1
DIDACTISCHE OPDRACHT
AARDRIJKSKUNDE 3 1. ARTIKEL PASSEND BIJ MOESSON-AZIE
1.1 ARTIKEL 1
.
1 Tijdschrift : QUEST p 97, 08/2014 auteur: L., Geelen.
2
1.2 ANALYSE
1.2.1 LEERVRAAG EN LEERPLANDOEL
WAAR KOMT WIND VANDAAN?
Leerplandoelen die we aan dit artikel kunnen koppelen:
4.6 Klimaat en vegetatie (eerste graad, eerste jaar).
2 De overeenkomsten en verschillen tussen weer en klimaat verwoorden. 3.1 Temperatuur- en neerslag verschillen binnen België en /of Europa uit cijfers, grafische
voorstellingen en kaarten aflezen en vergelijken met deze van Ukkel. 3.3 De dominerende windrichting, de gemiddelde jaarneerslag en de gemiddelde jaartemperatuur
van Ukkel als parate kennis kunnen gebruiken. 3.4 Weerrecords vergelijken met de normale waarden van Ukkel 5 Voor enkele factoren eenvoudig uitleggen hoe ze het weer en het klimaat beïnvloeden.
4.4 Verschillen tussen agrarische regio’s (tweede graad, eerste jaar).
3 Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de relatie tussen
klimaat, hydrografie, bodem, bevolkingsdruk en de agrarische mogelijkheden in een droogte gebied afleiden.
6 Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de relaties tussen plantagelandbouw en de fysische en sociale omstandigheden nagaan.
7 Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de onderlinge relaties tussen de intensieve rijstteelt en de fysische omstandigheden en de bevolkingsdichtheid in de regio Moesson-Azië nagaan.
8 Door analyse van beelden, van kaarten en van andere informatiebronnen de kenmerken van de landbouw in een regio van Noord-Amerika in relatie brengen met de natuurlijke omstandigheden en met de invloed van de mens.
1.2.2 SITUEREN IN REGIO/STREEK
Dit artikel vertel mooi het verhaal wat zich afspeelt in Moesson-Azië. Natuurlijk is wind niet enkel daar
aanwezig, maar omdat het wel een leerplandoel is in de 2de graad ga ik dit artikel situeren in Moesson-Azië.
3
1.2.3 SAMENVATTING EN MOEILIJKE WOORDEN
wind ontstaat door dat er temperatuurs verschillen opduiken tussen land en water, dit doordat water
langzamer afkoeld of opwarmd, en omgekeerd voor land. Warme lucht stijgt, dit kunnen we afleiden als we
denken aan een luchtballon. Wanneer de lucht stijgt heb je te maken met een lage drukgebied. Het
omgekeerde verkrijg je met koude lucht dat daalt, hier krijg je een hoog drukgebied en drukt de lucht als het
ware. Wanneer we dit berijpen is het gemakkelijk om de richting van de wind te bepalen, de wint gaan namelijk
altijd van een hoge druk naar een laag drukgebied. Ook dit is logisch als je denkt aan lucht dat wordt samen
gedrukt en dat wilt ontsnappen.
1.2.4 STRUCTUURSCHEMA
1.2.5 ANTWOORD OP LEERVRAAG EN KRITISCHE ANALYSE
Het artikel is een mooie aanvulling op de leerstof omdat het gaat over het ontstaan van wind in het algemeen.
Het artikel legt duidelijk uit hoe wind gevormd word op een gemakkelijke manier. Vervolgens kunnen de
leerlingen vanuit deze kennis vertrekken om een beeld op te bouwen over hoe wind ontstaat. Wanneer ze dit
goed begrijpen en wanneer we dan naar de elementen kijken die moesson Azië kijken heeft (zoals zee (vocht) )
en de richting van de wind kunnen de leerlingen hieruit moesson Azië uit besluiten en de fysische elementen al
4
deels verklaren. Dit artikel is dus geen realisatie van een leerplandoel maar zeker een mooie aanvulling.
Inhoudelijke klopt dit artikel, en komt het goed overeen met de leerstof en leerplandoelen. Ik denk wanneer
leerlingen een artikel zoals dit zelf kunnen verwerken, en hier rond een klein opdrachtje kunnen maken
bijvoorbeeld ze heel fel geholpen zijn voor de fysische eigenschappen van Moesson Azië te kunnen begrijpen.
En ook ruimer dan dat, ze kunnen door dit te doen ook wind in het algemeen verklaren en toepassen op andere
voorbeelden en streken.
1.2.6 DIDACTISICHE INTERGRATIE VAN DE ACTUALITEIT IN DE LES AARDRIJKSKUNDE
1. Opdracht ‘voortaak’ :
Maak per groepje van 4 een animatie over hoe wind ontstaat. Dit mag m.b.v. een PPT, een stopmotion
filmpje, een flipboekje, … zorg dat alle elementen van het artikel duidelijk en simpel worden getoond.
Wees creatief.
2. Opdracht ‘na taak’ :
Bewerk een kaart zodanig dat de fysische eigenschappen van Moesson Azië duidelijke worden. Neem
een kaart wat inzoomt op moesson Azië en bewerk deze m.b.v. foto’s, artikels, teksten, … zodat de
essentie van een moessongebied duidelijk wordt.
3. Motivatie fase:
Welke eigenschappen heb je allemaal nodig om wind te krijgen? Leidt dit af uit je artikel en noteer op
het bord.
4. Instap: probleemstelling;
wat is de link tussen klimaat (artikels van o.a. wind.) en rijstteelt.
5. Denkvraag:
Leg het proces hoe wind ontstaat uit, maar elk stapje aan de hand van een dagdagelijks voorwerp of
voorbeeld. Hiervoor mag je opzoekingen doen op de computer.
5
2. ARTIKEL PASSEND BIJ DE 3H’S + 1H
2.1 ARTIKEL 2
2 Tijdschrift : QUEST p 94, 11/2014 auteur: M., Traa.
6
2.2 KLEINE ANALYSE
2.2.1 LEERVRAAG EN LEERPLANDOEL
WAT? EEN KLOOF. WAAR? GROENLAND. WAAROM DAAR? MEANDERENDE RIVIER.
Leerplandoelen die we aan dit artikel kunnen koppelen:
4.1 Terreinwerk (eerste graad, eerste jaar)
3 Bewondering en verwondering voor de schoonheid van een landschap opbrengen en leren om open ruimten als waardevol, duurzaam, maatschappelijk bezit te waarderen.
4.4 reliëf (eerste graad, eerste jaar)
1 Op het terrein en op foto’s het gelief waarnemen en beschrijven door middel van kenmerken van de 3 visuele reliëfelementen.
2 Op het terrein en of op foto en vanuit de richting van afstromend water hoogteverschillen en hellingsvlakken onderscheiden.
3 Op het terrein en op foto de belangrijkste reliëfvormen herkennen en benomen.
4.10 landschappelijke verkenning van Europa
3 De waargenomen landschappen op de referentie kaart van Europa situeren.
2.2.2 KLEINE OMSCHRIJVING
Er is een kloof gevonden onder de kilometers dikke ijslaag in Groenland. Dit heeft alles met reliëf te maken. Dus
kan een mooie uitbreiding zijn bij een les over het reliëf.
7
3. ARTIKEL PASSEND BIJ ‘GROTE STAD’
3.1 ARTIKEL 3
3 Bron: Het Belang Van Limburg, 24/04/15, p 19 auteur: C., Nelis,
8
3.2 KLEINE ANALYSE
3.2.1 LEERVRAAG EN LEERPLANDOEL
DE OORZAKEN VAN EEN STAD EN WAAROM?
Leerplandoelen die we aan dit artikel kunnen koppelen:
4.7 Bebouwing en bevolking (eerste graad, eerste jaar)
2.4 Leerlingen ontdekken, beschrijven of verwoorden lokalisatiekoppels in steden en verstedelijkte kernen.
2.6 In de eigen leefruimte aan de hand van eenvoudige waarnemingen verschillen inzake woonkwaliteit tussen verschillende wijken vaststellen.
5. Een aantal problemen van ‘overbelasting’ voor de mens en milieu in bebouwde kernen vaststellen en bespreken.
3.2.2 KLEINE OMSCHRIJVING
Wanneer de les gaat over de stad en de voor en nadelen van leven in de stad, komt er altijd afval bij. Dit is een
actueel artikel waar een probleemstelling inzit voor een les dat bijvoorbeeld gaat over de problemen in een
stad.
9
4. ARTIKEL PASSEND BIJ TOERISME
4.1 ARTIKEL 4
4 Tijdschrift : QUEST p 60, 07/2014 auteur: F., Pot.
10
4.2 KELINE ANALYSE
4.2.1 LEERVRAAG EN LEERPLANDOEL
WAT HOUDT EEN WERELDREIS JUIST IN?
Leerplandoelen die we aan dit artikel kunnen koppelen:
4.10 toeristische landschappen
2 De waargenomen toeristische regio’s en de verschillende vormen van toerisme op een
thematische kaart toerisme van Europa situeren 3 Voor een toeristische regio in Europa het verband zoeken tussen de toeristische bestemming
en de natuurlijke en of de menselijke aantrekkingsfactoren en de begeleidende factoren.? 4.1 Via een begeleid zelfstandig groepswerk de verscheidenheid aan toeristische regio’s in België
vestellen. 4.3 Het eigen reisgedrag en dat van mijn klasgenoten in vraag durven stellen.
4.2.2 KLEINE OMSCHRIJVING
Dit artikel kan een leuk tussendoortje zijn bij een les dat gaat over toerisme. Leerlingen zijn dan eventueel bezig
over reizen en wereldreizen, en dit artikel legt op een heel luchtige manieruit wat een wereld reis is en een
beetje geschiedenis van een wereldreis.