Marketing
College 3Het marketingnetwerk
Vorige week
• Het economisch leven
• De vier aandachtspunten bij marketing
• De marketinginstrumenten (De 5 P’s)
• Het verschil tussen goederen en diensten
• Dienstenmarketing
Opdrachten
Opdracht 1.10
Product1, 3, 11, 12, 17, 21, 22, 24
Prijs6, 9, 15, 20
Plaats2, 5, 13, 18
Promotie7, 10, 14, 23, 25
Personeel4, 8, 16, 19
Opdracht 1.11
a.Antwoord verschilt per persoon
b.Antwoord verschilt per persoon
c.Bijvoorbeeld: PayPal, iDEAL, Creditcard, Betalen per SMS of telefoonnummer
d.Bijvoorbeeld: www.ah.nl, www.hema.nl, www.bijenkorf.nl, www.mediamarkt.nl, www.hm.nl
e.Bijvoorbeeld: www.zalando.nl, www.bol.com, www.wehkamp.nl, www.neck.nl, www.omoda.nl
Opdracht 1.20
a.Diensten zijn vergankelijk
b.Een dienst is een optelsom van onderdelen
c.Een dienst is een optelsom van onderdelen
d.Een dienst is een optelsom van onderdelen
e.Een dienst is een optelsom van onderdelenDe gast produceert mee
f.De gast produceert mee
Opdracht 1.21
Een antwoord in de strekking van:
De aspecten “Assortiment” en “Gratis brochure” hebben het laagste waarderingscijfer duswordt in verhouding minder belangrijk gevonden
Deze week
• De markt
• Het marktgebied
• De marktgrootte
• Het marktaandeel
De markt
AanbiederConcurrentie
aanbieder
Vragers
De markt
De markt
• De concrete markt
• Een plek waar vraag en aanbod bij elkaar komt
• Online verkoop valt ook onder de concrete markt
• De abstracte markt
• Is een verzameling van alle concrete markten
• De reismarkt
• De huizenmarkt
• Het lijkt op de termen reisbranche of huizenbranche, maar het gebruik van het
woord markt is vanwege het vraag en aanbod
De markt
• Marktgebied
• Het geografische gebied waar de potentiële afnemers zitten en waarop de
onderneming haar marketing activiteiten richt
• Marktgrootte
• De hoeveelheid omzet die te behalen is binnen een marktgebied
• Marktaandeel
• Het gedeelte van de totale markt dat bij een aanbieder koopt
Huiswerk
• Geen huiswerk