Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 1 van 27
Collectieplan
Verzetsmuseum Amsterdam
Karen Tessel
Oktober 2012
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 2 van 27
Inhoudsopgave
Inleiding 2
Visie 3
Missie 4
Collectiemanagement 4
1. De collectie 5
1.1 Geschiedenis van de collectie 5
1.2 Deelcollecties en registratie 6
1.3 Collectieprofiel- en waardering 9
2. Collectievorming 12
2.1 Verzamelbeleid 12
2.2 Verwerving 14
2.3 Afstoting 15
3. Behoud en beheer 16
3.1 Preventieve conservering 16
3.2 Actieve conservering 17
3.3 Veiligheidszorg 18
4. Collectieregistratie, -digitalisering en –documentatie 20
4.1 Registratie en ontsluiting 20
4.2 Digitalisering 21
4.3 Documentatie 24
5. Gebruik van de collectie 25
Actiepunten 26
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 3 van 27
Inleiding
Het Verzetsmuseum Amsterdam (VMA) werd in 1984 opgericht door voormalig deelnemers
aan het verzet in de Tweede Wereldoorlog. Veertig jaar na het einde van de oorlog vonden
zij het tijd om hun verhaal en collectie openbaar te maken. Dat gebeurde in de voormalige
synagoge in de Lekstraat in Amsterdam-Zuid.
In 1998/1999 verhuisde het VMA naar gebouw Plancius, de huidige locatie aan de Plantage
Kerklaan 61. Dankzij een subsidie vanuit het Deltaplan voor Cultuurbehoud van het
Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen kon het VMA toen geklimatiseerde
ruimtes voor de vernieuwde vaste opstelling en wisseltentoonstellingen realiseren. Vanaf
toen beschikte het museum ook over een ruim, centraal en verantwoord geklimatiseerd en
efficiënt ingericht depot.
In 2002 werd het VMA als één van de eerste acht Amsterdamse musea opgenomen in het
Museumregister Nederland.
Visie 1
Het VMA houdt de herinnering levend aan de periode van dictatuur, oorlog en vervolging
tijdens de Tweede Wereldoorlog. Vanuit verschillende invalshoeken besteedt het VMA
aandacht aan persoonlijke verhalen uit die tijd. Dit biedt bezoekers de mogelijkheid tot
herkenning en identificatie en creëert inzicht in de waarde van tolerantie, vrijheid en
democratie. Het museum laat zien dat vrijheid en welvaart niet vanzelfsprekend zijn en
draagt zo bij aan bewust burgerschap in een cultureel diverse samenleving.
Het museum doet dit op basis van haar veelzijdige collectie die betrekking heeft op de
gebeurtenissen in deze bewogen periode. Het VMA beheert, onderzoekt, presenteert en
documenteert een belangrijke en nog steeds groeiende collectie materiële en immateriële
getuigenissen over verzet en het dagelijks leven in Nederland , Nederlands-Indië, Suriname
en de Nederlandse Antillen tijdens de Tweede Wereldoorlog.
1 Zie ook: Verzetsmuseum Amsterdam, Ondernemingsplan 2013-2016, 4.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 4 van 27
Missie 2
Het VMA wil op basis van haar collectie museale en educatieve producties maken van
historische en vormtechnische topkwaliteit. Het museum combineert daarbij beproefde
middelen met innovatieve technieken om het zware thema van het museum toegankelijk te
maken. Effectbejag door sensatiezucht of door interactiviteit die leuk is maar weinig inhoud
overbrengt, wordt bewust vermeden.
Collectiemanagement
Het collectiemanagement valt onder de verantwoordelijkheid van de conservator, die in het
VMA hoofd collectie en tentoonstellingen is. Het handboek SPECTRUM-N Standaard voor
collectiemanagement in musea versie 1.0 (2008) wordt gebruikt als leidraad.
2 Zie ook: Verzetsmuseum Amsterdam, Ondernemingsplan 2013-2016, 4.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 5 van 27
1. De collectie op hoofdlijnen
1.1 Geschiedenis van de collectie
De collectie waarmee de vaste opstelling in 1985 op de eerste locatie in de Lekstraat in
Amsterdam is ingericht, is in een jaar tijd bijeengebracht door een wervingscampagne onder
oud-verzetsmensen. Sindsdien heeft de collectie zich uitgebreid door schenkingen en door
actieve acquisitie ten behoeve van wisseltentoonstellingen.
In de loop van de jaren negentig nam het aantal schenkingen toe doordat de
directbetrokkenen ouder werden of overleden. De verwachting dat het aantal schenkingen
aan het begin van de 21ste eeuw drastisch zou afnemen door het wegvallen van de eerste
generatie betrokkenen is niet uitgekomen. Veel particuliere collectie ging over in het bezit
van de tweede generatie, die de wens had deze een goede plek te geven. Het
Verzetsmuseum bouwde een goede naam op als collectie beherende instelling; het aantal
schenkingen is de laatste tien jaar gemiddeld 100 per jaar. De kwaliteit van de schenkingen
neemt niet af. Het museum blijft waardevolle aanwinsten verwerven. Medio 2012 heeft het
museum in totaal 16700 schenkingen ontvangen.
De zorg voor de collectie heeft vanaf het begin veel aandacht gehad. Het verworven
materiaal is vanaf de wervingscampagne in 1984 genummerd en op volgorde van
binnenkomst genoteerd in een inventarisboek. Hierdoor is de basisregistratie van meet af
aan in orde geweest. Vanaf 1989 werd de collectie ontsloten middels de destijds gangbare
software Q&A. In 2003 is overgestapt op de software Adlib. Vanaf 2010 is de collectie voor
het publiek ontsloten middels de digitale catalogus op de website van het VMA.
In de eerste jaren van het bestaan van het museum is veel materiaal, zelfs volstrekt
onbelangrijk materiaal, in langdurig bruikleen aangenomen. De eigenaren of hun
nabestaanden zijn niet meer te achterhalen. Het deel van dit materiaal dat buiten het
verzamelbeleid valt, kan echter niet worden afgestoten omdat het VMA het niet in
eigendom heeft. Dat is problematisch. Mede door deze ervaring is het VMA zeer
terughoudend geworden met het aannemen van langdurige bruiklenen.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 6 van 27
1.2 Deelcollecties en registratie
Hieronder volgt een opsomming van de deelcollecties en enkele opmerkingen over de
registratie van de deelcollecties, indien die registratie afwijkend is van de standaarden in de
museumwereld. Meer informatie over de collectieregistratie staat in paragraaf 4.1. De
genoemde cijfers dateren van medio 2012.
Particuliere Archieven (PA’s)
Ongeveer 680 collecties die voornamelijk bestaan uit documenten van zeer uiteenlopende
aard en objecten afkomstig van een persoon of groep, meestal afkomstig uit het voormalig
verzet. Deze vormen de kern van de collectie van het VMA.
De omvang van de PA’s loopt uiteen van een enkel document tot verzamelingen die
meerdere archiefdozen beslaan. De PA’s hebben vaak een heterogeen karakter. Sommige
verzamelingen hebben betrekking op verschillende vormen van verzet omdat de
betreffende verzetsgroepen waarvan de collectie afkomstig is zich met verschillende vormen
van verzet bezighielden. Ook hebben individuele verzetsmensen vaak te maken gehad met
verschillende verzetsgroepen. Verzetsgroepen hadden vaak een zeer losse organisatorische
samenhang; de groepsnamen zijn meestal pas na de bevrijding ontstaan.
De registratie van de PA’s bleek aanvankelijk door het heterogene karakter van de collecties
een probleem op te leveren. De in de museumwereld gehanteerde uitgangspunten – ieder
museaal object een eigen nummer, een eigen registratieformulier en uitgebreide
objectbeschrijving – bleek weinig zinvol en toepasbaar. Na enig experimenteren is besloten
de PA’s als een eenheid te registreren en beschrijven. Daarbij zijn standaarden uit de
archivistiek gebruikt. Er werd aanvankelijk gewerkt met zelf ontworpen formulieren, waarop
veel ruimte was voor associatietrefwoorden, achtergrondinformatie en een inventarislijst.
Objecten
1380. Objecten die naar hun aard bij elkaar horen, zijn onder één inventarisnummer
geregistreerd met subnummers. Voorbeelden van dergelijke strikt bij elkaar horende
objecten zijn gehamsterde voedselvoorraden of een omvangrijke collectie
vervalsingsmaterialen.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 7 van 27
Foto’s
6500. Dit zijn zowel authentieke afdrukken als reproducties.
Affiches
570 affiches uit de periode 1940-1945.
Prenten, tekeningen, schilderijen
301 prenten en tekeningen en 38 schilderijen.
Brochures en pamfletten
860 (voornamelijk illegale) brochures en pamfletten. Deze deelcollectie is niet geregistreerd
in het registratiesysteem Adlib. Pamfletten werden vaak op particulier initiatief keer op keer
opnieuw gedrukt, gestencild of overgeschreven. De pamfletten zijn op titel geordend, omdat
er vaak tientallen verschillende versies bestaan van hetzelfde pamflet. Ze zijn beschreven in
een aparte inventaris. In deze deelcollectie zijn veel doubletten aanwezig. Een deel komt
daardoor in aanmerking voor afstoting.
Periodieken
350 titels. Het betreft illegale kranten en een aantal andere periodieken, zoals het Joodsch
Weekblad, het orgaan van de Nederlandse Unie en Nederlandstalige geallieerde
tijdschriften. Ook gelijkgeschakelde kranten en nationaalsocialistische kranten vallen binnen
het verzamelbeleid.
De periodieken zijn niet ontsloten via Adlib, maar geordend aan de hand van het alfabetisch
overzicht uit de RIOD-publicatie De ondergrondse pers 1940-1945 van Lydia E. Winkel uit
1989. Dit overzicht is voorzien van een personenregister en plaatsnamenregister. De
periodieken zijn beschreven in een aparte inventaris. In deze deelcollectie bevinden zich veel
doubletten. Een deel komt daardoor in aanmerking voor afstoting.
Nadere registratie van de periodieken heeft geen prioriteit, aangezien de Koninklijke
Bibliotheek in het grootschalige project Databank Digitale Dagbladen illegale en legale
periodieken uit de periode 1940-1945 nagenoeg integraal heeft gedigitaliseerd. De KB stelt
deze gratis beschikbaar op internet, zie http://kranten.kb.nl/. Ze zijn uitstekend
doorzoekbaar middels een zoekmachine.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 8 van 27
Audiovisueel materiaal
212 interviews op verschillende dragers en 219 AV-producties gemaakt voor en gebruikt in
tentoonstellingen. Tot 1997 werden interviews met ooggetuigen niet als deel van de
collectie beschouwd. Dit standpunt is toen gewijzigd. Deze deelcollectie is nog niet ontsloten
via Adlib. Dit zal wel gebeuren. De laatste jaren krijgt het VMA incidenteel ‘digital born’
collectie aangeboden; dat wil zeggen, interviews gemaakt door derden die zijn opgenomen
op een digitale camera. Deze interviews worden als digitaal bestand opgenomen in de
collectie.
Gebruikscollectie
Kleine collectie voor presentatie- of educatiedoeleinden. Het betreft algemene, niet-
persoonsgebonden stukken, zoals distributiebonnen, formulieren die niet op naam staan en
legale kranten met berichten over belangrijke historische gebeurtenissen.
Rekwisieten
Gebruiksvoorwerpen uit de periode 1940-1945, die niet in verband staan met de
oorlogsomstandigheden en dus feitelijk niet in de collectie passen, bijvoorbeeld gewone
huisraad en kleding, typemachines, radio’s en servies (meer hierover in paragraaf 2.1 over
het verzamelbeleid).
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 9 van 27
1.3 Collectieprofiel en -waardering
Met het waardestellend kader van het Deltaplan voor Cultuurbehoud (1990) als
uitgangspunt is de collectie van het VMA als volgt in te delen:
Categorie A
Een aantal objecten en PA’s van het VMA behoort tot de top van het Nederlandse
cultuurbezit. Het zijn unieke objecten en collecties die onvervangbaar zijn voor het
Nederlandse cultuurbezit door hun relatie met een bijzondere gebeurtenis in de
geschiedenis of met een bijzondere persoon uit de Nederlandse geschiedenis. Uit de
collectie van het VMA zijn dit de volgende objecten en documenten:
In de vaste opstelling tentoongesteld:
1. vermommingbril van Hannie Schaft
2. stippenkaart met aanduiding Joden in Amsterdam (langdurig bruikleen van het
NIOD)
3. microfilm met toezegging miljoenenlening aan het Nationaal Steun Fonds van
regering in ballingschap (langdurig bruikleen van het NIOD)
4. vervalsingscollecties
5. armband Joodse Raad van Jacques van de Kar (ontsnappingen uit de Hollandse
Schouwburg)
6. schilderijen met begeleidend briefje gemaakt tijdens de onderduik door Erich en
Heinz Geiringer (Joodse onderduik)
7. het prototype van de nationale feestrok gemaakt door Mies Boissevain-van Lennep
(verzetsgroep CS-6)
8. telefoontoestel CID (Centrale Inlichtingen Dienst)
9. zendkoffer Sjoerd Sjoerdsma
10. ordner spionage rapporten groep ‘Spijker’ (spionagegroep Packard)
11. pistool Bertus Valstar (top LKP - Landelijke Knokploegen)
12. sleutels overval Weteringschans-gevangenis (Gerrit van der Veen)
13. papieren Ir. Loep (als topman van Stork geëxecuteerd na April/Meistakingen)
14. nachtkijker en kaartenbak van Herman Sterrenburg (spionagegroep Albrecht)
15. papieren en papiergeld Tolly Thijssen (verzet Nederlands-Indië)
16. typemachine Coba Veltman (Februaristaking)
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 10 van 27
17. inventaris Parool-drukkerij Jesse
18. collectie Jan Brasser (prominent communist, actief in gewapend verzet in de
Zaanstreek, Raad van Verzet, Binnenlandse Strijdkrachten)
19. bergschoenen en reisspullen Eleanore en Eddie Hertzberger (ontsnappingslijn
Zwitserland, Pyreneeën naar Engeland)
20. collectie Joe Russell met vals persoonsbewijs op vrouwennaam en pasfoto in
travestie (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers)
21. collectie Jaap de Graaf (hoofdverspreider Trouw)
In depot:
22. afscheidsbrief van Willem Arondéus, de leider van de aanslag op het Amsterdamse
bevolkingsregister en prominent lid van het Kunstenaarsverzet (NB. replica in vaste
opstelling, te kwetsbaar om tentoon te stellen)
23. afscheidsbrief van Arie Addicks (Het Parool), geschreven achterop het kartonnen
huisreglement van de gevangenis (NB. replica in vaste opstelling, te kwetsbaar om
tentoon te stellen)
24. Webley Scott revolver van Gerrit-Jan van Heuven Goedhart, prominent lid van de
Paroolgroep en latere minister van Justitie in de Regering in ballingschap (langdurig
bruikleen van het Amsterdam Museum)
25. Collectie Bertus Valstar (PA gedeelte; andere gedeelte in vaste opstelling)
26. collectie Slomp, brief geschreven in koepelgevangenis Arnhem door Frits Slomp
(Frits de Zwerver) (Landelijke Organisatie voor hulp aan onderduikers)
27. collectie Martien van Engelen (top Landelijke Organisatie voor hulp aan
Onderduikers)
28. collectie prenten en tekeningen van Jan Rot (illegale krant Paraat)
29. collectie Jesse (PA gedeelte; andere gedeelte in vaste opstelling)
30. linoleumsnede voor verzetsaffiche, gemaakt door Krijn Dolman jr. Afbeelding van
straatbeeld met spandoek, waarop "Duitschland wint op alle fronten!", waaronder
een grijnzende jongen met een bal onder de arm. Daar weer onder in oranje de
tekst "1 April!"
31. collectie J.F. IJisberg met briefjes die uit de gevangenis zijn gesmokkeld
(communistisch verzetsman en medeorganisator Februaristaking)
32. vervalsingscollectie van de Persoonsbewijzencentrale (PBC) (Gerrit van der Veen)
33. collectie Jan Brasser (PA gedeelte; andere gedeelte in vaste opstelling)
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 11 van 27
34. collectie Jiskoot/ Johannes Post (Landelijke Knokploegen, vervalsingen, hulp aan
onderduikers)
35. collectie Erik Hazelhoff Roelfzema (Soldaat van Oranje)
36. koffer met dubbele bodem van Jaap Beekman, agent van het Bureau Bijzondere
Opdrachten
37. gordel van J. Borghouts, commandant Stoottroepen van de Binnenlandse
Strijdkrachten
38. collectie Charles van Blommestein (samen met Geert Lubberhuizen de oprichter van
de illegale drukkerij De Bezige Bij)
39. collectie Ivo Schöffer (studentenverzet en vervalsingen)
40. collectie L.H. van der Tweel (vervalsingen Persoonsbewijzen Centrale)
41. collectie J.M. Goudswaard (studentenverzet)
42. collectie J. van Hellenberg Hubar, J. van Mansvelt en W. Eggink (studentenverzet)
43. collectie H.G. Scholten (gijzelaar in Sint Michelgestel)
44. album familie Boissevain (verzetsgroep CS-6)
45. fotoalbum Tienray (kindersmokkel en –onderduik) (replica in de vaste opstelling)
46. fotoalbums Karel Bönnekamp (amateurfoto’s van bezet Amsterdam)
Categorie B
Het grootste gedeelte van de collectie van het VMA behoort tot de categorie cultuurbezit
met een hoge presentatie en documentatiewaarde. Het betreft hier de PA’s, pamfletten en
brochures, affiches, tekeningen en prenten en periodieken. De doubletten in de pamfletten-
en brochurecollectie en in de collectie periodieken komen voor afstoting in aanmerking.
Categorie C
Een klein gedeelte van de PA’s heeft een grote documentatiewaarde, maar een geringe
presentatiewaarde. Dergelijk materiaal wordt soms in wisseltentoonstellingen geëxposeerd.
Het betreft rapporten, notulen, verslagen van verzetsactiviteiten e.d.
Categorie D
De gebruikscollectie behoort feitelijk niet tot het verzamelgebied van het VMA, maar wordt
vanwege presentatie- en educatiedoeleinden behouden.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 12 van 27
2. Collectievorming
2.1 Verzamelbeleid
Het VMA verzamelt objecten, documenten en immateriële getuigenissen (interviews) die
betrekking hebben op gebeurtenissen in de Tweede Wereldoorlog in Nederland en de
voormalige Nederlandse koloniën. Het VMA concentreert zich daarbij op cultureel erfgoed
dat betrekking heeft op het verzet tijdens de bezetting van Nederland en de voormalige
Nederlandse koloniën. Hieronder valt:
materiaal dat is geproduceerd met het oog op de specifieke gebeurtenissen en
omstandigheden van bezetting en verzet
materiaal dat een functie heeft gehad in de specifieke gebeurtenissen en
omstandigheden van bezetting en verzet.
Binnen het verzamelgebied van het VMA valt nadrukkelijk materiaal dat betrekking heeft op:
gebeurtenissen en ontwikkelingen uit de jaren dertig die een direct verband hebben
met gebeurtenissen uit de Tweede Wereldoorlog
het nationaalsocialisme in Nederland en de voormalige Nederlandse koloniën
het ingrijpen van de omstandigheden tijdens de bezetting in het dagelijks leven
gebeurtenissen en ontwikkelingen die betrekking hebben op de directe nasleep van
de bezettingstijd.
Binnen het verzamelgebied van het VMA valt ook:
materiaal afkomstig van verenigingen, stichtingen, comités, zelfhulpgroepen e.d. die
rechtstreeks betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog, indien het deel
uitmaakt van een PA dat hoofdzakelijk bestaat uit authentiek materiaal uit de
oorlog.
Buiten het verzamelgebied van het VMA valt materiaal dat uitsluitend betrekking heeft op:
de oorlogsvoering en het leger tijdens de Tweede Wereldoorlog (primair
verzamelgebied van Liberty Park Oorlogsmuseum – Overloon)
de concentratiekampen in Duitsland tijdens de Tweede Wereldoorlog (primair
verzamelgebied van Herinneringscentrum Kamp Westerbork; Nationaal Monument
Kamp Vught; Nationaal Monument Kamp Amersfoort)
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 13 van 27
algemene aspecten van de voor- en naoorlogse samenleving (verzuiling, crisis in de
jaren dertig, welvaartsontwikkeling e.d.) (verzamelgebied van het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis en diverse regionale musea en Regionaal
Historische Centra)
verzet buiten het Koninkrijk der Nederlanden tijdens de Tweede Wereldoorlog,
tenzij er een directe relatie is met het Koninkrijk der Nederlanden, bijvoorbeeld de
buitenlandse ontsnappingslijnen (verzamelgebied van buitenlandse musea met
betrekking tot de Tweede Wereldoorlog)
hedendaagse vormen van onderdrukking en verzet (verzamelgebied van diverse
solidariteitscomités en actiegroepen)
naoorlogse Nederlandse verzets- en solidariteitsacties, bijvoorbeeld boycotacties
tegen Spanje ten tijde van Franco, demonstraties tegen de oorlog in Vietnam, acties
en demonstraties tegen kernwapens (verzamelgebied van het Internationaal
Instituut voor Sociale Geschiedenis)
neonazisme, racisme en protestacties daartegen (verzamelgebied van de Anne Frank
Stichting)
Buiten het verzamelgebied vallen ook:
complete archieven van verenigingen, stichtingen, comités, zelfhulpgroepen e.d. die
rechtstreeks betrekking hebben op de Tweede Wereldoorlog. Het NIOD neemt
dergelijke archivalia wel op in de collectie.
kunstwerken, mits deze van historische betekenis zijn vanwege de documentaire
waarde ervan. Het gaat dan bijvoorbeeld om uit herinnering of overlevering
vastgelegde reconstructies van historische gebeurtenissen, die niet of nauwelijks op
foto of film zijn vastgelegd.
zogenaamde ‘verwerkingskunstwerken’; kunst vervaardigd door direct betrokkenen
om hun (traumatische) ervaringen uit de oorlogsperiode te verwerken.
N.B. Materiaal dat in principe buiten het verzamelgebied van het VMA valt, zoals hierboven
beschreven, kan wel worden verzameld indien het deel uitmaakt van een PA of als het
afkomstig is van belangrijke verzetsmensen en er een duidelijk verband bestaat met hun
ervaringen uit de Tweede Wereldoorlog.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 14 van 27
2.2 Verwerving
De collectie van het VMA groeit door schenkingen. Het gaat enerzijds om materiaal dat
spontaan door particulieren wordt aangeboden. Anderzijds wordt er actief materiaal
geacquireerd in het kader van wisseltentoonstellingen. Het verzamelbeleid strekt zich echter
niet uit over alle onderwerpen die in wisseltentoonstellingen aan de orde kunnen komen.
Het museum is zeer terughoudend in het accepteren van langdurige bruiklenen. Alleen
wanneer het zeer bijzondere collectie betreft, kan een langdurige bruikleenovereenkomst
worden overwogen.
De beslissing over het al dan niet acquireren van nieuwe collectie valt onder de
verantwoordelijkheid van de conservator. Indien er twijfel bestaat over de herkomst van een
aangeboden object, wordt herkomstonderzoek gedaan. Als een aangeboden object niet
binnen het verzamelbeleid van het VMA past, maar wel als waardevol wordt beschouwt, zal
het VMA doorverwijzen naar een instelling waar het aangebodene wel in de collectie past. In
de dagelijkse praktijk behandelt de collectiebeheerder, in overleg met de conservator, vaak
de acquisitie van nieuwe collectie en het contact met de schenkers.
Het VMA werkt met een standaard schenkingsakte. Sinds 2012 hanteert het VMA ook een
zogenaamd ‘museumcodicil’. Dit is een schenkingsovereenkomst op termijn, die na het
overlijden van de schenker effectief zal worden.
In de eerste jaren van het bestaan van het museum was er nog weinig aandacht voor het
verwerven van de bij collectie behorende auteursrechten. Op enkele collecties van foto’s,
prenten en schilderijen, gemaakt door personen die nog niet langer van 75 jaar zijn
overleden, berusten officieel nog auteursrechten. De overdracht van deze auteursrechten
door de maker of diens nabestaanden aan het VMA moet alsnog worden geregeld. In de
huidige schenkingsakte is standaard een clausule opgenomen waarin de overdracht van
auteursrechten wordt vastgelegd. Ook voor het overdragen van de rechten die zijn ontstaan
in het kader van op film of digitaal vastgelegde oral history interviews worden
overeenkomsten met geïnterviewden ondertekend.
Het museum heeft geen aankoopbudget. Slechts bij zeer hoge uitzondering zijn in het
verleden collectiestukken aangekocht. Er bestaat een levendige handel in collectie met
betrekking tot de Tweede Wereldoorlog op beurzen en het internet. Het VMA begeeft zich
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 15 van 27
bewust niet op deze markt. Dat heeft een aantal redenen. Ten eerste stimuleert het VMA
vanaf het begin van haar bestaan dat direct bij de oorlog betrokkenen hun collectie aan het
museum afstaan, mét het bijbehorende verhaal. Een dergelijk verhaal, dat een object
betekenis geeft, ontbreekt vaak bij materiaal dat wordt aangeschaft via internet of op
beurzen en heeft daardoor een minder grote symboolwaarde. Ten tweede groeit de
collectie nog steeds hard genoeg. Het museum heeft alle beschikbare middelen hard nodig
voor een verantwoorde registratie en conservering van de collectie. Ten derde is het meeste
materiaal dat via de markt wordt aangeboden van militaire aard en dat valt buiten het
verzamelbeleid van het museum.
Hoewel er, zoals eerder reeds aangestipt, tot op heden geen sprake van is, zal het aantal
schenkingen in de toekomst afnemen. Vanaf het moment dat het zover is, zal het museum
zich meer (kunnen) gaan richten op aanvulling en completering van de collectie. In eerste
instantie zal het museum zich daarbij richten op ruil met collega-musea. Een
geïnstitutionaliseerd overleg met andere collectie beherende instellingen en musea op het
gebied van de Tweede Wereldoorlog is hiertoe het geëigende forum. Een oriëntatie op het
commerciële aanbod is dan eveneens mogelijk.
2.3 Afstoting
In de eerste jaren van het bestaan van het museum is veel materiaal – zelfs volstrekt
onbelangrijk materiaal – in langdurige bruikleen aangenomen. De eigenaren of hun
nabestaanden zijn nu niet meer te achterhalen. Dat deel dat voor het museum weinig
waarde heeft, kan echter volgens de Leidraad voor het Afstoting van Museale Objecten
(LAMO) (2006) niet worden afgestoten omdat het VMA het niet in eigendom heeft. Voor
deze situatie, waarmee ook andere musea te maken hebben, biedt de bestaande LAMO
geen effectieve methode. Het museum houdt de ontwikkelingen rondom de, op het
moment van schrijven, in herziening zijnde LAMO in de gaten en zal het afstotingsbeleid op
deze nieuwe leidraad afstemmen.
Naast het in langdurig bruikleen afgestane onbelangrijke materiaal, komen op basis van het
verzamelbeleid van het VMA, zoals uiteengezet in paragraaf 2.1, de doubletten in de
deelcollectie pamfletten en brochures en die in de deelcollectie periodieken voor afstoting
in aanmerking. Afstoten zal vooral overdracht van dit materiaal aan andere instellingen
betekenen. Binnen het eerder genoemde geïnstitutionaliseerd overleg van collectie
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 16 van 27
beherende oorlogsmusea en herinneringscentra wordt het afstotingsbeleid van de
individuele instellingen op elkaar afgestemd.
In de praktijk heeft afstoting tot op heden incidenteel plaatsgevonden. Aangezien afstoting
een zeer tijdrovende kwestie is en het museum over beperkte menskracht en middelen
beschikt, is aan het systematisch afstoten van de voor afstoting in aanmerking komende
collectieonderdelen geen prioriteit gegeven. Actief afstotingsbeleid zal worden gemaakt op
het moment dat daartoe voldoende menskracht en middelen beschikbaar kunnen worden
gemaakt.
3. Behoud en beheer
3.1 Preventieve conservering
90% van de PA’s en de meeste deelcollecties (periodieken, brochures/pamfletten,
prenten/tekeningen, foto's en affiches) bestaan uit papier. Een groot deel van dit papier is
door de schaarste van de bezettingsjaren van zeer slechte kwaliteit; het heeft een hoge
zuurgraad en is sterk vergeeld. Het overige materiaal betreft doorgaans gebruiksvoorwerpen
met een samengesteld karakter, ook veelal van matige kwaliteit.
Vanaf de opening van het museum in 1985 zijn er maatregelen genomen op het gebied van
preventieve conservering: zonwering, UV-arme verlichting, zuurvrij verpakkingsmateriaal,
fomalhydevrije bouwmaterialen, e.d. Sinds de verhuizing in 1998-1999 beschikt het VMA
over optimaal geklimatiseerde expositieruimtes en depot. De verhuizing naar gebouw
Plancius is de conditie van de collectie zeer ten goede gekomen.
Klimaatbeheersing
De temperatuur en relatieve luchtvochtigheid in het depot en de expositieruimtes wordt
wekelijks gecontroleerd door de conservator. Hiervoor worden digitale dataloggers
gebruikt.3 Halfjaarlijks (in maart en september) worden de klimaatgegevens geanalyseerd
door de conservator. Als de conservator afwijkingen (ook tussentijds) constateert en meent
dat actie moet worden ondernomen, wordt dit opgenomen met de coördinator technische
dienst. Hij neemt contact op met de beheerder van de klimaatinstallatie, Wolter & Dros/ TBI
3 De klimaatnormen die worden gehanteerd zijn een binnentemperatuur van 18˚C (+/- 1,5˚C) in de
winter, 22˚C (+/- 1,5˚C) in de zomer en een relatieve luchtvochtigheid van 50% (+/- 5%).
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 17 van 27
techniek. Het VMA heeft daar een vast contactpersoon. De dataloggers worden jaarlijks in
januari gekalibreerd.
Lichtbeheersing
In september voert de collectiebeheerder de jaarlijkse lichtmeting in de vaste opstelling uit.
Bij het inrichten van wisseltentoonstellingen worden standaard lichtmetingen uitgevoerd
onder verantwoordelijkheid van de conservator. Lichtmetingen zijn de afgelopen jaren nog
niet consequent uitgevoerd. Bij de metingen in 2012 is geconstateerd dat de
lichtbeheersing, vooral in de vaste opstelling over Nederlands-Indië, niet voldoet aan de
eisen.4 Het belichtingsplan voor de gehele vaste opstelling zal daarom zo snel mogelijk
worden aangepast.
Controles collectie
Twee maal per jaar (in mei en november) worden de tentoonstellingsruimtes en het depot
systematisch gecontroleerd op ongedierte door de technische dienst onder
verantwoordelijkheid van de conservator. Dit is de laatste jaren niet consequent gedaan. In
mei 2012 werd weer een controle uitgevoerd, waarbij geen ongedierte werd geconstateerd.
De collectiebeheerder is verantwoordelijk voor het schoonhouden van het depot en de
vitrines in de exposities.
Een maal per kwartaal controleert de collectiebeheerder de conditie van objecten in de
vaste opstelling en de meest kwetsbare objecten in het depot. Alle museummedewerkers en
vrijwilligers worden geïnstrueerd alert te zijn op afwijkingen van de objecten, in het klimaat
en op ongedierte of schimmels in de expositieruimtes. Als zij iets verdachts zien,
rapporteren zij dat aan de coördinator technische dienst. In overleg met de coördinator
technische dienst beslist de conservator over te nemen maatregelen.
3.2 Actieve conservering
De collectie van het Verzetsmuseum ontleent zijn waarde niet aan de esthetische kwaliteit.
Het is integendeel juist kenmerkend voor een collectie die stamt uit een periode van
schaarste en onderdrukking, dat objecten en documenten er armoedig en geïmproviseerd
uitzien. Het materiaal krijgt authenticiteit door beschadigingen die zijn veroorzaakt door het
4 Zie het artikel: ICN, Het beperken van lichtschade aan museale objecten: lichtlijnen in: ICN
Informatie, nummer 13, mei 2005.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 18 van 27
gebruik tijdens de oorlogsjaren. Het Verzetsmuseum streeft er niet naar de collectie door
restauraties in een zo gaaf mogelijke toestand te brengen. Het is natuurlijk wel van groot
belang dat de collectie wordt behoed voor verval.
Bij inkomende en uitgaande objecten en bruiklenen wordt standaard een conditiecontrole
en –onderzoek gedaan door de collectiebeheerder. Indien dit uitwijst dat actieve
conservering noodzakelijk is, zal, na overleg met de conservator, een deskundig restaurateur
worden ingeschakeld. Dat geldt natuurlijk ook voor collectieonderdelen uit de vaste
opstelling en kwetsbare collectie uit het depot.
3.3 Veiligheidszorg
Depot
Het depot is niet toegankelijk met een generaalsleutel en heeft een apart slot. Alleen de
collectiebeheerder, conservator en directeur beschikken over een sleutel van het depot. Zij
dragen verantwoordelijkheid voor de omgang met de collectie.
Exposities
Er zijn zeven bewakingscamera’s in de expositieruimtes. De beelden die daarmee worden
gemaakt zijn zichtbaar op een computer achter de balie. Baliemedewerkers houden de
camera’s in de gaten en grijpen in bij calamiteiten. Instructies hieromtrent zijn opgenomen
in het Balieboek.
Baliemedewerkers lopen minimaal een maal per uur een surveillanceronde door de
expositieruimtes. Zij noteren alle onvolkomenheden op een ‘dagrapport-formulier’. Ook
spreken ze bezoekers aan op ongeoorloofd gedrag, zoals:
- fotograferen met flits
- eten of drinken
- tegen panelen leunen of schrijven
De vitrines met NSB-objecten, die op de verzamelaarsmarkt veel geld waar zijn, en de
vitrines met wapens zijn extra geborgd en niet met gewoon gereedschap open te krijgen.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 19 van 27
Technische mankementen worden direct gemeld aan de coördinator technische dienst.
Dagrapporten worden tweewekelijks ingeleverd bij de coördinator technische dienst.
In het Bedrijfsnoodplan van het VMA staat omschreven hoe er bij calamiteiten gehandeld
moet worden met betrekking tot de collectie.
Verzekeringen
De gehele collectie en de bruiklenen zijn verzekerd. De administratie omtrent verzekeringen
van in- en uitgaande bruiklenen wordt uitgevoerd door de administrateur op aanwijzing van
de conservator.
Collectie-informatiesysteem
Dagelijks wordt een back-up gemaakt van het gehele digitale netwerk van het VMA,
waaronder Adlib. Het actueel houden van de back-up van het netwerk valt onder de
verantwoordelijkheid van de bureau-assistent op aanwijzing van de coördinator technische
dienst.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 20 van 27
4. Collectieregistratie, -digitalisering en -documentatie
4.1 Registratie en ontsluiting
In 1989 is begonnen met de ontsluiting van de collectie door middel van de destijds door de
Nederlandse Museumvereniging aanbevolen software Q&A. In Q&A werd een eigen
applicatie vervaardigd. Al werkend is een eigen thesaurus ontwikkeld, waarmee nog steeds
wordt gewerkt en die in de praktijk goed blijft voldoen.
In 1995 is voor het eerst een collectieplan opgesteld. Nadien is dit meermaals
geactualiseerd. Bij het tienjarig bestaan van het VMA verscheen de publicatie Verstopt,
vervalst, verzameld: de collectie van het Verzetsmuseum Amsterdam, geschreven door
toenmalige conservator Liesbeth van der Horst.
In 2003 is het VMA van de inmiddels verouderde software Q&A overgestapt op Adlib. In de
periode 2008-2010 werd door twee freelance collectie registratoren de achterstand
weggewerkt die in de collectieregistratie was ontstaan door structurele onderbezetting
wegens geldgebrek. Het beleidsdoel om de collectie volledig te registreren en ontsluiten,
geformuleerd in het collectieplan uit 2005, is daarmee behaald.5
De collectieregistratie valt onder de verantwoordelijkheid van de collectiebeheerder. Hij
wordt daarin bijgestaan door vrijwilligers. Nadat de grote registratie achterstand in 2010
mede door de freelance collectie registratoren was weggewerkt, stond de
collectiebeheerder er weer alleen voor. In de registratie van nieuw binnenkomende collectie
is inmiddels weer een achterstand ontstaan. Een oplossing voor het wegwerken van deze
achterstand wordt gezocht in het aantrekken van gekwalificeerde vrijwilligers die met
pensioen zijn en die zich voor langere tijd en minimaal twee dagdelen in de week willen
inzetten.
De collectiebeheerder is bij het museum werkzaam in een voormalige ID-baan die behouden
is gebleven door de zogenaamde Sargentini-regeling. Gezien het feit dat de Gemeente
Amsterdam voornemens is de Sargentini-regeling af te bouwen, is zijn opvolging – hij is
medio 2012 7 jaar van zijn pensioen – een punt van aandacht en zorg. Bij daadwerkelijke
afbouw van de Sargentini-regeling zal in de subsidieaanvraag voor de nieuwe Kunstenplan
5 Het VMA ontving hiertoe een subsidie vanuit het programma Erfgoed van de Oorlog van het
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 21 van 27
periode 2017-2020 geld worden aangevraagd om een nieuwe collectiebeheerder in regulier
dienstverband aan te kunnen stellen.
4.2 Digitalisering
Het VMA streeft er om drie redenen naar de collectie systematisch te digitaliseren zodat
zoveel mogelijk collectieonderdelen digitaal beschikbaar kunnen worden gesteld. De
collectie kan zo ten eerste worden beschermd voor gebruiksschade. Bovendien biedt
digitalisering de mogelijkheid om informatie over het authentieke materiaal te koppelen aan
digitale beelden van de objecten en documenten. Ten slotte kunnen digitale beelden en
gedigitaliseerde informatie worden ingezet voor onderzoek, educatie, PR en marketing.6 De
afgelopen jaren is het belangrijkste deel van de collectie gedigitaliseerd. Voor de periode
2013-2016 is het de ambitie om de deelcollectie objecten te digitaliseren en de digitale
catalogus nog breder toegankelijk te maken.
Digitale catalogus
Tegelijk met het wegwerken van de registratieachterstand in de periode 2008-2010, werd
een digitale catalogus vervaardigd (http://collectie.verzetsmuseum.org).7 De digitale
catalogus is vanaf mei 2010 te raadplegen. In 2010 werd de digitale catalogus 2228 keer
geraadpleegd, in 2011 2283 keer en in 2012 t/m juli 1326 keer.
Het is voor het VMA een doel een nog bredere toegankelijkheid van de digitale catalogus te
bewerkstelligen, en daarmee de bekendheid van de collectie. Dit wordt bereikt door het
aansluiten van de digitale catalogus op de Digitale Museale Collectie Nederland (DiMCoN),
een project dat wordt gecoördineerd door de Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed
(http://www.digitalecollectienederland.nl/). DiMCoN is aangesloten op Europeana, de
digitale bibliotheek van de EU. Europeana maakt Europees cultureel erfgoed toegankelijk.
Via de website www.europeana.eu zijn sinds 2008 miljoenen gedigitaliseerde objecten, zoals
boeken, tijdschriften, films, foto's en muziek beschikbaar.
6 Informatieplan Verzetsmuseum Amsterdam, digitaliseren met beleid (november 2007).
7 Bekostigd middels dezelfde subsidie vanuit het programma Erfgoed van de Oorlog van het Ministerie
voor Volksgezondheid, Welzijn en Sport. De digitale catalogus voldoet aan de standaarden van DE BASIS van Digitaal Erfgoed Nederland.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 22 van 27
Hieronder wordt de stand van zaken met betrekking tot digitalisering per deelcollectie
medio 2012 weergegeven.
Particuliere archieven (PA’s)
Op basis van criteria als kwetsbaarheid, uniciteit en representativiteit is in 2009 een selectie
van de 50 belangrijkste PA’s (circa 15.000 pagina’s) gedigitaliseerd. Dit is ongeveer 7,5% van
deze deelcollectie. De bestanden zijn toegevoegd aan Adlib en in PDF-formaat te
downloaden via de digitale catalogus. Een bijzonder onderdeel van de deelcollectie PA’s, 14
egodocumenten, zijn in 2009 in het kader van het programma Metamorfoze gedigitaliseerd
en toegevoegd aan het Geheugen van Nederland (www.geheugenvannederland.nl). Deze
staan nog niet in Adlib. Dat zal wel gebeuren.
Objecten
Van de collectie objecten zijn gaandeweg, met het oog op de ontwikkeling van de website,
educatieve en PR-doeleinden, ad hoc veelvuldig digitale afbeeldingen vervaardigd. Een
verbetering van de digitale archivering, administratie van het bestaande beeldmateriaal van
de collectie en het protocolleren van de werkprocessen hieromtrent, is een doel voor de
periode 2013-2016. Er bestaat vooral behoefte aan goede foto’s van de deelcollectie
objecten. Het is dan ook een doel om van een selectie van de deelcollectie objecten
afbeeldingen toe te voegen aan Adlib. Deze afbeeldingen kunnen dan via de digitale
catalogus beschikbaar worden gesteld aan het publiek. De selectie zal gemaakt worden op
basis van de criteria kwetsbaarheid, uniciteit en representativiteit. De digitale foto’s van de
objecten zullen de collectie-informatie ondersteunen en daarnaast moeten ze kunnen
worden gebruikt voor de website, educatieve en PR-doeleinden. De digitale beelden moeten
dus kwalitatief zo goed mogelijk worden gerealiseerd.
Foto’s
De fotocollectie van het VMA is sinds 2008 gedigitaliseerd in het kader van de ontwikkeling
van Beeldbank WO2 (www.beeldbankwo2.nl). Op deze beeldbank zijn digitale afbeeldingen
van alle collectie beherende Nederlandse oorlogs- en verzetsmusea, herinneringscentra en
het NIOD Instituut voor Oorlogs-, Holocaust en Genocidestudies doorzoek- en bestelbaar. De
coördinatie van de Beeldbank WO2 ligt bij het NIOD. Daar wordt ook het uitvoerende werk
gedaan. In de jaren die Beeldbank WO2 online is, werd de fotocollectie van het VMA
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 23 van 27
veelvuldig geraadpleegd en besteld. Jaarlijks wordt er rekening van via de beeldbank
bestelde VMA-foto’s opgemaakt en een bedrag naar het museum overgemaakt.
De gedigitaliseerde foto’s zijn niet aan Adlib toegevoegd en dus ook niet raadpleegbaar via
de digitale catalogus van het VMA. Dit is bewust zo gedaan om onduidelijkheid over de
service omtrent de foto’s te voorkomen. Al deze service wordt verleend door de
medewerkers van Beeldbank WO2 op het NIOD.
Prenten en tekeningen
Ongeveer 85% van de collectie prenten en tekeningen is gedigitaliseerd, toegevoegd aan
Adlib en via de digitale catalogus te raadplegen.
Audiovisuele collectie
Ruim 200 interviews zijn gedigitaliseerd, maar niet raadpleegbaar via de digitale catalogus.
Dat is vanwege de privacy omtrent deze interviews ook niet wenselijk. Alle oral history
interviews, gemaakt in het kader van voorbereidingen voor tentoonstellingen, worden
standaard digitaal gearchiveerd.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 24 van 27
4.3 Documentatie
Documentair materiaal dat betrekking heeft op de collectie, zoals catalogi, andere gedrukte
publicaties, educatief- en beeldmateriaal, wordt bewaard in het secretariaatsarchief van het
museum. In Adlib wordt melding gemaakt van alle documentatie over de betreffende
collectieonderdelen.
Het VMA beschikt over een handbibliotheek, die is bedoeld om medewerkers te
ondersteunen in hun informatiebehoefte. De bibliotheek catalogus is in 2011 omgezet van
de verouderde Q&A software naar Microsoft Access, waardoor de catalogus op meerdere
werkplekken beschikbaar is. De bibliotheek heeft de maximale capaciteit bereikt. Er is
besloten de bibliotheek niet fysiek uit te breiden, maar deze te specialiseren in unieke
publicaties over verzet, zodat de bibliotheek een aanvulling is op die van het NIOD.
De bibliotheek valt onder de verantwoordelijkheid van de historisch medewerker en wordt
verder parttime bemand door vrijwilligers, die er samen enkele dagen per week zijn. De
bibliotheek is alleen op afspraak toegankelijk voor het publiek. Er is de laatste jaren een
toename waarneembaar van publiek bezoek aan de bibliotheek. Er worden studenten en
scholieren, nabestaanden die op zoek zijn naar informatie over familieleden en
wetenschappelijk onderzoekers ontvangen. In 2006 waren dit er nog 12 en dat groeide
jaarlijks naar ruim 50 in 2011. Daarnaast werden de afgelopen jaren steeds vaker
informatieverzoeken telefonisch of per e-mail ontvangen en afgehandeld door de
bibliotheekmedewerkers; 170 in 2006 tot ruim 500 in 2011.
De informatieverzoeken betreffen niet alleen de collectie of tentoonstellingen. Het museum
verstrekt ook algemene informatie over de Tweede Wereldoorlog en is behulpzaam bij het
doen van (familie)onderzoek. De druk die dat op de kleine bezetting van de bibliotheek legt,
is echter onevenredig groot. Daarom is het beleid zo veel mogelijk naar de website te
verwijzen of door te verwijzen naar het NIOD Instituut voor Oorlogs- Holocaust en
Genocidestudies. Dit onderzoeksinstituut heeft een serviceafdeling heeft die zich speciaal
met dit soort informatieverzoeken bezighoudt.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 25 van 27
5. Gebruik van de collectie
De collectie wordt gemiddeld 15 keer per jaar geraadpleegd voor onderzoek. Dat geschiedt
onder toezicht van de collectiebeheerder.
Het bruikleenverkeer valt onder de verantwoordelijkheid van de conservator.
Uitgaande bruiklenen
Het VMA leent regelmatig collectie uit. Collectie wordt alleen uitgeleend aan musea en
instellingen die een verantwoord museaal klimaat kunnen garanderen. Er moet een
schriftelijke bruikleenaanvraag worden gedaan die wordt beoordeeld door de conservator.
Het VMA werkt met een standaard overeenkomst voor uitgaande bruiklenen. Objecten
worden voorafgaand aan de bruikleen door de collectiebeheerder aan een conditiecontrole
onderworpen en gefotografeerd. Na afloop van de bruikleenperiode gebeurt dit opnieuw,
om vast te kunnen stellen of er schade is ontstaan of anderszins actieve conservering
noodzakelijk is.
Inkomende bruiklenen
In het kader van wisselexposities heeft het VMA geregeld bruiklenen van andere musea in
beheer. Daartoe worden de door de lenende instelling opgestelde overeenkomsten
ondertekend. De bruiklenen worden altijd verzekerd door het VMA.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 26 van 27
Actiepunten
Voor de periode 2013-2016 zijn de volgende actiepunten geformuleerd:
Aanvulling en completering van de collectie
Het VMA gaat zich richten op aanvulling en completering van de collectie. In eerste instantie
zal het museum zich daarbij richten op ruil met collega-musea. Een geïnstitutionaliseerd
overleg met andere collectie beherende instellingen en musea op het gebied van de Tweede
Wereldoorlog is hiertoe het geëigende forum. Een oriëntatie op het commerciële aanbod is
eveneens mogelijk.
Afstoten
De doubletten in de deelcollectie pamfletten en brochures en die in de deelcollectie
periodieken komen voor afstoting in aanmerking. Afstoten zal vooral overdracht van dit
materiaal aan andere instellingen betekenen. Binnen het eerder genoemde
geïnstitutionaliseerd overleg van collectie beherende oorlogsmusea en herinneringscentra
wordt het afstotingsbeleid van de individuele instellingen op elkaar afgestemd.
Collectiebeheerder
De collectiebeheerder is bij het museum werkzaam in een voormalige ID-baan die behouden
is gebleven door de zogenaamde Sargentini-regeling. Gezien het feit dat de Gemeente
Amsterdam voornemens is de Sargentini-regeling af te bouwen, is zijn opvolging – hij is op
moment van schrijven 7 jaar van zijn pensioen – een punt van aandacht en zorg. Bij
daadwerkelijke afbouw van de Sargentini-regeling zal in de subsidieaanvraag voor de nieuwe
Kunstenplan periode 2017-2020 geld worden aangevraagd om een nieuwe
collectiebeheerder in regulier dienstverband aan te kunnen stellen.
Registratieachterstand
Nadat de registratie achterstand in 2010 mede door de freelance collectie registratoren was
weggewerkt, stond de collectiebeheerder er weer alleen voor. In de registratie van nieuw
binnenkomende collectie is inmiddels weer een achterstand ontstaan. Een oplossing voor
het wegwerken van deze achterstand wordt gezocht in het aantrekken van gekwalificeerde
vrijwilligers die met pensioen zijn en die zich voor langere tijd en minimaal twee dagdelen in
de week willen inzetten.
Collectieplan Verzetsmuseum Amsterdam
Pagina 27 van 27
Bredere toegankelijkheid digitale catalogus
Het is voor het VMA een doel een nog bredere toegankelijkheid van de digitale catalogus te
bewerkstelligen, en daarmee de toegankelijkheid en bekendheid van de collectie. Dit zal
worden bereikt door het aansluiten van de digitale catalogus op de Digitale Museale
Collectie Nederland (DiMCoN), een project dat wordt gecoördineerd door de Rijksdienst
voor het Cultureel Erfgoed (http://www.digitalecollectienederland.nl/). DiMCoN is
aangesloten op Europeana, de digitale bibliotheek van de EU. Europeana maakt Europees
cultureel erfgoed toegankelijk. Via de website www.europeana.eu zijn sinds 2008 miljoenen
gedigitaliseerde objecten, zoals boeken, tijdschriften, films, foto's en muziek beschikbaar.
Digitalisering deelcollectie objecten
Van de collectie objecten zijn gaandeweg, met het oog op de ontwikkeling van de website,
educatieve en PR-doeleinden, ad hoc veelvuldig digitale afbeeldingen vervaardigd. Een
verbetering van de digitale archivering, administratie van het bestaande beeldmateriaal van
de collectie en het protocolleren van de werkprocessen hieromtrent, is een doel voor de
periode 2013-2016. Er bestaat vooral behoefte aan goede foto’s van de deelcollectie
objecten. Het is dan ook een doel om van een selectie van de deelcollectie objecten
afbeeldingen toe te voegen aan Adlib. Deze afbeeldingen kunnen dan via de digitale
catalogus beschikbaar worden gesteld aan het publiek. De selectie zal gemaakt worden op
basis van de criteria kwetsbaarheid, uniciteit en representativiteit. De digitale foto’s van de
objecten zullen de collectie-informatie ondersteunen en daarnaast moeten ze kunnen
worden gebruikt voor de website, educatieve en PR-doeleinden. De digitale beelden moeten
dus kwalitatief zo goed mogelijk worden gerealiseerd.