Transcript
Page 1: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE

ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE

OVERWINNEN HINDERNISSEN

Aantal woorden: <23.867>

De Groot Hannah Stamnummer : 01400432

Promotor: Prof. dr. Ilse Ruyssen

Co-promotor: Prof. dr. Stijn Ronsse

Masterproef voorgedragen tot het bekomen van de graad van:

Master of Science in de Bestuurskunde en het Publiek Management

Academiejaar: 2017- 2018

Page 2: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

i

Page 3: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

ii

Vertrouwelijkheidsclausule

PERMISSION

Ondergetekende verklaart dat de inhoud van deze masterproef mag geraadpleegd en/of

gereproduceerd worden, mits bronvermelding.

I declare that the content of this Master’s Dissertation may be consulted and/or reproduced, provided

that the source is referenced.

Naam student/name student: Hannah De Groot

Handtekening/signature

Page 4: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

iii

Woord vooraf

Voorliggende masterproef vormt de slotscène van een vier jaar durende opleiding in de bestuurskunde

en het publiek management. Er wordt onderzocht welke hindernissen vluchtelingen ondervinden op

de arbeidsmarkt en hoe deze overwonnen kunnen worden. Het onderzoek spitst zich specifiek toe op

Vlaamse tewerkstellingsprojecten.

Het schrijven van deze masterproef gebeurde met vallen en opstaan, maar was tegelijk een leerrijk

proces. Het gaf me de kans een onderwerp uit te diepen waarin ik erg geïnteresseerd ben. Op een dag

hoop ik te werken voor een organisatie die met vluchtelingen werkt. Bovendien leerde ik heel wat

nieuwe methodologische competenties.

Ik ontmoette ontzettend enthousiaste en gemotiveerde mensen. Mensen die zich dag na dag inzetten

voor vluchtelingen en tussen door nog even tijd maakten voor mijn vragen. Ik ontmoette ook enkele

vluchtelingen, die ondanks alles, met een enorme kracht aan een leven in Vlaanderen bouwen. Hen

wil ik bedenken voor de hulp die ze me boden. Mijn dank gaat ook uit naar mijn promotor, Ilse Ruyssen.

Zij gaf me de ruimte om deze masterproef volledig zelf te ontwikkelen en me toch de juiste hulp te

bieden wanneer nodig.

Dit voorwoord wil ik afsluiten met de woorden van een vluchteling-ondernemer: ‘‘If you want to do it,

and you work hard, you can do it’. Het is een les die ik me lang na deze masterproef nog zal herinneren.

Hannah De Groot, 5 juni 2018

Page 5: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

iv

Page 6: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

v

Inhoudstafel

Woord vooraf .......................................................................................................................................... iii

Inhoudstafel ............................................................................................................................................. v

Lijst van gebruikte afkortingen ................................................................................................................. x

Lijst van figuren ....................................................................................................................................... xi

Inleiding ................................................................................................................................................... 1

Deel één Onderzoeksplan en onderzoeksstrategie ................................................................................. 2

1. Probleemformulering .................................................................................................................. 2

1.1. Relevantie van het onderzoek ............................................................................................. 2

1.1.1. Maatschappelijke relevantie van het onderzoek ........................................................ 2

1.1.2. Wetenschappelijke relevantie van het onderzoek ...................................................... 4

1.2. Onderzoeksdoelstelling ....................................................................................................... 4

1.3. Vraagstelling ........................................................................................................................ 5

1.4. Plaats, tijd en eenheden ...................................................................................................... 5

2. Onderzoeksopzet ......................................................................................................................... 6

Deel twee Belangrijke begrippen ............................................................................................................ 6

Deel drie Aanbevelingen uit de literatuur ............................................................................................... 8

1. Aanbevelingen die hindernissen verkleinen ............................................................................... 8

1.1. Blijvende politieke aandacht ............................................................................................... 8

1.2. Vroege toetreding tot de arbeidsmarkt .............................................................................. 9

1.2.1. Toegang tot de arbeidsmarkt als hindernis ................................................................. 9

1.2.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 10

1.2.3. Toegang tot de arbeidsmarkt in Vlaanderen ............................................................. 11

1.3. Taal .................................................................................................................................... 13

1.3.1. Taal als hindernis ....................................................................................................... 13

1.3.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 15

1.3.3. Taal in Vlaanderen ..................................................................................................... 15

1.4. Werkgeversbenadering ..................................................................................................... 16

Page 7: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

vi

1.4.1. Drempels bij bedrijven .............................................................................................. 16

1.4.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 17

1.4.3. Stimuleren van bedrijven in Vlaanderen ................................................................... 18

1.5. Mobiliteit ........................................................................................................................... 18

1.5.1. Mobiliteit als hindernis .............................................................................................. 18

1.5.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 19

1.6. Erkennen van diploma en ‘skills’ ....................................................................................... 19

1.6.1. Erkennen van diploma’s en competenties als opstap. .............................................. 19

1.6.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 21

1.6.3. Erkennen van diploma’s en ‘skills’ in Vlaanderen ..................................................... 21

2. Aanbevelingen die inspelen op kansen ..................................................................................... 23

2.1. Opstarten van een eigen onderneming............................................................................. 23

2.1.1. Opstarten van een eigen onderneming als kans ....................................................... 23

2.1.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 23

2.1.3. Ondernemen in Vlaanderen ...................................................................................... 23

2.2. Spreiding over de gemeenten van het grondgebied ......................................................... 24

2.2.1. Spreiding over de gemeenten als kans ...................................................................... 24

2.2.2. Aanbevelingen in de literatuur .................................................................................. 25

2.2.3. Spreiding over de gemeenten in België..................................................................... 25

2.3. Maatwerk .......................................................................................................................... 26

2.3.1. Maatwerk als kans ..................................................................................................... 26

2.3.2. Aanbevelingen in de literatuur .................................................................................. 26

2.4. Concentratie van diensten ................................................................................................ 27

2.4.1. Concentratie van diensten als kans ........................................................................... 27

2.4.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 27

2.4.3. Concentratie van diensten in Vlaanderen ................................................................. 27

2.5. Samenwerken met het middenveld .................................................................................. 27

2.5.1. Samenwerking als kans ............................................................................................. 27

Page 8: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

vii

2.5.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 28

2.6. Vrijwilligerswerk ................................................................................................................ 28

2.6.1. Vrijwilligerswerk als kans........................................................................................... 28

2.6.2. Aanbevelingen uit de literatuur ................................................................................ 29

2.6.3. Vrijwilligerswerk in Vlaanderen ................................................................................. 29

Deel vier Integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt door Vlaamse projecten .......................... 30

1. Methodologie ............................................................................................................................ 30

1.1. Dataverzameling ................................................................................................................ 30

1.2. Analyse .............................................................................................................................. 31

1.2.1. Analyse van de literatuur .......................................................................................... 31

1.2.2. Analyse van het eigen onderzoek .............................................................................. 32

1.2.3. Kwaliteit van de analyse ............................................................................................ 33

1.3. Rapportering ...................................................................................................................... 34

2. Deelnemende projecten ............................................................................................................ 34

2.1. Vluchtelingen en werk ....................................................................................................... 34

2.2. ESF project Turnhout ......................................................................................................... 36

2.3. Brugge werkt ..................................................................................................................... 36

2.4. Tech check ......................................................................................................................... 37

2.5. Rising you........................................................................................................................... 38

2.6. Refu – interim .................................................................................................................... 38

2.7. AZO! ................................................................................................................................... 39

2.8. Microstart .......................................................................................................................... 39

2.9. Overzicht............................................................................................................................ 41

3. Integratie op de arbeidsmarkt door Vlaamse projecten ........................................................... 44

3.1. Hindernissen en kansen beschreven in de literatuur ........................................................ 44

3.1.1. Vroege toetreding tot de arbeidsmarkt .................................................................... 44

3.1.2. Taal ............................................................................................................................ 44

3.1.3. Werkgeversbenadering ............................................................................................. 46

Page 9: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

viii

3.1.4. Mobiliteit ................................................................................................................... 48

3.1.5. Erkennen van diploma’s en competenties ................................................................ 49

3.1.6. Eigen onderneming ................................................................................................... 53

3.1.7. Maatwerk .................................................................................................................. 54

3.1.8. Concentratie van diensten ........................................................................................ 56

3.1.9. Vrijwilligerswerk ........................................................................................................ 56

3.2. Hindernissen en kansen uit gesprekken met de projecten ............................................... 57

3.2.1. Culturele verschillen .................................................................................................. 57

3.2.2. Mismatch tussen verschillende arbeidsmarkten ...................................................... 58

3.2.3. Bedoeling van het project ......................................................................................... 59

Deel vijf Lessen uit de praktijk ............................................................................................................... 61

1. Organisatie van de projecten .................................................................................................... 61

2. Projecten als experts binnen het veld ....................................................................................... 63

3. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek ............................................................................. 66

Conclusie ............................................................................................................................................... 68

Lijst van geraadpleegde werken ............................................................................................................... i

Bijlagen .................................................................................................................................................... a

Topic lists ............................................................................................................................................. a

Topic list projecten .......................................................................................................................... a

Topic list deelnemer Brugge werkt ................................................................................................. b

Voorbeeld uit het codeerschema ......................................................................................................... c

Page 10: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

ix

Page 11: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

x

Lijst van gebruikte afkortingen

- IS Islamitische staat

- BBP Bruto binnenlands product

- IMF Internationaal monetair fonds

- OECD Organisation for economic cooperation and development

- VDAB Vlaamse dienst voor arbeidsbemiddeling en beroepsopleiding

- KMO Kleine en middelgrote ondernemingen

- VBO Verbond van Belgische ondernemingen

- NARIC National Academic Recognition Information Centre

- VLIR Vlaamse interuniversitaire raad

- EVC Erkenning van competenties

- LOI Lokaal opvang initiatief

- OCMW Openbaar centrum voor maatschappelijk welzijn

- VTE Voltijdsequivalent

- ESF Europees Sociaal Fonds

- CAW Centrum Algemeen Welzijnswerk

- WEB Werkervaringsbedrijven

- VOKA Vlaams netwerk van ondernemingen

- VCA Veiligheid checklist aannemers

Page 12: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

xi

Lijst van figuren

Figure 1 Aantal asielaanvragen per maand <<Bron Agentschap Inburgering en Integratie, 2016>> ..... 2

Figure 2 Plaats in de wereld waar vluchtelingen verblijven <<Bron UNHCR, 2017>> ............................ 3

Figure 3 Percentage werkende vluchtelingen na een bepaald aantal jaren <<Bron Kohnle-Seidle &

Bolits, 2016>> .......................................................................................................................................... 9

Figure 4 Wachttijd alvorens vluchtelingen mogen werken <<Bron Kohnle-Seidle & Bolits, 2016>> ... 10

Figure 5 Verhouding tussen taalkennis en kans op werk <<Bron Degler & Liebig, 2017>> .................. 14

Figure 6 Taalkennis nodig bevonden om voor een job uit te oefenen, bekeken per opleidingsniveau

<<Bron Degler & Liebig, 2017>> ............................................................................................................ 14

Figure 7 Overkwalificatie bij autochtonen, niet-Europeanen en vluchtelingen met tertiaire educatie in

2014 <<Bron Degler & Liebig, 2016>> ................................................................................................... 20

Figure 8 Groei aantal vluchtelingen in Gent <<Stad Gent, 2016>> ....................................................... 35

Page 13: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

1

Inleiding

Halverwege maart bracht ik een avond door met een Syrisch gezin. De vader, één van de 4465

vluchtelingen die in 2015 naar Vlaanderen kwam, had die middag gesolliciteerd. Toen ik hem vroeg

waarom hij zo graag aan het werk wou, was hij verbaasd. Voor hem was het antwoord heel erg simpel.

Hij gaf aan dat de maatschappij al heel wat voor hem gedaan had en dat werken een manier is om iets

terug te doen.

Uit onderstaande tekst zal blijken dat de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt echter niet

zonder slag of stoot verloopt. Vluchtelingen krijgen met zeer veel hindernissen te maken. Deze

hindernissen moeten weggewerkt worden om de activering te vergemakkelijken. Mijn masterproef

concentreert zich hierop. De onderzoeksvraag luidt dan ook: ‘hoe kunnen vluchtelingen op de Vlaamse

arbeidsmarkt geïntegreerd worden?’

De onderzoeksvraag wordt beantwoord door middel van een literatuurstudie en een eigen onderzoek.

In de literatuur detecteerde ik hindernissen en aanbevelingen. In mijn eigen onderzoek was mijn

vertrekpunt de ervaringen van Vlaamse tewerkstellingsprojecten die met de doelgroep asielzoekers

en vluchtelingen werken. Door middel van semigestructureerde interviews en het bestuderen van

subsidieaanvragen ging ik na hoe deze projecten werken. Vervolgens onderzocht ik of er

overeenkomsten zijn tussen de werkwijze van projecten en hindernissen en aanbevelingen uit de

literatuur.

Mijn masterproef bestaat uit vijf delen. In het eerste deel wordt het onderzoeksplan en de

onderzoeksstrategie toegelicht. Ik geef aan waarom mijn onderzoek relevant is. Ik zoom in op de

doelstelling van het onderzoek en de onderzoeksvraag. In het tweede deel wordt het onderscheid

gemaakt tussen de begrippen ontheemden, migrant, asielzoeker, erkend vluchteling en subsidiair

beschermde. Dit zal verduidelijkend werken voor de rest van de masterproef. In deel drie wordt de

literatuurstudie weergegeven. Elke hindernis die naar voor kwam in de literatuur komt aanbod. Er

wordt ook dieper ingegaan op oplossingen voor deze hindernissen. Deel vier bevat mijn eigen

onderzoek. Het start met een bespreking van de onderzochte projecten. Vervolgens geef ik weer op

welke manier deze projecten vluchtelingen proberen te integreren op de arbeidsmarkt. Het vijfde deel

bevat een reflectie. In dit onderdeel trek ik voorzichtige lessen uit de projecten.

Page 14: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

2

Deel één Onderzoeksplan en onderzoeksstrategie

1. Probleemformulering

1.1. Relevantie van het onderzoek

1.1.1. Maatschappelijke relevantie van het onderzoek

Sinds 2012 krijgt het Europees continent te maken met een verhoogde toestroom van vluchtelingen.

Dit is onder andere een gevolg van de burgeroorlog in Syrië. Het aantal piekt in 2015. Op dat moment

vroegen maar liefst 1.297.420 mensen asiel aan in Europa. In België waren er 44665 asielaanvragen.

In 2016 daalde het aantal aanvragen met ongeveer de helft. Figuur 1 geeft het aantal asielaanvragen

in 2015 en 2016 per maand weer (Agentschap Integratie en Inburgering, 2016). Dit neemt niet weg dat

nog steeds 65 miljoen mensen wereldwijd ontheemd zijn. Ze zijn op de vlucht omdat ze vrezen

slachtoffer te worden van een politiek conflict, of om vervolgd te worden wegens ras, godsdienst,

seksuele voorkeur,… Nooit eerder hadden zoveel mensen ter wereld bescherming nodig. Ter

vergelijking, tijdens de Tweede Oorlog verlieten 15 miljoen mensen Europa uit angst voor de oorlog

(Europahuis Rijckevelde, 2018).

Figure 1 Aantal asielaanvragen per maand <<Bron Agentschap Inburgering en Integratie, 2016>>

Bij bovenstaande cijfergegevens moet echter een opmerking worden gemaakt . Het is maar een fractie

van de ontheemden die in Europa terecht komen. Twee derde van de vluchtelingen gaat eerst in eigen

land op zoek naar een veilige plaats. Van degene die naar het buitenland vluchten wordt 84%

opgevangen in buurlanden van het conflict gebied. 33% van hen verblijft in de minst ontwikkelde

landen. Het gaat vaak om buurlanden van het conflictgebied. Figuur 2 toont aan dat 26% van de

vluchtelingen zich in het Midden-Oosten bevindt en 30% in Afrika. Het feit dat deze landen niet over

voldoende middelen beschikken om vluchtelingen op te vangen kan leiden tot instabiliteit en nieuwe

conflicten (Europahuis Rijckevelde, 2018).

Page 15: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

3

Figure 2 Plaats in de wereld waar vluchtelingen verblijven <<Bron UNHCR, 2017>>

De burgeroorlog in Syrië leidde tot een expansie van het aantal asielaanvragen. Maar het zijn niet

alleen Syriërs die een asielaanvraag doen in Europa. Irakezen, Afghanen, Somaliërs en Eritreeërs zijn

de andere nationaliteiten waardoor de meeste aanvragen worden gedaan. Voor mensen uit deze

landen is de asielaanvraag ook vaak succesvol. Dit wil zeggen dat ze erkend worden als vluchteling of

subsidiair beschermde (Myria, 2016).

Mensen vluchten vanuit verschillende landen en om verschillende redenen Mensen vluchten

bijvoorbeeld uit Syrië vanwege een burgeroorlog. In het land heerst er een gewapend conflict tussen

IS, de overheid en tegenstanders van de overheid (Van Eycken, 2015). In Eritrea is er momenteel geen

gewapend conflict maar het land wordt op een zeer autoritaire manier bestuurd. Er is geen oppositie.

Alle media wordt sterk gecensureerd. Mensen moeten een zeer lange en zware dienstplicht doorlopen

(Van Erp, 2013).

De wantoestanden in deze landen houden voorlopig aan. Mensen blijven dus vluchten en zij die al in

Europa zijn zullen niet meteen terugkeren. De instroom van vluchtelingen zorgt ervoor dat de Europese

Unie en haar lidstaten voor grote uitdagingen staan (Ruyssen, 2017).

Mijn masterproef gaat over één van deze uitdagingen, namelijk de integratie van vluchtelingen op de

arbeidsmarkt. Werk is een belangrijke schakel voor de integratie van vluchtelingen in de maatschappij.

Door te werken verwerven vluchtelingen een inkomen. Dit maakt hen onafhankelijk van de overheid.

Verder komen vluchtelingen op de werkvloer in contact met de andere werknemers. Dit geeft hen de

kans de taal te spreken, bij te leren over de cultuur en een netwerk van vrienden en kennissen op te

bouwen (Lundborg, 2013).

Page 16: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

4

1.1.2. Wetenschappelijke relevantie van het onderzoek

In de literatuur die handelt over de integratie van migranten op de arbeidsmarkt, gaat het vaak over

migranten in de ruime zin van het woord. Mensen migreren immers om verschillende redenen. Het

kan gaan om gezinshereniging, gezinsvorming, of met de bedoeling om in het gastland werk te vinden

en een welvarender leven uit te bouwen. In dit laatste geval gaat de immigratie vaak gepaard met

voorbereidingen zoals het aanleren van de taal. Vluchtelingen zijn verschillend van deze groep

migranten. Zij verlaten namelijk onvoorbereid hun herkomstland als gevolg van een conflict. Bijgevolg

zijn er voor hen specifieke drempels om werk te vinden. Zo kennen ze de taal van het aankomstland

niet. Vaak beschikken ze niet over de nodige documenten om hun opleidingsniveau aan te tonen en te

laten erkennen. Vluchtelingen die uit een gebied komen waarin er al vele jaren conflict is hebben vaak

geen enkele vorm van opleiding genoten. Tenslotte hebben velen ook fysieke en mentale trauma’s

(Bevelander & Pendakur, 2012; Degler, Liebig & Senner, 2017).

Binnen de literatuur die wel focust op vluchtelingen als specifieke groep is er een stroming die de

economische gevolgen van de toestroom vluchtelingen onderzoekt. Zo tonen Burggraeve en Piton

(2017) aan dat het effect van vluchtelingen op het BBP beperkt is. Vluchtelingen zouden een positieve

impuls voor de Belgische economie kunnen zijn. Omdat de meeste vluchtelingen nog jong zijn wanneer

ze in België aankomen, zouden een oplossing kunnen bieden voor de toenemende vergrijzing. De

voorwaarde hiervoor is dat vluchtelingen aan het werk zijn.

Een andere stroming binnen de literatuur toont aan dat de weg naar de arbeidsmarkt en de toegang

tot werk voor vluchtelingen verschilt van die van andere migranten. Volgens Connor (2010) komen

vluchtelingen vaker in lager geschoolde jobs terecht en verdienen ze minder dan andere migranten.

Dit geldt vooral wanneer ze net in het gastland aankomen.

Over de drempels die de toegang naar de arbeidsmarkt bemoeilijken en over hoe deze weggenomen

kunnen worden, bestaat er weinig literatuur. In mijn masterproef leg ik hier de focus op.

1.2. Onderzoeksdoelstelling

Ik zal een deductief onderzoek voeren. In mijn masterthesis wil ik de bestaande literatuur, zijnde de

succesfactoren voor een goede integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt koppelen aan het

huidig Vlaams beleid. Dit zal ik doen door Vlaamse projecten te onderzoeken die speciaal zijn opgericht

om vluchtelingen aan het werk te helpen.

Voorliggende masterproef is vooral beschrijvend. Ik breng een praktisch element er in door op het

einde zelf enkele aanbevelingen te schrijven.

Page 17: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

5

1.3. Vraagstelling

Vanuit een verkennende literatuurstudie en de doelstelling van mijn onderzoek formuleerde ik een

aantal onderzoeksvragen:

• Welke hindernissen voor de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt worden er in de

literatuur weergegeven?

• Welke oplossingen bestaan er hiervoor volgens de literatuur?

• Welke projecten bestaan er in Vlaanderen die vluchtelingen aan het werk willen helpen?

• Hoe worden deze projecten georganiseerd? Over welke middelen (tijd, personeel,

financiering) beschikken ze?

• Zijn de hindernissen uit de literatuur terug te vinden in de Vlaamse context?

• Spelen de Vlaamse projecten in op het wegwerken van deze hindernissen?

• Zijn de Vlaamse projecten succesvol?

• Welke lessen kunnen er worden getrokken uit de Vlaamse projecten?

Al deze vragen samen leiden uiteindelijk tot de volgende algemene onderzoeksvraag: “Hoe kunnen

vluchtelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt geïntegreerd worden?”

1.4. Plaats, tijd en eenheden

Ik heb ervoor gekozen om de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt te onderzoeken vanuit

projecten die zijn opgericht om vluchtelingen aan het werk te helpen. Online vond ik tien

tewerkstellingsprojecten. De meeste van hen werden aangekondigd in een krantenartikel. Ik nam

contact op met acht projecten. De projecten waren bereid om mee te werken. Ik heb twee projecten

niet gecontacteerd omdat ik deze projecten te recent leerde kennen. De bevraagde projecten zijn mijn

onderzoekseenheden.

De projecten die ik onderzoek zijn op één na opgestart in de laatste drie jaren. Ze spelen in op de grote

vluchtelingen toestroom sinds 2012. Zeven van de acht projecten zijn op dit moment nog lopende. Het

achtste project is verder gezet onder een andere vorm.

De keuze voor Vlaamse projecten heeft zowel praktische als theoretische redenen. Praktisch gezien is

het makkelijker om interviews te doen bij Vlaamse projecten omwille van de taal. Theoretisch gezien

is tewerkstelling een bevoegdheid van de gemeenschappen. Werkgelegenheidsprogramma’s,

activeringsbeleid en economische migratie vallen dus onder Vlaamse bevoegdheid. Dit zorgt ervoor

dat er verschillen tussen Vlaanderen en Wallonië kunnen bestaan. Bovendien hebben Vlaanderen en

Wallonië een andere arbeidsmarkt. Zo is de werkloosheid in Wallonië bijna dubbel zo hoog als in

Vlaanderen. Ze neemt tegelijk ook sneller af dan in Vlaanderen (Bervoet, 2017).

Page 18: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

6

2. Onderzoeksopzet

Het onderzoek dat ik heb gevoerd bestaat uit twee belangrijke onderdelen.

Ik startte met een uitgebreide literatuurstudie. Hierin ging ik op zoek naar hindernissen en

aanbevelingen over de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Ik maakte gebruik van

wetenschappelijke artikelen en artikelen geschreven door beleidsmakers. Deze laatste waren steeds

gebaseerd op wetenschappelijk onderzoek.

De literatuurstudie vormt de basis voor het tweede deel: mijn eigen onderzoek. Ik heb gekozen voor

een onderzoek van kwalitatieve aard. Ik ging na hoe de integratie van vluchtelingen op de Vlaamse

arbeidsmarkt verloopt. Dit deed ik door interviews af te nemen en documenten te bestuderen van

acht verschillende tewerkstellingsprojecten.

De twee onderdelen samen moeten een duidelijk beeld geven van de hindernissen die vluchtelingen

op de arbeidsmarkt ervaren en hoe deze worden opgelost in de Vlaamse context.

Deel twee Belangrijke begrippen

In dit deel verklaar ik kort de termen ontheemde, migrant, vluchteling, asielzoeker, subsidiair

beschermde en erkend vluchteling. Elk van deze termen komt namelijk aan bod doorheen de

masterproef.

Twee derde van de mensen die op de vlucht zijn voor conflict, oorlog, extreme armoede, … zoekt

opvang in het eigen land. Deze mensen blijven wettelijk onder de bescherming van hun eigen overheid

staan. Zelfs wanneer deze overheid de reden is waarom ze vluchten. Deze groep mensen zijn de intern

ontheemden (Amnesty International, 2018).

Migranten zijn personen die buiten het herkomstland gaan wonen. Binnenin de groep migranten

worden er verschillende termen gebruikt. Deze zijn gelinkt aan de factoren die mensen doen migreren.

Het is belangrijk een onderscheid te maken tussen deze verschillende termen omdat ze ook

verschillende gevolgen hebben naar internationale bescherming toe (UNHCR, 2016).

Een eerste factor om het herkomst te verlaten is een angst voor vervolging, oorlog en geweld. Mensen

die om deze redenen vluchten worden vluchteling genoemd. Binnenin de term vluchteling wordt

onderscheid gemaakt tussen erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden.

Een eerste categorie zijn de erkende vluchtelingen. Het is een term die is vastgelegd in het

internationaal recht, meer bepaald in het Internationaal Verdrag betreffende de Status van

Vluchtelingen. Dit verdrag werd opgesteld in 1951 en is ondertussen ondertekend door 150 landen.

Aangezien het verdrag bindend is, moet elk van deze 150 landen zich aan het verdrag houden. Dit wil

Page 19: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

7

zeggen dat ze bescherming moeten bieden aan mensen op de vlucht en hen niet mogen terugsturen

naar het land waarin ze gevaar lopen (Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2013).

Artikel 1 van het Vluchtelingenverdrag beschrijft een vluchteling als volgt:

Iedereen die uit gegronde vrees voor vervolging wegens zijn ras, godsdienst, nationaliteit, het

behoren tot een bepaalde sociale groep of zijn politieke overtuiging, zich bevindt buiten het

land waarvan hij de nationaliteit bezit, en die de bescherming van dat land niet kan of, uit

hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil inroepen, of die, indien hij geen nationaliteit bezit

en verblijft buiten het land waar hij vroeger zijn gewone verblijfplaats had, daarheen niet kan

of, uit hoofde van bovenbedoelde vrees, niet wil terugkeren. Indien een persoon meer dan één

nationaliteit bezit, betekent de term "het land waarvan hij de nationaliteit bezit" elk van de

landen waarvan hij de nationaliteit bezit. Een persoon wordt niet geacht van de bescherming

van het land waarvan hij de nationaliteit bezit, verstoken te zijn, indien hij, zonder geldige

redenen ingegeven door gegronde vrees, de bescherming van één van de landen waarvan hij

de nationaliteit bezit, niet inroept.

Het begrip gegronde vrees wordt niet specifiek gedefinieerd in het verdrag. Uit de totaliteit van het

verdrag kan wel afgeleid worden dat vervolging een inbreuk op de fundamentele mensenrechten,

zoals het recht op leven moet zijn. Niettemin zal het verhaal van elke vluchteling afzonderlijk bekeken

worden om na te gaan of ze recht hebben op bescherming (Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2013).

Er zijn een aantal gevallen waarin mensen zich niet kunnen beroepen op het Vluchtelingenverdrag

terwijl hun leven toch in gevaar is. Om ook deze mensen te kunnen beschermen werd in 2006 in de

Europese Unie een nieuw statuut ingevoerd: subsidiaire bescherming. Het statuut wordt toegekend

wanneer mensen niet in aanmerking komen voor de vluchtelingenstatus maar toch kunnen aantonen

dat ze een reëel risico lopen op ernstige schade in geval van terugkeer naar het herkomstland. Ernstige

schade betekent dat hun leven wordt bedreigd door een gewapend conflict of dat ze het risico lopen

geëxecuteerd, gefolterd of mensonwaardig behandeld te worden. Subsidiaire bescherming wordt

meestal toegekend aan mensen die gevlucht zijn vanwege oorlog (Vluchtelingenwerk Vlaanderen,

2013).

Beide groepen vluchtelingen worden pas erkend wanneer ze een asielprocedure doorlopen hebben.

Zolang deze procedure loopt worden ze asielzoekers genoemd. Volgens artikel 14 van de Verklaring

van de Rechten van de Mens is asiel aanvragen een recht. De term asielzoeker kan dus niet

gelijkgesteld worden met de term illegaal (UNHCR, 2016). Clandestiene migranten zijn mensen die op

een onwettige manier een land binnenkomen en er nooit een asielprocedure opstarten (Myria, 2015).

Page 20: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

8

Er zijn ook nog andere factoren om het land te verlaten. Zo vluchten mensen bijvoorbeeld weg uit

hongersnood, extreme armoede en klimaatverandering,… Ze gaan naar een ander land om hun

levensomstandigheden te verbeteren. Het is een groep mensen die vaak de stempel economisch

migrant krijgt (UNHCR, 2016). De term economisch migrant is een zeer algemene verzamelnaam. Ik

kies er voor om in mijn masterproef de termen vluchtelingen, subsidiair beschermden en andere

migranten te gebruiken. Andere migranten zijn dan personen die geen internationale bescherming

krijgen.

Wanneer ik in het volgende hoofdstuk de term ‘vluchtelingen’ gebruik, gaat het over erkende

vluchtelingen en subsidiair beschermden.

Deel drie Aanbevelingen uit de literatuur

1. Aanbevelingen die hindernissen verkleinen

In de literatuur heerst er consensus dat de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt essentieel

is. In praktijk is dit niet eenvoudig. Het feit dat relatief grote getallen vluchtelingen op zeer korte

termijn naar Europa kwamen, maakt het niet eenvoudiger. Omdat vluchtelingen heel wat drempels

ervaren wanneer zij de arbeidsmarkt willen betreden, zou het beleid specifiek moeten inzetten op het

wegnemen/ verlagen van deze drempels. In de literatuur, zowel wetenschappelijk als beleidsmatig,

worden aanbevelingen gedaan.

In dit onderdeel beschrijf ik een algemene aanbeveling uit de literatuur. Vervolgens omschrijf ik telkens

hindernis waar vluchtelingen mee te maken krijgen en de mogelijke oplossingen. Indien relevant zoom

ik in op situatie in Vlaanderen.

1.1. Blijvende politieke aandacht

De eerste algemene aanbeveling vindt haar oorsprong in twee vaststellingen. De eerste vaststelling is

dat de oorzaken (oorlog, gewelddadig conflict en extreme armoede) die de huidige

vluchtelingenstroom hebben veroorzaakt nog steeds aanwezig zijn. Dit houdt belangrijke gevolgen in.

In de komende jaren zullen vluchtelingen blijven toestromen. Ook zullen de vluchtelingen die nu in

Europa verblijven niet meteen terugkeren (Eurofound, 2016).

De tweede vaststelling is dat onderzoek naar de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt

aantoont dat het voor vluchtelingen moeilijker is dan voor andere migrantengroepen om toe te treden

tot de arbeidsmarkt. In Europa duurt het gemiddeld 5 tot 6 jaar alvorens de helft van de vluchtelingen

aan het werk is. Na ongeveer 15 jaar is 70% van de vluchtelingen geïntegreerd op de arbeidsmarkt.

Deze trend wordt weergegeven in figuur 3. Wanneer er over een langere periode gekeken wordt, zien

we dat in verhouding meer vluchtelingen dan andere migranten werk vinden.

Page 21: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

9

In de literatuur werden vergelijkingen gemaakt tussen de tewerkstelling van vluchtelingen en andere

migranten na een gelijke verblijfsperiode in het gastland. Hieruit blijkt de vluchtelingen, op langere

termijn, vaker een voltijdse en beter betaalde job uitoefenen dan andere migranten. Een mogelijke

oorzaak hiervoor is dat vluchtelingen niet kunnen terugkeren naar het thuisland. Ze zullen dus meer

investeren in menselijk kapitaal (Konhle-Seidle & Bolits, 2016).

Figure 3 Percentage werkende vluchtelingen na een bepaald aantal jaren <<Bron Kohnle-Seidle & Bolits, 2016>>

Deze twee vaststellingen leiden tot de eerste aanbeveling in de literatuur. De politieke aandacht voor

het onderwerp mag niet verzwakken. Zowel vluchtelingen die momenteel al in Europa verblijven als

vluchtelingen die nog zullen toestromen moeten intensief en op lange termijn begeleid worden in hun

zoektocht naar volwaardige werk (Konhle-Seidle & George, 2016; Eurofound, 2016, Geets & Pauwels

& Wets; 2006).

1.2. Vroege toetreding tot de arbeidsmarkt

1.2.1. Toegang tot de arbeidsmarkt als hindernis

Vluchtelingen krijgen te maken met wetgeving die bepaalt of ze al dan niet mogen deelnemen aan de

arbeidsmarkt. In de meeste landen van de Europese Unie hebben erkende vluchtelingen en subsidiair

beschermden het recht om te werken. Voor asielzoekers is dit vaak niet het geval. Figuur 4 geeft voor

de verschillende Europese landen de tijd weer dat vluchtelingen moeten wachten alvorens zij het recht

hebben om toe te treden tot de arbeidsmarkt. Het gaat over het aantal maanden na de asielaanvraag

is ingediend (Konhle-Seidle & Bolits, 2016).

Page 22: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

10

Een snelle toetreding op de arbeidsmarkt is essentieel voor alle vluchtelingen en dit om verschillende

redenen. Wanneer vluchtelingen een lange tijd werkloos blijven, bestaat er het risico dat ze hun

competenties verliezen. Gecombineerd met een periode van lange werkloosheid worden de

toekomstige kansen op werk kleiner. Verder is het ook zo dat een lange wachttijd een negatieve impact

heeft op het leven van vluchtelingen in het gastland1. Wanneer vluchtelingen niet mogen werken kan

dit psychologische gevolgen hebben. Ze krijgen namelijk geen kans om hun leven opnieuw op te

bouwen. Verder zullen vluchtelingen op zoek gaan naar werk in het illegale circuit. Het gaat dan vaak

om slecht betaalde, gevaarlijke jobs (Konhle-Seidle & Bolits, 2016; Degler, Liebig & Senner, 2017).

. Een snelle integratie op arbeidsmarkt is positief voor de vluchteling maar heeft ook voordelen voor

het gastland en haar overheid. Vluchtelingen die werken zijn namelijk niet afhankelijk van de overheid.

Ze zullen belastingen betalen en bijdragen aan de sociale zekerheid. (Konhle-Seidle & Bolits, 2016) .

1.2.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Geef vluchtelingen vroegtijdige en volledige toegang tot de arbeidsmarkt, is de algemene aanbeveling

in de literatuur. De Europese Unie lanceerde in 2013 al een richtlijn die Europese landen oplegt

asielzoekers ten laatste negen maanden na het indienen van hun asielaanvraag toegang tot de

arbeidsmarkt te geven. Uit figuur 4 blijkt dat in een aantal Europese landen deze richtlijn nog niet is

omgezet in nationale wetgeving (Konhle-Seidle & Bolits, 2016).

1 Voor meer informatie over de negatieve gevolgen van een wachttijd zie ook ‘Living in Limbo: Economic and Social Costs for Refugees’ (Havrylchyk & Ukrayinchuk, 2016)

Figure 4 Wachttijd alvorens vluchtelingen mogen werken <<Bron Kohnle-Seidle & Bolits, 2016>>

Page 23: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

11

Verder bevelen internationale organisaties, zoals het IMF en de OECD, ook aan om alle wettelijke

barrières te verwijderen. In Finland en het Verenigd Koninkrijk mogen asielzoekers bijvoorbeeld geen

zelfstandige activiteit uitoefenen. In Duitsland, Luxemburg, Hongarije, Griekenland en het Verenigd

Koninkrijk moet een arbeidsmarkttest eerst aantonen dat een bepaalde vacature niet kan worden

ingevuld door een inlander (Konhle-Seidle & Bolits, 2016).

Om vluchtelingen sneller op de arbeidsmarkt geïntegreerd te krijgen zou een ‘fast track’ programma

kunnen worden opgezet. Een voorbeeld hiervan kan gevonden worden in Zweden. Voor bepaalde

beroepen (dokters, verpleegsters, leerkrachten, ingenieurs) werd een bijzonder programma

samengesteld. Asielzoekers die hiervoor in aanmerking komen krijgen al van bij het begin extra

taallessen, taallessen toegepast op hun vakgebied, onderwijs in hun vakgebied en een erkenning van

hun competenties (Adecco Group, 2017).

Vergeleken met andere Europese landen doet België het niet slecht. De wachttermijn voor

vluchtelingen bedraagt vier maanden en is dus eerder kort.

1.2.3. Toegang tot de arbeidsmarkt in Vlaanderen

Sinds 2015 mogen asielzoekers die een aanvraag tot bescherming hebben ingediend bij de Dienst

Vreemdelingenzaken werken na vier maanden. Om te kunnen werken moeten ze over de juiste

documenten en kaarten beschikken. Hieronder worden deze documenten en kaarten weergegeven.

Asielzoekers die hun aanvraag registreren krijgen een bijlage 26. Met deze bijlage moeten asielzoekers

een Attest van Immatriculatie aanvragen bij de gemeente waar ze wonen. Dit attest is geldig voor drie

maanden en kan drie maal verlengd worden. Na een jaar wordt het per maand verlengd (Agentschap

voor Integratie en Inburgering, 2018).

Vanaf vier maanden na de asielaanvraag mogen asielzoekers werken. Ze moeten hiervoor een

arbeidskaart C aanvragen. Dit gebeurt bij de provinciale Dienst Economische Migratie. Het

aanvraagdossier bestaat uit vier documenten. Het bevat een aanvraagformulier waarop de aanvrager

zijn naam, geboortedatum, en huidige verblijfstoestand vermeldt. Op het inlichtingenblad moeten de

identiteitsgegevens, verblijfstitel, huidige verblijfsplaats en details over de asielprocedure worden

ingevuld. Dit blad moet ondertekend worden door de burgemeester van de gemeente waar de

asielzoeker woont. Met deze handtekening verklaart de burgemeester dat de ingevulde inlichtingen

overeenkomen met de informatie waarover de gemeente beschikt. De aanvrager moet een kopie van

de actuele verblijfstitel toevoegen. Tenslotte moet het dossier een uittreksel van het wachtregister

met opgave van de verblijfshistoriek bevatten. Als niet alle documenten worden bijgevoegd, kan de

aanvraag geweigerd worden. Het aanvragen van de arbeidskaart is gratis (Dienst Economische

Migratie, 2018).

Page 24: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

12

De arbeidskaart C geeft toegang tot alle beroepen bij alle werkgevers gevestigd op het Belgisch

grondgebied. De werkgever moet regelmatig nagaan of de werknemer nog steeds in het bezit is van

een geldige arbeidskaart en geldige verblijfspapieren. Hoelang de arbeidskaart geldig is, is

persoonsafhankelijk. De termijn bedraagt maximum twaalf maanden. De arbeidskaart kan verlengd

worden. Een werkgever die een werknemer met een arbeidskaart C wil aanwerven moet hiervoor geen

extra administratieve procedure doorlopen (Dienst Economische Migratie, 2018).

De asielprocedure kan resulteren in een erkenning als vluchteling of subsidiair beschermde.

Afhankelijk van het soort erkenning worden verblijfsdocumenten en bepaalde rechten in België

toegekend.

Wanneer iemand erkend wordt als vluchteling, krijgt hij eerst een verblijf van beperkte duur. Concreet

betekent dit dat hij een elektronische identiteitskaart A voor 5 jaar ontvangt. In die 5 jaar kan de

verblijfsstatus worden opgeheven of ingetrokken op basis van artikel 1C van het Vluchtelingenverdrag.

Een voorbeeld van een bepaling onder dit artikel is de intrekking van het statuut omdat e valse

verklaringen werden afgelegd. Na vijf jaar krijgen erkend vluchtelingen een onbeperkt verblijf. Ze

krijgen dan een elektronische identiteitskaart B.

Erkend vluchtelingen hebben dezelfde toegang tot de arbeidsmarkt als Belgen. Ze hebben geen

arbeidskaart of beroepskaart nodig. Dit geldt vanaf het moment dat ze erkend zijn als vluchteling

(Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Thuislozen, 2018).

Ook subsidiair beschermden krijgen eerst een beperkt verblijf. Concreet betekent dit dat ze een

elektronische identiteitskaart A krijgen. Deze kaart moeten ze na één jaar zelf verlengen bij het

gemeentebestuur. Wanneer de dienst Vreemdelingen zaken van oordeel is dat de levensbedreigende

situatie in het herkomstland nog bestaat zal de kaart meteen voor twee jaar verlengd worden. Na vijf

jaar krijgen subsidiair beschermden een onbeperkt verblijfsrecht. Hieraan is een elektronische

identiteitskaart B verbonden.

Gedurende de eerste vijf jaar hebben subsidiair beschermden een arbeidskaart C nodig om te mogen

werken. De voorwaarden die hieraan verbonden zijn dezelfde als voor asielzoekers. Van zodra

subsidiair beschermden onbeperkt in België mogen blijven hebben ze de arbeidskaart niet meer nodig

(Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Thuislozen, 2017).

Page 25: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

13

1.3. Taal

1.3.1. Taal als hindernis

Vluchtelingen plannen het vertrek uit hun thuisland niet. Het land waar ze toekomen is geen bewuste

keuze, maar eerder een toevallige gebeurtenis. Bijgevolg hebben ze geen band met het gastland en

kennen ze de taal niet (Degler, Liebig, Senner; 2017).

Het leren van een taal is een lang en intensief proces. Hoogopgeleiden zouden pas na een voldoende

taalkennis hebben om een job conform hun opleidingsniveau uit te kunnen oefenen. Eén op vijf

vluchtelingen is analfabeet. Voor hen verloopt het proces van taalverwerving veel moeilijker2

(Lambrecht, de Vos & Van de Cloot, 2016).

Duits onderzoek heeft uitgewezen dat taal en werk aan elkaar gelinkt zijn. Figuur 5 geeft aan dat

vluchtelingen met een gemiddeld taalniveau vaker aan het werk zijn dan degene met een

beginnersniveau (Degler, Liebig, Senner; 2017). De OECD deed een enquête bij Duitse werkgevers. Uit

deze enquête bleek dat werkgevers kennis van de landstaal belangrijk vinden. Dit wordt aangeduid in

figuur 6. Voor het uitoefenen van laaggeschoolde jobs acht 50% van de werkgevers een goede kennis

van de taal belangrijk. Dit loopt op tot 90% voor jobs voor hoger opgeleiden. 61% van de werkgevers

gaf aan dat onvoldoende taalkennis doorslaggevend is voor het niet aanwerven van een vluchteling.

Bij werkgevers die reeds met vluchtelingen hadden gewerkt, werd gepeild naar hun ervaringen. De

meeste werkgevers die moeilijkheden ondervonden, gaven aan dat dit met taal te maken had (60%)

(Liebig & Degler, 2017).

2 Voor meer informatie over taalverwerving bij vluchtelingen zie ook ‘Learning the Language of a New Country: A Ten‐year Study of English Acquisition by South‐East Asian Refugees in Canada’ (How & Beiser 2006)

Page 26: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

14

Figure 5 Verhouding tussen taalkennis en kans op werk <<Bron Degler & Liebig, 2017>>

Figure 6 Taalkennis nodig bevonden om voor een job uit te oefenen, bekeken per opleidingsniveau <<Bron Degler & Liebig, 2017>>

De verplichte taallessen, die deel uitmaken van het inburgeringstraject, zijn beperkt in duurtijd. In

Vlaanderen gaat het om 120 uren in het volwassenenonderwijs. Ter vergelijking, in onze buurlanden

Duitsland en Nederland, gaat het om 600 uren. Het aantal lesuren in Vlaanderen is onvoldoende om

het vereiste A2 niveau te behalen. Vele mensen zijn hiervoor aangewezen op een vervolgtraject. Dit

vervolgtraject wordt niet altijd opgestart. Hiervoor zijn er verschillende oorzaken. Mensen verliezen

bijvoorbeeld de moed. De combinatie met het gezin wordt te zwaar of ze vinden een job waarvoor

taalkennis niet nodig is. In dit laatste geval gaat het vaak over jobs in het zwarte circuit. Dit kan tot

gevolg hebben dat mensen die verschillende jaren in België wonen de taal niet beheersen, wat het

moeilijk maakt om een stabiele en duurzame job te vinden.

Page 27: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

15

Vooral laaggeschoolde vluchtelingen hebben nood aan een vervolgtraject. In de praktijk is het juist

deze groep vluchtelingen die snel aan het werk wil. Ze hebben nood aan zeer praktisch en

arbeidsgericht taalonderwijs. Dit arbeidsmarktgerichte onderwijs is pas beschikbaar wanneer mensen

al enige kennis Nederlands hebben (Geets, Pauwels & Wets; 2006).

1.3.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Er kunnen verschillende oplossingen voor het taalprobleem geformuleerd worden. Zo is het belangrijk

dat er intensieve cursussen voor analfabeten worden georganiseerd. De basiscursus en de

vervolgtrajecten moeten combineerbaar zijn met zorgtaken en met het zoeken naar / uitoefenen van

een job. Online cursussen zouden hier een oplossing kunnen voor bieden.(Geets, Pauwels & Wets;

2006). Er moet meer geïnvesteerd worden in taalverwerving op de werkvloer. Een voorbeeld hiervan

vinden we in Finland waarbij vluchtelingen deeltijds werken en deeltijds taallessen krijgen op de

werkvloer. Verder moet er worden ingezet op beroep specifieke woordenschat. Vluchtelingen zouden

deze taal al van bij het begin moeten aanleren. Een voorbeeld hiervan vinden we in Noorwegen waar

vluchtelingen bijvoorbeeld twee dagen per week naar een bedrijf gaan om beroepspecifieke

woordenschat te leren (OECD, 2016 & Ott, 2013; Geets, Pauwels & Wets; 2006).

Hooggeschoolden hebben interesse in intensieve taallessen omdat deze hen in staat stellen sneller

een job conform hun opleidingsniveau te vinden. Dit soort opleidingen wordt gegeven aan een

universitair talencentrum. De prijs van deze opleidingen is hoog. Het is een aanbeveling om de prijs

van deze opleidingen te verlagen, zodat iedereen de kans krijgt om op het juiste niveau in te

stappen.(Geets, Pauwels & Wets; 2006).

1.3.3. Taal in Vlaanderen

In Vlaanderen maken Nederlandse lessen deel uit van het verplichte inburgeringstraject.

Vluchtelingen gaan op intake gesprek bij het Agentschap Integratie en Inburgering. In dit gesprek

worden ze bevraagd over hun taalkennis, verwachtingen, opleidingen,… Soms wordt er ook een logica-

en niveau test afgenomen. De resultaten van deze tests worden gebruikt om te bepalen in welke

onderwijsinstelling de vluchtelingen een basisopleiding Nederlands moeten volgen. Dit kan een

Centrum voor Volwassenonderwijs, een Centrum voor Basiseducatie of Universitair talencentrum zijn.

(Agentschap Integratie & Inburgering, 2018).

In Vlaanderen wordt het inburgeringsattest afgeleverd na het volgen van een traject en op voorwaarde

dat men slaagt voor de taaltest. Concreet betekent dit dat een A2 niveau Nederlands moeten worden

behaald. Voor analfabeten wordt er een uitzondering gemaakt. A2 niveau wil zeggen dat de vluchteling

in staat is korte zinnen met eenvoudige woorden te schrijven. Verder kunnen ze een eenvoudige

vacature, brochure of persoonlijk briefje lezen. Mondeling zouden ze korte gesprekjes moeten kunnen

Page 28: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

16

voeren . Het gaat bijvoorbeeld om dialoogjes waarin ze zichzelf voorstellen (Agentschap Integratie &

Inburgering, 2018).

Wanneer de taallessen in de inburgeringscursus zijn afgerond kunnen vluchtelingen doorstromen naar

de VDAB. VDAB biedt verschillende taalcursussen aan. Zo zijn er schakelopleidingen voor vluchtelingen

die een opleiding willen starten of op zoek zijn naar werk. Mensen die een opleiding volgen, kunnen

hiervoor ook taallessen volgen. Verder bieden ze taallessen aan tijdens een individuele

beroepsopleiding. Ook kan er op vraag van de werkgever een cursus Nederlands op de werkvloer

gestart worden. De taalopleidingen bij VDAB zijn kort, intensief en specifiek gericht op werk.

Tot voor kort testte VDAB de taalvaardigheid van de vluchteling, alvorens hen toe te laten tot een

cursus. Wanneer een vluchteling niet slaagde voor de test werd hij doorverwezen naar een

vervolgcursus Nederlands. Enkel vluchtelingen die geslaagd waren, konden een opleidingen volgen bij

VDAB. In 2017 stelde VDAB het actieplan ‘integratie door werk’ op. De eerste doelstelling van dit

actieplan is zorgen voor een snel en duurzaam traject naar werk op maat. Om dit te realiseren werd er

afgestapt van het instapniveau Nederlands. Nederlands wordt nu niet meer als voorwaarde gezien

(VDAB, 2017).

1.4. Werkgeversbenadering

1.4.1. Drempels bij bedrijven

Bedrijven spelen een zeer belangrijke rol in de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Zij

moeten de wil en de mogelijkheden hebben en kennen om vluchtelingen aan te werven. Er zijn heel

wat drempels waardoor vluchtelingen minder snel worden aangeworven.

Literatuur toont aan dat er een verschil bestaat in de werkgelegenheidsgraad tussen vluchtelingen en

autochtonen. Vluchtelingen zijn minder vaak aan het werk. Dit kan deels verklaard worden door

waarneembare kenmerken zoals scholingsniveau, ervaring op de werkvloer, woonplaats,… Er zijn ook

niet- waarneembare factoren zoals netwerken, voorkeuren van individuen en discriminatie (Corluy &

Verbist, 2014).

Verschillende auteurs gingen na in welke mate discriminatie een rol speelt3. In Zweden zette men

hiervoor een experiment op. Er werden drie CV’s met gelijkwaardige kwalificaties opgestuurd naar een

bedrijf. De eerste CV kwam van iemand met een Zweedse naam. De tweede van iemand met een

3 Voor meer gelijkaardig onderzoek zie ook ‘Do employers discriminate less if vacancies are difficult to fill? Evidence from a field experiment’ (Baert, Cockx, Gheyle & Vandamme; 2013), Ethnic discrimination in the Dutch labor market : Its relationship with job characteristics and multiple group membership (Andriessen, Nievers, Dagevos & Faulk; 2012), ‘Seeking similarity: How immigrants and natives manage in the labor market’ (Aslund, Hensvi & Skans, 2014), ‘Why do skilled immigrants struggle in the labor market ? A field experiment with thirteen thousand resumes’ (Oreopoulus, 2011).

Page 29: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

17

Midden-Oosters klinkende naam. De derde kwam van iemand met Midden-Oosterse naam en Midden-

Oosterse kwalificaties. De drie soorten CV’s werden opgesteld voor 11 verschillende beroepen. In

totaal werden er bijna 4000 CV’s naar meer dan 100 werkgevers opgestuurd. Uit het onderzoek bleek

dat mensen met een Zweeds klinkende naam 22% meer kans hadden om uitgenodigd te worden voor

een gesprek. 23% van het verschil tussen autochtoon en vluchteling is te wijten aan buitenlandse

competenties. 77% van het verschil is te wijten aan het feit dat de sollicitant een buitenlands klinkende

naam heeft (Carlsson & Rooth, 2008). Gelijkaardig onderzoek werd uitgevoerd in Duitsland. Hieruit

kwam naar voor dat iemand met een Duits klinkende naam 14% meer kans heeft om uitgenodigd te

worden voor een sollicitatiegesprek (Kaas & Magner, 2011).

De twijfel om vluchtelingen aan te werven wordt ook ingegeven door onzekerheid over de

verblijfstatus van vluchtelingen. Dit geldt zeker wanneer het om asielzoekers gaat. Het is namelijk niet

zeker dat de asielaanvraag gegrond zal verklaard worden. Wanneer de vluchteling geen verblijf krijgt

in België, verliest het bedrijf zijn werkkracht. Verder vormt de onwetendheid over de voorwaarden om

vluchtelingen aan te werven een belangrijke drempel voor bedrijven. Vaak wordt de administratie die

gepaard gaat met het aanwerven van een vluchteling overschat (OECD, 2016).

Bedrijven stellen zich ook vragen bij de vaardigheden waarover vluchtelingen beschikken. Zij kunnen

moeilijk inschatten of de vaardigheden aangeleerd in het thuisland matchen met de vaardigheden die

zij zoeken.

1.4.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Het is belangrijk om bedrijven te betrekken bij de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt.

Algemeen wordt gesteld dat de overheid het eenvoudiger moet maken voor bedrijven (in het bijzonder

kmo’s) om te kunnen groeien. Dit kan door subsidies te geven of door lenen eenvoudiger te maken.

Wanneer bedrijven groeikansen hebben, zal de tewerkstelling stijgen Deze bijkomende

arbeidsplaatsen kunnen de tewerkstellingskansen van vluchtelingen verhogen (Ajluni & Kawar, 2015).

Een andere aanbeveling stelt de communicatie met de bedrijven voorop. Elk bedrijf zou op de hoogte

moeten worden gebracht van de wettelijke bepalingen rond het aanwerven van asielzoekers en

vluchtelingen. Dit kan het idee dat een vluchteling aanwerven een hele procedure is doorprikken. Ook

kan het helpen om asielzoekers waarvan de kans groot is dat ze mogen blijven duidelijke papieren te

geven. Syriërs en Afghanen hebben bijvoorbeeld een hoge erkenningsgraad (Eurofound, 2017).

Een derde aanbeveling stelt dat bedrijven moeten aangemoedigd worden. Dit kan op verschillende

manieren. Vooreerst bestaat er de mogelijkheid om financiële stimulansen te geven. Dit wordt reeds

gedaan in enkele Europese landen. In Denemarken krijgen bedrijven die een vluchteling aanwerven

Page 30: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

18

subsidies. Dit gebeurt na zes en twaalf maanden tewerkstelling. Het subsidiebedrag is afhankelijk van

de tijd dat de vluchteling al in Denemarken woont. Hoe korter het verblijf, hoe hoger de subsidie. In

Zweden krijgen bedrijven de belastingen die ze betalen op het loon van vluchtelingen terugbetaald.

Een andere mogelijkheid is dat bedrijven worden vrijgesteld voor het betalen van sociale zekerheid

voor de vluchteling. Dit is het Finse systeem (Eurofound, 2017). Een andere manier om bedrijven aan

te moedigen is via het organiseren van campagnes. Ook zou de overheid activiteiten kunnen

organiseren waar vluchtelingen en bedrijven elkaar ontmoeten. Beide elementen zouden er voor

moeten zorgen dat vluchtelingen beter begrepen worden en discriminatie verdwijnt (Liebig & Degler,

2017).

1.4.3. Stimuleren van bedrijven in Vlaanderen

In België stelde het VBO een praktische gids op die de bedoeling heeft bedrijven te informeren en aan

te moedigen om vluchtelingen aan te werven. Deze gids is zeer uitgebreid. De gids beschrijft eerst de

kenmerken van de huidige vluchtelingeninstroom. Ook de economische gevolgen komen aanbod.

Nadien wordt het integratietraject dat vluchtelingen moeten doorlopen uitgelegd. De brochure eindigt

met wat bedrijven moeten weten en doen wanneer ze vluchtelingen willen aanwerven (Taskforce

vluchtelingen, 2017).

1.5. Mobiliteit

1.5.1. Mobiliteit als hindernis

Blumenberg (2007) onderzocht mobiliteit bij Aziatische vluchtelingen in de Verenigde Staten. In haar

onderzoek wordt aangetoond dat er een positieve significante relatie is tussen het krijgen en

behouden van een job en het beschikken over een degelijke auto.

Uit haar onderzoek blijkt ook dat vluchtelingen specifieke problemen ondervinden die gelinkt zijn aan

mobiliteit. Uit de resultaten van het onderzoek blijkt dat 85% van de bevraagde vluchtelingen over een

auto bezit. Ze kunnen niet op elk moment gebruik maken van deze auto. De reden hiervoor is dat de

auto gedeeld wordt met andere volwassen gezinsleden. Ook is het zo dat 66% van de respondenten

aangaf over een auto te beschikken die meer dan tien jaar oud is. Bijgevolg zijn de auto’s vaak niet

beschikbaar omdat ze hersteld moeten worden. Verder is het zo dat vluchtelingen vaak niet beschikken

over een geldig rijbewijs.

Het openbaar vervoer zou een oplossing kunnen bieden. Econometrisch onderzoek in het Verenigd

Koninkrijk toont aan dat de werkloosheid kleiner is in gebieden waar het openbaar vervoer goed

georganiseerd is. In de praktijk wordt vastgesteld dat heel wat bedrijven niet bereikbaar zijn met het

openbaar vervoer. Een ander knelpunt is dat vluchtelingen onvoldoende de taal beheersen waardoor

ze de signalisatie niet altijd goed begrijpen. Het is ook moeilijk om hun vragen te stellen aan loket

Page 31: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

19

bediendes. Dit zorgt ervoor dat er een zekere angst ontstaat bij vluchtelingen (Blumenberg, 2007 &

Johnson, Ercolan, Mackie; 2017).

1.5.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Vluchtelingen die niet beschikken over een auto en geen gebruik kunnen maken van het openbaar

vervoer dreigen geïsoleerd te raken. Om dit te vermijden kunnen er een aantal maatregelen genomen

worden.

Het is belangrijk om te investeren in goed openbaar vervoer. Het zou voor werknemers mogelijk

moeten zijn om met het openbaar vervoer binnen een redelijke tijd op hun werk te geraken.

Organisatorisch moeten er initiatieven genomen worden die het openbaar vervoer toegankelijker

maken voor anderstaligen. Dit kan door meertalig personeel aan te werven en informatie in

verschillende talen beschikbaar te stellen. Ook het ophangen van uitgebreide, duidelijke symbolen kan

helpen.

Het is ook belangrijk om projecten te ontwikkelen waardoor ook kwetsbare groepen over een wagen

kunnen beschikken. Dit kan op verschillende manieren. Er kan bijvoorbeeld gewerkt worden met

voordelige leningen of leasingprogramma’s. Een andere optie is dat het project de auto’s aankoopt en

deze over de deelnemers verspreid (Blumenberg, 2007 & Johnson, Ercolan, Mackie; 2017).

1.6. Erkennen van diploma en ‘skills’

1.6.1. Erkennen van diploma’s en competenties als opstap.

Er is weinig geweten over het opleidingsniveau van vluchtelingen. De Europese lidstaten houden hier

nauwelijks data over bij. De bestaande data wordt ook niet verwerkt zodat ze voor wetenschappelijk

onderzoek beschikbaar zijn. Ondertussen werden er wel verschillende studies uitgevoerd door

bijvoorbeeld het IMF en UNHCR. Uit deze studies blijkt dat Syriërs die via Griekenland, Europa binnen

komen vaker hoog opgeleid zijn. Mensen uit Eritrea, Afghanistan en Irak zouden gemiddeld minder

hoog opgeleid zijn dan de Europese bevolking. Deze trend wordt bevestigd door de statistische dienst

van de Zweedse overheid. Zij geven aan dat ongeveer 40% van de Syrische bevolking minstens de

hogere middelbare graad heeft afgewerkt. Voor mensen uit Afghanistan gaat het om 20% (Konle-seidle

& Bolits, 2016).

Ook in Vlaanderen worden maar beperkte data bijgehouden. De resultaten zijn ook niet altijd

eenduidig. In Vlaanderen publiceert het Agentschap Inburgering en Integratie gegevens over het

opleidingsniveau van vluchtelingen en asielzoekers die een inburgeringscontract hebben. Uit deze data

blijkt dat de helft van de vluchtelingen enkel over een diploma lager onderwijs beschikt. Bovendien

zou 17% van de vluchtelingen analfabeet zijn. Verschillende OCMW’s hielden een bevraging naar het

Page 32: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

20

opleidingsniveau bij hun cliënten. Hieruit kwam naar voor dat 20% van de asielzoekers die via hen

opvang krijgt hooggeschoold is. Uit dezelfde bevraging bleek ook dat meer dan de helft van de

vluchtelingen het middelbaar onderwijs heeft afgemaakt (Lambrecht, De Vos & Van de Cloot, 2016).

Het aantal aanvragen voor diploma erkenning is zeer klein in vergelijking met het aantal ingediende

asielaanvragen. In België werden in de eerste helft van 2016, 454 aanvragen voor diploma erkenning

ingediend door vluchtelingen en asielzoekers. Dit is een laag aantal vergeleken met de bijna 19 000

asielaanvragen die werden goedgekeurd tussen begin 2015 en augustus 2016 (Lambrecht, De Vos, Van

De Cloot, 2016). De oorzaak hiervan kan zijn dat het voor vluchtelingen moeilijk is om hun diploma te

laten erkennen. Omdat ze zijn gevlucht, hebben ze vaak de nodige documenten niet in hun bezit.

Bovendien is het niet mogelijk om deze documenten op te vragen in het land van herkomst (Kohnle-

Seidle & Bolits, 2016).

Voor bedrijven is het ontbreken van diploma’s en het gebrek aan zekerheid over competenties een

struikelblok bij het aanwerven van vluchtelingen. Het erkennen van diploma’s en van elders verworven

competenties kan een positief effect hebben op de aanwerving van vluchtelingen (Ott, 2013 & Adecco

group, 2017).

Opvallend is ook dat vluchtelingen vaak tewerkgesteld worden onder hun opleidingsniveau. Figuur 7

geeft weer dat vluchtelingen vaker dan andere groepen een job uitoefenen onder hun niveau. Dit

probleem kan verholpen worden door diploma – en competentie erkenning.

Figure 7 Overkwalificatie bij autochtonen, niet-Europeanen en vluchtelingen met tertiaire educatie in 2014 <<Bron Degler & Liebig, 2016>>

Page 33: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

21

1.6.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Om beter gebruik te maken van de vaardigheden en competenties van vluchtelingen is het belangrijk

om te starten vanuit de talenten die ze hebben.

In de literatuur wordt een stelselmatige erkenning van diploma’s van vluchtelingen aangeraden. De

erkenning van diploma’s zou via een eenvoudige procedure moeten verlopen. Wanneer er

documenten ontbreken zou er een procedure moeten mogelijk zijn waarin de competenties van

vluchtelingen gemeten en erkend worden. Vluchtelingen zouden intensief begeleid moeten worden

gedurende het proces van diploma-erkenning (Ott, 2013; Burggraeve & Piton, 2016).

Het is belangrijk om al tijdens de asielprocedure werk te maken van het meten en erkennen van de

competenties . Dit is zeker belangrijk voor de laag en ongeschoolde vluchtelingen. De focus moet

eerder gericht zijn op de skills die vluchtelingen hebben dan op hun diploma’s. Wanneer de

vaardigheden van vluchtelingen zijn vastgelegd kunnen deze worden omgezet in een

gestandaardiseerd CV. In de Europese lidstaten bestaan er al verschillende projecten die hier op

inzetten. Deze projecten bevinden zich vaak op het lokale niveau. Ze zouden moeten worden

doorgetrokken naar het centrale overheidsniveau. Enkel wanneer er een gestandaardiseerde en

transparante procedure ontstaat, is er duidelijkheid naar werkgevers toe (Degler & Liebig, 2017). De

CV ’s van vluchtelingen zouden bovendien verzameld kunnen worden in één database die toegankelijk

is voor de werkgevers. Zo kunnen werkgevers gericht opzoek gaan naar iemand met een profiel dat

binnen het bedrijf past (OECD, 2016).

Vluchtelingen moeten ervaringen kunnen opdoen door hen opleidingen te laten volgen en stages te

laten lopen in bedrijven. Dit kan eventueel ook leiden tot een jobaanbieding (Ott, 2013; Adecco, 2017).

Verder kan het aangewezen zijn om vluchtelingen een tijd lang over voldoende middelen te laten

beschikken om hen de kans te geven om opnieuw te gaan studeren (Kohnle-Seidle & Bolits, 2016).

1.6.3. Erkennen van diploma’s en ‘skills’ in Vlaanderen

In Vlaanderen zijn er verschillende mogelijkheden om een diploma of competenties te laten erkennen.

In België gebeurt de erkenning van buitenlandse diploma’s door de dienst NARIC. Elke gemeenschap

heeft zijn eigen NARIC-centrum. NARIC heeft twee verschillende procedures. De eerste procedure is

bedoeld om na te gaan aan welk specifiek Vlaams diploma een buitenlands diploma gelijk is. Voor deze

procedure wordt gekozen wanneer een specifieke erkenning nodig is voor het beroep dat men wil

uitoefenen. Deze procedure neemt in theorie 120 dagen in beslag. De tweede procedure is bedoeld

om het niveau van de studie te laten erkennen (middelbaaronderwijs, bachelor, master). Deze

procedure wordt gevolgd wanneer de job die iemand wil uitoefenen enkel een niveau-erkenning

Page 34: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

22

vraagt, of wanneer er in Vlaanderen geen overeenkomstige job bestaat. Ook wanneer er onvoldoende

bewijsmateriaal is voor een specifieke erkenning, wordt deze procedure gevolgd. Deze procedure

neemt 60 dagen in beslag. Uit de interviews die ik afnam, bleek dat de termijnen voor diploma-

erkenning langer zijn. Ze kunnen oplopen tot twee jaar.

Vluchtelingen kunnen hun aanvraag doen vanaf het moment dat ze een asielaanvraag hebben

ingediend. Ze kunnen hiervoor hulp vragen bij het onthaalbureau. Hoewel er geen specifieke

procedure is voorzien voor vluchtelingen, zijn er aanpassingen. Zo kan de aanvraag ook worden

goedgekeurd als niet alle stukken zijn bijgevoegd. Wel moet er altijd een document aanwezig zijn dat

bewijst dat de opleiding in het thuisland goed werd afgerond. Er moet ook een zeer uitgebreide

vragenlijst worden ingevuld. Voor vluchtelingen zijn de procedures bij NARIC kosteloos (NARIC

Vlaanderen, 2018).

Een andere optie is het VLIR-traject. Dit traject is beschikbaar voor vluchtelingen die over een

masterdiploma in de economie, ingenieurswetenschappen of exacte wetenschappen beschikken. Zij

kunnen een traject volgen aan een Vlaamse universiteit. De vluchtelingen volgen gedurende één

semester enkele vakken die aansluiten bij hun behaalde diploma. Deze lessen worden aangevuld met

een seminarie, stage of schrijfopdracht. Aan het einde van het traject wordt beslist of het

buitenlandsdiploma kan worden gelijkgesteld (NARIC Vlaanderen, 2018).

Er is voor vluchtelingen ook de mogelijkheid om competenties te laten erkennen. Dit kan bij één van

de EVC – aanbieders. Een EVC bewijs kan gebruikt worden bij het zoeken van een job of om

vrijstellingen te krijgen bij een opleiding (EVC, 2018).

Page 35: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

23

2. Aanbevelingen die inspelen op kansen

Er zijn niet alleen drempels die de toegang tot de arbeidsmarkt bemoeilijken. Er dienen zich ook kansen

aan. In dit onderdeel geef ik eerst een mogelijk kans aan. Vervolgens worden de aanbevelingen uit de

literatuur weergegeven. Tenslotte leg ik de situatie in Vlaanderen uit.

2.1. Opstarten van een eigen onderneming

2.1.1. Opstarten van een eigen onderneming als kans4

Uit een enquête bij 2300 asielzoekers en vluchtelingen, die tussen 2013 en 2016 naar Duitsland

kwamen, bleek dat 27% van de vluchtelingen in het herkomstland een zelfstandig beroep uitoefende.

Daarentegen oefent amper 2% van de vluchtelingen een zelfstandig beroep uit in Duitsland (Liebig &

Degler, 2017).

Het opstarten van een eigen onderneming vraagt financiële middelen en heel wat kennis (taal,

wetgeving,…). Dit kan een mogelijke verklaring zijn waarom weinig vluchtelingen een eigen

onderneming opstarten (Liebig & Degler, 2017).

Wanneer vluchtelingen niet aan de slag gaan als ondernemer gaat er potentieel verloren. Hugo (2013)

toonde aan dat vluchtelingen een grotere voeling hebben met het opstarten van een eigen

onderneming dan andere migranten. Vluchtelingen blijken goed kansen en risico’s te kunnen

inschatten. Ze beschikken over een zekere ‘competentie’ om succesvol een onderneming op te starten.

2.1.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Wanneer vluchtelingen geen onderneming kunnen oprichten omdat het wettelijk of financieel niet

haalbaar is, gaat er potentieel verloren. Daarom is het belangrijk om hier op in te zetten.

Zo is het belangrijk dat in de wet wordt voorzien dat vluchtelingen een onderneming kunnen oprichten.

In sommige Europese landen is dit niet toegelaten. Voorbeelden hiervan zijn : Zweden en het Verenigd

Koninkrijk. (Konle-Seidle & Bolits, 2016).

Ook moeten vluchtelingen in de mogelijkheid gesteld worden om een lening aan te gaan (Ajluni &

Kawar) en bij te scholen om een eigen zaak te kunnen opstarten (Ajluni & Kawar, 2015).

2.1.3. Ondernemen in Vlaanderen

In Vlaanderen hebben zowel asielzoekers, subsidiair beschermden als erkende vluchtelingen het recht

om een onderneming op te starten.

4 Voor informatie over vluchtelingen (en anderen migranten) en ondernemerschap zie ook Immigrants' Propensity to Self‐Employment: Evidence from Canada (Li, 2006), Personal agency in newly arrived refugees: The role of personality, entrepreneurial cognitions and intentions, and career adaptability (Obschonka, Hahn, ul Habi Bawja, 2018)

Page 36: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

24

Asielzoekers en subsidiair beschermden moeten een beroepskaart aanvragen om een zelfstandig

beroep te mogen uitoefenen. De beroepskaart laat hen toe een specifieke activiteit uit te oefenen voor

een periode tussen één en vijf jaar.

Ze kunnen hun beroepskaart aanvragen bij een erkend ondernemingsloket. Op het aanvraagformulier

wordt gevraagd naar de identiteitsgegevens van de asielzoeker en de juridische vorm van de

onderneming. Ook moeten er bewijsmiddelen worden voorgelegd. Deze bestaan uit algemene en

specifieke documenten. De algemene documenten bevatten een voorblad, een getuigschrift van goed

gedrag en zeden, een bewijs dat de aanvraagkost werd betaald en een kopie van de

verblijfsvergunning. Voorbeelden van specifieke documenten zijn: CV en werkervaring, behaalde

diploma’s, bewijs van ondernemingsvaardigheden, motivatiebrief, ondernemingsplan,…

De gewestelijke Dienst Economische Migratie hanteert drie criteria voor de toekenning van de

beroepskaart. Ten eerste moet het recht op verblijf aangetoond worden. Dit kan door het

immatriculatie-attest voor te leggen. Verder wordt er nagegaan of de asielzoeker toegang tot het

beroep heeft. Tenslotte moet de activiteit die de asielzoeker wil uitoefenen economisch nut hebben

voor Vlaanderen. De term economisch nut wordt ruim geïnterpreteerd . Zo kan het gaan om de creatie

van werkgelegenheid, nuttige investeringen, of innovatie. Het economisch nut kan op sociaal, cultureel

of sportief vlak gecreëerd worden.

Wanneer de beroepskaart verlopen is kan deze vernieuwd worden. Er wordt dan wel nagegaan of de

onderneming correct heeft bijgedragen tot de belastingen en sociale zekerheid. Bovendien moet ook

het economisch nut bereikt zijn (Dienst Economische Migratie, 2018).

Omdat erkende vluchtelingen dezelfde toegang tot de arbeidsmarkt hebben als Belgen, moeten ze

geen beroepskaart aanvragen (Commissariaat-Generaal voor de Vluchtelingen en Thuislozen, 2018).

2.2. Spreiding over de gemeenten van het grondgebied

2.2.1. Spreiding over de gemeenten als kans

Er zijn grote regionale verschillen in de tewerkstelling van vluchtelingen. Zweeds onderzoek wees uit

dat in sommige regio’s en steden bijna dubbel zoveel vluchtelingen aan het werk zijn dan in andere

regio’s. Bepaalde regionale kenmerken zorgen dan ook voor betere of slechtere kansen voor

vluchtelingen. Vluchtelingen vinden moeilijker werk in steden waar er een universiteit is. Een mogelijke

verklaring is dat de vluchtelingen het in deze steden moeten opnemen tegen een grote groep

hooggeschoolden. Een andere vaststelling is dat vluchtelingen moeilijker werk vinden in steden die

veel geld van het gemeentefonds krijgen. Ook wanneer de regio te kampen heeft met een hoge

werkloosheid en in regio’s waar er een economische transformatie aan de gang is (laag geschoolde

Page 37: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

25

jobs worden vervangen door machines) vinden vluchtelingen moeilijker een job. In kleine steden en

steden waar er vele bedrijvigheid is, vinden vluchtelingen makkelijker een job. Mobiliteit tussen steden

van eenzelfde grondgebied vergroot de kans op werk (Bevelander & Lundh, 2007).

2.2.2. Aanbevelingen in de literatuur

Om de kans op het vinden van een job te vergroten, wordt er in de literatuur aangeraden het

economisch profiel van regio’s en steden mee te laten spelen in de spreiding van asielzoekers over het

grondgebied. In regio’s waar meer jobs beschikbaar zijn, zouden meer vluchtelingen gehuisvest

kunnen worden. Luxemburg, Denemarken en Finland passen deze regel reeds toe (Eurofound,2016;

Konle-Seidle, Bolits & 2016).

Andere auteurs gaan nog verder. Zij stellen voor asielzoekers en vluchtelingen te matchen aan regio’s

waar hun competenties kunnen worden ingezet. Dit impliceert dat de competenties en ‘skills’ van

vluchtelingen tijdens de procedure getest moeten worden. In Nederland probeert men dit vanaf 2016

te doen (Eurofound, 2016).

2.2.3. Spreiding over de gemeenten in België

De opvang van de asielzoekers in België gebeurt in twee fasen. Eerst komen ze in een opvangcentrum

terecht. Na vier maanden kunnen vluchtelingen een overplaatsing naar een lokaal opvanginitiatief

(LOI) aanvragen. LOI’s worden beheerd door de OCMW’s. Vluchtelingen kunnen niet kiezen in welke

gemeente ze willen wonen. Dit gebeurt op basis van beschikbaarheid (Vluchtelingenwerk, 2018;

Fedasil, 2014) .

In 2015 besliste de federale regering om 5000 extra opvangplaatsen voor asielzoekers te creëren via

een spreidingsplan over de gemeenten. Hierdoor wonen de asielzoekers niet meer geconcentreerd in

grote opvangcentra in enkele gemeenten.

Afhankelijk van vier parameters wordt er een bepaald aantal vluchtelingen toegewezen aan elke

gemeente. Het gaat om de volgende vier parameters :

• Aantal inwoners (35%);

• Netto-belastbaar inkomen van de inwoners (20%);

• Aantal leefloners en equivalent leefloners (15%);

• Reeds geleverde inspanningen

Gemiddeld zou een gemeente 10 asielzoekers moeten opvangen (VVSG,2016).

Page 38: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

26

Wanneer iemand erkend wordt als vluchteling moet hij binnen de twee maanden het opvanginitiatief

verlaten. De vluchteling kan zich dan inschrijven voor een sociale woning en/ of op zoek gaan naar een

huis op de private woonmarkt (Vluchtelingenwerk Vlaanderen, 2018).

2.3. Maatwerk

2.3.1. Maatwerk als kans

Het profiel van vluchtelingen is erg uiteenlopend. Ze hebben een zeer diverse opleidings – en

werkervaringsachtergrond. Wanneer integratieprogramma’s niet op maat zijn gemaakt kan dit het

integratieproces vertragen. Bovendien kan het voor vluchtelingen demotiverend werken wanneer het

traject dat ze volgen niet op hun niveau gemaakt is (Kohnle-Seidle & Bolits, 2016).

2.3.2. Aanbevelingen in de literatuur

In het algemeen wordt er in de literatuur aangeraden individuele programma’s op te maken. Een

individueel programma zou moeten bestaan uit de erkenning van vaardigheden en diploma’s,

aangepaste taallessen, zoektocht naar stageplaatsen, werk en tewerkstellingsmaatregelen die passen

bij het profiel van de vluchtelingen. Het is belangrijk dat de vluchteling doorheen dit traject begeleid

wordt door mensen met een specifieke opleiding in het vakgebied (Kohnle-Seidle & Bolits, 2016).

Enkel door vluchtelingen op lange termijn te begeleiden kan er gegarandeerd worden dat ze een

duurzame job zullen vinden. Dit is zeker het geval wanneer het gaat om vluchtelingen met een grote

afstand tot de arbeidsmarkt, omdat ze bijvoorbeeld analfabeet zijn.

Extra aandacht in deze op maat gemaakte trajecten zou moeten gaan naar vrouwen. Vrouwen hebben

minder vaak dan mannen gewerkt in het herkomstland. Ze zijn vaak ook minder hoogopgeleid. Dit

zorgt ervoor dat ze nog moeilijker een plaats vinden op de arbeidsmarkt. Ook blijkt uit onderzoek dat

vrouwen minder vaak deelnemen aan tewerkstellingsprojecten. Om vrouwen aan te moedigen kan het

helpen kinderopvang te voorzien (Degler & Liebig).

Een andere erg kwetsbare groep zijn vluchtelingen met trauma’s5. Mentale problemen hebben

gevolgen voor het hele integratie proces. Het is dan ook belangrijk dat vluchtelingen bij aankomst hier

op gescreend worden. Nadien moeten vluchtelingen worden geholpen bij het verwerken van trauma’s.

De weg naar werk moet worden aangepast aan wat voor de mensen mogelijk is (Kohnle-Seidle & Bolits,

2016).

5 Voor meer informatie over psychische problemen en trauma’s bij vluchtelingen zie ook ‘A cross-sectional investigation of the health needs of asylum seekers in a refugee clinic in Germany’ (Goodman, Jensen, Galante; 2018), Prevalence of and risk factors for mental disorders in refugees (Giacco, Laxhman & Priebe; 2018), The Social Determinants of Refugee Mental Health in the Post-Migration Context: A Critical Review (Hynie, 2018).

Page 39: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

27

2.4. Concentratie van diensten

2.4.1. Concentratie van diensten als kans

Het traject dat vluchtelingen doorlopen bestaat uit verschillende stappen. Ze moeten de taal leren,

inburgeren, op zoek gaan naar werk en een woning,… Bijgevolg is er ook een veelheid van organisaties

betrokken bij de integratie van vluchtelingen. Denk maar aan VDAB, OCMW, stadsbesturen,… Het is

van groot belang dat deze diensten de informatie waarover ze beschikken met elkaar delen.

2.4.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Om er voor te zorgen dat het integratieproces zo vlot mogelijk verloopt, wordt in de literatuur

aangeraden een loket op te starten waarin alle diensten en instanties verzameld zijn. Het zou gaan om

een fysieke plaats. De verschillende diensten kunnen dan hun werking op elkaar en op het pad naar de

arbeidsmarkt afstemmen (Liebig & Degler, 2017; Lambrecht, De Vos & Van De Cool, 2016).

Verder is het ook belangrijk dat de verschillende diensten en instanties de data met betrekking tot de

vluchtelingen goed bijhouden en met elkaar delen. Hoe meer data men verzameld, hoe beter het

traject kan worden afgestemd op het profiel van de vluchteling (Liebig & Degler, 2017; Lambrecht, De

Vos & Van De Cool, 2016).

2.4.3. Concentratie van diensten in Vlaanderen

In Antwerpen werden in 2016 de eerste fysieke loketten opgericht. Het gaat om een onthaalbureau

waar het Agentschap Integratie & Inburgering, OCMW Antwerpen en VDAB Antwerpen samen zitten.

Op de website van de stad Antwerpen wordt aangegeven dat deze samenwerking zou moeten leiden

tot een aangepast inburgerings- en activeringstraject (OCMW Antwerpen, 2018).

2.5. Samenwerken met het middenveld

2.5.1. Samenwerking als kans

Het middenveld speelt een fundamentele rol in het opvangen en begeleiden van vluchtelingen. Tijdens

de grote instroom van vluchtelingen reageerden sommige overheden niet (snel) genoeg op de noden

en behoeften van vluchtelingen. Deze leemte werd opgevangen door het middenveld (Liebig & Degler,

2017).

Hoewel het niet altijd hun core business is, leiden middenveldorganisaties vluchtelingen ook toe naar

werk. Vrijwilligers kunnen niet het werk van de overheid overnemen. Wel kunnen ze vluchtelingen

helpen bij het opstellen van een CV en het zoeken naar een job. Vluchtelingen kennen vaak niemand

wanneer ze hier toekomen. Bij het zoeken van een job maakt de vrijwilliger vaak gebruik van het eigen

sociale netwerk en het netwerk van vrienden. In een survey gehouden bij Duitse ondernemers gaf 40%

Page 40: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

28

aan dat ze met vluchtelingen in contact kwamen via een middenveldorganisatie (Liebig & Degler,

2017).

2.5.2. Aanbevelingen uit de literatuur

In de literatuur wordt het creëren van een mentorprogramma aangeraden. In dit soort programma

krijgt elke vluchteling een mentor toegewezen. Deze mentor ondersteunt hem bij het integratieproces.

Het doel van deze programma’s is vluchtelingen aan te moedigen om werk te zoeken en hen te helpen

in dit proces. Mansson & Delander (2017) onderzochten de effecten van zulk mentorprogramma. Ze

vergeleken de kans voor participanten en niet – participanten op het vinden van een job, en het

bereiken van twee verschillende loondrempels. Voor vrouwelijke deelnemers aan het

mentorprogramma vonden zij geen significante effecten. Participerende mannen hebben volgens hun

onderzoek 13,2% punten meer kans dan niet – participanten om een job te vinden waarmee ze meer

dan het minimumloon verdienen. Verschillende persoonsafhankelijke factoren (leeftijd, scholing,

ervaring) beïnvloeden de kansen die iemand heeft om meer uit het mentorprogramma te halen. Het

aantal keer dat de mentor en mentee elkaar ontmoeten heeft geen significant positieve invloed op de

resultaten van het programma. Mansson en Delander ( 2017) concluderen dan ook dat het een goede

start is om mensen te integreren op de arbeidsmarkt. Het is echter geen programma dat snel alle

problemen zal verhelpen.

De lokale overheden en middenveldorganisaties staan het dichtst bij de mensen . Vanuit dit opzicht is

het dan ook belangrijk dat de centrale overheden lokale overheden en middenveld ondersteunen en

zelfs betrekken bij het beleidsproces (Kohnle-Seidle & Bolits, 2016).

2.6. Vrijwilligerswerk

2.6.1. Vrijwilligerswerk als kans

VZW Vlaams Steunpunt Vrijwilligerswerk startte in 2017, met hulp van de federale overheid, een

project op dat tot doel heeft meer vluchtelingen als vrijwilliger aan het werk te krijgen. VZW Vlaams

steunpunt vrijwilligerswerk deed in het kader hiervan een bevraging bij 167 organisaties naar de

samenwerking met vluchtelingen. Hieruit kwam heel wat informatie naar boven. Ik geef enkele

voorbeelden. Volgens het onderzoek zou slechts 5% van de organisaties niet bereid zijn om samen te

werken met vluchtelingen. Het onderzoek wijst op de voordelen die verbonden zijn aan het inzetten

van vluchtelingen als vrijwilliger. Volgens de respondenten zou het ervoor zorgen dat mensen een

ander beeld krijgen van vluchtelingen. Ook zou het vluchtelingen voldoening geven. Door

vrijwilligerswerk te doen krijgen de vluchtelingen de kans om de Nederlandse taal te oefenen. Uit de

bevraging blijkt ook dat 66% van de vluchtelingen enthousiast is over vrijwilligerswerk.

Page 41: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

29

Een verdere literatuurstudie bevestigt dat door vluchtelingen te laten participeren als vrijwilliger de

beeldvorming over vluchtelingen kan veranderen. Het zorgt er namelijk voor dat autochtonen,

vluchtelingen leren kennen in een gewone dagelijkse context. Verder wordt in de literatuur

aangegeven dat vrijwilligerswerk kan fungeren als leerschool. Vluchtelingen krijgen de kans om op het

werkveld aan de slag te gaan en nieuwe dingen te leren. Dit kan een hulpmiddel zijn wanneer iemand

lange tijd inactief is geweest. Bovendien kunnen ze de taal oefenen. Vrijwilligerswerk kan tenslotte ook

een opstap bieden voor een betaalde job. Dit kan wanneer de vrijwilligersplek zelf een job aanbiedt of

wanneer de vluchtelingen contacten leggen die belangrijk zijn voor het vinden van werk (Kohnle-Seidle

& Bolits, 2016; Geets, Pauwels & Wets, 2006).

2.6.2. Aanbevelingen uit de literatuur

Uit een bevraging van VZW Vlaams steunpunt vrijwilligerswerk kan worden vastgesteld dat

organisaties vooral nood hebben aan ondersteuning. Ze willen een duidelijk zicht hebben op de

vrijwilligerswetgeving en ook een plaats waar ze terecht kunnen met vragen en problemen. Verder zou

het voor hen voordelig zijn wanneer er een database wordt opgesteld waarin ze actief kunnen zoeken

naar vluchtelingen die als vrijwilliger willen werken.

2.6.3. Vrijwilligerswerk in Vlaanderen

Sinds 2014 mag bijna iedereen die wettig in België verblijft of recht heeft op opvang vrijwilligerswerk

doen. Dit wil zeggen dat zowel erkend vluchtelingen, subsidiair beschermden als asielzoekers mogen

werken als vrijwilliger. Gezinsleden van gezinnen met minderjarige kinderen en zonder wettig verblijf

zijn uitgesloten van vrijwilligerswerk. Voor iedereen die mag werken als vrijwilliger geldt er een

meldingsplicht. Asielzoekers moeten melding doen bij FEDASIL. Wanneer ze vrijwilligerswerk doen,

kunnen ze een vrijwilligersvergoeding krijgen. De vrijwilligersvergoeding heeft geen invloed op het

eventuele dagloon in het asielcentrum. Erkend vluchtelingen en subsidiair beschermden moeten

melding maken bij het OCMW wanneer ze een leefloon krijgen en bij RVA wanneer ze een

werkloosheidsuitkering krijgen (VZW Vlaams steunpunt vrijwilligerswerk, 2017).

Page 42: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

30

Deel vier Integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt door Vlaamse

projecten

1. Methodologie

1.1. Dataverzameling

Het onderzoek dat ik heb gevoerd is deductief. In de literatuur worden al enkele assumpties gemaakt

met betrekking tot de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Deze vormden de basis voor

mijn eigen onderzoek. Ik streef in mijn thesis naar theoretische generaliseerbaarheid. Dit wil zeggen

dat ik hoop de theorieën te kunnen aanvullen met voorbeelden uit de praktijk (van Thiel, 2015).

Mijn onderzoek is van kwalitatieve aard. Ik maakte gebruik van een multiple case design. Om

verschillende redenen heb ik voor deze methode gekozen. Ten eerste is het onderwerp van mijn

masterproef zeer actueel. De projecten zijn nog niet afgelopen. Dit geeft mij de kans om ze in hun

huidige context te bestuderen. Ten tweede is het aantal projecten in Vlaanderen beperkt. Na een

grondige online zoektocht vond ik tien specifieke projecten. Deze projecten hebben een hetzelfde doel

maar zijn verder wel uniek. Om deze redenen heeft het opstellen van een gestandaardiseerde

vragenlijst geen nut. Ten derde wil ik ook een praktisch element toevoegen aan de masterproef. Om

goede aanbevelingen te kunnen geven, lijkt het me dan ook essentieel dat ik de projecten in de diepte

bekijk en er zoveel mogelijk informatie probeer over te verzamelen (van Thiel, 2015).

Ik heb elk project dat ik online kon vinden gecontacteerd via email. Uiteindelijk heb ik semi –

gestructureerde interviews afgenomen bij zes projecten. De projecten, de manier van onderzoeken en

hun contactpersonen zijn te vinden in de tabel op de volgende pagina.

Page 43: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

31

Project Manier van onderzoeken Contactpersonen

Brugge werkt (Brugge) 1) Interview

2) Document

Tom Feys, expert integratie

stad Brugge

Benedicte Willems,

coördinator project

Aiman Bahlawan, deelnemer

project

Refu – interim (Gent) Interview Farah Laporte, coordinator

project

Werkplek vluchtelingen Gent

(Gent)

Document Britt Roels, coördinator project

ESF project Turnhout

(Turnhout)

1) Interview

2) Document

Birgit Oris, OCMW coördinator

wonen en werken

Rising Youth (Antwerpen) Bijwonen infosessie over het

project

Benjamin Gérard, oprichter

rising youth

Tech check (Antwerpen) 1) Interview

2) Document

Anke De Meayer, medewerker

werkvorm (één van de partners

uit het project)

MicroStart (Gent) 1) Interview

2) Document

3) Conferentie

Lens Lapauw, partnership

manager Vlaanderen

Hassan Abo Esmail,

Microkrediet adviseur

AZO (Verspreid over Vlaamse

provincies)

Interview Frank Maleszka,

projectcoördinator

1.2. Analyse

1.2.1. Analyse van de literatuur

Eerst geef ik weer hoe ik met de literatuur aan de slag ben gegaan. De verwerking van mijn interviews

is hier namelijk grotendeels op gebaseerd. Ik baseerde mijn werkwijze op het hoofdstuk kwalitatieve

Page 44: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

32

analyse uit het Handboek Kwalitatieve Onderzoeksmethoden van Dimitri Mortelmans. Ik ben aan de

slag gegaan met zestien basisteksten en tien aanvullingen. De aanvullingen waren wetenschappelijke

uitbreidingen op wat ik las in de basisteksten. Ik ging na wat de bron was van elk van deze teksten en

maakte een onderscheid tussen beleidsmatige teksten (geschreven door OECD, Europese unie,

denktanken, …) en teksten gepubliceerd in een wetenschappelijk tijdschrift.

Sommige van deze documenten telden meer dan 100 pagina’s. Een goede verwerking was dus

belangrijk. Ik las alle teksten door en noteerde alle elementen die een antwoord boden op mijn

onderzoeksvraag. Deze samenvattingen fungeerden als mijn open codering. Nadien ging ik opnieuw

door al mijn samenvattingen. Door axiaal te coderen probeerde ik de overblijvende informatie te

reduceren en informatie uit de verschillende teksten aan elkaar te koppelen. Bij het axiaal coderen is

het volgens Mortelmans (2013) belangrijk om verschillende concepten te onderscheiden. Een concept

zijn elementen die samen horen. Al tijdens het lezen van de teksten ontdekte ik dat zeer veel auteurs

dezelfde aanbevelingen doen. Ik kon dan ook snel verschillende concepten onderscheiden. Ik

hanteerde mijn eigen werkwijze bij het axiaal coderen. Ik startte met de eerste tekst die ik las en duidde

in verschillende kleuren de soorten hindernissen en aanbevelingen aan. Zo duidde ik bijvoorbeeld alle

hindernissen en aanbevelingen die te maken hadden met taal aan in het roze. Alle hindernissen die te

maken hadden met vrijwilligerswerk kregen een gele kleur. Binnen in de concepten herkende ik de

verschillende verschijningsvormen. Zo zijn er verschillende redenen waarom taal een barrière is (veel

ongeletterde vluchtelingen, onvoldoende onderwijs,…) en verschillende manieren waarop dit kan

opgelost worden (minder focus op taal, meer werkgerichte taalkennis aanleren,…). In de fase van het

selectief coderen linkte ik de hindernissen aan de aanbevelingen. Ik goot de hindernissen en

aanbevelingen uiteindelijk in één schema. Ik gaf in het schema telkens aan in welke teksten bepaalde

concepten waren terug te vinden. Om mijn werkwijze duidelijker te maken heb ik in bijlage 2 een zeer

verkorte versie van mijn codeerschema weergegeven.

1.2.2. Analyse van het eigen onderzoek

De data die ik analyseerde bestaat uit documenten aangeleverd door de projecten en uit afgenomen

interviews. De interviews heb ik uitgetypt. Ik heb er voor gekozen alles zeer letterlijk uit te typen. Enkel

stopwoordjes heb ik weg gelaten.

Ik gebruik een a – priori benadering voor de codering van de documenten en interviews. Ik startte met

een open codering maar gebruik nadien de codes die ik gebruikt heb in de literatuurstudie terug voor

de axiale codering. Dit heeft te maken met de focus van mijn onderzoek. Ik ga op zoek naar

overeenkomsten tussen de literatuur en de Vlaamse projecten. Na het coderen van elke tekst maakte

ik opnieuw een schema waarin ik alles bij elkaar bracht.

Page 45: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

33

Uit de interviews kwamen ook nieuwe elementen naar voren. Deze kregen nieuwe codes toegewezen.

1.2.3. Kwaliteit van de analyse

Het onderzoek dat ik voerde is betrouwbaar, valide en generaliseerbaar.

Betrouwbaarheid houdt in dat de resultaten van het onderzoek consistent en repliceerbaar zijn. In

kwalitatief onderzoek speelt de context steeds een rol. Wanneer een studie herhaald wordt zullen de

resultaten dus nooit exact hetzelfde zijn. Het is echter belangrijk te garanderen dat deze verschillen

gevolg zijn van sociale veranderingen en niet van slecht genomen methodologische beslissingen

(Mortelmans, 2013). Om de betrouwbaarheid te garanderen is het dan ook belangrijk alle

methodologische stappen weer te geven. Ik probeer dit doorheen mijn masterproef op verschillende

manieren te doen.

- In de literatuurstudie heb ik van bij het begin al mijn bronnen zeer goed bijgehouden en

onmiddellijk vermeld.

- Ik heb de bestaande literatuur samengevat en omgezet in een coderingschema. Zowel de

samenvattingen als het schema heb ik bijgehouden. Ze zijn makkelijk te raadplegen.

- Ik heb gewerkt met een duidelijke topic list voor al mijn interviews. Deze is terug te vinden in

bijlage 1.

- Ik heb mijn interviews telkens opgenomen en letterlijk uitgetypt. Ik heb ook de contactpersoon

en de datum vermeld.

- Doorheen mijn masterproef beschrijf ik telkens welke methodologische stappen ik heb

genomen.

Validiteit gaat er om dat je meet wat je beweert te meten. Ik heb verschillende manieren gebruikt om

de validiteit te garanderen. Ik maakte gebruik van verschillende databronnen zoals interviews en

documenten opgesteld door de organisaties. Deze documenten zijn meestal draaiboeken of

subsidieaanvragen. Ik heb geprobeerd uit verschillende invalshoeken naar de projecten te kijken. Zo

interviewde ik voor het project ‘Brugge werkt’ de expert migratie van de stad Brugge, één van de

projectcoördinatoren en een deelnemer van het project. Voor het project Microstart sprak ik met

mensen uit de organisatie maar ik ging ook naar een conferentie waar vluchteling ondernemers

aanwezig waren. Verder ben ik bewust op zoek gegaan naar negatieve bewijzen. Zo wordt er in de

literatuur steeds beschreven dat mentorprojecten een positieve invloed hebben op tewerkstelling.

Wetenschappelijke literatuur geeft aan dat de resultaten van zulke projecten bestaan maar niet

overschat mogen worden.

Page 46: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

34

Op het einde van mijn masterproef zal ik enkele bedenkingen geven. Deze kunnen gebruikt worden bij

het opstarten van nieuwe projecten. Het is dus zeker de bedoeling van mijn onderzoek dat de

resultaten in zekere mate generaliseerbaar zijn. Dit probeer ik te bereiken door verschillende cases te

bestuderen.

1.3. Rapportering

Ik gebruik een structuur gelijkaardig aan deze aangeraden door Creswell voor een case study (Voets,

J., persoonlijke communicatie, 21 maart 2018).

o Inleiding

o Situering (onderzoeksplan, onderzoeksopzet, onderzoeksstrategie)

o Onderwerp (Uitgebreide bestaande literatuur studie)

o Methode (Dataverzameling, analyse, rapportering)

o Case – verslag (Beschrijving van de cases, resultaten onderzoek)

o Conclusie

Bij het weergeven van de literatuur hanteerde ik een thematische structuur. Ik bespreek alle

hindernissen en daarbij horende aanbevelingen afzonderlijk. Deze structuur trek ik door naar het eigen

onderzoek. Ik zal telkens eerst weergeven wat de geïnterviewden te zeggen, hadden over een

bepaalde barrière en nadien hoe projecten omgaan met de verschillende barrières.

Om mijn teksten over de literatuurstudie te verduidelijken, gebruik ik in mijn literatuurstudie

verschillende figuren. Deze helpen de lezer om zich een beeld te vormen. In mijn eigen onderzoek

maak ik dan weer gebruik van citaten. Ik doe dit omdat ze op de meest duidelijke manier weergeven

wat er in de interviews werd gezegd.

2. Deelnemende projecten

In Vlaanderen zijn er verschillende projecten opgestart die gericht zijn op de arbeidsmarktintegratie

van vluchtelingen. Hoewel elk van deze projecten dezelfde bestaansreden heeft, zijn ze erg

verschillend. Onder deze titel worden de projecten kort besproken. De volgende elementen komen

aanbod: ontstaan, duur project, middelen (financiering, tijd, personeel), partners, doelgroep.

2.1. Vluchtelingen en werk

In Gent leefden in januari 2015, 1178 vluchtelingen en 631 asielzoekers. In mei 2016 waren er 1589

vluchtelingen en 821 asielzoekers. Figuur 8 geeft de stijging van het aantal vluchtelingen in Gent weer.

43% van de vluchtelingen (asielzoeker, erkend vluchtelinge en subsidiair beschermden) komen uit

Page 47: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

35

oorlogsgebieden Syrië, Irak en Afghanistan. Het aantal niet-Belgen in Gent steeg met 14% in de eerste

zes maanden van 2016. 66% van deze groei kan verklaard worden door de aankomst van Somaliërs,

Irakezen, Syriërs en Afghanen.

Figure 8 Groei aantal vluchtelingen in Gent <<Stad Gent, 2016>>

Als reactie op de grote toestroom vluchtelingen richtte de stad Gent in augustus 2015 een Taskforce

vluchtelingen op. De taskforce vluchtelingen is een samenwerking tussen stadsdiensten, OCMW,

partners en middenveld. De verschillende organisaties gaan samen de uitdagingen aan die de grote

vluchtelingeninstroom met zich meebrengt. Op vraag van de Taskforce startten de stad Gent, OCMW

Gent, VDAB Oost-Vlaanderen en IN-Gent (Gents Agentschap voor Inburgering en Integratie) eind 2015

met de opbouw van een gezamenlijk plan om vluchtelingen op de arbeidsmarkt te integreren. De

partners gingen na hoe hun eigen aanbod kon worden afgestemd op dat van andere organisaties. Ook

werd er nagegaan welke hiaten in het aanbod moesten worden opgevuld.

Elke partner zet eigen middelen in om bij te dragen aan een vlotte integratie van vluchtelingen. Een

deel van deze middelen zal specifiek worden ingezet voor het project. Om vluchtelingen te begeleiden

zet VDAB Oost-Vlaanderen 4,5 VTE extra consulenten in. Deze VTE werken voornamelijk op het

grondgebied van groot Gent en zijn toegevoegd aan het team inwerking. OCMW wil 18 extra VTE

aanwerven. Dit cijfer is berekend op de verwachte instroom. De extra werknemers zullen worden

gespreid over het wijkwerk en het opleidings- en tewerkstellingscentrum. De stad Gent zet 1 VTE in

om asielzoekers aan het werk te helpen.

Page 48: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

36

Ter uitbreiding van de samenwerking werd een dossier ingediend bij het Europees Sociaal Fonds.

Vanuit ESF werd er € 319 988.00 aan projectsubsidies gegeven. Dankzij de extra middelen konden 5,5

VTE extra worden aangeworven. Zowel asielzoekers, erkend vluchtelingen als subsidiair beschermden

behoren tot de doelgroep van het project. Het project startte op in 2016 en werd onlangs verlengd tot

december 2019.

2.2. ESF project Turnhout

In 2017 deed het OCMW van Turnhout een onderzoek naar het profiel van haar cliënten. Hieruit bleek

dat er 285 cliënten zijn die een andere moedertaal dan Nederlands hebben. Activeringstrajecten

worden binnen het OCMW pas opgestart wanneer het taalniveau A2 niveau is bereikt. 63% van de

cliënten bereikten dit niveau nog niet. Voor deze mensen is de kloof met de arbeidsmarkt zeer groot.

Om te vermijden dat het leefloon een werkloosheidsval wordt, werd een project opgericht voor deze

doelgroep. Meer specifiek richt het project zich op 140 cliënten van het OCMW. Verder kunnen er ook

mensen worden doorverwezen vanuit het CAW.

Het project dient ter voorbereiding van het reguliere arbeidstraject bij VDAB of OCMW. Het is de

bedoeling mensen te versterken. Het project wil mensen de kans geven extra Nederlands te leren,

psychisch sterker te worden en de toekomstperspectieven te verkennen.

ESF Turnhout werd gelanceerd vanuit het OCMW Turnhout. Zij zullen nauw samenwerken met CAW.

Het CAW zal instaan voor de psychosociale en juridische ondersteuning van de deelnemers. Ook zal er

samengewerkt worden met werkervaringsbedrijven in Turnhout. WEB zal deelnemers begeleiden bij

de taalverwerving.

Om het project te kunnen financieren werden subsidies bij ESF aangevraagd. Ook de provincie

Antwerpen en de stad Turnhout financieren het project. De activeringsdienst van OCMW Turnhout

beschikt reeds over 6,1 VTE. De toekenning van ESF subsidies maakt het mogelijk 3,5 VTE extra aan te

werven. Deze mensen worden ingezet bij het screenen en begeleiden van deelnemers en het

uitwerken van een traject wereldverkenning/ vrijwilligerswerk.

2.3. Brugge werkt

De grote instroom van vluchtelingen legt een grote druk op de gemeenten. Zo hebben vluchtelingen

nood aan betaalbare huisvesting, aan psychosociale begeleiding en moeten ze begeleidt worden

richting arbeidsmarkt. Om lokale overheden hierin te ondersteunen stelde de Vlaamse overheid 20

miljoen euro ter beschikking. Deze middelen moeten gebruikt worden voor december 2018. De stad

Brugge ontving in augustus 2016 een eerste schijf van 175 040 euro. In december 2016 werd een

tweede schijf betaald van 217 165 euro. De eerste schijf werd gebruikt om vluchtelingen aan een

Page 49: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

37

betaalbare woning te helpen. De tweede schijf werd gebruikt voor vijf andere integratie bevorderende

projecten. Eén van deze projecten is het versterken van tewerkstellingstrajecten.

‘Brugge werkt’ is het project dat werd opgericht rond tewerkstelling. In het project worden

verschillende partners bij elkaar gebracht. De regie van het project is in de handen van de stad Brugge.

De twee hoofdrolspelers zijn VDAB en het OCMW. Het Agentschap voor Integratie en Inburgering is

ook partner in het project. Zij zullen een adviserende en ondersteunende rol spelen. Ook VOKA wordt

nauw betrokken bij het project. Zij zijn namelijk een directe link met de werkgevers.

Het project richt zich voornamelijk op laag – of ongeschoolde erkende vluchtelingen en subsidiair

beschermden. Ze moeten een basiskennis Nederlands hebben en gemotiveerd zijn om aan de slag te

gaan. Belangrijk om te vermelden is dat het gaat om laag of ongeschoolden in Vlaamse termen. Dit wil

zeggen dat ook hoger geschoolden waarvan het diploma niet erkend is in aanmerking komen. Alle

deelnemers werden gescreend alvorens het project van start ging. Uiteindelijk konden er zo 38 mensen

starten.

2.4. Tech check

Ook in Antwerpen is de toestroom van vluchtelingen merkbaar. Zo meldden in 2016, 1600

vluchtelingen zich aan in het sociaal centrum in Deurne. Om in te spelen op de uitdagingen die deze

verhoogde toestroom met zich meebrengt, stelt de stad Antwerpen de komende drie een jaarlijks

bedrag van 49.000 euro ter beschikking.

Tech check is één van de eerste projecten die van dit budget gebruik maakte. Het project werd

opgestart door de partners van koepelorganisatie de lift VZW. Zij ontwierpen een traject dat bijdraagt

aan de versnelde activering van vluchtelingen. Ze doorbraken het lineaire traject waarin mensen eerst

de taal leren en pas nadien op zoek gaan naar een job. Vluchtelingen en asielzoekers (ook met een

zeer laag taalniveau) werden gescreend op hun competenties. Deze competenties werden nadien in

kaart gebracht in een verslag. Dit verslag kan door vluchtelingen worden gebruikt wanneer ze op zoek

gaan naar een job.

De toeleiding van potentiële kandidaten werd gedaan door het Agentschap Inburgering en het OCMW.

Wanneer een vluchteling zich aanmeldde in het sociaal centrum gingen zij na of vluchtelingen een

technische achtergrond hadden. Mensen die genoeg van techniek kenden, werden doorverwezen naar

Tech check. Voor hen was een versnelde activering mogelijk. Uiteindelijk gebeurde er 56 intake

gesprekken. 42 mensen werden gescreend.

Page 50: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

38

Tech check is het enige project dat anno 2018 niet meer in zijn huidige vorm bestaat. Na twee jaar liep

de subsidie af. Het project loopt momenteel als proeftuin bij VDAB. De screenings worden nu verzorgd

door partners verspreid over de provincie Antwerpen.

2.5. Rising you

Sinds 1996 biedt VZW Nature jongeren uit een instelling de kans om een klimopleiding te volgen. Naast

leren klimmen is het belangrijk dat de jongeren ook meer over zichzelf en over deel uit maken van een

groep leren. Vanuit de VZW werd in 2015 besloten om dit soort kampen ook te organiseren voor jonge

vluchtelingen. De VZW wou een grotere impact uitoefenen op het leven van vluchtelingen en hen ook

helpen in de zoektocht naar een job. Ze gingen daarom een samenwerking aan met VDAB en enkele

bedrijven om vluchtelingen op te leiden tot schilders op hoogte.

VDAB is een belangrijke partner in het project. Ze begeleiden de vluchtelingen bij het behalen van een

VCA attest. Ook leren zij schildertechnieken aan. VDAB financiert dit deel van de opleiding. Het

aanleren van klimtechnieken wordt gedaan door Rising You. De klimopleiding wordt door Sport

Vlaanderen gesubsidieerd. Verder neemt Rising You coaching en begeleiding van vluchtelingen op zich.

De stappen die zij hiervoor nemen worden betaald door de deelnemende bedrijven (Zigo, 2018 &

Radicale Vernieuwers, 2018)

Rising you leidde al verschillende groepen vluchtelingen op. Ze werken steeds in groepen van 12. Sinds

de laatste opstarten kunnen ook niet-vluchtelingen deelnemen.

2.6. Refu – interim

Refu – interim is ontstaan vanuit Cirq. Cirq is een artistiek collectief dat elk jaar een voorstelling doet

op de Gentse Feesten. Het gaat steeds om vrolijke voorstellingen die tot doel hebben de mensen te

laten nadenken over een bepaalde problematiek. In 2016 ging de voorstelling over de

vluchtelingenproblematiek. Cirq wilde vluchtelingen actief betrekken bij deze voorstelling. Na een

introductiedag en enkele proefdagen werden een 80 – tal vluchtelingen voor en achter de schermen

ingezet. Na de Gentse Feesten waren de vluchtelingen, de organisatie en de bezoekers zeer tevreden

over het resultaat. Zowel vluchtelingen als socio- culturele organisaties boden zich nadien aan bij Cirq.

Vluchtelingen wilden opnieuw vrijwilligerswerk doen. Organisaties wilden vluchtelingen inzetten in

hun eigen werking. De vraag was zo groot dat Cirq niet langer zelf vluchtelingen en organisaties kon

matchen. Cirq besloot refu – interim als afzonderlijk project op te starten. Refu – interim staat nu in

voor de matching van vrijwilligers en organisaties. Momenteel zitten er een 220- tal vluchtelingen,

asielzoekers en andere nieuwkomers in het vrijwilligersbestand van Refu – interim.

Page 51: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

39

Refu – interim krijgt culturele subsidies van de stad Gent en van de Vlaamse overheid. Met deze

subsidies kunnen ze de werking voor de komende drie jaar garanderen. Het stelt hen in staat om 2,3

VTE aan te werven.

Het project is niet gericht op tewerkstelling maar op vrijwilligerswerk. Toch was het interessant om

ook dit project te bekijken. Vrijwilligerswerk kan immers een opstap zijn naar werk. Bovendien

engageert Refu-interim zich de komende drie jaar om vluchtelingen mee aan het werk te willen helpen.

Dit willen ze doen door eventueel partner te worden van tewerkstellingsprojecten maar ook door zelf

mensen te oriënteren en voor te bereiden voor de arbeidsmarkt.

2.7. AZO!

In 2017 maakte ESF subsidies vrij voor projecten die vluchtelingen willen ondersteunen bij het

realiseren van hun ondernemersdroom. VDAB verzamelde toen alle mogelijke partners die kennis

hebben van ondernemen en/ of werken met vluchtelingen. Uiteindelijk stapten twaalf partners

(Starterslabo, Stebo, Unizo, Vluchtelingenwerk Vlaanderen, UNIZO, !drops, Smart, microstart,

exchange, Zenitor, Agentschap Inburgering en Integratie, Syntra) mee in het project. Het project kreeg

1,5 miljoen euro toegewezen. 20 werknemers vanuit de verschillende organisaties zetten zich specifiek

in voor dit project.

Het project bestaat uit twee fasen. De eerste fase focust zich op sensibilisering en het geven van

informatie. In deze fase maakt men duidelijk aan vluchtelingen en toeleiders dat ondernemen in

Vlaanderen een optie is. De tweede fase bestaat uit het nagaan of de vluchteling over ondernemerszin

beschikt en of het ondernemersplan kans heeft op slagen. Wanneer dit het geval is, wordt er een

persoonlijke begeleiding opgestart om en eigen zaak op te starten.

Op twee jaar tijd is het de bedoeling dat 2300 mensen worden gesensibiliseerd, 1300 mensen worden

geïnformeerd, 400 mensen intensief worden begeleid en 80 mensen een eigen zaak opstarten. Deze

streefdoelen moeten gerealiseerd worden over de 5 Vlaamse provincies.

2.8. Microstart

Microstart is een organisatie opgericht in 2010 door Adie, BNP Paribas Fortis en het Europees

Investeringsfonds. De werking van Microstart bestaat uit twee elementen. Ze verlenen kredieten aan

personen die bij een gewone bank geen kans maken. Ook begeleiden ze mensen gratis bij het opstarten

en organiseren van de eigen zaak.

Microstart is een project dat zich in doelgroep onderscheid van de andere projecten. Ze richten zich

namelijk op alle mensen die bij de bank geen krediet kunnen krijgen. Het project past in het rijtje omdat

een zeer groot aantal (75%) van hun cliënten uit niet-Europese landen komen. Ik woonde ook een

Page 52: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

40

conferentie bij georganiseerd door Microstart. Hieruit bleek dat binnen deze groep niet-Europeanen

heel wat vluchtelingen zitten. Microstart is verder ook partner binnen het project AZO!

Page 53: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

41

2.9. Overzicht

Project Duurtijd Middelen Partners Voorwaarden deelname

Vluchtelingen en werk

(Gent)

2016-2018

Verlengd tot

December 2019

- €31998800 ESF

projectsubsidies

- VTE ingezet door partners +

5,5 extra VTE dankzij

subsidies

stad Gent, OCMW Gent,

VDAB Oost-Vlaanderen en

IN-Gent

- Asielzoekers

- Subsidiair beschermden

- Erkende Vluchtelingen

- 533 mensen moeten uiteindelijk

begeleid worden naar werk

ESF project Turhout Opstart in 2018 - ESF Projectsubsidies

- 9,5 VTE bij het OCMW

OCMW Turnhout, WEB

Turnhout, CAW

- Erkende vluchtelingen en subsidiair

beschermden met een lage kennis van

het Nederlands

- 165 deelnemers

Brugge werkt 2017 – 2018 - 217165 euro subsidies van

de Vlaamse overheid

Stad Brugge, OCMW

Brugge, VDAB, Agentschap

Integratie en Inburgering,

VOKA

- Erkende vluchtelingen

- Subsidiair beschermden

- Laag of ongeschoold

- Basiskennis Nederlands

- 38 deelnemers

Tech check

(Antwerpen)

Opstart in 2016 - Financiering door de stad

Antwerpen

VDAB, het OCMW, VZW de

lift, Levanto, Atlas

(Integratie en iinburgering

Antwerpen)

- Asielzoekers

- Vluchtelingen

- Subsidiair beschermden

Page 54: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

42

met een voldoende technisch profiel.

- 54 deelnemers

Rising you(th) Opstart in 2015 - Klimopleiding gesubsidieerd

door sport Vlaanderen

- Opleidingen gefinancierd door

VDAB

- Ondersteuning en begeleiding

betaalt door bedrijven

VDAB, geïnteresseerde

bedrijven

- Erkende vluchtelingen, subsidiair

beschermden

- Maar ook andere

geïnteresseerden

Refu – interim 2016 – 2021

Intentie voor

verlenging

- Culturele subsidies stad Gent

- Culturele subsidies Vlaamse

overheid

Organisaties in de socio-

culturele sector

- Asielzoekers

- Subsidiair beschermden

- Erkende vluchtelingen

- Andere nieuwkomers

Microstart Opstart in 2010 - Subsidie

- Lenen via de bank

door Adie, BNP Paribas

Fortis en het Europees

investeringsfonds

Mensen die bij een gewone bank geen

krediet krijgen

(2/3 is geboren buiten Europa)

AZO! Opstart in juni

2017

Projectsubsidies

tot juni 2020

- 1,5 miljoen euro subsidies

verdeeld over 8 partners

Starterslabo, Stebo, Unizo,

Vluchtelingenwerk

Vlaanderen, UNIZO, !drops,

Smart, microstart,

exchange, Zenitor,

- Subsidiair beschermden

- Erkende vluchtelingen

- Asielzoekers met een grote kans

op erkenning

Page 55: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

43

Agentschap Inburgering en

Integratie, Syntra

Na twee jaar begeleiding van 400

vluchtelingen

Page 56: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

44

3. Integratie op de arbeidsmarkt door Vlaamse projecten

Ik ging in gesprek met de verschillende projecten en analyseerde de documenten die ze opstelden. Uit

de analyse hiervan bleek dat de projecten in sterke mate dezelfde hindernissen ervaren als

weergegeven in de literatuur en deze actief proberen weg werken. Soms blijkt echter ook dat wat

beschreven wordt in de theorie niet zo makkelijk is om te zetten in de praktijk.

Onder deze titel beschrijf ik telkens hoe projecten kijken naar een bepaalde hindernis of kans. Verder

geef ik weer hoe ze proberen deze hindernis weg te werken of de kansen te benutten. Alle informatie

in onderstaande tekst komt voort uit de interviews die ik heb afgenomen en de documenten

(subsidieaanvragen) die ik heb geanalyseerd.

3.1. Hindernissen en kansen beschreven in de literatuur

3.1.1. Vroege toetreding tot de arbeidsmarkt

Vanaf vier maanden na het opstarten van de asielprocedure mogen asielzoekers werken. Ook wanneer

iemand nog niet erkend is, mag deze persoon dus aan de slag. Deze termijnen zijn wettelijk bepaald.

Ze zijn federale overheidsmaterie. De onderzochte projecten kunnen hier geen invloed op uitoefenen.

De projecten kunnen er wel voor zorgen dat de voorwaarden om in een project te stappen, laag

worden gehouden. Dit wil zeggen dat ook asielzoekers kunnen toetreden.

Het project ‘Vluchtelingen en Werk’ zet zeer gericht 25% van de middelen in op het activeren van

asielzoekers. Ze doen dit in samenwerking met de opvangcentra. Aan het project AZO! kunnen

asielzoekers met een hoge erkenningsgraad deelnemen. Het project doorloopt met hen al alle

mogelijke stappen zodat ze meteen als zelfstandige aan de slag kunnen wanneer ze erkend worden.

Ook aan de projecten Tech check en ESF Turnhout kunnen asielzoekers deelnemen.

Slechts de helft van de Vlaamse projecten zet dus in op deze vroege deelname aan het project.

3.1.2. Taal

Doorheen de verschillende gesprekken kwam aan bod dat taal één van de grootste hindernissen is. In

de reguliere werking van het OCMW (en tot voor kort ook die van VDAB) wordt arbeidsbemiddeling

pas opgestart wanneer vluchtelingen een taalniveau A2 hebben behaald. Taalverwerving is echter een

moeilijk gegeven voor vluchtelingen. Om diverse redenen (ziekte, analfabetisme, …) kan het vele jaren

duren vooraleer iemand dit niveau bereikt. Ook is het zo dat heel wat vluchtelingen theoretisch gezien

wel het gewenste niveau bereiken maar in de praktijk nog steeds slecht Nederlands spreken. Dit kan

er op wijzen dat de NT2-cursussen te weinig praktijkgericht zijn. Wanneer het een lange tijd duurt

vooraleer mensen aan de slag kunnen, verliezen ze hun motivatie. De kloof met de arbeidsmarkt wordt

groter.

Page 57: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

45

De projecten zetten op verschillende manieren in op taal.

De projecten proberen het lineaire traject, eerst taal dan werk, te door breken. Ze proberen ook

vluchtelingen met een lage kennis van de taal deel te laten nemen aan initiatieven.

In het project- Vluchteling en werk- hebben veel van de deelnemers een beperkte taalvaardigheid. Om

ook deze mensen een kans te geven worden er twee stappen ondernomen. Ten eerste wordt de

instapdrempel voor opleidingen verlaagd door screenings in een andere taal dan Nederlands mogelijk

te maken. Ten tweede werd er een geïntegreerd voortraject voor taalzwakken uitgebouwd. Het gaat

om mensen die moeilijkheden ondervinden om taalniveau A2 te bereiken. Het traject is opgebouwd in

samenwerking met een expert meertaligheid. Het bestaat uit groepssessies, groepsbegeleiding,

individuele begeleiding en taalcoaching. In de groepssessies wordt beroepspecifieke taal aangeleerd.

Verder worden er één dag per week lessen gegeven aan mensen die niet meer terecht kunnen in het

gewone NT2 traject. Ook hier wordt gefocust op werkvloer specifieke taal.

Ook voor de vluchtelingen die wel niveau A2 bereikten, wordt taal-coaching voorzien. De focus hier

ligt op het verwerven van werkvloer specifieke woordenschat en werkvloer-communicatie. De taal-

coaching vindt plaats op de werkvloer. Ze wordt aangepast aan de specifieke context van het bedrijf

waarin iemand werkt. De taal-coaching kan enkel doorgaan als zowel de vluchteling als de werkgever

hiermee akkoord gaat.

Het ESF-project in Turnhout richt zich op vluchtelingen die een zeer beperkte kennis van de

Nederlandse taal hebben. Ze willen deze groep mensen klaarstomen en voorbereiden voor de

reguliere arbeidsbemiddeling. Het gebrek aan Nederlandse taalkennis wordt tijdens de eerste

contacten opgelost door te werken met tolken en pictogrammen. Doorheen het project wordt er sterk

ingezet op taal. Het project wordt zo opgesteld dat het te combineren valt met NT2 lessen. Verder

maken groepslessen Nederlands deel uit van het project. In deze groepslessen ligt de focus op het

voeren van gesprekken.

Refu-interim houdt bij de intake geen rekening met taal. Iedereen die vrijwilliger wil worden, kan

vrijwilliger worden. Ze proberen wel de vrijwilligersgroepen zo samen te stellen dat mensen die nog

weinig Nederlands kennen samen kunnen werken met mensen die de taal al beter beheersen.

Het taalniveau van de deelnemers aan Tech check was zeer verschillend. Sommige vluchtelingen waren

maar net in Vlaanderen aangekomen en hadden dus nog geen enkele kennis van het Nederlands. Deze

mensen konden toch al een screening doorlopen. Er werd dan gewerkt met een voorbeeldje dat ze

moesten namaken of een technische tekening waar ze zich op moesten op baseren. Verder kregen alle

Page 58: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

46

deelnemers een cursus technisch Nederlands aangeboden. Aan deze cursus was geen examen

verbonden. De bedoeling van deze cursus was een eerste kennismaking met de beroepstaal.

In het project Rising you is een basis taalkennis vereist. Vluchtelingen moeten een VCA attest kunnen

behalen. Bovendien laat de intensiteit van het project niet toe dat de NT2 lessen kunnen blijven

gevolgd worden.

Ook voor het opstarten van een onderneming via Microstart is een goede kennis van het Nederlands

geen vereiste. Het project beschikt over werknemers die verschillende talen spreken en kunnen

fungeren als tolk. Er worden partners ingezet waarop de anderstalige ondernemer een beroep kan

doen. Een voorbeeld hiervan is een winkelier die bijna geen Nederlands spreekt. Door hem samen te

laten werken met een goede en betrouwbare boekhouder kan de winkel prima functioneren.

Een andere aanbeveling in de literatuur is het aanleren van taal op de werkvloer. Deze aanbeveling is

in de praktijk moeilijk op te volgen. Projecten vinden namelijk amper bedrijven die hiervoor openstaan.

Volgend citaat van Birgit Oris (ESF Turnhout) geeft dit duidelijk weer.

Want ik hoorde je daarnet zeggen dat het een aanbeveling is, en ik ken die, om mensen

Nederlands te laten verwerven van op de werkvloer. De realiteit is natuurlijk helemaal anders.

Wij vinden hier geen werkgevers die daar toe bereid zijn. Of zeer zeer zeer moeilijk.

Ook in het project ‘Brugge werkt’ merkt men dat mensen met een zeer laag taalniveau zeer moeilijk

aan de slag kunnen. Zij focussen zich daarom op mensen met een basiskennis Nederlands. Mensen die

echt nog onvoldoende Nederlands spreken werden eerst doorverwezen naar extra taallessen.

3.1.3. Werkgeversbenadering

De onderzochte projecten gaven allemaal aan dat bedrijven een belangrijke rol kunnen opnemen in

het activeren van vluchtelingen. Zij moeten vluchtelingen een kans willen geven.

In de verschillende interviews werd het duidelijk dat discriminatie een groot probleem is op de

Belgische arbeidsmarkt. Dit blijkt bijvoorbeeld uit volgend citaat van Benedicte Willems, coördinator

van ‘Brugge werkt’.

Het probleem in Vlaanderen is dat het voor sommige werkgevers moeilijk blijft om werknemers

van allochtone origine aan te werven. We moeten een kat een kat noemen maar dat is wel zo.

Terwijl werkgevers tegenwoordig moeten openstaan voor iedereen. Maar in de realiteit is dat

niet zo.

Werkgevers hebben soms ook een verkeerd beeld van vluchtelingen. Volgende citaten maken dit

duidelijk.

Page 59: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

47

Want alle Afrikanen zijn lui. Ik moet geen Afrikaan meer hebben want die moeten hier om acht

uur staan en die komen toch pas om negen uur. Zo dat speelt ook wel mee he. Een slechte

ervaring in het verleden met een nationaliteit en er zijn werkgevers die zeggen die komen hier

niet binnen. Dat is absurd. (Birgit Oris, ESF Turnhout)

We merken dat het nu stilaan begint te wijzigen. Maar we merken toch, zeker toen, dat er nog

heel veel argwaan was. Van ja, een lasser uit Syrië, of een metser uit Afghanistan, ja ale wat

wil dat eigenlijk zeggen. Dat is zeker in één of ander dorpje dat die in hun garage aan het lassen

is geweest. Daar kunnen wij niets meedoen. Dat was zo de perceptie. (Anke De Meayer, Tech

Check)

Het is echter wel belangrijk bovenstaande gegevens te nuanceren. Zo werd door zowel Birgit Oris als

Anke De Meayer aangegeven dat de deuren bij verschillende bedrijven wel beginnen te openen.

Ik heb de indruk dat zo in Turnhout en breder ook in de stadsregio de mentaliteit wel wijzigt.

Omdat ze gewoon geen keuze hebben. Als je goede mensen wilt, moet je als bedrijf vaak bereid

zijn om er in te investeren en dus om zowel buitenlanders een kans te geven als mensen echt

scholen op vlak van technische competenties. Dat is nog een lang traject he. Ik wil niet het idee

geven dat we daar al zijn he. Ik denk wel dat er heel langzaamaan wel wat wijzigt. (Birgis Oris,

ESF Turnhout)

Ik heb de indruk dat er nu iets meer realiteitszin is. Maar waar ligt dat aan. Langs de ene kant

wordt er wel wat jaren gesensibiliseerd ook. Langs de andere kant is het zo de economie trekt

terug aan. Bedrijven vinden minder makkelijk mensen. Als je dan een beetje een intelligente

ondernemer bent dan zijn nieuwkomers wel een interessante doelgroep om de vacatures in te

vullen. Maar misschien moet je dan in het begin iets meer investeren in mensen. (Anke De

Meayer, Brugge werkt)

De projecten zetten zeer sterk in op het benaderen van bedrijven.

De werkgeversbenadering van het project Vluchtelingen en Werk bestaat uit drie sporen. Spoor één

draait rond het sensibiliseren en informeren van werkgevers. In dit spoor organiseert VDAB

informatiemomenten over wetgeving en tewerkstellingsmaatregelen. Ze werken hiervoor samen met

VOKA. Om bedrijven te sensibiliseren maakt men gebruik van het verspreiden van succesverhalen. Het

tweede spoor bestaat uit de prospectie van bedrijven. Men gaat op zoek naar wat de noden van

bedrijven zijn. Ook wordt onderzocht of er vacatures zijn die moeilijk ingevuld geraken en of er nood

is aan extra opleidingen,… Deze kennis kan gebruikt worden om vluchtelingen te linken aan bedrijven.

Jobhunting is spoor drie. De bedrijfsconsulenten binnen het project gaan actief op zoek naar

Page 60: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

48

openstaande vacatures. Ze nemen contact op met het bedrijf en maken een afspraak voor een

sollicitatie. Ze bereiden het sollicitatiegesprek voor en begeleiden vluchteling en werkgever wanneer

er een match is.

In het project ‘Brugge werkt’ is een gelijkaardige aanpak waar te nemen. Zij spreken van drie

verschillende fasen. In de eerste fase werd er contact opgenomen met verschillende bedrijven. Er werd

hen uitgelegd wat het project inhield en wat het voor de werkgevers kan betekenen. Veel aandacht

ging naar de drempels die bedrijven ondervinden en hoe deze overwonnen kunnen worden. Men wil

werkgevers sensibiliseren door informatiesessies op te zetten. Er wordt ook actief op zoek gegaan naar

bedrijven met openstaande vacatures. Men probeert vluchtelingen te matchen aan deze vacatures. In

de tweede fase werkt men samen met bedrijven om deelnemers kennis te laten maken met de

arbeidssector. Dit kan doormiddel van bedrijfsbezoeken, speeddates, kennismakingsstages en

werkplekleren. Tenslotte wordt er nazorg voorzien wanneer een vluchteling aan het werk gaat. Zowel

werkgever als vluchtelingen worden begeleid.

Ook het Turnhouts ESF project houdt contact met verschillende bedrijven. Ze sensibiliseren ook waar

nodig.

Rising You focust ook op bedrijven als is het verhaal hier anders. Rising You start vanuit een nood bij

bedrijven. Bedrijven vinden niet genoeg mensen die voor hen op hoogte willen werken. De bedrijven

werken dus van bij het begin samen met het project. Ze bieden stages en later ook contracten aan.

3.1.4. Mobiliteit

Mobiliteit is een zeer belangrijk gegeven wanneer mensen naar werk zoeken. Je kan namelijk maar

gaan werken wanneer je er fysiek aanwezig kan zijn. Bovendien verwachten vele ondernemingen dat

een sollicitant over een rijbewijs beschikt. In Vlaanderen is mobiliteit echter een probleem. Dit

probleem bestaat uit verschillende aspecten. Dit wordt duidelijk weergegeven in volgende citaten.

En de andere bedrijven die op zoek zijn, dat zijn bedrijven die heel moeilijk bereikbaar zijn. Je

moet een rijbewijs hebben. Je moet een auto hebben. Er is geen openbaar vervoer naar de

haven. Voor heel veel mensen is dat geen optie. De werkuren zijn niet afgestemd. Het openbaar

vervoer naar Gent -Brugge is een ramp. Er is één trein in een uur, in de zomer. In de winter is er

één bus ’s ochtends en één bus ’s avonds. In die zin moet je een rijbewijs en een auto hebben.

(Benedicte Willems, Brugge werkt)

Mobiliteit blijft daar ook een hele belangrijk factor. Geen van die deelnemers heeft een rijbewijs

dus het is niet zo dat die ratio waarin ze werk zoeken dat die bijzonder groot is. (Anke De

Meayer, tech check)

Page 61: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

49

Het autogebruik vormt vaak een probleem. Het behalen van een rijbewijs is niet evident in Vlaanderen.

Het buitenlandse rijbewijs wordt niet erkend. Vluchtelingen moeten dus opnieuw een rijexamen

afleggen. Een grote groep vluchtelingen heeft nog geen rijervaring en moet starten van bij het begin.

Deze groep vluchtelingen moet eerst de theorie aangeleerd krijgen. Zelfstudie is niet zo

vanzelfsprekend wanneer je de taal niet volledig beheerst. Een cursus volgen kost geld. Na de theorie

volgt het praktisch rijbewijs. Ook dit levert problemen op. Vluchtelingen beschikken vaak niet over het

netwerk om rijlessen te krijgen van familie of vrienden. Ook beschikken ze niet over de middelen om

rijlessen bij de rijschool te betalen. Zelfs de vluchtelingen die wel rijlessen krijgen ondervinden

problemen. Na het verkrijgen van een voorlopig rijbewijs moet er nog negen maand worden geoefend

alvorens de praktijktest kan worden afgelegd. Vluchtelingen beschikken meestal niet over een eigen

wagen. Ze kunnen tijdens deze negen maanden dus niet oefenen. Dit zorgt ervoor dat ze niet altijd

slagen voor het praktische rijexamen.

Het tweede probleem heeft te maken met ontoereikend openbaar vervoer. Een ander citaat uit het

interview met Benedicte Willems, coördinator van het project ‘Brugge werk’ toont dit aan.

Qua werk, daar hadden we vanmorgen een grote discussie over, je kan niet met openbaar

vervoer naar een bedrijf gaan he. Meestal is het niet bereikbaar met het openbaar vervoer. De

bedrijven liggen meestal op een industrieterrein waar geen bussen komen. Daar kan je niet

naar toe. Dat is iets waar ze vanuit beleid moeten inzetten. (Benedicte Willems, Brugge werkt)

Het probleem aanpakken is moeilijker. Zowel de reglementering rond het rijbewijs als het openbaar

vervoer zijn Vlaamse materie. De projecten kunnen geen invloed uitoefenen op de organisatie ervan.

Toch proberen ze in bepaalde mate de drempel naar mobiliteit te verlagen. In het Turnhouts ESF

project worden de lessen theorie door het OCMW betaald. In Brugge gaat men nog een stapje verder.

Daar wil men middelen reserveren om theorie en praktijklessen maar ook auto’s voor vluchtelingen te

financieren. Bovendien biedt het OCMW meerdere keren per jaar fietslessen aan. De fiets kan als

alternatief dienen voor het openbaar vervoer. Een andere oplossing zou zijn dat bedrijven zelf een

busje inleggen dat vluchtelingen komt ophalen. Bedrijven staan hier echter maar weinig voor open.

3.1.5. Erkennen van diploma’s en competenties

In de literatuur ontbreekt een overzicht van het opleidingsniveau van vluchtelingen. Ik heb bij de

verschillende projecten het opleidingsniveau van de deelnemers bevraagd. Opvallend is dat enkel AZO

hier een exact overzicht van kon bieden. De andere projecten zijn niet consequent in het bevragen van

het opleidingsniveau van deelnemers. De data worden niet omgezet in werkbare statistieken. Wel zijn

er over de projecten enkele trends te herkennen.

Page 62: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

50

De meeste projecten geven aan dat ze vooral laaggeschoolde deelnemers hebben. Het gaat dan om

laagopgeleiden in het herkomstland maar ook om mensen waarvan het diploma niet erkend is in

Vlaanderen. Projecten nemen verschillen waar tussen de herkomstlanden van deelnemers. Afghanen,

Eritreeërs en Somaliërs zijn vaak lager opgeleid dan Syriërs. Mensen uit deze landen genoten vaak zelfs

geen basisonderwijs. Velen onder hen zijn analfabeet.

Birgit Oris benadrukte dat veel vluchtelingen laag opgeleid zijn, maar dat dit niet betekent dat ze dom

zijn. In landen als Afghanistan en Eritrea is er al vele jaren onrust. Het politieke systeem is vaak weg

gevallen. Bijgevolg wordt er ook niet meer geïnvesteerd in onderwijs. Het verschil met Syrië is groot.

Het land was redelijk stabiel tot voor de oorlog. Meer mensen hebben het middelbaar of zelfs hoger

onderwijs afgemaakt.

Het enige project dat een andere tendens waarneemt is het project AZO. In dit project hebben 35%

van de deelnemers een bachelorsdiploma en 29% een masterdiploma. 64% is dus hoger geschoold.

Volgens Frans Maleska, coördinator van AZO, kan dit komen omdat een eigen zaak opstarten wat

startkapitaal vraagt. Dit is volgens hem vaker aanwezig bij hoogopgeleiden.

Uit de getuigenissen van de projectmedewerkers kwam naar voor dat de erkenning van diploma’s een

moeizaam proces is in Vlaanderen.

Alleen is die gelijkstelling van diploma’s heel moeilijk. We gaan in eerste instantie, als mensen

een diploma hebben, kijken kunnen we dat hier laten gelijkschakelen. Heel vaak is dat niet zo.

Maar krijgen mensen die een masterdiploma hebben een algemeen bachelor diploma van hier.

Alleen daar ben je niets mee. Niemand werft u aan met een algemeen geldende bachelor

diploma (Birgit Oris, ESF Turnhout).

Het probleem is natuurlijk ook dat de diploma’s niet altijd gelijkgesteld zijn. Dus moeten ze

eigenlijk ook wel echt zelf moeite daarvoor doen. Ook van welk land je afkomstig bent geeft je

verschillende kansen. Voor mensen uit Afrikaanse landen worden diploma’s vaak niet

gelijkgesteld. Er zijn mensen die een master haalden en dat dat dan gelijkgesteld wordt met

een algemene bachelor. Meestal is het wel een beetje lager. Dus dan kunnen we daar ook niets

meedoen om daar werk mee te vinden (Benedicte Willems, Brugge werkt).

Dit moeizame proces heeft ook gevolgen voor vluchtelingen die zelfstandige willen worden. Iemand

met een bachelorsdiploma moet geen diploma bedrijfsbeheer hebben. Het lange wachten op de

diploma-erkenning zorgt er voor dat vluchtelingen toch aan de dure cursus bedrijfsbeheer moeten

beginnen.

Page 63: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

51

Bijvoorbeeld ik heb een klant. Maha. Ze is vluchteling van Syrië. Haar dossier is goedgekeurd

voor haar winkel. Ik ben bezig met haar. Ze is begonnen. Ze heeft bij ons een cursus

bedrijfsbeheer gevolgd en dan is haar diploma eindelijk erkend. Na één jaar en half. Via NARIC.

En dan heeft ze geen examen bedrijfsbeheer nodig. (Hassan Esbo Esmail, Microstart)

Hoewel diploma-erkenning een optie is in Vlaanderen leidt het dus niet tot betere kansen op de

arbeidsmarkt. Bijgevolg gaan de projecten inzetten op het erkennen en uitbreiden van competenties.

Eén van de doelstellingen van ‘Vluchtelingen en Werk’ is te starten vanuit de aanwezige kennis,

competenties en vaardigheden van vluchtelingen. Dit wordt gedaan via screenings en assessments.

Deze screenings vinden bij voorkeur zo vroeg mogelijk in de asielprocedure plaats en indien nodig in

de contacttaal. De screening gebeurt via een intake gesprek. In dit gesprek wordt het taalniveau en de

aanwezige kennis, scholing en ervaring in kaart gebracht. Wanneer dit eerste gesprek niet genoeg

informatie geeft om het juiste traject voor de vluchteling te bepalen wordt er een screening opgestart.

Hierbij wordt de vragenlijst ‘afstand tot de arbeidsmarkt’ van VDAB gebruikt. Wanneer iemand niet

over de juiste arbeidscompetenties beschikt gaat men op zoek naar meer algemene competenties

zoals technisch inzicht of fijne motoriek. Op basis van deze competenties probeert men realistische

job doelwitten te stellen. Een andere doelstelling is het versterken van competenties. Partner VDAB

doet dit door haar competentieversterkend aanbod te verbeteren. Zo werd er gepland een

cursusaanbod basis ICT voor nieuwkomers, basis Engels en basis rekenen aan te bieden. Ook wordt

het aanbod korte job-specifieke opleidingen uitgebreid. Een voorbeeld van zo een specifieke opleiding

is ‘Alfa naar poets’. Tijdens de opleiding krijgen vluchtelingen - die analfabeet zijn - poetstechnieken,

technisch Nederlands en basis rekenen aangeleerd.

Het project ‘Brugge Werkt’ startte met een prescreening waarin men naging of iemand begreep wat

het project was en gemotiveerd was om te starten. Na deze prescreening volgde er een assessment.

Gedurende zes dagen voerden een groep van 52 vluchtelingen allerlei technische en motorische testen

uit. De bedoeling hiervan was na te gaan welke vaardigheden iemand heeft maar ook om na te gaan

hoe mensen bijvoorbeeld op sociaal vlak functioneren. Op basis van het assessment werd samen met

de deelnemer een persoonlijk actieplan opgesteld. Vanuit dit actieplan wordt er gezocht naar

opleidingen en jobs die bij de vluchteling passen. Uiteindelijk stapten 38 mensen in het project. De

uitbreiding van competenties verloopt via kennismakingsstages, vacaturegerichte stages en

werkplekleren.

Tech-check was een project dat vooral gericht was op de erkenning van technische competenties. Het

agentschap Inburgering en Integratie in Antwerpen ging in de eerste gesprekken met vluchtelingen na

over welke ervaring vluchtelingen beschikten. Vluchtelingen die ervaring hadden in een technisch

Page 64: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

52

beroep (zoals lassen of keukentechnieken) werden doorverwezen naar de lift VZW. De partners van

de lift VZW lieten de vluchtelingen verschillende testen doorlopen. Op het einde van de testen werd

een certificaat opgemaakt waarin de technische competenties van de vluchteling vermeld werden. Dit

certificaat kon nadien gebruikt worden bij een sollicitatie.

Bij AZO gaat men na of de kandidaat ondernemerszin heeft. Ook gaat men na of het ondernemingsplan

dat iemand voorlegt kans op slagen heeft. De projectverantwoordelijke gaf zelf aan dat beoordelen of

iemand een goede ondernemer kan zijn geen exacte wetenschap is. Ze rekenen hiervoor op de ervaring

van de trajectbegeleiders. Wanneer deze twijfelen kan er echter een assessment worden opgezet. Dit

kan gebeuren via een kijkstage of een oefening. Zo kan het zijn dat ze iemand die een traiteurszaak wil

opstarten een grote maaltijd onder tijdsdruk laten voorbereiden. Of dat ze een kapper een dagje laten

meedraaien in een kapperszaak.

Ook bij refu – interim start men vanuit de competenties die mensen hebben. Het model dat ze hiervoor

gebruiken is gebaseerd op het model dat Cirq gebruikte toen het project werd opgestart. Met alle

deelnemers werd een gesprek aangegaan. In dit gesprek werd er gevraagd naar de ervaringen van

vluchtelingen en asielzoekers en naar hun interesses. Op basis van dit gesprek werden er werkgroepen

opgericht. Zo was een groep van mensen die de bar zouden bedienen. Om te testen of de mensen ook

effectief graag achter de bar stonden werd een korte test afgenomen. De potentiële vrijwilligers

draaiden een paar uren mee achter de bar van Dock (het terrein waar refu-interim gevestigd is).

Verschillende acteurs speelden een verschillend typetje en kwamen bij hen iets bestellen.

Rising you start vanuit een gesprek met de deelnemers. Hierin peilt men naar vroegere opleidingen,

eventuele ervaringen en kennis van het Nederlands. Uit deze gesprekken komt een selectie van

mensen naar voren. Deze vluchtelingen moeten vervolgens een dag komen testen. Dit wordt gedaan

om de competenties van de mensen te testen en na te gaan of mensen effectief geen hoogtevrees

hebben. Na deze proefdag worden 12 deelnemers gekozen die kunnen starten met de opleiding.

Page 65: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

53

3.1.6. Eigen onderneming

Binnen de projecten die ik onderzocht zijn er twee die specifiek inzetten op de integratie van

vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Het gaat om het project AZO en Microstart.

In de literatuur wordt ondernemerschap als kans gezien. Zeker omdat vluchtelingen over een

ondernemersgeest zouden beschikken. De projecten gingen hiermee akkoord.

En die mensen hebben heel vaak ondernemerscapaciteiten. Gevoel voor marketing, voor

verkoop, voor wat levert wat op, tot wie richt ik mij. (Lens Lapauw, Microstart)

Er zijn echter ook hindernissen die ervoor zorgen dat vluchtelingen het moeilijk hebben om een zaak

te starten. Een eerste grote hindernis, specifiek voor Vlaanderen, is de cursus bedrijfsbeheer. Deze

cursus moet worden afgelegd door iedereen die niet over een bachelordiploma beschikt. Er zijn

verschillende problemen gelinkt aan de cursus. De cursus is complex. Er staat heel veel informatie in.

De vraag is of al deze informatie nuttig is. Nadat het cursusmateriaal is verwerkt moet men een

afspraak maken voor het examen. Dit is een omslachtige procedure. Men moeten zich voor het

examen online registreren en via overschrijving betalen. Beide elementen zijn niet altijd

vanzelfsprekend voor vluchtelingen. De cursus kost ongeveer 250 euro. Dit is een hoge prijs voor

vluchtelingen die vaak moeten rondkomen met een leefloon. Bovendien kunnen zowel de cursus als

het examen enkel in het Nederlands worden afgelegd. Het niveau van het examen bedrijfsbeheer is

ongeveer taalniveau C1. Dit ligt ver boven de kennis van vele vluchtelingen. Microstart probeert in te

spelen op deze problematieken door de cursus gratis aan te bieden. In september zou de hele

problematiek ook kunnen wegvallen. De reglementering rond bedrijfsbeheer wordt namelijk

veranderd door de overheid.

Toegang tot financiën en voldoende omzet draaien kan ook een barrière zijn. Het gebeurt vaak dat

vluchtelingen geen lening kunnen krijgen bij een gewone bank. Hier springt Microstart in. Ze geven

kredieten. Vanuit Microstart ijvert men echter voor meer maatregelen. Zo zou de overheid

bijvoorbeeld verminderde kosten kunnen rekenen voor starters. Dit kan er voor zorgen dat ze van bij

het begin winst draaien.

Verder wordt er aangegeven dat België een zeer bureaucratisch land is. Er zijn verschillende

reglementeringen op alle beleidsniveaus. Zicht krijgen op de volledige wetgeving is erg moeilijk. Kleine

regelgevingen kunnen een ondernemer soms tegen houden. Dit wordt duidelijk weergegeven in

volgend citaat:

Bijvoorbeeld in Oostende ben je verplicht een windscherm en parasol te zetten. Dat staat in de

regelgeving. Ik had een man vanuit Syrië. Dus die zet zijn horeca zaak op. In Syrië had hij een

Page 66: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

54

bouwbedrijf van 500 man. Komt in Oostende wou echt geen uitkering krijgen. Dus leefde alleen op

kindergeld. Dus 1000 euro kindergeld, moest ongeveer 760 betalen voor het appartement. Was er

nog 250 euro om van te leven met zijn 4 kinderen. Met het laatste spaargeld dat hij had heeft hij

dus een eigen horecazaak opgericht. Dan komt plots stad Oostende langs en zegt ja meneer je hebt

wel een windscherm nodig anders moet je binnen afzienbare tijd sluiten. Maar hij had geen geld

meer. (Lens Lapauw, Microstart)

Microstart en AZO proberen vluchtelingen zo goed mogelijk te begeleiden en ondersteunen. Beiden

pleiten echter voor een algemene vereenvoudiging van het Vlaamse systeem.

Vluchtelingen die willen starten als ondernemer worden ook vaak gediscrimineerd. Dit gebeurt

bijvoorbeeld op de huurmarkt.

Wat wij vaak merken is een klant belt van ons. Dat pand is nog beschikbaar zie ik. Mag ik eens

komen kijken Ahnee mevrouw of meneer, sorry het is al weg. Oke we doen dan de test. Dan belt

één van de adviseurs. Dan is het hallo meneer is dat pand nog beschikbaar? Ahja ja dat is

beschikbaar. En wij praten mooi Nederlands en dan is het plots wel beschikbaar. Dus dat is echt

discriminatie op basis van afkomst en taal. Wat ook niet toegelaten is in België. Maar het gebeurt

wel heel veel in de praktijk. (Lens Lapauw, Microstart)

3.1.7. Maatwerk

Maatwerk is het sleutelwoord binnen de verschillende projecten. De projecten erkennen dat elke

vluchteling verschillend is en dus ook nood heeft aan andere hulp. De respondenten gaven dit ook zelf

aan.

Dan heb ik de oriëntatiefase. Dat is echt maatwerk. Daar wordt echt op maat gekeken wat de

persoon kan en daar wordt die match gemaakt. (Tom Feys, Brugge werkt)

Het is echt maatwerk. We hebben een aantal randvoorwaarden gedefinieerd maar die lijst is

niet limitatief. Waarbij de ene gewoon nog een papier nodig heeft en bij de andere gaat dat zo

een zware psychische problemen zijn. We hebben mensen met posttraumatische stress.

Mensen die een heel traumatische vlucht gehad hebben om hier aan te komen. Dus dat is echt

heel individueel te bekijken. (Birgit Oris, ESF Turnhout)

We proberen echt op maat, heel individueel te kijken naar wat doen die mensen graag. We

vragen altijd vond jij het leuk? Wat wil jij nog doen? We vragen veel feedback van de mensen

zelf. (Farah Laporte, refu-interim

Page 67: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

55

Onder bovenstaande titel werd besproken dat de projecten ‘Brugge werkt’ en ‘Werk en vluchteling’

starten vanuit een gesprek met de deelnemer en een screening van de competenties. Ook het ESF

project in Turnhout start met een gesprek met de deelnemer waarin alle hindernissen op iemands weg

naar de arbeidsmarkt worden verkend.

Vanuit deze gesprekken en screenings wordt telkens een persoonlijk plan ontwikkeld. Voor de

projecten ‘Brugge werkt’ en ‘Werk en vluchtelingen’ is dit een plan naar tewerkstelling toe. Dit plan

bevat mogelijke opleidingen, matching met bedrijven,…Voor het project in Turnhout is het een plan

dat de hindernissen op de weg naar gewone tewerkstellingstrajecten wegwerkt.

Refu-interim vertrekt steeds vanuit de persoon zelf. Ze laten de mensen een aantal keren iets

proberen. Na elke taak die vluchtelingen hebben uitgevoerd wordt er naar hun mening gevraagd. Er

wordt nagegaan of de mensen plezier hebben gehad. Wanneer dit niet zo is, wordt gezocht naar iets

dat beter bij hen past.

Ook bij de projecten AZO en Microstart wordt er op maat gewerkt. Wanneer iemand kan starten

binnen het project AZO krijgt deze een trajectbegeleider aangewezen. Hij gaat met de vluchteling het

traject naar een eigen zaak doorlopen. De vluchteling kan daarbij gebruik maken van verschillende

specialisaties. Een voorbeeld van zo een specialisatie is de aanvraag van microfinanciering. Ook bij

Microstart krijgt elke deelnemer een persoonlijke begeleiding. Men gaat bijvoorbeeld na of een plan

kans heeft op slagen.

In de projecten ‘Brugge werkt’ en ‘ESF Turnhout’ worden ook mensen met psychologische problemen

begeleid. Zij erkennen dat psychologische problemen een grote hindernis zijn op weg naar de

arbeidsmarkt. Het aanpakken van psychologische problemen is niet eenvoudig. Vluchtelingen hebben

het vaak moeilijk om te erkennen dat er een probleem is.

We hebben ook een vijftal mensen die niets doen vanwege psychologische problemen. Er zijn

drie mensen die een psychologisch probleem hebben en waar het nodig is hen door te verwijzen

naar hulpverlening omdat ze zelf niet inzien dat er een probleem is. Meestal bij hen is dat in

hun thuisland, zeker in Afghanistan, niet ingeburgerd dat er iets mis kan zijn (Benedicte

Willems, Brugge werkt).

Voor deze mensen is werk nog niet aan de orde. Ze moeten eerst geholpen worden met deze

problemen. In het project ‘Brugge werkt’ is men vooral bezig met het doorbreken van het taboe rond

psychische problemen. ESF Turnhout gaat nog een stap verder. De behandeling van psychologische

problemen maakt integraal deel uit van het project. Ze werken hiervoor samen met CAW.

Page 68: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

56

Vluchtelingen kunnen groepssessies volgen waarin specifieke problemen (zoals slaapproblemen of

stress) worden behandeld.

3.1.8. Concentratie van diensten

Zoals eerder beschreven, bestaat elk project uit verschillende partners. Door verschillende partners

samen te brengen willen projecten er voor zorgen dat bestaande kennis gedeeld wordt. Het gaat dan

zowel over kennis van de vluchteling als persoon, als kennis over tewerkstelling.

Uit het gesprek met Anke De Meayer van Tech check bleek echter dat deze samenwerking meer mag

doorgedreven worden. Zij ijvert voor één dienst die alle diensten vervangt waar vluchtelingen nu mee

in contact komen.

Soms staat of valt dat met simpele dingen. Zoals het delen van databases bijvoorbeeld he. Dat

mensen bepaalde informatie over iemand niet krijgen of dat iemand vergeet een mail te sturen

of stuurt dat wel naar de drie andere betrokkenen maar weet dan niet dat er nog een vierde is.

Dat soort dingen. Dat zou eigenlijk allemaal beter moeten uitgewerkt worden en één partij die

daar de regie neemt en die alle aspecten kan opnemen.

3.1.9. Vrijwilligerswerk

Refu – interim is een project dat vluchtelingen inzet als vrijwilligers in de culturele sector.

Vrijwilligerswerk kan een aantal hindernissen wegnemen waarop vluchtelingen botsen wanneer ze een

job zoeken. Deze werden besproken doorheen het interview. Dankzij vrijwilligerswerk komen

vluchtelingen in contact met andere vluchtelingen en autochtonen. Ze krijgen de kans om een sociaal

netwerk op te bouwen. Dit netwerk is van groot belang.

Het is niet altijd via de VDAB dat je ergens binnen raakt. Dus dat sociale netwerk is ook even

belangrijk daarvoor en ook belangrijk om zich hier goed te voelen en welkom te voelen, om te

kunnen steunen op een aantal vrienden los van hun eigen gemeenschap dat hun kunnen verder

helpen om een huis te vinden, een rijbewijs te behalen. Dat zijn allemaal factoren die er eigenlijk

voor zorgen dat het zoeken naar werk gemakkelijker gaat. (Farah Laporte, Refu-interim)

Dat vrijwilligerswerk er voor zorgt dat vluchtelingen hun netwerk kunnen vergroten bleek na de Gentse

feesten. Vluchtelingen werden bevriend met elkaar en met Vlamingen. Dit zorgde er voor dat ze

bijvoorbeeld iemand vonden die hen rijlessen wou geven of betere huisvesting.

Vrijwilligerswerk is ook een manier om de periode te overbruggen tussen het moment dat mensen

aankomen in Vlaanderen en het moment waarop ze aan het werk gaan. Door mensen in te zetten als

vrijwilligers hebben ze een zinvolle dagbesteding. Dit zorgt er voor dat hun motivatie hoog blijft.

Page 69: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

57

Een andere sterkte van vrijwilligerswerk is dat het een vorm van job-oriëntering kan zijn. Dit gebeurt

op een laagdrempelige manier zonder te veel verplichtingen. Vluchtelingen krijgen de kans om

verschillende taken uit te voeren. Ze kunnen nagaan wat ze graag doen en goed kunnen zonder dat ze

een screening of taaltest moeten doorlopen. Refu-interim wil hier in de toekomst nog meer op

inzetten. Zo willen ze een werking opzetten waarin vluchtelingen op zeer korte termijn kennis maken

met podiumbouw en podiumtechnieken. Vluchtelingen die dit leuk vinden kunnen dan doorstromen

naar reguliere opleidingen van VDAB en Syntra of meteen naar de arbeidsmarkt.

Bovendien kan vrijwilligerswerk bijdragen aan een positievere beeldvorming van vluchtelingen. Vele

organisaties geven de feedback dat vluchtelingen harder werken dan de eigen vrijwilligers.

De voordelen van vrijwilligerswerk worden ook erkend door andere projecten. In het ESF project

Turnhout wil men 35 plaatsen voor vrijwilligers creëren. Dit doen ze om er voor te zorgen dat

vluchtelingen zichzelf kunnen verkennen en zodat de trajectbegeleider de talenten van vluchteling kan

leren kennen. Ook het project ‘Vluchtelingen en Werk’ wil gebruik maken van vrijwilligerswerk. Op

deze manier kunnen mensen die nog niet klaar zijn voor de reguliere arbeidsmarkt maar wel

gemotiveerd zijn nieuwe taken en beroepen leren kennen. Het is een stap waar vooral asielzoekers

voor in aanmerking komen.

3.2. Hindernissen en kansen uit gesprekken met de projecten

Uit de gesprekken die ik had met projectmedewerkers blijkt dat er niet te onderschatten hindernissen

zijn die in de literatuur minder aan bod komen. Een oplossing vinden voor deze hindernissen is ook

niet altijd evident.

3.2.1. Culturele verschillen

Vluchtelingen komen uit verschillende landen naar Vlaanderen. Ze zijn opgegroeid in een andere

context. Dit zorgt ervoor dat er soms culturele verschillen zijn. Deze verschillen kunnen een drempel

zijn tijdens de zoektocht naar een job of kan tot conflicten op de werkvloer leiden.

Culturele verschillen tonen zich in meerdere verschijningsvormen. Ook religie zorgt voor verschillen

die integratie op de arbeidsmarkt bemoeilijken. In de interviews kwamen hier meerdere voorbeelden

van aan bod.

Ze moesten vooral, we keken naar een aantal zaken zoals komen ze op tijd, begrijpen ze wat

van hen verwacht wordt, vinden ze het leuk, zijn ze bereid om met alcohol in aanraking te

komen want soms merk je ook van ahja die zit dat eigenlijk niet zo zitten. (Farah Laporte, refu-

interim)

Page 70: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

58

Die cultuurverschillen maken soms ook dat het niet op elke werkvloer goed gaat he…. Dat gaat

over niet in een refter willen zitten waar iemand een pintje drinkt. Dat gaat over niet in een

refter willen zitten waar vrouwen zitten bijvoorbeeld. (Birgit Oris, ESF Turnhout)

En ook de religie waarin ze leven he. Er zijn hooggeschoolde vrouwen die komen maar die dan

niet hun hoofddoek willen afdoen. Dan zeg ik op voorhand: ‘Als je dat niet wil doen, oke, dat

kan, maar dan zijn je keuzes van werk gelimiteerd.’ (Benedicte Willems, Brugge werkt)

Omgaan met deze verschillen is geen vanzelfsprekendheid. Projecten proberen te sensibiliseren naar

deelnemers toe. Ze proberen uit te leggen hoe de situatie in België is. Ze proberen uit te leggen dat in

zekere mate aanpassingen nodig zijn om een job te vinden.

Andere verschillen hebben te maken met arbeidsattitudes. Zo werd er in de verschillende gesprekken

weergegeven dat op tijd komen een groot werkpunt is voor vele vluchtelingen. Ook hier proberen

projecten vooral duidelijk te communiceren naar de vluchtelingen toe.

Het cultuurverschil komt ook naar boven bij het opstarten van een eigen onderneming. Moslims

mogen volgens de Islam geen interest of rente betalen. Microstart ontwierp voor hen een bijzonder

systeem. Bij het aangaan van een microkrediet wordt enkel een administratie kost afgehouden.

Interest betalen is dus niet nodig.

3.2.2. Mismatch tussen verschillende arbeidsmarkten

Een ander probleem waar vluchtelingen regelmatig op botsen is de mismatch tussen de arbeidsmarkt

in het herkomstland en de arbeidsmarkt in Vlaanderen. Beroepen hebben vaak niet dezelfde invulling.

Zo is er een deelnemer aan het project ‘Brugge werkt’ die werkte als politieman in Afghanistan. In

Afghanistan moet je echter geen opleiding volgen om politieman te worden. Je kan je gewoon

aansluiten bij het korps. Voor een beroep als garagist geldt een gelijkaardig probleem. In Vlaanderen

is dit een heel technisch beroep waarvoor je een diploma nodig hebt. In Afghanistan is dit veel minder

zo. Dit probleem duikt ook op voor hooggeschoolden. Hun diploma wordt vaak niet erkend. Om deze

reden kunnen ze geen job uitoefenen gelijkaardig aan deze in het land van herkomst.

Een gelijkaardig probleem duikt op wanneer vluchtelingen een eigen zaak willen opstarten. België is

een land waarin alles zeer sterk gereguleerd is. Er zijn verschillende documenten nodig om een eigen

zaak op te starten. In vele landen waar vluchtelingen vandaan komen volstaat het echter een ruimte

te huren of zelfs een kraampje op straat te zetten en de dingen te verkopen die je graag wil verkopen.

Voor vluchtelingen is het bijgevolg een noodzaak om hun verwachtingen bij te stellen en een goed

zicht te krijgen op de arbeidssituatie in Vlaanderen.

Page 71: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

59

In het project ‘Brugge Werkt’ wil men vluchtelingen een beter zicht geven op de Vlaamse arbeidsmarkt.

Dit doet men via een module arbeidsrealiteit in Vlaanderen. Hierin werd onder andere zicht gegeven

op de sectoren die in Vlaanderen bestaan en de mogelijkheden van sociale tewerkstelling. Ook het

project Tech check beschikt over zo een module.

Eén van de belangrijke fasen van het project AZO is de informatiefase. In deze fasen probeert men

vluchtelingen te informeren over de mogelijkheden wanneer iemand een zaak wil op starten in

Vlaanderen. Ze zoomen in op de wettelijke reglementeringen en beperkingen.

In de gesprekken met de projecten ‘Brugge Werkt’ en ‘ESF Turnhout’ kwam duidelijk naar voor dat het

de bedoeling is mensen in een duurzame job te krijgen. Men wil er voor zorgen dat vluchtelingen niet

zomaar een job vinden. Het moet gaan om een job die hen past en die ze graag doen. Zo zullen ze

mensen die willen studeren steeds doorverwijzen naar een opleiding.

3.2.3. Bedoeling van het project

Projecten hebben het soms moeilijk de bedoeling van het project duidelijk te maken. Ze zijn vooral

gericht op het versterken van vluchtelingen en hen klaar te maken voor de arbeidsmarkt. Vele

vluchtelingen denken dat de projecten hen een job aanbieden.

Maar we merkten dat de taal de grootste barrière was naast het feit dat mensen ook heel vaak

niet goed konden begrijpen wat het project voor hen kon betekenen. Dat is één. Ze dachten dat

ze al aan het solliciteren waren. Voor hen was het niet zo gemakkelijk om dat al te duiden. (Tom

Feys, Brugge werkt)

De moeilijkheid zit er vooral in, daar waarvoor het voor arbeidstrajectbegeleiding, de mensen

heel snel denken dat we hun een job gaan geven. Dat is een hele grote drempel. Dat merken

we in onze reguliere werking ook. Mensen komen echt met het idee. Nu gaan die mij een job

geven. (Birgit Oris, ESF Turnhout)

De eerste dag dat wij starten vorig jaar zijn er ook gewoon heel veel mensen afgekomen die

niet in Gent wonen. Omdat ze dat hoorden van vrienden. Ze zagen refu-interim, werk, de

verwachtingen waren niet altijd op elkaar afgestemd. Als ze hoorden dat het ging over

vrijwillgerswerk zeiden sommige ja maar ik doe dat al of ik heb daar geen interesse in. (Farah

Laporte, Refu-interim)

Dit probleem aanpakken is erg moeilijk. In het project ESF Turnhout kunnen deelnemers niet starten

wanneer ze naar aanvoelen van de trajectbegeleiders het concept niet volledig begrepen hebben. Wel

doen ze er alles aan om mensen de bedoeling duidelijk te maken. Zo werken ze met tolken en

Page 72: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

60

gebruiken zelfs pictogrammen indien nodig. Om deze redenen focust het project ‘Brugge werkt’ zich

enkel op personen die al een redelijke kennis van de Nederlandse taal hebben.

Page 73: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

61

Deel vijf Lessen uit de praktijk

In dit onderdeel van de masterproef koppel ik terug naar de onderzoeksvraag: ‘Hoe kunnen

vluchtelingen op de arbeidsmarkt geïntegreerd worden?’

Vluchtelingen kunnen op de arbeidsmarkt geïntegreerd worden door de hindernissen weg te nemen.

Het is belangrijk dat deze hindernissen in de eerste plaats worden erkend en onderzocht. Nadien

moeten deze hindernissen actief worden weggewerkt.

In mijn masterpoef onderzocht ik eerst de hindernissen en de aanbevelingen die weergegeven worden

in de literatuur. Nadien ging ik na hoe Vlaamse projecten omgaan met deze hindernissen. In het vorige

deel heb ik een koppeling gemaakt tussen de literatuur en de praktijk. Uit deze koppeling bleek reeds

dat vele hindernissen beschreven in de literatuur ook ondervonden worden in de Vlaamse praktijk.

De focus van dit onderdeel is anders. In dit deel maak ik eigen reflecties. Ik geef aan wat volgens mij

de sterktes en zwaktes zijn van de Vlaamse projecten. Ik geef ook weer hoe deze zwaktes kunnen

weggewerkt worden. Hiervoor haal ik inspiratie uit de literatuur maar ik maak ook gebruik van mijn

eigen ideeën.

1. Organisatie van de projecten

Sinds 2012 komen er heel wat vluchtelingen naar Vlaanderen. Het aantal asielaanvragen piekte in

2015. De projecten die ik onderzocht zijn opgericht vanuit een zekere noodzaak. Het is belangrijk dat

vluchtelingen geïntegreerd raken in onze samenleving. Werk is daar een eerste grote stap in. Werk

zorgt ervoor dat mensen een inkomen verwerven, dat ze de taal leren, dat ze vriendschappen kunnen

opbouwen,… Bovendien wordt er door de projecten ook aangegeven dat er heel wat potentieel in

vluchtelingen zit. Ze zijn vaak jong en erg gemotiveerd om aan de slag te gaan.

De onderzochte projecten worden voornamelijk georganiseerd op stedelijk niveau. Ze werden

opgestart door het stadsbestuur of door het lokale OCMW. Er wordt samengewerkt met lokale

partners. Microstart, AZO en Tech check( in zijn huidige vorm) worden op een ander niveau

georganiseerd. Zo hebben Microstart en AZO een werking in verschillende provincies. Tech check is

momenteel een proeftuin van VDAB op het provinciale niveau. De grote verscheidenheid aan lokale

projecten kan als zwakte worden beschouwd. Door verschillende soorten projecten met verschillende

screeningstools te hebben is er voor de werkgevers nog steeds weinig duidelijkheid. Bovendien zijn er

vluchtelingen die niet kunnen deelnemen aan deze projecten omdat ze niet in het juiste gebied wonen.

Ik zie het als een mogelijkheid de bestaande projecten te gebruiken als pilootexperiment voor een

breder Vlaams project. Dit idee vraagt wel enige nuancering. De projectmedewerkers waarmee ik

sprak geven namelijk aan dat er risico’s verbonden zijn aan het nationaliseren van projecten. Anke De

Page 74: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

62

Meayer, van Tech check, gaf aan dat ze Tech check liever terug op stedelijk niveau zou organiseren. In

het provinciale project kiest één van de partners ervoor om minder aandacht te besteden aan het leren

op de interne werkvloer. Dit komt omdat niet elk van de partners over een werkplek beschikt. Het is

een waardevol element van het project dat verloren gaat. Frank Maleszka, coördinator van AZO, gaf

aan dat werken met een nationaal project kan zorgen voor innovatieve armoede. Kleine projecten zijn

vaak degene die nieuwe technieken ontwikkelen en die ook zonder al te veel papierwerk en regulering

aan de slag kunnen.

Er is nood aan een doorgedreven samenwerking van partners en projecten. In Vlaanderen zijn

momenteel meerdere organisaties en projecten bezig met de integratie van vluchtelingen op de

arbeidsmarkt. Zij weten niet altijd van elkaar wat ze juist doen en met welke cliënten ze aan de slag

zijn. Het gebeurt dus dat dezelfde persoon in verschillende trajecten zit zonder dat iemand er iets van

weet. Ook de screening van personen gebeurt soms door meerdere organisaties. Dit is dubbel werk en

verlengt het traject voor de vluchteling. In de tewerkstellingsprojecten die ik bekijk wordt dit probleem

opgelost door samen te werken met verschillende partners. De partners zijn verschillend van project

tot project. Wel zijn er partners die regelmatig terug komen. In zes van de acht projecten zijn OCMW

en/ of VDAB belangrijke partners. De aanwezigheid van OCMW en VDAB zijn te verklaren vanuit de

wetgeving. Beide organisaties hebben wettelijk het mandaat mensen te activeren op de arbeidsmarkt.

Deze samenwerking zou echter nog verder kunnen doorgetrokken worden. Zo zouden er

gemeenschappelijke databases kunnen worden opgesteld en informatie kunnen gedeeld worden over

projecten heen. Een kapper die in het project AZO bijvoorbeeld niet doorstroomt naar de

trajectbegeleiding, omdat het bijvoorbeeld echt te moeilijk is om financiering te vinden, zou kunnen

worden doorverwezen naar het project ‘Brugge werkt’ om daar aan te sluiten. Het delen van

informatie is ook belangrijk omdat vluchtelingen met erg veel dingen op hetzelfde moment bezig zijn.

Ze moeten de taal leren, een huis zoeken, kinderopvang zoeken, psychologische ondersteuning

zoeken,… Wanneer diensten samen werken kan het volledige schema van een vluchteling beter

worden afgestemd.

De financiering van zeven van de acht projecten gebeurt op eenzelfde manier. Elk van de projecten

wordt grotendeels of zelfs volledig gefinancierd met subsidies via één of meerdere kanalen. De

afkomst van deze subsidies is wel verschillend. Drie projecten krijgen subsidies van ESF. Drie andere

projecten worden gesubsidieerd door de Vlaamse overheid. De overige projecten worden

gesubsidieerd door de lokale overheid. Ook het verkrijgen van deze subsidies gebeurde steeds op

dezelfde manier. De projecten diende een subsidieaanvraag in. In deze aanvraag gaven ze weer

waarom hun project van belang was, hoe ze de middelen wilden inzetten en wat de doelstellingen

waren. De subsidiërende overheden legden dus in geen geval zelf doelstellingen op. Ik zie dit als een

Page 75: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

63

positieve trend. Opgelegde doelstellingen zouden er namelijk voor kunnen zorgen dat er enkel met de

sterkere vluchtelingen wordt gewerkt en de zwakkere uit het oog worden verloren. Het project

Microstart wordt op een andere manier gefinancierd. Om leningen te kunnen geven aan cliënten

hebben ze zelf een kredietlijn lopen bij de bank. Microstart is vragende partij voor meer financiële hulp

van de overheid. Dit zou het voor hen mogelijk maken om lagere interesten te vragen aan klanten en

meer onafhankelijk van de bank te worden.

De verkregen subsidies zijn tijdsgebonden. Ze zijn toegekend voor een bepaalde periode. De termijnen

variëren van één jaar tot vier jaar. Deze termijnen zijn erg kort. Het voortbestaan van de projecten is

onzeker na afloop van de subsidiëring. De duurtijd is een zwakte van alle projecten. De integratie van

vluchtelingen op de arbeidsmarkt wordt in de literatuur beschreven als een geleidelijk en traag proces.

Vluchtelingen hebben bijvoorbeeld meer tijd nodig dan andere migrantengroepen om een job te

vinden. Verder is er ook nood aan begeleiding wanneer er al werk gevonden is. Zowel werkgevers en

vluchtelingen zouden bij een organisatie terecht moeten kunnen wanneer er zich problemen

voordoen. Vluchtelingen starten soms in jobs die niet meteen bij hun passen. Naar mijn mening hoeft

dit geen probleem te zijn wanneer ze verder worden begeleid en kunnen doorgroeien. Het is aan de

subsidiërende overheden om structureel middelen vrij te maken zodat projecten vluchtelingen kunnen

begeleiden en nieuwe vluchtelingen kunnen aanwerven.

2. Projecten als experts binnen het veld

De projecten die ik onderzocht staan erg dicht bij vluchtelingen. Elk van hen had ervaring met werken

met vluchtelingen. Bijgevolg weten ze goed met welke hindernissen vluchtelingen te maken krijgen.

De hindernissen die zij benoemen komen in grote mate overeen met degene die benoemd worden in

de literatuur. Het bewustzijn van deze hindernissen zorgt ervoor dat er ook actief op ingezet kan

worden.

Taal wordt door de verschillende projecten beschouwd als één van de grootste hindernissen. Een

oplossing aangereikt door de literatuur is het doorbreken van het lineaire traject eerst taal, dan werk.

Men gaat er vanuit dat vluchtelingen de taal zullen leren eens ze aan het werk zijn. Naar mijn aanvoelen

wordt in deze redenering het belang van taal, ook buiten de effectieve werkvloer, vergeten. Werken

gaat samen met afspraken maken, vrije dagen hebben, loonfiches ontvangen,… Allemaal elementen

waar vluchtelingen over struikelen omdat ze het niet begrijpen. Dit kwam ook naar voren tijdens het

interview met Anke De Maeyer van Tech check. Het lijkt me dat het lineaire traject niet kan

onderbroken worden zonder extra in te zetten op werkvloercommunicatie. Deze communicatie zou

ingebed moeten worden in de NT2 lessen die vluchtelingen volgen.

Page 76: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

64

Door Vlaamse tewerkstellingsprojecten te bestuderen in hun huidige context kwamen echter ook een

aantal elementen aanbod die niet of op een andere manier vermeld werden in de literatuur.

In de literatuur wordt aangegeven dat discriminatie nog steeds een erg grote rol speelt.

Ondernemingen zouden vluchtelingen geen kans willen geven. Projecten ondervinden echter een

wijziging sinds de piek van de vluchtelingeninstroom. Ze merken op dat de sensibilisering die ze al vele

jaren uitvoeren zijn vruchten begint af te werpen. Ook werd er in de verschillende projecten gesproken

over het hoog aantal openstaande vacatures. De projectmedewerkers gaven aan dat werkgevers vaak

niet anders meer kunnen dan ook vluchtelingen een kans te geven.

Een beetje aanvullend opzoekwerk toont inderdaad aan dat er anno 2018 270 000 openstaande

vacatures zijn bij VDAB. Dit zijn er bijna 70 000 meer dan in 2016. Fons Leroy, gedelegeerd bestuurder

van VDAB, sprak in mei 2018 metaforisch over een arbeidsmarkt in brand. Deze brand moet volgens

hem geblust worden door ieder talent, ongeachte huidskleur en leeftijd, een kans te geven. Het hoog

aantal vacatures is een gevolg van de hoogconjunctuur en de vergrijzing. Voor alle 100 mensen die de

arbeidsmarkt verlaten omdat ze op pensioenleeftijd zijn gekomen, zijn er maar 82 die instromen.

Bepaalde sectoren ervaren meer nijpende tekorten dan andere sectoren. Zo staan er 25 000 vacatures

open voor schoonmakers en technische profielen. Er is ook nood aan zorgkundigen en

verpleegkundigen om zorg te dragen voor onze oudere bevolking. Maar ook in de bouw, informatica,

bij het openbaar vervoer en in de horeca staan er zeer veel vacatures open (Stefan Grommen, 2018).

Deze tendens opent deuren voor vluchtelingen. Het is dan ook belangrijk deze kansen te benutten. Dit

kan op verschillende manieren. Ten eerste kunnen vluchtelingen verspreid worden over het

grondgebied op basis van openstaande vacatures. In Antwerpen zijn er bijvoorbeeld het grootst aantal

vacatures en in Limburg heel wat minder. Ten tweede kan men er voor zorgen dat er genoeg cursussen

zijn voor vluchtelingen die willen starten in deze knelpuntberoepen. Nu kan het soms enkele maanden

duren vooraleer er plaatsen vrij zijn in een bepaalde opleiding. VDAB biedt ook al heel wat online

cursussen aan. Deze zouden uitgebreid en gepromoot kunnen worden. Het voordeel van de online

cursus is dat deze gemakkelijk kan gecombineerd worden met bijvoorbeeld de NT2 lessen. Een derde

optie is het creëren van een fast track zoals momenteel al gedaan wordt in Scandinavische landen.

Vluchtelingen met een heel specifiek beroepsprofiel krijgen een afzonderlijk inburgeringstraject. Dit

traject richt zich op de job die ze zullen uitoefenen.

Uit de praktijk blijkt dat er hindernissen zijn die in de literatuur niet beschreven worden. Zo geven

verschillende projectmedewerkers duidelijk aan dat ook culturele verschillen een rol spelen. Zowel

vluchtelingen als werkgevers moeten zich soms heel erg aanpassen en dit is niet eenvoudig. Voor

projecten is het ook erg moeilijk om deze culturele verschillen weg te werken. Ze kunnen dit vooral

Page 77: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

65

doen door met vluchtelingen in gesprek te gaan. Het lijkt mij echter dat extra inzetten op het creëren

van plaatsen voor vrijwilligerswerk en leren op een interne werkvloer ook kan helpen. Het geeft

vluchtelingen de kans om te wennen aan het Vlaamse werkleven zonder dat er zeer veel druk opstaat.

Vluchtelingen begrijpen niet altijd dat een project een weg is dat ze moeten afleggen. Ze denken dat

het om een jobaanbieding gaat. Dit probleem kan volgens mij worden opgelost door van bij het begin

erg duidelijk te zijn maar ook door de projecten duidelijke namen te geven. De naam ‘Brugge werkt’

kan inderdaad voor verwarring zorgen.

Mij lijkt het ook dat vluchtelingen aan het werk helpen als zelfstandige een pad is dat nog niet

voldoende gebruikt wordt. VDAB en OCMW zouden meer bewust gemaakt moeten worden van de

mogelijkheid. Zo kunnen zij mensen ook doorverwijzen. Er is dan ook wel meer nood aan projecten die

de vluchtelingen kunnen opvangen. Op de conferentie van Microstart sprak ik met een medewerker

van het kabinet van de minister van KMO’s. Zij vertelde me dat de federale overheid 60 000 euro aan

projectsubsidies wil vrij maken hiervoor. Dat is natuurlijk een goed begin.

Tenslotte zijn er een aantal hindernissen die de integratie van vluchtelingen sterk in de weg staan.

Deze hindernissen vallen echter onder de bevoegdheid van de Vlaamse overheid. Projecten hebben

hier maar weinig vat op. Om de tewerkstelling van vluchtelingen te verhogen zou de overheid het

mobiliteitsprobleem moeten aanpakken. Ze zou er voor moeten zorgen dat er extra openbaar vervoer

wordt ingelegd naar moeilijk te bereiken werkplaatsen zoals de haven. Bovendien zou er een sociaal

tarief voor het rijbewijs kunnen worden uitgedacht. Werklozen en mensen met een laag inkomen

zouden dan lessen aan een lager tarief krijgen. De Vlaamse overheid zou bovendien ook in meer en

goedkope kinderopvang moeten voorzien. Dit kan er voor zorgen dat meer vrouwen aan de slag gaan.

Ook de procedure van diploma-erkenning moet herbekeken worden. Voorlopig worden vele master

en bachelor diploma’s erkend als algemene bachelorsdiploma’s. Dit soort diploma vergroot de kansen

van vluchtelingen om werk te vinden echter niet. NARIC zou meer doorgedreven onderzoek kunnen

doen naar de inhoud van buitenlandse opleidingen. Momenteel bestaat het VLIR-programma al. Het

zou interessant kunnen zijn gelijkaardige testen voor andere beroepen op te stellen. Ze zouden

bijvoorbeeld een aantal allochtone verpleegkundigen kunnen laten meedraaien in een ziekenhuis.

Wanneer blijkt dat zij goed functioneren kunnen hun diploma’s gelijkgeschakeld worden. De

wachttermijnen van de diploma-erkenning zouden ook sterk terug gedrongen moeten worden. Nu

duurt het soms tot twee jaar alvorens iemand zekerheid heeft.

De onderzoeksvraag luidde ‘hoe kunnen vluchtelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt geïntegreerd

worden?’. Impliciet bevat deze vraag het woord succesvol. In deze masterpoef slaag ik er niet te

bepalen of de werking van projecten succesvol is. Het woord succesvol definiëren is al een uitdaging

Page 78: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

66

op zich. Succesvol zou kunnen betekenen dat vluchtelingen aan het werk zijn. Het zou ook kunnen

betekenen dat vluchtelingen aan het werk zijn in een job op het juiste niveau (dus diploma afhankelijk).

Momenteel biedt mijn onderzoek op geen van beide vragen een antwoord. Dit komt onder andere

omdat de projecten nog niet afgerond zijn. De eindresultaten zijn niet bekend. De resultaten die reeds

bekend zijn wijzen echter op een lage effectieve activering. Uit het gesprek met Tom Feys kwam naar

voren dat vele vluchtelingen nog een lange weg af te leggen hebben. Het project wil dan ook eerder

bereiken dat mensen zelfredzamer worden dan dat ze echt aan de slag gaan. Het project Tech check

eindigde vorig jaar. Op dat moment waren er 2 van de 42 deelnemers aan de slag. Binnen in het project

AZO starten ondertussen 10 mensen hun eigen zaak. Vijftien andere zullen binnenkort opstarten. Deze

getallen liggen iets hoger maar zijn ook verspreid over Vlaanderen. Grote uitzondering is het project

Rising You. Dit project heeft heel positieve doorstroomresultaten. Bijna alle deelnemers starten als

schilder op hoogte. In mijn masterproef kan ik enkel veronderstellingen maken over de oorzaak van

deze resultaten. Het grote verschil tussen de andere projecten en Rising you kan waarschijnlijk

verklaard worden door de projectopbouw. Rising you werkt van bij het begin samen met bedrijven die

opzoek zijn naar werknemers. Ze starten vanuit openstaande vacatures. Deze bedrijven zijn bereid, na

een stage, de vluchtelingen meteen aan te werven. Bovendien liggen de instapvoorwaarden wat hoger

dan bij de andere projecten. Vluchtelingen moeten al voldoende kennis van het Nederlands hebben.

Andere projecten hebben veel meer een persoonlijke aanpak. Ze starten vanuit de persoon zelf en

gaan na wat de vluchteling wil en kan doen. Er zijn ook andere redenen die mogelijk verklaren waarom

de resultaten van de meeste projecten eerder laag zijn. Het zou kunnen dat de projecten weinig

effectief zijn. Het is mogelijk dat ze inzetten op de verkeerde elementen. Dit zou echter ook willen

zeggen dat de bestaande literatuur verkeerde hindernissen detecteert en aanbevelingen doet. Er is

namelijk een sterke overeenkomst tussen de werking van projecten en de bestaande literatuur. Meer

waarschijnlijk is dat de integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt tijd vraagt. Resultaten zullen

pas merkbaar zijn op lange termijn. Opnieuw geldt hier dus dat de korte looptijd van projecten hun

grootste zwakte is.

3. Aanbevelingen voor toekomstig onderzoek

De basis van mijn onderzoek was een literatuurstudie. Ik ging op zoek naar wetenschappelijke artikels

waarin hindernissen en beleidsaanbevelingen worden weergegeven. Deze zoektocht was echter niet

vanzelfsprekend. De meeste artikels, en voornamelijk wanneer het gaat over aanbevelingen, zijn

geschreven door beleidsmakers. Het gaat om rapporten van de Europese unie, OECD, IMF, bepaalde

denktanken,…De integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt is dus een weinig onderzocht topic.

Meer onderzoek naar de hindernissen die vluchtelingen ondervinden zou er voor kunnen zorgen dat

Page 79: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

67

de aanbevelingen meer aansluiten bij de praktijk. Dit zou er voor kunnen zorgen dat vluchtelingen op

een betere manier geactiveerd raken op de arbeidsmarkt.

Verder onderzoek zou kunnen focussen op de effectiviteit van tewerkstellingsprojecten voor

vluchtelingen. Het voordeel hiervan is dat men kan nagaan welke maatregelen werken en welke niet.

Het probleem is echter de causaliteit. Het is moeilijk na te gaan of de effecten zuiver aan een project

te danken zijn. Het is een optie om een experiment op te zetten. Er moet dan gewerkt worden met

een groep deelnemers en een controlegroep. De controlegroep wordt uitgesloten van deelname aan

een project. De vraag is echter of dit ethisch te verantwoorden valt. Bovendien zou dit onderzoek de

deelnemers voor een lange termijn moeten volgen.

Page 80: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

68

Conclusie

Sinds 2012 komen er hoge aantallen vluchtelingen naar Europa, België en Vlaanderen. Deze verhoogde

toestroom brengt heel wat uitdagingen met zich mee. Mijn masterproef situeerde zich rond één van

deze uitdagingen. Ik ging na hoe vluchtelingen geïntegreerd kunnen worden op de Vlaamse

arbeidsmarkt.

De integratie van vluchtelingen op de arbeidsmarkt is van groot belang zowel voor vluchtelingen zelf

als voor gehele samenleving. Vluchtelingen bouwen een sociaal netwerk op door te werken. Ze

verbeteren hun talenkennis,…Dit alles draagt bij tot hun integratie in de samenleving. Langs de andere

kant bieden werkende vluchtelingen ook een oplossing voor huidige economische problemen. De

huidige Vlaamse arbeidsmarkt telt ontzettend veel openstaande vacatures. Dit is het gevolg van de

hoogconjunctuur en de vergrijzing. Vele vluchtelingen zijn nog erg jong en kunnen dus mee helpen

deze vergrijzing op te vangen.

Mijn masterproef beantwoordt de vraag: ‘Hoe kunnen vluchtelingen op de Vlaamse arbeidsmarkt

geïntegreerd worden?’. Deze vraag werd beantwoord via een uitgebreide literatuurstudie en een

praktijk onderzoek.

Om vluchtelingen te integreren op de arbeidsmarkt moeten er heel wat hindernissen overwonnen

worden. Deze hindernissen zijn erg uiteenlopend. Het gaat bijvoorbeeld om gebrekkige taalkennis,

discriminatie of een gebrek aan rijbewijs. Bovendien is elke vluchteling verschillend en heeft elke

vluchteling nood aan andere ondersteuning. In de literatuur worden verschillende aanbevelingen

gedaan om deze hindernissen te overwinnen. Zo wordt er aangeraden meer te focussen op taal op de

werkvloer of financiële stimulansen te geven aan bedrijven.

Ook in Vlaanderen wordt er ingezet op de activering van vluchtelingen op de arbeidsmarkt. Dit wordt

onder andere gedaan door specifieke tewerkstellingsprojecten. In mijn masterproef heb ik acht

projecten onderzocht. Deze werden via semi-gestructureerde interviews bevraagd. Zes van deze

projecten waren gericht op het vinden van een job als werknemer. De andere twee projecten richten

zich op ondernemerschap De meesten werden werd gesubsidieerd door ESF, de Vlaamse en/ of de

lokale overheid. Het gaat om projecten met een duurtijd van maximaal vier jaar.

Deze projecten zetten sterk in op het wegnemen van hindernissen en het creëren van kansen voor

vluchtelingen. Het wegwerken van hindernissen is in de praktijk echter makkelijker gezegd dan gedaan.

Zo zijn bedrijven niet altijd bereid vluchtelingen (met een lage kennis) van het Nederlands een kans te

geven. Bovendien duiken er ook nieuwe hindernissen, zoals culturele verschillen, op.

Page 81: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

69

Uit de analyse van de literatuur en de verschillende projecten blijkt dat er moet worden ingezet op

enkele beleidsthema’s. De Vlaamse overheid, bevoegd voor tewerkstelling, moet projecten op een

structurele manier financieren. Bovendien kan het goed zijn projecten op te starten op alle plaatsen in

Vlaanderen zodat alle vluchtelingen en asielzoekers de kans krijgen om deel te nemen. Verder moet

ingezet worden op mobiliteit en kinderopvang. Op dit moment zijn er nog steeds vluchtelingen

uitgesloten van een job om ze fysiek niet op de werkplaats raken of nergens met hun kinderen terecht

kunnen.

Page 82: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

i

Lijst van geraadpleegde werken

Adecco group. (2017). The labour market integration of refugees’ white paper – a focus on Europe.

Geraadpleegd op 2 april 2018 via https://www.adeccogroup.com/wp-content/themes/ado-

group/downloads/labour-market-integration-of-refugees-focus-europe.pdf

Agentschap integratie en inburgering (2016). Monitoring asielinstroom: asielaanvragen in België en de

Europese unie. Geraadpleegd via http://www.integratie-

inburgering.be/sites/default/files/atoms/files/monitoring%20asielinstroom_aanvragen%20e

n%20beschermingsgraad_februari%202016_webversie.pdf

Agentschap integratie en inburgering. (2018). Attest van immatriculatie. Geraadpleegd op 3 maart

2018 via http://agii.be/thema/vreemdelingenrecht-internationaal-

privaatrecht/verblijfsdocumenten/attest-van-immatriculatie#0

Agentschap integratie en inburgering. (2018). Nederlands leren. Geraadpleegd op 5 april via

https://www.integratie-inburgering.be/nederlands-leren

Agentschap integratie en inburgering. (2018). Resultaatsverbintenis. Geraadpleegd op 5 april via

https://www.integratie-inburgering.be/wat-doen-

we/inburgering/inburgeringstraject/resultaatsverbintenis

Agentschap integratie en inburgering. (2018). Nederlands NT2. Geraadpleegd op 5 april via

https://integratie-inburgering.be/nederlands-nt2

Ajluni, S., Kawar, M. (2015). Towards Decent Work in Lebanon: Issues and Challenges in Light of the

Syrian Refugee Crisis, Lebanon, International Labour Organization Regional Office for Arab

States.

Andriessen, I., Nievers, E., Dagevos, J., Faulk, L. (2012), ‘Ethnic discrimination in the Dutch labor market

: Its relationship with job characteristics and multiple group membership’, Work and

Occupations, 39(3), 237-269.

Amnesty International. (2018). Ontheemden. Geraadpleegd op 1 maart 2018, via

https://www.amnesty.nl/encyclopedie/ontheemden

Aslund,O., Hensvi, L., Skans, O. (2014), ‘Seeking similarity : How immigrants and natives manage in the

labor market’, Journal of Labor Economics, 32(3), 405-441.

AZO. (2018). Over A Z O! Geraadpleegd op 7 april 2018 via http://projectazo.be/

Page 83: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

ii

Baert, S., Cockx, B., Gheyle, N., Vandamme, C. (2013). Do employers discriminate less if vacancies are

difficult to fill ? Evidence from a field experiment (IZA Discussion Papers 7145).

Geraadpleegd via http://ftp.iza.org/dp7145.pdf

Bervoet, D. (28 april 2017). Vlaamse werkloosheid bij laagste van EU. De Tijd. Geraardpleegd op 25 mei

via https://www.tijd.be/politiek-economie/belgie-vlaanderen/Vlaamse-werkloosheid-bij-

laagste-van-EU/9888290

Bevelander, P., Lundh, C. (2017). Employment Integration of Refugees: The Influence of Local Factors

on Refugee Job Opportunities in Sweden (2551), Duitsland: IZA.

Blumenberg, E. (2007). Immigrants and transport barriers to employment. The case of Southeast Asian

welfare recipients in California. Transport policy, 15, 33-42

Burggrave, K., Piton, C. (2016). De economische gevolgen van de instroom vluchtelingen in België. NBB

economisch tijdschrift, 47-66.

Corluy, V., & G., Verbist. (2014). Can education bridge the gap? Education and the employment

position of immigrants in Belgium (14/02). Antwerpen: Universiteit Antwerpen.

Carlsson, M., & Rooth, D., (2008). Is It Your Foreign Name or Foreign Qualifications? An Experimental

Study of Ethnic Discrimination in Hiring. (IZA Discussion Paper No. 3810). Geraadpleegd via

https://d-nb.info/99145961X/34

Commissariaat-generaal voor vluchtelingen. (2017). U geniet subsidiaire bescherming in België.

Geraadpleegd via https://www.integratie-inburgering.be/nederlands-leren

Commissariaat-generaal voor vluchtelingen. (2018). U bent als vluchteling erkend in België.

Geraadpleegd op 3 maart 2018 via

http://www.cgvs.be/sites/default/files/brochures/2016-11-25_brochure_erkende-

vluchtelingen_nl.pdf

Dienst economische migratie. (2018). Arbeidskaart C – aanvraagprocedure. Geraadpleegd op 3 maart

2018 via https://www.werk.be/online-diensten/werknemers-buitenlandse-

nationaliteit/de-arbeidskaart-c/aanvraagprocedure

Dienst economische migratie. (2018). Arbeidskaart C – definitie. Geraadpleegd op 3 maart 2018 via

https://www.werk.be/online-diensten/werknemers-buitenlandse-nationaliteit/de-

arbeidskaart-c/definitie

Dienst economische migratie. (2018). Beroepskaart – algemene principes. Geraadpleegd op 3 maart

2018 via https://www.werk.be/online-diensten/beroepskaarten/algemene-principes

Page 84: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

iii

Degler, E., Liebig, T., Senner, A. (2017). Integrating refugees into the labour market – Where does

Germany stand? IFO report integration migrants.

Eurofound (2016). Approaches to the labour market integration of refugees and asylum seekers,

Luxembourg: Publications Office of the European Union.

Europahuis Rijckevelde. (2018). Dossier vluchtelingen in de EU. Geraadpleegd op 7 maart 2018 via

http://www.europahuis.be/media/dossier_vluchtelingenineuropa_0.pdf

EVC. (2018). Erkennen van competenties. Geraadpleegd op 07 april 2018 via

http://www.erkennenvancompetenties.be/

Fedasil. (2014). Informatieve brochure voor asielzoekers over de asielprocedure en opvang in België.

Fedasil en CVGS.

Fedasil. (2017). Vluchtelingen in vrijwilligerswerk rapportage bevraging kritische factoren.

Geraadpleegd op 9 april 2018 via https://www.vlaanderenvrijwilligt.be/wp-

content/uploads/2017/11/Fedasil_bevraging_2017.pdf

Giacco, D., Laxhman, N., Priebe, S. (2018). Prevalence of and risk factors for mental disorders in

refugees. Seminars in cell and developmental biology, 77, 144-152. doi

10.1016/j.semcdb.2017.11.030

Havrylchyk, O., Ukrayinchuk, N. (2016). Living in Limbo: Economic and Social Costs for Refugees. SSN.

Doi.org/10.2139/ssrn.2880065

How, F., Beiser, B. (2006). Learning the Language of a New Country: A Ten‐year Study of English

Acquisition by South‐East Asian Refugees in Canada. International migration, 44(1), 135-165.

doi.org/10.1111/j. 1468-2435.2006.00358.X

Hugo, G. (2013). The economic contribution of humanitarian settlers in Australia. International

migration, 52, 31-52

Hynie, M. (2018). The Social Determinants of Refugee Mental Health in the Post-Migration Context: A

Critical Review. The Canadian journal of psychiatry, 63 (5), 297-303.

10.1177/0706743717746666

Johnson, D., Ercolane, M., Mackie, P. (2017). Econometric analysis of the link between public transport

accessibility and employment. Transport policy, 60, 1-9. Doi.org/10.1016/j.tranpol.2017.08.001

Kaas L. en Manger C. (2011), ‘Ethnic discrimination in Germany’s labour market : A field experiment’,

German Economic Review, 13(1), 1-20.

Page 85: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

iv

Geets, J., Pauwels, F., Wets. J. (2006). Nieuwe migranten en de arbeidsmarkt, Leuven: Hoger instituut

voor de arbeid (KU Leuven).

Konle-Seidle, R., Bolits, G. (2016) Labour market strategies of refugees: strategies and good practices,

Brussel: Policy departments.

Lambrecht, N., De Vos, M., Van De Cool, I. (2016). Arbeidsmarktintegratie van vluchtelingen: de vlucht

tikt, Brussel: Itinera institute vzw.

Li, P. (2001). Immigrants' Propensity to Self‐Employment: Evidence from Canada. International

migration review, 35(4), 1106-1128. doi.org/10.1111/j.1747-7379.2001.tb00054.x

Liebig, T., Degler, E. (2017). Finding their Way labour market integration of refugees in Germany,

Frankrijk: OECD.

Lundborg, P. (2013). Refugees’ Employment Integration in Sweden: Cultural Distance and Labor

Market Performance. Review of International Economics, 21(2), 219–232.

DOI:10.1111/roie.1203

Mason, J., Delander, L. (2017). Mentoring as a way of integrating refugees into the labour market—

Evidence from a Swedish pilot scheme. Economic analyses and policy, (56), 51-59.

Myria. (2015). Migratiewoordenlijst. Geraadpleegd op 1 maart 2018, via

http://www.myria.be/files/Migratiewoordenlijst.pdf

Myria (2016). Migratie in cijfers en rechten. Geraadpleegd via

http://www.myria.be/files/MIGRA16_NL_AS-NEW.pdf

Mortelmans, D., (2013). Handboek kwalitatieve onderzoeksmethoden. Leuven, België. ACCO

Uitgeverij.

Naric Vlaanderen. (2018). Informatie voor vluchtelingen. Geraadpleegd op 7 april 2018 via

http://naricvlaanderen.be/nl/informatie-voor-vluchtelingen

Obschonka, M., Hahn, E., Ul Habib Bawja, N. (2018). Personal agency in newly arrived refugees: The

role of personality, entrepreneurial cognitions and intentions, and career adaptability. Journal

of vocational behaviour, 105, 173-184. doi.org/10.1016/j.jvb.2018.01.003.

OCMW Antwerpen. (2018). Vluchtelingen. Geraadpleegd 9 april 2018 via

https://ocmw.antwerpen.be/over-het-ocmw/vluchtelingen

OECD. (2016). Hiring refugees - What are the opportunities and challenges for employers?

Geraadpleegd op 5 april via https://www.oecd.org/els/mig/migration-policy-debates-10.pdf

Page 86: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

v

Ott, E. (2013). The labour market integration of resettled refugees (16). Switzerland: PDES.

Oreopoulos, P. (2011), ‘Why do skilled immigrants struggle in the labor market ? A field experiment

with thirteen thousand resumes’, American Economic Journal, Economic Policy 3, 148-171.

Taskforce vluchtelingen. (2017). Gids voor werkgevers Opleiden en tewerkstellen van asielzoekers en

vluchtelingen. VBO.

Radicale vernieuwers. (2018). Rising You(th). Geraadpleegd op 11 april via

http://www.radicalevernieuwers.be/content/rising-youth-0

Ruyssen, I. (2017). Hoe greep te krijgen op toekomstige migratiestromen. Sampol, 7, 48-54.

Goodman, LF., Jensen, GW., Galante, JM. (2018). A cross-sectional investigation of the health needs of

asylum seekers in a refugee clinic in Germany’. BMC family practice, 9, 2-8.

doi10.1186/s12875-018-0758-x.

Grommen, S. (2018). De arbeidsmarkt staat in brand: "We hebben ieder talent nodig, ook met grijs

haar, een kleur of een beperking". Geraadpleegd op 15 mei via

https://www.vrt.be/vrtnws/nl/2018/05/11/war-for-talent---de-arbeidsmarkt-staat-in-brand-

/

Van Erp, A. (24 april 2015). Waarom ontvluchten zoveel mensen Eritrea? 'Liever sterven op zee, dan

doodgemarteld worden. Knack. Geraadpleegd via

http://www.knack.be/nieuws/wereld/waarom-ontvluchten-zoveel-mensen-eritrea-liever-

sterven-op-zee-dan-doodgemarteld-worden/article-normal-565039.html

Van Eyken, K. (04 september 2013) 10 vragen over Syrië die u niet meer luidop durft stellen. Het laatste

nieuws. Geraadpleegd via https://www.hln.be/nieuws/10-vragen-over-syrie-die-u-niet-meer-

luidop-durft-stellen~a12406c1/

Van Thiel, S. Bestuurskundig onderzoek. (2015). Bussum, Nederland: Couthino.

VDAB. (2017). Programma integratie door werk. Geraadpleegd op 18 mei 2018 via

https://issuu.com/grafischvdab/docs/programma__integratie_door_werk__ve_b653d55e96

cdc6

VDAB. (2018). Opleiding Nederlands voor anderstaligen. Geraadpleegd op 5 april 2018 via

https://www.vdab.be/werkinzicht/nederlands.shtml

Vluchtelingenwerk Vlaanderen. (2018). Opvang van asielzoekers in België. Geraadpleegd op 7 april

2018 via https://www.vluchtelingenwerk.be/opvang

Page 87: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

vi

VVSG. (2016). Het spreidingsplan opvangplaatsen voor asielzoekers in de gemeenten. Geraadpleegd

op 7 april 2018 via

http://www.vvsg.be/sociaal_beleid_en_werk/Vreemdelingen/Documents/2016%2001%2021

_spreidingsplan%20asielzoekers%20en%20effecten%20voor%20lokale%20besturen.docx.

VZW Vlaams steunpunt vrijwilligerswerk. (2017). Vluchtelingen in vrijwilligerswerk. Geraadpleegd op

9 april 2018 via file:///C:/Users/hanna/Downloads/Digitaal-dossier-Vluchtelingen-in-

Vrijwilligerswerk%20(1).pdf

UNHCR. (2016). Veel gestelde vragen over vluchtelingen en migranten. Geraadpleegd op 1 maart 2018

via http://www.unhcr.org/nl/2016/10/veelgestelde-vragen-vluchtelingen-en-migranten/

UNHCR. (2017). Figures at a glance. Geraadpleegd op 2 juni 2018 viahttp://www.unhcr.org/figures-at-

a-glance.html

ZIGO. (7 maart, 2018). Interview Benjamin Gérard (videofile). Geraadpleegd via

https://www.youtube.com/watch?v=Kw2JB1EnyzI

Page 88: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

a

Bijlagen

Topic lists

Topic list projecten

1) Introductie

Mijn naam is Hannah De Groot. Ik studeer bestuurskunde en publiek management aan de universiteit

Gent. Dit jaar schrijf ik mijn masterproef. Deze zal gaan over de integratie van vluchtelingen op de

arbeidsmarkt. Meer specifiek zal ik nagaan hoe projecten vluchtelingen aan het werk helpen. Het

uiteindelijke doel van mijn masterproef is lessen te trekken uit de projecten en deze om te vormen tot

een beleidsadvies. Graag zou ik het gesprek opnemen, is dit goed voor u?

2) Lijst met topics en vragen

Organisatie van het project

• Motivatie voor opstellen project ( = waarom vraag)

• Middelen (personeel, tijd, geld → Door wie verkregen en verbonden aan welke voorwaarden)

• Intern document opgesteld?

• Partners

• Verwachtingen project

Werking van het project

• Exacte werking project

- Wat doet het project exact?

- Draait het project rond een specifieke doelgroep (bijvoorbeeld herkomstland of

scholingsniveau)? Vanwaar deze keuze?

- Hoeveel deelnemers zijn er?

- Werden de deelnemers op een bepaalde manier geselecteerd? Wat waren de

voorwaarden voor deelname?

- Is het project specifiek aangepast aan het profiel van de deelnemers?

• Relatie tot taal

- Is een goede kennis van de Nederlandse taal nodig om deel te nemen aan het project?

- Maakt verwerving van de Nederlandse taal deel uit van het project?

- Hebben deelnemers nog tijd om naar de Nederlandse lessen te gaan tijdens het project?

Deelnemers

• Data (Eerst en vooral: worden deze bijgehouden?)

Page 89: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

b

- Nationaliteiten

- Leeftijd

- Geslacht

- Opleidingsniveau

- Werkervaring

• Welke moeilijkheden ondervinden vluchtelingen wanneer zij op zoek gaan naar werk?

Evaluatie eigen project

- Welke lessen trekt u uit u eigen project? (Merkt u bijvoorbeeld uit

dat vluchtelingen zeer gemotiveerd zijn, of bepaalde talenten

hebben die hen onderscheiden van Belgen?)

- Beschouwd u uw project (voorlopig) als succesvol? Welke

maatstaven gebruikt u hiervoor?

- Hoe kijken de deelnemers naar het project?

Aanbevelingen

- Stel dat iemand een gelijkaardig project zou willen opstarten, welke tips zou u hen dan geven?

- Zijn er aanbevelingen die u zou doen naar andere beleidsniveaus?

3) Bedanking

Topic list deelnemer Brugge werkt

Algemeen

- Van welk land bent u afkomstig?

- Hoe oud bent u?

- Heeft u al opleidingen gevolgd in het thuisland? Zoja welke?

- Had u werkervaring in het thuisland?

- Heeft u in België al gestudeerd of gewerkt? Zo ja in welke sector/ welke opleiding?

Naar het project toe

- Heeft u hindernissen ondervonden in een (mogelijke) zoektocht naar werk?

- Hoe ervaart u het project?

- Denkt u dat u op het einde van het project ook echt een job zal hebben?

- Sluit het project aan bij u wat u graag doet en de eerdere ervaringen die u al heeft

Page 90: DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: … · DE INTEGRATIE VAN VLUCHTELINGEN OP DE ARBEIDSMARKT: EEN WEG VOL TE OVERWINNEN HINDERNISSEN Aantal woorden:

c

Voorbeeld uit het codeerschema


Recommended