Investeren in mensenSuccesvol leidinggeven aan
onderwijsinnovaties
Prof. Dr. Rudolf van den berg
Prof. Dr. Roland vandenberghe
Zaai graankorrels als je binnen een jaar wilt oogsten.
Plant bomen als je over tien jaar resultaat wil zien.
Wil je levenslang vruchten plukken, ontwikkel dan de mensen.
Kuan chung Tzu
Bedoeling
• Een perspectief op onderwijsinnovatie schetsen vanuit het centrale idee dat de leraren en schoolleiders zichzelf kunnen ontwikkelen en daardoor kunnen werken aan beter onderwijs.
Historische ontwikkelingen en analyse
• De geringe invloed van vernieuwingen op het onderwijs is een blijvend probleem.
• Bij veranderingen in het onderwijs heeft men zich voornamelijk geconcentreerd op dingen in plaats van op mensen.
• Men gaat teveel uit van lineaire strategieën:• Doelen• Plan• Uitvoering• Evaluatie
Nieuwe sleutels tot innovatie naar een interactief dynamisch
perspectief
• Het eigen innovatief vermogen van scholen vergroten.
• Het belang van de percepties van de betrokken personen.
• Meer organische samenwerkingsvormen.
Op zoek naar een goed beleidsconcept
• Veranderen is een ‘normale toestand’ geworden.• De school is een frontlijnorganisatie. De kwaliteit
hangt in hoge mate af van het werk van de man of de vrouw voor de klas en zijn of haar oriëntatie op leer- en ontwikkelingsprocessen.
• Verschil tussen ‘zondagse’ en ‘doordeweekse’ didactiek.
• Een goede wisselwerking tussen beleid en praktijk is noodzakelijk.
Op zoek naar een goed beleidsconcept
• Er dient een brug geslagen te worden tussen de onderwijskundige basiskennis en de praktijkkennis.
• Een interactieve benadering: leraren actief betrekken.
• Reflectie in en op het dagelijks werk.• Geen ‘top-down’ onderwijsvernieuwing waarin
leraren de uitvoerders zijn van wat anderen bedacht hebben.
Mogelijke processen
• De behoeften van de betrokkenen analyseren.
• Het juiste beginniveau van de leraar inschatten.
• Gebruik maken van participatieve werkvormen.
• Suggesties geven voor toepassing en na toepassing feedback geven.
Visie gebaseerd op een positief beeld van de competenties van de
betrokken leraren en schoolleiders.
Zij kunnen zich opstellen als professionals die zichzelf willen
ontwikkelen en verbeteren.
Implementatie als blijvend probleem
• Omwille van de complexiteit van implementatie.
• Onvoldoende aansluiting bij de opvattingen en behoeften van de leraren.
• Te geringe onmiddellijke bruikbaarheid van de vernieuwing.
• De complexiteit door de grootschaligheid.• Een gevoel van onmacht bij de leraren.
Te geringe onderlinge afstemming van de verschillende
gebieden
• Innovatie-inhoud
• Persoon van de hulpvrager
• De organisatie van de school
• De interventies of begeleidingsactiviteiten
Leerling- respecterend onderwijs
Betekenis-geving
Cultureel- individueel perspectief
In dialoog
Innovatie-inhoud
Leraar Innovatieproces Organisatie
Interventies
Innovatie-inhoud
• Steeds meer wil men in het onderwijs af van uniforme leerwegen voor hele groepen leerlingen, en juist individuele leerroutes ontwikkelen op basis van verschillen tussen leerlingen en hun leerstijlen.
• Dit noemt men ‘adaptief onderwijs’ en men kan het zien als een vorm van meer leerling-respecterend onderwijs dat in dienst staat van een ononderbroken ontwikkeling van de leerlingen: constructief of authentiek leren.
Basiscomponenten van adaptief leren
• Signaleren
• Diagnosticeren
• Differentiëren
• Variëren in instructiewijzen
• Toetsen en evalueren
• Remediëren
Uitgangspunten authentiek leren
• Leerlingen moeten kunnen genieten van wat ze op school leren.
• Ze moeten leren eigen doelen, vragen en problemen te omschrijven en strategieën verwerven om ze op te lossen.
• Nieuwsgierigheid en voorstellingsvermogen waarderen als fundamentele elementen.
• Leerlingen ervan bewust maken dat ze deel uitmaken van een gemeenschap.
• Het besef moet bestaan dat leerlingen uniek zijn en dat ze worden wie ze zijn.
Leren met multimedia
• De opmars van multimedia is niet te stoppen.• Het gebruik van computers in het B.O. kan het
zelfvertrouwen en de motivatie van de leerlingen vergroten.
• Via ICT wordt geindividualiseerd en individueel onderwijs mogelijk.
• Leraar: minder docerend meer manager van de onderwijsleerprocessen.
Leren met multimedia
• Een complex invoeringsproces– Randvoorwaarden:
– Gebrek aan hardware
– Sofware
– Kennis
– Tijd
– Organisatorische aspecten– Weerstand van leraren overwinnen en hen
stimuleren om de computer te gaan gebruiken
Groeperingsvormen als een vorm van leerlingrespecterend onderwijs
• Het grootste deel van de schooltijd: heterogene groepen waarmee ze zich kunnen identificeren.
• Tijdelijke homogene groepen voor bepaalde prestaties in bepaalde vakken en niet op basis van algemene intelligentie en gemiddelde prestatie.
• Homogene groepen zo flexibel mogelijk.• Niveau en tempo van instructie aanpassen aan het
niveau van de leerlingen in de verschillende groepen.
Samenwerkend leren
• Samenwerking is een noodzakelijke vaardigheid om goed te kunnen participeren in het maatschappelijk leven.
• Een goede begeleiding is noodzakelijk.• Samenwerkend leren vraagt om aangepaste
instructie: werkvormen, de grootte en de samenstelling van de groepen, het type interactie.
Kwaliteit van instructie
• Factoren die scholen effectief maken– Het streven naar hoge onderwijsopbrengsten– Het zorgen voor een optimaal gebruik van de
daadwerkelijke leertijd– Structuur aanbrengen in de instructie: effectieve
instructie.– Klassenmanagement en –organisatie– Zelfstandig werken– Schoolklimaat en schoolleiderschap: teamontwikkeling
en samenwerking
Schoolorganisatie
• Het benutten van:– Creatieve vermogens– Interactieve besluitvorming– Dynamisch management
• De schoolleider zal er als een ‘investeerder in mensen’ in moeten slagen om voldoende draagvlak en betrokkenheid voor de veranderingen te creëren.
Transformatie
• Het spanningsveld tussen groot- en kleinschaligheid.– Het grootschalige heeft als belangrijkste doel
de voorwaarde te creëren om kleinschalige en reële vernieuwingen in scholen mogelijk te maken.
De zelforganiserende kracht van organisaties.
• Transformatie is een proces waarbij mensen intensief worden aangesproken op hun individuele capaciteiten en hun individuele verantwoordelijkheid, om de context waarin ze leven en werken te veranderen.
• Uitgangspunt: leraren moeten de kans krijgen om de veranderingen te realiseren en te ervaren.
De zelforganiserende kracht van organisaties.
• Transformatie impliceert een zoeken naar de essenties waaraan een school zingeving, kwaliteit en kracht kan ontlenen.
• We gaan ervan uit dat individuele personen en organisaties minder machteloos zijn dan dikwijls wordt verondersteld.
• Scholen worden aangesproken op hun autonomie en schoolleiders en leraren op hun betrokkenheid, hun deskundigheid, creativiteit en motivatie.
Van een structureel – functioneel naar een cultureel-individueel
perspectiefStructureel-functioneel
• Rationaliteit
• Logica
• Planning
• Beheersing
• Scheppen van zekerheid
• Bruikbaar voor sommige doelen.
• Cultureel-individueel
• Benutten van aanwezige vermogens
• Interactieve besluitvorming
• Dynamisch management
• Erkenning van onzekerheid
leiderschap
• Systeemgeoriënteerd leiderschap: gericht op de organisatie en op de doelen die daarbinnen vastgesteld zijn.
• Persoonsgeoriënteerd leiderschap: gericht op de teamleden met hun eigen wensen, behoeften, waarden en belangen.
Belangrijke instrumenten voor schoolleiders
• Observatie en feedback• Aanmoediging van verantwoording• Aanreiken van alternatieve
instructiemodellen• Aanmoedigen om risico’s te durven nemen• Teamgeest scheppen voor gezamenlijke
verantwoordelijkheid.• Aanmoedigen tot zelfreflectie
Initiators
• Hebben uitgesproken opvattingen over wat goed onderwijs is.
• Zij werken er intensief aan om dit ook te bereiken.
• Ze hebben sterke verwachtingen naar leerlingen, leraren en naar zichzelf.
Gedeeld leiderschap
• Deze scholen zijn effectiever en innovatiever:– Methoden van onderwijs veranderen– Collega’s coachen en raad geven– Klassenpraktijk wordt kritisch en doordacht
bestudeerd– Curriculum en onderwijsmaterialen worden
ontwikkeld– De relatie tussen ouders en school verbeteren
loopbaanperspectief
• Loopbaanontwikkeling wordt beschouwd als een goed alternatief voor de traditionele vlakke loopbaan.
Transformatief leiderschap
• pro-actief en anticiperen op nog komende veranderingen en problemen
• proberen de motivatie van betrokkenen op een hoger niveau te brengen
• mensen prikkels geven om vernieuwingen in hun praktijk in te voeren
• inspirerend (charismatisch) leiderschap en individuele ondersteuning
• positieve invloed op de beleidsvorming en het samenwerkingsklimaat
Kenmerken van transformatief leiderschap
• Visie creëren waarmee men medewerkers kan inspireren.
• Zorgen voor de aanvaarding door leraren van gezamenlijke doelen.
• Zorgen voor adequate werkwijzen die afgeleid zijn van doelen.
• Intellectueel stimuleren van leraren op zo’n manier dat ze kritisch gaan reflecteren op hun werk.
• Ondersteunen van individuele leraren met respect voor hun ideeën en begrip voor hun gevoelens en behoeften.
Condities voor invoering van vernieuwingen
• Visieontwikkeling• Waardering van goed functionerende leraren• Ondersteuning van professionele ontwikkeling• Professionele ontwikkeling: voldoende scholing• Invloed op besluitvorming• Gevoelens van onzekerheid
Condities voor invoering van vernieuwingen
Het vermogen van de school om vernieuwingen te realiseren wordt niet zozeer bepaald door planmatig sturing en door het creëren van structuren, maar meer door de mate waarin de school – en met name de schoolleider- de juiste ondersteunende culturele condities biedt voor de professionele ontwikkeling van leraren.
De leraar
• Leraren die zichzelf willen en kunnen blijven ontwikkelen moeten terug kunnen vallen op een ondersteunende omgeving.
Belangrijke aandachtspunten
• Begrijpen van de persoonlijke realiteit van de leraar:– Emotionele reacties– Attitudes– Professionele normen en waarden van waaruit
ze handelen
Belangrijke aandachtspunten
• Betrokkenheid en gevoelens van onzekerheid– Zelfbetrokkenheid
– Taakbetrokkenheid
– Anderbetrokkenheid
• Als er te weinig aandacht gaat naar de actuele behoeften en zorgen, voelen de leraren zich veronachtzaamd en werkt dit vertragend op de invoering van de vernieuwing.
Professionele ontwikkeling
• Er dient een duidelijke afstemming en interactie te zijn tussen de individuele professionele ontwikkeling van leraren en schoolleiders en de organisatieontwikkeling.
• Leraren en schoolleiders bouwen aan een persoonlijk systeem van kennis, vaardigheden en atttitudes: de opbouw van een subjectieve onderwijstheorie. Deze zijn persoonlijk, dynamisch en voortdurend in ontwikkeling.
Professionele ontwikkeling en het verband met leerervaringen
• Leerkansen, stimulansen, uitdagingen, steun en feedback.
• Leerruimte die de organisatie geeft.
• Kansen tot onderling overleg zodat leerkansen leerervaringen worden.
Interacties van leraren in de school
• Het micropolitiek perspectief– Het gebruik van formele en informele macht om binnen
organisaties hun doelen na te streven– De interactie tussen leraren moet goed in de gaten
worden gehouden.
• Kwetsbaarheid– Als ze zich machteloos voelen – Ze vallen terug op hun subjectieve onderwijstheorie– Als men de eigen loopbaan kent en die van anderen,
kan men beter omgaan met onzekerheden
Interventies
• Rekening houdend met de verschillende opvattingen van professionals over hun werk.
• Reflectie en feedback op het dagelijks handelen in school, klas en groep zorgen voor groei in onderwijsvaardigheden.
• Vooral persoonlijke betekenisverlening en werkconcepten in teamverband.
• Ontwikkelen van dialoog tussen betrokkenen• INVESTEREN IN MENSEN
Kleinschalige deelprojecten in grootschalige kaders
• De mythen van Pogrow– Dat onderwijsgedrag vooral kan veranderen via
conferenties, cursussen, artikels …
– Dat je vernieuwingsprocessen kan ontwikkelen door vooral nieuwe begrippen te benadrukken.
– Dat de verandering zou liggen in het radicaal herformuleren van de bestaande situatie of het herstructureren van de gehele schoolorganisatie.
– Dat groot- en kleinschaligheid vloeiend in elkaar overgaan.
Streven naar een verband tussen de idealen en de praktijk
• Van buiten de school structuren en normen aanbrengen als basis voor ontwikkeling en evaluatie van goede praktijken.
• Scholen als organisatie zo inrichten dat er collegiale relaties en interacties plaats vinden vooral gericht op het werk van leerlingen.
• Goed opgebouwde verspreidingsstrategieën rekening houdend met de diversiteit van werkopvattingen en werkconcepten van leraren.
• Iedere succeservaring is het ideale beginpunt van een nieuwe stap.
Adaptief onderwijs: een voorbeeld
• Karakteristieken van het project– Uitgaan van ontwikkelingen die reeds plaatsvinden.– Uitbreiding van de schoolleiding naar een intern
begeleidend team. – Het geven van feedback rekening houdend met de eigen
levensloop.– Het ontwikkelen van persoonlijke actieplannen.– Peer-coaching:de gelegenheid bieden om elkaars
klassen te bezoeken, problemen te bespreken en feedback te geven.
Materiaalontwikkeling
• Scholen moeten kunnen beschikken over bruikbare onderwijsleerpakketten.
• Investeren in mensen moet gepaard gaan met goede materialen.
• Goed ontwikkelde producten reduceren de onzekerheid van leraren.
Teamgericht nascholing en coaching
• Kleinschalige, intensieve, praktijknabije en schoolspecifieke benadering biedt de grootste kans op slagen.
• Coaching – supervisie: is een activiteit waarbij collega’s op basis van onderling vertrouwen hun beroepsuitoefening onder de loep nemen en daarbij elkaar ondersteunen.
Begeleiden van de persoonlijke werkconcepten en oriëntaties van leraren
• Zonder reflectie kan niemand een gewenste verandering inpassen in het bestaande repertoire.
• Contextuele factoren hebben een grote invloed.
(on)zekerheidsoriëntatie van leraren
• Het streven naar zekerheid leidt tot gedrag dat onzekerheid vermijdt en soms ontkent.
• Met onzekerheid kunnen omgaan leidt tot het aangaan van uitdagingen en het kiezen voor ontwikkeling.
• Door veranderingen minder ingewikkeld te maken worden sterke onzekerheidsgevoelens gematigd en wordt het gevoel van veiligheid bevorderd.
Hulp bij zorgvragen
• Aansluiten bij de betreffende variant van betrokkenheid– Zelf-zorgen
– Taak-zorgen
– Ander-zorgen
• Rekening houdend met het stadium van invoering– Adoptie
– Invoering
– Institutionalisering
Hulp bij zorgvragen
• Reflectie is nodig om gewenste veranderingen in te passen in het geheel van handelingsschema’s
• De samenhang tussen de organisatie en de individuele dynamiek vraagt extra aandacht
Schoolontwikkeling
• Schoolontwikkeling ligt aan de basis van de professionele ontwikkeling van leraren. Het meso- en het micro-niveau vullen elkaar aan.
• De schoolleiders moeten de leraren vooral motiveren om aan hun visieontwikkeling te blijven werken en verder moeten ze zoeken naar procedures en werkwijzen om deze collega’s in hun dagelijkse praktijk te ondersteunen.
Vernieuwen: investeren in mensen
• Veel is ten goede veranderd: relaties tussen leraren en leerlingen, kennis over innoveren, ondersteuning en begeleiding.
• Er zullen nog vele veranderingen komen (adaptief onderwijs, ICT, …)
• De beste bron voor een succesvolle innovatie in de school is de ontwikkeling van de leraar en schoolleider.
• Vernieuwing dient aan te sluiten bij bestaande kennis en vaardigheden.
Vernieuwen: investeren in mensen
• Mensen dienen aangesproken te worden op hun eigen beschikbare energie, deskundigheid en verantwoordelijkheid, ze dienen betrokken te zijn.
• Leren zal worden opgevat als en actief, zelfgestuurd en sociaal proces van kennisconstructie.
• De schoolleider wordt degene die ‘in mensen investeert’om de draagkracht en betrokkenheid te creëren.
• De overheid kan in de plaats van regels op te leggen beter scholen vragen om eigen visies en strategieën te ontwikkelen.
De innovatie-inhoud
• Het ontwikkelen van processen van authentiek leren
• Leren met multimedia
• Vormen van flexibele leerlinggroeperingen
• Vormen van samenwerkend leren
• Aandacht voor kwaliteit van de instructie
De school als organisatie
• Het experimenteren met mogelijkheden voor zelfsturing door scholen
• Het ontwikkelen van een cultureel-individueel perspectief
• Het blijvend belang van leiderschap• Als schoolleider kunnen omgaan met complexe
vernieuwingen: transformatief leiderschap• Het opbouwen van een eigen innovatief vermogen
in de school
De leraar - schoolleider
• Erkenning van de persoonlijke betekenisgeving• Betrokkenheid als kernvariabele bij
onderwijsvernieuwing• Het analyseren an de subjectieve onderwijstheorieën• Zorgen voor en goed samenspel van autonomie en
collegialiteit• Het bieden van leerkansen en leerruimte• Het belang van een analyse van de micropolitiek in
scholen
De interventies
• Kleinschalige werkwijzen binnen grootschalige projecten
• Het ontwikkelen van concreet en onmiddellijk bruikbaar materiaal
• Het begeleiden van vernieuwingen via teamgericht nascholing en coaching
• Het begeleiden van persoonlijke werkconcepten van leraren en schoolleider
Betekenis voor het beleid
• Transformatief vernieuwingsbeleid
• Transformatief schoolbeleid
Leerling- respecterend onderwijs
Betekenis-geving
Cultureel- individueel perspectief
In dialoog
Innovatie-inhoud
Authentiek lerenLeren met multimediaWerken met groeperingsvormenSamenwerkend lerenKwaliteit van instructie
Leraar Innovatieproces Organisatie
BetrokkenheidProfessionele ontwikkelingSubjectieve onderwijstheorieBiografisch perspectiefOpdoen van leerervaringenMicropolitiek perspectief
Interventies
KleinschaligheidMateriaalontwikkelingTeamgerichte nascholing en coachingBegeleiding van persoonlijke werk concepten en oriëntaties
TransformatieCultureel-individueel perspectiefLeiderschapTransformatief leiderschapInnovatief vermogen
ONDERWIJZEN IS EEN UITDAGING WAAR JE JE
LEVEN LANG VOOR MOET LEREN.