HIER KOMT KAFT DESIGN(VOORKANT)
BEROEPS- EN COMPETENTIEPROFIEL
COMMUNICATION & MULTIMEDIA DESIGN
Colofon
Vastgesteld door Landelijke Beroepenveldcommissie CMD versie 3.0 - 9 maart 2011
OpdrachtgeverInternational Network of Communication & Multimedia Design, vertegen-woordigd door:Peter Buis / Sabine Niederer – Hogeschool van AmsterdamJos de Serière - Hogeschool Zuyd (voorzitter)Patrick Deters / Petra Visser - Haagse HogeschoolHarry Zengerink – NHL Hogeschool LeeuwardenJan Reinhard / Jan Peeters / Frans van Seggelen – Avans Hogeschool, Breda, Den BoschBas Leurs / Tim Fleumer – Hogeschool RotterdamBernard Weerdmeester – Hogeschool UtrechtWanda Saabeel / Brigitte Blom – LOIPim Boer / Robert Holwerda / Koen van Turnhout – Hogeschool van Arnhem en Nijmegen
WerkgroepJos de Serière – Hogeschool Zuyd Bas Leurs – Hogeschool RotterdamJan Peeters – Avans HogeschoolKoen van Turnhout – Hogeschool van Arnhem & NijmegenRobert Holwerda – Hogeschool van Arnhem & Nijmegen
AdviezenJocelyn Manderveld – Passion4learning
EindredactieRietje van Vliet
Kaftontwerp & layoutMaarten Reynders - www.eminar.be
AdresgegevensInternational Network of Communication & Multimedia DesignCommunication & Multimedia DesignHogeschool ZuydBrusselseweg 1506217 HB Maastricht
© 2011, International Network of Communication & Multimedia Design
5
Voorwoord
Elf jaar geleden (2000) werd in Nederland de eerste opleiding
Communication & Multimedia Design (CMD) opgericht. Daarmee
wilden de betrokken hogescholen voldoen aan een groeiende vraag
naar creatieve professionals die werken op het snijvlak van ontwerp,
technologie, media en communicatie.
Deze vraag is in de loop der jaren niet minder geworden, wel specifieker.
Er is momenteel een duidelijke behoefte aan creativiteit en aan een
mensgerichte denk- en werkwijze die blijft inspireren en motiveren.
Een denk- en werkwijze die permanente innovatie mogelijk maakt.
Een van de vakgebieden die zich voortdurend innoveren, is dat van
6
CMD. Dit vakgebied staat niet stil en heeft de afgelopen tien jaar ook
niet stilgestaan. Nog steeds ontstaan binnen het CMD-domein nieuwe
beroepen en toepassingsgebieden.
Door deze ontwikkelingen is het noodzakelijk geworden dat het in
2008 vastgestelde beroeps- en competentieprofiel van CMD wordt
vernieuwd. Om die reden hebben de tien CMD-opleidingen in overleg
met het werkveld het afgelopen jaar gewerkt aan het nieuw beroeps-
en competentieprofiel. Het profiel is tot stand gekomen onder
verantwoordelijkheid van het International Network of Communication
& Multimedia Design (INCMD), het platform waarin de tien CMD-
opleidingen zich hebben verenigd.
Het vernieuwde beroeps- en competentieprofiel omvat het beroepsbeeld
van een CMD’er en de bijbehorende beroepsspecifieke en generieke
competenties. Dit beroeps- en competentieprofiel is geldig voor alle
instellingen in Nederland die de hogeberoepsopleiding verzorgen met de
CROHO-benaming Communication & Multimedia Design. Het biedt de
CMD-opleidingen een raamwerk en een standaard voor het beschrijven
van de competenties van een afgestudeerde CMD’er. Het is, kort gezegd,
een document waarin staat hoe een opleiding te plaatsen is binnen
het brede domein van Communication & Multimedia Design en wat
afgestudeerde CMD’ers moeten kennen en kunnen.
Dankzij dit nieuwe beroeps- en competentieprofiel kunnen de CMD-
opleidingen onderling met elkaar vergeleken worden. Dit vergroot de
mogelijkheden voor studenten om delen van het onderwijsprogramma
te volgen bij andere binnen- en zelfs buitenlandse CMD-opleidingen.
7
Verder is het profiel een belangrijk document voor de sector als geheel:
voor opleidingen bij het vaststellen van hun curriculum, voor studenten
bij het maken van een onderbouwde studiekeuze en voor werkgevers om
een helder beeld te krijgen van de professionals die zij in dienst nemen.
Jos de Serière,
Voorzitter INCMD
Inhoud
1. Inleiding 11
2. Doel en reikwijdte van het Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel CMD
15
3. Het Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel CMD: het proces
17
4. Beroepsbeeld van CMD 19
5. Het CMD-domeinmodel 23
Mensgerichte ontwerpproces 23
Omschrijving van het model 25
6. De CMD-beroepsspecifieke en generieke competenties 27
Beroepsspecifieke CMD-competenties 29
Generieke CMD-competenties 39
7. Werkveld van afgestudeerde CMD’ers 49
Creatieve (zakelijke) industrie 49
Voorbeeldfuncties CMD’ers 51
Bijlage I Gebruikte documentatie 53
Bijlage II Leden Landelijk Beroepenveld INCMD 57
Bijlage III Van Dublin-descriptoren naar generieke kwalificaties hbo-bachelor
59
11
1. Inleiding
De hbo-opleiding Communication & Multimedia Design (CMD) heeft in
het eerste decennium van haar bestaan in Nederland een snelle groei
doorgemaakt. Deze groei loopt parallel aan de snel voortschrijdende,
internationale trends en ontwikkelingen in het kennisdomein van
interactieve media.
Anno 2011 zijn er tien CMD-opleidingen. Deze zijn gevestigd in
Maastricht, Amsterdam, Breda, Den Bosch, Leeuwarden, Rotterdam,
Arnhem, Utrecht, Den Haag en Leiden (bij de particuliere instelling LOI).
In totaal studeren circa 5.500 studenten aan een van deze opleidingen.
Afgestudeerden komen hoofdzakelijk terecht in het werkveld dat wordt
aangeduid met ‘creatieve industrie’. De opleidingen werken samen in
12
het International Network of Communication & Multimedia Design
(INCMD).
Innovatieve communicatieproducten en diensten worden ontworpen
vanuit het perspectief van de ‘mens’ en dienen waarde toe te voegen
aan de mensen en de context waarin ze zich bewegen (werk, studie,
entertainment, leven). Dit verklaart waarom er in de programma’s van
de diverse CMD-opleidingen interdisciplinaire verbanden herkenbaar
zijn tussen maatschappelijke, mensgerichte en communicatie-
vakken, creatieve vormgevingsvakken, het business/marketingdenken
(ondernemen, nieuwe businessmodellen) en technologische vaardig-
heden.
Op 1 oktober 2008 is de eerste versie van het Beroeps- en
Competentieprofiel CMD vastgesteld door het Landelijk Beroepenveld.
Deze eerste versie vormde in 2009 het vertrekpunt voor een tweede
versie, die eveneens in nauwe samenwerking met het beroepenveld tot
stand is gekomen.
Maar nu, 2011, blijkt opnieuw een herziening noodzakelijk. Allereerst omdat
de ontwikkelingen en integratie van interactieve media in de samenleving
momenteel een enorme vlucht nemen. Creativiteit en innovatie op dit
terrein illustreren de noodzaak om voortdurend bij te blijven en zich
continu te ontwikkelen en te innoveren. In de tweede plaats ontstaan er
nieuwe beroepen en nieuwe toepassingsgebieden. Wat dat betreft zijn
de eerste ervaringen met CMD-alumni een feit. Ten derde is de transitie
van de informatiemaatschappij naar een communicatiemaatschappij
ontegenzeggelijk gaande. Daarbij moeten innovatieve vormen van
13
communicatiediensten en communicatieproducten leiden tot nuttige en
betekenisvolle belevingen van mensen in hun dagelijkse leven, werken,
wonen, leren, zorgen en vermaak.
Het voorliggende Landelijk Beroeps– en Competentieprofiel is tot stand
gekomen door intensieve samenwerking met het beroepenveld en de tien
CMD-opleidingen, verenigd in het INCMD. De leden van het INCMD
hebben het Beroeps- en Competentieprofiel geaccordeerd tijdens de
platformvergadering van 4 februari 2011. Een brede vertegenwoordiging
van het CMD-bedrijfsleven (genoemd in bijlage II) heeft de beschrijving
daarna op 9 maart 2011 gevalideerd.
15
2. Doel en reikwijdte van het Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel CMD
De nieuwe versie van het Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel
CMD is geldig voor alle instellingen in Nederland die de hogere
beroepsopleiding verzorgen met de CROHO-benaming Communication
& Multimedia Design (CMD). Het profiel omvat het CMD-beroepsbeeld
en een beschrijving van de bijbehorende beroepsspecifieke en generieke
CMD-competenties.
Het beroeps- en competentieprofiel is tot stand gekomen onder
verantwoordelijkheid van het International Network of Communication
& Multimedia Design, het overlegplatform van de tien CMD-opleidingen.
16
Het profiel wordt door het platform beheerd. Daarmee is het profiel het
collectieve eigendom van de hogescholen die beschikken over de licentie
voor Communication & Multimedia Design.
Met dit beroeps- en competentieprofiel beoogt het INCMD de CMD-
opleidingen te voorzien van een raamwerk en een standaard waarmee
zij hun inhoud, beroepstaken en competenties kunnen beschrijven. Het
is een hulpmiddel bij het positioneren van een opleiding in het CMD-
domein. Het profiel biedt gebruikers de mogelijkheid om de opleiding
breed of specifiek neer te zetten, met een degelijke basis en ruimte voor
innovaties en specialisaties. Hierdoor is het voor studenten en werkgevers
duidelijk wat verwacht kan worden van een pas afgestudeerde CMD’er.
Dit document biedt de CMD-opleidingen tevens ondersteuning bij de
positionering, opzet, inrichting en validatie van hun onderwijs. Vanuit het
beroeps- en opleidingsprofiel is het vervolgens aan de opleidingen zelf
om te komen tot een beschrijving van de specifieke kennis, vaardigheden
en gedrag binnen een context en zo een vertaalslag te maken naar
opleidingscompetenties.
Verder biedt het profiel de opleidingen de mogelijkheid in te spelen
op actuele ontwikkelingen, met behoud van de positie en profilering
binnen het CMD-domein. Wanneer deze ontwikkelingen daartoe
aanleiding geven, is het mogelijk om nieuw onderwijs vorm te geven en
dit te positioneren binnen het kader van CMD-opleidingen in het hoger
beroepsonderwijs.
17
3. Het Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel CMD:
het proces
Om een nieuwe versie van het Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel
CMD te ontwikkelen was er een proces nodig waarin de CMD-opleidingen
intensief samenwerkten met het CMD-beroepenveld. Op deze wijze is
geborgd dat het profiel ook daadwerkelijk wordt gedragen door de tien
CMD-opleidingen en het beroepenveld.
In 2009 zijn de eerste stappen gezet. In een eerste brainstorm met
vertegenwoordigers van het werkveld en de opleidingen is nagedacht over
een visie van CMD. Ook bogen zij zich over de vraag wat de gezamenlijke
CMD-competenties zouden moeten zijn.
18
Daarna werd een werkgroep opgericht die op basis van de resultaten
van deze brainstorm de daadwerkelijke ontwikkeling van het beroeps-
en competentieprofiel op zich nam. Deze werkgroep bestond uit vier
vertegenwoordigers van CMD-opleidingen, bijgestaan door een adviseur.
De werkgroep heeft de bestaande competentieprofielen van de
verschillende CMD-opleidingen geïnventariseerd en geanalyseerd. De
competenties zijn afgeleid van de afzonderlijke opleidingsprofielen, die
eveneens in overleg met het werkveld zijn vastgesteld. Deze profielen
werden vervolgens aangevuld met nieuwe informatie over ontwikkelingen
in de beroepspraktijk en het niveau van hoger onderwijs.
Op basis van de competentieprofielen van de opleidingen, de resultaten
van de brainstormsessie en de validatie van de INCMD-leden en het
werkveld is het Beroeps- en Competentieprofiel CMD ontwikkeld. Het
beroeps- en competentieprofiel bestaat uit de volgende onderdelen:
het CMD-beroepsbeeld, het CMD-domeinmodel en de omschrijving
van de beroepsspecifieke en generieke CMD-competenties, met de
daarbij behorende gedragsindicatoren. Dit document eindigt met een
omschrijving waar afgestudeerde CMD’ers werkzaam zijn.
19
4. Beroepsbeeld van CMD
Met de beschrijving van het beroepsbeeld van een CMD’er wordt een
reëel beeld gegeven van het beroep. Wat houdt het werk in de praktijk in?
Een reëel beroepsbeeld zorgt ervoor dat startende studenten weten
waaraan zij beginnen. Het helpt om de weg ernaar toe ook af te
maken. Kenmerkend voor CMD is het mensgericht ontwerpen van
betekenisvolle, digitale communicatiediensten, communicatieproducten
en communicatiebelevingen. Daarin worden tekst, beeld, video en geluid
middels beschikbare en nieuwe technologieën verwerkt tot innovatieve
toepassingen, die mensen gebruiken in hun dagelijks leven van werken,
leren, zorgen, spelen en vermaak.
20
Juist door de digitalisering van communicatie met behulp van
multimedia ontstaan ongekende nieuwe mogelijkheden, die leiden tot
aanpassingen voor bestaande communicatievormen en tot volledig
nieuwe communicatievormen. Al deze vormen van communicatie
worden gekenmerkt door begrippen als interactie, beleving en simulatie
(spel). Het verhaal, de multimediale boodschap, biedt steevast nieuwe
mogelijkheden voor de gebruiker. Nu eens gaat het om een puur
functionele, zakelijke toepassing. Dan weer wordt de kwaliteit van beleving
en ervaring van de gebruiker met producten, diensten, gebeurtenissen
en omgevingen centraal gesteld. Grenzen worden voortdurend
overschreden, nu CMD’ers op zoek gaan naar creatieve oplossingen
voor communicatievraagstukken met behulp van interactieve media.
Creativiteit, innovatie, ontwerpdenken, diversiteit en interdisciplinariteit
karakteriseren het beroepsbeeld.
In het kader wordt het beroepsbeeld van CMD’ers omschreven.
CMD’ers zijn ontwerpers. Ze onderzoeken, bedenken,
verbeelden en maken betekenisvolle (interactieve)
communicatieproducten, -diensten en -belevingen. Ze
maken hierbij gebruik van verschillende onderzoeks- en
ontwerpmethoden en technologieën. CMD’ers creëren
waarde (ontwerpen) vanuit de wensen, behoeften en
eigenschappen van gebruikers. De gebruiker wordt actief
betrokken bij het ontwerpproces.
21
In het ontwerpproces weten CMD’ers verschillende
vakgebieden te verbinden. Ze kunnen omgaan met diverse
achtergronden van belanghebbenden in een project.
CMD’ers initiëren, organiseren het project en geven richting
aan het ontwerpproces, waarbij zij overzicht behouden en
oog tonen voor details. CMD’ers doorgronden de opdracht en
verdiepen zich in de vraag, de opdrachtgever, de gebruiker
en de (gebruiks)context. Zij durven lastige vragen te stellen,
vragen door en blijven kritisch. CMD’ers verliezen hierbij de
opdracht niet uit het oog. Zij weten deze binnen de gestelde
kaders af te ronden.
CMD’ers zijn creatief in bedenken van oplossingen en
komen met vernieuwende en prikkelende ideeën. Ze zijn
ondernemend en hebben een proactieve houding. CMD’ers
weten de opdrachtgever, hun team en de gebruikers te
enthousiasmeren voor hun ideeën en kunnen de gekozen
oplossing verantwoorden op basis van theorie en onderzoek.
Zij voeren hierbij een dialoog met de opdrachtgever, het team
en de gebruikers. CMD’ers ontwikkelen steeds prototypes
om hun ontwerpen tot leven te brengen en te evalueren.
CMD’ers zijn zich bewust van de ‘grotere context’:
maatschappij, ethiek, historie en economische werkelijkheid.
Ze willen voorop lopen in hun vak, kennen de nieuwste trends
en ontwikkelingen, en weten deze op waarde te schatten en
passen deze toe in hun werk. CMD’ers zijn zich bewust van de
gevolgen van hun ontwerpbeslissingen.
23
5. Het CMD-domeinmodel
Mensgericht ontwerpproces
Om te komen tot de definitie van het CMD-competentieprofiel is er
een model ontwikkeld dat een systematische beschrijving van het
domein Communication & Multimedia Design geeft. Dit model heeft als
vertrekpunt het CMD-beroepsbeeld. Het bestaat uit de vier fasen uit het
mensgerichte ontwerpproces, waarbinnen de CMD’er centraal staat.
Het generieke ontwerpproces, bestaande uit de verschillende stadia,
vormt het uitgangspunt voor de verschillende beroepsrollen waarin
CMD’ers zich kunnen ontwikkelen. Zij kunnen zich specialiseren binnen
een of misschien meerdere stadia. Maar zij kunnen zich ook ontwikkelen
tot een meer generalistische rol: tot professionals die het ontwerpproces
24
kunnen overzien en daarnaar kunnen handelen.
Een tweede belangrijk uitgangspunt is dat grenzen tussen generalisten en
specialisten vervagen. Generalisten hebben basiskennis van verschillende
disciplines. Ze beschikken weliswaar niet over de specifieke expertise om
een probleem op te lossen, maar ze zijn wel in staat om een probleem of
doel goed te beschrijven. Specialisten hebben een diepgaandere kennis
binnen een bepaald kennisdomein en zijn juist heel goed in staat binnen
een gegeven plan van aanpak een probleem op te lossen.
Innovatie, ontwerpen en communicatie hebben te maken met zowel
generieke als specifieke competenties. Dit betekent dat een generalist
enerzijds de kern van het op te lossen vraagstuk (probleemdefinitie)
moet kunnen begrijpen en duiden. En anderzijds moet kunnen aangeven
in welke richting de oplossing van het vraagstuk moet worden gezocht,
bijvoorbeeld door te zijner tijd de hulp van specialisten erbij te halen. Een
specialist daarentegen moet goed in staat zijn het probleem te definiëren.
Dit betekent dat én generalisten én specialisten binnen een bepaalde
context of specifieke situatie elkaars rol (generalist of specialist) grondig
moeten kunnen begrijpen, dan wel kunnen vervullen. Dit is de kracht van
de CMD’er.
Door de ontwikkeling van een model dat een systematische beschrijving
geeft van het domein Communication & Multimedia Design, krijgen
de afzonderlijke CMD-opleidingen de ruimte om zich daarbinnen te
positioneren. In de volgende paragraaf wordt het CMD-domeinmodel
beschreven.
25
Omschrijving van het model
Centraal in het CMD-domeinmodel staat de CMD’er. CMD’ers staan als
een spin in het web in hun omgeving. Daarbij hebben zij een ‘relatie’ met
hun team, gebruikers, opdrachtgevers en stakeholders. Verder gebruiken
CMD’ers (multi)media & technologie om binnen hun beroep te komen
tot creatieve probleemoplossingen.
Het CMD-model wordt gepresenteerd in figuur 1.
Figuur 1 Het CMD-domeinmodel
26
Het CMD-domeinmodel geeft in de buitenste schil de fases weer
uit het mensgerichte ontwerpproces: onderzoeken en begrijpen,
conceptualiseren, verbeelden en prototypes maken en evalueren. De
stippellijnen tussen de fases weerspiegelen dat er geen eenduidige
grenzen of momenten bestaan waarin deze fases elkaar opvolgen. De
stippellijnen betekenen juist dat op elk gewenst moment binnen het
ontwerpproces een beroep kan worden gedaan om vanuit een bepaalde
fase het vigerende vraagstuk te benaderen. Tevens geldt voor deze fasen
dat er meerdere iteraties kunnen plaatsvinden.
Het werken aan een creatieve oplossing van een communicatievraagstuk
met behulp van multimedia vindt plaats in een dynamische
beroepscontext. Deze beroepscontext stelt hoge eisen aan de generieke
eigenschappen van CMD’ers. Zij moeten inter- en multidisciplinair
kunnen samenwerken. Zij dienen zich blijvend te ontwikkelen en te
reflecteren op het eigen kennen, kunnen, willen en zijn. Zij worden geacht
te beschikken over een gedegen initiërend, organiserend en regisserend
vermogen. Tevens weten zij zich op adequate wijze te manifesteren en te
presenteren.
Dit geheel omschrijft het domein van Communication & Multimedia
Design.
27
6. Beroepsspecifieke en generieke competenties CMD
Op basis van het CMD-domeinmodel dat in het voorgaande hoofdstuk is
omschreven, kunnen zowel de beroepsspecifieke als de generieke CMD-
competenties worden afgeleid. Het resultaat is het competentieprofiel
van CMD’ers.
Onder competentie wordt verstaan het vermogen om beroepstaken
adequaat uit te voeren. Competente CMD’ers kunnen kennis,
vaardigheden en houdingsaspecten geïntegreerd inzetten om in de
praktijkcontext een taak tot een goed resultaat te brengen.
28
In het competentieprofiel wordt van alle beroepsspecifieke en generieke
CMD-competenties een definitie gegeven, met de daarbij behorende
gedragsindicatoren. Deze gedragsindicatoren zijn voorbeelden van
gedrag van CMD’ers, bedoeld om een duidelijke invulling te geven van de
competentiedefinitie.
Allereerst worden de beroepsspecifieke CMD-competenties
weergegeven, gevolgd door de generieke CMD-competenties.
29
Beroepsspecifieke CMD-competenties
De beroepsspecifieke competenties van CMD’ers hebben betrekking op
de inhoudelijke competenties in het beroep en de situaties die zich daar
voordoen. Deze beroepsspecifieke competenties zijn:
A. Onderzoeken & begrijpen
B. Conceptualiseren
C. Verbeelden & prototypes maken
D. Evalueren
Deze beroepsspecifieke CMD-competenties laten zich als volgt
definiëren:
30
A. Onderzoeken & begrijpen
CMD’ers doen onderzoek om de context van het probleem, de wens
van de gebruiker, doelstelling van de opdrachtgever, de belangen van
stakeholders en de mogelijkheden van de technologie te begrijpen.
31
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers leven zich in de probleem- of vraagcontext in en kan deze,
beschrijven en inkaderen.
2. CMD’ers stellen de gebruiker voortdurend centraal. Zij denken en handelen
vanuit de gebruikers.
3. CMD’ers verzamelen gegevens over de wensen en behoeften van
gebruikers en stakeholders, en analyseren deze gegevens.
4. CMD’ers vergaren de benodigde kennis van het domein/sector
(bijvoorbeeld: cultuur, educatie, gezondheidszorg) waarin het project zich
afspeelt.
5. CMD’ers gebruiken onderzoeksmethodes om het ‘ontwerpprobleem’ te
verduidelijken.
6. CMD’ers gebruiken (nieuwe) ontwerptheorieën en –methodieken.
7. CMD’ers analyseren nieuwe technologische ontwikkelingen en begrijpen
de mogelijkheden en beperkingen van zowel bestaande, als nieuwe
technologie.
32
B. Conceptualiseren
CMD’ers genereren ideeën en ontwikkelen concepten voor
(interactieve) communicatieproducten, communicatiediensten, en
communicatiebelevingen. Het gaat om het verbinden van wensen van
gebruikers, doelstellingen van opdrachtgevers en middelen (media,
technologie) op basis van een strategie.
33
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers werken het communicatievraagstuk diepgaand uit ten behoeve
van de te ontwerpen oplossing.
2. CMD’ers passen creatieve methoden en technieken toe voor het
ontwikkelen van ideeën.
3. CMD’ers nemen actief deel aan creatieve, werk– en brainstormsessies.
4. CMD’ers experimenteren om nieuwe wegen te verkennen.
5. CMD’ers stellen de wensen en behoeften profiel(en) op van de gebruiker.
6. CMD’ers denken en handelen op verschillende abstractieniveaus.
7. CMD’ers verbinden doelen en wensen van de gebruiker en opdrachtgever in
het concept.
8. CMD’ers gebruiken technologie als ‘enabler’ om de wensen van de
gebruikers en opdrachtgevers te concretiseren.
34
C. Verbeelden en prototypes maken
CMD’ers zijn in staat om concepten vorm te geven en te concretiseren in
prototypes.
35
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers maken gebruik van middelen en methoden om prototypes te
maken.
2. CMD’ers werken prototypes uit van ‘low-fidelity’ tot ‘high-fidelity’.
3. CMD’ers hebben kennis van interactie, storytelling, beleving en vormgeving
van multimodale interfaces.
4. CMD’ers gebruiken (multi)mediatechnologie ten behoeve van vormgeving.
5. CMD’ers passen ergonomische principes toe bij het ontwerpen en
interactie.
6. CMD’ers maken prototypes om ervan te leren en om keuzes te creëren
(‘build to think’).
7. CMD’ers maken gebruik van technologie om te experimenteren en/of te
realiseren.
36
D. Evalueren
CMD’ers zijn in staat resultaten, die tijdens verschillende stadia van het
ontwerpproces ontstaan, herhaaldelijk te toetsen op hun waarde en
belang voor de wensen van de gebruiker/opdrachtgever.
37
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers gebruiken theoretische kennis van verschillende evaluatietypen
die tijdens verschillende stadia van het ontwerpproces nodig zijn; zij kunnen
deze beoordelen op een juist gebruik en inzet.
2. CMD’ers gebruiken middelen en (test)methoden om prototypes te
evalueren.
3. CMD’ers maken een strategisch evaluatieplan: doel(en) bepalen, plannen
wie/wat (data)/waar/wanneer, (doen) uitvoeren en interpreteren.
4. CMD’ers gebruiken de reflectie, interpretatie en beoordeling van de
uitkomsten van evaluaties ter verbetering van (toekomstige) product- of
dienstontwerpen.
39
Generieke CMD-competenties
De generieke competenties van een CMD’er hebben betrekking op het
algemeen functioneren van de CMD’er in de relevante omgeving. Dit
komt tot uitdrukking in de functies die CMD’ers vervullen. Deze generieke
CMD-competenties zijn:
E. Inter- en multidisciplinair samenwerken
F. Initiëren, organiseren en regisseren
G. Manifesteren en presenteren
H. Ontwikkelen en reflecteren
De generieke CMD-competenties laten zich als volgt definiëren:
40
E. Inter- en multidisciplinair samenwerken
CMD’ers zijn in staat om samen te werken in een multidisciplinaire,
multiculturele en/of internationale omgeving, waarbij zij verschillende
vakgebieden weten te verbinden.
41
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers beschikken over interculturele communicatievaardigheden.
2. CMD’ers acteren en presteren binnen een teamverband.
3. CMD’ers maken gebruik van diversiteit.
4. CMD’ers werken maatschappelijk en ethisch verantwoord.
42
F. Initiëren, organiseren en regisseren
CMD’ers herkennen behoeften op het gebied van communicatie en
interactie en nemen het initiatief om aan deze behoeften tegemoet
te komen. Zij kunnen hierbij op een procesmatige, projectmatige
en organisatorische manier een dialoog tussen de verschillende
belanghebbenden in een project faciliteren en coördineren.
43
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers weten het ontwerptraject te plannen, uit te voeren, te controleren,
te beheren (tijd, budget, informatie, kwaliteit) en informeren over de
voortgang van het ontwerpproject.
2. CMD’ers maken een inschatting van de succes- en risicofactoren met
betrekking tot het ontwerpproject.
3. CMD’ers brengen een bruikbaar advies uit en implementeren het gekozen
ontwerp in een organisatie.
4. CMD’ers weten wanneer zij hulp moeten inschakelen van een expert voor
de verdere realisatie van het prototype of product.
5. CMD’ers overzien de juridische consequenties van hun adviezen en
producten.
6. CMD’ers geven leiding op operationeel niveau (projecten), al dan niet onder
(bege)leiding van een senior.
7. CMD’ers leveren een bijdrage aan organisatiebeleid met betrekking tot het
ontwerpproces.
8. CMD’ers monitoren op de kwaliteit en haalbaarheid (‘design to budget’).
44
G. Manifesteren en presenteren
CMD’ers weten de opdrachtgever, het team en de gebruikers te
enthousiasmeren voor hun ontwerpideeën. Zij zijn in staat een inspirerend
verhaal te houden, waarin zij op een authentieke wijze en vanuit een eigen
visie hun boodschap weten over te brengen.
45
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers presenteren informatie, inzichten en ideeën op een inspirerende
wijze.
2. CMD’ers beheersen verschillende van communicatievormen en
presentatiestijlen (informeren, overleggen, beoordelen, beoordelen,
motiveren).
3. CMD’ers netwerken productief.
4. CMD’ers adviseren.
5. CMD’ers luisteren.
6. CMD’ers stellen vragen, vragen door en blijven kritisch.
7. CMD’ers onderhandelen.
8. CMD’ers rapporteren in woord en beeld.
9. CMD’ers overtuigen (zowel opdrachtgevers, teamleden als andere
belanghebbenden).
46
H. Ontwikkelen en reflecteren
CMD’ers nemen verantwoordelijkheid voor hun eigen professioneel
handelen. Zij reflecteren hierbij zowel op het ontwerpproces,
ontwerpkeuzes als op hun eigen professionele ontwikkeling. CMD’ers
verdiepen zich voordurend in de nieuwste ontwikkelingen op het gebied
van relevante vakgebieden en weten deze op waarde te schatten en in te
zetten. Zij dragen bij aan de verdere ontwikkelingen van het vakgebied.
47
Gedragsindicatoren
1. CMD’ers sturen zichzelf bij ten aanzien van leren, resultaatgerichtheid,
flexibiliteit, nieuwsgierigheid en proactief werken.
2. CMD’ers hebben een beroepshouding die getuigt van respect voor
anderen en besef van ethische en maatschappelijke aspecten bij
beroepshandelingen.
3. CMD’ers nemen actief deel aan netwerken en leveren een bijdrage aan het
beroepsdomein door deelname aan workshops en seminars.
49
7. Werkveld van afgestudeerde CMD’ers
Creatieve (zakelijke) industrie
Het beroepsdomein waarin afgestudeerde CMD’ers terechtkomen, is
volop in ontwikkeling. Grofweg zijn de meeste CMD’ers werkzaam in de
‘creatieve (zakelijke) industrie’. Hieronder wordt verstaan:
1. De publieke en private ‘creatieve industrie’, bestaande uit de
deelsectoren:
• de creatieve zakelijke dienstverlening (creatieve midden- en
50
kleinbedrijven, die toeleveren aan de zakelijke markt zoals met name
full service internetbedrijven, mediaproductiebedrijven, (marketing)
communicatie, reclame, architectuur en vormgeving);
• de media -en entertainmentsector;
• de kunsten (inclusief cultureel erfgoed);
2. Afdelingen (marketing-)communicatie van overige maatschappelijke
en bedrijfssectoren, zoals zorg, overheden, onderwijsinstellingen,
telecommunicatie- en entertainmentindustrie etc.;
3. Afgestudeerden die een eigen (innovatieve) onderneming op het
terrein van communicatie en/of multimedia starten, of werken als
creatieve freelancers.
51
Voorbeeldfuncties CMD’ers
Veel functies die CMD’ers vervullen, zijn nog in ontwikkeling. Hieronder
volgt een selectie van voorbeeldfuncties:
• multimedia designer;
• game designer;
• medewerker digitale media;
• coördinator interactieve media;
• user experience designer;
• communicatiemedewerker interactieve media;
• multimediaontwikkelaar;
• front end developer;
• interaction designer;
• usability tester;
• conceptontwikkelaar;
• web designer;
• art director;
• accountmanager digitale media.
53
Bijlage I
Gebruikte documentatie
• Being human: Human-Computer Interaction in the year 2020
(Cambridge, 2008)
• Brown, Tim, Change by Design: How Design Thinking Transforms
Organizations and Inspires Innovation (HarperBusiness, 2009)
• Cross, Nigel, Designerly Ways of Knowing: Design Discipline Versus.
Design Science (Springer, 2010)
• Digital life report (www.itu.int/digitalife, International
Telecommunication Union, 2006)
• Diller, Steve; Nathan Shedroff, Darrel Rhea, Making Meaning: How
Successful Businesses Deliver Meaningful Customer Experiences (New
54
Riders Press, 2008)
• Dorst, Kees, Understanding Design (BIS Publishers, 2006)
• Dubberly, Hugh, How do you design? (Dubberly Design Office,
2004, www.dubberly.com/wp-content/uploads/2008/06/ddo_
designprocess.pdf)
• Entertainment & Media Outlook towards 2014: Trends in the Netherlands
(PriceWaterhouseCoopers b.v. 2010)
• Gegevens van Brainstormsessie CMD & werkveld (september 2009)
• IIPCREATE Strategic Research Agenda (SRA) of the ICT Innovation
Platform IIP/CREATE (2008)
• Internet of things, The (www.itu.int/internetofthings, International
Telecommunication Union, 2005)
• Jones, John Chris, Design Methods: seeds of human future (Wiley,
1970/1992)
• Kolb, David A., Experiential Learning: Experience as the Source of
Learning and Development (Prentice Hall, 1983)
• Kolko, Jon, Thoughts on Interaction Design (Morgan Kaufmann, 2009)
• Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel CMD 2.3 (2007)
• Lawson, Bryan, How Designers Think: The Design Process Demystified
(Architectural Press, 2005)
• Lawson, Bryan; Kees Dorst, Design Expertise (Architectural Press,
2009)
• Merholz, Peter; Todd Wilkens, Brandon Schauer, David Verba, Subject
To Change: Creating Great Products & Services for an Uncertain World:
Adaptive Path on Design (O’Reilly Media, 2008)
55
• Platform Internet Bureaus Nederland (www.pibn.nl)
• Project Landelijk Beroeps- en Competentieprofiel CMD 2009-2011
(Jaarverslag 2009-2011)
• Randoe, Emilie, Zoom in, zoom out Redesigning the learning landscape
(Randoe Verandermanagement t.b.v. IIPCreate, maart 2010)
• Saffer, Dan, Designing for Interaction: Creating Smart Applications and
Clever Devices (Peachpit Press, 2006)
• Schon, Donald A., The Reflective Practitioner: How Professionals Think In
Action (Basic Books, 1984)
• Schon, Donald A., Educating the Reflective Practitioner: Toward a New
Design for Teaching and Learning in the Professions (Jossey-Bass, 1990)
• Shedroff, Nathan, Experience Design (Waite Group Press, 2001)
• Stickdorn, Marc; Jakob Schneider et al, This is service design thinking
(BIS Publishers 2010)
• Talbot, David, ‘The Problem with Design Education’, in: Technology
Review (MIT, April, 2011)
• Voldere, Isabelle de; Paul Rutten, Cultuur, Creatieve Industrie en
Innovatie. Discussiepaper voor de CNV conferentie op 26 november
Rotterdam (2008)
57
Bijlage II
Leden Landelijk Beroepenveld INCMD
Naam: Gert Hans BerghuisBedrijf: FabriqueFunctie: Algemeen directeur
Naam: Bart ManuelBedrijf: Tam TamFunctie: Directeur
Naam: Jann de WaalBedrijf: INFO.NLFunctie: Directeur
58
Naam: Rodger BeekmanBedrijf: FHV/BBDOFunctie: Creatief directeur
Naam: Krijn SchuurmanBedrijf: InterimICFunctie: Managing Director
Naam: Floor van SpaendonckBedrijf: Virtueel PlatformFunctie: Directeur
Naam: Klaas KuitenbrouwerBedrijf: Virtueel PlatformFunctie: Programma manager
Naam: John MayBedrijf: CapGeminiFunctie: Learning Strategie Consultant
Naam: Michel van VeldeBedrijf: One ShoeFunctie: Managing Director
59
Bijlage III
Van Dublindescriptoren naar generieke kwalificaties hbo-bachelor
60
HIER KOMT KAFT DESIGN(ACHTERKANT)