Transcript
Page 1: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

1

Aanpak zwerfkattenproblematiek: Een overzicht.

Cogen Kelly - Projectverantwoordelijke 'Zwerfkatten' - Rato vzw Kerselaers Wendy –Research Biostatistician – antropoloog -Feline Welfare Foundation Vervaecke Hilde – Bioloog – KAHO Sint-Lieven

Page 2: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

2

Inhoud

De gedomesticeerde kat Felis sylvestris catus......................................................................................................... 3

Wat zijn zwerfkatten? ...................................................................................................................................................... 4

Waar komen zwerfkatten vandaan? .......................................................................................................................... 7

Opbouw kolonie zwerfkatten ........................................................................................................................................ 9

Effecten van ongecontroleerde kolonies zwerfkatten ..................................................................................... 10

Methoden om populaties te verkleinen ................................................................................................................. 21

Maatschappelijk draagvlak ......................................................................................................................................... 39

Aanpak in praktijk: combinatie van methoden .................................................................................................. 41

Lijst van figuren en vergelijkingen .......................................................................................................................... 50

Bronnenlijst ....................................................................................................................................................................... 52

Page 3: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

3

De gedomesticeerde kat Felis sylvestris catus

Herkomst

Figuur 1: Afkomst Felis sylvestris catus (op basis van mitochondriaal DNA) (Driscoll et al., 2007)

De gedomesticeerde kat, Felis sylvestris catus is afkomstig van twee ondersoorten:

de F. s. sylvestris (Europese wilde kat); de F. s. lybica (wilde kat uit het Midden-Oosten).

De F. s. sylvestris kwam in Vlaanderen voor tot in de tweede helft van de 18e eeuw (nog enkele decennia langer in het Zoniënwoud) (Verkem et al., 2003). De F. s. lybica werd hier door de Romeinen geïntroduceerd (Driscoll et al., 2007).

Inheemse of uitheemse soort?

De F. s. catus wordt door sommigen bestempeld als een 'exoot' of een uitheemse soort.

Dit is een soort die als gevolg van menselijk handelen in een nieuw leefgebied terechtgekomen is, waar ze van oorsprong niet thuis is.1

Soorten die echter al zo lang in onze gebieden leven, worden dan ook niet meer aanzien als exoten, maar als een inheemse soort.2 Beschouwen we de kat wel als een exoot, dan moeten we ook konijnen, fazanten, huismussen en dergelijke meer als exoten aanzien.3 4

1 http://www.invasieve-exoten.nl/pagina55.html 2 http://www.invasieve-exoten.nl/pagina55.html 3 http://ecopedia.be/fiche/Exoot_of_uitheems

Page 4: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

4

Wat zijn zwerfkatten?

Definitie

Bij de definitie van het begrip 'zwerfkat' begint al een groot probleem: de meeste gemeenten hanteren hier een andere definitie voor. Vaak dekt deze definitie de lading niet of is ze onvolledig. Hierbij enkele vaak gehanteerde definities.

Een zwerfkat is een kat die niet geïdentificeerd is of geen medaille draagt.

Verplichte identificatie via microchip van de kat is momenteel in België nog niet verplicht. Binnen enkele jaren komt hier verandering in met het "Meerjarenplan voor de sterilisatie van katten", van de FOD Volksgezondheid.5 Een microchip geeft echter ook geen 100 % garantie op identificatie. Een microchip kan zijn werking verliezen of kan migreren binnen het lichaam van het dier.6 Daarbij dient men de kat nog steeds te vangen vóór men ze kan identificeren als zwerfkat of kat met eigenaar.

Een medaille of halsbandje is een zichtbaar kenmerk van eigendom en wordt best zoveel mogelijk aangemoedigd. Voor de veiligheid van de kat zelf, is een halsbandje dat kan opengaan onder trekkracht aangewezen. Dit voorkomt dat katten vast komen te zitten of zware verwondingen oplopen doordat de poot mee in het halsbandje wordt gewrongen. Het nadeel is dat katten zulke halsbandjes dan ook makkelijk weer kwijtspelen. Dit zorgt er echter ook voor dat het nut van identificatie op deze manier daalt.

Een zwerfkat is een kat die zich vrij verplaatst en voortplant.

Vele huiskatten hebben een vrije loop en begeven zich buitenshuis. Afhankelijk van het geslacht en het al dan niet steriel zijn, is hun homerange groter.

Daarnaast is het ook zo dat een groot percentage van de huiskatten zich vrij kan voortplanten.

Een zwerfkat is een kat die geen voedsel krijgt van mensen.

Een studie in Florida toonde aan dat 12 % van de mensen zwerfkatten voederen. De helft van deze mensen bezit zelf geen huisdieren (Julie et al., 2004). Ook in Oost-Vlaanderen zijn er heel veel mensen die zwerfkatten voederen, al dan niet gegroepeerd.7 8 Het grote probleem hierbij is dat mensen de katten wel voederen, maar niet de verantwoordelijkheid dragen voor het steriel maken van het dier.

Het ongecontroleerd voederen is echter een zeer groot probleem. Meer voedsel = meer katten! Jammer genoeg zijn deze mensen vaak zeer hardnekkig en weigeren ze hiermee te stoppen. Wat een gemeente het beste kan doen is deze mensen betrekken binnen de zwerfkattenaanpak. Zij weten immers waar de zwerfkattenpopulaties zitten en monitoren deze populaties door het dagelijks voederen.

4 http://nl.wikipedia.org/wiki/Lijst_van_exoten_in_de_Benelux#Zoogdieren 5 http://www.health.belgium.be/eportal/AnimalsandPlants/19078427 6 http://noble-leon.com/letters/microchip-implants-questions-and-answers.html 7 http://www.kattensite.be/onderwerp/41476-in-de-steek-gelaten-zwerfkatjes-eten-geven/page__st__15 8 http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=CG245G6I

Page 5: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

5

Een zwerfkat is een kat die geen eigenaar heeft

Een huiskat heeft een eigenaar, ook al komt ze misschien niet elke dag naar huis of moet ze 's nachts buiten slapen en dergelijke meer. Ze is afhankelijk van haar baasje voor verzorging en welzijn. Rekening houdend met de voorgaande definities voor zwerfkatten kan men volgende bedenkingen maken:

momenteel zijn de meeste huiskatten nog niet voorzien van een microchip; de meesten mogen buiten van hun baasjes en vaak zijn ze nog intact.

Daarnaast is het zo dat heel veel zwerfkatten op vaste plaatsen gevoederd worden door mensen met een groot hart voor dieren. Jammer genoeg heeft dit het omgekeerde effect, maar hier wordt later nog op teruggekomen bij de aanpak in praktijk.

Maar wanneer is iemand een eigenaar van een kat die niet binnen mag? Als men ze dagelijks voedert? Of als men die wekelijks voedert?

Er is geen definitie van een zwerfkat omdat de wet niet voorschrijft wanneer iemand een eigenaar is.

Er zijn gemeentes die zeggen dat wanneer men een kat voedert die er niet goed uitziet en deze laat slapen in het tuinhuis, men eigenaar is. Andere zeggen dan weer van niet.

Page 6: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

6

Verwilderde of tamme zwerfkat?

Binnen de groep zwerfkatten hebben we twee grote subgroepen:

de verwilderde zwerfkatten of de ferals; de tamme zwerfkatten of de strays.

Stray katten of tamme zwerfkatten

Dit zijn voormalige huiskatten. Deze dieren worden zwerfkatten omdat ze gedumpt zijn door hun eigenaar of omdat ze verloren gelopen zijn.

Ze zijn ooit gesocialiseerd met mensen waardoor ze minder bang van hen zijn (Farnworth et al., 2011; Baker et al., 2008; Robertson, 2008). Hierdoor hangen ze vaak rond in woonwijken, zijn ze zichtbaar voor de directe buurtbewoners en kunnen ze vaak rekenen op voedsel van deze mensen.

Feral katten of verwilderde zwerfkatten

Deze katten hebben ofwel nooit contact gehad met mensen of het is al zodanig lang geleden dat ze enorm schuw geworden zijn (Farnworth et al,.2011; Baker et al., 2008; Bradshaw et al., 1999). Vaak zijn dit al nakomelingen van nakomelingen. Dit zijn de katten die buurtbewoners vaak niet eens opmerken op het zicht. Ze verstoppen zich voor mensen en gaan 's nachts op zoek naar voedsel.

Katten kunnen gedurende hun leven dan ook tot meerdere (sub)groepen behoren: het dier kan bijvoorbeeld eerst een huisdier zijn, dan een stray kat, eventueel terug een huisdier of van stray kat naar feral kat gaan, afhankelijk van de beïnvloedende factoren (Miller & Zawitowski, 2004; Bradshaw et al., 1999).

Figuur 2: Stray kat9

9 http://photos.nola.com/tpphotos/2012/05/woman_feeds_stray_feral_cats_i_4.html

Figuur 3: Feral kat

Page 7: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

7

Waar komen zwerfkatten vandaan?

Zwerfkatten ontstaan uiteraard niet zomaar. Ze zijn afkomstig vanuit drie luiken:

huiskatten; natuurlijke aangroei met natuurlijke selectie; natuurlijke aangroei zonder natuurlijke selectie (door het bijvoederen).

Huiskatten

De grootste groep zwerfkatten is afkomstig vanuit huiskatten die door onverantwoord huisdierbezit op straat belanden. De meest voorkomende oorzaken hierbij zijn:

het niet laten castreren/steriliseren van eigen kat (omwille van verschillende achterliggende redenen);

het achterlaten bij een verhuis/sterftegeval; het niet opvolgen van de kittens van de huiskat die buiten bevallen is; het moedwillig dumpen (Robertson, 2008).

Daarnaast zijn er ook huiskatten die de weg naar huis niet meer terug vinden (Robertson, 2008).

Eigenlijk spreken we dus niet van een kattenprobleem, maar van een bevolkingsprobleem!!

Het "Meerjarenplan voor de sterilisatie van katten", van de FOD Volksgezondheid, zal hopelijk binnen enkele jaren zorgen voor een reductie van instroom wegens het verplicht steriel maken en chippen van de huiskat (indien deze van eigenaar verandert).10

Een hiaat in deze wetgeving is dat eigenaars die hun kat niet willen laten steriliseren en de kittens niet weggeven, buiten deze wet vallen. Het slagen van deze wetgeving zal voor een groot deel rusten op sociale controle omdat voor een doorgedreven controle onvoldoende personeel is. De vraag rijst echter of de bevolking voldoende op de hoogte is van ze waar ze inbreuken kunnen melden.

Conclusie: sensibilisatie van de bevolking moet zeker onderdeel uitmaken van een zwerfkattenaanpak. Zonder sensibilisatie wordt de onderliggende oorzaak van het probleem niet aangepakt!

Figuur 4: Sensibiliseringscampagne11

10 http://www.health.belgium.be/eportal/AnimalsandPlants/19078427

Page 8: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

8

Natuurlijke aangroei

Daarnaast is er nog een luik afkomstig uit natuurlijke aangroei.

Natuurlijke aangroei met natuurlijke selectie

Natuurlijke aangroei met natuurlijke selectie vormt echter geen probleem.

Katten zijn zeer vruchtbare dieren. Ze kunnen hun eerste nestjes hebben wanneer ze zelf tussen vier en zes maanden oud zijn (Nutter et al., 2004).

Een studie wees uit dat één kattin gemiddeld 1,4 nesten per jaar had met daarin 3,1 levende kittens per nest. Afhankelijk van ecologische factoren is de mortaliteitsgraad echter zeer hoog:

48 % mortaliteit op drie maanden; 75 % mortaliteit op zes maanden (Nutter et al., 2004).

Natuurlijke aangroei zonder natuurlijke selectie

Natuurlijke aangroei zonder natuurlijke selectie, door het bijvoederen, is wél een groot probleem. Voederaars geven met de beste bedoelingen eten, maar dat extra voeder zorgt er wel voor dat de katten meer gaan reproduceren. Daarnaast is het zo dat de kittens hierdoor een grotere overlevingskans hebben, waardoor het probleem escaleert.

Katten kunnen hun eerste nestje hebben op circa zes maanden. Het is van groot belang dat verdere uitbreiding van de zwerfkattenpopulatie vermeden wordt (Porters, 2012).

Conclusie: ondanks het feit dat katten zeer vruchtbaar zijn, is de grote instroom van katten niet afkomstig vanuit natuurlijke aangroei met natuurlijke selectie, maar vanuit het onverantwoord dierbezit en het ongecontroleerd voederen.

11 http://fixnation.org/

Page 9: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

9

Opbouw kolonie zwerfkatten

Kittens leven na hun geboorte samen met hun moeder tot het moment dat ze oud genoeg zijn en zelfstandig kunnen jagen. Wanneer kittens opgroeien in een gebied waar er onvoldoende voedselbronnen beschikbaar zijn, of waarbij het wijd verspreid is, verlaten ze hun moeder wanneer ze zelfstandig kunnen jagen. Op plaatsen waar er voldoende, geconcentreerd, voedsel aanwezig is, blijven de kittens bij hun moeder, zelfs op volwassen leeftijd.

Een groep gerelateerde dieren gaat zijn territorium veel sterker beschermen tegen nieuwkomers, indringers (Slater, 2005).

De kleinste kolonie bestaat uit een moeder met haar jongen, die nog niet oud genoeg zijn om zelfstandig te overleven. Grotere kolonies bestaat uit meerdere moeders, vaak gerelateerd aan elkaar, die elkaar op verschillende manieren helpen om de overlevingskansen van hun jongen te vergroten. Ze helpen elkaar tijdens de worp en het zogen (Slater, 2005).

De leefwijze van katers kan in twee grote categorieën onderverdeeld worden:

bij voldoende voedsel zijn de katers nauw geassocieerd met de groep (wat hen een grotere kans op paren biedt) = familiekaters;

bij minder geconcentreerde voedselbronnen overlapt hun leefgebied met verschillende kolonies.

Binnen een kolonie hebben katten vriendschappelijke banden met elkaar, maar vreemdelingen worden niet makkelijk in een bestaande groep opgenomen (Slater, 2005).

Figuur 5: Kolonie zwerfkatten

Page 10: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

10

Effecten van ongecontroleerde kolonies zwerfkatten

Gezondheidsrisico's voor mens (Zoönosen)

Rabiës of hondsdolheid

Rabiës is een ontsteking van de hersenen veroorzaakt door het rabiësvirus, een rhabdovirus.

De incubatietijd is afhankelijk van de aard en de plaats van de beet, de diersoort die de beet heeft toegebracht en de hoeveelheid virus. Gemiddeld bedraagt deze twee tot acht weken. Zodra er symptomen optreden is het voor de mens een 100 % dodelijke hersenontsteking waarvoor geen behandeling bestaat. Men kan besmet raken door het speeksel van een hondsdol dier (een beet, likken) of door contact met een wonde van een besmet dier of krabben.12

België werd echter rabiës vrij verklaard door de Wereldgezondheidsorganisatie voor dieren in 2001. Om deze rabiësvrije status te behouden wordt een surveillance onderhouden bij wilde carnivoren en huisdieren. Daarnaast is het vervoer van honden, katten en fretten aan strikte Europese regels onderworpen (Van Gucht & Le Roux, 2008).

De populatie zwerfkatten in België vormt aldus op dit moment geen gevaar voor mensen en huisdieren.

Beten/krabben (kattenkrabziekte)

Beten en krabben van katten kunnen leiden tot infecties van de huid en in zeldzame gevallen tot de kattenkrabziekte. De kattenkrabziekte is een zoönose die via een krab van een besmette kat op mensen wordt overgebracht. Ze wordt veroorzaakt door een bacterie: Bartonella henselae. Katten besmet met de bacterie kunnen deze twee tot twaalf maanden na de besmetting verspreiden.

Bij mensen met een goede weerstand gaat het om een onschuldige ziekte die vanzelf overgaat. Mensen met mindere weerstand kunnen enkele dagen tot weken last hebben van koorts, hoofdpijn en algemene ziekteverschijnselen. Mensen die zeer zwak zijn (vb. HIV-positieven of mensen die net een transplantatie achter de rug hebben) kunnen een aangetaste lever en/of milt krijgen.13

Zwerfkatten zijn zeer schuwe dieren. Meestal laten ze zich niet zien aan de mensen. Ze worden pas agressief wanneer ze in het nauw gedreven worden, zoals elk wild dier. Het wordt dan ook uitermate aangeraden om zwerfkatten nooit zomaar op te tillen. Wanneer men in het kader van populatiemanagement katten moet vangen, gebeurt dit ook altijd met vangkooien en handschoenen aan. Daarnaast is hygiëne van uitermate belang.14

Figuur 6: Kattenkrabziekte

12 http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=5219 13 http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=3100 14 http://www.alleycat.org/

Page 11: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

11

Ringworm

Een ringworminfectie is een schimmelinfectie van de huid en/of de behaarde hoofdhuid. De aandoening wordt gekenmerkt door een ringvormige jeukende roodheid (Tilborghs, 2005). De haren van (huis)dieren kunnen schimmelsporen op zich dragen en wanneer men in contact komt met deze haren kan men dus besmet geraken. Sporen kunnen tot één jaar overleven in de natuur.15

De behandeling bestaat uit een schimmeldodend middel, gedurende twee tot vier weken.16

Figuur 7: Ringworm bij de kat en bij de mens17

Spoelwormen (Toxocariasis)

Toxocara is een veel voorkomende intestinale parasiet bij honden en katten.

Een Nederlands onderzoek wees uit dat er bij zwerfkatten een prevalentie van 21 % werd gedetecteerd. Een onderzoek in Utrecht (1991) wees uit dat 50 % van alle openbare zandbakken besmet was met Toxocara eitjes.18 Het afschermen van deze 'openbare toiletten' is ook een goede preventiemaatregel. Niet enkel katten maken gebruik van deze 'openbare toiletten', ook honden vinden hun weg er naartoe. Hondeneigenaars zouden op dit vlak ook hun verantwoordelijkheid moeten opnemen (Tilborghs, 2005).

Mensen raken geïnfecteerd via rechtstreeks of onrechtstreeks contact met uitwerpselen (deze kunnen enkele weken tot enkele maanden besmettelijk zijn); direct door het eten van aarde of indirect via consumptie van bevuilde rauwe groenten. Besmetting zou veel minder plaatsvinden door rechtstreeks contact met honden en katten.

De eitjes ontkiemen met de vrijstelling van larven die overal in het lichaam kunnen migreren (viscerale larva migrans) Toch verlopen de meeste infecties bij de mens onopgemerkt en worden ze gekarakteriseerd met griepachtige verschijnselen.

In Nederland had in 1995 10% van de kinderen en 30% van de volwassenen antistoffen tegen Toxocara (Tilborghs, 2005).

Spoelwormen zijn te voorkomen door een goede hygiëne te handhaven. Handen grondig wassen, groenten grondig wassen…

Mocht men toch besmet raken, dan is de behandeling eenvoudig en doeltreffend.19

15 http://www.cat-health-detective.com/cat-ringworm.html 16 http://www.huidziekten.nl/folders/nederlands/ringworm.htm 17 http://djoliba.webklik.nl/page/wat-is-een-zoonose#__frame__ 18 http://www.zorg-en-gezondheid.be/uploadedFiles/NLsite/Preventie/Gezondheid_en_milieu/Binnenmilieu/5_9_brochure_wonenengezondheid_3editie.pdf 19 http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=97

Page 12: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

12

Figuur 8: Cyclus spoelwormen kat20

Gastro-enteritiden

Salmonella bacteriën en Campylobacter jejuni; C. coli zijn kiemen die men kan aantreffen in voeding en in de stoelgang van huisdieren.

Salmonellose is een infectie met een Salmonellabacterie. De meeste mensen ontwikkelen diarree, buikkrampen en koorts ongeveer 12 tot 72 uren na de besmetting. Een behandeling is meestal niet nodig. Mensen met een zwak immuunsysteem kunnen echter uitgedroogd raken door het vochtverlies.

Wanneer mensen besmet raken met een Salmonellabacterie wordt de oorzaak meestal gevonden in de consumptie van met stoelgang bevuilde etenswaren. Daarnaast wordt ze ook teruggevonden in de stoelgang van huisdieren.

Een Campylobacterenteritis is gekenmerkt door diarree, buikkrampen, koorts en misselijkheid, vijf tot tien dagen na de besmetting. Meestal herstellen mensen ook vanzelf na vijf tot tien dagen.

Mensen raken meestal besmet door het opnemen van rauwe melk en te weinig verhit (of via kruiscontaminatie besmet) kippen- en varkensvlees. Direct contact met honden en katten, voornamelijk met zeer jonge dieren die diarree hebben, kan ook een oorzaak zijn van een infectie.

Ook hier is de besmetting te voorkomen door het handhaven van een zorgvuldige handhygiëne

(Tilborghs, 2005).

Toxoplasmose

Toxoplasmose, de "kattenziekte", wordt veroorzaakt door de parasiet Toxoplasma gondii.

De kat is de gastheer van de parasiet. Toxoplasmose verspreidt zich via de uitwerpselen van de kat. Een kat met toxoplasmose produceert miljoenen toxoplasmacysten. Deze cysten kunnen in de grond lange tijd overleven. Via tuinieren en via het eten van ongewassen, rauwe groenten, kan de mens besmet raken.

Toxoplasma besmet ook schapen en varkens. Onderzoek wijst uit dat tot 30 % van het schapenvlees en tot 15 % van het varkensvlees toxoplasmacysten bevat. Het gaat hier om vers, rauw vlees. Zodra het vlees ingevroren of goed doorbakken is, sterven de cysten af.

20 http://www.wormbestrijding.nl/kat_worm1.html

Figuur 9 Spoelwormen bij de mens

Page 13: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

13

Toxoplasmose is meestal een ongevaarlijke infectie, tenzij ze optreedt tijdens de zwangerschap. In België hebben zowat de helft van de zwangere vrouwen reeds toxoplasmose gehad voor ze zwanger werden. Zij hebben antistoffen en zijn hun hele verdere leven beschermd tegen de ziekte. Wie nog geen antistoffen heeft, moet opletten met de voeding en de hygiëne.21

Katten worden besmet via het eten van prooien.

Onderzoek in Gent wees uit dat 70,2 % van de zwerfkatten drager is van toxoplasmose. Dit is dezelfde frequentie dan bij vrij rondlopende huiskatten.

Daarnaast wordt het zeer zelden van kat op mens overgedragen. Uit dit zelfde onderzoek bleek dat 19,6 % van de kattenbezitters drager is voor antistoffen ten opzichte van 16,5 % van de niet-kattenbezitters (Dorny et al. 2002) ppt kaho

Katten zijn enkel besmettelijk wanneer ze pas geïnfecteerd zijn, gedurende twee tot drie weken. De uitwerpselen zijn pas 24 uur na excretie besmettelijk (de cysten kunnen wel tot één jaar in aarde en oppervlaktewater overleven).

De grootste oorzaak van toxoplasmose bij de mens is het eten van rauw vlees, voornamelijk niet-diepgevroren schapenvlees en varkensvlees uit buitenloop. Daarnaast staan ongewassen groenten en reizen ook nog in de rij, alvorens de besmetting via katten (Julie et al., 2004).

Ook hier kunnen we weer stellen dat men moet opletten met de voeding! Hygiëne is ook hier weer van zeer groot belang.

Conclusie: zwerfkatten binnen een gecontroleerde kolonie (steriel + gevaccineerd) hebben dezelfde prevalentie graad van infecties (FeLV en FIV) als huisdierkatten (Luria et al., 2004; Robertson, 2008).

Zwerfkatten kunnen, naast vele andere diersoorten, evenals huiskatten, deze zaken inderdaad overbrengen (Jongman & Karlen, 1996). Maar een goede handhygiëne (na contact met dieren, aarde ed.) en hygiëne ten opzichte van voedselbereidingen voorkomt het merendeel van bovenvermelde besmettingen.

21 http://www.gezondheid.be/index.cfm?fuseaction=art&art_id=351

Figuur 10: Toxoplasmose cyclus

Page 14: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

14

Gezondheidsrisico's voor huisdier

FeLV, FIV (Feline Leukemie Virus, Feline Immunodeficiëntie Virus)

Grootschalige onderzoeken hebben aangetoond dat FeLV en FIV voorkomt bij circa 4 % van de zwerfkatten (sterk regiogebonden), wat overeenkomt met het aandeel besmette huiskatten. Uit onderzoek bleek ook dat, zoals verwacht, FIV vier keer meer voorkomt bij katers, voornamelijk door bijtwonden. FeLV komt evenveel voor bij katers als bij kattinnen, maar het wordt voornamelijk overgedragen van moeder op jong (Slater, 2004; Levy & Crawford, 2004; Luria et al., 2004). Tegen FeLV bestaat een vaccin, maar dit geeft geen 100 % garantie voor de huiskat.22 Tegen FIV kan men de huiskat, voorlopig, nog niet beschermen.23

Parasieten

Parasieten zijn het grootste overdraagbare probleem bij zwerfkatten:

92% met vlooien;

37% met oormijt;

26% met lintwormen;

13% coccidia (Levy & Crawford, 2004).

Feline panleucopenie en feline calicivirus (niesziekte)

Feline panleucopenie of kattenziekte is een zeer besmette virale infectie, veroorzaakt door het parvovirus, mogelijks met de dood tot gevolg. Het virus kan tot één jaar in de omgeving overleven. Men kan de ziekte bij de huiskat voorkomen door deze te vaccineren op jonge leeftijd. Dit vaccin zit in de standaard vaccinatie cocktail die katten jaarlijks bij de dierenarts kunnen krijgen.24

Niesziekte bij de kat wordt veroorzaakt door verschillende virussen. Het herpesvirus en het calicivirus zijn de belangrijkste veroorzakers van niesziekte bij de kat. Wanneer een kat eenmaal besmet is met het herpesvirus zal hij dit altijd latent bij zich blijven dragen, ook al lijkt hij volledig gezond. In tijden van een verminderde weerstand kan de niesziekte weer de kop op steken en ook stress is een bekende veroorzaker van het reactiveren van het virus. Vaccinatie tegen herpes voorkomt helaas lang niet altijd dat een kat besmet raakt, wel vermindert het in veel gevallen de symptomen als een kat ziek wordt en reduceert het eveneens het uitscheiden van het virus.25

Figuur 11: Kat met niesziekte26

22 http://www.ema.europa.eu/docs/nl_NL/document_library/EPAR_-_Product_Information/veterinary/000085/WC500067394.pdf 23 http://www.dierenartsenherckenrode.be/vrij.cfm?Id=61 24 https://animalhealth.pfizer.com/sites/pahweb/BE/NL/voorwaarden/Pages/Feline%20panleukopenie.aspx 25 http://www.nmlhealth.com/c,5655,,/Niesziekte-bij-de-kat.aspx 26 http://www.huisdierenziekenhuis.nl/diereninfo/katten/niesziekte-bij-de-geente-kat.html

Page 15: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

15

Zwerfkatten die eenmaal in hun leven gevaccineerd werden tegen panleucopenie, calicivirus en herpesvirus (binnen een cocktailvaccin, na de leeftijd van 16 weken) krijgen een significante bescherming tegen deze ziektes. Als vaccin wordt een levend verzwakt vaccin boven een dood verkozen (Horzinek & Thiry, 2009). De bescherming varieert bij de meeste katten van een minimum van drie tot zeven jaren (Scott & Geissinger, 1999) en kan levenslang aanwezig zijn door natuurlijke re-infectie (Day et al., 2010).

Figuur 12: Cocktailvaccin PureVax27

FCoV (Feline coronavirus)

Dit virus is minder bij zwerfkatten aanwezig dan bij huiskatten (4-18% in zwerfkatten ten opzichte van 59 % in huiskatten) (Slater, 2004; Levy & Crawford, 2004; Luria et al., 2004).

Conclusie: een verantwoordelijke huisdierbezitter kan een aantal snel verspreidende ziekten voorkomen door het huisdier jaarlijks te laten vaccineren bij de dierenarts.

Ook tegen parasieten kan men op eenvoudige wijze het huisdier beschermen door gebruik te maken van tal van preventieve middelen die men bij de apotheker kan kopen.28

27 http://www.mevet.cz/ProductDetails.aspx?productId=235 28 http://www.medpets.be/

Page 16: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

16

Overlast voor de burger

Veel steden en gemeenten worden regelmatig geconfronteerd met klachten wegens overlast van zwerfkatten. De meeste overlast die burgers ondervinden van intacte (zwerf)katten bestaat uit

lawaaihinder, voornamelijk in het paarseizoen; geurhinder, katten maken gebruik van sproeien om signalen achter te laten. De urine die

ze gebruiken voor het sproeien is zeer geconcentreerd en laat een doordringende geur achter. Deze geur is veel sterker bij open katers;

uitwerpselen in privétuinen; opengescheurde vuilniszakken, hongerige katten die op zoek zijn naar eten; uitgemergelde katten, zieke katten, stervende kittens… (Robertson, 2008; Dabritz et al.,

2006; Levy & Crawford, 2004).

Figuur 13: Uitgemergelde kat29 Figuur 14:Kat bij vuilniszakken Figuur 15: Sproeiende kat30

Een enquête in Oost-Vlaanderen (Rato vzw, 2012) wees uit dat 94 % van de Oost-Vlaamse gemeenten die deelnamen aan de enquête (53 gemeenten van de 65) overlast ondervinden van zwerfkatten:

Figuur 16: Grafiek overlast Oost-Vlaanderen

Conclusie: 94 % van de Oost-Vlaamse gemeenten ondervindt momenteel overlast veroorzaakt door zwerfkatten. Hoe langer gemeenten wachten om het zwerfkattenprobleem aan te pakken, hoe meer zwerfkatten er zullen bijkomen, hoe meer overlast voor de burger én hoe hoger het kostenplaatje voor de stad of gemeente wordt.

29 http://flickrhivemind.net/User/Troy%20Snow/Interesting 30 http://pictures-of-cats.org/cat-marking-territory.html

94%

6%

Is er in uw stad/gemeente overlast van zwerfkatten?

Ja

Nee

Page 17: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

17

Impact op de biodiversiteit

De menselijke impact heeft ervoor gezorgd dat vele dieren, waaronder vogels, een groot deel van hun natuurlijke habitat verloren zijn aan stedelijke uitbreiding (Fougere, 2000; Perry, 1999). Het belang van tuinen als habitat van wilde dieren neemt hiermee toe. Dit maakt ook dat de ecologische invloed van de kat als predator mogelijk ook steeds belangrijker wordt.

Over de impact van katten op de biodiversiteit zijn er geen concrete cijfers voorhanden. Katten zijn opportunistische predatoren. Wanneer ze een prooi te pakken kunnen krijgen, zullen ze dit niet nalaten. Dit hoeft niet altijd vanuit een hongerreflex te zijn, maar wordt vaak gedreven door hun jachtinstinct. Men heeft ontdekt dat wanneer ze prooien gevangen hebben, de gegeten hoeveelheid bij zwerfkatten vier keer groter is dan bij huiskatten, omdat deze op een dieet van huiskost leven (Liberg, 1984). Wat men echter niet weet is hoe groot de precieze impact van dit jagen op de biodiversiteit is (Calver et al., 2011).

Wetenschappelijk onderzoek

Er zijn studies gedaan binnen Europa, telkens met een heel andere output, maar deze situaties vergelijken met België zou hetzelfde zijn als het vergelijken van appelen met peren, aangezien de densiteit van de katten anders was, de beschreven omgevingen totaal anders zijn...

Daarnaast zijn er ook studies die de impact van katten op de biodiversiteit bekeken hebben op eilanden (Ringler et al., 2010; Nogales et al., 2004). Deze theorieën zijn al helemaal niet overdraagbaar naar de situatie in Vlaanderen aangezien we hier geen endemische vogelsoorten hebben en het voor een gebied als Vlaanderen onmogelijk is om 'katvrij' te leven.

Enkele studies in detail bekeken:

HEIDEMANN & VAUK (1970)

studie 171 katten (Noord-Duitsland): ca 50 % enkel wildlevende prooien; 26% prooien + huiskost; 17 % enkel huiskost; 7% lege magen;

prooien bestonden uit: 89,1 % knaagdieren 4,4 % vogels 3,8 % haasachtigen 0,6 % insecten

NIEWOLD (1986)

studie 336 katten (Nederland): 46 % woelmuizen; 35 % haasachtigen; 24 % vogels (meest aanwezig hierbij: fazanten); 11 % ware muizen (vnl ratten); 6 % insecten; restgroep.

Page 18: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

18

TABOR (1980)

meer dan 50 % van het voedsel van zwerfkatten bestaat uit gevoederd eten (V.K.); 10 % van hun maaginhoud bestond uit resten van jacht.

WOODS ET AL. (2003)

in deze studie heeft men gedurende vijf maanden gegevens bijgehouden. Op basis van deze gegevens heeft men dan een assumptie gemaakt voor de 9 miljoen katten die in het V.K. leven (V.K.):

57 miljoen zoogdieren; 27 miljoen vogels; 5 miljoen reptielen; 3 miljoen diversen.

BAKER ET AL. (2008)

studie 275 katten in 186 huishoudens (V.K.):

64% bracht geen prooi mee ;

in totaal: 495 prooien:

68% zoogdieren:

53% muis;

18% andere;

23% vogels:

rest: reptielen, wormen en insecten.

Dit onderzoek bracht ook aan het licht dat de vogels die gevangen werden door katten van mindere kwaliteit zijn. Mocht de kat hen niet gepakt hebben, zouden ze hoogstwaarschijnlijk aan een andere oorzaak gestorven zijn. Deze vogels hadden een lager lichaamsgewicht, minder vetmassa en lagere borstspiermassa. Dit werd reeds besproken in rapporten van Moller & Erritzoe, 2000 en Dierschke, 2003. Men zou dit eventueel kunnen wijten aan het moment op de dag aangezien de vetmassa bij vogels fluctueert, maar de vetmassa bij de vogels in dit onderzoek was zo laag dat de dieren zeer weinig overlevingskansen hadden op langere termijn (Baker et al., 2008).

Methoden

De methoden om het jachtgedrag van de kat te onderzoeken zijn onderworpen aan assumpties. Niemand weet hoeveel vogels er concreet gevangen worden door (huis)katten. Wetenschappelijk onderzoek maakt gebruik van onderstaande methoden om tot een conclusie te komen.

Vele onderzoekers maken gebruik van de gewoonte dat de kat haar prooien terug naar haar eigenaars brengt. Men vraagt dan aan de eigenaars om de gevangen soorten te registreren en de datum van vangst te noteren (Baker 2008; Bentley et al., 2005; Woods et al., 2003). Nadien worden de prooien aan de onderzoekers gegeven voor identificatie.

Alternatieve manieren zijn het analyseren van uitwerpselen of darminhoud (Jansman & Müskens, 2001; Jones, 2008; Woods et al., 2003).

Page 19: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

19

De prooien die thuisgebracht worden zouden representatief moeten zijn voor de totale verscheidenheid van prooien die ze daadwerkelijk gedood hebben; katten die deelnemen aan de enquête zouden representatief predatiegedrag moeten vertonen ten opzichte van katten in het algemeen (Balogh et al., 2011; Woods et al., 2003). In het onderzoek van Woods et al. (2003) werd er vanuit gegaan, maar ook andere onderzoekers namen deze denkwijze eerder aan, dat het aantal prooien dat katten naar huis brachten nauw gerelateerd was met het aantal en de verscheidenheid van prooien die ze werkelijk doden. Dit is een zeer grote assumptie. Het eten van prooien hangt voornamelijk af van wat de moeder ook op at. Het zou kunnen dat bepaalde prooien ondervertegenwoordigd zijn in wat de katten terug naar huis brengen. Dit blijken voornamelijk de natuurlijke prooien te zijn, zoals muizen en ratten.

Vlaanderen

Aangezien er nergens cijfers van Vlaanderen te vinden zijn, werd er contact opgenomen met de 'Vogelbescherming Oost-Vlaanderen'. Hun mening over (zwerf)katten:

"Er bestaat een 'Rode lijst' van vogels, maar de rol van de kat hierin zou zeer klein zijn.

De vogels zijn ook aangepast aan de jacht van katten. Ze leven immers al eeuwenlang samen met de kat, waardoor ze geadapteerd zijn aan predatiedruk. Als gevolg daarvan maken vogels grotere nesten, waardoor de kans op overleving van een aantal van hun jongen stijgt." (Vogelbescherming Oost-Vlaanderen, 2012)

De adaptatie van vogels aan predatie wordt ook vermeld in het onderzoek van Fitzgerald & Turner, 2000. Vogels zouden niet al eeuwenlang naast katten kunnen leven, zonder enige aanpassing in hun levensstijl. De natuurlijke 'prooi-predator' relatie, maakt deel uit van de biodiversiteit.

Surplus killing

Het merendeel van bovenstaande studies geeft ook aan dat vogels minder als prooi dienen dan men eerst dacht. Vogels zijn voor katten eerder een voorwerp van 'surplus killing' (George, 1978). Ze zijn moeilijker om te vangen, waardoor ze dan ook meer gevangen worden door huiskatten (aangezien deze in een betere lichaamsconditie verkeren).

Katten, in het algemeen, gaan hun dieet in min of meerdere mate aanvullen met zelf gevangen prooien. Kleine zoogdieren (vnl. woelmuizen en konijnen) krijgen hierbij de absolute voorkeur en vogels zijn hierbij als voedselbron duidelijk ondergeschikt (Van Den Berge, 2009, Fitzgerald & Turner, 2000).

Figuur 17: Kat met konijn31 Figuur 18: Kat met vogel32

31 http://www.google.be/imgres?hl=nl&tbo=d&rlz=1C1LDJZ_enBE498BE499&biw=1280&bih=890&tbm=isch&tbnid=f

Page 20: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

20

Biologisch evenwicht

Onderzoek heeft aangetoond dat op plaatsen waar men katten verwijdert én een nieuwe instroom tegenhoudt, de pestsoorten in hoge mate stijgen. Katten zorgen namelijk voor een biologisch evenwicht.

Een bekend voorbeeld hierbij is het Marion-eiland, waar we later op terugkomen bij de strategie: "Katten wegvangen". Dit is een zeer opmerkelijk bewijs dat het ecosysteem zichzelf in evenwicht houdt. (Zavaleta et al., 2001).

Het wegvangen van de kattenpopulatie op het Marion Island, ter bescherming van endemische soorten, heeft ervoor gezorgd dat de muizen, die anders opgegeten werden door de katten, nu zelf een bepaalde motsoort, Pringleophaga marioni, in grote getallen vingen. Deze motten speelden kennelijk een belangrijke rol in de nutriëtencyclus wat er dan uiteindelijk voor gezorgd heeft dat de beschikbaarheid van de bodemnutriënten drastisch gedaald is (Zavaleta et al., 2001, Huyser et al., 2000).

Conclusie: we kunnen niet ontkennen dat katten vogels vangen, dat is een deel van hun natuur. Dat is altijd al zo geweest en dat zal altijd zo blijven.

De vogels zijn echter geadapteerd aan eeuwenlang samenleven met katten. Hun strategie bestaat uit het vergroten van de nesten, waardoor het aandeel overlevende jongen stijgt.

De vogels die gevangen worden door katten, hebben een uitzonderlijk lage vetmassa, waardoor hun overlevingskansen enorm klein zijn. Worden ze niet gepakt door de kat, dan sterven ze snel aan een andere oorzaak.

Het grootste aandeel binnen het dieet van de kat bestaat echter uit kleine zoogdieren, vnl. muizen en ratten, zogenaamde pestsoorten.

1MlcvGRzYNnMM:&imgrefurl=http://trierdailyphoto.blogspot.com/2009/01/cat-vs-rabbit.html&docid=w9o0Ck9x5DZdlM&imgurl=http://farm4.static.flickr.com/3484/3178877345_d4f69a94f3_o.jpg&w=693&h=389&ei=-9u9UMbuN7K10QXUx4G4Bg&zoom=1&iact=rc&dur=362&sig=110948918632746012204&page=2&tbnh=145&tbnw=249&start=31&ndsp=41&ved=1t:429,r:31,s:0,i:177&tx=215&ty=47 32 http://www.allaboutwildlife.com/animals/cats-kill-wild-birds/3570

Page 21: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

21

Methoden om populaties te verkleinen

Wetgeving

Belgische wet op dierenbescherming, 14 augustus 1986, gewijzigd door de wet van 4 mei 1995 stelt dat:

Artikel 1:

“Niemand mag wetens handelingen plegen die niet door deze wet zijn voorzien en die tot doel hebben dat een dier nutteloos omkomt of nutteloos een verminking, letsel of pijn ondergaat.33”

Concreet houdt dit in dat zwerfkatten wettelijk gezien niet bestreden mogen worden door het geven van gif of door het verspreiden van ziekten (wat men bv. wel heeft toegepast op Marion Island, om het gebied katvrij te maken (Nogales et al., 2004; Zavaleta et al., 2001; Huyser et al., 2000)).

Artikel 15:

“Indien men ervoor kiest om een dier te doden, mag dit dier slechts gedood worden door een persoon die daar de nodige kennis en bekwaamheid voor heeft en dit moet dan gebeuren volgens de minst pijnlijke methode.”34

Besluit van de Vlaamse Regering houdende vaststelling van de voorwaarden waaronder de jacht kan worden uitgeoefend:

“Gewone jacht

de gewone jacht op verwilderde kat is NIET toegestaan.

Bijzondere bejaging (schadevoorkoming)

bijzondere bejaging op verwilderde kat is NIET toegestaan.

Bestrijding (bij veroorzaakte schade)

om redenen van natuurbeheer, met name ter bescherming van kleinwild of ter bescherming van soorten die op grond van artikel 51 van het Decreet van 21 oktober 1997 als beschermings-waardig worden aangemerkt, kunnen er populatieregulerende acties ondernomen worden ten aanzien van verwilderde katten;

de (mede)jachtrechthouders, de grondeigenaars en -gebruikers en de door de jachtrecht-houders aangestelde bijzondere veldwachters zetten alle diervriendelijke en pijnloze middelen in om de populatie van verwilderde katten in hun jachtgebied te reguleren;

zij kunnen hierbij onder meer gebruik maken van kastvallen, met een maximumvolume van 1000 dm³, waarin de gevangen dieren zich vrij kunnen bewegen. De kastval moet, in gesloten toestand, in de zijwand ter hoogte van het maaiveld minstens één vrije opening hebben met een cirkeldiameter van min. 6,5 cm;

verwilderde katten mogen niet gereguleerd worden binnen een straal van vijftig meter rond de vossen- en dassenburchten.”35

33 http://www.ejustice.just.fgov.be 34 http://www.ejustice.just.fgov.be

Page 22: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

22

Wettelijk gezien niet toegestaan

Jacht

(Zwerf)katten mag men wettelijk gezien niet bejagen, volgens het besluit van de Vlaamse regering.

Wat wel mag is het vangen van katten in kastvallen en ze nadien op een humane wijze euthanaseren door een bevoegd persoon met kennis en bekwaamheid (een dierenarts), volgens de minst pijnlijke manier.36

Verspreiding van ziektes

Het verspreiden van ziektes is niet toegestaan, in overeenstemming met artikel 1 en artikel 15 uit de Belgische wet op dierenbescherming.37

Het verspreiden van ziektes zou een te groot risico betekenen voor huisdieren en is maatschappelijk gezien zeker niet aanvaardbaar (Nogales et al., 2004; Courchamp et al., 1999)

Vergiftiging

Het vergiftigen van zwerfkatten is niet toegestaan, in overeenstemming met artikel 1 en artikel 15 uit de Belgische wet op dierenbescherming.38 Vergiftiging kan leiden tot een pijnlijke, langzame dood.

Het vergiftigen van dieren zou een te groot risico betekenen voor huisdieren, andere dieren en burgers. Maatschappelijk gezien vindt dergelijke werkwijze zeker geen draagvlak.

Men ziet ook bij de chemische bestrijding van ratten dat er ongerustheid bij de burgers ontstaat. Gemeenten zouden hier dan ook veelvuldig op aangesproken worden.

Daarnaast is dergelijke werkwijze nefast voor de sensibilisatie van de burger. Wanneer de provincie/gemeente het probleem zou aanpakken via vergiftiging, is het mogelijk dat bepaalde burgers dit op eigen houtje zouden toepassen.

35 http://www.natuurenbos.be/ 36 http://www.natuurenbos.be/nl-be/natuurbeleid/wildbeheer/soorten/overig_wild/verwilderde_kat.aspx 37 http://www.ejustice.just.fgov.be 38 http://www.ejustice.just.fgov.be

Page 23: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

23

Wettelijk gezien toegestaan

Vangen en verwijderen (her lokaliseren of euthanaseren)

Onder vangen en verwijderen van zwerfkatten verstaat men een aantal methoden:

katten vangen en verplaatsen naar een asiel; katten vangen en verplaatsen naar een andere, beter geschikte, locatie katten vangen en euthanaseren

KATTEN VANGEN EN VERPLAATSEN NAAR EEN ASIEL

Katten vangen en verplaatsen naar een asiel is enkel aangewezen bij jonge kittens en tamme zwerfkatten. Zij kunnen nog aan mensen wennen (socialiseren) of zijn eraan gewend (wanneer ze nog niet te lang als zwerfkat leven). Een opname in het asiel geeft hen een kans op een nieuwe thuis.

Voor de verwilderde zwerfkatten is dit absoluut geen optie! Mensen hebben een bepaald verwachtingspatroon voor hun huisdier, men wil een kat die op schoot komt liggen, die hen gezelschap houdt… Een verwilderde zwerfkat kan deze noden echter niet inwilligen en zal daardoor niet geadopteerd worden. Het asiel zal dan de keuze moeten maken om het dier te euthanaseren. Wat men dan op vlak van dierenwelzijn beter gedaan had alvorens het dier naar het asiel te brengen.39

Deze methode kent enkele grote tegenargumenten:

de overlast wordt niet aangepakt; de burger wordt niet gesensibiliseerd om zijn verantwoordelijkheid op te nemen, want

de katten worden toch telkens opgehaald en verplaatst, wat is het probleem dan?; het leidt tot een instroom van nieuwe katten omwille van het vacuümeffect (Robertson,

2008); tal van asielen willen verwilderde katten niet opnemen in hun asiel, aangezien er geen

adoptiekansen bestaan (Duurzaamheidsambtenaar Wommelgem, 2012; Levy et al., 2004)

KATTEN VANGEN EN VERPLAATSEN NAAR EEN ANDERE, BETER GESCHIKTE, LOCATIE

Katten zijn zeer territoriale dieren. Wanneer men de keuze maakt om hen te her lokaliseren moet men ervoor zorgen dat ze niet kunnen terugkeren naar de plaats waar ze weggehaald werden omdat ze daar overlast veroorzaakten.

Ofwel moet men hier kiezen voor een afgesloten gebied, zoals een kattenbos, ofwel moet de nieuwe locatie ver genoeg van de vorige zijn.40 Deze nieuwe locatie moet zorgvuldig gekozen zodat de dieren op de nieuwe plaats niet in te grote aantallen aanwezig zijn en men kan hier uiteraard enkel geneutraliseerde dieren plaatsen.

Daarnaast kan men ook opteren om een aantal verwilderde katten te plaatsen als boerderijkat, waar ze de muizen en dergelijke meer kunnen vangen.

39 http://www.alleycat.org/page.aspx?pid=926 40 http://www.stichtingkattenbos.nl/33714429

Figuur 19: Kat zoekt boer

Page 24: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

24

Kattenbossen: het klinkt mooi maar het is zeker en vast niet dé oplossing voor het probleem:

• het probleem dat zich stelt bij dit soort opvangen, is dat men vrij snel na de start reeds aan de maximumcapaciteit zit;

• men investeert geld in levenslang onderhoud voor de katten: eten, medicatie, loon personeel, onderhoud terrein…

• deze katten zijn echter niet adopteerbaar, dus men kan geen geld in ruil voor een adoptie ontvangen… (Robertson, 2008).

Deze methode kent ook enkele grote tegenargumenten:

de overlast wordt niet aangepakt; de burger wordt niet gesensibiliseerd om zijn verantwoordelijkheid op te nemen, want

de katten worden toch telkens opgehaald en verplaatst, wat is het probleem dan?; kattenbossen zijn financieel gezien niet haalbaar en er is te weinig plaats voor alle

zwerfkatten; het leidt tot een instroom van nieuwe katten omwille van het vacuümeffect (Robertson,

2008).

Deze methode kan een aanvulling zijn op andere technieken, maar op zichzelf staand werkt het niet (Robertson, 2008)!

KATTEN VANGEN EN EUTHANASEREN

Dit is de methode die men jarenlang heeft toegepast in het verleden. Correct toegepast betreft dit een humane manier van doden.41

Het euthanaseren stelt ook een aantal problemen:

er is geen maatschappelijk draagvlak voor (althans niet bij de overgrote meerderheid van de bevolking);

de burger wordt niet gesensibiliseerd om zijn verantwoordelijkheid op te nemen en blijven katten dumpen;

het pakt de overlast niet aan; er kan per ongeluk een huiskat geëuthanaseerd worden:

o gemeenten die een vangactie gaan uitvoeren, sturen een brief rond naar buurtbewoners waarin vermeld staat dat men huiskatten moet binnenhouden of moet voorzien van een herkenningsteken, zoals een halsbandje. Voor vele mensen is dit niet zo eenvoudig, aangezien er regelmatig katten zijn die niet elke dag naar huis komen. Halsbandjes worden tegenwoordig zo veilig mogelijk ontworpen zodat katten zich kunnen losmaken, wanneer ze ergens achter blijven haken. Dit heeft echter tot gevolg dat vele katten dergelijk halsbandje reeds na dertig minuten kwijt zijn. Op die manier kan het gebeuren dat huiskatten in een vangkooi terecht komen, met alle gevolgen van dien;

o dit kan leiden tot processen voor gemeentebesturen volgens Artikel 1382 van het Burgerlijk wetboek: "Elke daad van de mens, waardoor aan een ander schade wordt veroorzaakt, verplicht degene door wiens schuld de schade is ontstaan, deze te vergoeden".42 Dat is ‘reclame’ die elke gemeente wel kan missen;

het leidt tot een instroom van nieuwe katten omwille van het vacuümeffect; de constante nieuwe instroom zorgt op termijn voor een aanpak die duurder is dan TNR

(wat verder in dit rapport aan bod komt)(Tennent et al., 2009; Robertson, 2008; Slater, 2004, Stoskopf & Nutter, 2004, Jongman & Karlen, 1996).

41 http://www.ejustice.just.fgov.be 42 http://www.ejustice.just.fgov.be/cgi_loi/change_lg.pl?language=nl&la=N&cn=1804032133&table_name=wet

Page 25: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

25

HET VACUÜMEFFECT

Deze drie methoden van vangen en verwijderen hebben, uitgezonderd op eilanden, geen significant effect op de kattenpopulatie (Jongman & Karlen, 1996).

Het vangen en verwijderen, ongeacht de bestemming van de kat, gaat gepaard met een bekend fenomeen binnen de ecologie: het vacuümeffect (Robertson, 2008; Gibson et al., 2002; Gunther & Terkel, 2002; Jongman & Karlen, 1996; Tabor, 1981).43

Dit effect vraagt enige achtergrond van populatiedynamiek:

elk gebied, of dat nu een bos, woonwijk of bedrijfsgebouw is, voorziet in een aantal bronnen, in termen van voedsel en schuilplaatsen. Die bronnen kunnen een bepaalde populatiegrootte in standhouden;

wanneer men daar nu alle katten weghaalt, dan moet men in principe alle bronnen weghalen om “katvrij” te worden. Dit is echter in de praktijk onmogelijk;

deze lege habitat trekt na verloop van tijd als een vacuüm katten uit nabijgelegen gebieden aan (nieuw gedumpte huiskatten, intacte huiskatten, zwerfkatten van verder gelegen gebieden…). Deze dieren komen af op de beschikbare bronnen en worden niet tegengehouden door katten die hun territorium beschermen aangezien er voldoende bronnen aanwezig zijn;

in het begin zijn dat nog minder katten dat het gebied kan dragen, waardoor dat kleiner aantal katten over meer voedsel beschikt. Dit maakt hen sterker en zorgt ervoor dat de nakomelingen een grotere overlevingskans hebben (Robertson, 2008; Tennant et al., 2009).

Figuur 20: Bepaald gebied heeft een draagkracht voor 5 katten (in termen van voedsel en beschutting) (Kerselaers, 2011) (cilindervorm staat voor voedselbron en beschutting)

Figuur 21: Het gebied wordt leeggehaald maar de draagkracht is nog steeds aanwezig (Kerselaers, 2011)

43 http://www.alleycat.org/page.aspx?pid=926

Page 26: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

26

Figuur 22: Katten uit nabijgelegen gebieden worden aangetrokken door het lege gebied met zijn vele bronnen (Kerselaers, 2011)

In plaats van het probleem op te lossen, heeft men het verschoven én erger gemaakt!

Men heeft de zwerfkatten de kans gegeven om sterker te worden, waardoor ze meer nakomelingen produceren die dan ook nog eens een grotere overlevingskans hebben Robertson, 2008; Tennant et al., 2009)!44

(ZWERF)KATVRIJ VLAANDEREN?

Vlaanderen met zijn lintbebouwing, vele huisdieren en dierenvrienden is onmogelijk 'katvrij' te krijgen.

In de literatuur vinden we een aantal voorbeelden terug waar vangen en verwijderen wel werkt, maar dit betreft eilanden en geen drukbevolkte gebieden met continue nieuwe influx (Levy et al., 2004; Nogales et al., 2004).

Een zeer bekend voorbeeld van een plaats waar zo'n uitroeiing heeft gewerkt, is het Marion Island. Hieronder een kleine beschrijving van de werkwijze die hiervoor nodig was:

Dec 1974 – Apr 1976: studie naar de kattenpopulatie: 2139 ± 290 katten in 1975

Maart 1977: 96 geïnfecteerde katten (kattenziekte) losgelaten op 93 locaties (populatie: 3405 katten)

1978: 53,6% reductie in kattenpopulatie (na 18 maand)

o Testen vangkooien: 702 uur/kat, zoeken gif (veilig voor vogel en milieu) o Testen jacht: 2 jagers 2,64 uur/kat; honden bij de jacht: 6,67 uur/kat

1982: 615 ± 107 katten

o Probleem: de overige katten zijn immuun voor FPV en de populatie stabiliseert o Oplossing: nachtelijke, intensieve jacht

Aug 1986 – Mei 1989: 8 jagersduo’s (±3000 uren) doden 3 zomers: 458, 206, 143 katten (= 807 totaal)

Verhogen jacht was te duur, 5 duo’s zetten 96 (1989-90); 410 (1990-91); 1279 (1991-1992) en 1387 vallen (1992-93)

Mei 1991 : vergiftiging

Juli 1991: laatste kat gevangen– 20 maand gezocht naar sporen van katten

44 http://www.alleycat.org/page.aspx?pid=926

Page 27: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

27

Na 14 jaar was het eiland katvrij. Het heeft hen tal van bestrijdingstechnieken gekost én heel veel geld. Dit op een geïsoleerd eiland, waar niemand katten kon dumpen!.

Men kan zich dan afvragen wat het effect zou zijn van dergelijke aanpak binnen Oost-Vlaanderen…

De voordelen die men had op het eiland:

lage vegetatie bij de jacht; vatbaarheid voor kattenziekte; geen dumping van huisdierkatten.

Het nadeel waarmee men te kampen had, was het nemen van trage beslissingen omdat men eerst de invloed op het eiland wou kennen. Uiteindelijk is gebleken dat het wegvangen van de katten een effect had op de bodem (Levy et al., 2004; Zavaleta et al., 2001; Huyser et al, 2000).

Effectiviteit

Er is heel weinig cijfermateriaal over het effect van euthanasie. De enige studie die gevonden werd, vergelijkt twee toegepaste methoden.

CHICAGO

Figuur 23: Katten wegvangen versus TNR in Chicago

Dit onderzoek toont het verschil in strategie aan. Het eerste jaar werkten ze volgens de ‘vang en verwijder’ methode. Hierbij is er telkens een daling weer te nemen op het moment dat de katten gevangen worden. Deze worden vrij snel gevolgd door een piek, waarbij de aantallen hoger stijgen dan het initiële startaantal. Na één jaar is men dan gestart met TNR en dan ziet men de traditionele daling, even onderbroken door het typische stijgingsjaar, gevolgd door een daling en een stabilisatie.45

Gemeenten in Vlaanderen werden aangeschreven met de vraag of ze euthanasie toepasten als methode om de zwerfkattenpopulaties te reduceren.

Diegene die antwoorden passen allemaal TNR toe en hebben ook nooit systematisch geëuthanaseerd waardoor hier geen cijfers van zijn.

45 http://triplerpets.org/files/pub/reports/Colony7_CaseStudy.pdf

Page 28: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

28

Conclusie: wegvangen werkt op eilanden, in onbewoonde afgesloten gebieden, op plaatsen die niet optimaal zijn voor katten (vb. parken zonder beschutting) en bij zeer lage populatie -dichtheden waarbij de afstanden te groot worden voor katten om elkaar te ontmoeten. Het grote probleem is echter dat we zo'n plaatsen niet hebben in Vlaanderen! Men zal in Vlaanderen dus een andere methode moeten toepassen om een significante daling in de zwerfkattenpopulatie te krijgen én te houden op lange termijn.

Trap – Neuter – Return (TNR)

Werkwijze

Trap – Neuter – Return bestaat uit drie fasen:

trap: het vangen van de zwerfkatten in een vangkooi; neuter: het steriel maken en voorzien van een oormerk zodat men de kat bij een

volgende vangactie niet voor niets meeneemt naar de dierenarts. Eventueel past men tijdens deze fase nog een aantal medische handelingen toe zoals het vaccineren en/of ontwormen en/of testen op FeLV en FIV;

return is het terugplaatsen van de verwilderde zwerfkatten en het verplaatsen van de tamme zwerfkatten en jonge kittens naar het asiel/kattenopvang (Tennent et al., 2009; Robertson, 2008; Barrows, 2004; Slater, 2004, Stoskopf & Nutter, 2004, Jongman & Karlen, 1996)..

Voordelen

TNR biedt een aantal voordelen ten opzichte van de andere methoden: er wordt een stabiele populatie gecreëerd die na verloop van tijd via een natuurlijk

verloop kleiner wordt; gecastreerde/gesteriliseerde katten veroorzaken minder overlast:

o de ziekteoverdracht wordt gereduceerd doordat er geen nieuwe kittens meer geboren worden (FeLV) en katers minder vechten (FIV);

o het paringsgedrag verdwijnt, waarmee ook het nachtelijk geschreeuw; o de urinegeur wordt aanzienlijk gereduceerd;

er ontstaat geen vacuümeffect, aangezien een deel van de populatie (het aandeel verwilderde katten) terug geplaatst wordt. Wanneer ze niet (ongecontroleerd) bijgevoederd worden, verdedigen katten hun voedselbronnen en laten ze nieuwkomers niet toe tot hun kolonie;

dumpingplaatsen zijn nu gekend. Dit heeft als voordeel dat men snel kan ingrijpen om de dieren te steriliseren waardoor een nieuwe geboortegolf kan vermeden worden;

het dierenwelzijn stijgt: o er worden geen nieuwe kittens geboren, zodat mensen hen ook niet moeten zien

sterven; o gevaccineerde dieren verkeren in een betere gezondheid;

minder katten = minder impact op de biodiversiteit. Katten die niet bijgevoederd worden zijn meestal ook niet sterk genoeg om achter vogels aan te zitten, waardoor ze zich manifesteren als opruimers van ongedierte (Tennent et al., 2009Robertson, 2008; Natoli et al., 2006; Stoskopf, 2004; Slater, 2004; Barrows, 2004; Levy et al., 2003; Jongman & Karlen, 1996).

Page 29: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

29

Hindernissen

Een wereldwijd fenomeen dat optreedt bij TNR is het feit dat mensen deze locaties gaan beschouwen als dumpingplaatsen. Men wil zijn huisdier kwijt, maar wil de kosten niet dragen om het dier af te staan aan het asiel, of men voelt zich minder schuldig om het huisdier te dumpen op een TNR-locatie omdat er enige vorm van opvolging bestaat… (Levy et al., 2004).

Het voordeel is wel dat men nu weet waar de huiskatten gedumpt worden, zodat men als gemeente vrij snel kan ingrijpen om nieuwe nesten te voorkomen (Jongman & Karlen, 1996).

Sommige omwonenden zijn niet opgezet met het feit dat de katten terugkeren naar hun oorspronkelijke locatie. Mensen worden meestal niet op de hoogte gebracht van het feit dat veel overlast zal verdwijnen door het steriel maken van de katten. Goede voorlichting is ontzettend belangrijk binnen deze aanpak (Levy et al., 2004).

Daarnaast is het ook zo dat een stabiele populatie toch nog wel ettelijke jaren kan blijven bestaan. De gemiddelde zwerfkat wordt tussen de vijf en zeven jaar. Wanneer men te maken heeft met jonge dieren zijn ze dus nog wel enige tijd aanwezig in de buurt (Levy et al., 2004). Stoskopf & Nutter (2004) spreken over een gemiddelde duurtijd van vier à vijf jaar.

Migratie tussen kolonies komt ook nog voor (Jongman & Karlen, 1996). Dit ziet men op plaatsen waar buurtbewoners, met de beste bedoelingen, de katten ongecontroleerd gaan voederen. Deze katten zouden echter niet op een bepaalde locatie wonen, mochten ze niet zelf kunnen instaan voor hun voedsel.

Alles wat bijgevoederd wordt, is een extra in hun dieet, wat ze meestal niet echt nodig hebben om te overleven (tenzij men echt heel tamme huiskatten gedumpt heeft, die nooit gejaagd hebben. Sommige katten, die te vroeg bij hun moeder weggehaald zijn, beschikken niet over een natuurlijk jachtinstinct. Zij hebben wel voedsel nodig. Wanneer niemand bereid is dit te geven, is het humaner om deze katten te euthanaseren in plaats van hen te laten uithongeren).

Het gevolg hiervan is dat ze dan ook hun gebied niet hardnekkig gaan verdedigen, er is toch voedsel in overvloed. Het is echter heel moeilijk om dit voederen te doen stoppen. Deze mensen zou men actief moeten betrekken in het beleid zodat ze toch hun steentje kunnen bijdragen voor de dieren, maar dan wel op een manier die gewenst is.

TNR zonder een goede sensibiliseringscampagne levert ook nog steeds geen voldoende resultaat.

Zaken om rekening mee te houden

BUDGET

Bij de opstart van een TNR-programma moet men een voldoende groot budget voorzien. Men moet 75-94 % van de populatie onvruchtbaar maken om effectief te zijn (Foley et al., 2005). Daarnaast is het belangrijk dat beide geslachten geneutraliseerd worden. Wanneer men enkel de zwerfkaters castreert, geeft dit de kans aan de minder dominante huiskatten, om met de kattinnen te paren. Daartegenover staat dat enkel het neutraliseren van de zwerfkattinnen leidt tot een stijging in gevechten tussen de katers, waarbij ze ook steriele kattinnen (ook huiskatten) gaan lastig vallen. Dit leidt tot een mogelijke stijging van ziekteoverdracht (Jongman & Karlen, 1996).

Page 30: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

30

POPULATIEDYNAMIEK

Stoskopf & Nutter (2004) onderzochten zes TNR-kolonies en drie controle kolonies in North-Carolina. De conclusie hierbij was dat de populatie van de TNR kolonies gedurende de eerste twee jaar met 36 % daalde terwijl de populatie van de controle kolonies met 47 % steeg.

Zoals eerder besproken bestaat een TNR-kolonie toch enkele jaren (gemiddeld vier à vijf jaar). Er is altijd wel enige fluctuatie binnen een kolonie. Wanneer de groep kleiner wordt wegens natuurlijke sterfte, zullen andere (nieuw gedumpte) katten die plaats kunnen innemen (Stoskopf & Nutter, 2004). Een plaats 'katvrij' houden is echter niet mogelijk en zeker ook niet wenselijk, aangezien dit een stijging van pestsoorten met zich meebrengt.

Medisch

VACCINEREN OF NIET?

Vaccinatie wordt aangeraden tegen het parvo-, herpes- en calicivirus.

De vaccinatie tegen kattenleukemie wordt afgeraden wegens de hoge kostprijs. Daarnaast is het zo dat men de vaccinatie moet herhalen met een tussentijd van drie à vier weken, wat onmogelijk is bij zwerfkatten.

De katten moeten gevaccineerd worden op het moment dat ze ontwaken uit hun operatie.

Zwerfkatten die eenmaal in hun leven gevaccineerd werden tegen panleucopenie, calicivirus en herpesvirus (binnen een cocktailvaccin, na de leeftijd van 16 weken) krijgen een significante bescherming tegen deze ziektes. Als vaccin wordt een levend verzwakt vaccin boven een dood verkozen (Horzinek & Thiry, 2009). De bescherming varieert bij de meeste katten van een minimum van drie tot zeven jaren (Scott & Geissinger, 1999) en kan levenslang aanwezig zijn door natuurlijke re-infectie (Day et al., 2010).

TESTEN OF NIET?

Het testen voor FeLV en FIV wordt afgeraden bij zwerfkatten. Deze testen kosten een enorme hap uit het budget en er is slechts een lage prevalentie.

De ziekten komen ongeveer evenveel voor bij huiskatten die buiten mogen als bij zwerfkatten. Ongeveer 2 % van de populatie heeft kattenaids, 4 % heeft kattenleucose.

Daarnaast is het zo dat er vaak vals positieve testresultaten voorkomen. Deze uitslagen vragen eigenlijk om een tweede test, enkele maanden later. Aangezien dit onbegonnen werk is bij zwerfkatten, wordt dan standaard gekozen voor euthanasie, wat erop neerkomt dat men vaak gezonde katten zonder reden euthanaseert.

Wanneer we dat kostenplaatje van dichterbij bekijken dan zien we dat bij een test van duizend zwerfkatten ongeveer zestig dieren positief geïdentificeerd worden. Rekening houdend met een kostprijs van 10 € per kat, komt dit neer op een totale kost van 10000 € voor het identificeren van zestig positieve katten.46 47 48

Dit bedrag investeert men dan veel beter in het zo snel mogelijk steriel maken van grote populaties zwerfkatten. Door de katten steriel te maken, krijg je automatisch een daling in prevalentie:

steriele katten zijn minder hormonaal, dus minder agressief = daling FIV; de overdracht van moeder op kitten verdwijnt = daling FeLV (Porters, 2012).

46 http://www.feralcat.com/tpolicy.html 47 http://www.neighborhoodcats.org/HOW_TO_RELEASING_FIV_FELV_POSITIVE_CATS 48 http://www.alleycat.org/Page.aspx?pid=458

Page 31: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

31

Effectiviteit wereldwijd

FLORIDA Een onderzoek van TNR in Florida resulteerde in een daling van het budget nodig voor de aanpak van zwerfkatten en een daling in overlast. Daarnaast zag men ook een daling van het aantal dieren in asielen (Hughes et al., 2002). FLORIDA Een onderzoek van TNR op een universiteitscampus in Florida resulteerde in een daling van 156 katten naar 23, over een periode van 11 jaar (1991-2002). Na 1995 werden er geen nieuwe kittens meer geboren binnen de kolonie en bleef het aantal dieren stabiel. Deze onderzoekers wijzen ook op het belang van een grondige aanpak en een goede opvolging (Levy et al., 2003). CHICAGO

Figuur 24: Katten wegvangen versus TNR in Chicago

Dit onderzoek toont het verschil in strategie aan. Het eerste jaar werkten ze volgens de ‘vang en verwijder’ methode. Hierbij is er telkens een daling weer te nemen op het moment dat de katten gevangen worden. Deze worden vrij snel gevolgd door een piek, waarbij de aantallen hoger stijgen dan het initiële startaantal. Na één jaar is men dan gestart met TNR en dan ziet men de traditionele daling, even onderbroken door het typische stijgingsjaar, gevolgd door een daling en een stabilisatie.49

ROME

In Italië is het doden van zwerfkatten wettelijk verboden sinds 1991. TNR wordt toegepast om het aantal zwerfkatten te reduceren.

Een tienjarig onderzoek bracht aan het licht dat het aantal kolonies steeg van 76 (1991) naar 965 (2001). Het aantal katten daalde van 1418 naar 765, grote kolonies werden zeldzamer.

TNR mist hier zijn grote effect omwille van het systematisch dumpen van huiskatten binnen de TNR-locaties. Een effectieve aanpak moet gepaard gaan met een regulering voor de huiskatten (Natoli et al., 2006).

49 http://triplerpets.org/files/pub/reports/Colony7_CaseStudy.pdf

Page 32: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

32

Ervaringen van gemeenten die TNR toepassen binnen Vlaanderen

Een aantal gemeenten binnen Vlaanderen werden gecontacteerd om hen te bevragen naar de methode die ze toepassen en eventueel cijfermateriaal.

RANST

De gemeente Ranst is in 2006 gestart met een TNR-aanpak voor het zwerfkattenprobleem.

Zij zien een effectieve daling in aantal zwerfkatten en in benodigde budget.

Figuur 25: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Ranst

Persoonlijke ervaringen Ranst: mail 20/11/2012

Methode

De gemeente Ranst werkt volgens TNR.

Redenen waarom ze voor deze aanpak gekozen hebben:

het simpelweg doden van katten is niet de juiste aanpak. Hun plaats wordt gewoon ingenomen door andere katten;

zonder katten gaat het ratten- en muizenbestand de hoogte in

Daarnaast is het noodzakelijk dat de burger gesensibiliseerd wordt om zijn huisdier te laten castreren.

Budget

Jaarlijks wordt er een budget voorzien voor de aanpak van de zwerfkatten.

Drie jaar geleden bedroeg dat budget 6500 €, momenteel nog maar 3500 €. Dit geeft aan dat er inderdaad minder zwerfkatten overblijven.

Grensoverschrijdende aanpak

Een grootschalig TNR project dient grensoverschrijdend te zijn. Om die reden is de gemeente Ranst gaan aankloppen bij de buurgemeente Wommelgem.

0

20

40

60

80

100

120

2009 2011 nov/12

118

70

45

Behandelde katten

Behandelde katten

Page 33: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

33

Werkwijze

Er wordt gewerkt met vrijwilligers. Zij worden rechtstreeks gecontacteerd door de burgers. Ze vangen de poezen en brengen ze naar één van de vier dierenartsen waarmee de gemeente een samenwerkingsovereenkomst heeft afgesloten.

De prijzen hiervoor:

castratie katten: 70 €; castratie drachtige kattin: 75 €; castratie kater: 40 €; euthanasie: 45 €.

(Duurzaamheidsambtenaar Milieudienst gemeente Ranst, 2012)

WOMMELGEM

De gemeente Wommelgem is pas dit jaar gestart met een zwerfkattenaanpak.

Ook zij hebben gekozen voor een aanpak via TNR.

Figuur 26: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Wommelgem

Persoonlijke ervaringen Wommelgem: mail 12/11/2012

Methode

De gemeente Wommelgem werkt volgens TNR.

Er zijn verschillende redenen waarom voor deze aanpak gekozen is:

het is de meest diervriendelijke aanpak; het simpelweg wegvangen van de katten biedt geen oplossing: deze ‘vrijgekomen’

leefgebieden worden onmiddellijk door andere katten opgevuld. Zo’n plek is immers aantrekkelijk voor katten. De problemen zouden zich dus herhalen, wat op termijn dus duurder uitkomt.

0

10

20

30

40

50

60 53

2012

2014

23

12 13

Behandelde katten

Behandelde katten

Page 34: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

34

Overlast

Behandelde katten zorgen inderdaad voor minder overlast. Er kan niet gezegd worden dat de overlast helemaal verdwijnt. Vooral op plaatsen met een groot zwerfkattenprobleem (twintig katten op één locatie) blijft er overlast. Dit zal zich slechts op termijn zelf oplossen.

In de buurgemeente Ranst bleek echter dat pas na drie jaar de aantallen aanzienlijk begonnen te dalen. Momenteel blijkt het in Ranst goed te lopen en heeft men de aantallen onder controle.

Maatschappelijk draagvlak:

De gemeente krijgt heel veel positieve reacties van de mensen op de aanpak. Dierenwelzijn is iets wat bij veel mensen heel gevoelig ligt en het feit dat het bestuur dan ook kiest voor een diervriendelijke aanpak wordt zeer gewaardeerd.

Men heeft gemerkt dat er bij de bevolking zeker geen draagvlak is voor euthanasie. Er zijn erg veel mensen die eerst polsen wat er met de dieren gebeurt en indien dit euthanasie zou zijn, zouden ze niet instemmen om te komen vangen.

Vaak krijgen de zwerfkatten her en der wel wat eten en bekommeren de mensen zich wel sterk om het lot van deze dieren. Er waren zelfs inwoners die op eigen kosten – voor het project begon – reeds acht katten op eigen kosten hadden laten behandelen.

Waarom geen andere aanpak?

Systematisch euthanaseren werd nooit toegepast i.v.m. het vacuümeffect.

De katten in het dierenasiel van Wommelgem zijn niet de zwerfkatten van de straat. Katten in het asiel zijn huiskatten of kittens. Het zijn in elk geval sociale dieren. Een zwerfkat is helemaal iets anders. Zij maken ook geen enkele kans op adoptie. Je kan ze niet meer laten wennen aan een situatie bij mensen in huis. In de meeste gevallen zijn ze echt wild en niet aaibaar. Het asiel weigert ook zulke katten aan te nemen (Duurzaamheidsambtenaar Wommelgem, 2012).

Page 35: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

35

PROVINCIE LIMBURG

De provincie Limburg is in 2007 gestart met TNR.

Wanneer men kijkt naar de grafiek dan ziet men een mooie daling in aantal operaties, aantal klachten en aantal katten.

De provincie Limburg waarschuwt voor het feit dat eens bekend is dat er TNR-locaties zijn er dus ook bij hen dumpingplaatsen ontstaan.

Daarnaast wijzen zij op het belang van sensibilisatie: “De TNR aanpak heeft absoluut zijn nut, maar mist zijn effect zolang de zwerfkattenpopulatie wordt aangevuld door nakomelingen van huiskatten die niet gesteriliseerd zijn. De katteneigenaren moeten weten dat ze een groot deel van het probleem zijn met betrekking tot het kattenoverschot.” (De Vriese, 2012)

Figuur 27: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Limburg

WETTEREN

Ook in Wetteren heeft men gekozen voor een aanpak via TNR.

Zij zagen ook een stijging in het tweede jaar dat ze bezig waren met het zwerfkattenprobleem. Momenteel staat de teller op 42 (eind november). Vermoedelijk zal het aandeel zwerfkatten dit jaar dan ook lager liggen dan het afgelopen jaar.

Figuur28: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Wetteren

0

20

40

60

80

2010 2011 nov/12

58 62

42

Behandelde katten

Behandelde katten

Page 36: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

36

LIER

De stad Lier vangt sinds 2005 zwerfkatten volgens het TNR-principe.

Ook bij hen de typische stijging in aantal na enkele jaren, gevolgd door een daling, die sterk onder het startaantal zit.

Figuur 29: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Lier

Persoonlijke ervaringen Lier: mail 22/11/2012

Methode

Lier werkt volgens de methode van TNR.

Maatschappelijk draagvlak

Vorig jaar werd er gemeld dat men zou stoppen met de aanpak, wegens besparingen.

Burgers hebben toen massaal geprotesteerd tegen deze beslissing (mails naar burgemeester, petities, internet, radio, krant…). Uiteindelijk heeft men dan toch nog een budget vrijgemaakt voor 2012 en wordt het project in 2013 terug opgestart (Vrijwilliger Adma, 2012).

0

50

100

150

200

137

94

121

183

11394

81

Behandelde katten

Behandelde katten

Page 37: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

37

MACHELEN

De gemeente Machelen is in 2003 gestart met de aanpak van het zwerfkattenprobleem, volgens de TNR-methode.

Ook zij zien een jaar met een opflakkering gevolgd door een daling in de populatie zwerfkatten. Dit jaar heeft men slechts 9 katten moeten steriliseren (t.e.m. 14/11/2012).

Figuur 30: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Machelen

Persoonlijke ervaringen Machelen: mail 14/11/2012

Methode:

Machelen werkt volgens de TNR methode (gestart 01/01/2003).

De redenen waarom ze gekozen hebben voor deze aanpak:

het wegvangen van katten leidt tot het vacuümeffect, waardoor het op termijn duurder is;

daarnaast is Machelen een diervriendelijke gemeente en staan ze niet achter het systematisch euthanaseren.

Sensibilisatie van de burger is belangrijk. De gemeente wil in de toekomst een aantal kortingsbonnen uitdelen als aanmoediging om hun huisdier te laten castreren.

Werkwijze/budget

Machelen heeft samenwerkingsovereenkomsten met een aantal dierenartsen:

castratie kater: 34 €; castratie kattin: 82 €; castratie drachtige kattin: 92 €; euthanasie: 43 € (enkel in uiterste gevallen, bv. bij ernstige ziekte); vaststelling reeds geopereerd dier: 75 €.

05

101520253035404550 46

39 3833

2219

35

27

16

9

Behandelde katten

Behandelde katten

Page 38: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

38

Waarom geen andere aanpak?

Zwerfkatten horen niet thuis in een asiel. Wanneer er kittens of tamme huiskatten zijn die ter adoptie kunnen afgestaan worden, probeert de dierenarts hier een thuis voor te vinden.

(Dienst Leefmilieu Machelen, 2012).

BOECHOUT

Ook de gemeente Boechout past TNR toe om de zwerfkattenpopulaties te reduceren. Ook hier zien we de stijging na enkele jaren, gevolgd door een sterke daling. Momenteel heeft men, na zeven jaar opvolging, nog maar een fractie over van de beginpopulatie.

Figuur 31: Overzicht behandelde katten via de TNR methode in Boechout

Persoonlijke ervaringen Boechout: mail 23/11/2012

Werkwijze Boechout werkt volgens de TNR methode. Budget

castratie kattin (incl. ontworming en één overnachting): 70€; castratie kater (incl. ontworming en één overnachting): 30 € drachtige kattin (incl. ontworming en één overnachting): 100€.

(Vrijwilliger Boechout, 2012).

Conclusie: de cijfers van de gemeenten tonen een significante daling in de kattenpopulatie.

Wel is de nodige opvolging en budget nodig, voornamelijk bij de opstart van het programma.

De grafieken van enkele gemeenten in Vlaanderen bewijzen stuk voor stuk dat het budget voor TNR daalt na verloop van tijd, aangezien er dus effectief minder zwerfkatten overblijven.

Er moet op toegezien worden dat er niet ongecontroleerd gevoederd wordt, zodat er geen vacuümeffect ontstaat.

TNR is de enige methode die de overlast reduceert en die op lange termijn effect bewijst.

Om volledig effectief te zijn moet TNR hand in hand gaan met het sensibiliseren van de burger.

020406080

100120140 124

86

45

137

5164

2617

Behandelde katten

Behandelde katten

Page 39: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

39

Maatschappelijk draagvlak

Zowel euthanaseren als TNR kennen extreme voor- en tegenstanders.

De extreme tegenstanders van TNR zijn meestal mensen die professioneel bezig zijn met vogelbescherming, de extreme voorstanders zijn veelal de mensen die in de praktijk werken met zwerfkatten, mensen die hen schuilplaatsen geven, voederen…(Peterson et al., 2012).

De aanpak van het zwerfkattenprobleem bestaat uit het voorkomen van het probleem en het aanpakken van het probleem, rekening houdend met alle facetten. Beide partijen moeten de hele aanpak zo neutraal mogelijk proberen bekijken.

Het merendeel van de bevolking bevindt zich ergens op een continuüm tussen deze twee uitersten.

Euthanaseren

Het euthanaseren van zwerfkatten kan tegenwoordig op een zware storm van protest rekenen.

Mensen zijn meer en meer begaan met dierenwelzijn en vinden het nodeloos doden van dieren dan ook onverantwoord.

Omwonenden hebben ook schrik dat hun huiskat per ongeluk mee in de vangkooi terecht komt, waarbij ze dan ook geëuthanaseerd wordt. Het onderscheid tussen een zwerfkat en een huiskat is niet altijd zichtbaar, zeker niet wanneer de dieren gevangen zitten in een kooi, waarbij ze angstig en gestresseerd zijn. Gemeenten raden altijd aan om de huiskatten binnen te houden of te voorzien van een herkenningsteken, maar dat is niet altijd even evident. Wanneer een huiskat dan geëuthanaseerd wordt, kan de gemeente zich verwachten aan een proces en tal van negatieve en boze reacties in de pers. Situaties die elke burgemeester te allen tijde wil vermijden.

Vorig jaar had de gemeente Hoogstraten aangekondigd dat ze de zwerfkattenproblematiek wilden aanpakken via euthanasie. De kranten, het internet, de radio… overal werd de aanpak van Hoogstraten vol verontwaardiging onthaald.

Een reactie van de milieudienst van Hoogstraten via mail 12/11/2012

"Na de heisa van vorig jaar is er een besluit genomen om geen katten meer te vangen en te euthanaseren. Sinds kort zijn wij gestart met een samenwerking met de vzw Dieren op de Dool. Ze zijn nu sinds ongeveer 1 maand bezig met vangacties waarna de dieren worden gesteriliseerd en teruggeplaatst op de vanglocatie. Cijfergegevens van de afgelopen jaren hebben we niet. Een vergelijking maken zal dus ook moeilijk zijn.

De vzw Dieren op de Dool werkt wel al langer samen met de gemeenten Kasterlee en Beerse. Misschien kunnen zij u wel cijfergegevens bezorgen uit hun ervaringen."

(Milieudienst Hoogstraten, 2012)

Page 40: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

40

TNR

TNR kent een zeer groot draagvlak, wereldwijd, maar ook in Vlaanderen.

Mensen hebben vaak een bepaalde connectie met de dieren die ze op regelmatige basis zien. Het spijtige aan de zaak is dat mensen vaak pas contact opnemen met de gemeente wanneer het probleem zich zodanig manifesteert dat de overlast enorm is. Wanneer er drie of vier katjes lopen, vinden mensen dat vaak nog schattig. Maar wanneer er ineens twintig in het buurtparkje rondlopen is de situatie natuurlijk helemaal anders.

Organisaties of gemeentebesturen horen heel vaak dat mensen niet vroeger wilden verwittigen uit schrik dat men de dieren zou euthanaseren of dat ze niet meer zouden terugkomen na een ingreep.

De meeste tegenstand die mensen hebben tegen TNR bestaat uit burgers die genoeg hebben van de overlast. Deze mensen begrijpen niet waarom de zwerfkatten moeten terugkeren. Komen ze die overlastbezorgers dan gewoon terugplaatsten?! Mensen moeten geïnformeerd worden over deze methode. Men moet weten dat de overlast sterk zal gereduceerd worden en dat het terugplaatsen van die katten dus niet opnieuw voor overlast zal zorgen (Tennent et al., 2009).

Onlangs kwam kunstenaar Jan Fabre ook uitgebreid in de pers toen hij voor een van zijn kunstwerken katten in de lucht liet gooien. Het filmpje van de krijsende katten haalde de internationale pers. Eén week na de opnames ontvang Jan Fabre reeds 20.000 haatmails.50

50 http://www.demorgen.be/dm/nl/1006/Kunst-Literatuur/article/detail/1527463/2012/11/02/Kattenkunstenaar-Fabre-bewerkt-met-knuppels.dhtml

Page 41: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

41

Aanpak in praktijk: combinatie van methoden

Binnen de zwerfkattenproblematiek is het niet voldoende om enkel de huidige populatie zwerfkatten te reduceren! Sterker nog: het is zelfs van groter belang om te voorkomen dat de populatie aangroeit.

Voorkomen van aangroei

Sensibiliseren

Om te voorkomen dat de populatie verder aangroeit, is het nodig om de bevolking te sensibiliseren. Mensen moeten de verantwoordelijkheid voor hun huisdier opnemen en voorkomen dat hun huisdier zich kan voortplanten.

Provincie/gemeenten kunnen hiervoor gebruik van maken van affichecampagnes in het straatbeeld om mensen te wijzen op het probleem. Dit mag best ludiek zijn zodat de boodschap blijft hangen bij de mensen.

Figuur 32 Affichecampagne51 Figuur 33: Affichecampagne52

Figuur 34: Affichecampagne53

51 http://alleycatrescue.blogspot.com/2010_02_01_archive.html 52 http://spcala.com/special_events/worldspayday.php

Page 42: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

42

Binnen enkele jaren worden mensen verplicht om hun kat te castreren/steriliseren en chippen, wanneer ze van eigenaar verandert, volgens het “Meerjarenplan voor de sterilisatie van katten", van de FOD Volksgezondheid.54 De vraag is natuurlijk wie dat gaat controleren en hoe men dat zal doen.

Met het chippen kan men verloren dieren terug herenigen met het baasje en moet ook het dumpen worden tegen gegaan. Beide verplichtingen moeten resulteren in een daling asiel- en zwerfkatten.

Mensen die van plan zijn om hun huisdier te dumpen, zullen echter waarschijnlijk niet de moeite nemen om enkele maanden vooraf met hun dier naar de dierenarts te gaan om te voldoen aan de wettelijke verplichtingen…

Lage kostprijs sterilisaties/castraties

Gemeenten kunnen hun burgers ook aanmoedigen door het geven van kortingsbonnen voor een castratie van de huiskat.55

Deze ingreep zou aan een veel lagere prijs moeten kunnen uitgevoerd worden, net zoals in Amerika, met eventuele Low-Cost Clinics. Dit zijn ziekenhuizen waarbij men enkel castraties/sterilisaties uitvoert.56

In Amerika heeft men ook ‘spay days’. Dagen waarbij de kostprijs voor het castreren van het huisdier enorm gereduceerd is, soms tot 5 $.57 Er zijn zelfs organisaties waarbij de eigenaar 5 $ krijgt, wanneer hij zijn huisdier laat castreren.

Figuur 25: Gratis castratie/sterilisatie58 Figuur 36: Low-cost spay/neuter scooter59

53 https://writeandrescue.wordpress.com/2012/05/ 54 http://www.health.belgium.be/eportal/AnimalsandPlants/19078427 55 http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=RB35M5F2 56 http://www.okhumane.org/news/a-day-in-the-life-of-a-spayneuter-community-liaison 57 http://blog.paws.org/2012/02/spay-day-2012.html 58 http://community.statesmanjournal.com/blogs/petadvice/2012/09/18/some-people-may-qualify-to-get-their-cats-spayed-and-neutered-for-free/ 59 http://thedogwalkersandiego.wordpress.com/category/spay-and-neuter/

Page 43: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

43

Figuur 37: Korting castratie/sterilisatie/identificatiechip60

Vroegcastratie

De kostprijs voor het steriel maken van het huisdier is echter niet altijd het probleem.

Mensen zijn vaak niet op de hoogte van het feit dat een kat zo snel een nestje kan krijgen (tussen vier en zes maanden is dit mogelijk) of ze staan er niet bij stil. Mensen moeten dus goed geïnformeerd worden.

Figuur 38: Affichecampagne61

60 https://www.facebook.com/DelcoSPCA 61 http://fixatfour.com/

Page 44: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

44

Minder katten in het asiel

Mensen die een kat willen, moeten op de hoogte gebracht worden van het feit dat een asielkat reeds met alles in orde is. Deze is gevaccineerd, gecastreerd en gechipt. De kostprijs voor een asielkat bedraagt gemiddeld 100 { 120 €, wat beduidend meer is dan een gratis katje.

Dat gratis katje met al deze zaken in orde brengen, kost echter meer dan de aankoop van een asielkat:

vaccinatie: gemiddeld 25 €; castratie kater: gemiddeld 65 €; castratie kattin: gemiddeld 100 €; chip: gemiddeld 50 €.

Een huisdier is niet voor even maar voor het leven

Mensen moeten ook gewaarschuwd worden voor het feit dat de aanschaf van een dier een engagement van jaren vraagt. Een dier moet men niet kopen voor één jaar, tot men op vakantie gaat. De aanschaf van een dier brengt een verantwoordelijkheid met zich mee.

Het dier kost een aanzienlijk bedrag in dagelijks onderhoud, men moet minstens eenmaal per jaar naar de dierenarts, het vraagt tijd… De stad Gent heeft onlangs zo’n campagne gelanceerd: “Koop geen kat in een zak”.62

Figuur 39: Affichecampagne63

62 http://www.gent.be/eCache/THE/1/80/074.cmVjPTE4MDA5MQ.html 63 http://www.gent.be/eCache/THE/4/134.cmVjPTE3OTkxMA.html

Page 45: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

45

Rato vzw

Uit de enquête die werd afgenomen bij de gemeenten (Rato, 2012) kwam naar voor dat de meerderheid (64 %) van de Oost-Vlaamse gemeenten nood heeft aan een gecoördineerde aanpak vanuit de provincie.

Rato vzw is bezig met het ontwerpen van educatieve pakketten voor schoolkinderen. Het is belangrijk om hier zo vroeg mogelijk mee te starten, zodat de kinderen zelf met een bewust beeld opgroeien. Daarnaast is de impact van een kinderboodschap naar de ouders toe heel groot. Wanneer de kinderen thuis komen vertellen dat het toch beter is om de kat geen kittens te laten krijgen, gaan ouders er misschien wel naar luisteren.

Voor het kleuteronderwijs zijn een aantal stagiaires bezig met het ontwikkelen van een educatief prentenboek en een educatief lespakket. Voor de lagere school werken we aan de ontwikkeling van een educatief gezelschapsspel, alsook een educatief lespakket.

Daarnaast is er ook een digitale FAQ-folder gemaakt voor de ambtenaren van de milieudienst. Deze folder is er gekomen na een mailing bij de milieudiensten. De ambtenaren werden bevraagd naar de veel gestelde vragen over zwerfkatten waarmee ze te maken krijgen. Deze vragen werden gebundeld en voorzien van het correcte antwoord.

Voor de gemeenten die reeds TNR toepassen in Oost-Vlaanderen werd een folder ontwikkeld voor de burger. Mensen zullen vast wel met enkele vragen zitten en de folder komt tegemoet aan de meest voorkomende vragen. Er wordt uitgelegd waarom men het zwerfkattenprobleem volgens de TNR-methode aanpakt. Er wordt uitgelegd welke klachten zullen verdwijnen, waarom de katten moeten terugkeren en wat de burger eventueel zelf aan het probleem kan doen.

Verminderen van huidige populatie

TNR

Op plaatsen waar er zich problemen voordoen is TNR de aangewezen methode om de problematiek en overlast aan te pakken.

Om dit alles vlot te laten verlopen is er een gestandaardiseerd protocol nodig.

Hierin moeten alle afspraken vermeld staan:

de kostprijs van de dierenartsen; welke behandelingen gaat de dierenarts toepassen; wanneer is een dier te ziek en wordt het geëuthanaseerd; wat met drachtige katten; wat gaat men doen met zogende kittens; waar gaat men de katten opvangen; hoeveel tegelijk; de juiste werkwijze van TNR beschreven.

Daarnaast is het van belang dat het budget bij aanvang van het project voldoende groot is.

Het heeft geen zin om vb. acht maanden TNR toe te passen en dan vier maanden te moeten wachten op het nieuwe budget van het volgende jaar. Die acht maanden zijn dan verloren moeite geweest. Wanneer men merkt dat er te weinig budget is, dan kan men dat geld beter inzetten op kattinnen dan katers, aangezien abortussen duurder zijn.

Het testen van de dieren wordt afgeraden, wegens te duur en niet effectief. Het vaccineren wordt dan weer wel aangeraden.

Page 46: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

46

Tamme katten ter adoptie

Tamme katten die men vangt in de vangkooi moet men ter adoptie plaatsen in een asiel of kattenopvang. Dieren die gesocialiseerd zijn, kunnen op die manier kans maken op een nieuwe thuis. Dat zorgt er ook voor dat er minder katten terug moeten naar de oorspronkelijke locatie.

Kittens socialiseren (niet standaard)

Indien er binnen de kolonie heel wat jonge kittens aanwezig zijn, kan men opteren om deze te socialiseren. Dit mag men echter niet als standaard regel aanhouden, dit moet men echt situatie per situatie bekijken.

Boerderijkatten

Wanneer er op een bepaalde plaats te veel verwilderde katten aanwezig zijn, kan men opteren om deze katten steriel aan boerderijen te geven. Ze kunnen daar muizen en dergelijke vangen. En er moeten minder katten terug naar de oorspronkelijke locatie gebracht worden.

Figuur 40: Boer zoekt kat64

Grensoverschrijdend werken

De ideale situatie zou zijn dat Oost-Vlaanderen kan functioneren zoals de provincie Limburg.

Bijna alle gemeenten/steden werken daar volgens hetzelfde protocol, volgens TNR, met een aantal goede asielen, aan lage kostprijzen bij de dierenarts...

Dit heeft als voordeel dat buurgemeenten geen hinder ondervinden bij de uitvoering van hun TNR-project. Katten kennen immers geen gemeentegrenzen.

Daarnaast luidt nog altijd de leuze: “Samen staan we sterk”. Wanneer men met alle gemeenten samen kan onderhandelen bij de dierenartsen kan men zich aan een veel goedkoper tarief verbinden, waardoor men het project grootschaliger kan aanpakken bij de opstart.

64 http://www.veersecourant.nl/_berichten/100527%20boer%20zoekt%20kat/boer%20zoekt.html

Page 47: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

47

Men kan dan voor hetzelfde budget veel meer katten castreren. Men kan ook samenwerken voor grootschalige acties.

De vergelijking van de gemiddelde prijzen voor castratie/sterilisatie tussen Oost-Vlaanderen en Limburg is hallucinant.

Behandeling Oost-Vlaanderen Limburg

Castratie kater 45 € 15 €

Castratie kattin 91 € 35 €

Euthanasie 41 € 10 €

Vergelijking 1: Gemiddelde prijzen Oost-Vlaanderen vergelijken met TNR-afspraken provincie Limburg

Gemeenten begeleiden met opstart

Veel milieuambtenaren zijn nog niet volledig op de hoogte van de TNR-aanpak.

Het is ook niet eenvoudig om dergelijk project op te starten.

Begeleiding van gemeenten is zeker een belangrijk onderdeel. Zij moeten immers hun burgers op de correcte manier kunnen informeren.

Ook moeten zij samenwerken met bepaalde organisaties en dergelijke meer. Het is ook van belang dat ze over een goede achterban van vrijwilligers kunnen beschikken.

Probleemgebieden qua biodiversiteit

Waar de biodiversiteit bedreigd wordt kan men opteren voor het wegvangen van de zwerfkatten naar andere gebieden. Voorwaarde hierbij moet wel zijn dat er een stop is van de influx van nieuwe dieren. Anders ontstaat er een vacuümeffect en blijft men dweilen met de kraan open. Een andere mogelijkheid is het beschermen van nesten, voornamelijk bij grondbroeders.

Gecontroleerd voederen

Het al dan niet voederen van zwerfkatten… het blijft een moeilijke kwestie, met voor- en tegenstanders voor beide standpunten:

meer voedsel leidt tot meer katten; maar minder voedsel leidt niet tot minder katten.65

In principe is men tegenstander voor het bijvoederen van zwerfkatten. Dit kan leiden tot het niet meer verdedigen van het territorium, de katten zijn sterker, waardoor de nakomelingen meer kans hebben op overleven…

Op plaatsen waar het welzijn van de katten sterk gedaald is (sterke parasietenbesmetting, uitgemergelde dieren…) kan men kiezen voor het gecontroleerd voederen (wat de overheid ook van plan is om te verplichten aan de gemeenten binnen het K.B. voor zwerfkatten).

65 http://www.health.belgium.be/

Page 48: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

48

Dit is echter niet zo eenvoudig. Men moet opletten dat er niet te veel voedsel wordt bijgevoederd, want dan verdedigen de katten hun territorium minder en ontstaat er dus ook bij TNR een vacuümeffect. Dat is iets wat wel eens besproken wordt bij Amerikaanse studies waar TNR faalt. Daarnaast zorgt overschot aan voer voor een stijging van pestsoorten.

Natuurlijk is het ook zo dat voederaars (mensen die op eigen houtje de katten in de buurt voederen) niet gaan toekijken hoe een kat verder verzwakt en uiteindelijk sterft van de honger.

Deze mensen zou men dan in het beleid kunnen inschakelen, door hen gecontroleerd te laten voederen wanneer ze in het bezit zijn van een voederpas. Op die manier kan de stad/gemeente inschatten hoe de situatie in de praktijk is. Daarnaast kunnen deze mensen een oogje in het zeil houden en kunnen ze nieuw gedumpte katten binnen de kolonie opmerken. Op die manier kan men snel ingrijpen door de nieuwkomers mee te nemen naar de dierenarts. Ook het welzijn van de dieren stijgt, hun lichamelijke gezondheid wordt beter, ze hebben minder parasietenbesmettingen, wat resulteert in minder overdracht naar huisdier en mensen.

Van groot belang is het (proberen) geheim houden van deze voederplaatsen. Wanneer mensen dit weten is dat alweer een reden om de huiskat met een gerust geweten te dumpen, want ze zal daar wel goed zitten…66

Het nadeel hierbij is de kostprijs van het voer. Dierenwinkels en/of dierenvoederproducenten zijn vaak bereid om voedsel dat ze niet meer mogen verkopen omdat de houdbaarheidsdatum verstreken is, weg te geven aan dergelijke projecten. Dit voer mag nog zes maanden gegeven worden, zonder dat het zijn nutritionele waarde verliest.

Daarnaast moet de gemeente kunnen beschikken over voederaars met verstand van zaken. De mensen moeten weten dat het geven van te veel voeder in het nadeel van de katten is. Er zijn wel al tal van zwerfkattenorganisaties actief die zeker bereid zullen zijn om zelf te voederen of andere mensen op te leiden.

66 http://www.alleycat.org/

Page 49: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

49

Algemene conclusie:

Een goede, volledige, aanpak van het zwerfkattenprobleem omvat een combinatie van methoden en een samenwerking tussen tal van diensten/organisaties/personen.

Het is vooreerst van belang om een aangroei van de populatie te reduceren door de burger te sensibiliseren, door hem aan te moedigen zijn verantwoordelijkheid te dragen, door hem te educeren over de oorzaken en gevolgen van onverantwoord huisdierbezit.

Men kan hier niet vroeg genoeg mee starten: educatie vanop de schoolbanken is geen overbodige luxe.

Naast het voorkomen van een aangroei moeten het probleem aangepakt worden dat zich nu stelt. Mensen ondervinden overlast van zwerfkatten en daar moet iets aan gedaan worden.

Er zijn al steden/gemeenten, waaronder Ukkel, die mensen verbieden hun intacte kat buiten te laten komen. Wie zijn intacte kat toch buiten laat, krijgt hiervoor een boete van 250 €. Dit is ook een mogelijke maatregel die veel problemen kan voorkomen, maar ook hier weer de vraag: "Hoe gaat men dit controleren"?

De meest effectieve methode om het huidige kattenprobleem aan te pakken, is TNR. Bij de opstart van TNR moet men goed nadenken over een protocol. Belangrijk hierbij is dat alle betrokken partijen op de hoogte zijn van de genomen afspraken en zich goed voelen bij de genomen beslissingen.

De provincie kan hierin een coördinerende rol spelen door de gemeenten te begeleiden bij de opstart en uitvoering. Daarnaast kan ze mee onderhandelen voor een goede prijs bij dierenartsen waardoor het probleem effectiever kan aangepakt worden.

Page 50: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

50

Lijst van figuren en vergelijkingen

Figuren

Figuur 1: Afkomst Felis sylvestris catus (op basis van mitochondriaal DNA) ........................................... 3

Figuur 2: Stray cat .............................................................................................................................................................. 6

Figuur 3: Feral cat .............................................................................................................................................................. 6

Figuur 4: Sensibiliseringscampagne ....................................................................................................... 7

Figuur 5: Kolonie zwerfkatten ...................................................................................................................................... 9

Figuur 6: Kattenkrabziekte ......................................................................................................................................... 10

Figuur 7: Ringworm bij de kat en bij de mens .................................................................................................... 11

Figuur 8: Cyclus spoelwormen kat .......................................................................................................................... 12

Figuur 9: Spoelwormen bij de mens ....................................................................................................................... 12

Figuur 10: Toxoplasmose cyclus ............................................................................................................................... 13

Figuur 11: Kat met niesziekte .................................................................................................................................... 14

Figuur 12: Cocktailvaccin PureVax .......................................................................................................................... 15

Figuur 13: Uitgemergelde kat .................................................................................................................................... 16

Figuur 14: Kat bij vuilniszakken ............................................................................................................................... 16

Figuur 15: Sproeiende kat .................................................................................................................................. 16

Figuur 16: Grafiek overlast Oost-Vlaanderen...................................................................................................... 16

Figuur 17: Kat met konijn ............................................................................................................................................ 19

Figuur 18: Kat met vogel ............................................................................................................................................. 19

Figuur 19: Kat zoekt boer ............................................................................................................................................ 23

Figuur 20: Bepaald gebied heeft draagkracht voor 5 katten ........................................................................ 25

Figuur 21: Gebied wordt leeggehaald maar draagkracht is nog steeds aanwezig .............................. 25

Figuur 22: Katten uit nabijgelegen gebieden worden aangetrokken door lege gebied .................... 26

Figuur 23: Katten wegvangen versus TNR in Chicago .................................................................................... 27

Figuur 24: Katten wegvangen versus TNR in Chicago ..................................................................................... 31

Figuur 25: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Ranst ................................................ 32

Figuur 26: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Wommelgem ................................. 33

Figuur 27: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Limburg ........................................... 35

Figuur 28: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Wetteren ......................................... 35

Figuur 29: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Lier .................................................... 36

Figuur 30: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Machelen ........................................ 37

Figuur 31: Overzicht behandelde katten via de TNR-methode in Boechout .......................................... 38

Figuur 32: Affichecampagne ...................................................................................................................................... 41

Figuur 33: Affichecampagne ...................................................................................................................................... 41

Figuur 34: Affichecampagne ...................................................................................................................................... 41

Page 51: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

51

Figuur 35: Gratis castratie/sterilisatie .................................................................................................................. 42

Figuur 36: Low-cost spay/neuter scooter ........................................................................................................... 42

Figuur 37: Korting castratie/sterilisatie/identificatiechip .......................................................................... 43

Figuur 38: Affichecampagne ...................................................................................................................................... 43

Figuur 39: Affichecampagne ...................................................................................................................................... 44

Figuur 40: Boer zoekt kat ............................................................................................................................................ 46

Vergelijking Vergelijking 1: Gemiddelde prijzen Oost-Vlaanderen vergelijken met TNR-afspraken provincie Limburg ............................................................................................................................................................................... 47

Page 52: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

52

Bronnenlijst Artikels Baker, P., Molony, S., Stone, E., Cuthill, I., Harris, S. (2008). Cats about town: Is predation by free-ranging pet cats Felis catus likely to affect urban bird populations? Ibis, 150 (1), 86-99. Balogh, A., Tyder, T., Marra, P. (2011). Population demography of Gray Catbirds in the suburban matrix: Sources, sinks and domestic cats. Journal of Ornitology. Barrows, P. (2004). Professional, ethical, and legal dilemmas of trap-neuter-release. JAVMA, 225 (9), 1365-1369. Bradshaw, J., Horsefield, G., Erasmus, B., Van Rensburg, P., Skinner, J., Howell, P. et al. (1999). Feral cats: Their role in the population dynamics of Felis catus. Applied Animal Behavior Science, 65, 273-283. Calver, M., Grayson, J., Lilith, M., Dickman, C. (2011). Applying the precautionary principle to the issue of impacts by pet cats on urban wildlife. Biological Conservation, 144, 1895-1901. Courchamp, F., Langlais, M., Sugihara, G. (1999). Cats protecting birds: Modelling the mesopredator release effect. Journal of Animal Ecology, 68, 282-292. Dabritz, H., Atwill, E., Gardner, I., Miller, M., Conrad, P. (2006). Outdoor fecal deposition by free-roaming cats and attitudes of cat owners and nonowners toward stray pets, wildlife and water pollution. Journal of the American Veterinary Medical Association, 229, 74-81. Dorny, P., Speybroeck, N., Verstraete, S., Baeke, M., De Becker, A., Berkvens, D. et al. (2002). Serological survey of Toxoplasma gondii, feline immunodeficiency virus and feline leuaemia virus in urban stray cats in Belgium. The Veterinary Record, 151, 626-629. Driscoll, A., Menotti-Raymond, M., Roca, A., Hupe, K., Johnson, W., Geffen, E. et al. (2007). The near Easter origin of cat domestication. Science, 317, 519-522. Farnworth, M., Campbell, J., Adams, J. (2011). What's in a name?: Perceptions of stray and feral cat welfare and control in Aotearoa, New Zeeland. Journal of Applied Animal Welfare Science, 14, 59-74. Foley, P., Foley, J., Levy, J., Paik, T. (2005). Analysis of the impact of trap-neuter-return programs on populations of feral cats. Journal of the American Veterinary Medical Association, 227, 1775-1781. Fougere, B. (2000). Cats and wildlife in the urban environment: A review. 9th Urban Animal Management Conference, Hobart, Tasmania. George, W. (1978). Domestic cats a density independent hunters and "surplus killers". Carn. Gen. Newsl. 3 (8), 282-287. Gibson, K., Keizer, .K., Golding, C. (2002). A trap, neuter and release program for feral cats on Prince Edward Island. Canadian Veterinary Journal, 43, 695-698. Gunther, I., Terkel, J. (2002). Regulation of free-roaming cats (Felis silvestris catus) populations: A survey of the literature and its application to Israel. Animal Welfare, 11, 171-188.

Page 53: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

53

Heidemann, G., Vauk, G. (1970). Zur Nahrungsökologie "wildernder" Hauskatzen (Felis sylvestris f. catus). Z. Säugtierk., 35, 185-190. Horzinek, M, Thiry, E. (2011). Vaccination of dogs and cats: no longer so controversial? The Veterinary Record, 7 (168), 480-482. Hughes, K., Slater, M., Haller, L. (2002). The effects of implanting a feral cat spay/neuter program in a Florida County Animal Control Service. Journal of Applied Animal Welfare Science, 4, 285-298. Huyser, O., Ryan, P., Cooper, J. (2000). Changes in population size, habitat use and breeding biology of lesser sheathbills (Chionis minor) at Marion Island: Impacts of cats, mice and climate change? Biological Conservation, 92, 299-310. Jansman, H., Müskens, G. (2001).Sectieresultaten verwilderde katten Vlieland. Jongman, E., Karlen, G. (1996). Trap, neuter and release programs for cats: A literature review on an alternative control method of feral cats in defined urban areas. Urban Animal Management Conference Proceedings. Julie, K. at al. (2004) Humane strategies for controlling feral cat populations. JAVMA, 225, 9, 1354-1360 Levy, J., Gale, D., Gale, L. (2003). Evaluation of the effect of a long-term trap-neuter-return and adoption program on a free-roaming cat population. JAVMA, 222 (1), 42-46. Levy, J., Crawford, P. (2004). Humane strategies for controlling feral cat populations. Journal of the American Veterinary Medical Association, 225, 1354-1360. Levy, J., Miller, L., Crawford, C., Ritchey, J., Ross, M., Fagerstone, K. (2004). GnRH immunocontraception of male cats. Theriogenology, 62, 1116-1130. Liberg, O. (1984). Home range and territoriality in free ranging house cats. Acta Zool. Fennica, 171, 283-285. Luria, B., Levy, J., Lappin, M., Breitschwerdt, E., Legendre, A., Hernandez, J. et al. (2004). Prevalence of infectious diseases in feral cats in Northern Florida. Journal of Feline Medicine and Surgery, 6, 287-296. Natoli, E., Maragliano, L, Cariola, G., Faini, A., Bonanni, R., Cafazzo, S. et al. (2006). Management of feral domestic cats in the urban environment of Rome (Italy). Preventive Veterinary Medicine, 77, 180-185. Niewold, F.(1986). Voedselkeuze, terreingebruik en aantalsregulatie van in het veld opererende huiskatten Felis catus L., 1758. Lutra, 29, 145-187. Nogales, M., Martin, .A., Tershy, B. (2004). A review of feral cat eradiction on islands. Conservation Biology, 18, 310-319. Nutter, F., Levine, J., Stoskopf, M. (2004). Reproductive capacity of free-roaming domestic cats and kitten survival rate. JAVMA, 225, 1399-1402.

Page 54: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

54

Perry, G. (1999). Cats: Perceptions and misconceptions: Two recent studies about cats and how people see them. Proceedings of the 8th National Conference on Urban Animal Management in Australia. Australian Veterinary Association. Peterson, M., Hartis, B., Rodriguez, S., Green, M., Lepczyk, C. (2012). Opinions from the front Lines of cat colony management conflict. Plos One, 7 (9), 1-7. Robertson, S. (2008). Review article: A review of feral cat control. Journal of Feline Medicine and Surgery, 10, 366-375. Slater, M. (2004). Understanding issues and solutions for unowned, free-roaming cat populations. Javma, 225 (9), 1350-1354. Stoskopf, M., Nutter, F. (2004). Analyzing approaches to feral cat management – one size does not fit all. JAVMA, 225 (9), 1361-1364. Tabor, R. (1980) The ecology and control of feral cats: Proceeding of symphosium, London. Tennent, J., Downs, C., Bodasing, M. (2009). Management recommendations for feral cat (Felis catus) populations within an urban conservancy in KwaZulu-Natal, South Africa. South African Journal of Wildlife Research, 39 (2), 137-142. Tilborghs, G. Wonen en gezondheid. Ministerie van Vlaamse Gemeenschap, 2005. Van Den Berge, K.(2009). Populatieregeling verwilderde katten na 2010: Beknopt literatuuronderzoek met het oog op bepaling van de verdere strategie – Advies van het Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek (INBO.A.2009.72). Instituut voor Natuur- en Bosonderzoek, Brussel. Van Gucht, S, Le Roux, I. (2008) Rabies control in Belgium: from eradication in foxes to import of a contaminated dog. Vlaams Diergeneeskundig Tijdschrift, 2008, 77 Woods, M., McDonald, R., Harris, S. (2003). Predation of wildlife by domestic cats in Great Britain. Mammal Society, Mammalian Review, 33, 174-188. Zavaleta, E., Hobbs, R., Mooney, H. (2011). Viewing invasive species removal in a whole-ecosystem context. Trends in Ecology & Evolution, 16 (8), 454-459. Boeken Fitzgerald, B., Turner, D. (2000). Hunting behavior of domestic cats and their impact on prey populations. In: Turner, D., Baterson, P. (Ed.): The domestic cat: The biology of its behavior. Second ed. Cambridge University Press, Cambridge, 151-175. Miller, L., Zawistowski , S. (2004). Shelter Medicine for Veterinarians and Staff. Iowa: Blackwell Publishing Slater, M. (2005). The welfare of feral cats. In: Rochlitz, I. (ed): The welfare of cats. Dordrecht: Springer, 141-176.

Tabor, R. (1981). General biology of feral cats. In: Universities Federation for Animal Welfare (ed.), The ecology and control of feral cats. University of London: Potters Bar, Hertfordshire, 5-11.

Page 55: Def versie Hoe pakt men het zwerfkattenprobleem het beste aan

55

Email en/of telefonisch contact De Vriese, E. (2012): email 05/11/2012 Milieudienst Ranst: email 20/11/2012 Milieudienst Wommelgem: email 12/11/2012 Milieudienst Wetteren: email 15/11/2012 Milieudienst Lier: email 22/11/2012 Milieudienst Machelen: email 14/11/2012 Milieudienst Boechout: email 23/11/2012 Milieudienst gemeente Hoogstraten: email Porters, N. (2012): email 09/09/2012 Vogelbescherming Oost-Vlaanderen, 2012: telefonisch contact 23/11/2012 Onuitgegeven materiaal Dienst dierenwelzijn, provincie Limburg: PPT presentatie "TNR" Kerselaers, W. (2011): PPT presentatie "Zwerfkatten".


Recommended