7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122
VWO
biologie voor jou
983162983137983147983138983151983141983147
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 222
biologie voor de bovenbouw
vwo
auteurs
arteunis bos
marianne gommers
onno kalverdagerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
vijfde drukmalmberg rsquos-hertogenbosch
wwwbiologievoorjounl
biologie voor jou
983162983137983147983138983151983141983147
VWO
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 3222
thema 2 Cellen
Voorwoord
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223
thema 2 Cellen
Inleiding
Leerjaar 4
1 Inleiding in de biologie
Samenvatting Examentrainer 6
2 Cellen
Samenvatting 15 Examentrainer
3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer
4 Genetica
Samenvatting Examentrainer
5 Evolutie Samenvatting Examentrainer
6 Ecologie
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 51 Stofwisseling
Samenvatting Examentrainer
2 DNA
Samenvatting Examentrainer
3 Mens en milieu
Samenvatting Examentrainer
4 Planten
Samenvatting
Examentrainer5 Regeling
Samenvatting Examentrainer
6 Beweging en gedrag
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 6
1 Voeding
Samenvatting Examentrainer
2 Gaswisseling en uitscheiding
Samenvatting Examentrainer
3 Transport
Samenvatting Examentrainer
4 Bescherming
Samenvatting Examentrainer
5 Evenwicht
Samenvatting Examentrainer
INHOUD
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522
Cellen983090THEMA
5
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1
Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid
bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een
celmembraan cytoplasma en organellen
bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu
ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld
ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand
bull Cytoplasma is de inhoud van de cel
ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen
bull Organellen zijn compartimenten van een cel
ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole
ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2
Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt
en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt
bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat
ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken
ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer
ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het
oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief
bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel
ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten
ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door
het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een
lichtmicroscoop
ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het
preparaat af en ontstaat een beeld met diepte
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3
Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten
bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen
ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma
bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen
ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma
bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht
ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en
andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 222
biologie voor de bovenbouw
vwo
auteurs
arteunis bos
marianne gommers
onno kalverdagerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
vijfde drukmalmberg rsquos-hertogenbosch
wwwbiologievoorjounl
biologie voor jou
983162983137983147983138983151983141983147
VWO
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 3222
thema 2 Cellen
Voorwoord
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223
thema 2 Cellen
Inleiding
Leerjaar 4
1 Inleiding in de biologie
Samenvatting Examentrainer 6
2 Cellen
Samenvatting 15 Examentrainer
3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer
4 Genetica
Samenvatting Examentrainer
5 Evolutie Samenvatting Examentrainer
6 Ecologie
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 51 Stofwisseling
Samenvatting Examentrainer
2 DNA
Samenvatting Examentrainer
3 Mens en milieu
Samenvatting Examentrainer
4 Planten
Samenvatting
Examentrainer5 Regeling
Samenvatting Examentrainer
6 Beweging en gedrag
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 6
1 Voeding
Samenvatting Examentrainer
2 Gaswisseling en uitscheiding
Samenvatting Examentrainer
3 Transport
Samenvatting Examentrainer
4 Bescherming
Samenvatting Examentrainer
5 Evenwicht
Samenvatting Examentrainer
INHOUD
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522
Cellen983090THEMA
5
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1
Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid
bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een
celmembraan cytoplasma en organellen
bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu
ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld
ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand
bull Cytoplasma is de inhoud van de cel
ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen
bull Organellen zijn compartimenten van een cel
ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole
ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2
Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt
en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt
bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat
ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken
ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer
ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het
oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief
bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel
ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten
ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door
het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een
lichtmicroscoop
ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het
preparaat af en ontstaat een beeld met diepte
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3
Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten
bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen
ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma
bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen
ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma
bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht
ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en
andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 3222
thema 2 Cellen
Voorwoord
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223
thema 2 Cellen
Inleiding
Leerjaar 4
1 Inleiding in de biologie
Samenvatting Examentrainer 6
2 Cellen
Samenvatting 15 Examentrainer
3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer
4 Genetica
Samenvatting Examentrainer
5 Evolutie Samenvatting Examentrainer
6 Ecologie
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 51 Stofwisseling
Samenvatting Examentrainer
2 DNA
Samenvatting Examentrainer
3 Mens en milieu
Samenvatting Examentrainer
4 Planten
Samenvatting
Examentrainer5 Regeling
Samenvatting Examentrainer
6 Beweging en gedrag
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 6
1 Voeding
Samenvatting Examentrainer
2 Gaswisseling en uitscheiding
Samenvatting Examentrainer
3 Transport
Samenvatting Examentrainer
4 Bescherming
Samenvatting Examentrainer
5 Evenwicht
Samenvatting Examentrainer
INHOUD
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522
Cellen983090THEMA
5
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1
Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid
bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een
celmembraan cytoplasma en organellen
bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu
ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld
ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand
bull Cytoplasma is de inhoud van de cel
ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen
bull Organellen zijn compartimenten van een cel
ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole
ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2
Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt
en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt
bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat
ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken
ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer
ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het
oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief
bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel
ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten
ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door
het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een
lichtmicroscoop
ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het
preparaat af en ontstaat een beeld met diepte
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3
Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten
bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen
ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma
bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen
ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma
bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht
ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en
andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 4223
thema 2 Cellen
Inleiding
Leerjaar 4
1 Inleiding in de biologie
Samenvatting Examentrainer 6
2 Cellen
Samenvatting 15 Examentrainer
3 Voortplanting Samenvatting Examentrainer
4 Genetica
Samenvatting Examentrainer
5 Evolutie Samenvatting Examentrainer
6 Ecologie
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 51 Stofwisseling
Samenvatting Examentrainer
2 DNA
Samenvatting Examentrainer
3 Mens en milieu
Samenvatting Examentrainer
4 Planten
Samenvatting
Examentrainer5 Regeling
Samenvatting Examentrainer
6 Beweging en gedrag
Samenvatting Examentrainer
Leerjaar 6
1 Voeding
Samenvatting Examentrainer
2 Gaswisseling en uitscheiding
Samenvatting Examentrainer
3 Transport
Samenvatting Examentrainer
4 Bescherming
Samenvatting Examentrainer
5 Evenwicht
Samenvatting Examentrainer
INHOUD
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522
Cellen983090THEMA
5
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1
Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid
bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een
celmembraan cytoplasma en organellen
bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu
ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld
ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand
bull Cytoplasma is de inhoud van de cel
ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen
bull Organellen zijn compartimenten van een cel
ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole
ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2
Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt
en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt
bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat
ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken
ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer
ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het
oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief
bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel
ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten
ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door
het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een
lichtmicroscoop
ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het
preparaat af en ontstaat een beeld met diepte
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3
Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten
bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen
ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma
bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen
ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma
bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht
ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en
andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 522
Cellen983090THEMA
5
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1
Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid
bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een
celmembraan cytoplasma en organellen
bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu
ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld
ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand
bull Cytoplasma is de inhoud van de cel
ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen
bull Organellen zijn compartimenten van een cel
ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole
ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2
Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt
en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt
bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat
ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken
ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer
ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het
oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief
bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel
ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten
ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door
het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een
lichtmicroscoop
ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het
preparaat af en ontstaat een beeld met diepte
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3
Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten
bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen
ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma
bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen
ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma
bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht
ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en
andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 6226
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Samenvatting983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 1
Je moet in een context een cel kunnen beschrijven als zelfstandig functionerendebiologische eenheid
bull Zelforganisatie is zichtbaar in de structuur van cellen die zijn opgebouwd uit een
celmembraan cytoplasma en organellen
bull Het celmembraan scheidt een cel van zijn milieu
ndash Via het celmembraan wordt de opname en afgifte van stoffen geregeld
ndash Door zelfregulatie via chemische processen houden de cellen zichzelf in stand
bull Cytoplasma is de inhoud van de cel
ndash In het cytoplasma bevinden zich organellen
bull Organellen zijn compartimenten van een cel
ndash Voorbeelden celkern bladgroenkorrels vacuole
ndash De concentratie van stoffen in organellen is anders dan die in het cytoplasma
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 2
Je moet in een context kunnen toelichten hoe cellen zichtbaar kunnen worden gemaakt
en welke hulpmiddelen daarbij worden gebruikt
bull Bij een lichtmicroscoop valt licht van onder door een preparaat
ndash Een preparaat bestaat uit een objectglas en een dekglas met daartussen het objectdat je wilt bekijken
ndash Een lichtmicroscoop vergroot tot 2000 keer
ndash De vergroting van een lichtmicroscoop reken je uit door de vergroting van het
oculair te vermenigvuldigen met de vergroting van het objectief
bull Bij een elektronenmicroscoop wordt gebruikgemaakt van een elektronenbundel
ndash Elektronenmicroscopen kunnen tot meer dan 100 000 keer vergroten
ndash TEM transmissie-elektronenmicroscoop hierbij gaat de elektronenbundel door
het preparaat en ontstaat een tweedimensionaal beeld dat lijkt op dat van een
lichtmicroscoop
ndash SEM scanning elektronenmicroscoop hierbij tast een elektronenbundel het
preparaat af en ontstaat een beeld met diepte
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 3
Je moet in een context de bouw van plantaardige en dierlijke cellen kunnen toelichten
bull Cytoplasma (celplasma) bestaat uit water met organellen en opgeloste stoffen
ndash Celmembraan de buitenste laag van het cytoplasma
bull Kern hierin bevinden zich de chromosomen
ndash Kernmembraan de buitenste laag van het kernplasma
bull Vacuole(n) blaasje(s) in het cytoplasma gevuld met vacuolevocht
ndash Vacuolevocht bestaat uit water met opgeloste stoffen (oa zouten glucose en
andere reservestoffen afvalstoffen en kleurstoffen bijv anthocyaan)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 7227
thema 2 Cellen
ndash Een vacuole is omgeven door een vacuolemembraan
bull Plastiden een groep organellen bij planten en sommige protisten
ndash chloroplasten (bladgroenkorrels)
ndash chromoplasten (kleurstofkorrels)
ndash leukoplasten (kleurloos) oa zetmeelkorrelsbull Celwand een stevig laagje om de cel heen
ndash Een celwand behoort niet tot de cel maar is tussencelstof
ndash Intercellulaire ruimten holten tussen celwanden gevuld met lucht of vocht
bull Dierlijke cellen bezitten geen grote centrale vacuole en geen plastiden en om dierlijke
cellen heen ligt geen celwand
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 4
Je moet in een context bij de mens de biologische eenheden weefsels organen en
organenstelsels kunnen herkennen Ook moet je in een afbeelding van (een doorsnede
van) de romp van een mens de organen kunnen benoemen
bull Weefsel een groep cellen met dezelfde vorm en dezelfde functie(s)
ndash De vorm van cellen hangt samen met hun functie
ndash Bij veel weefsels komt tussencelstof voor
bull Veel weefsels bestaan uit gespecialiseerde cellen
ndash Stamcellen zijn niet gespecialiseerd en kunnen uitgroeien tot een specifiek
celtype
ndash Embryonale stamcellen kunnen tot ieder type cel uitgroeien
ndash Adulte stamcellen kunnen uitgroeien tot cellen van het weefsel waarin ze zich
bevinden
bull Een orgaan is een deel van een organisme met een of meer functies
ndash Een orgaan bestaat uit verschillende weefsels
ndash Organen werken vaak samen in organenstelsels (bijv het verteringsstelsel)
intercellulaire ruimte
kernmembraan
kern
plastide (chloroplast)
vacuolemembraan
vacuole
celmembraan
celwand
cytoplasma
Afb 1 Een eukaryote cel
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 8228
thema 2 Cellen
bull Het middenrif scheidt de romp in de borstholte en de buikholte
ndash Organen in de borstholte oa slokdarm longen en hart
ndash Organen in de buikholte oa maag lever alvleesklier dunne darm dikke darm
nieren
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 5
Je moet in een context delen van een cel kunnen beschrijven en ze in een
elektronenmicroscopische afbeelding kunnen herkennen
bull Celkern met chromosomen speelt een belangrijke rol bij de zelforganisatie van de cel
ndash Kernporieumln kleine openingen in het kernmembraan waardoor stoffen in en uit de
kern kunnen Een eiwitcomplex regelt het transport van oa boodschappermoleculen
bull Endoplasmatisch reticulum netwerk van dubbele membranen die bijna tegen elkaar
aan liggen zodat afgeplatte holten en kanaaltjes ontstaan
ndash Functie transport van stoffen
bull Ribosomen bolvormige organellen die tegen de membranen van het endoplasmatisch
reticulum aan liggen of vrij in het cytoplasma voorkomen
ndash Functie synthese van eiwitten aan de hand van de informatie van boodschapper-
moleculen uit de kern
bull Golgisysteem opeenstapeling van platte blaasjes elk omgeven door een membraan
ndash Functie eiwitten hun uiteindelijke vorm geven afgeven van eiwitten buiten de cel
(secretie) en productie van lysosomen
bull Lysosomen blaasjes die verteringsenzymen bevatten ndash Functie transport van verteringsenzymen en bescherming van de cel tegen de
werking van het verteringsenzym
bull Mitochondrieumln bolvormige organellen met een dubbele membraan waarvan het
binnenste membraan sterk is geplooid
ndash Functie energie vrijmaken met behulp van zuurstof (verbranding)
ndash De vrijgemaakte energie wordt tijdelijk opgeslagen in ATP-moleculen
bull Chloroplasten (bladgroenkorrels) hebben net als mitochondrieumln een dubbel
membraan
ndash In chloroplasten komen veel platte blaasjes voor die als munten lijken te zijn
gestapeld
ndash Functie fotosynthese laten plaatsvinden
bull Celmembraan twee lagen fosfolipiden (vetachtige stoffen) waarin eiwitten liggen
ingebed Sommige fosfolipiden en eiwitten bezitten koolhydraat-ketens
ndash Functies transport van stoffen bescherming en regeling van de samenstelling van
het cytoplasma
ndash Celmembranen zijn selectief permeabel
bull De endosymbiosetheorie geeft een verklaring voor het ontstaan van
organellen (zie afbeelding 2)
ndash Door instulpingen van het celmembraan ontstond de celkern Hierdoor ontstonden
eukaryote eencelligen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 9229
thema 2 Cellen
ndash Vrij levende aeumlrobe bacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot
mitochondrieumln
ndash Vrij levende cyanobacterieumln werden ingesloten en ontwikkelden zich tot chloro-
plasten
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 6
Je moet in een context de verschillen kunnen beschrijven tussen cellen van prokaryoten
planten en dierenbull In cellen van planten komen plastiden en grote vacuolen voor
ndash Om elke plantaardige cel zit een celwand
bull Dierlijke cellen hebben geen celwanden en geen plastiden
ndash In dierlijke cellen zijn de vacuolen klein of afwezig
bull Prokaryoten hebben vrijwel geen organellen
ndash Er is geen kern en kernmembraan DNA ligt in het cytoplasma
ndash Er zijn geen mitochondrieumln geen plastiden en geen vacuolen Ook is er geen
endoplasmatisch reticulum
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 7
Je moet in een context de begrippen concentratie diffusie en osmose kunnen
toepassen
bull Concentratie geeft de hoeveelheid van een stof in bijvoorbeeld een oplossing aan
ndash De hoeveelheid opgeloste stof kan worden aangegeven in gram per volume (g ∙ Lndash1 )
of in massaprocenten () Lage concentraties geeft men vaak weer met ppm
bull Diffusie verplaatsing van een stof van een plaats met een hoge concentratie naar een
plaats met een lage concentratie van die stof (zowel in vloeistoffen als in gassen)
ndash Diffusie wordt veroorzaakt door (ongerichte) beweging van moleculen
ndash De snelheid van de diffusie is oa afhankelijk van de soort stof het medium
waarin het plaatsvindt (bijvoorbeeld water of lucht) en de temperatuur
bull Osmose diffusie van water door een selectief-permeabel membraan
Afb 2 De endosymbiosetheorie (schematisch)
DNA-molecuul
ce mem raan ce ern met DNA
kernmembraan mitochondrium
endoplasmatischreticulum
c orop astcyano acter e
celmembraan
aeumlrobe
bacterie
mitochondrium
endoplasmatisch reticulum(in ontwikkeling)
kernmembraan(in ontwikkeling)prokaryoot eukaryo
nstu p ng van et
1 instulping van het
celmembraan
2 vorming van het
kernmembraan met
kernporieumln
3 insluiting van een
aerobe bacterie
4 insluiting van een
cyanobacterie
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 102210
thema 2 Cellen
ndash Een selectief-permeabel membraan laat wel water door maar niet de opgeloste
stof
ndash Bij osmose treedt nettowaterverplaatsing op van een plaats met een lage osmoti-
sche waarde naar een plaats met een hoge osmotische waarde
ndash De osmotische waarde van een oplossing is afhankelijk van het aantal opgelostedeeltjes per volume-eenheid
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 8
Je moet transportmechanismen in cellen kunnen beschrijven en in een context kunnen
toelichten hoe interactie op celniveau plaatsvindt door stoffentransport via (cel)
membranen
bull Bij protisten vormt het celmembraan de scheiding tussen de cel en het externe milieu
bull Interne milieu de weefselvloeistof inclusief het bloedplasma van een organisme
ndash Het interne milieu is door ten minste eacuteeacuten cellaag van het externe milieu geschei-
den
ndash De meeste diersoorten houden hun interne milieu constant
bull Het celmembraan vormt de scheiding tussen de celinhoud en zijn milieu
ndash Het celmembraan regelt het transport van de meeste stoffen in en uit de cel
ndash Het celmembraan is selectief permeabel
bull Transport van zuurstof koolstofdioxide en in vet oplosbare stoffen vindt plaats door
diffusie (door de fosfolipidenlagen heen)
ndash Het transport van deze stoffen is afhankelijk van het concentratieverschilbull Passief transport transport van stoffen door een membraan waarbij geen energie
nodig is
ndash Passief transport verloopt altijd met de concentratiegradieumlnt mee
ndash Vormen van passief transport zijn diffusie osmose transport via porie-eiwitten en
transport via bepaalde transporteiwitten
bull Transport van water vindt plaats door osmose
ndash Bepaalde porie-eiwitten (waterkanaaltjes of aquaporines) in celmembranen
kunnen de snelheid van osmose vergroten
bull Actief transport transport van stoffen door een membraan waar energie voor nodig is
(zie afbeelding 3)
ndash Actief transport verloopt tegen de concentratie-gradieumlnt in
ndash Actief transport kost energie die meestal door de omzetting van ATP in ADP wordt
geleverd
bull Fagocytose het opnemen van voedingsstoffen via blaasjes die zich afsnoeren van het
celmembraan (zie afbeelding 4)
ndash Endosoom een blaasje dat zich afsnoert van het celmembraan
ndash Vertering vindt plaats door enzymen uit een lysosoom waarmee een endosoom
samensmelt
bull Cytoskelet een netwerk van vezelige eiwitten
ndash Het cytoskelet geeft vorm aan cellen
ndash Langs het cytoskelet kunnen stoffen en organellen worden vervoerd
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 112211
thema 2 Cellen
ndash Microtubuli en microfilamenten zijn draadvormige eiwitten die tot het cytoskelet
horen
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 9
Je moet in een context de rol die osmose speelt bij de stevigheid van planten kunnen
toelichten
bull Celwanden zijn permeabel
ndash De concentratie van stoffen in een celwand is gelijk aan de concentratie van deze
stoffen in de vloeistof buiten de cel
ndash Het opnemen of afgeven van water door plantencellen is afhankelijk van het
verschil in osmotische waarde tussen het vocht in de celwand en het cytoplasma
bull Onder normale omstandigheden is de osmotische waarde van het cytoplasma hoger
dan die van het vocht in de celwanden
Afb 3 Actief transport
1 de opgeloste stof bindt
met het transporteiwit
2 ATP wordt omgezet
in ADP en P de vrij-
komende fosfaatgroep
bindt met het
transporteiwit
3 het eiwit verandert van
vorm de opgeloste stof
verlaat aan de andere
kant van het membraan
het transporteiwit
4 de fosfaatgroep laat los
van het transporteiwit
opgeloste stof
ATP ADPP P P
hoge concentratie
lage concentratie
Afb 4 Fagocytosecelmembraan
cytoplasma
lysosoom
f a g o
c y t
o s e
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 122212
thema 2 Cellen
ndash Turgor de druk van de cel op de celwand Door het verschil in osmotische waarde
is de druk in de cel groter dan de druk buiten de cel waardoor de cel stevig is
ndash Een plantencel is turgescent als de cel turgor bezit
ndash Door turgor zijn weefsels van planten stevig
bull Als het vocht in de celwanden een hogere osmotische waarde heeft dan hetcytoplasma treedt plasmolyse op
ndash Door osmose stroomt water de cel uit De turgor daalt en de osmotische waarde
van het vacuolevocht stijgt
ndash Plasmolyse de cel krimpt zover dat het celmembraan loslaat van de celwand
ndash Plasmolyse kan ook optreden als een plant door verdamping veel water verliest
983140983151983141983148983155983156983141983148983148983145983150983143 10
Je moet de gebeurtenissen tijdens de celcyclus kunnen beschrijven en in contexten
kunnen toepassen
bull Bij reproductie op celniveau (celdeling) ontstaan uit eacuteeacuten moedercel twee dochtercel-
len
ndash De dochtercellen groeien door plasmagroei
bull Voorafgaande aan een celdeling vindt DNA-synthese plaats
ndash Van ieder DNA-molecuul wordt een kopie gemaakt
bull Een chromosoom bestaat uit eacuteeacuten of twee DNA-moleculen met eiwitten
ndash Vlak voor een celdeling spiraliseert het DNA waarbij de beide DNA-moleculen aan
elkaar blijven zitten ndash De plaats waar de moleculen nog aan elkaar zitten heet het centromeer
bull De celcyclus bestaat uit de interfase en de mitose (zie afbeelding 5)
ndash De interfase bestaat uit G1-fase S-fase en G
2-fase
ndash Tijdens de interfase zijn geen chromosomen zichtbaar
bull G1-fase periode tussen mitose en DNA-synthese (DNA-replicatie)
ndash In deze fase vindt plasmagroei plaats
S-fase (DNA-synthese)
G2-fase
G1-fase
interfase
celdeling
M-fasemitose
Afb 5 De celcyclus (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 132213
thema 2 Cellen
ndash In weefsels waarin veel celdelingen plaatsvinden duurt de G1-fase kort
bull S-fase periode waarin DNA-synthese (DNA-replicatie) plaatsvindt
bull G2-fase periode tussen S-fase en de mitose
bull M-fase periode van mitose (zie afbeelding 6) en celdeling
ndash Hierbij worden nieuwe cellen gevormd
ndash De M-fase begint met het zichtbaar worden van chromosomen Elk chromosoom
bestaat op dat moment uit twee chromatiden
ndash De centrosomen vormen een spoelfiguur uit microtubuli en het kernmembraan
verdwijnt
kernplasma
met
chromo-
somen
centrosoom
kern-
membraan
spoelfiguur
chromo-somen
resten vanhet kern-membraan
insnoering
nieuw
kernmembraan
ontstaat
Interfase Mitose fase 1 (profase) Mitose fase 2 (prometafase)
Tijdens de interfase zijn geen aparte
chromosomen zichtbaar Tijdens de
interfase vindt verdubbeling van de
chromosomen plaats
Het centrosoom is verdubbeld en ieder
centrosoom beweegt zich naar een
kant van de cel In de celkern worden
de chromosomen zichtbaar Te zien
is dat ieder chromosoom uit twee
chromatiden bestaat
De centrosomen hebben een
spoelfiguur van microtubuli gevormd
Het kernmembraan verdwijnt
Mitose fase 3 (metafase) Mitose fase 4 (anafase) Mitose fase 5 (telofase)
De chromosomen bevinden zich in een
vlak tussen beide centrosomen De
microtubuli van de spoelfiguur hechten
zich aan de centromeren van de
chromosomen
De chromatiden worden van elkaar
getrokken Van ieder chromosoom
wordt eacuteeacuten chromatide naar een kant
van de cel getrokken
Om de chromatiden ontstaat een
nieuwe kernmembraan
De cel snoert zich tussen beide kernen
in
Afb 6 Mitose (schematisch)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 142214
thema 2 Cellen
ndash De chromosomen komen in een vlak tussen de centrosomen te liggen
ndash De microtubuli van de spoelfiguur trekken de chromatiden van elk chromosoom
uit elkaar Van elk chromosoom gaat eacuteeacuten chromatide naar een pool
ndash De chromosomen (die nu uit eacuteeacuten chromatide bestaan) vormen twee celkernen
ndash Tussen de nieuwe celkernen snoert de cel in waardoor twee dochtercellenontstaan
ndash Er ontstaan celmembranen waarbij het cytoplasma wordt verdeeld over de
dochtercellen
bull Na mitose en celdeling bevatten de dochtercellen dezelfde informatie voor erfelijke
eigenschappen als de moedercel
983139983151983149983152983141983156983141983150983156983145983141983155983158983137983137983154983140983145983143983144983141983140983141983150Je hebt in een of meer contexten
bull geleerd een lichtmicroscoop in te stellen en er preparaten mee te bekijken
bull geleerd tekeningen te maken en onderscheid te maken tussen dwars- en lengtedoor-
sneden
bull geleerd een microscopische foto te herkennen en aan te geven of deze is gemaakt met
een lichtmicroscoop een transmissie-elektronenmicroscoop of een scanning elektro-
nenmicroscoop
bull geleerd organellen te herkennen in fotorsquos en tekeningen van cellen
bull geleerd een preparaat te maken en te kleurenbull geoefend met het maken van een verdunningsreeks
Over de volgende competentiesvaardigheden zijn geen vragen opgenomen in de diagnos-
tische toets
Je hebt in een of meer contexten
bull geoefend in het vorm-functiedenken op het niveau van cellen en weefsels
bull geoefend in het werken met informatiebronnen
bull geoefend in het toepassen van de fasen van natuur-wetenschappelijk onderzoek
bull geoefend in het maken van een verslag
bull geoefend in het opzoeken van informatie op internet
bull geoefend in evolutionair denken bij het ontstaan van eukaryote cellen
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 152215
thema 2 CellenTHEMA 983090 CELLEN
Examentrainer
VragenBacterieumln in drinkwater
Lees onderstaande tekst over bacterieumln in het drinkwater
Het drinkwater in Nederland wordt zorgvuldig gecontroleerd op de aanwezigheid van
bacterieumln Volgens de wet mag 1 ml drinkwater niet meer dan 100 bacterieumln bevatten
Een onderzoek naar het gehalte aan bacterieumln in drinkwater vindt als volgt plaats Een
bepaalde hoeveelheid drinkwater wordt zodanig met gesteriliseerd water verdund dat
drie verschillende verdunningen worden verkregen 1 op 10 1 op 100 en 1 op 1000 Van
het onverdunde drinkwatermonster wordt op vijf petrischalen met gesteriliseerde voe-
dingsbodems steeds 01 ml gebracht Datzelfde gebeurt met elke verdunning zodat in
totaal 20 petrischalen worden gebruikt Op voedingsbodems gedijen bacterieumln goed
Door deling ontstaat uit elke bacterie een bacteriekolonie Na een aantal dagen wordt
het aantal bacteriekolonies geteld dat op elke petrischaal is verschenen Leerlingen
hebben een dergelijk onderzoek uitgevoerd Hun resultaten zijn weergegeven in de
tabel
Monster (01 ml) Aantal kolonies per petrischaal
Onverdund 12 8 9 11 7
Verdund 1 op 10 1 0 2 0 0
Verdund 1 op 100 0 0 0 0 0
Verdund 1 op 1000 0 0 0 0 0
2p 1 Voldoet het onderzochte drinkwater aan de wet Geef bij je antwoord een bereke-
ning
1p 2 Van welk hoofdthema in de biologie is sprake bij het ontstaan van een bacteriekolo-
nie
Gist
De afbeelding (zie bladzijde 16) geeft een gistcel weer Organismen worden in het
vierrijken-systeem ingedeeld op grond van combinaties van verschillende kenmerken
2p 3 In welk rijk van de eukaryoten wordt gist ingedeeld
Noem een combinatie van drie kenmerken van gist die de indeling in dat rijk be-
paalt
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 162216
thema 2 Cellen
Vorm en functie
In de afbeelding zie je twee voorbeelden van producten met een speciale vorm die te
maken heeft met de functie Vergelijkbare vormen zijn terug te vinden bij (delen van)
organismen met een vergelijkbare functie
2p 4 Noteer voor beide voorbeelden bij welke (delen van) organismen een vergelijkbare
vorm en functie zijn terug te vinden
De trek van de zilverzalm
Lees onderstaande tekst over het trekgedrag van de zilverzalm
De zilverzalm komt uit het ei in de zoetwaterstromen van Noordwest-Amerika De jonge
visjes zwemmen de rivier af naar de Stille Oceaan In ongeveer vijf jaar worden ze daar
volwassen Als zilverzalmen geslachtsrijp zijn keren ze terug naar het zoete water Door
een of andere oorzaak schieten ze geen kuit in zeewater maar zoeken ze hiervoor zoet
water op Men heeft dit onderzocht door zilverzalmen te merken Na lange tijd kwam
een merkwaardig feit aan het licht zilverzalmen keren vrijwel altijd terug naar de stroom
waar ze zijn geboren Hoe kunnen zalmen precies hun geboortestroom terugvinden Dit
is geen gemakkelijke klus Sommige vissen moeten om hun geboorteplaats te bereiken
enorme afstanden tegen de stroom in zwemmen en daarbij vaak hoge watervallen lsquone-
Boogbrug met miniduikboot
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 172217
thema 2 Cellen
menrsquo Misschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats terug doordat ze de
lsquosmaakrsquo of de lsquogeurrsquo van hun geboortestroom herkennen Als dit het geval is dan zullen
zalmen met uitgeschakelde reukcentra de weg naar hun geboortestroom niet terug kun-
nen vinden In zee werden geslachtsrijpe zalmen gevangen Bij de helft van de zalmen
werden de reukcentra uitgeschakeld Alle dieren werden gemerkt en weer losgelatenOp de paaiplaatsen in de zoetwaterstromen werd een aantal van de gemerkte zalmen
teruggevonden Bij ongeveer 10 van de teruggevonden zalmen waren de reukcentra
uitgeschakeld De overige teruggevonden gemerkte zalmen hadden intacte reukcentra
5p 5 Noteer bij de vragen a tm e de juiste fase van het natuurwetenschappelijk onder-
zoek
a Citeer de zin waarin de probleemstelling staat
b welke zin(nen) staat het uitgevoerde experiment beschreven
c Welke fase van de natuurwetenschappelijke methode staat beschreven
in de zin lsquoMisschien vinden de zalmen de weg naar hun geboorteplaats
terug doordat ze de lsquolsquosmaakrsquorsquo of de lsquolsquogeurrsquorsquo van hun geboortestroom herkennenrsquo
d In welke zin(nen) staan de resultaten van dit onderzoek beschreven
e Formuleer de conclusie van dit onderzoek
Nonnetjes
Lees onderstaande tekst over nonnetjes op het strand
Op het strand langs de Noordzee en de Waddenzee
kun je veel schelpen vinden van nonnetjes Voor
schelpenverzamelaars zijn ze interessant omdat ze in
zoveel kleuren voorkomen van rood oranje en geel
tot blinkend wit De binnenzijde van de schelpen is
feller gekleurd dan de buitenzijde Ook de vorm van de
schelpen varieert van plat tot bol Nonnetjes ( Macoma
balthica ) zijn tweekleppige schelpdiertjes (zie de af-
beelding)
Volwassen nonnetjes zijn ongeveer 2 cm lang en leven ingegraven in modder of zand Ze
hebben twee sifonen (slurfjes) een instroomsifon waarmee ze zeewater opzuigen om
er voedseldeeltjes zoals algen en bacterieumln uit te halen en een uitstroomsifon waar-
mee ze water met afvalstoffen en ongeschikt voedsel afvoeren
Nonnetjes paaien in het voorjaar waarbij de eitjes uitwendig worden bevrucht De hier-
uit ontwikkelde larven zweven drie tot vijf weken vrij in het water waarna ze zich ergens
in de bodem vestigen Zorsquon nieuw-gevestigd nonnetje noemt men in het eerste jaar een
lsquobroedjersquo Nonnetjes worden onder meer door wadvogels gegeten Met hun snavels trek-
ken ze de nonnetjes uit de bodem en slikken ze in hun geheel door Rondscharrelende
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 182218
thema 2 Cellen
krabben eten nonnetjes die dichter aan de oppervlakte zitten Ze kraken eerst de schelp
open en eten dan de zachte delen op
Het NIOZ (Nederlands Instituut voor Onderzoek der Zee) heeft onderzoek gedaan naar
de oorzaak en functie van de verschillen in bouw en gedrag van deze schelpdiertjes
Tijdens het onderzoek naar de schelpvorm van het nonnetje werd onder andere deglobositeit (lengtedikte-verhouding) van de nonnetjes in de Waddenzee en van die
in de Noordzee bepaald Het resultaat is in de afbeelding gegeven evenals de onder-
zoeksplekken
Op basis van deze gegevens wordt de conclusie getrokken dat de nonnetjes in de Wad-
denzee een bollere vorm hebben dan de nonnetjes in de Noordzee De onderzoekers vragen zich af of de nonnetjes eacuteeacuten populatie vormen of dat er sprake is
van een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
1p 6 Geef een argument om alle nonnetjes van de Noordzee en de Waddenzee tot eacuteeacuten
populatie te rekenen
1p 7 Geef een argument om een aparte Waddenzeepopulatie en een Noordzeepopulatie
teonderscheiden
HPV-vaccinatie
Lees onderstaande tekst over de HPV-vaccinatie
In 2008 adviseerde de Gezondheidsraad de minister van Volksgezondheid om de
vaccinatie (zie de afbeelding) tegen baarmoederhalskanker op te nemen in het
Rijksvaccinatieprogramma (RVP) voor meisjes van 13 tot 16 jaar In 2009 werden
380000 meisjes opgeroepen voor de eerste uit een serie van drie vaccinatiestegen het humaan Papillomavirus (HPV)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 192219
thema 2 Cellen
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM)
cooumlrdineert de communicatie over het vaccinatieprogram-
ma Laura een leerlinge uit VWO-6 zoekt informatie voor
haar jongere zusje Marieke die een oproep heeft gekre-
gen voor de HPV-vaccinatie Hieronder is een klein deelvan de informatie die zij heeft gekregen weergegeven
Cervarix is een vaccin dat bescherming biedt tegen HPV type 16 en 18 Laura vraagt haar
huisarts veilig het gebruikte vaccin is De huisarts antwoordt dat ook biomedisch onder-
zoek heeft uitgewezen dat het gebruik van het vaccin veilig is
1p 8 Noem een biomedisch onderzoek behalve het bepalen van het verkleinen van de
kans op baarmoederhalskanker dat ook uitgevoerd is
De moeder van Laura had van een vriendin gehoord dat de HPV-vaccinatie juist baar-
moederhalskanker zou kunnen veroorzaken Een vriendin van Marieke meldde zich na
haar vaccinatie bij de huisarts vanwege menstruatieklachten Op het internet had ze
gelezen dat sommige meisjes na de HPV-vaccinatie meer last hebben van hun menstru-
atie De klachten varieumlren van een dagenlange bloeding tot hevige krampen Een even-
tueel verband tussen de vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten zou dan
onderzocht moeten worden
5p 9 Schrijf een proefopzet voor een onderzoek waarmee het verband tussen de HPV-
vaccinatie en het optreden van menstruatieklachten onderzocht kan worden
Samenstelling van Cervarixreg
Elke dosis (05 ml) bevatbull Humaan Papillomavirus type 16-L1-eiwit 20 microg
bull Humaan Papillomavirus type 18-L1-eiwit 20 microg
bull ASO4 adjuvanssysteem dit bevat 3-O-desacyl-4-monofosforyllipide A 50 microg
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 202220
thema 2 Cellen
Antwoorden en uitleg
Bacterieumln in drinkwater
1 Het onverdunde monster bevat per 01 ml gemiddeld 94 bacteriekolonies (12 + 8 + 9 +
11 + 7 = 47 delen door 5 geeft 94) Per ml is dat 94 kolonies terwijl de wet 100 bacte-
rieumln toestaat (1 punt)
Het drinkwater voldoet dus wel aan de wet (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 5
2 Een bacteriekolonie ontstaat door deling van bacterieumln
Het antwoord is dus reproductie
THEMA 1 BASISSTOF 3
Gist
3 Gist wordt ingedeeld in het rijk van de schimmels (1 punt)
De combinatie van drie kenmerken is heterotroof (ze hebben geen bladgroen en zijn
dus niet autotroof) wel een kern wel een celwand (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 4
Vorm en functie
4 Boogbrug (gewelfde vorm) voor de stevigheid bij botten in de voeten (de wreef) (1
punt)
Gestroomlijnde vorm van een duikboot bij waterdieren zoals dolfijnen haaien (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 3
De trek van de zilverzalm
5 a De inhoud van de tekst gaat over het probleem Hoe kunnen zalmen precies hun
geboortestroom terugvinden (1 punt)
Vaak kun je aan de titel van de tekst het probleem herkennen
b Het experiment staat beschreven in de zinnen lsquoIn zee werden () en weer losgela-
tenrsquo (1 punt)
c De auteur geeft een mogelijke verklaring voor het feit dat zilverzalmen hun geboorte-
stroom terugvinden Dit is dus de hypothese die met het experiment wordt getoetst
(1 punt)
d De resultaten van het onderzoek staan in de zinnen lsquoOp de paaiplaatsen () reuk-
centrarsquo (1 punt)
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 212221
thema 2 Cellen
e De conclusie luidt Bij het terugvinden van hun geboortestroom door zalmen speelt
reuk een belangrijke rol Immers bij 90 van de teruggevonden zalmen waren de
reukcentra intact Blijkbaar speelt ook nog wat anders mee bij het vinden van de
geboortestroom want 10 van de zalmen vond de weg met niet-functionerende
reukcentra Daarom staat er dat de reuk een belangrijke rol speelt (1 punt) THEMA 1 BASISSTOF 5
Nonnetjes
6 Voorbeeld van een juist argument om ze tot eacuteeacuten populatie te rekenen is
Doordat de zwevende larven met waterstromen van het ene naar het andere gebied
kunnen verplaatsen zullen voortdurend kruisingen plaatsvinden tussen nonnetjes die
afkomstig zijn van de Waddenzee en die van de Noordzee Daarom zou je het eacuteeacuten popu-
latie kunnen noemen In een populatie vinden immers voortdurend onderlinge kruisin-
gen plaats (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
7 Voorbeeld van een juist argument om twee populaties te onderscheiden is
Het duidelijke verschil in schelpvorm van de nonnetjes in de twee gebieden is een
aanwijzing voor een genetisch verschil en dus voor twee verschillende voortplantingsge-
meenschappen en dus twee populaties (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 2
HPV-vaccinatie
8 Voorbeelden van een juist onderzoek
bull onderzoek naar bijwerkingen van het vaccin
bull onderzoek naar de immuniteit op langere termijn
THEMA 1 BASISSTOF 6
9 De proefopzet moet de volgende elementen bevatten
bull Het moet gaan om een grote groep meisjes in de juiste leeftijdsgroep (1 punt)
bull De aan het onderzoek deelnemende meisjes worden in twee groepen gesplitst en
van alle meisjes wordt informatie verzameld over hun menstruatie (1 punt)
bull Eeacuten groep wordt gevaccineerd met het vaccin de andere met een placebo (1 punt)
In een onderzoek worden altijd twee groepen vergeleken die slechts in eacuteeacuten eigen-
schap verschillen in dit geval wel of geen vaccin Een placebo bevat dezelfde vloei-
stof maar dan zonder het vaccin erin
bull Vervolgens wordt bij alle meisjes gegevens over de eerstvolgende menstruatie(s) verzameld (1 punt)
bull Ten slotte worden beide groepen met elkaar vergeleken wat betreft het verschil in
menstruatie voacuteoacuter en na de vaccinatie (1 punt)
THEMA 1 BASISSTOF 6
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra
7182019 Biologie Voor Jou VWO Zakboek VWO3 (2014)
httpslidepdfcomreaderfullbiologie-voor-jou-vwo-zakboek-vwo3-2014 2222
auteurs
arteunis bos
marianne gommersonno kalverda
gerard muhlenbaumer
ruud passier
theo de rouw
gerard smits
ben waas
reneacute westra