Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Zicht op water
Waterplan Woerden 2006-2009
1
Zicht op waterWaterplan Woerden 2006-2009
Een samenwerkingsproject van:
Gemeente Woerden
Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR)
Hydron Midden-Nederland
Hydron Zuid-Holland (sinds 1 december 2005 Oasen)
Dit document is vastgesteld door de gemeenteraad van de gemeente Woerden op XX XXXX
2006
Tekst en illustraties: Grontmij, M. Booltink
Eindredactie: gemeente Woerden, H. Olsthoorn, C. Dupont
Vormgeving: gemeente Woerden, M. Smits
c copyright, gemeente Woerden, december 2005
waterplan Woerden 2006-2009�
Bijlage 1: Maatregelen waterplan Woerden met eerste prioriteit
Bijlage 2: Maatregelen waterplan Woerden met tweede en derde prioriteit
Bijlage 3: Risicokaart
Bijlage 4: De mensen achter het plan
Bijlage 5: Checklist
Bijlage 6: Begrippenlijst
�waterplan Woerden 2006-2009
Inhoud
Voorwoord 7
1 Samenvatting 11
2 Waarom een waterplan? 15
2.1 Noodzaak 17
2.2 Kansen 18
2.3 Doel Waterplan 18
2.4 Visie: Woerden wil het ‘Zicht op Water’ verbeteren 20
2.5 Status en kader 21
2.6 Opbouw waterplan 22
2.7 Planvorming door samenwerking 22
3 Huidig zicht op water 23
3.1 Waterkwantiteit 25
3.2 Waterkwaliteit 28
3.3 Waterketen 30
3.4 Bodemdaling 32
3.5 Beleving en cultuurhistorie 32
� Wat komt er op Woerden af? 33
4.1 Klimaatverandering 35
4.2 Verstedelijking 41
4.3 Beleidsontwikkeling 42
4.4 Hoe gaat het Woerdense water er uit zien? 47
� Wat gaan we doen? 53
5.1 Maatregelen eerste prioriteit 55
5.2 Nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen 57
5.3 Verbetering waterkwaliteit 59
5.4 Maatregelen ter verbetering van de waterketen 60
5.5 Maatregelen tweede en derde prioriteit 60
6 Hoe gaan we het doen? 63
6.1 Bestuurlijke verantwoordelijkheden 65
6.2 Ambtelijke Organisatie 67
6.3 Financiering 69
6.4 Communicatie en samenwerking 72
waterplan Woerden 2006-20096
�waterplan Woerden 2006-2009
Voorwoord
Nederland leeft met water
Dat weet iedere toerist die ons land bezoekt en dat weten wijzelf als
inwoners ook. Maar beseffen we dat ook voldoende? Kortom hebben
wij in Woerden het water wel voldoende tussen de oren?
Leven met water. Hoe ziet dat er uit?
Soms zijn we trots, wanneer we bezoekers meenemen naar de
deltawerken of onze polders en ze vertellen hoe we ons land beveili-
gen tegen onze eeuwige vijand het Water. Soms zijn we verbaasd,
wanneer we zien dat het water in de Meije hoger staat dan in de polder. Soms vinden we het
lastig, wanneer we te maken hebben met de nadelige gevolgen, zoals verzakkende wegen, of
wanneer er in ons woongebied gezocht wordt naar meer bergruimte voor water. Soms ook is
leven met water angstig. Denk aan de hoge waterstand van een aantal jaren geleden waarin
grote stukken van Nederland langs de rivieren onderliepen en werden ontruimd. Of die totaal
onverwachte dijkdoorbraak bij Wilnis, vanwege de aanhoudende droogte.
Leven met water
Voor welke dilemma’s wordt onze gemeente gesteld?
Een aantrekkelijk stadscentrum heeft ook een recreatieve functie. Hoe kunnen we de rol van
de haven daarin versterken?
Hoe gaan we om met de singelstructuur, die de basis vormt van onze vestingstad?
In Waterrijk en andere nieuwbouwprojecten wordt aan en zelfs in het water gebouwd. Welke
maatregelen zijn nodig voor het beheer van de watergangen, de natuur- en recreatieplas?
Hoe maken we bij vernieuwing van bestaande wijken ook in deze gebieden ruimte voor wa-
ter? En hoe verhoudt zich dat met het voornemen uit te gaan van intensief ruimtegebruik.
Aandacht voor schoon grondwater vraagt om maatregelen:
Wat kan er verbeterd worden aan ons rioolsysteem?
Willen we het onkruid nog met chemische middelen bestrijden?
Welke regels stellen we t.a.v. duurzaam bouwen?
Vragen met antwoorden die weer nieuwe vragen oproepen…
Dit Waterplan geeft de samenhang tussen al die vragen aan. Er is een visie op water ont-
wikkeld en er worden voor de komende jaren concrete maatregelen voorgesteld.
Het Waterplan is samen met het Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en de waterle-
veranciers Hydron ZH (per 1-12-2005 Oasen) en MN door de gemeente opgesteld. De organi-
saties werken nauw samen, en zijn daarnaast verantwoordelijk voor de realisatie van het
eigen gedeelte.
De gemeente zoekt daarin het gesprek met de inwoners. Het gaat immers om de ont-
wikkeling van aantrekkelijke, leefbare en veilige leefomgevingen, uw leefomgeving!
Annet van der Woude
Wethouder openbare ruimte, verkeer en mileu, Gemeente woerden
waterplan Woerden 2006-2009�
1
Samenvatting
11waterplan Woerden 2006-2009
Ons klimaat wordt natter en dat heeft gevolgen voor het waterbeheer in de gemeente Woer-
den. Een zorg voor de gemeente, maar ook voor de andere organisaties die in Woerden ver-
antwoordelijk zijn voor water. De gemeente Woerden, het Hoogheemraadschap De Stichtse
Rijnlanden en de Hydron Zuid-Holland (hier moet de naam Oasen voor gelezen worden) en
Midden Nederland, slaan daarom gezamenlijk de handen ineen. Met dit Waterplan pakken zij
de problemen rond water aan, vanuit alle disciplines en samen met alle andere organisaties
die bij water betrokken zijn. Het plan geeft ook aan hoe met water de ruimtelijke kwaliteit
en de belevingswaarde van stad en platteland kan worden vergroot. Het Waterplan geeft een
visie op water en stelt maatregelen voor.
De visie
De gemeente, het waterschap en de waterleidingbedrijven willen het zicht op water ver-
groten. Daarom is in het plan een integrale benadering neergelegd. Het hele systeem van
grond- en oppervlakte water staat centraal. Ook de keten van drinkwater, riolering en
afvalwaterzuivering is in die visie opgenomen. Het watersysteem in Woerden moet de ko-
mende klimaatveranderingen het hoofd kunnen bieden. Daarbij wordt gekeken tot het jaar
2015. Duurzaam, veilig en schoon zijn kernwoorden. In Woerden moet hoog water en sterke
regenval maar ook lange periodes van droogte worden opvangen. Daarnaast is oppervlakte-
water van een goede kwaliteit van groot belang evenals het beperken van de bodemdaling.
In de visie is ook plaats voor de ruimtelijke kwaliteit van water. Cultuurhistorisch gezien hoort
water bij Woerden.
Kernpunten waterplan
- Water heeft meer ruimte nodig
- De waterkwaliteit moet verbeterd worden
- Zuivering en riolering dienen beter op elkaar te worden afgestemd
- Het water moet door mensen beter beleefd kunnen worden
- De wateroverlast door grondwater en het riool mag niet toenemen
Realisatie
In het buitengebied worden gebieden aangewezen die ruimte moeten bieden aan water
wanneer dit nodig is. Extra bergingsruimte is nodig om water in perioden van hevige regen-
val tijdelijk op te kunnen vangen. Ook binnen de bebouwde kom wordt gezocht naar meer
ruimte voor water. Water, in de vorm van sloten, grachten en vijvers, zal een vast onderdeel
vormen voor stedenbouwkundige plannen. De positieve beleving van het water wordt zo
groot mogelijk gemaakt door aantrekkelijke oevers aan te leggen, doorkijkmogelijkheden te
creëren en te bouwen met zicht op water.
Om de waterkwaliteit te verbeteren is het nodig om de riolering en de zuivering beter op
waterplan Woerden 2006-200912
elkaar aan te laten sluiten. Problemen liggen op het gebied van de riooloverstorten en ver-
vuiling door diffuse bronnen. Bij heftige regenval wordt het riool overbelast. Door de over-
stort die dan ontstaat vervuilt het oppervlakte water. Stinkende sloten zijn een kenmerk van
ongewenste overstort.
Hoe wordt de riolering ontlast? Schoon regenwater wordt nu nog vaak via de riolering
afgevoerd. Schoon regenwater mag echter, zonder schade voor het milieu, wegzakken in
de grond of afwateren op oppervlakte water. Regenwaterafvoer zal daarom afgekoppeld
worden van het rioleringssysteem. Daarnaast moet de hoeveelheid verhard oppervlak beperkt
blijven. Regenwater kan nu eenmaal niet wegzakken in de grond als er asfalt ligt. Schoon
regenwater moet ook schoon blijven. Bouwmaterialen die worden toegepast op daken en
goten mogen het water niet extra vervuilen.
Tot slot wordt verdere studie gedaan naar de overlast van grondwater en door onvoldoende
verwerkings-capaciteit door het riool (water op straat situaties).
In de richting van burgers en bedrijven zal een communicatiecampagne worden opgezet om
hen te informeren over de ruimte die er voor water moet komen en de verbetering van de
waterkwaliteit. Met specifieke acties zoals de regentonactie worden zij gestimuleerd om een
bijdrage te leveren aan droge voeten, schoon water en zuinig watergebruik. De gemeente
zal een waterloket installeren om vragen, klachten en dergelijke klantvriendelijk te kunnen
afhandelen.
Financiering en uitvoering
Het Waterplan geeft concrete maatregelen voor de komende vier jaar, maar kijkt ook al ver-
der de toekomst in. Er wordt daarbij nauw samengewerkt tussen de gemeente Woerden, het
Hoogheemraadschap de Stichtse Rijnlanden en de Hydron Zuid-Holland en Midden-Neder-
land. De aanstelling van een watercoördinator moet deze samenwerking stimuleren en de
voortgang van de werkzaamheden bewaken. Ook bedrijven en bewoners worden zoveel
mogelijk betrokken bij de uitvoering van de maatregelen.
De financiering van dit waterplan zal grotendeels door de gemeente en het waterschap
worden gedaan. Incidenteel draagt Hydron (Midden-Nederland en/of Zuid-Holland) bij voor
specifieke projecten.
Veruit de grootste kostenpost zal het creëren van ruimte voor water zijn. Hoe groot die
kosten zullen zijn is nu nog niet te zeggen. Wie die kosten zal dragen wordt bepaald door
het kostenveroorzakersbeginsel. Landelijk is vastgesteld dat het Hoogheemraadschap verant-
woordelijk is voor de berging van water in de buitenruimte. Zij zal dan ook in veel gevallen
zorgen voor de financiering en uitvoering van dat deel van het Waterplan. Binnen de bebou-
wde kom zijn de projectontwikkelaars verantwoordelijk voor het realiseren van voldoende
13waterplan Woerden 2006-2009
berging in woningbouwprojecten. De financiering is hier een onderdeel van de exploitatiebe-
groting.
De gemeente is verantwoordelijk als het gaat om het rioleringssysteem. Er wordt een rioler-
ingsplan gemaakt en uitgevoerd. De gemeentelijke rioolheffing is de belangrijkste bron van
financiering. De nieuwe waterwet, die binnenkort in werking treedt, zal de gemeente meer
financiële armslag geven om haar brede watertaak in te vullen.
Door de efficiëntie van de maatregelen zal een deel van de kosten terug verdiend kunnen
worden. In vervolg zal “water” eerder dan tot op heden betrokken worden in de planvorm-
ing. Daardoor kunnen de beschikbare financiële middelen beter voor de aanpak van wa-
teroverlast in de openbare ruimte worden ingezet. Voor de riolering en de zuivering geldt,
dat gemeente en waterschap gaan kijken of zij hun investeringen beter op elkaar kunnen
afstemmen.
Met de nieuwe integrale waterwet wordt het huidige rioolrecht in de Wet gemeentelijke wa-
tertaken vervangen door een bestemmingsheffing. Die heffing zal gemeenten in staat stellen
hun bredere gemeentelijke watertaken te financieren.
Rijksbeleid en Europese Regelgeving
Niet alleen de gemeentelijke overheid, het waterschap en het waterleidingbedrijf maken zich
druk om water. Ook de rijksoverheid en de Europese Unie geven tal van richtlijnen en kad-
ers waaraan voldaan moet worden. In dit Waterplan is zo veel mogelijk met al deze aspecten
rekening gehouden. Onderliggende kaders zijn te vinden in:
- Nationaal Bestuursakkoord Water;
- De Waterwet;
- Europese Kaderrichtlijn Water.
Samenwerking
De waterpartners, gemeente, Hoogheemraadschap en waterleidingbedrijven zullen hun
samenwerking voortzetten in een op te richten programmateam. Jaarlijks komen zij met een
uitvoeringsprogramma. Deze zal door de bestuurlijke stuurgroep worden vastgesteld. Het
Waterplan zal op gemeentelijk niveau verder doorwerken in het rioleringsplan en zal een
kader bieden voor met name bestemmingsplannen.
waterplan Woerden 2006-20091�
Waarom een waterplan?
2
1�waterplan Woerden 2006-2009
2.1 Noodzaak
Nieuwe aanpak Nederlands waterbeleid
Het Rijk heeft een nieuwe Nederlandse aanpak van het waterbeleid vastgelegd in het “Na-
tionaal Bestuursakkoord Water” (NBW). Het NBW borduurt voort op de constateringen in de
Startovereenkomst Waterbeleid 21e eeuw dat klimaatverandering, zeespiegelstijging, bo-
demdaling en verstedelijking nopen tot een nieuwe aanpak in het waterbeleid. We willen en
moeten meer aandacht hebben voor het water, in de vorm van oppervlaktewater, grondwater
of afvalwater. Volgens het NBW is een waterplan wenselijk, met name als er kans is op water-
overlast. Een waterplan geeft aan welke problemen en kansen er liggen op watergebied en
biedt oplossingen voor problemen en concrete ideeën om de kansen te benutten.
Historische band met water
Sinds haar ontstaan is Woerden verbonden met het water: ‘Zonder water geen Woerden’.
De hoge oeverwallen in de gemeente zijn afgezet door de Oude Rijn en dienden als eerste
vestigingsplaats voor bewoning in de Romeinse tijd. Tal van cultuurhistorische waarden zijn
nog in het gebied zichtbaar. Het veenweidegebied is in de periode 1000 tot 1200 tot ontgin-
ning gebracht; tegenwoordig moet een uitgebreide verkaveling het gebied ontlasten van
water terwijl dat water tegelijk nodig is om verdere bodemdaling tegen te gaan. De huidige
waardering voor de stad Woerden en omgeving is hoog. Het open, landelijke gebied met de
vele sloten en de aanwezigheid van water in het stedelijk gebied dragen in belangrijke mate
bij aan het woongenot.
Waterplan Woerden is noodzakelijk
Voor Woerden is een nieuwe aanpak van het waterbeleid noodzakelijk want Woerden zal
natter worden in de toekomst, net als veel andere gemeenten. We zien alle tekenen wij-
zen op een toekomst met soms meer en heviger regenval in de winter en soms juist minder
regenval in de zomer als gevolg van klimaatverandering. Meer wateroverlast maar ook meer
watertekorten. Dat betekent dat meer ruimte voor water nodig is en we moeten meebewe-
gen met het water. We hebben in Woerden te maken met water op wegen, hogere grondwa-
terstanden en natte kruipruimtes. Door onttrekkingen en droogte treden lokaal echter ook
(te) lage grondwaterstanden op.
Ruimte voor water
Er is ruimte nodig voor water maar ook voor de bouwlocaties zoals die zijn voorzien bij
bijvoorbeeld Harmelen. Daarnaast wil de gemeente ook uitbreiden bij de kernen Kamerik en
Zegveld en inbreiden in Kanis, waar nu juist sprake is van bodemdaling.
Bodemdaling
Delen van Woerden liggen laag en zullen, als er geen maatregelen worden genomen, door
de voortdurende bodemdaling steeds lager komen te liggen. Ophoging van terreinen versnelt
waterplan Woerden 2006-20091�
dit proces. De lage grondwaterstanden kunnen voor problemen zorgen. Bodemverzakkingen
maken extra investeringen nodig in bijvoorbeeld het verleggen en repareren van wegen,
rioleringen en leidingen en het ophogen van tuintjes. Dit betekent extra kosten voor de ge-
meente en de burger.
Naast waterkwantiteit ook aandacht voor waterkwaliteit
De waterkwaliteit en het doorzicht van het water in Woerden zijn matig. Het Woerdense
water stroomt nauwelijks en is dus extra kwetsbaar voor vervuiling door overstorten, diffuse
bronnen en gebiedsvreemd water. Europese regelgeving zoals de Europese Kaderrichtlijn
Water (KRW) verplicht gemeenten te werken aan een betere waterkwaliteit, met name waar
het gaat om het aanpakken van vervuilingsbronnen. Actie is dus nodig.
Doelmatig beheer van de waterketen
Een betere samenwerking tussen gemeente en waterschap kan een doelmatiger beheer van
de waterketen bewerkstelligen. Door het uitvoeren van een optimalisatiestudie kunnen de
laagste maatschappelijke kosten worden bepaald en in een eventueel (afval)waterakkoord
kan worden afgesproken wie, wat, waar, hoe en wanneer regelt in de afvalwaterketen. Een
nieuwe waterwet die waarschijnlijk in 2006 van kracht wordt gaat de rolverdeling van de
betrokkenen wijzigen. De waterketen is in beweging.
2.2 Kansen
Water biedt ook kansen. Schone en aantrekkelijke sloten en vijvers betekenen waardever-
hoging van onroerend goed en verhoging van de belevingswaarde. Woerden wil die kansen
benutten. Zo worden in Harmelen op de bouwlocatie “Gemeentetuin” watervilla’s gebouwd
en heeft water een prominente plaats in de nieuwe wijk Waterrijk. Daar is ingespeeld op
de nieuwe ontwikkelingen in het waterbeleid. Aantrekkelijk water van een goede kwaliteit
geeft een kwaliteitsimpuls aan de omgeving. Zo wordt gestreefd naar water van zwemkwal-
iteit in de nieuwe recreatieplas Cattenbroek in de wijk Waterrijk. De mensen die wonen in en
bewegen door Woerden zien en beleven het water. Er zijn vele kansen om de beleving van
het water te verbeteren
Tot slot liggen er kansen bij de verbetering van de waterketen. Woerden kent een korte krin-
gloop van drinkwaterwinning, distributie, riolering, zuivering en lozing. Dicht bij het gebied
waar de rioolzuiveringsinstallatie haar effluent loost op de Oude Rijn wordt ook drinkwater
uit grondwater gewonnen. Dit grondwater wordt beïnvloed door het oppervlaktewater.
2.3 Doel Waterplan
Het Woerdense water is waardevol en onmisbaar, maar kwetsbaar. Soms is er te veel, dan
19waterplan Woerden 2006-2009
weer te weinig of te vuil water. Er zijn maatregelen nodig om de waarden te behouden en
te versterken en de kwetsbaarheid te verminderen. Het waterplan biedt de mogelijkheid om
vanuit een samenhangende visie aan de ambities en knelpunten te gaan werken met alle
verantwoordelijke partijen.
Het Waterplan Woerden is opgesteld met als doel het realiseren van een veer-
krachtig en gezond watersysteem voor mens en natuur in de toekomst. Er is af-
doende bescherming tegen het
(hoog) water. Het waterplan leidt tot een kwaliteitsimpuls aan de beleving en het
beheer van het water in en om Woerden. Hierbij is inbegrepen een impuls om te
komen tot een zo optimaal mogelijke afvalwaterketen.
Het waterplan bevat een visie en een maatregelenpakket. De visie geldt voor de middel-
lange termijn (tot 2015) maar kijkt ook naar de langere termijn (tot 2050) omdat voor de
klimaatverandering het jaar 2050 wordt beschouwd (zie figuur 2.1). Het waterplan is een
dynamisch document dat moet worden herzien na afloop van de geplande maatregelen. Het
maatregelenpakket is nu concreet uitgewerkt voor de eerstkomende vier jaar. Herziening van
het waterplan zal derhalve in 2009 moeten plaatsvinden.
In kader 2.1 wordt de titel van het waterplan verklaard: ‘Woerden heeft zicht op water’.
Figuur 2.1: planhorizon visie en maatregelen waterplan
2005 2009 2015 2050
Waterplan Woerden (2006-2009) u tijd
u
amb
itie doel
De titel van het plan geeft de belangrijkste punten van het waterplan weer. Woerden
heeft zicht op water, in de vorm van:·
‘Aandacht’: Woerden heeft oog voor het water·
‘Zien’: we zien het water
- als hoeveelheid: neerslag van boven, grondwater van onderen
- in de beleving: het water zien als je je beweegt door Woerden
‘(Door)zicht’: het doorzicht als metafoor voor een goede waterkwaliteit
‘(In)zicht’: visie
Kader 2.1: Woerden ‘Zicht op water’
waterplan Woerden 2006-200920
2.� Visie: Woerden wil het ‘Zicht op Water’ verbeteren
Het waterplan geeft aan welk beleid en welke maatregelen voor het watersysteem en de wa-
terketen wenselijk zijn. Dit betekent dat naar het water in de volle breedte wordt gekeken:
integraal waterbeheer. Het integrale aspect betekent dat het gehele systeem van grond- en
oppervlaktewater centraal staat, inclusief aan- en afvoer van water en de waterkwaliteit. Ook
de keten van drinkwater, riolering en afvalwaterzuivering is in de visie betrokken.
Het doel, zoals geformuleerd in paragraaf 2.3, bevat een aantal subdoelen/aspecten. Deze
vormen de basis van de visie: wat willen we bereiken? De visie op de ontwikkeling van het
water in Woerden richt zich in eerste instantie op de middellange termijn, dus op het jaar
2015. We streven naar de volgende situatie in 2015:
Veerkrachtig watersysteem voor mens en natuur: In Woerden is het watersysteem in be-
weging om de klimaatverandering van de 21e eeuw het hoofd te kunnen bieden. Er is meer
water(berging) aangelegd, onder andere door particulieren de waterafvoer uit het gebied
blijft binnen de gestelde eisen, het aantal onderbemalingen is sterk verminderd en er is geen
(grond)wateroverlast. Problemen worden niet afgewenteld (ook niet financieel) op volgende
generaties, op de omgeving (buurgemeenten) of op andere milieucomponenten. Bij nieuw-
bouwontwikkelingen wordt standaard 10 tot 20% van de oppervlakte gebruikt om water te
bergen of dit wordt (in overleg met waterbeheerders) in het waterfonds gezet.
Gezond watersysteem voor mens en natuur: In 2015 is al het oppervlaktewater van de
goede kwaliteit die past bij de verschillende functies en de natuurlijke omstandigheden. Er is
sprake van een gezond, veilig en robuust watersysteem.
Veilig watersysteem: Er is afdoende bescherming tegen hoogwater.
Goede beleving en beheer van het water: In 2015 is de beleving van het water verbeterd
voor de mensen die in Woerden wonen of zich door Woerden bewegen. Dit betekent dat het
water beter zichtbaar is en dat er diverse wandel- en fietspaden langs en over het water zijn.
Optimale afvalwaterketen: Er is een goede scheiding van schoon en vuil water. Schoon
neerslagwater wordt in nieuwe en geherstructureerde wijken niet naar de riolering afgevoerd
maar naar het oppervlakte- en grondwater en het aantal overstorten is sterk verminderd.
In de drogere gebieden wordt het water geïnfiltreerd in de bodem. In de lage bebouwde
gebieden wordt neerslag afgevoerd naar het oppervlaktewater. Het afgekoppelde water is
van goede kwaliteit: uitlogende materialen worden niet toegepast en er wordt zorgvuldig
omgegaan met (chemische) bestrijdingsmiddelen en het toepassen van strooizout.
21waterplan Woerden 2006-2009
2.� Status en kader
Het waterplan geeft aan wat gewenst is vanuit de optiek van het waterbeheer en kan daar-
mee dienen als leidraad en beleidskader bij het opstellen van ruimtelijke ontwikkelings-,
bestemmings- en inrichtingsplannen en tevens voor waterhuishoudingsplannen. De afweging
van de wateraspecten ten opzichte van overige aspecten vindt plaats in andere planvormen.
Om die reden wordt bij dit waterplan geen uitgebreide financiële paragraaf toegevoegd. Bij
de uitwerking in het waterplan worden wel de kosten ingeschat van de nieuwe maatrege-
len die in het waterplan zijn opgenomen. Daarnaast worden de kosten die moeten worden
gemaakt om de uitvoering van het waterplan te coördineren en het waterplan actueel te
houden opgenomen.
Het waterplan is richtinggevend voor het gemeentelijke rioleringsplan en kan de basis vor-
men voor het af te sluiten afvalwaterakkoord, waarin wordt afgesproken wie, wat, waar, hoe
en wanneer regelt in de afvalwaterketen.
Het waterplan is opgesteld door diverse afdelingen van de gemeente Woerden, het Hoog-
heemraadschap De Stichtse Rijnlanden (HDSR), de provincie Utrecht, Hydron Midden-Ne-
derland en Hydron Zuid-Holland (hier moet de naam Oasen voor gelezen worden), daarbij(hier moet de naam Oasen voor gelezen worden), daarbij, daarbij
ondersteunt door Grontmij. Planeigenaar zijn de gemeente, het hoogheemraadschap en
beide Hydronbedrijven. Tijdens het planproces is overleg gevoerd met een klankbordgroep
van maatschappelijke groeperingen in Woerden. De planeigenaren spannen zich maximaal in
om het maatregelenprogramma uit te voeren. De gemeente is daarbij trekker. Gedurende de
looptijd van het plan zal het programma worden bijgehouden en bij afwijking of bijstelling
van het plan wordt dit tussen de partners besproken.
Vanzelfsprekend is het huidige beleid van de Europese Unie, Rijk, provincie, waterschap en
gemeente leidinggevend voor het waterplan.
Figuur 2.2: Natuurvriendelijke oevers verhogen de belevingswaarde van het water, mits
het zicht op het water, zoals hier, niet wordt ontnomen.
waterplan Woerden 2006-200922
2.6 Opbouw waterplan
Het waterplan is opgebouwd uit vier modules: het eigenlijke waterplan (module 1) en een
aantal ondersteunende deelrapporten (modules 2, 3 en 4) voor ambtelijk gebruik. Voorlig-
gend waterplan is zelfstandig leesbaar. Module 2 en 3 bevatten meer gedetailleerde infor-
matie over de huidige situatie en de waterwaarden. Module 4 gaat uitgebreider in op een
aantal voorbeelden van een geïntegreerde aanpak en maatregelen. Een samenvatting van de
modules 2, 3 en 4 is in dit waterplan opgenomen.
Het voorliggende hoofdstuk gaf de noodzaak en de redenen aan voor het opstellen van een
waterplan voor Woerden. Hoofdstuk 3 beschrijft de huidige situatie onder de kop ‘huidig
zicht op water’. Vervolgens staan in hoofdstuk 4 de te verwachten ontwikkelingen beschreven
onder de kop: ‘Het toekomstig zicht op water.’ Daarin zijn ook de streefbeelden opgenomen.
Hoofdstuk 5 gaat in op de maatregelen die we in de planperiode samen gaan uitvoeren en
het laatste hoofdstuk geeft aan hoe we dat gezamenlijk gaan doen.
De samenvatting van het waterplan (module 1) is opgenomen in hoofdstuk 1. Bijlage 6 bevat
een verklaring van de gebruikte begrippen.
2.� Planvorming door samenwerking
Het Waterplan Woerden is tot stand gekomen door intensieve samenwerking tussen de
planeigenaren de gemeente Woerden, het Hoogheemraadschap De Stichtse Rijnlanden en
Hydron Midden-Nederland en Hydron Zuid-Holland. Alle planeigenaren hebben financieel
bijgedragen aan de totstandkoming van het waterplan. De provincie Utrecht is eveneens
intensief betrokken geweest bij de planvorming en heeft subsidie verstrekt.
Tijdens het planproces zijn lokale maatschappelijke organisaties betrokken bij het planproces
in de klankbordgroep. Een overzicht van de samenstelling van de stuurgroep, projectgroep en
klankbordgroep is te vinden in bijlage 4.
Huidig zicht op water
3
2�waterplan Woerden 2006-2009
3.1 Waterkwantiteit
De polders rondom Woerden malen uit op het boezemstelsel van de Oude Rijn. Onder de
boezem vallen onder andere de rivier de Oude Rijn, de Grecht, de Jaap Bijzerwetering en de
Lange Linschoten (zie figuur 3.1). Het water op de boezem wordt via de Sluis Bodegraven
afgevoerd op de boezem van het Hoogheemraadschap van Rijnland, die het water vervolgens
transporteert naar zee.
Het waterschap HDSR is verantwoordelijk voor
het onderhoud en beheer van de hoofdwater-
gangen (zie figuur 3.2). Het richt zich met name
op de aan- en afvoer van water met als doel het
realiseren van de gewenste waterpeilen. Het
onderhoud van de overige watergangen is de
verantwoordelijkheid van de gemeente Woer-
den of van andere eigenaren. De waterpeilen
in het gebied worden kunstmatig geregeld.
Doordat in het gebied overtollig water wegzakt
naar het grondwater, moet er in droge periodes
boezemwater ingelaten worden om droogte-
schade tegen te gaan. Van belang voor de
grondwaterstromen is de grondwaterwinning
ten noorden van de kern van Woerden.Figuur 3.1: boezemstelsel (blauwe lijnen)
Figuur 3.2: hoofdwatergangen gemeente Woerden
waterplan Woerden 2006-200926
Wateroverlast
In de gemeente Woerden is er een tekort aan waterbergings- en afvoermogelijkheden. De
hoeveelheid water die vanuit de polders op de boezem kan worden uitgemalen is groter dan
de hoeveelheid die bij Bodegraven kan worden afgevoerd. Het teveel aan water kan voor een
deel op de boezem zelf worden geborgen door een grotere peilstijging toe te staan. Wanneer
echter het maximale boezempeil bereikt is, wordt een maalstop opgelegd aan de polderge-
malen. Hierdoor treedt wateroverlast op in deze polders.
HDSR heeft voor Zegveld en Oud Kamerik een watergebiedsplan opgesteld. Hierin zijn
concrete afspraken gemaakt met de gemeente en andere betrokkenen over maatregelen en
kosten en de uitvoering hiervan. Het waterschap is in 2005 gestart met het Watergebiedsplan
van Kockengen en Kamerik, waar ook het stedelijk gebied van de kern Woerden ten noorden
van de Oude Rijn onder valt.
In 2006 zal het Watergebiedsplan van Linschoten en Woerden zuid worden opgestart. In dit
plan zal ook de problematiek ten aanzien van de Oude Rijn worden opgepakt. In deze plan-
nen wordt een groot aantal waterhuishoudkundige maatregelen in het gebied aangegeven
om de wateropgave en bodemdaling (deels) het hoofd te bieden en andere waterhuishoud-
kundige knelpunten op te lossen.
In hoofdstuk 4 wordt uitgebreider ingegaan op de huidige knelpunten en op het onderzoek
dat het waterschap heeft verricht gegeven de klimaatwijziging.
Watertekort
Een verschijnsel dat minder vaak voorkomt dan wateroverlast is watertekort. In 2003 had
Nederland te maken met droogte. In Woerden hebben de warme zomermaanden van 2003
grote consequenties gehad voor het beheer van het oppervlaktewater. De droogte hield lang
aan waardoor het nemen van noodmaatregelen naast de reguliere maatregelen noodzakelijk
was. Deze maatregelen waren:
- Inzet van Kleinschalige Wateraanvoervoorziening (KWA): aanvoer van zoet water
naar het naastgelegen Hoogheemraadschap van Rijnland. De aanvoerroute ligt door
de gemeente Woerden. Het in werking stellen van de KWA zorgt voor een
verhoging van waterstanden op het traject Leidsche Rijn – Oude Rijn, op de Enkele en
de Dubbele Wiericke, op de Lange en Korte Linschoten en in de Lopikerwaard;
- Het instellen van een onttrekkingsverbod dat voor de land- en tuinbouw een ver-
gaande maatregel is, omdat juist in deze periode een goede watervoorziening voor
de bedrijven in deze sector van groot belang is;
- Vaarverboden en scheepvaartstremmingen omdat de sluizen op de routes van de
KWA primair werden gebruikt om de aanvoer van water te sturen. Tevens
zijn vaarverboden ingesteld op de Leidsche Rijn, de Oude Rijn (tussen Haanwijk en de
Snellerbrug te Woerden), de Lange en de Korte Linschoten en de Montfoortse Vaart.
- Hoge waterstand in de Oude Rijn: om water aan te voeren is een peilverschil nodig,
2�waterplan Woerden 2006-2009
waarvoor het oppervlaktewaterpeil in het oosten van het gebied moet
worden opgezet.
Waterkeringen
Veilige keringen zijn essentieel om het water buiten te houden, in natte en droge tijden. In
augustus 2003 brak in Wilnis, gelegen in het beheersgebied van waterschap Amstel, Gooi
en Vecht, de veendijk langs de ringvaart door. De meest risicovolle kades, de zogenaamde
‘groene kades’, in het beheersgebied van HDSR zijn daarop geïnspecteerd. Vervolgens zijn
ook de andere kades bij de inspectie betrokken. Op slechte gedeelten in de kadelichamen zijn
noodreparaties uitgevoerd. Met name de Grechtkade is op een aantal plaatsen gerepareerd.
In deze kade was sprake van scheurvorming al dan niet in combinatie met schade door de
activiteit van muskusratten.
Waardering waterkwantiteit
Tijdens bijeenkomsten met deskundigen van gemeente, waterschap, Hydron, provincie en
Grontmij, zijn waarderingen (slecht, matig of goed) gegeven voor een aantal aspecten van
het water in de verschillende deelgebieden van Woerden. De waterkwantiteit wordt op de
meeste plaatsen als slecht tot matig beoordeeld. Knelpunten in het landelijk gebied zijn naast
het grote bergingstekort, de hoge kosten voor ontwatering, baggerwerkzaamheden en het
onderhoud. De agrarische mogelijkheden zijn hierdoor beperkt. De voortdurende bodemda-
ling in het gebied versterkt dit probleem. Ten opzichte van de andere landelijke gebieden
zijn de kansen voor de agrariërs in de gebieden rond Harmelen beter. Een concreet knelpunt
betreft Zegveld waar af en toe een weg onder water staat na hevige regenval. Een ander
knelpunt betreft de afvoer van neerslag in Harmelen en bij de Snellerbrug in Woerden.
De grotere watergangen in de gemeente scoren eveneens veelal slecht tot matig op water-
kwantiteit. Dit hangt vooral samen met de alom aanwezige beschoeiing (aangebracht van-
wege stabiliteit oevers) en het gebrek aan bergingscapaciteit door ondermeer de bebouwing
van het boezemland. Positieve uitzondering is de Jaap Bijzerwetering.
Over het algemeen is relatief veel stedelijk open water in Woerden aanwezig, met name in
de nieuwe wijken en in het centrum. De waterkwantiteit in de overige stedelijke gebieden is
veelal slecht tot matig. Dit heeft vooral te maken met te weinig berging, riooloverstorten en
slechte doorstroming. In het Schilderskwartier bestaat zorg over de lage grond- en oppervlak-
tewaterstanden. Park Bredius kent een probleem met het weglekken van water in de zomer-
periode en de waardering is daarom slecht.
In Snel & Polanen wordt de waterkwantiteit hoger gewaardeerd. De wijk is daarmee een
positieve uitzondering, net als het centrum van Woerden, Staatsliedenkwartier en het bedrij-
venterrein Polanen.
waterplan Woerden 2006-20092�
3.2 Waterkwaliteit
De waterkwaliteit wordt bepaald door chemische aspecten zoals de aanwezigheid van voed-
ingsstoffen en zware metalen en door biotische aspecten zoals visstand, waterplanten en
biodiversiteit.
Hoewel meer dan 99% van de huishoudens in de gemeente is aangesloten op de riolering,
zijn deze huishoudens een belangrijke bron van verontreiniging. Niet alle vervuiling wordt
weggenomen in de rioolwaterzuiveringsinstallatie. Bij hevige neerslag wordt het regenwater
dat het riool instroomt tijdelijk geborgen in de vuilwaterriolering. De mate waarin is afhan-
kelijk van het type rioleringsstelsel. Als het rioolstelsel ‘vol’ is, stroomt het vuile water via zo-
genaamde overstorten naar het oppervlaktewater. Ook zo komen vervuilende stoffen vanuit
het riool in het oppervlaktewater terecht. Het gaat vooral om organische stoffen, fosfaat,
nitraat, PAK en zware metalen. Andere vervuilingsbronnen zijn bijvoorbeeld lozingen van
olie en verf op de riolering en autowassen op straat. Zinken, koperen en loden materialen op
daken en goten vormen eveneens een bron van vervuiling.
Hoewel de waterkwaliteit de laatste jaren door allerlei maatregelen is verbeterd, wordt net
als in veel andere buitengebieden over het algemeen niet voldaan aan de minimale kwal-
iteitsnormen van het Rijksbeleid (de 4e Nota Waterhuishouding). Grootste knelpunten in het
oppervlaktewater zijn de voedingsstoffen fosfaat en stikstof. De meetwaarden zijn veel hoger
dan toegestaan. Daarnaast wordt op een aantal locaties ook niet voldaan aan de normen
voor zware metalen en microverontreinigingen. Als gevolg hiervan kunnen onder andere
algenbloei, vissterfte en ecologische verarming optreden.
De vervuilende stoffen zijn onder meer afkomstig van huishoudens (via zuiveringsinstallaties),
inlaatwater, riool-overstorten, wegverkeer, toemaakdek en afspoeling van meststoffen van
landbouwgrond. Een andere oorzaak van de hoge concentraties aan voedingsstoffen in het
water is de oxidatie van veen.
In module 3 is de waardering voor de waterkwaliteitsaspecten uitgebreid opgenomen (zie
ook figuur 3.3a en b). De kwaliteit van het water in het gehele landelijke gebied wordt als
slecht (rood) tot matig (geel) beoordeeld. In potentie is het gebied biotisch gezien waardevol
maar daarvoor sterk afhankelijk van de kwel(kwaliteit). De kwaliteit van het water laat te
wensen over door onder meer de inlaat van gebiedsvreemd water en de belasting met nu-
triënten uit landbouw en oxidatie.
In de grotere watergangen is de waterkwaliteit matig (chemisch en biotisch). In de buurt van
rioolwaterzuiveringsinstallaties veelal slecht (rood gekleurd).
De biotische waarde van het water in het stedelijk gebieden is veelal matig (geel in figuur
3.3a). De chemische waarde (figuur 3.3b) is slecht (rood) tot matig (geel). Dit heeft vooral te
1
2
3
CL
D
B
AJ
I
HK
E
F
G
4
6
M
I II
III5
1
2
3
CL
D
B
AJ
I
HK
E
F
G
4
6
M
I II
III5
29waterplan Woerden 2006-2009
Er is een indeling gemaakt in 22 deel-
gebieden:
- drie landelijke gebieden
- zes lijnelementen van hoofdwatergangen
- dertien stedelijke gebieden
Landelijk gebied:
I landelijk gebied Zegveld-Barwoutswaarder
II landelijk gebied Kamerik
III landelijk gebied ten zuiden van Harmelen
Lijnelementen:
1 Oude Meije
2 Grecht
3 Oude Rijn west
4 Oude Rijn Oost
5 Leidsche Rijn
6 Jaap Bijzerwetering
Stedelijke gebieden:
A Molenvliet
B Bedrijventerrein Barwoutswaarder
C Schilderskwartier
D Park Bredius
E Staatsliedenkwartier
F Snel en Polanen
G Bedrijventerrein Polanen
H Gebied A12-Kromwijkerwetering
I Bedrijven- en kantorencentrum Middel-
land en bedrijventerrein Honthorst
J Bloemen- en bomenkwartier
K Sportpark Cromwijck
L Centrum Woerden
M Harmelen
Figuur 3.3a: biotische waardering
Figuur 3.3b: chemische waardering
De kleuren geven de waardering aan:
rood = slecht
geel = matig
groen = goed.
waterplan Woerden 2006-200930
maken met riooloverstorten, beschoeiing en slechte doorstroming. Positieve uitzondering is
wederom de wijk Snel en Polanen. Harmelen valt op met een slechte waardering voor zowel
de chemische als de biotische waterkwaliteit.
3.3 Waterketen
Onder de waterketen vallen de winning en toelevering van drinkwater, de riolering en de
rioolzuivering. De waterketen is in figuur 3.4 schematisch weergegeven. De riolering binnen
de gemeente Woerden bestaat vooral in de “oudere” wijken nog uit een gemengd stelsel. Bij
zware regenbuien stort de riolering over naar het oppervlaktewater. Het grootste deel van
Woerden heeft een gemengd rioolstelsel. In figuur 3.5 is schematisch een gemengd, geschei-
den en verbeterd gescheiden stelsel getekend.
De wijken die zijn gebouwd in de jaren tachtig en negentig zijn veelal gescheiden gerioleerd
zoals in Molenvliet. De laatst ontwikkelde wijken zoals Snel en Polanen hebben een verbeterd
gescheiden stelsel. Vuilwateroverstorten komen daar niet meer voor. In het buitengebied is in-
middels persriolering aangelegd, waarop alleen het vuilwater van de percelen is aangesloten.
Ter vermindering van de verontreiniging als gevolg van de overstorten op het open water zijn
in de gemeente bergbezinkbassins en een bergbezinkleiding aangelegd.
Harmelen voert af op de rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) De Meern. De andere kernen
voeren af op de rioolwaterzuiveringsinstallatie van Woerden. In 2007 of 2008 is een vernieu-
wing van de installatie RWZI Woerden gepland, mede afhankelijk van de optimalisatiestudie.
Die vernieuwing biedt mogelijk-heden de kwaliteit van het effluent te verbeteren en aan te
sluiten op de eisen die gesteld worden in het kader van de KRW. De geplande investering
Figuur 3.4: waterketen Woerden
1
1
1
31waterplan Woerden 2006-2009
Gemengd rioolstelsel:
Overtollig regenwater komt
in riool en gaat naar RWZI. Als
er teveel regen valt stort een
deel, vermengd met afvalwa-
ter, over naar het oppervlak-
tewater.naar RWZI
naar RWZI
naar RWZI
Gescheiden rioolstelsel:
Overtollig regenwater vanaf
‘vuil’ verhard oppervlak gaat
naar de riolering. Waterafvoer
van schoon oppervlak gaat
naar het oppervlaktewater.
Verbeterd gescheiden riool-
stelsel:
Overtollig regenwater vanaf
‘vuil’ verhard oppervlak gaat
naar de riolering. Waterafvoer
van schoon oppervlak gaat
eerst naar de riolering en als
dat te veel is, daarna naar het
oppervlaktewater.
naar oppervlaktewater
naar oppervlaktewater
naar oppervlaktewater
Figuur 3.5: schematische weergave van gemengd, gescheiden en verbeterd gescheiden rioolstelsel
biedt ook kansen om de investering zowel in de zuivering als in de riolering te doen waar-
door een betere waterkwaliteit gerealiseerd wordt.
In Woerden vindt de lozing van het effluent van de RWZI Woerden aan Barwoutswaarder
plaats en de winning van drinkwater in Kamerik aan de ‘s-Gravensloot. Ongezuiverde stoffen
kunnen zo via het (grond)watersysteem weer relatief snel in de waterketen terecht komen.
De inwoners van Woerden ontvangen hun drinkwater overigens uit de winning bij
Linschoten.
waterplan Woerden 2006-200932
Figuur 3.6: Het Kasteel in Woerden is een voorbeeld waar de beleving van water en cultuurhistorie hoog scoort.
3.� Bodemdaling
Bodemdaling is een probleem in het deel van de gemeente waar zettingsgevoelige veen- en
klei op veengronden worden aangetroffen. Rondom alle kernen doet zich bodemdaling voor,
behalve daar waar rivierafzettingen aanwezig zijn. Belangrijke probleemgebieden zijn de
omgeving van Zegveld, Kamerik en Kanis. Zetting, klink, oxidatie en rijping zijn de processen
die hierbij een rol spelen. Bij maaiveldsdaling is het peilbeheer in het oppervlaktewater van
belang bij; het oppervlaktewaterpeil is namelijk van invloed op het grondwaterpeil. Wan-
neer het grondwaterpeil te laag is komt de bovenkant van het veen in contact met zuurstof
waardoor het oxideert en inklinkt. Voor het peilbeheer is het dus met name van belang het
organisch materiaal in de bodem te beschermen tegen oxidatie als gevolg van daling van de
grondwaterspiegel.
3.� Beleving en cultuurhistorie
Naast informatie over waterkwantiteit, waterkwaliteit, waterketen en bodemdaling zijn de
beleving van het water en de aanwezigheid van cultuurhistorische waarden belangrijk voor
het inzicht in de huidige situatie.
Hoewel voor de gemeente Woerden de waterkwantiteit en -kwaliteit over het algemeen
slecht tot matig wordt gewaardeerd, wordt de belevingswaarde van het water op veel plaat-
sen als goed aangegeven. Dat betekent dat het water er aantrekkelijk uitziet en meerwaarde
heeft voor de omgeving. Dat geldt niet voor het landelijke gebied ten zuiden van Harmelen,
Schilderskwartier, Staatsliedenkwartier, Bedrijventerrein Polanen, Bedrijven- en kantorencen-
trum Middelland en bedrijventerrein Honthorst, Bloemen- en Bomenkwartier en Harmelen.
Hier wordt de beleving als matig wordt beoordeeld. Dit hangt onder meer samen met het feit
dat er weinig water aanwezig of zichtbaar is.
Daar waar cultuurhistorische el-
ementen aanwezig zijn worden
deze hoog gewaardeerd. Hierbij
valt vooral het centrum van
Woerden op, zie figuur 3.6.
Vanwege de aanwezige ontgin-
ningspatronen en boerderijen
wordt een hoge cultuurhisto-
rische waarde genoteerd voor
delen van het landelijk ge-
bied. De Grecht, Oude Rijn en
Leidsche Rijn stralen ook een
rijke cultuurhistorie uit.