA

Verslaving Verslaving DD Parkstad

Page 44: Zes jaar Argus

43

Tabel 3.7.2. Duur en aantallen door de jaren heen 2008 2009 2010 2011 2012

Aantal gestarte separaties 583 444 271 284 141

Gemiddelde 30:24 25:49 68:22 28:07 10:12

Mediaan 9:15 9:45 23:59 11:59 8:14

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.7.3 beschrijft de verhoudingscijfers binnen de

groep gesepareerde en niet-gesepareerde klinisch opgenomen patiënten in 2012. De analyse

werd verricht over 2266 patiënten, waarvan er 35 (1.6%) werden gesepareerd. In landelijk

perspectief is dit lage percentage bijzonder. Kinderen en jeugdigen werden uit de analyses

gelaten, ook omdat separatie in die doelgroep niet voorkwam. De analyse laat zien dat

mensen met psychotische stoornissen meer gesepareerd worden. Middelengebruik, angst- en

stemmingsstoornissen laten een lagere kans op separatie zien.

Tabel 3.7.3 Diagnosen en kans op separatie Geen separatie Separatie Totalen Significantie

N 2231 36 2266

Diagnosen as 1 % % %

- aanpassingsstoornis 612 27 27 27

- angststoornis 748 33 0 33

- depressieve stoornis 159 7 3 7 +

- bipolaire stoornis 91 4 2 4 +

- psychotische stoornissen 160 7 26 7 ++

- schizofrenie 249 11 9 11

- Organisch psycho stoornissen 113 5 3 5

- Middelengebruik 907 40 20 40 ++

Diagnose as 2 589 26 26 26

Gafscore < 40 612 27 37 27

Afzondering. Afzonderingen vinden met name plaats bij de opname afdelingen KD01, PQL

opname 2 en bij de ouderenafdeling Wilgenhof. Het aantal uur afzondering veranderde

door de jaren weinig en varieerde rond de 18.000 uren. Het aantal patiënten nam wel af van

33 in 2008 naar 8 in 2012.

Insluitingen op eigen kamer met de deur op slot.Voor deze interventie geldt dat deze voor lange

periodes (circa 75% van de totale duur) in een verblijfsafdeling (VW1 BB) werd toegepast.

Daarbij zijn door de jaren heen tussen de zes en acht patiënten betrokken. Deze interventie

vindt op incidentele basis plaats op een opname afdeling of een forensische afdeling. In 2008

werden patiënten voor 19407 uur ingesloten. De duur van de insluitingen steeg daarna tot

41210 uur in 2010. Daarna daalde dit weer naar 22806 uur in 2012.

Fixatie. Bij Mondriaan worden verschillende soorten fixaties toegepast. In de cijfers is te zien

dat de fixaties over veel uren bij weinig patiënten voorkomt. In 2008 werd 98.604 uur

gefixeerd, in 2009 daalt het licht. Vanaf 2010 is een sterke daling zichtbaar naar 15039 uur in

2012. Het aantal patiënten daalde ook sterk, van 117 patiënten in 2008 naar 28 patiënten in

2012. Twee-derde van de fixatie tijd is bij de ouderen afdeling in Heerlen.

Toediening parenterale dwangmedicatie onder verzet. In de versie van Argus zoals Mondriaan die

toepast, is tot en met 2011 gedwongen medicatie vastgelegd als één variabele. Het is dus niet

duidelijk of er sprake is van intramusculaire of orale medicatie, waardoor de cijfers niet op

dezelfde manier bekeken kunnen worden als bij de andere instellingen. In 2012 is er sprake

van 122 toedieningen van gedwongen nood- of depot medicatie, waarvan de meesten

plaatsvonden op een langdurige behandel afdeling. Dit cijfer is laag in landelijk perspectief.

Page 45: Zes jaar Argus

44

Conclusie

De cijfers over vrijheidsbeperkende interventies laten duidelijk een daling zien met

uitzondering van afzondering. Veel minder patiënten worden geconfronteerd met

interventies als separatie, afzondering, fixatie en gedwongen verblijf op eigen kamer. In 2012

waren de separaties vaak van korte duur. Het percentage patiënten dat met separaties wordt

geconfronteerd is bijzonder laag in landelijk perspectief.

3.8 Altrecht

Altrecht neemt sinds het voorjaar van 2008 deel aan het register. Tabel 3.8.1 beschrijft de

afdelingen en het aantal beddagen dat het register door de jaren heen heeft ontvangen. De

beddagen weerspiegelen organisatorische veranderingen, zo is de afdeling voor niet

aangeboren hersenafwijkingen in 2010 gesloten en zijn forensische afdelingen uitgebreid.

Tabel 3.8.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Altrecht Aantal inwoners regio 600.000

Type regio: ruraal 2008 2009 2010 2011 2012

1 Opname 198802 194463 177210 176151 176726

2 Langdurige zorg 104112 97662 89365

77129 54857

3 Ouderen 10889 27980 32486 28773 97325

4 Forensische afdeling 30332 24226 30841 40440 124642

Beddagen

5 Barentz 10921 110821 14410 14789 30650

Berekende opname-uren 8499048

8527968 8263488 8093814 11606400

Afdeling Open Gesloten Totaal Afzondering Separeer Functie

Acute opname RPCW 17 17 34 - 2 Algemene acute opname Woerden

Acute opname SPBN

17 17 34 - - Algemene acute opname Nieuwegein

Acute opname SPBZ

18

17

35

- 3 Algemene acute opname Zeist

1

Acute opname UnitA

26

14

40

- 3 Algemene acute opname Utrecht

Mariënburg

- 32 32 2 2 Behandeling langer durende psychiatrische

problemen Meyboom

- 25 25 1 2 Behandeling langer durende psychiatrische

problemen P&V

11 25 36 1 1 Behandelafdeling voor psychiatrie en verslaving

Reijnvaan

53 - 53 - - Behandeling langer durende psychiatrische

problemen Vesalius

- 22 22 - - Neurologisch lijden met gedragsstoornissen

2

Wier 50 26 76 1 2 Sterk Gedragsgestoorde Licht Verstandelijk

Gehandicapten (SLVG) Den Eik CS

- 27 25 - - Opname en behandeling ouderen

3 Den Eik FPS 2

- 15 1 1 1 Opname en behandeling ouderen

4 Roosenburg 33 43 7 24 sluitbare

kamers

4 Forensisch Psychiatrische Afdeling

5 Barentsz 9 16 2 - 2 Orthopsychiatrie en forensische jeugdpsychiatrie

Totalen 234 299 533 31 25

Projectactiviteiten. Binnen Altrecht is veel aandacht voor het terugdringen van dwang- en

drangmaatregelen, waaronder separatie. Het project is centraal en instellingsbreed

georganiseerd. Er is een groot aantal deelprojecten, gericht op de vele specifieke functies

binnen de instelling. De focus van dwangreductie lag over 2007-2009 bij de

opnameafdelingen, daarna is het project instellingsbreed geborgd. Altrecht werkt onder

andere met scholingsprogramma’s gegeven door ervaringsdeskundigen en de door GGZ

inGeest ontwikkelde protocollaire aanpak “de eerste vijf minuten” (Stringer, 2009). In

Altrecht is verder aandacht voor agressiehantering en de-escalatie scholingen. Altrecht

participeert in het centraal lerend Netwerk in samenwerking met het VUMC en werkt met

consultatieteams voor mensen met langdurige of recidiverende separaties. Sinds januari 2008

worden cijfers over de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen door een

onderzoeksverpleegkundige per dienst verzameld en wekelijks gecontroleerd.

Page 46: Zes jaar Argus

45

Gestarte separaties. Figuur 3.8.1 geeft de gestarte separaties bij Altrecht door de tijd heen weer.

Figuur 3.8.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal bij Altrecht

Het aantal gestarte separaties lijkt in 2010 ten opzichte van 2009 te zijn toegenomen. Als de

drie jaren 2008, 2009 en 2010 met elkaar worden vergeleken over de gesloten afdelingen

volwassenenzorg (de afdelingen RPCW, SPBN, SPBZ en Unit A), dan is te zien dat het aantal

separaties in 2008 en 2010 constant rond de 330 schommelt (376 in 2008, 376 in 2009 en 327 in

2010). In 2011 steeg het aantal gestarte separaties bij deze afdelingen naar 42414.

Instellingsbreed werden in 2008 631 separaties geregistreerd, in 2009 660, in 2010 741, in 2011

776 en in 2012 568. In 2008 waren 66% van de separaties onder verzet, in 2009 was dat 70%,

in 2010 48%, in 2011 48% en in 2012 20%. Het aantal betrokken patiënten was in 2008 364, in

2009 379, in 2010 372, in 2011 313 en 272 in 2012.

Separatieduur totaal. Figuur 3.8.2 beschrijft de uren separaties per kwartaal. Er is een

wisselend beeld zichtbaar met instellingsbreed een duidelijke daling tussen 2008 en 2012. In

2008 werd 49.079 uur gesepareerd, in 2009 37.631 uur, in 2010 38.809 uur15, in 2011 33.126 uur

en in 2012 29.333 uur. Binnen de opnameafdelingen is sprake van een daling tussen 2008 en

2010 en een stijging in 2011. Bij deze afdelingen werd in 2008 27.967 uur gesepareerd, in 2009

19.317 uur, in 2010 15.942 uur, in 2011 20.545 uur en in 2012 16.014 uur.

Figuur 3.8.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal bij Altrecht

14 In In 2012 zijn de separeerkamers bij SPBN gesloten, er wordt daar niet verder over uitgeweid (2012). In 2012 zijn de separeerkamers bij SPBN

gesloten, er wordt daarom niet verder uitgeweid over 2012. 15 In dat jaar werd een tweetal forensische afdelingen geopend

0

50

100

150

200

250

jan

mrt

08

apr

jun

08

jul

sep

08

okt

dec

08

jan

mrt

09

apr

jun

09

jul

sep

09

okt

dec

09

jan

mrt

10

apr

jun

10

jul

sep

10

okt

dec

10

jan

mrt

11

apr

jun

11

jul

sep

11

okt

dec

11

jan

mrt

12

apr

jun

12

jul

sep

12

okt

dec

12

Vesalius

Wier

Roosenburg

P&V

Barentsz

CS

FPS 2

Meijboom

Marienburg

0:00:00

2400:00:00

4800:00:00

7200:00:00

9600:00:00

12000:00:00

14400:00:00

16800:00:00

jan mr t

08

apr jun

08

jul sep

08

okt dec

08

jan mr t

09

apr jun

09

jul sep

09

okt dec

09

jan mr t

10

apr jun

10

jul sep

10

okt dec

10

jan mr t

11

apr jun

11

jul sep

11

okt dec

11

jan mr t

12

apr jun

12

jul sep

12

okt dec

12

Wier Totaal

Roosenbur g totaal

P&V

Bar entsz

Den Eik CS

Den Eik FPS 2

Meyboom

Mar ienbur g

APGUZ

APGUN

APGUU

RPCW

Page 47: Zes jaar Argus

46

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.8.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de duur van separaties instellingsbreed. Indien naar de

mediaan wordt gekeken is te zien dat deze door de jaren heen daalt van 22 in 2008 naar 16 in

2012. Tevens daalt de gemiddelde duur, van 74 in 2008 naar 44 in 2012. Er zijn minder en

kortere separaties.

Tabel 3.8.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar

Duurcijfers 2008 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde 73:52 59:25 55:00 48:34 43:38

Mediaan 22:15 18:00 13:00 14:30 15:40

Aantal separaties 631 660 695 776 568

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.8.3 presenteert het verband tussen diagnosen

en de kans op separatie bij Altrecht in 2012. Deze analyse werd verricht onder 3415 patiënten

die 6882 opnames ondergingen. Van deze werden 272 patiënten (8%) gesepareerd, een in

landelijk perspectief gemiddeld cijfer. Te zien is dat een bipolaire stoornis, een psychotische

stoornis, schizofrenie en een GAF-score onder de 40 samenhangen met een toegenomen kans

op separatie. Een aanpassingsstoornis, depressie of angststoornis is gerelateerd aan een

lagere kans op separatie.

Tabel 3.8.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen

separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N= 3302 272 3415

Diagnosen as 1

- Geen diagnose 690 20 16 20 -

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 304 9 4 9 +

- Angststoornis 301 9 3 9 ++

- Depressieve stoornis 479 14 6 14 ++

- Bipolaire stoornis 162 5 9 5 +

- Psychotische stoornis 690 19 30 19 ++

- Schizofrenie 411 12 25 12 ++

- Psycho organische stoornis 127 4 4 4 -

- Middelen verslaving 783 23 31 23 +

Diagnose as 2 1181 34 31 34 -

GAF-score onder de 40 1325 38 58 39 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Afzonderingen komen voornamelijk voor binnen de afdeling Meijboom, den

Eik en Vesalius. Het gaat om weinig patiënten en de duur schommelt rond 1200 uur per

kwartaal. De sluiting van de afdeling Vesalius eind 2010 betekende een afname van het

aantal afzonderingen met bijna 50%. In 2008 werd 611 uur afzondering vastgelegd, in 2009

was dat 2193 uur, in 2010 3667 uur, in 2011 2007 uur en in 2012 1971 uur.

Insluitingen op eigen kamer met de deur op slot. Evenals afzonderingen worden de insluitingen

op eigen kamer bij een beperkt aantal patiënten (twee tot zes per jaar ) toegepast

voornamelijk binnen het forensische circuit op de gespecialiseerde afdelingen Wier (SLVG)

en Roosenburg (FPA en TBS). Duur van de insluitingen varieert van 2000 tot 15000 uren per

kwartaal. Instellingsbreed ging het om 46231 uur in 2008, in 2009 37956 uur, in 2010 43822

uur, in 2011 40990 uur en in 2012 5004 uur.

Page 48: Zes jaar Argus

47

Fixaties. De fixaties laten bij Altrecht door de jaren heen een wisselend beeld zien. Zij vinden

voornamelijk plaats bij de ouderenafdeling den Eik en worden gebruikt bij een klein aantal

patiënten. In 2008 werd 10190 uur gefixeerd, in 2009 7465 uur, in 2010 5404 uur, in 2011 7411

uur en in 2012 3865 uur. Toediening parenterale dwang medicatie onder verzet. Het aantal parenterale medicatie toedien-

ingen onder verzet varieerde in 2008 en 2009 tussen 65 tot 110 per kwartaal, bij 60 tot ruim

100 patiënten per jaar. In 2010 daalde het aantal verstrekkingen naar rond de 40 toedieningen

per kwartaal, bij een kleiner aantal patiënten. Deze dalende lijn zet in 2011 door, resulterend

in een gemiddelde van ongeveer 20 verstrekkingen per kwartaal. In 2012 steeg dit weer naar

ongeveer 50 verstrekkingen. Hierbij dient echter opgemerkt te worden dat de gegevens

omtrent parenterale medicatie niet op alle afdelingen betrouwbaar worden bijgehouden16. Conclusie

Bij Altrecht is de doelstelling van 10% vermindering van separaties tussen 2008 en 2012 ruim

behaald als gekeken wordt naar het totaal aantal uren dat er gesepareerd wordt, maar niet

als er gekeken wordt naar het aantal gestarte separaties. Er is geen substitutie met andere

maatregelen, met name omdat de andere beperkingen zoals afzondering, fixatie en insluiting

op eigen kamer op andere afdelingen plaatsvinden, weliswaar voor relatief veel uren bij een

klein aantal patiënten. Er lijkt evenmin sprake van substitutie van separatie door parenterale

medicatie verstrekt onder verzet, hoewel er onzekerheid is over de compleetheid van de

daarover verzamelde gegevens. 3.9 GGz Eindhoven

GGzE in Eindhoven is een grote instelling voor de regio Eindhoven en de Kempen voor de

algemene psychiatrie, verslaving en beschermd wonen. Daarnaast heeft GGzE een grote

bovenregionale functie voor kinder- en jeugdpsychiatrie en een forensische kliniek

(Woenselse poort). De verslavingskliniek (Portaal 40) is een samenwerkingsverband met

Novadic – Kentron en is een apart onderdeel van de instelling. Het wordt daarom separaat

weergegeven. In tabel 3.9.1 worden de afdelingen bij GGzE beschreven.

Projectactiviteiten. Bij GGz Eindhoven is de reductie van vrijheidsbeperkende maatregelen

door de jaren heen evidence based en begeleid met wetenschappelijk onderzoek aangepakt.

Ten eerste is gewerkt met teamreflectie op incidenten, ten tweede is gewerkt met het

registreren van arousal aan de hand van huidgeleidingsmetingen en ten derde is gewerkt

met verschiedene gebouwelijke aanpassingen. In de laatste jaren is daarbij ook ingestoken op

Planetree (http://www.planetree.nl) benadering. Daarin is het behouden van de eigen regie

door de patiënt een belangrijk thema. Principes van Planetree zijn ondermeer vormgegeven

in de onlangs geopende nieuwbouw van de afdeling voor psychotische stoornissen. Hierin

zijn een aantal intensive care ruimten gebouwd, die in samenwerking met Philips zijn

uitgerust met ambiant lighting en touch screen walls. De indeling van de ruimten en de

mogelijkheden voor de patiënt de sfeer van de ruimten naar eigen wensen in te richten, moet

de patiënt een rustgevende ruimte bieden waar deze kan herstellen.

16 De werkgroep argus is in de jaren 2009 en 2010 niet helder geweest met de communicatie op dit item. In ieder geval registreert na 2011 Nederland parenterale

medicatie onder fysiek verzet. Hiervoor is gekozen omdat dit een indicator kan zijn van substitutie.

Page 49: Zes jaar Argus

48

Tabel 3.9.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGzE Aantal inwoners regio 900000

beddagen 2010 2011 2012

Volwassenen 125882 91996 123211 1

Verslaving 4944 3868 4345

2 Langdurige zorg 58961 55722 52643

3 Ouderen 44704 57716 57212

4 Forensisch 58377 76932 74100

5 Kinder & jeugd 25880 30340 28089

Uren opname 7649942 7597776 8150400

bedden Kamers

Divisie/ Centrum Open Gesloten Totaal Separeers Afzondering

Functie

Spoedeisende Psychiatrie 21 21 2 1 Volwassenen

Psychosen 43 71 114 8 1 Volwassen psychosen 1

Persoonlijkheidsstoornissen 15 15 Volwassenen

2 Centrum autisme 12 12 2 Behandeling autisme

3 Ouderen 74 48 122 3 3 Opname en Psychogeriatrie

Woenselse Poort 6 148 154 16 4 Forensische en Justitie. 4

Portaal 21 21 Verslaving

5 Kinder & Jeugd 65 65 3 Kinder & jeugd, straf-en civiel rechtelijk

Totaal 159 365 524 32 11

Gestarte separaties. Figuur 3.9.1 presenteert de instellingscijfers over het aantal gestarte

separaties vanaf 2008. De figuur laat een duidelijke daling zien, van ruim 600 separaties per

jaar in 2008 naar rond de 400 separaties in 2010 en 2011. In 2012 is een toename naar 550

separaties zichtbaar. Veel van de separaties gebeuren binnen de reguliere opnamekliniek en

de forensische afdelingen. Bij de kinder- en jeugdpsychiatrie en bij de TBS klinieken komen

separaties incidenteel voor, vaak bij dezelfde personen. In 2008 was 62 % van de separaties

onder verzet, in 2009 en 2010 62 %, 2011 59% en in 2012 58%. De dalende tendens sinds 2009,

zet in 2012 verder door.

Figuur 3.9.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

0 20 40 60 80

100 120 140 160 180 200

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2008 2009 2010 2011 2012

persoonlijkheidsstoornissen psychosen Spoedeisend K&J IB FPK ouderen Autisme

Page 50: Zes jaar Argus

49

Separatieduur totaal. Figuur 3.9.2 beschrijft de separatieduur. Deze nam over de hele instelling

af. In 2008 werd 68180 uur separatie geregistreerd, in 2009 89344 uur, in 2010 49175 uur, in

2011 55244 uur in 2011 en in 2012 (na opening van de ICU) 44305 uur in 2012. Als de

forensische afdelingen en niet forensische afdelingen uit elkaar gehaald worden, blijkt er

sprake te zijn van een gestage daling bij de niet forensische afdelingen en wisselende soms

dalende, soms stijgende cijfers bij de forensische afdelingen. Over de gehele instelling bezien,

is de afname over deze jaren 35%. Opgemerkt moet worden dat de cijfers bij de forensische

afdelingen te maken hebben met drie à vier patiënten die soms over maanden heen

gesepareerd worden. Het feit dat er een afname van het aantal separaties is, maar niet zo

duidelijk van de gemiddelde duur, geeft aan dat de projectactiviteiten bij GGzE een

voornamelijk preventief karakter hebben.

Figuur 3.9.2 Totaal aantal uur separaties per kwartaal bij GGzE

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. In tabel 3.9.2 is te zien

dat de separatieduur bij GGzE in het tweede jaar enigszins stijgt om in het derde jaar weer af

te nemen en in het vierde jaar weer toe te nemen. De gemiddelde duur is boven het landelijk

gemiddelde, terwijl de mediaan op het landelijk gemiddelde ligt, wat verklaard wordt door

langdurige separaties bij forensische patiënten.

Tabel 3.9.2 Duur en aantallen door de tijd heen bij GGzE 2008 2009 2010 2011 2012

Volwassen/ouderen (N) 329 473 273 264 198

gemiddelde 84:50 71:35 60:54 73:15 79:31

mediaan 34:15 32:00 24:15 39:00 31:22

Forensisch en Kinder en Jeugd (N) 444 451 302 293 420

gemiddelde 90:35 149:41 107:15 122:32 69:25

mediaan 22:30 30:30 22:15 39:30 17:30

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.9.3 presenteert de verdeling van het risico op

separatie tussen de verschillende diagnose groepen. Deze analyse werd uitgevoerd over 2144

patiënten die 5208 opnames ondergingen. 226 (10,5%) werden gesepareerd. Stratificatie

tussen de cijfers van de GGZ en het TBS deel van GGz Eindhoven liet geen belangrijke

verschillen zien. De tabel laat zien dat een bipolaire stoornis, een psychotische stoornis en

een lage GAF score te maken hebben met meer kans op separatie. Mensen zonder diagnose

op as 1 hebben een lagere kans op separatie.

0:00:00 4800:00:00

9600:00:00 14400:00:00

19200:00:00 24000:00:00

28800:00:00

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2008 2009 2010 2011 2012

persoonlijkheidsstoornissen psychosen Spoedeisend K&J IB FPK ouderen Autisme

Page 51: Zes jaar Argus

50

Tabel 3.9.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totalen Signi-ficantie*

N= 2144 1918 226 2144

Diagnosen as 1 % % %

- Geen diagnose as 1 419 21 6 20 +

- Aanpassingsstoornis 466 22 23 22

- Angststoornis 92 4 5 4

- Depressieve stoornis 133 6 4 6

- Bipolaire stoornis 92 4 8 4 +

- Psychotische stoornissen 279 12 22 13 ++

- Schizofrenie 335 15 18 16

- Organisch psychosyndroom 113 6 2 6 ++

- Mddelengebruik 24 10 11 10

Diagnose as 2 774 35 40 36

Lage Gaf Score 782 34 59 36 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Overige vrijheidsbeperkende interventies. Afzonderingen en verblijf op eigen kamer met de deur

op slot zijn interventies die bij de justitiële klinieken en in de jeugdzorg met enige regelmaat

worden toegepast. Bij de afdelingen voor ouderen en de opnameafdelingen zijn dit veel

minder frequent voorkomende interventies, die naarmate het project vordert ook afnemen.

In 2008 werd binnen de niet- justitiële afdelingen 16943 uur afgezonderd, in 2009 was dat

13316 uur, in 2010 9713 uur, in 2011 9831 uur en in 2012 was dat 8591 uur. Insluitingen op

eigen kamer werden pas na 2010 vastgelegd en kwamen binnen GGZ Eindhoven alleen

binnen het justitiële circuit voor. Dit cijfer is afgenomen. In 2010 was dat 501073 uur, in 2011

was dat 509840 uur en in 2012 189062 uur. Het is overigens de vraag hoe deze cijfers

beoordeeld moeten worden, omdat het vaak gaat activiteiten niet in het kader van de BOPZ,

maar in het kader van beginselenwet. Fixaties komen binnen deze instelling niet voor.

Parenterale medicatie onder verzet. Verstrekkingen intramusculaire medicatie onder verzet

laten een constant beeld zien van rond de 500 à 600 verstrekkingen per kwartaal over alle

jaren heen, waarvan viervijfde in de forensische afdelingen worden verstrekt. Binnen de

reguliere volwassenenzorg gaat het om 80-100 verstrekkingen per kwartaal. In 2008 werd

1315 keer intramusculaire medicatie onder verzet verstrekt, in 2009 was dat 1738 keer, in

2010 was dat 1053, in 2011 1176 en in 2012 waren dat 1687 episodes.

Conclusies

GGzE laat tussen 2008 en 2010 en ook in 2012 een duidelijke afname in aantal separaties zien,

waarmee de doelstelling van GGZ Nederland behaald wordt. De duur per separatie is niet

afgenomen. In 2011 is sprake van een toename in separatie uren, die wordt veroorzaakt door

de forensische afdeling van de instelling. Het aandeel separaties onder verzet is constant

rond de 60% door de jaren heen. Er is geen sprake van substitutie van separatie door andere

vrijheidsbeperkende interventies, omdat deze bij andere patiënten plaatsvinden. Separaties

en afzonderingen vinden voornamelijk binnen de reguliere psychiatrie plaats, terwijl

insluiting op eigen kamer met de deur op slot binnen de forensische psychiatrie

plaatsvinden.

Page 52: Zes jaar Argus

51

3.10 GGZ Oost Brabant

GGZ Oost Brabant is een regionale GGZ-instelling in het oosten van de provincie Noord

Brabant met ruim 1000 klinische bedden en beschermd wonen. GGZ Oost Brabant biedt

kortdurende GGZ zorg in de subregio’s, Helmond, Oss en Veghel en heeft langdurende

GGZ voorzieningen op de landgoederen Coudewater in Rosmalen en Huize Padua in

Boekel. Tabel 3.10.1 beschrijft de instelling en de van de instelling over de jaren heen

ontvangen gegevens. In 2010 werden er geen patiëntgegevens ontvangen. In 2009, 2011 en

2012 wel, zodat er over de projectduur heen goed gekeken kan worden naar de relatie tussen

vrijheidsbeperkende maatregelen en opnameduur. Bijzonder bij GGz Oost Brabant is het

grote aandeel langdurige zorg en beschermd wonen.

Tabel 3.10.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGZ Oost Brabant Aantal inwoners regio: 400.000

Type regio: Ruraal 2009 2010 2011 2012

1 Opname 44601 45184 43830 48161

2 Langdurige zorg 53011 51928 50219 48352

3 Ouderen 30089 33529 37943 33595

4 Kinder en Jeugd 9137 8914 8853 8252

beddagen

5 Beschermd wonen 428658 447328 383614 250939

Totaal opnameuren* 5.228.376 5.465.736 5.682.168 5.408.640

Bedden Locatie

Open Gesloten Totaal

Aantal

separeers Functie

Kliniek Oss 4 18 18 2 Opname regionaal 1

Kliniek Helmond - 18 + 3 21 4 Opname regionaal

Eikenheuvel 5/6 - 14 14 2 Langdurige behandeling

Sonnevanck 22 22 Niet Aangeboren Hersenstoornis

Princepeel 1 & 2 - 20 + 3 23 2 Langdurige behandeling

Princepeel 3 20 20 Langdurige behandeling

2

Loef 43 43 Langdurige behandeling

Pannehoeve Helmond 21 21 Ouderen

Kliniek Oss Ouderen 11 11 Opname ouderen

Kliniek Helmond Ouderen 19 19 Opname Ouderen

3

LZ Veghel de Vonder 36 36 Ouderen veblijf

4 Adolescenten Helmond 9 9 Opname kinder en Jeugd

totalen 92 165 257 10

Projectactiviteit. Vanaf het begin van de projectactiviteiten is er veel aandacht geweest voor

de relatie hulpverlener – patiënt volgens het WKS model. De projectactiviteiten zijn in 2012

afgebouwd, er is wel een aandachtsfunctionaris dwang en drang. Separatiecijfers worden

verzameld vanaf 2009, afzonderingen, fixaties en gedwongen verblijf pas vanaf 2010. Bij

GGZ Oost Brabant werd aanvankelijk alleen gegevens verzameld over de duur en niet over

aanvang en einde van separaties, zodat over de eerste jaren geen uitspraken over het aantal

gestarte separaties gedaan kunnen worden. Vanaf 2010 zijn ook de afzonderingen, fixaties en

gedwongen verblijf op eigen kamer in de Argus registratie opgenomen. Vanaf juli 2010

registreert afdeling Oss de Argus registratie volgens de landelijke norm in het

patiënteninformatiesysteem. De uitrol van over de gehele instelling heeft plaatsgevonden in

2012. De Argus registratie voldoet daarmee sinds 2012 aan de landelijke eisen.

Gestarte separaties. De systematiek van registratie en invoer van gegevens maakten dat de

Argus cijfers pas vanaf de loop van 2011 op het niveau van gestarte separaties berekend

konden worden. In figuur 3.10.1 is daarom het aantal gestarte separaties voor 2012 en het

aantal patiënten over de periode 2009 – 2012 gepresenteerd. Te zien is dat het aantal

patiënten over de jaren sterk afnam (79 in 2009 en 34 in 2012).

Page 53: Zes jaar Argus

52

Figuur 3.10.1 Aantal gestarte separaties en aantal patiënten per kwartaal

Separatieduur per kwartaal. Figuur 3.10.2 presenteert de duurcijfers over de jaren heen.

Separaties vonden in 2012 plaats op zes afdelingen. Op de afdelingen Princepeel 1 en 2

werden in alle kwartalen in 2012 nog patiënten gesepareerd. Op de opname afdelingen en

ouderen afdelingen vonden incidenteel separaties plaats. In figuur 3.1.2 is te zien dat vanaf

het vierde kwartaal in 2009 de duur van separatie fors afneemt. Over heel GGZ Oost Brabant

is het aantal uur separatie vanaf eind 2008 tot en met 2012 meer dan gehalveerd. (van 10099

uren naar 3528 uren = -63%). De daling van het aantal uur separatie is het meest zichtbaar bij

Princepeel 1 en 2. Tot aan 2012 bleef het aantal betrokken patiënten (circa tien patiënten)

ongeveer gelijk, maar de patiënten verbleven veel korter in de separeerkamer. Bij kliniek Oss

ouderen 1 en 2 werden enkele patiënten kortdurend gesepareerd. Bij de opnamekliniek

Oss/Veghel werd eveneens enkele patiënten kortdurend gesepareerd. In de opnamekliniek

in Helmond werd alleen in het eerste kwartaal nog één patiënt gesepareerd.

Figuur 3.10.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. In tabel 3.10.2 is te zien

dat de meeste gestarte separaties rond de 16 uur duurden. In totaal duurden zeven gestarte

separaties langer dan één week of 84 uur. In landelijk perspectief zijn dit zeer lage cijfers.

Page 54: Zes jaar Argus

53

Tabel 3.10.2 Duur en aantallen door de tijd heen 2012

Aantal gestarte separaties 96

Aantal patiënten 34

Gemiddelde duur 36:45

Mediane duur 15:55

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. De analyse werd uitgevoerd onder 2438 patiënten,

die 2902 opnames ondergingen. Slechts 36 patiënten(1,4%) ondergingen een separatie, een in

landelijk perspectief zeer laag cijfer. In tabel 3.10.3 is te zien dat een lage GAF score, een

psycho organische stoornis of een psychotische stoornis samenhangt met meer kans op

separatie. De aantallen zijn echter te klein om daar enige conclusies aan te verbinden.

Tabel 3.10.3. Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie separatie Totalen

N 2404 34 2438

significant

Diagnose as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen of uitgesteld op as 1 610 25 21 25

- Angststoornis 98 4 3 4

- Depressieve stoornis 536 22 - 22 ++

- Bipolaire stoornis 146 5 9 6 -

- Psychotische stoornis 268 11 24 11 +

- Schizofrenie 414 16 21 17

- Psycho organisch 195 8 20 8 +

- Middelen gebruik 171 7 12 7

Diagnose as 2 172 7 6 7

Lage GAF score 756 31 71 31 ++

Afzonderingen. Het aantal uur afzondering was in 2010 nog bijna 2500 uur dit nam in 2012 af

naar 2 uur. Alleen op de afdeling Loef werd kortdurend één patiënt afgezonderd.

Fixaties. De tijdsduur van fixatie nam in 2011 toe, van 19000 uur in 2010 naar 48241 uur in

2012. Toepassingen van fixatie vonden vooral plaats in de ouderenpsychiatrie. De helft van

het aantal fixatie-uren (gebruik van bedhekken) was bij de ouderen afdeling Pannehoeve. Op

deze afdeling is in 2012 een daling zichtbaar t.o.v. 2011. Het aantal betrokken patiënten bleef

gelijk. Op de overige afdelingen voor ouderen gaat om een enkele patiënt die gefixeerd

wordt d.m.v. bedhekken of stoel met blad en Zweedse band. Binnen de langdurige zorg,

Princepeel 3 worden vier patiënten gefixeerd (Zweedse band en bedhekken). Op deze

afdeling is duidelijk sprake van een toename t.o.v. 2011.

Verplicht verblijf op eigen kamer. In 2010 werd 9500 uur verplicht verblijf op eigen kamer

vastgelegd, in 2011 was dat 17000 uur en in 2012 11350 uur. De interventie werd toegpast bij

de ouderenafdelingen de pannenhoeve en huize Padua en bij Princepeel. Over het geheel

genomen was er sprake van wisselende cijfers bij weinig patiënten.

Page 55: Zes jaar Argus

54

Gedwongen medicatie:. In 2011 werd 59 keer gedwongen medicatie onder verzet verstrekt. In

2012 was dat 53 keer. Over de jaren ervoor ontbreken gegevens. Naar de omvang van de

instelling zijn dit lage cijfers.

Conclusie

GGZ Oost Brabant is erin geslaagd een aantal vrijheidsbeperkende interventies sterk terug te

dringen. In 2012 werd slechts 1 op de 100 opgenomen patiënten gesepareerd, terwijl in dat

jaar afzonderingen, maar ook verstrekkingen dwangmedicatie in slechts beperkte mate

voorkwamen. De fixaties blijven een punt van aandacht.

3.11 Emergis

Emergis is een GGZ-instelling in de provincie Zeeland. Emergis heeft haar hoofdlocatie in

Kloetinge, nabij Goes, met 406 bedden. Hier biedt het zorg aan kinderen en jeugdigen,

volwassen, ouderen en verslaafden. Daarnaast zijn er centra in Middelburg, Goes Vlissingen,

Zierikzee en Tholen met in totaal 224 bedden. Emergis heeft een maatschap met RCG

Zeeuws Vlaanderen in Terneuzen, voor de meer langdurende zorg. Vrijheidsbeperkende

interventies worden alleen op de hoofdlocatie in Kloetinge toegepast. Tabel 3.11.1 beschrijft

de functies en de omvang van de afdelingen met vrijheidsbeperkende interventies.

3.11.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Emergis Aantal inwoners regio 381.000 (inclusief Zeeuws Vlaanderen)

Opname uren 2009 2010 2011 2012

1 Volwassenen opname 34158 34699 35049 35507

2 Volwassenen langdurig 35202 36762 42867 54599

3 Ouderen 21571 20084 23867 28495

4 Kinder & Jeugd 14143 13140 14562 13976

5 Beschermd wonen 73446 77380 76357 90034

Opname uren instelling 5443416 5543416 4847651 6028272

Locatie Open Gesloten bedden Totaal Aantal

separeerruimtFunctie

VWZ 50 – 52 10 18 28 4 Opname

VWZ 43 – 45 24 24 Volwassenen kortd. beh 1

VWZ 35 8 8 Volwassenen kortd. beh

LZW 90 - 92 19 19 1 Opname/intensieve behandeling

LZW Woonhuizen 32 32 Volwassenen wonen

LZW 20 - 23 48 48 Volwassenen Int beg

LZW 30 - 32 29 29 Volwassenen Int beg

2

LZW 93 - 97 30 30 Volwassenen Int beh

3 OP 05 – 09 kliniek somatische

zorg 57 57 Ouderen

Ithaka 21 21 2 Kinder- en Jeugd

Amares 21 21 Kinder- en Jeugd 4

Dagbehandeling Kinder- en Jeugd dagbehandeling

Totalen 200 117 317 7

Projectactiviteit. De reductie van vrijheidsbeperkende interventies is al een aantal jaren onder

de aandacht bij Emergis. Borging van een aantal kernelementen van het project zoals de

Response-methodiek, en inzet van het veiligheidsteam in de reguliere zorg is gerealiseerd.

Verder wordt een High Intensive Care ontwikkeld.

Page 56: Zes jaar Argus

55

Gestarte separaties. Het aantal gestarte separaties is constant door de jaren heen en lijkt in 2012

licht toegenomen t.o.v. 2011. In de volwassenen zorg vond ongeveer de helft van de gestarte

separaties plaats bij de opnameafdeling VWZ 50-52, t.o.v. 2011 nam het aantal gestarte

separaties op deze afdeling iets af. Op de afdeling LZW 90-92 nam het aantal gestarte

separatie licht toe. Ook bij de ouderen afdelingen vonden in 2012 enkele van de separaties

plaats. Op de kinder- en jeugd afdelingen vervijfvoudigde het aantal gestarte separaties in

2012, een opmerkelijke stijging.

Figuur 3.11.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Separatieduur. Figuur 3.11.2 beschrijft de duur in uren per kwartaal bij Emergis.

Figuur 3.11.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

In totaal werd in 2009 13144 uur, in 2011 15385 uur en in 2011 25225 uur gesepareerd. In 2012

daalde het aantal uur separatie naar 19837 uur. Binnen de volwassenen zorg bereikte de

afdeling VWZ 50-52 in dat jaar bijna een halvering van het aantal uren separatie.

Daarentegen steeg op de afdeling LZW 90-92 het aantal uur separatie. Bij ouderen en kinder-

en jeugd nam de duur van separatie enigszins toe. Na drie jaar een toename in het aantal

separatie uur te hebben gehad, is er in 2012 sprake van een daling. Deze trend is ook terug te

zien in het gemiddelde en de mediaan van de duur van de separaties. Kortdurende

separaties werden langer: de mediane duur liep op van 14:00 in 2009 naar 25:00 uur in 2011.

0 10 20 30 40 50 60 70 80 90

100

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

2009 2010 2011 2012

OP Obs-diagn OP06-09 LWZ 35 LZW93-97 LZW2-23 LWZ10-13 LWZ90-92 K&J Klinisch K&J Amares K&J Ithaka VWZ43-45

VWZ50-52

VZ01

Page 57: Zes jaar Argus

56

In 2012 is een daling naar 19 uur te zien. Gemiddeld werden in 2012 de separaties korter.

Meeste separaties duurden korter dan één week. Van de gestarte separaties waren er 54

(20%) die langer duurden dan één week, een in landelijk perspectief hoog cijfer.

Tabel 3.11.2 Duur en aantallen door de tijd heen 2009 2010 2011 2012

Aantal gestarte separaties 267 322 228 283

Aantal patiënten 120 139 140 105

Gemiddelde duur 45:08 46:10 83:16 68:50

Mediane duur 14:00 14:30 25:00 19:00

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.11.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie. De analyse is gedaan in 1446 verschillende patiënten,

waarvan 105 (7,3%) werden gesepareerd. Opmerkelijk is dat geen van de diagnosegroepen

gerelateerd is aan een toegenomen kans op separatie, alleen de minder ernstige stoornissen

(geen diagnose, angst en depressie) zijn gerelateerd aan een lagere kans op separatie.

Tabel 3.11.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie separatie Totalen

N= 1446 1341 105 1446

significant

Diagnose as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen of uitgesteld op as 1 260 18 8 18 ++

- Angststoornis 87 6 5 6 -

- Depressieve stoornis 202 14 7 14 +

- Bipolaire stoornis 86 6 9 6 -

- Psychotische stoornis 116 8 10 8 -

- Schizofrenie 159 11 11 11 -

- Psycho organisch 43 3 5 3 -

- Middelen gebruik 347 24 27 24 -

Diagnose as 2 419 29 30 29 -

Lage GAF score 390 26 36 27 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Het grootste deel van de afzonderingen vond plaats in de kinder- en

jeugdkliniek. Hier werd ieder kwartaal tussen de 10 en 13 patiënten veelal kortdurend

(tussen 20 minuten en 1 uur) afgezonderd. Dit cijfer steeg de afgelopen jaren. Binnen de

afdelingen voor ouderen werden ieder kwartaal één à twee patiënten langdurig

afgezonderd. Op de afdelingen voor langdurige behandeling werden in 2012 incidenteel

patiënten afgezonderd. Dit cijfer is constant over de afgelopen jaren.

Fixaties. In 2012 is de totale duur van fixatie afgenomen ten opzichte van 2011. De fixaties

vonden plaats bij de kinder & jeugd afdelingen, waar vooral sprake was van zeer

kortdurende fixaties bij veel patiënten. Op de ouderen afdelingen werden twee patiënten

gefixeerd met een totaal van bijna 1000 uur.

Parenterale medicatie onder verzet. Tussen 2009 en 2010 daalde het aantal giften gedwongen

medicatie onder verzet van 450 naar 114, om daarna weer te stijgen met 190 in 2011 en 339 in

2012. Het aantal patiënten dat dwangmedicatie kreeg toegediend bleef gelijk, rond de 40. De

gedwongen toedieningen vonden vooral plaats op de opname afdelingen.

Conclusie Door de jaren heen lijken de projectactiviteiten zijn vruchten af te werpen bij de

afzonderingen en fixaties. Bij de separaties is in 2011 en 2012 geleidelijk een daling zichtbaar.

Page 58: Zes jaar Argus

57

Duidelijk is dat een klein aantal patiënten met hoge separatiecijfers veel van de cijfers van

2010 en 2011 verklaren, in 2012 niet meer voorkomen. Dit verklaart voor een deel de daling

in de duur van separatie. De afzonderingen en fixaties zijn fors teruggedrongen qua

tijdsduur en ook qua aantal patiënten. De gedwongen medicatie toedieningen laten geen

duidelijk patroon zien en fluctueren door de jaren heen.

3.12 GGZ Westelijk Noord-Brabant

GGZ Westelijk Noord-Brabant (WNB) is een middelgrote GGZ instelling in het westen van

Noord-Brabant. GGZ WNB heeft 573 bedden waarvan 105 bedden voor beschermd wonen,

waarvan de meesten zich bevinden op de hoofdlocatie Landgoed Vrederust in Halsteren.

Daarnaast zijn er enkele voorzieningen in Bergen op Zoom, Roosendaal en Oud Gastel

(beschermd wonen). Tenslotte zijn er vier afdelingen voor forensisch psychiatrische

patiënten, verdeeld over de Lake en Schelde. De faciliteiten voor vrijheidsbeperkende

maatregelen bevinden zich allemaal in Halsteren. Bijzonder in landelijk perspectief is het

grote aandeel aan langdurige zorg beddagen.

3.12.1 Functies afdelingen en aantal bedden GGZ WNB Aantal inwoners regio 60.000

Type regio: ruraal 2009 2010 2011 2012

1 Opname 91545 78224 66836 47554

2 Langdurige zorg 141586 138423 132232 63309

3 Ouderen zorg 43825 36482 28690 15367 Beddagen

4 Forensische zorg 24085 22148 21282 15460

Opnameuren Instelling 2921640 3030960 2981280 2856744

Opnameuren Beschermd wonen Geen data Geen data 954840 911040

Bedden

Type lokatie Open Gesloten Besloten Separeers Functie

Schelde 1 9 4 Opname regionaal

Schelde 2 8 Volwassenen GPS/PP nlijkheidstoornissen

Schelde 3 12 6 Volwassenen DD (Dubbele diagnoses)

Schelde 4 10 Volwassenen TOA (Transmurale opvang ambulant)

Schelde 5 18 Volwassenen psy (psychosen)

1

Schelde 6 16 Volwassenen Stemming (Stemmingstoornissen)

Horst/Linge 21 28 2 Langdurige zorg

Moermontstede 58 Langdurige zorg

Melanen 69 24 Langdurige zorg

Meerz/Lindenz 25 Langdurige zorg

Heen 23 Langdurige zorg

2

Venne 9 Psychiatrische afdeling LVG

Lake 11 7 Ouderen psychiatrie 3

Lake 20 13 Ouderen psychiatrie

Mare 8 24 2 FPA 4

Schelde 7 8 FPA (LVB)

Totalen 240 128 52 8

Projectactiviteiten. Dwangreductie en specifiek separaties zijn langere tijd onder de aandacht

geweest. Vanaf 2010 heeft GGZ Westelijk Noord Brabant een aantal heftige jaren

doorgemaakt, waarin een grote reorganisatie en een personele afslanking noodzakelijk

waren om uit de financiële zorgen te komen. De bestuurlijke reorganisatie, implementatie

zorgprogramma’s, herschikking van teams en vertrek van expertise heeft de aandacht voor

dwang en drang ernstig negatief beïnvloed. De huidige bezuinigingen leiden tot een verder

krimp in het aantal klinische bedden en daarmee personeel.

Page 59: Zes jaar Argus

58

Gestarte separaties. In figuur 3.12.1 wordt het aantal gestarte separaties beschreven. In de

figuur is te zien dat deze na 2009 geleidelijk stijgen. Deze stijging is vooral zichtbaar bij de

Schelde (Spoed unit 1). Daar vinden de meeste separaties plaats. Het aantal gestarte

separaties op de FPA blijft vrijwel ongewijzigd ten opzichte van 2011. Op afdeling Horst is

eveneens een duidelijke stijging zichtbaar.

Figuur 3.12.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

Separatieduur totaal. Figuur 3.12.2 presenteert de duurcijfers van GGZ WNB. In totaal is de

separatieduur in de afgelopen jaren fors toegenomen. In 2009 werd 11329 uur separatie

vastgelegd, in 2010 was dat 19205 uur, in 2011 was dat 22111 uur en in 2012 was dat 32058

uur, bijna een verdubbeling t.o.v. 2009. In 2012 is de stijging vooral zichtbaar bij de

afdelingen Horst, Ligne, GPS unit 3 en Spoed Unit 1. Bij de afdelingen FPA en TOA unit 2

blijven de separatie uren ongeveer gelijk t.o.v. 2011.

Figuur 3.12.2 Tijdsduur separatie.

Gemiddelde duur per gestarte separatie. In tabel 3.12.2 is te zien dat de gemiddelde duur en de

mediane duur van de gestarte separaties over de afgelopen jaren meer dan verdubbelde. Het

aantal unieke patiënten die gesepareerd werden nam na 2009 eveneens toe. Het beeld dat

hier ontstaat is in de afgelopen jaren steeds iets meer patiënten steeds vaker en langer

gesepareerd werden.

0

20

40

60

80

100

120

140

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2009 2010 2011 2012

Spoed Unit 1 Psychose Unit 9 Psychose Unit 4 GPS Unit 8 GPS Unit 3 DD Unit 10 DD Unit 5 CSS Unit 7 CSS Unit 6 TOA Unit 2 TOA Schorre Lake Ligne Melanen Venne SEH/DOC/GPS Horst 1-4 Heen FPVG Justitie KM8 FPA

Page 60: Zes jaar Argus

59

Tabel 3.12.2 Gemiddelde en mediane duur separaties

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. In tabel 3.12.3 wordt zichtbaar dat van alle 1058

patiënten die in 2012 in de kliniek verbleven, er 206 patiënten (= 19,5%) één of meerdere

keren gesepareerd geweest zijn. Dit is in landelijk perspectief een hoog cijfer. Zichtbaar is dat

de kans op separatie bij mensen met een depressieve stoornis lager is dan bij de andere

stoornissen. Geen van de andere stoornissen laten meer of minder risico op separatie zien.

Tabel 3.12.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie separatie Totalen Significant

N= 1058 852 206 1058

Diagnosen as 1 % % %

- geen of uitgesteld 138 13 15 13

- angststoornis 53 5 5 5

- depressieve stoornis 190 20 12 18 +

- bipolaire stoornis 63 6 9 6

- psychotische stoornis 106 9 12 10

- schizofrenie 106 11 8 10

- psycho organische stoornis 63 7 3 6

- Middelen verslaving 328 30 36 31

Diagnose as 2 296 38 40 28

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzondering. In de afgelopen jaren vonden er een beperkt aantal afzonderingen plaats met

een in verhouding tot de omvang van de instelling beperkte duur. Desalniettemin is er

sprake van een forse toename met 185 uur in 2009, 75 uur in 2010, 394 uur in 2011 en 2725

uur in 2012. Het aantal patiënten nam eveneens toe van rond de 10 in 2009 en 2010 naar 25

en 34 in 2011 en 2012. De toename in tijd was het sterkst te zien bij Melanen PHV en bij Lake

1-4. Bij deze afdelingen werden ongeveer zes à acht patiënten afgezonderd.

Insluitingen op eigen kamer of in overige ruimte. Evenals bij de afzonderingen is bij de

insluitingen een toename met name in 2012 zichtbaar. In 2009 werd 131 uur insluiting

vastgelegd, in 2010 874 uur, in 2011 145 uur en in 2012 3484 uur. Op Lake 1 was de toename

het sterkst te zien, gevolgd door Ligne 1. Incidenteel werd op de FPA en Horst ingesloten.

Fixaties. In de afgelopen jaren is het aantal en de duur van fixatie fors afgenomen. Van 5320

uur in 2009 naar 365 uur in 2011. In 2012 werd er iets meer gefixeerd (2135 uur). Over alle

jaren is het aantal gefixeerde patiënten meer dan gehalveerd.

Gedwongen medicatie. Het aantal giften van gedwongen medicatie varieerde door de jaren

heen, met 36 verstrekkingen in 2009, 60 in 2010, 114 in 2011 en 42 in 2012. Het aantal

betrokken patiënten varieerde eveneens met 17 in 2009, 26 in 2009, 41 in 2011 en 26 in 2012.

2009 2010 2011 2012

Aantal gestarte separaties. 312 388 429 427

Aantal patiënten 133 147 186 206

Gemiddelde 35:10 48:21 51:33 89:40

Mediaan 12:00 14:30 15:15 19:30

Page 61: Zes jaar Argus

60

Conclusie

GGZ WNB heeft in 2007 en 2008 een aantal succesvolle experimenten ontwikkeld om het

aantal separaties terug te dringen ondersteund met wetenschappelijk onderzoek, zoals een

intensive care (Georgieva et al., 2009) dwangmedicatie als eerste keus in omgang met

agressie (Georgieva et al., 2012) met een focus op de wens van de patiënt (Georgieva et al.,

2011). Waar de projecten navolging kregen elders in Nederland (Verlinde e.a., Noorthoorn

e.a., 2014) zijn deze bij WNB ondergesneeuwd in de onrust in de organisatie, zoals

verhuizingen van patiëntengroepen en krimp in bedden en personeel door

overheidsbezuinigingen. Waar eerdere cijfers in 2007 en 2008 een daling laten zien

(Georgieva et al., 2010 & 2012), laten na 2009 de cijfers van de vrijheidsbeperkende

interventies een forse stijging zien. Vooral de toepassingen van separatie springt hier uit,

maar ook andere maatregelen lieten een stijging zien. In 2012 werd gemiddeld één op de vijf

opgenomen patiënten gesepareerd.

3.13 GGZ Breburg

GGZ Breburg biedt reguliere GGZ zorg aan in de regio midden en westen van Noord-

Brabant met daarbinnen de grote steden Tilburg en Breda. GGZ Breburg heeft meerdere

klinische voorzieningen in o.a. Tilburg, Waalwijk, Dongen, Etten-Leur, Oosterhout en Breda

met totaal 1065 bedden waarvan 175 voor kleinschalig wonen. Het is daarmee één van de

grotere instellingen in Nederland, qua verzorgingsgebied en aantallen bedden. Een deel van

de kliniek voorziet in bovenregionale zorg voor kinderen en jeugdigen, eetstoornissen en

jongvolwassen met autisme. In de tabel worden de klinische afdelingen weergegeven waar

patiënten met vrijheidsbeperkingen te maken kunnen krijgen. De cijfers weerspiegelen ook

de geleidelijke beddenreductie door sluiting van afdelingen.

Tabel 3.13.1 Functies afdelingen en aantal bedden GGZ Breburg Aantal inwoners in regio Circa 890.000 inwoners

Type regio: ruraal 2009 2010 2011 2012

1 Opname 199948 192060 174950 71971

2 Langdurige zorg 56644 54931 56794 132004

3 Ouderenzorg 41541 35568 34349 27651

4 Jeugdzorg 42770 45188 60761 24797

Beddagen

- Beschermd wonen 109296 90812 88118 99031

Berekende opname uren instellingsbreed 10804776 10045416 9959328 8530896

Locatie Open Gesloten Totaal Separeer kamers Typering afdeling

Kliniek Breda 1 en 2 26 (+2) 28 2 Opname crisis

Kliniek Oosterhout 12 (+1) 13 2 Opname crisis

Kliniek Waalwijk 13 13 2 Opname crisis

CB Jan Wierhof 5 24 24 2 Opname + crisis

Dubbel diagnose Breda 16 16 2 Dubbel diagnostiek

1

Dubbel diagnose Tilburg 23 23 1 Dubbel diagnostiek

IB Begijnstraat 19 t/m 23 21(+4) 25 2 Intensieve behandeling

IB Jan Wierhof 2 26 26 1 Intensieve behandeling 2

Duurzaam wonen Dongen 35 35 0 Wonen

Ouderen Breda acute kliniek 1 8 (+1) 9 2 Geronto psychiatrie

Ouderen Tilburg Jan Wierhof 1B 12 12 1 Geronto psychiatrie

NAH Breda 12 12 1 Cognitieve st & Niet Aangeboren Hersenafw. 3

Geronto psychiatrie Dongen 2 -4 12 12 - Geronto psychiatrie

J&J Jan Wierhof 3 16 16 1 Jongvolwassen 18-23 jaar 4

J&J Breda 8 8 2 Jeugd 12-18 jaar

Totaal 272 285 10

Page 62: Zes jaar Argus

61

Projectactiviteiten. GGZ Breburg heeft enige geschiedenis met de reductie van de vrijheids-

beperkende interventies. De laatste drie jaar werden de projecten ondersteund met NZA

subsidies. Ingezet is op het vergroten van familie-inbreng en participatie in de behandeling

d.m.v. de triade werkwijze, gastvrijheid, realiseren van Intensive Care en het sluiten van

separeerruimten. In 2011 is ingezet op herstel ondersteunende zorg, de eerste 5 minuten, de-

escalerend werken, risicotaxatie bij oplopende spanningen en binnen 72 uur evaluatie van

separatie middels het opstellen van Case Reports. Binnen de ontwikkeling van HC/IC zijn

een aantal comfort rooms en comfort zones opgezet. Breburg neemt als instelling een

centrale plaats in de landelijke ontwikkeling van intensive care in de psychiatrie.

De registratie van vrijheidsbeperkende interventies in Argus is gestart in 2008. Het is een

elektronische, registratie waarbij op de afdeling de vrijheidsbeperkende interventies in het

elektronisch patiëntendossier worden gerapporteerd en vervolgens wordt opgeslagen in het

patiënteninformatiesysteem. De geregistreerde gegevens over vrijheidsbeperkende

interventies worden maandelijks structureel teruggekoppeld aan de teams, management en

raad van bestuur.

Gestarte separaties. Uit figuur 3.13.1 blijkt dat in 2009 het aantal gestarte separaties tussen

kwartaal 1 in 2009 en kwartaal 2 in 2010 toename. Na 2010 is er sprake van een daling, van

517 in 2010 naar 242 in 2012. Opvallend is interne verschuiving van het aantal gestarte

separaties. Er lijkt sprake van een concentratie van gestarte separaties naar kliniek Breda

1&2, Psychische stoornissen Tilburg loc 4 en Kliniek Crisisbehandeling 1&2. Bij de Intensieve

Behandeling Begijnstraat en Jan Wierhof is er sprake van een voortdurende afname van het

aantal gestarte separaties.

0

20

40

60

80

100

120

140

160

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2009 2010 2011 2012

DD VOF DD Breda DD VOF DD Tilburg JJJW Jan Wierhof 3 JJKS De Sprong JJKGC JJKJRE PBFACT3 Begijnstraat 19 Begijnstraat 21 Begijnstraat 23 IBB Begijnstraat PTC 1 Jan Wierhof 5.1 PTC 2 Jan Wierhof 5.2 PTC 3 psychotische st. IKC 1 IKN IBJW Jan Wierhof 2 Fact Dongen kliniek Duurzaam wonen Dongen SOAGBK1 Ouderen Breda SOAGTK Ouderen Tilburg NAH Tilburg NAH Breda Gerontopsychiatrie Dongen 4 ZSACB Crisisdienst Breda Kliniek gesloten Breda 1 Kliniek gesloten Breda 2 PC Zuid open Breda 1 PC Zuid open Breda 2 Fact Oosterhout Fact Breda Noord Fact Waalwijk Kliniek Oosterhout open Kliniek Oosterhout gesloten Kliniek Waalwijk gesloten Kliniek Waalwijk open ZV POL WB Etten Leur B PSSWA Breda ASB Breda Baronielaan

Page 63: Zes jaar Argus

62

Figuur 3.13.1 Gestarte separaties over de verschillende afdelingen

Separatieduur totaal. Figuur 3.12.2 gaat in op het aantal uur separatie per kwartaal.

Figuur 3.13.2 Totaal aantal uren separatie per kwartaal

Het aantal uur separatie steeg in 2009 en kwartaal 1 in 2010. Daarna daalde de tijdsduur tot

en met 2011, om in 2012 weer toe te nemen. In 2010 werd in totaal meer dan 33.000 uur

gesepareerd, in 2012 was er nog sprake van 24.000 uren separatie (= afname 27%).

Desondanks stijgt de gemiddelde duur in 2012 ten opzichte van 2011. Bij de Intensieve

behandeling Begijnstraat is in 2011 nog sprake van enkele kortdurende separaties. Bij de

kliniek crisisbehandeling Jan Wierhof is het aantal separatie uren meer dan gehalveerd. Bij

kliniek Breda 1&2, Kliniek Crisisbehandeling 1&2 en psychotische stoornissen Tilburg loc 4

stijgt het aantal uren separatie. Binnen Kliniek Oosterhout en Waalwijk blijven zowel het

aantal gestarte separaties als de duur van separatie stabiel. Bij de andere afdeling wisselt het

gestarte separaties en de duur sterk. Hierbinnen is geen duidelijke lijn zichtbaar.

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.13.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de duur van separaties instellingsbreed. In 2009 werd er

475 keer een separatie gestart, in 2010 stijgt dit naar 517 en daalt naar 242 in 2012. Indien naar

de mediaan wordt gekeken is te zien dat deze in 2009 en 2010 constant blijft rond de 16 en

daarna stijgt naar 22 in 2011 en 33 in 2012. Desalniettemin zijn deze cijfers laag in landelijk

perspectief. De gemiddelde duur fluctueert rond de 60, behalve in 2012.

Tabel 3.13.2 Duur en aantallen door de jaren heen

Jaar

Duurcijfers 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde 56:22 61:42 58:47 73:40

Mediaan 16:30 16:00 22:29 32:30

Aantal separaties 475 517 360 242

0:00:00

2400:00:00

4800:00:00

7200:00:00

9600:00:00

12000:00:00

14400:00:00

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 2009 2010 2011 2012

DD VOF DD Breda DD VOF DD Tilburg JJJW Jan Wierhof 3 JJKS De Sprong JJKGC JJKJRE PBFACT3 Begijnstraat 19 Begijnstraat 21 Begijnstraat 23 IBB Begijnstraat PTC 1 Jan Wierhof 5.1 PTC 2 Jan Wierhof 5.2 PTC 3 psychotische st. IKC 1 IKN IBJW Jan Wierhof 2 Fact Dongen kliniek Duurzaam wonen Dongen SOAGBK1 Ouderen Breda SOAGTK Ouderen Tilburg NAH Tilburg NAH Breda Gerontopsychiatrie Dongen 4 ZSACB Crisisdienst Breda Kliniek gesloten Breda 1 Kliniek gesloten Breda 2 PC Zuid open Breda 1 PC Zuid open Breda 2 Fact Oosterhout Fact Breda Noord Fact Waalwijk Kliniek Oosterhout open Kliniek Oosterhout gesloten Kliniek Waalwijk gesloten Kliniek Waalwijk open ZV POL WB Etten Leur B PSSWA Breda ASB Breda Baronielaan

Page 64: Zes jaar Argus

63

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.13.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij GGZ Breburg in 2012. Deze analyse werd verricht

onder 2002 patiënten die 3858 opnames ondergingen. Van deze werden 93 (5%)gesepareerd.

Te zien is dat patiënten met schizofrenie, middelenverslaving of een GAF-score onder de 40

een verhoogde kans op separatie hebben. Patiënten zonder diagnose, met een

aanpassingsstoornis of een depressieve stoornis hebben een lagere kans op separatie.

Tabel 3.13.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N= 2002 1909 93 2002

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 520 96.9 3.1 26 +

- Angststoornis 87 96.6 3.4 4

- Depressieve stoornis 226 99.1 0.9 11 +

- Bipolaire stoornis 127 95.3 4.7 6

- Psychotische stoornis 236 92.8 7.2 12

- Schizofrenie 286 93 7 14 +

- Psycho organische stoornis 108 98.7 1.9 5

- Middelenverslaving 412 93.4 6.6 21 +

Diagnose as 2 760 95.5 4.5 38

GAF score onder de 40 566 93.8 6.2 28 +

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Bij de afzonderingen nam het aantal gestarte afzonderingen sterk af. Van 86 in

2009 naar 11 gestarte afzonderingen in 2011 en 11 in 2102. De tijdsduur daalde van 11.000

uur in 2009 naar 470 uur in 2011 en steeg in 2012 naar 1.300 uur. De afdeling psychotische

stoornissen JW 2 is met name verantwoordelijk voor deze lichte stijging. Desalniettemin is er

een algehele afname van 90%.

Verplicht verblijf op eigen kamer of overige ruimte. Dit gegeven is pas in de loop van 2009

vastgelegd. In dat jaar werd 557 uur verplicht verblijf op eigen kamer vastgelegd en 3445 uur

in een andere ruimte. In 2010 werd 343 uur op de eigen kamer geregistreerd en 12406 uur in

een andere ruimte. In 2011 werd 213 uur op de eigen kamer geregistreerd en 2945 uur in een

andere ruimte. In 2012 was dat 89 uur op de eigen kamer en 3232 uur in een andere ruimte.

Over de jaren met een volledige registratie is er sprake van een reductie van 75%.

Fixaties. Het aantal gestarte fixaties steeg door de jaren heen van 87 in 2009 naar 183 in 2011.

In 2012 daalde dit naar 101. De tijdsduur van de fixatie steeg door de jaren heen van 60.000

uur in 2009 naar 92.000 uur in 2011. In 2012 daalde het cijfer weer naar 27.000 uur.

Desalniettemin is dit cijfer relatief hoog in landelijk perspectief, mede gelet op het gegeven

dat er verscheidene instellingen veel minder of vrijwel niet wordt gefixeerd.

Parenterale dwangmedicatie onder verzet. Sinds 2010 wordt dwangmedicatie eenduidig

vastgelegd, in aantal verstrekkingen onder verzet. In 2010 waren er 549 verstrekkingen,

waarvan 198 langwerkend en 351 kortwerkende. In 2011 werd in totaal 347 keer

dwangmedicatie onder verzet verstrekt, waarvan 63 langwerkend en 284 kortwerkend. In

2012 werd 239 dwangmedicatie verstrekt, waarvan 65 langwerkend en 174 kortwerkend.

Over de jaren heen is bij Breburg een reductie van 67% in de verstrekkingen van

langwerkende dwangmedicatie onder verzet te zien en een reductie van 50% in de

verstrekkingen van kortwerkende dwangmedicatie onder verzet.

Page 65: Zes jaar Argus

64

Conclusie

De cijfers van GGZ Breburg laten zien dat bij het verminderen van separatie, afzonderingen

en insluitingen op eigen kamer of in andere ruimte, successen geboekt zijn. Vooral bij

separatie is de afname evident, terwijl de andere interventies steeds minder werden

toegepast. Patiënten met schizofrenie, middelenverslaving of een GAF-score onder de 40

hadden een verhoogde kans op separatie. Alleen de cijfers aangaande fixaties zijn relatief

hoog in landelijk perspectief, zij het dat er ook op dit gebied tussen 2011 en 2012 sprake is

van een duidelijke afname van ruim 50%. 3.14 GGZ Rivierduinen

GGZ Rivierduinen is een organisatie voor geestelijke gezondheidszorg, voor de regio noord

en midden van Zuid-Holland. GGZ Rivierduinen heeft zes regionale centra te weten GGZ

Duin- & Bollenstreek, GGZ Haagstreek, GGZ Leiden en omstreken, GGZ Midden-Holland,

GGZ Rijnstreek en GGZ Zoetermeer en een centrum voor de zorg aan kinderen en jeugd, te

weten GGZ Kinderen- en Jeugd. Ook telt GGZ Rivierduinen vijf specialistische centra die

veelal landelijk werkzaam zijn. Dit maakt dat de cijfers van GGZ Rivierduinen lastig te

vergelijken zijn met de cijfers van andere instellingen. Een aantal opnameafdelingen binnen

de diverse centra van GGZ Rivierduinen werken al een aantal jaren aan het terugdringen

van dwang en drang. Tabel 3.14.1 beschrijft de afdelingen, waar vanaf 2009 argusgegevens

en vanaf 2010 patiëntgegevens van zijn ontvangen.

Tabel 3.14.1 Functies afdelingen met vrijheidsbeperkingen plaatsvinden Rivierduinen Aantal inwoners in regio 850.000 inwoners

Type regio: rural 2010 2011 2012

1 Opname 32640 118623 107584

2 Langdurige zorg 8350 90629 74160

3 Ouderenzorg 9295 52162 41325 Beddagen

4 Beschermd wonen 777 28986 49120

Opnameuren instellingsbreed* 1225488 6969600 6532536

Opname uren instellingsbreed

Locatie Open Gesloten Totaal Afzonderings

GGZ Duin- en Bollenstreek Voorhout 10 12 22 1 Regionale opname, Acute Opname

GGZ Leiden, Leiden, volwassenen 22 32 54 6 Regionale opname, Acute opname

GGZ Leiden Kortdurende Zorg, Oegstgeest 0 16 16 1 Specialistische afdeling, Niet Aangeboren

GGZ Haagstreek, Leidschendam 0 21 21 2 Opnamekliniek volwassenen

GGZ Haagstreek, Leidschendam 0 16 16 4 High Care Volwassenen B, bovenregionaal

GGZ Haagstreek, Leidschendam 19 0 19 0 High Care Volwassenen C, boven regionaal

GGZ Haagstreek, Leidschendam 0 19 19 0 High Care Volwassenen D, boven regionaal

GGZ Midden-Holland, Gouda, SAS-P 14 11 25 3 Regionale opname, Acute opname

GGZ Rijnstreek, Alphen a.d. Rijn 18 18 36 3 Regionale opname, Acute opname

GGZ Zoetermeer, gesloten opname volwassen 0 11 11 2 Regionale opname, Acute opname

1

GGZ Zoetermeer, gesloten opname volwassen 0 11 11 2 Regionale opname, Acute opname

GGZ Duin- en Bollenstreek Voorhout 0 8 8 1 Regionale opname, Langerdurende Zorg

GGZ Duin- en Bollenstreek Noordwijkerhout 38 8 46 2 Intensief Verblijf Volwassenen

GGZ Leiden, Oegstgeest 48 48 0 Klinische verblijf

GGZ Leiden, Oegstgeest 10 20 30 3 Regionale opname, Langerdurende Zorg

GGZ Haagstreek, Leidschendam 26 0 26 1 Kliniek langerdurende zorg

2

GGZ Midden-Holland, Gouda, cl. Psychotische 10 12 22 0 Regionale opname Langerdurende Zorg

GGZ Duin- en Bollenstreek Voorhout 0 16 16 0 Regionale opname, Ouderen

GGZ Leiden, Oegstgeest, ouderen 10 30 40 0 (boven) regionale langerdurende zorg afdeling

GGZ Leiden Kortdurende Zorg, Oegstgeest 0 20 20 1 Regionale opname, Ouderen

GGZ Haagstreek, Leidschendam 0 19 19 1 Ouderen kliniek kort

GGZ Midden-Holland, Gouda 9 11 20 0 Regionale opname, Ouderen

3

GGZ Zoetermeer, ouderen besloten 10 0 10 0 Regionale opname, Ouderen

Totalen 244 311 555 33

* van 2010 werden geen complete gegevens ontvangen

Page 66: Zes jaar Argus

65

Projectactiviteiten. Het project Terugdringen Separaties is in december 2006 van start gegaan

met een zevental koploperafdelingen. In 2008 is het project verbreed met zes afdelingen

binnen het project Terugdringen Separaties II. Per 1 mei 2009 is het project Project Beter

Zonder Dwang gestart. Inmiddels participeren er 23 afdelingen voor volwassenen of

ouderen in het project. Vanaf 2010 participeert GGZ Rivierduinen in het centraal lerend

netwerk van het VUMC. Rivierduinen beschikt over gecontroleerde Argusgegevens vanaf 1

januari 2009. Er vinden regulier terugkoppelingen plaats naar een van de directeuren, die

direct bij het project betrokken is.

Gestarte separaties. Figuur 3.14.1 beschrijft het aantal gestarte separaties bij Rivierduinen.

Door de jaren heen is een gestage afname zichtbaar. In 2009 vonden 633 separaties plaats, in

2010 471, in 2011 467 en in 2012 322, een reductie van bijna 50%. De belangrijkste afname was

zichtbaar in de regio’s Duin en bollen, de Haagstreek en Leiden, maar ook in de andere

regio’s is een duidelijke afname zichtbaar.

Figuur 3.14.1 Aantal gestarte separaties 2009, 2010, 2011 en 2012

Duur van de separaties. In figuur 3.14.2 wordt de duur van de separaties gepresenteerd.

Figuur 3.14.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

0:00:00

2400:00:00

4800:00:00

7200:00:00

9600:00:00

12000:00:00

14400:00:00

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

2009 2010 2011 2012

Zoetermeer Rijnstreek Midden Holland Leiden lang Leiden kort Haagstreek Duin en Bollen

0

50

10

0

15

0

20

0

25

0

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

200

9 201

0 201

1 201

2

Zoetermeer

Rijnstreek

Midden Holland

Leiden lang

Leiden kort

Haagstreek

Duin en Bollen

Page 67: Zes jaar Argus

66

De cijfers, onderliggend aan de totaal cijfers per centrum, laten zien dat de acute opname

afdelingen lagere duurcijfers vertonen dan de opname afdelingen voor langdurige zorg.

Nadat de cijfers aanvankelijk constant waren is over de laatste twee jaar een forse daling

zichtbaar. Opgemerkt moet worden dat Argus in 2009 werd geïmplementeerd. Over dat jaar

zijn de cijfers niet compleet. 2010 is daarom te beschouwen als referentiejaar. In 2009 werd

32686 uur gesepareerd, in 2010 was dat 44939 uur, in 2011 36704 uur en in 2012 28468 uur.

Dit betekent een reductie van 37% als 2012 met 2010 wordt vergeleken.

Duur en aantal door de tijd: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.14.2 laat de separatie

duurcijfers door de tijd heen zien. Als de jaren 2010 – 2012 met elkaar worden vergeleken, is

te zien dat de reductie vooral te verklaren is door een afname in het aantal separaties.

Tabel 3.14.2 Duur en aantallen door de tijd heen 2009 2010 2011 2012

Aantal separaties 362 594 498 459

Mediaan per separatie 19:07 28:37 27:25 20:45

Gemiddelde duur per separatie 65:58 75:39 72:42 62:00

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.14.3 presenteert het verband tussen

diagnose en de kans op separatie. 270 (11%) van de 2695 opgenomen patiënten werden

gesepareerd. Patiënten met een angststoornis, een depressie of een psycho-organische

stoornis hebben minder risico op separatie. Patiënten met een psychose, al dan niet met

middelengebruik hebben meer kans op separatie.

Tabel 3.14.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie separatie Totalen Significantie

N 2695 2425 270 2695

Diagnose as 1 % % %

- Geen of uitgesteld 728 26 29 27 -

- Aanpassingsstoornis 162 6 6 6 -

- Angststoornis 162 6 3 6 ++

- Depressieve stoornis 377 15 7 14 ++

- Bipolaire stoornis 189 6 13 7 ++

- Psychotische stoornis 377 13 18 14 +

- Schizofrenie 350 13 15 13 -

- Psycho- organische stoornis 243 10 4 9 ++

- Middelen verslaving 135 5 5 5 -

- Psychose en middelen 162 5 12 6 ++

- Diagnose as 2 728 27 22 27 -

GAF < 40 1374 50 59 51 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Overige maatregelen. Afzonderingen vinden bij Rivierduinen niet plaats binnen de opname

afdelingen, maar wel bij verschillende high care afdelingen voor langdurig verblijf. De cijfers

laten tussen 2010 en 2012 een daling zien van 82%. In 2010 was dat 40510 uur, in 2011 was

dat 19134 uur en in 2012 7105 uur. Fixaties laten eveneens een daling zien van 72%. In 2009

werd 14013 uur fixaties vastgelegd, in 2010 was dat 13713 uur, in 2011 was dat 6914 uur en in

2012 was dat 4009 uur. Dwangmedicatie was voor 2011 bij Rivierduinen niet in Argus

opgenomen. In 2011 werden 263 giften dwangmedicatie met verzet vastgesteld, in 2012 was

dat 584. Het is niet duidelijk of deze stijging te maken heeft met een daadwerkelijke

verandering in aantal verstrekkingen of dat er sprake is van een registratie effect.

Page 68: Zes jaar Argus

67

Conclusie

Rivierduinen kent vanaf 2010 een duidelijke daling in de duur en aantallen van separaties,

afzonderingen en fixaties. Het is niet duidelijk of er sprake is van substitutie van separaties

met dwangmedicatie, omdat over verstrekkingen dwangmedicatie geen duidelijke

conclusies kunnen worden getrokken. Wel is het duidelijk dat er geen sprake is van

substitutie met afzondering, omdat dit cijfer eveneens sterk gedaald is en ook wordt bepaald

door een andere patiëntengroep.

3.15 Yulius

Yulius is een relatief kleine GGZ-instelling die zich richt op regio’s Dordrecht, Gorinchem,

Barendrecht en een deel van Rotterdam. Een aantal voorzieningen hebben een

bovenregionale functie. Het Centrum voor Onverklaarde Lichamelijk Klachten en de

klinieken voor Autisme werken zelfs een landelijk. Yulius heeft op meerdere locaties totaal

393 klinische bedden en 284 beschermd wonen plaatsen. Yulius biedt kortdurende zorg,

langdurende zorg en behandeling, zorg aan kinderen en jeugdigen en aan patiënten met

autistische stoornissen. In 2008 werd gestart met de Argusregistraties en vanaf het tweede

kwartaal van 2009 zijn de Argusgegevens instellingsbreed beschikbaar. Het register ontvangt

gegevens van het deel van de instelling waar vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden.

Deze afdelingen en hun functies worden gepresenteerd in tabel 3.15.1.

Tabel 3.15.1 Functies afdelingen en aantal bedden Yulius Aantal inwoners in regio 850.000 inwoners

Type region: ruraal 2009 2010 2011 2012

1 Opname 26519 25809 25423 29704

2 Langdurige zorg 63002 54096 52348 68544

3 Ouderen 16519 14983 12384 12493

Beddagen

4 Kinder en jeugd 79658 78150 78553 75246

Opname uren 4456764 4152918 4072504 4463688

Bedden Kamers

Locatie Open Gesloten Totaal Separeer Functie afdelingen

1 KDZ OKW (1+2) 42 17 61 4 Kortdurende zorg opname

LZB BP Wijnkoperstraat 20 20 Opname langdurende zorg 2

LZB BP Kasperspad (1+2) 20 18 38 3 Langdurende zorg

3 KDZ de Gantel (1+2) 29 8 35 Ouderen opname en behandeling

KJ De Kreek 13 9 22 1 Kinder en jeugd 4

KJ Mississispi (I + II) 7 7 1 Kinder en jeugd

Total 104 79 183 9

Projectactiviteit. De reductie van vrijheidsbeperkende interventies is een aantal jaren onder de

aandacht. Gastvrije zorg, cliëntbetrokkenheid en ervaringsdeskundigheid zijn hierin

kernelementen. In de langdurige zorg en beschermd wonen zijn de eerste

ervaringsmedewerkers getraind. Daarnaast wordt team coaching, intervisie en ethische

reflectie toegepast. Er is een ‘workflow’ zorgpad preventie van separatie gemaakt.

Page 69: Zes jaar Argus

68

Gestarte separaties

Figuur 3.15.1 Aantal gestarte separaties bij Yulius.

De cijfers in Yulius laten vanaf 2010 een stijgende lijn zien. Over de jaren heen vinden

verreweg de meeste separaties plaats op de afdeling KDZ OKW. Binnen Yulius zijn er in

2009 126 separaties geregistreerd, in 2010 was dat 137, in 2011 199 en in 2012 177. Bijna de

helft van de separaties bij Yulius vond plaats op KDZ OKW. Op de afdeling Kasperspad is

sprake van enige toename in het aantal separaties. Bij de Kinder en Jeugd afdeling de Kreek

en Mississippi is eveneens sprake van een toename in het aantal separaties. In de afgelopen

jaren is het aantal patiënten dat gesepareerd werd eveneens toegenomen. In 2009 werden 74

patiënten gesepareerd, in 2010 waren het 84 patiënten, in 2011 waren het 98 patiënten en in

2012 104.

Tijdsduur separaties per kwartaal. Qua tijdsduur van separatie is er in 2011 en 2012 sprake

geweest van een forse toename in vergelijking met 2010. In totaal werden patiënten voor

24400 respectievelijk 15536 uur gesepareerd, meer dan een verdubbeling ten opzichte van

2010 en 2009, toen respectievelijk 11.553 uur en 12.227 uur werd gesepareerd. De meeste

separatie-uren werden geregistreerd bij de afdeling KDZ OKW, in totaal 16150 uur,

voornamelijk onder MofM akkoord. Op deze afdeling werden 56 patiënten gesepareerd.

Daarvan werden vier patiënten over meerdere separaties samen ruim 6000 uur gesepareerd.

Binnen de Kreek (Jeugdpsychiatrie) vond in kwartaal 2 en 3 eveneens een langdurige

separatie plaats van een patiënt. De invloed van deze patiënt is meteen op de cijfers van de

Kreek zichtbaar.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

2009 2010 2011 2012

onbekend

Gantel kliniek

LZB FACT Dordt- Zwijndrecht

LDZ Gorcum/Leerdam/Asperen

LDZ Gorinichem

BW Boven Water

LDZ Ambulant Dordrecht

OKW kliniek

Wijnkoperstraat

psychotische stoornis

Overkampweg

Kasperspad

Hellingen ambulant

Hellingen 1

KJ Mississippi I + II

Kreek ambulant

Kreek Kliniek

Kreek Castor

Page 70: Zes jaar Argus

69

Figuur 3.15.2 Tijdsduur van de separaties per kwartaal bij Yulius

In de gemiddelde duur van de separaties is over 2011, maar ook 2012 een stijging zichtbaar.

Dit heeft te maken met een aantal langdurige separaties. Het aantal separaties lijkt daarmee

niet bijzonder te stijgen, de duur daarentegen wel.

Tabel 3.15.2 Duur en aantallen door de tijd heen

Jaar

Duurcijfers 2009 2010 2011 2012

Gemiddelde 57:14 61:04 96:28 102:50

Mediaan 15:02 18:30 26:00 46:25

Aantal separaties 198 197 253 162

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.15.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie. In 2012 werden 103 (6.7%) van de 1559 opgenomen

patiënten gesepareerd, een in landelijk perspectief laag cijfer. Te zien is dat patiënten zonder

diagnose, met een aanpassingsstoornis, een angststoornis of een depressie minder risico op

separatie hebben, terwijl patiënten met een psychotische stoornis, schizofrenie of

middelengebruik twee maal zoveel kans hebben op een separatie.

Tabel 3.15.3 Diagnosen en kans op separatie Geen separatie separatie Totalen Significantie

N= 1559 1456 103 1559

Diagnose as 1 % % %

Aanpassingsstoornis, geen of uitgestelde

diagnose 437 29 17 28 +

Angststoornis 343 23 10 22 +

Depressieve stoornis 218 14 4 14 ++

Bipolaire stoornis 78 4 7 5 -

Psychotische stoornis 125 7 14 8 +

Schizofrenie 187 11 22 12 ++

Psycho organische stoornis 16 1 2 1 -

Middelen misbruik 78 4 12 5 ++

Diagnose as 2 265 17 17 17 -

GAF Score < 40 608 39 50 39 +

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

0:00:00

1200:00:00

2400:00:00

3600:00:00

4800:00:00

6000:00:00

7200:00:00

8400:00:00

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

2009 2010 2011 2012

onbekend

Gantel kliniek

LZB FACT Dordt- Zwijndrecht

LDZ Gorcum/Leerdam/Asperen

LDZ Gorinichem

BW Boven Water

LDZ Ambulant Dordrecht

OKW kliniek

Wijnkoperstraat

psychotische stoornis

Overkampweg

Kasperspad

Hellingen ambulant

Hellingen 1

KJ Mississippi I + II

Kreek ambulant

Kreek Kliniek

Kreek Castor

Page 71: Zes jaar Argus

70

Afzonderingen. Binnen Yulius werd in 2011 voor 259 uur en in 2012 voor 734 uur

afgezonderd. Dit is een scherpe daling ten opzichte van 2010, toen meer dan 6000 uur werd

afgezonderd. Insluiting op eigen kamer vond niet plaats.

Fixaties. Het aantal fixatie uren lag in 2010 rond de 400 uur, in 2011 rond 300 uur en in 2012

rond de 200 uur bij twee à drie patiënten.

Dwangmedicatie. In de gegevens van Yulius wordt geen onderscheid gemaakt in de

toedieningwijze van medicatie. Er kan geen onderscheid gemaakt worden tussen de orale en

intramusculaire toedieningen. Dit is niet conform het begrippenkader van Argus. Wel is

noodmedicatie onder verzet vastgelegd en daarbinnen is enige toename zichtbaar, van 49

giften in 2010 naar 74 giften in 2011 en 81 in 2012. Desalniettemin zijn deze cijfers lastig te

vergelijken met cijfers van andere instellingen, omdat niet goed herkenbaar is of het gaat om

orale, dan wel intramusculaire medicaties.

Conclusie

In Yulius zijn aantallen en duur van separaties toegenomen en weer afgenomen.

Dwangmedicatie lijkt te zijn toegenomen, maar wegens het hanteren van een ruimer

criterium van dwangmedicatie is dit lastig te beoordelen noch te vergelijken met

bevindingen van andere instellingen. Een belangrijk gegeven bij de beoordeling van de

cijfers van Yulius is het feit dat een klein aantal patiënten veelvuldig gesepareerd wordt. Dit

verklaart veel van de toename en fluctuatie in de cijfers van Yulius. Bij de beoordeling van

de cijfers van Yulius dient rekening gehouden te worden met het gegeven dat de kliniek over

een relatief klein aantal bedden beschikt ten opzichte van het aantal inwoners in het

verzorgingsgebied. Hierdoor kan sprake zijn van een situatie waarin patiënten met de meest

ernstigste problematiek in de kliniek komen.

3.16 Reinier van Arkel Groep ’s-Hertogenbosch

De Reinier van Arkel groep (RvA groep) is een middelgrote instelling voor Den Bosch en de

noordelijke regio van Noord Brabant. Tabel 3.16.1 toont de kerngegevens van de instelling

en de afdelingen waar vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden. De instelling heeft

locaties in Den Bosch en Vught. De RvA groep is een geïntegreerde GGZ-instelling met 751

bedden, waarvan 207 voor kleinschalig wonen. De zorg wordt gegeven in vier divisies:

1. Kortdurende Behandeling, dat ziekenhuispsychiatrie en ouderen psychiatrie omvat.

2. Binnen de divisie Zorg & Resocialisatie ligt het accent op specialistische zorg (autisme,

doven en slechthorenden) en langdurig zorg of begeleiding.

3. De divisie Intensieve Behandeling verleent zorg aan cliënten met meervoudige complexe

psychiatrische problematiek en omvat de forensische polikliniek, de FPA, de afdeling

intensieve psychiatrische behandeling en de afdeling adolescenten.

4. De divisie Kinder- en Jeugdpsychiatrie biedt diagnostiek en behandeling (zowel

ambulante behandeling, dagbehandeling als klinische behandeling (63 bedden)) aan

kinderen en jeugdigen tot 18 jaar.

Page 72: Zes jaar Argus

71

Tabel 3.16.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Reinier van Arkel Aantal inwoners regio

Type regio: ruraal 2010 2011 2012

1 Volwassenen 73870 59572 58271

2 Langdurige zorg 97552 65269 80511

3 Ouderen 50924 58963 32178

4 Forensisch 4809 8838 9056

Beddagen

5 Jeugd 30898 50214 39228

Berekende opname-uren instelling 6194272 5828544 5261856

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeers Functie

Kliniek Detox17 - - - - Regionale opname

Kliniek Volwassenen 30 0 30 1 Regionale opname CIPB Zilverlinden 4a gesloten 0 18 18 4 Regionale opname 1

CIPB Zilverlinden 3 open 24 0 24 0 Opname vervolg

WWA Lichtboog 20 0 20 0

Klimop 26 4 30 1

IZU18 - - - -

Jozef 28 0 28 0

Transmurale bedden chronische patiënten

BW Bethaniestraat 12 0 12 0 Transmuraal

2

Dovencentrum Waterboog 16 0 16 2 Specilaistische opnames

Kliniek Ouderen 40 0 40 1 3

Bogerd 1/tm 8 91 0 91 0

Ouderen opname &

diagnostiek

4 FPA 0 24 24 2 FPA

KDuive 0 6 6 2

KFjoer19 8 0 8 0

KSkipp 8 0 8 0

CAP Crisisunit20 - - - -

KBoeme 24 0 24 0

K&J MFC LVG21 - - - -

K&J Aanmelding en consultatie 0 0 0 0

5

KBijen 16 0 0

Kinder & jeugd

Totaal 343 52 395 13

Projectactiviteiten. De RvA groep is sinds 2006 bezig met het verminderen van

vrijheidsbeperkende interventies. De doelstelling was om in 4 jaar het aantal

vrijheidsbeperkende interventies te verminderen met 40%. Het separatie protocol werd

aangepast. Er zijn een aantal instrumenten zoals handleiding, instructiekaartjes voor

medewerkers en cliënten, training in gastvrijheid, omgaan met moeilijke situaties en

teambijeenkomsten gericht op discussie en bewustwording, ook samen met patiënten

ontwikkeld om cultuurveranderingen te bewerkstelligen. In de periode vanaf 2006 t/m 2009

is het aantal gemelde middelen of maatregelen met 73 % afgenomen (1022 meldingen in 2006

naar 280 in 2010). In de divisie Zorg & Resocialisatie was de afname het grootst. Na 2010 is

ingezet om de projectmatige activiteiten onder te brengen in de lijnstructuur van de

organisatie. Er is ingezet op de ontwikkeling van High Care verpleging en behandeling,

structurele toetsing van separatie-indicaties, scholing en deskundigheidsbevordering, vroeg

signalering, ervaringsdeskundigheid, familieparticipatie bij terugdringen dwang en drang

en structurele evaluatie van separaties binnen de instelling en afdeling. Daarnaast bleef de

intentie om jaarlijks het aantal vrijheidsbeperkende interventies met 10% terug te dringen.

17 Kliniek Detox is onderdeel van de kliniek volwassenen, is geen kliniek op zich. 18 IZU is onderdeel van afdeling Klimop 19 Dit zijn afdelingen die niet in het overzicht staan, maar wel mee tellen in het totaal aantal bedden. Bij deze afdelingen worden geen M&M toegepast. 20 CAP Crisisunit is met ingang van december 2011 gesloten. Separeers zijn nu van CIPB Zilverlinden 4a gesloten en ook als zodanig in het overzicht

opgenomen. Deze separeers worden waarschijnlijk in 2013 omgebouwd tot één comfortzone. 21 Opnamefunctie (en dus ook de toepassing van M&M) van MFC LVG is ondergebracht bij de afdeling Boemerang.

Page 73: Zes jaar Argus

72

Gestarte separaties. In figuur 3.16.1 zijn de gestarte separaties weergegeven. In 2010 werden in

de RvA groep 182 separaties gestart. Dit aantal daalde naar 163 gestarte separaties in 2011 en

2012. Opvallend is de piek in het eerste kwartaal van 2011 waarin de meeste separaties (in

totaal 72) werden gestart. De meeste separaties vinden plaats binnen zorg en resocialisatie.

Met name de afdeling Autisme springt eruit met een totaal van 69 separaties. Bij de divisie

behandeling volwassen werden de meeste separaties (77) gestart bij de afdeling Zilverlinden

3 & 4. Het aantal betrokken patiënten is niet gedaald de afgelopen jaren. In 2010 waren er

gemiddeld 22 patiënten per kwartaal gesepareerd, in 2011 waren dit er 24 en in 2012 39.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

1 2 3 4 1 2 3 4 1 2 3 4

2010 2011 2012

Algemene voorzieningGezondheidscentrum

4333100De Sti jl

Dema rage4246100

42451004244100Beha ndels taf regio 1 & 2

PCD CVTBRegio 2 BW wonen

Regio 2 kl inis chBZW Schi jndel/VughtKl imop & Jozef

FuturaKorsa kow

Bogert 1 - 4Autis me

Ma ats chappel i jke integratieFPAAdolescenten ps ychiatrie

Zi lverl inden 3 & 4aVKT Deel ti jd

VKT ambula ntTra umacentrum

Ziekenhuis ps ychiatrie kl iniekZiekenhuis ps ychiatrie ambulantOuderen ps ychiatrie kl iniek

Da gkl iniek ps ychiatrie ouderenTeam persoonl i jkheids probl

Team Stemmings problTeam Angs tproblCentrum Ziekenhuis ps ychiatrie

KJ de ZwengelKJ RCG Helmond

KJ Pol i Ve ldhovenKJ Pol ikl iniek Oss

KJ Boemera ng1135200

Figuur 3. 16.1 Gestarte separaties per divisie

Separatieduur totaal. Figuur 3.16.2 geeft de tijdsduur van alle separaties per kwartaal weer. In

2010 was er nog sprake van een stijging per kwartaal. In totaal werden de patiënten in 2010

voor 14648 uur gesepareerd tegenover 12171 in 2011 en 18449 uur in 2012. Figuur 2 laat

tevens zien dat in 2012 bij de afdeling Forensische psychiatrie de meeste uren wordt

gesepareerd. Ook op de afdeling Klimop & Jozef vinden veel separaties plaats, dit is vooral

te zien in de eerste twee kwartalen van 2011. Samengevat is er een afname van de cijfers in

2011, tegenover hogere cijfers zowel in 2010 en 2012.

Figuur 3.16.2 Tijdsduur van de separaties

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.16.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de duur van separaties instellingsbreed. Het aantal

gestarte separaties nam na 2010 iets af 182 naar 163 per jaar. Ook de gemiddelde duur per

incident nam af. De mediaan nam juist een beetje toe. Bijzonder is het grote verschil tussen

gemiddelde en mediaan. Dit heeft te maken met enkele langdurige separaties.

Page 74: Zes jaar Argus

73

Tabel 3.16.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar 2010 2011 2012

Gemiddelde duur 107:05:00 90:28:41 77:40:37

Mediaan duur 9:20:00 11:00:00 17:22:30

Aantal separaties 182 163 163

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.16.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij de RvA groep in 2012. De analyse is uitgevoerd onder

2299 opnames over 1462 verschillende patiënten. Van deze patiënten werden 154 (10,5%)

patiënten gesepareerd. De diagnoses bipolaire psychose en middelengebruik evenals een

GAF score van minder dan 40 geven meer kans op separatie. Een aanpassings- of

depressieve stoornis hangt juist samen met minder kans op separatie.

Tabel 3.16.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N 1462 1308 154 1462

Diagnosen as 1 % % % -

- geen diagnose vastgelegd 200 13 16 14 -

- aanpassingsstoornis 166 12 6 11 +

- angststoornissen 79 6 3 5 -

- depressieve stoornissen 226 17 6 15 +

- bipolaire stoornissen 71 4 10 5 +

- andere psychotische stoornissen 122 8 14 8 +

- schizofrenie 139 9 12 10 -

- psycho-organische stoornissen 41 3 4 3 -

- middelen misbruik 166 11 12 11 -

- psychose en middelen 80 5 10 5 +

- autisme 171 12 8 12 -

Diagnose as 2 388 29 25 27 -

Lage Gaf score 311 19 40 21 +

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. In de RvA groep wordt er heel beperkt afgezonderd. In 2010 en 2011 werd

maar 1 patiënt per jaar afgezonderd. In 2012 waren dit zes patiënten, die samen 70 uur

afgezonderd werden.

Gedwongen verblijf in eigen kamer. Het aantal gedwongen verblijven in de eigen kamer was

het hoogst in 2011, met een grote uitschieter in het vierde kwartaal. In 2011 waren er in totaal

99 gedwongen verblijven, waarvan 54 in het vierde kwartaal. Deze interventies vonden

plaats bij de afdeling gezondheidscentrum en bij Klimop en Jozef. In 2010 waren er 28

gedwongen verblijven en in 2012 15. Het aantal uren laat een heel ander beeld zien. Dat was

in 2010 slechts 271 uur, terwijl dat in 2011 4341 uur was en in 2012 3288 uur.

Fixatie. Het aantal fixatie-uren nam tussen 2010 en 2011 toe van 2450 uur naar 3860 uur. In

2012 nam het aantal uur weer af naar 3023 uur. De fixaties in 2012 vonden vooral plaats in de

ouderen psychiatrie.

Gedwongen medicatie. In 2011 zijn er minder gedwongen verstrekkingen van intra musculaire

medicatie geweest dan in 2010. In 2011 werd 13 keer medicatie toegediend tegen 41 keer in

2010. In 2012 nam het aantal medicaties weer toe naar 35.

Page 75: Zes jaar Argus

74

Conclusies

Bij Reinier van Arkel is het aantal gesepareerde patiënten vrijwel gelijk aan het landelijk

gemiddelde. De sterke fluctuaties in separatie duurcijfers worden bepaald door een klein

aantal patiënten. Tussen 2010 en 2011 is er sprake van een duidelijke afname in zowel aantal

als duur van de separaties. Het aantal separaties blijft in 2012 gelijk maar de totale duur

neemt toe en komt uit boven de cijfers van 2012. Het aantal uren afzondering, gedwongen

verblijf en fixatie zijn afgenomen sinds 2011. Het aantal verstrekkingen gedwongen

medicatie is lager dan in de meeste andere klinieken van vergelijkbare omvang.

3.17 GGZ Delfland

Delfland is een relatief kleine instelling met een verzorgingsgebied van ongeveer 500.000

inwoners in de omgeving van Delft en Schiedam. De instelling kent twee klinische locaties,

een in Delft en een in Schiedam. Tabel 3.17.1 toont de kerngegevens van de locaties en de

afdelingen waar vrijheidsbeperkende maatregelen zijn vastgelegd. Vanaf 2010 werkt

Delfland met Argus. In 2010 werd Argus binnen een opname afdeling in Delft

geïmplementeerd. In 2011 is het bij alle opname afdelingen in Delft en Schiedam

geïmplementeerd. In de loop van 2012 is Argus over de gehele instelling geïmplementeerd,

hetgeen te zien is in een toename van het aantal beddagen en opname uren.

Tabel 3.17.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Delfland Aantal inwoners regio 400.000 (schatting delft + Vlaardingen + Schiedam, met overlap den haag en Rotterdam)

Type regio verzorgingsgebied: stedelijk 2011 2012

1 Opname 37855 68956 Beddagen

2 Ouderen 31654

Totaal aantal opname uren 908520 2114640

Bedden

Locatie Open Gesloten Totaal Separeers Functie

B2 – B3 - 22 22 3 Gesloten opname/High Care Delft

B5-b6 28 - 28 - Open opname- en vervolgbehandeling Delft

Afd. 17 - 13 13 3 Gesloten opname/High Care Schiedam

Afd. 3,7,9 32 - 32 - Open opname- en vervolgbehandeling Schiedam

Detox NWN 18 - 18 - Open alcohol-detox behandeling Schiedam

1

B1 Detox 16 - 16 - Open alcohol-detox behandeling Delft

Kastanje 24 24 - Gesloten Langdurig verblijf/gestructureerd Delft

Verlaat/ Sociowonen 87 - 87 - Open Langdurig verblijf Delft 2

Populier 15 15 - Langdurig verblijf met somatische meerzorg Delft

Afd.5 17 - 17 - Open opname en verblijf ouderen Schiedam

Plataan 23 23 - Gesloten opname ouderen Delft 3

Beuk/Esdoorn 46* 46 - Semi-gesloten vervolgbehandeling ouderen Delft

Totaal 221 120 341 6

* Besloten (afdeling op indicatie afzsluitbaar)

In 2011 is Delfland aan het casusregister gaan deelnemen. In het 2011 was argus alleen bij de

opname afdelingen geïmplementeerd, in 2012 instellingsbreed. Het register beschikt daarom

voor 2011 over complete cijfers van separatie, maar niet over complete cijfers van

dwangmedicatie, fixaties en afzonderingen Voor separaties maakt de gehele instelling

gebruik van de ruimtes beschikbaar binnen B2 en B3. Separaties worden daarom gerelateerd

aan de afdeling waar de patiënt verblijft, niet waar deze werd gesepareerd. Zowel orale als

intramusculaire dwangmedicatie onder verzet werden vastgelegd.

Page 76: Zes jaar Argus

75

Opgemerkt dient te worden dat een deel van de separaties bij afdeling 17 te Schiedam te

maken hebben met een samenwerkingsproject met de politie. Bij dit samenwerkingsproject

zijn politieagenten geschoold om bij overlastbezorgers psychotische signalen waar te nemen.

Deze patiënten worden op indicatie van de waarneming van de agent in de separeer

opgenomen. Vervolgens vindt een beoordeling en een start van de behandeling plaats vanuit

de separeer. In geval van afwezigheid van psychiatrische symptomen vervolgt de

overlastbezorger zijn pad binnen het justitiële circuit. Deze separaties zijn niet meegerekend

in de cijfers van de opnameafdeling waar deze plaatsvonden, maar zijn separaat

weergegeven onder de categorie politieproject. Patiënten beschikken over de mogelijkheden

hun kamer van binnen te openen, waardoor insluiting op eigen kamer met de deur op slot in

de database niet voorkomt.

Projectactiviteit. Binnen GGZ Delfland hebben de projectactiviteiten zich gericht op

signaalherkenning en risicotaxatie, indicatiestelling rond de opname, scholing,

casuïstiekbespreking, familieparticipatie, groepsaanwezigheid en teamconsultatie. Daarnaast

is in 2011 begonnen met het inrichten van comfortrooms en het besteden van aandacht voor

de leefomgeving.

Gestarte separaties. Figuur 3.17.1 laat de gestarte separaties per afdeling door de tijd heen zien.

Opgemerkt moet worden dat ouderen en RID9 evenals RID13 pas vanaf 2012 deelnemen.

0

20

40

60

80

jan-mrt 2011 apr-jun 2011 jul-sep 2011 okt-dec 2011 jan-mrt 2011 apr-jun 2011 jul-sep 2011 okt-dec 2011

RID9 Klin Gesl Divers Volw DWO

RID13 Klin Gesl SAP Volw DWO

NWN 17

Kliniek Ouderen NWN

B3

B2

Figuur 3.17.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal uitgesplitst naar afdeling

De meeste separaties starten vanuit de afdelingen B2, B3 en afdeling 17. In 2011 en 2012 had

ongeveer 10% van de separaties te maken met het politieproject. 75% van de separaties

startte op de opnameafdelingen en 15% van de separaties startte bij de verblijfsafdelingen.

Het aantal patiënten dat in 2011 een separatie ondergaat ligt ongeveer rond de 66 patiënten

per kwartaal. In 2012 is dit aantal afgenomen tot 56 patiënten per kwartaal, ondanks dat er

meer afdelingen in beeld zijn. Verder vond er ook een afname plaats van het aantal

separaties met verzet. In 2011 vond 65,6% van de separaties plaats onder verzet van de

patiënt, in 2012 was dit 35,4%. Uren separatie per kwartaal. Het totaal aantal separatie-uren in 2012 is 20315. Dit is met meer

dan 50% toegenomen ten opzichte van 2011, voornamelijk in de afdelingen die al in 2011

registreerden (B2, B3 en 17). Figuur 3.17.2 laat het aantal uur separatie zien per kwartaal per

afdeling. De bijdrage van ouderen, RID9 en RID13 is beperkt.

Page 77: Zes jaar Argus

76

0:00:00

960:00:00

1920:00:00

2880:00:00

3840:00:00

4800:00:00

5760:00:00

jan-mrt 2011 apr-jun 2011 jul-sep 2011 okt-dec 2011 jan-mrt 2011 apr-jun 2011 jul-sep 2011 okt-dec 2011

RID9 Klin Gesl Divers Volw DWO

RID13 Klin Gesl SAP Volw DWO

NWN 17

Kliniek Ouderen NWN

B3

B2

Figuur 3.17.2 Aantal uur separatie per kwartaal uitgesplitst naar afdeling

In 2011 heeft 1646 uur separatie te maken met het politieproject, bij 2760 uur gaat het om

overplaatsingen vanuit andere afdelingen, terwijl 15909 uur separatie te maken heeft met

patiënten opgenomen bij de opnameafdelingen B2, B3 en afdeling 17. In 2012 is aantal

separatie uren van de opname afdeling 13651, bij 508 uur gaat het om overplaatsingen vanuit

andere afdelingen, in dat jaar heeft 2148 uur te maken met het politieproject. Over het geheel

genomen is tussen 2011 en 2012 het aantal uren separatie met 19% afgenomen.

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.17.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de duur van separaties instellingsbreed. De duur per

separatie zijn evenals de mediaan van de separaties constant. Beide cijfers zijn in 2012 boven

het landelijke cijfer. Het totaal aantal uren neemt met name af, omdat het aantal separaties is

afgenomen.

Tabel 3.17.2 Duur en aantallen Jaar

Duurcijfers 2011 2012

Gemiddelde 36:22 37:30

Mediaan 71:11 72:28

Aantal separaties 267 225

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.17.3 gaat in op het verband tussen diagnosen

en separaties bij GGZ Delfland.

Tabel 3.17.3 Diagnosen en kans op separatie in 2012 N Geen

separatie Separatie Totaal

Significantie

N 1204 1068 136 1204

Diagnoses as 1: % % %

- geen diagnose of uitgestelde diagnose 93 8 5 7

- Aanpassingsstoornis 15 1 1 1

- Angststoornis 92 8 4 8

- Depressieve stoornis 251 22 5 21 ++

- Bipolaire stoornis 94 8 10 8

- Psychotische stoornis 280 21 43 23 ++

- Schizofrenie 134 10 18 11 ++

- Psycho organische stoornis 60 5 4 5

- Middelenverslaving 283 23 26 24

Diagnose as 2 385 33 27 32

GAF score onder de 40

324 26 38 27 ++ *Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Page 78: Zes jaar Argus

77

In 2012 waren er 1204 patiënten bij GGZ Delfland. Zij ondergingen in totaal 3596 opnames.

Van deze patiënten werden er 136 (11,3%) ten minste één keer gesepareerd. Te zien is dat een

psychotische stoornis, schizofrenie en een lage GAF score samenhangen met een

toegenomen kans op separatie.

Afzonderingen. Binnen GGZ Delfland wordt nauwelijks afgezonderd. Dit gebeurde in 2011

slechts viermaal en in 2012 tweemaal over enkele uren.

Fixatie. Deze toepassing vond alleen plaats binnen de Beuk, de Populier en RID 3-5. In totaal

werd er in 2012 615 uur gefixeerd. Over 2011 zijn hierover geen gegevens.

Parenterale dwangmedicatie onder verzet. Binnen de afdelingen B2, B3 en afdeling 17 vonden de

meeste verstrekkingen dwangmedicatie plaats. In 2011 waren er 39 verstrekkingen onder

verzet en in 2012 66.

Conclusies

De separatiecijfers van GGZ Delfland zijn hoog in landelijk perspectief, wellicht samenhangt

met grote aantal patiënten met een ernstig psychiatrische stoornis, soms met

middelengebruik. Het % separaties onder verzet verminderde van 65% naar 35%. Het aantal

separaties en separatie uren is tussen 2012 en 2011 met 20% afgenomen. Daar staat tegenover

dat het de dwangmedicatie onder verzet met 70% toenam. Hoewel het gaat om een klein

aantal verstrekkingen, is er mogelijk substitutie van separatie door dwangmedicatie. 3.18 Arkin

Arkin is een van de grootste instellingen in Nederland en bestaat sinds 2008 na een fusie van

JellinekMentrum en AMC de Meren. De zorg wordt aangeboden onder acht servicemerken:

Mentrum, PuntP, Spoedeisende Psychiatrie Amsterdam, Inforsa, Novarum, Jellinek, NPI en

Roads. Jaarlijks worden bij Arkin ongeveer 35.000 cliënten behandeld. Arkin heeft 50

ambulante locaties in Amsterdam, plus 12 klinieken waar cliënten kortere of langere tijd

verblijven. Het verzorgingsgebied beslaat Amsterdam Noord, Oost, Zuid-Oost en Centrum

en de Gooi- en vechtstreek. Tabel 3.18.1 beschrijft de afdelingen waar vrijheidsbeperkende

maatregelen voorkomen. Bij Arkin is het grote aandeel forensische bedden een

bijzonderheid, waardoor de cijfers van Arkin niet zondermeer vergelijkbaar zijn met de

cijfers van de meeste andere instellingen. Binnen de forensische afdelingen is separatie niet

mogelijk, afzondering en insluiting op eigen kamer wel. Separatie is voornamelijk mogelijk

in het bedrijfsdeel ‘wijkgericht’ en in een locatie van het bedrijfsdeel ouderenzorg.

Projectactiviteiten. In 2009 stelde het MT van Arkin zich de ambitie het aantal separaties in

heel Arkin in 3 jaar terug te dringen naar nul, een ambitie die verder ging dan de ambities

van GGZ Nederland. Tegelijkertijd werd onderkend dat bij 10-20 % van de cliënten

separeren noodzakelijk zou blijven. Een analyse van de gegevens in 2008 liet zien dat de

meeste separaties plaatsvonden bij opname. De verwachting was dat met een

kwaliteitsverbetering op een groot aantal gebieden, zoals gastvrije zorg, bejegening gericht

op écht contact, bouwkundige aanpassingen, signaleringsplannen en separatie evaluatie,

eerst de duur van de separaties zou verminderen en later het aantal zou afnemen. Vanaf

2011 is Arkin gericht bezig intensive care afdelingen te realiseren.

Page 79: Zes jaar Argus

78

Tabel 3.18.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Arkin Aantal inwoners regio 600.000

Type regio verzorgingsgebied: 2011 2012

1 Opname 53116 62975

2 Langdurige zorg 33348 35431

3 Ouderenzorg 21551 16230 bedden

4 Forensische zorg 64094 57879

Opname-uren instellingsbreed 4130616 4140360

Bedden Kamers

Locatie Open Gesloten Totaal

Separeer Afzondering en Comfort rooms

Functie

B010101: Kliniek V&P* 76 76 4 comfortrooms Behandeling dubbele diagnose

Ver

sl.

F140102: Vlaardingenlaan IC 12 12 Crisisopname dubbele diagnose

C010103: Kliniek 1e CH 1A 10 10 1 gesloten opnameafdeling (IC)

C010104: Kliniek 1e CH 1B 10 10 1 gesloten opnameafdeling (IC)

C010105: Kliniek 1e CH 2A(TOA) hoogintensief)

10 10 2 Tijdelijke Opvang Amsterdam, regionale functie

C010106: Kliniek 1e CH 2B 10 10 gesloten opnameafdeling

C……….: KLiniek 1e CH 3A 15 15 Gesloten

C010109: Kliniek 1e CH 3b (vrouwen) 15 15 Gesloten opnameafdeling specifiek voor vrouwen

C010110: Kliniek 1e CH 4A 15 15 Gesloten C010111: Kliniek 1e CH 4B 15 15 Gesloten C040102: Kliniek JT (1.3) 24 28 52 4 separeers,

2 afzonderingskamers Algemene opnamekliniek

1

C140101: Crisis Unit (Cordaan) 8 8 Algemene opnamekliniek Rehabilitatie Kliniek Sporenburg. 40 8 48 2 separeers Opname en rehabilitatie

Wijk

geri

cht

2 Rehabilitatie kliniek Reigersbos 33 9 42 2 separeers Opname en rehabilitatie

F010101: Ouderenkliniek Robert Koch 1.3 13 8 21 1 separeer, 1 comfortroom Ouderen opnamekliniek

oude

r

en

3 F110102: Ouderenkliniek PM 1.2 – 1.3 14 10 24 1 afzonderingskamer Ouderen opnamekliniek

G010201: KIB Unit 5.1 9 9

G010301: KIB Unit 6.0 9 9

G010401: KIB Unit 6.1 9 9

G012801 KIB Acuut 1 1

Bovenregionale klinische intensieve behandeling

G011101: FPK Intensief Unit 4.0 8 8

G011201: FPK Intensief Unit 3.0 8 8 Bovenregionale Forensiche intensieve kliniek

G011501: FPK Individueel Unit 3.1 8 8

G011601: FPK Individueel Unit 2.0 5 5

G011701: FPK Individueel Unit 2.1 8 8

Bovenregionale Forensiche individuele behandeling

G011901: FPK Groepsgericht Unit 1.0 9 9

G012001: FPK Groepsgericht Unit 1.1 9 9

G012101: FPK Groepsgericht Unit 2.0 4 4

G012201: FPK Groepsgericht Unit 11.1 12 12

Bovenregionale Forensiche groepsgewijze behandeling

G012501: LIZ afdeling 1 8 8

G012502: LIZ afdeling 2 9 9

G012503: LIZ Afdeling 3 2 2

G012504: LIZ Afdeling 4 1 1

Im f

orsa

– h

oog

inte

nsie

ve z

org

4

G012505: LIZ Afdeling 5 2 2

Bovenregionale TBS kliniek

Totalen 154 350 504

* Alle kamers om te bouwen tot gesloten kamers

Gestarte separaties. Figuur 3.18.1 beschrijft de gestarte separaties bij Arkin. Uit de figuur komt

naar voren dat de meeste separaties starten bij de klinieken van het Jan Tomeepad en de

Constantijn Huygenstraat. Bij de overige instellingsonderdelen vinden separaties incidenteel

plaats. In het tweede en derde kwartaal van 2012 is er sprake van een grote daling van het

aantal separaties, vergeleken met het eerste kwartaal van 2011 is er sprake van een daling

van bijna 50%. Het laatste kwartaal van 2012 laat weer een kleine stijging zien van het aantal

gestarte separaties. Het inzetten op intensive care ontwikkeling in 2012 kan met deze daling

te maken hebben.

Page 80: Zes jaar Argus

79

Figuur 3.18.1 Aantal gestarte separaties

Uren separatie per kwartaal. Figuur 3.18.2 laat de duur van de separaties per kwartaal per

afdeling zien. Twee zaken vallen op. In lijn met figuur 3.18.1 vindt de meeste separatietijd

plaats bij het Jan Tomeepad en de Constantijn Huygenstraat en daarbinnen bij de TOA. In de

cijfers komt ook een klein aantal langdurige separaties in 2011 naar voren, welke hebben

plaatsgevonden bij de KIB, bij de ouderen afdeling van de Robert Kochstraat en bij de

afdeling intensieve begeleiding van reigersbos. Vergeleken met 2011 is er in 2012 sprake van

een duidelijke daling van de totaalduur van separaties van 14650 naar 9500 uur (-35%).

Figuur 3.18.2 Totaal aantal uur separatie per kwartaal

Gemiddelde duur en mediaan van separaties. Tabel 3.18.2 beschrijft de duurcijfers per separatie.

Te zien is dat de gemiddelde evenals de mediane duur in beide jaren vrijwel gelijk is. De

afname in separatie-uren is vooral een afname in aantal gestarte separaties, dit impliceert dat

reductie vooral te maken heeft met preventie.

Page 81: Zes jaar Argus

80

Tabel 3.18.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar

Duurcijfers 2011 2012

Gemiddelde 48:04 41:43

Mediaan 19:00 18:22

Aantal separaties 255 187

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. In 2012 vonden er bij Arkin 2985 opnames plaats bij

1540 verschillende patiënten binnen de in tabel 3.18.1 genoemde afdelingen. 125 (8%) van

deze 1540 patiënten werden gesepareerd, een in landelijk perspectief laag cijfer. Opvallend is

dat geen van de diagnosen op as 1 of 2 te maken hebben met meer kans op separatie. Wel

laat de tabel zien dat depressie of een persoonlijkheidsstoornis te maken hebben met minder

kans op separatie.

Tabel 3.18.2 Diagnosen en kans op separatie N = Geen separatie Separatie Totaal Significantie

N = 1540 1415 125 1540

Diagnosen as 1 % % %

- Geen diagnose 154 10 10 10

- Aanpassingsstoornis 77 8 5 5 -

- Angststoornis 15 2 1 1 -

- Depressieve stoornis 92 6 0 6 +

- Bipolaire stoornis 108 10 7 7 -

- Psychotische stoornis 554 37 36 36 -

- Schizofrenie 262 18 17 17 -

- Psycho-organische stoornis 31 1 2 2 -

- Middelenmisbruik 539 36 35 35 -

Diagnose as 2 308 27 20 20 +

GAF-score onder de 40 924 65 69 65 -

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Een belangrijk deel van de afzonderingen binnen Arkin vinden plaats in het

forensische circuit en de KIB (Inforsa). In totaal is binnen Arkin in 2011 21049 uur

afgezonderd, waarvan 16220 uur bij de afdelingen van Inforsa. Bij de afdelingen van Inforsa

vinden separaties niet plaats. Buiten inforsa vinden de meeste afzonderingen plaats bij de

kliniek van het Jan Tomeepad22. In 2012 is binnen Arkin 21161 uur afgezonderd, een kleine

toename ten opzichte van het voorgaande jaar. Insluiting op eigen kamer met de deur op slot. Deze toepassing vindt eveneens voornamelijk

plaats binnen Inforsa. In totaal is in 2011 binnen Arkin 320022 uur ingesloten, waarvan 6615

(2%) uur binnen de niet forensische afdelingen. De insluitingen op eigen kamer binnen de

niet forensische afdelingen vinden voornamelijk plaats bij de afdelingen van de Constatijn

Huijgenstraat.

Insluiting op overige ruimten met de deur op slot. Ook deze toepassing vindt voornamelijk plaats

binnen Inforsa. In 2011 is in totaal binnen Arkin 330446 uur ingesloten, waarvan 11443 (3%)

uur binnen de niet forensische afdelingen. De insluitingen in overige ruimten binnen de niet

forensische afdelingen vinden eveneens voornamelijk plaats bij de afdelingen van de

Constatijn Huijgenstraat.

22 In de benchmark van 2012 zullen deze cijfers separataat worden gerpesenteerd en over de verscheidene forensische klinieken heen met elkaar vergeleken worden.

Page 82: Zes jaar Argus

81

Insluiting in eigen kamer en overige ruimtes. In 2012 kon in de gegevens van Arkin geen

onderscheid gemaakt worden tussen insluiting op eigen kamer of overige ruimten. In totaal

was het aantal uren van beide verstrekkingen in 2012 426123 uur, waarvan 3045 uur bij de

niet forensische afdelingen. Uitgaande van een som van deze beide interventies in 2011 van

650468 uur, is er sprake van een afname van 35% in de insluitingen, die voornamelijk in het

forensische circuit en de KIB plaatsvinden.

Fixaties. Deze interventie vindt binnen Arkin in 2011 niet plaats, in Argus zijn hiervan geen

gegevens vastgelegd. In 2012 is er in totaal 54 uur aan fixatie vastgelegd binnen Arkin.

Verstrekkingen intramusculaire medicatie onder verzet. Binnen Arkin is intramusculaire

medicatie onder verzet in 2011 346 keer vastgelegd. In 2012 was dit 1247 keer (242%

toename). De niet eenduidige richtlijnen van GGZ Nederland kunnen in 2011 wellicht tot

onderrapportage hebben geleid, in 2012 is binnen de instelling aandacht besteed aan een

goede registratie onder andere op dit punt. 43% van de verstrekkingen vonden in 2012 plaats

in het opnamecircuit, 35% bij de langdurige zorg, 18% in de ouderenzorg en slechts 3% in de

forensische zorg.

Conclusies

Separaties vinden bij Arkin voornamelijk plaats op de afdelingen van de Constantijn

Huigenstraat en van het Jan Tomeepad. Afzonderingen en insluitingen op eigen kamer

vinden binnen deze afdelingen eveneens plaats, zij het in veel mindere mate en in een in

landelijk perspectief beperkte mate. Separaties worden niet door enige diagnose op as 1

voorspeld. Opmerkelijk is het relatief grote aandeel middelengebruik bij klinische patiënten

van Arkin; dit cijfer is veel hoger dan het landelijke cijfer, hetgeen als een risicofactor valt

aan te merken. Ten aanzien van substitutie van separatie door andere maatregelen kan

worden geconcludeerd dat dit niet het geval lijkt, omdat de maatregelen bij andere

patiëntenpopulaties plaatsvinden. Over substitutie met dwangmedicatie kan geen uitspraak

gedaan worden, omdat het lijkt dat er in 2011 sprake is van onderregistratie.

Dwangmedicatie zoals vastgelegd in 2012 laat een in landelijk perspectief hoog cijfer zien,

met name in het opnamecircuit. Binnen de forensische afdelingen van Arkin komen

insluitingen in afzonderingsruimtes en in de eigen of in andere ruimtes relatief veel voor.

Deze cijfers zijn niet goed vergelijkbaar met cijfers van andere instellingen, omdat Arkin veel

(intensive care) forensische bedden kent.

3.19 Dimence

Dimence biedt GGZ zorg aan in Overijssel en bestrijkt een verzorgingsgebied dat bestaat uit

de Hanzestreek, West Overijssel en midden Overijssel met daarin de steden Almelo,

Deventer en Zwolle. Dimence beschikt over 929 klinische bedden waarvan 17 bedden voor

jeugdzorg, 87 bedden voor beschermd wonen, 29 bedden voor verslavingszorg. Tabel 3.19.1

beschrijft die afdelingen waar vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden.

Vrijheidsbeperkende maatregelen vonden alleen plaats bij de reguliere bedden en niet bij de

beschermd wonen, de verslaving - of de jeugdzorg.

Page 83: Zes jaar Argus

82

Tabel 3.19.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Dimence Aantal inwoners in regio 1.000.000 Type regio: ruraal

Aantal opname-uren 2011 2012*

1 Opname 67810

2 Langdurige zorg 139653

3 Ouderen 42561

Dagen

opname

4 Jeugd 3509

Opnameuren instelling 6827592 6445800

bedden kamers

Locatie Open Gesloten Totaal Separeers Typering afdeling

Opname Volwassenen 24 12 36

Psychose 11 11

1

Kliniek 35 9 44

Opname crisis regionale functie

Esquirol/Tollerink 13 21 34

SP Highcare 16 16

LBZ High Care 18 18

Langdurende behandeling

2

Workhome Autismehulpverlening 20 20 Wonen

Opname Ouderen 28 28

Psychiatrisch Medische Unit 12 12

Gerontopsychiatrie 40 40

Behandeling Ouderen 24 24

3

Langerdurende Verblijf Ouderen 18 18

Ouderen psychiatrie

225 76 301 10

* in 2012 konden de patiënten niet goed aan een afdeling worden gekoppeld.

Projectactiviteiten. Dimence heeft gekozen voor de principes van Planetree, waarin betere

zorg, helende omgeving en een gezonde organisatie kernwaarden zijn. Daarnaast is er

aandacht voor ‘de eerste 5 minuten’, deskundigheidsbevordering en risicotaxatie. Per

kwartaal worden overzichten gemaakt over de toegepaste vrijheidsbeperkende interventies.

Gestarte separatie. In 2011 werden per kwartaal tussen de 223 separaties gestart bij in totaal

136 patiënten. In 2012 was een stijging waarneembaar. Het aantal gestarte separaties steeg

naar 319 over 161 patiënten. De stijging van het aantal gestarte separatie betrof vooral

kortdurende separaties. Op de afdelingen Volwassenen 3 en team kliniek gesloten nam het

aantal gestarte separaties en het aantal betrokken patiënten toe. Binnen de langdurige zorg

(Team SP Highcare, team LBZ Highcare en Esquirol) traden weinig veranderingen op.

Figuur 3.19.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

1 2 3 4 1 2 3 4 2011 2012

Team Esquirol B

Team Esquirol

Team PMU

Team opname ouderen 1

Team opname ouderen

Team Opname Volwassen 3

Team kliniek gesloten

Team LBZ Highcare

Team SP Highcare

Team gerontolpsychiatrie driehoek

Team gerontopsychiatrie vierkant

Page 84: Zes jaar Argus

83

Separatieduur. In 2011 werd 17700 uur gesepareerd. In 2012 steeg dat in lichte mate naar

18100 uur. Figuur 3.19.2 levert het beeld op dat qua tijdsduur er veel schommelingen waren

tussen de diverse afdelingen. Dit beeld wordt door een klein aantal patiënten bepaald.

Figuur 3.19.2 Tijdsduur van separatie.

Gemiddelde en mediane duur separatie. De gemiddelde en mediane duur laten een scherpe

daling zien in 2012 t.o.v. 2011. De daling van de gemiddelde duur is te verklaren vanuit het

gegeven dat in 2012 geen bijzonder langdurige separaties plaats vonden, terwijl het aantal

separaties van minder dan een week ongeveer gelijk bleven. De daling van de mediane duur

heeft vooral te maken met meer kortdurende separaties.

Tabel 3.19.2 Duur en aantallen door de jaren heen Jaar

2011 2012

Gestarte separaties 223 316

Gemiddelde duur 77:12 55:28

Mediane duur. 21:45 16:45

Aantal patiënten 136 161

Afzonderingen. In 2011 werden 39 patiënten afgezonderd voor een totale duur van 4600 uur.

In 2012 werd hetzelfde aantal patiënten afgezonderd voor 7600 uur. Ongeveer een derde van

deze afzonderingstijd vond plaats bij acht patiënten van de afdeling Esquirol. Bij team

opname ouderen werden drie patiënten voor 2000 uur afgezonderd. Op de overige

afdelingen vonden vooral kortdurende afzonderingen plaats.

Verplicht verblijf op eigen kamer of overige ruimte. In 2012 verbleven in totaal tien patiënten

verplicht op eigen kamer voor 195 uur. Bij team SP Highcare verbleven 21 patiënten

verplicht in een overige ruimte voor de duur van 780 uur.

Fixatie. Bij de fixaties vond in 2012 een sterke daling plaats. In 2011 werden elf patiënten

gefixeerd met een tijdsduur van 4075 uren. Dit nam af naar zeven patiënten en een tijdsduur

van 750 uur. De fixaties vonden plaats bij de PMU en team opname ouderen.

Intramusculaire medicatie verstrekt onder verzet. In 2011 kregen 63 patiënten in totaal 229 keer

medicatie onder verzet toegediend. In 2012 was dat 324 keer, bij 88 patiënten. Van deze

werden 59 patiënten (= 67%) ook gesepareerd.

0:00:00

480:00:00

960:00:00

1440:00:00

1920:00:00

2400:00:00

2880:00:00

1 2 3 4 1 2 3 4 2011 2012

Team gerontolpsychiatrie driehoek

Team gerontopsychiatrie vierkant

Team Esquirol B

Team Esquirol

Team PMU

Team opname ouderen 1

Team opname ouderen

Team Opname Volwassen 3

Team kliniek gesloten

Team LBZ Highcare

Team SP Highcare

Page 85: Zes jaar Argus

84

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.19.2 beschrijft de kans op separatie binnen de

verschillende diagnosegroepen. In 2012 werden 161 (8%) van de 1932 opgenomen patiënten

gesepareerd. Te zien is dat patiënten met een psychotische stoornis of een bipolaire stoornis

meer kans hebben op een separatie. Patiënten met een angststoornis, depressie, een psycho–

organische stoornis of een persoonlijkheidsstoornis hebben minder kans op een separatie.

Tabel 3.19.2 Diagnosen en kans op separatie Geen separatie Separatie Totalen Significantie

N= 1771 161 1932

Diagnose as 1

Geen of uitgesteld 270 15 9 14 +

Angststoornis 58 3 1 3 -

Depressieve stoornis 309 17 4 16 ++

Bipolaire stoornis 97 5 13 5 ++

Psychotische stoornis 213 10 27 11 ++

Schizofrenie 135 7 11 7 -

Psycho – organische stoornis 58 3 1 3 ++

Middelen verslaving 444 23 23 23 -

Diagnose as 2 (persoonlijkheidstoornis) 348 18 13 18 +

+ P< 0.05 ++ p<0.001

Conclusie Bij Dimence zijn rondom separatie weinig veranderingen zichtbaar over de jaren 2011 en

2012. De duur is nagenoeg gelijk gebleven terwijl het aantal gestarte separaties en aantal bij

separaties betrokken patiënten toenamen. De duur van de afzonderingen nam toe terwijl de

duur van de fixaties afnam. Rondom separatie en afzonderingen enerzijds, en separatie en

dwangmedicatie is substitutie niet uit te sluiten omdat een belangrijke groep patiënten beide

interventies ondergaan. 3.20 Parnassia Groep

De Parnassia Groep is een grote fusieorganisatie bestaande uit zes zorgbedrijven. De

Parnassia groep heeft 168.000 patiënten per jaar in 180 locaties. Circa 8% van de patiënten

wordt klinisch opgenomen. Er zijn drie zorgbedrijven met BOPZ erkenning: BAVO-

Europoort (Rotterdam), Parnassia (Den Haag) en Dijk en Duin (Noord-Holland) en een

forensisch bedrijf (Palier). Tabel 3.20.1 beschrijft afdelingen waar in 2012 arguscijfers zijn

verzameld. In 2012 gaat het over meer opnamedagen en uren dan in 2011, wat betekent dat

de cijfers van andere afdelingen zijn ontvangen.

Projectactiviteiten. De verschillende onderdelen van de Parnassia Groep hebben een langere

traditie in initiatieven gericht op het terugdringen van vrijheidsbeperkende maatregelen. De

projectactiviteiten richten zich op vier zaken. Ten eerste de implementatie van de

CrisisMonitor (van de Sande e.a., 2009; 2011) bij alle gesloten opname afdelingen. De

CrisisMonitor is een model voor gestructureerde korte termijn risicotaxatie waarbij

verschillende observatielijsten dagelijks of eenmaal per week worden afgenomen. De

uitkomsten van deze lijsten worden in de dagelijkse patiëntenbesprekingen gebruikt om het

beleid te bepalen. Deze benadering resulteerde in een halvering van de separatieduur op een

aantal afdelingen.(van de Sande et al, 2011). Als tweede is ingezet op de ontwikkeling van

gastvrije zorg, als derde op ontwikkeling van herstelgerichte zorg en als vierde op

ontwikkeling van intensive care afdelingen.

Page 86: Zes jaar Argus

85

Tabel 3.1.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Parnassia Aantal inwoners regio Circa 1.900.000

Type regio: ruraal 2011 2012

1 Volwassenen 318342 666851

2 Langdurige zorg 36219 233288

3 Ouderen 84698 77074 Beddagen

4 Forensisch 70045 337999

Brekende opname-uren instelling 12223296 31565088

bedden

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeer Functie Zorgbedrijf

CIB gesloten 17 17 Derde lijns intensieve afdeling Parnassia

CIB open 10 10 3

Derde lijns intensieve afdeling Parnassia

KCAP Kliniek A 27 27 Opname acute psychiatrie Parnassia

KCAP Kliniek B 26 26 6

Opname acute psychiatrie Parnassia

Kliniek PZD1 11 11 Psychiatrie en verslaving Parnassia

Kliniek PZD2 10 10 Psychiatrie en verslaving Parnassia

Kliniek RPZD 12 12 Psychiatrie en verslaving Parnassia

Politieprogramma Haaglanden 7 7

2

Crisis opvang Parnassia

DD kliniek 15 15 Behandeling psychiatrie en verslaving Dijk en Duin

Den Ilp straat 19 19 Open opname Purmerend Dijk en Duin

Korsakow 21 21 Gesloten opname locatie Duin en Bosch Dijk en Duin

VW Westlinge B 19 19 Gecentraliseerde opname kliniek/ interne crisis

Dijk en Duin

VW Westlinge D 10 10 Gecentraliseerde opname kliniek/ interne crisis

Dijk en Duin

VW Westlinge E 10 10 20

6

Gecentraliseerde opname kliniek/ interne crisis

Dijk en Duin

LB3 15 15 Open opname afdeling Bavo-Europoort

NAH zwaar 25 25 Afdeling voor niet aangeboren hersenafwijkingen

Bavo-Europoort

OB5 ab 27 27 Open opname afdeling Bavo-Europoort

Opname 1 unit 1 10 10 Gesloten opname afdeling Bavo-Europoort

Opname 1 unit 2 10 10 Gesloten opname afdeling Bavo-Europoort

Opname 1 unit 3 7 7 Gesloten opname afdeling Bavo-Europoort

1

Opname 2 27 27

3

Gesloten opname afdeling Bavo-Europoort

Duurzaam verblijf verslaafden 10 10 Woonafdeling verslaafden Parnassia

Duinroos 32 32 Woonafdeling Parnassia

Waterbies Kliniek 24 24 Woonafdeling Parnassia

Zeewinde Kliniek 23 23 Woonafdeling Parnassia

Breeehorn 34 34 Resocialisatie Dijk en Duin

Meerpaal 13 13 Woonafdeling Dijk en Duin

Kaap A/B/F 25 25 Woonafdeling Dijk en Duin

2

Unit 1 en 2 (1e etage) BW 15 15 Resocialisatie afdeling Bavo-Europoort

PKCO Geriatrie 20 20 Ouderenkliniek Parnassia

PKCO Psychiatrie 70 72 142 Ouderenkliniek Parnassia

PKCV Gesloten Noord 21 21 Ouderenkliniek Parnassia

PKCV Gesloten Zuid 21 21 Ouderenkliniek Parnassia

PKCV Open 22 22 Ouderenkliniek Parnassia

PKCV Open BOR 5 5

2

Ouderenkliniek Parnassia

OU Hoograde 2 37 37 Ouderenafdelingen Dijk en Duin

OU Hoograde B/C/D 40 40 Ouderenafdelingen Dijk en Duin

3

OU Scheer 1/ Zeevang 38 38 Ouderenafdelingen Dijk en Duin

FPA Unit I 8 8 Forensiche afdelingen Parnassia

FPA Unit II 8 8 Forensiche afdelingen Parnassia

FPA Unit III 9 9 Forensiche afdelingen Parnassia

FPA Unit IV-A 11 11 Forensiche afdelingen Parnassia

FPA Unit IV-C 13 13

3

Forensiche afdelingen Parnassia

4

Triple-Ex, locatie Entrada 11 11 Verslaafden met criminele achtergrond Parnassia

Totalen 284 643 927 25

Gestarte separaties. Figuur 3.20.1 beschrijft het aantal gestarte separaties per kwartaal per

afdeling. De blauwe afdelingen horen bij Parnassia Den Haag, de rode afdelingen bij Dijk en

Duin Noord-Holland en de groene afdelingen bij BAVO-Europoort Rotterdam.

Page 87: Zes jaar Argus

86

Figuur 3.20.1 Aantal gestarte separaties per kwartaal per afdeling

Te zien is dat het aantal separaties bij Parnassia Groep is toegenomen tussen 2011 en 2012. In

2011 waren er gemiddeld 214 separaties per kwartaal. In 2012 waren dit er 326 per kwartaal.

Bij Parnassia waren er in 2012 in totaal 736 separaties, bij Dijk en Duin waren dit er 184 en bij

Bavo-Europoort 385. De afdeling waar het meest gesepareerd werd in 2012 is CIB, gevolgd

door GOAZW gesloten en PKCV.

Separatieduur totaal. In figuur 3.20.2 wordt de separatieduur per afdeling per kwartaal

beschreven. Het aantal uren separatie bij Parnassia Groep is afgenomen in overeenstemming

met de criteria van GGZ Nederland. In 2011 werd er 64683 uur gesepareerd, terwijl dat in

2012 55647 uur was, een vermindering van 14%. Bij Parnassia Den Haag werd er in 2012 in

totaal 34346 uur gesepareerd, bij Dijk en Duin 9712 en bij BAVO-Europoort 11589 uur.

Figuur 3.20.2 Duur separaties per afdeling per kwartaal

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.20.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de duur van separaties instellingsbreed. Ten zien is dat

het aantal separaties is toegenomen. De gemiddelde duur per incident is afgenomen. Ook de

mediaan is afgenomen. Als 2012 wordt vergeleken met 2011, werd er in 2012 vaker, maar

veel korter gesepareerd

Page 88: Zes jaar Argus

87

Tabel 3.20.2 Duur en aantallen in 2011 en 2012 Jaar

Duurcijfers 2011 2012

Gemiddelde 63:27:44 43:06:15

Mediaan 20:30:00 13:59:00

Aantal separaties 857 1305

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.20.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij Parnassia in 2012. Deze analyse werd verricht onder

4555 patiënten die samen 8357 opnames ondergingen. Van deze werden 463 (10,2%)

patiënten gesepareerd. Te zien is dat een bipolaire stoornis, een psychotische stoornis,

schizofrenie, middelengebruik, zwakbegaafdheid, een diagnose op as 2 en een GAF onder de

40 samenhangen met een toegenomen kans op separatie. Een depressie, een psycho-

organische stoornis of geen vastgelegde stoornis hangt samen met minder kans op separatie.

Tabel 3.20.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen

separati

Separatie Totalen Significant

verschil* N 4455 4092 414

Diagnosen as 1 % % %

- Geen stoornis of uitgestelde diagnose 950 22 11 21 ++

- Aanpassingsstoornis 108 2 3 2

- Angststoornis 121 3 3 3

- Depressieve stoornis 391 9 6 9 +

- Bipolaire stoornis 263 6 11 6 ++

- Psychotische stoornis 1165 24 38 26 ++

- Schizofrenie 595 12 17 13 ++

- Psycho organische stoornis 279 6 2 6 ++

- Middelenverslaving 1326 29 34 29 +

- Zwakbegaafdheid 288 6 9 6 +

Diagnose as 2 756 16 23 17 ++

GAF- score onder de 40 1687 35 52 37 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzondering. Binnen Parnassia Groep is er in 2011 8113 uur afgezonderd en in 2012 8003 uur.

De meeste afzonderingsuren in 2011 zijn vastgelegd bij een patiënt van het CIB. Deze patiënt

is verantwoordelijk voor 2220 uur afzondering. Bij Parnassia is er in 2012 5555 uur

afgezonderd. Bij Dijk en Duin is er in totaal 3385 uur afgezonderd en bij BAVO-Europoort

1559 uur. Op de afdeling PKCV werd in 2012 het meest afgezonderd, gevolgd door GOAZW

en Zeewinde kliniek. In tegenstelling tot de andere forensische klinieken in Nederland lijkt

er binnen Pallier weinig te worden gesepareerd, noch afgezonderd.

Fixaties. Er wordt het meest gefixeerd bij Parnassia Den Haag. Bij Dijk en Duin is er de

afgelopen twee jaar slechts één fixatie geweest en bij BAVO-Europoort is er helemaal geen

fixatie geweest. In totaal werd er in 2011 13582 uur gefixeerd en in 2012 8407 uur.

Dwangmedicatie. Het aantal verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet is gestegen van 482

naar 1224, een voor een instelling van deze omvang te verwachten cijfer. In 2012 zien we een

grote toename van verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet bij de opnameafdelingen

van BAVO-Europoort. Tevens is er een toename zichtbaar, maar minder sterk, bij de opname

afdelingen in Den Haag en Castricum. 70% van de verstrekkingen dwangmedicatie vindt

plaats bij patiënten die ook worden gesepareerd, 56% vindt plaats in de separeer.

Page 89: Zes jaar Argus

88

Conclusies. Mede omdat de dataverzameling en bewerking van de Arguscijfers bij de

verschillende zorgbedrijven binnen de Parnassia Groep in de afgelopen jaren niet synchroon

liepen wordt in dit rapport alleen gekeken naar de jaren 2011 en 2012, terwijl men over veel

meer jaren zich richt op de reductie van dwang en drang. Over 2011 en 2012 is een afname in

het aantal separaties te zien van 14%. Het aantal uren afzonderingen is afgenomen met 2%

en het aantal fixaties is afgenomen met 40%. In de verstrekkingen dwangmedicatie is een

toename van 150% te zien in dit ene jaar. Tussen separaties en verstrekkingen

dwangmedicatie is een hoge mate van overlap. Dit maakt waarschijnlijk dat de daling in

separatie uren te maken heeft met een stijging in het aantal verstrekkingen dwangmedicatie.

3.21 Delta Psychiatrisch Ziekenhuis

Delta psychiatrisch ziekenhuis is een middelgrote instelling met een verzorgingsgebied in de

regio Rotterdam en omstreken. Blaak heeft tevens een regionale functie voor het opvangen

van vastgelopen behandelingen vanuit andere instellingen. Tabel 3.21.1 beschrijft de

afdelingen waar Argusgegevens van zijn ontvangen. Het aantal opnameuren is in 2012 meer

dan in 2011, omdat in dat jaar gegevens zijn ontvangen meer afdelingen.

Tabel 3.21.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Delta Aantal inwoners regio Circa 600.000

Type regio: stedelijk 2011 2012

1 Volwassenen 91738 113036

2 Langdurige zorg 138839 152473

Beddagen

3 Ouderen 91215 98104

Berekende opname-uren instelling 7985424 8927088

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeers Functie

Nieuwe Haven kliniek 1-4 40 18 58 Crisis opvang en openbare GGZ

Nieuwe Haven kliniek 5-9 24 18 42 Crisis opvang en openbare GGZ

Blaak 1 & 2 20 20 4 Crisis en kortdurende opname volwassenen

Blaak 4 & 5 20 20 4 Crisis en kortdurende opname volwassenen

Blaak 3 10 10 Crisis en kortdurende opname volwassenen

CZHE 11 11 Crisisopvang

Loodds kliniek 6 6 2 Psychiatrie en verslaving

MFC Hellevoetsluis 6 24 30 Transmurale afdeling

1

Kliniek spijkenisse 6 24 30 Transmurale afdeling

Welhoek 1 20 20 3 Opname en behandeling psychotische stoornissen

Welhoek 2 30 30 Opname en behandeling psychotische stoornissen

Welhoek 3 30 30 3 Opname en behandeling psychotische stoornissen

Welhoek 4 20 20 Opname en behandeling psychotische stoornissen

Welhoek sociowoningen 4 4 Opname en behandeling psychotische stoornissen

Brug Rotterdam 32 32 Resocialisatie

2

Goudesteinstraat 18 Verblijf chronische patiënten

CZB kliniek 3 9 9 Ouderen opname en behandeling

CZB Kliniek 6 & 7 27 27 Ouderen opname en behandeling

CR Kliniek 24 24 Ouderen opname en behandeling 3

De Brink 76 Ouderen Verblijf

Totaal 208 321 520 16

Projectactiviteit. Het project binnen Delta richt zich op zes onderdelen, ten eerste het

ontwikkelen van een protocollaire aanpak verwerkt in een ‘klinisch pad dwang en drang’.

Ten tweede zijn de medewerkers van de betrokken afdelingen in de-escalatie en

agressiehantering geschoold door bureau Triffier. Binnen de gesloten afdelingen is aandacht

besteed aan gastvrijheid, aan dagbesteding en aan een beter contact met familieleden van de

patiënt onder andere aan de hand van de triadekaart. Er is in teambesprekingen aandacht

voor agressie Argus werd in 2011 in het EPD geïntegreerd en de instelling beschikt voor

geheel 2011 over vrijwel alle afdelingen over arguscijfers.

Page 90: Zes jaar Argus

89

Gestarte separaties. Figuur 3.21.1 laat het aantal gestarte separaties bij Delta zien. De separaties

worden in deze instelling geteld naar de afdeling waar de patiënt is opgenomen, voordat de

separatie begint. Het aantal separaties is over deze twee jaren heen bijna constant, met 455 in

2011 en 450 in 2012. De meeste separaties vinden plaats bij de afdelingen van de Welhoek en

Blaak. Bij patiënten van andere afdelingen doen separaties zich incidenteel voor. Tussen een

kwart en een derde zijn separaties van bovenregionale gastplaatsingen.

Figuur 3.21.1 Aantal gestarte separaties per afdeling per kwartaal

Separatieduur totaal. Figuur 3.21.2 beschrijft de tijdsduur per kwartaal van de separaties bij

Delta. Als dit figuur vergeleken wordt met figuur 3.21.1 komt duidelijk naar voren dat in

2011 binnen de afdelingen de Blaak het meest gesepareerd wordt, zowel qua aantal

separaties als qua duur van de separaties. In 2012 nam het aantal uur separaties af met 15%,

deze reductie is vooral in verband te brengen met een afname bij de afdeling de Welhoek.

0:00:00

1200:00:00

2400:00:00

3600:00:00

4800:00:00

6000:00:00

7200:00:00

1 2 3 4 5 6 7 8

gastplaats blaak

Spijkenisse Kliniek

MFC Hellevoetsluis

Brug

CR kliniek

CZB Kliniek

Loodds kliniek

bungalows

Welhoek

Blaak

Nieuwe Haven kliniek

Figuur 3.21.2 Totaal aantal uur separatie bij Delta bij afdeling per kwartaal

Duur en aantallen door de tijd heen: gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.21.2 presenteert

het gemiddelde en de mediaan van de duur van separaties instellingsbreed. Ten zien is dat

het aantal separaties bijna gelijk is gebleven evenals de mediaan. De gemiddelde duur nam

met 15% af, hetgeen te verklaren is door een kleiner aantal langdurige separaties.

Tabel 3.21.2 Duur en aantallen in 2011 en 2012 Jaar

Duurcijfers 2011 2012

Gemiddelde 38:20:56 33:50:29

Mediaan 16:30:00 17:00:00

Aantal separaties 455 450

0 20 40 60 80

100 120 140 160

1 2 3 4 1 2 3 4 kwartalen 2011 kwartalen 2012

gastplaats blaak Spijkenisse Kliniek MFC Hellevoetsluis Brug CR kliniek Brink CZB Kliniek Bungalows Loodds kliniek Welhoek Blaak Nieuwe Haven kliniek

Page 91: Zes jaar Argus

90

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. In 2012 waren er in totaal 2477 patiënten opgenomen

bij Delta. Van deze patiënten werden er 240 (9.4%) minstens één keer gesepareerd. Tabel

3.21.3 beschrijft de verhoudingscijfers tussen diagnose en kans op separatie. De tabel laat

zien dat een bipolaire stoornis, een psychotische stoornis, schizofrenie en een GAF-score van

onder de 40 samenhangt met meer kans op separatie. Mensen met een aanpassingsstoornis,

een angststoornis, een depressieve stoornis, een psycho- organische stoornis en een

persoonlijkheidsstoornis hebben een lagere kans op separatie.

3.21.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N= 2237 240 2477

Diagnosen as 1 % % %

- geen stoornis of uitgestelde diagnose 160 6 7 7 -

- Aanpassingsstoornis 121 5 2 5 +

- Angststoornis 138 6 1 6 ++

- Depressieve stoornis 371 16 2 15 ++

- Bipolaire stoornis 178 6 15 7 ++

- Psychotische stoornis 578 22 31 23 ++

- schizofrenie 448 17 31 18 ++

- psycho organische stoornis 101 4 1 4 ++

- Middelen verslaving 601 24 23 24 -

- Zwakbegaafdheid 68 3 3 3 -

Diagnose as 2 709 30 17 29 +

GAF score onder de 40 1835 73 82 74 ++

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Afzonderingen komen in de gegevens van Delta zeer incidenteel voor. Een

patiënt van de afdeling Welhoek werd over de eerste twee kwartalen van 2011 over 730 uur

op vaste tijdstippen afgezonderd. Een andere werd over verschillende interventies verspreid

15 uur afgezonderd. In 2012 komt deze interventie niet voor.

Fixaties. Over het gehele jaar 2011 zijn acht patiënten bij Delta gefixeerd, over een totaal van

800 uur. 650 uur was te herleiden naar twee patiënten bij de afdeling Brink. Gelet op de

omvang van de instelling zijn dit lage cijfers. In 2012 zijn er in totaal elf patiënten gefixeerd,

waarvan er negen van de CZB kliniek 4. Er werd in totaal 1198 uur gefixeerd.

Intramusculaire medicatie verstrekt onder verzet. Over 2011 is 1539 maal parenterale

dwangmedicatie verstrekt bij Delta, waarvan 786 keer onder verzet. In 2012 is er 661 keer

parenterale dwangmedicatie gegeven, waarvan 550 keer onder verzet. In het aantal

verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet is een afname zichtbaar van 30%.

Conclusies. Het aantal separaties is vrijwel gelijk gebleven tussen 2011 en 2012. Het aantal

uur separatie is met 15% afgenomen sinds 2011. In verhouding tot het aantal opnames en de

omvang van de instelling zijn de separatiecijfers binnen Delta in landelijk perspectief hoog.

Daar staat tegenover dat de gemiddelde separatieduur relatief aan de lage kant is. Dit heeft

mogelijk te maken met het hoge percentage patiënten met middelengebruik al dan niet in

samenhang met een psychotische stoornis of schizofrenie. Ook de regionale functie van

afdeling De Blaak kan een rol spelen. Omdat verschillende maatregelen zoals separatie,

afzondering en fixaties bij andere patiënten voorkomen lijkt geen sprake van substitutie. Het

feit dat zowel het aantal uren separaties als het aantal verstrekkingen dwangmedicatie is

afgenomen, impliceert dat tussen separatie en dwangmedicatie evenmin sprake is van

substitutie van de ene door een andere maatregel.

Page 92: Zes jaar Argus

91

3.22 Lentis

Lentis is een middelgrote geestelijke gezondheidsinstelling voor Noord Nederland. Lentis

heeft verschillende zorggroepen: Linis, Dignis, Forint, Jonx, Welnis en Lentis Direct. Elke

zorggroep heeft een andere doelgroep. Vrijheidsbeperkende maatregelen vinden

voornamelijk plaats binnen de zorggroepen Linis (reguliere GGZ) en Forint (forensische

psychiatrie). In het najaar van 2011 is argus bij Lentis geïmplementeerd, na een scholing door

medewerkers van het register. Het register beschikt sinds 2012 over cijfers van Lentis, van

die afdelingen waar vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden. Tabel 3.22.1 omschrijft

de afdelingen.

Tabel 3.22.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden Lentis Aantal inwoners regio

Type regio: ruraal 2012

1 Volwassen 38035

2 Langdurige zorg 18277

3 Ouderen 8344 Beddagen

4 Forensisch 8489

Berekende opname uren instelling 175480

Bedden Kamers

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeer Afzondering Functie

GN Kliniek Algemeen en Crisis Klinische behandeling

GN Kliniek Psychosen Klinische behandeling psychosen

GN Kliniek

35 34 69 2 2

Klinische

Centrum voor Neuropsychiatrie 4 25 29 Behandeling voor hersenschade

Kliniek Winschoten Opname

WS Klin. Psychotische st. Behandeling psychotische stoornisen

1

WS Kliniek gesloten crisis

26 22 48 2 2

Gesloten crisisafdeling

Beukenrode 15 19 34 3 Langdurige behandeling

Eikenstein 13 17 30 2 1 Langdurige behandeling 2

Lindenhoek 31 8 39 Langdurige vervolgbehandeling

3 Klinisch Zuidlaren 18 10 Ouderenpsychiatrie

4 Cederborg 28 28 1 1 Behandeling gedetineerden

Totaal 142 163 277 10 6

Gestarte separatiesFiguur 3.22.1 beschrijft de gestarte separaties bij Lentis. In totaal waren er

120 separaties vastgelegd. De meeste separaties waren bij GN Kliniek Algemeen en Crisis.

Daarna volgt WS kliniek gesloten crisis. In het eerste kwartaal lijkt er sprake van een

registratie effect. Verondersteld wordt dat de cijfers in de overige kwartalen compleet zijn.

Figuur 3.22.1 Aantallen gestarte separaties per afdeling per kwartaal in 2012

Page 93: Zes jaar Argus

92

Separatieduur totaal. Figuur 3.22.2 laat de separatieduur per kwartaal zien. Deze grafiek laat

hetzelfde patroon zien als figuur 3.22.1. De meeste separatie uren vonden plaats bij WS

kliniek gesloten crisis. In totaal is er in 2012 8368 uur gesepareerd, een voor de omvang van

de instelling bescheiden cijfer, zelfs indien met onderregistratie in het eerste kwartaal

rekening wordt gehouden.

Gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.22.2 presenteert het gemiddelde en de mediaan

van de duur van de separaties. Deze cijfers komen overeen met de landelijke cijfers.

Tabel 3.22.2 Duur en aantallen Duurcijfers 2012

Gemiddelde 64:52:12

Mediaan 23:30:00

Aantal separaties 120

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.22.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij Lentis. Deze analyse werd verricht onder 947

patiënten, betreffende 1800 opnames. Van deze werden 67 (7.1%) patiënten gesepareerd, een

in landelijk perspectief laag cijfer. Uit de analyses kwam naar voren dat mensen met een

psychose of middelengebruik meer kans op separatie hebben, waar mensen met een

aanpassingsstoornis of een organische stoornis minder kans op separatie hebben.

Tabel 3.22.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie Separatie Totaal Significantie

N 947 880 67 947

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 118 13 6 13 +

- Angststoornis 31 3 2 3

- Depressieve stoornis 136 14 14 14

- Bipolaire stoornis 107 11 13 11

- Psychotische stoornis 115 11 23 12 ++

- Schizofrenie 93 10 6 10 +

- Psycho organische stoornis 72 8 0 8 +

- Middelen verslaving 275 28 36 28 ++

Diagnose as 2 236 25 19 25

GAF score onder de 40 287 30 30 30

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Figuur 3.22.2 Totaal aantal uren separate per kwartaal in 2012

Page 94: Zes jaar Argus

93

Afzonderingen. Er werd 15936 uur afgezonderd, verdeeld over 119 incidenten, voornamelijk

bij de afdelingen WS kliniek gesloten crisis en GN kliniek algemeen en crisis. Het gaat

daarbij voornamelijk om het gebruik van ‘zorgslot kamers’. In deze kamers is een meer

toezicht, ook aan de hand van camera’s mogelijk. Deze ruimtes worden voornamelijk bij de

indicatie suïcidaliteit ingezet. Voor het overige wordt afzondering incidenteel ingezet bij de

langdurige zorg afdelingen. Verplicht verblijf eigen kamer. Deze interventie werd alleen gebruikt bij Cederborg. Daar werd

drie keer een patiënt verplicht om op zijn kamer te verblijven. Dit duurde in totaal 76 uur. Dwangmedicatie. Er werd in 2012 99 keer dwangmedicatie toegediend, waarvan 67 keer onder

verzet. Dit gebeurde vooral bij GN kliniek algemeen, crisis en bij opnamekliniek Zuidlaren. Conclusie. Aan de hand van de uitkomsten is nog geen trend te beschrijven vanwege de

beperkte tijdsduur waarin Argus registratiemethodiek is gebruikt. Afzondering wordt meer

toegepast dan separatie, met name in de opname afdelingen. Het verstrekken van

dwangmedicatie is laag in verhouding tot de omvang van de instelling. Verplicht verblijf in

eigen kamer wordt nauwelijks toegepast. Afdelingen waar veel interventies worden

toegepast zijn de opnameafdelingen WS kliniek gesloten crisis en GN kliniek algemeen.

3.23 GGZ Drenthe

GGZ Drenthe is een grote instelling voor de provincie Drenthe. De instelling kent vijf

klinische locaties, gelegen in Assen, Beilen, Emmen, Hoogeveen en Meppel. GGZ Drenthe is

in 2011 instellingsbreed met argus gaan werken en in 2012 zijn zij deel gaan nemen aan het

register. Uit eerdere rapportages komt naar voren dat een belangrijk deel van de reductie in

de toepassing van vrijheidsbeperkende maatregelen hebben plaatsgevonden tussen 2010 en

2012, terwijl een eenduidige registratie nog niet was gerealiseerd. Omdat pas vanaf 2012 aan

het register wordt deelgenomen, kunnen geen longitudinale cijfers worden gepresenteerd en

zijn de cijfers van deze instelling niet meer dan indicatief. De zorg is georganiseerd in vijf

onderdelen, drie regio’s (noord, zuidoost en zuidwest) en twee specialismen, ouderen en

forensisch. Doordat de instelling een bovenregionale functie voor de behandeling van

psychosen en forensische zorg heeft, zijn er relatief meer patiënten met ernstig psychiatrische

stoornissen opgenomen. Tabel 3.23.1 toont de kerngegevens van de instelling en de

afdelingen waar vrijheidsbeperkende maatregelen plaatsvinden. In de tabel zijn de ligdagen

voor de verschillende zorgsectoren waarvan cijfers werden ontvangen doorgerekend op

basis van de ontvangen achtergrondgegevens van de patiënten.

Projectactiviteit. Het project bij GGZ Drenthe heeft zich door de jaren heen gericht op een

reductie van de Separatieduur van 10% ten opzichte van het jaar ervoor. Gewerkt is met een

beleid bij binnenkomst, het toepassen van criteria voor besluitvorming tot separeren,

inclusief het afwegen van alternatieven en het in contact blijven met de patiënt. De separaties

werden geëvalueerd met patiënt en team. Bij langdurige separaties werd een aantal keren

externe expertise betrokken. De separatiecijfers werden binnen de instelling, maar vooral aan

de teams terugekoppeld, hoewel dat een aspect is wat nog nadere uitwerking behoeft. Er is

gewerkt met signaleringsplannen, inzet van familie, betrokkenen en ervaringsdeskundigen.

Met vaste regelmaat kwam de directeur behandelzaken langs voor een interne audit Dwang

en Drang, om de gedragenheid van het project te versterken.

Page 95: Zes jaar Argus

94

Tabel 3.23.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGZ Drenthe Aantal inwoners regio:

Type regio : ruraal 2012

1 Opname en specialistische klinieken 100197

2 Langdurige zorg en verblijf 79623

3 Ouderen 45594 Beddagen

4 Forensisch 54122

Berekende opname uren instelling 6708864

Bedden Ruimtes

Type Naam Open Gesloten Totaal Separeer Afzondering Functie

Noord Acuut Opname Open opname regio Noord

Noord Psychiatrie en verslaving 18 9 25 1 2

Behandeling Dubbel Diagnose

Zuidoost Kliniek gesloten en

besloten

12 12 24 3 1

Zuidoost kliniek low care en open 12 12

Open en gesloten opnamekliniek regio

Emmen

KIZ afdeling 1 16 16 32 4 2 Opname acute psychiatrie Hoogeveen

Zuidwest Beter leven Kliniek 27 27 2 LVG problematiek

1

Op

nam

e en

spec

iali

stis

che

beh

and

elin

g

Gezinsbehandeling ouder kind 20 20 Gezinstherapie specialistisch kind

Noord Psychosencluster woon 19 19 Psychosen opname regio Noord

Psychosen A en B 8 16 24 1 1 Psychosen opname regio Noord

Zuidwest Duurzaam verblijf 136

136 2 1 Verblijfsafdeling chronische patiënt

Zuidwest Molenwijk de Deel 12 8 20 2 1 Verblijfsafdeling chronische patiënt

Zuidwest Molenwijk de Hilde

2

Lan

gd

uri

ge

zorg

en

ver

bli

jf

Zuidwest Molenwijk de Weijerd 24 24 Woontraining chronische patiënt

Nijlandsborg 63 9 72 1 Ouderen opname

Noord de Mienk Gesloten en

vervolg

8 8 16 2 1 Ouderen behandeling

Zuidoost kliniek ouderen 12 8 20 Ouderen behandeling

3

Ou

der

en

Zuidoost Centrum Ouderen 48 48 Ouderen Behandeling

De Boeg 12 12 1 Forensisch Behandeling

Forensisch Crisis en FPCU 12 12 2 Forensisch Behandeling De brug 12 12 1 Forensisch Behandeling De Plecht 13 13 2 1 Forensisch Behandeling De Sluis 12 12 1 1 Forensisch Behandeling Flat 4 Vr 9 9 Forensisch Behandeling Het diep 25 25 Forensisch Behandeling Het Dok 12 12 1 Forensisch Behandeling Zelfstandige woontraining 2 2 Forensisch Behandeling

4

Fo

ren

sisc

h

De Baak 18 18 Forensisch Behandeling Totaal Gehele instelling 404 244 646 26 11

Gestarte separaties. Figuur 3.23.1 presenteert de aantallen gestarte separaties instellingsbreed.

Te zien is dat veel separaties plaatsvinden bij de opname afdelingen en bij de forensische

afdelingen (wit en lila). De overige afdelingen, zoals de woon- en verblijfsafdelingen, de

ouderenafdelingen maar ook de specialistische afdelingen voor psychosen dan wel voor

verslaving (overige kleuren), kennen veel minder separaties.

0

10

20

30

40

50

60

70

80

90

jan - mrt 2012 apr - jun 2012 jul - sept2012 okt - dec 2012

De Boeg De Plecht

De Sluis FPCU

Het Dok FP Crisisunit

FP Het Diep 2 OAP

KIZ Kliniek Besloten

Kliniek Gesloten Mierik

Weijerd Wieken

Duurzaam Verblijf DV Klatering 3

BLK CIC

GB Veteranenproject

Figuur 3.23.1. Gestarte separaties instellingsbreed

Page 96: Zes jaar Argus

95

Separatieduur totaal. Figuur 3.23.2 beschrijft het aantal uren separaties per afdeling. Hierin is

te zien dat bij duurzaam verblijf enkele langdurige separaties voorkomen evenals bij de

forensische afdelingen. Voor het overige laat de figuur een vergelijkbare verdeling zien als

bij figuur 3.23.1. In totaal werd er 11386 uur gesepareerd. 98 (36%) van de 276 separaties

werden onder verzet uitgevoerd, een in landelijk perspectief laag cijfer. Patiënten van de

forensische afdelingen hebben naar verhouding meer gestarte en meer uren separatie.

0:00:00

480:00:00

960:00:00

1440:00:00

1920:00:00

2400:00:00

2880:00:00

3360:00:00

3840:00:00

4320:00:00

4800:00:00

jan - mrt 2012 apr - jun 2012 jul - sept2012 okt - dec 2012

De Boeg De Plecht

De Sluis FPCU

Het Dok FP Crisisunit

FP Het Diep 2 OAP

KIZ Kliniek Besloten

Kliniek Gesloten Mierik

Weijerd Wieken

Duurzaam Verblijf DV Klatering 3

BLK CIC

GB Veteranenproject

Figuur 3.23.2 Uren separaties per afdeling per kwartaal

Gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.23.2 beschrijft de gemiddelde en mediane duur

van de separaties bij GGZ Drenthe in 2012. De duur van de separaties is met een gemiddelde

van 44 uur en een mediaan van 17 uur, onder het landelijke cijfer.

Tabel 3.23.2 Duur en aantallen Duurcijfers 2012

Gemiddelde 44:12

Mediaan 17:37

Aantal separaties 276

Patiëntsamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.23.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij GGZ Drenthe. Deze analyse werd uitgevoerd onder

3101 patiënten, 135 (4%)van hen werden gesepareerd, een in landelijk gezien laag cijfer.

Mensen met een psychotische stoornis, middelengebruik, een persoonlijkheidsstoornis of een

verstandelijke handicap hadden meer kans op separatie, mensen met aanpassingsstoornissen

of depressieve stoornis hebben minder kans.

Tabel 3.23.4 Voorkomen van separatie binnen diagnosegroepen

N Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N 2966 135 3101

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis 248 8 2 8 ++

- Angststoornis 200 6 4 6

- Depressieve stoornis 312 10 3 10 ++

- Bipolaire stoornis 92 3 5 3

- Psychotische stoornis 91 3 7 3 ++

- Schizofrenie 288 9 12 9

- Psycho organische stoornis 199 7 2 6 ++

- Middelen verslaving 435 13 31 14 ++

- Psychose en Middelen 138 4 17 5 ++

Diagnose as 2 812 26 38 26 ++

Ontwikkelingsstoornis 176 6 9 6

Zwakbegaafd 171 5 13 5 ++

GAF score onder de 40 927 29 52 30 ++ * + p<0.05; ++ p<0.001

Page 97: Zes jaar Argus

96

.Afzonderingen en insluitingen op eigen kamer met de deur op slot. Ten eerste valt binnen GGZ

Drenthe op dat afzonderingen en insluitingen op eigen kamer met de deur op slot, over veel

minder uren gaan dan de separaties, ondanks het behoorlijke aantal forensische bedden dat

de instelling kent. Het grootste aantal uren afzondering vond plaats binnen de afdeling voor

topklinische zorg voor trauma en betrof één patiënt. Voor het overige vonden

afzonderingen plaats binnen de verschillende opname afdelingen en de klinische bedden

van de transmurale teams.

Fixaties. Er werden binnen GGZ Drenthe geen fixaties vastgelegd.

Parenterale dwangmedicatie onder verzet. Over het jaar 2012 is 108 keer dwangmedicatie onder

verzet verstrekt bij 28 patiënten. Dit is beduidend lager dan het aantal gestarte separaties.

Het aantal patiënten bij wie dwangmedicatie werd verstrekt was ook lager. De meeste van

de verstrekkingen gebeurden bij andere patiënten. Dwangmedicatie kwam evenals

separaties, meer voor bij jonge patiënten, met de diagnose psychotische stoornis of

schizofrenie al dan met middelengebruik.

Conclusie. Het aantal gestarte separaties per aantal opnames, de gemiddelde en mediane

duur van de separaties evenals het aantal uren separatie per aantal opname uren, is bij GGZ

Drenthe beduidend onder de landelijke cijfers. Ondanks het feit dat een belangrijk aantal

bedden georiënteerd is op forensische psychiatrie, psychose en verslaving, dan wel op

mensen met een verstandelijke handicap in combinatie met psychiatrische stoornissen. De

cijfers aangaande afzonderingen, insluitingen en verstrekkingen van dwangmedicatie zijn

eveneens laag in landelijk perspectief. Fixaties worden niet toegepast. Er lijkt daarom geen

sprake van enige mate van substitutie in de cijfers van GGZ Drenthe.

3.24 GGZ Noord-Holland-Noord

GGZ Noord-Holland-Noord(NHN) is een instelling voor de regio Texel, Kop van Noord-

Holland, Noord-Kennemerland en West-Friesland. Aan het register neemt de instelling sinds

2012 deel. Tabel 3.24.1 geeft een overzicht van de betrokken afdelingen.

Tabel 3.24.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGZ NHN Aantal inwoners regio 280.000 inwoners

Type regio: ruraal 2012

1 Opname 40782

2 Langdurige zorg 31069

3 Ouderen 20532 Beddagen

4 Forensisch 11671

Berekende opname-uren instelling 2497296

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeers Functie

Kop van Noordholland 20 20 2 Regionale opname 1

West Friesland 20 20 2 Regionale opname

Noord Kennemerland IHT 14 14 1 Intsensive psychiatrie 2

Noord Kennemerland 14 14 1 FACT opname

West Friesland Ouderen 14 4 18 1 3

Noord Kennemerland ouderen 12 6 18 Medisch psychiatrische unit ouderen

Strandwal 2 31 31 1

Strandwal 8 31 31 4

Hoge Venne 36 36 1

Forensisch

Totalen 26 176 202 9

Page 98: Zes jaar Argus

97

0

10

20

30

40

50

60

Kwartaal 1 - 2012 Kwartaal 2 -2012 Kwartaal 3 - 2012 Kwartaal 4 - 2012

HV kliniek unit 2+3 hoog Kliniek WF ouderen en PMU

Autisme Klinisch OPPG

Kliniek Open Kliniek WF

HV kliniek unit 1+4 gem. Kliniek Kop

Kliniek NK ouderen en PMU Experisecentr. DD Klin

Kliniek NK Overtoom IZV

SW2+8 kl. Unit 3-8 gem WT Ypest.Kapelbuurt 22/68

Langdurende zorg

0:00:00

240:00:00

480:00:00

720:00:00

960:00:00

1200:00:00

1440:00:00

1680:00:00

Kwartaal 1 - 2012Kwartaal 2 -2012Kwartaal 3 - 2012Kwartaal 4 - 2012

HV kliniek unit 2+3 hoog Kliniek WF ouderen en PMU

Autisme Klinisch OPPG

Kliniek Open Kliniek WF

HV kliniek unit 1+4 gem. Kliniek Kop

Kliniek NK ouderen en PMU Experisecentr. DD Klin

Kliniek NK Overtoom IZV

SW2+8 kl. Unit 3-8 gem WT Ypest.Kapelbuurt 22/68

Langdurende zorg

Projectactiviteiten. Als een van de eerste instellingen heeft GGZ NHN sterk ingezet op het

reduceren van klinische bedden en het werken met ambulante teams. NHN heeft als

doelstelling de separatieruimten te ontmantelen en het aantal separaties te reduceren. In de

praktijk zijn vijf van de bestaande separeers in de afgelopen jaren ontmanteld en komt uit

interne cijfers naar voren dat separaties in aantal en duur met meer dan 50% zijn afgenomen.

Gestarte separatie. Figuur 3.24.1 beschrijft de gestarte separaties bij GGZ NHN. Uit de figuur

komt naar voren dat de meeste separaties starten binnen Kliniek Kop en binnen Kliniek WF.

Binnen HV kliniek unit 1+4 neemt het aantal geleidelijk toe en bij Kliniek NK geleidelijk af.

Uren separatie per kwartaal. Figuur 3.24.2 laat de duur van de separaties per kwartaal per

afdeling zien. In lijn met figuur 3.24.1 vindt er veel separatietijd plaats binnen Kliniek Kop.

Gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.24.2 beschrijft de gemiddelde duur en de

mediane duur van de separaties instellingsbreed. De gemiddelde duur ligt met 34 uur ruim

onder het landelijk gemiddelde, de mediaan met 12 uur eveneens. Gerekend naar de

omvang van de instelling, is het aantal separaties klein.

Tabel 3.24.2 Duur en aantallen Jaar

Duurcijfers 2012

Gemiddelde 34:22

Mediaan 12:00

Aantal separaties 165

Figuur 3.24.1 Aantallen gestarte separies per kwartaal

Figuur 3.24.2 Totaal aantal uren separatie per kwartaal

Page 99: Zes jaar Argus

98

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.24.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij GGZ NHN in 2012. Deze analyse werd verricht onder

840 patiënten, betreffende 1404 opnames. Van deze patiënten werden 89 (11%) gesepareerd.

Te zien is dat er een verhoogde kans is op separatie bij patiënten met een

middelenverslaving of een persoonlijkheidsstoornis. Opmerkelijk is dat mensen met

schizofrenie een lagere kans op separatie hebben, hetgeen anders is in dan bij veel

instellingen.

Tabel 3.24.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie Separatie Totaal Significant verschil*

N 751 89 840

Diagnosen as 1 % % %

- Geen diagnose 138 16 20 16

- Aanpassingsstoornis, 31 4 2 4

- Angststoornis 53 6 7 6

- Depressieve stoornis 89 10 8 10

- Bipolaire stoornis 61 7 8 7

- Psychotische stoornis 185 21 26 22

- Schizofrenie 166 21 11 20 ++

- Psycho organische stoornis 17 2 0 2

- Middelenverslaving 100 11 16 11 ++

Diagnose as 2 128 14 26 14 ++

GAF-score onder de 40 22 2 6 2

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. De meeste afzonderingen binnen GGZ NHN vonden plaats binnen HV kliniek

unit 1+4 gem. In totaal is binnen GGZ NHN in 2012 2542 uur afgezonderd, waarvan het

langst binnen HV kliniek unit 1+4 gem en WT YpestKapelbuurt 22/68. Binnen de andere

afdelingen werd er incidenteel afgezonderd.

Insluitingen op eigen kamer. Deze toepassing vond plaats binnen HV kliniek unit 1+4 gem en

HV kliniek unit 2+3 hoog. In totaal is binnen deze afdelingen 4656 uur ingesloten.

Fixatie. Deze toepassing vond alleen plaats binnen Kliniek NK ouderen en PMU. In totaal is

binnen deze afdeling 646 uur gefixeerd.

Parenterale dwangmedicatie onder verzet. Er werd 44 keer medicatie toegediend onder verzet. In

totaal werd 58 keer medicatie toegediend. Dit cijfer is laag in landelijk perspectief.

Conclusie. Separaties vonden binnen GGZ NHN het vaakst plaats binnen de afdelingen

Kliniek Kop en Kliniek WF. Het grootste aantal afzonderingen vond plaats binnen HV

kliniek unit 1+4 gem. Binnen deze afdeling vonden eveneens insluitingen op eigen kamer

plaats, evenals op HV kliniek unit 2+3 hoog. Persoonlijkheidstoornis en middelengebruik

zijn mogelijk voorspellend voor separatie. In tegenstelling tot landelijke cijfers, schizofrenie

of een psychotische stoornis niet. Ten aanzien van substitutie van separatie door andere

maatregelen valt geen uitspraak te doen, omdat de cijfers over een te beperkte tijdsspanne

zijn verzameld.

Page 100: Zes jaar Argus

99

3.25 UMC Utrecht

De Psychiatrische universiteitskliniek van het Universitair Medisch Centrum Utrecht

(UMCU) is georganiseerd in vier zorglijnen (A1-A4):

1. Affectieve en psychotische stoornissen

2. Acuut en intensief

3. Risico en preventie

4. Ontwikkelingsstoornissen

De acute opnames voor zowel volwassenen als jeugdigen vinden plaats binnen zorglijn A2,

waar voor zowel volwassenen als jeugdigen 16 bedden beschikbaar zijn in de kliniek. De

zorglijn affectieve en psychotische stoornissen met 18 bedden, werkt samen met andere

regionale zorgaanbieders en werkt aan de wetenschappelijke ontwikkeling van evidence

based behandeling van stemmingsstoornissen. Het programma Affectieve en Psychotische

stoornissen richt zich op diagnostiek, (kortdurende) behandeling en wetenschappelijk

onderzoek van patiënten met affectieve en recidiverende psychotische stoornissen met meer

ingewikkelde problematiek die om een academische behandelsetting vragen. Zorglijn Risico

en Preventie is een nationaal kenniscentrum op het gebied van schizofrenie en aanverwante

stoornissen en is gespecialiseerd in diagnostiek (waaronder ook second opinions),

vroegonderkenning en de eerste fase van de behandeling. De zorglijn heeft een uitgebreid en

speciaal programma voor patiënten uit het hele land die voor het eerst een psychose

doormaken of doorgemaakt hebben en waarbij een definitieve diagnose nog niet is gesteld.

De zorglijn ontwikkelingsstoornissen biedt zorg aan patiënten (en hun ouders) met een

(vermoeden van een) ontwikkelingsstoornis en richt zich op de behandeling van ADHD en

autisme bij kinderen en jeugdigen, mede ondersteund door wetenschappelijk onderzoek.

Tabel 3.25.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden UMCU Aantal inwoners regio: niet goed vast te stellen Type regio: Stedelijk en bovenregionaal

1 Volwassenen 13143 Beddagen

2 Kinder en Jeugd 7951

Berekende opname uren instelling 506256

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeers Functie

A1 Affectieve en psychotische stoornissen 18 18 Behandeling Stenmingsstoornissen

A3 Risico en preventie 6 10 16 Behandeling Schizofrenie

1

A2 Acuut en intensief

24 24 6 Regionale opnamefunctie

2 A4 Ontwikkelingsstoornissen 8 8 16 Behandeling kinderen en jeugd

Totalen 14 60 74 2

Projectactiviteit. Het projectteam van het UMC Utrecht heeft vanaf 2010 aan reductie van

dwang en drang gewerkt, aan de hand van onder andere een integraal

risicomanagementbeleid (CPI training, risicotaxatie-instrumenten, preventieplannen e.d.),

het betrekken van familie en naastbetrokkenen (rooming-in), het werken met interne en

externe consultatie, formeren van familieadviesraad, separatienabespreking aan de hand van

het Coping-Postvention model, projecten op het gebied van gastvrijheid en het doen van

onderzoek (Faay et al., 2012).

Page 101: Zes jaar Argus

100

Gestarte separaties. Figuur 3.25.1 beschrijft de gestarte separaties bij het UMC Utrecht.

Te zien is dat het aantal separaties in eerste drie maanden afloopt, maar in het vierde

kwartaal weer toeneemt. De meeste separaties komen voor op de afdeling Acuut en

Intensieve Zorg. Bij patiënten van de zorglijn ontwikkelingsstoornissen vinden geen

separaties plaats, bij patiënten van de overige afdelingen komt het incidenteel voor.

Separatieduur totaal. Figuur 3.25.2 laat de separatieduur per kwartaal zien.

Deze grafiek laat een ander patroon zien dan figuur 3.25.1. Hier is te zien dat er in kwartaal 1

het meest wordt gesepareerd en in kwartaal 2 het minst. Qua aantal uren wordt er het meest

gesepareerd bij de afdeling Acuut en Intensieve Zorg.

Gemiddelde en mediaan van separatie. Tabel 3.25.2 presenteert het gemiddelde en de mediaan

van de duur van de separaties instellingsbreed. De mediaan is beduidend onder het

landelijke cijfer van 27 uur, het gemiddelde is eveneens onder het landelijke cijfer van 63 uur.

0

5

10

15

20

25

1 2 3 4

2012

Zorglijn Ontwikkelin

gsstoornissen

Risico en Preventie

Affectieve en

Psychotische

stoornissen

Acuut en Intensief

jeugd

Acuut en Intensief

volwasennen

0:00:00

120:00:00

240:00:00

360:00:00

480:00:00

600:00:00

720:00:00

840:00:00

960:00:00

1080:00:00

1200:00:00

1 2 3 4

2012

Zorglijn Ontwikkelin

gsstoornissen

Risico en Preventie

Affectieve en

Psychotische

stoornissen

Acuut en Intensief

jeugd

Acuut en Intensief

volwasennen

Figuur 3.25.1 Aantallen gestarte separaties per afdeling per kwartaal

Figuur 3.25.2 Totaal aantal uren separaties per afdeling per kwartaal

Page 102: Zes jaar Argus

101

Tabel 3.25.2 Duur en aantallen separaties Duurcijfers 2012

Gemiddelde 40:50:28

Mediaan 11:20:00

Aantal separaties 76

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.25.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij UMC Utrecht. Deze analyse werd verricht onder 560

patiënten. Van deze patiënten werden er 47 (8,4%) patiënten gesepareerd. De tabel laat zien

dat een bipolaire stoornis of een middelenverslaving, evenals een lage score op de GAF,

samenhangt met een verhoogde kans op separatie. Angst, depressie, een psycho- organische

stoornis en opmerkelijk genoeg ook een psychotische stoornis of schizofrenie laten een lagere

kans op separatie zien.

Tabel 3.25.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N 560 513 47 560

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 381 67 74 68 -

- Angststoornis 15 3 0 3 ++

- Depressieve stoornis 56 11 2 10 +

- Bipolaire stoornis 8 1 2 1 +

- Psychotische stoornis 24 4 2 4 +

- schizofrenie 13 3 0 3 +

- psycho organische stoornis 2 0.1 0 0 ++

- Middelen verslaving 61 10 19 11 ++

Diagnose as 2 91 16 19 16 -

GAF score onder de 40 313 54 79 56 +

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Fixaties. Bij UMC Utrecht is nauwelijks gefixeerd. Er werd in totaal tweeënhalf uur gefixeerd.

Dwangmedicatie. Er werd in totaal 306 keer dwangmedicatie toegediend, bij 37 verschillende

patiënten. Dit gebeurde 73 keer onder verzet bij 20 patiënten. De meeste dwangmedicatie

werd toegediend op de afdeling risico & preventie. Daar werd 104 keer dwangmedicatie

gegeven. Van de patiënten die dwangmedicatie ondergingen had de helft een

persoonlijkheidsstoornis, en bijna de overige helft een psychotische stoornis of schizofrenie.

Een enkeling had een bipolaire stoornis.

Vocht/Voeding. In totaal werd er 106 keer dwangvoeding of vocht toegediend bij UMC

Utrecht. Dit gebeurde 60 keer onder verzet. Deze interventie vond plaats onder vijf

jeugdigen van de afdeling A2 jeugd.

Andere vrijheidsbeperkende maatregelen. Er werd acht keer een andere niet nader omschreven

vrijheidsbeperkende maatregel toegepast, samen voor twee uur. De meeste van deze

maatregelen werden toepast op de afdeling Klinische Ontwikkelingsstoornissen.

Conclusie. In de uitkomsten is nog geen trend te beschrijven vanwege de beperkte tijdsduur

waarin de Argus registratie methodiek wordt gebruikt. De meest gebruikte interventie is het

toedienen van dwangmedicatie, veel meer dan separatie. Het aantal fixaties is heel beperkt.

De meeste separaties zijn kort van duur, . cijfer landelijke het onder De cijfers van het

UMCU sluiten daarmee aan op de internationale literatuur ( Steinert e.a., 2009).

Page 103: Zes jaar Argus

102

3.26 Academisch Medisch Centrum Amsterdam (AMC)

Het AMC is het Academisch Medisch Centrum voor Amsterdam en omgeving. Het AMC

heeft drie klinische afdelingen voor psychiatrische patiënten. Op deze afdelingen vinden

tweede- en derdelijns diagnostiek en kortdurende behandelingen plaats. Er is één gesloten

afdeling en twee open afdelingen. De IC is onderverdeeld in twee subunits van elk zes

bedden. Er zijn twee separeerruimtes en twee beveiligde rustkamers (BVK’s).

Tabel 3.26.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden AMC Aantal inwoners regio

Type regio: ruraal 2012

Beddagen 1 Volwassenen 17957

Berekende opname-uren instelling 430968

Locatie en bedden Open Gesloten Totaal Separeers BVK Functie

Intensive Care (IC) 12 12 2 2 Intensieve behandeling

Medium Care (MC) 27 27 Voorgezette kortdurende zorg 1

Psychiatrisch Medische Unit (PMU) 14 14 Gecombineerde psychiatrische en somatische zorg

Totalen 41 12 53 2 2

Projectactiviteiten. Mede omdat het AMC wegens zijn academische functie veel opnames met

een eerste psychose kent, is ingezet op preventie van separatie middels ‘de eerste 5 minuten’,

casuïstiek besprekingen en separatie evaluatie. Argus is binnen de afdeling ingebed in een

wetenschappelijk onderzoek naar personele inzet en risicotaxatie (Doedens, 2014).

Gestarte separaties. Figuur 3.26.1 beschrijft de gestarte separaties bij het AMC. Te zien is dat

het aantal separaties over het jaar ongeveer constant is. De meeste separaties komen voor op

de Intensive Care afdeling. Op de Medium care is twee keer gesepareerd. Op de afdeling

Psychiatrische Medische Unit is niet gesepareerd in 2012.

Separatieduur totaal. Figuur 3.26.2 laat de separatieduur per kwartaal zien. Deze grafiek laat

vrijwel hetzelfde – constante - patroon zien als figuur 3.26.1.

Figuur 3.26.2 Aantallen gestarte separaties per afdeling per kwartaal

Figuur 3.26.2 Totaal aantal uren separie per afdeling per kwartaal

Page 104: Zes jaar Argus

103

Gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.26.2 presenteert het gemiddelde en de mediaan

van de duur van separaties instellingsbreed. Beide cijfers liggen enigszins boven het

landelijke cijfer.

Tabel 3.26.2 Duur en aantallen separaties Jaar

Duurcijfers 2012

Gemiddelde 91:59:43

Mediaan 48:52:30

Aantal separaties 53

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.26.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij het AMC 2012. Deze analyse werd verricht onder 371

patiënten, betreft 703 opnames. Van deze werden 42 (11,3%) patiënten gesepareerd.

Patiënten met een angststoornis of een depressieve stoornis hebben een verminderde kans

op separatie. Patiënten met een psychotische stoornis of een middelenverslaving hebben een

iets verhoogde kans op separatie.

Tabel 3.26.3 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N 371 329 42 371

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 48 14 5 13 +

- Angststoornis 30 9 0 8 +

- Depressieve stoornis 46 14 2 12 +

- Bipolaire stoornis 29 8 7 8

- Psychotische stoornis 59 15 26 16 +

- Schizofrenie 78 20 29 21

- Psycho organische stoornis 5 1 2 1

- Middelen verslaving 76 19 29 20 +

Diagnose as 2 47 12 14 13

GAF score onder de 40 232 61 74 61 -

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. In totaal werd er in 2012 1495 uur afgezonderd bij het AMC. Op de afdeling

Intensive Care werd 1030 uur afgezonderd en bij de Psychiatrische Medische Unit 465 uur.

Op de Medium Care vonden geen afzonderingen plaats. In totaal ondergingen 10 patiënten

een afzondering.

Fixaties. Er werd alleen op de Intensive Care gefixeerd. In totaal werd daar één patiënt

gefixeerd voor 140 uur.

Dwangmedicaties. Er werd in totaal 1432 keer medicatie toegediend bij 50 verschillende

patiënten. Dit gebeurde 172 keer onder verzet. De meeste medicaties werden toegediend op

de IC. Daar werd 891 keer dwangmedicatie gegeven. Op de afdeling PMU was dit 294 keer

en op de afdeling MC 247 keer.

Conclusie. In de uitkomsten is nog geen trend te beschrijven vanwege de beperkte tijdsduur

waarin de Argus registratie methodiek wordt gebruikt. De meest gebruikte interventie is het

toedienen van dwangmedicatie, evenals bij het UMCU. Op de Intensive Care vinden de

meeste vrijheidsbeperkende interventies plaats.

Page 105: Zes jaar Argus

104

3.27 GGZ Centraal

GGZ Centraal is een instelling voor de regio Midden-Nederland. De instelling bestaat uit vijf

zorgeenheden: Flevoland, Het Gooi en Vechtstreek, Oostelijk Utrecht, Veluwe en Veluwe

Vallei en Fornhese (kinder- en jeugdpsychiatrie). De instelling heeft jaarlijks ongeveer 40.000

cliënten in behandeling. Tabel 3.27.1 toont een overzicht van de deelnemende afdelingen.

Tabel 3.27.1 Functies deelnemende afdelingen en aantal bedden GGZ Centraal Aantal inwoners regio

Type regio: ruraal 2012

Beddagen 1 Volwassenen 172531

2 Langdurige zorg 156351

3 Ouderen 148712

4 Jeugd 33108

Berekende opname-uren instelling 12256848

Locatie en bedden23 Open Gesloten Totaal Separee

rs

Comfort Functie

Meregaard Kliniek A 23 23 4 1 Gesloten afdeling

Meregaard Kliniek B 10 10 Besloten afdeling

Meregaard Kliniek C 22 22 Open afdeling

Amergaard SMCP 10 10 20 3 1 Spoedeisende behandeling

Cederhorst 36 36 Psychiatrie en verslaving

Johannesbos gesloten 14 14 3 1 Gesloten klinische behandeling

Kastanjehof- acute psychiatrie 10 18 28 3 3 Gesloten klinische behandeling

Kastanjehof- intensieve psychiatrie 20 32 52 Klinische behandeling

Kastanjehof - verslaving en

psychiatrie 9 10 19 Klinische behandeling verslaving en

psychiatrie Rembrandthof kliniek A

11 11 3 1 Gesloten klinische behandeling

1

Meerzicht - Volw Opname Gesloten

18 18 3 Gesloten klinische behandeling

De Duynenhof

16 16 2 1 Gesloten afdeling langdurige zorg

2 Larikshof 3 - wonen

25 25 Open langdurige zorg

persoonlijkheidsstoornissen Meregaard Ouderenpsychiatrie

12 12 Opname ouderen

C.V.O.

32 20 52 Opname ouderen

Eikenstaete 24 24 2 Gesloten opname ouderen

Meerzicht Gerontopsychiatrie

9 9 Ouderenpsychiatrie

Meerzicht Psychogeriatrie

8 8 Ouderenpsychiatrie

Oosterhoorn Heesters

36 36 Intensieve zorg ouderen

3

Rembrandthof kliniek B 11 11 Opname ouderen

Fornhese/Branding

6 6 1 Jeugd 4

Rietschans Besloten

16 16 1 1 adolescentenkliniek

Totalen 244 224 468 25 9

Projectactiviteiten. Het project bij GGZ centraal heeft zich gericht op de inzet en participatie

van familie en ervaringsdeskundigen binnen de afdelingen, ketensamenwerking met

ambulante zorg en verwijzers, het ontwikkelen van consultatieteams, het verder invoeren

van risicotaxatie met de BVC en het verder doorontwikkelen van feedback van arguscijfers

en scholing van medewerkers in vroegsignalering, risicotaxatie en agressiehantering.

23 Het gaat bij het aantal bedden om de fysieke capaciteit. Besloten bedden zijn opgeteld bij gesloten.

Page 106: Zes jaar Argus

105

Gestarte separaties. Figuur 3.27.1 beschrijft de gestarte separaties bij GGZ centraal. In 2012

waren er gemiddeld 103 separaties per kwartaal. De meeste separaties vonden plaats bij

Kastanjehof (acute psychiatrie). Gevolgd door Rembrandthof Kliniek A, Meerzicht

(volwassen opname gesloten) en Amergaard.

Figuur 3.27.1 Aantal gestarte separatie per afdeling per kwartaal

Separatieduur totaal. Figuur 3.27.2 laat de separatieduur per kwartaal zien. Te zien is dat in

kwartaal 3 de meeste uren is gesepareerd. In totaal werd 42815 uur gesepareerd, een relatief

hoog getal naar omvang van de instelling. Op de afdeling Kastanjehof waren er naast de

meeste separaties ook het grootste aantal uren separatie. Daar werd 13508 uur gesepareerd.

Gemiddelde en mediaan van separaties. Tabel 3.27.2 presenteert het gemiddelde en de mediaan

van de duur van separaties. Het gemiddelde ligt boven het landelijk cijfer, de mediaan er iets

onder. Deze discrepantie is te verklaren door een aantal langdurige separaties.

Tabel 3.27.2 Duur en aantallen separaties Duurcijfers 2012

Gemiddelde 74:51:06

Mediaan 23:52:30

Aantal separaties 411

0

20

40

60

80

100

120

140

1 2 3 4 2012

onbekend

Rietschans Besloten

Rembrandthof kliniek B

Rembrandthof kliniek A Meerzicht- Volw. Opname Gesloten Larikshof 3 Kastanjehof- verslaving en psychiatrie Kastanjehof-intensieve psychiatrie Kastanjehof-acute psychiatrie Johanesbos 1 Eikenstaete A - Ouderenpsychiatrie Amergaard (SMCP) Meregaard ouderenpsychiatrie Meregaard Kliniek B Meregaard kliniek A

0:00:00

2400:00:00

4800:00:00

7200:00:00

9600:00:00

12000:00:00

14400:00:00

1 2 3 4 2012

onbekend Rietschans Besloten Rembrandthof kliniek B Rembrandthof kliniek A Meerzicht- Volw. Opname Gesloten Larikshof 3 Kastanjehof- verslaving en psychiatrie Kastanjehof-intensieve psychiatrie Kastanjehof-acute psychiatrie Johanesbos 1 Eikenstaete A - Ouderenpsychiatrie Amergaard (SMCP) Meregaard ouderenpsychiatrie Meregaard Kliniek B Meregaard kliniek A

Figuur 3.27.2 Totaal aantal uur separatie per afdeling per kwartaal

Page 107: Zes jaar Argus

106

Patiëntensamenstelling en risico op separatie. Tabel 3.27.3 presenteert het verband tussen

diagnosen en de kans op separatie bij GGZ Centraal. Deze analyse werd verricht onder 4079

patiënten die 9380 opnames ondergingen. Van deze werden 295 (7,2%) patiënten

gesepareerd, een in landelijk perspectief relatief laag cijfer. In de tabel is te zien dat patiënten

met een angststoornis of een depressieve stoornis een verminderde kans hebben op

separatie. Patiënten met een bipolaire of een psychotische stoornis hebben een vergrote kans

op separatie. Patiënten met schizofrenie, middelenmisbruik of een persoonlijkheidsstoornis

hebben geen verhoogd risico op separatie.

Tabel 3.27.3 Diagnosen en kans op separatie N= Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N= 4079 3784 295 4079

Diagnosen as 1 % % %

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 435 11 8 11

- Angststoornis 171 4 1 4 +

- Depressieve stoornis 290 18 5 17 ++

- Bipolaire stoornis 707 7 13 7 ++

- Psychotische stoornis 484 11 21 12 ++

- Schizofrenie 581 14 17 14

- psycho organische stoornis 263 7 3 6 +

- Middelen verslaving 1147 28 30 28

Diagnose as 2 1297 32 32 32

Totalen 92.8 7.2

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Afzonderingen. Bij GGZ centraal werd er 309 keer iemand afgezonderd. Dit was over een

totaal van 28347 uur. Onder afzondering wordt bij GGZ Centraal voornamelijk het verblijf in

een Intensive Care Unit verstaan. De meeste afzonderingen waren bij de kliniek Amergaard.

Hier werd 12925 uur afgezonderd.

Fixaties. Er werd in 2012 63 keer gefixeerd, waarvan 17 onder verzet, over een totaal van 1580

uur. De afdeling waar het meest gefixeerd is was Meregaard (ouderenpsychiatrie),

Eikenstaete A (ouderenpsychiatrie) en Meerzicht (ouderen open pg). Opvallend is dat bij

Meerzicht alleen in het eerste kwartaal veel gefixeerd is.

Vestrekkingen dwangmedicatie onder verzet. Er zijn maar weinig verstrekkingen

dwangmedicatie vastgelegd in 2012, zeker naar omvang van de instelling. In totaal werd er

21 keer medicatie gegeven waarvan 17 keer onder verzet. Dit cijfer is naar omvang van de

instelling bijzonder laag.

Verblijf eigen kamer. Deze interventie werd binnen GGZ centraal incidenteel toegepast. In

totaal moesten drie patiënten samen negen keer verplicht op hun kamer blijven over 162 uur.

Gecombineerde interventies. Een bijzonder gegeven bij GGZ centraal is de combinatie van

verschillende typen interventies. Vanuit het principe dat het te verkiezen is om de minst

ingrijpende interventie toe te passen, zijn er een aantal interventies waarbij separaties

afgewisseld worden met afzonderingen. Tabel 3.27.4 presenteert de verschillende typen.

Gecombineerde interventies deden zich alleen voor bij separaties en afzonderingen, niet bij

fixaties en separaties of afzonderingen.

Page 108: Zes jaar Argus

107

Tabel 3.27.4 Gecombineerde interventies Duur Consultatiecriteria

Interventie

Aantal

gestart Mediaan Gemiddeld < 24 uur

< 1 dg

>24 uur

of 1-6 dg

>84 uur

of > 1wk

>253 uur

of > 3 wk

>504 uur

of > 6wk

>1092 uur of

3 mnd

Separatie alleen 333 18:15 5:10 143 126 56 9 1 1

Afzondering alleen 312 9:15 32:42 97 169 28 3 1 0

Separatie afgewisseld met afzondering 239 71:30 176:41 0 104 80 27 22 6

Hierin is te zien dat de duur van de gecombineerde interventies beduidend hoger ligt dan de

duur van de interventies afzonderlijk als deze zich alleen voordoen. Om te kijken of de

patiënten die gecombineerde interventies ondergingen, zich onderscheiden van de overige

patiënten zijn kruistabel analyses verricht over leeftijd, geslacht, burgerlijke staat

(samenwonend), etnische achtergrond en diagnose met de categorieën ‘separatie alleen’,

‘afzondering alleen ’en ‘separatie afgewisseld met afzondering’. Deze analyses laten zien dat

‘separatie afgewisseld met afzondering’ voorspeld wordt door het mannelijk geslacht, een

leeftijd tussen de 35 en 60 jaar, etnische minderheid en de diagnosen depressie, bipolaire

stoornis en psychose NAO. Schizofrenie, middelengebruik of persoonlijkheidsstoornis waren

niet voorspellend. Met uitzondering van depressieve stoornissen komen deze bevindingen

overeen met wat bij ‘risico op separatie’ werd berekend (tabel 3.27.3).

Conclusie. In de uitkomsten is nog geen trend te beschrijven vanwege de beperkte tijdsduur

waarin in Argus is geregistreerd. De meest gebruikte interventie was separatie. Afzondering

(verblijf in de ICU) al dan niet in combinatie met separatie werd eveneens frequent ingezet.

Insluiting op eigen kamer of in een overige ruimte werd in beperkte mate ingezet. Opvallend

is het gegeven dat patiënten bij wie interventies gecombineerd worden, veel over een veel

langere tijd deze interventies ondergaan. Fixatie vond vooral plaats bij ouderen. Er is naar de

omvang van de instelling bijzonder weinig dwangmedicatie ingezet.

Page 109: Zes jaar Argus

108

Hoofdstuk 4 Psychiatrische Afdelingen in Algemene

Ziekenhuizen en klinische voorzieningen

vanuit religieuze grondslag 4.1 Inleiding

In dit hoofdstuk worden drie typen afdelingen (centra) besproken. Allereerst de regionale

centra(RC) voor de GGZ, vervolgens de Psychiatrische afdelingen in algemene ziekenhuizen

(Paaz) en psychiatrische universiteitsklinieken (PUK). De regionale centra zijn gelokaliseerd

bij algemene ziekenhuizen. In het algemeen hebben zij eenzelfde functie als een opname

afdeling in de GGZ met een vergelijkbare patiënten populatie. In dit hoofdstuk worden de

naaste de meeste PAAZ afdelingen en twee kleinere PUK afdelingen besproken. De PUK

van het UMC Utrecht en het AMC Amsterdam zijn al in hoofdstuk 3 besproken.

Paaz-en PUK’s richten zich op dezelfde doelgroep van patiënten bij wie in eerste instantie

geen zeer langdurige opname wordt verwacht (Poelijoe, Schene, van Wijngaarden &

Gersons, 1994). Door de relatief korte gemiddelde opnameduur (vier à vijf weken) worden er

op de Paaz-en, in vergelijking met de algemene psychiatrische ziekenhuizen, per bed veel

meer patiënten behandeld. Bij een deel van de opgenomen patiënten is sprake van

psychiatrische co-morbiditeit bij somatische problematiek. Aanwezigheid van psychiatrische

co-morbiditeit vormt een risicofactor voor een slechter beloop van de somatische

aandoening. Een Paaz of medisch psychiatrische unit voorziet in deze lacune (Honig, Visser,

Heller, Kieviet & Boenink, 2014). Tabel 4.1 beschrijft het aantal gestarte separaties en de duur

per aantal opname uren.

Tabel 4.1 Separatie uren, gestarte separaties en aantal patiënten.

2011 2012 Opname

uren

2012

Sep

arat

ie-

ure

n

Ges

tart

e

sep

arat

ies

Aan

tal

pat

iën

ten

Sep

arat

ie-

ure

n

Ges

tart

e

sep

arat

ies

Aan

tal

pat

iën

ten

RC Zeeuws Vlaanderen Terneuzen 210240 3126 47 25 4714 65 48

RC GGZ Weert 223656 4647 27 23 2907 34 11

Paaz Catharina Zh.Einhoven 219000 1312 34 19 980 24 20

PUK UMCG Groningen 385440 1746 32 25

Paaz St Anna Zh.Geldrop 180280 852 11 11 401 14 12

Paaz ADRZVlissingen 210240 2278 13 13 565 5 7

Paaz Rijnstate Arnhem 315360 811 10 12 717 19 18

Paaz Lucas Andreas Zh.Amsterdam 222216 2046 5 8 390 3 5

Paaz MC groep Lelystad 119208 27 3 3

Paaz Zaans MC Zaanstad 174120 187 7 7

Paaz St Elisabeth Zh. Tilburg 205272 673 8 8

Paaz Tweesteden Zh.Tilburg 185904 922 24 21

Paaz Tergooi Zh.Blaricum 135264 730 6 5

Paaz ZGT Hengelo-O en Almelo 362976 261 6 6

Paaz CWZNijmegen 193704 118 2 2

PUK UMC Nijmegen 245280 355 9 7 497 27 21

Paaz Kennemer Gasthuis 175200 0 0 0

PUK Erasmus MC 661030 6930 150 129

Paaz Medisch Spectrum Twente Enschede 246432 0 0 0

Paaz Rode Kruis Zh Beverwijk 192720 0 0 0

Eleos 210240 111 3 3

Sinai 779640 1108 10 7

Page 110: Zes jaar Argus

109

4.2 Regionale centra voor de GGZ

Het RC Zeeuws Vlaanderen is een samenwerkingsverband tussen Zorgsaem Terneuzen en

Emergis. De bedden bevinden zich op de locatie van Zorgsaem in Terneuzen, hier vindt de

behandeling van psychiatrische problematiek voor Zeeuws Vlaanderen plaats. De afdeling

beschikt over twee separeerkamers en een comfortroom. In 2012 werden 330 opnames geteld

bij 259 patiënten. Ten opzichte van 2011, is in 2012 een stijging zichtbaar van het aantal en de

duur van separatie (zie tabel 4.1), fixatie met mechanische middelen en toediening van

gedwongen medicatie. In 2012 werden er geen afzonderingen toegepast. 18 gestarte

separaties duurden langer dan 84 uur of zes dagen en twee gestarte separaties duurden

langer 252 uur of drie weken. Tevens nam het aantal kortdurende separaties toe. Vijf

patiënten ondergingen een vorm van fixatie met mechanische middelen. Het aantal uren is

in 2012 toegenomen tot 608, in 2011 waren dit 32 uur. Er was sprake van één langdurige

fixatie, langer dan 252 uur of drie weken. In 2012 kregen vijf patiënten gedwongen

medicatie intramusculair toegediend, in 2011 was dat één patiënt.

Het RC GGZ Weert is een zelfstandig GGZ centrum voor de regio Weert dat samenwerkt

met GGZ Vincent van Gogh. In 2011 is het aantal bedden teruggedrongen. 2012 stond in het

teken van integratie met GGZ Vincent van Gogh. In 2012 waren er 284 opnames, betreffende

244 patiënten. Voor de separaties in 2012 is, in vergelijking met 2011,een daling zichtbaar ten

voor zowel de duur de separaties als het aantal patiënten (zie tabel 4.1). Het aantal gestarte

separaties nam echter toe. Dit betrof vooral de kortdurende separaties, korter dan 84 uur of

zeven dagen. De gestarte langdurige separaties namen af. Zowel in 2011 als in 2012 was er

sprake van één langdurige separatie, langer 1092 uur of 13 weken. Het aantal gedwongen

toedieningen van medicatie nam af van 12 in 2011 naar drie in 2012.

4.3 Paaz-afdelingen en psychiatrische universiteitsklinieken

De Paaz in het Catharina ziekenhuis in Eindhoven beschikt over 25 gesloten bedden en heeft

separatie- en afzonderingsvoorzieningen. Belangrijke pijlers voor het terugdringen van het

aantal vrijheidsbeperkende interventies binnen deze Paaz zijn “de eerste vijf minuten”,

goede individuele afspraken, risicosignalering en verbetering van de communicatie binnen

het multidisciplinaire team. In tabel 4.1 is zichtbaar dat het aantal gestarte separaties en de

duur van separatie is teruggedrongen, echter het aantal gesepareerde patiënten was hoger

dan in 2011. Het gebruik van afzondering nam toe in 2012, zowel in het aantal gestarte

afzonderingen (drie naar zeven in 2012), de duur (21 uur naar 875 in 2012) en het aantal

patiënten, drie in 2011 naar 11 in 2012. Het aantal gestarte fixaties nam af van 68 naar 15

gestarte fixaties, de duur nam iets toe van 648 uur naar 720 uur en het betrokken aantal

patiënten nam met één patiënt af. In 2012 werd 16 keer gedwongen IM intramusculaire

medicatie toegediend tegen negen keer in 2011. Hierbij waren 10 patiënten betrokken, één

meer dan in 2011.

Het universitair centrum voor psychiatrie van het UMC Groningen is een kliniek dat

geestelijke gezondheidszorg biedt aan volwassenen in de regio Groningen. Top klinische

specialisaties richten zich op psychotische stoornissen, angst- en dwangstoornissen en

stemmingsstoornissen en ontwikkelingsstoornissen. Er zijn 44 open en gesloten bedden

aanwezig. Op de afdelingen ps12 en ps14 werden er 25 patiënten, voor de totale duur van

1746 uur, gesepareerd verspreid over 149 dagen. De gemiddelde duur van de separatie

episoden varieerde tussen zes en 14 uur.

Page 111: Zes jaar Argus

110

Op deze afdelingen werden patiënten eveneens afgezonderd. Het ging in 2012 om 26

patiënten, die voor de totale duur van 2230 uur afgezonderd werden. De afzonderingen

duurden per dag gemiddeld tussen twee en 14 uur. In 2012 werd één patiënt gefixeerd in

twee episoden voor de totale duur van iets meer dan acht uur. Aan negen patiënten werd 16

maal gedwongen intramusculaire medicatie toegediend.

De Paaz in het St-Anna Ziekenhuis in Geldrop is een besloten afdeling met 21 bedden. De

afdeling heeft zich de afgelopen jaren ingezet om de vrijheidsbeperkingen terug te dringen

middels systematisch evaluaties, signaleringsplannen en betrokkenheid van familie en

verwanten. In 2012 werden 14 separaties gestart bij 12 patiënten (zie tabel 4.1). Eén separatie

duurde langer dan 84 uur of één week, de overige separaties waren kort van duur. De totale

duur van separatie werd gehalveerd ten opzichte van 2011. Er werd twee maal een fixatie

gestart, waarvan één langdurig, langer dan 1092 uren of 13 weken. Het aantal gedwongen

toedieningen van intramusculaire medicatie steeg van drie in 2011 naar zeven in 2012.

De Paaz in het Admiraal de Ruyter Ziekenhuis in Vlissingen, is een open afdeling met 24

bedden met twee separatieruimten en één afzonderingskamer. Patiënten die op een gesloten

afdeling verpleegd moeten worden, worden doorverwezen naar GGZ Emergis. Voor het

terugdringen van het aantal vrijheidsbeperkende interventies is er in de afgelopen jaren

ingezet op het de-escalerende werken, signaleringsplannen en systematische evaluatie van

de vrijheidsbeperkende interventies. Het aantal gestarte separaties, de duur en het aantal

patiënten is in 2012 afgenomen ten opzichte van 2011 (zie tabel 4.1). Twee gestarte separaties

duurden langer dan 84 uur of één week. Het aantal toegepaste afzonderingen nam sterk toe,

van 301 uur in 2011 naar 1502 uur in 2012. Daarbij werden twee patiënten langer dan 252 uur

of drie weken afgezonderd. Het aantal afgezonderde patiënten steeg van drie in 2011 naar 11

in 2012. In 2012 werd één patiënt gefixeerd voor een periode langer dan 504 uur of zes

weken. Er werden in 2012 vijf keer gedwongen intramusculaire medicatie toegediend, bij

twee patiënten.

Het Rijnstate Ziekenhuis in Arnhem beschikt over een Paaz met in totaal 36 bedden,

waarvan 12 bedden in een gesloten unit. Middels het project ‘verminderen van dwang en

drang’ zijn activiteiten ingezet om het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies terug te

dringen. Het aantal gestarte separaties en het aantal gesepareerde patiënten steeg in 2012 ten

opzichte van 2011. Daarbij waren de separaties duidelijk van kortere duur (zie tabel 4.1).

Fixatie werd in 2012 veel vaker ingezet dan in 2011. Het aantal gestarte fixaties steeg van vier

naar 44, het aantal gefixeerde patiënten steeg van zeven naar 38. De duur van de fixaties nam

toe, van 266 uur naar 5184. Daarbij was sprake van enkele langer durende fixaties. Vier

gestarte fixaties duurden langer dan 252 uur of drie weken en drie gestarte fixaties duurden

langer dan 504 uur of zes weken. Er werd in 2012 eveneens vaker gedwongen

intramusculaire medicatie toegediend, negen toedieningen bij acht patiënten in 2012, tegen

vier toedieningen bij drie patiënten in 2011.

Het Lucas Andreas Ziekenhuis beschikt over een Paaz met 28 bedden en separatiefaciliteiten.

Vanaf 2011 werden de vrijheidsbeperkende interventies geregistreerd voor Argus. Naast de

registratie van de verplichte vrijheidsbeperkende interventies, werden een aantal

interventies geregistreerd voor eigen doeleinden. Het gebruik van separatie liep in 2012 sterk

terug, zowel het aantal uren en de gestarte separaties als het aantal gesepareerde patiënten.

Page 112: Zes jaar Argus

111

In het gebruik van fixaties is eenzelfde trend zichtbaar. Het aantal uren fixatie liep terug van

4689 uur in 2011, naar 1245 uur in 2012. Er waren in 2012 meer patiënten (acht in 2011 en 19

in 2012) die gefixeerd werden, echter deze fixaties waren van korte duur. In 2012 werden 11

patiënten afgezonderd, voor in het totaal 432 uur. In 2011 werden geen afzonderingen

toegepast of geregistreerd. In 2011 kreeg één patiënt gedwongen intramusculaire medicatie

toegediend. In 2012 kregen 12 patiënten gedwongen kortwerkende intramusculaire

medicatie en zeven patiënten gedwongen depot medicatie toegediend.

De Paaz van de MC groep in Lelystad is een kleine Paaz afdeling met 15 bedden. Binnen

deze afdeling werden in 2012 alleen kortdurende separaties geregistreerd, bij drie patiënten.

Overige vrijheidsbeperkende interventies werden in dat jaar niet toegepast. In 2013 is de

Paaz MC groep gefuseerd met GGZ centraal, de argusgegevens van de PAAZ in Lelystad

worden vanaf dan gerapporteerd door GGZ centraal.

De Paaz in het Zaans Medische centrum is een afdeling met 22 bedden. Op deze afdeling

werden in 2012 separatie en gedwongen toediening van medicatie geregistreerd. Op deze

Paaz werden zeven patiënten voor een gemiddelde duur 49 uur gesepareerd (totaal 187 uur).

Daarnaast ontvingen vier patiënten gedwongen intramusculaire medicatie.

Het St. Elisabeth ziekenhuis en het Tweesteden ziekenhuis zijn twee ziekenhuizen in Tilburg

met een Paaz voorziening, met respectievelijk 24 en 22 bedden. Beide afdelingen zijn wat

gedateerd en hebben, naast enkele eenpersoonskamers, diverse meerpersoonskamers. In de

toekomst is het de intentie om de psychiatrische afdelingen om te vormen tot psychiatrische

medische units (PMU’s), en om deze te concentreren op één plaats in Tilburg. De huidige

Paaz-afdelingen hebben voor de eerste keer gegevens over toegepaste vrijheidsbeperkende

interventie aangeleverd. Te zien is dat op beide afdelingen patiënten gesepareerd zijn (zie

tabel 4.1). In het Tweesteden ziekenhuis werd daarnaast nog één patiënt voor 60 uur

gefixeerd en kregen drie patiënten gedwongen medicatie toegediend. Het gebrek aan

eenpersoonskamers wordt gezien als een risicofactor om patiënten eerder te separeren, dan

wanneer uitsluitende eenpersoonskamers aanwezig zouden zijn.

De Paaz in het Tergooi ziekenhuis in Blaricum is een afdeling met 18 bedden, met

separatiefaciliteiten. In het totaal werden vijf patiënten gesepareerd, voor een totale duur

van 730 uur. Eén van de separaties was langdurig, deze duurde langer dan 504 uur of zes

weken. Naast separatie werden er vijf patiënten gefixeerd voor de totale duur van 270 uur.

Eén patiënt kreeg 37 keer gedwongen intramusculaire medicatie toegediend.

In de Zorggroep Twente (ZGT) in Hengelo-O is een Paaz gelokaliseerd met 42 open en

gesloten bedden. In 2012 werden hier zes patiënten voor de duur van 261 uur gesepareerd.

Twee patiënten verbleven langer dan 84 uur of één week in separatie. Bij de overige

patiënten was sprake van kortdurende separaties. Er werden twee patiënten gefixeerd,

beiden voor negen uur. Eén patiënt kreeg IM medicatie onder verzet toegediend.

De Paaz in het Canisius Wilhelmina Ziekenhuis in Nijmegen is een Paaz met 25 bedden. Op

deze afdeling werden in 2012 zeer beperkt vrijheidsbeperkende interventies toegepast. Het

ging hier om drie patiënten die allen gedwongen intramusculaire medicatie toegediend

kregen. Tevens werden twee patiënten gesepareerd voor respectievelijk vier en 114 uur.

Page 113: Zes jaar Argus

112

De psychiatrische universiteitskliniek Radboud in Nijmegen is een kliniek met 24 open en

gesloten bedden. De PUK wordt geleidelijk omgevormd tot een gedeelte met een

psychiatrisch medische unit (PMU), een gedeelte waar ECT’s uitgevoerd kunnen worden en

een gedeelte voor de ouderenpsychiatrie. Daarnaast wil men een IC unit realiseren,

verbouwingsplannen hiertoe zijn in voorbereiding. In 2012 werden 21 patiënten gesepareerd

tegenover zeven in 2011. Het aantal separatie uren steeg van 355 uur in 2011, naar 497 uur in

2012. De langste aaneengesloten separatie was 72 uur. In een toelichting op de stijging in

deze cijfers laat de afdeling weten dat men voor 10 patiënten als gastverblijf voor een andere

instelling heeft moeten fungeren. In 2012 vonden een groter aantal fixaties plaats. Negen

patiënten werden gefixeerd voor de duur van 207 uur tegen drie patiënten en 143 uur in

2011. In 2012 geldt voor zowel de gestarte separaties als de gestarte fixaties dat de duur

korter is geworden, en tevens zijn het aantal episoden minder. Dit kan de toename van het

aantal gestarte separaties en fixaties mogelijk verklaren. Vanaf 2012 werden het aantal

gedwongen toedieningen van intramusculaire medicatie geregistreerd. Tien patiënten

kregen totaal 20 keer een gedwongen intramusculaire medicatie toegediend.

De Paaz van het Kennemer Gasthuis heeft 22 bedden in een medisch psychiatrische functie.

Het ligt dicht bij de locatie Zuiderpoort van GGZ Ingeest, patiënten met ernstig

psychiatrische stoornissen worden hier opgenomen. In 2012 werden zes patiënten gefixeerd

en één patiënt ontving dwang of nood medicatie onder verzet. Er werden geen separaties

uitgevoerd in 2012.

De Psychiatrische Universiteitskliniek van het Erasmus MC omvat 77 bedden, verdeeld over

drie zorglijnen binnen drie afdelingen. De drie afdelingen hebben een academische functie

op het gebied van psychotische stoornissen, depressieve stoornissen en

ziekenhuispsychiatrie met in het bijzonder kraambedpsychosen. Iedere afdeling heeft een

gesloten en open deel, met in het gesloten deel twee separatieruimten. In 2012 vonden 150

separaties plaats, waarvan 105 onder verzet, 42 zonder zichtbaar verzet en drie op eigen

verzoek. De gemiddelde duur was 46 uur, de mediaan drie uur, hetgeen duidelijk onder het

landelijk cijfer van 17 uur ligt. Wel vonden er een zestal langdurige separaties, met een duur

van meer dan drie weken plaats. Afzonderingen vonden niet plaats. 11 fixaties vonden

plaats en 45 keer werd intramusculaire medicatie onder verzet verstrekt.

De Paaz te Enschede is een afdeling met 19 open en 10 besloten bedden. Qua indicatiestelling

neemt deze Paaz patiënten met een ernstig psychiatrische stoornis voor een eerste opname

op. Indien er sprake is van een ontwikkeling van meer chronische psychiatrische

problematiek, worden patiënten doorverwezen naar Mediant. In lijn met het landelijke

beeld, maakt de Paaz Enschede een ontwikkeling in de richting van een medisch

psychiatrische unit met een belangrijke consultfunctie voor het ziekenhuis door. De

vrijheidsbeperkende maatregelen binnen de kaders van de wet Bopz waren zeer beperkt: er

vonden in 2012 twee fixaties plaats, waarvan een 22,3 uur duurde en de tweede 62,3 uur

duurde. Er vonden geen andere vrijheidsbeperkingen plaats.

De Paaz bij het Rode Kruis ziekenhuis Beverwijk heeft wel separatie en

afzonderingsfaciliteiten, maar heeft in 2012 geen vrijheidsbeperkende maatregelen

vastgelegd. In 2011, voor deelname aan het register, heeft bij hen voor het laatst een separatie

plaatsgevonden. Het aantal interventies is in het algemeen niet meer dan enkele op jaarbasis.

Page 114: Zes jaar Argus

113

Sinai is een psychiatrische instelling voor mensen van het Joodse geloof. De instelling richt

zich voornamelijk op de (psychotherapeutische) behandeling van ernstig (oorlog) trauma.

De instelling heeft negen afdelingen, waarvan twee gesloten kunnen worden, tevens

beschikt de instelling over één separatieruimte. Vrijheidsbeperkende maatregelen komen,

naar de omvang van de instelling, zeer incidenteel voor. Er is in 2012 drie maal gesepareerd

over een totaal van 111 uur. Zes maal werd intramusculaire nood medicatie onder verzet

verstrekt. De separaties werden toegepast bij mensen met een manisch depressieve stoornis.

De vestrekkingen van dwangmedicatie kwamen voor bij mensen met een psychotische of

schizofrene stoornis.

Eleos is een landelijke organisatie met een christelijke grondslag. De instelling kent een

klinische voorziening gelegen in Bosch en Duin, met twee afdelingen. Deze kliniek kent

kortdurende opnames voor de behandeling van ernstig psychiatrische stoornissen. Afdeling

de Bedding is gericht op mensen met een depressieve of angststoornis, een ernstig trauma of

met een psychotische stoornis. Afdeling de Spreng is gericht op klinische psychotherapie. De

kliniek levert sedert 2012 gegevens aan, ondanks het feit dat de instelling niet heeft

deelgenomen aan de dwangreductieprojecten. Bij afdeling de Bedding bevindt zich een

separeer, welke in 2012 bij zeven patiënten is gebruikt over een totaal van 1108 uur. Ondanks

het kleine aantal interventies naar verhouding van de omvang van de instelling, is de duur

van de interventies lang in landelijk perspectief. Andere vormen van vrijheidsbeperkende

interventies, zoals afzondering, insluiting fixatie of dwangmedicatie, werden niet toegepast.

4.4 Diagnosen en kans op separatie

Op basis van de Paaz-afdelingen waarvan patiëntgegevens zijn ontvangen, zijn in tabel 4.2

mogelijke verbanden tussen diagnosen en de kans om gesepareerd te worden weergeven.

Tabel 4.2 Diagnosen en kans op separatie N Geen separatie Separatie Totaal Significant

verschil* N 1345 (90%) 149 (10%) 1494

Geen diagnose 567 37 49 38 ++

Diagnosen as 1 927

- Aanpassingsstoornis, geen stoornis of uitgestelde diagnose 201 13 14 14

- Angststoornis 46 3 0 3 ++

- Depressieve stoornis 236 17 4 16 ++

- Bipolaire stoornis 67 4 9 4 +

- Psychotische stoornis 116 8 7 8

- Schizofrenie 43 3 3 3

- Psycho organische stoornis 32 2 2 2

- Middelen verslaving 186 12 13 12

Diagnose as 2 331 23 17 23 +

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Te zien is dat er bij een minderheid van de patiënten sprake is van een ernstig psychiatrische

stoornis, hetgeen een duidelijk ander beeld is dan bij de GGZ instellingen. Patiënten met een

angststoornis, een depressieve stoornis of een persoonlijkheidsstoornis lieten een lagere kans

op separatie zien, waar patiënten zonder (vastgestelde) diagnose of met een bipolaire

stoornis een toegenomen kans op separatie lieten zien. Anders dan bij de meeste GGZ

instellingen laten de psychotische stoornissen en schizofrenie, maar ook de aan middelen

gebonden verslavingen geen verband met separatie zien.

Page 115: Zes jaar Argus

114

4.5 Samenvatting

Binnen de Paaz-en, PUK-en en RGC’s waar meer dan één jaar gegeven zijn verzameld, valt

op dat vrijwel alle Paaz-en en RGC’s een reductie in de toepassing en duur van

vrijheidsbeperkende interventie hebben bewerkstelligd. Daarentegen steeg het aantal

patiënten enigszins. Daaruit valt af te leiden dat als patiënten met vrijheidsbeperkende

interventies te maken kregen, deze interventies voor kortere tijd toegepast werden, korter

dan in 2011. Hier lijkt een reductiebeleid enige vruchten af te werpen. Rekening dient er

gehouden te worden met dat de cijfers binnen de Paaz-en gevoelig blijven voor uitbijters en

individuele gevallen. Eén enkele patiënt kan het huidige beeld in een volgend jaar binnen

een Paaz volkomen veranderen.

Page 116: Zes jaar Argus

115

Page 117: Zes jaar Argus

116

Hoofdstuk 5 Uitkomsten Kinder - en Jeugd psychiatrie

In het register nemen 7 instellingen vanuit het Expertisecentrum Kinder - en Jeugd-

psychiatrie deel, ieder met een klein aantal afdelingen. Daarnaast is het zo dat het register

van 10 andere instellingen gegevens over kinderen en jeugdigen ontvangt. In dit hoofdstuk

dit worden de cijfers uit de verschillende bronnen verzameld naast elkaar gezet.

Argus in de Kinder – en Jeugdpsychiatrie. Vrijheidsbeperkende maatregelen in de Kinder- en

jeugdpsychiatrie verschillen van de vrijheidsbeperkende maatregelen in de volwassenen

psychiatrie. De hier gepresenteerde cijfers zijn gebaseerd op de items uit de algemene versie

van Argus. Tabel 5.1 bespreekt de items en laat de verschillen en overeenkomsten zien. Het

belangrijkste verschil is dat afzondering en insluiting plaats kunnen vinden in ruimtes die

niet op slot zijn, maar door het kind door de aanwezigheid van een hulpverlener in de

omgeving niet uit eigen vrije wil verlaten kunnen worden. Verder kent de kinder – en jeugd

versie een onderscheid in mechanische en fysieke fixatie en legt men naast parenterale

medicatie onder verzet ook orale medicatie verstrekt onder dwang vast. Bij de interpretatie

van de cijfers en de vergelijking met de algemene GGZ zal met deze verschillen rekening

gehouden moeten worden. Vanuit de kinder- en Jeugd instellingen zijn (behalve van de

Bascule) alleen in 2012 cijfers verzameld. In dit rapport worden alleen de cijfers uit dat jaar

gepresenteerd.

Tabel 5.1 Argus items in beide versies Volwassenen versie Kinder en - jeugdversie

Separatie

Het voor verzorging verpleging en behandeling

insluiten van de patiënt in een als separeer

goedgekeurde ruimte. Het begrip insluiten

betekent dat de ruimte op slot is en de patiënt de

ruimte niet zelfstandig kan verlaten .

Het voor verzorging verpleging en behandeling insluiten van

de patiënt in een als zodanig goedgekeurde ruimte. Het begrip

insluiten betekent dat de ruimte op slot is en de patiënt de

ruimte niet zelfstandig kan verlaten vanwege mechanisch of

fysiek beletsel.

Afzondering

Het voor verzorging verpleging en behandeling

insluiten van de patiënt in een als

afzonderingskamer goedgekeurde ruimte. Een

afzonderingskamer is een prikkelarm ingerichte

ruimte met alle voorzieningen. Afzondering is

nooit in de eigen slaapkamer.

Het voor verzorging verpleging en behandeling insluiten van

de patiënt in een als afzonderingskamer goedgekeurde ruimte.

Volgens de Richtlijn is afzondering altijd in aanwezigheid van

een hulpverlener, eventueel in een belendende ruimte. De

begeleiding kan eruit bestaan dat de hulpverlener vlak achter

de deur staat.

Fixatie

Onder fixatie wordt verstaan het beperken van de

bewegingsmogelijkheden hetzij door mechanische

middelen dan wel door fysiek vasthouden. In de

registratie wordt geen onderscheid tussen beide

vormen gemaakt.

Mechanische fixatie is het inperken van de mogelijkheid van

het bewegen van het lichaam van de patiënt, door het gebruik

maken van mechanische middelen. Mchanische fixatie vindt in

de kinder- en jeugd psychiatrie vrijwel niet plaats en wordt

apart van fysieke fixatie vastgelegd.

Fysieke fixatie is een regelmatig toegepaste inperking welke

wordt vastgelegd als de patiënt zich niet aan de inperking kan

ontrekken. Iedere interventie van meer dan een minuut wordt

vastgelegd.

Parenterale

medicatie

Parenterale medicatie is alle medicatie die de

patient buiten het maagdarmkanaal krijgt

toegediend.

Parenterale medicatie is alle medicatie die de patient buiten het

maagdarmkanaal krijgt toegediend.

Orale

dwangmedicatie

In de volwassenenpsychiatrie wordt dit niet

vastgelegd in argus.

In de kinder en jeugd psychiatrie wordt orale medicatie

verstrekt onder dwang vastgelegd in argus.

Vocht en voeding Dit betreft vocht en voeding toegediend per os of

parenteraal.

Dit betreft vocht en voeding toegediend per os of parenteraal.

Overige

maatregelen

Hieronder vallen alle inperkingen die niet onder

het bovenstaande zijn vervat, zoals insluiting in de

eigen ruimte of overige ruimtes en alle andere

vormen van behandeling onder dwang.

Hieronder vallen alle inperkingen die niet onder het

bovenstaande zijn vervat, zoals insluiting in de eigen ruimte of

overige ruimtes en alle andere vormen van behandeling onder

dwang. Insluiting in een ruimte is altijd in aanwezigheid van

een hulpverlener, eventueel in een belendende ruimte.

Page 118: Zes jaar Argus

117

Tabel 5.2 presenteert de cijfers van de separaties, afzonderingen en insluitingen op eigen

kamer uitgesplitst naar cijfers van Kinder en jeugd instellingen en afdelingen van GGz

instellingen. De tabel laat het aantal interventies, de mediaan en de gemiddelde duur zien.

De gemiddelde duur van deze interventies is bij kinder- en jeugd veel korter dan in de

volwassenenpsychiatrie. De meeste interventies kwamen voor bij Karakter, die ook de

grootste instelling is. Wat in de tabel verder opvalt is dat separatie minder vaak voorkomt

dan afzondering. Insluiting (op eigen kamer) komt in verhouding met zowel separatie als

afzondering weinig voor. De duur van deze interventies is qua gemiddelde en mediaan,

beduidend onder de cijfers uit de volwassenenzorg.

Tabel 5.2 Separaties afzonderingen en insluitingen over instellingen separatie afzondering Insluiting

Aantal

gestart

Mediaan

interventie

Gemiddelde

interventie

Aantal

gestart

Mediaan

interventie

Gemiddelde

interventie

Aantal

gestart

Mediaan

interventie

Gemiddelde

interventie

Landelijk allen 9469 17:45:00 59:15:00 4245 4:15:00 45:21:00 3657 37:50:00 230:08:53

Landelijk K & J 608 3:15:00 28:26:50 1150 17:00 2:08:49 130 0:48:00 99:58:56

instellingen N afd.

Accare 10 2 26:45:00 26:45:00 19 00:15:00 00:34:44 14 00:30:00 00:38:34

Bascule 3 14 00:57:30 34:47:51 11 00:15:00 00:15:54 45 00:20:00 01:11:34

Curium 9 7 06:15:00 16:26:25 20 00:25:00 00:34:48

Jutters 9 24 63:15:00 113:10:00 2 18:25 18:25

Karakter 38 144 01:12:30 20:36:26 719 00:15:00 01:46:23

Triversum 14 30 03:35:00 17:15:54 26 00:37:30 00:49:46 Inst

elli

ng

en E

KJP

Yulius 3 44 21:45:00 72:58:28

Altrecht 1 23 02:00:00 06:04:33

Breburg 2 10 18:57:30 34:07:00 1 00:49:00 00:49:00

Emergis 3 58 06:15:00 18:48:22 153 00:20:00 00:55:52 11 00:15:00 00:22:21

Ggnet 1 56 05:52:30 12:25:48 2 00:55:00 00:55:00

GGz Centraal 2 8 22:22:30 38:30:00 1 00:45:00 00:45:00

GGz Eindhoven 5 74 04:07:30 20:24:11 22 01:10:00 15:18:51 49 16:45:00 262:24:25

GGz Friesland 1 85 01:00:00 03:20:07 53 00:30:00 01:22:04

GGz Mondriaan 5 2 21:52:30 21:52:30 1 25:30:00 25:30:00

Reinier v Arkel 8 19 02:15:00 67:10:47

Ov

erig

e i

nst

elli

ng

en m

et je

ug

daf

del

ing

en

UMCU 1 8 11:00:00 33:45:37

Tabel 5.3 presenteert het aantal keren dat fixatie en verstrekkingen dwangmedicatie dat

werd toegepast, eveneens verdeeld over de verschillende instellingen. Te zien is dat fysieke

fixaties met grote regelmaat in de kinder en- jeugdpsychiatrie worden toegepast. De duur is

echter zowel ten aanzien van het gemiddelde als de duur duidelijk onder het landelijke

cijfer. In de jeugdpsychiatrie zijn de meeste interventies kort van duur, rond de 10 minuten.

Doorgaans gaat het om holding, een techniek toegepast om het kind tot rust te brengen.

Als tweede wordt intramusculaire dwangmedicatie onder verzet gepresenteerd. Het is

duidelijk dat deze interventie vrijwel niet voorkomt in de kinder en jeugdpsychiatrie. Wat

vaker voorkomt, maar desalniettemin beperkt wordt ingezet is orale medicatie verstrekt

onder verzet. In totaal is deze – in de volwassenenpsychiatrie niet systematisch vastgelegde

interventie in 158 keren vastgelegd, bij 37 verschillende patiënten.

Page 119: Zes jaar Argus

118

Tabel 5.3 Fixaties en Verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet Fixaties IM dwangmedicatie

Aantal

gestart

Mediaan

interventie

Gemiddelde

interventie

Aantal interventies onder

verzet

Landelijk allen 2909 00:30:00 68:55:15 1796

Landelijk K & J 1731 00:10:00 01:05:06 21

instellingen N afd.

Curium 9 188 00:01:00 00:09:53

Accare 10 137 00:15:00 00:26:21 2

Karakter 38 926 00:10:00 01:12:39

Jutters 9 42 00:15:00 00:23:00 2

Bascule 3 4 00:40:00 01:28:45 3

Triversum 6 75 00:30:00 00:52:56 1 Inst

elli

ng

en K

7

Yulius 3 4

Altrecht 1

Breburg 2 5 00:15:00 0:14:24 5

Emergis 3 199 00:15:00 00:30:40 4

Ggnet 1

GGz Centraal 2 11 00:35:00 00:56:49

GGz Eindhoven 5

GGz Friesland 1

GGz Mondriaan 5 3 01:15:00 01:10:00

Reinier v Arkel 8 1 01:00:00 01:00:00

GG

Z i

nst

elli

ng

en

UMCU 1 2 00:10:00 00:10:00 2

Als volgende is onderzocht onder welke patiënten vrijheidsbeperkende interventies

voorkomen. Voor deze analyse zijn de interventies separatie, afzondering en insluiting

samengevoegd. Fixaties zijn apart weergegeven, omdat deze interventie vaak als alternatief

voorafgaand aan enige vorm van insluiting wordt ingezet. Dwangmedicatie kwam met

21verstrekkingen zodanig zelden voor dat deze niet in deze analyse zijn betrokken. Tabel 5.4

presenteert de uitkomsten van deze analyse.

Tabel 5.4 Diagnosen en kans op enige vorm van insluiting N= Geen

insluiting

insluiting Totaal Significant verschil* OR

N= 2723 295 3018

Geen diagnose 520 18% 4% 17% ++ 0.20

Diagnosen as 1

- Aanpassingsstoornis 797 26% 33% 26% ++ 1.39

- Angststoornis 501 16% 16% 16%

- Depressieve stoornis 371 12% 16% 12% + 1.44

- Bipolaire stoornis 84 3% 3% 3%

- Psychotische stoornis 186 6% 10% 6% + 1.71

- Schizofrenie 47 2% 2% 2%

- Psycho organische stoornis 19 1% 0,5% 1%

- Middelen verslaving 160 5% 5% 5%

- ADHD 250 8% 14% 8% ++ 2.07

- Autisme 132 4% 7% 4% + 1.69

- Asperger 641 33% 42% 34% + 1.46

- Overige ontwikkelingsstoornissen 431 14% 18% 14% + 1.39

Diagnose as 2 320 10% 15% 11% ++ 1.61

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Page 120: Zes jaar Argus

119

De tabel laat zien dat adhd, autisme, het asperger syndroom, een psychotische stoornis,

depressie, een aanpassingsstoornis en een persoonlijkheidsstoornis gerelateerd zijn met een

sterk toegenomen risico op enige vorm van insluiting.

Deze analyse is herhaald bij fixaties (tabel 5.5). In de kinder- en jeugdpsychiatrie gaat dit om

fysieke fixatie van korte duur en vrijwel niet om mechanische fixatie met banden. Te zien is

dat de meeste stoornissen op as 1 niet gerelateerd zijn aan een toegenomen kans op fixatie.

De ontwikkelingsstoornissen en met name ADHD zijn evenals de insluitingen duidelijk

gerelateerd aan een toegenomen kans op fixatie (p<0.001; OR tussen 1,54 en 2,75).

Tabel 5.5 Diagnosen en kans op fixatie N= Geen fixatie Fixatie Totaal Significant verschil* OR

N= 2781 237 3018

Geen diagnose 520 18% 4% 17% ++ 0.19

Diagnosen as 1

- Aanpassingsstoornis 797 26% 36% 26% + 1.66

- Angststoornis 501 17% 17% 17%

- Depressieve stoornis 371 12% 14% 12%

- Bipolaire stoornis 84 3% 1% 3% +

- Psychotische stoornis 186 7% 3% 6% ++ 0.37

- Schizofrenie 47 2% 0.4% 2%

- Psycho organische stoornis 19 0,6% 0,4% 0,6%

- Middelen verslaving 160 6% 1% 5% ++ 0.14

- ADHD 250 7% 18% 8% ++ 2.75

- Autisme 132 4% 9% 4% ++ 2.48

- Asperger 641 32% 50% 34% ++ 2.11

- Overige ontwikkelingsstoornissen 431 14% 20% 14% ++ 1.54

Diagnose as 2 320 11% 11% 11%

*Chi-square: ++ = p< 0.001 / + = p< 0.05

Samenvatting en conclusies. De cijfers uit de kinder- en jeugdpsychiatrie, zowel binnen als

buiten de EKJP- instellingen laten zien dat kortdurende fixatie de maatregel van eerste keus

is, die het meest frequent wordt ingezet. Afzonderingen worden eveneens regelmatig

ingezet, separaties en insluitingen op eigen kamer komen minder vaak voor. Verstrekkingen

intramuscularie dwangmedicatie onder verzet komen vrijwel niet voor. Verder komt naar

voren dat de interventies in de Kinder- en Jeugdpsychiatrie veel korten van duur en een veel

lagere frequentie kennen dan deze interventies in de volwassenenpsychiatrie. Een aantal van

de interventies zoals fixatie en afzondering worden ook binnen de dagbehandeling, bij

ambulante patiënten ingezet. In de berekeningen van de ratio van het aantal uren per aantal

opname uren is een dag dagbehandeling geteld als 8 uur. Kijkend naar mogelijke

determinanten lijkt het dat de belangrijkste ontwikkelingsstoornissen, zoals ADHD, Autisme

en Asperger een duidelijk verband laten zien met een toegenomen kans op fixatie en

insluiting.

Page 121: Zes jaar Argus

120

Hoofdstuk 6 Landelijke vergelijking van longitudinale

gegevens

6.1 Inleiding

Een landelijk register over het gebruik van vrijheidsbeperkende interventies biedt de

mogelijkheid om instellingen te vergelijken op het gebruik van vrijheidsbeperkende

interventies. Vergelijking tussen instellingen (Huckshorn, 2004) en onderzoek met goed

vergelijkbare cijfers (Bowers, 2000) kan bijdragen aan het verder terugdringen van

vrijheidsbeperkende interventies. Hoewel een dergelijke vergelijking beperkingen kent

vanwege regionale verschillen in patiëntenkenmerken en –problematiek, kunnen

instellingen en afdelingen op basis van de vergelijking van elkaar leren. De kennis over

werkzame interventies en best practices kan zodoende verder verspreid worden.

6.2. Deelname aan de landelijke benchmark

Vanaf 2006 zijn in Nederland de eerste GGZ instellingen begonnen met registreren van

vrijheidsbeperkende interventies in Argus. In de jaren daarna is er een geleidelijke groei

geweest in het aantal instellingen die gingen registreren in Argus.

0%

20%

40%

60%

80%

100%

2007 2008 2009 2010 2011 2012

Aandeel verzorgingsgebied Nederland

De uitkomsten van de benchmark in dit rapport hebben betrekking op een landelijke

dekkingsgraad van 93%. Daarbij moet aangetekend worden dat in 2012 alle grote GGZ

instellingen en alle 6 kinder– en jeugdinstellingen evenals 16 Paaz-en en PUK-en gegevens

aangeleverd.

6.3 Landelijke trends

De landelijke trends zijn beschreven aan de hand van verschillende indicatoren die in de

afgelopen jaren verzameld zijn. Sommige indicatoren worden in absolute cijfers

gepresenteerd, andere zijn voor achtergrondgegevens gecorrigeerd. Deze correctie is nodig

om rekening te houden met de veranderingen in de zorg, zoals de reductie van het aantal

bedden.

In tabel 6.1 wordt het aantal vrijheidsbeperkende interventies gepresenteerd, ingedeeld naar

de consultatiecriteria van de inspectie. Tevens worden het gemiddelde en de mediaan van de

duur van de interventies weergegeven.

Figuur 6.1 Dekkingsgraad benchmark

Page 122: Zes jaar Argus

121

Tabel 6.1 Vrijheidsbeperkende interventies naar type in 2012 Aantal gestart Duur in uren Constultatiecriteria

Totaal

N

Verzet

%

Geen

verzet

%

Eigen

Verzoek

%

Gemiddelde Mediaan

<1 1

tot 7

7

tot 21

21

tot 42

42

tot 90

Vanaf 90

Separatie 9469 52,3 39.,0 8,6 59,3 17,7 43, 38,0 13,9 2,7 1,1 0,3

Afzondering 4251 37,3 52,6 10,1 45,5 4,2 61, 25,9 8,1 2,5 1,4 0,3

Insluiting 3664 51,3 42,6 6,1 229,7 30,1 31, 30,0 15,8 8,9 8,4 5,8

Fixatie 2920 23,5 67,6 8,8 68,9 11,7 74, 15,0 5,0 2,4 1,6 1,5

Dwangmedicatie 3336 100

Vocht en voeding 258 100

Overige interventies 18 100

Enige interventie 20933 45,2 46,2 8,6

Uit de tabel 6.1. blijkt dat separatie het meest wordt toegepast. Verder is te zien dat er bij de

meeste interventies een groot verschil is tussen het gemiddelde en de mediane duur.

Insluiting kent een behoorlijk aandeel patiënten met langdurige interventies. Tabel 6.2

beschrijft de verdeling van de interventies over de verschillende doelgroepen. Deze tabel laat

zien dat separaties voornamelijk plaatsvinden bij volwassen patiënten met een ernstig

psychiatrische stoornis. In de ouderenpsychiatrie vindt fixatie met banden het meeste plaats,

in de forensische psychiatrie vindt insluiting relatief vaker plaats, terwijl in de kinder- en

jeugdpsychiatrie (kortdurende) fixatie de meest voor komende interventie is.

In overleg met het ministerie van VWS en de inspectie worden vijf doelgroepen

onderscheiden:

1. kinder en jeugd

2. ouderen

3. forensisch

4. volwassenen met een ernstig psychiatrische stoornis

5. volwassenen zonder een ernstig psychiatrische stoornis

Tabel 6.2 Verdeling interventies over doelgroepen Interventies Jeugd Ouderen Forensisch EPA Overig Totaal

percentage binnen ggz 7,7 12,6 4,1 45,9 29,8 100

percentage van doelgroep

Separatie 6,8 6,4 6,5 55,7 24,6 100

Afzondering 27,7 10,7 7,1 45,0 9,5 100

Insluiting in overige ruimtes 4,2 7,3 40,5 35,2 12,8 100

Fixatie* 39,0 18,7 14,0 19,0 9,3 100

Dwangmedicatie met fysiek verzet 1 7,5 1,1 69,6 20,8 100

Vocht voeding met verzet 3,1 4,9 1,4 79,0 11,7 100

*inclusief Holding bij K& J

Tabel 6.3 beschrijft de gecorrigeerde cijfers, zowel het aantal interventies per 1000 opnames

als het aantal interventies per 1000 opname uren in 2012. De uren per 1000 opname uren zijn

uitgesplitst naar de verschillende doelgroepen.

Page 123: Zes jaar Argus

122

Tabel 6.3 Aantal interventies per 1000 opnames en aantal uren per 1000 opname uren Interventies %

patiënten

Aantal per

1000

opnames

Uren per

1000

opameuren

Jeugd Ouderen Forensisch EPA overig

Separatie 6,5 122,7 3,9 9,2 11,6 22,8 22,4

Afzondering 2,3 56,1 0,4 1,7 3,8 7,5 1,7

Insluiting in overige ruimtes 1,1 48,3 0 0,4 8,7 1,9 0,2

Fixatie 1,0 38,5 0,2 4,2 0,5 0,2 0,9

Dwangmedicatie met fysiek verzet 1,4 52,5

Vocht/voeding met fysiek verzet 0,5 10,9

Overige interventies 0,2 0,2

Totaal aantal interventies 9,0 283,7

Deze tabel laat vooral zien dat er grote verschillen zijn tussen de verschillende doelgroepen.

Separatie is de meest toegepaste interventie, gerekend naar het aantal uren per 1000 opname

uren. De EPA patiëntengroep wordt het meest gesepareerd. In de Kinder- en

jeugdpsychiatrie vinden de minste separaties, afzonderingen en fixaties plaats. .

Tabel 6.4 presenteert de trendcijfers over de afgelopen vijf jaar. Er is sprake van een forse

afname in het relatieve aantal gesepareerde patiënten (kolom 5). In Europees perspectief is

het cijfer 6.5% gemeten in 2012 gemiddeld te noemen.

Tabel 6.4 Bereik casusregister in periode 2008-2012, en daarin waargenomen separatietrends Jaar Ziekenhuizen Afdelingen

N

Separaties Patiënten separaties in %

van de opgenomen

Patiënten

Uren

gemiddeld mediaan

Afname

% Uren per

opname uren1

2008 8 68 3685 1338 11,8 128 92 -45%

2009 14 198 4750 2322 10,8 71 43 -17%

2010 18 227 5525 2722 10,2 70 38 -17%

2011 31 375 7476 3743 8,5 62 35 -13,5%

2012 55 570 9469 7198 6,5 58 17 1 de percentages gaan over de behaalde reductie van die instellingen die in 2008, 2009, 2010 respectievelijk 2011 zijn begonnen

Over de laatste 10 jaar zijn regelmatig publicaties in nationale en internationale tijdschriften

verschenen (Janssen et al., 2005; 2009 & 2011 en dit rapport). Tabel 6.5 geeft een overzicht

van de gepubliceerde bevindingen door de tijd heen. De uitkomsten zijn op eenzelfde wijze

gepresenteerd, om een vergelijking toe te staan. Opgemerkt kan worden dat zowel in 2002,

als in 2008 en 2012 de achtergrondgegevens van alle opgenomen patiënten binnen de

onderzochte instellingen zijn meegenomen.

Tabel 6.5 Separatiecijfers over 2002, 2008 en 2012 2002 2008 2012

Totaal

Nederland

IGZ

Project

ziekenhuizen

IGZ

Database

project

ziekenhuizen

Schatting

totaal alle

ziekenhuizen

Deelnemers

Casusregister

Argus

Totaal

Nederland

Deelnemers

Casusregister

Argus

Aantal GGZ instellingen 87 12 12 9 58 55

Aantal opgenomen

patiënten

50.345 17.500 12.054 50.000 57.504

Aantal beddagen 4.900.000 1.900.000 716.860 7.689.238

Gestarte separaties 5318 1881 5744 16.240 3685 15.283 9469

Aantal patiënten 3232 1265 2752 7216 1338 5550 4688

% exposure 6.4% 15.7% 11,1% 6.5%

Page 124: Zes jaar Argus

123

Gebaseerd op de gegevens van 12 project ziekenhuizen over 2002 blijkt dat het aantal

gesepareerde patiënten gerelateerd aan het aantal opnamen vanaf 2002 met ongeveer 50% is

afgenomen. In absolute aantallen patiënten gaat het om een afname van 36% (van 7216 in

2002 naar 4688 in 2012). In de beoordeling van deze uitkomsten dient rekening gehouden te

worden met het feit dat de bevindingen van 2012 meer dekkend zijn dan die van 2008 en

2002. De exposure die vermeld is onder de IGZ gegevens in 2002 betreft alleen die patiënten

die gemeld zijn bij de IGZ in het kader van de MofM. Dit betrof ongeveer 40% van alle

toegepaste separaties (Janssen, et al. 2009). Ook het feit dat in de eerste twee samples geen

Paaz afdelingen en kinder- & jeugdinstellingen participeerden maakt dat de vergelijking

met enig voorzichtigheid bekeken moet worden.

6.4 Benchmark 2012

De vergelijkingen tussen instellingen in dit rapport zijn gebaseerd op een drietal

uitkomstmaten. De eerste uitkomstmaat betreft absolute cijfers en is gebaseerd op het

beleidsdoel dat GGZ Nederland in 2004 opgesteld heeft. GGZ Nederland formuleerde de

ambitie dat de toepassing van separatie jaarlijks met 10% zou verminderen. Deze

doelstelling is in dit rapport verbreed naar afzonderingen, fixaties en gedwongen toediening

van medicatie.

De tweede en derde uitkomstmaat zijn gebaseerd op gecorrigeerde cijfers. Door te corrigeren

voor het aantal opnames en het aantal opname uren is het mogelijk de instellingen met

elkaar te vergelijken. Als tweede is gekeken naar het aantal gestarte separaties per 1000

opnames (Bowers, 2000). Het aantal interventies per 1000 opnamen heeft vooral betekenis

voor opname afdelingen24. Als derde is gekeken naar het aantal separatie uren per 1000

opname uren (Janssen et al., 2011). Uren per 1000 beduren is vooral van belang voor de

vergelijking over de jaren en heeft meer betekenis voor behandelafdelingen. In dit rapport

zijn alleen de gegevens over volwassenen vanaf 18 jaar en ouder opgenomen, omdat deze

groep patiënten in alle instellingen voorkomt. Patiënten in beschermde woonvormen, in

forensische klinieken en in de kinder- en jeugdpsychiatrie zijn niet meegenomen, daar niet

alle instellingen deze voorzieningen hebben.

6.4.1. Resultaten beleidsdoel GGZ Nederland

In tabel 6.6 worden alleen de instellingen besproken die meer dan één jaar Argusgegevens

hebben aangeleverd aan het casus register. De berekende percentages komen voort uit de

vergelijking van de Argus gegevens van 2012 met het jaar waarop de instelling voor het eerst

Argus gegevens leverde, het startjaar in tabel 6.4. Voor de interventies separatie,

afzondering, fixatie en gedwongen intramusculaire medicatie is per instelling en per

interventie weergegeven welke reductie zij over de jaren bereikt hebben.

24 Opgemerkt moet worden dat patiënten sneller worden ge-desepareerd op basis van actueel toestandsbeeld en gedrag, maar dat soms later

toch separatie verpleging aangewezen is. Dit is onderdeel van minder defensief risicomanagement. Men kan in dat verband meer concluderen

uit de duur en het aantal unieke patiënten, dat wordt gesepareerd dan uit de aantallen gestarte separaties.

Page 125: Zes jaar Argus

124

Tabel 6.6 Overzicht van het resultaten beleidsdoel GGZ Nederland naar instelling 2012

Va

na

f

…in

reg

iste

r

Do

el

be

ha

ald

Separatie Afzonderingen Fixaties IM medicatie

onder verzet

Duur Patiënten Duur Patiënten Duur Patiënten Aantal giften Patiënten

Mediant 2007 + - 30,9% = 0% - 75,8% - 64,9% + 5,3% - 54,5% + 88,2% + 2,7%

GGNet 2007 - 0,1% - 37,3% - 70,2% + 10,6% - 85,0% - 80,7% + 17,2% - 38,2%

Ingeest 2007 +12.2% -7% -58% -73% -92% -50% ** **

GGZ Friesland 2007 + - 62,4 - 17,7% - 43,8% +73,5% - 13,6% - 20,0% -27,0% + 245%

Vincent van Gogh 2007 - 3,8% - 22,3% + 772% + 17% - 43,3% - 40,3% + 24,5% + 106%

Pro persona Arnhem 2008 + -21,6% -31,8% -33,6% +8,1% -82,4% -44,4% +121% +28%

Mondriaan 2008 + -66,7% - 71,7% - 14,9% - 76,5% - 84,7% - 76,0% ** **

Altrecht 2008 + - 36,8% + 0,8% - 50,5% + 8,7% - 57,9% - 17,5% - 78,1% + 52,3%

GGZ Eindhoven 2008 + - 4,6% - 19,4 % - 53,2% - 9% - 99,6% + 100% ** **

Oost Brabant 2009 + - 65,1% - 59,9% - 99,9% - 96,5% + 157,8% + 40,7% = 0% = 0%

Emergis 2009 + 50,9% + 25,5% - 69,9% + 20% - 92,9% + 115 % - 24,7 % + 54,8 %

GGZ WNB 2009 + 182% + 54,8% +1340 % + 126 % - 59,8% - 60,6 % + 5,1% + 55,5%

GGZ Breburg 2009 - 9,7% - 37,9% - 87,8% - 80% - 39,2% - 25% + 42,5% + 7,8%

Rivierduinen 2009 + 0,2% + 54,6% - 75,8% - 24,2% - 71,4% - 33,3% + 44,5% + 80,9%

Yulius 2009 + 26, - 11% - 15,4% - 20% - 47,6% + 200% ** **

Reinier van Arkel 2010 + 5,9% + 56,5% * * +23,3% +18% - 14,6% + 4,8%

GGZ Delfland 2010 + 5,7% +65,4% - 99,3% - 95,1% +197% + 75% + 10,0% + 60,7%

Dimence 2011 + 2,4% + 10,9% + 65% = 0% - 81,6% - 14,3% + 41,5% + 10,0%

Arkin 2011 - 4,7% - 16,5% = 0% - 15,6% * * *** ***

GGZ Delta 2011 + 3,6% + 22,5% - 100% - 100% + 47,4% - 15,3% *** ***

Parnassia Den Haag 2011 - 7,7% -2,3% + 6,4% - 16,2% *** *** *** ***

* geen percentages berekend vanwege klein aantal uren of patiënten.

** onbetrouwbare gegevens.

*** geen gegevens beschikbaar van meer dan één jaar.

Ondanks het streven om vrijheidsbeperkende interventies te verminderen is er bij een aantal

instellingen sprake van een toename, juist over 2012. Het beeld bij de separaties is bij

sommige instellingen, meer patiënten met korter verblijf in de separeerkamer, tegenover

andere instellingen met minder gesepareerde patiënten maar met een langere verblijfsduur

in de separeerkamer. Dit laatste lijkt meer te gebeuren bij die instellingen die langer werken

aan het terugdringen van separatie: een kleine groep wordt dan relatief langer gesepareerd.

Bij de afzonderingen en insluitingen ontstaat een beeld van ofwel een forse toename van in

zowel duur als aantal patiënten ofwel een forse afname25. Bij de fixaties werd in 2012 de

meeste reductie bereikt in een groot aantal instellingen. Deze reductie is mede een gevolg

van bevindingen uit wetenschappelijk onderzoek, waaruit blijkt dat mechanische fixatie bij

ouderen de prognose op herstel verslechtert (Mohr, et al. 2003, Paterson, et al. 2003). Bij de

toediening van intramusculaire medicatie onder verzet, was er bij vrijwel alle instellingen

sprake van een stijging. Ook het aantal betrokken patiënten nam toe.

Opmerkelijk is dat er een aantal instellingen zijn die een in eerdere jaren bereikte reductie

hebben zien verdampen. De bespreking van de afzonderlijke instellingen in hoofdstuk 3, laat

zien dat het onderwerp terugdringen van vrijheidsbeperkende interventies op de agenda

moet blijven. Verslapping in de aandacht hiervoor, of verplaatsing van de aandacht naar

andere onderwerpen kan leiden tot een toename in het gebruik van vrijheidsbeperkende

interventies en kan eerder bereikte resultaten ongedaan maken.

25 Het toenemend aantal alternatieve ruimtes en verschillen in interpretatie van het benoemen van deze ruimtes heeft mogelijk geleid leiden tot het minder betrouwbaar

vastleggen van dit item.De wekgroep argus zal aandacht moeten bblijven besteden aan eenduidige benaming van deze ruimtes.

Page 126: Zes jaar Argus

125

6.4.2. Separatieduur per 1000 opname uren

Figuur 6.2 beschrijft het aantal separatie uren per aantal opname uren voor volwassenen en

ouderen. Patiënten die niet in alle instelling voorkomen, zoals kinderen en jeugdigen,

beschermd wonen en forensische psychiatrie zijn niet meegenomen. Bij een op hoofdlijnen

vergelijkbare patiëntengroep, blijken tussen GGZ instellingen grote verschillen te bestaan

qua duur van separatie per 1000 opname uren. Daarbij is het verschil tussen de instelling met

de laagste aantal uren per 1000 opname uren en de hoogste aantal uren per 1000 opname

uren een factor 20.

0 2 4 6 8 10

17

26

11

8

5

19

2

24

16

20

25

4

7

9

21

14

10

15

23

3

1

12

13

22

18

separatie uren per 1000 opname uren

Figuur 6.2 Separatie uren per 1000 opname uren per instelling

Tussen 2011 met 2012 is in absolute cijfers sprake van een reductie van het aantal separatie

uren en een lichte toename in het aantal separaties. De instellingen die gedurende twee jaar

gegevens aanleverden, separeerden in 2011 in totaal 410521 uur. Dat aantal uren daalde in

2012 naar 389497. Een daling van 5%. Het aantal separaties steeg van 8378 separaties in 2011

naar 8451 in 2012, een toename van 0.9%.

instellingsnummer

Page 127: Zes jaar Argus

126

In figuur 6.3 zijn de instellingen gerangschikt van stijgers naar dalers in aantal separatie uren

per 1000 opname uren tussen 2011 en 2012. In 2011 bedroeg de gecorrigeerde duur van de

toegepaste separaties 5,46 uur per 1000 opname uren. In 2012 daalde dit cijfer naar 3,58 uur

per 1000 opname uren. In totaal werd in 2012 1,9 uur per 1000 opname uren minder

gesepareerd dan in 2011, een daling van 30%. Dit aanzienlijke verschil heeft vooral te maken

met een flinke uitbreiding van het aantal aanbieders waarvan gegevens werden ontvangen.

Veel van de nieuwe aanbieders, zoals kinder- en jeugdinstellingen en de Paaz-afdelingen,

hebben veel lagere cijfers dan de GGZ instellingen.

-16,00 -14,00 -12,00 -10,00 -8,00 -6,00 -4,00 -2,00 0,00 2,00 4,00

totaal

3

13

22

21

7

14

20

5

11

4

8

19

2

15

12

1

16

17

10

9

23

18

verschil

Figuur 6.3 Verschil separatieuren per 1000 opname uren over 2012 en 2011

6.4.3 Het aantal separatie per 1000 opnames

In figuur 6.4 is bij meeste instellingen te zien dat gemiddeld in minder dan één op de tien

opnames een separatie wordt gestart. Bij 10 instellingen ligt dit cijfer daarboven, met een

maximum van 173 gestarte separaties per 1000 opnames. Het aantal gestarte separaties per

1000 opnames is onderhevig aan het gevoerde beleid. Het cijfer is gevoelig voor

veranderingen in het aantal opnames maar ook de opnameduur. Als separaties korter duren,

kan het zijn dat er vaker wordt gesepareerd. Als opnames korter duren, kan het zijn dat de

verhouding tussen het aantal gestarte separaties en het aantal opnames daalt.

instellingsnummerer

Page 128: Zes jaar Argus

127

Dit getal kan stijgen, als getracht wordt de duur van de separaties te beperken en de patiënt

weer zo snel mogelijk wordt gereïntegreerd op de afdeling. Dit is vooral zichtbaar bij

instellingen met een korte historie op het gebied van terugdringen van dwang en drang. Het

getal neemt af als de totale duur van de separaties al sterk is gedaald. Deze ontwikkeling is

al te zien bij enkele instellingen (de instellingen 9 en 11) die al een reductie in separatie uren

hebben bereikt (vergelijk met figuur 6.2).

0,00 20,00 40,00 60,00 80,00 100,00 120,00 140,00 160,00 180,00 200,00

7

26

17

11

5

25

18

19

1

9

3

23

15

16

14

2

6

24

4

12

13

22

21

10

20

gestarte separaties per 1000 opnames

Figuur 6.4 Gestarte separaties per 1000 opnames per instelling 2012

De instellingen, die over ten minste twee jaar Argus gegevens aanleverden, separeerden 3311

patiënten in 2011 en 3471 patiënten in 2012, een toename van vijf procent. Tussen 2010 en

2011 was sprake van een daling van dit aantal met drie procent (Noorthoorn et al., 2012). Het

aantal separaties per 1000 opnames nam met 10% af van 80,1 naar 72.

6.4.4. Benchmark afzonderingen

Bij de instellingen waarvan minimaal twee jaar Argus gegevens bekend zijn bedroeg in 2011

het aantal afzonderingsuren in totaal 152107. Het aantal afzonderingsuren daalde in 2012

naar 113279. Een daling van 25%.

Page 129: Zes jaar Argus

128

In figuur 6.5 zijn het aantal afzonderingsuren per 1000 opname uren weergegeven van de

grote GGZ instellingen, voor alleen de doelgroepen volwassenen en ouderen, over 2012. De

figuur laat zien dat er tussen instellingen grote verschillen zijn. Gecorrigeerd voor het aantal

opname uren is het verschil tussen de instellingen met het laagste en het hoogste aantal

afzonderingsuren per 1000 opname uren een factor 100.

0 2 4 6 8 10 12

totaal

19

11

18

21

17

26

16

14

9

2

24

13

3

12

10

15

20

4

5

25

22

7

1

8

23

afzonderinggsuren per 1000 beduren

instellingsnummer

Figuur 6.5 Afzonderinguren per 1000 opname uren per instelling 2012

Tussen 2011 en 2012 laten de meeste instellingen een reductie zien, die bij enkele heel sterk

is. Bij een klein aantal instellingen is er sprake van een toename in de duur van

afzonderingen. Het aantal betrokken patiënten nam af met 30%. In de instellingen waarover

minimaal 2 jaar Argus gegevens bekend zijn, werden 854 patiënten in 2011 in de

afzonderingskamers geplaatst en in 2012 waren dit 590 patiënten.

Page 130: Zes jaar Argus

129

6.4.5. Benchmark insluitingen

In 2011 bedroeg het aantal insluitingsuren in totaal 199649. Bij dezelfde instellingen daalde in

2012 het aantal insluitingsuren naar 169516 uren. Een daling van 15%. In figuur 6.6 zijn het

aantal afzonderingsuren per 1000 opname uren weergegeven van de grote GGZ instellingen

over volwassenen en ouderen.

0,00 5,00 10,00 15,00 20,00 25,00

to taal

3

15

16

19

22

23

25

26

14

20

18

17

12

21

2

13

4

9

24

11

7

5

8

1

10

ratio insluitingsuren per opnameuren

Figuur 6.6 Insluitingsuren per 1000 opname uren per instelling 2012

Evenals bij separaties en afzonderingen, zijn tussen de instellingen grote verschillen te zien.

Kijkend naar het aantal uren insluiting per opname uren is het verschil tussen de instellingen

met het laagste en het hoogste cijfer een factor 10. In de instellingen, waarover minimaal

twee jaar Argus gegevens bekend zijn, werden 750 patiënten in 2011 ingesloten en in 2012

waren dit 317 patiënten, een afname van 57 %. Het aantal uren per 1000 opname uren nam

met een ratio van 3,37 in 2011 en een ratio van 1,68 in 2012 met 49% af.

Page 131: Zes jaar Argus

130

6.4.6. Benchmark fixaties

Fixaties vinden in Nederland voornamelijk plaats in ouderenafdelingen. Figuur 6.7

presenteert de fixatie uren per 1000 opname uren. Pas na 2009 zijn veel instellingen dit meer

systematisch gaan registeren. Vergelijking van 2011 met 2012 laat zien dat in 2011 het aantal

fixatie uren in totaal 280009 bedroeg. Bij dezelfde instellingen daalde in 2012 het aantal

fixatie uren naar 126142. Een daling van 55%.

0,00 2,00 4,00 6,00 8,00 10,00 12,00 14,00 16,00

totaal

23

26

17

10

16

20

19

3

25

24

2

4

12

15

9

21

22

5

13

7

1

14

8

11

18

ratio fixatieuren per opnameuren

Figuur 6.7 Fixatie uren per 1000 opname uren per instelling 2012

Opvallend in deze figuur is de grote variatie. Waar bij sommige instellingen vrijwel niet

wordt gefixeerd, gebeurd dat bij de meeste instellingen over een relatief beperkt aantal

patiënten (range 1-20 per instelling) over lange tijd (gemiddeld 310 uur per patiënt). Deze

forse verschillen kunnen niet verklaard worden door verschillen in het aantal bedden voor

ouderen binnen de instellingen.

Page 132: Zes jaar Argus

131

6.4.7. Benchmark dwangmedicatie

In figuur 6.8 is het aantal verstrekkingen dwangmedicatie per 1000 beddagen in 2012

beschreven. Hierin zijn de verstrekkingen van kortwerkende intramusculaire noodmedicatie

medicatie en langwerkende intramusculaire medicatie depotmedicatie bij elkaar opgeteld.

0 1 2 3 4 5

totaal

26

11

25

9

21

8

13

5

16

7

12

4

18

14

17

20

2

1

3

19

23

24

15

22

ratio dwangmedicatie per 1000 beddagen

instellingsnummer

Figuur 6.8 Verstrekkingen van gedwongen medicatie IM per 1000 beddagen 2012

Figuur 6.8 laat zien dat er grote verschillen tussen instellingen bestaan wat betreft het

toedienen van intramusculaire medicatie onder verzet. Een aantal instellingen is in de

vergelijking niet opgenomen, daar zij ook de orale medicatie, die onder grote psychologische

druk door de patiënt is ingenomen, registreerden als toediening van medicatie onder verzet

zonder in de soort verstrekking onderscheid te maken. Deze verschillen in registratie hebben

te maken met een tot 2010 gevoerde discussie, over op welke wijze dwangmedicatie

vastgelegd zou moeten worden. Bij deze partijen waren de eind 2010 gewijzigde definities

nog niet in softwarepakketten doorgevoerd.

Dwangmedicatie onder verzet is in 2011 door 19 GGZ instellingen en 3 Paaz-en in overeen-

stemming met de juiste definities vastgelegd en door het register ontvangen. Het is toen bij

1012 patiënten vastgelegd. In 2012 werd door 25 GGZ instellingen en 19 Paaz-, zes kinder- en

jeugdinstellingen en drie instellingen met religieuze grondslag, gegevens over

dwangmedicatie onder verzet juiste vastgelegd en aan het register doorgegeven.

Page 133: Zes jaar Argus

132

Er waren in 2012 1511 patiënten die medicatie onder verzet kregen toegediend. In de in 2011

registrerende instellingen kregen in 2012 1361 patiënten tegen hun wil medicatie per injectie

intramusculair toegediend, een toename van 30%. Het aantal verstrekkingen nam af met

13%. In 2011 werden 3320 verstrekkingen vastgelegd, in 2012 waren dat er 2889, over meer

aanbieders.

Evenals in 2011, is ook in 2012 aan de orde dat de rangordening in aantal separatie uren per

1000 opname uren, vergeleken met het aantal verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet

per 1000 opname dagen omgekeerd evenredig is. Een hoge waarde in uren separatie komt

overeen met een lage waarde in verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet (Wilcoxon z=-

2.229 df=23, p=0.001).

6.4.8. Vrijheidsbeperkende interventies naar diagnose en afdeling

Vrijheidsbeperkende interventies zijn niet gelijkelijk verdeeld over verschillende

diagnosegroepen. Uit figuur 6.9 blijkt dat patiënten met een bipolaire stoornis, een psychose

of schizofrenie meer kans hebben op separatie, afzondering, insluiting of dwangmedicatie.

Fixatie werd voornamelijk toegepast bij ouderen met een organisch psychosyndroom of

jongeren met een ontwikkelingsstoornis. Mensen met een persoonlijkheidsstoornis lijken een

verhoogde kans op een insluiting te hebben.

Page 134: Zes jaar Argus

133

0,0%

10,0%

20,0%

30,0%

40,0%

50,0%

geen

dia

gnose

aanpassin

gssto

orn

is

angssto

orn

is

dep

ressie

bip

ola

ir

psy

chotisch

schiz

ofren

ie

org

anisch

psy

chosy

ndro

om

mid

delen

ontw

ikkelin

gssto

orn

is

perso

onlijk

heid

sstoorn

isenige interventie

separatie

afzondering

insluiting

fixatie

dwangmedicatie

Figuur 6.9 Diagnosen en kans op verschillende vrijheidsbeperkende interventies

Page 135: Zes jaar Argus

134

In figuur 6.10 is de verdeling van de interventies over de verschillende typen afdelingen

weergegeven. Te zien is dat separaties vooral voorkomen bij opname afdelingen en in de

forensische psychiatrie. Afzonderingen komen vooral in de kinder– en jeugdpsychiatrie

voor. Fixaties komen meer voor in de ouderenpsychiatrie. Dwangmedicatie wordt vooral bij

opname afdelingen toegepast en (veel) minder in de typen afdelingen.

0,0%

2,0%

4,0%

6,0%

8,0%

10,0%

12,0%

14,0%

16,0%

18,0%

enige interventie separatie afzondering insluiting fixatie dwangmedicatie

opname

langdurige zorg

ouderen

forensisch

jeugd

Figuur 6.10 Verdeling vrijheidsbeperkende interventies over de verschillende afdelingen

6.4.9 Langdurige separaties

Tabel 6.7 presenteert de langdurige separaties in de verschillende instellingen. Omdat deze

telling een vrijwel volledige landelijke dekking heeft, is dit overzicht te beschouwen als een

nulmeting over de komende jaren. Aan de tabel is te zien dat het aantal patiënten in de

verschillende categorieën constant is, terwijl dit in de jaren 2009 – 2011 gestaag afnam

(Noorthoorn et al., 2012).

Uit tabel 6.7 vooral blijkt een fors aantal interventies van langer dan drie maanden. Er zijn

rond 60 patiënten die voldoen aan de criteria voor een externe consultatie. Terwijl interne

consultaties wel plaatsvinden, is het aantal externe consultaties niet in overeenstemming met

deze cijfers. De ontwikkeling van de cijfers aangaande de separatieduur laat zien dat het

aantal, de gemiddelde en mediane duur van de separaties over de laatste jaren is afgenomen.

Er worden minder patiënten minder lang gesepareerd, maar er blijft een kleine groep met

hoge cijfers. De ontwikkeling van intensive care afdelingen (van Mierlo et al., 2013) en de

daarvoor ontwikkelde zorg is mogelijk een antwoord op de zorgvraag van deze moeilijke

patiënten.

Page 136: Zes jaar Argus

135

Tabel 6.7 Aantal separaties over de verschillende consultatie criteria per instelling Instelling Totalen <1 dag of <24

uur

<7 dagen or <84

uur

7-20 dagen or

84-251 uur

21-41 dagen or

252-503 uur

42-90 dagen or

504-1079 uur

>91 dagen or

>1080 uur

1 1291 445 657 150 29 8 2

2 618 143 357 91 16 4 7

3 572 286 138 110 26 9 3

4 570 369 124 59 15 3 0

5 479 139 287 51 2 0 0

6 460 245 111 80 21 3 0

7 427 112 229 60 12 11 3

8 419 291 80 35 0 12 1

9 354 239 80 28 5 2 0

10 325 211 65 37 5 6 1

11 321 69 173 62 9 7 1

12 289 81 147 43 13 3 2

13 279 164 67 30 9 3 6

14 277 153 64 42 9 7 2

15 276 163 76 31 5 1 0

16 240 132 54 41 10 2 1

17 228 66 125 32 5 0 0

18 225 89 76 45 13 2 0

19 223 75 111 30 4 3 0

20 165 117 30 15 3 0 0

21 162 31 64 49 16 2 0

22 150 38 61 45 4 1 1

23 146 60 33 42 6 3 2

24 144 81 53 6 4 0 0

25 129 30 71 21 3 4 0

26 104 4 77 20 2 1 0

27 96 69 22 3 1 1 0

28 77 31 34 9 3 0 0

29 67 20 28 17 2 0 0

30 50 32 16 2 0 0 0

31 33 29 3 0 1 0 0

32 32 26 0 5 1 0 0

33 30 18 12 0 0 0 0

34 30 14 15 1 0 0 0

35 24 5 15 4 0 0 0

36 24 6 7 6 3 2 0

37 24 4 17 3 0 0 0

38 19 7 8 4 0 0 0

39 15 11 3 0 1 0 0

40 14 10 3 1 0 0 0

41 10 4 2 2 2 0 0

42 8 6 1 0 0 1 0

43 8 5 3 0 0 0 0

44 7 1 4 2 0 0 0

45 7 6 1 0 0 0 0

46 6 1 4 1 0 0 0

47 6 3 1 2 0 0 0

48 3 3 0 0 0 0 0

49 2 0 2 0 0 0 0

50 2 1 0 1 0 0 0

51 2 1 1 0 0 0 0

totaal 9469 4146 3612 1318 260 101 32

Aantal 2012 in sample van 2011 8451 3650 3240 1178 234 93 31

Bevindingen 2011 8378 2408 4263 1315 271 89 32

Page 137: Zes jaar Argus

136

Hoofdstuk 7 Beschouwing

7.1 Korte samenvatting van de bevindingen 2011-2012

Evenals in de voorafgaande jaren is er ook in 2012 sprake van een reductie van separatie. Het

absolute aantal separaties is tussen 2011 en 2012 landelijk gezien gestegen met 0.9%. Het

totaal aantal uren separatie nam echter af met 5%. Gecorrigeerd voor het aantal opnames

was er sprake van een afname van 10% in aantal separaties per 1000 opnames. Gecorrigeerd

voor het aantal dagen dat een bed bezet was in die afdelingen waar patiënten het risico

hadden vrijheidsbeperkende interventies te ondergaan, was er sprake van een afname van

33% in de duur van separatie uren per 1000 opname uren. Van de 21 instellingen waarvan

meer dan twee jaar gegevens werden ontvangen, lieten 11 instellingen een reductie van

separatie-uren zien. 7 instellingen bereikten een reductie van separatie uren van meer dan

10% per jaar. Bij 6 instellingen waren de cijfers constant. Vier instellingen lieten een toename

in separatie-uren zien.

7.2 Beantwoording onderzoeksvragen

Dit rapport is niet alleen over de jaren 2011 en 2012. In dit rapport wordt ook teruggekeken

naar de gehele projectperiode tussen 2008 en 2012. In dit rapport staan drie vragen centraal:

1. Wat zijn de ontwikkelingen in het aantal en de duur van vrijheidsbeperkende

interventies tussen 2008 en 2012?

2. Wat zijn de ontwikkelingen in langdurige separaties tussen 2009 en 2012?

3. Wat zijn mogelijke verklaringen voor deze ontwikkelingen en is er sprake van

substitutie van separatie door andere interventies?

Vraag 1. In grote lijnen is sprake van een duidelijke afname in zowel de duur van de

separaties als het aantal patiënten dat aan separaties is blootgesteld. De kans om bij een

vrijwillige dan wel gedwongen opname in de psychiatrie gesepareerd te worden is sinds

2002 met ruim 50 % afgenomen van 15.7% naar 6.5 %. Ook de duur van de separaties is in

de jaren met ongeveer 50% afgenomen. Minder patiënten lijken dus minder lang te worden

gesepareerd. Over de jaren is sprake van een gestage afname van 5%-15% per jaar

(Jaarrapporten Argus, Noorthoorn et al., 2008, 2009, 2010, 2011 & 2012).

Onderzoeksvraag 2. Wat betreft de langdurige separaties is er na een aantal jaren gestage

daling tussen 2009 en 2011, over 2011 en 2012 sprake van een stagnatie. In 2012 waren er

evenveel patiënten die een separatie ondergingen langer dan drie maanden als in 2011. Het

is opmerkelijk dat het aantal patiënten met een langdurige separatie in 2012 beduidend

hoger ligt dan het aantal patiënten dat in dat jaar door het CCE in behandeling is genomen.

Page 138: Zes jaar Argus

137

Onderzoeksvraag 3. De meeste instellingen die de doelstellingen van GGZ Nederland bereikt

hebben, zijn langer actief bezig met dwangreductie. De uitkomsten van dit rapport zijn in lijn

met de conclusies van het vorige rapport (Vijf jaar argus). Hier werd gewezen op het belang

van een breed draagvlak, dat ertoe leidt dat over meer jaren heen vanuit de verschillende

organisatielagen gewerkt wordt aan het terugbrengen van vrijheidsbeperkende interventies.

Een mogelijke verklaring voor beperkte reductie ligt wellicht in het gegeven dat er veel

initiatieven zijn, die niet altijd met evenveel samenhang worden geïmplementeerd (Voskes,

Theunissen en Widdershoven, 2011).

Onderzoek naar substitutie verricht bij één van de instellingen liet zien dat de totale

hoeveelheid toegepaste dwang bij die instelling afnam, ondanks een relatieve toename in de

verstrekkingen van dwangmedicatie onder verzet. Bij die instelling was deze trend het

resultaat van bewust beleid, vanuit de overweging dat separatie geen behandeling is, waar

de toediening van medicatie dat wel is, ook al is het tegen de wil van de patiënt in (Verlinde

et al., 2014). Uit hoofdstuk 3 in dit rapport komt naar voren dat bij enkele instellingen een

vermindering in separaties gepaard ging met een stijging in het aantal verstrekkingen

dwangmedicatie onder verzet. Bij de meeste instellingen ging een vermindering in separaties

gepaard met een afname in de overige interventies, inclusief dwangmedicatie. De sector lijkt

te voldoen aan de eisen geformuleerd in de brief van Minister Schippers van VWS, waarin zij

stelt dat de afname in separatie niet ten koste mag gaan van een toename in andere

vrijheidsbeperkende interventies, zoals insluiting of verstrekking van dwangmedicatie onder

verzet. Om echter op langere termijn heldere uitspraken over de substitutie van separatie

door verstrekkingen dwangmedicatie onder verzet te kunnen stellen, zullen meergegevens

verzameld moeten worden.

In de afgelopen jaren is de deelname aan het register substantieel toegenomen. Tot 2011 was

de aanlevering op vrijwillige basis en had het register geen middel om de aanlevering

verplicht te stellen. In 2011 werd deelname gefinancierd uit projectsubsidies. In 2012 werd

deelname aan het register een voorwaarde voor het ontvangen van subsidie, zodat het

register in dat jaar beschikte over gegevens van 55 van de 108 bij de inspectie bekende Bopz

aangemerkte instellingen. Het is aannemelijk dat het register met deze 55 instellingen meer

dan 95% van de vrijheidsbeperkende interventies in beeld heeft. De opgelegde deelname

heeft mogelijk consequenties voor de betrouwbaarheid van de gegevens. Als men vrijwillig

deelneemt is toezicht op de betrouwbaarheid van gegevens een vanzelfsprekend onderdeel

van een wetenschappelijk samenwerkingsverband. Als deelname verplicht is, is dit minder

het geval.

7.3. Beschouwing van de uitkomsten van 2012.

Opvallend aan de cijfers van 2012 is de grote variatie tussen instellingen. Ondanks het feit

dat gekozen is de vergelijking te maken over exact dezelfde afdelingen is in vrijwel alle

benchmark vergelijkingen te zien dat er een factor 10 tot 20 verschil is tussen de laagste en de

Page 139: Zes jaar Argus

138

hoogste cijfers. Vooral de blootstelling aan separatie verschilt enorm. Bij een van de

instellingen ondergaat één op de honderd patiënten een separatie, bij een ander is dat één op

de vijf. Deze verschillen lijken niet direct verklaard worden door verschillen in de

opgenomen patiëntenpopulatie, echter het aantal kenmerken dat verzameld kan worden

wordt over de patiëntenpopulaties van de verschillende instellingen is beperkt waardoor er

toch verschillen op andere kenmerken zouden kunnen bestaan

Het tweede wat opvalt is dat een aantal instellingen de behaalde winst heeft weten vast te

houden. Daarnaast zijn er echter instellingen die tussen 2007 en 2010 een duidelijke winst

behaald hebben, maar deze in de laatste twee jaar, na het beëindigen van de

stimuleringssubsidie, hebben zien verdampen. Het aantal instellingen dat reductie behaald

heeft is in 2012 minder dan in 2011. In 2011 was er bij 11 instellingen sprake van een reductie

welke voldeed aan de criteria van 10% reductie per jaar. In 2012 was dat maar bij zeven

instellingen het geval. Vier instellingen lieten na behaalde reductie weer een toename zien.

Dit rapport is het eerste waarin ook cijfers vanuit de kinder- en jeugdpsychiatrie zijn

opgenomen. De cijfers laten zien dat de exposure aan vrijheidsbeperkende interventies niet

vergelijkbaar is met de volwassenpsychiatrie. Separatie vindt binnen de kinder- en

jeugdpsychiatrie veel minder vaak plaats, manuele fixatie is daarin de interventie van eerste

keus, afzondering – al dan niet op eigen kamer – is maatregel van eerste keus. Andere

interventies, zoals insluitingen of dwangmedicatie kwamen vrijwel niet voor.

7.4. Nederlandse cijfers in internationaal perspectief.

Op basis van de in 2012 verzamelde Nederlandse cijfers kan worden geconcludeerd dat het

aantal patiënten dat vrijheidsbeperkingen ondergaat vergelijkbaar is met dat in verschillende

andere landen in Europa, zoals Duitsland, Engeland, Finland, Oostenrijk, België en

Zwitserland, maar ook daarbuiten zoals Australië en Nieuw-Zeeland. Het gekozen middel

van eerste keuze is echter verschillend (Steinert & Lepping, 2009). In Nederland, België,

Finland, Nieuw Zeeland en Zwitserland is separatie het middel van eerste keuze. In

Duitsland en Oostenrijk is fixatie het middel van eerste keuze, terwijl in de overige

Angelsaksische landen fysieke fixatie in combinatie met dwangmedicatie het middel van

eerste keuze is.

Waar de cijfers over separatie in internationaal perspectief hoog zijn, zijn de cijfers over

fixatie en dwangmedicatie in internationaal perspectief laag. In Italië, de Scandinavische

landen, Japan en de Verenigde Staten lijken – afhankelijk van de bronnen - de

separatiecijfers beduidend lager, maar ontbreekt een landelijke gegevensverzameling.

Beschikbare cijfers hebben vaak te maken met wetenschappelijk onderzoek en niet altijd in

representatieve klinische settingen. Alleen Nederland, Duitsland, Finland, Australië en

Nieuw-Zeeland beschikken over landelijke registers.

Page 140: Zes jaar Argus

139

Kijkend naar de exposure aan separatie was in Nederland het aandeel van alle opgenomen

patiënten dat in 2012 separatie onderging 6.5%. In de meeste van de goed vergelijkbare

landen schommelt het percentage patiënten dat separatie onderging rond de 10%, met een

range van 5 – 17.8%. In Zwitserland was het aandeel gesepareerde patiënten 17.8 %, in

Australië was het 14.4%, in Nieuw-Zeeland 15.6%, in Duitsland in een bron 10% en in een

ander 9%, in Belgie was het 8.7% en in Finland was het tenslotte 5%. In Engeland was het

separatiecijfer daarentegen in sommige bronnen 0%, in andere 0.5%. Ook in Oostenrijk en

IJsland was het separatiecijfer 0, evenals in Italië, dat niet eens over afzonderings- of

separatieruimtes beschikt. De duur per interventie is in Nederland in internationaal

perspectief vergelijkbaar met die landen waar eveneens wordt gesepareerd. In recente

studies wordt voor het vergelijke van de duur, de mediaan als de meest betrouwbare maat

gezien. . In Nederland was in 2012 de mediaan 17 uur, in Duitsland 9.1 uur, in Hong Kong

was het 16.8 uur, in Spanje 16.4 uur, in Finland 22,8 uur, in Zwitserland was het 52 uur en in

Japan 204 uur.

7.5 Conclusies

In 12 jaar dwangreductie is veel bereikt. Uitgaande van de twee internationaal meest

relevante indicatoren, te weten het percentage patiënten dat een vrijheidsbeperking

ondergaat en de mediaan van de duur per interventie, laten de cijfers van 2012 zien dat

Nederland geen wereldkampioen separeren (meer) is. Door de jaren heen is er sprake

geweest van een gestage daling van het aantal patiënten dat separatie ondergaat. Het

huidige aantal is vergelijkbaar met een aantal andere landen, de mediaan per interventie is

eveneens vergelijkbaar met die landen die de duur goed bijhouden en separatie als

interventie van eerste keus hebben. De ontwikkeling van de intensive care lijkt een

ontwikkeling die het behaalde resultaat nog meer in lijn zal brengen met de internationale

situatie, zoals beschreven in de literatuur.

Deze conclusie laat onverlet dat de verschillen tussen GGZ instellingen bijzonder groot zijn.

Het verschil tussen de hoogste en de laagste separatiecijfers bedraagt een factor 20 in aantal

en een factor 10 in separatieduur. Het aanpakken van dwangreductie vanuit alle lagen van

de organisatie lijkt een belangrijke voorwaarde voor succes, naast het combineren van

verscheidene interventies, zoals het werken met ervaringsdeskundigen, ruimtelijke

alternatieven, een op een begeleiding, vroegsignalering en risicotaxatie en het toewerken

naar een brede invoering van de ingezette trend om te werken aan high en intensive care

afdelingen. Succesvolle instellingen worden gekenmerkt door continuïteit van beleid. Zij

geven ruimte aan initiatieven gericht op dwangreductie en bieden ondersteuning aan

medewerkers om zich op dit punt te ontwikkelen. Ze werken samen met

onderzoeksinstellingen om de projecten evalueren. Het is de vraag of deze inzet

gehandhaafd kan blijven, in het licht van de doorgevoerde en aangekondigde bezuinigingen

in de GGZ.

Page 141: Zes jaar Argus

140

Referenties

1. Abma T, Widdershoven GAM , Lendemeijer B (2005). Dwang en drang in de

psychiatrie; kwaliteit van vrijheidsbeperkende interventies. Utrecht: Lemma.

2. Argus minimale dataset. GGz Nederland, 2010

3. Bowers, L. (2000). The expression and comparison of ward incident rates. Issues in

Mental Health Nursing. 21, 365-74.

4. De Veen RCA, Vruwink FJ, Voskes Y, Mulder CL & Noorthoorn EO. Het

Comfortroom project Mediant Ervaringen en uitkomsten MGv, 2009 | 6 | 64 |

551 – 560.

5. De Jong A, Giel R, Slooff CJ, Wiersma D: Relationship between symptomatology and

social disability. Empirical evidence from a follow up study in schizophrenic patients.

Social Psychiatry 21:200–205, 1986

6. Faay, M., van de Sande, R., Gooskens, F. & Hafsteinsdóttir, T. (2012). Kennedy Axis

V: Clinimetric properties assessed by mental health nurses. International Journal of

Mental Health Nursing. doi: 10.1111/j.1447-0349.2012.00887.x. [Epub ahead of print]

7. Georgieva I, Mulder CL, Noorthoorn EO. Reducing seclusion through involuntary

medication: A randomized clinical trail. Psychiatry res. 2012. Aus 27 [Epub ahead of

print].

8. Happell B & Harrow A (2010). Nurses’ attitudes to the use of seclusion: a review of

the international literature. International journal of mental health nursing. 19, 162-

168.

9. Hoekstra T, Lendemeijer HHGM, Jansen MGMJ. Seclusion: the inside story. Journal

of psychiatric and mental health nursing 2004; 11: 276–83.

10. Honig, A., Visser, IJ., Heller, H.M., Kieviet, N. & Boenink, A.D. (2014). Medisch-

psychiatrische unit in algemeen ziekenhuis. Nederlands Tijdschrift voor

Geneeskunde, 158 (1- 7).

11. Huckshorn, K.A. (2004). Reducing seclusion restraint in mental health use settings:

core strategies for prevention. Journal Psychosocial Nursing Mental Health Service.

42, 22-33

12. Janssen WA, Noorthoorn EO, Nijman HLI, Bowers, L, Hoogendoorn A, Smit A,

Widdershoven GAM, (2012). Differences in seclusion rates between admission wards:

does patient compilation explain? Psychiatric quarterly. DOI: 10.1007/s11126-012-

9925-3.

13. Janssen W.A., Noorthoorn E.O., Vries de W.J., Hutschemeakers G.J.M., Nijman H.L.I.,

Smit A., Mulder C.L., Widdershoven G.A.M. 2009. Separaties in psychiatrische

ziekenhuizen 2002 – 2008: Nederland international vergeleken. M.G.V. vol 64. 457 –

469.

14. Janssen, WA, Noorthoorn EO, van Linge RH, Lendemeijer HHGM (2007). The

influence of staffing levels on the use of seclusion. The International Journal of Law

and Psychiatry, 30, 118-126.

15. Koekkoek, B. (2008). Nederland kampioen separeren: oud nieuws en wat nu?.

Psycho-praxis, 10, 190–192.

16. Martin, V., Kuster, W., Baur, M., Bohnet, U., Hermelink, G., & Knopp, M. (2005).

Incidence of coercive measures as and indicator of quality in psychiatric hospitals:

Page 142: Zes jaar Argus

141

Problems of data recording and processing, preliminary results of a benchmarking

study. Die inzidenz von zwangsmassnahmen als qualitätsindikator in

psychiatrischen kliniken: Probleme der datanerfassung und –verarbeitung und erste

ergebniss]. Psychiatrische Praxis, 32, 1−9.

17. Mason, T. (1997). An ethnomethodological analysis of the use of seclusion. Journal of

advanced nursing. 26, 780-789.

18. Mierlo T, Bovenberg F, Voskes Y en CL Mulder. Werkboek HIC. High en intensive

care in de psychiatrie. De tijdstroom, 2013. 19. Mohr, W.K., Petti, T.A. & Mohr, B.D. (2003). Averse effect associated with physical

restraint. Canadian Journal of Psychiatry, 48, 330–337.

20. Nagel van der J.E.L., Tuts K.P., Hoekstra T., Noorthoorn E.O. 2009. Seclusion; The

perspective of nurses. International Journal of Law and Psychiatry. 32. 408 – 412.

21. Nijman HLI, Allertz WFF, Merkelbach HLGJ, a Campo JLMG, Ravelli DP (1997).

Aggressive behaviour on an acute psychiatric admission ward. European Journal of

Psychiatry, 11, 106 114. personele factoren (Morrison & Lehane, 1995). 22. Noorthoorn EO, De Veen RCA, Vruwink FJ, Lendemeijer HHGM. Een jaar Argus.

Rapportage vrijheids beperkende interventies. Ggnet, Warnsveld, 2012.

23. Noorthoorn EO, De Veen RCA, Vruwink FJ, Lendemeijer HHGM. Twee jaar Argus.

Rapportage vrijheids beperkende interventies. Ggnet, Warnsveld, 2012.

24. Noorthoorn EO, Janssen WA, Voskes Y, Smit A, van de Sande R, Nijman HLI, Mulder CL,

Widdershoven GAM. Drie jaar Argus. Rapportage vrijheids beperkende interventies. Ggnet,

Warnsveld, 2012.

25. Noorthoorn EO, Janssen WA, Voskes Y, Smit A, van de Sande R, Nijman HLI, Mulder CL,

Widdershoven GAM. Vier jaar Argus. Rapportage vrijheids beperkende interventies. Ggnet,

Warnsveld, 2012.

26. Noorthoorn EO, Janssen WA, Voskes Y, Smit A, van de Sande R, Boussardt, A, Nijman HLI,

Mulder CL, Widdershoven GAM. Vijf Jaar Argus. Rapportage vrijheids beperkende

interventies. Ggnet, Warnsveld, 2012.

27. Paterson, B., Bradly, P., Stark, C., Saddler, D., Leadbetter, D. & Allen, D. (2003). Deaths

associated with restraint use in health and social care in the UK. The results of a preliminary

survey. Journal of psychiatric and Mental Health Nursing, 10, 3–15.

28. Poelijoe, N.W., Schene, A.H., van Wijngaarden, B. & Gersons, B.P.R. (1994).

Opnamevervangende dagbehandeling op open psychiatrische afdelingen van

algemene ziekenhuizen. Tijdschrift voor psychiatrie, 36, 1994, 4, 1-8

29. Sailas, E. & Fenton, M. (2003). Seclusion and restraint for people with serious mental

illness. The Cochrane Library.

30. Sande, van de R., Nijman, H.L.I., Noorthoorn, E.O., Wierdsma, A.I. Hellendoorn, E.,

van der Staak, C. & Mulder, C.L. (2011). Aggression and seclusion on acute

psychiatric wards: effect of short term risk assessment. British Journal of Psychiatry.

199, 473-478.

Page 143: Zes jaar Argus

142

31. Steinert, T & Bergk J (2008). Aggressives und gewaltigers verhalten. Nervenarzt, 79,

359-370.

32. Steinert T, Birk M, Flammer E, Bergk, J. Subjective distress after Seclusion or

Mechanical restraint: One Year Follow – Up of a Randomized Controlled Study.

Psychiatric Services, jun 2013, DOI: 10.1176 [Epub ahead of print]. 33. Steinert, T. & Lepping, P. (2009). Legal provisions and practice in the management of violent

patients. A case vignette study in 16 European countries. European Psychiatry, 24, 135-141.

34. Steinert, T, Lepping P, Bernardsgrütter B, Conca, A, Hatling T, Janssen W, Keski –

Valkama, A, Mayoral F, Whittington R. Incidence of seclusion and restraint in

psychiatric hospitals: a literature review and survey of international trends. Social

Psychiatry and Psychiatric Epidemiology, 2010: 45, 889–897.

35. Steinert T, Martin V, Baur M, Bohnet U, Goebel R, Hermelink G, Kronstorfer R,

Kuster, W, Martinez-Funk B, Roser M, Schwink A. Wolfram Viogtlander W.

Diagnosis-related frequency of compulsory measures in German psychiatric hospitals

and correlates with hospital characteristics. Soc Psychiatry Psychiatr Epidemiol 2007:

42:140–145.

36. Stolker, J.J., Hugenholtz, G.W.K., Heerdink, E.R., Nijman, H.L.I., Leufkens, H.G.M. &

Nolen, W.A. (2003). Separatie van opgenomen psychiatrische patiënten: later bij

gebruik van antipsychotica en mogelijk ook minder vaak. Nederlands tijdschrift voor

geneeskunde, 147, 557- 561.

37. van der Aalst H, Keuning F, Maas M, Mimpen L . Gesloten huisvesting in de

Geestelijke Gezondheidszorg. TNO, 2010. Rapport | TNO-034-UTC-2010-00230.

38. TNO. Bounormen GGz. Rapport | TNO- 2013-R10446.

39. van de Klippe, H. (1986). Dwangtoepassingen in de psychiatrie. NcGv reeks 92. Utrecht:

Nederlands centrum Geestelijke Volksgezondheid.

40. Van der Schaaf P, Dusseldorp E, Keuning FM, Janssen WA and E. O. Noorthoorn.

Impact of the physical environment of psychiatric wards on the use of seclusion,

British Journal of Psychiatry, 2013. DOI: 10.1192/bjp.bp.112.118422.

41. Verlinde, L, Snelleman W, Van den Berg H. Noorthoorn EO. Dwangmedicatie als

eerste keus- substitutie of preventief middel? Een prospectief cohort onderzoek.

Tijdschrift voor psychiatrie. Accepted, mei 2014.

42. Voskes Y, Theunissen J, Widdershoven GAM. Best practices rondom dwangreductie

in de Geestelijke Gezondheidszorg. VUMC Amsterdam, 2011.

43. Way, B.B. & Banks, S.M. (1990). Use of seclusion and restraint in public psychiatric

hospitals: Community Psychiatry. 41, 75-81.