I N H O U D V A N D I T N U M M E R
- Van de redaktie 124.
* UIT HEDEN EN VERLEDEN VAN KINROOI
-
Uit een bijzonder zwarte tijd... "Het zwarte boekje" 125.
- Een domein weer in de aktualiteit: WALBORG - Een kasteelruïne en
zijn laatste bewoners 130.
-
Molenbeerselse berichten uit de eerste wereldoorlog (vervolg) 138.
-
Meditatie van een lijnvisser 142.
-
Pelgrimstocht van Kinrooi naar Rome anno 1787 145.
-
Familiekroniek Kraewinkels 146.
-
Molenrecht te Kessenich 148.
- Van meer dan een halve eeuw gel éden.. Geplogenheden bij overlijden
en begrafenis 150.
-
Kurieus... (Bidprentje van Peter Silkens) 152.
- Perikelen op en
rond de tram Maaseik-Weert (vervolg en slot) 153.
-
Jaak Boonen (1875-1944) 157.
-
"Drie mensen" (gedicht) 158.
-
Bij wat romantische muziek (vervolg) 159.
* WAAT MAAG PET IN GODSHIERENAAM BETEIKENE ?
-
Euver boumspek en mörge pèère... 163.
a AANWINSTEN HEEMBIBLIOTHEEK 165.
*
NIEUWE PUBLIKATIES ^7.
« VRAAG- EN ANTWOORDRUBRIEK 170.
-
86/02 Naamgeving waterplassen Maas (vraag) 170.
-
86/03 Santiago De Compostela (vraag) 170.
*
TENTOONSTELLINGEN 171.
*
KONGRESSEN - JAARVERGADERINGEN - STUDIEDAGEN 173.
*
KRINGWERKING 175.
-
Verslag van de 48ste ledenvergadering van vrijdag 11 april 1986 175.
*
UIT ONZE LEDENFAMILIE 176.
*
MUSEUMNIEUWS 177.
- Officiële opening
"Molenmuseum Molenbeersel" en eerste aktiviteiten 177.
» KOMENDE AKTIVITEITEN VAN ONZE KRING 178.
-
Uitnodiging 49e ledenvergadering op vrijdag 20 juni 1986 178. - Uitnodiging vergadering "Kieke nao vreuger" op dinsdag 26 augustus 1986 178. - Uitnodiging werkbezoek aan St.-Truiden, Kolen en Zoutleeuw, 23 augustus 178.
AANSTAANDE VRIJDAG 20 JUNI OM 20.00 UUR: LAATSTE LEDENVERGADERING VOOR
DE VAKANTIE IN "BUURTHUIS HEES" AAN DE SCHOOLSTRAAT TE HEES-KESSENICH!
UW UITNODIGING EN DE AGENDA VOOR DEZE BIJEENKOMST IS AFGEDRUKT OP BLAD-
ZIJDE 178 IN DIT NUMMER. LEES EERST BLADZIJDE 178 !!! ARCHIVARIS PETER ROOST KOMT SPREKEN OVER ONZE BUURGEMEENTE THORN !
Uit heden en verleden van Kinrooi
UIT EEN BIJZONDERE ZWARTE TIJD.,
H E T Z W A R T E B O E K J E . . .
Van Mevrouw Mia Rutten-Greefkens, zijn enige
dochter, kregen wij inzage van de luttele
"persoonlijke bezittingen", zoals men dat in het
gevangeniswezen pleegt te noemen, haar en haar
man bezorgd nadat vader in de gevangenis te
Brussel was gestorven. Niet veel natuurlijk; in hoofdzaak enkele aandoenlijke papieren.
Pieter Greefkens °
24.11.1861 + 15.08.1941
Over hulp aan geallieerde piloten tussen 1940
en 1944 heeft Jozef Bussels een boek laten
verschijnen in 1981.
Het heet "De doodstraf als risico" en uit de
inhoud, die gans Limburg be-r strijkt, blijkt
maar al te zeer hoe waar dit was ..
Het .Geistinger "geval", met als hoofd-
figuren pastoor Alfons Overman en Pieter
Greefkens wordt behandeld blz.
23-33. (1)
Het lijkt goed dat er studies en boeken verschijnen rond de veelal tragische
gebeurtenissen tijdens en na de oorlog:
steeds meer verdwijnen er kroongetuigen en
"mensen die het meemaakten" en de
geschiedenis van de oorlog tegen de vijand,
later de bezetter, is in honderden details nog
onvolledig of ver- vervrongen weergegeven..
Het blijkt overduidelijk uit wat men nu op
touw zet : verhalen over Oost-fronters, het
verzet, terreur in Limburg, televisiereeksen
van ene De Wilde en anderen ..
Om dan nog niet te spreken van de triestige tijd : die van een soms regelrechte
burgeroorlog in 1944-1946 en nog later ..
KAN DE GESCHIEDENIS NU OF ZELFS OOIT
GESCHREVEN WORDEN ?
Het zal wel altijd een "kleur" hebben en het is
ook uiterst moeilijk de verschillende brokjes
van de puzzel bijeen te brengen. Dit is waar
voor lang gèleden, wat dan toch een
afgesloten periode heet : denk aan de
bokkerijders. Het is, zelfs met nog heel wat
getuigen bij de hand, misschien nog
moeilijker voor wat een veertigtal jaren geleden is
Dan zijn er immers remmen : begin van
legendevorming; eerzucht van mensen die er
belangrijker uit willen komen dan het was.. ;
overgeërfde atavismen; misschien levende
verwijten..
Dit alles om u voor nu en voor het vervolg
met deze soort geschiedenissen te
waarschuwen !
In afwachting -zo hopen wij toch- dat ooit
"waarheid" bovendrijft en ook geschreven
wordt (maar dan vooral aan de hand van echte "bewijzen") mag en moet verzameld
rond "het geval " Overman-
125.
Greefkens; pastoor Spitz; Theo Brouns en zo
heel wat meer nog. Op bijzonderheden gaan
wij nu en hier niet in ...
PIETER GREEFKENS
Pieter Greefkens is in duitse gevangenschap
bezweken ®p 15 augustus 194T. Na een
gevangenschap van veertig dagen en de
terdoodveroordeling op 9 augustus (samen
met de pastoor die op 13 november werd
vrijgelaten).
PIETER GREEFKES (2)
Pieter waas in Amerika gewéès, woe ze mét van
diej mesjiene wirke; zeöbbe dao ouch houte
kirke en driej kier zoe dikke birke en e
soort van buffel-véès . .
Pieter zach tét en wèè lachdje és ter kaldje
van veugelkeszact, van boumbókse, troet
oppedaot met polfer: dèt kan gei kwaot..
Détter looch, waas waat wéé dachte..
Pieter looch neet, wiste we later..
Héè haaj wirkelik veul gezeen veur der mét
tant Bil wól zeen die gare verkocht métte
streen aanne steinwèèch toe noch vol gater
Den tram dèé veel dao stil, de masjinist ging
e pötje drinke van dèt beer van naober Vïncke
woe oppe stoep de mèèchtjes hïnke en gart
Jang zeuktj nao zene bril.
Zoe ging dèt in Röstige tieje: men haaj tiet
of men pakdje hum zich; oppe rèt dao haardje
men de zicht, men vènj déttet gèt kos lieje..
Pieter waas ene groete man: drooch inne
perséssie den hemel, waas biej kirk- en biej
sjoel-gewemel, wos raot veur rópsen en memel
: jao, ne man dèè van alles kan.
Dao veel zwaore sjeem euver 't lant: de
ielènj van oorloch en striet..
En dêèn Amerikaanen tiet
bekans vergèète, oet jeucht zoe wiet
sjreef ouch Pieters naam in het zant..
126.
"Nónk Pieter"
"Tant Bil"
Pieter was inderdaad in zijn jonge ja- ren iri
Amerika geweest. Ook een broer van hem,
terwijl zijn zus Anna als zuster van liefde
daar praktisch haar hele leven doorbracht,
vooraleer zij op haar oude dag terugkwam
om te Maaseik te sterven. Hij was er een.
twaalftal jaren geweest en het moet gezegd
dat hij er vaak nog vol van was. Zijn kennis
van het Engels is hem trouwens fataal
geworden..
Het waren ten slotte twee oude mensen die
in die zomer werden opgepakt: de pastoor
was er toen 73 en Pieter, zijn voorzitter van
de kerkfabriek was bijna 80 ! Met zijn
gezondheid ging het overigens maar
"stilaan": pillekes en zo..
HET ZWARTE BOEKJE ... _____________________
Wij komen aan onze bijdrage : "het zwarte
boekje"..
Had hij het in Amerika geleerd ? Waar-
schijnlijk. Pieter droeg altijd zo'n zwart
"kalpinke" met zich mee, en een potloodje.
Hij noteerde zo wat hij dacht dat moest
onthouden worden..
Een gelukkige gedachte (ik wou dat meer
mensen dat deden ! ..)
Het is met hem mee de gevangenis ingegaan op 5 juli 1941. Een medegevangene heeft er
nog een tekening ingezet in inkt, dus
kopieerbaar. Zijn eigen heel korte notities
kunnen niet gereproduceerd; een
tachtigjarige met een stomp potloodje; ziek;
allicht soms de kluts kwijt:
terdoodveroordeeld !..
We geven de tekst hier getrouw weer: wie
goed Engels kent zal zelfs merken hoe het
Engels zich hier en daar doorzet. .
Intrede in het belgische . juli
8
JULI
12 bezoek ontvangen van Jef Henkens
bracht brood 1 hemd'1 neusdoek
12 ontvangen naamloos 50 gram tabak
(onleesbaar) en zeep
13 bezoek van Martinus en Lisken de
groeten van de brigadier der
gendarmen te Hasselt
Eerste bladzijde van het dagboekje van P. Greejkens
14 geweegt 81 kgr
15 stortbad genomen aangezwollen in den
el boog
16 bij den doctoor bezoek van Jules arm
nog altijd dik zeer dikke hand
17 hand niet beter 19 hand beter
19 had bezoek van broeder Henkens
20 zondag bezoek van Henry Dreesen 17
in verhoor geweest op kommandatuur
21 bezoek van Liza Overman
21 stortbad genomen bij doktoor bezoek
van Mme Claps
22 bezoek van Martinus 22 brief van
Maria
24 bezoek van Henry Overman x J. Rutten
26 bezoek van Jef Henkens
27 zondag bezoek van Liza Neele en kleine druiven van eenen vriend uit Rothem
order van morgen te vertrekken naar
Brussel 20 man
127.
28 naar Brussel vert. 9 u aank. 12 geen middag
alleen in cel
29 in celule met 3 den ganschen dag gezeten in nr. 336
30 Woensdag viziet bij doctoor terwijl anderen
wandelen
ganschen dag gezeten en fransch gazet
gelezen
31 eene halve uur in den gang gestaan dan
naar den Haubtmann drie kwartier ver eenen
anderen gang gestuurd ieder op toer bij den
Haubtmannn
nix uitgericht
AUGUSTUS
1 meest den ganschen dag gezeten kwartier gewandeld
heb op den stoel geslapen en heb pijn in
de zij eenen scheut in de zij
2 nog altijd de scheut een dag zonder eind
kwartier wandeling
3 zondag mis scheut in de rug was gedaan
maar nu erg in den arm
een langen dag in de sel 's morgens mis
geen wandeling
4 om 8 uren wandeling \ uur en gimnastik
heb veranderd van cel nu met twee walen
katholiek goede jongens 5 wandeling namiddag gewogen 2 k meer als
Hasselt zonder jas goed bed slecht geslapen
arm dik gezwollen jicht in de beenen dikke
voeten boys maakten een goed bed redelijk
geslapen
6 visit bij den docter hij sprak van hospitaal
kreeg een nieuwen matras en 1 deken er bij.
3 uren promenade
7 8 uren promenade Ik ben niet uitgeweest
niet fel geslapen op die nieuwe matras te
dik gevuld geen doktoor gezien geen nieuws
namiddag werd een man zot, hij werd weg gebracht
8 heb goed geslapen jicht wat weg den arm
beter voeten nog altijd dik geen nieuws
9 's morgens voor het eeten bericht van naar
huis te gaan, maar den oto in en naar het
krijgsgerecht, wij troffen Seline Henkens als
getuige ook den engel ander was daar, recht
tegen mij getuigd het verhoor heeft eenen
hal ven dag geduurd onder het requisitorium
heeft Mr. Pastoor geslapen. Op het leste is
de jury teruggetrokken en de rechter las het
Officiële mededeling uil de gevangenis
vonnis. TEr dood veroordeeld nu
konden wij nog daartegen inbrengen Ik
vraagde vermoedelijke ontlasting geen
gevolg petitie indienen binnen 3 dagen
voor Gratie Heb Seline nog gezien in
het uitgaan.
10 Zondag geene mis den ganschen dag gezeten en gelegen. Heb aanvraag voor
kwijtschelding der straf geschreven door
Barbier cellehroer haden eenen goeden
kouden midag.
11 's morgens een gansch dik been, kan niet
gaan, om 9 uren heeft een soldaat mij in
den arm genomen naar den do gebracht
en naar het militairen hospitaal gebracht
daar wilde ze mij ook niet daar geweest
tot midag. het hart en den rug onderzog
en gedaan
12 niets meer gehoord van doctor, maar mijn been is erger
128.
heb bezoek van Martinus te huis alles
goed, hebben eene petitie en gestuurd
bij ton Falkenhausen Hebben mij
beloofd dat ik morgen den doctor zal
hebben
13 Geen nieuws geen doctor Bij midag
een stuk worst ieder kreeg een pak van
winterhulp 1 doos sardinnen 1 doos
vleesch 2 stukken peperkoek
I K kristalizer suiker 1 doos con- fi tuur
14 Geen bezoek van doctor Een brief van Maria alles dik gezollen voeten beenen
arm dik en doet pijn mijne stem klinkt
niet meer
15 ..........................................................
Slechte nacht laat ................... Geene mis
om 5 uren kwam bericht naar huis maar
na lang wachten kwam bericht tot
morgenvroeg hier blijven en dan naar
het hospitaal.
Vandaag voor de eerste maal inge-
spuit.
"Vandaag voor de eerste maal ingespuit" Met
deze schamele woorden eindigt het kort rel
aas..
Een "document humain" zeggen de geleerden
.
"Mijne stem klinkt niet meer"
"Slechte nacht"..
Het was een zwarte nacht voor de familie.
Ook voor het dorp waar hij - en dat is geen
frase - "alom" geliefd was. Het bidprentje is,
voorzichtig, erg sober gehouden..
* * *
Ik zie hem, in betere tijden, nog tussen zijn
ongewoon gewas staan : dat
"veugelkeszaod", wat -zei hij tegen de op de
tram wachtende studenten - door de
amerikanen geplant en gezaaid werd als
andere oogstdreigde te mislukken .. Ik zie
hem nog aan Luurs kepèlke de hemel dragen
in de processie en met zijn wit-
gehandschoende hand op het "los land" een
hoop aarde grijpen om mijn in brand
geschoten wierookvat te doven. De
snoterkop van een "naoliezige koerjaong" was heel ver
schrikt (het was het kostbaar "zilveren"
wierookvat !) en er zou weil erg gegrommel
komen .. na de processie .. Ik vertelde
moeder naderhand van die buitengewone
"tegenwoordigheid van geest" want daar znu
ik in geen honderd jaar aan gedacht
hebben.. Pieter wel..
Maar die was ook in Amerika geweest !
DONAAT SNIJDERS, o.s.c.
VOETNOTEN _________________________________
(1) J. Bussels. De doodstraf als risico
1981 - p. 23-33 . -
(2) Uit : "Van vreuger" van D. Snijders
1975.
129.
EEN BLIK OVER DE MAAS
HONDERD METER BUITEN ONZE GRENZEN :
EEN DOMEIN WEER IN DE AKTUALITE IT : W A L B 0 R 6
EEN KASTEELRUINE EN ZIJN LAATSTE BEWONERS (1)
(Van onze verslaggever)
OHE EN LAAK - De
eigenaars van Kasteel
Walburg in Ohé en Laak.
de dames Vencken uit
Meerssen, hebben giste-
ren aan een reportage-
team van Gewest tot Ge-
west van de NOS de toe-
gang tot het terrein ge-
weigerd om tv-opnamen
4e maken,
Het team wilde een re-
portage maken van de
ontgrindingen in het 800
inwoners tellende Maas-
dorpje.
Daarvoor werden
interviews met inwoners
afgenomen en zouden op-
namen van Kasteel Wal-
burg worden gemaakt
Dat werd echter door de
eigenaars geweigerd
In Ohé en Laak
Dames
jagen Nos-
team
kasteel-
terrein af
Monument Het kasteel komt voor op de
momumentenlijst. Vorig jaar
werd het complex door de
dames Vencken voor 1,4
miljoen aan Stevol BV uit
Nijmegen
verkocht om het terrein te
kunnen ontgrinden. Tot de
werkzaamheden
plaatsvinden mogen de
dames Vencken nog van de
grond gebruik maken.
Jachtgeweer „XJ Iaat toch ook niet
iedereen uw huis binnen”,
was het commentaar van een
van de dames toen om de
reden van weigering werd ge-
vraagd. Dat het tv-t«am mei
een jachtgeweer van de
terreinen zou zijn verwijderd
leek haar onwaarschijnlijk.
Bij na- vraag bieek daar ook
bij de politie niets van be-
kend.
Het tv-team maakte toch nog
haar opnamen. Vanaf de
Hompesche molen werden
met een telelens shots van
het kasteel gemaakt.
edert 1633
zijn er veel
jaren vervlo-
gen en is er
veel water
door de Maas
gegaan. Drie-
honderddrie-
envijftig jaar geleden schaakte de heer
van Stevensweert, Herman Frederik van
den Bergh, de zestienjarige abdis Jo-
sina Walburgis van Leeuwenstein-Wert-
heim-Rochefort.. tot haar groot genoe-
gen uit de abdij van Thorn en bouwde
hij het kasteel Walborg aan de Maasoe-
ver.
Over deze romantische en schandaal-ver-
oorzakende geschiedenis hebben wij
breedvoerig verhaald in "Uchteravond-
vertellingen I": "De abdis die zich
graag liet schaken" (2).
Van aan de Spaanjerd keken wij tot aan de
tweede oorlog op dat kasteel en meester Juul
Poukens schreef erover in zijn "Van Nu en
straks"-verhalen, zoals een Ophovens
jongetje dat zag en waarnam: (3)
"Waar is de tijd, dat Waiborg aan gene kant
de Maas bewaakte; Walborg, als een op wacht-
liggende leeuw met vooruitgestoken poten;
Walborg met zijn typisch uiterlijk, zijn
witgekalkte muren, zijn blauwleien dak, zijn
kenmerkende schoorstenen, zijn vele vensters
met kleine ruitjes.
"Walborg" zegden onze mensen; in de annalen
van Ohé en Laak staat "Walburg" en ik heb
ook wel eens ergens gelezen
dat het "Malberg" zou zijn. Wie er meer over
wil weten, zou het aan Jan Geer- kens moeten
vragen.
130.
Ik weet er juist zoveel van als alle die van
boven de zestig er over weten te vertellen:
driehonderdvijfenzestig vensters,
tweeënvijftig deuren, twaalf poorten - een
lusttuin met veel bomen en heesters, een
groentetuin met grote serren van bloemen en
groenten, een boomgaard met duizend
fruitbomen: appelen, peren, kersen, noten,
pruimen, abrikozen, zelfs appelsienen,
citroenen en vijgen.
Die appelsienen werden niet rijp, ze bleven
groen, wrang en werden rot; ook de citroenen
en vijgen.
Op Walborg was een ijskelder, waar ijs in
bewaard werd en wanneer iemand de mizerère
had, liep men daar ijs halen om het, volgens
dokters raad, de lijder op zijn buik te
leggen, die dan 's anderendaags of zo dood
was.
Het domein Walborg strekte zich uit vanaf
Roosteren tot voorbij Stevensweert en
Maasbracht. Het werd bewoond door een gravin,
"de gravin van Walborg".
Ik heb ze nooit gezien, ik heb ze me zelfs
nooit kunnen voorstellen, maar ik heb altijd
gedacht dat ze verschrikkelijk groot moet
geweest zijn en dat het geen mens was gelijk
een ander.
Daar waren ook "Freules" op Walborg; Milke
Vandoren van Maaseik, die per fiets reed, en
"bonjour" zei, ging die elke week pianoles
geven; aan het Wit Paard werd overgehaald met
de privé- pont van Walborg en ook weer
teruggebracht .
Die freules heb ik ook nooit gezien en toch
reed de koets van Walborg hier herhaaldelijk
voorbij: met het veer werden ze overgezet;
twee zwarte paarden er voor met pluimen op hun
kop, een koetsier op de bok en een lakei,
rechtstaande op de achtertrede; die waren in
groene livrei met koperen knopen en ze hadden
zwarte, glimmende hoge hoeden op. Dat was een
teken dat de gravin of de freules binnen
zaten, maar de gordijntjes waren dan toege-
schoven.
Soms zaten koetsier en lakei nevens elkander
op de bok, dan was het spul van binnen leeg.
Ik heb ze nooit gezien en
weinigen zullen ze ooit gezien hebben en
wanneer mijn vader of mijn moeder zaliger me
vertelden dat die van Walborg protestanten
waren en dat de dominee van Stevensweert hun
pastoor was, dan vroeg ik hoe protestanten er
uit zien en of die meer dan vier poten hebben
.
Zo zagen het onze Ophovenaren. Lang.
Eigenlijk een paar eeuwen lang. Er huisde adel
die zich opvolgde: na van den bergh: Van
Limburg-Bronkhorst-Stirum; van Hompesch,
met als voornaamste telg Rei nart Vincent, die
de molen liet bouwen die zijn naam draagt en
met wie Walborg zijn hoogste glorie beleefde.
Dat was rond 1700. Hij was het die daar aan
de Maas op grote voet leefde. Hij hield er
zowaar een soort hofhouding op na.
Hij verrijkte het kasteel met die beroemde en
beruchte prachtige paardenstal voor 24
paarden, met kribben uit artistiek bewerkte
natuursteen, waarboven zich een rij van witte
glanzende tegels bevond.. In die stal stonden
er verder 24 houten pilaren waarop het mooi
bewerkte plafond rustte.
Verleden jaar zag ik nog de prachtige vloer.
Het was niet voor niets nóg onderwerp van de
gesprekken in mijn jeugd. De mensen zeiden
daarbij dat 't "oos Hier nao de ouge stêèken
waas": paarden huisvesten op zo'n prachtige
vloeren, terwijl de meeste mensen het nog
moesten doen met een... lemen vloer...
De geweldige molen was in 1722 voltooid,
door een kaarsrechte laan verbonden met
het kasteel, ruim een kilometer verder.
In 1733 stierf deze grote bouwheer zonder
nakomelingen. Er kwam een zijtak te wonen,
die zich van Heyden-Hompesch noemde; door
huwèl ijken verder de familie de Riedesel
d'Eisenbach. Ene Karei van die naam is de
geschiedenis ingegaan als een soort
"germaanse ridder- boer", die er letterlijk op
de klompen bijliep.. Hij was daarom een zeer
populaire figuur. Hij overleed in 1855 en
131.
ligt begraven op één van de
twee "protestantse" kerkhof-
jes te Stevensweert. Hij was twee keer getrouwd, met
ene de Riggé, die in 1875
overleed.
Er bestaan niet zoveel fo-
to's van de familie en van
het kasteel; wat geen ver-
wondering baart: het be-
stond nog niet af nauwe-
lijks.
De op zich prachtige te-
keningen -veelal gemaakt
om de heren te believen- zijn, evenmin als die
vroegere oude kaarten be-
trouwbaar. . Men kijkt
zich bijvoorbeeld de ogen
uit op een prachtige gra-
vure van van Afferden,
die de indruk wekt of men
een klein Versailles aan-
schouwt daar aan de Maas-
boorden.
Zo komen wij stilaan bij
onze bekende "freules",
waar meester Poukens o-
ver vertelt, dochters van
het echtpaar de Hompesch-
Rürich en de Riedesel
d'Eisenbach, inderdaad
eerder "Pruisen" te noe-
men.
Adolph-Marie Charles Frangois de Hompesch-Ru'rich 1834-1893.
x Barones de Riedesel d’Eisenbach 1840-1910. 3 kinderen: zoon: 5 jaar gestorven 2 dochters: 1. Karla Josephina Her- mine Eleonore Arnaille 2. Renée Eleonore Frederica Arnaille Joséphe Frangoise x De Seters
132.
Het kasteel was eigendom van de barones,
zodat de volksmond wel gelijk had met de
bewering dat "de graaf er zomaar bijliep",
ingetrouwd. Hij was ridder van de
Johannieterorde, maar toen hij na zijn
huwelijk overging tot het protestantisme
wilde zijn familie hem niet eens meer
erkennen. Zelfs zijn stervende moeder wilde
hem niet ontvangen. Hij schreef artikelen
tegen al wat katholiek was. De kleine pro-
testantse "gemeente" in Stevensweert vond
in hem een groot weldoener. Hij
restaureerde de protestantse kerk in 1864
en overleed in 1893. Zijn vrouw in 1910.
Hun enig zoontje is in 1867 op vijfjarige
leeftijd overleden. Hij ligt te Stevensweert
begraven met een franse tekst op zijn steen
(al wat toen deftig heette sprak., natuurlijk
Frans). Aandoénlijk is het graf daar van de
gouvernante van het kind, Eleonora
Fabricius. Wat ik nog nooit heb gezien: ze
heeft zelfs TWEE grafstenen: één in 't Frans
en één in haar moedertaal: het Duits. Zij
stierf op Walborg in 1877 in de leeftijd van
59 jaar.
Wij zijn aan de laats ten toe: de twee
overgebleven meisjes.
Karla (met een hele rits verdere namen
erachteraan) van Hompesch-Rürich huwde
tweemaal en overleefde haar beide echtgenoten. Zij stierf te Obbicht in 1918.
"Men" zegt: in eerder armelijke omstandi
gheden.
De jongere Renéé (etcetera) trouwde met de
gepensioneerde generaal-majoor de Seters
in 1914. Zij waren toen allebei "laat-
bloeiers".
Het was met de grote dagen van Walborg al
een tijdje gedaan. Vijf jaar na dit huwelijk
verkocht de Seters, op 21 februari 1919 het
hele bezit. Heel spoedig kreeg hij daar spijt
over en... kocht hij alles weer terug. Met
grote verliezen was hij evenwel, wegens
geldgebrek, weer verplicht tot verkoop!..
Hij was blijkbaar geen gemakkelijk
heerschap: om de herinnering aan Walborg
te laten verdwijnen nam hij zich zelf voor
het archief te laten vernietigen; iets wat
gelukkig ten slotte op het nippertje
vermeden werd.
Het kasteel verdween voor een groot deel:
uitverkocht! Waardevolle stukken werden
stuksgewijze verhandeld, uitgebroken, te
gelde gemaakt. In het huis van mijn
grootvader te Geistingen belandde zo een
trap met sierlijke spijlen...
Met het landhuis als zodanig ging het
onherroepelijk bergaf. Tussen 1919 en
1924 verdwenen steeds sneller schoor-
steenmantels, binnendeuren, hele vloeren,
meubelen.
Hoeveel en wat precies is onbekend.
Er bleef in 1925 niet veel méér over dan de
grote achterbouw en de monumentale
schuur, die wij er in onze jeugd nog wisten.
De grote vleugels, de "vooruitgestoken
leeuwepoten" werden met de grond gelijk
gemaakt: er kwam vee. Het grote park werd deels wildernis, deels
fruitaanplanting.
Het middenstuk bij de vorige foto's is hier
duidelijker en groter weergegeven op de
foto links. Hier zijn blinden en een rijker
dak, waarbij de talrijke
schoorstenen beslist opvallen. Rechts vertrekt, opzij van de hoofdvleugel, de koets waar meester Poukens het over heeft.
Hier ziet U de binnenkoer, van buiten-
uit gezien (U merkt het torentje, rechts
van de paardenstallen). De buitenmuur
telde drie poorten in de gewitte muren oude boerderij van Walburg
(met rondboog): U ziet er twee volledig en
een in aanzet. Rechts hiervan is dan de
geweldige schuur en de boerderij.
Als mijn generatie weg is, zullen alleen de oude kaarten overblijven.
135.
Hier de voorzijden, naar de Maas toe gekeerd. De op deze foto, met de Maas in de rug
genomen, grote vleugel rechts, vertoont een goede geleding van brede vensters met hardsteen
omlijst. De schouwen waren zwaar: het is hier te zien. Vooraan is het bekende "prieel". De
korresponderende vleugel links op de foto is veel bescheidener.
Op het ogenblik dat wij dit uitschrij ven
rest nog alleen een troosteloze aanblik op
de laatste resten van de binnenkoer: men herkent nog wel iets met de vorige foto's
voor ogen uit be tere dagen..
(Muurresten paardenstallen; onderste
stuk van de beroemde W.C.'s.. stukje van
de boerderij..)
geen "kasteel" meer verwoest. Er zullen
alleen ruïnes verdwijnen.
Wij wilden het neg even vastleggen..
Voor nu en voor het nageslacht..
Dat er nog en weer eens een plas bij zal
hebben. .
N O T E N
(1) De tekst komt in hoofdzaak uit de
publikaties van mijn konfrater Willem
Sangers; de schaarse en daarom wel
kostbare foto's uit diverse publikaties
.
(2) Donaat Snijders,
"IJchteravondver- tellingen I" - Een
Maaslands verhalenboek met een eerste
reeks van vijfentwintig, Geistingen,
1979.
De verwoesting werd bespoedigd door
beschieting in 1944.
Ook dit -zo laat het zich maar al te zeer
aanzien- zal binnen afzienbare tijd door de
grijpgrage baggermolens weggegraven
worden.. Nee, er wordt dan
(3) Oorspronkelijk verschenen in "'t
Bazuintje", jrg. 2, nr. 10.
Heruitgegeven door de Geschied- en
Heemkundige Kring Kinrooi, "Alleen voor
mensen van boven de zestig.. Van Nu en
Straks", Kinrooi, 1979.
(Nog verkrijgbaar op het sekretariaat
aan de prijs van 60,-fr., exkl. ver-
zendingskosten) .
(4) Donaat Snijders,
"Nimmersti1", Geistingen, 1983, blz.
10.
W A L B O R G (4)
voor M. Maessen
van Ohë en Laak
Vuil blekt een muur van 't slot, voorgoed verlaten.
Verwoest. Een windvaan kwarsend in de wind.
Er groeit wild gras door spleten en door gaten en
langs de schuurmuur, levenloos en blind.
Hier schreden heren ooit, waar freules zaten en
kant-gekleed liep er een spelend kind, stil hopend
dat de groten het vergaten en het kon lópen, haren
in de wind.
Toen leefde '"t Huis" hier aan de eeuwige stroom, waarover
schepen stil, blankzeilig gleden naar verre oorden: Venlo,
Rotterdam.
Het puin ligt vaal. Het is verdwenen droom, met
heimwee naar een rozerood verleden, dat ging.
En dat helaas nooit wederkwam.
DONAAT SNIJDERS
137.
MOLENBEERSELSE BERICHTEN UIT DE EERSTE WERELDOORLOG (vervolg)
In het vorige nummer van dit tijdschrift publiceerden we het eerste deel van deze
"Molenbeerselse berichten uit de eerste wereldoorlog". Wie kan ons foto's bezorgen van
Molenbeerselse "oud-strijders" (in bruikleen)? Bestaat een foto met alle oudstrijders van
Molenbeersel? We zullen ze graag opnemen bij deze bijdrage!
Nummer 7 - juni 1917
Een landbouwer uit de gemeente moest de Mof
zijn paard afstaan voor 1.300,-fr. Hij kocht
een os in de plaats en betaalde hem 1.700,-fr.
-Onlangs werd hier het huwelijk ingezegend
van Petronella Bakkers (dochter van Jengsken uit de Groezen) met Willem Moonen (zoon van
Doorken uit het Broek). Voorbeelden strekken:
enige dagen later volgde de zuster van de
bruid, Catharina, het voorbeeld en trad in het
huwelijksbootje met Mathieu Cuypers van
Kinrooi .
-Een drietal inwoners ener naburige Hollandse
gemeente, aangelokt dorr de hoge daglonen,
waren naar het Moffen- land vertrokken. En
inderdaad, zij verdienden er van 7 tot 10 mark
per dag, doch konden met geld in de hand
nergens aan eten geraken. Weldra kwamen ze
terug thuis, half dood van de uitgestane
ellende en zwerende dat men ze niet meer zou
beet hebben. Een goede les, voorwaar !
-Twee zonen van de heer T., het alom geacht
gemeenteraadslid, zijn ook gelukkig over de
moordende draad geraakt; weldra zullen ze
hun drie dappere broeders op het front komen
vervoegen.
Vijf broeders, die naast mekaar voor Koning
en Vaderland tegen de snode o- verweldiger
strijden, wat een prachtig voorbeeld ! Deze laatste ontvluchting beet de Mof bitter in de neus. E.V.E. en de dienstdoende burgemeester werden te Maaseik, desaangaande voor de krijgsraad gedagvaard. Ze kwamen er met de schrik af.
Nummer 8 - jul i 1917
Rond de 70 kinderen uit het Walenland zijn
alhier bij de mensen gehuisvest. Het is diep
aandoénlijk te zien hoe die arme schaapjes
zich verheugen weer eens 'n buikje vol te
krijgen. Velen lopen reeds mee naar school
en leren vlaams dat het klinkt, terwijl onze
bengels er ook een mondvol waals doorheen
slaan. Prachtig voorbeeld van vader-
landsliefde !
-Onze bekende dorpsgenoot Baens Theo-
door (Veltjes Door), wiens vrouw deze winter gestorven is, trad voor de tweede maal in 't
huwelijksbootje, op zestigjarige leeftijd, met
een jeugdige dochter (24 jaren) van Segers
Nielke uit Kinrooi, die bij hem als meid
diende.
Heeft Baens niet altijd gezegd dat hij "ne
vieze" was ?
-De tram Maaseik-grens loopt nog altijd,
ofschoon weinig regelmatig.
-We zijn er fier over weer 1.000 mark
boete gekregen te hebben. Jos B... en Jaak
M..., beiden broeders van twee onzer
dappere mannen van de vuurlijn, trokken
de sperdraad over en zijn op weg om u een
handje toe te steken de pruis te
"zwaarsen".
-Daar gaan er hem zoveel lopen dat de Mof
er van vervaard wordt; daarom is hij nu
bezig langs de ganse grens de sperdraad
nog een goede meter te verhogen. Allemaal
niets gekort, Mofje lief !
-Enige personen stonden hier aan de draad te
praten met de bewoners van de
138.
overkant, iets wat de Pruis tot dan toe
toegelaten had, toen eensklaps een paar
pinhel men te voorschijn sprongen en alle
gevankeilijk meenamen. Zeker weer kwestie om de lui wat geld af te troggelen. Zulke
vuige plannetjes vindt alleen een Mof uit.
-Moffen in burger gekleed schooien de
huizen af en trekken niet zelden de grens
over om maar al te kopen wat eetbaar is. De
hollandse wacht heeft reeds enige van die
"smausen" de grens over gedreven.
De vrouw van Johannes Akkermans (Makke
Henske).
De Wwe Denier (Truye Jen). Mathijs Se- gers
(Hubus Ties op de Manestraat), Monne
Berbke. Jan Gielen (Boumer Jan, echtgenoot
van Huuskes Trui). Math. Ti- rium (op
Donker) .
Geboorten: een zoon bij Mathieu Arits-
Driesser (Smeetsstraat). Een zoon bij P.
Peltzers-Truyen (aan de kerk). Een zoon bij
Lamb. Keyers-Verheyden. Een dochter bij Jan
Coolen-Smeets. Een dochter bij Wi1h.
Brouns.
Nummer 9 - augustus 1917 _______________
Overlijdens: de oudste dochter van Mathijs
Van Deur (Vazen), zuster van onze vriend en
wapenbroeder Jan Van Deur die we onze
innige deelneming aanbieden.
De vrouw van Hendrik Baens (Zooie Rieks- ke)
die negen minderjarige kinderen achterlaat;
het jongste, slechts vier weken oud, wordt
door de liefdadige Wwe Steensels verpleegd,
van de anderen wilde zich de zwaar-
beproefde vader niet schei den.
-Geen week gaat er voorbij of er komen in
ons dorp vluchtelingen aan uit alle hoeken
van 't overweldigd vaderland, die dan
meestal gelukkig de grenzen o- ver
geraken. Helaas, allen gelukt het niet de
dodende sperdraad met goed gevolg te
overschrijden; zo bleef er op 13 juni een
reeds bejaard heer uit Luik aan dood.
Diezelfde dag werden vijf jongelingen bij
de grens door de Moffen aangehouden en
meegevoerd.
-Er gaat ook haast geen dag voorbij of er worden bij deze of gene huiszoekin-
139.
gen gedaan, natuurlijk zonder gevolg, want
de mensen zijn die domme Mof te plat af.
De woningen gans op de grenzen gelegen,
doet hij ontruimen. Zo móest Meu- len
(Heibloem) verhuizen en heeft een
onderkomen gevonden bij Hoeser Ties; Jacob
Aendekerk moest bij zijn schoonmoeder
(Schreven) gaan inwonen.
-De Moffen, zowel "veldezels" als stumpers
van soldaten, die hier langs de grens
rondlopen, zijn echte "armoe- pensen". Ze leven hoofdzakelijk van wat hun de hollandse
smokkelaars, na voorafbetaling over de draad
werpen.
De officieren vertonen zich als het ware
broed van die ikzuchtige vermetele Pruisische
kuituur: een hoop verwaande zotten, kale
praalhanzen, stijve domkoppen, die zelfs hun
eigen soldaten erger behandelen dan
slachtvee.
Ook trekken deze met ganse benden de grens
over. Van 25 juni tot 8 juli kozen er niet
minder dan 25 het hazepad en van achter
komen er nog!
Vijf kwamen er hier uit Brussel aan, alle
gebrekkige kerels: twee met een ferme bult,
de derde was een hinkepoot, de vierde had
een paardenvoet, nummer vijf miste drie
vingers aan de linkerhand. Ge kunt u geen
denkbeeld vormen hoe blij die mannen waren
zich op het hollands grondgebied te bevinden
en hoe diep ze er van overtuigd zijn dat gans
"groszes Deutschland" naar de knoppen is !
-Op 12 juni werd de hofstede van Theod.
Baens, langs de steenweg van Molenbeersel
naar Kinrooi, gans door de brand vernield.
Zelfs geld en klederen bleven in de vlammen;
alleen het paard en twee varkens konden
gered worden. De brand brak uit terwijl de
echtgenoten Baens om voeragie waren.
-Daar de Mof verboden had nog na 7 uur te
tappen, trokken enige jongens van 1t Winkel op Pier van Transvaal af, denkende daar op
de hei vrij spel te hebben. Maar de Mof had
lont geroken; hij kwam de kaartpartij
onderbreken en begon andere troef te spelen.
Pier kreeg 500 mark boete en zijn klanten
elk 25 mark. Maar goed dat er aan de
baggenhandel nog een centje vast zit.
-Bij Kunnen de slachter, waar de bevoorrading
van het steunkomiteit zijn waren huisvest, stal
men drie hespen en andere levensmiddelen.
Een paar Moffen zouden het gedaan hebben !
Nummer 10 - september 1917 ______
Men meldt ons het overlijden van: Jo-
hannes Henckens, landbouwer (Vlaaster
Jan), Elisabeth Stevens (Slichte Bet- je),
Renier Voorter (Klokke Nierke).
-Het hooigras werd geveild en gepacht aan
1.000 tot 1.500,-fr. de hektare.
-De Moffen hebben ellendige armoede
(Goddank!) en bedelen de mensen af voor alles
wat maar enigszins eetbaar is; ze zijn op niets
vies gevallen. Echt zwijnenras !
Nummer 11 - oktober 1917
De oogst valt nogal mee en hadden we er
alleen mee te delen dan viel er hoegenaamd
geen klagen, doch helaas ! De mof eist het
leeuwenaandeel, en waren onze boerkens hem
niet veel te plat, wat zou er ons overkomen.
Ofschoon het koren in 't algemeen goed in
heeft, dorst de pruis slechts vier vaten van de
tien hopen: de mof ziet beteuterd langs zijn
neus en de boer lacht in zijn vuist.
-Onzeggelijk is het met welke gulhartigheid
de lieve kleintjes uit 't Walenland hier
behandeld worden; men zou haast denken dat
er de eigen kinderen voor achteruit moeten
staan. Maar ze hebben ook zo'n verleidelijke
manier om zoentjes te geven en onze stuurse
boerenvrouwen als mamaatje te betitelen, dat
ze onweerstaanbaar zijn.
-Een Pruis die 't leven moe was -en hoeveel
zijn er zo niet?- dacht een werkdadig middel
uit om zich van die last te ontdoen, Hij ging
met het hoofd op de geëlektriseerde draad
liggen. Dit hielp want toen men hem vond was
zijn
140.
gen gedaan, natuurlijk zonder gevolg, want
de mensen zijn die domme Mof te plat af.
De woningen gans op de grenzen gelegen,
doet hij ontruimen. Zo móest Meu- len
(Heibloem) verhuizen en heeft een
onderkomen gevonden bij Hoeser Ties; Jacob
Aendekerk moest bij zijn schoonmoeder
(Schreven) gaan inwonen.
-De Moffen, zowel "veldezels" als stumpers
van soldaten, die hier langs de grens rondlopen, zijn echte "armoe- pensen". Ze
leven hoofdzakelijk van wat hun de hollandse
smokkelaars, na voorafbetaling over de draad
werpen.
De officieren vertonen zich als het ware
broed van die ikzuchtige vermetele Pruisische
kuituur: een hoop verwaande zotten, kale
praalhanzen, stijve domkoppen, die zelfs hun
eigen soldaten erger behandelen dan
slachtvee.
Ook trekken deze met ganse benden de grens
over. Van 25 juni tot 8 juli kozen er niet
minder dan 25 het hazepad en van achter
komen er nog!
Vijf kwamen er hier uit Brussel aan, alle
gebrekkige kerels: twee met een ferme bult,
de derde was een hinkepoot, de vierde had
een paardenvoet, nummer vijf miste drie
vingers aan de linkerhand. Ge kunt u geen
denkbeeld vormen hoe blij die mannen waren
zich op het hollands grondgebied te bevinden
en hoe diep ze er van overtuigd zijn dat gans
"groszes Deutschland" naar de knoppen is !
-Op 12 juni werd de hofstede van Theod.
Baens, langs de steenweg van Molenbeersel
naar Kinrooi, gans door de brand vernield.
Zelfs geld en klederen bleven in de vlammen;
alleen het paard en twee varkens konden
gered worden. De brand brak uit terwijl de
echtgenoten Baens om voeragie waren.
-Daar de Mof verboden had nog na 7 uur te
tappen, trokken enige jongens van 't Winkel
op Pier van Transvaal af, denkende daar op
de hei vrij spel te hebben. Maar de Mof had
lont geroken; hij kwam de kaartpartij
onderbreken en begon andere troef te spelen. Pier kreeg 500 mark boete en zijn klanten
elk 25 mark. Maar goed dat er aan de
baggenhandel nog een centje vast zit.
-Bij Kunnen de slachter, waar de bevoorrading
van het steunkomiteit zijn waren huisvest, stal
men drie hespen en andere levensmiddelen.
Een paar Moffen zouden het gedaan hebben !
Nummer 10 - september 1917 _______
Men meldt ons het overlijden van: Jo-
hannes Henckens, landbouwer (Vlaaster
Jan), Elisabeth Stevens (Slichte Bet- je),
Renier Voorter (Klokke Nierke).
-Het hooi gras werd geveild en gepacht
aan 1.000 tot 1.500,-fr. de hektare.
-De Moffen hebben ellendige armoede
(Goddank!) en bedelen de mensen af voor alles
wat maar enigszins eetbaar is; ze zijn op niets
vies gevallen. Echt zwijnenras !
Nummer 11 - oktober 1917
De oogst valt nogal mee en hadden we er
alleen mee te delen dan viel er hoegenaamd
geen klagen, doch helaas ! De mof eist het
leeuwenaandeel, en waren onze boerkens hem
niet veel te plat, wat zou er ons overkomen.
Ofschoon het koren in 't algemeen goed in
heeft, dorst de pruis slechts vier vaten van de
tien hopen: de mof ziet beteuterd langs zijn
neus en de boer lacht in zijn vuist.
-Onzeggelijk is het met welke gulhartigheid
de lieve kleintjes uit 't Walenland hier
behandeld worden; men zou haast denken dat
er de eigen kinderen voor achteruit moeten
staan. Maar ze hebben ook zo'n verleidelijke
manier om zoentjes te geven en onze stuurse
boerenvrouwen als mamaatje te betitelen, dat
ze onweerstaanbaar zijn.
-Een Pruis die 't leven moe was -en hoeveel
zijn er zo niet?- dacht een werkdadig middel
uit om zich van die last te ontdoen. Hij ging
met het hoofd op de geëlektriseerde draad
liggen. Dit hielp want toen men hem vond was zijn
140.
schedel gans doorgebrand en zijn
zwijnenogen hingen hem tot onder zijn
kinnebakken.
-De genaamde Eng... van Bree, die alhier in 1t
Broek aan de draad dood bleef, stond aan 't
hoofd van een geduchte dievenbende. De
gemeente Bree had zijn hoofd op prijs
gesteld en
1.0, -fr. uitgeloofd aan wie hem
dood of levend overleverde. De Duitsers had-
den hun grenswachten last gegeven hem bij
de eerste gelegenheid neer te schieten. Eng...
hield zich vooral in de bossen schuil en
randde onmeedogenloos alle voorbijgangers
aan.
-Onze naburige Hollandse bevolking heeft
het ook niet meer te breed en zij is voor
verschillende eetwaren op rantsoen gesteld.
- (Allerlei):
Jaak Janssen, van Molenbeersel, bevindt zich
nu in het I.M.I.O.H. (Tehuis voor
oorlogsinvalieden) te Sainte-Adresse.
Nummer 12 - november 1917
Het spreekt van zelf dat geen enkel inwoner
van onze gemeente gedacht heeft aan kermis
vieren. Hard werken en voor onze jongens
bidden, dat zijn de enigste bezigheden van
de brave bevolking. Maar de Mof had het anders voorzien en daar we steeds een sterke
grenswacht hebben, zocht hij er wat moed en
vrolijkheid in te blazen bij deze gelegenheid.
's Zondags 's namiddags dan kwam de
"kapelle" van Maaseik af met een hele stoet
staakrechte, dikneuzige en breedmuilige
officieren, schreeuwbont gekleed -men had
op voorhand alle varren met dubbel keten
moeten vastleggen- dikopgevulde, sterk
bepoederde "frau- lein" en een paar kale
jonkheden, waarvan we voor 't ogenblik maar
liever zwijgen, om de feestelijkheid bij te wonen en op te luisteren.
Dat er geen Molenbeerselaar te verre of te na
te zien was, spreekt van zelf.
-Onze hollandse geburen klagen stenen uit
de grond omdat ze zo streng gerantsoeneerd
zijn. Luister maar: een half pond brood per
dag en per kop; 1 ons
rijst, gerst of havermout in de maand, wat
erwten en bonen, een beetje suiker en een
handvol koffie... hoepel daar maar mee op !
-Onlangs trokken op 'nen viezen keer 12
feldgrauen met eens de grens over en zopen
zich te Str... bijna te bersten van plezier de
spuigaten uit te zijn. Konden ze dat maar
allemaal klaar spelen !
Nummer 13 - december 1917
Niettegenstaande de strenge grensbewaking,
trekken nog gedurig Mofse weglopers naar
Holland. Een Duits officier, die een ronde
deed langs de grens in 't Broek, zocht
tevergeefs naar een post van 15 man door
een "Veldezel" -lees feldwebel- aangevoerd.
Zelfs zijn schreeuwen als een speenvarken,
zijn "gesakker" als een helleduivel of zijn
urenlang turen door de verrekijker, brachten
hem niets verder: zijn mannen hadden het
naar Stramproy afgestapt.
-De tramlijn Maaseik-Weert is terug in
bedrijf. Volgens men ons schrijft loopt de
tram van Maaseik tot aan de grens, waar de
reizigers moeten overstappen op de tram die
hun van daar naar Weert brengt. Uiterst
strenge maatregelen worden toegepast. Zo
bijvoorbeeld is het de garde van de ene tram
onder de zwaarste bedreigingen verboden te
spreken tot die van de andere tram.
-Het is bijna onmogelijk een pas te bekomen
om zich, al was het maar voor een paar uren en om reden van familiezaken, naar de ene
of andere naburige Hollandse gemeente te
begeven. Toch is er onze zeer eerw. Heer
Pastoor nog i geslaagd -waarschijnlijk omdat
hij Hollander is- een viertal dagen bij zijn
achtbare zusters te mogen gaan
doorbrengen ter gelegenheid van Weert
kermis.
-Uit een brief van 6 november knippen wij:
de mensen zijn hier, Goddank, nog goed
gezond, hebben genoeg te werken en ook
genoeg te eten, ofschoon alles peperduur is.
Zo bijvoorbeeld: een ei 65 centiemen, een
vet zwijn van 1.700 tot 1.800 frank, een
goede koe rond de 2.500,-fr.
141.
Wat een boerenmens moet aankopen is ook zo
ijselijk duur: kolen 120,-fr. de
1.0 kg., koffie 40,-fr. de kg., een gewoon
kostuum 200,-fr., een paar schoenen 150,-fr.
en zo verder, alles wat men maar nodig heeft.
't Spreekt van zelf, dat onze goede boeren niet
meer kopen dan dat wat ze hoogst nodig
hebben en dat er zuinig en karig geleefd wordt
in afwachting dat de tijden weer verbeteren.
-Men meldt ons het overlijden van M.B.
Verstappen; Fransen Pieter-Johannes; de vrouw
van Mathys Kunnen (Jepkes Tieske)
-Ofschoon het wel streng verboden is zonder
toelating van de mof zijn eigen varkske te
kelen, weet menig boerke daar toch wel een
steeltje aan te passen. Zo lapte het hem ook
Mathijs S. (Hubes Ties), maar de mof kreeg er
kennis van en kwam den armen Ties 't varken
uit de pot halen. Waren die verwenste Pruisen
maar niet zo sterk, he! Ties ?
-Einde oktober werd een veulen geveild van
4 maanden voor 1.600 frank.
-De Mof rekende uit dat een boerengezin, uit
acht personen bestaande, maandelijks recht
behield op 61 kg. graan.
Waarlijk niet te veel om brood te bakken !
- (Allerlei):
Onze wakkere strijdmakker, Thomas Rachels
van Molenbeersel, die zich voor een paar
maanden inscheepte om ons heldhaftig
koloniaal leger te vervoegen, laat ons weten dat hij welvarend te Durban, in Afrika, is
aangekomen om vandaar de reis voort te
zetten.
Zijn nieuw adres luidt: Thomas Rachels,
onderofficier van de Openbare Macht,
Belgische koloniaal troepen, Bèlgisch Congo,
langs Dar-es-Salam.
- (Briefwisseling):
Wij zijn eindelijk zo gelukkig onze makkers
van Molenbeersel de adressen te kunnen
meedelen van hun twee wapenbroeders,
krijgsgevangen in Duitsland: -Kunnen Jacob,
14e linie, Kriegsgefan- genen nr. 136,
Stammlager, Parchim, Deutschland.
-Royens Theodoor, 2 Baton 5 cie, nr. 568,
Mannschaftsgefangenenlager, Trup-
penübungsplatz, Alten-Grabow, Deutsch- 1
and.
De Maeseyckenaar zal die twee vrienden niet
vergeten !
MEDITATIE VAN EEN LIJNVISSER
Morgen ga ik vissen...! Op voorhand verheug ik me reeds in een dag zonder woorden en cijfers,
die in hun fantazieloze eentonigheid een formele uitspraak doen over het wel en het wee van de
Vlaamse boerenstand. Geen kriepende deuren, geen raam dat open en toe moet naargelang de
onbekende willekeur van kollega’s en ook geen lift die vlak vóór je neus vertrekt terwijl je door
het spionnetje nog juist kunt zien hoe een juffrouw, met de rug naar je toe en het gelaat in de
spiegel, haar lippen wat bijwerkt. Naar het waarom daarvan kun je raden, net zoals naar de vele
andere waaroms die tussen het leven van elke dag een vraagteken plaatsen.
142.
Morgen is dat uit. Geen woorden, geen
telefoon, een ganse dag alleen met jezelf en
met alleen maar wat rode pieren naast je in
een potje.
Mijn zonen alle vier hebben zich vandaag op
een bijzonder toegewijde wijze ingespannen
om in onze tuin, hetzij onder de
bessenstruiken, hetzij onder de bloeiende
prinsessebonen, te zoeken naar de vetste en
roodste eksemplaren van de door vissen
meest gegeerde pierenvariëteiten die er in
onze hof voorkomen.
Ten einde elke ontsnapping te voorkomen,
hadden ze de pieren met een dikke koord aan elkaar geregen zodat ze, bij mijn
thuiskomst, met gezichten als zonnen, me
een sliert pieren lieten bewonderen, waarvan
ze zeker waren dat ze me zou bevallen.
Ik heb ze dan maar met dankbaarheid
aanvaard terwijl ik hen verzekerde dat geen
vis, te land of ter zee of waar ook ter wereld,
aan hun lokaas zou kunnen weerstaan.
Toen ze sliepen heb ik een nieuw potje
pieren gevangen, terwijl ik diep in mijn
binnenste een schuldgevoel gewaar werd
omdat ik mijn kinderen bedrogen had.
Vissers hebben over 't algemeen een gevoelig
geweten, net zoals jagers trouwens en
andere stropers. Ook mijn vrouw heeft haar
aandeel gehad in de voorbereiding. Deze
morgen heeft ze kempzaad gekookt, zodat ik
nu met bewondering kan kijken naar de witte
kiempjes die uit het harde zwarte zaad
komen kruipen.
Tenslotte trek ik naar het bos en vul er mijn
blikken doos met grote strijdlustige
bosmieren. Ze kijken me gloeiend kwaad
aan en bijten me kwaadaardig in mijn
kuiten.
Met de zalige zekerheid dat het morgen dé
dag zal zijn, leg ik me te bed en ik sluimer
in met het beeld van de wonderbare-
visvangst voor ogen. In mijn droom komen
ze één na één naar me toe: de grote wilde
snoek die als een "meteoor" door het water
flitst, het frele rietvoorntje met zijn zilveren
maliënkolder, de groen-gele baars met
vinnen als een vlag op een schip, de brasem
die er uitziet alsof hij gans zijn leven
tussen twee zware stenen werd platgedrukt.
Ze komen naar me toe en vechten als wilden om toch maar eerst aan het aas van mijn
angel te geraken.
De dobber zwalkt in wilde kolkingen over
de stroom en verdwijnt opeens met een
forse ruk in de diepte. Ik zet me schrap en
wil de lijn intrekken, doch mijn handen zijn
machteloos. Het monster trekt me het water
in.
Ik voel de koude stijgen rond mijn benen,
mijn borst, mijn keel. Wanneer ik op het
punt sta helemaal in het water teverdwijnen,
word ik wakker. Ik ben nat van het zweet.
* * *
De wekker loopt af. Vier uur.
De laatste jaren heb ik regelmatig met
heimwee teruggedacht aan de tijd, reeds
lang geleden, toen ik nog de moed had om
vier uur 's morgens op te staan alleen maar
om de zon te zien opgaan en te kontroleren
of onze leraar latijn geen zever vertelde
wanneer hij in de klas beweerde dat de
"aurora musis arnica" is. In die tijd werkte
ik meest- .al nog pro deo, ik schreef
namelijk gedichten.
Ik zal dus weer eens de zon zien opgaan .
143.
Ik werp de lijn uit in de rivier. Over het water
drijven grijsgrauwe mistslierten, restanten van
de verfomfaaide kleren van geesten en heksen
die de ganse nacht over de rivier hebben
gedanst.
In het oosten strijkt de dageraad met haar
roze vingers' over het blanke gezicht en het
zwarte haar van het slapende Sneeuwwitje.
Iets van de geest van Homeros, Vergilius en
Andersen komt over me, maar gelijktijdig ook
het gevoel van machteloosheid om uitdrukking
te geven aan die wereld zonder... geld en
ekonomie.
De lucht trekt open en over de rode
wolkenbanken heen zoekt het licht zijn weg
naar het westen, het zuiden en het noorden.
Kleine witte wolkjes troepen boven mijn hoofd
samen tot de huif van een wijtewagen.
Koeien loeien aan de overzijde van de
Maas. Zo hun boter niet mag ingevoerd
worden, dan kan het overwaaien van hun
geloei geen kwaad voor de veiligheid van
onze inlandse melkproduktie. Geërgerd zet ik deze "ekonomische gedachte" van
me af. Ze past niet in deze serene sfeer
van beroepsloze mijmering.
Een snok aan mijn dobber. De spanning wipt
als een aap in mijn leden.
Weer 'n snok. M'n handen trillen van verwachting: zal ie groot of klein zijn? De
dobber schiet de diepte in. Ik ruk even. Ik voel
de weerstand in mijn vingertoppen terwijl mijn
hart enkele onverwachte kloppingen heeft.
Zachtjes haal ik in tot de witvis in een zilveren
schittering aan de oppervlakte verschijnt.
Voorzichtig haal ik helnnaar de oever toe. Nu
het schepnet. Terwijl ik de lijn met de lin-
kerhand vasthoud tracht ik met de rechter het
schepnet onder de vis te schuiven. Eindelijk is
het gelukt. Ik trek de angel uit zijn bek en
duw hem voorzichtig in het leefnet dat ik terug in de rivier leg na het achter een steen
te hebben vastgesjord. Ik veeg
mijn kleverige handen af aan het gras,
doe drie verse bosmieren aan de angel
en werp de lijn weer in.
De dobber drijft rustig. Achter de dijk
ontwaken de geluiden van de dag. Ik hoor
gerinkel van melkemmers uit de nabije hoeve en over de weg dokkert een wagen. Ik
zie alleen de schuddende kop van het paard
en 't hoofd van 'n man met 'n pijp ervoor.
De vis in het leefnet spartelt. Ik kijk even.
Het is 'n mooie dikke vis... Zou hij er ooit
aan gedacht hebben dat het vandaag zijn
dag zou worden? Wellicht heeft hij al die
jaren maar gezwommen en gespeeld en
gevreten wat er voor zijn neus kwam,
precies of er nooit een einde zou komen aan
het dartele spel van zijn leven. Ben ik ook
niet 'n beetje "vis", zo nu en dan?
En hoe lang zal mijn spel duren? En als je eenmaal de hand van de Grote Visser om je
borst voelt, wat zal Hij dan van je zeggen?
Nee, nu geen zware gedachten !
De zon stijgt. Ze vlamt op mijn blote kop,
op mijn armen en benen. Naast me bruist
het water van een beek die met een kleine
waterval in de rivier valt. Over de stroom
tuffen schepen tot aan de rand geladen met
kiezel.
De schaduw van de kerktoren aan de over
kant kringelt over de lichte golfjes.
De zware tonen van de middagklok waaien
open over het water en over de ritselen de
tarwevelden achter de dijk.
Ik open mijn boterhammenzak, eet, mijmer
en geniet.
Ik wuif naar de man in de zeilboot die
voorbijkomt. Hij zit op het achterdek, de
handen onder het hoofd, alleen met het
water en de glooiende dijken. Hij groet
terug. Wij zijn broers, van de rustige
eenzaamheid.
Weer werp ik de hengel uit...
JAAK VANDEWEERDT
(Geistingen, 1962)
PELGRIMSTOCHT VAN KINROOI NAAR ROME ANNO 1787
Of er vandaag de dag in de biechtstoel nog penitentie gegeven wordt laat ik in het midden. Toen
wij jong waren kregen we wel eens vijf onze vaders en vijf weesgegroeten te bidden, voor
penitentie. Onze ouders moesten al wat meer bidden, maar onze voorouders kwamen er soms
maar bekaaid af. Je hebt zeker al gehoord dat bepaalde lieden voor penitentie op tocht moesten
naar St.-Jacob van Compostella in Spanje. Een Roomse reis als je het me vraagt, honderd en meer
jaren geleden ging het allemaal te voet, door onherbergzame streken, temidden van vele
gevaren.
Welnu, in een archiefstukje uit 1787 ont
dekten we dat een inwoner uit Kinrooi op
pelgrimage trok naar... Rome. Ook niet bij de
deur als je het me vraagt.
Op 7 februari 1783 maakte Maria Hae-
mers, weduwe, (haar man heette Hendrik
Bosmans) haar testament.
Hier gaan de bepalingen van dat testament
:
1) Vijf stuiver aan de kerk van Kes-
senich.
2) Aan Maria Bosmans, de nagelaten
dochter van haar zoon Peter Bosmans,
de som van 50 gulden.
3) Aan haar zoon Joannes Bosmans 100
gulden.
4) Aan haar dochter Elisabeth Bos-
mans 60 gulden.
5) Aan haar zoon Mathias Bosmans
100 gulden.
6) Aan haar zoon Hendrik Bosmans
200 gulden.
7) Aan haar zoon Wilhelmus Bosmans, al
haar goederen.
Dit testament werd opgesteld ten huize van
Maria Haemers te Kinrooi. Getuigen waren:
Joannes Teuwen en Maxi- miliaan Van de
Walle.
Het testament werd overgemaakt aan
notaris Eggelen.
In een bijgevoegde nota lezen we: "Mathias Bosmans heeft op 12 april 1787 de som
van 200 gulden ontvangen uit handen van
Wilhelmus Bosmans, hem door zijn moeder
vermaakt voor de bekostiging van een
pelgrimsreis naar Rome".
Rest nu nog alleen de vraag waarom Ma-
thias Bosmans zo nodig naar Rome wou.
Het kan ook dat het hier gewoon gaat over
de inlossing van een 'belofte'.
Of dat Mathias Bosmans zo godsdienstig
was dat hij de paus, het hoofd van de
katholieke kerk, wel eens in levende lijve
wou zien. Van Kinrooi te voet naar Rome.
Zal het hem ooit iemand nadoen?
MET KALABAS, PALSTER EN SCHARPE.
Men kon in de Middeleeuwen op bedevaart
gestuurd worden, zowel wegens mondelinge
beledigingen als uit hoofde van man- of doodslag, lezen we in een oud artikel. Alles
hing af van de omstandigheden van de
zaak, van de plaatselijke gebruiken en van
de ... rechters. In vele gevallen kon het
slachtoffer de pelgrimstocht afkopen. Hij
die rijk was (denk maar aan de lo- telingen)
had altijd een voetje voor. Wie geen losgeld
kon betalen ondernam de opgelegde tocht
voorzien van kalebas, palster (staf) en
scharpe (reiszak).
Geen van de boetelingen mocht terugkomen
zonder behoorlijke getuigschriften te kunnen voorleggen, zoniet werd hij voor 33
jaar of voor 99 jaar (zeg maar voor altijd)
uit het land verbannen .
Uit de overlevering weten we dat een ander
persoon uit Kinrooi, een voorouder van de
stam Symkens, op bedevaart 'moest' naar
het verre St-Jacob van Compostella in
Spanje. Het blijkt dat hiervan nog een en
ander terug te vinden is in het
familiearchief.
14b.
NIKOLAES OP 't BROEK UIT VUCHT. FAMILIEKRONIEK KRAEWINKELS
In 'Maaslandse Sprokkelingen’ (oktober
1980) staat het verhaal van Nikolaes Op 't
Broek uit Vucht die op 14 april 1840 zijn
Rometocht aanvatte, samen met zijn
metgezel Willem Peeters.
Roger Janssen schrijft in de inleiding: "Van
in het begin gold zo een pelgrimage als een
boetedoening, die spontaan doch meestal
opgelegd en met dwang werd aanvaard.
Zowel kerkelijke als burgerlijke rechtbanken
verwezen de veroordeelden naar het een of ander bedevaartoord. Als voornaamste zijn
bekend: Rocamadout (Rutsemedouwe), Sint-
Jacob in Com- postelle Spanje), Vandöme
(Loire), Kevelaer, O.L.Vrouw van Loretto en
Rome enz..."
ic ie
Wellicht was Mathias Bosmans door de-zelfde gedachte bezield als Nikolaes Op 't
Broek uit Vucht waar die zegt: "Toen ik
nauwelijks de ouderdom van 20 jaren
bereikt had werd ik zo door
godsdienstigheid of eerder nog door
nieuwsgierigheid gedreven, dat ik het
besluit nam om Rome te zien, kost wat
kost, ik zou onze H.Vader de Paus
Gregorius XVI bezoeken, al moest ik
daardoor ook het leven derven".
PIET HENKENS
Gesprek in de Hees met een oud-brik- kebakker:
"Water, gank mich toch gauw! Gèèf mich
mer ene gooje borrel!"
"Dan motj gèè toch waal met eur jao- re
'n iezere gestel höbben?"
"Det is het noe zjust: ich ben bang det het
geit rossen..!"
De familiegeschiedenis van dit Maaslandse
geslacht werd geschreven in 1971, toen de
Kraewinkelsen hun eerste familievergadering
hielden. In dit fraai uitgegeven familieboek
lezen we dat de oudste gekende stamvader
een zekere Godefridus Krouwinkel was, die ca.
1636 te Maaseik woonde. Hij had liefst twaalf
kinderen, maar dan wel uit twee huwelijken :
zijn eerste vrouw was een zekere Anna en zijn
tweede heette Mechtildis van Kempen. Slechts
twee van de acht zonen huwden te Maaseik en
van deze twee stammen ook alle Kraewinkelsen af die men in alle hoeken van
Limburg en ook daarbuiten kan aantreffen.
Merkwaardig in de familiegeschiedenis is de
vondst van een muntstuk, dat te Geistingen-
Ophoven gevonden werd en waarop naast het
randschrift "Rechen Pfenninge van Dawanus
Kraewinkel" ook het familiewapen of beter het
huismerk geslagen werd. Het toont ons een
aardteken of wereldbol met band en kruis en
stelt het overwinnende kristen- dom voor.
Men zou hieruit kunnen besluiten dat onze
Dawanus Kraewinkel een
146.
zeer godvruchtig man was, maar ook en met
meer zekerheid dat hij handelaar is geweest.
Het was vroeger immers gebruikelijk dat
sommige landeigenaars die ook in de stad
een winkel hielden hun eigen munt lieten
slaan. Denken we maar aan Willem van der Meer van Tongeren, die méér dan 200 jaar
geleden zijn arbeiders met eigen gemaakt
geld uitbetaalde, geld dat uiteraard alleen
geldig was in zijn eigen winkel. Het is ook
mogelijk en zelfs niet uitgesloten dat het
alleen maar pasmunt of kleingeld was, dat bij
gebrek aan wisselgeld in gebruik genomen
werd. Er zijn trouwens nog grootwarenhuizen
die een soort rekenmunt, uit plastiek ge-
maakt, gebruiken bij de terugbetaling van
het leeggoed.
De Kraewinkelsen waren dus gewiekste
zakenlui en handelaars, maar dat zijn ze niet
altijd gebleven. Ze hebben zelfs zeer
uiteenlopende beroepen uit- geoefent,
gaande van landbouwer en dagloner tot
herbergier, koperslager en loodgieter.
In de 18de eeuw waren Pieter, Theodoor en Leonard Kraewinkels kerkmeester en
burgemeester te Ophoven. Eén van hen, nl.
Pieter had weinig of geen geluk in het leven,
want in 1754 liet Baron Filip van Waas
Hendrik Molenaers radbraken, Pieter Paesen
hangen en Pieter Kraewinkels onthoofden.
Dit wrede vonnis heeft onze bloeddorstige
edelman ook geen geluk gebracht, want
enkele jaren later werd hijzelf door een jon-
geman koelbloedig neergeschoten en zijn
zuster stierf, zoals onze Pieter, onthoofd
door de guillotine te Parijs.
Waar komt deze eigenaardig klinkende
familienaam Kraewinkels nu vandaan ?
Wel, van een plaatsnaam en het bewijs
hiervoor is het Kraewinkelshof te Ophoven,
een oud laat- of cijnshof.
Reeds in 1506 werd het door een zekere Johannes, die men Kraewinkels noemde, voor
het leenhof van Kuringen verheven. Het woord
"winkel" moet men hier niet zien in de
betekenis van een opslagplaats of ruimte waar
men handel drijft. Maar als een stuk land waar
vermoedelijk veel kraaien neerstreken. Ook
elders in ons land en in Europa zijn zulke
plaatsnamen gekend en de familienaam kan
dan ook op verschillende plaatsen ontstaan
zijn. Bekend voor ons zijn de families
Krahewinkel in Saksen en Van Kraaiwinkel in
Brabant. Dit Brabants geslacht heeft het in de loop der tijden niet slecht gedaan, want het
werd in de persoon van Barthelemy Van Kraai-
winkel door Karel II in 1687 in de a- delstand
verheven. Deze Barthelemy was de kleinzoon
van Jan Van Kraaiwinkel, die soldaat was bij
de lijfwacht van Keizer Karel V. Tot dit
geslacht behoorde ook Jan Frans Van
Kraaiwinkel, die in 1779 een leenhof kocht te
Geetbets.
Over al deze edele en minder edele takken
hebben de afstammelingen van Bella
Bruystens en Jacobus Antonius Kraewinkels op
hun familiereünies reeds dikwijls nagekaart.
FRANCIS G00LE en PIET SEVEREYNS
147.
MOLENRECHT TE KESSENICH
Meer dan honderd jaar geleden publiceerde ene G.D.F. in de eerste jaargang van "De
Maasgouw", 1879, nr. 77 d.d. 24.04.1879, een vondst uit het rijksarchief van Maastricht. Het
is niets 'bijzonders' wanneer we dit stuk vergelijken met andere uit de 17 eeuw, maar omdat
P.Bouveroux er in zijn degelijk en uitvoerig artikel 'Over de dwangmolens der heerlijkheid
Kessenich" (Verzamelde Opstellen, Hasselt, 1943) geen gewag van maakt, al weet hij veel te
melden over de betrokken molen, meenden wij dat het stuk, na zoveel tijd, nog de moeite
waard is om het te vermelden. Ziehier dan de tekst van het artikeltje:
Oc 't Provinciaal Archiei bevindt zich een
dubbel klein folioblad van den volgenden
inhoud:
Extract uyt de Landtrechten offte ordre van
rechten der bancke Kessenich, gere- formeert
offt gerenouveert by den Wel Eedelen Heer
Walraeven van Waes Heer zu Kessenich etc.
geexcopieert door Joannes Servatij, alwaar
onder andere in fine stondt het naervolgende:
Dit syn de Landtrechten end moolen- rechten
des Landts. Kessenich dienen verkleert te
worden op het jaer gedingh.
Item dat is dat moolen recht.
Item wij is van den irigesetenen lae- ten die
zelfs zien kooren draeght offt dede draegen,
offte voer offte dede vaeren voor sijn handt
in de moolen, soo sal den Molenaer maelen om
dat twintighste deel.
Item, haelt den molenaer dat kooren bij de
laeten undt wederbrenght, doo magh den
molenaer daer aff mollich- teren dat sestiende
deyl, soo oock dat moolenrecht offt den molder
wildt soo magh hij halden eenpeerdt met een
karren ende haelen dat kooren bij de laeten,
en hij sal hebben een Eycker gebrandt vat bij
de karre want wij offt wij den molenaer niet
en gelooff- den den laeten voors, soo ist den
molenrecht dat men sal meeten dat kooren
metten vat voors, en leveren dat kooren op
zijn karre.
drij vaet buydels meel; item is het kooren
geweest 4 vat, soo sal hij leveren 6 vaet
meeis; item offt is geweest een melder,
daer van sal hij leveren 9 vaet meeis, end
alsoo naer pondt belanck des koorens.
Item dat kooren en meel sal all streeck
moeten syn en dat met densel- ven vaet
gemeten.
Item offt geviel dat die ingesetene laeten
offte nabueren hun maete offt soo veel meeis
niet en hadden offt hebben dat sij den
molenaar gelevert hebben, soo magh men als die
laeten voors, die kerre met dat peerdt binden
aen eenen tuyn, al wes den molenaer hunne maet
lievert als voors. is sonder mesdoen aen den
Landtheer van Kessenich.
Item die mollichter cuyp offte kist sal vier
voet staen van het raet.
Item is noch dat moolen recht dat het kooren
magh liggen 2 daegen en een nacht wanneer die
meulen en conde gemaelen offte verlegen met
ijse; waer dan niet gemaelen, offt die molen
niet en ginck offt geen mael water en hadde, soo
mogen die laeten voors. het kooren op laeden en
maelen dan waer sij connen en mogen.
Item offt die laeten hun kooren moesten
gelden, soo sullen sij des versoecken aen den
molenaer, en vercoupt hij t' als den merckt
soo sullen sij dat kooren aen hem gelden als
hij dat oock gemaelqn kan; maer en heeft hij
geyn kooren, offt hij niet gemaelen en kan,
soo mogen die laeten het kooren gel-
Item, sal den molenaar dat alsoo maelen, offt
des koorens is geweest 2 vat dat hij daer uyt
sal leveren
148
den en laeten maelen, waer sij konnen offt
mogen.
Item is noch dat moolen recht offt de laeten
buyten moeien jaer en dagh, soo magh den
molenaar die laeten doen dae- gen met dagh en
dagh recht, en dwingen die persoonen met dagh
recht daer te moeten coemen en betaelen hem
heel en sijn gansch mollichter die sij hem
ontvoert hebben.
Item offt geviel dat eenige van die laeten
buyten moeien eens offt tweemael, offt drijwerf
offt meer offt min, als hij die luyden gehelpen
offte gemaelen kan, als dat verklaert staet,
soo magh den meulder henen gaen offt die weder
te moolen coomen, en mollichteren gans alle die
molchter die hij meynt dat die persoonen offt
laeten hem ontvoert hebben, sonder mesdoen aen
Heer offte jemandt, ende soo verre als die
laeten buyten hebben gemaelen geen saecke en
hebben tegen den meulenaer.
Et signatum erat: JOANNES SERVATIJ,
secretarius der Heerlyckheyt Kessenich
tot Hunsel. Copia.
Deze copia of afschrift had tot on-
derteekening: P.DREESENS, secretarius
liberi territorij de Kessenich.
Zoo als blijkt uit het hoofd van dit
afschrift, is dit molenrecht, dat in ieder
jaargeding aan de ingezetenen moest
voorgehouden worden,^van oude herkomst en
werd in de 17 eeuw hernieuwd of wellicht,
als slecht costumier zijnde, in schrift
gebracht door of op last van den heer van
Kessenich, Jan Walraf van Waes. Deze had
die rijksheerlijkheid verheven in 1689 voor
het leenhof van den Hertog van Gulik, van
welken zij roerende was.
Uit bij mij berustende afschriften van 't
Gichtboek van Kessenich, on- derteekend
door Joseph Buren, secretaris der bank, en
gecollationneerd door zijn opvolger P.
Dreessens bovengemeld, blijkt verder dat de
ban- of dorpsmolen in 1663 "verob-
ligeert ende verbonden" was voor
kapitale sommen aan Jonkheer Charles de
Bourlain en Matheus Bocholt, en dat
deze, wegens gebrek der in-
terestbetalingen, bij gerechtelijke
verkooping of uitwinning van 28 Sep-
tember 1663, den molen met alle apen
dependentien, tevens ook den hof genoemd
Grouwels, "met alle sij- ne aanclevende
gerechtigheyt", gelegen te Uffelsen en
mede hypothecair verbonden, overdroegen
aan den land- scholtis Carolus Crol,
admodiateur van 't Graafschap Horn.
G.D.F.
Nog enkele toelichtingen :
* het gaat duidelijk over de banale of
dwangmolen van Uffelsen, onder
Waleram of Walraaf II van Waes en wel
in de 17e eeuw. De molen werd door
hem verheven (kwam rechtens in zijn
bezit) voor de hertog van Gulik in
1639.
* het molchter was het maanloon in 'natura'. Het bedroeg, gelijk elders, 1/20 als men het graan zelf naar de molen bracht; 1/16 als de molenknecht het met de 'molenkar' kwam ophalen en het meel weer kwam thuisbezorgen.
* de molenkar wordt vermeld en ook het
geijkt vat dat de knecht bij zich moest
hebben ('gebrandt' betekent hier geijkt).
Hij moest een 'gestreken' maat afleveren.
Een 'malder' is hierbij een vaste maat
volgens het aangewende 'vat', in dit geval
'Maas- eiker maat'. In principe is een
'malder 1 een hoeveelheid graan die in-
eens kan gemalen worden. Het vat kent
verschillende maten, variërend van
23 tot 26 liter. Bijgevolg is een 'malder' zes vat, dus iets tussen 138 en 156 liter;
laten we zeggen : rond de 150 liter. Van 2
vat koren moet de klant 3 vaten meel
krijgen; van 4 vat moet dat 6 vaten meel
geven; van 1 malder dus 9 vaten meel.
149.
* Grouwelshof onder Uffelsen hoeft men niet
meer te gaan zoeken: volgens P. Bouveroux
werd het in 1840 afgebroken. De Uffelse
molen, lang een twistpunt tussen
Nederland en België vanwege bewateringen
.. staat daar nog wat verweesd langs de
rechtgetrokken
beek: een schaduw van wat deze bekende
molen ooit is geweest. Over eigenaars en
twisten ... kan men terecht bij P.
Bouveroux.
DONAAT SNIJDERS, o.s.c.
VAN MEER DAN EEN HALVE EEUW GELEDEN,..
GEPLOGENHEDEN BIJ OVERLIJDEN EN BEGRAFENIS
Als iemand in de parochie overleden was,
werden zo spoedig mogelijk de pastoor en de
koster verwittigd.
Dat was zó te Molenbeersel en ongetwijfeld
overal in het omliggende..
De hele buurtschap was van de treurige
gebeurtenis vlug op de hoogte. Vrouwen die
enigszins de tijd hadden, gingen de dode
even groeten en de familie wat troost bieden.
De koster, of één van zijn zoons, luidden de
klokken. Driemaal na elkaar, met een
minuutje tussenpoos tussen het gebeier.
Het nieuws liep als een vuurtje door het
dorp. Velen konden wel gissen wie -zoals dat
heet- het tijdelijke met 't eeuwige had
verwisseld.
De mensen uit de wijk kregen dan een aantal
opdrachten te vervullen, die bij zulk geval
noodzaak worden. Maar de vrouwen waren
nochtans eerst aan de beurt: zeven
ongehuwde meisjes (mêègdje), van hoofd tot
voeten omhangen met een zwarte folie,
trokken in de vroege morgen, in een lange rij
en hardop biddend naar de kerk. Daar werd
voor de zielerust van de gestorvene een
lange reeks Onze-Vaders en een lange reeks
litanieën gebeden.
* # *
Was de aflijvige iemand van enig aanzien,
dan werd vaak beroep gedaan op een
nonnetje om het lijk "af te leggen".
Tenminste als het zustertje niet te ver moest
gaan.
's Avonds kwamen alle mannen uit de buurt
in het sterfhuis samen om de rozenkrans te
bidden. De schaars verlichte huiskamer was
spoedig eivol en niet zelden te klein.
In het halfduister bromden de zware
stemmen vele rozenhoedjes. Zolang de dode
"boven d'aarde" lag, werd dat herhaald, maar
de eerste avond reeds moest er geloot
worden om de taken te verdelen :
- twee mannen kregen de opdracht bij
de dode te waken
- vier mannen moesten de lijkbaar dra-
gen. (Was hêt sterfhuis te ver uit de
dorpskom, dan moest gezorgd worden voor
kar en paard om 't lijk tot aan de kerk te
voeren).
- andere mannen werden aangeduid
om, de dag van begrafenis, de klokken te
luiden
- vier mannen kregen de moei
lijkste taak: het graf delven
- anderen werden er mee belast de fa-
milie in de naburige dorpen te verwittigen
Bij het waken waren enkele traditionele
gebruiken in acht te nemen :
- in de nabijheid van de aflijvige
b 1 i j ve n
- er op letten dat de brandende kaarsen
naast het bed niet uitdoofden en ze
desnoods vervangen
- de haard of de kachel mochten,
bij koud weer, gestookt woraen
- de wakers kregen een grote kan
koffie, om te voorkomen dat ze insliepen
en... dikwijls stond er een stoop jenever voor
ze gereed.
(Er werd verteld dat ze ooit de sterke drank
duchtig door het keelgat hadden gegoten en
dan de angst op het lijf kregen, spoken
meenden te zien, vreemde geluiden schenen
te horen., en nog erger dingen...!)
* * *
Over het klok-luiden op de begrafenisdag,
wil ik nog iets grappigs vertellen .
Mijn vader en ikzelf waren 's avonds gaan
bidden in de woning van een overleden
buurman, ergens in de richting van de beek.
Na de ceremonie werd er geloot om de
opdrachten.
Vader haalde een toegeplooid papiertje uit de
toegestoken hoed en las -tot zijn niet
geringe verbazing- "Loeien". Het stond daar
in mooi "klassiek" schrift: "Loeien". Die het
geschreven had moet zeker van mening zijn
geweest dat de "pappenheimers" van zijn
wijk, niet zouden gesnapt hebben wat "lui-
den" beduidde...
Vader kon zich de dag van begrafenis niet
vrij maken en liet een plaatsvervanger
"loeien"., de klok luiden, bedoel ik..
Wie aan de echtheid van mijn verhaaltje
mocht twijfelen..: na zoveel jaren heb ik, bij
groot toeval, het bewuste papier
teruggevonden in een kerkboek dat mijn
vader toebehoorde, (zie afbeelding) .
* * *
De grafdelvers kregen het moeilijkste werk op te knappen. Zo'n kuil graven is zwaar
labeur.
Zij moesten er vooreerst goed voor oppassen
dat de mulle bovenlaag niet in de put
neerstortte. Een groter probleem
deed zich voor wanneer ze door de dikke
zandlaag hadden gegraven en ze plotseling
op een keiharde, rosse grondlaag stieten, die
weerbarstig bleek voor een gewone schup.
Ik herinner me dat de del vers zich dan niet
verder inspanden, in zoverre dat de kist
nauwelijks één meter onder de grond kwam
te liggen.
Er zijn, op zekere dag, klachten gekomen
hierover (van hogerhand?). Voortaan kwam
de veldwachter meten met de duimstok of de
kuil de vereiste diepte gekregen had.
De delvers bedienden zich van dan af, van
een houweel of een oude aaks, om de
harde ijzerlaag te breken.
* * *
Een aantal mannen werden er mee belast de
familie in de naburige dorpen te verwittigen.
Dat kon onmogelijk anders dan mondeling
geschieden. Brieven schrijven werd niet
gedaan, telefoneren ging toen nog niet,
evenmin als telegrams zenden en wie bezat
een fiets ? Dus., te voet naar Kessenich, of
naar Beek, of Hunsel, of Tongerlo.. Het was
niet altijd een lachertje..!
* * #
Toen ik nog heel jong was, heb ik zo dikwijls
toegekeken als men een dode in het graf liet
zinken. Aan weerszijden ervan stonden twee
mannen met dikke koorden ("zeile"), die ze
onder de kist schoven. Met z'n vieren hieven
ze de doodkist omhoog en lieten die dan
zachtjes in de kuil zakken. (De cowboys van
de Far-West deden hetzelfde met hun dode
makkers., zoals we nogal eens zien op T.V.)
Wie destijds op het dwaze idee is gekomen
verandering te brengen in dit eenvoudig
gebruik, is mij een raadsel. Was men (?) van
oordeel dat twee mannen evengoed de
karwei aankunnen als vier? In elk geval
kwamen er verder geen koorden meer aan te
pas.
Een dikke plank, ongeveer 50 cm. breed, zou
de touwen vervangen. De delvers plaatsten
die in het graf met een uiteinde in de uiterste
hoek, waar de voe-
151.
ten van de dode zouden rusten. Het andere
einde, waar een handvat aan zat, stak aan de
overzijde boven de grond uit. De kist werd
op de plank getild.
Ze schoof met een plotse ruk naar beneden.
De twee mannen trokken de plank uit de
kuil... het lijk plofte neer op de bodem...
Akeli g..!
* * *
De priester maakte een laatste zegenend
gebaar over de dode en keerde dan met zijn
koorknapen terug naar de sa- kristie...
Maar de fami1 del eden, wenende vrouwen
en zwijgzame mannen, gingen weer de kerk
binnen om de kruisweg te doen. De koster
las uit een beduimeld boekje bij elke statie
het passieverhaal voor. Daarna kwamen alle
rouwenden in de middenbeuk, met wijd
uitgestrekte armen God om erbarmen
smeken over de mens die ze even tevoren ter
aarde hadden bestel d.
* * *
Nu zijn al die gebruiken meestal verdwenen
en vergeten...
Vóór een paar weken zat ik bij het bed van
een stervende. De aalmoezenier van de
kliniek kwam hem nog eens zegenen en hem
een troostwoord in het oor spreken .
Daarop zei tot de wenende echtgenote, van
de ijlende man: "Als hij dood is, zal het huis
hier alles voor U regelen. U moet enkel een
hemd meebrengen, een boordje en dasje.. De
begrafenisonder- nemer die aangeduid
wordt, draagt zorg voor de kleinste
details..."
Zo gebeurde het ook, met uitzondering van
de kerkelijke plechtigheid die -op aanvraag
van de naastbestaanden- uiterst ontroerend
overkwam..
In vroeger tijden was zoiets haast on-
mogelijk. Immers., begrafenisondernemers..
wie had daar, op de buiten, ooit van gehoord
??
De buurtgemeenschappen waren destijds
zeer gesloten kringen, waar iedereen elkeen
kende en -al waren er soms vetes tussen de bewoners- als er ergens echte nood heerste,
dan waren helpende handen tot alles bereid.
Bij een sterfgeval bijvoorbeeld, stonden
vrouwen, zowel als mannen, gereed om hulp
te bieden.
Nu zijn vele vriendschappelijke relaties -ook
bij dorpsmensen- door allerlei
omstandigheden verkild, zoniet uitgedoofd.
Men kan het alleen maar betreuren....
MAARTEN JOZEF BOON
K U R I E U S , . .
Verkleinde weergave van een inte-
ressant "doodsprentje"; een gene-
alogisch dokumentje, zoals we’er
meerdere kennen uit Duitsland.
De tijden zijn veranderd,
voor de doodsprentjes..
ook
(Ingezonden: Donaat Snijders)
PERIKELEN OP EN ROND DE TRAM MAASEIK - WEERT (vervolg en slot)
In dit nummer het slot van de "perikelen" zoals ze "Joe Benfon" zrich herinnerde. Qp onze
oproepen in vorige nummers van dit tijdschrift, ontvingen we nog een aantal reakties; deze
komen vanaf het volgende nummer aan bod.
Oude foto's van de tram in onze dorpen blijven welkom en., worden terug bezorgd !
"NOE KRIEG ICH NOCH VIEF SEIMTIEME!"
Wat kostte zo'n reisje Maaseik-Kinrooi of
Maaseik-Molenbeersel? Ik weet 't niet zo
precies meer, maar in de prijs werden toch
nog centiemen vermeld.
Het stukje van 0,05 fr. had nog een zekere
waarde. Op de Maaseiker kermis kon je, in
de twintiger jaren, nog 'n lekker ritje maken op de prachtige paardjesmolen voor 0,10 fr.
en een partij "beugelen" kon je overal spelen
voor hetzelfde bedrag.
Eén van de tramkondukteurs was bijzonder
tuk op een paar centjes "drinkgeld" en hij
had er een geraffineerd handje van weg, om
dat te bemachtigen.. Zo nam hij zeer
dikwijls ruimschoots de tijd om een
geldstukje van 0,05 fr. op te diepen uit het
rammelend kleingeld in de lederen tas, die
op zijn buik bengelde. Dat maakte sommige
reizigers zenuwachtig en die zeiden dan
tenslotte: "Och., laot mër zitte!"
Ik heb -in verband met dit truukje- het
volgende "incidentje" meegemaakt..
De “tramhalt" te Kinrooi, aan het huidige gemoderniseerde vijfwegenkruispunt, met de tram
komende uit de richting Molenbeersel. De "wachtzaal" is blijkbaar leeggestroomd voor de
fotograaf.. Waren het allemaal klanten voor de tram..? (Verzameling: Geschied- en
Heemkundige Kring Kinrooi)
153.
Een geboren Kinrooi naar, oudstrijder 1914-
1918, was na de oorlog als beroepsmilitair te
Brussel blijven wonen. Hij kwam nu voor een
verlofperiode naar zijn familie in Kinrooi
afgezakt, nam aan de Bospoort de tram en
betaalde vóór 't Ven, zijn reistiketje.
De kondukteur scharrelde heftig in zijn
geldtas en gebaarde niet te vinden wat hij
zocht. De reiziger wachtte.. Hij had bij 't leger
geleerd wat geduld is!
Eindelijk zei hij: "Noe krieg ich noch vief
sentieme!"
De kaartjesknipper sloeg rood aan. Hij had
blijkbaar gerekend op: "Laot mèr zitte..!" Hij
grijnsde met brede mond en brabbelde
kwaadweg, zodat iedereen 't moest horen:
"Jao.. jao.. noch vief sentieme.. Hè woentj al
te lang in Brusselt.. Hè wèt neet mier dèt wièj
e knepke zegge.. Hiej.. dao is dien vief
sentieme.. Brusselèr!"
* * *
Onder de oorlog 1914-1918 waren we totaal
onderworpen aan de bezetter., zelfs wat de
betaalmiddelen betrof: we betaalden met
Duits geld., plakten Duitse postzegels op de
zeldzame brieven (die onderworpen waren aan
censuur..')
Na 1918 werden de Marken toch ingewisseld
tegen Belgisch geld (1 Mark= 1,25 fr.).. Maar
kleine muntstukken kwamen traag weer in
omloop.
Een heel aantal verdween trouwens ter
oorzake van de inflatie. Het stukje van 0,01
fr. (et eurtje) was al geen betaalmiddel meer.
De "cent" (0,02 fr.) bleef nog even in omloop.
Het "knepke"(0,05 fr.) -in Sint-Truiden "e
solleke" en in Oostende "enen alve klute"-
heeft nog lang stand gehouden.
In mijn beperkte verzameling munten vind ik
nog twee "knepkes"; het ene draagt als
uitgiftedatum 1895, het andere 1925.
Ik heb me onlangs laten vertellen dat jongelui,
bij slager of bakker, tegenwoordig de hand
niet meer uitsteken als ze nog 5 fr. moeten
terugkrijgen!
0 tempora, o mores !
DE STAKING
De meest bewogen en in zekere mate dra-
matische geschiedenis van de buurttram
Maaseik-Weert was zeker de staking in de
twintiger jaren.
Dramatisch in die zin, dat er klappen werden
uitgedeeld en dat er sommige ak- ties uit de
hand liepen, in zoverre dat ze voor de
rechtbank van Tongeren beslecht werden.
Waarom die staking uitgebroken is, weet ik
niet. Misschien voor 'n beter loon? Misschien
ook voor betere werkomstan- di gheden?
Eerste slachtoffers van de staking waren de
naar Maaseik schoolgaande jongeren. Fietsen
hadden ze niet., en ‘s morgens acht a tien
kilometer te voet gaan en na de studietijd
nog evenver terug., was geen pretje.. En de
steenweg was toen voorwaar allesbehalve een
spiegelgladde "macadam"!
De staking werd geen groot sukses.
Men moet er om te beginnen rekening mee
houden dat er van sterke vakbonden in 1920
nog geen sprake was en dat de bazen nog
oppermachtig waren.
Toch bestond er in Limburg reeds een soort
"werkmansvereniging" met als leider
Eerwaarde Heer Habraken. Hij was de
voorloper van Pater Anecetus van Rekem,
halfbroer en beschermer van de overleden
Minister van Staat August Cool.
Vermelden we ook nog dat de "Ollanders" niet
meededen met de stakers en dat de tram vrij
regelmatig bleef lopen van Weert tot de grens
in Stramproy en omgekeerd. En dit gaf
aanleiding tot gewelddaden en strafbare
feiten.
Natuurlijk waren de Belgen woest op hun
kollega's van over de grens. Het geharrewar
begon aan "de Paal"., met wat o- ver en weer
gejouw en bedreigingen.
Toen de staking echter zonder resultaat bleef
aanslepen, moest er ain gene zijde van de
"Paal", om de beheerders serieus te kunnen
dwingen tot toegevingen, wat gebeuren.
154.
Een paar stakers waren langs omwegen op
Hollands grondgebied geraakt en ze hadden
zich verstopt opgesteld in de nabijheid van de
wisselsporen, waar de lokomotief afgehaakt
werd en moest ma- neuvreren.
Op het ogenblik dat de Weerter machinist
daarmee bezig was, werd hij onverhoeds
besprongen door de stakers. Zij sloegen hem
"buiten westen" en wierpen hem op de berm.
Als de bliksem klommen ze op de loko, gaven
veel stoom en spoorden richting
Molenbeersel. Ze reden de herstelplaats
binnen en verwijderden enkele vitale
onderdelen uit de machine. Ze kraaiden
viktorie !!!
Maar dit kon niet ongestraft blijven. Hoe de
hele historie verder evolueerde weet ik niet
met zekerheid. Wel herinner ik mij dat
personeelsleden werden afgedankt en
sommigen daarvan later veroordelingen
opliepen.
Hun aanvoerder (als we hem zo mogen
noemen) kreeg evenwel een mooie kans om
zijn "maatschappelijke" stand weer vrij goed
te herstellen. Hij werd later zelfs een gekend
gemeenteambtenaar.
Maanden na de staking, toen alles weer rustig
was geworden, bleek de vader van één der
"belhamels" zo stoutmoedig, aan die halte te
Molenbeersel, een Weerter beheerder uit te
schelden, telkens die zijn hoofd aan 't eerste
klas- secoupé liet kijken. Dat eindigde ook al
op een rechtszaak te Tongeren. Getuigen
werden opgeroepen en moesten herhalen
welke vreselijke verwensingen de welgedane
administrateur naar zijn kop geslingerd
werden.
De nijdige druktemaker werd veroordeeld en
moest voortaan zijn bek houden, als hij het
dikke, ronde gezicht van K.... uit Weert in de eersteklaswagen ontdekte..!
DE STOOMFLUIT ALS SIGNAAL VOOR SLUWE DOUANIERS
Het is begrijpelijk dat de smokkelhandel te
Molenbeersel welig bloeide. Sinds
mensengeheugenis trouwens. De grens met
Nederland is er kilometerslang.
Vóór vijftig jaar lag de grensstrook daar als
een "no-man's-land".. verlaten bijna, met
hier en daar een bosje dennen of struiken,
een smalle weg, 'n zeldzaam stukje
akkergrond.
Anderzijds hadden v*ele huisgezinnen 't toen
erg moeilijk om "rond te komen".
Ze boerden op een kleine hoeve met één
koetje, een paar geiten, een varkentje en een
troepje kippen. Wat er 's middags en 's
avonds op tafel kwam, was dikwijls maar
magere kost. En als de boekweitoogst, of de
aardappeloogst mislukte, was armoede troef
!
Een kleine bijverdienste die de smokkelarij
kon opleveren was welkom., en wildstropen
bracht wat vlees in de pot! Smokkelen zat
velen in 't bloed en er waren altijd wel een
paar goederen de moeite waard om
klandestien verhandeld te worden.
Toch waren er in Molenbeersel een heel
aantal tolbeambten. Aan de "Paal" stond het
douanekantoor, het"werkterrein" van de
brigadier-ontvanger. Hij had een paar van
zijn mannen buiten staan -of zitten- gelast
met de gebrulikelijke kontrole op voertuigen
en koopwaren die over de grens moesten.
Verder had hij te doen met de
administratieve rompslomp, onder andere
"passavants" (geleibrieven) uitreiken, de
beurtrol van zijn ondergeschikten opstellen,
statistieken bijhouden en dies meer.
De doaniers stonden onder zijn toezicht
maar hij was tenslotte helemaal gebonden
aan zijn kantoorwerk. In feite werden de
tolbeambten gevolgd en gekontro- leerd
door een officier, namelijk een 1uitenant.
In de jaren 1922-1925(7) werd die post
bekleed door een ietwat oudere man, die niet
kon fietsen en dus per tram naar
Molenbeersel reisde. Zo kwam het bij-
voorbeeld al, dat de brave "kommiezen" op
hun nachtelijke tochten niet veel te vrezen
hadden van enige kontrole : hun luitenant
sliep lekker te Maaseik., hun brigadier had
dringend nachtrust nodi g.
Maar ook overdag hadden sommige "amb-
tenaars" (zo werden ze ook vaak genoemd)
een middeltje uitgekiend om aan
155.
dienstklopperij te ontsnappen. Zij bedachten
de machinisten van de tram met flinke fooien
en zodra één van hen gemerkt had dat de
luitenant te Maaseik "aan boord" was
gestapt, gaf hij tussen de "Lossing" en de
beek een afgesproken hels fluitsignaal, net
of er een kudde koeien de rails versperde.
De dienstverzakende kommies greep ijlings
zijn kepie, knoopte zijn uniformjas dicht,
sprong op zijn fiets en eer het luitenantje van de tram was gestapt, was de tolbeambte al
een heel eind op weg naar zijn standplaats.
Daar wierp hij zijn fiets in een gracht, of
tussen de struiken en keek uit naar
smokkelaars. Zó vond de officier hem.
"Ach, luitenant", zei de man, "wat een
verrassing. Ik sta hier al zo lang... maar ik
heb nog geen mens gezien.
Straks wandelde ik tot aan dat paadje
ginds.. Ik meende er sporen te vinden van
kal verhoeven.. Ze waren niet vers meer..
Toch moeten we hier opletten!"
En de luitenant onderzocht de hele omtrek,
maar vond niets wat hem verdacht voorkwam.
Nochtans prees hij de stiptheid en de
waakzaamheid van zijn bediende, wie hij
bovendien nog een spoedige promotie
voorspelde.
Hij kon onmogelijk vermoeden dat hij bij de
neus werd genomen, noch dat hij precies te
doen had met de uitvinder van de
bedrieglijke afspraken met de trammachi-
nisten.
* * *
Die bedrieger had trouwens nog andere pijlen
op zijn boog, die met de stoomfluit van de
tram niets te maken had-
Afdruk van een oude prentbriefkaart van het vroegere grenskantoor ("Zolkantoor") te
Molenbeersel (gebouw rechts op de foto). Deze kaart werd ons bereidwillig ter beschikking
gesteld door ons lid Pierre Verheyen van Molenbeersel ter illustratie van deze bijdrage.
Waarvoor beste dank!
De achterzijde,van deze kaart draagt de poststempel 23 januari 1912; ze werd geadresseerd
aan Mr. Leon Van Hoey, 18 Avenue Dailly, Schaerbeeck, Bruxelles.
den, maar die ik -tot slot van deze
geschiedenis- toch wil vertellen.
Op een bepaald ogenblik (in 1925-26?) had
de veesmokkel zulke dimensie aangenomen,
dat de Nederlanders besloten daar een eind
aan te stellen. Men vroeg zich af hoe het
Godsmogelijk was zo gemakkelijk door de
mazen van de grensposten te kunnen
geraken.
De fameuze tolbeambte Van B..., die zo hoog
stond aangeschreven bij zijn 1uitenantje,
moet er voor iets tussen hebben gezeten. Hij
kon immers de smokkelaars inlichten
wanneer (tenminste aan Belgische zijde) "de
baan vrij was".
De Hollandse kommiezen hadden echter lont
geroken. Op een nacht had een versterkt
peloton zich verdekt opgesteld en een bende
smokkelaars werd betrapt,
toen ze een groot aantal kalveren over de
grens joegen, richting België. Onder de
gevangenen bevond zich douanier Van B
Hij heeft een tijdje in de bajes gezeten en
werd stante pede geschorst en uit zijn ambt
ontzet.
De luitenant, die zo hoog met hem opliep,
is niet lang meer in dienst gebleven. Hij
werd opgevolgd door ene
Van E , een strenge man, die wél
kon fietsen en ook bij nacht op kontrole trok.
De stoomfluit van de tram werd alleen nog
gebruikt om vertrek en aankomst aan te
kondigen of als er een hindernis te
bespeuren was op het spoor.
Signalen voor sluwe kommiezen waren niet
meer nodig..!!
JOE BENFON
JAAK BOONEN (1875 - 1944)
Op het nieuwe kerkhof te Opitter lezen we op een grafsteen: Bid/voor de ziel van/ Dr. Jaak
Boonen/geboren te Opitter/den 10 september 1875/overleden te /Schoten-
hofop/Hemelvaartsdag/18 mei 1944/en zijne echtg./A.M.Cath./Reuten/geb.te Ton- gerlo/den
24 januari 1884/overleden te/Schotenhof op/12 november 1958.
Het is goed mogelijk dat Jaak Boonen te
Opitter zelf niet erg meer bekend is. Hij
heeft slechts zijn jeugd doorgebracht in zijn
geboortedorp. Reeds in zijn kollegetijd
wierp hij zich op als een gevierd en knap
redenaar in de Vlaamse strijd, die in zijn
jeugdjaren voorgoed losbrandde. Na zijn middelbare studies trok hij naar de
Leuvense universiteit, waar hij in de jaren
1897-1901 wijsbegeerte en
letteren studeerde en de titel behaalde
van dokter in de germaanse filologie.
Dan was hij een tijdje leraar, om in
1905 te Brussel hulpbibliothecaris te
worden in de Kamer van
volksvertegenwoordigers.
De toen dertigjarige bezorgde in 1905 een
bloemlezing "VAn Onzen Tijd-proza en
poëzie uit Noord en Zuid", een boek van
408 bladzijden, dat voor die
157.
tijd veruit de beste Nederlandse bloemlezing
mocht heten, die er toen voorhanden was.
Boonen ontplooide een grote aktiviteit, met
bijdragen in meerdere Nederlandse en
Vlaamse tijdschriften, ondermeer een zeer
goede verhandeling over de Brusselse dichter
Prosper van Langen- donck in "Dietsche
Warande en Belfort", april 1905. In een
volgende fase bezorgde hij, perfekt
tweetalige, een aantal vertalingen uit het Frans van werken van René Bazin en andere
toen veelgelezen auteurs.
Later ging zijn voorkeur uit naar meer
folkloristisch-getinte dorpsvertellingen, zoals
de bundels "Allerlei Mensen", "Amusante
Typen-schetsen uit het Vlaamse volksleven",
"Boer Hannes- Baas Klits", "Geldjan", "Klok,
klok- Een lustige broeder", "De lijdensge-
schiedenis van pastoor Teevaert", "Naar Leuven", "Wraak-De koemeester", "De vliegende man" en zijn twee beste: "Van
plezante mensen" en "Het slijk der aarde";
vertellingen, waarin de mensen van Tongerlo
en Opitter zich moesten herkennen.
De eerste wereldoorlog inspireerde hem tot
"De Belgische soldaat. Zijn werk, zijn geest,
zijn ziel".
Zonder vaste bronnen van inkomsten geraakt
na de oorlog, ging het hem financieel slecht.
Jarenlang woonde hij te Ophoven, waar hij en
zijn talrijk gezin moeizaam aan de kost
kwamen. Hij schreef nog wel voor kranten,
maar van een regelmatig schrijversbestaan
kwam niets meer in huis. Rond 1940
verhuisde hij naar Schoten, waar hij tegen het
einde van de tweede wereldoorlog overleed.
Zijn oudste zoon, Edgar, geboren te Tongerlo
in 1912, vestigde zich als advokaat te
Antwerpen, waar hij huwde met de dichteres
Liesbeth van Thillo.
Ook hij was in zijn jonge jaren een bekend
redenaar in de Vlaamse studenten- bewegi
ng.
Het zou de moeite lonen de naast verdwenen
dorpsverhalen van Jaak Boonen, zo typisch
voor de tijd rond 1900, nog eens op te
sporen. Een zoektocht in diverse plaatselijke
boekerijen leverde tot dusver niets op: men
heeft met alles wat "oude spelling" heette wel
huisgehouden, dikwijls op onverantwoorde
wijze..
De verhalen van Boonen zijn geen grote
literatuur. Ze zijn wel typisch afgekeken van
de mensen van bij ons. Zodanig zelfs dat hij
eerder gevreesd dan bemind was om die
verhalen.
Overigens doet nog menig verhaal de ronde
rond deze vroegere bewoner van de Ophover
villa "Buitenzorg". Man en villa zijn sinds jaren
verdwenen..
Wij komen daar allemaal nog wel eens op
terug.
DONAAT SNIJDERS
D R I E M E N S E N
Ze zaten op een bank langs de groene
waterkant ze keken naar het water waarop de
bootjes varen.
Ze zaten op een bank ze lazen niet in de krant
alleen maar kijken naar 't water waarop de
golven spelevaren.
Drie mensen op een bank ze keken over de
waterkant ze lazen en spraken niet alleen
maar kijken, anders niets.
(1967) BROEDER HERMAN, o.s.c.
Waat maag dét in godshiêrenaam beteikene
EUVER BOUMSPEK EN MORGE PEERE... WAT ONS NOG TE WACHTEN STAAT IN ZOMER EN H E R F S T . ,
Dit is een kort verhaal over betere tijden dan de winter. De bloei zal weer aan de bomen komen
en als een der eerste toont de heulenteul in de haag weer tekenen van leven.
heulenteul waar wij vroeger de klaptoeten
uit maakten.. en die overal de mestkuilen
vochtig hield het woord fleer of
vlier(struik) is eveneens bekend, maar de
heulenteul was wel ouder. Het
middelnederlands kent het woord hollender.
In het Duits is het Holunder. De
waarschijnlijke uitleg is: heul als hol en
verder teer wat betekent struik of boom.
Denk aan Appelterre wat niets met Frans te
maken heeft maar alles met ter of teer =
boom.
Stam en takken zijn hol; het was
trouwens het zachte merg wat wij
eruit stieten voor onze klaptoet.
Het jonge struikachtige gewas is eerst aan
de beurt : de kroonsjele vooral en de
miemerte.
kroonsjel is de kruisbes. Het woord van bij
ons is een wisselvorm, zoals men dat heet
van kroezel = ineenge- kruld, wegens de
fijne haartjes op de bes, die de indruk
kunnen geven of de bes ineengeschrompeld
is.
Denk aan kroezelhaar. Het oude Ne-
derlands kende de vorm kroezel voor de
bes. Kiliaen vermeldt de kroezel
(bezie). In het Duits is het Krau-
selbeer.
Alle soorten van "biere" trouwens leunen
aan bij_het Duitse woord: die Bee- re = bes,
bezie.
Hoe men precies aan de nu bij ons
verdwenen 'maosbiere' kwam voor
bosbessen ? Dat moas kan ik nergens
vinden. Heeft het plaatselijk woord iets
te maken met 'het Maos' de veldnaam waar
ik ze lang geleden nog vond als kind??
163.
De rest van het fruit komt veel later. Bij die
vinden we heel oude soorten zoals de
'baaskes', een heel oud soort pruim. Bij de
appelen de 'zeutappele' (zo zoet omdat ze
half wild zijn). Men griffelde en entte vroeger
niet voor niets om betere, hartelijker en
vooral zich beter bewarende soorten te
kweken.
Het kenmerk van wild en van half-wild is
trouwens : kleinere vrucht en zoetere ofwel
zeer wrange smaak. Men den- ke(mensen
boven de zestig!) aan de wilde kerseboom van nonk Belz en de beroemde pereboom in
Hoezers wei aan de beek : een monument
(dat helaas zoals zoveel verdwenen is..).
Men had de 'ossekop' : een dikke soort van
panappel, zeer geschikt overigens voor 'in de
krollemol' .. Dus ook Bak- appel.
Voor dit laatste bestond het heerlijk woord
'boumspek' = spek wat van de boom kwam :
heerlijk die gebakken appelsju- ve, al of niet
met spek erbij..
Intussen waren, met de kroonsjele, ook en
vooral de 'miemerte' rijp of toch zo
'ongeveer., want we zaten (let op dat woord
!) er bijtijds aan.
Het is wel kurieus dat dat vlugge
wegratten en wegritsen ZITTEN wordt
genoemd, waar het vlug en staande- beens
geschiedde..
Maar goed: miemerte en let op die begin-
M.
Wie in diverse woordenboeken onder de M
zoekt zal ons woord voor 1 aalbes' niet
aantreffen..
Wel onder de W. in het Maastrichts spreekt
men van Wiemer en dat zit dan zo: Wiemer
komt van wiember komt van wijnbeer of
wijnbes.
Ook het Rijnlands kent het zo: in Aken
is het wimel.
Hoe WIJ van die w op een m gekomen zijn?
Het is mij een raadsel.
De trossen zien er inderdaad uit als mini-
druiventrossen en ze hebben een helle
wijnkleur. Onze huidige 'wijnmakers'
kennen het vruchtje overigens zeer goed.
ER komen vroege 'ougstappels' en 'sint
Jacobspéérè' en de oeroude soorten
'waterpèére' en 'smaotpèèrè
de waterpêère zijn trouwens buitengewoon
waterachtig en dus flets van smaak.
de smaotpéère hebben inderdaad -met een
beetje verbeelding- da smaak in zich van
smout of raapolie: het goedkope
vervangmiddel van echt vet.. Beide dienen
vooral voor het maken van de
wintervoorraad 'OOFTE'
Duits Obst. A.N.: ooft.
Hoe ge die goed moet maken: daar heb ik
een gedicht aan gewijd..
Ge moet dat recept maar eens lezen.. Het
vraagt wel even inspanning: een keer of
drie de oven in na het baksel.. De muizen
op zolder zijn verwoede liefhebbers..
We zitten al vroeg aan het fruit, vooral aan
de 'vergéèriepdje' vruchten.
dat is in deftig Nederlands de vóór de
tijd rijpe, 'verkraadsjelde' peren of
appelen, hier zit het verdwenen oude woord
gaa of gee in: bewaard in het
woord geeuwhonger wat niets met
geeuwen te maken heeft, maar met dat
ga of gee= plots (opkomend) men sprak
vroeger bij voorbeeld ook over de ga-
dood, dit is de plotse, onvoorziene
dood. Ga- of gèè-riep betekent dus:
plots, te plots rijp.
Er waren latere soorten: de nu weer
gezochte 'binneruudjes' die hun naam niet
gestolen hadden, de renetten
renet is een winter-appelsoort.
In het Frans reinette. Ook hier
bedriegt de schijn. De naam is zeer
Waarschijnlijk afgeleid van de
rieviernaam de Rijn. Wetenschappelijk
gesproken poma rena- na = rijnse
appel. DE volksetymologie of
woordafleiding heeft zich daar later
meester van gemaakt en er het Franse
woord reine = koningin in gezien .
De echte "wintjerpéère hebben hun naam niet gestolen evnemin alf de beroemde "keuleman" of 'keulemenkes', naam afgeleid van een kweker van dit soort late appelen.
Ik wens u een sappige, 'moörge" péér.
mörg = overrijp, week, zelfs: melig of
op de rand van.. en dat is dan een
'MURWE' peer in het algemeen beschaafd..
FILOLOGUS
Aanwinsten heembibliotheek
Ook in dit nummer een lijst met aanwinsten
van de heembibliotheek. Al deze boeken zijn
aanwezig in onze heembibliotheek, weertersteenweg 241 te Ki nrooi-
Molenbeersel (boven de Gemeentelijke
drukkerij).
Onze openingsuren zijn van 08.00 h tot
12.0 h en van 13.00 h tot 17.00 h en dit op
elke werkdag.
Via deze weg willen we ook iedereen die ons
boeken of andere materialen schonk nogmaals
bedanken.
- Gedichten : Op zachte Vooizekens /
Alice Nahon. - Antwerpen: De Neder-
landsche Boekhandel, 1924 . -
- Het kleine Brouwersblad, het jaar van
het bier / z.a. - Tijdschrift . -
- Pastoor Dr. Jan Spitz (1887-1945);
Herdacht te Ophoven, 6 april 1986 / z.
a . - Ophoven; gelegenheidsuitgave, 86.
- Pastoor Jan Spitz; Herdenkingsdienst
1986 / z.a. - Ophoven; Pastoor Spitz-
werkgroep, 1986 . -
- Het leven van Peerke Donders / Jozef
Boon . - Hilversum; N.V. Paul Brands, 1930 . -
- Frans Theelen / z.a. - Hasselt; Hulde-
comité, 1960 . -
- Het ontstaan van de Maatschappelijke
werken in Limburg in het kader van het
Sociaal-Economisch gebeuren van de 19e
eeuw / Georges Vols .- Hasselt; A.C.W., z.j. -
- Herman Linnebank / Donaat Snijders .
Antwerpen, Standaard, 1952 . -
- Belgische Folklore, enkele overleve-
ringen en gebruiken / Henri Liebrecht .
Brussel; Cöte d'or, z.j. -
Lakwerk uit het verre Oosten / W.G. De Kesel .
- Gent; Rechta vit., z.j. -
- Folkloristische tijdspiegel voor België /
André Ver Eist. - Brussel; Mer- tens, z.j. -
- Hendrik van Veldeke; zijn werk en zijn
leven / J. Droogmans . - Hasselt; St.
Quintinus, z.j. -
- De dorpspastoors / August Snieders .
Antwerpen; Voor God en Volk, 1925 . -
- De kraaien zullen het uitbrengen /
August Snieders . -Antwerpen; Voor God en
't volk, 1926 . -
- Oorlogsboek van het Davidsfonds ,
14- 18 / z.a. - Brugge; J. Houdmont; z.j. -
Proeve tot een bibliografie van de gemeente
Maaseik / Peter Paumen . - Maaseik; P.
Paumen, 1986 . -
- Geschiedenis en oudheidkunde tegen-
over techniek en wet / z.a. - overdruk
- De Maaseiker kroniek Caris /R. Jans-
sen . - Hasselt, Cult. Aangelegenheden, 1986
. -
- Vijf monumenttochten in Vlaanderen /
z.a. - Koning Boudewijnstichting . -
- De heilige Machutus ; Bisschop en Be-
lijder / R. De Groodt. - Mechelen; Go-
denne, 1919 . -
- Competitie en spelreglement / z.a.
Belgische Beugel bond . -
- Samenvoegingen van gemeenten en
gemeentenwapens / Lieve Viaene-Awouters .
Brussel; Gemeentekrediet, 1977 . -
- Numismatiek; munten, penningen en
medailles / z.a. - Kredietbank, z.j. -
- Centrum voor Scriptophilie; 4de
openbare veiling / z.a. - Antwerpen, 1938 .
- Op stap ; lekker uit in eigen land /
Geert Hüsstege. - M & P Weert, 1985 .
- Archeologie in praktijk ; methoden
en technieken voor de (amateur-)archeo-
loog / K.J. Steenhouwer en A.H.C. Warringa.
- Weesp; Fibula, 1985 . -
- Levende houtwallen. Verborgen lente-
leven in onze weilanden en houtwallen/ J.
Bosselaers. Hoeselt; Stichting Limburgs
Landschap;z.j. -
- Zonen van Icarus; ontwikkelingsschets
165.
van het vliegwezen / P.R.O. Pelier . - Utrecht:
het Spectrum, z.j. -
- Verenigingen van Kinrooi / z.a. -Kin-
rooi, gemeente, 1986 . -
Verenigingen zetten zich in voor monu-
menten. 27 projekten; een korte voorstelling :
z.a. - Brussel ; Koning Boudewijnstichting,
1986 . -
- Drossaert Kroniek 1985 en 1986
/ L.J.J. Aendekerk . - 1985 . -
- Ruzie tussen het Moldersambacht de
Brouwers en de Backers, 't Antwerpen ten jare
1720-1753 / K. en P. Lemmens .
Heemkundekring de Root, 1985 . -
- Bosch in het Prado. Een
psychologische benadering../ José Raets
. - Maaseik; V.V.V.- 1986 . -
- Het leven van den H. Willebrord of de
bestiging van het Christendom in de
Noordelijke Nederlanden / F.J.P. Van Etten . -
Amsterdam; F.H.J. Bekker,
1889 . -
- Marguerite Bervoets; een heldin 1914-
1918 / A. Fontaines. - Brussel; Vanderlinden,
1951 . -
- Groote mannen van Limburg / H.C.
Melis . - Antwerpen: L. Opdebeek, 1982 .
- Geschiedenis der Middeleeuwen / FL. De Pratere . - Gent; W. Si ffer, 1983 . - Kunstgeschiedenis / J. De Keyser
en F.J. De Waele . - Antwerpen; De Stan-
daard, 1938 . -
- Stokkem, vroeger en nu/ J. Venken .
Stokkem, 1976 . -
- Schets van Maaseik vroeger, nu
en straks / J.C. Claessens. - Maaseik,
1970 . -
- Uit het verleden van Maasmechelen /
z.a. - Maasmechelen ; Gem. Culturele raad,
1980 . -
- 5 pentekeningen van Opoeteren /
Kris Nauwelaerts . -
- Geschiedenis van het Oud-
gemeentehuis van Kinrooi en Ophoven . -
- Jacob Panhausen van Opoeteren; Abt
van Steinfeld / T.J. Gerits . - Opoeteren,
gemeente, 1975 . -
- Wurfeld en zijn Sint-Laurentiuskerk /
s. de Traipont . -
- Opoeteren vroeger / Davidsfonds
Opoeteren, 1974 . -
- Limburg alaaf, carnaval in Belgisch-
Limburg / z.a. - GEnk; P.V.T.L., 1975 .
- Kunst en toerisme in Limburg /
Albert Dusar . - Hasselt; P.V.T.L., 1967 . -
- Munten en muntvondsten / z.a. -
Amsterdam; J. Schulman b.v., 1983 . -
- De geschiedenis van Smeermaas /
Frans Meertens . - Eigenbilzen, Teejaa, 74 .
- Buchenwald, Dachau, Belsen etc. / Z. L. Smith . - Gent; Fiat; z.j. - - Het bouwbedrijf in de Lage Landen tij-
dens de Middeleeuwen / A.L.J. Van de Wal le .
- Antwerpen; De Nederlandsche Boekhandel,
1959 . -
- Oude gevels te Maaseik / M.
Hendrickx Overdruk van Gemeentekrediet . -
Samenstelling : M. Donné en J. Laveaux.
Nieuwe publikaties
Een studie over de Geistinger taal... EPAARTE
KAL
Zopas verscheen, in zeer beperkte oplage en
'pro manuscripto' als eigen uitgave een nieuw
werk van Donaat Snijders. In 260 bladzijden
geeft hij een kleine stude over het
Oostneder- frankisch waartoe zijn
moedertaal, het Geistinger plat behoort.
Men kan erin kennis maken met de eige-
naardigheden van dit Limburgs dialekt of plat. Hij neemt de idee van min-
derwaardigheid weg, die zolang heeft
gekleefd aan alles wat 'plat' heette, maar wat
in feite veel ouder is dan het Algemeen
Nederlands, dat een kunstmatige taal is.
Bovendien is het vele generaties DE
moedertaal geweest. Dat dit, met alle
vervlakking die het dialekt de laatste tijden
kent, nog lang zo zal blijven is zijn vaste
overtuiging. Waarom ook niet, als men maar
zorgt ook verderafwonenden te verstaan en
te woord te kunnen staan? Hij beschouwt dit werk, vrucht van jarenlang noteren, als een
soort 'sluitstuk' van zijn vele bijdragen over
zijn geboortedorp, op geschieden
heemkundig, literair en poëtisch vl ak.
In plaats van een zoveelste 'woordenboek'
samen te stellen, met massa's dingen die
men ook in het Algemeen Nederlands
aantreft, gaf de auteur er bewust de voorkeur
aan het 'epaarte' daaruit te lichten: het
duidelijk zich onderscheidende als Maaslands
en zelfs Geistingers.
Het werd zo een ruime 'woordenlijst', alfabetisch gerangschikt en omvang- rijker
geworden dan de steller zelf oorspronkelijk
dacht..
Het 'oud' plat is er, wellicht voor de laatste
maal, in opgevist; er staat ook 'nieuw' plat in,
want deze taal is levend en dus aan
veranderingen onderhevig.
Waar het kon heeft de auteur wat uitgelegd,
voor zover dat mogelijk is in
een soort woordenboek, wat het toch is. Zijn
aandacht gaat zeer bijzonder naar de levende
gezegden en uitdrukkingen, meer dan naar de
'losse woorden'. Want hier speelt het plat juist
zijn grote en onnavolgbare levende rol. Er is
geen gevaar voor, maar met de dialekten zou
een enorme bron van fantasie en
zeggingskunst verloren gaan.
Niemand minder dan een Guido Gezelle heeft
dit een eeuw geleden al bewezen. Geleerde
apparatuur is evenzeer bewust vermeden: de
samensteller zegt dat hij wilde schrijven voor
zijn dorpsgenoten in een schrijfwijze
overigens die zo dicht mogelijk staat bij het
Algemeen Nederlands waaraan de lezer
gewend is.
Zo is het een boek 'om mee naar bed te
gaan', en eens goed te lachen of begrijpend
te knikken. Het is ook mogelijk de kroedwes
of het boonder en de vrecht of den tuut en zo achteraf op te zoeken of de bladzijden-
1ange lijst rond het woord 'vot' na te
speuren..
Of ‘met de zeve méèchdjes gaon' en zo van
die verdwenen dingen..
De auteur liet zeventig exemplaren
aanmaken: niet veel. Genoeg, dacht hij, om
de liefhebbers te gerieven. Die zullen er dan
ook wel zijn onder zijn dorpsgenoten of
ouddorpsgenoten. Of 'vrienden' van het
Maaslands plat.
U haalt er een stuk historie mee in huis, want
als er iets blijvend is, zegt de auteur, dan is
het het monument van de TAAL. Mensen gaan
en komen, maar hun taal blijft leven..
* * *
Tot uitputting is deze studie verkrijgbaar bij
de auteur: Pelserstraat 33 te Maaseik, bij Jan
Henckens-Snijders, Geistingen 19 te
Geistingen, bij de 'Geschied- en
Heemkundige Kring Kinrooi' Weertersteenweg
241 te Molenbeersel- Kinrooi, tegen
afhaalprijs van 400,-Bfr.
167.
Bestelling over de post uitsluitend
door storting van 450,-Bfr. op P.C.-
rekening : 000-0988620-93 van Donaat
Snijders, Maaseik. (Niet buitenland vanwege de hoge post-
tarieven),
FEESTGIDS "SINT-CATHARINA"
Onze "buren" van het
Nederlands Limburgse
Stramproy vieren
feest op zondag 6
juli: het internati-
onaal Oud-Limburgs
Schuttersfeest !
We komen er elders
in dit nummer nog op
terug.
Op de valreep ontvingen we een exemplaar
van de "Feestgids St.-Catharina", een lijvig
boekwerk van maar liefst 224 bladzijden.
In deze, bij ieder O.L.S. gebruikelijke
uitgave, vinden we onder andere een aantal
"voorwoorden" door de beide gouverneurs,
de beide Limburgse bisschoppen, de
burgemeester en de pastoor van Stramproy,
de beschermheer, voorzitter van de
inrichtende schutterij Sint-Catharina, e.a.m.
L. Jans, president van de Oud-Limburgse
Schuttersfederatie, schrijft een "Ten
afscheid.." (Hij wordt opgevolgd door dhr. L.
Stals van Weert-Swartbroek).
Verder enkele geschiedkundige bijdragen:
"Stramproy, de parel van Limburg" en
"Schutterij St.-Catharina".
Uiteraard bevat deze gids ook heel veel
praktische gegevens voor zowel deelnemer
als bezoeker: volgorde van de optocht, de
korpsprijzen, de juryleden, een overzicht
van de verschillende wedstrijden, enz.
Een "Schets van het huidige Stramproy"
vormt het sluitstuk van deze interessante
uitgave.
Deze feestgids wordt op zondag 6 juli te
koop aangeboden aan de prijs van 2,50
gulden en is tevens verkrijgbaar bij de
Rabobank te Stramproy.
En nog andere uitgaven...
Voor de liefhebbers (verzamel aars) ver-
melden we nog dat, als publicitaire on-
dersteuning van het O.L.S., twee folders
werden uitgegeven:
-• "Stramproy, parel van Limburg"
- "Oud-Limburgs Schuttersfeest Stramproy:
een feest voor iedereen"
Verder een mooi uitgevoerde affiche en een
raamaffiche en zelfs een plaatje waarop de
schutters worden bezongen.
Beide folders kunnen verkregen worden op
ons sekretariaat. Voor verdere bij-
zonderheden kan men steeds terecht bij Wiel
van Lierop (public relations 0LS)
Bergerrothweg 21 te Stramproy.
BROCHURE "VAKANTIEZOEKTOCHT KINROOI"
Ieder laatste weekend van MEI tot en met
SEPTEMBER 1986 worden er "Molenweekends"
georganiseerd langs de "Molenroute Kinrooi".
De plaatselijke molens kunnen dan ook
bezocht worden. Vertrek is mogelijk in elk
kerkdorp.
Als hoofdprijzen zijn enkele reizen te
winnen. De prijzenpot bedraagt 20.000
frank.
Vanzelfsprekend kan deze vakantiezoek-
tocht ook op andere dagen gedaan worden.
Een deelnamebrochure is verkrijgbaar bij de
V.V.V.-Infodienst Kinrooi, Weer- tersteenweg
241 te Molenbeersel. Prijs 50,-fr. per stuk.
GRATIS FOLDER VOOR DE WANDELINGEN KONING BOUDEWIJNSTICHTING
In elke provincie hebben opnieuw wan-
delingen plaats, ingericht door de Ko- ning
Boudewijnstichting. Voor Limburg werd
Kessenich-Geistingen uitgekozen omdat daar
twee bekroonde projekten zijn (de Berg te
Kessenich en de Luurs- kapel te Geistingen).
Over deze wandeling verschijnt een
prachtige geïllustreerde folder die gratis zal
worden aangeboden aan de wandelaars.
Tevens is er aan deze wan-
deling een zoektocht verbonden waarmee
geldprijzen te winnen zijn (beschikbaar
gesteld door de Nationale Loterij).
Begin van de wandeling: "De Borg" aan de
Kerkstraat 6 te Kessenich, elke zaterdag en
zondag vanaf 13.30 uur tijdens de periode
van zaterdag 5 juli tot en met zondag 7
september 1986.
MOLENVERSJES BIJ "MEULEKEUKSKES"
Na het "Meuledröpke" (flesje kruidenge-
never) worden er nu ook "Meul ekeukskes"
gebakken om de toeristen die Kinrooi
bezoeken aan te bieden.
Aanvankelijk werden de koekjes los verkocht,
maar vanaf dit seizoen zullen ze in een
aangepaste verpakking te verkrijgen zijn. Er
is echter meer..
Bij een doos koekjes wordt er ook een vignet
afgeleverd met de adressen van de drie
bakkers uit onze gemeente waar de koekjes
verkrijgbaar zijn. Verder staat er ook volgend
vers op dat wat zegt over de samenstelling
van deze koekjes, echter zonder alle
geheimen prijs te geven.
Bij elk vignet wordt er tevens één "mo-
lenversje" gevoegd. Tevens werd er een
plakboekje uitgegeven door de V.V.V.-
Infodienst Kinrooi waar alle versjes kunnen
worden ingekleefd.
Het vers op hef vignet en de molenversjes
werden geschreven of verzameld door onze
voorzitter E.H. Donaat Snijders .
Hierna geven we de tekst van enkele van
deze versjes die betrekking hebben op onze
dorpen.
169.
00STHAM TIJDENS DE OORLOG 40-45
Gedurende de tweede wereldoorlog hield
"Meester Henri Jamar", toenmalig hoofd-
onderwijzer in Oostham en bekend als
geschiedkundige-folklorist, een dagboek bij,
waarin hij het alledaagse leven van een dorp
in een donkere periode optekende.
Vraag- en antwoordrubriek
Tot kort voor zijn overlijden werkte Henri
Jamar aan de uitgave vari deze notities. Ze
zijn verder gerangschikt en uitgeschreven
door zijn kleinzoon Mare Bertrands, en
verschijnen eind juni '86 in boekvorm met
ongeveer 200 foto's en authentieke
dokumenten.
De voor-intekenperiode loopt van 10 mei tot
en met 29 juni (datum van de voorstelling van
het boek door de Heemkundige Kring Sint-
Lucia, Oostham). De uitgave kost dan 595,-fr.
Daarna betaalt U 695,-fr.
Bestellen door overschrijving op rekening:
068-0766410-40 t.n.v. voornoemde Kring,
Heppense Steenweg 53, 3969 Ham (Oostham).
GESCHIEDENISPRIJS 1986 VAN HET GE-
MEENTEKREDIET
Een bedrag van 50.000,-fr. wordt ter
beschikking gesteld voor een onuitgegeven
werk dat een originele en belangrijke bijdrage
vormt tot de plaat selijke, gewestelijke of
provinciale geschiedenis van België.
Het volledige reglement is ter inzage op ons
sekretariaat.
Kandidaturen worden ingediend vóór 1
oktober 1986.
Voor bijkomende inlichtingen kan men terecht
bij het "Geschiedeniskomitee van het
Gemeentekrediet", Pacheco- laan 44 te 1000
Brussel. Telefoon: 02/214.46.17 of
02/214.48.13.
V R A G E N
- 86/02 NAAMGEVING WATERPLASSEN MAAS
Onlangs verscheen in het weekblad "Kinders
Klökske" een oproep van een lezer om
namen te geven aan de waterplassen langs
de Maas, aan het watersportcen- trum "De
Spaanjerd" te Ophoven.
Wij herhalen deze vraag in ons tijdschrift en
doen een oproep tot onze leden om
suggesties over te maken. Daarna kunnen we
een aanbeveling sturen aan ‘t
gemeentebestuur om de waterplassen aan
een passende naam te helpen.
Werner Smet, Venlosesteenweg 133, 3688 Kessenich - tel. 011/566.799
- 86/03 SANTIAGO DE COMPOSTELA
Een diepgaand onderzoek in Vlaanderen
omtrent de historiek van de bedevaart naar
Sint-Jacobs-in-Galicië stelt zeer bijzondere
problemen. Over het algemeen ontdekt men
gegevens over dit onderwerp slechts zeer
sporadisch en bij toeval en dan noteert men
meestal de ontdekte informatie niet omdat
men deze als te beperkt ervaart.
Dit heeft tot gevolg dat één onderzoeker of
zelfs een team nooit in staat zal zijn voldoende materiaal te verzamelen om een
relevant beeld te verkrijgen over het
bedevaartverschijnsel in onze gewesten.
Het Studiegenootschap verbonden aan 1t
Vlaams Genootschap van Santiago de Com-
postela doet dan ook een dringende oproep
tot alle archiefonderzoeken om alle gegevens
te willen helpen verzamelen die verband
houden met de bedevaart naar Sint-Jacobs.
De volledige bronver- wijzing, liefst met een
integrale transcriptie of een fotokopie, kan
bezorgd worden aan ons sekretariaat dat zal
doorzenden aan het Studiegenootschap .
Bij de verwerking van de gegevens zal de
identiteit van de ontdekker steeds vermeid
worden.
Sekretariaat Geschied- en Heemkundige
Kring Kinrooi, Weertersteenweg 241 te
3688 Kinrooi - Tel. 011/863.856
Tentoonstellingen
TENTOONSTELLING
OVER
HET"SCHUTTERSWEZEN"
TE STRAMPROY
In
het kader van het
Oud-Limburgs Schut-
tersfeest, dat op
zondag 6 juli plaats
heeft te Stramproy,
wordt een gelegen-
heidstentoonstelling
georganiseerd in het
gemeentehuis te Stramproy.
De opening heeft plaats op dinsdag 24 juni
om 15.00 uur. Iedereen kan er ver der
terecht tot en met zaterdag 5 juli
KUNSTTENTOONSTELLING TE KESSENICH
Het kultureel tijdschrift "Ter Eiken"
organiseert tijdens de kermisdagen een
kunsttentoonstelling met deelname van
Kessenicher kunstenaars.
Deze tentoonstelling gaat door in "De Borg",
Kerkstraat 6 te Kessenich op zaterdag 4 juli,
zondag 5 juli en maan dag 6 juli
aanstaande.
Openingsuren: zaterdag van 14 tot 21 uur,
zondag van 9.30 tot 12 uur en van 14 tot 21
uur, maandag van 16 tot 21 uur.
TENTOONSTELLING "GOED VAN GLAS"
De A.S.L.K. nodigt uit tot een bezoek aan
deze tentoonstelling m.b.t. de
glasschilderkunst in België' in historisch
perspektief.
Plaatfc: Galerij A.S.L.K., Kreupelenstraat 12
te Brussel. Alle dagen van 10 tot 18 uur,
ook op zon- en feestdagen, van 15 mei tot
13 juli 1986.
De toegang is gratis.
Een rijk geïllustreerde katalogus (met gl
asramengids) wordt te koop aangeboden in de A.S.L.K.-galerij . Deze katalogus kan ook
verkregen worden door o~
171.
verschrijving van 500,-fr.+100,-fr.
(verzendingskosten) op rekeningnummer
008-8966000-25 van de Kulturele Dienst
A.S.L.K.
Voor verdere inlichtingen kan men terecht
op het nummer: 02/213.71.68.
TENTOONSTELLING "PATROONHEILIGEN VAN
AMBACHTEN EN BEROEPEN" _
De Heemkring Houthalen-Helchteren or-
ganiseert in het domein Hengel hoef (in het
oude kasteel), een tentoonstelling over
"Patroonheiligen van ambachten en
beroepen".
Er wordt getracht met oude volksdevo-
tievoorwerpen, beelden en prenten (uit de
kollektie van Fons Claes, Heusden), de
patroonheiligen van ambachten en beroepen
in het licht te stellen.
Deze tentoonstelling is toegankelijk van 13
juli tot 17 augustus 1986 van 10 tot 12 uur
en van 14 tot 18 uur (op zondagen tot 19
uur).
EERSTE TENTOONSTELLINGEN IN HET
"MOLENMUSEUM" TE M0LENBEERSEL
Reeds vóór de officiële opening van ‘t
"Molenmuseum" op 26 juli aanstaande, zal
een mini-vakantiesalon" worden ingericht in
de polyvalente tentoonstellingsruimte van
de "Zorgvlietmolen" aan de Oudekerkstraat
te Molenbeersel . Dit vakantiesalon heeft
plaats op 28 en 29 juni 1986.
Ter gelegenheid van de "Molenfeesten",
organiseert "Studiekring Ons Molenheem'
een molententoonstelling op 26 en 27 juli
1986.
Op 30 en 31 augustus 1986 gaat er een
tentoonstelling door met werk van een
plaatselijk kunstenaar (verdere gegevens
ontbreken nog op dit moment).
Op 27 en 28 september 1986 worden de
eerste resultaten getoond van het pro- jekt
"Heemkundig Onderzoek Molenbeer- sel"
van onze Kring. Dit betreft vooral een
boerderij-onderzoek.
ONZE TENTOONSTELLING "KIEKE NAO VREU-
GER TE KINROOI" ! _____________ _
De laatste voorbereidende vergadering voor
onze vierde tentoonstelling "Kie- ke nao
vreuger", ditmaal in oud-Kin- rooi tijdens
de komende Allerheiligen- dagen, had
plaats op 22 april laatstleden.
eerste instantie betekent dit: opsporen van
interessant materiaal en het noteren om
het, in een latere fase van de
voorbereidingen, te kunnen ophalen bij de
eigenaars. Dit werk is thans bezig en zal
ook tijdens de maanden juli en augustus
verder gezet worden.
Een aantal inwoners van Kinrooi rea-
geerden ook reeds op onze vorige op-
roepen en persberichten voor het be-
schikbaar stellen van oude foto's en
andere meer.
Heel konkreet zal er gewerkt moeten worden vanaf de volgende voorbereidende
vergadering. Deze heeft plaats op DINSDAG
26 AUGUSTUS 1986 om 20.00 uur in "De
Limburger" aan de Breeërsteen- weg te Ki
nrooi.
Buiten de mensen die zich reeds hebben
aangemeld om mee te werken, zijn ook
anderen van harte welkom op 26 augustus .
Bezit U materiaal dat interessant kan zijn
voor onze tentoonstelling? Geef dan even
een seintje aan ons sekretariaat:
Weertersteenweg 241 te 3688 Molenbeersel-Kinrooi, telefoon: 011/
863.856.
Met onze beste dank aan iedereen voor de
fijne medewerking !!
Inmiddels is een werkgroep gevormd van
ongeveer twintig mensen die willen
meehelpen aan deze Organisatie. In Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
Kongressen - Jaarvergaderingen - Studiedagen
OUD-LIMBURGS
SCHUTTERSFEEST OP 6
JULI!
De eerste zondag van
van juli is ieder
jaar opnieuw dé hoog-
dag voor onze schut-
terijen uit beide
Limburgen én voor de
vele duizenden toe-
schouwers, sympathi-
santen van het schut-
terswereldje, liefhebbers van traditie,
folklore, geschiedenis, heemkunde..!
Het "Oud-Limburgs Schuttersfeest" is hét
groot verbroederingsfeest voor onze beide
Limburgen.
Dank zij hun overwinning in 1985 werd de
órganisatie dit jaar in handen gegeven van
schutterij Sint.-Catharina te Stramproy. Zij
hebben niets aan het toeval overgelaten: een
jaar lang allerlei voorbereidingen, honderden
medewerkers die op 6 juli in de weer zullen
zijn, een grote promotiekampagne voor dit
enige Limburgse gebeuren, kortom: onze
buurgemeente Stramproy zal op zondag 6
juli te klein zijn om de ongeveer 50.000
bezoekers te ontvangen .. of toch ook weer
niet!?
Er is inderdaad gezorgd voor een 43 ha groot
parkeerterrein en men heeft de beschikking
over een ruim 7 ha groot feestterrein, met
aparte afdelingen voor alle wedstrijden,
terwijl daarnaast eet-, drink- en feesttenten
zijn geplaatst, want schutters zijn goede
drinkers en eters!
Uiteraard wensen wij onze acht deelnemende
schutterijen van Kinrooi heel veel sukses en
citeren uit het voorwoord van burgemeester
Drs. F. Beckers van Stramproy:
"..Waar komt de symboliek van het O.L.
S. als feest van de beide Limburgen, van
België en Nederland, beter tot uitdrukking
dan juist in Stramproy? Het dorp, met de
schutters van Sint-Catha- rina, zal er een
prachtig feest van proberen te maken, waar
gestreden wordt om de hoogste schutterseer,
waar gelachen, gezongen en gedanst wordt,
waar
het Limburgs gerstenat rijkelijk zal
vloeien, waar de folklore kleurrijk
hoogtij viert.
In dat Stramproy heet ik U namens de gehele
bevolking als gast van harte welkom en wens
U een genoegelijk verblijf toe dat U zal
prikkelen om terug te komen!"
- 12.30 uur: ceremoniële opening
met begroeting door de autoriteiten, in-
spektie van de schutterijen door de
autoriteiten, vlaggenparade begeleid door
fanfare Sint-Willibrordus en een massale
vendel groet.
- 13.00 uur: openingstoespraken, ge-
volgd door het openingsgebed door Pater
Willem Sangers .
- 14.00 uur: vertrek van de optocht
van de 151 schutterijen door de straten van
Stramproy.
Tevens aanvang van verschillende wed-
strijden .
- 16.15 uur: aanvang
korpsschieten5 eerste ronde.
- 17.00 uur: beoordeling overige wed-
strijden
- 17.30 uur: ereschoten door
personali- tei ten
- 19.15 uur: kaveling
- 19.30 uur: bekendmaking
prijswinnaars optocht en terreinwedstrijden
- 21.30 uur: huldiging winnaar 0LS 1986
(Zie ook enkele andere rubrieken in dit
nummer voor verdere bijzonderheden in
verband met het O.L.S. 1986).
OUD LIMBURGS
SCHUTTERSFEEST
STRAMPROY EEN FEEST VOOR
IEDEREEN
173.
DERDE "MOLENFEESTEN" TE MOLENBEERSEL -
ZATERDAG 26 EN ZONDAG 27 JULI 1986 !!!
MOLENFEESTEN MOLENBEERSEL 26-27 JULI
Ook dit jaar heeft de "Werkgroep Molen- zorg
en Molenmuseum Molenbeersel" weer een
grandioos programma uitgedokterd voor deze
derde editie van de "Molenfeesten
Molenbeersel"!
* ZATERDAG 26-27 JULI
- Keijersmolen: vanaf 14.00 uur gezins-
namiddag met onder andere "hoger-1ager",
play-back, luchtkussen, vlaamse kermis en
volksspelen..
- Zorgvlietmolen: om 17.00 uur
opening van het "molenmuseum" en
molententoonstel1ing
- Keijersmolen: vanaf 20.00 uur tiro-
leravond met de blaaskapellen "Zorgvl
ietmuzikanten" en de "Maasgalmkapel"
Toegangsprijs: 50,-fr.
Breugeliaanse gerechten verkrijgbaar,
barbecue, streekbieren...
* Z0NDAG_27_JULI:
- Keijersmolen: om 11.00 uur eucharis-
tieviering, opgeluisterd door het zangkoor
"Sint-Leendert Molenbeersel".
- Keijersmolen: vanaf 12.00 uur breuge-
1iaanse gerechten, barbecue, wijnbar,
streekbieren.. Zoals vorige jaren de
suksessen: bokeskook, bloodworst met
appeleprutsj, heissbein met zauerkraut en spek en eieren!
- Zorgvlietmolen: van 13.00 tot 18.00
uur "molententoonsteiling"
- Keijersmolen: om 14.00 uur vrij po-
dium met optredens voor jong en oud. Vanaf
20.00 uur dansavond en verkiezing van
"Molenprins" en "Molenprinses".
(Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen)
REEDS TWINTIG PROCENT LEDENWINST !! Inderdaad, dank zij wat inspanningen
kunnen we nu reeds twintig procent
ledenwinst noteren bij onze kring !
Fantastisch en., hartelijk dank aan
iedereen die meehielp deze groei te
bewerkstel 1i gen.
Alle nieuwe leden hartelijk welkom.
We kunnen nog steeds nieuwe leden
gebruiken., vooral ook om de kosten te
drukken en het abonnementsgeld op het
huidige, lage peil te kunnen handhaven.
Daarom durven we nogmaals hopen op uw
inzet. Laat dit tijdschrift zien aan uw
familieleden, vraag ons sekretariaat een
proefnummer voor de geïnteresseerden, geef
eventueel 'n geschenk-abonnement bij
bepaalde ge- 1egenheden..
Tijdens de voorbije maanden is het ons
opgevallen dat vooral uitgeweken
Kinrooienaren ons tijdschrift niet kennen
doch ook dat vooral deze mensen zeer groot
interesse hebben in alles wat te maken heeft
met hun geboortedorp!
Kent U namen en adressen van uitgeweken
dorpsgenoten, familieleden..? Bezorg ze ons
zodat we een proefnummer en informatie in
verband met onze kring kunnen toezenden.
Met onze beste dank !!
174.
Kringwerking
VERSLAG VAN DE ACHTENVEERTIGSTE LEDENVERGADERING VAN DE GESCHIED- EN
HEEMKUNDIGE KRING KINROOI, GEHOUDEN OP VRIJDAG 11 APRIL 1986 OM 20.00 UUR IN
"BUURTHUIS HEES TE KESSENICH-HEES
Vóór deze 1 edenvergadering ontvingen alle leden het tweede nummer, vijfde jaargang van ons
driemaandelijks heemkundig tijdschrift "Dao raostj gët!". Hierin was ook de uitnodiging on de
agenda van deze ledenvergadering opgenomen.
* AANWEZIGEN : FRANS PARREN - WILLY MEERTEN - ANITA FRANSSEN -
ELS REYNDERS -
LIL IANNE KUNNEN - TRUIJS CRAEGHS - MATH IE IJ NA US - TON BR IELS
- RENIER SNIJDERS - LEO VERSTAPPEN - MATHIEU KUNNEN - ELISABETH
GHIJSEN - ELS HEYMANS - HENRI HEYMANS - MIET HEYMANS - JEAN
HOEKEN - KRIS KOOLEN - MARIE-LOUISE MOORS - MIA REYNDERS - JGS
SMEETS - WERNER SMET - DONAAT SNIJDERS - MIA VANDERSTEGEN -
GUILLAUME VAN LOON - MATTHIEU WIEERS
* VERONTSCHULDIGD:THEO BEYNSBERGER - HENRI NEYENS - JAN VAN DER STEEN - PIERRE
VAN IMMISSEN - THEO BOSMANS - HUBERT HEYMANS - RENE RAETS -
MARIET MAESSEN - MATHIEU HENKENS - MARLEEN DONNE - MARIE-
JOSEE VOORTMANS - JO LAVEAUX
!. WELKOMSTWOORD DOOR DE VOORZITTER
ln zijn openingswoordje stelt de voorzitter
vast dat het "weer" hetzelfde is als
beschreven in het verslag van de vorige
vergadering, maar dat de agenda- punten
verschillend zijn.
Hij heet iedereen hartelijk welkom voor een
ongetwijfeld interessante uiteenzetting met
betrekking tot Kessenich.
Voorzitter Snijders blikt ook even terug naar
onze namiddaguitstap naar Genk. Dit werd,
voor wat betreft het gebodene absoluut een
meevaller! Het werd een soort verbroeden ng
met de Heemkring "Heidebloemke Genk" die
ons op een fijne wijze ontvingen en bege-
leidden. Voor de deelnemende bestuursleden
werd het tevens een namiddag van heel veel
praktische gegevens uitwisselen.
2. GOEDKEURING VERSLAG VAN DE 47ste LE-
DENVERGADERING
Dit verslag werd gepubliceerd in het
tijdschrift, jrg.5, nr. 2, bl z 118- 1 2 1 .
Dit 17 punten tellende verslag wordt
doorgenomen en zonder opmerkingen een-
parig goedgekeurd.
3. INGEKOMEN STUKKEN EN MEDEDELINGEN
- Verbond voor Heemkunde: 11de
gouwdag op 10 mei te Genk. Mathieu Kunnen
en Jean Hoeken zullen hieraan deelnemen.
- Uitnodiging voor de 12de Inter!im-
burgse monumentendag te Stevensweert.
4. VOORDRACHT DOOR LID FRANS PARREN
In zijn voordracht: "De Berg te Kessenich -
vroeger en nu", belicht Frans Parren aan de
hand van literatuur, gevonden voorwerpen,
dia's over de berg, de kerk en Kessenich in 't
algemeen, het ontstaan, situatie, funktie,
bouwgeschiedenis, plannen in verband met
restauratie, renovatie en animatie van "de
Berg".
Een interessante voordracht die met applaus
wordt afgerond.
b . V RAGE NKWA RTIERTJ E
De gestelde vragen hebben allemaal be-
trekking op het thema van de voordracht.
6. ALLERLEI
Werner Smet deelt mee dat Michael Prinsen
afgevaardigde is van onze Kring in
175.
de kommissie "Molenmuseum Molenbeersel" en dat dit weinig zin meer heeft omdat betrokkene niet meer in Kinrooi verblijft.
Aangezien niet onmiddellijk een vervanger
wordt gevonden, wordt beslist dit verder te
bespreken tijdens een volgende
bestuursvergadering.
JEAN HOEKEN Notulist
Uit onze ledenfamiSie
* ______________________________________ ZILVEREN HUWELIJKSJUBILEUM ______________
Op 6 april 1986 vierde ons steunénd lid
burgemeester Theo Schoofs en zijn
echtgenote Wendeline Lemmens, hun 25-
jarig huwelijksjubileum.
Langs deze weg wensen we de familie
Schoofs-Lemmens nogmaals van harte
proficiat !
* ______________________________________ HUWELIJK _________________________________
Op 16 mei 1986 traden ons lid Marianne
Stals en Ludo Vanreyten, beiden van
Molenbeersel, in de Sint-Leonarduskerk te
Molenbeerse!, in het huwelijksbootje. Marianne was anderhalf jaar in dienst van
de V.V.V.-Infodienst Kinrooi(BTK) en als
zodanig één van onze buren op het
sekretariaat. Ludo Vanreyten zorgt telkens
opnieuw voor een goede verzorging van
onze persartikel en in het maandblad "De
Zwetser" waar hij uitgever van is.
Aan het jonge paar: goed heil !!
* ONDERSCHEIDING
van laureaat, geslagen met de beeltenis van
Koningin Elisabeth, voor meer dan veertig jaar
in dienst staan van het Rode Kruis.
Met onze felicitaties !
* OVERLIJDEN _________ _________
Te Weert overleed op 11 mei 1986 Fiel Gofers,
echtgenote van ons lid en goede vriend Jaak
van Dael van Stramproy. Een onverwacht
heengaan van een sympathieke vrouw bij wie
we zo dikwijls over de vloer kwamen, een hartelijk iemand, altijd nieuwsgierig naar het-
geen we uitspookten op heemkundig gebied,
altijd klaar staande met een goede Limburgse
borrel en "doe maar of je thuis bent en schenk
maar in!"
Met verschillende bestuursleden en leden
hebben we op 16 mei afscheid van haar
genomen. Een veel te vroeg afscheid.. Fiel
werd geboren op 28 mei
1932..
Op haar bidprentje lezen we zeer toepasselijk:
"Zij hield van deze streek, de natuur en
spelende kinderen. Fiel, moge je nu rust
vinden, bij de Schepper. Rust waar je zo lang
naar hebt gezocht. Dit beeld van haar willen
wij in onze herinnering blijven vasthouden".
Fiel, onze dank voor alles en rust zacht..
Aan Jaak en familie onze gevoelens van innig
meeleven bij dit verlies.
* PERSONEEL _____
Wij wachten nog steeds op de eventuele
goedkeuring van het aangevraagde D.A.
C.-projekt..
Niettemin zal ons sekretariaat tijdens de
vakantiemaanden op werkdagen normaal
geopend zijn.
Ons lid Jaak Arits van Molenbeersel ontving enige tijd geleden de medaille Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
'
Museumnieuws
ÖFFICIELE OPENING "MOLENMUSEUM MOLENBEERSEL" EN DE EERSTE AKTI VI TE I TEN
Onder impuls van de "Werkgroep Molen-
zorg en Molenmuseum Molenbeersel" en
dank zij de dringende instandhoudings-
werken met steun van de Rijksdienst voor
Monumenten- en Landschapszorg, de
provincie Limburg en het gemeentebestuur Kinrooi, is de "Zorgvlietmolen" aan de
Oudekerkstraat te Molenbeersel reeds totaal
van aanschijn veranderd !
Kom U eens vergewissen van de stand
van zaken !
Op zaterdag 28 juni en zondag 29 juni
aanstaande, telkens van 13.00 uur tot
18.0 uur, heeft er een "Mini-vakantie-
beurs" plaats in de polyvalente ten-
toonstellingsruimte in de molen. Een ideale
gelegenheid om vóór de vakantie nog allerlei
folders te raadplegen en informatie te
verzamelen.
Wie nog geen konkrete plannen heeft
kan alvast enige ideeën opdoen.
Op het gelijkvloers van de molen wordt een
toeristische tentoonstelling opgezet die eer,
bezoek meer dan waard zal zijn.
Verder is er een speciale stand ter
gelegenheid van het "JAAR VAN HET BIER" en
de plaatselijke souvenirs "Meule- dröpke" en
"Meulekeukske" zijn natuurlijk ook
verkrijgbaar.
De opbrengst van dit mini-vakantiesalon
komt ten goede aan het molenmuseum. De
toegangsprijs bedraagt 20,-fr. (beneden 16
jaar gratis toegang).
Deze aktiviteit is ook een goede gelegenheid
om met heel het gezin deel te nemen aan de
grote "Vakantiezoektocht" langs de
"Molenroute Kinrooi". Hieraan zijn voor
20.000,-fr. prijzen verbonden. Eeri
deelnarnebrochure kost slechts 50,-fr.
Men kan starten aan het begin van de
molenroute te Ophoven of in één van de
kerkdorpen van Kinrooi. Deel nameformu-
lieren zijn verkrijgbaar bij de V.V.V.
Infodienst Kinrooi, op het vakantiesa
lon, bij de receptie Maree en in het
V.V.V.-kantoor aan waters porteen trurn
de Spaanjerd te Ophoven.
OFFICIEEL OPENING MOLENMUSEUM
De officiële opening heeft plaats ter
gelegenheid van de "Molenfeesten'' te
Molenbeersel, namelijk op zaterdag 26 juli
1986 om 17.00 uur, uiteraard in de
"Zorgvlietmelen", Oudekerkstraat 12 te
Molenbeersel.
Aansluitend heeft een receptie plaat-, in de
feesttent aan de Keijersmolen in de
Smeetsstraat .
"Studiekring Ons Molenheem" organiseert ter
gelegenheid van deze opening en de
molenfeesten, een "molententoonstelling" in
de Zorgvlietmolen.
STICKER "KINROOI MOLENGEMEENTE" ¥
Onlangs werd de sticker: "Kinrooi rno- T
lengemeente"uitgegeven. Deze sticker kost
20,-fr. De opbrengst hiervan zal ten goede komen van het molenmuseum. Verkrijgbaar
in het molenmuseum, tijdens de mol en fees
ten en bij de V.V.V.- Infodienst Kinrooi,
Weertersteenwea 241 te 3688 Kinrooi-
Molenbeersel. Telefoon: 011/866.180.
Op dit adres zijn ook alle verdere in-
lichtingen verkrijgbaar met betrekking tot
het molenmuseum, de aktiviteiten a l daar en
de komende molenfeesten.
Samenstelling rubriek: Werner Smet
177.
Komende aktiviteiten van onze kring
U I T N O D I G I N G E N ! ! !
* We nodigen U vriendelijk uit op onze
laatste ledenvergadering vóór de va-
kantieperiode. Deze heeft plaats op VRIJDAG
20 JUNI om 20.00 uur in "Buurthuis Hees"
aan de Schoolstraat in de Hees te Kessenich.
A G E N D A
1. Welkomstwoord door de voorzitter.
2. Ingekomen stukken en mededelingen.
3. Bespreking onze eventuele deelname
aan een viering "150 jaar parochie
Molenbeersel" in 1987.
4. VOORDRACHT: DE ABDIJ IN HET VORSTEN-
DOM TH0RN door ons lid, archivaris
PETER ROOST van Thorn .
5. Vragenkwartiertje 6. Allerlei
* Alle medewerkers en medewerksters aan onze tentoonstelling "Kieke nao vreuger te Kinrooi", nodigen we langs deze weg vriendelijk uit op de eerstvolgende voorbereidende vergadering. Deze heeft plaats, in "DE LIMBURGER",
Breeërsteenweg te Kinrooi op DINSDAG
26 AUGUSTUS 1986 om 20.00 uur.
Uiteraard zijn nieuwe medewerkers eveneens
van harte welkom !
* Vanaf nu kan U inschrijven voor.... ONZE
JAARLIJKSE DAGREIS/WERKBEZOEK !!!
Voor ons jaarlijks werkbezoek gaan we het
dit jaar niet te ver van huis zoeken. Het zal
daarom niet minder interessant zijn !
Op ZATERDAG 23 AUGUSTUS 1986
bezoeken we SINT-TRUIDEN, KOLEN en ZOUTLEEUW.
Zoals gebruikelijk vertrekt de autobus aan
de grens te Molenbeersel (om half negen)
met haltes te Molenbeersel aan de kerk,
Kinrooi kruispunt, Drietak, Kessenich-
rijkswacht, Geistingen, Ophoven aan de
kerk en Maaseik aan de Eikerpoort.
178.
Peter Roost is zeer zeker geen onbekende
voor veel van onze leden. Integendeel zelfs!
We kennen hem als iemand die altijd paraat
staat om te helpen bij allerlei opzoekingen,
inlichtingen te geven, zelfs ongevraagd be-
paalde van zijn vondsten door te spelen
omdat die misschien interessant kunnen zijn
voor andere leden.
Deze verdienstelijke archivaris van onze
buurgemeente Thorn komt ons tijdens deze
vergadering meer vertellen over Thorn en de
abdij.
Voor de pauze zal hij iets vertellen over de
stichting van de abdij, levenswijze van de
bewoonsters en nadere bijzonderheden
meedelen over énkele markante figuren die
met de abdij verbonden waren.
Na de pauze komen onder andere aan bod:
de verhouding met het Heilig Roomse Rijk,
de landrechten, instellingen die in het
vorstendom Thorn gefungeerd hebben en de
Franse tijd.
Gezien de historische bindingen van onze
gemeente met Thorn, zijn we van mening dat
het andermaal een leerrijke avond zal
worden.
We hopen U dan ook in grote getale te
mogen begroeten !!
Het programma ziet er uit als volgt: - Bezoek aan de ABDIJ van KOLEN; gids
is één van de zusters.
- Bezoek aan de FESTRAETSSTUDIO te
Sint-Truiden, w.o. het grootste uur- werk ter
wereld, het wondere schip, de slingerproef
van Foucault en "de jaarlijkse beweging van
de aarde rond de zon".
- Gezamenlijk middagmaal in restaurant
"Riddershof" te Sint-Truiden. Licht
middagmaal: koude schotel met friet,
kroketten of brood. Prijs: 180,-fr. per
persoon. Dit is ter plaatse door iedereen
persoonlijk te betalen (dus niet inbegrepen in
de deelnemingsprijs)
•• Bezoek aan het PROVINCIAAL MUSEUM
VOOR RELIGIEUZE KUNST te Sint-Truiden en
de tentoonstelling "Handschriften uit de abdij
van Sint-Truiden". Met gids van het museum.
- Bezoek aan de SINT-LEONARDUSKERK
te Zoutleeuw met als gids E.H. Vandeputte.
- Daarna (vooral voor de dames)
gelegenheid voor een boemel langs de
winkels te Sint-Truiden (de mannen weten
wel iets beter te doen..) en voor degenen
die het wensen misgelegenheid.
Het vertrek te Sint-Truiden voorzien we
omstreeks 19 a 19.30 uur zodat iedereen
tijdig terug thuis kan zijn. Gezien het
betrekkelijk vroeg vertrekuur 1s avonds, leek
het ons niet wenselijk nog een gezamenlijk
avondmaal te gebruiken.
PEELNAMEPRIJS ER PERSOON
Zoals steeds hebben we de deelnameprijs
weer zo laag mogelijk gehouden : 300,-fr.
per persoon. Hierin is begrepen het
autobusvervoer, de verschil” lende
toegangsgelden en de vergoedingen voor de
gidsen.
Niet inbegrepen dus het middagmaal en fooi
chauffeur.
ANNULERINGSKOSTEN
Bij laattijdige annulering van de inschrijving,
zien we ons verplicht een gedeelte van de
betaalde som in te houden.
Bij verhindering, na inschrijving, verwittig
dan onmiddellijk ons sekretariaat (tel.
011/863.856) of tracht alsnog een
plaatsvervanger te vinden !!
HOE INSCHRIJVEN ?
SCHRIJF ONMIDDELLIJK ÏN OM HET ZEKER
NIET TE VERGETEN !!
Uw inschrijving is eerst dan definitief als we
uw overschrijving van het deel- namebedrag
in ons bezit hebben ! 300,~fr. per deelnemer
kan overgemaakt worden op rekening: 735-
2222717-47 ten name van Geschied- en
Heemkundige Kring Kinrooi, Middenstraat 2,
3688 Kinrooi met vermelding "Reis St.-
Truiden". Kontante betaling is mogelijk
tijdens de eerstvolgende ledenvergadering
op 20 juni of op het sekretariaat.
Uw inschrijving moet in ons bezit zijn TEN
LAATSTE OP'10 AUGUSTUS 1986 !!!
Inschrijvers ontvangen nog een persoonlijk
bericht met vertrekuur en opstapplaats .
Wij wensen alvast iedereen heel aangename
uitstap !
Samenstelling rubriek: Mathieu Kunnen
Niets uit deze uitgave mag worden ver-
menigvuldigd en/of openbaar gemaakt door
middel van druk, mikrofilm, fotokopie of
op welke andere wij ze ook, zonder
voorafgaande1ijke scbrifte1ijke
toestemming van de uitgever en van de
auteur(s).