Upload
others
View
1
Download
0
Embed Size (px)
Citation preview
Donderdag 31 jdnuari 1963 - No. 715
Verslag Sociaaleconomische conferentie te Amsterdam
(Zie pag. 4 en 5)
CONGRES • MET CLIMAX Waarde Partijgenoten,
I n het oude Rome was Minerde godin . der wijsheid.
Iets van Jie klassieke wijsheid heeft zatenlag meegetrild in het paviljoen, dat der godinne naam draagt. Nuchter gezegd: de sociaal-economische conferentie, georganiseerd door de vijf Kamercentrales in het Minerva-paviljoen te Amsterdam, is een overtuigend succes geworden.
Succes voor de inleiders: Staatssecretaris E. G. Stijkel, prof. dr. H. J. Witteveen en mr. H. van Riel. Succes voor de stellers van grotendeels actuele en pittige vragen. Succes niet in de laatste plaats voor mr. J. van Someren, de voorzitter der· Kamercentrale Amsterdam.
Zijn nooit ,,gewichtige" of zwaarwichtige, maar in wezen zeer straffe leiding zorgde· voor een· vlot verloop. De bijeenkomst was trouwens door conferentie-secretaris H. J. L. Vonhoff uitnemend voorbereid.
Dit sociaal-:-economisch VVD-congres had öovenal ten doel: meningsvorming binnen de kTing van de partij. Zo heeft men van gedacl:J.ten gewisseld over het concept-verkiezingsprogram 1963. Een program dus, dat nog geenszi!ls vaststaat. En dat op de algemene vergadering van 29 maélrt en 30 maart zijn definitieve vorm zal vinden.
* * * I n een gedegen en doorwrocht
betoog heeft staatssecretaris Stijkel aan "het liberalisme en de EEG" een goed relief gegeven. Inderdaad, de EEG is "liberaal". Het neerhalen van barrières tusfi{!n de zes landen van Europa wordt immers in de aanhef van het verdrag één der hoofddoeleinden van de ge-meenschap genoemd. ·
Natuurlijk wilde men ter ·congress.e gaarne vernemen, h.óe, gezien de hardnekkige Franse tegenstand tegen Groot-Brittannië, Zijne Excellentie de naaste ontwikkeling zag. ~ven natuurlijk moest de inleider zich in zijn antwoord ten zeerste beperken. Hij is niet slechts Kamercandidaat, maar. hij draagt ook regeringsverantwoordelijkheid. Zo sprak hij als zijn overtuiging uit, dat Engeland binnen een niet nader te definiëren periode zal toetreden tot de EEG. Daarmede kon men, neen, m o e s t men tevreden zijn.
Een bundeling van krachten in de EEG moet .:__·aldus de heer Stijkel - het mogelijk maken de protectionistische tendenzen van anderen tegen te gaan. Men mag niet uit het oog verliezen, dat de gedachte van een vrije internationale handel en scheepvaart door sommige mogendheden slechts met woorden beleden Wordt. In de practijk leven zij zich rustig en lustig uit.
Dit blijkt uit de beperking van landingsrechten voor de luchtvaart en uit discriminatoire maatregelen voor de zeescheepvaart. Gezien deze inbreuk op vroegere vrijheden zal Nederland - zo de heer Stijkel -meer nog dan tevoren zijn industriële capaciteiten moeten vergroten. Dit kan binnen het ruimer verband van de EEG.
Zoals vanzelf spreekt, werd uit vele hoeken van de vergadering gevraagd, of in deze visie handel en scheepvaart niet teveel worden teruggedrongen. Daartegenover stelde de staatssecretaris, dat voortschrijdende industrialisatie een stimulans vormt voor deze aloude Nederlandse hedrijvigheden. Wij voor ons hopen slechts op een economische activiteit, waarbij zowel industrie en landbouw, als handel en scheepvaart "welvarend" zijn.
* * * Conjunctuurpolitiek" was het
onderwerp dat . prof. Witteveen voor zijn rekening genomen had. Een moeilijke en complexe zaak, die vooral de economisch nietgeschoolde menige harde noot te kraken geeft. Des te meer lof voor de inleider, dat de conferentie zijn betoog in de stilte van de legendarische muizen heeft aangehoord.
Als kern van dit relaas zien wij de volgende stelling: er moet een conjunctuur-politiek zijn, gericht op een evenwichtige ontwikkeling van 't economische leven. Stoornissen van dit economisch evenwicht moeten zoveel . mogelijk worden tegengegaan. Er zijn tweeërlei gevaren: aan de ene kant, depressie en werkloosheid. Aan de andere kant, prijsstijging en inflatie. Een vrije prijsvorming behoort normaal te zijn. . Dit beginsel wenst de heer Witte
veen ·slechts in één geval doorbroken te zien. Nl. wanneer "een ernstige overspanning op de arbeidsmarkt" tijdelijk een loonstop of een loonpauze noodzakelijk maakt. Het Kabinet-De Quay heeft, onder toejuiching van de inleider, systematisch zijn begratingspolitiek geplaatst in het kader van de groei van het nationale inkomen. Door deze groei ontstaat pas "ruimte" voor het te volgen financiële beleid. De overheids-uitgaven moet men "beheersen" door een juiste afweging van die uitgaven tegenover de belastingen.
Het rapport van de Telders-stichting heeft aanbevolen de ontwikkeling van de overheidsuitgaven gedurende . een aantal jaren na te gaan. Bovendien moet men gebruik maken van een lijst van prioriteiten De urgente verlaging van de inkomstenbelasting voor de middengroepen
heeft recht op een hoge prioriteit. Tot zover prof. Witteveen.
Desgevraagd bleek. de hooggeleerde. spreker zich van één zaak bewust: ·degenen, die conjunctuur-politiek en een "bijsturen" van de economie bepleiten, begrijpen, hoe
·oeilijk een en ander realiseerbaar .,; in de praktijk. De inleider bracht dit alles onder de noemer van "evolutie der gedachten".
Hoe dit ook zij, in dit zeer goed sluitend betoog lag de stof tot financieel-economische bezinning bij balen opgehoopt.
* * * Tenslotte mr. Van Riel. De
voorzitter van de VVD-Eerste kamerfractie sprak over "menselijke ontplooiïngskansen." En dit gezien onder de hoek van sociale mobiliteit. Reeds ·bij zijn inleiding -dus in eerste termijn - hoorde men een overtuigend pleidooi voor ruime plaats en ruime onderwijsmogelijkheden juist voor de "middelbaar" begaafden. Betoog, dat met tal van sailhmte opmerkingen was gekruid. Maar het was vooral bij de flitsende beantwoording v,an vragen, dat naar onze vaste overtuiging de climax der conferentie werd bereikt. Hier hoorde men een briljant spreker, die in een minimum van ·woorden een maximum aan rake, sociologische en psychologische observaties ten beste gaf.
Het gaat - zo mr. Van Riel -niet om de genieën". Die komen in elke ·maatschappijvorm op hun plaats terecht. Het grote probleem is echter om de normaal begaafde mensen vooruit te brengen. In dit tijdsgewricht en in het nieuwe Europa liggen de kansen voor het grijpen. Een 1 i b er a 1 e onderwijs-politiek vraagt gelijke kánsen voor iedereen. Dus ook voor het arbeiderskind.
Er zijn ontelbare mogelijkheden tot ontplooiïng, in het bijzonder voor vakkundige specialisten. Sociale mobiliteit is een probleem van de allerhoogste orde. Maar men moet niet vergeten, dat slechts bij hoge uitzondering die mobiliteit sprongsgewijze verloopt. Bijna altijd vindt zij plaats bij opeenvolgende groepen.
In ieder geval bestaat ook in onze twintigste eeuw bij onze grote ondernemingen nog betrekkelijk veel nepotisme en favoritisme. Zulks is lijnrecht tegengesteld aan het adagium: gelijke ontplooiïngskansen voor iedereen. Ziehier een bij uitstek liberaal ideaal.
Aldus het pakkend slot van een conferentie, waar de vrije meningsvorming volop haar kansen kreeg.
L.M.
De tijd gaat snel. Weer zijn vier jaar voorbij gegaan en de zo uiterst belangrijke Kamerverkiezingen staan voor de deur.
Wij zijn naar mijn stellige ·overtuiging met onze interne vernieuwing en verjonging wee1~
op de goede weg. Maar we moeten dit het Nederlandse volk duidelijk maken en onze finan-· ciële positie is zeer ernstig.
Men placht vroeger · ook in Berlijn te zeggen, dat de politieke toestand ernstig maar niet hopeloos was, terwijl men daarentegen in Wenen zeide, dat "de toestand hopeloos maar niet ernstig was.
Wat de financiële positie van .onze Partij betreft, deze is inderdaad niet gunstig. Ik heb op de vorige jaarvergadering een voorstel gedaan,. dat aangenomen is, om onze contributies te ver
.hogen. De resultaten van deze verhoging zullen eerst geleide-· lijk in 1963 binnenkomen. De kostenstijgingen gaan echter voortdurend door en de televisieuitzendingen die wij thans om de zes weken kunnen houden, hebben een nieuwe aanmerkelijke druk op onze financiën uitgeoefend.
Wij komen naar wij allen ho-· pen en verwachten met een verjongde partij zowel wat leiding, Kamerfraètie als bestuur betreft.· Er zal binnenkort een verkiezingsprogramma verschijnen dat onze beginselen zal inhouden, aangepast aan de eisen van deze tijd en waarin u stellig de vervulling van vele van uw wensen zult aantreffen.
Het zal echter nodig zijn. voor dit alles een belangrijke actie in het gehele land te ontwikkelen. Dit is bij de tegenwoordige toestand van onze financiën uitgesloten en alleen als u allen voor uw Partij bereid zult zijn het grootst mogelijke offer te brengen, kan er iets gebeuren en mogen wij hopen op betere resultaten bij de verkiezingen op 15 mei a.s.
Iedere gift, ook de kleinste, is welkom en zal, alleen onder vermelding van initialen, in dit weekblad worden verantwoord. Ons gironummer is 67880 ten name van de Secretaris van de V.V.D. te 's-Gravenhage. Ik wil er nog op wijzen, dat bij giften van enigszins grotere bedragen aftrek van belastingen mogelijk is. Wij kunnen u daarover desgewenst inlichten.
Helpt allen mede om de V.V.D wederom in opgaande lijn te brengen.
SIDNEY J. v. d. BERGH
Januari 1963.
TBLTHEID EN DEl\-IOCRATIE 31 JANUARI 1963- PAGINA 2
I. L. M. -D EB AT I N T W E E 0 E KA M E R WIJ LEVEREN
DOZEN uit Massief Carton
Ook in de Kamer moeten uit psyc:hologische overwegingen wel
eens zaken aan de orde worden gesteld, die men zuiver verstandelijk gezien op dat o.genblik eigenlijk beter nog niet zou hebben besproken
Een voorbeeld daarvan vormt het KLMdebat.
Volkomen begrijpelijk was en is ons volk geschokt door de gebeurtenissen bij de KLM. Zoals de koopvaardij en de Koninklijke Marine vanouds een bijzondere plaats in ons hart innemen, gold dat sedert de oprichting en de verbazingwekke!llde vlucht van de KLM ook voor de luchtvaart.
De zeevaart en de luchtvaart spreken nu eenmaal tot de verbeelding en appeleren aan onze nationale gevoelens. Haar wel en wee, haar prestaties en haar tegenslagen worden meegevoeld en meegelee~d als stukjes nationale belevenis.
Daarom was het goed, dat minister Korthals zijn nota inzake de KLM indiende en was het ook onvermijdelijk, dat daarover op korte termijn in de Kamer werd gesproken.
Als uitlaat voor de geschok-te gevoelens was het Kamerdebat van vorige week dus wel onvermijdelijk. Zuiver verstandelijk gezien echter was het. zoals onze geestverwant mr. Van Leeuwen terecht be-toogde, echter weinig opportuun.
* *
Over één ding waren de heren Vondeling (PvdA) en Van Leeuwen
het eens: dat de nota wel een uitstekende samenvatting van de feitelijke gang van zaken in de afgelopen maanden was, maar dat zij weinig "Nieuws" bevatte en nauwelijks een grondslag voor het debat vormde.
De heer Van Leeuwen achtte dat ook wel juist. Ook hij vond het begrijpelijk, dat men hierover in het pubHek wilde spreken, al was het alleen reeds omdat er ook financiële belangen van het rijk bij zijn betrok!ken.
Hij achtte het debat op dit ogenb lik echter bepaald niet opportuun. Hij had er altijd bezwaren tegen als een minister in de Kamer tot voortijdige verklaringen werd gedwongen. "Een vastgeprate minister is een gevaar voor het
land", aldus de heer Van Leeuwen. "Wij moeten de directie niet voor de voeten lopen", wa.s de waarschuwing van dr. Diepenhorst (CH). Hij za.g geen reden om in paniek te geraken en wist in deze overigens droevige omstandigheden nog een grapje te vinden: "Met Van Speyk wil ik zeggen: dan .liever de lucht in."
* *
De minister moet zich niet vastpra
ten", zo waarschuwde mr. Van Leeuwen. Welnu, "vastgepraat" heeft minister Korthals zich beslist niet, al trachtte prof. Vondeling <PvdA) hem door het stellen van alle-rlei vragen wel in die richting te dringen.
En toch waren de beschouwingen van minister Korthals en staatssecretaris Stijkel van dien aard, dat de Kamer zich in overgrote meerderheid voorlopig wel bevredigd toonde en de nota voor kennisgeving aanvaardde, in afwachting van het ogenblik, dat volledige opening van zaken zou kunnen worden gegeven.
De minister meende, dat hij wel getoond had te beseffen, dat de Kamer zo goed mogelijk wenste te worden ingelicht. Daarom had hij op 8 januari de vaste commissie v,an Verkeer en Waterstaat op de hoogte gesteld van de situatie en had hij enkele dagen later zijn nota ingezonden.
De KLM moet vechten voor haar bestaan. De regering-snota • ..,as inderdaad sober gehouden, omdat het hier nu eenmaal gaat om een zich in een concurrentiestrijd-op-wereldniveau bevindende onderneming. Zo kon, waar het om beslissingen gaat, de nota bovendien toch slechts die inhouden, welke op dat ogenblik waren genomen en die betroffen alleen nog maar de directie en nog niet de verdere organisatie en het lijnenstelsel.
Het is de nieuwe directie, die daarover na ernstige overweging zal hebben te beslissen. De regering 21al daarbij niet op de stoel van de direcHe mo•gen gaan zitten. Veel rumoer rondom de KLM kan ongunstige gevoLgen · hebben voor het vertrouwen in de maatschappij. Zij bevindt zieh bovendien in een onderhandelingspositie.
Minister Korthals had dat vertrouwen
GELDERSE LANDBOUWDAG 1963
VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATIE
De Landbouwcommissie voor Gelderland van de V.V.D. heeft ook voor dH jaar weer een .landbouwdag georganiseerd voor geheel Gelderland. Deze dag is vastgesteld op:
VRIJDAG 8 FEBRUARI 1963 aanvang 10.15 uur - Einde J6.00 uur
in het "SONSBEEKPAVILJOEN" te Arnhem - Zijpendaalseweg 30
In de morgenvergadering zal spreken de lijstaanvoerder van de V.V.D. voor de Tweede Kamerverkiezingen 1963
Minister Mr. E. H. TOXOPEUS, over het onderwerp: "De politieke toestand".
In de middagvergadering spreekt kandidaatlid bij de Kamerverkiezing 1963:
Ir. D. G. TUYNMAN, over het onderwerp: "Een liberale visie op de landbouwpolitiek".
Na beide redevoeringen is er gelegenheid tot het stellen van vragen.
Niet alleen leden van de V.V.D., doch ook alle andere belangstellenden zijn van harte welkom.
Tijdens de middagpauze, welke gehouden zal worden van 12.30 uur tot 13.30 uur, zijn lunchpakketten verkrijgbaar.
Bij het Sousbeekpaviljoen is een parkeerterrein beschikbaar, terwijl ook auto's en autobussen geparkeerd kunnen worden langs de Zijpendaalseweg.
Namens de Landbouwcommissie voor Gelderland van de V.V.D.,
Ir. W. KOOY, voorzitter. Ir. H. J. H. HENDRIKX, secretaris.
bepaald wel en vestigde er de a·andacht op, dat bij de Scandinavische SAS wel was gebleken wat met reorgani&atie is te bereiken. De KLM is namelijk ook niet bepaald de enige luchtv.aartmaatschappij, die zich in moeilijkheden bevindt en de overgrote meerderheid wordt zwaar gesubsidieerd.
Minister Korthals sloot zich gaarne aam bij die sprekers in de Kamer, die hun waardering voor en hun vertrouwen in de nieuwe directeur, de heer E. H. Larive, hadden uit,gesproken
* * De nieuwe directie wacht thans een
zware taak. Prof. Vondeling had het betreurd, dat nog geen eindconclusie kon worden getrokken, maar de minister achtte dat volkomen verklaarbaar omdat wij pas staan aan het begin van de nieuwe oriëntering van de KLM.
Ook de structuur van het lijnenstelsel zal thans in de beschouwingen worden betrokken. Dat vereist echter de meest nauwkeurige overweging, omdat hetgeen men afunijdt ook voorgoed verloren is en het gat, dat aldus ontstaat, onmiddellijk door anderen wordt gevuld.
Omtrent de resultaten over 1962 kon de bewindsman nog geen definitieve mededelingen doen, maar het stond wel vast, dat die ongunsbi.ger zullen blijken te zijn geweest dan de prognoese waren. Het verlies zal zeker meer dan f 70 miljoen bedragen.
Het verlies van de basislijn naar Djakarta was destijds prachtig opgevangen, maar allerlei bijkomende factoren, die de minister nog eens de revue liet passeren, hebben de maatschappij in een positie gebracht welke heroriënta,tie noodzakelijk maakt.
Het personeelsvraa,gstuk zal grote aandacht hebben van de nieuwe directie en de minister gaf desgevraagd de verzekering, dat me•t de organisaties en met de vereni,gingen v,an KLM-personeel zeker zal worden overlegd.
* *
S taassecTetaris S tij k el vestigde er de aandacht op, dat in het voor
jaar 1959 was besloten, dat de KLM zich
* Speciaal voor export.
* N.V. Stroocartonfabriek v/h
E. Free & Co. OUDE PEiiELA
Telefoon 05978 - 2233, 2 lijnen
Eigen modern ingericht laboratorium.
uit de besprekingen over samenwerking in de Air Union, waartoe de KLM zelf het initiatief had genomen, zou terugtn~kke.n. Dit bleek de staatssecretaris toen hij in zijn functie optrad en hij nam aan, dat dit besluit wel mede in overleg met het vorige Kabinet was genomen.
Ondertussen is de Air Union er nog steeds niet en hij was het met dr. Diepenhorst eens, dat het speculeren over percentages van de KLM-quote geen zin heeft. Dat afbreken van de onderhandelingen van de zijde der KLM was destijds niet geschied wegens de onaanvaard• baarheid van de gedachte quoten, maar omdat deze moesten worden aanvaard zonder dat de verdere overeenkomst was gepreciseerd.
De staatssecretar•is vestigde er eveneens de aandacht op, dat het destijds uitsluitend ging om een afspraak tussen samenwerkende maatschappijen in 'n veel meer commerciële sfeer. Thans gaat het om een overkoepelend verdrag te sluiten door de desbetreffende regeringen.
De onderhandelingen over de Air Union zullen, zo meende de staatssecretaris wel binnenkort worden hervat en verwacht wordt dat het moment, waarop Nederland bij het overleg kan worden betrokken, niet ver meer verwijderd is. Dan pas zal men ook een goede indruk hebben van de merites van deze samen~ werking. De mogelijkheid van overeenstemming in Air Union-verband zal ernstig onder het oog moeten worden gezien.
GEZONDHEIDSZORG IN ENGELAND
Hoewel een reorganisarie van onze gezondheidszorg momenteel niet tot de openlijke verlangens van enige partij behoort, blijft het toch goed op de hoogte blijven van de ontwikkelingen, die de National Health Service in Engeland doormaakt.
Zonder twijfel is deze dienst gedurende de 14 jaar dat ze nu is ingevoerd, zeer populair geworden blij het merendeel der bevolking. De woorden die Churchill sprak bij de introductie van de Nat. Health Act - de ontdekkingen van de medische wetenschap dienen 'n ieders er,fdeel te zijn, gelijk de brandweer klaar staat voor hut of paleis - blijken nog steeds van kracht. Men spreekt dan ook alleen nog over het wegwerken van enkele schoonheidsfoutjes en de buitenstaander werpt toch wel eens een jaloerse blik op deze organisatie.
Edoch, - er is een beweging zichtbaar geworden, die al zal ze de liberalen niet verbazen, groot onbehagen wekt en die het voortbestaan van de dienst zeker in gevaar zal kunnen brengen. Er is n.l. een exodus van de jonge medici gaande - de besten met de meeste ondernemings2lin blijken na de voltooiing van hun studie te emigreren en wel op zo'n schaal, dat men b.v. in de ziekenhuizen bijna geen Engelse doktoren meer werkzaam vindt ond"er de 40 jaar.
Hun plaats wordt weliswaar ingenomen door Indiase en Pakistaanse artsen, doch 7Jij, in wie een staatsbelegging plaats wnd gedurende hun opleidings-
jaren, verdwijnen. De Brüish Medica! Joumal geeft nog meer getallen, die ik hier laat volgen.
Tussen 1950 en 1959 bleek 27 procent van alle in Nieuw Zeeland ingeschreven doktoren opgeleid te zijn op Britse roedical schools en bijna allen waren Engelse onderdanen. Per jaar kwamen tussen 1957 en 1961 ongeveer 225 Engelse doktoren in Australië aan; ook hier was een kwart van alle nieuw ingeschreven artsen opgeleid in Engeland.
Tussen 1956 en 1960 kwamen ';)Q in
INGEZONDEN
Engeland opgeleide artsen voor goed naar de Verenigde Staten, tussen 1953 en 1960 203 in Canada. Tussen 1956 en 1960 zijn 1060 En.gelse doktoren in Australië geregistreerd, 749 in de Verenigde Staten, 1071 in Canada, 184 in Nieuw Zeeland 466 in Zuid-Afrika en Rhodesia. Gemiddeld werden in deze landen tezamen 600 artsen geregistreerd, d.w.z. 1/3 van de jaarlijks in Groot Brittanië en Ierland a:llgestudeerde medici.
De National Health heeft blijkbaar vergeten de werkers te inspireren, zodat een barst blijkt te zijn ontstaan daar waar we die niet verwacht hadden. Met belangstelling zien we de verdere ontwikkeling tegemoet.
MEDICA
VRIJHEID EN DEl\-IOCRATIE
Minister Toxopeus te Strfien:
ERNSTIG BEROEP OP DE JONGEREN
Op de bijzonder koude dag van de Elfstedentocht, luisterden 's avonds enige honderden leden van de J.O.V.D. en de V.V.D. in de Hoeksche Waard in het "Wapen van Strijen" te Strijen naar een rede van minister E. H. Toxopeus.
de Nieuw-Guinea-kwestie heeft doorgemaakt, zo vroeg spr. Daarbij herinnerde hij aan de stormen, die zijn opgegaan in ons land na de z.g. cocktail-party, waarbij minister-president De Quay de idee van de internationalisatie van het NieuwGuinea-probleem had gelanceerd. De praktijk hee,Jlt de premier achteraf volledig in het gelijk gesteld.
De avond werd georganiseerd door de J.O.V.D., afdeling Hoekscl1e Waard en de Ondercentrale Hoeksche Waard van de V.V.D. De organiserende besturen, mochten, gezien de zeer slechte weersomstandigheden, zeer tevreden zijn over de grote opkomst, een tevredenheid, waarvan zowel de voorzitter van de J.O.V.D., de heer J. Verhagen Jr., als die van de Ondercentrale, de heer W. P. J. Goosens, uiting gaven.
Sprekende over de toekomst van de V.V.D. zeide de minister, dat de partij zich over verschillende zaken zeer duidelijk zal moeten uitspreken. Daarom is er in de komende maanden veel werk aan de winkel. De le.den zouden meer discussieg-roepen moeten zijn dan leden van een kiesvereniging. De jongeren kunnen in de ze discussies belangrijke bijdragen leveren. De belangstelling voor de politiek en voor het parlement zal op deze wijze vergroot kunnen worden, waar de pas overleden Tweede Kamer-voorzitter, dr. Kortenhorst steeds ernstig naar heeft gestreefd.
Minbter Toxopeus behandeLde in grote trekken de werkzaamheden van het zittende kabinet gedurende de afgelopen drie en een half j•aar, waarbij hij stelde, dat de uitslag van de verkiezingen in mei mede beslissend za,l zijn voor de regeringscombinatie, welke na de verkiezingen zal worden gevoerd.
De V.V.D. zal niet bedelen om weer mee te mogen doen in de regering, maar zij is daar wel toe bereid, als de omstandigheden er reden toe geven. Spr. was het eens met minister Zijlstra, die heeft opgemerkt, dat hij het zou betreuren als de regeringscombinatie, die nu aan het bewind is, niet nogmaals zou kunnen optreden. De huidige regering zou dan geen gelegenheid krijgen te oogsten wat zij heeft gezaaid.
Omgebogen beleid Ondanks alle kritiek, die er op de rege
ring is geweest, meende spr. te kunnen zeggen, dat de arbeid van de regeringDe Quay constructief is geweest. Het beleid is omgebogen en het heeft 'n meer liberale tendens gehad dan tijdens de rooms-rode regeringen. Op sociaal terrein is er veel werk verzet en ook op het gebied van de vrijere loonvorming zijn vorderingen gemaakt. De stelling, eens door de heer Suurhoff verkondigt, dat er een heel dik huurkonijn samen in een hok zou worden gezet met een loonkonijn en dat er voor dit laatste weinig of geen plaats zou overblijven, is niet bewaarheid.
Spr. wees er op, dat het in vele gevallen moeilijker regeren is in een tijd van stijgende conjunctuur dan in een periode, waarin de conjunctuur een dalende lijn vertoont. In dit verband merkte minister
. Toxopeus op, dat er steeds kabinetspolitiek is gevoerd en dat bij heel wat de ministers moeten verdedigen, de minister van financiën, die soms minder op de voorgrond treedt, de belangrijkste figuur is. Het streven van het kabinet is evenwel een financiële situatie op te bouwen, die gezond is voor de toekomst.
Minister Toxopeus sneed het steeds mee optredende verschijnsel aan van de vertegenwoordigers der vakcent.ralen, die deelnemen aan het overleg met de overheid en die als Kamerlid ook weer met de ministers in contact - dikwijls in het strijdperk - treden. Dit schept soms moeilijke situaties, zoals dit met pressiegroepen vrijwel altijd het geval is. Spr. vroeg zich af of een Kamerlid, dat tevens vertegenwoor-diger is van een vakcentrale, wel steeds kan voldoen aan de eis in de
Kamer te stemmen en te handelen "zonder last of ruggespraak", zoals de wet dit stelt.
Sociale rechtvaardigheid Men heeft van socialistische zijde steeds
beweel.'d, dat er samen met de liberalen geen sociaal beleid te voeren is. Spr. meende nu te kunnen zeggen, dat he,t tegendeel bewezen is. De liberalen hebben dit beleid niet mee gevoerd, omdat zij moesten, maar omdat uit he·t liberale beginsel voortvloeit: sociale rechtvaardigheid. In dit verband wees spr. er op, dat het in de vorige eeuw de liberalen zijn geweest, die het eerst met sociale maatregelen gekomen zijn, waarbij hij namen noemde als Van Houten, Goeman, Borgesius, enz.
Met een ervaring van 31/z jaar als lid van de regering zeide spr. er verheugd over te zijn, dat het kabinet geen bindende afspraken heeft gemaakt met de partijen, die haar steunen, zoals de P.v.d.A. dit zo graag wil. Wat zou daar van terecht gekomen zijn als we alleen maar denken aan de ontwikkeling, die
Vrijheid ook voor anderen Spr. noemde versohillende punten, die
nu en in de toekomst de belangstelling zullen moeten hebben en hij kwam tenslotte tot de conclusie, dat de liberalen in Nederland, ook al heeft de partij bij twee verkiezingen gevoeUge slagen moeten incasseren, nog steeds een grote toekomst voor zich hebben, omdat het liberalisme ook vandaag de wereld nog iets te bieden hee:llt, dat niet gemist kan worden, t.w. vrijheid, vrijheid in gebondenheid, vrijheid gebonden aan de verantwoordelijkheid voor eigen gezin en onderneming, maar óók voor anderen.
ROTTERDAM- 23 FEBRUARI
Tweede Liberale Sociaal-Economische Conferentie
Op ZATERDAG 23 FEBRUARI a.s. zal om 11 uur voormiddag in de
BLAUWE ZAAL, BEURSGEBOUW, ingang Meent 110 te Rotterdam,
de tweede conferentie worden gehouden, die gewijd zal zijn aan de toe
komstige sociaal-economische politiek, die door de partij zal worden
gevoerd.
Aan de orde zullen o.m. komen: de WONINGBOUW, de RUIMTE
LIJKE ORDENING en SPORT en RECREATIE.
In het nummer van 7 februari a.s. zullen wij nadere gegevens bekend
maken over de inleiders en verdere organisatorische bijzonderheden van
deze bijeenkomst.
Voor de opgave tot deelneming kunt u zich wenden tot het secretariaat
van de afdeling Rotterdam van de V.V.D., Mathenesselaan 186, Rotter
dam-2, Tel. (010) 5 72 44, b.g.g. (010) 12 73 24.
31 JANUARI1963- PAGINA I
UW HAAR ZIT
van vroeg tot laat
in weer en wind
mef;nt • LT • .naarcreme
Forse tube f 1 ,75.
Uitsluitend bij
de kapper
verkrijgbaar!
Wist ·prof. Vondeling niets belers?
De heer Corn. M. Hage te Delft schrijft ons:
Het Partijcongres van de P.v.d.A. werd gesloten met een toespraak van prof. Vondeling de voorzitter van de Tweede Kamerfractie. De televisiekijkers mochten dit :men en horen. Professor had twee aanklachten bewaard als slotvuurwerk
Eerste klacht: Sinds 1 januari zijn de grondprijzen vrij en zowaar in Groningen werd al duizenden guldens meer betaald voor landbouwgrond en dat kunnen de boeren niet betalen!
J>ret "uitgerekend" de Groningse landbouwers, die bekend staan als de meest welvarenden.
Tweede klacht: De wet op de waterverontreiniging is nog steeds niet aangenomen en om de grote nood te illustreren liet de spreker glazen met Rotterdams drinkwater serveren.
Iedere ter zake kundige had kunnen vertellen, dat de slechte smaak van het Rotterdamse water door geen enkele Nederlandse wet verbeterd kan worden. De geringe hoeveelheid water, die de laatste maanden via Lobith ons land binnenstroomt is belast met dezelfde hoeveelheden chloor en phenol, die de Franse en Duitse bedrijven daarop lozen. Dit is een internationale kwestie waaraan de in voorbereiding zijnde Nederlandse wet niets kan veranderen.
Prof. Vondeling moet wel een ontstellend gebrek aan argumenten hebben ge • had om voor de deskundige televisiekijkers zo'n armzalig figuur te slaan.
STALEN
MEUBELEN
GISPEN CULEMBORG
Activiteit in Friesland
OP dinsdag 22 januari hebben VVD-sters - van alle
kanten uit Friesland (o.a. uit Harlingen, Grouw, Heerenveen, Gorredijk en Hardegarijp) bijeengekomen in een vergadering te Leeuwarden onder leiding eengekomen in een vergadering van de nieuwgekozen centralevertegenwoordigster, mevr. mr. E. Veder-Smit - besloten een provinciale dag voor de Friese VVD-vrouwen te organiseren.
"Wij zijn een kleine groep", schrijft mevr. Brouwers-Wijk, "maar allen zijn enthousiast".
Zo moeten wij het hebben.
Landdag i111 Brc·da
R eeds in oktober en november hebben wij het
bekend gemaakt, maar nu het naderbij komt, vestigen wij er nog eens de aandacht op:
gaande verzuiling in de kunst met inachtneming van de principieel aanvaarde verschillen in goede banen zou kunnen leiden. Men kwam hier natuurlijk niet uit. ,,Ik geloof, dat wij het Contact het beste ons beginselprogramma kunnen sturen", schrijft mevr. Huese "wij hakken immers dagelijks met dit bijltje".
die overal werken, zeer actief zijn, stemmen er meestal enige miljoenen vrouwen meer dan mannen. Spreekster keurde de negatieve mening over Ameri· ka van velen hier die het land nooit bezochten, fel af en prees de grote gastvrijheid en waardering daarginds voor de mening van anderen. Zij verzocht de Amerikanen in Nederland gastvrij tegemoet te treden.
Alle zeilen zullen worden bijgezet om deze eerste dag te doen slagen. Als datum werd gekozen 2 mei. Nadere berichten volgen spoedig.
Wilt U de datum vast noteren?
Enthousiasme in Ezinge A Is een der eerste stuurde
de vrouwengroep Ezinge het gezamenlijk antwoord op de vragenlijst IX over radio en televisie.
Op vrijdag 26 april hopen wij in Breda geen kleine groep, maar een zaal vol enthousiaste vrouwen bijeen te zien. Bijzonderheden komen later, maar wilt ·u nu alvast met anderen in Uw omgeving afspreken er heen te gaan?
Verzuilings- en vrijgezellenproblemen
E n nu weer een paar grepen uit het verslag van
mevr. Huese-Laming over de laatste vergadering van de Nationale Vrouwen Raad.
Copie voor de:re rubriek te %enden aan: Mej. Joh. H. Springer, Alexanderstraat 16, Haarlem.
Cultureel Contact. Dit is een overkoepeling van meer dan 100 verenigingen op het gebied van muziek, toneel of andere kunstuitingen en ook hier zoekt men naar een nieuwe werkwijze, omdat de verzuiling een grote versnippering van geld en energie betekent. Pater van Straaten bracht het onderwerp in discussie hoe men de verre-
Na de lunch moest mej. mr. J. Hefting à !'improviste invallen wegens het uitvallen door ziekte van een spreekster. Zij vertelde over de vrouwen in Amerika die er niet veel beter voorstaan dan de Nederlandse wat gelijke benoemings- en promotiekansen betreft. Onze 10 % in de volksvertegenwoordiging halen zij niet. In Den Haag wordt aan de ambassade nu voor het eerst een vrouwelijke attaché voor arbeid benoemd.
iEr bestaat in de USA geen stem- of opkomstplicht en daar de Leagues of Wamen Voters,
Daarna sprak mej. J. L. Hijmans naar aanleiding van het 10-jarig bestaan van de Ned. Vrijgezellenbond, die op de bres staat voor de belangen van de vrijgezel zowel op maatschappelijk als financieel ter· rein. De vrijgezel wil gelijke kansen op huisvestingsgebied; de kleine winst; die gemaakt werd op de belastingaanslag is alweer teniet gedaan door nieuwe bepalingen. Denkt toch niet dat. deze vereniging een huwelijksmarkt is; een minister en kamerleden staan op de ledenlijst.
VRIJHEID EN DEMOCRATIE 31 JANUARI 1963- PAGINA 4
Geslaagde Sociaal-Economische Conferentie te Amsterdam,
Vruchtbare discussies verdiepten het inzicht Knap pleidooi van mr. Van Hiel voor de normaal begaafden
De V.V.D. heeft zaterdag i.l. in Amsterdam met ziin Sociaal-Economische Conferentie voor een frisse aanpak gezorgd. Er was een prima opkomst en de gehele organisatie was in één woord voortreffelijk.
Het initiatief van deze conferentie was uitgegaan van viif Kamercentrales, de Amsterdamse, de Haarlemse, de Helderse, de Leidse en de Utrechtse, met als spil de secretaris van de afdeling Amsterdam, de heer H. J. L. Vonhoff.
Onder de aanwezigen zagen wij o.a. minister Toxopeus, de Kamerleden mej. Ten Broecke Hoekstra, mevr. Van Someren, de heren Corver, Couzy, Visser en mr. Geertsema. Voorts mej. Van Everdingen en het oud-lid van de Tweede Kamer mevr. Fortanier-De Wit, zomede dr. K. van Dijk, wethouder te Groningen en tevens Kamerkandidaat.
Men kan hier met recht spreken van een geslaagd evenement. Er werden drie onderwerpen behandeld. Z.Exc. d1·s. E. G. Stijkel,
staatssecretaris van verkeer en waterstaat, behandelde "het Liberalisme en de E.E.G."; prof. dr. H. J. Witteveen, "de conjunctuurpolitiek", en de heer Van Riel besprak de "menselijke ontplooiingskansen".
Mr. Van Riel stelde voorop, dat de sociale beweeglijkheid (de mogelijkheid dus om qua milieu en positie te stijgen) in ons land klein is. Dat is ook een politiek probleem, waar men wel wat aan kan doen. ·
Maar daarbij gaat het niet om de genie·en. Die zijn weinig aanwezig en bovendien kwamen en komen die er altijd. Het is dus geen kwestie van ontplooien van uitgesproken talenten, maar van normaal begaaMen. Ook hier dus een vraagstuk binnen feitelijke grenzen.
Een ander fe~t is, dat rnen geen grote sprong kan (laten) maken. Behalve bij het genie dan. Het gaat er dus niet om de zoon van de ongeschoolde arbeider professor te maken. Het. gaat er om de zoon van de "Ongeschoolde arbeider, geschoolde arbeider of kleine m~ddenstander te maken, waarna voor diens zoon verder mogelijkheden in h~t verschiet liggen. Anders gezegd: geen sprongen van groep 7 naar groep 1, maar van groep 5 naar groep 3.
Wij moeten er voor zorgen, dat de promotiekansen ten onzent niet achter liggen bij diie in andere landen' De heer Van Riel merkte in dit verband op, bij alles wat achter het IJzeren Gordijn niet vrij is, de promotie(kans) wel vrij is. Die vrijheid wordt achter het Gordijn afgewogen tegen die welke men daar mist en hier kent. De keuze valt dan niet in ons voordeel uit. Dit moeten wij ons in de internationale situatie heel goed bewust zijn.
Het onderwijs zag de heer Van Riel in deze als zijn hooJ1donderwerp. Naar zijn mening bepaalt het vakonderwijs de ontplooiingsmogelijkheden en dus het nut van de mens voor de samenleving, zijn inkomen en zijn geluk.
"In begaafdheid is er tussen de verschillende bevolkingsgroepen geen verschil. Alles wat er over geschreven is, is niet juist. Dat klinkt wát apodictisch, maar U kunt het gerust van mij aannemen." Aldus de heer Van Riel. We,l is er een groot verschil ·in mogelijkheid om Nederlandse examens te doen. Daarbij spelen woordkennis, uitdruk.kingsvaardigheid, e.d. een grote rol. Het gesprek thuis is van overwegende betekenis bij al deze dingen. Het milieu is de stimulans (of niet) bij de studie. Nogmaals, niet voor genieën, maar vo.or de normaal begaafden. "Wij moeten ons goed realiseren,. u en ik", zo zei de inleider, "dat wij leven bij .de gratie van de belang, stelling van onze oudern voor onze opvoeding."
De H.B.S. en het gymnasium zijn geen oplossing voor het normaal begaafide ar-
Prof. Witteveen:
beider&kind. Daarom moet men een andere weg volgen. Die van het vaMechnisch onderwijs, waarbij het aankomt niet op uitdrukkingsvaardigheid, maar op handvaardigheid. In de latere jaren kan men specialiseren en praktisch selecteren voor een hogere opleiding. Die we.g is langer, inderdaad, maar nu gaan tienduizenden kansen voorbij, tot schade van indivi~du en maatschappij.
Zeker in de Europese Gemeenschap kunnen de "bovenste groepen" de aantallen middelbare en hogere specialisten, die nodig zijn niet leveren. Daarom zal men de weg als aangegeven moeten gaan. Doet men anders, dan handelt men moreel onveranrtwoord, politiek in hoge mate onverstandig en zeker niet liberaal. A~dus mr. Van Riel, die het vraagstuk ook vanuit de onderneming bekeek en ernstig waarschuwde tegen nepotisme en favori~tisme in de bedrijven.
Een orlgE~ele suggestie
Na deze voortreffelijke inleiding volgden tal van vragen. Eén ervan ging over de beurzen.
De heer Van Houten dacht aan een beloning na een prima examen. De heer Van Riel had daartegen bezwaren. Dat is w.eer discriminatie. Het gaat niet om de knappe, het gaat om de normaaJ. begaafde. Bovendien is dit ac<hteraf, waar moet men voor het examen van rondkomen?
Een suggestie werd door de heer Van Riel als origineel ·begroet en overgedragen aan de programma-commissie. Een deelneemster ste1de voor in arbeiderswijken studielokalen op te riohten, waar in aLle rust kan worden gestudeerd.
Mr. Van Riel verzette zich voorts tegen al te geforceerd laten studeren van financieel weinig draa.g<krachtigen. In het werkstudentschap zag hij het be2lwaar van wat hij noemde "voontijdig opslijten". S;pr, had in zijn sylabus de mogelij,kheid van spaarregelingen aangestipt, waarbij het naar zijn oordeel in vele gevallen dienstig kan zijn daaraan enig winstaandeel te verbinden, mits dat winstaandeel verband houdt met de eigen prestaties en niet leidt tot ongerechtvaardigde bevoordeling van werknemers in toevallig zeer kapitaal-intensrieve of buitengewoon knap en oorspronkelijk geleide bedrijven.
Prof. Witteveen ging daar in zijn inleiding op in. Hij meende drut men winstdeling en presta•tiebeloning als twee zaken moet zien. Wil men winstdeling, dan moet het geen verkapt loon zijn en dan moet het met de winst op en neer gaan. Voor dit aspect moet men in arbeiderskringen meer oog krijgen.
Prompt werd daarop gevraagid hoe het dan met de ambtenaren stond. Hier is echter een principieel verschil te constateren. De arbeidsvoorwaarden kunnen op andere terreinen weer aantrekkelijker zijn en dat zijn ze ook wel.
De heer Van Riel kreeg verder de vraag te verwerken of de promotiekansen voor ambtenaren wel zo gr.oot zijn, met andere woorden of zijn schet's vran mobiliteit ook voor die categorie opging. Hij dacht van ·wel. Alleen de eisen zijn anders, in zekere zin aantrekkelijker omdat karaktereigenschappen bij ambtelijke promoties belangrijker zijn dan elders.
In het kader van het gesprek van de gehele dag werd de heer Van Riel tenslotte gevraagd, hoe de V.V.D. de arbeiders kan binden. Het probleem, zo an1t· WOOl"dde deze, is niet hoe ze te binden, maar hoe ze te winnen. Daarvoor is nodig; dat de arbeiders lereri beseffen, dat naast sociale voorzieningen (die misschien nog niet voldoende zijn) vrijheidsbeleving een groot goed is. Zover is de arbeider nog niet en dat" is zijn schuld niet. Daarom .is het winnen een kwestie van jaren~ Maar er is nog een groot ander werkterrein. Daar liggen onze kansen.
Een kwestie van zijn of niet zijn is voor onze maatschappij, of de kans op ontwikkeling en ontplooiing de bevolking bevredigrt. En onze taak is niet alleen de kansen werkelijk te scheppen, maar ook het duidelijk maken, dat ze er zijn.
CONJUNCTUURPOLITIEK NIET ALLEEN EEN ECONOMISCHE Wij staan op een keerpunt
Wij staan op een keerpunt, waar de kansen voor het grijpen liggen maar men moet ze zieri en willen grijpen. Dat is trouwens immer een liberaal idee geweest, gelijke kanse·n. scheppen voor allen. Dat wij daarbij misschien teveel hebben gedacht aan de talenten en te weinig aan de normaal begaafden, kan geen verwijrt zijn. Het inzicht is in deze dingen verdiept, het zou wel een fout zijn niet naar de nieuwste inzichten te handelen.
Ontplooiingsmogelijkheden voor de normaal begaafden zag .de .heer Van Riel vooral in het vlak van de zelfstandigen. Wij moeten bereid zijn om een nette man, die zuinig wil leven en die capabel en ijverig is, krediet te verlenen, ook wanneer wij niet voor honderd proeen t elk risico kunnen uitsluiten.
Een grote fout van deze tijd achtte de heer Van Riel, dat jonge mensen teveel kansen zien en zich niet tot één onderwerp bepalen. Daardoor stranden ·veel jongeren. Zij leiden aan een betrekkelijke overschatting van de eigen mogelijkheden. Daarom moet men naast stimuleren 001k afremmen, hoe paradoxaal het moge klinken.
KWESTIE, DOCH OOK VAN GROOT SOCIAAL BELANG
De begrotingspolitiek dient in het kader van de te verwachten groei van het nationaal i'1kumen te worden geplaatst. De ruimte, die door de groei der belastingopbrengsten beschikbaar komt, dient daarbij telkens bewust te worden verdeeld tussen een verhoging van de uitgaven en een verlaging van de belastingen.
Om deze afweging verantwoord te kunnen verrichten en tevens om tegen een ongemotiveerde stijging der uitgaven te waken, dient de griffie van de Staten-Generaal te worden uitgebreid met vijf of zes deskundigen, die het verloop van alle categorieën van Rijksuitgaven kunnen onderzoeken.
Deze belangweliJkende suggestie - gebaseerd op een stu,die van de Teldersstichting - deed prof. Witteveen in zijn inleiding op de Sociaal-Economische Conferentie. Spr. behandelde de "conjunctuurpolitiek"', die zoals hij zei, het centrale punt moet zijn van de sociaal-eco-
nomische politiek. Conjunctuurpolitiek is niet alleen een economische kwestie, maar stellig ook van groot sociaal belang.
Prof. Witteveen zette uiteen, dat de conjunctuurpolitiek er op gericht is een evenwichtige ·ontwikkeling van het eco-
nomische leven te bereiken. Aan de ene kant moet werkloosheid worden voorkomen, aan de andere kant moet de waardevermindering van het geld worden tegengegaan.
Tegen prijsverstarring De conjunctuurpolitiek zal zoveel mo
gelijk g l o b aal moeten zijn. Zij zal zo weinig mogelijk moeten ingrijpen in de details van het economisch leven. De nadruk moet daarom vallen op de monetaire (kredietverlening) en de begrotingspoli.tiek. De loon- en prijsvorming dient in beginsel vrij te zijn. Prijsverstarring neemt de dynamiek van het economische leven weg. De prijs zij het kompas in het produktieproces!
AHeen in het geval, dat de globale middelen een ernstige overspanning van
VRIJHEID EN DEMOCRATIE 31 JANUARI 1963- PAGINA 5
Staatssecretaris Stfj hel:
MACHT EN WELVAART AFHANKELIJK VAN TECHNI!CH KUNNEN
Ook de heer Stijkel die "het Liberalisme en de E.E.G. behandelde, brak een lans voor een vrijer loon- en prijsbeleid. Slechts daarmee, zo stelde hij vast, kunnen de grotere kansen voo; onze welvaart, die de E.E.G. ge
heel in overeenstemming met de liberale denkbeelden schept door het opheffen van de belemmeringen aan de grenzen, ten volle worden benut.
Met name zal een geleidelijke, doch verder gaande aanpassing van ons loonpeil aan dat van onze partners moeten volgen. Het E.E.G.-verdrag· werkt zulks trouwens in de hand. De aanpassing moet zonder schokken gaan.
De heer Stijkel had tevmen een schets gegeven van de ontwikkeling. Daarbij had hij geconstateerd, dat de situatie in de wereld in de laatste decennia grondig is gewijzigd. De toon wordt - helaas -niet langer aangegeven door landen, die zich toeleggen op handel en scheepvaart. De macht en de w e 1 va ar t zijn afhankelijk geworden van technisch kunnen en industriëel produktievermogen. Wil Europa, wil ook ons land in de wereld een blijvende rol spelen, dan moet de industriële capaciteit zowel in de breedte als vooral ook in de d i e p t e worden vergroot.
Mogelijkheden van de E.E.G. De EEG schept daartoe de mogelijk
heid. De exploratie en de ontwikkeling van nieuwê. technische mogelijkheden gaat met dergelijke inspanningen gepaard, dat deze, a:Dgezien van overheidsfinanciering, slechts in zeer grote industriële ondernemingen. dan wel in gespecialiseerde kleinere bedrijven kunnen worden op-gebracht. Grotere eenheden kunnen beter tot ontwikkeling komen bim1en een gmte, niet door kunstmatig overheidsingrijpen gesplitste markt. Een grote markt bevordert tevens de specialisatie.
Nederland, dat - aldus de staatssecretaris - wat industriële ontwikkeling betreft een achterstand vertoont, kan deze dankzij de EEG inlopen. Dan moet echter het loon- en prijsbeleid de mogelijkheden niet te niet doen. Na de oorlog is
de m·'J~~idsmarkt niet kunnen voorkomen, moet de r;ogering bevoegd zijn de vrije loo!1Vorming tij de 1 ijk op te schorten door het afkondigen van een "loonpauze" of een "loonstop". Ook ten aanzien van de prijzen slechts in een uitzonderingssituatie - dus tijdelijk overheidsingrijpen. Op den duur werpt dit ook voor de consument de beste vruchten af, indien de overheid tenminste waakt voor een redelijke concurrentie.
Het regeringsbeleid is in de afgelopen jaren gericht geweest op de door prof. Witteveen wenselijk geachte afweging van uitgavenverhoging en belastingverlaging tegen de achtergrond van de groei van het nationale inkomen. Het Rijk heeft daarbij belangrijke grotere besparingen gevormd dan het geval was vóór 1958, dat wil zeggen vóór het optreden van het kabinet De Quay. Deze structurele ruimte op de begroting zal - aldus prof. Witteveen, die dit beleid prees -kunnen worden gebruikt zodra de con~ junctuur zich ontspant. Daarbij zal prioriteit gegeven moeten worden aan:
a. verlaging van de loon- en inkomstenbelasting met name voor de middengroepen;
b. vermindering van de dubbele belasting op uilgekeerde dividenden van naamloze vennootschappen.
Om de begratingspolitiek sneller te kunnen gebruiken voor het bijsturen van de economie bepleitte prof. Witteveen de mogelijkheid om bepaalde belastingtarieven binnen tevoren vastgestelde gren-
- en dat was eerst ook begrijpelijk -ons loon- en prijspeil kunstmatig laag gehouden. Wanneer dat te lang duurt, gaat men echter in eigen vlees snijden. Terecht heeft de regering De Quay dan ook een beleid gevoerd tot vermindering van het verschil in loonniveau hier en in de omringende landen.
Het · bezwaar van een relatief laag loon- en prijspeil is volgens drs. Stijkel, dat het op den duur een verwerpelijke maatstaf vormt voor het investeringsbeleid van de ondernemingen, waardoor dit verkeerd gericht gaat worden. Men blijft zich n.l. te veel richten op relatief arbeidsinlerrsieve produktiewijzen en diepte-investeringen komen daardoor onvoldoende tot stand. Dat is niet gunstig, omdat in talrijke ,.jonge" landen dergelijke produktiewijzen tot ontplooiing komen tegen nog veel lagere loonkosten. De aangewezen oplossing voor ons land is een technisch-industriële "vlucht naar boven".
Nieuw continentaal stelsel? De heer Stijkel ging .ook nader in op
een zeker in deze tijd veel gehoorde kritiek, n.l. dat de EEG-samenwerking ons afsluit van de "buitenwereld." Is hier geen sprake van een nieuw continentaal stelsel?, zo vraagt men zich nogal eens af. Inleider wees er nogmaals op, dat handel en scheepvaart - relatief gesproken - in ons volksbestaan niet dezelfde rol kunnen blijven spelen als in het roemruchte verleden. Absoluut mag de betekenis natuurlijk niet afnemen.
zen met een bijzondere parlementaire procedure te laten variëren.
Prof. Wi,tteveen trad nogmaals in het krijt voor de mogelijkheid om het bedrijfsleven belastingvrije conjunctuurreserves te laten vormen. Zo'n regeling kan een aanvulling vormen van de fiscale investeringsfaciliteiten, zo meende hij.
Doel: evenwichtige economie Bij de discussie vroeg de heer Laten
stein 1lich af, of het gepropageerde systeem geen onzekerheid betekent voor de belastingbetaler. Inderdaad, zo beaamde prof. Witteveen, maar geen systeem is zonder nadelen. Die onzekerheid is de prijs en die prijs is gezien het doel - een evenwichtige economie - niet te hoog. De heer Latenstein zag ook gevaar in de belastinghoogte. Hoge belasting (in een bepaalde conjuncturele situatie) leidt toch tot hoge staatsuitgaven. Dat behoort niet zo te zijn, was het bescheid, en dat was ook niet zo bij de politiek van de regering-De Quay.
De heer Kramer ha,d bezwaar tegen het moeten wachten op een conjunctureel gunstig tijdstip voor belastingverlaging. Als de "hausse'' eens tien of vijftien jaar duurt? Prof. Witteveen vertrouwde daar niet op, maar bovendien is een wezen van het systeem, dat de belasting achterblijft bij de groei van het nationaal inkomen.
Een andere, principiëlere vraag: griffiedeskundigen bezien de uit.gaven en gaan aan het afwegen, is dat democratisch verantwoor,d? Nee, het besteden van de ruimte is een politieke beslissing en dat
STAATSSECRETARIS STIJKEL
We moeten intussen vc.slstellen, zo zei de staatssecretaris, cl at de bedreiging van deze wereldwijde interessen niet zozeer uit Europa komt, als wel van daarbuiten. Onze luchtvaart wordt over a 1 ter wereld gehinderd door protectionisme. Onze zeescheepvaart heeft meer en meer te kampen met - veelal in navolging van Am e r i ka - vlagdiscriminatie.
is het terrein van de Kamer. Prof. Witteveen wil - ten behoeve van de Kamerleden - een deskundige voorlichting vanuit de griffie. Is dat geen taak voor de wetenschappelijke bureaus van de partijen, zo vroeg Kamerlid J. C. Corver daarop. Prof. Witteveen vond van niet, die kunnen speciaal werk doen ten behoeve van één fractie. Een tweede suggestie, het Centraal Planbureau, vond bij de inleider meer onthaal, al liet hij zijn denkbeeld er niet voor varen.
Prof. Witteveen kreeg natuurlijk een groot aantal vragen te beantwoorden op het gebied van lonen en prijzen. Hij verduidelijkte zijn mening, dat in principe lonen en prijzen vrij moeten zijn. Hij ging bovendien in op de aanpassing van het Nederlandse loonniveau aan dat van de ons O·mringende landen.
In dit verband had hij reeds hulde gebracht aan het besluit van de regeringDe Quay tot revaluatie. Hierd.oor is het loon- en prijspeil aangepast zond~r te leiden tot belangrijke prijsstijgingen. Dit is vooral van betekenis voor de verge•en groepen. Prof. Witteveen vergat ook nu
De wereld buiten Europa is niet langer het oord, waar - dankzij de Britse invloed - vrijheid van handel en vervoer regel zijn. De enige mogelijkheid, en een heel goede, is een nauwe samenwerking - ook politiek - tussen Europese staten.
Levendig debaû< Een flink aantal vragenstellers werd
duidelijk gemaakt, dat er geen sprake is van minder achten van handel en scheepvaart, maar in verhouding tot de industrie zal hun betekenis afnemen.
De heer Stijkel vertelde zijn gehoor groot respect te hebben voor onze "veredelingsindustrie"', maar veredeli'ngsindustrie hang,t samen met handel en verkeer en waar het nu in de toekomst om gaat, is om "zwaardere" industrie. Hoe belangrijk de positie en de functie van de veredelingsindustrie ook zal (moeten) blijven, alwee1· in verhouding zal de betekenis afnemen. ·
Het gesprek met de heer Slijkel spitste zich echter op een ander punt toe. De democratie in Europa was vooral de zorg van de heer Van Emde Baas. Wij moeten de sociale en economische politiek in Europa niet los zien van de ontwikkeling van de staatkundige, zo zei hij, en er is een crisis in dit denken. Wanneer de sociaal-economische on•twikkeling ten koste van de democratie gaat, b.v. wanneer Engeland uit de EEG wordt :;ehouden, wat moet dan de houding van de VVD zijn?
Voorwaar geen eenvoudige vraag en een zeer principiële. De heer Stijkel had er reeds op gewezen, dat de verdere integratie moet geschieden op grond van nauwkeurig te omschrijven ver-dragen, die democratische instellingen moeten kennen. Het Europese Parlement moet de waarborg zijn voor de Europese democratie, daartoe moe·t zijn bevoégdheid worden uitgebreid en zijn doelstelling nader worden gepreciseerd. Dan is de beste garantie verkregen en dan is de . .regionale" ontwikkeling secundair, al is de Engelse richting in de democratie meer ·"safe" dan de Franse.
niet er op te wijzen, dat het geen groep is, maar dat het gaat om individuën, die geen druk kunnen uitoefenen en die recht hebben op waardevast geld. Dat de huidige regering de inflatie in de hand heeft weten te houden is een bijzonde,re en misschien te vaak vergeten verdienste.
Keerzijde van de revaluatie Natuurlijk, de revaluatie heeft ook te
genkanten. De concurrentiepositie is er door verzwakt, de winstmarges zijn daardoor kleiner geworden en dat treft het meest de arbeidsintensieve bedrijven. Men kan zeggen, dat onze export tien procent is achtergebleven bij de gemiddelde groei van de uitvoer van onze partners.
Het gaat er ook bij het aanpassen van het Nederlandse loonniveau aan het buitenlandse om het juiste evenwiehit te bewaren. Aanpassing wil beslist niet zeggen gelijkschakeling van lonen. Ook in de VS komen verschillen voor, veroorzaakt door allerlei omstandigheden. Dat kan ook in Europa het geval zij.n en blijven.
VRIJHEID EN DEMOCRATIE
MOEDERT JE OVERHEID
ALS FALENDE ONDERNEEMSTER
Naar wij in Het Vaderland la-zen, besloot de Haagse ge
meenteraad 10 jaar geleden, 'n eigen zelfstandig beheerde, gemeentelijke
drukkerij in het leven te roepen, waardoor men een beter inzicht kreeg in de werkelijke kosten van het gemeentelijk drukwerk.
Alle drukwerk, blanco papier, registers, stempels e.d. van alle gemeentelijke diensten en instellingen moesten voortaan bij deze gemeentelijke drukkerij besteld worden, hetgeen door verschillende fracties voordeliger geacht werd dan bestellen bij het particuliere bedrijf.
De eerste jaren maakte deze gemeentelijke drukkerij inderdaad een
winst, doch de laatste jaren worden de verliezen elk jaar wat groter.
Uit het thans verschenen jaarverslag over 1961 blijkt dit verlies te
zijn gestegen van f i2.000,- in 1960
tot f 16.400,-. Tot zover de mededelingen ont
leend aan Het Vaderland. Wij kennen de oorzaken van de telkenjare
geleden verliezen van de Haagse genl.eentelijke drukkerij niet, doch hoe men het ook keert of wendt: hier is toch wel sprake van een zeer ongezonde toestand.
Moedertje overheid heeft zich hier kennelijk op een terrein begeven
waar zij niet thuishoort. Wat vele
partikuliere bedrijven steeds gelukt, schijnt voor haar een onmogelijke
taak te zijn. Het: schoenmaker blijf bij je leest,
lijkt ons een waarschuwing, die niet misplaatst is.
Concurreren met het particuliere
initiatief schijnt van de overheid niet altijd de sterkste zijde te zijn.
OBSERVATOR ROTTERDAM V ASTELAND 30 TELEFOON 1115 20
FABRIKANTE VAN:
NAUTISCHE INSTRUMENTEN MANOMETERS, THERMOMETERS, PYROMETERS, T ACH OM ETERS.
Agenten voor Zeekaarten en Nautische boeken.
REPARATIES OP KORTSTE TERMIJN
Boele~s Scheepswerven en Machinefabriek N. V.
BOLNES !BIJ ROTTERDAM)
• Reparatie en nieu,wbouw
• TELEFOON 195100 ROTTERDAM TELEGR. BOELE-BOLNES
N. V. RIJNSTAAL v/h J. W. Oonk & .Co. Telefoon 24941 I 45 - Arnhem Postbus 42
FABRIKANTE VAN
NAADLOZE EN
GELASTE STALEN BUIZEN
31 JANUARI 1963- PAGINA 6
N.V.AANNEMERSBEDRIJFv/hJ.STAM TWINTIGHOEVENWEG 13 te DORDRECHT
TELEFOON 01850-5839
• \VONINGBOUW
SECRETARIS LIBERALE
BEZOCHT ONS LAND
De secretaris-generaal van de Liberale Internationale, de heer Richard Moore, heeft voor verschillende afdelingen van het Genootschap Nederland-Engeland in ons land lez.ingen gehouden over de huidige Engelse politiek, in het bijzonder in verband met de onderhandelingen te Brussel over de toetreding van Engeland tot de EEG.
De lezing in Den Haag in de Rolzaal was, de weersomstandigheden in aanmerking genomen, vrij goed bezocht. De algemeen secretaris van de Part.ij, de heer D. W. Dettmeijer, woonde de vergade-· ring bij en had na afloop een bespreking
INTERNATIONALE
met de heer Moore over verschillende activiteiten van de Liberale Internationale.
ALGEMEEN SECRETARIAAT V.V.D.
Koninginnegracht 61 's-Grave nhage
Telefoon (070) 60 48 03 (3 lijnenl
Giro 67880
ABRAHAM VAN STOLK & ZOONEN KONINKLIJKE HOUTHANDEL N. V. STO BE-bekistings platen Timmerfabr.iek • Boards •
Houtbereiding
Rotterdam - Telefoon 35400 - Postbus 1100
De Rotterdamsche
Werft leden voor de V.V.D.!
VRIJHEID EN DEMOCRATIE 31 JANUARI 1963- PAGINA 7
houding van het N.C.C.-bestuur in deze aangelegenheid te achten.
lederlands Cultureel Contact ging duidelijk standpunt omtrent commerciële televisie uit de weg
In een kort voorwoord van de bestuursgedelegeerde van het N.C.C. wordt de verwachting uitgesproken, dat de artikelen van het onderhavige nummer een aansporing zullen zijn tot zelfstandig nadenken over de door de schrijvers aangesneden problemen.
Slechts tegenstanders kwanten aan het woord
Het Nederlands Cultureel Contact doet in het algemeen als pleitbezorger van het Nederlandse culturele leven voortreffelijk werk. Als overkoepelende organisatie van een groot aantal landelijke organisaties, die zich met de cultuur en de volksontwikkeling bezighouden, heeft het N.C.C. zich in het verleden door het voeren van een voorzichtige politiek een gezag verworven, groot genoeg om de door hem geuite mening in het algemeen te beschouwen als de stem van het Nederlandse culturele leven in zijn bonte verscheidenheid.
In het algemeen, maar helaas niet steeds, zoals blijkt uit de inhoud van een extra-nummer van het "N.C. Contact'', het officiëel orgaan van deze organisatie, waarin zeer speciaal "De culturele taak van de televisie" aan de orde wordt gesteld.
In dit nummer geven de hoogleraren dr. R. C. Kwant en dr. E. J. Leemans in bezadigde artikelen, de intellectueel eigen, en de heren Bernard Verhoeven, J. Kassies en J. Tj. Piebenga in bewogen en soms fanatieke bijdragen hun visies op het fenomeen der T.V. en met name op de commerciële televisie. Een aantal citaten uit de artikelen van de drie laatstgenoemden mogen hier volgen, opdat men zich een mening kan vormen· over de geladenheid, die betrokken stukken kenmerkt.
Zo schrijft de heer Bernard Verhoeven, oud-lid van de Tweede Kamer voor de K.V.P., onder meer:
"Wij zijn hier nog niet aan het Pujadisme · toe, maar de Telstar van de Commerciële Televisie is al aan de hemel venezen. Onder Pujadisme in óns, gematigd klimaat en binnen het bestek, dat nu aan de orde is, versta ik: de geest van oververhitte publiciteit, sensatie, reclame, ster-cultus, jacht op topprestaties, kortorn alle vormen van geestelijk commercialisme. Dit is de geest, die sommige kranten beheerst en maar weinige geheel onberoerd laat."
Pujadisme dus volgens de heer Verhoeven ook bij ons. Ik kan dit geheel met hem eens zijn, maar ik vraag mij dan wel af wie tot de vorming van dit Pujadisme hebben bijgedragen. Het bedrijfsleven toch zeker niet, doch veeleer zekere omroepverenigingen, die zo hoog van de toren blazen over hun culturele taak, maar die weinig nalaten om de concurrentie te overtroeven met sensatie, ster-cultus - of wat daar voor door moet gaan - en jacht op topprestaties.
VRIJHEID EN DEMOCRATIE
Weekblad Yan 4e VolkapariU Yoor
VriJbelG en Democrallo.
Voorzitter Redactie-commissie: mr. L. Meijer.
Redactie-secretaris: G. Stempher. Adres: Gooiergracht 163, tel. 02953 -'-35 63, Laren (N.H.)
Administratie: Postbus 43, Amersfoort, tel. 1 71 44.
Voor het zenden van advertentiegelden: Postgiro no. 245 103 ten name yan de Penningmeester van de Stichting "Vrijheid en Democratie" te Amersfoort.
Losse nummers 20 cent.
Voor advertenties wende men zich tot de administratie.
\.: .J
Mening van de heer Piebenga
De heer Piebenga, hoofdredacteur van de Leeuwarder Courant, houdt er onder meer de volgende mening op na:
"Vrijheid van meningsuiting veronderstelt een grote mate van generositeit, verdraagzaamheid, levenskunst. Reclame in de aether loopt uit op de overwinning van het keiharde eigenbelang, van de van alle ethische noties verstoken zakelijkheid, van het grootkapitaal. Een uiterst gevoelig en kwetsbaar medium als de T.V. moet echter, om der wille van de vrijheid des volks, uit zulke ruwe handen weggehouden worden."
Om der wille van de vrijheid des volks moet reclame voor margarine en televisietoestellen mirabile dictu - worden geweerd, moeten crypta-politieke uitzendingen worden gestimuleerd en gesubsidiëerd door de overheid. Vreemd is het steeds weer, dat in de discussie over de commerciële televisie het punt, dat de overheid de huidige omroepverenigingen geldelijk zwaar steunt wordt genegeerd.
Men vindt het in bepaalde kringen blijkbaar een normale zaak om met de steun van de overheid in de rug anderen het recht op een plaats onder de zon te ontzeggen, anderen, die ruwere handen hebben - ongetwijfeld komt dat dan door het hardere werken - dan de huidige televisiemagnaten.
De heer J. Kassies, secretaris van de Raad voor de Kunst, tenslotte trekt alle registers van het socialistisch ressentiment ten opzichte van de huidige samenleving open met de volgende opmerkingen:
"Zeggenschap van de commercie betekent het toekennen van nóg meer rechten aan degenen, die in de jungle van voortbrenging en distributie naar boven zijn gekomen door afkomst of toeval, door bekwaamheid of slimheid en soms ook nog door andere dingen, maar nooit met het doel om de communicatie, de educatie en de recreatie te dienen.
Ik hoop, dat ik niet wordt misverstaan: dit oordeel gaat over het stelsel en de structuur, niet over personen: ik acht hen niet bozer of beter dan anderen, goedheid en slechtheid zijn geleidelijk over de verschillende sociale groepen verdeeld. ( ... : ) Historisch gezien is het recht op vrije meningsuiting de overwinning op een stuk tyrannie. Het zou dwaas zijn, haar in te ruilen voor of aan te vullen met in-
spraak van hen, die de tyrannen zijn van de twintigste eeuw."
Machtig is dat die "tyrannen van de twintigste, eeuw", volgens mijn vriend Kassies blijkbaar in Nederland rondlopen en niet achter het IJzeren Gordijn en de Pyreneeën. De liberalen zijn blijkbaar min of meer die tyrannen, niet de communisten en fascisten, die inquisiteurs van de twintigste eeuw. Maar Kassies heeft meer gelijk dan hij beseft.
Inderdaad is historisch - en vooral niet materialistisch - het recht op vrije meningsuiting de over\vinning op een stuk tyrannie. Het zijn de liberalen geweest, die dit recht -ook voor Kassies en zijn politieke vrienden - hebben bevochten en veilig gesteld; hoe de socialisten het hanteerden was nooit om "over naar huis te schrijven''. De heer Kassies als medewerker aan bepaalde V ARAprogramma's kan dat weten. Er komt daar zelden of nooit een niet-socialist aan te pas.
N.C.C.-bestuur in gebreke
Maar minder schokkend dan de persoonlijke visies van de schrijvers, die in een liberale maatschappij -temidden der tyrannen - levend, moreel gerechtigd zijn zich scherp uit te drukken en zelfs het wettelijk recht hebben een onjuiste voorstelling van zaken te geven, mits men maar niet persoonlijk wordt, is de
Men wrijft zich dan wel even de ogen uit, want . van een zelfstandig positie kiezen door het NCC-bestuur is objectief gezien geen sprake geweest, nu men slechts tegenstanders van de commerciële televisie aan het woord liet komen. Nog wonderlijker wordt het geheel indien gesteld wordt, dat een zesde auteur niet in staat was tijdig zijn bijdrage af te leveren, een schrijver waarvan verwacht mocht worden, dat hij meer positief tegenover de commerciële televisie zou staan dan met de thans aan het woord gelaten auteurs het geval was. Men had dan toch een ander dan de oorspronkelijk aangezochte om een bijdrage kunnen verzoeken vooropgesteld, dat dan die ander er geen bezwaar in zou hebben gezien als eenling voor de wolven van de overgrote meerderheid te / worden gesmeten.
Eenzijdig geschrift
Hoe men ook denkt over commerciële televisie - geen liberaal zou haar zonder duidelijke. waarborgen een kans willen geven, maar het begrip "concessie" houdt judirisch gezien die door de overheid gestelde waarborgen in- wat het N.C.C.-bestuur hier als algemene repl'€sentant van ons culturele leven ten beste heeft gegeven met dit eenzijdige geschrift had niet mogen gebeuren.
Niet zozeer om der wille van de commerciële televisie als wel om de integere plaats, die het N.C.C. in ons culturele leven inneemt, of beter gezegd - en dat spijt mij oprecht -behoort in te nemen.
Mr. H. J. ZEEVALKING
GROTE TREK UIT DE LANDBOUW Het aantal landarbeiders in Nederland is vanaf 1947 tot de helft geslon
ken. Meer dan 100.000 hebben het agrarische bedrijf verlaten. Het aantal boerenzoons dat op het ouderlijk bedrijf werkzaam is, daalde tot 55%.
In 194 7 waren 110.000 boerenzoons op het ouderlijk bedrijf werkzaam, in 1960 nog 60.000. Het aantal landbouwbedrijven daalde in de periode 1950-1959 met 23.000 stuks of wel 12 Yz o/o.
Men kan rustig aannemen, dat deze dalingen zich in de jaren 1961 en 1962 in versterkte mate hebben voortgezet. Deskundigen menen dat het tempo in die jaren zeker tweemaal zo hoog heeft gelegen.
Men kan dit zien als een droevig verschijnsel. De boerenzoon verlaat het erf, omdat hij daa.r geen bestaan meer kan vinden. Hij, die gebonden aan bedrijf en grond, daar gaarne had willen blijven, moet in den vreemde zijn bestaan zoeken.
Wij kunnen dat volkomen meevoelen. Men zal echter moeten toegeven, dat de huidige tijd vraagt om concentratie, om grotere eenheden, om inschakeling van
machines en minder arbeidskrachten për eenheid van het pmdukt. Ons vertrouwen in het gezond verstand van de boer hee:ft er ons niet aan doen twijfelen, dat ook de boer 'dit inzag.
Daarom hebben wij een direct ingrijpen van de Overheid steeds veroordeeld. Dit is een te moeilijk menselijk vraa,gstuk om hier met Overheidsmaatregelen te werken.
Wel kan het de·gene, die de landbouw wil verlaten, gemakkelijk worden ge-
maaM, door voor hem andere mogelijkheden te openen en hem financieel te helpen. Dit laatste is in het verleden te weinig gebeurd. Men heeft hem met armoede laten vertrekken.
Door de lage beloning en moeilijke omstandigheden is de trek bevorderd.
Dit is niet de jll!iste we-g. Men zal de boer voor zijn nuttige arbeid op zijn onmisbaar bedrijf een goede beloning moeten gunnen, doch degene, voor wie het niet mogelijk is om zijn bedrijf rendabel te maken, moeten steunen om naar de andere werkkring over te stappen.
Velen zullen nog beter werknemer in de landbouw kunnen zijn, dan ondernemer. Het is nodig, dat men daaraan meer aandacht besteedt. Door vorming en scholing zal men technisch bekwame landarbeiders moeten opleiden, ZJodanig dat vele boerenzoons zich daartoe voelen aangetrokken. En men zal de landarbeid goed moeten belonen. De grond, die daardoor vrij komt, kan dan weer bij de andere bedrijven worden gevoegd. Zodoende kan men het. inkomen van de boer verhogen, hetgeen noodzakelijk is, wil een krachtige en zelfstandige boerenstand blijven bestaan. L. G. 0,
De Nederlandse dieselmotor
met een wereldreputatie!
I 00- 1200 p.k. voor scheeps- en stot•onoire doeleinden. Vraagt· prospectus I
N. V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek
Appingedam
BETONKEIEN en·
BETON· ANTl .. ·KRUIPSTEEN· In kleuren grijs en. heiderood
• Voldoen aan de hoogste eisen Keur en a·cceptatie op het werk
• N. V. Heesseltsche Steent:::ibriek- · · v /h W. P. DE VRIES en ~::».
Heesselt (Gem. Va rik) - T elefoc:>n Ophemert K 3445-271
Spinners· en Twijners van
Weef- en Tricotgarens
I
ReiJnann-Stok & Kersken~s V ereenigde Expeditiebedrijven N. V.
OPGERICHT 1836
HOOFDKANTOOR: Amsterdam, O.Z. Voorburgwal 157/59 Telefoon: 66771 (11 lijnen) · Telex 12176
FILIALEN: Aalsmeer, Almelo, Arnhem, Enschede, Den Haag, Groningen, Hillegom, Leeuwarden, Maastricht, Oldenzaal, Roosendaal, Rotterdam. Schiphol, Tilburg, Venlo.
Internationale Expeditie· Autotransport. Groupage· Opslag - Luchtvervoer.
N.V. STROOSTOFFABRIEK
~~·PH 0 E N.;l X~~ . VEENDAM·
·~·.
· Gebleekte .stro~éllulose voor fijnpapier
Sedert 1894
beton
~A· . ,_ ~· bedriJfavloeren .~
~
Twee Torens
N.V. LIJM- EN GELATINEFABRIEK
TELEFOON 25242 - DELFT