Het succes van de EHS
Het succes van de EHSDe Ecologische Hoofdstructuur (EHS) De Ecologische Hoofdstructuur is het net-werk van aaneengesloten natuurgebieden in Nederland dat de biodiversiteit stimuleert. Planten en dieren kunnen zich van het ene naar het andere gebied verplaatsen.
De organisaties die samen dit boek presenteren, werken alle mee aan ontwikkeling en beheer van de EHS.
Klik op logo om de website te bezoekenClick logo to visit website
Inhoudsopgave Friesland Groningen Drenthe
50 Noard-Fryslân Bûtendyks
52 De Flearen
54 De Wadden
56 Landgoed Blanckenborch
58 Dal van de Ruiten A
60 Het Westerkwartier
62 De Westbroekstermadepolder
64 Het Fochteloërveen
66 De Drentsche Aa
68 Landgoed Heidehof
Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland
72 Het Mantingerveld
74 Het Doldersummerveld
76 De Engbertsdijksvenen
78 Nationaal Park Weerribben-Wieden
80 Landgoed Herinckhave
82 Schokland
84 De Oostvaardersplassen
86 De Veluwemeerkust
88 Landgoed Appel
90 De Gelderse Poort
Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland
94 Het Wisselse Veen
96 De Stiftsche Waarden
98 Eemland
100 De Blauwe Kamer
102 Landgoed Sandenburg
104 De Nieuwe Hollandse Waterlinie
106 Het Naardermeer
108 Landgoed De Goede Morgen
110 Het Ilperveld
112 De Nieuwkoopse Plassen
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
116 De Krimpenerwaard
118 Tiengemeten
120 De Oosterschelde
122 De Prinsenhoeve
124 Landgoed Huis Ter Heide
126 Landgoed De Hoevens
128 West-Brabantse Peel
130 Nationaal Park De Maasduinen
132 De Meinweg
1 35 Colofon
Woord vooraf
06 Professor mr. Pieter van Vollenhoven
De Ecologische Hoofdstructuur (EHS)
08 Waarom meer en aaneengesloten natuur in Nederland?
11 Het idee achter de Ecologische Hoofdstructuur
13 Meer dan natuur: successen van de EHS
16 De Ecologische Hoofdstructuur van Europa: Natura 2000
18 Gezondheid en welzijn: betekenis van de EHS voor mensen
20 Business en banen: de economie van de EHS
22 De EHS als buffer tegen klimaatverandering
To table of contents
Woord vooraf
Twintig jaar geleden besloten we de achteruitgang van de natuur in ons land definitief een halt toe te roepen. Het verlies aan natuur en biodiversiteit vonden we niet langer aanvaardbaar. Daar hadden we goede redenen voor. Natuur heeft een intrinsieke waarde, de bescherming ervan raakt aan onze ethiek en de essentie van ons bestaan. Natuur bepaalt ook in hoge mate de leefbaarheid van ons land; van de omgeving waarin we wonen, leven en werken. Steeds meer raken we doordrongen van de waarde en onmisbaarheid van de ‘ecosysteemdiensten’ die de natuur ons biedt: schoon drinkwater, schone lucht, genetische bronnen voor voedselproductie en waterberging. Letterlijk dagelijks zijn we ermee bezig en ervan afhankelijk.
In 1900 hadden we in Nederland nog 876.000 hectare natuur, in 1989 was daarvan nog maar 448.000 hectare over. De rest was opgeofferd aan de groei van onze materiële welvaart. Samen met de slechte milieuomstandigheden had dit tot gevolg dat nog slechts vijftien procent van de oorspronkelijke biodiversiteit in Nederland aanwezig was. Dat kon niet
langer zo doorgaan. Daarom besloten we twintig jaar geleden tot het realiseren van de Ecologische Hoofdstructuur (EHS), een aaneengesloten netwerk van natuurgebieden van in totaal 729.000 hectare. Een netwerk dat een einde zou maken aan de versnippering van de natuur, met als doel het herstel van de biodiversiteit én het creëren van een mooie groene omgeving waarin we kunnen recreëren, ontspannen, ons even onttrekken aan de dagelijkse hectiek van de stedelijke omgeving en onszelf terug vinden, om daarna weer aan de gang te kunnen. Letterlijk dus: recreëren.
Voortvarend zijn we aan de gang gegaan. Het rijk, de provincies, landgoedeigenaren, maatschappelijke organisaties, boeren en burgers hebben, na een aarzelend begin, met veel energie de uitdaging opgepakt en inmiddels gezamenlijk zo’n 129.000 hectare nieuwe natuur gerealiseerd.
We zijn er echter nog lang niet. Er bestaan grote zorgen over de voortgang, het beschikbare budget en de randvoorwaarden waarbinnen moet worden gewerkt. Het beleid is te vrijblijvend en te zeer afhankelijk van andere belangen.
De EHS die nu ontstaat, biedt niet de oplossing voor het probleem van de versnippering. Het proces verloopt te langzaam. Veel ambities worden niet ingevuld. De filosofie achter de EHS, daar staan we nog volledig achter. Tegelijkertijd zijn krachtige maatregelen vereist om de realisatie ervan op gang te houden. Hierover zijn effectieve voorstellen in de maak die op korte termijn zeker verder onder de aandacht gebracht gaan worden.
In dit boek gaan wij hier echter niet nader op in. De voorbeelden op de volgende pagina’s maken inzichtelijk wat het de samenleving oplevert wanneer je je werk goed doet en de EHS volgens plan realiseert.
We laten zien dat de resultaten van nieuw aangelegde natuurgebieden vaak boven verwachting zijn. Daarbij gaat het om resultaten op het gebied van de biodiversiteit en bijvoorbeeld ook ten aanzien van recreatie, landschap, gezondheid en cultuurhistorie. Het boek laat ook zien dat er over de volle breedte aan de EHS wordt gewerkt. Natuurbeschermings organisaties, land goedeigenaren, boeren en particulieren werken zij aan zij aan nieuwe natuur. In een toenemend aantal gevallen werken zij binnen een en hetzelfde project zelfs samen.
Particuliere landgoedeigenaren, natuurbeschermingsorganisaties en Nationaal Groenfonds maken in dit boek gezamen lijk aanschouwelijk hoe mooi Nederland weer kan worden door samen te werken aan de EHS. Namens al deze partijen spreek ik dan ook de hoop uit dat wij de gelegenheid krijgen om daar de komende jaren voortvarend en succesvol mee door te gaan.
Professor mr. Pieter van Vollenhoven
‘ Natuurbeschermingsorganisaties, landgoedeigenaren, boeren en particulieren werken zij aan zij aan nieuwe natuur.’
7HET SuccES VaN DE EHS
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Waarom meer en aaneengesloten natuur in Nederland?
Duizenden jaren geleden legde de Noordzee, samen met de rivieren Rijn, Maas en Schelde, de basis voor ons land. Lagen grind, zand en klei werden weggeslagen en elders weer afgezet. In grote binnenmeren ontwikkelden zich dikke veenpakketten. Eb en vloed deden ondiepe kustzeeën met slikken, kwelders en schorren ontstaan. Resultaat van dit alles was een dynamische en uitgestrekte delta met veel over gangen van droog naar nat, zoet naar zout en voedsel arm naar voedselrijk. Deze vormde de basis voor een rijke, afwisselende natuur, die kenmerkend is voor natuurlijke delta’s.
Om in deze waterrijke omgeving te kunnen overleven, moest je inventief zijn en bereid tot samenwerken.De mensen die hier in de vroege middeleeuwen in handels en vestingstadjes en boerendorpen woonden, waren dat. In de strijd tegen het water verenigden ze zich in waterschappen, de oudste bestuursorganen van ons land. Polders, dijken, klepduikers (buizen onder kades of dijken door die met een klep konden worden afgesloten) en later molens zorgen voor droge voeten.
Het natuurlijke landschap verdwijntDe Hollandse ondernemerszin bracht ook de handel met verre landen op gang en zorgde voor nieuwe ideeën om het land te bewerken. Zodoende ontstond een welvarend land met een snel groeiend aantal inwoners die, mede dankzij de handel met de Oost en de West, steeds meer woeste grond in cultuur konden brengen. Onder invloed van nieuwe uitvindingen nam deze ontwikkeling aan het begin van de vorige eeuw een hoge vlucht. Voorbeelden zijn de mechanisatie in de landbouw en het gebruik van kunstmest. Door bevolkingsgroei en toenemende welvaart verdwenen het natuurlijke landschap en alle plant en diersoorten die daartoe behoorden in steeds hoger tempo. Volgens de Nationale Rekenkamer nam de oppervlakte aan natuurlijk terrein in de vorige eeuw met bijna vijftig procent af: van 876.000 hectare in 1900 tot 448.000 hectare in 1989. Na 1989 volgde een licht herstel. Natuur is in ons dichtbevolkte, welvarende land een schaars goed. Nieuwe steden, wegen en schaalvergroting binnen de landbouw zorgden voor verschraalde en versnipperde natuurgebieden en landschappen. De trieste resultaten daarvan zijn tot op de dag van vandaag zichtbaar. Naast een geringere oppervlakte is ook de kwaliteit van de resterende natuur een probleem. Door verzuring, vermesting en verdroging neemt deze nog steeds af. Dit is onder andere het gevolg van een intensieve landbouw.
Bedreiging van soorten eind 20e eeuw Steenvliegen
Reptielen
Dagvlinders
Haften
Paddestoelen
Bijen
Kokerjuffers
Amfibieën
Korstmossen
Mossen
Sprinkhanen en krekels
Vaatplanten
Ten opzichte van circa 1950
Platwormen (Tricladida)
Vogels
Zoogdieren
WeekdierenLibellen
Bron: LNV.CBS/mrt09/1052
www.compeniumvoordeleefomgeving.nl
Vissen
Verdwenen
Kwetsbaar
0 20 40 60 80 100%
Ernstig bedreigd
Gevoelig
Bedreigd
Niet bedreigd
9HET SuccES VaN DE EHS
Planten en dieren verdwijnen Zoals blijkt uit gegevens van het Planbureau voor de Leefomgeving zijn veel plant en diersoorten die van oorsprong in Nederland voorkwamen de laatste decennia verdwenen of uiterst zeldzaam geworden. Van alle groepen planten en dieren, zoals bijen, libellen en korstmossen, wordt meer dan een derde van alle soorten bedreigd. Bij reptielen, paddenstoelen en dagvlinders staat zelfs circa tweederde op de Rode Lijst van bedreigde soorten. Relatief veel dagvlinders, steenvliegen, zoetwatervissen en korstmossen zijn helemaal uit Nederland verdwenen. Van de drieëntwintig Eulanden hoort Nederland tot die met het grootste aandeel bedreigde vogels, vissen en zoogdieren. Overigens komen door klimaatverandering ook nieuwe soorten ons land binnen. Vanaf 1990 zien we bijvoorbeeld een toename van zuidelijke, waterminnende korstmossen, terwijl noordelijke soorten, die aan koele omstandigheden zijn gebonden, in soort en aantal afnemen.
al meer dan honderd jaar geleden ontstond er verzet tegen deze ontwikkeling. Men organiseerde zich in verenigingen die de natuur bestudeerden en beschermden, bijvoorbeeld door bedreigde natuur terreinen aan te kopen. Particuliere landgoedeigenaren die hun bossen en natuurterreinen beschermden, wisten zich gesteund door onder meer de Natuurschoonwet van 1928. Vanaf de tweede helft van de vorige eeuw greep ook de overheid actief in.
Met diverse vormen van beheer en natuurbeleid probeert zij de natuur te beschermen en de kwaliteit ervan te verbeteren. De basis van dit beleid is de gedachte dat als we natuurgebieden vergroten en onderling verbinden, de invloed van buitenaf vermindert. De oorspronkelijke plant en diersoorten kunnen terugkeren en de nog aanwezige soorten krijgen betere overlevingskansen.
Netwerk van robuuste natuurgebieden In de afgelopen jaren heeft de overheid niet alleen nationaal, maar ook internationaal concrete afspraken gemaakt over behoud en herstel van natuur en biodiversiteit (de totale verscheidenheid van alle levende planten en dieren op aarde). In 2018 moet in Nederland een netwerk van robuuste natuurgebieden zijn voltooid: de Ecologische Hoofdstructuur (EHS). Voor 2010 en 2020 heeft de overheid doelen gesteld voor het behoud en herstel van de biodiversiteit. Daarbij gaat het niet alleen over de variatie aan soorten, maar ook over die aan erfelijk materiaal binnen soorten en aan levensgemeenschappen of ecosystemen.
Behoud van natuur en biodiversiteit is om een aantal redenen belangrijk. Ten eerste heeft natuur een waarde van zichzelf: een intrinsieke waarde. Planten en dieren hebben het recht er te zijn, los van hoe wij mensen ze waarderen. aantasting van dat bestaansrecht moeten we zoveel mogelijk vermijden.
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Dat is een kwestie van beschaving. Velen hebben dit idee beschreven vanuit een religieuze, spirituele of filosofische achtergrond. altijd blijkt dit principe te raken aan de essentie van ons bestaan op aarde.
Een tweede reden is de beleving door mensen. Ook waar natuur voor ons geen direct nut heeft, vinden velen dat wij ermee verbonden zijn. Door die verbonden heid ervaren wij ons contact met de natuur overwegend als positief. Deze beleving motiveert mensen om natuur te beschermen.
Ten derde vervult de natuur een groot aantal basisfuncties die noodzakelijk zijn voor ons bestaan: de zogenoemde ‘ecosysteemdiensten’. De natuur levert bijvoorbeeld voedsel, drinkwater, hout, beschutting en ‘demping’ van weers en klimaatinvloeden. Ook vele ‘afgeleide diensten’ zijn voor ons onmisbaar, zoals een aantrekkelijke woonomgeving en mogelijkheden tot recreatie.
Een vitale natuur is onmisbaar voor een duurzame samenleving, samen te vatten met de begrippen ‘people, planet, profit’. Onder planet vallen de intrinsieke waarde van de natuur en de natuurlijke processen die de aarde ‘draaiende houden’. Profit vertegenwoordigt de ecosysteemdiensten, zoals voedselvoorziening en schoon drinkwater, alsmede de economische diensten die daarvan af te leiden zijn. People staat voor het welzijn van mensen, waarvoor natuur onmisbaar is.
al deze redenen bepalen de noodzaak om natuur niet alleen te beschermen, maar ook waar nodig en moge lijk te herstellen, vergroten en natuurgebieden met elkaar te verbinden. Minstens zo belangrijk is het om de omgeving van die gebieden schoner te krijgen en de milieukwaliteit te verbeteren. Naast grote natuurbeheerorganisaties spelen particuliere en agrarische natuurbeheerders daarbij een belangrijke rol.
Het idee achter de Ecologische Hoofdstructuur
Hoe groter een eiland en hoe kleiner de afstand van dat eiland tot het vasteland, hoe groter de biodiversiteit, oftewel de verscheidenheid aan levende planten en dieren.
Deze theorie ontlenen we aan de amerikaanse biologen Robert Macarthur en Edward Wilson. In hun boek The theory of island biogeography (1967) leggen zij uit hoe schaal en afstand bepalend zijn voor het aantal planten en dieren dat op een eiland voorkomt. Een groter eiland kent namelijk meer afwisseling, waardoor er meer soorten kunnen leven. Is een eiland tien keer zo groot als een ander, dan kunnen er ruwweg twee keer zo veel soorten voorkomen. En hoe dichter een eiland bij een continent ligt, hoe groter de kans dat plant en diersoorten vanaf het continent op het eiland terechtkomen of andersom.
Dat laatste heeft te maken met de manier waarop soorten zich verplaatsen. Zaden van planten waaien of drijven voor een groot deel mee op de wind of met stromend water. Ook liften ze mee in vacht of verenpak. Ook dieren, waaronder een flink aantal insecten, doen dat. Vogels en vissen migreren betrekkelijk makkelijk. Maar dieren die op of in de grond leven, verplaatsen zich niet zo gemakkelijk van het vasteland naar een eiland. Reptielen kunnen dat beter dan zoogdieren, bijvoorbeeld door mee te drijven op omgewaaide bomen.
Vanwege hun koudbloedigheid en daardoor tragere stofwisseling houden reptielen zo’n reis langer vol dan warmbloedige zoogdieren.
Omgekeerd geldt dat de beperkte soortenrijkdom op kleine eilanden ver van de kust uiterst kwetsbaar is voor ingrijpende gebeurtenissen. Bij aardbevingen, orkanen, ziektes of brand is de sterfte relatief groot – de planten en dieren kunnen niet ontsnappen. uitgestorven populaties komen niet meer terug. Terwijl er op het eiland geen planten of dieren van deze soort meer over zijn, kunnen nieuwe exemplaren van die soort het eiland vanaf het vasteland niet bereiken.
Eilandjes in een zee van landbouwgrond uit onderzoek blijkt dat deze eilandtheorie ook opgaat voor natuurgebieden op het vasteland. anders gezegd: natuurgebieden van nu zijn als geïsoleerde eilandjes in een zee van in cultuur gebracht gebied, waar veel soorten niet kunnen overleven. Dit verklaart waarom de biodiversiteit in Nederland is afgenomen tot ongeveer vijftien procent van de oorspronkelijke situatie, dat wil zeggen die van vóór 1700. Dit verlies is aanzienlijk groter dan elders in Europa en de wereld. Natuur is in Nederland op grote schaal omgezet in landbouwgrond of ‘weggeschoven’ voor verstedelijking. Hier en daar bleven stukken over waarvan het te lastig of te kostbaar was ze op de schop te nemen.
11HET SuccES VaN DE EHS
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
100
80
60
40
Wereld (exclusief Antartica)
Europa (OESO)
Nederland
20
0
1700 1750 1800 19501850 2000 20501900
Mean Species Abundance (% van referentie)
PBL/aug09/1440www.compeniumvoordeleefomgeving.nlBron: PBL.
Wat eind vorige eeuw achterbleef, waren verspreid liggende natuureilandjes, van elkaar gescheiden door dorpen, steden, industrieterreinen, spoor en snelwegen en intensief gebruikte landbouwgebieden. Vanwege het inmiddels erkende belang van natuur en biodiversiteit proberen overheid, natuurbeschermingsorganisaties, particuliere eigenaren en burgers de soortenrijkdom weer op peil te brengen. Redenerend vanuit de eilandtheorie leidde dat in het eerste Natuurbeleidsplan (1990) tot het concept van de EHS, dat uitgaat van het herstellen, vergroten en adequaat verbinden van robuuste natuurgebieden.
In de praktijk blijkt het te gaan om een taai en moeizaam proces. Het is niet eenvoudig om landbouwgrond terug te geven aan de natuur, schadelijke milieuinvloeden van buitenaf op te heffen en ecologische verbindingen aan te brengen zodat een netwerk ontstaat. Her en der in de samenleving steekt twijfel over nut en noodzaak de kop op. Soms wordt er zelfs gesproken over ‘luxe’ in vergelijking met andere maatschappelijke opgaven. Op regionaal niveau is er geregeld sprake van emoties bij het verkopen van landbouwgrond voor natuurherstel; emoties die hun weg vinden naar politiek en bestuurders.
Eerste successen zijn geboekt Gelukkig kan het grote natuurherstelproject EHS ondanks bepaalde kritiekpunten rekenen op een breed draagvlak binnen de samenleving. De eerste geboekte successen dragen ongetwijfeld hieraan bij. Op verschillende plekken in het land kun je zien dat het inrichten van grote, aaneengesloten natuurgebieden leidt tot een grotere biodiversiteit. Juist in de ‘nieuwe’ natuur, waar de vervuilde of te voedselrijke bovenste bodemlaag is afgegraven en het kwelwater weer aan de oppervlakte komt, duiken heel onverwachte soorten op. In veel gevallen gaat het daarbij om kleine, niet meteen in het oog springende soorten, zoals teer guichelheil in het Brabantse Banisveld of vlozegge in het NoordHollandse Laegieskamp. In gebieden die gedeeltelijk (‘plas/dras’) of geheel onder water zijn gezet, komen heel snel bijzondere vogels terug, waaronder het klein waterhoen en het woudaapje in het Harderbroek in de Flevopolder. Groot en aansprekend zijn ‘kolonisten’, bijvoorbeeld de kraanvogels in het Drentse Fochteloërveen. Ze bewijzen eens te meer het gelijk van Macarthur en Wilson en onderstrepen dat de EHS het beste instrument is dat we hebben om de natuur in Nederland te redden.
Biodiversiteit Netto-EHS, 2005 (Nota Ruimte)
Bron: VROM, 2005PBL/nov05/1298www.compeniumvoordeleefomgeving.nl
Fysisch-geografische regioDuingebied
Laagveen- en Zeekleigebied
Hogere zandgronden en
Heuvelland Zuid-Limburg
Rivierengebied
(uiterwaarden)
Afgesloten zeearmen
Getijdengebied en Noordzee
Meer dan natuur: successen van de EHS
Bij ieder natuur en landschapsproject is de persoonlijke inzet van mensen cruciaal. Een klassiek voorbeeld is onderwijzer, veldbioloog en natuurbeschermer Jac. P. Thijsse, die samen met zijn medestanders in 1905 de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten oprichtte, het Naardermeer aankocht en daarmee wist te voorkomen dat het gebied een vuilstortplaats werd. Ook vandaag de dag zetten particulieren en professionals zich met hart en ziel in om het Nederlandse cultuurlandschap en de Nederlandse natuur te behouden en verder te ontwikkelen. Deze mensen en hun betrokkenheid staan aan de basis van de successen van de EHS. Zo zorgde op landgoed De Goede Morgen in het NoordHollandse Hippolytushoef de familie Klaver ervoor dat door herstel van een oude waterloop het oude reliëf terugkwam in het landschap. Weidevogels profiteren volop van de inzet, visie en geduld van deze particuliere eigenaren.
Revolutionaire veranderingenOnontbeerlijk is het besef dat de natuur zich niet laat dwingen. Dat bewijst ook een heel ander soort natuurgebied: de Oostvaardersplassen. Deze grootse natuur op de voormalige zeebodem ontstond spontaan als moerasgebied. Beheerder Staatsbosbeheer breidt het steeds verder uit, met aansluitingen op de Veluwe en richting Duitsland. In veertig jaar is het uitgegroeid tot een vogelparadijs, met de Europese zeearend als
meest indrukwekkende vertegenwoordiger. uitbreiding van het natuurareaal zorgt in relatief korte tijd voor revolutionaire veranderingen. Niettemin blijft naast kwantiteit ook de kwaliteit van gebieden van belang. Dat geldt met name voor soorten die afhankelijk zijn van heel specifieke leefgebieden. Die kwaliteit valt of staat bij het herstel van processen als erosie en sedimentatie. Zo is het Natuurmonumenten in het Fochteloërveen gelukt om het hoogveen te laten aangroeien. Het recept voor dit succes berust op uitstekend waterbeheer.
Versterken en verbinden Heel veel plant en diersoorten maken dankbaar gebruik van de nieuwe natuur en landschapsmogelijkheden. Bijvoorbeeld in het Ilperveld, een uitgestrekt veenweidegebied vol slootjes en kleine eilandjes op een voormalig vuilstortterrein bij amsterdam. Dankzij Landschap NoordHolland zijn hier nu diverse soorten heide te vinden. Zelfs de zeldzame Noordse woelmuis komt er in behoorlijke aantallen voor. Boeren verplaatsen hun koeien met een vaartuig van het ene naar het andere eiland en ook de melkers doen een beroep op de boot. De waterkwaliteit in het gebied is vanaf begin jaren tachtig van de vorige eeuw substantieel vooruit gegaan.
Om de EHS te realiseren is, naast het versterken en ontwikkelen van natuurgebieden, het met elkaar
13HET SuccES VaN DE EHS
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
verbinden van die gebieden essentieel. De zogenaamde ‘natuursnelwegen’ zijn hierbij van groot belang. In dat kader valt te denken aan ecoducten, om bar rières als wegen veilig over te steken, maar ook aan groene stroken langs steden en dorpen. Het landgoed Blanckenborch van de familie Buist zorgt bijvoorbeeld voor een verbinding tussen het grootste bos van Groningen, het Noordlaarderbos, en landgoed De Poll. Hierdoor ontstaat een natuurgebied van in totaal 220 hectare. Het verbinden van natuurgebieden zorgt ook voor een verbinding tussen de diverse betrokken partijen, waaronder particuliere eigenaren en Staatsbosbeheer. Samen brengen zij de verschillende gebieden bij elkaar. Het geheel is zodoende groter dan de som der delen.
Deze synergie geldt niet alleen binnen Nederland. Dankzij Europese en andere vormen van internatio
nale samenwerking kunnen planten en dieren steeds makkelijker de oversteek maken van het ene naar het andere land en vice versa. Natuurgebieden langs landsgrenzen lopen immers maar al te vaak in elkaar over. Zo laat Staatsbosbeheer de Meinweg, een uniek Limburgs leefgebied voor reptielen en amfibieën als de knoflookpad, naadloos aansluiten op het Grenspark MaasSwalmNette. Hierdoor kunnen de dieren vrij bewegen tussen Duitsland en Nederland.
Goed voor planten, dieren én mensen Niet alleen planten en dieren maken dankbaar gebruik van robuuste gebieden en verbeterde verbindingen van de EHS. Ook mensen genieten van natuur en landschap, liefst dichtbij huis. Gebieden als Veluwe of Wadden zijn geliefde plekken voor een korte of lange vakantie in eigen land. En dankzij de EHS ontstaan er steeds meer recreatiemogelijkheden.
Neem bijvoorbeeld de utrechtse Blauwe Kamer. Het utrechts Landschap heeft die ontwikkeld tot een populair natuurgebied waar recreanten volop kunnen wandelen, varen, kennis opdoen over de natuur en tenslotte in een restaurant nagenieten.
Vele campings, horecagelegenheden, zeilscholen, boomkruinpaden enzovoort danken hun bestaan eveneens aan de EHS. De rust en ruimte in EHSgebieden zijn veelgevraagde en schaarse goederen. De vraag ernaar neemt toe en ontwikkelt zich. Een mooi voorbeeld daarvan is de nieuwe vijfsterren groepsaccommodatie in de monumentale schuur van landgoed De Hoevens in alphen, NoordBrabant. Naast recreatiemogelijkheden levert de EHS echter ook directe economische waarde op: hoeveel kost een woning in een Vinexwijk? En wat betaal je voor hetzelfde huis
aan de rand van een bos? Tenslotte verdient ook de gunstige invloed van de natuur op welzijn en gezondheid vermelding. De EHS biedt mensen op verscheidene manieren extra mogelijkheden om gezond te worden en te blijven.
De verstedelijkte samenleving, met haar geordendheid, drukte en overvolle agenda’s, vraagt meer en meer om tegenhangers als rust en ruimte, schoonheid en wildernisbeleving. De maatschappelijke vraag naar ‘betekenisvolle buitenruimte’ – een omgeving die inspireert, rust en (speel)ruimte biedt voor mensen die in een stedelijke omgeving wonen – is groot en zal alleen maar groeien. De kracht van het Nederlandse landschap en de EHS zit in de diversiteit aan belevingen die zij kunnen bieden.
15HET SuccES VaN DE EHS
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
De Ecologische Hoofdstructuur van Europa: Natura 2000
Niet alleen in Nederland kwamen natuur en landschap in de vorige eeuw onder druk te staan. Ook in de rest van Europa werden mensen zich pijnlijk bewust van de complicaties van de grote economische groei. Naast omvangrijke milieuproblemen – levenloze rivieren, stervende bossen, gaten in de ozonlaag – raakten de leefgebieden van veel plant en diersoorten (waaronder die van lynx, wolf en beer) versnipperd of verdwenen geheel. Verscheidene wetenschappelijke studies, uitgevoerd in de jaren zestig, zeventig en tachtig, toonden aan welke negatieve effecten die versnippering tot gevolg heeft voor de biodiversiteit. Deze kennis vormde de basis voor een toenemende bewustwording en bezorgdheid in de westerse wereld en bij de WestEuropese bestuurders.
Verdragen en richtlijnen De toegenomen aandacht voor het milieu en behoud van ecologische netwerken leidde in de jaren zestig en zeventig tot internationale verdragen en Europese richtlijnen. De Nederlandse overheid werkte deze richtlijnen uit in de Flora en Faunawet en de Natuurbeschermingswet. Zo schreef de Europese unie in de Vogelrichtlijn (1979) voor dat de lidstaten ‘alle natuurlijk in Europa in het wild levende vogelsoorten en hun eieren, nesten en leefgebieden’ dienden te beschermen. Voor bepaalde soorten, zoals roerdomp, kleine zwaan en blauwborst, wilde de Eu zelfs speciale beschermingszones instellen.
Met de Habitatrichtlijn (1992) beoogde de Eu te voorkomen dat er wilde plant en diersoorten in hun natuurlijke leefomgeving zouden uitsterven. Vooral artikel zes had en heeft veel invloed in dit verband. Daarin staat dat alle plannen en projecten die mogelijk negatieve gevolgen hebben voor een beschermd gebied een ‘passende beoordeling’ moeten krijgen. Zijn deze plannen schadelijk, dan mogen ze niet doorgaan – tenzij er sprake is van een ‘groot openbaar belang’ en compensatie plaatsvindt. In Nederland leidde de Habitatrichtlijn onder meer tot het schrappen van een distributiecentrum bij Heerlen, omdat daar de bedreigde korenwolf voorkwam. Ook de zeggekorfslak en de zandhagedis zorgden voor uitstel en wijziging van projecten, zoals de aanleg van rijksweg a73 in Limburg.
17HET SuccES VaN DE EHS
Samenhangend Europees ecologisch netwerk Op basis van de Vogelrichtlijn en de Habitatrichtlijn bepaalde de Eu dat er een samenhangend Europees ecologisch netwerk van speciale beschermingszones moest komen: Natura 2000. Op deze manier wil de Eu de achteruitgang van de biodiversiteit tot stilstand brengen. De richtlijn verplicht alle lidstaten om beschermde gebieden aan te wijzen. Praktisch alle 162 Nederlandse Natura 2000gebieden zijn onderdeel van de EHS.
Natura 2000 en de daaruit voortvloeiende wetgeving vormen een succesvolle combinatie. Dit is in diverse natuurterreinen te zien. Zo bleken de kraanvogels die in het Friese Fochteloo zijn gaan broedende voorlopers van een breed front van broedparen, dat zich de afgelopen twintig jaar geleidelijk uitbreidde van Oost naar WestEuropa. Zonder intensieve bescherming in Duitsland was de zeearend niet naar de Oostvaardersplassen gekomen. Omgekeerd doen moerasvogels als de lepelaar het in Noordwest Europa zo goed dankzij Nederlandse natuurgebieden en beschermingsmaatregelen.
De een kan niet zonder de ander De EHS en Natura 2000 kunnen niet zonder elkaar. Dankzij het Europese natuurnetwerk kunnen we in de Nederlandse natuur soorten terugkrijgen die hier lang geleden zijn uitgestorven. Omgekeerd leveren Nederlandse gebieden een cruciale bijdrage aan de Europese natuur. En dat alles dankzij EHS èn Natura 2000.
EHS en Natura 2000-gebieden
EHS
EHS + Natura 2000
Natura 2000
Bron: LNVPBL/aug07/1425www.compeniumvoordeleefomgeving.nl
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Gezondheid en welzijn:betekenis van de EHS voor mensen
De EHS, gezondheid en welzijn zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Natuur nabij woonbuurten is een plek voor ‘struinjeugd’; kinderen kunnen er volop in beweging komen, waardoor ze minder snel gezondheidsproblemen als obesitas zullen krijgen. uit onderzoek van kennisinstituut alterra blijkt dat de psychische gezondheid van kinderen die meededen aan een natuurbelevingsprogramma aantoonbaar verbeterde. Natuur dichtbij huis of ziekenhuis heeft een positieve uitwerking op mensen die genezen van een ziekte. Op een intensive careafdeling met uitzicht op groen, hoeven mensen minder lang te blijven. En ook op mensen die, om welke reden dan ook, even rust nodig hebben, heeft een verblijf in de natuur vaak een heilzaam effect. De natuur zorgt ook voor een aangenaam verblijf en werkklimaat in de zorg. Zorgboerderijen en landgoederen zijn de hedendaagse opvolgers van de oude ‘sanatoria in het groen’. Zo werkten er in 2007 zo’n 26.000 zorgverleners op en rondom de utrechtse Heuvelrug. En ook natuur beheerders geven ruimte aan de zorg, bijvoorbeeld op zorgboerderij De Groote Modderkolk bij Loenen en de zorghoutvesterij van het Veluwse Landgoed Welna.
Gezondheidskosten door de EHS Ook indirect heeft de natuur een positief effect op onze gezondheid, bijvoorbeeld omdat zij ons de mogelijkheid biedt te bewegen en ontspannen, met minder stress als bewezen resultaat. In 2001 schatte
onderzoeksbureau EcorysNEI de vermeden gezondheidskosten door natuur in Nederland op 350 miljoen euro per jaar. De onderzoekers verwachtten dat meer natuur leidt tot een kostenbesparing van één procent op de begroting van het ministerie van Volksgezondheid. Daarom pleit bijvoorbeeld zorgverzekeraar Menzis voor het realiseren van een volwaardige EHS als stimulans voor mensen om gezond te leven. Voor al dat ontspannen en bewegen biedt de EHS volop gelegenheid.
Voor een breed publiek Waren het vroeger vooral de natuurvorsers, nu zoekt een breed publiek voor tal van buitensporten en vormen van ontspanning de natuur op. De beheerders van de natuurgebieden ontvangen elk jaar honderden miljoenen bezoekers. De grootste gebieden staan zelfs in de top tien van binnenlandse toeristische bestemmingen: de Groninger, Friese en Drentse zandgronden, Oost Brabant, Noord en Midden Limburg, het Rijk van Nijmegen, de Veluwe, Twente/Salland/Vechtstreek en de Waddeneilanden.
Volop recreatiemogelijkheden De belangrijke positie binnen de recreatieve sector dankt de EHS mede aan het feit dat het leeuwendeel van de natuurgebieden vrij toegankelijk is. Zo bezien levert realisatie van de EHS een directe bijdrage aan een beter toegankelijke groene ruimte. Vooral in verstedelijkte gebieden als de Randstad is daaraan
19HET SuccES VaN DE EHS
veel en in toenemende mate behoefte. De gelden die de rijksoverheid heeft gereserveerd voor verbetering van recreatiemogelijkheden in de steden, zijn dan ook een goede aanvulling op voltooiing van de EHS. De EHS kent tal van plekken waar men het verhogen van natuurwaarden combineert met het vergroten van de recreatiemogelijkheden. Zo is op het door Natuurmonumenten beheerde eiland Tiengemeten forse natuurwinst geboekt en tegelijkertijd een keur aan recreatiemogelijkheden gerealiseerd. Naast wandelpaden, bezoekerscentrum en museum, zijn er inmiddels recreatiehuisjes en een camping te vinden. Ook in De Wieden, in Overijssel, zijn de afgelopen tien jaar veel nieuwe recreatievoorzieningen aangelegd: zes nieuwe wandelpaden, vier nieuwe kanoroutes, twee nieuwe uitkijktorens en een observatiehut. uit het relatief intensieve gebruik van deze nieuwe voorzieningen blijkt dat ze overduidelijk in een behoefte voorzien. In veel andere EHSgebieden van Staatsbosbeheer, de twaalf provinciale Landschappen, particulieren en Natuurmonumenten kwamen de laatste tien jaar eveneens nieuwe recreatiemogelijkheden tot stand. Dat gebeurde onder meer op de Waddeneilanden, de Kop van Schouwen, landgoed Den TreekHenschoten en in de Gelderse Poort. Vergroting van natuurgebieden in het kader van EHSdoelstellingen leidt dus in veel gevallen tot meer ruimte voor de ontwikkeling van natuur èn recreatie. Daarbij is het soms wenselijk recreatievoorzieningen te verplaatsen naar of aan te leggen in de randgebie
den van het natuurterrein. De verplaatsing van een camping naar de rand van het Drents Friese Wold is hiervan een mooi voorbeeld. Op die manier ontstaan extra recreatiemogelijkheden en tegelijkertijd, in de kern van het natuurgebied, meer rust voor de natuur. Voltooiing van de EHS schept zodoende voor zowel de natuur als de recreant en recreatieondernemer nieuwe kansen.
Sporen van onze geschiedenis Naast de grote waarde die de EHSnatuur vertegenwoordigt voor plant, dier en mens, fungeert zij ook als belangrijke getuige van onze landschapsgeschiedenis. Juist omdat alle hedendaagse natuur het resultaat is van menselijk ingrijpen, is zij innig verbonden met onze historische identiteit. Natuur en cultuurlandschap tonen de geschiedenis van Nederland als de nalatenschap van ontginning, turfwinning, inpoldering en agrarisch gebruik. Bijvoorbeeld op het door een zee van ingepolderd land omgeven eiland Schokland (in beheer bij het Flevolandschap) vormen natuur en archeologie een schitterende mix. Op een vergelijkbare manier gaan bijzondere natuur en militaire geschiedenis hand in hand binnen de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Historische landgoederen en monumentale buitenplaatsen, die vaak geheel of gedeeltelijk behoren tot de EHS, zijn belangrijke dragers van ons cultuurhistorisch erfgoed. De EHS fungeert kortom als levend archief voor de in haar verankerde sporen van verleden, heden en toekomst.
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Business en banen:de economie van de EHS
Natuur en EHS hebben een gunstig effect op de economie. Volgens berekeningen van het Instituut voor Milieuvraagstukken, in opdracht van het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV), leveren de Natura 2000gebieden, die grotendeels samenvallen met de EHS, jaarlijks zo’n 4,5 miljard euro op.
De basis van de recreatiesector Om te beginnen vormt de EHS, zoals we in het vorige hoofdstuk zagen, een belangrijke economische pijler onder de Nederlandse recreatiesector. Niet voor niets concentreren campings, bungalowparken en hotels zich in of rondom grootschalige, toegankelijke natuurgebieden. Een groep van 37 Gastvije Landgoederen biedt onder andere overnachtingen, kampeer gelegenheid, bed & breakfast, fairs, rondleidingen en landgoedwinkels. En dat alles levert geld op. Volgens onderzoek van Tom Bade en Oliver van der Schroef is alleen al de Veluwe ‘goed’ voor een jaarlijkse omzet van ruim 534 miljoen euro en meer dan negenduizend banen. Ook gemeenten pikken een graantje mee: zij ontvangen jaarlijks 4,7 miljoen euro aan toeristenbelasting.
In Drenthe bedroegen de toeristische bestedingen in 2007 maar liefst 639 miljoen euro en biedt de recreatie en toerismesector 7,5 procent van de totale werkgelegenheid. In de Gelderse Poort besteedden dagrecreanten in 2004 zeventien miljoen euro.
Volgens alterra leverde dit laatste zo’n tweehonderd arbeidsplaatsen op. Verblijfsrecreanten besteedden er zes miljoen euro en zorgen daarmee voor negentig arbeidsplaatsen. Hierbij gaat het vaak om banen op lager en middelbaar niveau met goede perspectieven voor starters op de arbeidsmarkt.
Het plan voor landschapsherstel (binnen en buiten de EHS) leidt, in combinatie met een grotere toegankelijkheid, tot een opbrengst van 17,8 miljard euro, terwijl de kosten zijn becijferd op 8,8 miljard. De verwachting is dus dat elke geïnvesteerde euro dubbel en dwars wordt terugverdiend.
De meeste toeristen en recreanten die populaire streken bezoeken, komen af op de natuur en het landschap, waarbij de EHS een sleutelrol vervult. Investeren in de EHS betekent dus ook investeren in behoud en versterking van de recreatiesector. Dit blijkt bijvoorbeeld op de Kop van Schouwen in Zeeland, waar aan de natuur verbonden bedrijven zich hebben gevestigd op locaties waar landbouwgrond is omgevormd tot natuurgebied. De nieuwe, veelal kleinschalige bedrijven vinden onderdak in voormalige agrarische bedrijfspanden, van waaruit ze zich vooral richten op natuurminnende recreanten die afkomen op de EHSgebieden in SchouwenDuiveland. Tegelijkertijd leveren ze met hun verblijf een belangrijke bijdrage aan een vitaal platteland.
21HET SuccES VaN DE EHS
Uitzicht op natuur: tot vijftien procent hogere huizenprijzen Blijkens diverse onderzoeken leidt de aanwezigheid van natuur voor een huis tot een hogere waarde: wel vijf tot vijftien procent meer bij uitzicht op en/of functioneel gebruik van een natuurgebied. De waarde van een huis is bepalend voor de hoogte van de onroerende zaak belasting (OZB) die de gemeente incasseert. Ook die profiteert dus financieel van natuur dichtbij huis.
Gratis natuurlijke drinkwaterzuivering is voor gemeenten en provincies eveneens een profijtelijke aangelegenheid. Onder andere de stad amsterdam en de provincie NoordHolland kochten al lang geleden grote stukken duingebied om daar vervuild rivierwater op een natuurlijke manier te zuiveren. Inmiddels vormen deze duingebieden essentiële schakels in de EHS.
Het is zonneklaar dat een voortvarende realisatie van de EHS ook in economisch opzicht een bijzonder goede investering is, die business en banen oplevert. Een investering die trouwens naadloos past in een bestaande traditie. Door de eeuwen heen hebben Nederlanders immers altijd veel geïnvesteerd in hun natuur en landschap, hetgeen nadrukkelijk heeft bijgedragen aan de vorming van onze geschiedenis en nationale identiteit. Dit heeft geleid tot een collectief erfgoed waarop eenieder zuinig zou moeten zijn en waaraan iedereen zijn bijdrage zou willen leveren.
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
De EHS als buffer tegen klimaatverandering
Het klimaat verandert. Warmte blijft langer hangen en de gemiddelde temperatuur op aarde stijgt. Regenbuien worden heftiger, maar tegelijkertijd komen er meer droge periodes voor. Interessante vragen zijn wat dit alles betekent voor natuur en mens en welke rol de EHS hierin speelt.
Natuur legt CO2 vast Er bestaat een directe relatie tussen natuur en klimaatverandering. Op dit moment absorberen alle natuurlijke systemen op aarde (bossen, venen, wetlands, oceanen) tezamen zo’n vijftig procent van de wereldwijde uitstoot aan cO2. Zonder deze regulerende rol van de natuur zou de opwarming van de aarde nog aanzienlijk sneller verlopen. Dat blijkt wel uit het feit dat een groot deel van de mondiale klimaatverandering wordt veroorzaakt door de vernietiging van bossen en venen. Nederland heeft ongeveer 360.000 hectare bos, waarin ruim zeventig megaton aan cO2 is vastgelegd. Omdat er minder hout wordt geoogst dan er bijgroeit, leggen de bossen jaarlijks netto 0,6 megaton extra cO2 vast.
Duurzame energie en bewustwording Bossen leveren een bijdrage in de behoefte aan duurzame energie: energiebronnen die geen of veel minder cO2 uitstoten. Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer betrekken op diverse plekken houtig materiaal uit bestaande bossen voor de opwekking
van deze duurzame energie. Door, in aanvulling op de EHS, nieuwe ‘korte omloopbossen’ voor energieteelt aan te planten, zou dat snel meer kunnen worden.
Klimaatbos Bijzondere vermelding verdient het verschijnsel ‘klimaatbos’. Door in Nederland dit soort bossen aan te planten en tegelijkertijd in het buitenland in te zetten op bosbehoud (‘een boom planten hier en het bos beschermen daar’) slaan beheerders verscheidene vliegen in een klap. In Nederland nemen bewustwording en draagvlak voor wereldwijd bosbehoud toe en er wordt hier en in de tropen cO2 vastgelegd.
Uitsterven voorkomen Klimaatverandering heeft grote gevolgen voor plant en diersoorten. De EHS, met zijn grote, robuuste en onderling verbonden natuurgebieden, is voor het overleven van deze soorten van levensbelang.
In de eerste plaats lopen in grote, robuuste gebieden soorten veel minder risico om uit te sterven. Zulke gebieden kennen vaak grote populaties die na verloop van tijd, zelfs na een substantiële sterfte, de veerkracht hebben om te kunnen herstellen. Ook kunnen kwetsbare soorten zich in deze gebieden over een groter oppervlak verspreiden en zijn de risico’s zodoende beter gespreid: als één groep uitsterft, kan een andere het gebied ‘overnemen’. als bestaande
23HET SuccES VaN DE EHS
gebieden door veranderende omstandigheden voor een bepaalde soort weliswaar ongeschikt worden, maar er door natuurlijke dynamiek weer nieuwe leefgebieden ontstaan, kunnen de soorten zich daar opnieuw vestigen. Dit fenomeen doet zich bijvoorbeeld voor bij het dichtgroeien van open water, erosie en sedimentatie langs rivieren en kusten.
Tot slot bieden onderling verbonden natuurgebieden soorten waarvoor het leefgebied ongeschikt is geworden de mogelijkheid te migreren naar gebieden waar het klimaat en de daarmee verbonden leefomstandigheden nog wel geschikt zijn. Dit is vooral relevant voor mobiele soorten die zich tamelijk snel kunnen verplaatsen. Via de verbindingen van de EHS verdwijnen sommige soorten zodoende uit ons land, maar komen er daarentegen ook andere binnen. Tal van nieuwe soorten die de laatste jaren in Nederland zijn waargenomen, vonden op deze manier hun weg ‘over de grens’.
Extra maatregelen voor kwetsbare soorten Met uitsluitend het realiseren van de EHS zijn overigens nog niet alle klimaatecologische problemen overwonnen. Het is ook van belang om in bestaande natuurgebieden de habitats voor klimaatgevoelige soorten extra goed te beheren. Zorgen voor een toename van de variatie aan bossen, heide, duinen en laagveenmoerassen is van groot belang, evenals bij
voorbeeld het ontwikkelen van schaduwrijke hell ingen en het verdiepen van waterpartijen om het water ter plekke koeler te laten zijn. Tenslotte zullen we het verlies van leefgebieden door zeespiegelstijging, bijvoorbeeld in getijdengebieden en hoge kwelders langs de kust, moeten compenseren door vergelijkbare leefgebieden binnen de dijken te ontwikkelen. Om het water de noodzakelijke ruimte te geven, kunnen we de dijken op bepaalde plaatsen landinwaarts ‘terugleggen’ en zo functies combineren: ruimte voor water en ontwikkeling van bijvoorbeeld hogere kwelders. Dijken terugleggen, natuurlijke waterpeilen en land teruggeven aan water zijn goede voorbeelden van maatregelen die nodig zijn om de gevolgen van klimaatverandering op te vangen. We zullen het land en het water de komende decennia anders moeten inrichten en gebruiken.
De opwarming van de aarde kan in Nederland leiden tot overstromingen, zeespiegelstijging, verzilting en, vooral in de zomer, watertekorten. Gelukkig zijn daarvoor oplossingen: de ontwikkeling van klimaatbuffers, de aanleg van gebieden om water te bergen en vast te houden, alsmede het creëren van meer geleidelijke overgangen tussen zee en land – inclusief overgangszones van zoet naar zout water.
Het goede nieuws is dat het ontwikkelen van deze nieuwe gebieden hand in hand kan gaan met
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
natuurontwikkeling. Zo ontstaat er bijvoorbeeld meer ruimte voor de dynamiek van grote rivieren, zoals bij projecten in Millingerwaard (Gelderse Poort), Maasuiterwaarden, Grensmaas en Vreugde rijkewaard langs de IJssel. Op andere plaatsten ontwikkelen zich kommoerassen: water en moeras gebieden die tijdens watertekorten in de zomer schoon water kunnen leveren, zodat het niet meer nodig is om vuil water van buiten te gebruiken. Er ontwikkelt zich nieuw veen dat water in de boven lopen van beken kan vasthouden. Goede voorbeelden van een natuurlijke beekinrichting zijn te vinden langs de Brabantse Beerse, de Regge in Overijssel en bij de Geweerstroom in Drenthe. andere inspirerende klimaatvoorbeelden zijn de hoogwaterzones in bij voorbeeld de Wieden (Overijssel) en het Naardermeer.
al deze voorbeelden laten zien hoe onmisbaar de grote, robuuste en verbonden EHSgebieden zijn om de gevolgen van klimaatverandering te kunnen op vangen. Welbeschouwd is de EHS voor mensen, dieren en planten letterlijk van levensbelang.
The success of the National Ecological Framework
a Public secret
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Table of contents Introduction
28 Professor Pieter van Vollenhoven
The National Ecological Framework
30 Why do we need more, interconnected nature reserves in the Netherlands?
33 The idea behind the National Ecological Framework
35 More than nature; the National Ecological Framework’s achievements
38 The European Ecological framework; Natura 2000
40 Health and wellbeing; the National Ecological Framework’s importance to humans
42 Business and jobs; the National Ecological Framework’s economy
44 The National Ecological Framework as a buffer against climate change
Friesland Groningen Drenthe
50 Noard-Fryslân Bûtendyks
52 De Flearen
54 De Wadden
56 Landgoed Blanckenborch
58 Dal van de Ruiten A
60 Het Westerkwartier
62 De Westbroekstermadepolder
64 Het Fochteloërveen
66 De Drentsche Aa
68 Landgoed Heidehof
Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland
72 Het Mantingerveld
74 Het Doldersummerveld
76 De Engbertsdijksvenen
78 Nationaal Park Weerribben-Wieden
80 Landgoed Herinckhave
82 Schokland
84 De Oostvaardersplassen
86 De Veluwemeerkust
88 Landgoed Appel
90 De Gelderse Poort
Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland
94 Het Wisselse Veen
96 De Stiftsche Waarden
98 Eemland
100 De Blauwe Kamer
102 Landgoed Sandenburg
104 De Nieuwe Hollandse Waterlinie
106 Het Naardermeer
108 Landgoed De Goede Morgen
110 Het Ilperveld
112 De Nieuwkoopse Plassen
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
116 De Krimpenerwaard
118 Tiengemeten
120 De Oosterschelde
122 De Prinsenhoeve
124 Landgoed Huis Ter Heide
126 Landgoed De Hoevens
128 West-Brabantse Peel
130 Nationaal Park De Maasduinen
132 De Meinweg
1 35 Colofon
Naar de inhoudsopgave
Introduction
Twenty years ago, we decided to halt the deterioration of nature in our country. The loss of natural areas and biodiversity was no longer acceptable to us, for several good reasons. Nature has an intrinsic value, its protection being an ethical and emotional issue. To a large extent, nature also makes our country habitable and determines our immediate surroundings. We are becoming increasingly aware of the value and indispensability of the ‘ecosystem services’ which nature provides: clean drinking water, clean air, sources of food production and water retention. We literally depend on these facilities every day.
In 1900, the Netherlands still had 876,000 hectares of natural areas. In 1989 there were only 448,000 hectares left. The rest had disappeared in favour of increasing prosperity. The worsening environmental conditions the latter resulted in meant that a mere fifteen percent of the country’s original biodiversity was still present in the Netherlands. This could not continue. That is why, twenty years ago, we decided
to create the National Ecological Framework [Ecologische Hoofdstructuur/EHS], a continuous network of nature reserves extending over 729,000 hectares. a network that would end the fragmentation of natural areas and which was aimed at restoring the biodiversity and creating a beautiful, green environment in which people can relax, escape from the urban rat race for a while, rediscover themselves and recharge their batteries. ‘Recreation’, in other words.
We set to work with enthousiasm. The (provincial) government(s), estate owners, social organisations, farmers and citizens have all, after some initial reluctance, tackled the challenge with immense energy and have since – jointly – created some 129,000 hectares of new natural areas. However, we have not reached our goal yet. There are serious concerns regarding the progress, the budget available and the conditions projects have to take place under. Policy is too openended and too dependent on the conflicting interests of different parties.
The National Ecological Framework now developing does not offer a solution to the fragmentation. The process is too slow. Many ambitions have not been achieved. Despite this, the philosophy behind the National Ecological Framework still has our full support. However, strong measures are required to keep the development of the framework going. New proposals are currently being drawn up which will soon be brought to the relevant parties’ attention.
This book, however, does not deal with the future of the programme. The examples on the following pages provide insight into the benefits society gains if work is done well and the National Ecological Framework is created according to schedule.
We will show the reader that the products of newly created nature reserves often exceed expectations. This concerns results in the field of biodiversity as well as, for example, the fields of recreation, landscape, public health and cultural heritage. This book also
shows how people at every level are involved in the National Ecological Framework. Nature conservation organisations, estate owners, farmers and volunteers are working side by side to create new natural areas. In an increasing number of cases these parties are also collaborating within the same project.
Together, private estate owners, nature conservation organisations and the Dutch National Fund for Rural areas [Nationaal Groenfonds] will demonstrate how beautiful the Netherlands could once again become by collaborating on the National Ecological Framework. On behalf of all these parties I would like to express my hope that we have the opportunity to enthousiastically and successfully continue this work over the coming years.
Professor Pieter van Vollenhoven
‘ Nature conservation organisations, estate owners, farmers and volunteers are working side by side to create new natural areas.’
29THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Why do we need more, interconnected nature reserves in the Netherlands?
Thousands of years ago, the North Sea and the Rhine, Meuse and Schelde rivers laid the foundations of our country. Layers of gravel, sand and clay were eroded by the water and deposited elsewhere. Deep layers of peat developed in the large inland lakes. The tides created shallow coastal seas with mudflats and salt marshes. This resulted in an extensive, dynamic delta with many transition areas bridging dry to wet, fresh water to salt water and nutrient poor to nutrient rich. This diversity formed the basis for the rich, varied nature of the natural deltas.
You had to be resourceful and willing to cooperate to survive in this watery environment. The people who lived in trading and castle towns, and rural villages in the early Middle ages understood that. In their fight to control the water, they united in water boards – the oldest administrative bodies in the Netherlands. Polders, dikes, valve culverts (pipes under quays or dikes which could be closed off with a valve) and, later on, windmills kept the population dry.
The natural landscape disappearsDutch entrepreneurship brought about trade with remote countries and provided new ideas for working the land. This created a prosperous country with a rapidly growing population who, in part thanks to the trade with the East and West, could cultivate more and more areas of wilderness. Influenced by new inventions, this development really took off at the start of the 20th century. Examples include the mechanisation of agriculture and the use of fertiliser. The disappearance of the natural landscape and all the accompanying animal and plant species accelerated due to the population growth and increasing prosperity.
according to the National audit Office [Nationale Rekenkamer] the surface of natural area decreased by almost fifty percent over the past century from 876,000 hectares in 1900 to 448,000 hectares in 1989. after 1989, there has been a slight increase. In our densely populated, prosperous country, nature is a rarity. New towns, roads and an increase in the scale of agricultural areas caused the emergence of impoverished, fragmented areas of nature and landscape. The depressing results can be seen to this day. alongside reduced surface area, the quality of the remaining natural areas is a problem. acidification, eutrophication and desiccation continue to decrease the latter, among other things, due to the effects of intensive farming practices.
Threat to species at the close of the 20th century
Stoneflies
Reptiles
Butterflies
Mayflies
Mushrooms
Bees
Caddisflies
Amphibians
Lichens
Mosses
Grasshoppers and crickets
Vascular plants
In comparison to 1950
Flatworms (Tricladida)
Birds
Mammals
Molluscs
Dragonflies
Source: LNV.CBS/mrt09/1052
www.compeniumvoordeleefomgeving.nl
Fish
Disappeared
Vulnerable
0 20 40 60 80 100%
Seriously threatened
Sensitive
Threatened
Unthreatened
31THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Plant and animal species are disappearingas the Netherlands Environmental assessment agency [Planbureau voor de Leefomgeving’s] data reveals, many plant and animal species that thrived in the Netherlands have disappeared or become very rare over the recent decades. Over a third of all groups of plant and animal species, such as bees, dragonflies and lichens, are near extinction. Twothirds of the species of reptiles, fungi and butterflies are on the Red List of threatened species. a relatively large number of butterflies, stoneflies, fresh water fish and lichens have entirely disappeared from the Netherlands. Of the 23 Eu countries, the Netherlands belongs to those with the largest proportion of threatened bird, fish and mammal species. climate change has also led to new species entering the country. From 1990 onwards, there has been an increase in southern, waterloving lichen species, while there is a decreasing trend for northern species which need cool conditions, both as far as total numbers and number of species are concerned.
The concern regarding these trends started growing over one hundred years ago. People founded associations to study and protect nature, for example, by purchasing threatened natural areas. Private estate owners who protected their woodlands and the natural areas were supported by the Natural Beauty act [Natuurschoonwet] of 1928. During the second
half of the previous century, the government also actively intervened. It implemented various forms of nature management and policy to protect natural areas and improve their quality. This policy was based on the idea that if we enlarge nature reserves and connect them to one another, this decreases external influences. The plant and animal species that previously disappeared can then return and the present species’ chances of survival improve.
A network of viable nature reservesIn recent years, the government has not only signed national and international agreements about the preservation and restoration of nature and biodiversity (the diversity of all living plants and animals on the planet). It has committed to the completion of a network of robust nature reserves by 2018: the National Ecological Framework. The government has set several goals for the preservation and restoration of the biodiversity, to be achieved in 2010 and 2020. This not only concerns the variety of ecological communities or ecosystems and species, but also the gene pool within each species.
The preservation of nature and its biodiversity is important for a number of reasons. First of all, nature is intrinsically valuable. Plants and animals have the right to exist, irrespective of how people value them. Degradation of that right to exist should be avoided
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
as much as possible. That is a matter of civilisation. Many have described this concept from a religious, spiritual or philosophical point of view. This principle always proves to touch on the essence of our existence on earth.
a second reason is how people experience nature. Even when it serves no immediate purpose, many are of the opinion that humans have a bond with nature. We generally experience our contact with nature as positive. This motivates people to protect nature.
Finally, nature meets a large number of basic needs crucial to our existence: the socalled ecosystem services. For instance, nature provides food, drinking water, timber, shelter and the ‘accommodation’ of meteorological and climatological influences. Many of the ‘secondary services’ are also important to us, such as an appealing living environment and
recreational areas. Vibrant nature is invaluable to a sustainable society, often summarised by the terms: ‘people, planet, profit’. ‘Planet’ signifies the intrinsic value of nature and the natural processes that keep the world turning. ‘Profit’ represents the ecosystem services such as food provision and clean drinking water as well as the derived economic services. ‘People’ stands for human welfare.
These weighty reasons make it essential to not only protect natural areas, but also to restore, enlarge and connect nature reserves where necessary and possible. It is furthermore important to make the surroundings of those reserves cleaner and to improve the environmental quality. Private and agricultural nature managers play an important role alongside major nature conservancy organisations in achieving these goals.
The idea behind the National Ecological Framework
The larger an island and the smaller the distance to the mainland, the larger the biodiversity or, in other words, the variety of plant and animal species.This theory is derived from the work of american biologists Robert Macarthur and Edward Wilson. In their book ’The theory of island biogeography’ (1967) they explain how scale and distance determine the number of plants and animals that exist on an island. Larger islands have more variety, which enables more species to live there. If an island is ten times the size of another, then roughly twice the number of species can exist there. and the closer an island is to a continent, the higher the chance of plant and animal species moving from the continent to the island and vice versa.
The latter has to do with how species travel. Plant seeds are carried by the wind or currents. They are also transported by attaching to pelts or feathers. It is relatively easy for fish and birds to migrate, while animals that live on or in the soil have a harder time moving from the mainland to an island. Reptiles have a higher survival rate than mammals, e.g. on trees knocked down by a storm and swept out to sea. Because they are coldblooded and therefore have a slower metabolism, reptiles can survive longer trips than the warmblooded mammals. The limited biodiversity of small islands, far from the coast is particu
larly vulnerable. Earthquakes, hurricanes, disease or fire can cause widespread decimation. Island populations can become extinct, as new specimens of that species may not reach the island from the mainland.
Islands in a sea of farmlandResearch has shown that this island theory also applies to natural areas on the mainland. In other words, the natural areas are isolated islands in a ‘sea’ of agricultural land in which many species cannot survive. This explains why the biodiversity in the Netherlands has decreased to fifteen percent of that of the existing situation before 1700. This loss is substantially higher than elsewhere in Europe and the world. In the Netherlands, nature has been converted into agricultural land or earmarked for urbanisation on a large scale. Here and there pieces of nature remained, only because they were too difficult or too expensive to develop.
What was left at the end of the 20th century were isolated islands of nature; separated by villages, towns, industrial estates, railway lines, motorways and intensively farmed agricultural areas. Due to the now acknowledged importance of nature and biodiversity, the government, nature conservation organisations, private landowners and volunteers became engaged in regaining the former level of biodiversity.
33THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
100
80
60
40
Global (excluding Antarctica)
Europe (OESO)
The Netherlands
20
0
1700 1750 1800 1950 1850 2000 2050 1900
Mean Species Abundance (% of reference)
PBL/aug09/1440 www.compeniumvoordeleefomgeving.nl Source: PBL.
The concept for the National Ecological Framework – which aims at restoring, enlarging and adequately linking viable natural areas – was developed using the island theory, and incorporated into the first Nature Policy Plan [Natuurbeleidsplan] (1990). In practice this has proven to be an arduous process.
It is not simple to return agricultural land to a natural state, to neutralise detrimental environmental effects and to create ecological links to create a network. Here and there, people are starting to question the added value and necessity of the programme. Some even refer to it as a luxury in comparison to other social responsibilities. People may also become emotional when agricultural land is sold for the benefit of nature restoration. These reactions are in turn noted by politicians and administrators.
First achievementsThankfully, the major nature restoration project, the National Ecological Framework, can, despite certain points of criticism, count on widespread support from the general public. Its early achievements undoubtedly contributed to this. Various areas around the country show that the establishment of large, interlinked natural areas lead to an increase in the biodiversity. Particularly in this ‘new’ nature, where the contaminated or unnaturally nutrientrich soil has been removed and the groundwater is permitted to reach the surface, unexpected species are established. In many cases these are small, unobtrusive species such as the bog pimpernel in Banisveld in the province of Brabant or the flea sedge in Laegieskamp in NoordHolland. Remarkable birds, including the little crake and the little bittern, rapidly return to areas that have been (partially) submerged (pools/swamp); like the Harderbroek in the Flevopolder. Even more impressive are the ‘colonising species’ like the cranes at the Fochteloërveen in the province of Drenthe. They serve to prove that Macarthur and Wilson were right and emphasize the National Ecological Framework as the best tool we have to save nature in the Netherlands.
Biodiversity Net National Ecological Framework, 2005 (Spatial Memorandum)
Source: VROM, 2005PBL/nov05/1298www.compeniumvoordeleefomgeving.nl
Physical-geographical regionDune area
Fens and sea clay
Higher sandy soils and hill country
in Southern Limburg
River area
(river meadows)
Obstructed estuaries
Tidal area and North Sea
More than nature; the National Ecological Framework’s achievements
The drive of individuals is crucial to every nature and landscape project. a classic example is the teacher, field biologist and conservationist Jac. P. Thijsse, who – together with his associates – founded the association for the conservation of Exceptional Nature [Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten] in 1905 and purchased the Naardermeer lake, thereby preventing the area from being turned into a rubbish tip. Today, individuals and professionals are still putting their hearts and souls into conserving and developing the cultivated landscape and nature in the Netherlands. These people and their commitment made the foundation of the National Ecological Framework’s successes.
For example, at De Goede Morgen estate in Hippolytus hoef in Noord Holland, the Klaver family restored an old watercourse, thereby returning the terrain to its former state. Meadow birds benefit massively from the efforts, vision and patience of these private landowners.
Revolutionary changesacknowledging that nature cannot be coerced is essential. The Oostvaardersplassen, a unique type of nature reserve demonstrates this. This area developed spontaneously from marshland on land reclaimed from an inland sea. Site manager Staatsbosbeheer keeps enlarging it, connecting it to the Veluwe nature
reserve and east towards Germany. Over the past forty years it has developed into a paradise for birds, with the whitetailed eagle as their most impressive representative.
Expanding the total surface area of nature reserves leads to revolutionary changes within a relatively short period of time. However, the quality remains just as important as the quantity. This is the case particularly for species that depend on specific habitats. Quality is entirely dependent on reinstating processes such as erosion and sedimentation. For example, Natuurmonumenten has succeeded in restarting the natural peat deposit on the Fochteloërveen. This achievement is due to excellent water management.
Reinforcing and connectinga large number of plant and animal species benefit from the new nature and landscape opportunities. an example is the Ilperveld, an area of extensive fen meadows dotted by ditches and small islands at the site of a former rubbish tip near amsterdam. Thanks to Landschap NoordHolland the area is now has several heath species. Even the rare tundra vole has settled here. Farmers move their cattle from island to island by boat, using it for milking as well as transport. The water quality in the area has also improved substantially since the 1980s.
35THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
In order to create the National Ecological Framework it is essential to connect the areas involved. The socalled ‘nature roads’ are very important in this respect. These include wildlife crossings, for the safe crossing of hinders such as roads, and green fields on the outskirts of towns and villages. One example is the Blanckenborch estate belonging to the Buist family, which connects the largest woodland in Groningen (the Noordlaarderbos) to the De Poll estate. This has created a nature reserve of approximately 220 hectares. connecting nature reserves also brings together the various parties involved, including private landowners and Staatsbosbeheer. By cooperating, they connect various areas, thus making the whole more than the sum of its parts.
This synergy does not end at the Dutch border. Thanks to European and other forms of global cooperation it is becoming increasingly easy for plants and
animals to migrate from one country to another. In the province of Limburg, Staatsbosbeheer allows de Meinweg, a unique habitat for reptiles and amphibians such as the common spadefoot, to seamlessly merge with the German Grenspark MaasSwalmNette. This allows animals to move freely between Germany and the Netherlands.
Good for plants, animals and peopleNot only plants and animals are grateful for the viable natural areas and improved connections between them that the National Ecological Framework provides. People also enjoy nature and landscape, preferably in their own neighbourhood. areas such as the Veluwe or the Wadden Islands are favourite holiday destinations. and, thanks to the National Ecological Framework, more and more recreational areas are being developed. Take the Blauwe Kamer in the province of utrecht: utrechts Landschap has develo
ped this site as a popular nature reserve where people go for walks, go boating or learn about nature; and where, after enjoying a day outdoors, they can relax in a restaurant.
Many facilities like campsites, hotels, bars and restaurants, sailing schools and hiking routes also have the National Ecological Framework to thank for their existence. The calm and open spaces of the National Ecological Framework areas are scarce and in demand. Demand is increasing for places like a new fivestar accommodation in a listed barn on De Hoevens estate in alphen, in the province of NoordBrabant. alongside recreational opportunities, the National Ecological Framework also has an obvious economic value, if you can compare how much a home costs on a new housing estate to what you pay for the same home on the edge of a woodland. Finally,
the favourable influence of nature on a healthy lifestyle should be mentioned. The National Ecological Framework offers various options for people to improve their health.
To counterbalance our urbanised society with its order, frantic pace and its people’s busy lives, calm and open space, natural beauty and experiencing nature are becoming more and more important. The demand for an outdoors experience – an environment that inspires, provides peace and quiet, and breathing space for people living in urbanised environments – is high and will only continue to increase. The Dutch landscape’s and the National Ecological Framework’s strength lies in the wide range of experiences they can offer.
37THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
The European Ecological framework; Natura 2000
Nature and landscape were threatened not only in the Netherlands over the last century. Elsewhere in Europe, people also became aware of the negative consequences of economic growth. In addition to extensive environmental problems – lifeless rivers, dying forests, holes in the ozone layer – the habitats of many plants and animals (including lynx, wolf and bear) became fragmented or disappeared entirely. Various scientific studies carried out in the 1960s, 1970s and 1980s revealed the negative effects of fragmentation of natural areas on the biodiversity. This knowledge initiated an increasing awareness and concern in the western world and among Western European administrators.
Treaties and guidelinesThe increased attention for the environment and the preservation of ecological networks led to international treaties in the 1960s and 1970s, and to European guidelines. The Dutch government incorporated these guidelines in the Flora and Fauna act [Flora en Faunawet] and the Nature Protection act [Natuurbeschermingswet]. For example, the European union’s Bird Directive (1979) states that the member countries must protect ‘all species of naturally occurring birds living in the wild in Europe and their eggs, nests and habitats’. The Eu even wanted to set up special protection zones for certain species such as the Eurasian bittern, tundra swan and the bluethroat.
By ratifying the 1992 Habitat Directive, the Eu tried to prevent wild plant and animal species becoming extinct in their natural biotopes. article 6 in particular had and still has a major influence in this respect. This states that all development plans and projects that might have negative consequences for a protected area should be ‘appropriately evaluated’. If the plans are harmful, they may not go ahead unless there is a ‘major public interest’ involved and compensation is paid. In the Netherlands, the Habitat Directive led to, among other things, the cancellation of a distribution centre near Heerlen because the area was home to the endangered hamster. The Desmoulin’s whorl snail and the sand lizard have also caused the postponement and amendment of projects such as the building of the a73 highway in Limburg.
39THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Comprehensive European network Supported by the Bird and Habitat Directives [Vogelrichtlijn en Habitatrichtlijn], the Eu determined that a comprehensive European ecological network of special protection zones should be created: Natura 2000. In this manner, the Eu wished to halt the reduction in the biodiversity. The directive obliges all member states to designate protected areas. Practically all the 162 Dutch Natura 2000 areas are part of the National Ecological Framework. Natura 2000 and the resulting legislation constitute a success ful combination, as various natural areas clearly demonstrate.
For instance, the cranes that starting breeding in Fochteloo in the province of Friesland were only the first of a large number of breeding pairs that – over the past twenty years – have enlarged their range from Eastern to Western Europe. Without intensive protection in Germany, the whitetailed eagle would never have established itself in the Oostvaardersplassen. Marsh birds such as the spoonbill are doing well in NorthWestern Europe thanks to Dutch nature reserves and conservation measures.
Can’t have one without the otherThe National Ecological Framework and Natura 2000 cannot be successful without one another. Thanks to the European nature network, the Dutch nature is again enriched by species that disappeared here long ago. Dutch nature sites provide a crucial contribution to European nature, all thanks to the National Ecological Framework and Natura 2000.
National Ecological Framework and Natura 2000 sites
National Ecological Framework
National Ecological Framework
and Natura 2000
Natura 2000
Source: LNVPBL/aug07/1425www.compeniumvoordeleefomgeving.nl
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Health and wellbeing; the National Ecological Framework’s importance to humans
The National Ecological Framework, health and wellbeing are inseparable. Natural areas near housing estates provide room for children to ramble and run around, ensuring that they are less likely to suffer from health problems such as obesity. a study by the research institute alterra revealed that the mental wellbeing of children who participated in a nature experience programme improved significantly. Nature near a home or hospital has a positive effect on the revalidation period. People admitted to intensive care units with a view of green areas generally need less time to recover. and people who, for whichever reason, need to get away from it all, often find nature has a healing effect.
Nature can also contribute to improving the quality of care and work climate in health care institutions. care farms are the contemporary equivalents of the rural sanatorium. For example, in 2007 some 26,000 care staff worked in the utrechtse Heuvelrug area. and nature managers also provide room for health and care, such as the health care centre on the farm De Groote Modderkolk near Loenen and the forestry with a reconvalescence unit at the Welna estate on the Veluwe.
Health costs and the National Ecological FrameworkNature also positively influences health indirectly, for example by allowing us to exercise and relax – resulting in reduced stress levels. In 2001, the research company EcorysNEI estimated that the health costs saved
thanks to nature in the Netherlands amounted to 350 million euros per year. The researchers expected more nature to lead to a cost reduction of one percent of the Ministry of Health, Welfare and Sport’s budget. This is why, for instance, health insurer Menzis is in favour of the National Ecological Framework as originally intended to stimulate people to lead a healthy life. The National Ecological Framework provides plenty of opportunities for recreation and exercise.
For a wide audienceIn the past, nature researchers were the main proponents of nature. Today a wide audience use natural areas to enjoy many types of outdoor sports and relaxation. Every year, the managers of nature reserves welcome hundreds of millions of visitors. The largest areas even feature in the top ten of tourist attractions: the sandrich grounds of Groningen, Friesland and Drenthe, Eastern Brabant, Northern and central Limburg, Nijmegen and the surrounding area, the Veluwe, Twente/Salland/Vechtstreek and the Wadden Islands.
Plenty of opportunities for recreationThe important position the National Ecological Framework has in the recreational sector is partly due to the fact that the majority of nature reserves are freely accessible. In this way, the National Ecological Framework makes a direct contribution to making green areas more accessible. Particularly in urbanised areas, such as the Randstad area, there is a large and
40THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
growing demand for this access. The funds the national government has set aside to improve urban recreational areas provide a valuable contribution to the completion of the National Ecological Framework.
In countless places, the National Ecological Framework is increasing natural values and recreational possibilities. On Tiengemeten, an island managed by Natuurmonumenten e.g., larger natural areas have been created together with many recreational possibilities. Trails, a visitors’ centre, holiday bungalows and a campsite have been built. at De Wieden, in Over ijssel, many new recreational possibilities have been created over the past ten years: six new trails, four new canoeing routes, two new viewing points and an obser vation hut. The new facilities definitely meet a need that is demonstrated by their intensive use. at many other National Ecological Framework sites managed by Staatsbosbeheer, the twelve Provincial Landscape authorities [De12Landschappen], individual owners and Natuurmonumenten have also created new recreational possibilities over the past ten years. as is the case on the Wadden Islands, the Kop van Schouwen, on Den TreekHenschoten estate and in the Gelderse Poort.
Therefore, enlarging nature reserves within the framework of the National Ecological Framework objectives, in many cases, leads to more room for nature development and recreation. It is thereby sometimes necessary to move recreational facilities to or to build them on the borders of nature sites. Shifting a campsite from the
centre to the outskirts of the Drents Friese Wold forest on the border of the Friesland and Drenthe provinces is a good example of this. This creates additional recreational possibilities and – simultaneously – less disturbance in the natural area. Following this approach, completing the National Ecological Framework creates new opportunities for nature, visitors and the people living of recreational areas alike.
Traces of the pastNext to being an important asset to plants, animals and humans, the National Ecological Framework is an important record of our landscape’s history. Precisely because all contemporary nature reflects human activity, it is closely connected to our historical identity. Nature and the manmade landscapes tell the story of the Dutch working the land, cutting peat, reclaiming land and farming. For instance, the island of Schokland (managed by Het Flevolandschap), which is currently surrounded by a sea of reclaimed land, provides an amazing mix of nature and archaeology. Beautiful nature and military history sit sidebyside along the Nieuwe Hollandse Waterlinie, a series of fortifications along waterways. Historic estates and listed country homes, often partly or entirely part of the National Ecological Framework, are important representatives of our culturalhistorical heritage. In short, the National Ecological Framework is a living archive for the traces of history, but also shows the present and possibilities for the future.
41THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Business and jobs;the National Ecological Framework’s economy
Natural areas and the National Ecological Framework have shown to have a beneficial effect on the economy. according to calculations performed by the Institute for Environmental Studies [Instituut voor Milieuvraagstukken], commissioned by the Ministry of agriculture, Nature and Food Quality, Natura 2000 sites (which largely coincide with the National Ecological Framework) annually generate some 4.5 billion euro’s.
The basis for the recreation sectorSeveral examples of the importance of the National Ecological Framework to the Dutch recreational sector were mentioned in chapter 5. It is no coincidence that camp sites, bungalow parks and hotels are concentrated around largescale, easily accessible nature reserves. a group of 37 Gastvrije Landgoederen (‘welcoming estates’) provide, among other things, accommodation, campsites, fairs, guided tours and estate shops. and this creates economic opportunities. according to a study by Tom Bade and Oliver van der Schroef, the Veluwe alone generates an annual turnover in excess of 534 million euro’s and over nine thousand jobs. Municipalities also benefit: annually they receive 4.7 million euro’s in tourist taxes.
In 2007, the province Drenthe welcomed visitors spending some 639 million euros; while the recreation and tourist sector provided 7.5 percent of the job opportunities. In the Gelderse Poort, visitors spent
seventeen million euro’s in 2004 alone, providing some 200 jobs. Often these jobs are low or intermediate level, offering good career opportunities for the firsttime employed.
The plan for landscape restoration (both as a part of and outside the National Ecological Framework) combined with greater accessibility is expected to generate 17.8 billion euro’s, while the costs have been estimated at 8.8 billion euro’s.
In other words, every euro invested will not only be recouped, but doubled.The National Ecological Framework plays a key role; as most tourists and people recreating in these popular areas are attracted by the nature and landscape there. Investing in the National Ecological Framework is also an investment in the preservation and strengthening of the recreational sector. a good example of this is the Kop van Schouwen in Zeeland, where companies related to nature have been established in areas where agricultural land is being transformed into a nature reserve. The new, often smallscale, businesses are housed in former agricultural buildings that they use to attract the nature lovers visiting the National Ecological Framework areas in SchouwenDuiveland. Simultaneously, visitors make an important contribution to the lively rural community.
43THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
Views of nature boost house pricesaccording to various studies, a house situated in or bordering a natural area is valued at five to fifteen percent more than a comparable property that does not have such a benefit. This means the municipality also benefits financially from natural areas, as a house’s value determines how high the property tax is.
Free, natural drinking water purification is another source of profit for municipalities and provincial governments. Long ago, amsterdam and the province of NoordHolland, among others, purchased large dune areas to enable the natural purification of contaminated river water. Today, these dune areas are essential links in the National Ecological Framework.
These examples make it abundantly clear that an expeditious creation of the National Ecological Framework is an exceptionally good investment from an economic perspective, creating business and jobs.
Investment in the Framework is part of an existing tradition. Over the centuries, Dutch people have always invested a lot in nature and landscape, shaping the history of the country and its national identity. This has led to a collective heritage that everyone should treat with respect and should wish to con tribute to.
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
The National Ecological Framework as a bufferagainst climate change
Our climate is changing. Heat is being trapped for longer and the earth’s average temperature is rising. Seasonal rains are becoming heavier, while simultaneously there are more dry periods. It is worthwile to consider the consequences to nature and man, andwhat role the National Ecological Framework’s may play.
Nature absorbs CO2 There is a direct relationship between the existing natural areas and climate change. at the moment, all the natural systems on the planet (woodlands, peatlands, wetlands, oceans) are absorbing some 50 percent of the global cO2 emissions. Without nature’s regulatory action, global warming would be taking place at an even faster rate. This is demonstrated by the fact that a large proportion of global climate change is caused by the destruction of woodlands and fenland. The Netherlands has approximately 360,000 hectares of woodland that stores well over seventy megatons of cO2. Because less timber is harvested than growth replaces, the woodlands annually stores an additional 0.6 megatons of cO2 (net).
Sustainable energy and increasing awarenessWoodlands contribute to the demand for sustainable energy: energy sources that emit no or much less cO2. Natuurmonumenten and Staatsbosbeheer source wood from various existing woodlands for the generation of sustainable energy. By planting fast growing woodlands for energy generation in addition, the contribution of woodlands to sustainable energy generation could rapidly be increased.
Climate forestsThe socalled climate forests deserve a special mention. Planting this type of forest in the Netherlands and simultaneously focusing on forest preservation abroad (‘plant a tree here, protect forests there’) gives two results at the same time: it raises awareness and support for global forest conservation in the Netherlands and it contributes to cO2 storage here and in the tropics.
Preventing extinctionclimate change has major consequences for the continued existence of plant and animal species. The National Ecological Framework, with its large, interconnected nature reserves, is of crucial importance to the survival of these species. First of all, species are at a much lower risk of becoming extinct in large, suitable areas. Such areas are often home to large populations which, over the course of time, even after
45THE SuccESS OF THE NaTIONaL EcOLOGIcaL FRaMEWORK
a substantial decimation have the resilience to be able to recover. Vulnerable species can also distribute themselves across a larger area in these reserves thereby spreading the risk: if one group dies off, another can take over the area. If existing areas become unsuitable for a particular species due to changing conditions and natural dynamics create new habitats, the species can colonise those areas. This adaptation occurs when open water becomes overgrown due to erosion and sedimentation along rivers and coastline.
Finally, interconnected nature reserves provide species living in habitats that have become unsuitable with the opportunity to migrate to areas where the conditions are suitable. This is particularly relevant for mobile species that can move relatively easily. although some species may disappear from our country along these National Ecological Framework connections, others are likely to arrive. countless new species that have been observed in the Netherlands in recent years crossed the border via this route.
Additional measures for vulnerable speciescreating a National Ecological Framework does not solve all the climatologicalecological problems. It is also important to ensure good management of the habitats of climatesensitive species in existing nature reserves. Ensuring an increase in the variety of wood
lands, heathlands, dunes and fenlands is of great importance as is, for example, the development of shady slopes and increasing the depths of lakes and rivers so they become cooler.
In addition, we will have to compensate for the loss of habitat to rising sea levels. This includes tidal areas and raised salt marshes that could be replaced by creating comparable habitats behind the dikes. To give the rising water the necessary space, we could move dikes back inland, thereby combining functions: creating a buffer area for the water and the development of, for instance, raised salt marshes. Moving dikes back (inland), permitting naturally regulated water levels and returning land to the sea are examples of the measures required to accommodate the consequences of climate change. Over the coming decades, land and water will have to be managed and used differently. In the Netherlands, global warming can lead to flooding, rising sea levels, salini fication and, particularly during the summer, water shortages. Thankfully, solutions to these problems have already been created: the development of climate buffers, the creation of areas for water storage and retention as well as the creation of more gradual transitions between land and sea – including transitional zones from sweet to salt water.
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
The good news is that the development of these new areas goes handinhand with developing natural areas. For example, more space is being created for the dynamics of the major rivers in projects in the Millingerwaard (Gelderse Poort), Meuse water meadows, Grensmaas (border Meuse) and in the Vreugde rijkewaard along the river IJssel. In other places, pool marshes are developing: water and marshlands that can provide clean water during water shortages in the summer, making the use of dirty water from outside the area unnecessary. New peat grows and retains water in the upper reaches of streams. Examples of natural stream structures can be found along the Beerse in Brabant, the Regge in Overijssel and the Geweerstroom in Drenthe. Other inspiring climate examples are the highwater zones in de Wieden (Overijssel) and the Naardermeer.
all these cases reveal how crucial large, solid, interconnected National Ecological Framework areas are to tackling the consequences of climate change. The National Ecological Framework is literally of lifesaving importance to man, animals and plants.
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Friesland Groningen Drenthe
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
51HET SuccES VaN DE EHS
De onmetelijke weidsheid van NoardFryslân Bûtendyks
Nieuwe bildtzijl
Leeuwarden
In dit buitendijkse kerngebied heersen rust en ruimte.
Het is een van de in Nederland zeldzame gebieden
waar de bezoeker nog een onbelemmerd zicht op de
horizon heeft. Getijden en weerselementen hebben
het hier voor het zeggen. En natuurlijk de vogels!
Die vinden hier een van de best gedekte tafels van heel
Europa. Het slik en de kwelders bieden een uitgelezen
menu aan wormen, garnaaltjes, schelpdieren en ander
zeebanket.
Verkweldering als dynamisch proces
NoardFryslân Bûtendyks is het grootste aaneen
gesloten kweldergebied van Europa en een onvervang
bare schakel in de internationale trekroute voor vogels.
Voor hen is het slik een waar ‘Luilekkerland’. Er zijn
tientallen soorten steltlopers die ieder jaar terugkeren
voor een verblijf in dit waddengebied. Ook kluten,
bontbekplevieren, zwarte ruiters, kanoetstrandlopers,
tureluurs, zilverplevieren, rosse grutto’s, goudplevieren,
wulpen en bonte strandlopers komen langs om zich
tegoed te doen aan het voedsel dat het buitendijkse
gebied te bieden heeft.
De kwelders vormen een zeldzaam landschapstype en
zijn zeer belangrijk voor de biodiversiteit in Nederland.
Grote aantallen zoutminnende planten, zoals zeeaster,
zeekraal, zeealsem en schorrekruid, zorgen voor een
natuurlijk mozaïek in de kwelderbegroeiing.
Het gebied is voortdurend in ontwikkeling. In 2009
droeg de provincie Fryslân nog een stuk buitendijks
gebied van 185 hectare over aan It Fryske Gea.
Hierdoor werd weer een deel van het gebied veilig
gesteld. ‘Door de uitvoering van het verkwelderings
plan kan de kwelder straks meegroeien met de zee,
omdat het gebied bij hoge vloed tot aan de dijk onder
water kan komen staan. Dat is erg belangrijk voor
de veiligheid, ook vanwege de veranderingen in het
klimaat,’ aldus adjunctdirecteur en hoofd Natuur
kwaliteit Henk de Vries.
De rust en ruimte trekken jaarlijks vele natuurlief
hebbers. Voor rustzoekers, vogelaars, plantenkenners
en wandelaars zijn tal van voorzieningen aangebracht.
De opgeknapte bunker is niet alleen een prachtig
uitzichtplateau, maar vormt ook de uitvalsbasis voor
een educatief scholenprogramma. Jaarlijks gaan hier
zo’n drieduizend kinderen het veld in om onderzoek en
proefjes te doen. En natuurlijk om lekker door het slik
te glijden: ‘Ze komen als indianen terug.’
Langs de noordwestkust van Friesland, tussen Zwarte Haan en de Holwerder pier, ligt een uitgestrekt buitendijks landschap. Het meet ruim 4.170 hectare en bestaat uit zomerpolders, kwelderwerken, kwelders en slikvelden: het Noard-Fryslân Bûtendyks.
De overgang van de lage kwelder naar het slik. De kwelderwerken breken de golfslag en zijn onmisbaar bij het herstel en de bescherming van de natuurlijke waarden op de kwelders. (foto’s: It Fryske Gea).
Drs. Henk de Vries, adjunct-directeur en hoofd Natuurkwaliteit‘Wij hebben dit buitendijkse gebied een nieuw gezicht gegeven. Waar het groen van de weilanden overheerste zijn zomerpolders ontpolderd tot kwelders. Bezoekers kunnen genieten van de pure natuur met prachtige paarse en roze tinten van de kwelderplanten in de herfst en duizenden vogels die hier rust, ruimte en voedsel vinden.’
NOaRDFRYSLâN BûTENDYKS
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Zie de ontwikkelingen van dit buitendijkse gebied. Van de eerste aankoop in 1994 tot aaneengesloten kweldergebied van internationale betekenis.
Door NoardFryslân Bûtendyks lopen achter de zeedijk ter hoogte van Marrum, Nieuwebildtzijl en Holwerd drie gemarkeerde wan del routes. Buiten het broedseizoen (153 t/m 157) mag u door het gehele gebied vrij struinen.
NoardFryslân Bûtendyks
Holwerd
Marrum
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
53HET SuccES VaN DE EHS
Tineke de VriesDe Flearen, Elahuizen (FR)
Meint Jelsma, wethouder gemeente Gaasterland‘Met een gigantisch doorzettingsvermogen heeft Tineke de Vries zich door alle regelgeving geworsteld. Haar dossier is bijna een meter hoog. Ze zorgde ook nog voor een groot draagvlak, zelfs bij de boeren, die aanvankelijk aarzelden. Het hele dorp staat er achter. Haar enthousiasme werkt aanstekelijk.’
Noordse woelmuisHoofddoel is uitbreiding van het areaal voor de Noordse woelmuis. Aangezien dit knaagdier alleen nog in Nederland voorkomt, schreef het rijk een beschermingsplan. De Flearen verbindt het leef gebied rond de Fluessen met It Swin, een waterplas van Staatsbosbeheer. De provincie wil de verbindingszone doortrekken naar het Slotermeer, zodat voor de Noordse woelmuis drie kilometer verderop een volgend Fries meer binnen bereik ligt.
DE FLEaREN
Een halve hectare van het gebied wordt aangelegd als struweel. Samen met de schoolkinderen uit Elahuizen en Oudega zijn er boompjes geplant op de Nationale Boomplantdag. Dit werd gekoppeld aan een boomplantactie in de Sahara. Het geld hiervoor werd door de kinderen middels een sponsoractie bijeengebracht (foto’s: Frans Mulder).
Voor je deur een natuurgebied aanleggen
De Fluessen
It Swin
wzen
‘De EHS bleek langs ons huis te lopen. Wie krijgt
de kans om voor de deur een natuurgebied te ont
wikkelen? Wij ervaren dit als een enorme uitdaging.
En voor mij is het een uitgelezen kans om een eigen
baan te creëren. Bovendien kom ik al sinds m’n achtste
op boerderijen en werd zodoende toch een beetje
boer.’ Zo beschrijft Tineke de Vries haar motivatie om
vele jaren te besteden aan de ontwikkeling van een
verbinding van veertien hectare tussen een van
de bekendste Friese meren, de Fluessen, en een
onbekend natuurmeer, It Swin.
‘Provincie Fryslân en de Grondcommissie Gaasterland,
verantwoordelijk voor de aanleg van de EHS in dit deel
van Friesland, hebben ons in 2006 officieel voor dit
project benaderd. We waren toen al drie jaar bezig
en hadden samen met SBNL een plan gemaakt. We
zijn nu bijna klaar met de inrichting. In juni 2010, na
het broedseizoen, volgt de feestelijke opening.’
Zeven jaar na de start dus.
‘Wij vinden dat je mensen de kans moet bieden om de
natuur in te gaan. Om die reden hebben we contact
gezocht met Staatsbosbeheer en een naburige boer.
Samen met Dorpsbelang Elahuizen hebben we een
wandelpad ontwikkeld. Hiervoor moesten twee
bruggen over een brede tochtsloot worden gebouwd.
Op plekken waar je langs de weg moet lopen, heeft
de gemeente Gaasterland zones ingesteld waar auto’s
niet harder dan zestig kilometer mogen rijden.
Dorpsbelang heeft een picknickplaats aangelegd en
drie informatieborden geplaatst.’
Eerste nat/droge faunaverbinding
‘Omdat we vanuit de Fluessen continu water door het
gebied laten stromen, moesten we een verbinding
maken onder een asfaltweg door. De provincie vroeg
of we ook een droge faunaverbinding wilden
aanleggen, zodat meer dieren veilig de weg kunnen
passeren. Zo kreeg Gaasterland met geld van de
Stichting Doen (Postcodeloterij), de provincie en het
Europees Fonds voor Plattelandsontwikkeling de
eerste nat/droge faunaverbinding van Nederland.
‘Ik ben van plan een dagbesteding op te zetten voor
mensen die buiten de boot vallen. Mensen met
psychische problemen, zoals een burn-out, of mensen
die al lang niet meer werken en weer iets willen doen.
Op deze manier heeft dit project niet alleen een functie
voor de natuur, maar voegt het ook maatschappelijk
iets toe.’
Tineke de Vries: ‘Als je dit gebied inloopt, overvalt je na vijfhonderd meter een enorme stilte. Als je dan om je heen kijkt, word je ook van binnen stil, ervaar je een gevoel van eerbied. Ik heb mijn ouders, die hier al vijfentwintig jaar wonen, een keer meegenomen. Hun mond viel open toen ze op de dijk van It Swin stonden.’
De Flearen, Fries voor moerassig land, ver bindt de Fluessen met It Swin. De rondwandeling is vier kilometer lang. De aftakking leidt langs een vogelkijkhut.
De Flearen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
55HET SuccES VaN DE EHS
Janny du Bois, regiovertegenwoordiger Wadden bij het Watersportverbond‘Ik geniet erg van het gevoel van vrijheid op de Wadden. De wind, het water, de stroming, het getij. Ruig weer, scharrelen over ondiepe geultjes en wantijen. Of, met mooi weer, droog staan en om je heen kijken. Vogels en zeehonden kijken of vanaf de boot een wandelingetje maken door het zand of slik. Ik heb respect voor het unieke vaargebied en de natuur. Daarom zeg ik: samen op weg naar een rijke Waddenzee!’
DE WaDDEN
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Geschat aantal hectares aan mosselbanken in de Waddenzee in 1990. In dat jaar heeft men al het mosselzaad weggevist. Daarna werden de wadplaten gesloten voor de visserij.
Links: Zicht op de Boschplaat op Terschelling, een van de vele belangrijke natuurgebieden in de Waddenzee (foto: Staatsbosbeheer). Rechts: Mosselbank in de Waddenzee, ook wel het ‘koraal van het noorden’ genoemd (foto: Hendrik van Kampen/Buitenbeeld).
De Wadden,vrij spel voor de natuur
Sommige soorten, zoals de gewone zeehond, zijn in
het Waddengebied heel opvallend, maar in de wad
bodem zit ook veel ‘onzichtbare’ natuur. De Wadden
eilanden en het ‘natte wad’ zijn onlosmakelijk met
elkaar verbonden en maken dan ook beide deel uit
van de EHS.
Naar een rijke zee
Vanuit de gedachte ‘een rijke zee kan wel wat hebben’
hebben diverse partijen het programma ‘Naar een rijke
Waddenzee’ opgesteld. Nu zijn er bijvoorbeeld weinig
oude vissen, worden zeehondenjongen in de zoog
periode te vaak verstoord en zijn de mosselbanken,
de ‘koraalriffen van het noorden’, sterk achteruit
gegaan. De Waddenzee heeft veel dynamiek en een
groot zelfherstellend vermogen, maar dan moet de
verstorende impact van de mens wel drastisch worden
ingeperkt. Recreanten, vissers en overheden zijn het
daarover eens. De uitdaging is om het medegebruik in
de Waddenzee zo in te richten dat de basis niet meer
wordt aangetast. Men onderzoekt of er slimmere
manieren zijn om dat gebruik zo te organiseren dat
economie én ecologie ervan profiteren. Zo bekijkt men
of er op een andere andere manier kan worden
gebaggerd en zijn er afspraken gemaakt voor een
duurzame mosselvisserij in 2020.
Zoals gezegd bestaat er een belangrijke landschaps
ecologische relatie tussen het natte wad en de meer
droge delen, zoals de eilanden. Heel veel soorten leven
bij voorkeur op de overgang van nat naar droog.
De uitgestrekte Boschplaat op Terschelling is een van
de plekken die vanuit dat oogpunt heel belangrijk zijn.
Hier broeden jaarlijks duizenden wad en watervogels.
Zo is er een grote kolonie lepelaars en broeden er
tal van andere soorten, zoals eidereend en kleine
mantel meeuw, die gebaat zijn bij rust. Om die reden is
het gebied in de broedperiode voor het publiek
gesloten. Daarnaast is de Boschplaat, samen met de
aan grenzende duinstrook, ook belangrijk voor bijvoor
beeld dag vlinders. Er komen meer dan veertig soorten
voor, waaronder de duinparelmoervlinder.
Duurzaam medegebruik
Ook op de Boschplaat probeert Staatsbosbeheer,
samen met recreatieondernemers, te komen tot
een duurzaam recreatief medegebruik. Veel mensen
komen immers naar de Waddeneilanden om van de
natuur te genieten. De natuur is daarmee het funda
ment onder de toeristenindustrie. Die natuur moet
je koesteren.
Het Nederlandse Waddengebied is van grote waarde. Het is dan ook niet voor niets aangemerkt als Unesco Werelderfgoed. De Waddenzee heeft voor tientallen diersoorten een belangrijke functie als kraamkamer.
Den Helder
Werelderfgoed de Wadden
De Wadden
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
57HET SuccES VaN DE EHS
Kor en Wicoja Buist Blanckenborch, Haren (GR)
Dichter en buurtgenoot Rutger Kopland‘Het gaat toch over het besef dat alles voorbij gaat en over hoe dat besef ook iets troostends kan hebben. Dat realiseer ik me steeds meer als ik in het landschap loop, alles aanschouw en bedenk dat dat er nu zo ligt en dat dat er waarschijnlijk ook straks nog zo ligt als ik er niet meer ben. Ik zou wel bij dat eeuwige landschap willen horen.’
Blanckenborch bestaat uit kruidenrijk grasland, bosranden en een ven. Na de aanleg van het ven kwamen bedreigde soorten terug als kleine watereppe, naaldwaterbies, brede waterpest en holpijp (foto: SBNL).
Landgoed BlanckenborchKor en Wicoja Buist kochten in 1982 3,5 hectare bouwgrond vlakbij de Drentsche Aa. De gemeente Haren weigerde aanvankelijk de herbouw van de afgebrande boerderij omdat Buist schilder en geen boer was. ‘We kochten twee koeien om ze na de bouw weer te verkopen. Maar nu hebben we vijfhonderd Limousins en Schotse Hooglanders.’ Door een driehoeksruil met Natuurmonumenten en Staatsbosbeheer groeide het landgoed Blanckenborch tot veertig hectare.
LaNDGOED BLaNcKENBORcH
We willen hier voor altijd blijven
Noordlaarderbos
NoordNederlandse Golf en countryclub
Blanckenborch
Kor Buist: ‘Met het beheer van het landgoed streven
we naar kruidenrijk grasland. Heel weinig vee per
hectare. Geen kunst mest of bestrijdingsmiddelen.
Distels maaien we bijvoorbeeld vlak voor een regenbui.
Het water trekt dan in de holle stengels, zodat de
planten verrotten.’
Buist: ‘Samen met Staatsbosbeheer en de golfclub
hebben we het oude Pollmeer hersteld. Teelaarde eraf,
waardoor de rivierduinen beter tot hun recht komen.
Het is een gebied van negen hectare waar we alle drie
een deel van bezitten. Het grenst aan de Drentsche aa
en fungeert ook als wateropvang.’
Hechte band
Kor en Wicoja Buist willen op hun landgoed worden
begraven. Duidelijker kunnen ze hun hechte band met
het landgoed niet verklanken. Hun tocht tot aan de
Raad van State, nadat de gemeente Haren de
vergunning weigerde om deze wens in vervulling te
laten gaan, trok de belangstelling van vele media. Na
de raadsverkiezingen wagen ze een nieuwe poging.
De omgeving van het landgoed trekt tientallen hard
lopers. ‘Want dit is een uitloopgebied van de stad
Groningen die maar tien kilometer verderop ligt.
Het Pieterpad loopt langs de oostkant van het
landgoed. We gaan een eigen wandelpad aanleggen
door de Besloten Venen.’
Een herberg aan het begin van de zandweg verhuurt
fietsen en een huifkar. Op die zandweg worden
klootschietwedstrijden gehouden. ‘We hebben een
bank geplaatst aan het Pollmeer met een prachtig
uitzicht en mooie zonsondergangen.’
Buist: ‘Dit landgoed is ontstaan dankzij de EHS.
Momenteel hebben we geen ingewikkelde constructies
nodig om het in stand te houden. Maar de kosten zijn
hoger dan voorheen. Om de instandhouding duurzaam
te maken, richten we ons op de aannemerij.’
Buist heeft ervaring met dat werk als directeur van
het aannemers en schildersbedrijf cor Buist BV
waarvan hij in 2009 de laatste aandelen verkocht en
nog altijd commissaris is. ‘We kunnen onderhoudswerk
aan nemen, zoals voor wegen en paden van gemeente
en waterschap. Jaarlijks maken we 130 kilometer sloot
schoon.’
Blanckenborch zorgt voor een verbinding waardoor een natuurgebied ontstaat van 220 hectare tussen het grootste bos van Groningen, het Noordlaarderbos, en landgoed De Poll waar de Noord-Nederlandse Golf- en Countryclub zit.
Blanckenborch (veertig hectare) verbindt twee beekdalen en vormt met Landgoed De Poll en het Noordlaarderbos een natuurgebied van 220 hectare.
Drentsche aa
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
59HET SuccES VaN DE EHS
Edo Jans, ISM Advies‘De Ruiten a is een enorme aanwinst voor het toch al mooie landschap van Westerwolde en bovendien een inspiratie bron voor nieuwe producten, werkwijzen en manieren van wonen. Dit landschap stimuleert de creativiteit.Ik zie al een volgende uitdaging voor me: hoe maak je die mooie natuur toegankelijk voor mensen met een handicap?’
Dal van de Ruiten AHet merendeel van de recreatievoorzieningen, naast wandel-, fiets- en ruiterpaden ook bruggetjes over de nieuwe beek en een theehuis annex informatiecentrum, is van recente datum. Deze voorzieningen komen voort uit het recreatieplan dat met diverse partijen uit de streek is opgesteld. Het publiek begint het gebied langzamerhand te ontdekken; de bezoekers-aantallen nemen dan ook toe. Het gaat daarbij vooral om ‘fijnproevers’, die de natuur en het bijzondere landschap waarderen.
DaL VaN DE RuITEN a
Hermeandering van de Ruiten a en herstel van het waterpeil hebben de biodiversiteit enorm doen toenemen. Daar profiteert ook de dotterbloem van. (foto: Ferry Siemensma, foto rechtsboven: Rene Koster, foto rechtsonder: alje Zandt).
De handen ineen voor een natuurlijk beekdal
Dal van de Ruiten a, spannend gebied.
Winschoten
Groningen
De Drentsche aa
Delfzijl
Naast een netwerk van aaneengesloten natuurgebieden leidt de EHS ook tot een netwerk van samenwerkende partners. Als iedereen de handen ineenslaat en de aanpak op elkaar afstemt, reikt het resultaat vaak veel verder dan een enkele organisatie kan bereiken. Een goed voorbeeld hiervan is het herstel van het dal van de Ruiten A.
De Ruiten a is een oude veenstroom in OostGroningen
die in de vorige eeuw werd gekanaliseerd, maar waar al
in 1993 enkele oorspronkelijke meanders werden
teruggebracht. Het betrof een van de eerste – en
succesvolle – experimenten met hermeandering in
Nederland, welke sindsdien veel navolging heeft
gekregen. Nadat het beekdal was opgenomen in de
EHS, ontwikkelden Natuurmonumenten en Staatsbos
beheer plannen voor herstel van het dal en de regio
nale waterhuis houding. Een en ander vond plaats in
samenwerking met particuliere eigenaren, omwonen
den en het waterschap, onder regie van de Dienst
Landelijk Gebied. Door de handen ineen te slaan, is
men erin geslaagd tien kilometer beek te laten her
meanderen en het waterpeil te verhogen. De biodiver
siteit is enorm toegenomen en heeft het gebied veel
‘span nender’ gemaakt.
Bijzondere aanpak
Natuurherstel vraagt in het geval van de Ruiten a om
een bijzondere aanpak. Het beekdal ligt namelijk hoger
dan het omliggende landschap, waardoor de beek,
hydrologisch gezien, geïsoleerd is komen liggen.
Die positie maakt het natuurgebied kwetsbaar voor
verdroging. Daar komt bij dat de oorspronkelijke
waterbronnen zijn verdwenen. Vóór het herstel werd
de beek vooral gevoed door vervuild water uit land
bouwgebieden.
Ideale oplossing
Deze problemen krijgen nu gaandeweg een oplossing.
Men sluit het netwerk door nog eens zo’n dertig hectare
landbouwgebied aan te kopen in het Ellersinghuizerveld
dat een belangrijke rol speelt bij het herstel van de
waterhuishouding. Er is hier plaats voor natte heide en
vennen. Het ideaal is om het beekdal uiteindelijk op te
nemen in een ononderbroken natuurstrook die loopt van
het Bargerveen tot aan de Waddenzee.
Poelen, houtwallen, natte heide, grasland, bossen,
steilranden en oude akkers, zoals essen, maken het dal
van de Ruiten a heel afwisselend. De integrale aanpak
van het gebied heeft geleid tot een grote rijkdom aan
biotopen. Daarvan profiteren planten als dotterbloem,
Noordse zegge, zonnedauw en diverse wolfsklauw en
orchideeënsoorten. Ook vogels als geelgors, kerkuil en
ijsvogel voelen zich steeds beter thuis in het gebied. Dat
natuur behalve een intrinsieke ook een economische
waarde heeft, is in dit gebied goed te zien. De lokale
recreatie en andere ondernemers zien door de toe
genomen toeristenstroom nieuwe kansen.
Ruiten a
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
61HET SuccES VaN DE EHS
GebiedscoöperatiesUitdaging in het Westerkwartier is de totstandkoming van zogenaamde gebiedscoöperaties in de EHS. Hierin werken Staatsbosbeheer, agrarische natuurverenigingen en particulieren samen aan het beheer van gebieden. Beheer en doelen kunnen daardoor op elkaar worden afgestemd, met betere resultaten voor de EHS als gevolg.
Voorzitter van de Stichting Curringherveld Lea van der Tuin-Kuipers‘EHS in Kornhorn betekent saamhorigheid, verbondenheid en verantwoordelijkheid voor en in het dorp. Er zijn veel vrijwilligers actief. Het gebied is het ‘buitenlokaal’ voor alle natuur en milieueducatieactiviteiten voor scholen in de regio. Ouderen geven hun kennis van natuur en historie aan jongeren door. In Kornhorn zijn we trots op ons gebied!’
HET WESTERKWaRTIER
Zonsopkomst in de polder Kaleweg (foto: Jan Duker/ktbc.nl).
Samenwerken in de EHS
Groningen
In het Westerkwartier is samenwerking het toverwoord.
Binnen EHSverband werkt Staatsbosbeheer samen
met tien tallen partijen aan een leefbare en vitale streek.
En de natuur vaart er wel bij. Boven de weilanden in
het Westerkwartier is de grutto nog volop te horen.
Van proces naar product
Misschien wel het mooiste voorbeeld van samen
werking in de streek is te vinden in het curringherveld.
Dit gebied, gelegen aan de rand van het dorpje
Kornhorn, is eigendom van Staatsbosbeheer, maar
wordt beheerd door de Stichting curringherveld,
waarin mensen uit het dorp actief zijn, hetgeen het
gebied ten goede komt. Ook elders in het Wester
kwartier zijn door samenwerking mooie resultaten
bereikt. Bij het dorp Opende, bijvoorbeeld, ligt een
Blote Voetenpad waar inmiddels duizenden kinderen
van hebben genoten.
Een paar jaar geleden is Staatsbosbeheer nauw
betrokken geweest bij de oprichting van de Werkgroep
Streekinitiatief Westerkwartier (WSI). Deze informele
netwerkorganisatie heeft als doel om initiatieven
op het gebied van plattelandsontwikkeling te stimu
leren. Nog steeds is de WSI een belangrijke motor
in de streek. Staatsbosbeheer beheert in het Wester
kwartier een bont scala aan natuurterreinen die via de
EHS grotendeels met elkaar in verbinding zouden
moeten staan. Helaas zijn nog veel van die gebieden
erg versnipperd, waardoor problemen met bijvoorbeeld
verdroging nog niet effectief kunnen worden bestre
den. Dat is jammer, temeer daar niet alleen de samen
werking in het Wester kwartier bijzonder is, maar er ook
allerlei zeldzame planten en dieren zijn te vinden.
Zo leeft in de petgaten een vitale populatie van de
zeld zame groene glazenmaker en staat het gebied
De Oude Riet bekend om zijn bijzondere flora.
Zelfs een fietspont...
De laatste jaren zijn de mogelijkheden om in het
Westerkwartier de natuur te beleven sterk verbeterd.
Wandelroutes voeren langs de mooiste plekken in de
streek. Ook zijn er diverse natuurontdekroutes uitgezet,
zoals het Melle’s pad en het Pettenpad bij Doezum.
In de Grootegastermolenpolder, tussen Grootegast en
Lutjegast, kan men in de voetsporen treden van
ontdekkingsreiziger abel Tasman. Ook aan de fietsers
is gedacht. Zo kan men bij de Bakkerom zichzelf met
een fietspontje over het Wolddiep zetten.
Het Groninger Westerkwartier is voor veel mensen onbekend terrein. Wie de streek leert kennen, staat echter versteld van de variatie. Er zijn veenweiden, petgaten, poelen, elzensingels, bossen en zelfs nog een heideterrein, een van de laatste in de provincie Groningen.
Het Westerkwartier is een verrassend stukje Groningen.
Westerkwartier
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
63HET SuccES VaN DE EHS
Michel Krol, rayonbeheerder‘Deze polders zijn hét voorbeeld van hoe natuur moet werken. Dit is een zeldzaam mooi moerasgebied met Rode Lijstsoorten als kwak, ralreiger, roerdomp en porseleinhoen, maar ook opvallend veel weidevogels. Er zijn meer broedparen dan in menig weidevogelreservaat. Dat zijn geweldige resultaten.’
DE WESTBROEKSTERMaDEPOLDER EN DE KROPSWOLDERBuITENPOLDER
Het moeraslandschap van de Westerbroekster-madepolder en Kropswolderbuitenpolder kent een grote rijkdom aan broedende vogelsoorten.Met name de geoorde fuut, de slobeend, de veldleeuwerik en de rietzanger komen er veel voor. Bosrietzangers (foto links) en grasmus-sen overtreffen dit aantal zelfs nog. Meer sporadisch vinden we er onder meer dodaars, roerdomp, tafeleend, waterral, porseleinhoen, zwarte stern, paapje, roodborsttapuit, sprink-haanrietzanger en snor. Dan hebben we een tiental andere soorten nog niet genoemd!
(foto’s: Het Groninger Landschap, foto rietzanger: Gerrit Kiekebos).
Nieuwe natuur in polders van Het Groninger Landschap
Groningen
De Westerbroekstermadepolder en de Kropswolder
buitenpolder vormen ‘oernatuur’ in het beekdal van
de Hunze, dat grenst aan het Zuidlaardermeer. Dit
kern gebied is een succesnummer binnen de EHS.
Niet alleen de vele moerasvogels – waaronder negen
tien Rode Lijstsoorten – maar ook de grote aantallen
weidevogels zijn opvallend.
In het gebied ontwikkelt de typische moerasvegetatie
zich langzaam, maar de toename van vogelsoorten is
boven verwachting. Met soorten als roerdomp,
rietzanger en porseleinhoen is dit gebied inmiddels
gereed voor Natura 2000.
Dynamisch
De Westerbroekstermadepolder en Kropswolderbuiten
polder vormen een dynamisch moerasgebied langs
laaglandbeek de Hunze. ‘Toen we deze polders in
beheer kregen, hebben we de waterbeheersing
aangepakt en hoogteverschillen in het landschap
aangebracht,’ aldus rayonbeheerder Michel Krol.
‘Het dynamische zit ’m vooral in de situatie die er zou
ontstaan wanneer de Hunze vrij spel zou hebben en zo
nu en dan buiten haar oevers zou kunnen treden. Het
gebied is daarop ingericht. Ook is er de mogelijkheid
van waterberging bij hevige wateroverlast in de stad
Groningen. Het waterpeil in het gebied varieert sterk,
waardoor er de afgelopen jaren steeds meer riet ging
groeien.’ Riet is goed voor moerasvogels. Verrassend
is het dat juist ook de weidevogels het zo goed doen.
Krol: ‘Die vogels zoeken de wat hogere delen van het
landschap op. Er zitten nu meer broedparen dan in
een speciaal beheerd weidevogelreservaat.’ In de twee
polders broeden nu vogelsoorten als roerdomp, zwarte
stern en porseleinhoen. Maar ook bijzondere soorten
als kwak, zeearend, kraanvogel en poelsnip zijn
gezien. ‘Het is echt een geweldig mooi natuurgebied
geworden waarvan het publiek kan meegenieten,’
aldus Krol.
De typische moerasvegetatie die je in een gebied als
dit zou verwachten, ontwikkelt zich minder snel, aldus
Krol. ‘Dat komt omdat de grond in de polders voor
malige landbouwgrond is. Heel voedselrijk dus. Toch
zien we al wat veranderingen. Zo tref je hier en daar
wat fonteinkruid aan. Ik vind dat we vooral niet moeten
ingrijpen. Geef de natuur de tijd die zij nodig heeft.
De resultaten zijn nu al geweldig en het wordt in de
toekomst alleen maar mooier!’
Het Groninger Landschap transformeert met succes de Westerbroekstermade polder en de Kropswolderbuitenpolder van landbouwgrond tot grootschalig moeraslandschap.
De Westerbroekstermadepolder is te bereiken via de Dr. Ebelsweg in Waterhuizen. Fietsers kunnen voor het spoor linksaf de fietstunnel nemen.
Westerbroekstermadepolder
Waterhuizen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
65HET SuccES VaN DE EHS
Boswachter Willem Klok‘Mensen zeggen vaak: ik wist niet dat zo’n weidsheid nog in Nederland bestaat. Het is hier echt enorm rustig. Dat werkt op je in. Je wordt op jezelf teruggeworpen. Omdat het gebied niet ligt ingeklemd tussen allerlei bebouwing, kan Natuurmonumenten hier nog eens wat uitproberen.’
HET FOcHTELOëRVEEN
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Het Fochteloërveen is een van de weinige plekken in Nederland waar nog een aanzienlijke populatie van het veenhooi-beestje, een dagvlinder, voorkomt(bron: Judith Bouma/ Vlinderstichting).
Links: De kraanvogel broedt alleen in dit gebied en ook het veenhooibeestje is er bijzonder. Rechts: Prachtig uitzicht over uniek hoogveen vanaf ‘De zeven’ (foto vlinder: Judith Bouma, overige foto’s: Natuurmonumenten).
Fochteloërveen
Doornroosje ontwaakt
Groningen
assen
Ooit was Nederland grotendeels een zompig veenland. Nu kost het veel inspanningen om de laatste stukken hoogveen in stand te houden. Het Fochteloërveen is daarbij een echt succesverhaal. Dankzij goed waterbeheer is het gelukt het veen weer aan het groeien te krijgen.
Woest en ruig was vroeger het grensgebied tussen
Drenthe en Friesland. En van een onherbergzaam heid
die de mensen deed rillen. Bijna nergens in Nederland
is dat gevoel nog te beleven, behalve in de uitgestrekt
heid van het Fochteloërveen. Nu ervaren we hier
echter voor al de weldadige rust en genieten van de
grote voge lrijkdom. Speciaal daarvoor heeft Natuur
monumenten een bijzondere uitkijktoren neer gezet,
die, vanwege zijn vorm, in de regio al ‘De zeven’ wordt
genoemd.
Het Fochteloërveen is ook op wereldschaal uniek.
Dit soort plateauhoogveen, gevoed door regenwater,
komt nog maar heel weinig voor. alles draait hier om
water. Een eeuw lang lag het veen, wegens watergebrek,
‘in coma’. Vanaf midden jaren tachtig is een dammen
stelsel aangelegd en kwam daar verandering in.
Mijlpalen
als er ooit nog een canon van natuurherstel in Neder
land wordt opgesteld, verdient dit gebied met minstens
twee mijlpalen zijn plek op deze lijst. al twintig jaar na
aanleg van de eerste dammen is de hoogveenvorming
duidelijk op gang gekomen. als klap op de vuurpijl
koos in 2001 het eerste paartje kraan vogels het gebied
als broedplek uit. Deze vogelsoort broedt nergens
anders in Nederland. Ook het paapje vond hier zijn
laatste bolwerk. Het gebied staat verder bekend om
zijn rijke vogel, slangen, hagedissen, libellen en
vlinderpopulaties. Zo huist hier de grootste populatie
van het veenhooibeestje, een dagvlinder, in Nederland.
Toerisme en natuur goed samen
Het gebied heeft vrijwel de geplande EHSomvang
bereikt. Maar om de kwetsbaarheid te verkleinen,
moet er nog veel gebeuren. Een extreme droogte
periode zou voor veel diersoorten in het gebied de
nekslag kunnen betekenen. Dat geldt ook voor
herstellend veen in de omgeving. Door het Fochteloër
veen te verbinden met bijvoorbeeld het Witterveld en
DrentsFriese Wold wordt de natuur in de hele
omgeving robuuster. Voor wandelaars en fietsers is
niet alleen het hoogveen een publiekstrekker, maar
ook het veenontginningslandschap van Ravenswoud
en de voormalige strafkolonie Veenhuizen. Door een
strikte sturing gaan natuur en toerisme hier hand in
hand.
Fochteloërveen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
67HET SuccES VaN DE EHS
Theo Spek, hoogleraar Landschapsgeschiedenis Rijksuniversiteit Groningen‘Het Nationaal Landschap Drentsche aa vormt in mijn ogen een welhaast ideaal gebied om ecologische en cultuurhistorische kwaliteiten en potenties goed op elkaar af te stemmen. Omdat natuur en cultuur hier zeer intens met elkaar zijn verweven, dient het EHSbeleid in dit gebied onderdeel uit te maken van een zeer uitgekiende historischecologische strategie.’
DE DRENTScHE aa
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Het aantal grauwe klauwieren nam de laatste jaren toe van twee naar 29 broedparen.
Het Loonerdiep, een van de vele beekjes uit het stroomdal van de Drentsche aa (foto: andries de la Lande cremer). Rietorchis (foto: Staatsbosbeheer)
Grauwe klauwier (foto: Staatsbosbeheer)
Meander tussen natuur en cultuurhistorie
Groningen
assen
Leeuwarden
In dit tienduizend hectare grote gebied, gelegen tussen
assen, Gieten en Glimmen, ontspringen tientallen
beekjes die samen het stroomgebied van de Drentsche
aa vormen. Staatsbosbeheer beheert hiervan circa
3.400 hectare als natuurterrein. De EHS is hier meer
dan alleen een verbinding tussen natuurgebieden;
het is het geraamte voor een bijzonder gaaf bewaard
gebleven landschap. Mens en natuur krijgen hier volop
ruimte. De streek mag zich verheugen in meer dan een
miljoen bezoekers per jaar.
Schaal en samenhang
Typisch Drentsche aa is het kleinschalige karakter van
het landschap. Binnen de grenzen van het Nationaal
Beek en Esdorpenlandschap liggen zestien dorpen
en gehuchten, waaronder anloo. Het landschap is
hier te lezen als een boek. Bijna elke boom of steen
vertelt een verhaal. Doordat de EHS inmiddels al
gedeeltelijk is gerealiseerd, is de samenhang tussen
deze verhalen sterker geworden. Begrippen als
esdorp, potstal, houtwal, heideveld, strubbenbos en
madelanden zijn hier dan ook onlosmakelijk met elkaar
verbonden. Water speelt in het gebied een sleutelrol.
Kwelwater is bijvoorbeeld een belangrijke motor voor
de ontwikkeling van bijzondere natuurwaarden.
Vooral botanisch gezien is het Drentsche aagebied
van landelijke betekenis. Van de 1.400 hogere
planten in Nederland zijn er binnen de grenzen van
het Nationaal Beek en Esdorpenlandschap 850
gedetecteerd. Je kunt er bijzondere soorten aantreffen
als de stengel loze sleutelbloem en zwarte rapunzel.
De beken in het gebied zijn belangrijk voor onder meer
de rivierprik. Ook allerlei vogelsoorten van de Rode
Lijst, zoals de grauwe klauwier, hebben er een plek
gevonden. Het is niet voor niets dat het gebied een
Natura 2000stempel heeft gekregen.
De Drentsche aa is ook bij uitstek een gebied
waar natuur en recreatie hand in hand gaan.
Honderdduizenden mensen genieten jaarlijks te voet
of per fiets van de afwisselende streek. Dit heeft
vanzelfsprekend een positief effect op de regionale
economische ontwikkeling.
Bij het beheer van dit unieke landschap werken de
ter reinbeherende organisaties veelvuldig samen met
boeren en ondernemers uit het gebied. Hierdoor blijft op
een duurzame manier de kennis en betrokkenheid van
de bewoners bij het historische landschap behouden.
Het Nationaal beek- en esdorpenlandschap Drents Aa, dat deel uitmaakt van het Nationaal Landschap Drentsche Aa, is met recht een uniek gebied te noemen. Hier gaan behoud en ontwikkeling van cultuurhistorische en natuurlijke waarden hand in hand.
Door het Nationaal Landschap Drentsche aa meanderen vele beken.
Drentsche aa
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
69HET SuccES VaN DE EHS
Dolf van der WeijLandgoed Heidehof, aa en Hunze (DR)
Henk Santes, wethouder gemeente Aa en Hunze‘Met de uitbreiding van Landgoed Heidehof in Eext snijdt het mes aan alle kanten: verdere natuurontwikkeling, landschappelijke verfraaiing, aangename verpozing voor de rustzoekende recreant en, last but not least, een daadwerkelijke bijdrage aan de vermindering van de opwarming van de aarde.’
Landgoed Heidehof, EextEen houtverwerkersfamilie kocht negentig jaar geleden de grond en ont-wikkelde daarop een productiebos in Engelse landschapsstijl. De SS blies in 1945 het landhuis op. Na aankoop, in 1996, bouwden Annetje Braat en Dolf van der Weij een houten huis op palen over de ruïne heen. In 1999 kochten zij 42 hectare akkers voor nieuwe natuur. Heide, drie vennen en zeven grafheuvels zijn hersteld. Das en nachtzwaluw zijn terug en ook veel flora, zoals moeraswolfsklauw.
annetje Braat en Dolf van der Weij kochten 42 hectare akkers om nieuwe natuur aan te leggen. Hier kwamen gebogen lanen die passen bij de Engelse landschapsstijl van het aanrenzende bos. Heidehof won daarmee in 2005 de Landschapsprijs (foto: Vincent van den Hoven).
LaNDGOED HEIDEHOF
Een landgoed met mission statements
assen
Als oud-ondernemer heeft Dolf van der Weij ook voor zijn landgoed Heidehof mission statements geformuleerd. Bovenaan staat ‘verhoging van de kwaliteit van gebieden waar de natuur voor gaat’. Met negen medestanders heeft Van der Weij de vereniging De Nieuwe Wildernis opgericht. Prinses Irene was daarbij aanwezig.
De Nieuwe Wildernis telt nu 130 hectare verspreid
over vijftien gebieden in Drenthe, van particulieren,
Staatsbosbeheer en de Stichting Het Drentse
Landschap. Het zijn ontoegankelijke, niet specifiek
herkenbare bossen zonder hek. De interesse voor
dit concept neemt toe, onder meer in Overijssel en
Friesland. De vereniging vraagt aandacht voor de
intrinsieke natuurwaarden. Van der Weij: ‘Je kunt drie
soorten bossen onderscheiden: gebruiksbos, waar
je in leeft, rond woongebieden, belevingsbos, zoals
binnen de EHS en bos dat ‘alleen van de natuur is’.’
Reïntegratie mens en natuur
Door Heidehof lopen wandelaars van het Pieterpad.
Vogelaars inventariseren nieuwe vogelsoorten. Er zijn
Natuurbelevingcursussen. Van Ede & Partners
organiseert outplacementtrainingen in het boswachters
huis of de verderop gelegen boshut, waar alleen een
houtkachel en water zijn, maar geen gas en elektra.
‘Dat levert heel intensieve ervaringen op,’ hoort Van
der Weij van cursisten. Hier past zijn tweede mission
statement: reïntegratie van mens en natuur. Zoals ook
de restauratie van het onderduikerhol uit de Tweede
Wereldoorlog en het boek dat hij met vier van deze
onderduikers samenstelde.
Zijn vrouw annetje Braat is de inspirator van het
meditatieve, spiraalvormige pad in een gletsjerkuil.
Later bleek dat nog twee landgoederen zulke spiraal
paden hadden van maar liefst twee en driehonderd
jaar oud. Nog dit jaar volgt de aanleg van een natuur
begraafplaats voor milieuvriendelijke urnen, ‘De
Gedenkplaats’, met een replica van een oud tempeltje
dat hier gevonden is en nu in het Drents Museum
staat. De Monutastichting toonde al interesse.
Voor het derde mission statement – meer maatschap
pelijke en politieke waardering voor natuur – zit
Van der Weij in besturen van onder meer Bosschap
en Landschapsbeheer Drenthe. In Drenthe ervaart
hij een harmonieus contact tussen particulieren en de
terreinbeherende organisaties Natuurmonumenten,
Staatsbosbeheer en de Stichting Het Drentse Land
schap. ‘Dat is mede te danken aan Pvdagedeputeer
de alie Edelenbosch, die twaalf jaar lang veel gedaan
heeft voor het particulier natuurbezit in Drenthe.’
Van der Weij heeft Heidehof kunnen financieren uit de
verkoop van Finles, een financieel adviesbureau voor
managers dat hij heeft opgericht. De 42 hectare nieuwe natuur verbindt de honderd hectare in Engelse landschapsstijl met een bos van Staatsbosbeheer.
Drentsche aa
Eext
Landgoed Heidehof
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Drenthe Overijssel Flevoland Gelderland
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
73HET SuccES VaN DE EHS
Gedeputeerde Rein Munniksma (Drenthe)‘De start van Plan Goudplevier deed veel stof opwaaien. Nu, achttien jaar later, is het grootste deel van het gebied aangekocht en ingericht. Een schitterend heidelandschap in wording. Op de start valt best wat af te dingen, maar op het resultaat niet. Integendeel! Samenwerking was en blijft het devies bij de verdere ontwikkeling van dit prachtige gebied.’
HET MaNTINGERVELD
Vanaf 1990, de start van het natuurbeleidsplan EHS, is het bezit sterk uitgebreid. In 2008 was al zo’n 80% gerealiseerd.
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Grootschalig heidelandschap is weer vitaal dankzij completering van de EHS. Rechtsboven: Vrijwilligers werken mee aan een open heide. Rechtsonder: de levendbarende hagedis. (foto links: Natuurmonumenten, foto rechtsboven: Martin van Lokven, foto rechtsonder: Judith Bouma).
Mantingerveld, ook een economische impuls voor de streek.
Groots en meeslepend denken
assen
EmmenMeppel
Het Plan Goudplevier was het eerste grootschalige natuurontwikkelingsplan van Natuurmonumenten op zandgrond. Er is veel van geleerd. Zowel op het gebied van natuurontwikkeling als op het gebied van partnerschap en draagvlak. Nog een paar slagen en het mooie heidelandschap is klaar.
Het Mantingerveld in ZuidDrenthe werd pas laat
ontgonnen. Na de ontginning restten vier mooie
heidegebieden, maar door de geïsoleerde ligging,
temidden van akkers en weilanden, stond de soorten
rijkdom daarbinnen ernstig onder druk. Het ambitieuze
Plan Goudplevier, gelanceerd in 1992, toonde destijds
al alle kenmerken van het EHSdenken: het verbinden
van snippers natuur en, om dat te bereiken, het
omzetten van landbouwgrond in natuur, alsmede veel
oog voor hydrologisch herstel. Mantingerveld is een
van de projecten waar Natuurmonumenten in het groot
heeft leren denken, hetgeen nodig is om de EHS tot
een succes te maken.
Zelfs de kraanvogel
Terugkeer in het gebied van de goudplevier – naam
gever van het plan – bleek een brug te ver. De soort is
als broedvogel uit Nederland verdwenen en doet het
ook internationaal slecht. achteraf gezien had beter
een andere Rode Lijstsoort kunnen worden gekozen.
Het aantal (ernstig) bedreigde en kwetsbare soorten is
in het Mantingerveld namelijk sterk toegenomen. Zelfs
de kraan vogel vertoont zich hier zo nu en dan.
Verdere ontwikkeling van robuuste natuur in deze regio
is van groot belang. Verdroging bedreigt nog altijd de
natte natuurterreinen. Daarom verdient het hydro
logische systeem in het gebied verbetering, hetgeen
verwerving van nieuwe gronden vereist. completering
van de EHS betekent ook verbinding met naburige
bosgebieden. Zodoende wordt het grootschalige
heidelandschap met droge en natte heide, jeneverbes
bosjes, stuifzand en vennen weer vitaal en kan het
tegen een stootje.
Inspiratiebron
Plan Goudplevier heeft als ‘merk’ uitstekend gewerkt.
Vanwege de ruime aandacht die het plan kreeg, is het
aantal bezoekers van het gebied gestegen. De naam
‘Goudplevier’ heeft veel bedrijven geïnspireerd in hun
naamkeuze. Om de recreatie in goede banen te leiden,
heeft Natuurmonumenten, samen met partners in
de omgeving, een recreatieplan opgesteld. Realisatie
van EHS en recreatieplan betekenen een economische
impuls voor de streek. De kleinschalige recreatie
ondernemers profiteren ervan en bewoners zien de
waarde van hun woningen stijgen.
Mantingerveld
Hoogeveen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
75HET SuccES VaN DE EHS
Arend J. van Dijk onderzoekt sinds 1967 jaarlijks broedvogels op het Doldersummerveld.‘In de ochtendnevel op het Doldersummerveld waan je je nog op de grote stille heide en valt er weinig meer te wensen dan hier te lopen tussen de jodelende wulpen, blatende watersnippen, hoog opstijgende veldleeuweriken, met aan de bosrand het geelgorsdeuntje en de boompieper in zijn ‘parachutevlucht’.’
HET DOLDERSuMMERVELD
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Broedvogels verschijnen en verdwijnen. De graspieper profiteert van vernatting, terwijl de wulp problemen ondervindt met het vinden van voedsel in het omliggende boerenland.
Graspieper
Wulp
Het Doldersummerveld is een goed ontwikkeld nat heideveld met een rijk gevarieerde vogelbevolking. Kenmerkend voor het veld zijn de sterk fluctuerende waterstanden (foto linksonder: Jan Winters, foto rechts: Joop van de Meibel, foto rechtsonder: Ron Soenveld).
Doldersummerveld, heide en oud cultuurlandschap
Steenwijk
Heereveen
Op het terrein ligt een van de meest complete en
soortenrijke vochtige heidevelden van Drenthe, met
maar liefst vijfentwintig plant en zestien broed
vogelsoorten die voorkomen op de Rode Lijst. als
pioniersvegetatie wordt zonnedauw algemeen
vergezeld door moeraswolfsklauw en snavelbiezen.
Bijzonder is het beenbreekveen: in het voorjaar een
welhaast egaal geel bollenveld en in de herfst oranje
kleurend door de zaden van beenbreek. Het gebied
is ook bijzonder vanwege het grote aantal vlinders,
amfibieën en reptielen. Het zeldzame gen tiaanblauwtje
is voor zijn voortplanting afhankelijk van de klokjes
gentiaan, waarvan de prachtige blauwe bloemen hier
massaal aanwezig zijn. Ook adders zitten er volop, al
laten die zich niet zomaar betrappen. De ontwikkeling
van de broedvogelstand steekt gunstig af bij veel
andere heidevelden. Op de open heide en kruiden
rijke graanakkers is de zang van wel honderd veld
leeuweriken niet van de lucht. Graspieper, watersnip
en paapje doen het goed in de vochtige heide.
Het Doldersummerveld vormt één geheel met de heide
van het Wapserveld van Natuurmonumenten. Naast
effectgerichte maatregelen als plaggen en maaien
vormt begrazing de basis van het beheer. Elke dag
trekt de herder met zijn schaapskudde over de heide.
Vanuit het bezoekerscentrum aan de rand daarvan
kunnen recreanten de kudde bij de schaapskooi zien
vertrekken of aankomen. In het voorjaar zijn er lamme
tjes, in de zomer schaapscheerderdagen. Er zijn
uitgebreide fietsmogelijkheden en er loopt een wandel
route langs de uitkijktoren van waaruit het veld prachtig
is te overzien.
Redding na troonrde
Het Doldersummerveld is aangekocht in 1968, de
omliggende cultuurlanden nadien. De heide was
eigendom van de Maatschappij van Weldadigheid
die vanaf de negentiende eeuw, door het hen laten
omzetten van woeste gronden in cultuurgrond,
‘behoeftigen’ uit de steden een nieuw bestaan bood.
De troonrede van 1961 maakte aan de ontginning
van de woeste gronden een einde. Dit betekende de
redding van dit bijzondere gebied. Inmiddels maakt
het deel uit van de EHS. Ecologische verbindingen
met andere belangrijke natuurgebieden, zoals het
Dwingelderveld, Holtingerveld, Looërveen en Wieden
Weerribben, zijn in de maak.
Het Doldersummerveld is de parel van Nationaal Park en Natura 2000-gebied het Drents-Friese Wold. Het weidse heideveld is onderdeel van een eeuwenoud esdorpen-landschap. Vennen en veentjes liggen er afwisselend in stuifzand, natte en droge heide, omzoomd door uitgestrekte bossen, bloemrijke graanakkers en een kleinschalig cultuurlandschap. Op de heide ontspringt een van de zijtakken van de Vledder Aa.
Het Doldersummerveld vormt een geheel met het Wapserveld aan de oostzijde. aan de westzijde gaat het heideveld over in het bosgebied van Boschoord.
Doldersummerveld
Boschoord Wapserveld
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
77HET SuccES VaN DE EHS
DE ENGBERTSDIJKSVENEN
Fons Eysink, ecoloog bij de Unie van Bosgroepen ‘Een enorme energie en betrokkenheid, dat was voor mij de basis voor herstel van het levend hoogveen in de Engbertsdijksvenen. Door een vertrouwensrelatie met alle deelnemende partijen op te bouwen werd uiteindelijk de weg vrij gemaakt om de klus te klaren! Het grote genieten begon vanuit de zelf ontworpen vogelijkhut.’
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
De blauwborst doet het goed in de Engbertsdijksvenen (foto: Jan Duker/ktbc.nl).
In de Engbertsdijksvenen mag het open water verlanden met veenmosvegetaties (foto: Hans van den Bos/Bosbeeld).
Blauwborst (foto: Jan Duker/ktbc)
Op naar een levend hoogveen
Zwolle
Hardenberg
Oldenzaal
Het gebied ligt ten zuiden van Kloosterhaar en Sibculo
en is circa duizend hectare groot; een fractie van wat
het ooit is geweest. Slechts vijftien hectare van het
oorspronkelijke hoogveen is nooit vergraven. Doordat
verscheidene partijen de handen ineensloegen, kon
het herstel worden ingezet. Typische soorten hoog
veendieren en planten, zoals adder en lavendelheide,
volgen die positieve ontwikkeling.
Europees belang
Hoogveen ontstaat niet zomaar. Het heeft duizenden
jaren nodig om zich te vormen en tot ontwikkeling te
komen. De oorspronkelijke hoogveengebieden waren
vaak zeer groots en weids. allerlei bijzondere planten
en dieren vonden er een onderkomen. Met name de
overgangen van het relatief voedselarme hoogveen
naar de wat rijkere randen daarvan waren zeer
soortenrijk. In de afgelopen eeuwen is een groot deel
van het Nederlandse hoogveen afgegraven ten
behoeve van de turfwinning. Slechts twee procent
van wat er ooit aan hoogveen was, is nu nog over.
In Nederland is een aantal gebieden behouden
gebleven, waaronder De Grote Peel, het Fochteloër
veen en dus ook de Engbertsdijksvenen.
Vanwege de verdroging staan deze gebieden echter
onder grote druk. Ook in de Engbertsdijksvenen werkt
men zodoende met man en macht aan het herstel van
de oorspronkelijke waterhuishouding. Daartoe is het
onder meer noodzakelijk gronden rondom het gebied
aan te kopen en in te richten ten gunste van de hoog
veen ontwikkeling. De gezamenlijke aanpak werpt zijn
vruchten af. In sommige delen van het gebied groeien
weer veen mossen die op hun beurt de basis vormen
voor de hoogveengroei.
Belang van hoogveenranden
Minstens zo belangrijk zijn de randen van het hoog
veen. Hier profiteren allerlei soorten vogels van de
gunstige natuurontwikkeling. Een van die soorten is
de blauwborst die, na een tijdelijke dip, weer in aantal
toeneemt. Ook zeldzame reptielen als de gladde slang
vinden hier een geschikte plek om te leven.
Mensen kunnen volop van die natuur genieten. In het
kader van de ontwikkeling van de EHS zal men op
termijn nieuwe fiets en wandelmogelijkheden creëren.
Het klinkt gek, maar het kleine Nederland heeft op de Europese natuurkaart zeker betekenis. De hoogveengebieden die je in ons land ziet, kom je bijna nergens anders in Europa tegen. De Engbertsdijksvenen is een van die gebieden.
Hoogveengebied De Engbertsdijksvenen.
Engbertsdijksvenen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
79HET SuccES VaN DE EHS
Obe Brandsma, vogelexpert provincie Overijssel‘Bij de aanleg van de hoogwaterzone verwachtte ik al dat we spannende dingen zouden beleven. Er zijn hier heel veel verschillende biotopen en dat is goed voor diverse bijzondere broedvogels. Maar ik was heel verrast dat zelfs de lepelaar hier komt broeden. Dit is echt een van de vogelrijkste gebieden van Nederland.’
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
In 2008 zijn 43 broedende paren geteld. In dat jaar broedde 64% van de purperreigers in de hoogwaterzone.
NaTIONaaL PaRK WEERRIBBENWIEDEN
De hoogwaterzone herbergt tweederde van het aantal purperreigers (foto: Dick Renes).
De Wieden is een paradijs voor waterrecreanten en moerasvogels (foto links: Natuurmonumenten, foto rechts: Paul van Gaalen).
Een schitterende ontwikkeling
De Wieden en De Weerribben vormen samen het Nationaal Park WeerribbenWieden
urk
Steenwijk
Heerenveen
De hoogwaterzone langs De Wieden werd oorspronkelijk aangelegd om het weglekken van water af te remmen. Aangezien de zone op de verkeerde plek lag, is dit niet gelukt. Wel is het gebied inmiddels uitgegroeid tot een zeer waardevol broedgebied voor moerasvogels. Bovendien vormt het een goede ecologische verbinding met omliggend weidevogelland.
De Wieden en De Weerribben in de Kop van Overijssel
vormen samen het grootste laagveenmoeras van
WestEuropa. Het is een paradijs voor moerasvogels,
die het hier heel goed doen. Sinds het bestaan van de
hoogwaterzone blijkt een aantal soorten een duidelijke
voorkeur te hebben voor broeden in dit voedselrijke
gebied. Tweederde van de purperreigers uit De
Wieden is ernaar toe verhuisd. Het aantal broedparen
in De Wieden als geheel neemt, vanwege de hoog
waterzone, zelfs toe. Ook andere moerasvogels, zoals
lepelaar, snor, baardman en roerdomp, voelen zich
goed thuis in dit gebied. Het aantal broedparen van de
snor in De Wieden is dankzij de hoogwaterzone bijna
verdubbeld. Omwille van deze en andere vogelsoorten
wordt het gebied zoveel mogelijk open gehouden.
Relatief stil
Dat het van belang is verschillende soorten natuur
gebieden (biotopen) met elkaar te verbinden, blijkt hier
in de praktijk. De uitgestrektheid van De Wieden en
De Weerribben is voor veel vogels aantrekkelijk.
De hoogwaterzone is duidelijk een aanvulling die, juist
door de nabijheid van uitgestrekt laagveen, een succes
kon worden. De vogels die hier broeden, foerageren
op het weidevogelland.
In De Wieden en De Weerribben is volop plaats voor
waterrecreatie, een belangrijke pijler onder de lokale
economie. De hoogwaterzone daarentegen is relatief
stil, al weten mensen uit de buurt en vogelliefhebbers
het gebied te vinden. Voor de vogelkijkhut, midden in
het broedgebied van bijzondere soorten, bestaat veel
waardering.
Broedsuccessen
De ervaring rondom de hoogwaterzone leert dat het
nuttig kan zijn om ook op andere plekken rondom
laag veen bufferzones aan te leggen. De nabijheid
van soorten in het uitgestrekte moeras zorgt voor
broed successen in het voedselrijke buffergebied.
Voorafgaand aan de aanleg van de hoogwaterzone
langs De Wieden is veel overleg gevoerd met het
waterschap en de direct omwonenden.
De Wieden
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
81HET SuccES VaN DE EHS
Landgoed HerinckhaveDe havezathe, in 1337 bekend als ‘Hof to Vlederinghe’, ligt bij Tubbergen, op glooiende essen in een coulissenlandschap. De familie bezit rond het hoofdgebouw vijfenveertig hectare en verderop nog twintig hectare. Aan het voorplein staan twee bouwhuizen, nu in gebruik als kapel, ontvangstruimte en woning. De vakwerkboerderij bij de oprijlaan is een rijksmonument. Onlangs werd een ligboxenstal gesloopt en een 250 jaar oude graanschuur gerestaureerd tot woning.
Stefan Kuks, watergraaf waterschap Regge en Dinkel en hoogleraar Universiteit Twente ‘Onze doelstelling voor waterberging in het neerslaggebied laat zich goed combineren met de aanleg van nieuwe natuur in de EHS. Bovendien hebben we op de stuw een fraaie belvedère kunnen bouwen. Een uniek samengaan van wateropslag, natuurontwikkeling, cultuur historie en ruimtelijke kwaliteit.’
Lothar von BönninghausenHerinckhave Fleringen
De belvedère met uitzicht op het retentiegebied. Het weiland is nu nieuwe natuur (foto: Lisa Volkamer, Tecklenburg Duitsland).
LaNDGOED HERINcKHaVE
Landgoed gaat ruim twee eeuwen terug
Tubbergen
Oldenzaal
Mede-eigenaar Lothar von Bönninghausen was niet enthousiast over het eerste voorstel om ten behoeve van de EHS twee weilanden in te richten voor wateropslag en een hele strook langs de beek terug te geven aan de natuur. ‘Ik pleit voor landschappelijke diversiteit. Dit bloemenrijke grasland voegt iets toe. Anders wordt alles bos.’ En zo geschiedde.
De Fleringer Molenbeek, die van noord naar zuid over
Herinckhave loopt, is teruggelegd in zijn oude bedding.
De oude weilanden staan ’s winters en soms ook
’s zomers deels onder water. Zo was het tot twee
eeuwen geleden. Want rond 1800 is de beek voor de
watermolen omgelegd.
Vertraagde waterafvoer
Waterschap Regge en Dinkel heeft van de zeven
hectare laaggelegen weilanden een retentiebekken
gemaakt om piekafvoer op te vangen. aan het eind
daarvan reguleert een knijpduiker de afvoer. Op
die duiker was de aanleg van een belvedère mogelijk.
‘Een bijzondere plek,’ vertelt Von Bönninghausen
enthousiast. ‘Vanaf daar heb je uitzicht op drie soorten
grasland: natuurlijk weiland zoals dat er vroeger
uitzag, weiland en akkers met agrarisch natuurbeheer
én, net buiten het landgoed, graspercelen met
intensieve landbouw.’
Op het natuurgrasland grazen vooral blaarkoppen,
een inlands rund. Een van de bewoners van het
landgoed is actief lid van de stichting zeldzame
huisdierrassen en leeft zich hier uit. Zijn trots is de
Twentse landgans die tot de Eerste Wereldoorlog
naar Engeland werd geëxporteerd. ‘Zijn vrouw en hij
hebben dat ras van de ondergang gered.’ Ook lopen er
Hollandse geiten, krombek eenden en Drentse kippen.
Natuurwinst ziet Von Bönninghausen vooral aan de
bloemenrijkdom in het voorjaar. ‘En in de bosrand heb
ik een groene boomkikker gevonden. Voor het eerst
in zestig jaar.’
‘We werken mee aan rustige vormen van toerisme.
Het wandelpad van de Kroezenboom in Fleringen
hebben we, met provinciehulp, verlengd tot aan de
watermolen en van een informatiebord voorzien. De
molenaar schenkt eens per twee weken koffie en thee.
De kapel doet dienst als trouwlocatie. Drie maal per
jaar, tijdens excursies, laten we alles zien, ook de
Keltische grafheuvels.’
‘Mijn beide zusters en ik voelen ons uitverkoren dat dit
landgoed ons in de schoot is geworpen. Het past in
een traditie van 250 jaar familiebezit die we in stand
willen houden.’
De Fleringer Molenbeek is teruggelegd in zijn oude bedding. Het waterschap heeft van het laaggelegen grasland een opvangbekken gemaakt.
Herinckhave
almelo
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
83HET SuccES VaN DE EHS
Guido Mauro, archeoloog‘Met Schokland heb ik al jaren een speciale band. Eerst als student archeologie, gravend tussen de suikerbieten, later vanuit de Rijksdienst cultureel Erfgoed. Schokland staat symbool voor een dynamisch landschap. Ooit struinden er edelhert en bever, vervolgens kwam de waterwereld van bot en spiering en nu vliegen hier grote zilverreiger en blauwe kiek .’
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
De aanwijzing als werelderfgoed heeft bijgedragen tot de uitbreiding van het areaal natuur.
ScHOKLaND
Links: De hydrologische zone aan de oostzijde van Schokland bestaat uit natte graslanden. In de bodem bevinden zich prehistorische en middeleeuwse bodemschatten. Gereconstrueerde dijkjes vormen de peilscheidingen en aantrekkelijke wandelpaden. Bezoekers kunnen zo de cultuurhistorie en de natuur van het werelderfgoed beleven en genieten van de verstilde sfeer van Schokland. Rechts: Genieten van natuur en cultuur (foto’s: Het Flevolandschap).
Schokland, eiland in een zee van polderland
urk
Emmeloord
In 1996 is Schokland het eerste Nederlandse unesco
werelderfgoed geworden. In 2010 maakt bijna de helft
van dit werelderfgoed deel uit van de EHS. Het Flevo
landschap is de beheerder ervan.
Natuur en archeologie gaan hand in hand
aanleiding om Schokland de status van werelderfgoed
te geven, was de grote archeologische waarde.
De bodem op en rond het eiland bevat schatten uit
prehistorie, Middeleeuwen en latere perioden van
bewoning. als gevolg van de inpoldering en diepe
ontwatering ten behoeve van de landbouw ontstonden
er echter aanzienlijke problemen in het gebied.
‘Zetting’ van de bodem en inklinking van het veen
leidden ertoe dat het eiland verzakte. De archeologi
sche rijkdommen hadden ernstig te lijden van de
grondbewerking, ten behoeve van de landbouw, en
zuurstof die in de bodem doordrong. De directe
omgeving van het eiland bleek overigens steeds
minder geschikt voor akkerbouw. als antwoord hierop
hebben de gebiedspartners – overheden, Het Flevo
landschap en andere maatschappelijke orga nisaties –
de handen ineengeslagen en de landbouw grond rond
het eiland uit productie genomen om zodoende de
bodemschatten veilig te stellen. Dit bood tegelijkertijd
een fantastische kans voor natuurontwikkeling. aan
de oostkant van Schokland is een 130 hectare grote
hydrologische zone ingericht. Deze bestaat uit half
natuurlijke graslanden met een hoge grondwaterstand
die de bodemschatten beschermt. Het Flevoland
schap verwachtte dat dit natte grasland zich wel eens
zou kunnen ontwikkelen tot een geschikt leefgebied
voor weide en watervogels. En die verwachting is
uitgekomen. De natte graslanden hebben zich in
enkele jaren ontwikkeld tot leefgebied voor vogels als
grutto, tureluur, kievit, slobeend, veldleeuwerik,
graspieper, watersnip, gans, zomer en wintertaling.
Dankzij de gebiedsgerichte aanpak is niet alleen de
EHS enorm uitgebreid, maar zijn ook de mogelijkheden
voor beleving van natuur en cultuurhistorie vergroot.
In een convenant hebben de gebiedspartners af
gesproken zich gezamenlijk te blijven inzetten voor
bescherming van het werelderfgoed en het vergroten
van de bekendheid daarvan bij het publiek.
Schokland is een voormalig eiland in de Zuiderzee dat in 1942, met de inpoldering van de Noordoostpolder, op het droge kwam te liggen. Op de voor landbouw ongeschikte veen- en keileemgronden rondom het eiland is bij de ontginning het Schokkerbos aangelegd. De rest van het gebied is ingericht voor landbouw.
Schokland is te bereiken vanaf de a6 en de N50. Er is parkeergelegenheid aan de Schokkerringweg, de OudEmmeloorderweg en de Palenweg.
Schokland
a6
N50
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
85HET SuccES VaN DE EHS
Grote zilverreigerEen van de meest opvallende vogels in de Oostvaardersplassen is de grote zilverreiger. Deze prachtige vogel werd voor het eerst in 1975 in het gebied waargenomen. In 1978 was het eerste broedgeval. Nu, bijna vijfendertig jaar later, is het aantal broedparen toegenomen tot boven de vijftig. De laatste jaren vindt de grote zilverreiger ook elders in Nederland een biotoop. Met dank aan de Oostvaardersplassen!
Gedeputeerde Anne Bliek, provincie Flevoland‘Met de komst van het Oostvaarderswold als verbinding naar de Veluwe en uiteindelijk Duitsland, wordt de EHS in Flevoland drager van de lokale economie, duurzaamheid en ruimtelijke kwaliteit. Voor twee miljoen mensen in de noordelijke randstad en Flevoland zelf heeft dit gebied straks ongekende recreatieve mogelijkheden en profiteert het bedrijfsleven mee van de internationale profilering ervan.’
DE OOSTVaaRDERSPLaSSEN
Links: De zeearend is de grootste arend in Europa en broedt sinds 2006 in de Oostvaardersplassen (foto: Jan Duker/ktbc.nl).Rechts: Edelherten en Konikpaarden in de Oostvaardersplassen (foto: Ruben Smit).
Grootse natuur op voormalige zeebodem
almere
Lelystad
De natuur in de Oostvaardersplassen heeft vrij spel.
Grote kuddes Konikpaarden, Heckrunderen en
edelherten zorgen ervoor dat het gebied niet dicht
groeit met bomen. De Oostvaardersplassen is met
zesduizend hectare nu al een natuurgebied van
formaat, maar voor de dieren is het belangrijk dat er,
via het Horsterwold, een verbinding met de Veluwe
komt. Hierdoor wordt hun leefgebied aanzienlijk
vergroot.
Vogelparadijs
De Oostvaardersplassen zijn pas veertig jaar oud.
Niettemin heeft het gebied zich nu al ontwikkeld tot
internationaal vogelparadijs. Bijna de helft van de
NoordwestEuropese populatie grauwe ganzen komt
er om te ruien. Daarnaast zijn er grote aalscholver
kolonies en is het een van de belangrijkste broed
plaatsen voor de lepelaar in NoordwestEuropa.
De Oostvaardersplassen zijn eveneens van belang
voor de grote en kleine zilverreiger en andere riet
en moerasvogels. De vestiging, in 2005, van de
zeearend als broedvogel is wel het beste bewijs dat
het, in ieder geval voor Nederlandse begrippen, een
uniek gebied betreft. Dit was het eerste gebied in
Nederland waar deze majestueuze vogel, met een
spanwijdte van ruim twee meter, tot broeden kwam.
Zeer recent zijn nieuwe broedgevallen gemeld in
Nederland. Het is dan ook niet verwonderlijk dat
natuurliefhebbers uit de hele wereld naar de Oost
vaardersplassen komen om vogels te kijken. De dijken
rond het gebied zijn uitgegroeid tot heuse natuur
boulevards. Maar ook mensen uit de omgeving komen
graag naar het moerasgebied om vanuit een van de
vele vogel kijkhutten naar vogels of vanaf de uitzicht
punten naar grazende herten, runderen en paarden
te kijken. uit enquêtes blijkt dat de bezoekers het
gebied zeer waarderen en er begrip voor hebben dat,
vanwege de bescherming van natuurwaarden, grote
delen ervan niet toegankelijk zijn voor publiek.
Een grote uitdaging is om de Oostvaardersplassen,
via het Horsterwold, de Veluwe, de Gelderse Poort
en de Meinweg te verbinden met de grote natuur
gebieden in Duitsland. Hierdoor ontstaat er, onder
meer voor edelherten, weer de mogelijkheid om hun
oor spron kelijke leefgebieden te bewonen. Voor het
echter zover is, moet er nog veel gebeuren. De EHS
speelt in dit verband een cruciale rol.
De Oostvaardersplassen hebben een bijzondere geschiedenis. Toen in 1968 de Flevopolder droogviel, bleef het natste deel ongebruikt. Hier ontstond spontaan een uitgestrekt moerasgebied met plassen, rietvelden en wilgenbossen.
De Oostvaardersplassen: wildernis midden in Nederland.
Oostvaardersplassen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
87HET SuccES VaN DE EHS
Ellen ter Stege, boswachter‘De Veluwemeerkust is nu al een apart en bijzonder gebied vanwege de rust en de ruimte. Het is een prachtige overgang tussen de droge Veluwe en de natte gebieden. In de winter zie je hier regelmatig zilverreigers. Ook het eeuwenoude elzenhakhout vind ik erg mooi. Het ademt een heel bijzondere sfeer.’
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
De eerste aankopen in de zeventiger jaren bestonden uit twee bosgebieden: een eeuwenoud essenhakhout met aangrenzend essen-elzenbos en een jong populierenbos langs de Hierdense beek. In de periode 1983-2002 zijn diverse kleine aankopen gedaan. Daarna, tussen 2006 en 2009, zijn verscheidene grotere stukken grond aangekocht, waarmee de teller op circa 250 hetare is gekomen. Na verwerving van de laatste 150 ha via ruil en aankoop kan de inrichting voor natuur en recreatie goed op gang komen.
DE VELuWEMEERKuST
Linksboven: Wandelen door een gevarieerd landschap. Linksonder: Langs beken is de ijsvogel te zien. Rechts: Weilanden zijn natuurlijker geworden. (foto linksboven en rechts: Gerrit Rekers, foto linksonder: Sytze Jongma).
Van bos naar Zuiderzeekust
Veluwemeerkust, bijzonder gebied door rust en ruimte.
Harderwijk
Lelystad
Nunspeet
Zwolle
apeldoorn
ijsvogels en soms zelfs een visarend te zien.
De Veluwemeerkust laat goed zien hoe je uit een
lopende soorten natuur met elkaar kunt verbinden.
Van droog naar nat en van hoog naar laag.
Natuurlijke verbindingen
De geleidelijke overgang van de dichte bossen op
de Veluwe naar de openheid van de kust is voor het
gebied van belang en kenmerkend. Om een daad
werkelijke verbinding tot stand te brengen, bouwt men
een ecoduct over de snelweg (a28) en spoorlijn. Grote
zoogdieren, zoals het edelhert, profiteren van zulke
verstrekkende natuurlijke verbindingen. Ook aan de
otter biedt zo’n groter gebied vooralsnog ongekende
mogelijkheden.
Gebied in ontwikkeling
De toegankelijkheid van het gebied is momenteel nog
beperkt, maar fiets en wandelpaden zijn in aantocht.
Het is echt een gebied in ontwikkeling.
Natuurmonumenten heeft nu 250 hectare in bezit.
Daar moet nog 150 hectare bijkomen. De inrichting
voor natuur en recreatie kan dan pas goed worden
aangepakt.
aan de Veluwemeerkust kun je kilometers ver kijken.
Niet alleen over de randmeren, maar ook over het land,
dat hier nooit bedijkt is geweest. Bij een stormvloed
stroomde het zoute water van de voormalige Zuiderzee
ver het land in. Om zich tegen het water te beschermen,
bouwden de vroegere bewoners hun boerderijen op
hoge dekzandruggen. De rest van het gebied bestond
uit graslanden, singels, bosjes en weids open weiland.
Nieuwe kansen
De Hierdense Poort verbindt de Veluwe met de kust.
Het natuurgebied Veluwemeerkust is onderdeel
daarvan en de afgelopen jaren flink in omvang toe
genomen. Over enige tijd ligt hier, dankzij gebieds
aankopen en natuurherstel, een robuust groen netwerk
dat kansen biedt aan bijzondere dieren en planten.
Een aantal landbouwweilanden is al veranderd in de
natuurlijke variant. Plantenliefhebbers vinden hier de
grote ratelaar en de vleeskleurige orchis, en, dichter
tegen de kust aan, ook Engels gras. De grote keizers
libel en bruine vuurvlinder vliegen rond en in de poelen
vind je de kleine watersalamander en verschillende
soorten kikkers en padden. Meer landinwaarts gaan
de weilanden over in houtwallen, singels, eikenhakhout
en bossen. Langs beken zijn de meervleermuis,
Edelherten aan de randmeren. Speelgebied voor otters. Meer leefruimte voor de meervleermuis en de rivierdonderpad. De Veluwemeerkust bij Harderwijk heeft veel potentie. Om die om te zetten in optimale resultaten moet eerst nog wel een flink areaal worden aangekocht.
Veluwemeerkust
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
89HET SuccES VaN DE EHS
Ing. Hein van BeuningenLandgoed appel Nijkerk
Leendert de Boer, leraar biologie en ontdekker van de tiende-eeuwse ringwalburcht op Appel‘Bijzonder is dat appel ruim duizend jaar vrijwel ongestoord heeft bestaan. Waarschijnlijk net zo oud is de bemesting met heideplaggen en schapenmest die de akkers steeds hoger maakte. De brede houtwallen staan er ook nog. Ongelofelijk!’
Landgoed Appel, NijkerkHet landgoed telt 293 hectare en ligt in een van de twee ecologische verbindingszones die de Veluwe met de Utrechtse Heuvelrug zullen verbinden. Een noordoostelijk natuurdeel bestaat uit poelen, vochtige heide en bossen. Zuidwestelijk ligt een kampenlandschap waar al sinds de vroege Middeleeuwen boerderijen staan. Eigenaar Landgoed Anderstein BV overweegt nog enkele aangrenzende hectare landbouw-grond toe te voegen aan deze Robuuste Ecologische Verbinding.
Het nieuwe beheer werpt al zijn vruchten af. Het aantal zeldzame soorten steeg van acht in 2006 tot twaalf in 2007. Nieuw zijn wilde tijm, blauwe knoop, jeneverbes en, dankzij de aanleg van vennen, witte waterranonkel. appel telt bijna de helft van de Nederlandse libellesoorten.(foto: Federatie Particulier Grondbezit).
LaNDGOED aPPEL
Landgoed brengt boeren en natuur weer in evenwicht
Nijkerk
utrechtse Heuvelrug
de Veluwe
Op landgoed appel creëren we in totaal dertig hectare
nieuwe natuur in de vorm van natte hooilanden,
graanakkers, houtwallen, singels en bossen. In het
noordoostelijke deel verdwijnt de landbouw geheel en
komt de woeste grond terug. In het zuidwestelijke stuk
komen houtwallen, lanen, meidoornhagen en hakhout
terug, zoals die zijn te zien op oude kaarten. Dit is
cultuurhistorisch een rijk gebied, met een middel
eeuwse ringwalburcht en het aardmonument De
Kemna, waar de boeren vroeger hun tienden moesten
betalen.’ Hein van Beuningen is er trots op.
Natuurgericht boeren
Eigenaar BV Landgoed anderstein wil de huidige
nietgrondgebonden veeteelt, met vleesvarkens en
opfokkuikens in grote stallen, omvormen tot grond
gebonden en extensieve veeteelt. Dalende inkomsten
kunnen de twee boeren compenseren via zogenaamde
‘verbrede landbouw’, dat wil zeggen: met activiteiten
als verhuur van vakantiehuizen, verkoop van streek
producten en het openen van een bed & breakfast,
maar ook door middel van een beheer ssubsidie voor
agrarisch natuurbeheer. Verder kunnen de agrariërs
inkomsten genereren door het beheren van natuur en
landschap.
De Landgoedvisie die anderstein heeft ontwikkeld,
streeft naar de sloop van zoveel mogelijk niet
passende opstallen van na 1960 en tegelijk de
renovatie van cultuurhistorische gebouwen, waaronder
diverse rijksmonumenten. Verder biedt de Landgoed
visie plannen voor nieuwe gebouwen die de identiteit
van het oude cultuur landschap versterken. Het
noordoostelijke deel van het landgoed is nu nog
te droog, waardoor teveel bebossing optreedt. Het
kwelwater van het Veluwemassief stroomt te snel weg.
De aanleg van stuwen in de twee beken en het
dempen van ontwateringgreppels moeten zorgen voor
een hogere grondwaterstand. Dat remt de opslag van
dennen en berken en verhoogt de natuurwaarde.
Waarom verwerft de familie natuur en kleinschalig
landschap met een financieel laag rendement? ‘Wij
zien landgoederen als een langetermijninvestering.
Daarnaast vinden wij het belangrijk dat landgoederen
zoveel mogelijk in particuliere handen blijven of komen.
We willen er onze familie laten wonen. Dat zorgt voor
stabiliteit en verbondenheid met de plek die daardoor
gaat leven. De families vormen een gemeenschap met
de boeren en de overige mensen die er werken.’ Met
een glimlach: ‘En het is leuk om mee bezig te zijn.’
‘We streven naar gemengde agrarische bedrijven in het cultuurhistorische deel. En het noordoostelijke stuk wordt weer een aaneengesloten natuurgebied van ongeveer honderd hectare. De eens ontgonnen akkers tranformeren we tot natte heide,’ aldus Hein van Beuningen over de recent ontwikkelde Landgoedvisie Appel.
Landgoed appel ligt in de verbindingszone tussen Veluwe en utrechtse Heuvelrug. Ede lherten kunnen straks oversteken naar utrecht.
Landgoed appel
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
91HET SuccES VaN DE EHS
Vogels langs de rivierIn de Gelderse Poort broeden ongeveer 120 verschillende vogelsoorten, waarvan er vijfendertig op de Rode Lijst staan. Vooral de moerasvogels hebben het vanwege de verdroging moeilijk. Om voor dit probleem aandacht te vragen, werd in het najaar van 2004 de Roerdompactie gehouden. Na overleg met het waterschap kon het waterpeil omhoog. Het is nu afwachten of de maatregelen afdoende zijn om de moerasvogels, met de roerdomp als boegbeeld, voor de Gelderse Poort te behouden.
Burgemeester Marianne Schuurmans van de gemeente Millingen aan de Rijn‘De Millingerwaard is een ‘natuurstruingebied’ dat is uitgegroeid tot een parel. Een plek waar de zwarte ooievaar, zee, en visarend regelmatig te zien zijn. uniek door de metershoge rivierduinen. Sprookjesachtig door Woodhenge: meer dan 8000 jaar oude eiken die samen een natuurkunstwerk vormen. Maar ook vanwege het Hollands mangrovewoud van zwarte populieren aan de rivieroever. Millingerwaard: natuur om te beleven!’
DE GELDERSE POORT
In de Millingerwaard, die deel uitmaakt van de Gelderse Poort, is voor de mens volop ruimte om te genieten (foto: Ruben Smit).
Ruimte voor mens en natuur langs levende rivierDe Gelderse Poort, gelegen in de driehoek tussen Arnhem, Nijmegen en Emmerich, is in veel opzichten een bijzonder gebied. In de afgelopen jaren werd hier veel landbouwgrond omgezet in natuur.
Nijmegen
Waal Millingen a/d Rijn
De oppervlakte aan natte natuur langs de rivier tussen
Nijmegen en Spijk, in beheer bij Staatsbosbeheer, nam
in de afgelopen twintig jaar toe van 378 naar 1.380
hectare. Niet alleen de natuur, maar ook de recreatie
sector profiteerde enorm van deze nieuwe natuur.
Jaarlijks brengen inmiddels meer dan een half miljoen
mensen één of meer dagen in deze streek door om
van natuur en landschap te genieten. Er is bij die
bezoekers veel waardering voor de dynamische
riviernatuur.
De poort naar grenzeloze natuur
De Gelderse Poort vormt een belangrijke schakel
tussen andere grote natuurgebieden in Nederland en
Duitsland, zoals de Veluwe, de Meinweg en het
Ketelwald. Maar ook het gebied zelf is van grote
betekenis. De rivier zorgt voor veel dynamiek. Het
verschil tussen de hoogste en laagste waterstand is
maar liefst tien meter. Dat vraagt van planten en dieren
een groot aanpassingsvermogen.
De ooibossen en stroomdalgraslanden in het gebied
behoren, floristisch gezien, tot de rijkste van
Nederland. Er komen bijzondere planten voor als
muskuskruid en bos en heggenrank. In de oude
rivierarmen ontstonden en ontstaan rustige plekken
waar vissen kunnen paaien. Met hun geknaag zorgen
bevers ervoor dat bomen in het water vallen. Waar dat
gebeurt, ontstaan beschutte plekken, waar jonge
vissen relatief ongestoord groot kunnen worden.
Via de Gelderse Poort, die deel uitmaakt van de EHS,
moeten in de toekomst edelherten vanuit Duitsland
naar de Veluwe kunnen lopen en andersom. Het
edel hert zou een welkome aanvulling zijn op de andere
grazers, Koniks en Galloways, die nu al in het gebied
rondlopen. Het edelhert is een ‘andere eter’ dan de
runderen en paarden, hetgeen de variatie in het gebied
ten goede komt. Zoals gezegd, zorgt de stromende
rivier voor een interessant en afwisselend natuurlijk
landschap.
Dankzij natuurontwikkeling is in de afgelopen jaren de
Gelderse Poort ook voor bezoekers een stuk
interessanter geworden. Niet alleen natuurliefhebbers
komen er aan hun trekken, ook zwem en schaats
liefhebbers maken gebruik van de vele plassen in het
gebied. Vooral de horeca en verblijfsrecreatie bedrijven
in de omgeving hebben daarvan geprofiteerd. Het
aantal banen in de regio is gestegen. Ook is er een
verband tussen de uitbreiding van de natuurgebieden
en een stijging van de huizenprijzen aangetoond.
Vlak buiten Nijmegen kom je de Gelderse Poort binnen.
Gelderse Poort
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
95HET SuccES VaN DE EHS
Ton Roozen, plaatsvervangend directeur Geldersch Landschap ‘De bijzondere geschiedenis van dit gebied was ons bekend uit het standaardwerk Wilde Planten. Dit inspireerde Geldersch Landschap om samen met Waterschap Veluwe de eerste herstelmaatregelen uit te voeren. Het resultaat hiervan biedt een fantastisch perspectief om de natuurpotenties van dit gebied verder tot ontwikkeling te brengen.’
Het Wisselse Veen, Geldersch Landschap. Na het verwijderen van de bouwvoor en het dempen van de sloten stelde zich in zeer korte tijd een nieuwe grondwaterstand in, waarbij het kwelwater aan en op het maaiveld is komen te staan. Het terrein behoort thans tot de meest succesvolle natuurherstelprojecten van ons land.(foto’s: Geldersch Landschap).
HET WISSELSE VEEN
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
De eerste aankopen door Geldersch Landschap zijn gedaan in 1988. Er is een goed perspectief om op korte termijn nog eens ruim 80 ha te verwerven.
Legendarisch verleden tot leven gewekt
Epe
apeldoorn
In het Wisselse Veen is twintig hectare voedselrijke
bovengrond afgegraven en de waterhuishouding van
het onder invloed van kwel staande gebied hersteld.
Daardoor keerden, zowel uit de ‘zaadbank’ als uit
resterende veenrelicten, tientallen zeldzame soorten in
het gebied terug, waaronder armbloemige waterbies,
klimop waterranonkel, blauwe knoop, moeraskartel
blad, beenbreek, vetblad en wijdbloeiende rus. Ook
de fauna heeft flink geprofiteerd van de herstel
maatregelen. Nadat de wildkerende rasters waren
verlegd, kregen edelhert, ree en wild zwijn weer
toegang tot de basenrijke biotopen. Watersnip en
waterral zijn inmiddels vaste bewoners van het
Wisselse Veen, evenals heikikker, aardbeivlinder,
heideblauwtje, moerassprinkhaan en bruine winter
juffer. In de Verloren Beek, die hier ontspringt, komen
beekprik en elrits voor.
De successen die met de maatregelen uit 1993 zijn
geboekt, hebben duidelijk gemaakt dat ook de
potenties voor de omgeving uitzonderlijk hoog zijn.
Ecohydrochemisch onderzoek bevestigt deze
verwachting. De combinatie van schoon kwelwater,
passende inrichtingsmaatregelen en een afgewogen
vervolgbeheer bieden perspectief voor verder herstel
van vele tientallen hectare blauwgraslanden, kleine
zeggemoerassen, dotterbloemgraslanden en hoog
veen. Terecht heeft het gebied prioriteit bij de
verdrogingbestrijding en verdere grondverwerving,
waarbij de provincie Gelderland onteigening niet
uitsluit.
Succesvolle samenwerking
Het Wisselse Veen, onderdeel van een van de priori
taire gebieden in Gelderland, is een gebied waar een
gerichte samenwerking tussen Geldersch Landschap,
provincie Gelderland, Waterschap Veluwe, Drinkwater
bedrijf Vitens, de Dienst Landelijk Gebied en de
gemeenten apeldoorn en Epe tot stand is gekomen.
Zo leverde de door Vitens gerealiseerde herinfiltratie
van beekwater op de Veluwe een belangrijke bijdrage
aan het herstel van de kwel gebieden en heeft ook
Waterschap Veluwe door herinrichting de ecologische
randvoorwaarden voor beken en natte natuurgebieden
hersteld. Het Wisselse Veen is – samen met de Tonge
rense Heide – goed beleefbaar voor liefhebbers van een
afwisselend heidelandschap en natte schraallanden. In
het Wisselse Veen hebben zich, gedurende de laatste
ijstijd, erosiedalen kunnen ontwikkelen.
Nog tot het einde van de negentiende eeuw was het Wisselse Veen een levend hoogveen met botanische juweeltjes als lange zonnedauw, veenmoszegge, vetblad en slank wollegras. Van dit legendarische veen gebied resteerde rond 1980 hooguit een halve hectare. Door de nodige grondaankopen konden in 1993 de eerste herstelmaatregelen worden genomen.
In het Het Wisselse Veen hebben zich erosie dalen kunnen ontwikkelen, die gedurende de laatste ijstijd zijn ontstaan. aan drie zijden omgeven door hoge gronden is de kweldruk hier extreem hoog.
Wisselse Veen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
97HET SuccES VaN DE EHS
Ing. Paul Kindt directeurrentmeester
Joost de Jong, projectleider Rijkswaterstaat ‘Wat ik zie is een succesvolle samenwerking tussen een stichting die waardevolle natuur krijgt, een steenfabriek die klei krijgt en een overheid die natuur én meer ruimte voor de rivier krijgt. Iedereen heeft hier voordeel bij.’
Stichting Landgoed LinschotenDe Stiftsche Waarden zijn bezit van de Stichting Landgoed Linschoten bij Woerden. Dit is met vijfhonderd hectare het grootste historische land-goed in het Groene Hart. De Stichting Landgoed Linschoten is opgericht door de laatste eigenaar, Gerlach Ribius Peletier junior. Gerlachs zus, Anna Elisabeth, bezat uiterwaarden langs Waal en Linge. Zij overleed in 1989 en droeg haar bezit over aan de Stichting.
De hooigraslanden van de Stiftsche Waarden. De kwartelkoning broedt er sinds 2005. Omdat deze vogel hoog gras prefereert, gebeurt het maaien pas in augustus. Beemdkroon, goudhaver, echte karwij en Engelse alant zijn bijzondere planten die steeds meer voorkomen.(foto’s: Federatie Particulier Grondbezit).
DE STIFTScHE WaaRDEN
Nieuwe natuur én ruimte voor de rivier
WaalVarik
Ophemert
Commerciële kleiwinning, geld van Rijkswaterstaat én particulier bezit. De Stiftsche Waarden bij Tiel vormen een bijzonder natuurproject.
Ing. Paul Kindt is directeur en rentmeester van Land
goed Linschoten, waaronder de Stiftsche Waarden
vallen. Hij maakte een afspraak met de beheerders
van steenfabriek Zennewijnen – sinds 2006 eigendom
van het Oostenrijkse Wienerberger – dat zij, het reliëf
volgend, alle klei tot op het zand mogen afgraven.
Zodoende komt de oude nevengeul terug. ‘De vijftig
hectare fabrieksgrond krijgen wij om niet, naar
verwachting in 2025.’ Het hele gebied telt dan twee
honderd hectare. Rijkswaterstaat zorgt voor twee
verbindingen van de nevengeul met de rivier. Samen
met de kleiwinning dragen de Stiftsche Waarden
daarmee bij aan een grotere capaciteit van de Waal.
Rijkswaterstaat wil de huidige capaciteit van de grote
rivieren verhogen van 12.000 kubieke meter water
per seconde naar 18.000, zonder dat dit tot over
stromingen leidt.
Natuurwinst
Door zijn dynamiek biedt de nevengeul kansen aan
zeldzame ‘pioniervegetatie’. De hooigraslanden zijn
interessant voor vogels. Een deel van het gebied mag
zich ontwikkelen tot zachthout ooibossen. ‘Rijks
waterstaat kan precies berekenen hoe groot de
remmende werking bij overstromingen daarvan is,’
weet Kindt. ‘Daar houden wij bij het beheer dan
rekening mee.’
De rentmeester heeft een simpele manier gevonden
om de waardedaling van de grond en de wegvallende
landbouwinkomsten op te vangen. ‘We ontvangen een
omvormingssubsidie die de waardedaling van land
bouw naar natuur compenseert.’ Hij zet dat geld
langdurig vast op een spaarrekening. ‘Dat levert zeker
hetzelfde rendement op als landbouw in deze
uiter waarden.’ aanvullende inkomsten vloeien voort
uit verkoop van brandhout, inschaarvee en vis
vergunningen. Dat is nodig, want de beheerssubsidie
is voor een sluitende exploitatie ontoereikend. ‘Bijvoor
beeld het maaien in het moerasgedeelte is heel duur.’
Voor het toezicht kan de rentmeester terugvallen op de
plaatselijke waardman Willem Rotermundt. Die woont
aan de dijk en houdt het gebied dagelijks in de gaten.
De uiterwaarden zijn vrij toegankelijk. ‘al maaiend houden
we een struinroute open voor wandelaars, vogelaars en
vissers.’ Kindt verwacht van het project ook gunstige
economische effecten, bijvoorbeeld voor restaurants in
Varik en Ophemert. ‘Het Veerhuis bij Varik haakt handig
in op de mooie omgeving. Daar zitten gepassioneerde
mensen. Ze koken biologisch en hebben een mooie
vergaderruimte die uitkijkt over het gebied.’
Samen met de terreinen van de steenfabriek vormen de Stiftsche Waarden een gebied van tweehonderd hectare langs de Waal bij Ophemert en Varik.
Stiftsche Waarden
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
99HET SuccES VaN DE EHS
Dick Jonkers, ornitholoog‘De wisselwerking tussen boerenland en reservaat is in Eemland cruciaal. als de boeren moeten maaien, gaan de vogels naar het reservaat. als het gras daar te ruig wordt, wijken ze weer uit naar boerenland. Een goede samenwerking resulteert in hoge dichtheden weidevogels.’
EemlandNa de definitieve landinrichting in 2001 nam de gruttostand in Eemland geleidelijk aan weer toe tot de huidige honderd broedparen per honderd hectare. Na een afwezigheid van enkele jaren broeden er ook weer verscheidene paren van de veldleeuwerik, graspieper en gele kwikstaart in het gebied. Het meest bijzondere is wel dat de kemphaan er nog steeds zijn eieren legt. Deze soort is landelijk tot enkele tientallen paren uitgedund, maar houdt nog steeds stand in de Noord- en Maatpolder.
EEMLaND
Linksmidden: De grutto doet het goed in Eemland. Rechts: Het open landschap van de Maat en Noordpolder is een van de rijkste weidevogelgebieden van Europa. (foto linksmidden: Ferry Siemensma, foto links en rechtsonder: Rene Koster).
alles voor de weidevogels
utrecht
amersfoort
Eemland
De grutto – onze nationale weidevogel – doet het goed in Eemland. En ook de zeer bedreigde kemphaan komt hier weer voor. Door de komst van de EHS is de teruggang gekeerd en nemen vrijwel alle soorten weidevogels in dit gebied qua aantal toe. De Maat- en Noordpolder behoren tot de beste weidevogelgebieden van Nederland.
Vogels, vogels, vogels. Van ‘gewone’ kieviten tot zeer
zeldzame kemphanen: alle weidevogels voelen zich in
Eemland thuis. Genoeg reden dus om op dit gebied heel
zuinig te zijn. De weidevogels staan immers, zelfs
in weidevogelland Nederland, sterk onder druk.
Hier broeden de grutto’s nog met honderd paren per
honderd hectare. En de veldleeuwerik, graspieper
en gele kwikstaart zijn door herstel van de waterhuis
houding en het verbinden van de natuurgebieden als
broedvogel teruggekeerd.
Het landschap is hier lang ‘open’ gebleven. Pas rond
1990 kwamen er enkele boerderijen in het buiten gebied.
Na het begin van de ruilverkaveling in de jaren zeventig
daalde het aantal vogels in het gebied. Eind vorige eeuw
is, dankzij uiteindelijke realisatie van de EHS, echter
het tij gekeerd. De Maat en Noordpolder – bezit van
Natuurmonumenten – horen weer tot de rijkste weide
vogelgebieden van Europa. aangrenzend liggen het
reservaat De Kampen van Staatsbosbeheer en het
beheersgebied Oostermeent, waar natuur beheer
eveneens veel betekenis heeft. Ook de omringende
boeren zorgen goed voor de weide vogels. Natuur
monumenten werkt samen met hen in de Weidevogel
kring Eemland. Verder zorgt de status van Nationaal
Park arkemheenEemland voor bescherming van de
karakteristieke kenmerken van dit open landschap, zoals
de slagenverkaveling met zijn lange en smalle percelen.
Beheer van het natuurgebied staat geheel in het
teken van de weidevogels. Dat betekent riet maaien,
verwijderen van bomenopslag, bemesting en beweiding.
Plus een waterbeheer dat op de behoeftes van de
verschillende soorten is afgestemd. En het werkt.
Naast de grutto doet ook de tureluur het weer goed met
enkele tientallen broedparen per honderd hectare. Het
meest bijzondere is dat de kemphaan hier weer broedt.
Nederland telt van deze soort nog maar enkele tientallen
broedparen, waarvan er acht in Eemland hun vaste stek
hebben gevonden.
Definitieve omvang
In de Noord en Maatpolder heeft de EHS zijn definitieve
omvang bereikt. In de omringende gebieden kunnen de
condities voor de weidevogels, mede door intensieve
samenwerking met de boeren, nog verbeteren. Het feit
dat ook steeds meer ganzen het gebied weten te vinden,
betekent een uitdaging. Dit kan namelijk op termijn een
bedreiging vormen voor de weidevogels. In dat geval
gaan, gezien de internationale betekenis van dit gebied,
de weidevogels voor.
Eemland
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
101HET SuccES VaN DE EHS
Arie Klaassen, waardsman Blauwe Kamer‘In de Blauwe Kamer voelt de bever zich goed thuis. Het blijft mij boeien dat de grootste knaagdieren van Nederland hier hun plek hebben gevonden. als ik rondloop zie ik vraatsporen, loopsporen, kundig gemaakte aanlandingsplekken en beverburchten. Ik heb ze nog maar zelden in het echt gezien, maar als dat gebeurt dan doet het wat met mij.’
DE BLauWE KaMER
Faunapassages, zoals bij de Plantage Willem III, zorgen ervoor dat dieren zich veilig kunnen verplaatsen tussen stuwwal en rivier. Dat helpt soorten als pad, ringslang, das, ree en edelhert. Om voedsel te zoeken, zich voort te planten of voor seizoensmigratie. De aaneenschakeling van stuwwallen en uiterwaarden is een belangrijke stap in de realisatie van de EHS (foto’s boven: Het utrechts Landschap, foto onder: Renk Ruiter).
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Een opmerkelijke ontwikkeling in de Blauwe Kamer is de groeiende broedkolonie lepelaars (bron: KNNV Wageningen, tellingen Wim Bosch).
Natuur langs de Nederrijn
utrecht
arnhem
Begin jaren negentig is uiterwaard de Blauwe
Kamer als een pilotproject voor natuurontwikkeling
langs de rivier tot stand gekomen. centraal daarbij
stonden de dynamiek van het stromende water en
begrazing door kuddes halfwilde koniks en gallo ways.
Dit leidde tot een verrassende natuur en een voort
durend wisselend landschap met soorten die ver
schijnen en weer verdwijnen. Soms levert dat een
curiositeit op als de zeldzame franjegentiaan. Vogels
ontdekten het gebied al snel: het aantal broedende
soorten is verdubbeld. Tot de vogelpopulatie behoren
achttien soorten van de Rode Lijst en een broed
kolonie lepelaars. Foera gerende en rustende trek
vogels profiteren van de voedselrijkdom in geulen en
waterplassen. Er hebben zich spontaan bevers
gevestigd. Hun populatie breidt zich gestaag uit.
Omdat de Blauwe Kamer een voorbeeldgebied is voor
riviernatuur, heeft men er veel publiciteit aan gegeven
en was de publieke belangstelling vanaf de aanvang
groot. Niet alleen van (inter)nationale pers en beleids
makers, maar ook van omwonenden, schoolkinderen,
wandelaars, vogelaars en fotografen. Het utrechts
Landschap organiseert tientallen (vaar)excursies per
jaar en heeft diverse wandelroutes uitgezet. Naast het
restaurant staat een bezoekerscentrum, dat onlangs
is vernieuwd. Het natuur ontwikkelingsproject heeft
het (particuliere) restaurant geen windeieren gelegd.
De combinatie van informatiepunt, horecavoorziening
en buiten genieten is voor veel mensen aantrekkelijk.
De ervaringen in de Blauwe Kamer hebben ertoe
geleid dat de belangstelling voor riviernatuur sterk is
toegenomen. In 1992 startte het project Noordoever
Nederrijn dat gericht is op realisatie van de EHS in de
uiterwaarden tussen arnhem en amerongen en in
totaal bijna vijftienhonderd hectare omvat. Versterking
van de ecologische samenhang tussen de stuwwallen
(Veluwe, utrechtse Heuvelrug) en de rivieroevers staat
hier centraal. In dit kader heeft men de afgelopen
jaren een aantal projecten uitgevoerd: de uitkoop van
een bedrijventerrein bij Renkum, inrichting van de
Wageningse uiterwaard, de aanleg van een kwel
moeras in de amerongse Bovenpolder en een eco
passage van formaat bij Elst. Stuk voor stuk gaat het
om prima schakels, maar de EHS is nog niet klaar. Pas
wanneer dat wel het geval is, kunnen de uiterwaarden
hun functie als ‘robuuste verbinding’ tussen Veluwe en
Heuvelrug gaan vervullen. Met de migratie van het
edelhert als kroon op het werk.
In Rhenen, aan de voet van de Grebbeberg, ligt uiterwaard de Blauwe Kamer (120 hectare). Twintig jaar geleden – na een historie van kleiwinning – was dit nog boerenland en met veel prikkeldraad verdeeld in kleine percelen. Nu is het een afwisselend, weids natuurgebied met een mozaïek van graslanden, struweel, moeras, geulen, ooibos en ruigtes.
Ten Zuidoosten van de Blauwe Kamer bevindt zich de ingang van het gebied en ligt informatie ruimte De Blauwe Kamer. Er zijn twee uitgezette wandelroutes door De Blauwe Kamer. Tijdens deze wandelingen is het dragen van laarzen raadzaam.
Wageningen
Rhenen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
103HET SuccES VaN DE EHS
Frederik Graaf van Lynden van SandenburgLangbroek
Bert Geerdes, adviseur particulier natuurbeheer provincie Utrecht‘Het motto ‘behoud door ontwikkeling’ wordt nergens zo mooi toegepast als op landgoederen. De oude structuren blijven bewaard, de invulling verandert. Bos, hakhout en landbouwgronden worden natuur in een cultuurhistorische jas. Die setting geeft een bijzondere belevingswaarde.’
Grootste EHS-project Met ruim veertig hectare is de nieuwe natuur op landgoed Sandenburg het grootste EHS-project in de provincie Utrecht. Zes hectare wordt bos, de rest kruidenrijk grasland. Dit Sandenburg Initiatief kost € 340.000, waarvan de provincie € 250.000 betaalt. De familie Van Lynden van Sandenburg bezit zeshonderd hectare in het Kromme Rijngebied, gelegen aan weerszijden van de Langbroeker Wetering, die, vanwege de vele middeleeuwse land-goederen en kastelen, ook wel de Hollandse Loire wordt genoemd.
De nieuwe natuur die Sandenburg sinds 2003 ontwikkelde, bleek geschikt als proeftuin voor een antiverdrogingsplan van waterschap en provincie. Schoon regen en kwelwater worden vastgehouden. Het natuurlijke waterpeil keert terug (foto: Frans Kanters).
LaNDGOED SaNDENBuRG
Sandenburg biedt proeftuin voor provincie en waterschap
Doorn
Lek
Een boer op Landgoed Sandenburg wilde stoppen met
zijn bedrijf omdat de natte grond, laaggelegen tussen
Kromme Rijn en Langbroeker Wetering, zich moeilijk
laat bewerken. Dankzij een ontpachtingssubsidie kon
hij vijf kilometer verderop, in Werkhoven, een eigen
boerderij beginnen. En omdat het landgoed binnen de
EHS ligt, was er geld voor nieuwe natuur. ‘anders was
het er niet van gekomen,’ weet medeeigenaar Frederik
van Lynden van Sandenburg.
Er kwamen vertegenwoordigers van provincie en
waterschap op bezoek die een proeftuin zochten voor
een ‘antiverdrogingsplan’. Het natuurlijke waterpeil
komt weer terug, zodat het natter is in de winter en
droger in de zomer. Het schone, gebiedsgebonden
water wordt met dammetjes tegengehouden.
Gebiedsvreemd water, zoals uit de voedselrijke
Langbroeker Wetering, mag er niet in. Voor het
waterschap is het Sandenburg Initiatief een mooi
‘visitekaartje’. ‘Ze gebruiken het voor hun marketing en
hun goede naam.’ Ook de provincie is enthousiast.
Meest betrokken ambtenaar Bert Geerdes: ‘Wat op
Sandenburg gebeurt, is exemplarisch voor vrijwel alle
particuliere landgoederen in utrecht. We praten nu
over zaken die twintig jaar geleden ondenkbaar waren.
Dat is mooi om mee te maken.’
Natuurwinst ziet Van Lynden van Sandenburg op
diverse plekken: ‘De ruim veertig hectare grasland
wordt al zeven jaar niet bemest. Je ziet de bloemen
rijkdom toenemen. Met de grond die vrijkomt bij de
aanleg van sloten en poelen creëren we een habitat
voor hazelwormen. Een biologische graanakker trekt
patrijzen, die we in tien jaar niet meer hadden gezien.’
Vóór iedereen
Recreatie komt in pieken. ‘De eerste mooie lente
en herfstdag ziet het hier zwart van de mensen.
Daarna zie je vrijwel niemand meer.’ Van Lynden van
Sandenburg is positief over de bezoekers. ‘Van hen
houdt 99% zich aan de regels. We hebben weinig last
van loslopende honden. Mogelijk komt dat door het
toezicht,’ verklaart hij. ‘Wij hebben iemand in dienst.
Hij spreekt regelmatig mensen aan en moet zelfs bij tijd
en wijlen gebruik maken van zijn bekeuringbevoegdheid.’
Bezoekers reageren vaak verbaasd als hij vertelt dat
Landgoed Sandenburg particulier eigendom is.
‘De meeste mensen denken dat de natuur van
ieder een is. Dat is in ieder geval niet waar. Wel kan ik
een heel eind meegaan met de stelling dat de natuur
vóór iedereen is.’
Provincie en waterschap zochten een plek om te experimenteren met een antiverdrogingsplan. Dat ging op landgoed Sandenburg goed samen met nieuwe natuur die de Utrechtse Heuvelrug verbindt met Langbroeker Wetering en Kromme Rijn.
Landgoed Sandenburg strekt zich uit vanaf de utrechtse Heuvelrug over de Lang broeker Wetering tot vlakbij de Kromme Rijn.
Wijk bij Duurstede
Landgoed Sandenburg
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
105HET SuccES VaN DE EHS
Staatsbosbeheervrijwilliger Marco van Wijnbergen‘Zodra je het hek van Fort bij Rijnauwen binnengaat, valt de rust als een aangename deken over je heen. Het fort is een paradijs binnen de drukke Randstad. Veel dieren voelen zich hier thuis. Mijn favoriet is de kleurrijke ijsvogel die hier jaarlijks broedt. Het is geweldig als deze zich met zijn hoge piep tijdens een rondleiding even laat zien en horen!’
Vleermuizen in allerlei soorten en matenIn Fort bij Rijnauwen overwinteren jaarlijks zo’n vierhonderd vleermuizen. Tijdens de tellingen zijn baardvleermuis,watervleermuis, franjestaart, grootoorvleermuis, dwergvleermuis, meer vleermuis en laatvlieger aangetroffen.
De franjestaart overwintert in Fort bij Rijnauwen (foto: René Janssen/Buitenbeeld).
DE NIEuWE HOLLaNDSE WaTERLINIE
Fort bij Rijnauwen (foto: Ruben Smit).
Nieuwe Hollandse Waterlinie:natuur langs historisch lint
Muiden
utrecht
Gorinchem
Ooit maakten de forten van de Nieuwe Hollandse
Waterlinie als bastions deel uit van een langgerekt
verdedigingslint. De samenhang tussen de forten als
stepping stones en de natte verbindingen daartussen
maakte het geheel strategisch sterker. De EHS werkt
op dezelfde manier. Grotere natuurgebieden, de
stepping stones, worden via langgerekte landschaps
structuren met elkaar verbonden. Een groot deel
van de forten is er nog, maar van de bijbehorende
inundatievlaktes en de daarmee gecreëerde strate
gische openheid en natuurlijke verbinding, is door
verstedelijking en aanleg van infrastructuur weinig
meer over. Er zijn echter nog volop mogelijkheden om
de onderlinge cultuurhistorische samenhang tussen de
forten te versterken en daarmee ook veel voor allerlei
planten en dieren te doen.
Fort als stapsteen
Zoals gezegd zijn veel forten bewaard gebleven.
Sommige daarvan hebben een bijzondere bestemming
gekregen. Fort bij Vechten tussen Bunnik, Houten en
utrecht, bijvoorbeeld, is door Staatsbosbeheer open
gesteld voor het publiek. Er is ruimte voor feesten,
managementtrainingen, workshops en themadiners.
andere forten hebben een meer natuurlijke functie,
zoals Fort bij Rijnauwen, dat iets noordelijker ligt.
Rijnauwen is met eenendertig hectare het grootste fort
van de Nieuwe Hollandse Waterlinie. Het is een oase
van rust in een zeer verstedelijkte omgeving. Op kleine
schaal zijn er inmiddels al natuurlijke verbindingen met
andere gebieden tot stand gebracht. Dit heeft tot
gevolg dat de das Rijnauwen al dicht genaderd is.
Dit prachtige zoogdier is een goed voorbeeld van een
soort die de verbindingen tussen gebieden snel in
gebruik neemt en weet te waarderen. Fort bij Rijnauwen
zelf is erg belangrijk voor een dier als de ringslang. In de
fortgrachten komt ook de ijsvogel voor. Maar misschien
is het fort wel het meest van belang als overwinterplek
voor vleermuizen. Jaarlijks brengen zo’n vierhonderd er
de winter door. Minstens zo belangrijk is het fort als
zogenaamde zwermplaats voor dit vliegende zoogdier.
Naar schatting meer dan zevenduizend vleermuizen
gaan rond het fort op zoek naar een soortgenoot om
mee te paren. Deze zaken maken het fort tot hotspot
voor vleermuizen rond de stad utrecht. Ook bij
Rijnauwen zoekt men naar mogelijkheden om natuur
waarden en het beleven daarvan te combineren. Maar
het welzijn van planten en dieren staat centraal. Waar
andere forten zijn ingericht als uitkijkpunt of struinplek,
heeft op Rijnauwen de natuur prioriteit.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie strekt zich uit van de Biesbosch tot aan de voormalige Zuiderzee. Het is misschien wel een van de beste ‘onbedoelde’ voorbeelden van hoe de EHS soms functioneert.
De Nieuwe Hollandse Waterlinie: mooie natuur in cultuurhistorisch erfgoed.
Nieuwe Hollandse Waterlinie
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
107HET SuccES VaN DE EHS
Juul Muller, voormalig Platform tegen A6-A9‘In de Randstad hebben we een plek van rust en ruimte hard nodig. Het Naardermeer is daarom van groot belang. Het Platform is opgeheven, ons doel bereikt. Er komt geen snelweg. Maar zolang er geen collectieve bewustwording bestaat dat dit gebied echt heel bijzonder is, blijven we alert.’
NaardermeerOnder aanvoering van de schoolmeesters Jac.P. Thijsse en Eli Heimans kwamen vele natuurbeschermers begin twintigste eeuw in actie tegen plannen van de gemeente Amsterdam om van het op natuurlijke wijze ontstane Naardermeer een vuilstortplaats te maken. Al snel rees het besef dat aankopen de beste manier was om het gebied te redden. Om dat te bewerkstelligen richtten zij in 1905 de Vereniging tot Behoud van Natuurmonumenten in Nederland op. Een jaar later kocht deze het Naardermeer.
HET NaaRDERMEER
Rechts: Naardermeer, toegankelijk voor mensen, rustplek voor vogels. Linksonder: De porseleinhoen keerde er terug (foto linksmidden: Wim Kluvers, foto linksonder: Koos Dansen, foto rechts: Natuurmonumenten).
Naardermeer.
Icoon van de Nederlandse natuurbescherming
Naarden
Bussum
Weesp GooimeerMuiderberg
Startpunt, voorbeeld, inspiratiebron en icoon van de Nederlandse natuurbescherming. Behalve dat is het Naardermeer ook een betoverend mooi gebied. Midden in de Randstad biedt het een grote variëteit aan plassen, rietvelden, trilvenen en moerasbossen.
Het halve land kwam in opstand toen de overheid
plannen lanceerde voor een snelweg langs het
Naardermeer. Dat geeft wel aan hoezeer deze plas
in de harten van de mensen ligt verankerd. Het
Naardermeer vertegenwoordigt een stuk nationale
cultuurhistorie. Eerdere overheidsplannen met het
gebied – uit het begin van de twintigste eeuw –
vormden de directe aanleiding tot oprichting van
Natuurmonumenten. De nieuwe vereniging slaagde er
meteen in het meer aan te kopen. Daarmee was het
eerste natuurreservaat van Nederland een feit.
Rijkdom
Behalve rond de eigenlijke plassen zijn ook in het
omliggende laagveengebied alle stadia van verlanding
aanwezig. De rijkdom aan biotopen brengt, zoals altijd,
een rijkdom aan planten en dieren met zich mee. Deze
variatie is de grote kracht van het Naarder meer. Er
bevinden zich vele soorten vogels en de moeras
planten tieren welig. Herstel van de bufferzone rond
het eigenlijke gebied heeft tot terugkeer en toename
van een aantal bijzondere vogels geleid, waaronder
porseleinhoen, roerdomp en snor. Ook planten als
krabbenscheer en kranswier kom je hier volop tegen.
Om de toekomst van dit bijzondere natuurgebied veilig
te stellen, is echter de aankoop van de enkele reste
rende gronden in de bufferzone cruciaal. Pas dan
kan de water huishouding duurzaam worden hersteld.
Verbinding met andere natuurgebieden, zoals de
ankeveense Plassen, is eveneens nodig om de
kwetsbaarheid te verkleinen. Zelfs de grote karekiet
zou dan als broed vogel weer kunnen terugkeren.
Ooit betekende de strikte bescherming van het
Naardermeer een beperkte toegankelijkheid voor
mensen. Sinds de jaren tachtig echter zijn er prachtige
wandelroutes lin het gebied en is er de mogelijkheid
om vogelkijkhutten te bezoeken. Het grote aanbod van
vaarexcursies voor jong en oud is ook een enorm
succes. En sinds 2010 is het Naardermeer nog beter
‘beleefbaar’. De oude boerderij Stadzigt is omgebouwd
tot nieuwe, goed bereikbare toegangspoort. Bij de
boerderij starten excursies, worden bezoekers
ontvangen en vertrekt een (nieuw) wandelpad met
uitzicht over het meer. Door de binnenkomst van het
publiek op één plek te concentreren, ontziet men grote
delen van het Naardermeer die daardoor stiller zijn en
dus een ideale plek voor vogels die een rustplek
zoeken.
Naardermeer
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
109HET SuccES VaN DE EHS
Piet KlaverLandgoed De Goede Morgen, Hippolytushoef (NH)
Marjan van Kampen, burgemeester van Wieringen‘Het is een heel bijzondere plek op een hoger deel van het eiland. We hebben er eerlijk gezegd wel aan moeten wennen, maar iemand met zo’n groot hart voor de natuur moet je de ruimte geven. Het landgoed is een aanwinst voor het landschap en versterkt de cultuurhistorische waarden ervan.’
Landgoed De Goede MorgenPiet Klaver bezit ruim vijftig hectare in Hippolytushoef. Weidevogels spelen er de hoofdrol. ‘Het grootste deel van het landgoed heeft een natuurbestemming. Daar weiden en maaien we niet in het broedseizoen. Om de vijfentwintig Galloways en tachtig zwartbles schapen in het broed-seizoen buiten te laten lopen, hebben we twaalf hectare landbouwgrond. Tenslotte is er nog veertien hectare voor agrarisch natuurbeheer.’ Plannen voor een landhuis aan de oostkant liggen op de tekentafel.
Landgoed De Goede Morgen ontwikkelt zich tot een vogelreservaat met wadvlieders, weide en trekvogels (foto’s onder: Ronald Dasbach).
LaNDGOED DE GOEDE MORGEN
De een gaat golfen, de ander schapen voeren
Hippolytushoef
‘Ik ben altijd al een natuurfreak geweest. Wij zijn beiden boerenkinderen, opgegroeid in de buurt van Callantsoog. Inmiddels staat het daar nu vol bloembollen. Gaandeweg zijn we in de wijdere omtrek gaan zoeken.’
‘We fantaseerden eerst over Brazilië, maar na een
hartaanval kozen we voor de vertrouwdheid van het
eigen land. Bezig zijn met dieren en natuur is een
heerlijke hobby. Tja, de een gaat golfen, de ander
schapen voeren.’ De oudtopman van familiebedrijf
SHV en opvolger van Paul Fentener van Vlissingen
heeft na diens overlijden ook de taken voor vijf
afrikaanse wild parken overgenomen.
Natuurwinst
Piet Klaver heeft het oude reliëf in het landschap
teruggebracht door een waterloop van vijfhonderd
meter lang en tien centimeter diep te herstellen en
twee vennen van anderhalve meter diep met een
oppervlakte van 250 vierkante meter aan te leggen.
Hierdoor werd het land aantrekkelijk voor weidevogels,
trekvogels en wad vlieders, vogels die bij hoog water
het wad verlaten. Het water trekt ook lepelaars.
Bij aankoop van het landgoed, in 1999, waren er
nauwelijks broedvogels. Nu broeden er wulpen,
berg eenden, kieviten en grutto’s. De toename van het
aantal plantensoorten stelt teleur. Zout kwelwater trekt
planten als zeeaster en goud knoopje aan. Het raaigras
is echter op zijn retour en de variatie aan grassoorten
neemt toe. De natuur laat zich niet sturen. Klaver legt
uit: ‘De planten moeten jaarlijks een zware selectie
doorstaan, want de grond is in de winter zeiknat en in
de zomer gortdroog. Hier ligt een mengsel van zand en
klei op een ondergrond van keileem.’ Vogelaars en
excursies mogen het terrein in. Er omheen en erin
liggen openbare wegen waar wandelaars, fietsers en
mensen met kijkers alles kunnen zien.
‘Duurzame instandhouding? Het gaat de goede kant
op met de beheersvergoedingen. compensatie voor
waardeverlies gaat van tachtig naar honderd procent.
Vanaf dit jaar worden de vergoedingen gebaseerd
op wat je aan beheer doet, niet meer op de plantjes
of dieren op je terrein. Dat is veel makkelijker te
controleren.’
‘De functiewijziging van landbouw naar natuur lijkt
me definitief. als een opvolger de landbouw zou willen
laten terugkeren, zal de overheid vragen om de
geïnvesteerde subsidies terug te betalen. Dan zal
de interesse wel verdwijnen,’ grinnikt hij.
Landgoed De Goede Morgen verbindt gronden van Staatsbosbeheer langs de Waddendijk met een eendenkooi dieper landinwaarts.
Landgoed De Goede Morgen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
111HET SuccES VaN DE EHS
Het Ilperveld toont nog goed de sporen van de vervening. Het betrof een natte vervening en het product was baggerturf dat op legakkers te drogen werd gelegd. In de loop van de jaren groeien petgaten dicht en zijn ze alleen aan de afwijkende begroeiing nog te herkennen. Vanwege deze trilvenen is het Ilperveld beroemd (foto: Karel Tomei/Foto: Natura).
Niels Hogeweg, beheerder‘Er is de laatste jaren veel gebeurd voor de natuur van het Ilperveld. allerlei partijen hebben zich ingespannen om de vuilstort te isoleren, bagger op te ruimen, water schoner te krijgen en het beheer efficiënter te maken. De samenwerking was niet altijd makkelijk, maar uiteindelijk is die wel de redding voor dit unieke gebied geweest.’
Landschap Noord-Holland heeft met financiële steun veel dichtgegroeide petgaten opengegraven. Vaak was de vegetatie van deze petgaten verzuurd of verdroogd. Nu zijn er weer mooie verlandingsvegetaties.
HET ILPERVELD
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
De geheime waterwereld bij amsterdam
amsterdam
Het Ilperveld, onderdeel van de EHS en Natura 2000,
is dertienhonderd hectare groot. Zeshonderd hectare
hiervan is eigendom van Landschap NoordHolland.
Het veld kent honderden slootjes en vele eilandjes.
Er komen stukjes veenhei met cranberry, dop, kraai
en struikheide voor. Het is rijk aan weide en rietvogels.
In de winter weten smienten en ganzen de weg naar dit
rustige gebied te vinden. Ook is het een belangrijke
habitat voor de Noordse woelmuis.
Petgaten
De natuur van het Ilperveld kwam in de belangstelling
toen het naastgelegen Twiske werd drooggelegd.
Op 13 juni 1950 werd de eerste aankoop gedaan in
wat later het grootste bezit van Landschap Noord
Holland zou worden. Voor het aanzien van het gebied
is de eeuwenlange winning van baggerturf, die tot
halverwege de twintigste eeuw duurde, bepalend
geweest. Boeren in het Ilperveld groeven petgaten,
schepten bagger uit sloten en legden die op een
leg akker te drogen. De petgaten zijn in de loop van
tijd dichtgegroeid, waardoor de bijzondere trilvenen
ontstonden. Om verlanding te stimuleren, zijn de
laatste jaren weer heel wat dichtgegroeide petgaten
opengemaakt. Daarbij heeft ook de waterkwaliteit zich
wonderbaarlijk snel hersteld.
Samenwerking
Rond 1980 heeft Landschap NoordHolland de laatste
vuilstort opgekocht. Het meeste vuil is nu weggezakt
in de zachte veenbodem. als gevolg daarvan bevatten
de sloten een dikke laag vieze bagger. Baggeren kon
daardoor niet meer en varen werd op veel plekken
moeilijk. Daarom wordt sinds 1998 door allerlei
organisaties aan de vuilstort en bagger gewerkt.
Om de van oorsprong grote aantallen vogels voor het
gebied te behouden, is Landschap NoordHolland een
unieke samenwerking met een agrariër aangegaan.
Met steun van de Europese unie en de provincie
NoordHolland heeft Landschap NoordHolland een
potstal gebouwd die de boer gebruikt voor zijn vlees
vee. als tegenprestatie begrazen zijn koeien delen
van het Ilperveld. De potstal levert ruige stalmest die
voor de weidevogelpercelen wordt gebruikt.
Op nog geen zes kilometer van het Centraal Station van Amsterdam ligt een uitgestrekt veenweidegebied waar je nog vaarboeren met hun koeien ziet varen. Het Ilperveld heeft een rijk ontwikkelde planten- en dierenwereld, waarin men, al rondvarend, de waan van de dag even achter zich kan laten. Dat is echter niet altijd zo geweest. Tot in de jaren tachtig werd op deze plek namelijk nog massaal vuil gestort.
Het Ilperveld ligt ten oosten van Landsmeer en is vrij toegankelijk over het water. Bootjes zijn te huur bij Bezoekerscentrum Ilperveld aan het Noordhollandsch Kanaal.
Landsmeer
Ilperveld
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
113HET SuccES VaN DE EHS
Karen Buitelaar, beheerder bezoekerscentrum‘Of het nu goed of slecht weer is, de Nieuwkoopse Plassen zijn altijd prachtig. Ik wil elke dag wel een foto nemen. Er is altijd weer iets nieuws dat je verrast. Nu zijn dat tientallen blauwe kiekendieven. Morgen kan het weer iets anders zijn.’
DE NIEuWKOOPSE PLaSSEN
Nieuwe kansen voor bedreigde vogels als de grote karekiet en bijzondere planten als de groenknolorchis (foto linksonder: Paul van Gaalen, foto middenboven en middenonder: Rene Koster, foto rechtsboven: Wim Kluvers, foto rechtsonder: Ronald Messemaker).
Het belang van schoon water
Nieuwkoopse Plassen, rijk en kwetsbaar.
GoudaDen Haag
alphen a/d Rijn
amstelveen
De Nieuwkoopse Plassen waren al populair bij de schilders van de Haagse School. Die waardeerden de afwisseling van meren, verlande stukken, rietvelden, bosjes en natte graslanden. De landschappelijke idylle bestaat nog steeds, maar er moet veel gebeuren om de natuurwaarden te verbeteren. Natuurmonumenten is daar hard mee bezig.
De Hollandse cultuurhistorie is rond Nieuwkoop
gestold tot een landschap van lintvormige dorpen,
ellenlange percelen en brede sloten dat zijn oorsprong
in de tijd van de veenwinning vindt. In deze omgeving,
midden in het Groene Hart, ligt het natuurgebied
Nieuwkoopse Plassen. In tegenstelling tot andere
laagveengebieden, zoals het Naardermeer, wordt het
geheel gevoed door regen en oppervlaktewater.
Dat maakt het meteen ook kwetsbaar, want water dat
je van elders aanvoert, is vaak vervuild. Daarom heeft
verbetering van de waterkwaliteit voor dit gebied
top prioriteit en dat vergt schipperen tussen tegen
gestelde belangen. Een laag waterpeil tast de funde
ring van de huizen aan, maar inlaat van vervuild water
is weer slecht voor de natuur. De oplossing ligt in een
combinatie van waterzuivering, verwerving en herstel
van de Meijegraslanden, alsmede verbeteringen in
de waterhuishouding.
Nieuwe verlanding
De afgelopen jaren is de waterkwaliteit in het gebied
al sterk verbeterd. Natuurmonumenten kan daarom
nieuwe petgaten graven en daarmee de verlanding
weer op gang brengen. Dit leidt tot het ontstaan van
rietlanden, waarvan bijzondere planten als de groen
knolorchis, het vleesetende klein blaasjeskuid en
blauwe knoop kunnen profiteren.
De Nieuwkoopse Plassen zijn rijk aan (ernstig)
bedreigde vogelsoorten. Ook hier hebben ze het
moeilijk, maar de voorgenomen verbeteringen komen
de kansen voor soorten als grote karekiet, zwarte stern
en roerdomp ten goede. Opvallend is de forse kolonie
purperreigers, die geldt als een van de grootste van
Nederland. Ook de flora is bijzonder: jonge verlandings
vegetatie als trilveen en vooral veenmosrietland komt
hier heel veel voor. Verwerving van de Meijegraslanden
– een nog ontbrekende schakel in de EHS – zal de
natuur nog robuuster maken.
Florerende recreatie-economie
De Nieuwkoopse Plassen krijgen veel bezoek van
wandelaars, fietsers, roeiers en kanovaarders die
allemaal van de aantrekkelijke natuur genieten. Ook
het bezoekerscentrum van Natuurmonumenten kent
flinke bezoekersaantallen. De lokale recreatieecono
mie floreert en heeft duidelijk baat bij versterking van
natuurwaarden. Voortdurende inzet van gemeente,
provincie, Dienst Landelijk Gebied, hoogheem raad
schap en Natuurmonumenten zorgt voor behoud en
ontwikkeling van de Nieuwkoopse Plassen.
Nieuwkoopse Plassen
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
Zuid-Holland Zeeland Noord-Brabant Limburg
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
117HET SuccES VaN DE EHS
Rudi Terlouw, regiohoofd Veenweiden van de Stichting Het Zuid-Hollands Landschap‘Het ZuidHollands Landschap werkt plezierig samen met agrariërs in de Krimpenerwaard. Door bij het verpachten van onze graslanden creatief maatwerk te bieden, gaan natuurbelangen en agrarische bedrijfsvoering hand in hand. De vraag is zelfs zo groot dat we met een wachtlijst moeten werken.’
Vanaf 1994 zijn soortenarme graslanden afgegraven. In de onderzoekplots verschenen bedreigde pioniers, waarvan sommige weer verdwenen. Sinds 2001 nemen overblijvende planten, zoals blonde zegge, teer guichelheil en glanzend veenmos, duidelijk toe.
DE KRIMPENERWaaRD
Het ZuidHollands Landschap beheert nu nog tientallen verspreid liggende natuurgebieden in de Krimpenerwaard. Door de realisatie van de EHS vormen deze parels straks een waardevolle keten. Het beheer kan dan beter worden afgestemd op de belangen van veenweidensoorten, zoals de grutto (foto rechtsboven en linksmidden: Idde Lammers, foto rechtsonder: Harry Fiolet).
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Natuur als bondgenoot in Krimpenerwaard
De Krimpenerwaard maakt onderdeel uit van het
Nationaal Landschap Groene Hart. Wie het gebied
doorkruist, begrijpt waarom. Het ‘eiland’ tussen
de Hollandsche IJssel, Vlist en Lek heeft alle karakte
ristieke kenmerken van een veenweide landschap:
een eindeloze reeks smalle graslanden, afgewisseld
met sloten, boezems, moerasjes, eendenkooien,
gerief bosjes, houtkades en lintbebouwing. uiteraard
ontbreken ook de knotwilgen niet. Met hun wortel
stelsel verstevigen zij de veengrond bij bruggetjes en
dammen langs de vele tiendwegen in de streek. Sinds
de mechanisatie van de landbouw, het gebruik van
kunstmest en het verlagen van de waterpeilen heeft de
Krimpenerwaard echter enorm aan kwaliteit ingeboet.
De realisatie van de EHS brengt hierin verandering.
Grutto, zwarte stern, ringslang, klokjesgentiaan en
ronde zonnedauw krijgen een tweede kans.
In de jaren negentig van de vorige eeuw werd al een
voortvarende start gemaakt met het verwerven en
herinrichten van landbouwgronden ten behoeve van
de natuur. Het ZuidHollands Landschap kreeg deze
gebieden in bezit en wist door een uitgekiend beheer
de teloorgang van de typische veenweidesoorten
een halt toe te roepen. Vooral door het plaggen van
graslanden zijn spectaculaire resultaten geboekt.
Dankzij het mozaïekbeheer bleef, anders dan elders
in het land, het aantal weidevogels redelijk stabiel.
Daarnaast was er veel aandacht voor het aanleggen
van recreatieve voorzieningen als wandelpaden en
vogelobservatieplekken. Het populaire fietsgebied
werd hierdoor ook voor wandelaars een stuk aantrek
kelijker. Ondanks deze successen onderging het
project een koerswijziging. De betrokken partijen
kwamen tot het gezamenlijke inzicht dat de EHS een
uitgelezen kans bood om maatschappelijke problemen
als bodem daling, klimaatverandering en duurzaam
waterbeheer op te lossen. Hiervoor was echter wel een
herverdeling tussen natuur en landbouw noodzakelijk.
Inmiddels hebben de noodzakelijke grondruilingen
plaatsgevonden en kan men het vizier weer op de
toekomst richten. Er moet immers nog zo’n 1.250
hectare EHS worden verworven. Nieuwe natuur, naar
een landschapsbeeld van honderd jaar geleden.
Een beeld van broedende tureluurs, kwakende kikkers
en grazende koeien in een toekomstbestendig veen
weidegebied.
Tussen Alblasserwaard en Reeuwijkse Plassen wordt gewerkt aan het grootste EHS-project in Zuid-Holland. Na afronding, naar verwachting in 2013, zal een vijfde deel van de Krimpenerwaard een natuurfunctie hebben. In totaal gaat het om 2.450 hectare. De helft is reeds gerealiseerd en wordt beheerd door de Stichting Het Zuid-Hollands Landschap.
De EHS loopt in de Krimpenerwaard als een groene ruggengraat van Gouda naar de alblasserwaard.
Krimpenerwaard
Gouda
alblasserdam
Schoonhoven
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
119HET SuccES VaN DE EHS
Barbara Bosma, beheerder Idahoeve van zorgbedrijf Bavo Europoort‘Mensen die jarenlang in instellingen hebben gezeten, bloeien hier weer op. De uitgestrekte natuur brengt hen tot rust en prikkelt tegelijkertijd. Een overvliegende valk, een dode haas in het riet. Ze raken weer geïnteresseerd in de omgeving. De natuur is echt gezondmakend.’
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
In 1985 kocht Natuurmonumenten het eerste stukje Tiengemeten, het laatste deel kwam eind 1996 in bezit.
TIENGEMETEN
Links: Van boerenland tot natte natuur, het concept van de EHS heeft het mogelijk gemaakt (foto: Martin van Lokven). Rechts: Rode ogentroost (foto: Dick Klees).
Impuls voor de deltanatuur
Tiengemeten
Zevenbergen
Rotterdam
Goeree Overflakkee
Het is al op meer plaatsen in het land aangetoond: als de inrichting van een natuurgebied eenmaal rond is, weten vogels de nieuwe plek snel te vinden. Tiengemeten – nu al een vogelparadijs – pept de gehele natuur van de delta in Zuidwest-Nederland op.
Het concept van de EHS heeft het mogelijk gemaakt
het eiland Tiengemeten om te vormen van boerenland
tot natte natuur. Voorheen was zoiets nauwelijks
bespreekbaar. Na de bouw van de Haringvlietsluizen
verdween de wisselwerking tussen zee en rivier en
daarmee het voortdurend veranderende landschap
van met geulen doorsneden slikken en gorzen. Dat
betekende een aanslag op de natuur, want de uit
gestrekte, kale slikken golden als eettafel voor vogels
als grutto’s, kluten, tureluurs, eenden en lepelaars.
Dankzij de aankoop van dit eiland in het Haringvliet
ontstond de kans deze oorspronkelijke situatie te
herstellen. Tweederde van Tiengemeten staat, mede
dankzij een nieuw gegraven kreek, nu weer bloot aan
de getijden. Het landschap omvat moerassen, plassen,
grasland, historische akkers en weidevogelland.
Sluizen moeten open
Voor een verdere ontwikkeling van het eiland als
natuurgebied is het noodzakelijk dat de sluizen in het
Haringvliet weer opengaan. De verwachting is dat ze
binnen enkele jaren op een kier worden gezet. Daar
mee verdwijnt een barrière voor trekvissen als de zalm.
Nu al broeden veel moerasvogels in de rietlanden
naast de slikken. Daarbij gaat het om algemene
soorten als kleine karekiet en bosrietzanger, maar ook
om tientallen paren van bedreigde vogels als blauw
borst en bruine kiekendief. Daarnaast is het gebied
populair bij spectaculaire (roof)vogels als zilverreigers,
lepelaars, zee en visarend. Ook weide en akker
vogels vinden er een plek.
Groei aantal bezoekers
Recreanten, die het eiland bezoeken, weten het enorm
waarderen. Bij aankomst met de veerpont brengen ze
meteen een bezoek aan het Landbouwmuseum, Rien
Poortvlietmuseum of het informatiecentrum van
Natuurmonumenten. Het aantal eilandbezoekers groeit
nog steeds, maar door een slimme inrichting gaan
recreatie en (kwetsbare) natuur hier prima samen. Het
hele eiland is toegankelijk, maar alleen de echte
doorzetters bereiken de ruige uithoeken.
De natuur heeft een heilzame werking op iedereen,
wat ook en in het bijzonder opgaat voor mensen met
psychische klachten die tijdelijk op zorgboerderij
Idahoeve wonen. Ze knappen hier doorgaans veel
sneller op dan in een reguliere instelling.
Tiengemeten
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
121HET SuccES VaN DE EHS
Peter de Koeijer, voorzitter ZLTO Zeeland‘We hebben in goede samenwerking met alle partijen een megaproject gerealiseerd. Waar overal tempo en realisatie onder druk staan, hebben we op SchouwenDuiveland naar ieders tevredenheid, ook van mijn achterban, deze klus geklaard. En dat tegen de achtergrond van gevoelige thema’s als ontpoldering en onteigening. Met een beetje hulp van de provincie Zeeland is ook voor de laatste vier bedrijven maatwerk geleverd.’
Kluut doet het goedDe kluut is een markante vogel in brakwater natuur-gebieden. De Oosterschelde is als EHS en Natura 2000-gebied voor deze soort erg belangrijk. In de Prunjepolder komen jaarlijks rond de vierhonderd paren tot broeden, oftewel ruim zes procent van de landelijke broedpopulatie. Zowel qua belang als qua aantal is de kluut een van de opvallendste broedvogels in het gebied.
De kluut heeft geprofiteerd van de EHS- uitbreiding (foto: Jan Duker/ktbc).
DE OOSTERScHELDE
Zicht op Zierikzee (foto: Ruben Smit).
De Oosterschelde is Europese topnatuur
MiddelburgBergen op Zoom
Hier, in de Zeeuwse delta, is op de plek van onrenda
bele landbouwgrond kwalitatief hoogwaardige natuur
ontstaan. Doordat brak kwelwater onder de dijk
door kwam, waren de akkers vaak te nat en te zout om
er goed te kunnen boeren. Voor veel bijzondere
planten en dieren zijn deze omstandigheden juist
ideaal. In nauw overleg met de agrarische sector is aan
de zuidkust van Schouwen in de afgelopen vijftien jaar
circa 850 hectare landbouwgrond omgevormd tot
waardevolle natuur. Niet alleen de planten en dieren
profiteren daarvan!
Van bieten naar kluten
In 1991 presenteerde de Zeeuwse milieufederatie het
Plan Tureluur, een groot natuurontwikkelingsproject
rondom de Oosterschelde. Om dat plan te realiseren,
zette diezelfde milieufederatie een bijzondere stap door
halverwege de jaren negentig, als eerste natuur
beschermingsorganisatie, voor het deelgebied
SchouwenOost een landinrichtingsproject aan te
vragen. Dat project kwam er en bijna vijftien jaar later
is, door een uniek samenspel van natuurbeschermers,
recreatieondernemers, overheden, agrariërs en andere
streekbewoners, een prachtig gebied ontstaan.
Zo is er in de Prunje, ten oosten van Serooskerke,
door de bovenlaag af te graven een open brakwater
landschap gecreëerd. Het gebied ligt nu zo’n anderhalf
tot twee meter beneden NaP. Het brakke water kan
er vrijelijk circuleren, zonder dat het in de aan grenzende
landbouwgebieden terecht komt en schade aanricht.
Het brakke water trekt duizenden vogels aan, zoals
lepelaars, tureluurs en kluten. Ook typisch Zeeuwse
planten als zeekraal voelen zich er thuis. Sommige delen
van het gebied worden beheerd als grasland, zodat er
ook foerageergelegenheid voor smienten en ganzen is.
Midden in het gebied staat een hoge uitkijktoren van
waaruit je een prachtig uitzicht hebt. Ook elders op
Schouwen is aan de recreant gedacht. Er is bijvoor
beeld een twintig kilometer lang fietspad aangelegd.
Dat pad bleek een schot in de roos: al toen de graaf
machines nog bezig waren, werd er volop gebruik
van gemaakt.
Veel van de natte gebieden in dit gebied maken deel
uit van de EHS. Samen zorgen ze ervoor dat de
Oosterschelde een gebied van internationale betekenis
is en blijft.
Rond de Oosterschelde liggen verscheidene natuurgebieden die je gezamenlijk als Europese topnatuur kunt omschrijven. Grote woorden, maar zeker waar.
Langs de zuidkust van Schouwen ligt een lang lint van natte natuurgebieden.
Oosterschelde
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
123HET SuccES VaN DE EHS
Ad RuijtenbergPrinsenhoeve Renesse
John Beijersbergen, bioloog en coördinator natuurontwikkeling van de provincie Zeeland‘We hebben veel contact. Ruijtenberg is heel goed bezig. Samen met drie andere particulieren willen we in dit prachtige binnenduin een soort Zwanenwater creëren.’
Ruim zeven kilometer raster is weggehaald op de Prinsenhoeve, waardoor ad Ruijtenberg samen met een buurman en Staatsbosbeheer een begrazingsgebied van ongeveer 160 hectare kon laten ontstaan (foto: Frans Kanters).
De PrinsenhoeveAd Ruijtenberg had de voormalige duinboerderij van vijfendertig hectare met camping jaren in pacht voor hij deze kon kopen. Toen de overheid het gebied een natuurbestemming gaf, dreigde onteigening. Na twee jaar onderhandelen werd de camping verplaatst. Ruijtenberg stopte met boeren. Hij heeft er gemengde gevoelens bij. ‘De natuur is erop vooruit gegaan, maar er komen nauwelijks mensen om ervan te genieten.’
DE PRINSENHOEVE
Samenwerken met overheid gaat nu heel goed
Haamstede
ad Ruijtenberg: ‘Met de Dienst Landelijk Gebied, nu
Dienst Regelingen, verloopt de samenwerking nu heel
goed. Jaren geleden echter moest ik alles zelf
uitzoeken. Ze wilden me niet eens vertellen welke
adviesbureaus konden helpen met de subsidie
aanvragen. Ik moest de formulieren maar invullen en
afwachten of het goed was. ‘Wij controleren alleen,’
kreeg ik te horen. Via de provincie Zeeland ontdekte
ik SBNL, een organisatie die helpt met natuurplannen.
Ik heb in allerlei besturen van provincie en waterschap
gezeten, dus ken de manier van denken. Maar zonder
hulp van de provincie was ik er niet uitgekomen.’
Ruijtenberg weet dat hij in een bijzonder gebied woont.
Binnenduinen van die omvang kent Nederland alleen
nog op Goeree. Dat biedt mogelijkheden. als de
andere particulieren instemmen, wil de provincie het
waterpeil verder verhogen, zodat een binnenmeer kan
ontstaan met de allure van het Zwanenwater in de
NoordHollandse duinen. Ruijtenberg heeft om zijn
huis al drainage aangelegd en aan de zuidkant een
wadi gegraven.
Natuurwinst
Nadat hij van camping en akkerbouw afscheid nam en
zijn vijfendertig hectare een natuurbestemming kreeg,
heeft de eigenaar van alles gedaan. ‘Ruim 35.000
kubieke meter teelaarde hebben we van de oude
akkers afgegraven, tot we uitkwamen op het zand.
Om de bodem te laten verschralen maaien we
tweemaal per jaar. We verwachten dat hierdoor de
zeldzame parnassia op het terrein zal gaan groeien.
Ook hebben we zeven poelen met glooiende oevers
gegraven. Daar zie je al vele watervogels, waaronder
de grote en kleine zilverreiger.’ Het grootste project
betrof het vormen, samen met de buren, van een
begrazings gebied van 160 hectare. ‘We hebben ruim
zeven kilo meter raster weggehaald. Een boer uit de
omgeving laat er Herefordvleesrunderen grazen. Om
weglopen te voorkomen, hebben we een kleine drie
kilometer nieuw raster teruggeplaatst.’
Het werk heeft effect. ‘We zien een terugkeer van
Rode Lijstsoorten als heidekikker, levendbarende
hagedis, rugstreeppad en de vleeskleurige orchis. We
zien weer hazen en patrijzen. De veldleeuwerik is terug,
evenals rans en kerkuilen. Jaarlijks doen we mee met
de tiendaagse Kunst schouw. Dan komen er honderden
mensen kijken naar de beelden in het landschap en de
schilderijen in de schuur. De mooie omgeving is een
extra attractie waarvan ze kunnen genieten.’
Ten westen van Renesse met al zijn bungalows en campings ligt, bij wijze van contrast, een enorm binnenduin, waar vrijwel niemand komt.
‘Jaren geleden moest ik alles zelf uitzoeken. Ik heb de omslag meegemaakt. Nu krijgt particulier natuurbeheer veel hulp,’ ervaart Ad Ruijtenberg van de Prinsenhoeve in Renesse.
Renesse
Prinsenhoeve
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
125HET SuccES VaN DE EHS
Jan Brabers en Lex Querelle, beheerders‘Plan Lobelia is een enorm succes. Van intensieve landbouw naar het toppunt van natuurontwikkeling. Geen plan komt rond zonder grond. De kunst is dan om de verkoper met een goed zakelijk voorstel te overtuigen. Maar net zo belangrijk is het om hem enthousiast te maken voor de realisatie van de EHS.’
LaNDGOED HuIS TER HEIDE
Genieten van een hersteld landschap. Met rechts een sperwer en daaronder de zeer zeldzame waterlobelia (foto’s rechtsboven en linksonder: Eric Bergmeester, foto rechtsmidden: andre Kiezebrink, foto rechtsonder: KINa christophe Brochard).
De terugkeer van de waterlobelia
Een natuurbrug verbindt straks Huis ter Heide met de Loonse en Drunense Duinen.
Den Bosch
BredaTilburg
Loonse en Drunense Duinen
De Biesbosch
Ooit was het Leikeven de rijkste groeiplaats van
waterlobelia in Nederland. Verdroging, verzuring,
bemesting, een bekend maar funest rijtje aanslagen,
deden het plantje de das om. Nu is het echter terug,
samen met moerasplanten als vetblad, zonnedauw
en moeraswolfsklauw.
Landgoed Huis ter Heide ligt bij Tilburg, tegen de
Efteling aan. Vroeger was het een veengebied met her
een der een zandkop. Die situatie valt niet meer te
herstellen. Wel kan de afwisseling van natte en droge
natuur op de zandgronden worden terug gebracht. Die
combinatie zorgt voor een variëteit aan biotopen en dat
is gunstig voor de biodiversiteit. Natuurmonumenten
heeft de twee nog aanwezige vennen hersteld en
zo’n vijfentwintig oude vennen uitgegraven. Daarbij
verwijderde men veel mineralenrijke landbouwgrond.
Een groot deel van het landgoedbos evolueert lang
zaam tot natuurlijk bos. De aanwijzing als EHSgebied
heeft het gemakkelijker gemaakt de gronden aan te
kopen welke nodig zijn om effectief de verdroging aan
te pakken.
Natuurmonumenten werkt in dit project samen met
partners als gemeenten, waterschap, bedrijven en
particuliere eigenaren, zoals de Efteling. Een bedrijf uit
de omgeving sponsort de verbetering van de water
huishouding en de aanleg van nieuwe wandelroutes.
Dit deel van Brabant kenmerkt zich door een rijkdom
aan mooie natuur op zandgronden. Het bekendst zijn
natuurlijk de Loonse en Drunense Duinen, onderdeel
van het gelijknamige Nationaal Park. Verder liggen in
de regio nog het Loonse Land, de Kraanvense Wissel
en De Brand. Samen met andere terrein beheerders
streeft Natuurmonumenten ernaar deze gebieden
met elkaar te verbinden. Hierdoor ontstaat vijfduizend
hectare aaneengesloten natuurgebied met stuif zanden,
heidevelden, vennen, moerassen en bossen. Zo’n
netwerk biedt diersoorten als de bedreigde boom
kikker een groter leefgebied. Dankzij de fauna
passages hebben dassen Huis ter Heide inmiddels
weten te vinden. Momenteel is de provincie bezig met
een natuurbrug over de snelweg die van Waalwijk naar
Tilburg loopt. als die klaar is, kunnen dieren van het
landgoed naar de Loonse en Drunense Duinen
migreren en omgekeerd. Tegelijkertijd werkt de ge
meente Tilburg aan een betere aan sluiting op De
Rekken. Zo lukt het om ook in het drukke Midden
Brabant natuurgebieden met elkaar te verbinden.
Toen Natuurmonumenten landgoed Huis ter Heide aankocht, bestond dit vooral uit landbouwgronden en productiebos. Onder de naam Plan Lobelia werd een grootschalige omvorming van het gebied ingezet. Nog voordat deze klaar is, keren er al verrassend veel plant- en diersoorten terug, waaronder de naamgever van het plan, de zeer zeldzame waterlobelia.
Landgoed Huis ter Heide
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
127HET SuccES VaN DE EHS
Caroline en Floris van der Lande-VogelsLandgoed De Hoevens in alphen (NB)
Wim de Jong, buurman en beheerder van het Brabants Landschap‘Een van de mooiste plekjes is de Wouwer, een oude drinkkuil voor het vee annex brandkuil voor bluswater. Vanaf de bolle akker kijk je via het beekdal op de elf meter hoger gelegen Regte Heide. Dankzij de beuken en houtwallen waan je je hier in de Middeleeuwen.’
Landgoed De HoevensAl in de vroege Middeleeuwen stonden hier boerderijen die behoorden tot het bezit van de abdij van Tongerlo. Een kruisridder schonk het landgoed aan de abdij van Echternach om zijn zonden af te kopen. De huidige eigenaresse, Caroline Van der Lande-Vogels, is kleindochter van de wollenstoffenfabrikant H. Blomjous uit Tilburg die het landgoed in 1919 kocht. Caroline en haar man Floris van der Lande namen het in 1990 over en wonen er met hun vier kinderen.
Zes kilometer houtwal is teruggebracht en nieuwe lanen zijn aangelegd. Negentig hectare landbouwgrond is omgevormd tot natuur. Graslanden langs het beekje de Oude Leij zijn afgegraven. Het aantal poelen is uitgebreid van één naar vijfentwintig (foto’s: Federatie Particulier Grondbezit).
LaNDGOED DE HOEVENS
Het is een schilderij dat nooit af is
alphen
BaarleNassau
Goirle
Sinds 1994 biedt extensieve recreatie, in de vorm van een
natuurkampeerterrein en zes blokhutten, het land goed
een nieuwe inkomstenbron. In 2005 volgde de verbou
wing van een monumentale Vlaamse schuur tot vijfsterren
groepsaccommodatie en vergaderruimte. We bieden op
natuurbeleving gerichte activiteiten aan, zoals natuur
fotografie, coaching met IJslandse paarden, diverse
thema wandelingen, kookworkshops met streek
producten, yoga in het jachthuis en een dag op pad met
de schaapherder. Vaak helpen bezoekers een dagdeel
mee met het landschapsonderhoud. Volgend jaar gaan
we de oude Janshoeve duurzaam verbouwen tot tweede
vergaderlocatie annex vakantiewoning. Nee, voor een
pannenkoekenhuis of een golfbaan leent dit kleinschalige
landschap zich niet,’ zegt Floris van de Lande beslist.
Naast extensieve recreatie is natuurontwikkeling belang
rijk geworden. ‘Het beheer van dit landgoed is als het
werken aan een schilderij dat nooit af is. De eerste
resultaten zijn de terugkeer van Rode Lijst soorten als
moeraswolfsklauw en zonnedauw.’ ‘Met de Stichting
Korensla herintroduceren we oude graanrassen en
bijzondere akkeronkruiden. Daarmee bevorderen we
agrobiodiversiteit. We telen de zeldzame SintJansrogge,
huttentut en zwarte haver. Verder helpen we met de
ontwikkeling van de fauna. Zo krijgt de her introductie van
de korhoen weer een kans.’
Samenwerking
Op De Hoevens komen veel lijnen samen. Met het
Brabants Landschap werken we op het landgoed aan
natuur beheer en extensieve recreatie. Boeren snoeien
hout wallen voor het hakhout. Biologische boeren laten
hun jongvee op de natuurgraslanden grazen. Met vier
aangrenzende landgoederen ontwikkelen we een
gebiedsplan voor natuur, landschap, cultuurhistorie, rood
voor groen en recreatie. Met het Louis Bolk instituut
onderzoeken we of biologische gerst voor de productie
van streekbier kan worden verbouwd. De Hoevens werkt
sinds kort ook samen met de zorgsector: verstandelijk
gehandicapten krijgen er dagbesteding op maat. Een
kudde Kempische heideschapen wordt ingezet voor
natuurbegrazing. ‘Zonder EHSgeld hadden we de
huidige natuur en landschapswaarden niet kunnen
realiseren. uit bedrijfseconomische overwegingen waren
we dan een intensief akkerbouwbedrijf gebleven, inclusief
de daarbij horende kunstmest en bestrijdingsmiddelen.
Met het EHSgeld hebben we de omschakeling kunnen
maken en kunnen komen tot een duurzaam beheerd
landgoed.’
Floris van de Lande: ‘Op de plek van een intensief akker- en veeteeltbedrijf creëren we geleidelijk een landgoed dat gericht is op natuur in de oorspronkelijke staat. Melkbedrijf en intensieve akkerbouw werden beëindigd.’
Landgoed De Hoevens ligt bij de Belgische grens en telt 190 hectare houtwallen, bos, lanen, oude akkers, natuurgrasland, heide, poelen en een beek.
Landgoed De Hoevens
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
129HET SuccES VaN DE EHS
Hans Schep, districtsbeheerder ‘West’ van Brabants Landschap‘Geboren als boerenzoon kwam ik zo’n twintig jaar geleden op de Pannenhoef wonen. De woonkeuze was vooral bedoeld om bovenop het werk te kunnen zitten. Want het pad dat natuurontwikkelingsprojecten moeten doorlopen is lang en kronkelig. Maar als ze eenmaal zijn uitgevoerd is de voldoening groot.’
WESTBRaBaNTSE PEEL
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Op de Pannenhoef zijn vennen die in de eer-ste helft van de twintigste eeuw verdwenen, vanaf 1995 weer tot leven gewekt.
Links: Het in 2009 aangelegde Groot Geertven met opstijgende kieviten. De herstelde vennen op de Pannenhoef worden op zowel de voor als najaarstrek aangedaan door steltlopers als kievit, tureluur, bos en groenpootruiter. Rechts: Paarden vinden verkoeling in een ‘nieuw’ ven (foto linksboven: Harry Fiolet, overige foto’s: Bart Pötzgen).
Hier lag eens een WestBrabantse Peel
Breda
Roosendaal
Op de Pannenhoef ontwikkelde zich moerasheide waar
weinigen een bestaan wisten op te bouwen. Vanaf
1800 begon vanuit het centrum van het gebied
de kleinschalige ontginning van heide tot cultuurgrond
en bos. Van 1900 tot 1940 verhevigde de ontginnings
intensiteit. In het kader van de werkverschaffing
werden de laagste delen opgehoogd met zand van
hoge koppen.
Toen Brabants Landschap dit landgoed in 1970
aankocht was er nog maar één ven over: het sterk
verzuurde Padvindersven. Dit ven is herhaaldelijk
‘bekalkt’ om de zuurgraad te verlagen, hetgeen leidde
tot herstel van de heikikkerpopulatie. De heide
restanten rond het ven worden al bijna dertig jaar
stukje bij beetje geplagd; de droge heide machinaal,
de natte handmatig. Bijzondere planten die hier
positief op reageren zijn beenbreek, klokjesgentiaan,
ronde en kleine zonnedauw.
Groots natuurherstel
Vanaf 1995 werden steeds meer cultuurgronden in het
dal van de Bijloop en elders verworven en ontpacht en
kon pas écht werk worden gemaakt van natuurherstel.
Met name de restauratie van door ontginning ‘verdwenen’
vennen nam een hoge vlucht die nog altijd voortduurt.
Venrestauratie gebeurt zeer zorgvuldig, zowel tijdens
de voorbereiding als in de uitvoerings fase. Met piketten
worden allereerst de contouren van het voormalige
ven nauwkeurig uitgezet. Daarna verwijderen graaf
machines in luttele weken het in de jaren dertig met
kruiwagens aangevoerde zand tot op de oorspronke
lijke venbodem, die, dankzij de ‘primitieve’ ontginning,
destijds gelukkig niet is doorbroken. Zoveel mogelijk
volgt men daarbij het oude reliëf. Met de afgegraven
grond worden de oude drainagesloten gedempt en de
oude zandkoppen, in de jaren dertig vergraven voor
het dempen van de vennen, weer opgeworpen. De
vennen raken vanzelf gevuld met regenwater en in de
meeste gevallen ook met lokaal kwelwater van een
uitstekende kwaliteit. Vervolgens is het wachten op het
ontkiemen van plantenzaden die al vele tientallen jaren
in de bodem liggen te wachten. De resultaten zijn tot
dusver verbluffend en overtreffen de stoutste
verwachtingen keer op keer.
Van de veertiende tot de zeventiende eeuw werd in dit deel van Brabant de hele laag hoogveen – die overigens lang niet zo dik was als in de Peel – afgegraven. Voor de afvoer van turf naar Roosendaal, Leur en Breda werden turfvaarten gegraven, zoals, in 1620, de Turfvaart. Na het weggraven van het veen tot op de zandondergrond werd het gebied aan zijn lot overgelaten.
De Pannenhoef ligt tussen Rijsbergen en Ruc phen. aan de rand van het gebied liggen vier parkeerplaatsen. Hier staan ook in formatie panelen. Er zijn drie wandelroutes, een ruiterroute en bij het ven de Flesch ligt een vogelkijkhut.
Rijsbergen
RucphenDe Pannenhoef
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
131HET SuccES VaN DE EHS
Heerenven van Stichting het Limburgs Landschap: mede dankzij het EHSbeleid is tussen 1999 en 2009 dit ruim honderd hectare grote moeras/vennengebied in Nationaal Park De Maasduinen hersteld. Het ligt op de oostoever van de Maas in NoordLimburg.(foto’s: Stichting het Limburgs Landschap).
Herman Rothoff uit Well werkt bij de aannemer die het graafwerk van het moeras heeft uitgevoerd‘Sinds 2003 ben ik door dit project verslingerd geraakt aan het kijken naar vogels. Mijn mooiste ontdekking is een groep van 73 kraanvogels die hier aan de grond kwam om in het moeras te overnachten.’
NaTIONaaL PaRK DE MaaSDuINEN
Toename van aantal bedreigde plantensoorten tussen 2000 en 2006.
Vanuit diverse verblijfsaccommodaties zoals hotels, huisjesparken, bed & breakfast en (mini) campings in de omgeving wordt volop gefietst en genoten van de EHS.
Blauwborst broedvogel (in aantallen)
Ontwikkeling grauwe klauwier Drentsche Aa (aantallen broedparen)
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008 20090
5
10
15
20
25
1988 1992 1996 2000 2004 2008
1990 1994 1998 2002 2006 2009
0
20
40
60
80
0
500
1000
1500
2000
2500Geschat areaal mosselbanken Waddenzee (aantal ha)
Aankoopgeschiedenis Mantingerveld (aantal ha in bezit van NM) Aantal broedparen purperreiger
1990 1994 1998 2002 2006 2009
Aantal nesten lepelaar
Uitbreiding natuurareaal Schokland (in ha)
Aantal vennen op Landgoed de Pannenhoef Toename van aantal bedreigde plantensoorten
1995 2000 2005 2009
1970 1980 1990 2000 2010
De graspieper en de wulp in Doldersummerveld Getelde aantallen van het veenhooibeestje
100
200
300
400
500
1990 1995 1998 1999 2001 2007 2009024681012
0102030405060
Ontwikkeling buitendijkse gebied (in ha)
1994 1995 2000 2005 2010
2002 2003 2004 2005 2006 2007 2008
1998 2000 2002 2004 2006 2008 2010
2000 2003 2006
0
1000
2000
3000
4000
5000
0
3
6
9
12
15
0
100
200
300
400
500
1921 1940 1960 1980 2000 20080
200
400
600
800
1000
1985 1990 19960
400
800
1200
0
10
20
30
40
50
Aankoopgeschiedenis Wisselse Veen (aantal ha)
1988 1992 1994 2002 2008 2009
Aantal watervoerende petgaten Aantal plantensoorten van Rode Lijst in nieuw schraalland
1994 1997 1999 2001 2004 2007 2010 1997 2003 2007 2008 200930
40
50
60
70
80
-24,1777 mm
Aankoopgeschiedenis Veluwemeerkust (aantal ha)
0
50
100
150
200
250
1975 2002 20090
2
4
6
8
0102030405060
0
5
10
15
20
25
Aankoopgeschiedenis Tiengemeten (aantal ha in bezit van Natuurmonumenten)
Moeras terug in Nationaal Park De Maasduinen
Nijmegen
Venlo
als onderdeel van het Nationaal Park De Maasduinen
vormde men tussen 1999 en 2009 ruim honderd
hectare landbouwgrond bij de Hamert om tot moeras.
De voedselrijke bouwvoor werd tot maximaal een halve
meter afgevoerd en er zijn sloten gedempt. Daarmee is
een flink deel van het Heerenven, het oorspronkelijke
veenmoeras dat hier lag, in ere hersteld. Het moeras
ligt ingeklemd tussen de meer dan vijftien meter hoge
rivierstuifduinen van De Maas duinen en een oude
rivierafzetting van zand en grind van een Rijnterras.
Door de slechte afwatering vormde zich hier in de loop
van duizenden jaren laagveen, berkenbroekbos en
natte heide. Honderd jaar geleden werd het veen
afgegraven en het gebied ontgonnen. Vanaf de jaren
zestig, na een ruilverkaveling, werd het gebied verder
ontwaterd en was zelfs akkerbouw mogelijk.
Geweldig uitzicht
Het herboren Heerenven werkt in voor en najaar als
een magneet op doortrekkende vogels. Vooral
steltlopers, sterns en ganzen weten het gebied te
waarderen. Ook worden er vrijwel jaarlijks pleisterende
kraanvogels gemeld. De talrijke amfibieën vormen in
de zomer een aantrekkelijke voedselbron voor onder
meer kleine en grote zilverreiger en zwarte ooievaar.
Daarnaast is het gebied rijk aan insecten en kent een
grote variatie aan libellen, sprinkhanen en dagvlinders.
Om die reden wil er langs de rand van het moeras
wel eens een paartje grauwe klauwier nestelen.
Het moeras wordt gevoed door regen en grondwater.
In de nazomer valt het gedeeltelijk droog. In en langs
de rand van het water groeien tal van bijzondere
planten, waaronder de sierlijke witte waterranonkel.
Via watervogels zijn in het gebied ook zeldzame
rivieroeverpioniers als slijkgroen en klein glaskroos
beland.
Vanaf het hoger gelegen Rijnterras of De Maasduinen
hebben wandelaars, ruiters en fietsers een fenomenaal
uitzicht over het Heerenven. Vanwege de grote waarde
voor de vogels is het moeras zelf niet toegankelijk. Wel
loopt er een weg doorheen waarlangs een geschikt
observatiepunt voor vogelaars ligt. Het Nationaal Park
wordt jaarlijks bezocht door honderdduizenden
bezoekers, waaronder veel Duitsers. Zodoende is het
van groot belang voor de regionale economie.
Eind jaren vijftig dreigde Landgoed de Hamert, gelegen op de oostoever van de Maas in Noord-Limburg, te worden ontgonnen. Na een spannende veiling kon Stichting het Limburgs Landschap dit gebied veilig stellen. Daarna is gewerkt aan een gestage uitbreiding, hetgeen resulteerde in de vorming van het 4.200 hectare grote Nationaal Park De Maasduinen.
Op de oostoever van de Maas, langs de N271, ligt het pannenkoekenhuis ‘Jachthut Op den Hamer’. Hier is parkeergelegenheid en starten diverse wandelroutes.
Venray
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
133HET SuccES VaN DE EHS
Aandacht voor de knoflookpadIn de Meinweg komt tweederde van alle Nederlandse amfibieën en reptielen voor. Daarmee is het een van de topnatuurgebieden in ons land. Zelfs de sterk bedreigde knoflookpad is er nog te vinden. Maar door verdroging en verzuring heeft het beestje het moeilijk. Staatsbosbeheer doet er alles aan om het leefgebied voor de knoflookpad aantrekkelijker te maken.
Gedeputeerde Ger Driessen ‘De Meinweg is een uniek gebied in Limburg, met een grote verscheidenheid aan landschapstypen en natuur waarden. Ik vind het belangrijk dat dit gebied wordt behouden en versterkt. Ook vanwege de uitwisseling van soorten als de bever en (straks) het edelhert. Ten behoeve van het verbinden van natuurgebieden gaan we samenwerken met onze Duitse buren in het Grenspark MaasSwalmNette, waarvan de Meinweg deel uitmaakt.’
Knoflookpad (foto: Ruben Smit).
DE MEINWEG
De Meinweg kent een breed scala aan landschapstypen, waaronder slingerende beken (foto: Staatsbosbeheer).
Grensoverschrijdende natuur
EindhovenVenlo
Roermond
Door de verbinding tussen de Meinweg en aangrenzen
de Duitse natuurterreinen ontstond het grensover
stijgende natuurgebied MaasSwalmNette: dertien
duizend hectare groen in een regio waar meer dan tien
miljoen mensen wonen. Het is daarmee niet alleen heel
belangrijk voor allerlei zeldzame planten en dieren,
zoals de knoflookpad, maar ook voor recreanten en
ondernemers.
Grensoverschrijdend genieten
De provincie Limburg zag al vroeg in dat de Meinweg
een cruciale rol speelt bij de verbinding tussen de
Nederlandse en Duitse natuurgebieden. In goed
overleg met de landbouwsector heeft men uiteindelijk
een robuuste gordel van groen gecreëerd. Op de lange
termijn is daardoor een koppeling mogelijk tussen
Oostvaardersplassen, Veluwe, Gelderse Poort,
ardennen en Eiffel. Grote hoefdieren, zoals edelherten
en wilde zwijnen, krijgen zodoende steeds meer
mogelijkheden om van het ene naar het andere gebied
te trekken. Ook minder ‘zichtbare’ dieren en planten
profiteren hiervan.
De Meinweg bestaat uit heide, bos en beekdalen
en staat als kerngebied in de EHS bekend om zijn
amfibieën en reptielen. Zeldzame soorten als kamsala
mander, adder, zand hagedis, heikikker en gladde slang
komen er nog in gezonde populaties voor. Ook kun je
er in het voorjaar de trillende zang van de nachtzwaluw
horen. In 1994 werd het gebied onder meer voor deze
soort aan gewezen als Vogel richtlijn gebied.
Tom Bade onderzocht welke economische waarde
de natuurlijke rijkdom heeft. Volgens Bade heeft het
bedrijfsleven veel baat bij de aanwezigheid van natuur.
Hij becijferde dat er circa 2.700 banen direct met het
natuurgebied zijn verbonden. Bijvoorbeeld voor
recreatieondernemers is de natuur, alleen al als ‘decor’,
voor hun klanten onmisbaar.
Indien men rekening houdt met de belangen van beide
kunnen natuur en recreatie prima samengaan.
Wel zijn er, zoals Bade opmerkt, grenzen aan de
draagkracht van de natuur. Duurzame economische
ontwikkeling is en blijft mogelijk, maar de natuur
moet dan wel de ruimte krijgen. De realisatie van de
Europese EHS is daarbij van groot belang.
Nationaal Park Meinweg, gelegen ten oosten van Roermond, is misschien wel het belangrijkste natuurgebied van Nederland. Met zijn 1.600 hectare is het namelijk dé verbindende schakel tussen grote natuurgebieden in ons land en die in het westen van Duitsland.
De Meinweg, deel van een veel omvangrijk NederlandsDuits natuurgebied.
Meinweg
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents
135HET SuccES VaN DE EHS
Colofon
Teksten
De 12 Landschappen: christien Janson et al.
Federatie Particulier Grondbezit: Hans Kamerbeek
Natuurmonumenten: Robbert Hijdra (idee en inleidende hoofdstukken), Tom den Boer et al.
Staatsbosbeheer: aaldrik Pot
English Editors: Kirsti Nordheim & Jaap Rodenburg
Samenstelling en redactie
Hank Bartelink, Jelka Both, Dorit Bouwman, Onno Groustra, christien Janson, Tijs Kierkels,
Janneke van Montfoort, Jaap Rodenburg, JanPaul Rosenberg, Ron van Woudenberg
Eindredactie
Dorit Bouwman, JanPaul Rosenberg
Art direction, ontwerp en productie
Frissewind visuele_communicatie, amsterdam
Fotografie
De foto’s in dit boek zijn gemaakt en aangeleverd door verschillende fotografen en organisaties. Bij de inleidende hoofdstukken werd
gefotografeerd door o.a. alje Zandt, Ferry Siemensma, Martin van Lokven, Paul van Gaalen, Wim Kluvers, Rene Koster, Martin Stevens.
Foto’s op pagina’s 24/25, 46/47, 68/69 en 90/91: Don Wijns. Bij de overige foto’s staat, indien bekend, de bron vermeld.
Drukwerk
Drukkerij Grafinoord b.v., assendelft
‘Publiek Geheim, het succes van de EHS’ is een publicatie van Nationaal Groenfonds, Natuurmonumenten, De 12 Landschappen, Federatie
Particulier Grondbezit en Staatsbosbeheer. Het boek is geïnspireerd op eerdere uitgaven van Publiek Geheim. Het concept van deze serie is
ontwikkeld door Frissewind visuele_communicatie, amsterdam.
De teksten uit deze uitgave mogen, met uitdrukkelijke bronvermelding, door derden worden gebruikt voor nietcommerciële doeleinden.
De beelden uit deze uitgave mogen niet worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand of openbaar gemaakt,
in enige vorm of op enigerlei wijze hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopie of op enig andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke
toestemming van genoemde partijen en/of overige rechthebbenden.
ISBN: 9789080441767
Mei 2010
Deze uitgave is met de grootst mogelijke zorg samengesteld. De samenstellers hebben getracht alle rechthebbenden van het beeldmateriaal
te achterhalen. Mochten personen of instanties desondanks van mening zijn dat rechten niet zijn gehonoreerd, kunnen zij zich wenden tot
Nationaal Groenfonds.
www.de12landschappen.nl www.grondbezit.nlwww.nationaalgroenfonds.nlwww.natuurmonumenten.nlwww.staatsbosbeheer.nl
Terug naar inhoudsopgave Back to table of contents