Landelijk Symposium
Agressie en veiligheid in de verstandelijk gehandicaptensector
De Context Ontwikkelingen in verstaan en (be)handelen
Euregionaal Congresbureau
11 december 2014 Eindhoven
Dr. Wil H.E. Buntinx [email protected]
“Er is niets zo prak/sch als een goede theorie” (Kurt Lewin)
3
Wetenschappelijke ontwikkelingen
Context van ondersteuning De manier van kijken naar probleemgedrag beïnvloedt ons handelen en behandelen.
Maatschappelijke ontwikkelingen
OrganisaLe ontwikkelingen Structuur van het ondersteuningsproces
ImplicaLes voor behandeling
4
1. Wetenschappelijke ontwikkelingen
De Context
Defectmodellen van verstandelijke beperking
Probleem ‘in’ de persoon
-‐ syndroom -‐ geneLsche afwijking -‐ ontwikkelingsstoornis centraal zenuwstelsel -‐ intelligenLetekort -‐ ontwikkelingsachterstand -‐ tekort aan vaardigheden
weinig tot niet beïnvloedbaar
Pathologische modellen Probleem oplossen – fixen – repareren -‐ accepteren…
van
5
Sociaal-‐ecologische modellen van verstandelijke beperking
Probleem in de interac8e ‘persoon-‐omgeving’
-‐ verhouding tussen competenLes van de persoon en verwachLngen in seVngs -‐ funcLoneren is dynamisch, aXankelijk
van de seVng en ontwikkeling persoon -‐ omgeving en ondersteuning bepalen
mee (kansen, belemmeringen) van het funcLoneren
Beïnvloedbaar door ondersteuning! Bevorderen van kwaliteit van bestaan…
Wetenschappelijke ontwikkelingen
naar
De Context
6
Sociaal-‐ecologisch model van de omgeving
Persoon
microsysteem
mesosyseem
exosysteem
macrosysteem
chronosysteem
(U. Bronfenbrenner)
7
Sociaal-‐ecologisch model
Persoon
mesosyseem
exosysteem
macrosysteem
chronosysteem
(U. Bronfenbrenner)
microsystemen Microsysteem: SeVng = Plaats Face-‐to-‐face relaLes Elementen = AcLviteit Rol interpersoonlijke relaLes
8
Sociaal-‐ecologisch model
Persoon
mesosyseem
exosysteem
macrosysteem
chronosysteem
(U. Bronfenbrenner)
microsystemen
Mesosysteem: RelaLes tussen 2 of meer seVngs Zoals: thuis, school, werk, buurt, vriendengroep,…
9
Sociaal-‐ecologisch model
Persoon
mesosyseem
exosysteem
macrosysteem
chronosysteem
(U. Bronfenbrenner)
microsystemen
Exosysteem SeVngs buiten de persoon maar die wel invloed uitoefenen op de seVngs waarin de persoon zich bevindt Zoals: zorgorganisaLe, werk van ouders, schoolbestuur, zorgkantoor…
10
Sociaal-‐ecologisch model
Persoon
mesosyseem
exosysteem
macrosysteem
chronosysteem
(U. Bronfenbrenner)
microsystemen
Macrosysteem Gemeenschappelijk tussen micro-‐, meso-‐,en exo-‐ systemen op niveau van cultuur, waarden, regels… ‘Doorwerkende’ cultuur… Zoals: wegelijke kaders, zorgvisie, sociaal-‐poliLeke kaders; bijvoorbeeld: neo-‐liberale klimaat, ‘New Public Management’ (marktwerking, controle, kostenbeheersing…)
11
2. Maatschappelijke ontwikkelingen
1948 -‐ Universele Verklaring van de Rechten van de Mens
1971 -‐ Universele Verklaring van de Rechten van Verstandelijk Gehandicapten
1975 -‐ Universele Verklaring van de Rechten van Mensen met een Handicap
1994 -‐ Standard Rules on the EqualizaLon of OpportuniLes for Persons with DisabiliLes
2006 -‐ Conven8on on the rights of persons with disabili8es
1996 / 2003 -‐ Equal opportuniLes for people with disabiliLes: a European acLon plan
2004 – Included in society (deïnsLtuLonalisering)
De Context
12
Op niveau samenleving:
• volwaardig deel uitmaken van de samenleving: ‘burgerschap’ • toegang tot alle hulpbronnen (economisch, sociaal, cultureel, zorg) • zoveel mogelijk gebruik van algemene voorzieningen • parLcipaLe: deelname aan het maatschappelijke leven
• Func/e van beleid en zorgsystemen
Op niveau individu: • Kwaliteit van Bestaan
• Func/e van individuele ondersteuning!
Maatschappelijke ontwikkelingen
158 landen hebben ondertekend (België en Nederland op 30 maart 2007) 150 landen hebben geraLficeerd (België op 2 juli 2009 -‐ Nederland ????)
Ar8kel 1 Universeel waardenkader voor poli8eke, sociale, wetenschappelijke en professionele ac8viteiten. Bevorderen en beschermen van het gelijkheidsbeginsel in de maatschappelijke parLcipaLe van alle personen met een handicap. Ar8kelen 2 en 3 DefiniLes en een aantal algemene principes. Ar8kelen 4 tot 32 Belichten verschillende domeinen van de samenleving, van gezondheid en inclusief onderwijs over werk tot socio-‐culturele acLviteiten. In elk van deze domeinen wordt toegelicht welke streefdoelen voorop gesteld worden om in dat domein de parLcipaLemogelijkheiden van personen met een beperking op gelijkwaardige basis mogelijk te maken. Ar8kelen 33 tot 39 MonitoringorganisaLes op verschillende niveaus en rapportering over gemaakte vooruitgang in elke betrokken regio. hgp://www.rijksoverheid.nl/documenten-‐en-‐publicaLes/kamerstukken/2008/03/18/vn-‐verdrag-‐inzake-‐de-‐rechten-‐van-‐personen-‐met-‐een-‐handicap.html
Domeinen Kwaliteit van Bestaan
UN-Verdrag artikelen
Personlijke ontwikkeling Art 24
Zelfbepaling Art 14, 19, 21
Interpersoonlijke relaties Art 23
Sociale inclusie Art 8, 9, 18, 20, 27, 29, 30
Rechten Art 5, 6, 7, 10, 11, 12, 13, 15
Emotioneel welzijn Art. 16, 17
Fysiek welzijn Art 16, 25, 26
Materieel welzijn Art 22, 28
RelaLe tussen de Kwaliteit van Bestaan domeinen en het VN-‐Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap
Schalock, R., Luckasson, R., Bradley, V., BunLnx, W., Lachapelle, Y. et al. (2012). User’s Guide to Accompany the 11th Edi/on of Intellectual Disability: Defini/on, Classifica/on, and Systems of Supports. Applica/ons for Clinicians, Educators, Organiza/ons Providing Supports, Policymakers, Family members and Advocates, and Health Care Professionals. Washington: AAIDD.
15
3. OrganisaLe ontwikkelingen
De Context
algemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijdsbesteding
werk
familie en relaties
gezondheidszorg
Samenleving
algemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijdsbesteding
werk
familie en relaties
gezondheidszorg
Samenleving
wonen
winkelen
onderwijs
ontspanning
werk
famile en relaLes
wonen werk
ontspanning gezondheidszorg
onderwijs
gezondheidszorg
professionals
Instelling
Dagcentra
Wooncentra
Beschermd werken
Model A
algemene diensten
algemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijdbesteding
werk
familie en relaties
gezondheidszorg
Model B
Professionele ondersteuning
faciliteert
algemene diensten
winkelen
wonen
onderwijs
vrije tijd
werk
Familie en relaties
gezondheidszorg
Model B+
Professionele ondersteuning
faciliteert
Cultuurverandering in professionele hulpverlening aan mensen met een verstandelijke beperking : van zorg naar ondersteuning -‐ van ‘zorgen voor’ naar ‘zorgen dat’
Zorg Ondersteuning
Alternatieven buiten samenleving Inclusie en participatie in samenleving
Inpassen in programma’s en voorzieningen Geïndividualiseerde ondersteuning
Gespecialiseerde hulpverlening Gewone èn gespecialiseerde ondersteuning
Doel: Opvangen – Verzorgen - Ontwikkelen Doel: Kwaliteit van bestaan
‘Patiënt’ – ‘Leerling’ ‘Medeburger’
Persoon ‘ontvangt’ Empowerment – Eigen regie
Professionele bureaucratieën Klantgerichte organisaties
Informatie opslaan Informatie delen
Professional=expert, moet probleem ‘fixen’ Professional is ondersteuningspartner
Gedelegeerd aan professionals Inspanning van de hele samenleving
Zorgen voor Zorgen dat
22
4. Structuur van het ondersteuningsproces Vier centrale vragen
De Context
Vier centrale vragen in de prakLjk van de gehandicaptenzorg
1. Welke zijn de beperkingen en de mogelijkheden in het funcLoneren van de persoon?
2. Welke zijn zijn/haar ondersteuningsbehoeren ?
3. Hoe wordt de ondersteuning het best gepland en gegeven (persoonlijk ondersteuningsplan inclusief behandelplan) ?
4. Is de persoon er beter van geworden (effecten – uitkomsten van ondersteuning) ?
24
Wat is er aan de hand?
Ondersteuningscyclus 4 centrale vragen…
1. Wat is er aan de hand?
Assessment van funcLoneren
• AAIDD-‐Model • WHO-‐ICF • DSM-‐5
2. Wat is nodig? Assessment van ondersteuningsbehoeren
1. Persoonlijke wensen, doelen, voorkeuren, waarden ?
2. Professionele vise op individuele ondersteuningsbehoeren ?
Domeinen: • Huiselijke acLviteiten (wonen), • Samenleving (parLcipaLe), • Leren en ontwikkeling, • Werken / dagbesteding, • Gezondheid en Veiligheid, • Sociale acLviteiten en contacten, • BelangenbeharLging,
• Speciale Medische behoeren • Speciale GedragsmaLge behoeren
3. Risico’s – risicoanalyse
3. Methodieken ondersteuning (voorbeelden)
Methodieken gericht op versterken eigen kracht van cliënt en netwerk ‘Eigen Kracht’-‐ ‘Community Support’ – ‘Wraparound Care’...
Methodieken gericht op Kwaliteit van Bestaan
AcLve Support – Sociale netwerkontwikkeling – ‘Vlaskamp’ – ‘Hooi op je vork’ – Eigen IniLaLef Model – Oplossingsgericht werken... Specifieke behandelmethodieken
Gedragstherapie – Triple C – Systeemtherapie -‐ AsserLve Community Training – Psychiatrische behandelvormen… EclecLsche aVtude!
Community Support
Wraparound Care
Solu/on Focused Support Triple C
(F)ACT
4. Uitkomst-‐evaluaLe Wat is de persoon (in zijn/haar leven) opgeschoten?
29
5. ImplicaLes voor behandeling
Ontwikkelingen in TheoreLsche modellen van ‘verstandelijke beperking,’ Waardenkaders zoals ‘kwaliteit van bestaan’, ‘inclusie’ en ‘parLcipaLe’ en Veranderingen in de organisaLe van ‘zorg’ aan mensen met een verstandelijke beperking… …hebben de context voor behandeling van probleemgedrag en psychiatrische stoornissen veranderd: van klinisch denken (‘welke behandeling en voorziening past bij dit probleem’) naar persoonsgerichte, interdisciplinaire en team-‐gebaseerde ondersteuning die rekening houdt met de brede sociaal-‐ecologische context en zoveel als mogelijk plaatsvindt in de samenleving. Maar… wat betekent dit voor mensen met ernsLge gedragsproblemen? TradiLoneel: ‘een efficiënt behandelplan reduceert snel en veel probleemgedrag’ Nu: ‘een efficiënt behandelplan draagt bij tot de kwaliteit van bestaan van de persoon’ (ook wanneer het probleemgedrag niet is verdwenen of weinig afneemt) à de persoon heer een beter leven, heer betere kansen, regie, competenLes, wederkerige relaLes… Ondersteuningsplannen (en daarbinnen, behandelplannen) zijn mulLdimensioneel en richten zich op meer dan het probleemgedrag op zich.
De Context
30
ProacLeve en reacLeve strategieën ProacLeve strategieën zijn gericht op veranderingen op langere termijn ReacLeve strategieën zijn gericht op beheersen van gedrag wanneer dat zich voordoet ProacLeve strategieën • Ecologische veranderingen: aanpassingen in de fysieke, interpersoonlijke, behandel-‐ omgeving… gericht op het bereiken van een betere ‘fit’ tussen de persoon en zijn/haar seVng(s) (groepsgrooge, -‐samenstelling, lawaai, drukte, locaLe, relaLes, zinvolheid, risico’s…) • PosiLeve programmering: veranderingen in de vaardigheden / competenLes van de persoon – adapLeve vaardigheden gerelateerd aan werk, sociale interacLe, communicaLe, huiselijke acLviteiten, gezondheid, parLcipaLe in de samenleving (winkelen, wandelen, gebruik voorzieningen), opkomen voor belangen…) – veranderen van specifiek probleemgedrag (omgaan met frustraLe, kriLek, uitstel, afscheid…) • Gerichte ondersteuning: niet-‐aversieve gedragstherapie, selecLeve bekrachLging, token economy, medicamenteuze ondersteuning, dieet, inzet hulpmiddelen… ReacLeve strategieën • Management van de situaLe – gericht op korte termijn effect Maakt volwaardig deel uit van de ondersteuning
ImplicaLes voor behandeling
Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen
Nederlands Tijdschrift voor de Zorg aan mensen met verstandelijke beperkingen Jaargang 40, nr. 4 - december 2014
Themanummer Forensische zorg voor mensen met LVBEindredactie: Robert Didden
◗ Redactioneel 283
◗ Middelengebruik en delictgedrag bij forensische cliënten met een lichte verstandelijke beperking
J.E.L. Van der Nagel, N. van Duijvenbode, M. Trentelman en R. Didden 288
◗ Voorgeschiedenis en victimisatie bij vrouwen met een lichte verstandelijke beperking (LVB):
Een vergelijking met vrouwen zonder een LVB en mannen met een LVB
M. de Jong, B. Hogeveen, V. de Vogel en R. Didden 305
◗ Forensische (F)ACT voor mensen met een lichte verstandelijke beperking
Een beschrijving van de aard en ernst van de problematiek van de cliëntenpopulatie
L. Neijmeijer, J. Verwoerd, O. Has, D. Eskes en R. Didden 323
Opinie◗ Integratie van mensen met verstandelijke beperkingen is
noodzakelijk en onafwendbaar Martin Schuurman 340
◗ Boekbespreking 346
◗ Berichten 351
◗ Agenda 354
◗ Publicaties 356
ThemanummerForensische zorg voor mensen met een Lichte Verstandelijke Beperking
◗ Middelengebruik en delictgedrag
◗ Victimisatie
◗ Forensische (F)ACT
◗ Opinie: Integratie als keuze
40 jaar
NTZ
Dr. Wil H.E. BunLnx BunLnx Training & Consultancy Contact www.bunLnx.org [email protected] NTZ NTZ abonnement – www.ntzonline.nl of contacteer Sonja Geurts [email protected]
33
Wat is er aan de hand?
Bijlage Mini-‐cursus ‘van rechts naar links denken’
© W. BunLnx 2014
Een handige manier om de ondersteuningscyclus te oefenen en in de prakLjk te brengen is het ‘van rechts naar links denken’… Van stap 4 naar stap 1…
4. Welke uitkomsten worden gewenst? Ieder mens streer naar geluk. Met ‘geluk’ wordt dan niet bedoeld, korte momenten van extase of een genotsgevoel maar een tevreden gevoel met het leven in het algemeen. ‘Leven’ heer vele aspecten. Het ’kwaliteit van bestaan’ model (Schalock) met de 8 domeinen is een hulpmiddel om dat begrip toegankelijk te maken. Het gaat om 8 waarde-‐gebieden. Dat zijn domeinen waar mensen waarde aan ontlenen; die belangrijk zijn; waar zij tevredenheid kunnen opbouwen. Wat iedereen precies in het eigen leven waardeert kan natuurlijk zeer verschillend zijn. Kwaliteit van bestaan is subjecLef. Hoe belangrijk subjecLeve tevredenheid met het eigen bestaan ook is, de samenleving kent ook objecLeve normen met betrekking tot een goed bestaan. Denk bijvoorbeeld aan bouweisen met betrekking tot huisvesLng, minimum inkomen, gezondheid en voeding, leerplicht, werkomstandigheden… Met wegen, regels en voorzieningen bepaalt de Samenleving mee wat een ‘goede kwaliteit van bestaan’ is. Bij kwaliteit van bestaan gaat het dus om zowel objecLeve als subjecLeve waarden. En ook om persoonlijke voorkeuren van mensen (wat iemand meer of minder belangrijk vindt).
Een handige manier om de ondersteuningscyclus te oefenen en in de prakLjk te brengen is het ‘van rechts naar links denken’… Van stap 4 naar stap 1…
3. Hoe ondersteuning plannen en realiseren om uitkomsten te bevorderen? Mensen met een verstandelijke beperking hebben meer dan andere mensen hulp nodig om een goede kwaliteit van bestaan te bereiken. Het plannen van die hulp, hoe die het best gegeven kan worden, wie daarbij een rol spelen, welke middelen daar bij worden ingezet; hoe ondersteuning in de Ljd wordt gepland; hoe ondersteuning gevolgd en geëvalueerd worden… dat alles maakt deel uit van een ondersteuningsplan. Ieder mens verschilt; en iedere persoon met een beperking heer weer andere ondersteuning nodig. Daarom is een ondersteuningsplan per definiLe een persoonlijk plan. Zo’n plan is wenselijk om ondersteuning goed te kunnen organiseren. Meestal zullen meerdere mensen en misschien ook organisaLes betrokken zijn. Een ondersteuningsplan is een hulpmiddel om overzicht te houden. Een ondersteiuningsplan is alLjd een ‘artefact’. De belangrijkste afspraken die professionele ondersteuners met de cliënt en zijn/haar vertegenwoordiger maken staan in het ondersteuningsplan. Professionele ondersteuners gebruiken soms meer gedetailleerde werkplannen en ook behandelplannen. Die zijn vaak specifieker of technischer. Werk-‐ en behandelplannen horen bij een ondersteuningsplan.
Een handige manier om de ondersteuningscyclus te oefenen en in de prakLjk te brengen is het ‘van rechts naar links denken’… Van stap 4 naar stap 1…
2. Welke zijn de ondersteuningsbehoeQen van de persoon?
Ondersteuning wordt niet zo maar gegeven. Het is nooit standaard. Ondersteuning is ergens op gebaseerd. Natuurlijk is ondersteuning gericht op het bevorderen van de kwaliteit van bestaan van de persoon. Daarom is nodig dat we weten wat daar voor nodig is; wat de behoere aan ondersteuning is. Om een ondersteuningsplan te kunnen maken moeten we weten welke ondersteuning iemand nodig heer; en hoeveel; hoe vaak; wanneer wel en wanneer niet. De ondersteuning die een persoon nodig heer hangt vooral af van twee dingen: • De wensen, ambiLes, interesses, eigen doelen van de persoon met een beperking. Wat wil hij/zij bereiken; wat wil hij/zij meer in het leven; wat wil de persoon veranderen aan zijn/haar huidige situaLe; op welke gebieden wil de persoon meer tevredenheid over zijn/ haar bestaan verkrijgen? • Wat vinden professionals vanuit hun eigen perspecLef dat de persoon nodig heer aan ondersteuning? Die vraag geldt niet alleen de wens-‐gebieden van de persoon. Zij geldt vooral voor de ‘objecLeve’ aspecten van kwaliteit van bestaan. Als de ondersteuningsbehoeren van de persoon vanuit deze twee perspecLeven duidelijk zijn kan er gewerkt gaan worden aan een ondersteuningsplan. Daar kijken we hoe aan die behoeren concreet tegemoet gekomen kan worden.
Een handige manier om de ondersteuningscyclus te oefenen en in de prakLjk te brengen is het ‘van rechts naar links denken’… Van stap 4 naar stap 1…
1. Welke problemen heer de persoon in het funcLoneren?
Ieder mens heer ondersteuning nodig. Maar mensen met een (verstandelijke) beperking hebben extra behoere aan ondersteuning (anders, méér). Dat komt voort uit aanwezige stoornissen (zintuiglijk, motorisch, verstandelijk, emoLoneel…), door beperkingen in acLviteiten (lezen, schrijven, communiceren, zich verplaatsen, tellen…), door parLcipaLeproblemen (om te winkelen, naar school gaan, te werken, te wonen, het huishouden te doen…). Het funcLoneren kan op al deze gebieden worden beïnvloed door een aandoening (syndroom van Down, Epilepsie, Fragile-‐X, bijkomende ziekte, psychiatrisch beeld…) maar ook door de aard van de omgeving (waar iemand woont, aVtudes ten overstaan van mensen met een beperking, aan-‐ of afwezigheid van ondersteuning, iemands sociale netwerk, toegang tot voorzieningen…) en ook door persoonlijk factoren (zoals man of vrouw zijn, ras, geloof, karakter, levenssLjl…). Om te begrijpen welke ondersteuning iemand nodig heer is het nodig dat we weten waar die behoere aan ondersteuning vandaan komt. Wat zijn de problemen in iemands funcLoneren? Daarom is het goed om systemaLsch te kijken naar problemen in het funcLoneren en gelijkLjdig naar iemands mogelijkheden en bijzondere talenten. Als we daar zicht op hebben begrijpen we beter waar de ondersteuningsbehoeren bij een bepaalde persoon vandaan komen.