Bedrijfsfotografie in de Twentse textielnijverheid, 1895-1907 Fotografische bronnen in het Koninklijk Huisarchief.
P. W.J. den Otter m. m. v. B. Woelderink en M. Jansen
1. Het genre bedrijfsfotografie
H ••• de fotografie, vroeger een kunst waar men als zeer ondergeschikt op neer zag, is nu zo uitgebreid dat bijna geen tak van industrie, handel of nijverheid meer zonder haar zou kunnen", aldus een Amsterdamse handelaar in foto-artikelen aan het begin van deze eeuw. 1
Ondernemers hebben al snel na de uitvinding van de fotografie de mogelijkheden van dit medium voor de (re)presentatie van hun bedrijf onderkend. Op verschi llende plaatsen in West-Europa, waaronder Twente, vinden we al tegen het einde van dejaren zest ig van de negentiende eeuw de eerste, zij het ui teraard nog schaarse voorbeelden van bedrij fsfotografie. Tegen het einde van de eeuw zwelt de stroom aan en tot heden is fotografie voor ondernemingen een onmisbaar communicatiemiddel gebleven. Dit fotokatern wil stipuleren dat het interpreteren van oude bedrijfsfoto's een vak apart is. Na een algemene inleiding volgt een analyse van vier in opdracht van Twentse textielfabrikanten vervaardigde en in 1895 respectievelijk 1907 aan koningin Wilhelmina geschonken foto-albums. De ontwikkeling van de fotografie in het algemeen is sterk beïnvloed door de fotografie in opdracht van bedrijven. Toch is bedrijfsfotografie als genre in Nederland een nog vrijwel onontgonnen onderzoeksgebied . 2
In Duitsland richt het museum Folkwang in Essen zich op het onderzoek van de fototechnische, functionele en typologische ontwikkeling van de bedrijfsfotografie in de mijnen en de zware industrie in het Roergebied tussen 1865 en 1970. In een navolgenswaardig project heeft dit museum in dejaren 1982-1987 een representatieve selectie van 24.000 bedrijfsfoto's op microfiche uitgegeven. In de studie IndustrieJotograjie. Aus Firmen
archiven des Ruhrgebiets schetst Reinhard Matz op hoofdlijnen de theoretische en historische kaders voor de interpretatie van deze overdaad aan foto's3.
Nederlandse bedrijven en archiefdiensten bewaren naar schatting en ige honderdduizenden bedrijfsfoto's. Het BedrijfsArchieven Register van het
62 THB 35(1995)
Nederlandsch Economisch-Historisch Archief te Amsterdam (BARN) signaleert 450 ondernemingen met een collectie bedrijfsfoto's. Gezien het lapidaire karakter van de gegevens over fotografie vormt het BARN echter niet meer dan een eerste wegwijzer. Dat geldt ook de voor het overige zo goed gedocumenteerde bedrijfstak text iel. 4 Een betrouwbaar overzicht van de Nederlandse bedrijfsfotografie is derhalve nog een desideratum. 5
Desondanks worden historische bedrijfsfoto's intensief benut. Populair zijn de uitgaven of tentoonstellingen van mooie oude foto's, die niet zelden met een gevoel van nostalgie samenhangen. Daarnaast vinden we bedrijfsfoto's in overzichtswerken van bekende fotografen of de fotografie in het algemeen. De invalshoek is dan de ontwikkeling van de fotografische techniek, stij l en esthetiek. Tenslotte verluchtigen bedrijfsfoto's vele (bedrijfs)historische studies. De relatie tussen de informatie uit het historische beeld en die uit andere historische bronnen wordt daarin echter lang niet altijd geëxpliciteerd. Veelal blijft het bij een strikt illustratief gebruik. Waardering en interpretatie van de historische beeldinformatie wordt dikwijls bepaald door hedendaagse vraagstellingen en connotaties. Blijft het daarbij, dan is het gevaar van anachronistische interpretatie van de bron bepaald niet denkbeeldig. Immers, de historische bedrijfsfoto is geen objectieve afbeelding van de werkelijkhe id, maar een verbeelding, een bepaalde perceptie van de werkelijkheid. Een verbeelding bovendien van een bewust of onbewust gekozen gedeelte van de waarneembare werkelijkheid. Via bedrijfsfotografie wil de onderneming een specifiek, veelal geïdealiseerd, in ieder geval zo positief mogelijk beeld van zichzelf uitdragen . In combinatie met de (on)mogelijkheden van de fotografische techniek bepaalt deze doelstelling wat is afgebeeld , hoe het is afgebeeld en - niet te vergeten - ook wat niet is afgebeeld. De bedrijfsfoto ontstaat in een specifieke context, die men moet kennen om het afgebeelde op de juiste historische waarde te kunnen schatten. Deze context is uiteraard niet stat isch, maar ontwikkelt zich in de ruimte en de tijd. Evenals elke andere historische bron vergt de historische foto derhalve een bronnenkritische benadering. Matz onderscheidt in de beeldtaal van de vroege (midden jaren 1860-jaren 1920) industriefotografie twee ontwikkelingsstadia, die hij kenmerkt als de fase van het "Gesamtansicht", gevolgd door die van de "Zersplitterung in Bilder", de fotoreportage. Het keerpunt ligt in de jaren 1890. Thematische constante in deze periode is het streven naar fotografische presentatie van het bedrijf en de bedrijfsprocessen in hun totaliteit en als samenhangend geheel. Fotoseries over één aspect, bijvoorbeeld het produkt, de factor arbeid, de arbeider als individu of meer ab-
DEN OlTER BEDRIjFSFOTOGRAFIE IN DE TWENTSE TEXTI ELNIJVERHEID 63
stracte fenomenen als moderniteit, werksfeer of techniek zijn duidelijk van later datum. De allervroegste (1860-circa 1890) bedrijfsfoto's zijn overzichtsfoto's van het buitenaanzicht van fabrieksgebouwen of - binnen - complete fabriekshallen. Meer gedetailleerde opnamen van installaties, arbeiders, produktieprocessen of produkten komen niet ofnauwelijks voor. De redenen hiervoor zijn tweeledig. Stilistisch werd de fotografie nog sterk beïnvloed door de conventies van de landschapsschilderkunst met zijn alomvattende vergezichten en vogelvluchten. Anderzijds bood de fotografische techniek nog weinig andere mogelijkheden. De apparatuur was log en liet extreme standpunten nauwelijks toe. De objectieven waren nog weinig lichtgevoelig. Tot in de jaren 1880 werden glasnegatieven met een natte emulsie toegepast, die langdurige belichting vergden, waarna ze direct moesten worden ontwikkeld. Door het gevaar van bewegingsonscherpte was het moeilijk statische objecten van nabij te fotograferen, terwijl opnamen van bewegende objecten uitgesloten waren. Dat binnen deze beperkende kaders al heel bewust met het medium werd omgegaan blijkt uit de wijze waarop de Duitse staalmagnaat Alfred Krupp vanuit zijn vakantieverblijf te Nice op 12januari 1867 zeer gedetailleerd de enscenering van de opnamen in en om zijn bedrijf voorschreef. Hij bepaalde niet alleen het moment van de opname, maar ook de af te beelden objecten, de standplaats van de fotograaf en de compositie van de foto. Doelbewust werd een beeld van orde en netheid, gedisciplineerde arbeid en technisch vermogen van de onderneming gecreëerd. Kosten noch moeite werden hiervoor gespaard. Tussen de 500 en 1000 arbeiders moesten op zondag verschijnen, zodat het gewenste beeld zonder de doordeweekse drukte, stoom en smerigheid kon worden vastgelegd. Doel was een optimale presentatie van het bedrijf, niet een afbeelding van de objectieve werkelijkheid. Krupp formuleerde een wijze van werken en een aantal beeld topoi die nog vele decennia in de industriefotografie herkenbaar zouden blijven 6.
Omstreeks de eeuwwisseling zien we een grotere variëteit aan beelden, een "Zersplitterung in Bilder", mogelijk gemaakt door een wisselwerking tussen de verbeterde fotografische techniek en veranderende behoeften bij de opdrachtgevers. De toepassing in de loop van de j a ren tachtig van lichtgevoeligere glasnegatieven met een emulsielaag op basis van droge gelatine maakte het fotograferen op locatie - zowel binnen als buiten - aanzienlijk gemakkelijker. Men was niet meer uitsluitend gebonden aan de overzichtsfoto. Meer detaillering in het beeld impliceert kiezen uit de zichtbare werkelijkheid met als gevolg ook meer greep op de compositie van de foto. De industriële fotografi e maakte zich los van de picturale tradities en
64 T H B 35 (1995)
ontwikkelde een beeldtaal met conventies, eigen aan het genre. Na 1890 ontwikkelde het medium zich zodanig dat de gehele bedrijfsvoering in een fotografische reportage vastgelegd kon worden. Aldus kon een veel exactere indruk van de vooruitgang in technisch en sociaal opzicht verkregen worden. Fotoreportages voldeden aan het verlangen van industriëlen hun in omvang groeiende bedrijven met steeds ingewikkelder produktieprocessen meer gedifferentieerd in beeld te brengen. Enkele overzichtsfoto's waren daarvoor niet meer toereikend. In deze periode ontstonden in vele bedrijfstakken omvangrijke, dikwijls fraai ingebonden foto-albums . Zo ook in de Twentse textielindustrie bij gelegenheid van koninklijke bezoeken in 1895 en 1907.
2. De reizen van koningin Emma en koningin Wilhelmina
Koningin Emma heeft met haar dochtertje in de jaren na het overlijden van koning Willem III in 1890 uitvoerige bezoeken aan alle Nederlandse provincies gebracht. In het kader van haar opvoeding was het nuttig dat koningin Wilhelmina het land leerde kennen. Omgekeerd was ook van belang dat de bevolking de koningin leerde kennen, want in de laatste jaren van zijn regering had Willem III zich zo veel mogelijk van bezoeken in het land onthouden. In 1895 werden - als laatsten in de rij - voor het zomerreces de provincies Limburg en Noordbrabant bezocht. Na het zomerreces volgden Overijssel en Drenthe. De kennismaking met Overijssel vond plaats op 2 tot en met 4 september.7 Het vorstelijk gezelschap arriveerde op 2 september om 11 uur op het station te Zwolle. De verdere dag werd gevuld met nogal traditionele bezoeken aan liefdadigheidsinstellingen en een rondgang door het Museum van de Vereeniging tot beoefening van Overijsselsch Regt en Geschiedenis. Ook verleende de koningin-regentes audiënties aan inwoners uit de provincie. Op 3 september bezochten de majesteiten de werkplaatsen van de Staatsspoorwegen in Zwolle. Vervolgens reisde men met de radarstoomboot "Zwolle" naar Kampen, waar aandacht werd besteed aan het daar gelegerde Instructie-Bataillon en het Boven-Gasthuis. Per trein ging het op 4 september richting Twente. Kort werd er halt gehouden op de stations Hellendoorn-Nijverdal, Almelo en Hengelo. In Ensch ede werden na een aubade in het door de familie Van Heek aan de Enschedese bevolking geschonken Volkspark en een ontvangst op het stadhu is in de middaguren drie instellingen bezocht, te weten de Nederlandsche School voor Nijverheid en Handel, de stoom spinnerij op het Schuttersveld van H. A. van Heek en daarna de stoomweverij van de fir-
DEN O1~rER BEDRIjFSFOTOGRAfi E IN DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 65
ma Van H eek & Co. onder directie van S.]. van Heek, alsmede de bij deze fabriek behorende fabrieksschool. Het programma in Enschede was dus duidelijk moderner dan dat in Zwolle. Het programma werd over het algemeen in nauw overleg tussen de Commissaris van de Koningin en het hof opgesteld. De Commissaris verzamelde daartoe suggesties in zijn ressort, in het bijzonder in de te bezoeken gemeenten. De tussenstop te Nijverdal geschiedde op uitdrukkelijk verzoek van G. Salomonson Gzn, directeur van de Koninklijke Stoom Weverij (KSW) en -bleekerij (KSB).8 Op het station werd een album met foto's en tekeningen van het bedrijf aangeboden. Te Enschede zullen de Van Heeks ongetwijfeld op een bezoek aan hun etablissementen hebben aangestuurd. Bovendien was er sprake van oude banden. Koning Willem IU bezocht in april 1862 het bedrijf van de Salomonsons te Nijverdal. Ook bij zijn bezoek aan Enschede na de brand later in 1862 kreeg de textielindustrie, zo essentieel ook in de verhouding met Nederlands-Indië, bijzondere aandacht. 9 Verschillende van de bezochte bedrijven droegen het predikaat koninklijk. Koningin Wilhelmina bracht in 1907 wederom een uitvoerig bezoek aan de Twentse nijverheid, zowel de textielindustrie als de H engelose metaal. Het bezoek van de vorstin was voor Twentse ondernemers een bijzonder prestigieuze gebeurtenis. Direct persoonlijk contact met het staatshoofd bevestigde hun vooraanstaande sociale en ekonom ische positie in de Twentse samenleving. H et bezoek was aanleiding tot de vervaardiging van herinneringsgeschenken in de vorm van fraaie fotoreportages. Deze foto's schetsen zonder twijfel een in de ogen van de opdrachtgevers representatief beeld van de moderne Twentse textielonderneming.
3. De foto-albums
Het KSW-album bestaat uit een cassette in boekvorm, waarvan de band is bekleed met donkerblauw velours en voorzien van zilverbeslag, gevoerd met witte zijde, waarin 49 losse bladen van 303 x 403 mmo De cassette bevat een gecalligrafeerde opdracht, het fabrieksmerk, een tweetal pentekeningen van de KSW en de KSB in vogelvlucht, kroniekbladen met bijzonderheden over verleden en heden van het bedrijf, tekeningen van arbeiderswoningen, school en coöperatieve winkelvereniging, alsmede 39 foto's van exterieur en interieur van de bedrijven. Het calligrafeer- en tekenwerk is vervaardigd door A. Grevenstuk te Amsterdam. De fotograaf is (vooralsnog) onbekend. De Gebr. Van H eek-Schuttersveld schonken eveneens een cassette in
66 THB 35(1995)
boekvorm, waarvan het voor- en achterplat is bekleed m et beige leer en de rug met crème velours. Het voorplat is daarenboven voorzien van drie wapens, terwijl het geheel sluit met zilveren sloten. In het boek, dat 525 x 430 mm meet, bevinden zich 12 blad en van 500 x 375 mmo De bladen bevatten elk een of meerdere foto's, gevat in rijk met pen en penseel getekend sierwerk. Tekenaar en fotograaf zijn nog onbekend. De firma Van Heek & Co. overhandigde een roodleren band, 310 x 420 mm, m et goudstempeling, goud op snee en op het voorplat een zilveren plaatj e m et de opdracht. H et album bestaat uit 16 bladen m et foto's (160 x 230 mm), vervaardigd door de Enschedese fotograaf S. Goudsmit , voorstellende het exterieur en interieur van de bedrijfsgebouwen c.a. , het feestterrein tijdens het koninklijk bezoek en de aankomst van de vorstinnen op het station Enschede. Deze laatste foto's zijn wellicht la ter toegevoegd. Op inhoudelijke gronden behoort ook tot dit conglomeraat het album dat de directeur van d e NV. Koninklijke Weefgoederenfabriek C.T. Stork & Co. te H engelo (KWF) op 19 juli 1907 aan koningin Wilhelmina overhandigde. Dit album is gevat in een perkamenten band (435 x 555 mm), met de opdracht in goud op het voo rplat. Rug en hoeken zijn voorzie n van geruwd bruin leer, in zwart gestempeld m et floral e motieven. Het album bestaat uit 35 bladen, waarvan 1 gedrukte opdracht aan de vorstin , 1 gedrukte opsomming van bedrijfsgegevens, plattegronden van het bedrijfsterrein in 1882 en 1907, alsmede 32 foto's (220 x 280 mm), voorstellende het ex terieur en interieur van de bedrijfsgebouwen c.a .. D eze albums worden bewaard in h et Koninklijk Huisarchief. Een incompleet duplicaat van h et KSW-album bevindt zich in het Rijksa rchie f in Overijssel. 10
D e hier besproken fotoreportages zijn in hun genre d e oudste in het Koninklijk Huisarchief. Daarvoor is er slechts sprake van incidentele, losse foto' s van bedrijven of van openbare technische werken , zoals in het huwelijksgeschenk aan koningin Emma uit 1879." De presentatie van de Twentse industrieën werd een tiental j a ren later overgenomen door het hele industriële, dienstverlenende en agrarische Nederlandse bedrijfsleven. Een initiatief uit die kring leidde tot de aanbieding van vier omvangrijke albums m et enige honderden afbeeldingen, d eels foto's, deels gravures en tekeningen of aquarellen van in- en exterieurs van bedrijven, aan prins Hendrik van M ecklenburg, de echtgenoot van koningin Wilhelmina.12
D e albums uit de Twentse textielindustrie voegen zich naar de conventies van het genre. De keuze van de afgebeelde onderwerpen en objecten is telkens identiek: gebouwen (in- en ex terieur) , machines en andere installaties, produkten en voorzieningen ten behoeve van het welzijn van d e
DEN OTrER BEDRljFSFOTOGRAFIE IN DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 67
arbeiders. Het album beoogt een samenhangend beeld van het gehele bedrijf op te roepen. De beeldopbouw binnen de genoemde categorieën is daaraan ondergeschikt. Optimale presentatie vereist een zekere mate van enscenering (vergelijk Krupp). De esthetische invloed van de foto graaf blijft daaraan ondergeschikt. Niet alleen door de conventies van het genre hebben de foto's een tamelijk vormelijk, geposeerd en statisch karakter, ook omdat bij binnenopnamen nog steeds met relatief lange belichtingstijden en flitslicht gewerkt moest worden. De tijd van de snapshots was nog niet aangebroken. Het euvel zou pas met de komst van de kleinbeeldcamera en lichtgevoeligere objectieven en films in dejaren twintig verdwijnen. Dan is het fotograferen van bewegende objecten onder extreme lichtomstandigheden zonder toepassing van kunstlicht mogelijk en breekt in de woorden van Matz de "Drang zur Lebendigkeit" door. Deze ontwikkeling valt buiten het bestek van dit fotokatern.
4. Afgebeelde foto'sl3
Overzichtsfoto's, frontaal of in vogelvlucht, zo kenmerkend voor de beginfase van de bedrijfsfotografie, vormen in de koninklijke albums nog steeds een onmisbaar onderdeel. Het KSW-album herinnert nog het meest aan de oude picturale tradities. Verschillende foto's tonen weverij en blekerij als het ware verscholen in het landschap. Afbeelding 1 biedt een frontaal gezicht op de weverij te Nijverdal. Prominent is de rokende schoorsteen in beeld gebracht. Rokende schoorstenen zijn in deze tijd nog het symbool van nijverheid, toenemende welvaart en vooruitgang. Pas na afloop van de wederopbouwperiode in de jaren 1960 ontstaat de ongunstige connotatie met milieuverontreiniging en roken de schoorstenen op de bedrijfsfoto's niet meer. Het water op de voorgrond vormt de verbinding met het nabijgelegen riviertje De Regge. Nijverdal is om verkeerstechnische redenen gesticht op het kruispunt van De Regge en de eveneens afgebeelde straatweg van Zwolle naar Almelo. Afbeelding 2 is een opname in vogelvlucht van het fabriekscomplex van de KWF te Hengelo. Goede transportmogelijkheden waren essentieel voor de Twentse textielondernemingen. De ligging aan het spoor komt op deze foto goed tot uitdrukking. Compositorisch is de foto fraai opgebouwd. De parallelle lijnen van de rai ls worden herhaald in de evenwijdig lopende sheddaken. Haaks op de horizontale parallellie staan de verticale lijnen van het seinhuis(?), de schoorstenen en de kerktoren. Fabrieksarchitectuur had aan het einde van de 1ge eeuw nog duidelijk een representatief karakter. In het buitenaanzicht van de in 1888 ge-
68 THB 35(1995)
bouwde Boekelosche Stoombleekerij (afbeelding 3) zijn duidelijk elementen uit de contemporaine civiele en kerkelijke architectuur te onderkennen. De Boekelosche was een dochteronderneming van Van Heek & Co. De portretten aan de muur van het directiekantoor van de Weefgoederenfabriek Stork (afbeelding 4) symboliseren de alom in de Twentse textielindustrie heersende ideologie van het familisme. Van Schelven omschrijft het familisme als een wijze van bedrijfsvoering waarbij het kapitalistische winststreven ondergeschikt gemaakt werd aan de bloei, het aanzien en de continuïteit van de sociale positie van de familie der kapitaalbezitters. 14 Afgebeeld zijn van links naar rechts de eerste directeuren van de Weefgoederenfabriek ]. E. Stork (1828-1893), C.T. Stork (1822-1895) en waarschijnlijk H.]. Ekker (1830-1896). C.T. Stork was niet alleen oprichter van de KWF, maar ook van de bekende Machinefabrieken Stork. Overigens was het beslist geen bon ton foto's van nog levende directeuren in de albums op te nemen. Ze komen niet voor. Zulks terwijl uit de familiesfeer wel vele opnamen bekend zijn en tevens veel portretfotografie is overgeleverd. Hoofdbestanddeel van de albums vormen uiteraard de opnamen (afbeeldingen 5-7) van het produktieproces. In de textiel laat dit proces zich nog goed in alle fasen van spinnen via weven tot finishing goed fotograferen. Men kan de pakken katoen geleidelijk omgevormd zien worden tot garen en geweven doek. De latere meer geautomatiseerde produktieprocessen of "onzichtbare" processen in bijvoorbeeld de chemische industrie dwingen tot meer impressionistische of symbolische vormen van bedrij fsfotografie. Desondanks kent het werkelijkheidsgehalte van de hier gepresenteerde foto's zijn beperkingen. We zien niet altijd wat we denken te zien. Het zo gunstig mogelijk presenteren van het technisch vermogen casu quo de moderniteit van de onderneming stond voorop. Bij voorkeur werden de nieuwste gebouwen (afbeelding 3) en de meest recent geïnstalleerde machines (afbeelding 6-7) gefotografeerd. Het meest pregnant komt dit meestal tot uiting in de afbeelding van de machinekamer met de stoommachine en het aandrijfwerk; een verplicht nummer in elk album. Ze zijn zo bekend dat we ze hier achterwege hebben gelaten. Aangezien de foto's een geposeerd en statisch karakter hebben, is het moeilijk een goed beeld te krijgen van de arbe idsomstandigheden. Zo is het niet duidelijk met welke snelheid de produktie verloopt. Er is geen indicatie van het lawaai, het stof en de vochtige lucht (om het breken van de katoenvezels te voorkomen) waarin gewerkt werd. Als gevolg van de noodzakelijke toepassing van kunstlicht bij de opnamen lijkt de verlichting in de fabrieksruimten op de foto's veelal beter dan deze in werkelijk-
DEN OTrER BEDRIjfSfOTOGRAfiE IN DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 69
heid was. Soms vangen we een glimp op van gevaarlijke werkomstandigheden door niet afgeschermde bewegende delen van machines in combinatie met bijvoorbeeld ongeschikte werkkleding of door open bakken met chemicaliën in een ververij. Aspecten als arbeid, hiërarchie in de arbeidsverhouding en dergelijke zijn in deze albums nog geen thema op zichzelf. Arbeiders worden niet bezien in hun persoonlijke individualiteit ofhun beleving van de arbeid. Arbeiders worden afgebeeld als onderdeel van het produktieproces, soms zelfs als verlengstuk van de machine. In andere gevallen lijkt het veeleer te gaan om de om de massaliteit als teken van de grootte van het bedrijf (afbeelding 5) of om het geïdealiseerd weergeven van de arbeidsdispline. Disciplinering was een punt van voortdurende aandacht van de Twentse ondernemers rond de eeuwwisseling. Fabrieksscholen weerspiegelen eensdeels de algemene sociale zorg voor dejeugd, andersdeels zijn ze gericht op disciplinering en vakinhoudelijke scholing van toekomstige arbeiders. Het laatste is natuurlijk een direct bedrijfsbelang. Het KWF-album bevat twee opnamen van de jongens- en de meisjesklas (afbeelding 8) van de fabrieksschool. De Van Heek-albums geen enkele. Wellicht komt hierin de Hengelose traditie van de sociaal "verlichte" ondernemers tot uiting. Industriefotografie kan uit de aard van de zaak de bedreigingen voor de gezondheid op de arbeidsplaats niet afbeelden. Uiteraard zijn ze er wel. Mogelijke schadelijke effecten kunnen deels bestreden worden door goede sanitaire voorzieningen. Een mogelijk negatief aspect wordt aldus positief verbeeld (afbeelding 9). De Twentse katoenindustrie was in hoge mate afhankelijk van de export naar Aziatische markten. De bestemming van de kisten in de pakkerij van de KWF laat dit pregnant zien (afbeelding 10). In deze ruimte wordt het doek gevouwen, voorzien van fabrieksmerken, de tjaps, en in kisten verpakt. IS
Noten
1 Zie noot 12 . 2 Zie het themanummer bedrijCsCotograCie van de Nieuwsbrief van de Vereniging Nederlands Fo
togenootschap, nr 6 (Den Haag, juni 1994). 3 Reinhard Matz, Industriefotografie. Aus Firmenarchiven des Ruhrgebiets (SchriCtenreihe der
KulturstiCtung Ruhr, Band 2, Essen 1987). Dit fotokatern ontleent veel aan het werk van Matz.
4 Zie de in 1992-1993 door het N EHA in zestien delen bedrijCstakgcwijze gepublicee rde reeks Historische Bedrijfsarchieven. Deel zes behandelt de textielnijverheid . Zie daarnaast ook B. Hijma, Textielhistorische Gids. Collecties bij Nederlandse archiefdiensten, bibliotheken en musea
(Amsterdam 1991).
70 THB 35(1995)
5 Het Nederlands Fotogenootschap start in 1995 met een proefin venta risa ti e va n fotocoll ecties bij vier instellingen met als doel het ontwikkelen van selectiecriteria voor fotocollect ies en een theoreti sch beschrij vingsmodel, da t moet worden omgezet in praktisch toe pasbare softwa re.
6 " Für die Pari se r Ausstellung und einzelne G eschenke an hochstehende Personen müssen wir neue Photographien im Mai , wenn Alles grü nt und der Wind stille ist, ausführen. Ich denke nämlich, dass die kleinen Photographien vollkommen im AlIgemeinen ausreichen , daneben wünschte ich aber in grösstem Maasstabe eine oder besse r zwei Ansichten mit Staffage und Leben auf den Plätzen, H öfen und Eisenbahnen. Ich würde vorschlagen , dass man dazu Sonntage nehme, wei l die Werktage zuviel Rauch, Dampfund Unruhe mit sich führen, auch der Verlust zu gross wäre. Ob 500 oder 1000 M ann dazu nöthig sind , stelle ich anheim . Es ist nachtheili g, wenn zu viel Dampf die Umgebung unklar m acht , es wi rd aber sehr hübsch sein , wenn an möglichst vielen Stellen et was wen iger D ampf ausströmt. Die Locomoti ven und Züge sind auch sehr imponirend so wie die grossen Transportwage n für GÜsse. Wenn H err Diechmann dies zei tig mit v. Werden übe rl egt und Alles vorbere itet wird , so kan n das ein gelungenes Bild werden. Es wird a ber der Grösse der Fläche wegen wohl aus zwei Punkten wenigstens genommen werden müssen, wenn nicht nog bes ser von 4 Stellen und zwar von den beiden Wasse rthürmen, vom grossen Kamin und von der höchsten H öhe über der grossen mechanischen Werkstatt. Diese Bilder müssten für m ehrere Jahre vorhalten , und wenn sie so schön werden wie ich mir denke, so mag die Aufnahme incl . Vergütung für di e Leute e in Paar Tausend Thaler kosten ." Gecitee rd in M atz, l ndustriefotografie, 29. Koninklijk Huisarchief te 's-Gravenhage (KHA), Documentaire ve rzamelingen , G edrukt programma va n bezoek aan Overijssel en Dren the, september 1895.
8 Rijksarch ief in Overijssel te Zwolle (RAO), Arch ieven provinciaal bestuu r, 181 3-1920/1948, inv.n r. 19050.
9 Twee album s maken nog melding van een bezoek va n koning Willem 111. He t album van de KSW memoree rt het bezoek van 28 april 1862 aan Salomonson te Nij ve rdal. Stork vermeldt het bezoek van mei 1862 , na de grote brand in Enschede. Van die brand berust in het KHA een foto van de verwoeste stoom spinnerij va n de firm a J annink.
10 KHA, Documenta ire verzamelingen, inv. nr. FA/0123 (KSW), inv. nr. FA /0 142 (Gebr. Van Heek-Schuttersveld), inv.nr. FA/0413 (Va n H eek & Co.) en inv.nr. FA/0677 (C.T. Stork & Co.). RAO, Archief KSW, inv. nr. B 6.
11 Dit geschenk wordt genoemd " H et Vaderlandsch Album ter Welkomstgroet van H . M . de Koningin der Nederlanden, te Amsterdam, op den 22sten April 1879, aangeboden", zie: " Pieter Oosterhu is (1816-1885)" in: M onografieën van Nederlandse Fotografen (Deel 3, Amsterdam 1993) 33-34.
12 Dit geschenk wordt genoemd " Huldeblijk aangeboden aan Z. K. H. de Prins de r Nederlanden, H ertog van Mecklenburg door vertegenwoord igers van Nederlands H a ndel, N ij verheid , Landbouw en Visscherij , de voornaamste bronnen van welvaart die Nede rl and bezit ". De samenstelling van de a lbums ligt tussen 1901 en 1904. H et citaat waarmee d it artikel opent is ontleend aan deel IV, pagina 217, de bijdrage van de Mij. voo rheen Guy de Coral en Co. tot exploitatie van handel in foto-a rtikelen in Amsterdam en Arnhem . De albums bev inden zich eveneens in het KHA .
13 Voor alle foto's geldt: copyright KHA. 14 A. L. van Schelven , Onderneming en Familisme. Opkomst, bloei en neergang van de T extielonderne
ming Van H eek & Co te Enschede (Leiden 1984). 15 Zie over de tjaps M. Simon Thomas en P. den Otter, "Twentse Tjaps", in: THB 34 (1994) ,
104 - 119.
DEN O'ITER BEDRIjFSFOTOGRAFIE IN DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 71
Afb. 1. Gezicht op de Koninklijke Stoom Wevery' te Nijverdal (KHA, FA/0123-11).
72 THB 35(1995)
Afl· 2. Koninklijke Weefgoederenfabriek v/h C. T. Stork en Co. te Hengelo in vogelvlucht (KHA, FA/0677-4).
DEN OTTER BEDRIjFSFOTOGRAFIE IN DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 73
Afb. 3. Gezicht op de Boekelosche Stoombleekerij te Boekelo (KHA, FA/0413-11).
74 THB 35(1995)
Afb· 4. Kantoor van de Koninklijke WeeJgoederenfabriek v/h C. T. Stork en Co. te Hengelo (KHA, FA/0677-7).
DEN OTTER BEDRljFSF0IDCRAFIE IN DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 75
Afb. 5. Spoelzaal van Van Heek & Co. te Enschede (KHA, FA/0413-2).
76 THI3 35(1995)
Afb. 6. Weefzaal no 1 van de Koninklijke Stoom Weverij te Nijverdal (KHA, FA/0123-24).
DEN OTTER BEDRIjFSFOTOGRAFIE I N DE TWEN T SE TEXTIELNIJVER H EID 77
Afb. 7. Kalanderij van de Boekelosche Stoombleekerij te Boekelo (KHA, FA/0413-13).
78 THB 35(1995)
Aft. 8. Benedenlokaal van de fabrieksschool van de Koninklijke WeefgoederenJabriek v/h
C. T. Stork en Co. te H engelo (KHA , FA/0677-34).
DEN OTTER BEDRljFSFOTOGRAFIE I N DE TWENTSE TEXTIELNIJVERHEID 79
Afb· 9. Waslokaal van de Koninklijke WeeJgoederenfabriek v/h C. T. Stork en Co. te Hengelo (KHA, FA/0677-31).
80 THB 35(1995)
Afb. 10. Pakkerij van de Koninklijke Weefgoederenfabriek v/h C. T. Stork en Co. te Hengelo (KHA, FA/0677-27).
DEN OTTER BEDRUFSFOTOGRAFlE IN DE TWENTSE TEXTIELNUVERHElD 81