Transcript

P&V VERZEKERINGEN C.V.B.A. Koningsstraat, 151 B-1210 BRUSSEL Tel. 02/250.91.11 Fax 02/250.95.67 www.pv.be Bank 877-7939404-64 HR Brussel 2179

Multirisk Verzekering Algemene voorwaarden conform aan de wet van 25 juni 1992 en aan haar uitvoeringsbesluiten Uitgave 202/03-2006 Verzekeringsonderneming Erkend onder het codenr 0058

SPECIALE VOORWAARDEN GEMEENSCHAPPELIJKE VOORWAARDEN

BEGRIPSBEPALINGEN

Artikel 1

VERZEKERDEN De verzekeringsnemer, de personen die bij hem inwonen, hun personeel bij de uitoefening van zijn functies, de lasthebbers en de vennoten van de nemer in de uitoefening van hun functies, alsmede elke andere persoon die als verzekerde in de bijzondere voorwaarden wordt aangeduid. DERDE Elke andere persoon dan de verzekerden. OMSCHREVEN GOEDEREN Het geheel bestaande uit het omschreven gebouw en de inhoud ervan. 1. Het omschreven gebouw Elke al dan niet gescheiden constructie die gelegen is op de plaats die in de bijzondere voorwaarden is aangeduid. Zijn hierin ook begrepen :

- de goederen die blijvend aan het erf zijn verbonden, overeenkomstig artikel 525 van het Burgerlijk Wetboek , maar met uitsluiting van het materieel, dat deel uitmaakt van de inhoud,

- de goederen die door inbouw onroerend zijn (zoals meters en leidingen voor water, gas, stoom en elektriciteit, vaste verwarmingsinstallaties, ingerichte keukens en badkamers, enz...),

- de omheiningen, - de materialen op de bouwplaats die bestemd zijn om in het gebouw te worden verwerkt, voor zover die aan de verzekerden toebehoren.

Het omschreven gebouw moet dienen als woning, private garage, kantoor en/of voor de uitoefening van de activiteit die in de bijzondere

voorwaarden is opgegeven. Behoudens tegenbeding in de bijzondere voorwaarden moet het omschreven gebouw tevens beantwoorden aan volgende criteria:

1. De buitenmuren van het hoofdgebouw moeten minstens voor 80% van hun volume samengesteld zijn uit onbrandbaar materiaal (bakstenen, betonblokken, beton, stenen, breukstenen, glas, metaal, cement of asbestagglomeraat). De decoratieve en de isolerende buiten- en binnenbekleding, alsmede de isolatie, zijn niet in het volume van de buitenmuren begrepen; ze mogen van eender welk materiaal vervaardigd zijn.

2. Het dak mag geen stro of riet bevatten. Voor de landbouwbedrijven is het opslaan van vlas dat aan derden toebehoort niet geoorloofd en mogen de oogstschuren niet kunstmatig

worden verwarmd. 2. De inhoud De volgende goederen, die aan de verzekerden toebehoren of zijn toevertrouwd of die aan hun gasten toebehoren, wanneer ze zich in het

omschreven gebouw, op de binnenplaatsen, de toegangswegen en in de tuinen ervan bevinden : a) De inboedel, d.w.z. elk roerend goed voor privaat gebruik, met uitsluiting van de voertuigen waarop de wetgeving inzake de motorrijtuigen

van toepassing is. b) De huis- en fokdieren die voor private doeleinden worden gehouden, alsmede de dieren die tot het bedrijf behoren en die welke voor de

verkoop bestemd zijn. c) De waarden, d.w.z. muntstukken, bankbiljetten, postzegels, schuldbrieven, titels van aandelen en obligaties, cheques of andere effecten,

staven edel metaal. d) Het materieel voor beroepsdoeleinden dat ofwel voor kantoorwerk wordt gebruikt, ofwel voor de uitoefening van de activiteit opgegeven in

de bijzondere voorwaarden. Nochtans zijn de voertuigen waarop de wetgeving inzake de motorrijtuigen van toepassing is hierin enkel begrepen wanneer ze dienen voor

land- of tuinbouwwerken of voor het dorsen. e) De koopwaren, d.w.z. voorraden, grondstoffen, producten in aanmaak, afgewerkte producten, verpakkingen en afval in verband met de

activiteit die in de bijzondere voorwaarden is omschreven. De roerende goederen die aan de cliënteel toebehoren zijn hierin ook begrepen. f) De land- en tuinbouwproducten, d.w.z. de zaden, granen, oogsten, veevoeders, meststoffen, fungicides en insecticides.

Indien de verzekerden het gebouw huren of gebruiken, zijn elke vaste inrichting, elke aanpassing, verbetering of verfraaiing die ze aan het gebouw hebben aangebracht, eveneens in de inhoud begrepen.

NIEUWWAARDE De prijs voor de herbouw van het gebouw (ereloon van architect inbegrepen) of voor de wedersamenstelling van de inhoud. WERKELIJKE WAARDE De nieuwwaarde onder aftrek van de slijtage. Onder slijtage verstaat men de waardevermindering ten gevolge van de ouderdom van het goed, de graad van gebruik, de frequentie en de kwaliteit van het onderhoud. VERKOOPWAARDE De prijs die men zou bekomen bij een verkoop onder normale omstandigheden. OVEREENGEKOMEN WAARDE

De nieuwwaarde, onder aftrek van een forfaitair slijtagepercentage. GETAXEERDE WAARDE De waarde die tussen de maatschappij en de nemer wordt bedongen. Deze waarde is voor beide partijen bindend, behoudens bedrog. KOERS VAN DE DAG De beursnotering, marktprijs of vervangingswaarde op de gegeven dag. KOSTPRIJS De prijs die de verzekerden moeten uitgeven om het goed onder normale omstandigheden te vervangen. SCHADEGEVAL Elke schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt ten gevolge van een zelfde schadelijk feit.

VERZEKERINGSGEBIED

Artikel 2 De verzekering is geldig op de ligging die in de bijzondere voorwaarden is opgegeven. Nochtans zijn :

a) de land- en tuinbouwproducten - alleen voor de afdeling Brand - eveneens in open lucht en tijdens het vervoer in België verzekerd en dit, tot het beloop van 25 % van het bedrag verzekerd op de inhoud,

b) de dieren en het materieel voor de land- en tuinbouwbedrijven overal in België verzekerd. Artikel 3 De maatschappij staat evenwel volgende uitbreidingen toe :

1. Tijdelijke verplaatsing van de inhoud Wanneer het geheel of een deel van de inhoud - uitgezonderd het materieel en de koopwaren - tijdelijk wordt verplaatst, ook tijdens reizen of

vakanties, blijft die gedekt in elk gebouw dat in Europa is gelegen. 2. Vakantieverblijf Wanneer de verzekerden tijdens reizen of vakantieverblijven een in Europa gelegen gebouw huren of bewonen, dekt de maatschappij :

- de aansprakelijkheid als huurder of gebruiker voor dit gebouw en de inhoud ervan, tot het beloop van hun werkelijke waarde, - het verhaal van derden.

De uitbreidingen 1 en 2 worden, onder de voorwaarden van de afdelingen die door deze polis zijn gedekt, toegestaan voor een periode die geen 120 dagen per verzekeringsjaar overschrijdt en zelfs indien het gebouw niet voldoet aan de criteria van het omschreven gebouw. Indien ze geen 120 dagen per verzekeringsjaar overschrijden, moeten de tijdelijke verplaatsing van de inhoud of de bewoning van het vakantie-verblijf niet aan de maatschappij worden meegedeeld. 3. Verhuizing In geval van verhuizing in België blijft de verzekering, gedurende hoogstens 60 dagen vanaf het ogenblik dat het nieuwe gebouw beschikbaar

is, gelijktijdig toegestaan op de twee adressen, zelfs indien het nieuwe gebouw niet voldoet aan de criteria van het verzekerde gebouw en zelfs indien de verzekerden hun hoedanigheid als eigenaar, huurder of gebruiker veranderen.

INDEXERING

Artikel 4 De verzekerde bedragen en de premie schommelen op elke jaarlijkse vervaldag :

A. Voor het gebouw, volgens de verhouding die bestaat tussen : - de vigerende index van de bouwkosten op die vervaldag, en - de richtindex van de bouwkosten opgegeven in de bijzondere voorwaarden.

Onder index van de bouwkosten verstaat men de index ABEX die zesmaandelijks door de Belgische Vereniging van Experts wordt vastgesteld of elke andere index die reglementair in de plaats ervan wordt gesteld. B. Voor de inhoud, volgens de verhouding die bestaat tussen :

- de vigerende index van de consumptieprijzen op die vervaldag, en - de richtindex van de consumptieprijzen opgegeven in de bijzondere voorwaarden.

Artikel 5 Indien ze in EUR zijn opgegeven, schommelen de vergoedingsgrenzen en de vrijstellingen op elke jaarlijkse vervaldag volgens de verhouding die bestaat tussen :

- de vigerende index van de consumptieprijzen op die vervaldag, en - de index van de consumptieprijzen van december 1983, nl. 119,64 (op basis 100 in 1981).

Artikel 6 In geval van schade worden de verzekerde bedragen en de vergoedingsgrenzen vastgesteld, rekening houdend met de laatste indexen die op de dag van het schadegeval zijn bekendgemaakt, indien die hoger zijn dan de indexen die op de laatste jaarlijkse vervaldag vigeerden. De vrijstellingen zullen steeds worden vastgesteld, rekening houdend met de index van de maand die aan die van het schadegeval voorafgaat.

TE VERZEKEREN BEDRAGEN Artikel 7 De verzekerde bedragen worden op verantwoordelijkheid van de nemer vastgesteld volgens de volgende criteria : Voor het gebouw De nieuwwaarde indien de verzekerden eigenaar zijn en de werkelijke waarde indien ze huurder of gebruiker zijn.

Voor de inboedel De nieuwwaarde Nochtans wordt de nieuwwaarde vervangen door :

- de werkelijke waarde voor het linnengoed en de kleren, - de verkoopwaarde voor de echt antieke meubelen, de kunst - en verzamelingsvoorwerpen, de juwelen en in het algemeen voor alle zeldzame en

kostbare voorwerpen, - de overeengekomen waarde voor de elektrische of elektronische toestellen.

Die overeengekomen waarde wordt forfaitair, volgens onderstaande tabel, vastgesteld :

Ouderdom van het

toestel

Overeengekomen waarde (in % van de

nieuwwaarde van het toestel)

Minder dan 2 jaar Van 2 tot 3 jaar Van 3 tot 4 jaar Van 4 tot 5 jaar Van 5 tot 6 jaar Meer dan 6 jaar

100 85 70 55 40 25

Ze is bovendien beperkt tot de prijs van een nieuw toestel met een gelijkaardig prestatievermogen. Voor de dieren De koers van de dag, zonder rekening te houden met hun waarde voor wedstrijden en competities. Voor de waarden De koers van de dag. Behoudens tegenbeding zijn de waarden verzekerd voor een maximum van 625 EUR (met indexering) per schadegeval.

Voor het materieel De werkelijke waarde, zonder de prijs voor een nieuw materieel met gelijkaardig prestatievermogen te overschrijden. Nochtans moet de waarde van de documenten, handelsboeken, plans en modellen, clichés, microfilms, bestanden, informatiedragers en -programma’s worden vastgesteld naar de prijs voor de materiële wedersamenstelling ervan, met uitsluiting van de kosten van opzoeking en studie. Voor de koopwaren De kostprijs op de dag van het schadegeval. Voor de roerende goederen die aan de cliënteel toebehoren, wordt de kostprijs echter vervangen door de werkelijke waarde. Voor de land- en tuinbouwproducten De koers van de dag. Artikel 8 In de verzekerde bedragen moeten alle belastingen begrepen zijn, in de mate dat ze door de verzekerden niet kunnen worden teruggevorderd of afgetrokken. Artikel 9 Los van de indexering waarin deze polis voorziet, mag de nemer op elk ogenblik vragen de verzekerde bedragen te verhogen of te verlagen om ze met de werkelijkheid in overeenstemming te brengen.

SCHADE AAN DE VERZEK ERDE GOEDEREN

Hoe wordt het bedrag van de schadeloosstelling berekend ? Artikel 10 De schade aan de verzekerde goederen wordt geschat op de dag van het schadegeval volgens de in artikel 7 bepaalde criteria (exclusief belastingen) en volgens de bepalingen eigen aan elke afdeling. Deze bepaling is conform het principe van de gelijkheid tussen de criteria voor het bepalen van de te verzekeren bedragen en deze voor de raming van de schade. Artikel 11 Nochtans zal men, voor een verzekering tegen nieuwwaarde, de slijtage van een beschadigd goed of van het beschadigd deel van een goed aftrekken, indien die 30 % van de nieuwwaarde overschrijdt. Artikel 12 De schadeloosstelling geschiedt onder aftrek van een niet -afkoopbare en niet -verzekerbare vrijstelling van 123.94 EUR, met indexering, per scha-degeval. Nochtans is, in het kader van de waarborgen natuurrampen, een hogere vrijstelling toegepast. Artikel 13

§1 - Indien, volgens de criteria bepaald in de artikels 7 en 8, de verzekerde bedragen op de dag van het schadegeval ontoereikend zijn, past de maatschappij de evenredigheidsregel van bedragen toe, d.w.z. dat ze de schade vergoedt volgens de verhouding die bestaat tussen de verzekerde bedragen en die welke verzekerd hadden moeten zijn.

§2 - Voordat deze evenredigheidsregel echter wordt toegepast, genieten de verzekerden het voordeel van de regel van overdraagbaarheid. Dit wil zeggen dat, indien op de dag van het schadegeval blijkt dat sommige verzekerde bedragen groter zijn dan ze in werkelijkheid hadden moeten zijn, het overschot verdeeld zal worden over de bedragen met betrekking tot de onvoldoende verzekerde en al dan niet beschadigde goederen en dit prorata van de tekorten van de bedragen en evenredig met de toegepaste premievoeten.

De regel van overdraagbaarheid wordt niet toegepast voor goederen die zich op verschillende plaatsen bevinden. Voor de afdeling Diefstal wordt die enkel toegepast onder de op de inhoud verzekerde bedragen.

§3 - De maatschappij past de evenredigheidsregel van bedragen niet toe : A. Wanneer de onderverzekering, na toepassing van de regel van overdraagbaarheid, geen 10 % van het bedrag dat verzekerd had moeten

zijn, overschrijdt. B. Op de verzekering van de aansprakelijkheid van de huurder of van de gebruiker van een gedeelte van het gebouw, indien het verzekerde

bedrag tenminst e overeenstemt met het kleinste van volgende bedragen : - ofwel 20 maal de jaarlijkse huurprijs (of 20 maal de jaarlijkse huurwaarde van de gebruikte delen in het geval van een gebruiker),

verhoogd met de andere lasten dan de kosten voor het verbruik van verwarming, water, gas en elektriciteit. Indien deze lasten forfaitair in de huurprijs zijn begrepen, moeten deze ervan worden afgetrokken,

- ofwel de werkelijke waarde van de gehuurde of gebruikte delen. Indien het verzekerde bedrag lager is, past men de evenredigheidsregel toe volgens de verhouding van het werkelijk verzekerd bedrag en het kleinste van beide bedragen.

C. Op de waarborguitbreidingen toegestaan in het kader van de gedekte afdelingen. D. In geval van een eerste risico verzekering, d.w.z. een verzekering toegestaan tot het beloop van een bepaald bedrag, ongeacht de waarde

van de omschreven goederen. E. In geval van een verzekering volgens de getaxeerde waarde.

Artikel 14 Het bedrag van de schadeloosstelling wordt berekend op de dag van het schadegeval, door achtereenvolgens en in die volgorde de slijtage, de vrijstelling en de evenredigheidsregel (van bedragen en/of premies) toe te passen.

Hoeveel bedraagt de schadevergoeding en wanneer wordt ze gestort ? Artikel 15 In geval van schade aan de verzekerde goederen, stemt de schadevergoeding overeen met het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval, volgens de modaliteiten omschreven in de artikels 10 tot 14. Nochtans:

A. Indien het gebouw wordt verzekerd volgens de nieuwwaarde en het wordt herbouwd, dan wordt het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval (na aftrek van de reeds gestorte schijven), verhoogd volgens de eventuele stijging van de bouwkosten tijdens de normale duur van de herbouw.

De schadevergoeding mag evenwel geen 120 % van het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval, overschrij-den.

B. Indien de goederen worden verzekerd volgens de nieuwwaarde en wanneer de herbouwprijs, de prijs voor wedersamenstelling of vervanging lager is dan het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval, dan is de schadevergoeding gelijk aan de herbouwprijs, de prijs voor wedersamenstelling of vervanging verhoogd met 80 % van het verschil tussen deze prijs en het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval.

C. Indien de goederen worden verzekerd volgens de nieuwwaarde en wanneer ze noch herbouwd, noch wedersamengesteld, noch vervangen worden dan is de schadevergoeding gelijk aan 80 % van het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval.

Artikel 16 1. De maatschappij stort het bedrag tot dekking van de kosten van huisvesting en van andere eerste hulp ten laatste binnen vijftien dagen die

volgen op de datum van de mededeling van het bewijs dat deze kosten werden gemaakt. 2. De maatschappij stort het gedeelte van de vergoeding dat zonder betwisting bij onderling akkoord tussen de partijen is vastgesteld binnen dertig

dagen die volgen op dit akkoord. 3. A. De maatschappij stort aan de verzekerde , binnen dertig dagen die volgen op de datum van de beëindiging van de expertise of, bij gebreke

daaraan, op de datum van de vaststelling van het schadebedrag:

1) Indien de goederen naar nieuwwaarde worden verzekerd, een eerste schijf van 80 % van het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval.

Het eventuele saldo van de schadevergoeding zal naar mate van de vordering van de herbouwingswerken, of van de wedersamenstelling, worden gestort (voor zover de eerste schijf is opgebruikt) of bij het verlijden van de authentieke koopakte in geval van vervanging van het beschadigde gebouw door de aankoop van een ander gebouw.

2) Indien de goederen naar een andere waarde worden verzekerd, 100 % van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval. B. In afwijking van punt A, zal de maatschappij, wanneer de goederen die verzekerd zijn naar nieuwwaarde herbouwd, wedersamengesteld of

vervangen worden, binnen de 30 dagen die volgen op de afsluiting van de expertise, of bij ontstentenis de datum van de schaderaming, een schadevergoeding uitkeren die gelijk is aan 100 % van het bedrag van de schadeloosstelling, berekend op de dag van het schadegeval en dit voor de schadegevallen veroorzaakt door een van volgende gevaren : brand - bliksem - explosie - implosie - aanstoting.

C. In geval van herbouw of wedersamenstelling, kunnen de maatschappij en de nemer, na schadegeval, een andere verdeling van de vergoedingsschijven overeenkomen.

4. De beëindiging van de expertise of de vaststelling van het bedrag van de schade moet plaatsvinden binnen negentig dagen die volgen op de datum

van de aangifte van het schadegeval. Indien de verzekerde echter een expert heeft aangesteld, begint deze termijn van 90 dagen te lopen op de datum waarop de verzekerde P&V op de

hoogte heeft gebracht van zijn aanstelling.

Artikel 17 De schadevergoeding wordt verhoogd met alle geheven belastingen en rechten :

- voor zover de verzekerden de betaling ervan bewijzen en zij die niet kunnen recupereren of aftrekken, - voor zover de beschadigde goederen herbouwd, wedersamengesteld of vervangen worden.

Artikel 18 De termijnen voorzien in het artikel 16 worden opgeschort in de volgende gevallen : 1. de verzekerden hebben, op de datum van afsluiting van de expertise, niet alle verplichtingen vervuld die hen door het contract zijn opgelegd.

In dit geval beginnen de termijnen pas te lopen vanaf de dag die volgt op de dag waarop de verzekerden de genoemde contractuele verplichtingen zijn nagekomen.

2. het gaat over een diefstal of er bestaan vermoedens dat het schadegeval te wijten is aan een opzettelijk feit van de verzekerde of van de

begunstigde. In dit geval mag de maatschappij, binnen de dertig dagen na de afsluiting van de expertise, een kopie van het strafdossier lichten. De eventuele betaling van de vergoeding zal geschieden binnen de 30 dagen nadat de maatschappij kennis heeft van de conclusies van dit dossier, voor zover dat de verzekerde of de begunstigde niet strafrechterlijk wordt vervolgd.

3. De maatschappij laat schriftelijk de redenen, onafhankelijk van zijn wil en van deze van zijn gemachtigden, kennen die de afsluiting van de

expertise of de schatting van de schade verhinderen. 4. het schadegeval is te wijten aan een natuurramp zoals voorzien in artikels 53 en 54.

In dit geval kan de Minister bevoegd voor Economische Zaken de termijnen voorzien in de artikelen 16.1, 16.2. en 16.4. verlengen. Artikel 19 Het gedeelte van de vergoeding dat niet werd gestort binnen de termijnen voorzien in de artikelen 16.1. tot 16.4. brengt van rechtswege een intrest op die gelijk is aan tweemaal de wettelijke intrestvoet vanaf de dag volgend op de vervaldag van de termijn tot deze van de effectieve betaling behalve indien de maatschappij zou bewijzen dat de vertraging niet aan haar of haar mandatarissen te wijten is. Artikel 20 Om de schadevergoeding te ontvangen moeten de verzekerden bewijzen dat er geen hypothecaire of bevoorrechte schuldvordering bestaat. Indien er wel hypothecaire of bevoorrechte schuldeisers zijn, moeten de verzekerden van hen een machtiging tot ontvangen voorleggen. Deze toe-stemming is niet vereist indien de maatschappij de schadevergoeding mag uitbetalen nadat de goederen volledig zijn herbouwd, wedersamengesteld of vervangen.

Wie stelt het bedrag van de vergoeding vast?

Artikel 21 De schade, de waarde van de verzekerde goederen en de percentages van slijtage worden in gemeen overleg door de verzekerden en de maat schappij vastgesteld. Komen de partijen niet tot overeenstemming, dan wordt een beroep gedaan op twee experts, de ene door de verzekerden en de andere door de maatschappij benoemd. Bereiken die geen overeenstemming, dan duiden deze experts een derde expert aan. De drie experts beslissen dan bij meerderheid van stemmen. Indien een van de partijen haar expert niet benoemt, of indien de twee experts het niet eens worden over de keuze van een derde expert, dan geschiedt de aanwijzing door de Voorzitter van de Rechtbank van Eerste Aanleg van de woonplaats van de nemer. De experts zijn ontslagen van elke gerechtelijke formaliteit. De expertise mag in geen geval de rechten en uitzonderingen, die de maatschappij kan inroepen, schaden.

SCHADE AAN DERDEN Artikel 22 In het kader van de waarborgen Verhaal van Derden en B.A. Gebouw, dekt de maatschappij, binnen de grenzen vastgesteld in de voorwaarden eigen aan elke afdeling, de geldelijke gevolgen van de extra-contractuele aansprakelijkheid die op de verzekerden kan wegen voor schade aan derden veroorzaakt. Naast de schadevergoeding die in hoofdsom verschuldigd is betaalt de verzekeraar, zelfs boven de dekkingsgrenzen, de interest op de in hoofdsom verschuldigde vergoeding, de kosten betreffende burgerlijke rechtsvorderingen, evenals de honoraria en de kosten van de advocaten en de deskundigen, maar alleen voor zover die kosten door hem of met zijn toestemming zijn gemaakt of, in geval van belangenconflict dat niet te wijten is aan de verzekerde, voor zover die kosten niet onredelijk zijn gemaakt. Artikel 23

1. De vergoeding van de schade aan goederen geschiedt onder aftrek van een niet -afkoopbare en niet -verzekerbare vrijstelling van 123.94 EUR, met indexering, per schadegeval. Indien een zelfde schadegeval schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen en aan derden, past men de vrijstelling evenwel maar één maal toe.

2. De evenredigheidsregel van bedragen wordt nooit toegepast. Artikel 24 De benadeelde derde beschikt vrij over de door de maatschappij verschuldigde schadevergoeding. Het bedrag van deze schadevergoeding mag niet verschillen naargelang van het gebruik dat de benadeelde derde ervan zal maken.

NIET-VERZEKERDE GEVALLEN Artikel 25 Voor zover er in de voorwaarden eigen aan elke afdeling niet van wordt afgeweken, wordt volgende schade niet vergoed :

A. De schade veroorzaakt door oorlog of feiten van dezelfde aard en door burgeroorlog op voorwaarde dat de maatschappij het bewijs levert dat er een oorzakelijk verband bestaat tussen de beschreven gebeurtenissen en de schade.

B. De schade welke het gevolg is van :

- een collectieve gewelddaad al dan niet gepaard gaand met opstand tegen de overheid, - een natuurramp.

C. De schade of schadeverzwaring veroorzaakt door : - wapens of tuigen die ontploffen door wijziging van de structuur van de atoomkern, - elke kernbrandstof, radioactief product of afval, of door elke bron van ioniserende stralingen en waarvoor een exploitant van een

kerninstallatie uitsluitend aansprakelijk is. Zijn eveneens uitgesloten, behoudens speciale overeenkomst, de schade of de schadeverzwaring veroorzaakt door elke bron van ioniserende

stralingen (inzonderheid elke radio-isotoop) die buiten een kerninstallatie wordt gebruikt of die voor een gebruik erbuiten is bestemd, en waarvan de verzekerden of elke andere persoon waarvoor ze instaan, eigenaar, bewaarder of gebruiker zijn.

De uitsluitingen B en C zijn niet van toepassing indien de verzekerden bewijzen dat er geen oorzakelijk verband bestaat tussen de bovenstaande gebeurtenissen en de schade. D. De opzettelijk door de verzekerden of ten gevolge van een zware fout veroorzaakte schade :

- zelfmoord of poging tot zelfmoord, - staat van dronkenschap of een analoge toestand ten gevolge van het gebruik van andere producten dan alcoholische dranken.

E. De directe of indirecte schade veroorzaakt door de aanwezigheid of de verspreiding van asbest, onder om het even welke vorm.

AANVULLENDE VERZEKERINGEN

Waarborguitbreidingen

Artikel 26

A. Mits zij met de zorg van een goed huisvader zijn gemaakt, neemt de maatschappij, zelfs boven de verzekerde som, de reddingskosten ten laste, d.w.z. de kosten die voortvloeien uit : - de maatregelen die de maatschappij heeft gevraagd om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken, - de dringende en redelijke maatregelen die de verzekerde uit eigen beweging heeft genomen om bij nakend gevaar een schadegeval te

voorkomen of zodra het schadegeval ontstaat, om de gevolgen ervan te voorkomen of te beperken. Deze kosten worden ten laste genomen zelfs wanneer de genomen maatregelen geen resultaat opleverden.

B. In geval van schade die door dit contract wordt gedekt of die voortspruit uit een schadegeval waarop dit contract betrekking heeft en dat zich buiten de verzekerde goederen voordoet, neemt de maatschappij (voor de punten 1., 2. en 3., tot het beloop van 50 % van het totale bedrag verzekerd op het gebouw en op de inhoud, met een maximumwaarborg van 750.000 EUR (geïndexeerd) per schadegeval, en in de volgorde aangeduid door de verzekerden) het geheel van onderstaande waarborguitbreidingen ten laste : 1. De kosten om de beschadigde goederen te herstellen of te vervangen, d.w.z. :

a) de kosten van sloping, opruiming of voor het behoud van de verzekerde goederen, b) de kosten voor het openbreken en herstellen van de muren, vloeren en plafonds om de defecte leidingen die het schadegeval hebben

veroorzaakt te herstellen, c) de kosten van afsluiting en voorlopige dichtmaking, d) de kosten voor het herstellen van de tuinen die ten gevolge van de hulpverlening, het blussings-, beschuttings- en reddingswerk zijn

beschadigd. De maatschappij komt tussen voor zover die kosten ten laste vallen van de verzekerde.

2. De derving van onroerend goed of de kosten van voorlopige huisvesting wanneer de verzekerde lokalen onbruikbaar zijn geworden, volgens de onderstaande voorwaarden : a) indien de verzekerden inwonend eigenaar zijn, stort de maatschappij de kosten van voorlopige huisvesting terug, zonder dat de vergoeding

de jaarlijkse huurwaarde van de onbruikbaar geworden lokalen mag overschrijden, b) indien de verzekerden niet -inwonend eigenaar zijn, stort de maatschappij het huurverlies terug, zonder dat de vergoeding het bedrag van de

jaarlijkse huurprijs mag overschrijden, c) indien de verzekerden huurder of gebruiker zijn, stort de maatschappij de kosten van voorlopige huisvesting terug, onder aftrek van de

huurprijs. Indien de verzekerden voor het schadegeval aansprakelijk zijn, betaalt de maatschappij bovendien het door de verhuurder geleden huurverlies.

De vergoeding mag het bedrag van de jaarlijkse huurprijs of van de jaarlijkse huurwaarde van de onbruikbaar geworden lokalen niet overschrijden.

Onder huurprijs, verstaat men het eigenlijke huurgeld verhoogd met de andere lasten dan die voor verwarming, water, gas of elektriciteit. 3. De aansprakelijkheid voor de materiële schade en voor de kosten gedragen door de verzekerden-eigenaars tegenover de huurders (artikel

1721, alinea 2 van het Burgerlijk Wetboek) of de gebruikers. 4. De honoraria van de experten aangeduid door de verzekerde, binnen de volgende limieten:

a) Indien de verzekerde een expert aanduidt om hem bij te staan bij de schatting van de schade aan de verzekerde goederen, biedt de maatschappij tussenkomst in de kosten van die expert tot het beloop van 5% van de vergoeding verschuldigd voor deze schade met een maximum van 1.250 EUR per schadegeval.

b) Indien de verzekerde een expert aanduidt om het bedrag van de schadevergoeding te betwisten, en voor zover de betwisting schriftelijk gebeurt, schiet de maatschappij de kosten van die expert voor. Ze schiet eveneens de kosten van de eventueel aangestelde derde expert voor indien de expert van de verzekerde en deze van de maatschappij geen akkoord bereiken.

De kosten van de expert van de verzekerde en van de derde expert zullen ten laste zijn van de in het ongelijk gestelde partij. Indien beide partijen gedeeltelijk in het gelijk worden gesteld, zullen de kosten evenredig ten laste van iedere partij verdeeld worden.

Artikel 27 De maatschappij neemt ook het verhaal van derden ten laste, d.w.z. de aansprakelijkheid, die de verzekerden oplopen ingevolge de artikels 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek, voor de schade aan goederen veroorzaakt door een verzekerd schadegeval en die zich voortzet op goederen die eigendom zijn van derden, gasten inbegrepen. De schadeloosstelling wordt beperkt tot 30 % van het totale bedrag verzekerd op het gebouw en op de inhoud, met een minimumwaarborg van 625.000 EUR (met indexering) per schadegeval.

Onrechtstreekse schade

Artikel 28

Wanneer die het gevolg is van een schadegeval dat door onderhavige afdeling wordt gedekt of wanneer die voortspruit uit een schadegeval waarop deze afdeling betrekking heeft en dat zich voordoet buiten de verzekerde goederen, vergoedt de maatschappij de schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt door :

a) de maatregelen voor hulpverlening of door enig dienstig middel dat wordt aangewend voor het blussen, het behoud en de redding, b) sloping of vernietiging die op bevel worden uitgevoerd om de uitbreiding van een schadegeval te stoppen, c) de instortingen die rechtstreeks en uitsluitend het gevolg zijn van een schadegeval, d) rook, hitte of dampen, e) atmosferische neerslag, vorst of wind.

VOORWAARDEN EIGEN AAN ELKE AFDELING

AFDELING 1 BRAND

Artikel 29 De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt door volgende gevaren :

1. Brand met ontvlamming Zijn evenwel uitgesloten de voorwerpen die in of op een vuurhaard zijn gevallen, geworpen of gelegd. 2. Rook en Roet De waarborg wordt toegestaan voor de toevallige schade veroorzaakt door de rook of het roet voortkomend uit de gebrekkige werking van een

verwarmings- of keukentoestel. Is evenwel uitgesloten de schade veroorzaakt door de rook of het roet die door een open haard wordt voortgebracht. 3. Blikseminslag De waarborg wordt toegestaan voor de schade die voortspruit uit de rechtstreekse en materieel constateerbare blikseminslag op de verzekerde

goederen. 4. Beschadiging van elektrische installaties De waarborg wordt toegestaan voor de schade veroorzaakt door de inwerking van elektriciteit - die welke onrechtstreeks voortspruit uit bliksem

inbegrepen - aan de elektrische installaties of delen ervan die deel uitmaken van het verzekerde gebouw, d.w.z. de elektriciteitsleidingen en hun toebehoren voor verdeling, verbinding, onderbreking (alsmede de tellers en schakelaars).

5. Explosie - Implosie Hierbij inbegrepen de schade :

- te wijten aan elke ontploffing of implosie die geen rechtstreeks verband heeft met het verzekerde risico, - te wijten aan de ontploffing van springstoffen waarvan de aanwezigheid in het verzekerde risico niet inherent is aan de erin uitgeoefende

beroepsactiviteit.

6. Aanstoting a) - door het geheel of een deel van de voertuigen (met inbegrip van lucht- en ruimtevaartuigen) of een deel ervan, of door hun lading,

- door weggeslingerde of omvergeworpen voorwerpen, - door dieren,

op voorwaarde dat de verzekerden noch eigenaar, noch houder van die voertuigen, voorwerpen of dieren zijn, en met uitsluiting van de schade aan de voertuigen ten gevolge van een aanstoting door een ander voertuig,

b) door voorwerpen die door de wind of de bliksem worden weggeslingerd of omvergeworpen, zelfs indien de verzekerden eigenaar of houder van die voorwerpen zijn,

c) door meteoorstenen.

7. Elektrocutie van dieren

8. Arbeidsconflicten en aanslagen BEGRIPSBEPALINGEN a) Arbeidsconflict : elke collectieve betwisting, in welke vorm die zich ook voordoet, in het kader van arbeidsverhoudingen, met inbegrip van:

- staking : door een groep werknemers, bedienden, ambtenaren of zelfstandigen beraamde stillegging van het werk; - lock-out : voorlopige sluiting van een onderneming waartoe beslist is om het personeel tot een vergelijk te dwingen in een arbeidsconflict.

b) Aanslag : alle vormen van oproer, volksbewegingen, daden van terrorisme of van sabotage, namelijk : - oproer : gewelddadige manifestatie, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen, die met opgehitste gemoederen plaatsvindt en

gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden, alsook door verzet tegen de organen die met de handhaving van de openbare orde belast zijn zonder dat een dergelijke beweging noodzakelijk tot doel heeft de gestelde openbare machten omver te werpen;

- volksbeweging : gewelddadige beweging, zelfs als ze niet beraamd is, van een groep personen die, zonder dat er opstand is tegen de gevestigde orde, toch plaatsvindt met opgehitste gemoederen en gekenmerkt wordt door ongeregeldheden of onwettige daden;

- daad van terrorisme of sabotage : clandestien georgani- seerde actie met ideologische, politieke, economische of sociale bedoelingen, individueel of door een groep uitgevoerd, waarbij geweld ge-pleegd wordt op personen of waarbij goederen vernield worden, hetzij om indruk te maken op het publiek en een klimaat van onveiligheid te scheppen (terrorisme), hetzij om het verkeer of om de normale werking van een dienst of een onderneming te hinderen (sabotage).

OMVANG VAN DE WAARBORG De waarborg wordt toegestaan voor de schade door brand, explosie en implosie : a) die rechtstreeks wordt veroorzaakt aan de verzekerde goederen door personen die deelnemen aan een arbeidsconflict of aan een aanslag, b) die zou voortspruiten uit maatregelen die in voornoemd geval genomen zijn door een wettelijk gevormd gezag voor de beveiliging en de

bescherming van de verzekerde goederen. Voor de woningen, alsook voor de landbouw-, tuinbouw-, wijnbouw-, fruitteeltbedrijven en fokkerijen, wordt de waarborg eveneens

toegestaan voor de andere schade dan die door brand, explosie en implosie. De maatschappij kan deze waarborg schorsen wanneer haar hiertoe, bij wijze van algemene maatregel, de toelating wordt verleend door de Minister van Economische Zaken in een gemotiveerd besluit. De schorsing gaat dan in 7 dagen na de kennisgeving ervan.

VERGOEDINGSGRENZEN De dekking van de daden van terrorisme en sabotage wordt geschrapt indien het totaal van de verzekerde kapitalen op gebouw en inhoud hoger is dan 1 094 698 EUR (aan ABEX 552) Het hierbovenvermeld bedrag wordt gebracht op 35 212 779 EUR (aan ABEX 552) voor de volgende goederen: - kantoren en woningen, met inbegrip van flat -of kantoorgebouwen voorzover de oppervlakte gebruikt voor handelsdoeleinden geen 20%

overschrijdt van de gecumuleerde oppervlakte van het gelijkvloers en de andere verdiepingen, - de landbouw-, tuinbouw-, wijnbouwuitbatingen alsmede de bedrijven voor fruitteelt en kwekerijen, - de lokalen bestemd voor de uitoefening van vrije beroepen, met uitzondering van de apotheken, - de lokalen gebruikt door religieuze instellingen zoals oorden voor de beoefening van een godsdienst, abdijen en kloosters evenals

parochiezalen, - de lokalen bestemd voor culturele, sociale en filosofische aktiviteiten, - de gebouwen dienende voor onderwijs, met uitzondering van degene bestemd voor hoger onderwijs, - de muziekconservatoria, musea en bibliotheken, - de inrichtingen die uitsluitend voor sportaktivit eiten worden aangewend, - de medische verzorgingsinrichtingen, sanatoria, preventoria, klinieken, hospitalen, kindertehuizen, rusthuizen voor bejaarden. Indien zij verworven is, is de dekking van de daden van terrorisme en sabotage toegestaan tot het beloop van 100% van de verzekerde kapitalen met een maximum van 1 094 698 EUR (aan ABEX 552) per schadegeval.

9. Gisting of zelfontbranding De waarborg wordt toegestaan voor de schade die veroorzaakt wordt door gisting of zelfontbranding gevolgd door brand of ontploffing,

zelfs wanneer het schadegeval zich buiten de verzekerde goederen voordoet.

Artikel 30 Wordt niet vergoed : 1. De schade aan de inhoud van heteluchtdroogovens, ovens, rook- en branderij-installaties, of broedmachines, indien het schadegeval binnenin

deze installaties en toestellen is ontstaan. 2. De schade te wijten aan een wijziging in de temperatuur of de vochtigheid ten gevolge van een stilstand of storing van de vries-,

verwarmings- of luchtregelingsinstallaties. Artikel 31 Wanneer de verzekerden huurder of gebruiker van het verzekerde gebouw zijn, waarborgt de maatschappij - inzake de schade, omschreven in artikel 29, aan dit gebouw veroorzaakt - de aansprakelijkheid die op de verzekerden rust in hun hoedanigheid van huurder (artikels 1732 tot 1735 van het B.W.) of van gebruiker (artikel 1302 van het B.W.).

AFDELING 2

NATUURKRACHTEN

Artikel 32 De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt door volgende gevaren :

1. Storm Dit wil zeggen, een orkaan of elke andere stormwind die binnen een straal van 10 km rond het aangeduide gebouw vernieling, breuk of

beschadiging veroorzaken aan:

- hetzij tegen deze winden verzekerbare constructies, - hetzij andere goederen die aan die winden een weerstand bieden gelijkwaardig aan de weerstand van de verzekerbare goederen of - op het dichtst bijgelegen waarnemingsstation van het Koninklijk Meteorologisch Instituut een topsnelheid van minstens 100 km per uur

bereiken . 2. Hagel 3. Sneeuw- en ijsdruk D.w.z. de druk uitgeoefend door een ophoping van sneeuw of ijs, alsmede het vallen of verschuiven van een sneeuw- of ijsmassa.

Artikel 33 Wordt niet vergoed :

1. de schade aan de inhoud die zich bevindt in een gebouw dat niet vooraf beschadigd werd door een van de gevaren opgesomd in artikel 32. 2. de schade aan de volgende goederen:

a) de goederen die deel uitmaken van de inhoud, wanneer ze zich buiten het gebouw bevinden, b) de antennes, masten, vlaggestokken, palen, pylonen, windmotoren, reclame- en uithangborden, rolgordijnen, markiezen, zonnetenten, stoffen

luifels, openslaande luiken c) de afsluitingen d) het glaswerk (zoals bepaald in artikel 38) wanneer alleen dit glas is beschadigd

3. de schade aan de volgende goederen en hun inhoud:

a) de gebouwen of gedeelten van een gebouw: - in opbouw, in herstelling, verbouwing of vernieuwing, behalve indien zij definitief dicht en gedekt zijn

- in herstelling, verbouwing of vernieuwing, behalve indien zij gedurende de werkzaamheden bewoond blijven - die volledig of gedeeltelijk open zijn - die bouwvallig of in afbraak zijn

b) de broeiramen c) indien zij niet aan de bodem of aan grondslagen zijn verankerd of bevestigd: alle constructies die gemakkelijk verplaatsbaar of

demonteerbaar zijn: onder meer de kweek- en tuinserres, de tuinhuisjes, dierenhokken en garages. d) vergaarbakken in open lucht

Artikel 34 Wanneer de verzekerden huurder of gebruiker van het verzekerde gebouw zijn, waarborgt de maatschappij - inzake de schade, omschreven in artikel 32, aan dit gebouw veroorzaakt - de aansprakelijkheid die op de verzekerden rust in hun hoedanigheid van huurder (artikels 1732 tot 1735 van het B.W.) of van gebruiker (artikel 1302 van het B.W.).

AFDELING 3

WATERSCHADE Artikel 35 De maatschappij vergoedt de schade aan de verzekerde goederen veroorzaakt door volgende gevaren :

1. Het binnendringen, doorsijpelen of uitvloeien van water voortkomend uit atmosferische neerslag - doorheen de daken, - ten gevolge van het breken, barsten, van gebrekkige dichting, van het verstopt raken of overlopen van dakgoten of afvoerpijpen.

2. Het binnendringen, doorsijpelen of uitvloeien van water voortkomend uit installaties, leidingen, pijpen of toestellen

- binnenin of buiten het omschreven gebouw, - binnenin of buiten een naburig gebouw,

ten gevolge van het breken, barsten, van gebrekkige dichting, van het verstopt raken of overlopen van die installaties, leidingen, pijpen of toestellen.

3. Het doorsijpelen of uitvloeien van stookolie of andere oliën bestemd voor verwarmingsinstallaties of -toestellen. 4. Het accidenteel uitvloeien van water uit aquariums voor privé-gebruik met uitsluiting van de schade aan hun inhoud.

Artikel 36 Worden niet vergoed :

1. De kosten van herstelling of vervanging van de delen van daken, installaties, leidingen, pijpen of toestellen waardoor het schadegeval is veroorzaakt.

2. De schade veroorzaakt door : - ondergrondse doorsijpelingen, - opstijgend bodemvocht, - condensatie, - werking van de huiszwam, - hoge waterstand van natuurlijke of gekanaliseerde waterlopen, - het doorstromen van water voortkomend uit atmosferische neerslag, - het niet-wegvloeien van water in regenbakken, regenputten of riolen, - roest of corrosie wanneer die zichtbaar of algemeen is.

3. De schade of de schadeverzwaring ten gevolge van bouw- of verbouwingswerken in het omschreven gebouw. 4. De schade aan de land- en tuinbouwproducten, alsmede aan de koopwaren die zich op minder dan 10 cm hoogte bevinden van de vloer van de

plaats waar ze zijn opgeslagen. 5. De schade veroorzaakt door het ongepast in werking treden van de automatische blusinstallaties. 6. De schade ten gevolge van een gebrek in het onderhoud. 7. De schade die in een andere afdeling van deze polis kan worden verzekerd.

Artikel 37 Wanneer de verzekerden huurder of gebruiker van het verzekerde gebouw zijn, waarborgt de maatschappij - inzake de schade, omschreven in artikel 35, aan dit gebouw veroorzaakt - de aansprakelijkheid die op de verzekerden rust in hun hoedanigheid van huurder (artikels 1732 tot 1735 van het B.W.) of van gebruiker (artikel 1302 van het B.W.).

Voorzorgsmaatregelen A. Tegen vorst

1. Alle water- en verwarmingsinstallaties van het hoofdgebouw ledigen, wanneer het gebouw in de winterperiode (1 november tot 31 maart) niet wordt verwarmd.

2. Alle installaties die buiten of die in een niet verwarmd lokaal zijn gelegen, in de winterperiode ledigen of isoleren.

B. Vorig schadegeval De herstellingen, het onderhoud of de vervanging van de daken, installaties, leidingen, pijpen of toestellen die aan de oorsprong lagen van een vorig schadegeval, laten uitvoeren.

Indien deze maatregelen niet worden getroffen en er zich daardoor een schadegeval voordoet, past de maatschappij de sanctie toe vermeld in artikel 75. Dit artikel mag evenwel niet tegen de verzekerden worden ingeroepen, wanneer de voorzorgsmaatregelen tegen vorst door hun huurders of door derden moeten worden genomen.

AFDELING 4

GLASSCHADE

Artikel 38 De maatschappij vergoedt, zelfs in geval van gewelddaad van collectieve aard al dan niet gepaard gaand met opstand tegen de overheid :

a) het breken of barsten van het glaswerk dat deel uitmaakt van het verzekerd gebouw, b) de materiële schade veroorzaakt door de scherven.

Onder glaswerk verstaat men de ruiten, (spiegel)glasplaten, spiegels, alle doorschijnende of doorzichtige plastieken panelen, evenals de kookplaten van vitrokeramiek. Artikel 39 Worden niet vergoed :

1. De krassen en afschilferingen. 2. De schade die voortspruit uit bouw- of verbouwingswerken in het omschreven gebouw, of die zich tijdens een verhuizing voordoet. 3. De schade die voortspruit uit werken (schoonmaak, onderhoud en schilderen uitgezonderd) aan het glaswerk, aan de omlijstingen en steun-

stukken. 4. De schade aan niet -geplaat st glaswerk. 5. Behoudens tegenbeding, de schade aan :

- kunstglasramen, - uithangborden, - opvangers van zonneënergie, - glaswerk van meer dan 15 m2, - broeiramen, - broeikassen voor kweken en tuinbouw voor beroepsdoeleinden.

Artikel 40 De waarborg wordt toegestaan aan de verzekerden, maar eveneens naargelang van het geval, aan de eigenaars, de huurders of de gebruikers van het omschreven gebouw. Naast de gevallen van afstand van verhaal opgesomd in artikel 81 en behalve in geval van kwaad opzet, doet de maatschappij voor de huidige waarborg, ook afstand van elk verhaal op klanten van de verzekerden.

AFDELING 5

SCHADE AAN ELEKTRISCHE TOESTELLEN

Artikel 41 De maatschappij vergoedt de schade aan de elektrische of elektronische toestellen die deel uitmaken van de verzekerde goederen veroorzaakt door de inwerking van elektriciteit, met inbegrip van die welke onrechtstreeks voortkomt uit bliksem. Is evenwel uitgesloten, de schade :

- die door de garantie van de fabrikant ten laste wordt genomen, - veroorzaakt door slijtage of enigerlei mechanische functiestoring, - aan andere computerinstallaties dan die welke hoofdzakelijk voor privé-doeleinden worden gebruikt, - aan de koopwaren, - aan de motorrijtuigen, - aan de telefooncentrales, - aan de toestellen waarvan het maximaal vermogen hoger is dan 1.000 K.V.A., - aan de inductieovens, de elektrolyse-installaties.

Artikel 42 Behoudens tegenbeding wordt de waarborg toegestaan tot het beloop van 3.750 EUR (met indexering), per toestel. Artikel 43 Indien de schade onherstelbaar is of indien de kosten van herstelling de overeengekomen waarde overschrijden, is de schadeloosstelling beperkt tot de overeengekomen waarde, zoals vastgesteld in artikel 7.

ONTDOOIING

Artikel 44 De maatschappij vergoedt de schade aan de inhoud voor privé-doeleinden van diepvriesapparaten, in geval van temperatuurwijziging voortkomend uit een schadegeval door de inwerking van elektriciteit, zoals omschreven in de artikels 29, 4. en 41.

AFDELING 6

DIEFSTAL

Artikel 45 De maat schappij vergoedt :

1. De verdwijning van de verzekerde goederen (de als onroerend beschouwde inbegrepen) ten gevolge van een in het omschreven gebouw gepleegde diefstal.

- met inbraak, inklimming, geweld of bedreiging, - met gebruik van valse, gestolen of verloren sleutels, - door een persoon die tersluiks in het gebouw is binnengedrongen of die er zich heeft laten insluiten, - door een persoon in dienst van de verzekerden, op voorwaarde dat hij gerechtelijk schuldig wordt bevonden.

2. De andere schade dan die door brand, explosie of implosie aan de verzekerde inhoud veroorzaakt ten gevolge van : a) een diefstal of poging tot diefstal, b) een daad van vandalisme of kwaad opzet, c) door personen die deelnemen aan een arbeidsconflict (staking, lock-out) of aan een aanslag (oproer, volksbeweging, terroristische of

sabotagedaad), indien die schade niet krachtens afdeling 1 is gedekt. Artikel 46 Behoudens tegenbeding wordt de schadeloosstelling beperkt tot 2.500 EUR per voorwerp, met indexering. Artikel 47 De schade voortkomend uit de verdwijning van cheques ten gevolge van diefstal wordt gedekt tot het beloop van 1.875 EUR, met indexering, per schadegeval. Artikel 48 Wordt niet vergoed :

1. De schade die voortspruit uit een daad gepleegd door of met de medeplichtigheid van de verzekerden, hun echtgenoot, hun ascendenten of descendenten.

2. De schade aan de goederen die zich bevinden : - buiten een gebouw of in een buitenstaande uitstalkast, - in alleenstaande gebouwen of in aanpalende gebouwen maar zonder inwendige verbinding met het hoofdgebouw, - in de gemeenschappelijke delen van een gebouw.

3. De schade die voortspruit uit de verdwijning van waarden en die zich voordoet in onbewoonde bedrijfslokalen. Artikel 49 Behoudens tegenbeding heeft deze afdeling enkel uitwerking indien de lokalen minstens 320 nachten per verzekeringsjaar bewoond of bewaakt zijn. Voorzorgmaatregelen

1. Ingeval de lokalen onbewoond zijn :

- de buitendeuren en die welke uitkomen op de gemeenschappelijke delen van het gebouw moeten op slot of vergrendeld zijn, - alle andere openingen moeten gesloten zijn, - de verzekerden moeten, voor de bedrijfslokalen, alle andere beschermingsmiddelen (rolluiken, andere luiken, enz.) waarvan de vensters en

glazen deuren voorzien zijn, gebruiken. 2. Wanneer in de bijzondere voorwaarden vermeld staat dat er

een door de maatschappij erkend alarmsysteem is geïnstalleerd, verbinden de verzekerden er zich toe : - de verplichtingen na te komen die voortvloeien uit de bepalingen van het Koninklijk Besluit van 28 mei 1991 dat de voorwaarden van plaatsing,

onderhoud en gebruik van een alarmsysteem door een beveiligingsfirma, vastlegt. - dit systeem in geval van niet -bewoning van de lokalen aan te zetten. Indien deze maatregelen niet worden getroffen en er zich daardoor een schadegeval voordoet, wordt de sanctie vermeld in artikel 75 toegepast.

AFDELING 7

BESCHADIGING AAN ONROEREND GOED

Artikel 50 De maatschappij vergoedt de andere schade dan die door brand, explosie of implosie aan het verzekerd gebouw veroorzaakt ten gevolge van :

a) een diefstal of poging tot diefstal, b) een daad van vandalisme of kwaad opzet, c) door personen die deelnemen aan een arbeidsconflict (staking, lock-out) of aan een aanslag (oproer, volksbeweging, terroristische of sabotage-

daad), indien die schade niet krachtens afdeling 1 is gedekt. Artikel 51 Wordt niet vergoed :

1. De schade voortspruitend uit een daad gepleegd door of met de medeplichtigheid van de verzekerden, hun echtgenoot, hun ascendenten of descendenten.

2. De schade voortspruitend uit een daad gepleegd door of met de medeplichtigheid van een huurder of gebruiker, van zijn echtgenoot, zijn ascen-denten of descendenten, ingeval deze polis door de eigenaar gesloten is.

3. Graffiti. 4. De schade aan het glaswerk (zoals omschreven in artikel 38), wanneer alleen dit glas is beschadigd.

Artikel 52 Behoudens tegenbeding heeft deze afdeling enkel uitwerking indien de lokalen minstens 320 nachten per verzekeringsjaar bewoond of bewaakt zijn.

AFDELING 8

DE WAARBORGEN NATUURRAMPEN

Artikel 53

AARDBEVING EN AARDVERSCHUIVING OF GRONDVERZAKKING

A. De maatschappij vergoedt de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen door : - een aardbeving van natuurlijke oorsprong die : . tegen dit gevaar verzekerbare goederen vernietigt, breekt of beschadigt binnen 10 kilometer van het omschreven gebouw,

. of werd geregistreerd met een minimum magnitude van vier graden op de schaal van Richter, alsmede de overstromingen, het overlopen of het opstuwen van openbare of private riolen, de aardverschuivingen of verzakkingen die eruit voortvloeien,

- een aardverschuiving of grondverzakking, te weten een beweging van een belangrijke massa van de bodemlaag, die goederen vernielt of

beschadigt, welke geheel of ten dele te wijten is aan een natuurlijk fenomeen anders dan een aardbeving,

De metingen uitgevoerd door bevoegde openbare instellingen of bij onstentenis door private instellingen die over de nodige wetenschappelijke bevoegheden beschikken, kunnen gebruikt worden voor de vaststelling van een natuurramp.

Worden beschouwd als één enkele aardbeving, de initiële aardbeving en haar naschokken die optreden binnen 72 uur, alsook de verzekerde gevaren die er rechtstreeks uit voortvloeien.

B. Zijn eveneens gedekt :

- de schade die aan de verzekerde goederen wordt veroorzaakt door een verzekerd gevaar dat rechtstreeks uit één van de hierboven beschreven gebeurtenissen voortvloeit, onder andere brand, ontploffing (met inbegrip van ontploffing van springstoffen) en implosie,

- de schade aan de verzekerde goederen die zou voortspruiten uit maatregelen die zouden zijn genomen door een bij de wet ingesteld gezag voor de beveiliging en de bescherming van de goederen en personen,

- de opruimings- en afbraakkosten nodig voor het herbouwen of de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen, - voor woningen, de huisvestingskosten gedaan in de loop van de drie maanden die volgen op het schadegeval wanneer de woonlokalen

onbewoonbaar zijn geworden, - het geheel van de aanvullende verzekeringen voorzien in de artikels 26 tot 28, in de mate dat ze deze hierboven voorzien overschrijden.

C. De maatschappij vergoedt de verdwijning en de schade niet : - aan de voorwerpen die zich buiten een gebouw bevinden, behalve als ze er blijvend aan vastgemaakt zijn, - aan de constructies die gemakkelijk verplaatsbaar of uiteen te nemen zijn, en aan hun eventuele inhoud, behalve indien deze constructies aan de

bodem of aan grondslagen zijn verankerd of bevestigd of indien ze als hoofdverblijf van de verzekerde dienen, - aan de constructies die bouwvallig of in afbraak zijn, en aan hun eventuele inhoud, behalve indien deze constructies als hoofdverblijf van de

verzekerde dienen, - aan de schuurtjes en aan de berghokken en hun eventuele inhoud, - aan de beplantingen, zelfs indien zij een omheining vormen, - aan de luxegoederen zoals zwembaden, tennis- en golfterreinen, - aan de gebouwen of gedeelten van gebouwen in opbouw, verbouwing of herstelling en hun eventuele inhoud, behalve indien zij bewoond of

normaal bewoonbaar zijn, - aan de voertuigen, behalve indien ze als koopwaren dienen, - aan de levende veestapel buiten het gebouw, - aan de goederen waarvan de herstelling van de schade door bijzondere wetten of internationale overeenkomsten wordt georganiseerd, - door diefstal, vandalisme, onroerende en roerende beschadigingen gepleegd bij een diefstal of een poging tot diefstal en daden van

kwaadwilligheid die mogelijk gemaakt werden of vergemakkelijkt door een verzekerd schadegeval.

D. In het kader van onderhavige waarborg, is de vrijstelling vastgesteld op 610 EUR geïndexeerd per schadegeval.

E. Het totaal van de vergoedingen die de maatschappij zal betalen bij het voorvallen van een natuurramp, zal beperkt worden, voor het geheel van de contracten die eenvoudige risico’s dekken, tot de bedragen vastgesteld op basis van het artikel 68-8 §2 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. Indien die beperking overschreden wordt, zal de maatschappij bij voorrang de vergoedingen verschuldigd uit hoofde van de contracten waarop, op het ogenblik van het schadegeval, de artikels 68-1 tot 68-8 van voornoemde wet wettelijk van toepassing zijn, betalen. Het eventuele overschot zal, op evenredige wijze, gebruikt worden voor de uitbetaling van de vergoedingen verschuldigd in het kader van de andere contracten die eenvoudige risico’s dekken. Wanneer de limieten voorgeschreven door artikel 34-3, derde lid van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen overschreden worden, zal de maatschappij de vergoedingen, die zij verschuldigd is uit hoofde van de contracten die eenvoudige risico’s dekken, evenredig verminderen.

F. Voor wat betreft de door de Koning bepaalde eenvoudige risico’s:

- elke schorsing, nietigheid, beëindiging of opzegging van onderhavige waarborg brengt van rechtswege deze van de waarborg met betrekking tot het gevaar brand met zich mee;

- elke schorsing, nietigheid, beëindiging of opzegging van de waarborg brand brengt van rechtswege deze van de waarborg met betrekking tot onderhavig gevaar met zich mee.

Artikel 54

OVERSTROMING, DOORSTROMEN VAN WATER, OVERLOPEN OF OPSTUWING VAN DE OPENBARE OF PRIVATE RIOLEN A. De maatschappij vergoedt de schade veroorzaakt aan de verzekerde goederen door :

- een overstroming, te weten het buiten de oevers treden van waterlopen, kanalen, meren, vijvers of zeeën ten gevolge van atmosferische neerslag, het smelten van sneeuw of ijs, een dijkbreuk of een vloedgolf,

- een doorstromen van water ingevolge de stijging van het waterpeil, atmosferische neerslag, een storm, het smelten van sneeuw of ijs of een

overstroming,

- een overlopen of een opstuwing van de openbare of private riolen veroorzaakt door het wassen van het water , atmosferische neerslag, een storm, het smelten van sneeuw of ijs of een overstroming.

De metingen uitgevoerd door bevoegde openbare instellingen of bij onstentenis door private instellingen die over de nodige wetenschappelijke bevoegheden beschikken, kunnen gebruikt worden voor de vaststelling van een natuurramp. Als één enkele overstroming wordt beschouwd, de initiële overstroming van een waterloop, kanaal, meer, vijver of zee en elke overloop die optreedt binnen 168 uur na het zakken van het waterpeil te weten de terugkeer binnen zijn gewone limieten van de waterloop, kanaal, meer, vijver of zee alsook de verzekerde gevaren die er rechstreeks uit voortvloeien. B. Zijn eveneens gedekt : - de schade die aan de verzekerde goederen wordt veroorzaakt door een verzekerd gevaar dat rechtstreeks uit één van de hierboven beschreven

gebeurtenissen voortvloeit, onder andere brand, ontploffing (met inbegrip van ontploffing van springstoffen) en implosie, - de schade aan de verzekerde goederen die zou voortspruiten uit maatregelen die zouden zijn genomen door een bij de wet ingesteld gezag voor de

beveiliging en de bescherming van de goederen en personen, daarbij inbegrepen de overstromingen die het gevolg zijn van het openzetten of de vernietiging van sluizen , stuwdammen of dijken, met het doel een eventuele overstroming of de uitbreiding ervan te voorkomen,

- de opruimings- en afbraakkosten nodig voor het herbouwen of de wedersamenstelling van de beschadigde verzekerde goederen, - voor woningen, de huisvestingskosten gedaan in de loop van de drie maanden die volgen op het schadegeval wanneer de woonlokalen

onbewoonbaar zijn geworden, - het geheel van de aanvullende verzekeringen voorzien in de artikels 26 tot 28, in de mate dat ze deze hierboven voorzien overschrijden. C. De maatschappij vergoedt de verdwijning en de schade niet : - aan de voorwerpen die zich buiten een gebouw bevinden, behalve als ze er blijvend aan vastgemaakt zijn, - aan de constructies die gemakkelijk verplaatsbaar of uiteen te nemen zijn, en aan hun eventuele inhoud, behalve indien deze constructies aan de

bodem of aan grondslagen zijn verankerd of bevestigd of indien ze als hoofdverblijf van de verzekerde dienen, - aan de constructies die bouwvallig of in afbraak zijn, en aan hun eventuele inhoud, behalve indien deze constructies als hoofdverblijf van de

verzekerde dienen, - aan de schuurtjes en aan de berghokken en hun eventuele inhoud, - aan de beplantingen, zelfs indien zij een omheining vormen, - aan de luxegoederen zoals zwembaden, tennis- en golfterreinen, - aan de gebouwen of gedeelten van gebouwen in opbouw, verbouwing of herstelling en hun eventuele inhoud, behalve indien zij bewoond of

normaal bewoonbaar zijn, - aan de voertuigen, behalve indien ze als koopwaren dienen, - aan de levende veestapel buiten het gebouw, - aan de goederen waarvan de herstelling van de schade door bijzondere wetten of internationale overeenkomsten wordt georganiseerd, - door diefstal, vandalisme, onroerende en roerende beschadigingen gepleegd bij een diefstal of een poging tot diefstal en daden van

kwaadwilligheid die mogelijk gemaakt werden of vergemakkelijkt door een verzekerd schadegeval. - aan de inhoud van kelders die op minder dan 10 cm van de grond is opgesteld, met uitzondering van de verwarmings-, electriciteits- en

waterinstallaties die er blijvend zijn bevestigd. Door kelders dient men te verstaan elk vertrek waarvan de vloer of grondoppervlakte zich bevindt op meer dan 50 centimeter beneden het niveau van de hoofdingang die leidt naar de woonvertrekken van het gebouw, met uitzondering van de kelderlokalen die blijvend als woonvertrekken of voor de uitoefening van een beroep zijn ingericht,

- in het kader van de gevaren overstroming en overlopen of opstuwing van de openbare en private riolen, de schade veroorzaakt aan gebouwen of gedeelten van gebouwen (evenals aan hun eventuele inhoud) die werden gebouwd meer dan achttien maanden na de datum van bekendmaking in het Belgisch Staatsblad van het koninklijk besluit, dat de zone waarin het gebouw zich bevindt, als risicozone klasseert.

Deze uitzondering is eveneens van toepassing op de uitbreidingen op de grond van de goederen die bestonden voor de datum van klassering van de risicozone.

Ze is niet van toepassing op de goederen of delen van goederen die werden heropgebouwd of wedersamengesteld na een schadegeval en die overeenstemmen met de waarde van de wederopbouw of de wedersamenstelling van de goederen vóór het schadegeval.

D. In het kader van onderhavige waarborg, is de vrijstelling vastgesteld op 610 EUR geïndexeerd per schadegeval.

E. Het totaal van de vergoedingen die de maatschappij zal betalen bij het voorvallen van een natuurramp, zal beperkt worden, voor het geheel van de

contracten die eenvoudige risico’s dekken, tot de bedragen vastgesteld op basis van het artikel 68-8 §2 van de wet van 25 juni 1992 op de landverzekeringsovereenkomst. Indien die beperking overschreden wordt, zal de maatschappij bij voorrang de vergoedingen verschuldigd uit hoofde van de contracten waarop, op het ogenblik van het schadegeval, de artikels 68-1 tot 68-8 van voornoemde wet wettelijk van toepassing zijn, betalen. Het eventuele overschot zal, op evenredige wijze, gebruikt worden voor de uitbetaling van de vergoedingen verschuldigd in het kader van de andere contracten die eenvoudige risico’s dekken. Wanneer de limieten voorgeschreven door artikel 34-3, derde lid van de wet van 12 juli 1976 betreffende het herstel van zekere schade veroorzaakt aan private goederen door natuurrampen overschreden worden, zal de maatschappij de vergoedingen, die zij verschuldigd is uit hoofde van de contracten die eenvoudige risico’s dekken, evenredig verminderen.

F. Voor wat betreft de door de Koning bepaalde eenvoudige risico’s:

- elke schorsing, nietigheid, beëindiging of opzegging van onderhavige waarborg brengt van rechtswege deze van de waarborg met betrekking tot het gevaar brand met zich mee;

- elke schorsing, nietigheid, beëindiging of opzegging van de waarborg brand brengt van rechtswege deze van de waarborg met betrekking tot onderhavig gevaar met zich mee.

AFDELING 9 ACCIDENTELE SCHADE AAN DE KOOPWAREN

Artikel 55 De maatschappij vergoedt de schade, per toeval veroorzaakt, aan de verzekerde koopwaren, wanneer die zich in het omschreven gebouw bevinden. In de waarborg is o.m. de volgende schade, wanneer die accidenteel is, begrepen :

- de schade te wijten aan een wijziging in de temperatuur of de vochtigheid ten gevolge van een stilstand of storing van de vries-, verwarmings- of luchtregelingsinstallaties,

- de schade door de inwerking van elektriciteit, volgens de voorwaarden van artikel 41. Artikel 56 Wordt niet vergoed :

1. De schade veroorzaakt door een van de gevaren opgesomd in de afdeling Brand (artikel 29), Natuurkrachten (artikel 32), Waterschade (artikel 35), Diefstal (artikel 45) en Natuurrampen (artikels 53 en 54).

2. De schade te wijten aan het eigen gebrek van de verzekerde koopwaren, van de verpakking of de recipiënt. Artikel 57 Naast de gevallen van afstand van verhaal, vermeld in artikel 81, ziet de maatschappij - voor deze afdeling en behalve in geval van kwaad opzet - af van elk verhaal op de klanten van de verzekerden.

AFDELING 10 BEDRIJFSONDERBREKING

Artikel 58 De maatschappij waarborgt de betaling van de dagelijkse vergoeding, vermeld in de bijzondere voorwaarden, in geval van bedrijfsonderbreking ten gevolge van een stilstand van de activiteit in het omschreven gebouw, indien deze stilstand is veroorzaakt door een schadegeval :

- gedekt door een van de afdelingen 1 tot 8, ongeacht of deze afdelingen onderschreven zijn of niet, - en dat zich voordoet :

- in het omschreven gebouw, - ofwel erbuiten, met het gevolg dat een straat of een galerij wordt versperd, zodat het omschreven gebouw geheel of gedeeltelijk ontoegankelijk

is.

Artikel 59 De dagelijkse vergoeding wordt betaald naar verhouding van de werkelijke graad van bedrijfsonderbreking. Ze wordt uitgekeerd vanaf de dag van het schadegeval, indien dit in het omschreven gebouw plaatsheeft en vanaf de dag na het schadegeval indien dit erbuiten plaatsheeft. De betaling eindigt zodra de activiteit niet meer gestoord wordt door het schadegeval, en uiterlijk bij het verstrijken van de periode van de schadeloosstelling die in de bijzondere voorwaarden vermeld is. Ze mag het hoogste van de volgende twee bedragen niet overschrijden :

- het werkelijk geleden dagelijks verlies, - de gemiddelde dagelijkse nettowinst, verhoogd met de vaste kosten (huurprijzen uitgezonderd) en berekend op basis van het laatste boekjaar.

Artikel 60 Wordt niet vergoed :

1. De bedrijfsonderbreking die voortspruit uit het feit dat de exploitatie onmogelijk kan worden hervat doordat de omschreven goederen niet verzekerd of onderverzekerd zijn.

2. De bedrijfsonderbreking die te wijten is aan het niet in acht nemen van de maatregelen die de maatschappij oplegt om de gevolgen ervan te beperken.

Artikel 61 Indien de verzekerden, na een schadegeval, elke activiteit staken dan is geen enkele vergoeding verschuldigd. Indien de staking van de activiteit nochtans voortspruit uit een geval van overmacht, betaalt de maatschappij, gedurende een periode gelijk aan die waarvoor de verzekerden zouden zijn vergoed indien ze de activiteit hadden hervat, en hoogstens gedurende 6 maanden, 25 % van de voorziene dagelijkse vergoeding.

AFDELING 11 B.A. GEBOUW

Artikel 62 De maatschappij dekt de aansprakelijkheid die krachtens de artikels 1382 tot 1386 bis van het Burgerlijk Wetboek en krachtens gelijkaardige buitenlandse rechtsbepalin gen op de verzekerden kan wegen voor de schade veroorzaakt aan derden door het feit van :

a) het verzekerde gebouw, bijhorende binnenplaatsen, toegangen en trottoirs, b) de inboedel die er zich bevindt, c) de aangrenzende terreinen (voor zover hun oppervlakte geen hectare overschrijdt), evenals hun omheiningen en beplantingen.

Bij uitbreiding wordt de waarborg eveneens toegestaan voor :

- het verzuim om sneeuw, ijs of ijzel te verwijderen, - het versperren van binnenplaatsen, toegangen en trottoirs.

Artikel 63 Indien het gebouw in medeëigendom wordt gehouden, wordt de waarborg zowel aan de gemeenschap van de medeëigenaars als aan elk van hen in het bijzonder toegestaan. Die medeëigenaars worden bovendien onderling en tegenover de gemeenschap als derden beschouwd. In geval van aansprakelijkheid van de gemeenschap van de medeëigenaars, draagt elke medeëigenaar zijn schade naar evenredigheid van zijn aansprakelijkheid en wordt de schade aan de gemeenschappelijke delen bijgevolg niet vergoed. Artikel 64 De waarborg wordt toegestaan :

- voor de schade voortspruitend uit lichamelijke letsels, tot het beloop van 12.500.000 EUR, met indexering, per schadegeval, - voor de schade aan de goederen, tot het beloop van 625.000 EUR, met indexering, per schadegeval.

Artikel 65 Wordt niet vergoed :

1. De schade aan roerende en onroerende goederen en aan dieren, die de verzekerden in bewaring hebben. 2. De schade veroorzaakt door het gebouw tijdens de bouw, de herbouw of de verbouwing ervan. 3. De materiële schade veroorzaakt door een van de gevaren opgesomd in het kader van de andere afdelingen van deze polis. 4. De schade veroorzaakt door het uitoefenen van een beroep of het uitbaten van een handelszaak. Voorzorgsmaatregelen

Een onderhoudscontract sluiten voor de liften en ze geregeld door een erkende instelling laten nazien. Indien deze maatregel niet wordt getroffen en er zich daardoor een schadegeval voordoet, wordt de sanctie vermeld in artikel 75 toegepast.

ADMINISTRATIEVE VOORWAARDEN DUUR VAN HET CONTRACT

Artikel 66 Het contract treedt in werking op de datum aangeduid in de bijzondere voorwaarden (om 0 uur). Artikel 67 Het contract is gesloten voor een duur van maximum één jaar. Het wordt stilzwijgend verlengd voor opeenvolgende periodes van één jaar, zolang het niet minstens drie maanden voor de verstrijking van de lopende verzekeringstermijn, per aangetekende brief, is opgezegd. De opzegging heeft uitwerking op de jaarlijkse vervaldag.

BETALING VAN DE PREMIE Artikel 68 Zodra het contract is gesloten, is de premie verschuldigd. Behoudens tegenbeding in de bijzondere voorwaarden is de premie jaarlijks. Ze is vooruit betaalbaar tegen voorlegging van de kwitantie of het bericht van vervaldag. De premie wordt verhoogd met de jaarlijkse belasting op de verzekeringscontracten, evenals met de diverse taksen die aan de nemer reglementair worden aangerekend. Artikel 69 Indien de premie op de vervaldag niet wordt betaald, kan de maatschappij de waarborg schorsen of het contract opzeggen mits de nemer in gebreke werd gesteld hetzij per deurwaardersexploot, hetzij per aangetekend schrijven. De schorsing of de opzegging hebben uitwerking na het verstrijken van een termijn van 15 dagen te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de afgifte ter post van de aangetekende brief. Als de dekking geschorst is, wordt als gevolg van de betaling door de nemer van de achterstallige premies, in voorkomend geval vermeerderd met de intresten, een einde gemaakt aan die schorsing. Wanneer de maatschappij haar verplichting tot het verlenen van dekking geschorst heeft, kan zij het contract opzeggen indien zij zich dat recht in de ingebrekestelling waarvan sprake in alinea 1, heeft voorbehouden; in dat geval wordt de opzegging van kracht na het verstrijken van een termijn die niet korter mag zijn dan vijftien dagen te rekenen vanaf de eerste dag van de schorsing. Indien de maatschappij zich deze mogelijkheid niet heeft voorbehouden, kan de opzegging slechts geschieden mits een nieuwe aanmaning is gedaan overeenkomstig alinea’s 1 en 2. De schorsing van de dekking doet geen afbreuk aan het recht van de maatschappij de later nog te vervallen premies te eisen op voorwaarde dat de nemer in gebreke werd gesteld overeenkomstig alinea 1. Het recht van de maatschappij wordt evenwel beperkt tot de premies voor twee opeenvolgende jaren.

WIJZIGING VAN DE VERZEKERINGSVOORWAARDEN Artikel 70 De maatschappij mag enkel nieuwe algemene voorwaarden opleggen om rekening te houden met een wijziging van het risico. De maatschappij mag - voor één of meerdere afdelingen van het contract - pas een tariefverhoging opleggen vanaf de volgende jaarlijkse vervaldag. In beide gevallen, moet de maatschappij de nemer verwittigen. De nemer mag echter - binnen de 30 dagen na ontvangst van dit bericht - de volledige polis, of één of meerdere afdelingen, opzeggen. Na deze termijn gaat men ervan uit dat de nieuwe voorwaarden aanvaard zijn. De opzegging neemt aanvang op de volgende jaarlijkse vervaldag.

OPZEGGING VAN HET CONTRACT Artikel 71

A. De maatschappij mag het contract opzeggen : 1. voor het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomstig artikel 67; 2. bij het onopzettelijk verzwijgen of onopzettelijk onjuist meedelen van gegevens in de beschrijving van het risico, overeenkomstig artikels 73

en 74; 3. in geval van niet-betaling van de premie, overeenkomstig artikel 69; 4. na elke schadeaangifte, maar uiterlijk één maand na de betaling van de schadevergoeding of na de weigering ervan; 5. in geval van overlijden of van faillissement van de nemer, overeenkomstig artikels 82 en 85; 6. wanneer een goed waarvoor een getaxeerde waarde is bedongen een aanzienlijke waardevermindering ondergaat.

B. De nemer mag het contract opzeggen : 1. voor het einde van elke verzekeringsperiode, overeenkomst ig artikel 67; 2. na elke schadeaangifte, maar uiterlijk één maand na de betaling van de schadevergoeding of na de weigering ervan; 3. in geval van wijziging van de verzekeringsvoorwaarden en/of van het tarief, overeenkomstig artikel 70; 4. wanneer de maatschappij de waarborg met betrekking tot een of meerdere prestaties, voorzien in het contract, opzegt; 5. in geval van vermindering van het risico, onder de voorwaarden voorzien in artikel 74; 6. in geval van overdracht van eigendom, overeenkomstig de bepalingen van artikel 82; 7. wanneer een goed waarvoor een getaxeerde waarde is bedongen een aanzienlijke waardevermindering ondergaat; 8. wanneer de verzekerden hun hoedanigheid van eigenaar, huurder of gebruiker van de verzekerde goederen wijzigen.

Artikel 72 De opzegging gebeurt bij deurwaardersexploot, per aangetekende brief of door afgifte van de opzeggingsbrief tegen ontvangstbewijs. Behoudens in de gevallen vermeld in de artikels 67, 69 en 70, heeft de opzegging slechts uitwerking na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag volgend op de betekening of de datum van het ontvangstbewijs of, in geval van aangetekend schrijven, vanaf de dag volgend op de afgifte ter post. De opzegging van het contract na schadeaangifte wordt van kracht 3 maanden na zijn betekening of 1 maand erna wanneer de nemer of de verzekerde één van zijn verplichtingen, ontstaan door het schadegeval, niet is nagekomen met de bedoeling de maatschappij te misleiden.

Het gedeelte van de premie dat overeenkomt met de periode na het van kracht worden van de opzegging wordt door de maatschappij terugbetaald binnen een termijn van 15 dagen vanaf de inwerkingtreding van de opzegging.

VERPLICHTINGEN VAN DE VERZEKERDEN Artikel 73 De nemer is verplicht bij het sluiten van het contract, alle hem bekende omstandigheden nauwkeurig mee te delen, die hij redelijkerwijs moet beschouwen als gegevens die van invloed kunnen zijn op de beoordeling van het risico door de maatschappij. Indien op sommige schriftelijke vragen van de maatschappij niet wordt geantwoord en indien deze toch de overeenkomst heeft gesloten, kan zij zich, behalve in geval van bedrog, later niet meer op dat verzuim beroepen.

A. Wanneer het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens, in de verklaring, de maatschappij misleidt bij de beoordeling van dat risico, is de verzekeringsovereenkomst nietig. De premies die vervallen zijn tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het opzettelijk verzwijgen of opzettelijk onjuist meedelen van de gegevens, komen haar toe.

B. Wanneer het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet opzettelijk geschiedt, stelt de maatschappij, binnen een termijn van één maand te rekenen van de dag waarop zij van het verzwijgen of van het onjuist meedelen van gegevens kennis heeft gekregen, voor de overeenkomst te wijzigen met uitwerking op de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.

Indien het voorstel tot wijziging van de overeenkomst wordt geweigerd door de nemer of indien, na het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet aanvaard wordt, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de 15 dagen.

Nochtans, indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het risico nooit zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen na het verstrijken van een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het verzwijgen of van het onjuist meedelen.

Indien een schadegeval zich voordoet voordat de wijziging of de opzegging van kracht is geworden en : a) indien het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens niet kan verweten worden aan de nemer, is de maatschappij tot de overeenge-

komen prestatie gehouden. b) indien het verzwijgen of het onjuist meedelen van gegevens kan verweten worden aan de nemer, is de maatschappij slechts tot prestatie

gehouden op basis van de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de nemer zou hebben moeten betalen, indien hij het risico naar behoren had meegedeeld.

Indien de maatschappij echter bij een schadegeval het bewijs levert dat ze het risico, waarvan de ware aard door dat schadegeval aan het licht komt, in geen geval zou hebben verzekerd, wordt haar prestatie beperkt tot het betalen van een bedrag dat gelijk is aan alle geïnde premies. Wanneer gedurende de loop van de verzekering een omstandigheid bekend wordt die beide partijen op het ogenblik van het sluiten van de overeenkomst onbekend was, wordt artikel 74 A of B toegepast, naargelang die omstandigheid een verzwaring of een vermindering van het verzekerde risico tot gevolg heeft. Artikel 74 In de loop van het contract heeft de nemer de verplichting, onder de voorwaarden van artikel 73 alinea1, de nieuwe omstandigheden of de wijzigingen van de omstandigheden aan te geven, die van aard zijn om een gevoelige en blijvende verzwaring van het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet te bewerkstelligen.

A. Wanneer het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet zo verzwaard is dat de maatschappij indien die verzwaring bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, moet zij binnen een termijn van één maand, te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen, de wijziging van de overeenkomst voorstellen met terugwerkende kracht tot de dag van de verzwaring; indien het voorstel tot wijziging van de verzekeringsovereenkomst wordt geweigerd door de nemer of indien, bij het verstrijken van een termijn van één maand te rekenen vanaf de ontvangst van dit voorstel, dit laatste niet wordt aanvaard, kan de maatschappij de overeenkomst opzeggen binnen de vijftien dagen.

Indien de maatschappij het bewijs levert dat zij het verzwaarde risico in geen geval zou hebben verzekerd, kan zij de overeenkomst opzeggen binnen een termijn van één maand te rekenen vanaf de dag waarop zij van de verzwaring kennis heeft gekregen.

Indien zich een schadegeval voordoet voordat de wijziging van de overeenkomst of de opzegging van kracht is geworden, en indien de nemer de verplichting van alinea 1 heeft vervuld, dan is de maatschappij tot de overeengekomen prestatie gehouden.

Indien een schadegeval zich voordoet en de nemer de in alinea 1 bedoelde verplichting niet is nagekomen en : a) indien het ontbreken van de kennisgeving niet kan worden verweten aan de nemer, is de maatschappij ertoe gehouden de overeengekomen

prestatie te leveren. b) indien het ontbreken van de kennisgeving aan de nemer kan worden verweten, is de maatschappij er slechts toe gehouden de prestatie te

leveren naar de verhouding tussen de betaalde premie en de premie die de nemer had moeten betalen indien de verzwaring in aanmerking was genomen.

Indien de maatschappij echter het bewijs aanbrengt dat ze het verzwaarde risico in geen enkel geval zou verzekerd hebben, dan is haar pres-tatie bij schadegeval beperkt tot de terugbetaling van alle betaalde premies.

c) zo de nemer met bedrieglijk opzet gehandeld heeft, kan de maatschappij haar dekking weigeren. De premies vervallen tot op het ogenblik waarop de maatschappij kennis heeft gekregen van het bedrieglijk verzuim, komen haar toe als schadevergoeding.

B. Wanneer in de loop van de verzekeringsovereenkomst, het risico dat het verzekerde voorval zich voordoet, aanzienlijk en blijvend verminderd is en wel zo dat de maatschappij, indien die vermindering bij het sluiten van de overeenkomst had bestaan, op andere voorwaarden zou hebben verzekerd, is zij verplicht een overeenkomstige vermindering van de premie toe te staan vanaf de dag waarop zij van de vermindering van het risico kennis heeft gekregen. Indien de contractanten het over de nieuwe premie niet eens worden binnen de maand na de aanvraag tot vermindering door de nemer, kan deze laatste de overeenkomst opzeggen.

Artikel 75 In de loop van het contract verbinden de verzekerden er zich toe de voorzorgsmaatregelen, voorzien in de bijzondere voorwaarden, te nemen. Indien de verzekerden deze verplichtingen niet nakomen, kan de maatschappij, op voorwaarde dat het verzuim verband houdt met het schadegeval, elke tussenkomst weigeren. Artikel 76

A. Bij schadegeval, verbinden de verzekerden er zich toe om : 1. Op eigen gezag, geen veranderingen (zoals herstellingen, vrijwillige afstand, ...) aan te brengen aan het beschadigde goed waardoor het on-

mogelijk of moeilijker wordt de oorzaken van de schade te bepalen of de schade te taxeren.

Nochtans dienen de verzekerden, indien de omstandigheden het vereisen, alle redelijke maatregelen te nemen om de gevolgen van het schadegeval te voorkomen of te beperken (ondermeer de blussings-en reddingsmaatregelen). In dit geval is het noodzakelijk bewijzen van de feitelijkheid van het schadegeval te bewaren (foto’s, brokstukken, enz...)

2. Het schadegeval uiterlijk binnen de 8 dagen nadat ze er kennis van hebben gehad, schriftelijk aan de maatschappij te melden, behalve wanneer de aangifte zo spoedig als redelijkerwijze mogelijk was is geschied.

3. Zodra mogelijk alle nuttige inlichtingen (bewijsstukken van de schade, documenten betreffende het schadegeval, enz.) aan de maatschappij over te maken en te antwoorden op de vragen die hen worden gesteld teneinde de omstandigheden en de omvang van het schadegeval te bepalen.

Alle gerechtelijke en buitengerechtelijke stukken moeten onmiddellijk na de kennisgeving, de betekening of de terhandstelling aan de verzekerde, aan de maatschappij overgemaakt worden.

Bij verzuim zal de verzekerde de maatschappij voor de door haar geleden schade (schadevergoeding en interesten) moeten vergoeden. 4. De richtlijnen van de maatschappij te volgen en de stappen die ze voorschrijft te zetten. 5. In geval van schade veroorzaakt door arbeidsconflicten of aanslagen :

a) Bij de bevoegde overheid klacht neerleggen en zo spoedig mogelijk de nodige stappen te zetten teneinde een vergoeding voor de geleden schade te bekomen.

De vergoeding welke door de maatschappij is verschuldigd, wordt slechts betaald tegen het bewijs van de hiertoe gemaakte spoed. b) Aan de maatschappij de door de overheid betaalde vergoeding terug te storten, in de mate dat die vergoeding samenvalt met die welke in

uitvoering van de verzekeringsovereenkomst voor dezelfde schade is toegekend. 6. In geval van schade veroorzaakt door diefstal, poging tot diefstal, vandalisme of kwaad opzet :

a) Zodra die werd vastgesteld, bij de bevoegde overheid klacht neer te leggen. b) Indien het een diefstal van cheques of van effecten aan toonder betreft, onmiddellijk verzet aan te tekenen. Ingeval de gestolen goederen worden teruggevonden, moet de maatschappij hiervan onmiddellijk worden verwittigd. Indien ze de

vergoeding nog niet heeft gestort, moet ze alleen de materiële schade aan die goederen betalen. Indien de maatschappij daarentegen de vergoeding reeds heeft gestort, kunnen de verzekerden :

- ofwel de teruggevonden goederen aan de maatschappij afstaan, - ofwel, binnen een termijn van 60 dagen, de teruggevonden goederen terugnemen, en de maatschappij de gestorte vergoeding

terugbetalen, eventueel na aftrek van de kosten voor herstelling van de aan deze goederen veroor—zaakte materiële schade. 7. Bij een schadegeval waarin een aansprakelijkheid van de verzekerden betrokken is.

a) Alle procedurehandelingen die de maatschappij vraagt te volbrengen. b) Zich van elke erkenning van aansprakelijkheid, van elke dading, van elke vaststelling van de schade, van elke betaling of belofte van

vergoeding te onthouden. Nochtans vormt de eerste materiële en geneeskundige bijstand of het gewoon erkennen van de feiten zelf geen erkenning van aansprake-

lijkheid. B. Indien de verzekerden deze verplichtingen, met uitzondering van deze vermeld in 3. alinea 2, niet naleven, mag de maatschappij de vergoeding

verminderen of terugvorderen tot het beloop van het nadeel dat ze heeft geleden, op voorwaarde echter dat het verzuim een oorzakelijk verband heeft met het schadegeval. Indien het verzuim het gevolg is van een frauduleuze bedoeling van de verzekerde, mag de maatschappij elke vergoeding weigeren.

RECHTSVORDERINGEN

Artikel 77 Indien een schadegeval aanleiding geeft tot strafrechtelijke vervolgingen tegen de verzekerden, belast de maatschappij zich, op haar kosten, met de verdediging van de beklaagde door een advocaat die zij aanstelt, zolang de burgerrechtelijke belangen niet geregeld zijn. De verzekerden kunnen op eigen kosten een advocaat van hun keuze toevoegen. De verzekerden zijn verplicht, wanneer de procedure dit vereist, persoonlijk te verschijnen. Artikel 78 Vanaf het ogenblik dat de maatschappij tot het geven van dekking is gehouden en voor zover deze wordt ingeroepen, is zij verplicht zich achter de verzekerden te stellen binnen de grenzen van de dekking. Ten aanzien van de burgerrechtelijke belangen en voor zover de belangen van de maatschappij en van de verzekerden samenvallen, heeft de maatschappij het recht om, in de plaats van de verzekerden, de vordering van de benadeelde te bestrijden. De maatschappij kan deze laatste vergoeden indien daartoe grond bestaat. Die tussenkomsten van de maatschappij houden geen enkele erkenning in van aansprakelijkheid van de verzekerden en zij mogen hem ook geen nadeel berokkenen.

NIETIGHEID VAN HET CONTRACT Artikel 79 Het contract is nietig :

1. Wanneer, conform artikel 73A, het opzettelijk verzwijgen of het opzettelijk onjuist meedelen van gegevens over het risico, de maatschappij misleidt.

2. Wanneer, bij het sluiten van het contract, het risico niet bestaat of reeds verwezenlijkt is. 3. Wanneer het een toekomstig risico dekt, en dit zich niet voordoet. Wanneer de nemer in de gevallen bepaald in 2. en 3., bij het sluiten van het contract, te kwader trouw heeft gehandeld of een onverschoonbare

vergissing heeft begaan, behoudt de maatschappij de premie die verschuldigd is voor de periode die loopt vanaf de dag waarop de overeenkomst van kracht wordt tot de dag waarop zij het niet-bestaan van het risico verneemt.

4. Wanneer een zelfde verzekerbaar belang door een of meer overeenkomsten, bij een of meer verzekeraars, te kwader trouw voor een te hoog bedrag verzekerd is.

De maatschappij, indien zij te goeder trouw is, heeft het recht de geïnde premies te behouden als schadevergoeding.

VERHAAL Artikel 80

Wanneer de maatschappij een schadevergoeding heeft bet aald treedt zij, ten belope van het bedrag van die vergoeding, in de rechten en rechts-vorderingen van de verzekerden of de begunstigden tegen de voor de schade aansprakelijke derden. Indien, door toedoen van de verzekerde of de begunstigde, de indeplaatsstelling, ten voordele van de maatschappij, geen gevolg kan hebben, kan deze van hem de terugbetaling van de betaalde schadevergoeding, in de mate van het geleden nadeel, vorderen. Artikel 81

A. De maatschappij doet - behalve in geval van kwaad opzet - afstand van elk verhaal op : 1. de verzekerden, hun ascendenten, hun descendenten, de echtgenoot en hun aanverwanten in de rechte lijn, evenals op de personen die bij hen

inwonen, hun gasten en de leden van hun huispersoneel; 2. - de eigenaar van het gebouw dat door de verzekerden wordt gehuurd of gebruikt,

- de hoofdhuurder van het gebouw dat door de verzekerden wordt ondergehuurd, voor de schade aan de inhoud; 3. de medeëigenaars die gezamenlijk door deze polis worden verzekerd; 4. de blote eigenaars of vruchtgebruikers die gezamenlijk door deze polis worden verzekerd; 5. de regies en de leveranciers die via leidingen of kabels gas, stoom, water, elektrische stroom, geluid, beelden of informatie verdelen, voor

zover de verzekerden tegenover hen afstand van verhaal hebben moeten doen. De afstand van verhaal door de maatschappij geldt alleen : - voor zover de aansprakelijke niet door een aansprakelijkheidsverzekering is gedekt, - voor zover de aansprakelijke zelf geen verhaal kan uitoefenen op elke andere aansprakelijke.

B. In het kader van de waarborgen met betrekking tot de burgerlijke aansprakelijkheid, kan de maatschappij nochtans, voor zover zij volgens de wet of het verzekeringscontract de prestaties had kunnen weigeren of verminderen, een recht van verhaal op de verzekerden voorbehouden.

OVERDRACHT VAN EIGENDOM

Artikel 82 In geval van overgang van de verzekerde goederen ten gevolge van het overlijden van de nemer, blijven de rechten en verplichtingen die uit het contract voortvloeien ten gunste of ten laste van de nieuwe houder van de verzekerde goederen voortbestaan. De nieuwe houder van de verzekerde goederen en de maatschappij kunnen evenwel kennis geven van de beëindiging van de overeenkomst, de eerste bij een ter post aangetekende brief binnen de drie maanden en 40 dagen na het overlijden, de tweede in de bij artikel 72 voorgeschreven vormen, binnen de drie maanden te rekenen vanaf de dag waarop zij kennis heeft gekregen van het overlijden. Artikel 83 In geval van overdracht van een onroerend goed onder de levenden, eindigt de verzekering van rechtswege drie maanden na de datum van het verlijden van de authentieke akte, behalve indien het contract beëindigd wordt vóór het einde van deze periode. Tot de verstrijking van die periode blijft de aan de overdrager verleende dekking gelden voor de overnemer, tenzij deze laatste reeds dekking geniet uit hoofde van een ander contract. Artikel 84 In geval van overdracht onder levenden van het geheel of een deel van de verzekerde inhoud, eindigt de verzekering van rechtswege zodra de verzekerde het goed niet meer in zijn bezit heeft, tenzij de partijen bij de verzekeringsovereenkomst een andere datum hebben bedongen.

FAILLISSEMENT VAN DE VERZEKERINGSNEMER Artikel 85 In geval van faillissement van de nemer blijft de verzekering bestaan ten voordele van de massa van de schuldeisers, die jegens de maatschappij instaan voor de betaling van de premies die nog moeten vervallen na de faillietverklaring. Niettemin hebben de maatschappij en de curator van het faillissement het recht het contract op te zeggen. Evenwel kan de opzegging van het contract door de maatschappij slechts gebeuren ten vroegste drie maanden na de faillietverklaring, terwijl de curator van het faillissement dit slechts kan gedurende de drie maanden na de faillietverklaring.

WOONPLAATS Artikel 86 Om geldig te zijn, moeten de mededelingen en betekeningen bestemd voor de maatschappij aan haar hoofdkantoor of aan een van haar bijkantoren worden gericht. Die bestemd voor de nemer geschieden geldig op het adres dat hij in het contract heeft opgegeven. Indien er verscheidene nemers zijn, is elke mededeling aan een van hen gericht, geldig voor allen.

RANGORDE VAN DE VOORWAARDEN Artikel 87 De speciale voorwaarden hebben voorrang op de admin istratieve voorwaarden. Hetzelfde geldt voor de bijzondere voorwaarden ten opzichte van de speciale en de administratieve voorwaarden. In het kader van de speciale voorwaarden, hebben de voorwaarden eigen aan elke afdeling, bovendien voorrang op de gemeenschappelijke voorwaarden.

WET BETREFFENDE DE CONTROLE OP DE VERZEK ERINGSONDERNEMINGEN Artikel 88 De Belgische wetgeving is van toepassing op deze overeenkomst. Onverminderd de mogelijkheid een gerechtelijke procedure aan te spannen, kan elke klacht over de overeenkomst worden gericht aan de CBFA - Congresstraat, 10-16 te 1000 BRUSSEL.


Recommended