18 dito
© Ja
ney
van
Ierla
nd
carine crutzen.indd 18 22-11-2010 00:09:23
Het boeiende bestaan van theaterdiva Carine Crutzen
Behalve dat de film Majesteit het publiek een speculatief kijkje op ons koningshuis biedt, etaleert deze ook
het vakvrouwschap van een van onze allerbeste actrices, Carine Crutzen. Wie is deze charmante vertolkster
van koningin Beatrix eigenlijk? Wat zijn haar drijfveren en waaruit put zij haar levenskracht? Een inspirerende
ontmoeting met een zelfbewuste theaterdiva.
>>
ie blijft investeren in kwa-
liteit, verzekert zich van
een hoogwaardig bestaan. Tijdens onze
ontmoeting in het Haarlemse Stempels spat
die instelling als het ware van haar lichaam
af. Voor ons zit een innemend en door sen-
sualiteit sprankelend mens, bij wie vorm en
inhoud als een hand en handschoen bij el-
kaar passen. Ondanks haar 49 jaar, in haar
wereld al als oud beschouwd, is de agenda
van Carine Crutzen bommetje vol. Ze spreekt
reclameteksten in, is audiovisuele gids bij
talloze musea, declameert bij speciale ge-
legenheden gedichten en andere teksten,
geeft les op de Maastrichtse toneelacade-
mie en regisseert. Acteren blijft echter haar
diepste passie. Binnenkort beginnen de re-
petities voor De Kus, een toneelvoorstelling
met Huub Stapel. Verder valt haar naam
voortdurend bij nieuwe filmprojecten.
Door de luxe van het kiezen kan ze ook tijd
en aandacht geven aan haar twee zonen en
partner, acteur Nico de Vries. Een weldadig
gezinsleven dat zich afspeelt in Haarlem
en omgeving. “Maar dat geluk heb ik niet
altijd gehad, hoor”, vertrouwt ze ons toe.
“Na de toneelacademie in Maastricht ging
ik naar Amsterdam om te werken bij Het Pu-
bliekstheater. Een onzeker Limburgs meisje,
wonend op de Ceintuurbaan. Dat vloekte. Er
knapte iets, ik werd overspannen. Van mijn
23ste tot 28ste modderde ik wat aan. Ik zat
in de bijstand, om in the picture te blijven
deed ik zelfs onbetaald werk.”
De ommekeer voltrok zich met haar hoofdrol
in de KRO-serie De Brug. Een niet makkelijk te
benutten kans. “Ik deed vijf castingsessies”,
vertelt ze. “Alle jonge actrices van toen kwa-
men op auditie. De concurrentie was moor-
dend. Ik zag het echt als mijn laatste strohalm
en bereidde me enorm goed voor. Ik verdiepte
me in de kleding en zelfs in het kapsel en de
make-up van vrouwen uit de periode waarin
de serie speelde. Ik dacht: de producent en re-
gisseur krijgen precies te zien wat ze zoeken.”
Haar talent fonkelde vervolgens onder meer
in de advocatenserie Pleidooi en het familie-
drama Oud Geld. Recent zette ze als Beatrix in
Majesteit een nieuwe kroon op haar oeuvre.
De actrice speelt meestal machtige vrouwen,
vaak onderneemsters.
Zijn er raakvlakken?
“Blijkbaar. Ondernemen zit in mijn bloed.
Mijn opa en oma hadden een kruideniers-
winkel in een klein dorpje bij Nuth, hun
ouders hadden er zelfs een kroeg. Beetje
middenstand allemaal. Ik bewonder onder-
nemers. Willem Elsschot dichtte ooit: ‘Tus-
sen droom en daad staan wetten in de weg
en praktische bezwaren.’ Veel mensen dro-
men wel, maar komen niet verder, omdat ze
denken: dan moet ik dit en dat doen, die en
die bellen, ach, laat maar zitten. Maar on-
dernemers stappen over die bezwaren heen.
Vooral voor degenen die met niets begon-
nen zijn, heb ik respect. Moedig.”
Zelf ooit een echt bedrijf willen oprichten?
“Ja, een castingbureau. Ik heb daarvoor
nog de Kamer van Koophandel bezocht,
maar ineens doemden praktische bezwaren
dito 19
by ditospecial people
W
‘Beatrix is een overlever’
© Ja
ney
van
Ierla
nd
Fotografie: Fu Works
carine crutzen.indd 19 22-11-2010 00:09:24
op. Medewerkers, een bedrijfspand, al het
geregel; dat heeft niet mijn passie. Ik run
dan ook liever mijn eenvrouwszaak. Geld,
toch een drijfveer, boeit me niet echt.
Toch kan ik zakelijk scherp zijn; tijdens
onderhandelingen ga ik tot het uiterste.
Tijdens het kopen van ons huis wist ik echt
alles van hypotheken. Maar daarna vergeet
ik het weer compleet. Knap, hoor: Sylvia
Toth, Annemarie van Gaal, noem ze maar
op. Maar ik speel hen liever dan dat ik hen
ben. Ik denk niet dat ik van zo’n leven een
prettig mens word. In de top dragen ze
toch een masker, ze bluffen vaak met on-
overwinnelijkheid. Dan gaat er langzaam
iets mis, denk ik. Nina Brink, fascinerende
vrouw. Maar ze heeft iets gepantserds,
alsof ze in een mal is gezet. Ik hoop op-
recht dat ze haar softe kant privé bij Pieter
Storms kwijt kan, net zoals Beatrix dat kon
bij Claus destijds. Tja, Nina... Dat kapsel,
die stem, ze heeft wel wat van Beatrix.”
Vind je Beatrix een onderneemster?
“Ze is in elk geval niet selfmade. Denk ook
niet dat ze dat zou kunnen. Ze is geen pit-
bull, daarvoor is ze te veel in overvloed op-
gegroeid. Maar Beatrix is wel een overlever.
In mijn rolvoorbereiding dacht ik vaak: je
zult het maar moeten doen, staatshoofd en
moeder tegelijkertijd zijn. Die spagaat maakt
haar leven heel complex. Door Majesteit ben
ik haar meer gaan mogen. Ze is warm, slim,
creatief, modern ook. Ze heeft het bedrijf na
haar moeder gereorganiseerd, m aar haar ei-
gen stempel daarop gezet. Bovendien pakt
ze de ruimte die ze als staatshoofd heeft. Ze
staat erop dat de minister-president weke-
lijks bij haar op bezoek komt. Die ontmoe-
tingen neemt ze serieus. Ze houdt alles bij,
schrijft alles op, waardoor ze de ministers
tot op de komma nauwkeurig van repliek kan
dienen. Knap, hoor!”
Welke eigenschappen heb jij die Beatrix
ook heeft?
“Tijdens haar jeugd beschreef het paleisper-
soneel haar als ‘prinses glimlach’, maar ook
als ‘prinses stampvoet’. Die twee kanten her-
ken ik wel. Verder haar perfectionisme, die
eigen wil, die liefde voor haar gezin, haar
creativiteit. Ze is Waterman, ik ook. Wat deze
rol mij leerde, is dat vrouwen aan de top een
plek moeten hebben waar ze zichzelf kunnen
zijn. Eigenlijk vind ik dat ze hun eigenheid,
hun authenticiteit ook in hun werk moeten
laten doorsijpelen, zoals Neelie Kroes dat
doet. Ze kopieert niet het mannengedrag,
maar is charmant en zacht en ze durft zich-
zelf te zijn. Je ziet het gelukkig ook bij de
komende generatie. Neem Olcay Gulsen van
Supertrash. Die is heerlijk zichzelf. Ook bij
20 dito dito 21
De Top 10 van Carine Crutzen
Vakantieland
“Italië. Die schoonheid!”
Buitenlandse stad
“In volgorde: Rome, New York,
Barcelona.”
Binnenlandse stad
“Maastricht, Amsterdam, Haarlem.”
Auto’s
“Jaguar en Mini Cooper.”
Kledingzaak
“Ik koop altijd bij tweedehands-
zaken, Haarlem heeft heel leuke
vintagezaakjes”
Juwelen
“Alleen oud zilver, en dan
alleen in ringen en oorbellen.”
Museum
“De Hermitage natuurlijk en Beelden
aan Zee in Scheveningen.”
Buitenlandse filmregisseur
“Bernardo Bertolucci
en de Coen Brothers.”
Buitenlandse acteur
“Sean Penn, Daniel Day Lewis. George
Clooney, een ontzettend stuk dat zijn
eigenzinnigheid voedt met alternatieve
eigen films en bovendien alsmaar beter
gaat acteren. Bij de vrouwen: Helen
Mirren, Meryl Streep, Glenn Close.”
Goeroe
“Krishnamurti. Vanaf mijn 18e ver-
slond ik al zijn werk. Bij hem voel ik
een waarheid in plaats van dat ik die
moet bedenken.”
carine crutzen.indd 20 22-11-2010 00:09:30
mannen vallen die vaste gedragspatronen
wat weg. Prima, toch! Het geeft meer vari-
atie, meer kleur, meer dynamiek.”
Je bent geboren en getogen in Heerlen. Je
Duits moet daardoor goed zijn. Ambieer je
een carrière in Duitsland?
“Nee, waarom? Ik heb hier mijn gezin. Een
regisseur onder wie ik vaak heb gespeeld,
werkt nu in München. Mooie stad, wil er best
wel eens werken. Maar ik sta niet te drin-
gen. Ik heb in Nederland precies het werk
dat ik wil, dat is belangrijk voor mij. Tijdens
mijn tobperiode leerde ik dat ik ziek word
als ik iets doe wat me tegenstaat. Dus: hoe
beter ik me voel, hoe beter ik functioneer.
Daarom rook ik niet, drink ik met mate, ren
ik zelfs wel eens en sjor ik thuis regelma-
tig wat aan apparaten. Maar niet fanatiek,
hoor. Soms wel met frisse tegenzin.”
Wat laadt je nou echt positief op?
“Zuid-Limburg. Ik voel me zo verbonden met
dat land, met die omgeving, met de Lim-
burgse taal. Vooral als ik er wandel. Heerlijk!
Je overgeven aan je authenticiteit, je niet
schamen voor je eigen zijn, wat loskomen
van al die zaken die onder meer in de me-
dia worden gehypet. Want dat valt me wel
in deze tijd op, die opgewondenheid over
van alles en nog wat. Nu is er weer gedoe
over een affiche van een film van Dick Maas,
waarop Sinterklaas staat afgebeeld als een
horrorsint. Hele commissies in rep en roer,
want kinderen zouden daardoor trauma’s
kunnen oplopen. Zo praten we elkaar van
alles aan. Wie weet doen we dat ook wel
met al die crises van tegenwoordig. In zo’n
klimaat van angst en algehele verontwaardi-
ging ontstaat volgens mij weinig oorspron-
kelijks. Daarom vind ik het zo erg dat dit ka-
binet de kunstwereld zo hard aanpakt. Daar
krijgt tenminste iets nog de kans te groeien
waarbij mensen stil staan en waarover ze na-
denken. Mijn leven is zo verrijkt door muziek
en boeken, door kunst en cultuur.”
Misschien kunnen ondernemers dat gat
straks opvullen?
“Wie weet. Met een bevriend koppel gaan
Nico en ik regelmatig voor een goed
etentje het land in. Bij De Librije, De
Bokkedoorns, Beluga. Binnenkort gaan
we naar Margo Reuten van Da Vinci in
Maasbracht. In Europa zijn er vier vrou-
welijke koks met twee sterren, onder
wie Margo. Leuk en zalig mens, dat stug
doorgaat. Dat vind ik nou ook echt een
onderneemster.”
Nog een toekomstplan?
“Als de jongens het huis uit zijn, wil ik
graag een tijdje in New York wonen. Ik
ben heel Europees, maar die energie van
de doorsnee New Yorker... Die drive om te
ondernemen. Indrukwekkend. Ik broed op
een autobiografisch boek, dat ik bij voor-
keur in The Village wil schrijven. Juist in
dat decor terugblikken op mijn leven lijkt
me geweldig.” n
20 dito dito 21
ina Brink heeft wel wat van Beatrix’
by ditospecial people
Carine Crutzen kreeg veel lof voor
haar Beatrix-rol in Majesteit. ‘N
carine crutzen.indd 21 22-11-2010 00:09:46
elf komt ze uit een
‘sportgek’ dorp,
Warmenhuizen. Een echt
sportdorp met veel schaats-
en wielerliefhebbers. Steven
Rooks komt er vandaan en
ook professionele mara-
thonschaatskampioenen,
zoals haar eigen broer Miel.
Zelf speelde Edith Rozendaal
vroeger graag volleybal bij
haar geliefde lokale club.
Zoals zoveel sporters die
coach of trainer worden, had zij – naar eigen
zeggen – wel de drive maar niet voldoende
talent om de echte top te halen. Haar fas-
cinatie voor sport, en vooral voor wat dat
met het hoofd van de mens doet, heeft ze
altijd gehad. Ook toen ze zelf nog speelde.
Rozendaal: “Tijdens het sporten zie je veel
van het echte leven terug”, zegt zij in haar
huiskamer in Alkmaar. “Sport roept emoties
op bij mensen. Soms ook dingen die je niet
verwacht. Neem mijzelf. Buiten het veld
ben ik vrij rustig en bedachtzaam, maar in
het veld ben ik heel aanwezig. Altijd bezig
met praten en oppeppen. Dan komt mijn
extraverte kant naar boven.”
Als sportpsychologe helpt zij sporters om
juist zichzelf mentaal te verbeteren. Voor
techniek is, net als voor bijvoorbeeld tactiek
en conditie, tijdens trainingen van oudsher
veel aandacht. Maar het mentale aspect van
het presteren onder druk blijft vaak onderbe-
licht. Vanuit haar praktijk in Alkmaar heeft
ze zo’n dertig sporters die zij regelmatig
ziet en helpt. Zowel individuele sporters als
teamsporters, onder wie veel jonge topta-
lenten: wielrenners, tennissers, schaatsers,
voetballers, golfers, volleyballers. Namen kan
zij niet noemen omwille van de privacy. Zij
behandelt als sportpsychologe geen ‘zware
gevallen’ van sporters met ernstige psychi-
sche klachten – zoals vaak wordt gedacht.
De profs die zich bij haar melden, hebben
veelal de ambitie om beter te leren omgaan
met bijvoorbeeld wedstrijdspanning en men-
tale weerbaarheid om zo hun sportprestaties
verder te verbeteren.
Kun je mentale kracht in-
derdaad aanleren?
“Absoluut. Talloze men-
sen denken dat het een
onderdeel is van talent,
maar je kunt wel dege-
lijk aan mentale kracht
werken. Veel toppers heb-
ben een vaste – mentale
– routine ontwikkeld voor
wanneer zij moeten pie-
ken tijdens een wedstrijd.
Vlak voor de start of tijdens de wedstrijd
moet je zorgen dat je die staat kunt laten
terugkeren. Kortom, je moet in de juiste
mentale toestand komen. Dat heeft veel
te maken met de juiste concentratie vin-
den en vasthouden. En dat is een vaardig-
heid die je kunt trainen. Dan kun je niet
alleen goed presteren tijdens een oefen-
wedstrijdje, maar ook tijdens een WK-fi-
nale waar meer dan zevenhonderd miljoen
mensen naar kijken.”
Wat kan er zoal misgaan?
“Tijdens een wedstrijd is er, afhankelijk
van de aard van de sport, vaak veel tijd
om na te denken. Zoals bij golf, tennis en
darten. Er zijn regelmatig pauzes waarin
je als sporter kunt nadenken over
Sportpsychologe Edith Rozendaal
Het inschakelen van een sportpsycho-
loog is nog niet voor iedere topsporter
vanzelfsprekend. Een geheel andere si-
tuatie vergeleken bij sportlanden als
de Verenigde Staten, waar elk team of
iedere individuele topsporter een men-
tale coach heeft. Toch zoeken ook in Nederland sportprofs
steeds vaker hun heil bij een specialist om te werken aan
hun mentale kracht. Bijvoorbeeld bij Edith Rozendaal, geac-
crediteerd sportpsychologe en begeleider van topsporters
uit uiteenlopende disciplines en schrijfster van het onlangs
verschenen boek Sportgek, psychologie voor de sporter.
>>
‘Je moet heel veel trainen wil je als jong talent de echte top halen’
48 dito dito 49
Z
edith rozendael.indd 48 22-11-2010 09:53:58
by ditospecial people
48 dito dito 49
innen krijgt in de maatschappij
steeds meer nadruk’
‘W
© Yv
onne
de
Wit
te
edith rozendael.indd 49 22-11-2010 09:54:02
waarom het wel of niet lekker loopt. Dan
gaat het vaak mis. Sporten is waarnemen,
kijken, voelen, horen… Te veel nadenken
en analyseren kan de concentratie versto-
ren. Wie tijdens de wedstrijd denkt aan de
stand of de gevolgen daarvan, richt zijn
aandacht op de verkeerde dingen. Grote
sporters kunnen op beslissende momenten
zich volledig op het ‘nu’ richten, op het
spel. Ongeacht alles eromheen, zoals de
scheidsrechter of het publiek. Neem bij-
voorbeeld golf. Daar zit steeds eenzelfde
soort concentratie in. Golfers bereiden
zich mentaal uitvoerig voor op hun slag.
Ze hebben als geen ander geleerd mentale
routines te ontwikkelen.”
Hoe train je om te gaan met de spanning
voordat je moet pieken?
“Een hulpmiddel is bijvoorbeeld visualisa-
tie. Je stapt in een denkbeeldige zeepbel
waarin je helemaal geconcentreerd bent.
Als je eruit stapt, laat je alles wat met die
slag of actie te maken heeft weer achter
je. Dat zijn oefeningen die ik soms ook met
mijn sporters doe. Een andere visualisatie
is om alvast gedetailleerd in gedachten te
doen wat je moet gaan doen. Bijvoorbeeld
door je stap voor stap voor te stellen hoe
je een slag of beweging moet maken. Je
traint als het ware in je hoofd. Een voor-
beeld is de wielrenner die een parcours al
enkele keren in zijn hoofd gereden heeft,
voordat hij aan de start verschijnt. Echt
trainen is het beste, maar ‘in gedachten’
trainen helpt.”
Werkt dat ook op andere gebieden dan
sport?
“Het werkt ook bij musici of andere arties-
ten die in de spotlights staan en moeten
presteren. Maar ook bij mensen in het
bedrijfsleven die bijvoorbeeld spanning
ervaren voordat ze een spreekbeurt of
presentatie hebben. Het helpt dan om je
van tevoren een beeld te vormen van hoe
je erbij zit of staat en wat je wilt zeg-
gen. Een hulpmiddel is om dat letterlijk
gedetailleerd voor ogen te houden. Denk
na over die ene keer dat het gesmeerd liep
en je goed uit je worden kwam. Hoe zat
je erbij? Wat deed je? Dat kan enorm veel
zelfvertrouwen geven.”
Hebben echte toppers last van spanning
en faalangst?
“Ook op het allerhoogste niveau bestaat
onzekerheid en spanning. Zelfs op olym-
pisch niveau. Niet alle topsporters hebben
op elk moment evenveel zelfvertrouwen.
Maar de goede sporters zijn in staat zich
op het cruciale moment te focussen. De
winnaars weten: ik heb voor de wedstrijd
nu even dit rotgevoel, maar dat is maar
tijdelijk en ik heb het nodig om te kunnen
presteren. Als je voor dergelijke negatieve
gevoelens iets anders in de plaats kunt
zetten, bijvoorbeeld door je gedachten op
iets anders te brengen met behulp van een
simpele ademhalingsoefening, zie je dat
het beter gaat.”
Hoe leeft een gemiddelde topsporter?
“De topsportman of -vrouw traint sowieso
elke dag, rust uit en plant alles om de sport
heen. Hij of zij speelt in elk geval mee op
nationaal en/of internationaal niveau. Er
zijn ook jonge topsporters die dagelijks trai-
nen en daarnaast nog naar school gaan. Ze
gaan bijvoorbeeld naar een LOOT-school, die
topsporttalenten ondersteunt om schoolcar-
rière en topsport te kunnen combineren. Te-
genwoordig moet je heel veel trainen wil je
de top halen. Een stelregel is dat je in tien
jaar tienduizend trainingsuren moet maken
en dat van die groep slechts tien procent de
echte top haalt.”
Wat verdient een topsporter?
“Ze moeten soms genoegen nemen met
niet al te veel geld. De meeste sporters
worden financieel gesteund door een spon-
sor die hen geheel of gedeeltelijk financi-
eel de ruimte geeft om honderd procent
met hun sport bezig te zijn. Sommigen
hebben daarnaast een baan, meestal part-
time, of volgen een studie. Maar alles wat
je leert in de topsport, kan je zeker later
goed van pas komen in een carrière na
de sport. Topsporters zijn goed in doelen
stellen en daarvoor gaan.”
Wat is de drijfveer om voor relatief weinig
geld zoveel inspanningen te verrichten?
“Je hebt sporters die intrinsiek of extrin-
siek gemotiveerd worden. In het eerste
geval doe je het omdat je er veel plezier in
hebt en je groei en ontwikkeling ervaart.
Als je extrinsiek gemotiveerd wordt, doe
je de dingen die je doet vanwege het geld
of de status. Of omdat het moet van je
50 dito dito 51
BiografieEdith Rozendaal (44) is een van de circa zeventig
geaccrediteerde sportpsychologen in Nederland.
Zij volgde de opleiding tot sportleraar aan de Aca-
demie voor Lichamelijke Opvoeding en studeerde
op latere leeftijd bewegingswetenschappen aan de
VU. Onlangs verscheen haar boek Sportgek, een
praktische handleiding over de psychologie van
(top)sport. Zij is de zus van oud-marathonschaat-
ser Miel en deed zelf veel aan volleybal (eerste di-
visie). Rozendaal is bestuurslid van de Vereniging
voor SportPsychologie in Nederland, die zich inzet
voor professionalisering van de beroepsgroep.
edith rozendael.indd 50 22-11-2010 09:54:09
ouders of coach. In principe kunnen beide
drijfveren, of een combinatie daarvan, lei-
den tot succes. Roeien moet je niet voor
het geld doen. De beloning kan een gou-
den medaille winnen zijn. Dat is ook een
prima drijfveer. Voetballers zijn soms op
hun achttiende al multimiljonair. Vergelijk
dat bijvoorbeeld eens met topsporters als
hockeyers, schaatsers of zwemmers. Dat
verschil is soms heel groot. Dat heeft alles
te maken met de markt. Voetbal heeft een
enorme commerciële waarde. Net als ten-
nis. Maar je moet als voetballer of tennis-
ser wel exceptioneel goed zijn. De druk is
tegelijk ook erg groot voor die spelers.”
De jonge topvoetballer lijkt ideaal materi-
aal voor sportpsychologen.
“Wat je wel ziet bij jonge voetballers is dat
ze soms rare sprongen maken. Of te veel
drank, drugs of vrouwen. Dat is ongezond.
Voor het mentale zou bij topvoetballers
meer aandacht moeten zijn. De druk voor
die jonge jongens is soms erg groot. Je
moet je voorstellen dat alles wat je doet
openbaar is. Iedereen beoordeelt je pres-
tatie voortdurend. Je prestatie is steeds
voor iedereen zichtbaar. Niet alleen voor
je trainer, maar ook voor de supporters
en tv-kijkers. Daarvoor moet je sterk in je
schoenen staan.”
Is mentale training onderbelicht in de
voetbalwereld?
“Het heeft zich de laatste jaren al ontwik-
keld, maar het zou nog veel beter kunnen.
De voetbalwereld is een wat conservatieve
wereld vergeleken met andere sporten.
Steeds meer voetballers zien in dat je dat
mentale aspect ook moet trainen. Ik zie
wel jongens van achttien jaar uit professi-
onele jeugdopleidingen. Je ziet dat tijdens
de voetbalopleiding heel veel voor hen
wordt geregeld. De kleding bijvoorbeeld,
en ze worden gehaald en gebracht. In an-
dere sporten moet je dat zelf doen. Tot op
een bepaalde leeftijd brengt hun talent
hen heel ver. Maar er komt een moment
dat ze zelfstandig moeten leren denken.
Ze moeten zelf om dingen gaan vragen. Op
welke gebieden moet ik beter worden wil
ik de echte top halen? Wat is mijn doel?
En wat moet ik doen of laten om dat te
bereiken? Daar help ik hen bij.”
Is de penalty te trainen?
“Voetballers denken van
niet. Maar een penalty is
niet veel anders dan het
slaan van een beslissende
service bij tennis of een
uitworp van een darter. Die
trainen dat ook. Wat doe ik
op het moment voordat ik
dat pijltje gooi of die service
sla? Voetballers zijn niet ge-
wend om die zogenoemde
‘gesloten’ vaardigheid te
trainen. Dat ligt ook aan de
aard van de sport, omdat de
penalty niet zo vaak voor-
komt. Je moet een riedeltje
ontwikkelen, en dat hebben
voetballers vaak niet. Als je
dat riedeltje hebt, lukt het
op de training, maar ook in
de wedstrijd.”
Wat is de parallel tussen
topsport en bedrijfsleven?
“Ook de CEO wordt per-
manent beoordeeld. Bij-
voorbeeld door collega’s, ondergeschik-
ten, aandeelhouders of beursanalisten.
Dat brengt stress met zich mee, net als
in de topsport. Je moet dus vaardigheden
ontwikkelen om dat te herstellen. Verder
moet je kijken naar je drijfveren als je het
op lange termijn wilt volhouden. Het win-
nen krijgt in de maatschappij steeds meer
nadruk. Maar groei en ontwikkeling is
minstens een even belangrijke drijfveer,
net als de voldoening die samenwerking
kan geven. In het bedrijfsleven is voor
die laatste twee zaken soms te weinig
aandacht. Werknemers dreigen in die ge-
vallen de identificatie met het bedrijf te
verliezen.” n
50 dito dito 51
by ditospecial people
e hebt tien procent kans om topsporter te worden als je in tien jaar tienduizend uren traint’
‘J
© Yv
onne
de
Wit
te
edith rozendael.indd 51 22-11-2010 09:54:13
e treffen Mart Visser in zijn
salon in een monumentaal
pand in het hart van Amsterdam, schuin
tegenover het Stedelijk Museum. Sinds hij
zijn door de vakpers fantastisch ontvangen
wintercollectie in het Hilton toonde, heeft
de couturier een drukke periode achter
de rug met werkweken van zeven dagen
per week. In de weken na de shows ko-
men zijn cliënten zijn unieke outfits in de
salon bekijken en doorpassen. De hele
wintercollectie 2010 (thema: nacht-
blauw) is al nagenoeg verkocht. De
verfijnde haute couture van Visser
lijkt weinig gevoelig voor prozaï-
sche zaken als economische con-
junctuur. Inmiddels is hij alweer
aan het denken en schetsen voor
de zomercollectie 2011.
Generaties
Visser werkt in de Nederlandse modewe-
reld in een soort niemandsland. Aan de
ene kant is er de naoorlogse generatie
met legendarische modenamen
van weleer, zoals de couturiers
Edgar Vos, Frank Govers, Max
Heijmans en Frans Molenaar.
Aan de andere kant – al snel een
periode van veertig jaar fastforward
spoelen – is er de nieuwste gene-
ratie met jonge dertigers als Daryl
van Wouw en Jan Taminiau. En daartussen
– als enige van zijn generatie – bevindt
zich Mart Visser, bouwjaar 1968. Met zijn
label Mart Visser Haute Couture staat hij
aan de top in Nederland.
Nadat hij begin jaren negentig – niet ou-
der dan 24 jaar – opvallend had gedebu-
teerd met zijn eerste haute-coutureshow,
zou zijn ster in de jaren erna snel rijzen.
Zijn bedrijf omvat tegenwoordig veel meer
dan alleen het ontwerpen van zijn haute-
couturelijn (zie kader). Vissers statuur is
zo groot dat het Haags Gemeentemuseum
ruim acht jaar geleden ter gelegenheid van
het tienjarig jubileum een speciale over-
zichtstentoonstelling van zijn werk hield.
Ambachtelijk werk beheerst hij als geen
ander. In zijn atelier boven de salon is een
team van naaisters en coupeuses dagelijks
aan het werk. “Wie het ambacht onder de
knie heeft, kan als een plastisch chirurg
om een lijf heen bouwen”, vertelt Mart
Visser. “Ik houd rekening met elke golflijn
en beweging.” Zijn ontwerpen worden niet
zozeer gekenmerkt door ravissante avant-
garde-ontwerpen, maar door geraffineerde
eenvoud, met veel oog voor details en vor-
men. ‘Less is more’ is bij uitstek Vissers
handtekening.
Carrière
Zijn loopbaan heeft zich in een razend tem-
po ontwikkeld. Waar geen leerling op de
‘Ik ben tevreden met wat ik heb bereikt’
Toen hij 15 jaar was, zag Mart Visser zijn eerste haute-coutureshow bij
Max Heijmans. Vanaf dat moment wist hij één ding zeker: dat wil ik
ook. Zijn jeugddroom werd werkelijkheid. Op zijn 24ste had hij al, met
geleend geld van de bank, zijn eerste eigen couturiershow. Het was de
start van een opmerkelijke opmars naar de absolute top in modeland.
>>
W
90 dito dito 91
Couturier Mart Visser
mart visser.indd 90 22-11-2010 09:56:37
>>
by ditospecial people
90 dito dito 91
mart visser.indd 91 22-11-2010 09:56:42
Amsterdamse Modeacademie zich
durfde branden aan haute couture
– waarmee immers, ondanks de gla-
moureuze uitstraling, in Nederland
maar moeilijk geld is te verdienen
– volgde Mart Visser, geheel tegen
het advies van zijn leraren in, zijn missie:
haute couture maken. Visser: “Ik zag op mijn
vijftiende voor het eerst een show van Max
Heijmans en was direct diep onder de indruk.
Dat wil ik ook, dacht ik meteen. Ik was heel
vastberaden. Tijdens mijn studie ben ik ook
voor haute couture gegaan, als enige van
mijn lichting destijds.”
Via de Hogeschool Amsterdam en de Mo-
deacademie Charles Montaigne kwam hij
terecht op het Saga International Design
Centre in Kopenhagen. Stages liep hij on-
der meer bij Frans Molenaar in Amster-
dam en bij Anne Klein (‘de Chanel van
Amerika’) en Koos van den Akker in New
York. Visser: “Ik ben klein begonnen in
mijn studentenwoning in Amsterdam-
West. Mijn eerste haute-coutureshow is
daar in 1993 gemaakt. Met geleend geld
van de bank en een beetje van mijzelf. Een
lening van zo’n 25.000 gulden, geloof ik.
Er was in mijn kamer op een gegeven mo-
ment nauwelijks meer plek voor mijn bed.
De eerste drie jaar heb ik daar gewerkt,
totdat ik verhuisde naar een eigen atelier
annex salon in de Beethovenstraat. Omdat
ik die eerste jaren weinig kosten had, kon
ik alles herinvesteren in mijn shows in het
Hilton. En tja, de rest is eigenlijk vanzelf
gekomen.”
Hoelang doe jij over een jurk?
“In een schets kan dat soms in één minuut.
Maar het uitwerken en maken nemen vele
weken in beslag. Het zijn allemaal een-
malige stukken, die
we exclusief maken
voor de show. Het
dient ook als in-
spiratie. De outfits
van de show maken
we voor klanten
min of meer op-
nieuw, specifiek op
maat en volgens de
wensen van de klant. Bijvoorbeeld met net
een andere kraag of van ander materiaal.”
Kun je beschrijven hoe je te werk gaat bij een
complete haute-couturecollectie maken?
“Na de ideeën- en schetsfase werkt mijn
team de ruwe schetsen technisch uit in een
soort driedimensionaal rudimentair ont-
werp, een toile geheten. Mijn vaste model
Daniëlle past gedurende één dag de hele
collectie door, staand op het pasblok. Dat
doet zij overigens al bijna achttien jaar.
Ze voelt precies aan wat ik en mijn klan-
ten in een ontwerp zoeken en denkt ook
actief mee. Op basis daarvan brengen we
modificaties aan. Ik teken die op de toile
en herzie op die manier het ontwerp. Vanaf
zo’n zes weken voor de show ‘bouwen’ we
de toiles om in de daadwerkelijke collectie
met de juiste materialen. Per show, die we
twee keer per jaar hebben, komen zestig
complete outfits, dus mannequins, voor-
bij. Sommige outfits zijn zelfs vijfdelig.”
Waar schets je het liefst?
“Ik zet altijd de plaats waar ik schets op
het ontwerp. Bijvoorbeeld vlucht KL 1423.
En vaak ook een afkorting van het dorpje
waar ik zit. Dat is ook meestal het dorpje
waar ik mijn tweede huis heb, in de buurt
van St. Paul de Vence in Zuid-Frankrijk,
waar ik enkele maanden per jaar zit. Vaak
staan er aan Frankrijk gerelateerde plaat-
sen op de ontwerpen die ik uiteindelijk
gebruik. Mijn huis in Frankrijk geeft mij
rust.”
Visser pakt een zwart jasje met zwarte
Swarovski-stenen van het rek, een tail-
leur geheten in couturiertermen. Visser
legt uit: “Ik had die stenen nog liggen.
En door die zakken met borduurstenen
om te keren, ontstond het idee om er een
gemixt pallet mee te bouwen. Soms kan
het zo simpel zijn. Als je met echt Swa-
rovski-kristal zou werken, wordt het heel
zwaar. Ik heb dus expres voor lichtere
Swarovski-stenen gekozen, anders wordt
de draagster echt een discobal. Ik heb
gekozen voor een aangeknipte tulpkraag,
want ik hou van simpele lijnen. Het staat
heel mooi op een bollende rok, maar zou
ook prima op een mooie jeans kunnen.”
92 dito dito 93
Mart VisserMart Visser is veel meer dan alleen
ontwerper van haute couture. Onder
de paraplu MV Design ontwikkelt de
couturier talloze nevenactiviteiten op
modegebied. Zoals Mart by Mart Visser
(een prêt-à-porter damesmodelijn), de
damesschoenenlijn Mart Visser Chausur-
res, Mart Visser Uniformes & Corporate
Image Wear (een bedrijfskledinglijn
voor (inter)nationale bedrijven) en Mart
Visser Home Couture (luxueuze woonac-
cessoires, zoals exclusief bedtextiel met
de handtekening van Mart Visser). En
passant doet hij ook nog tv-commercials,
zoals onlangs voor Miele, en treedt hij
regelmatig op in tv-programma’s.
prekers als Deepak Chopra en Stephen Covey zijn in Amerika een soort popsterren’
mart visser.indd 92 22-11-2010 09:56:55
Wat zoek jij in een vrouw?
“Ik wil vrouwen mooier maken. Dat is de es-
sentie. Ik heb niet een muze, er zijn heel veel
vrouwen die mij kunnen inspireren. Vrouwen
als Sophia Loren en Emmanuelle Begard vind
ik prachtig. Ik houd van een mooie, ver-
zorgde vrouw, mooie hakken, goede juwelen
en een bewuste lifestyle. En er mag van mij
best pathos en wat seks in zitten.”
Door welke ontwerpers ben jij geïnspi-
reerd?
“Ik houd van evergreens. Tijdloze een-
voud. Ik heb veel bewondering voor de
periode van de jaren vijftig, de Golden Age
van haute couture, de hoogtijdagen. Rijke
Amerikanen die dat in Parijs kwamen ko-
pen. Alles werd heel mooi gemaakt. Dior, Nina
Ricci, Chanel. Vrouwen verkleedden zich in die
tijd een paar keer per dag. Fantastisch…”
En in Nederland?
“Max Heijmans was voor mij de aanleiding
om voor haute couture te kiezen. Hij heeft
daardoor voor mij een speciale plaats. Ik
heb van de ex-vriend van Max Heijmans do-
cumenten gekregen uit de erfenis, maar ook
voorwerpen van Max, zoals zijn tekenpen en
speldenkussen. Omdat hij vindt dat ik net
als Max een ode breng aan de vrouw. Op de
veiling heb ik zijn bureau en stoel gekocht.
Die voorwerpen zijn mij heel dierbaar.”
Hebben wij nog glamour en stijl in Neder-
land?
“Het gaat mij niet alleen om die glamour.
Ik kreeg laatst rond 19.15 uur een sms’je
van een goede klant met het bericht ‘Wat
doet jouw werk toch veel voor mij.’ Ze
kleedde zich kennelijk om en keek in de
spiegel. Dat doet mij heel erg goed.”
Wat vind je van het modebewustzijn van
de gemiddelde Nederlandse vrouw?
“Ik ben blij met de komst van Zara en
H&M. Zij brengen toegankelijke mode.
En die is superbetaalbaar. Dat geeft een
straatbeeld dat ik wel interessant vind.
Nederland is zich beter gaan kleden, er is
veel meer keus dan vroeger. Een jasje van
mij kun je prima combineren met mooie
zwarte H&M-stretchjeans, met hoge Guc-
ci-hakken en een Hermes-tas. Daarmee
kun je er geweldig uitzien.”
Insiders zeggen dat Nederland te klein is
voor Mart Visser. Hij moet internationa-
ler gaan werkenï
“Ik heb mensen die vanuit New York en
zelfs China bij mij in Amsterdam komen ko-
pen. Ze mailen van tevoren dat ze willen
komen. Dat vind ik heel erg leuk. Interna-
tionaal werk ik niet bewust aan mijn naam.
Geen zin om de hele wereld af te reizen om
mijn naam te vestigen. Ik ben gehecht aan
mijn privéleven. Ik ben ruim achttien jaar
samen met mijn partner, Job. Hij werkt in de
sponsoring en communicatie, onder meer in
de culturele sector. Als ik echt internationaal
zou willen doorbreken, zou dat deel van mijn
leven er te zwaar onder gebukt gaan.”
Ben je tevreden over wat je hebt bereikt?
“Het is goed zo. Ik heb een gouden team
met een gezond bedrijf. Bij mijn laatste
shows kwam ik op locatie aan. Daar ston-
den de mannequins, kleedsters en de men-
sen van het haar en de make-up al klaar.
Mijn eigen geluid en decor, het hele cir-
cus, alles naar mijn eigen idee. Ik liet mij
rijden en kwam eraan in mijn mooie pak.
Een enthousiast publiek, een staande ova-
tie. Even had ik het besef: dat heb ik toch
maar gedaan...” n
by ditospecial people
92 dito dito 93
Marts favorieten
Auto
Audi A8
Horloge
IWC
Schoenen
onder andere Santoni
Sneakers
Dior
Restaurant
Sergio Herman/Oud Sluis
Magazine
W Magazine
Tweede huis
Mijn bastide in de bergen boven
de Franse Côte d’Azur, nabij St. Paul de Vence
Stedentrip
Londen, Parijs, New York, Rome
mart visser.indd 93 22-11-2010 09:57:02
116 dito dito 117
‘Ik heb het op miraculeuze wijze overleefd’ En ingenieur Ronald Waterman weet hoe
Zijn werk lijkt een jongens-
droom. Graag zoekt hij extre-
men op. Zeker vroeger, toen
hij tot de absolute wereldtop
behoorde en met een groepje
collega-poolreizigers als eerste
en voorlopig laatste Neder-
landse team op eigen kracht
de geografische noordpool
bereikte – zeg maar de uiterste
plek van de aardbol. Onpeilbare
vergezichten met kruiend ijs en
temperaturen die kunnen dalen
tot min veertig graden, zijn de
omstandigheden waarin hij zich
optimaal voelt. Een gesprek
met poolreiziger, avonturier en
ondernemerscoach Marc Corne-
lissen over de verlokkingen van
het noordpoolgebied, de flirt
met gevaar en de noodzaak van
duurzaamheid.
Poolreiziger Marc Cornelissen
marc cornelissen.indd 116 22-11-2010 17:37:11
116 dito dito 117
ijn eerste kennismaking met de
extreme omstandigheden van
het noordpoolgebied was op relatief late
leeftijd. Dat was bijna twintig jaar geleden,
toen hij op zijn 24ste als student bouw-
kunde aan de TU Delft besloot in te gaan
op de uitnodiging van een studievriend om
een poolexpeditie te gaan ondernemen.
Het doel: op eigen kracht de geografische
noordpool bereiken. Een loodzware reis van
enkele maanden onder barre omstandighe-
den. De studie werd stilgelegd, er werden
financiële fondsen gezocht en zelfs eigen
geld werd aangesproken om de investe-
ring van ruim 450.000 gulden bij elkaar
te krijgen. Er werd getraind op de ijsvlak-
ten in het uiterste noorden van Canada.
“Het noordpoolgebied geeft mij alles waar
ik van kan genieten”, zegt Marc op kan-
toor in Maassluis, van waaruit hij met zijn
bedrijf Pole Track onder meer exclusieve
poolreizen organiseert. “Het is een bijna
magische ervaring. De dynamiek van het
gebied is enorm, alle stemmingen van een
terrein kom je tegen. Van dreigend grijs
tot felgekleurd oranje. Soms loop je op een
dunne laag ijs, staan al je zintuigen open.
Concentratie is dan geboden. Het is niet
alleen een confrontatie met jezelf, maar
ook een confrontatie met teamgenoten, >>
Z
by ditoadventure
marc cornelissen.indd 117 22-11-2010 17:37:14
met wie je gezamenlijk een doel wilt be-
reiken. Dat is heel intens.”
Beginnersfout
Die allereerste confrontatie, tijdens de
voorbereidingen in Canada, zal hij nooit
vergeten. Het had makkelijk meteen zijn
laatste poolreis kunnen zijn. Een verhaal
over twee jonge onervaren en overmoedige
avonturiers die te grazen werden genomen
door het ijs. Die eerste beginnersfouten
weet hij zich nog goed te herinneren:
“Een zware sneeuwstorm stak de kop op.
Op sneeuwscooter passerende Inuit-jagers
(Eskimo’s) vroegen of we mee terug wil-
den reizen. Maar we bleven. Toen moesten
we dus de volgende ochtend terug, in die
storm, zonder zicht en zonder gps, daar-
voor hadden we nog geen geld. De sneeuw
waarvan we water dachten te kunnen
smelten had zich volgezogen met het zout
van het kersverse zeeijs, waardoor het on-
bruikbaar was. We hadden chocolade en
Bifi-worstjes, maar niets te drinken. Op het
kompas zochten we de weg terug. Toen we
heel even een zendmast dachten te zien,
lieten we de slede achter en maakten we
een eindsprint door het opeengepakte ijs
aan de kust. Als door een wonder kwamen
we toch nog veilig aan in het dorp.”
De geplande expeditie zou er – vanwege het
mislopen van het laatste benodigde geld
– echter niet komen. Toch had deze erva-
ring Marcs voorliefde voor het poolgebied
definitief doen ontwaken. Zijn volgend doel
was om een expeditie maken naar de mag-
netische noordpool maken, vanuit Resolute
Bay door de Arctische archipel. Opnieuw te-
vergeefs. Cornelissen moest tijdens de 650
kilometer lange tocht over bevroren zee-
straten opgeven vanwege het weerbarstige
pakijs en de onverantwoorde risico’s. Dit
nadat eerder al zijn teamgenoot de poging
had gestaakt en Cornelissen noodgedwon-
gen solo verder ging.
Falen en succes
Een jaar later behaalde hij alsnog een
tot nu toe ongeëvenaard succes. Met het
eerste en voorlopig laatste Nederlandse
team wist hij de geografische noordpool
te bereiken. Een minutieuze voorberei-
ding van meer dan een jaar ging daaraan
vooraf. De expeditie had een kleine 1000
kilometer over de ijskap afgelegd toen
zij op 20 mei 1997 de magische 90 gra-
118 dito
marc cornelissen.indd 118 22-11-2010 17:37:26
den noorderbreedte bereikte. Met tem-
peraturen die soms daalden tot min 45
graden, waarbij het team zijn weg moest
zoeken over scheurend ijs en soms le-
vensgevaarlijk open water. Nog vele ex-
pedities volgden, lange en korte. Zo werd
op eigen kracht ook de zuidpool bereikt,
waarbij steeds weer nieuwe lessen wer-
den geleerd. Die lessen, over zowel falen
als succes, hebben Cornelissen tot op de
dag van vandaag gemaakt tot een van
de meest gerespecteerde en
meest ervaren poolreizigers in
Nederland en ver daarbuiten.
Wat zijn de grootste gevaren
en risico’s?
“Een van de grootste risico’s
is de soms extreme koude.
Bij een temperatuur van min
dertig of min veertig graden
kunnen lichaamsdelen die te
lang aan de kou worden bloot-
gesteld, kapot vriezen. De doorbloeding
stagneert. Natte handen bevriezen bij
min dertig graden binnen één minuut.
Je motoriek valt uit. Een ritssluiting van
een tent of jas kun je niet meer dicht-
doen. Je kunt bijvoorbeeld frostbite krij-
gen, bevriezing van huid of lichaamsde-
len. In de ergste gevallen is amputatie
dan onvermijdelijk.”
Hoe koud is koud?“Min tien graden beschouwen wij als
mild, min veertig graden vind ik een
maximumgrens om er nog op uit te
gaan. Met ervaren teams ga ik dan
nog wel de tent uit, maar met minder
ervaren teamgenoten niet. Zolang je
je handelingen, zoals handschoenen
aan- en uittrekken of ski’s onderbin-
den, snel en routineus beheerst, kun
je in die extreme koude nog iets on-
dernemen. Maar ook dan geldt: vroeg
of laat voel je de koude, hoe warm je
ook bent aangekleed. En als de koude
intreedt, moet je razendsnel kunnen
handelen.”
by ditoadventure
dito 119
>>
oolreizen bieden een bijna magische ervaring’
‘P
dan onvermijdelijk.”
Hoe koud is koud?“Min tien graden beschouwen wij als
Marc Cornelissen.
marc cornelissen.indd 119 22-11-2010 17:37:40
Wat tref je aan in het poolgebied?
“Je wordt er geconfronteerd met ijs en
koude, in al hun gedaantes. Grote ijs-
formaties en ijsmuren waar je over heen
moet klimmen met je slede. Of juist vier
centimeter dun ijs waar je doorheen zou
zakken als je even stil zou staan en je
dus continu moet blijven bewegen. Of
je loopt tegen open leads aan, scheurijs
met open water, waar je dan omheen
moet lopen. Het ijs is altijd in beweging.
Je moet zo’n landschap leren lezen.”
Wat is de aantrekkingskracht van de pool-
vlakte?
“Je beleeft alles heel intens. Je bent je
heel bewust van je zintuigen. Als je niet
beweegt, is het er doodstil. Totdat je in
beweging komt en je passen over het ijs
een hels kabaal maken. Wat je ziet kan
soms dreigend, bijna spookachtig zijn,
zoals zwarte pluimen en donkere luchten.
Maar je ziet ook oogverblindend mooie
oranje luchten. De lucht die je ademt,
voelt heel zuiverend en fris. En als je je
‘s avonds in je tent warmt bij de gasbran-
der, voel je je goed en smaakt het ge-
droogde voedsel dat je hebt meegenomen
fantastisch lekker.”
Hoe is de fysieke inspanning?
“Je beweegt je traag maar gestaag voort.
Met een slede achter je aan met zo’n 35
tot 100 kilo bagage, afhankelijk van hoe
lang de reis is. Lopend of met ski’s. Klim-
men over ijsformaties kan heel zwaar
zijn, dat is echt buffelen. Ter voorbe-
reiding moeten medereizigers daarom
elke week minimaal vier uur over het
strand kunnen lopen met een tuigje om
met daaraan een zware rubberen band,
een soort sledesimulatie. Verder moet
je veel routines ontwikkelen in dage-
lijkse handelingen. Onderweg praat je
nauwelijks en zit je in je eigen wereld,
stap voor stap, soms zelfs in een trance.
Dan komen op onverwachte momenten
de mooiste herinneringen bij je boven
waarvan je het bestaan niet vermoedde.
Echt heel bijzondere ervaringen zijn dat.
Maar misschien wel belangrijker dan de
fysieke inspanning is de benodigde men-
tale kracht.”
Leg uit...
“Op de expeditie The Last Degree (zie ka-
der; red.) moet je je gedurende een week
ruim honderd kilometer verplaatsen over
ijs om de geografische noordpool te berei-
ken. Vorig jaar heb ik de tocht nog georga-
niseerd met belangstellenden. We hadden
backdrift; we liepen over kruipend ijs dat
wegdreef van de noordpool – een uitzon-
derlijke omstandigheid, omdat je meestal
het ijs mee hebt. Het is net alsof je een
dalende roltrap oploopt. We stonden op het
punt te beslissen of we ons doel konden
halen of moesten stoppen. Verschillende
mensen in het team wilden per se door.
Ik zei: ‘Let’s do the math. Hoeveel denken
jullie dat we vandaag gelopen hebben van
de beoogde zestien kilometer die we ge-
middeld moeten halen?’ De een schatte de
en ijsbeer heeft maar één doel: hij gaat voor de kill’
‘E
120 dito
marc cornelissen.indd 120 22-11-2010 17:37:46
afstand op zes kilometer, de ander op vier.
Ik vertelde hun dat het netto vierhonderd
meter was geweest. Op zo’n moment moet
iedereen leren incasseren dat het anders
loopt. Ondanks alle voorbereidingen kan
het toch anders lopen. Je kunt niet alles
afdwingen. Dat is ook wat ik in mijn ma-
nagementtrainingen vertel. We hebben de
geografische noordpool toen niet op eigen
kracht kunnen halen, later wel met een
helikopter, maar toch was het voor ieder-
een een fantastische tocht. Dat komt mede
door dergelijke teamervaringen.”
Wat is eigenlijk zo magisch aan het berei-
ken van de noordpool?
“De geografische noordpool, het exacte
punt, is niet gemarkeerd. Het ligt op 90
graden noorderbreedte en alle lengtegra-
den komen er samen. Er is altijd de grap
dat als je een klein rondje om dat punt
loopt, je in een paar stappen de hele we-
reld rond bent gegaan. Maar in feite is het
natuurlijk een kunstmatig doel dat je je-
zelf stelt.”
Is het verslavend?
“Ja, het blijft mij trekken. Al doe ik het
tegenwoordig iets rustiger aan en zoek ik
niet meer die heel grote extremen op. Een
bijna-doodervaring tijdens één van mijn
tochten heeft mij toch iets voorzichtiger
gemaakt, vooral omdat ik een vrouw en
een kind heb.”
Wat was die bijna-doodervaring?
“Het was in 2005. Op de derde ochtend van
een noordpoolexpeditie met twee teamge-
noten moest ik ‘s nachts de tent uit om
naar de wc te gaan. Opeens stond ik oog
in oog met een ijsbeer, op nog twee me-
ter afstand, mijn broek nog op de enkels.
Echt heel beangstigend. Zo’n ijsbeer heeft
maar één doel: hij gaat voor de kill. Hij
moet mij op afstand geroken hebben. De
adrenaline spoot door mijn hele lijf, ik viel
bijna flauw. Wat ik mij nog herinner, is
dat ik vooral woedend was op mijzelf,
omdat ik zo oerstom was geweest om
ditmaal zonder geweer naar buiten te
gaan. Het zag er heel dreigend uit. Ik
probeerde aanvankelijk oogcontact met
het dier te maken. Ik hoopte compassie
te zien in zijn ogen en dacht: hé, ik
ben vader van een kind, je gaat mij hier
toch niet opvreten? Maar hij keek dwars
door mij heen. Toen werd ik pas echt
kwaad. Ik pakte mijn schep, richtte mij
op en zwaaide met de schep vlak voor
zijn neus. Ik wist dat dat een zwakke
plek is van elke ijsbeer. Ik vloekte en
tierde dat hij weg moest gaan, in de
hoop mijn teamgenoten wakker te ma-
ken, die in de tent sliepen en niks hoor-
den vanwege de wind. Ik bleef met die
ijsbeer in een soort schijnboksgevecht
verkeren. Hij sloeg niet toe, omdat hij te
verbaasd was over mijn reactie, zo leek
het althans. Toen kwam eindelijk een van
mijn teamgenoten, nota bene in zijn on-
derbroek, bibberend naar buiten met een
geweer, dat hij trillend aanlegde. Maar hij
kon niet schieten zonder mij te raken. Kort
daarop kwam ook mijn andere teamgenoot
te hulp, die het lawaai ook had gehoord.
Na een in alle stres gemist schot en bij het
aanzicht van die drie kerels was de ijsbeer
toch te geïntimideerd en sloeg hij op de
vlucht. Ik dacht alleen: ik heb het op mi-
raculeuze wijze overleefd.”
In hoeverre heeft deze ervaring je veran-
derd?
“In de tijd erna ben ik mij wel gaan af-
vragen hoe ver ik wil gaan met risico’s
nemen. Ik heb immers een vrouw en een
dochter van elf jaar. Jaren later had ik er
nog last van. Toen ik weer in een ijsbe-
rengebied kwam, merkte ik dat ik moeite
had om mijzelf weer toe te vertrouwen aan
de natuur. Later moest ik nog eens voor
Radio 3FM een verhaal doen in de dieren-
tuin, met mijn rug naar het hok met de
ijsberen. Dat heb ik geweigerd. Ik kon dat
niet opbrengen.”
Je bent ook zeer actief met educatie en het
ondersteunen van bedrijven op het gebied
van duurzaamheid. Waarom doe je dat?
“Ik heb de noordpool in die bijna twintig
jaar echt heel erg zien veranderen. Vroeger
was het ijs overal gemiddeld metersdik, nu
op veel plekken niet meer. Ik ken het ter-
rein en heb de gevolgen van de opwarming
van de aarde met eigen ogen waargeno-
men.”
Zijn duurzaamheid en opwarming niet hypes?
De aarde heeft zich toch altijd gered?
“Het heeft niets te maken met paniek
zaaien. Er zijn fouten gemaakt in het
IPCC-rapport, waarin journalistieke ver-
halen als wetenschappelijke waarheden
zijn opgenomen. Dat neemt niet weg dat
alles wat we nu weten over het systeem
aarde, overweldigend wijst in de richting
van toenemende significante opwarming
in de toekomst. Het is ronduit crimineel om
te suggereren dat het wel meevalt en dat het
by ditoadventure
dito 121
>>
marc cornelissen.indd 121 22-11-2010 17:37:53
allemaal gewoon natuurlijk is. Het systeem
aarde zal altijd zijn evenwicht vinden, dat
is waar. Maar de mens heeft zich ontwik-
keld binnen bepaalde bandbreedtes van
temperatuur. We weten nu dat we versneld
afscheid gaan nemen van het cadeautje
dat we van de natuur hebben gekregen als
wij de koolstof in de atmosfeer drastisch
laten toenemen. Als je dat uitzet op ge-
ologische tijdschalen, zie je dat wat wij
nu aanrichten astronomisch is. We moeten
één miljoen jaar terug om dit soort om-
standigheden aan te treffen.”
Welke effecten zou dat hebben op bedrij-
ven en de economie?
“De mensheid gaat niet verloren. Maar waar-
om zou je zoveel investeren in de benodigde
aanpassingen terwijl je net zo goed kunt
investeren in bijvoorbeeld nieuwe energie-
vormen waardoor je loskomt van fossiele
brandstoffen en daarvoor minder geld no-
dig hebt? Er is geen enkel rationeel argu-
ment te verzinnen om niet een transitie te
maken naar duurzame energie. Het is geen
utopie, het is het intelligenter organise-
ren van de samenleving. Hoe vaak wil je
te maken hebben met noodweer? Hoe vaak
wil je landbouwgebieden verplaatsen? Wil
je dat hele bevolkingsgroepen in beweging
komen omdat ze nieuwe woongebieden
zoeken? Wil je dat de schade-lasten van
herverzekeraars blijven oplopen? Dat raakt
het hart van de economie.”
Begrijp je de weerstand van de klimaat-
sceptici?
“Heel lang is gecommuniceerd dat de
aarde kapot gaat, tenzij je een spaar-
lamp in de fitting draait. Dat is een
ongeloofwaardige boodschap. Daarmee
creëer je een disbalans tussen de angst
die je zaait en de oplossing die je biedt.
Dan haken mensen af. Veel activisten
praten over matiging. Ik zeg: je moet
naar een andere kwaliteit van leven. Wat
is er mis met een elektrische auto? Die
rijdt fantastisch. Wat is er tegen eten
uit je eigen regio? Elk toprestaurant in
Nederland werkt al zo. Telewerken blijkt
ook de kwaliteit van leven te vergroten.
Geen gehang op luchthavens, werkne-
mers kunnen vaker bij hun kinderen zijn.
Schuldgevoel werkt niet. Je moet zeggen
waar je voor bent. En dat moet een lon-
kend perspectief zijn. Daarvoor wil ik mij
met campagnes graag inzetten.” n
122 dito
marc cornelissen.indd 122 22-11-2010 17:37:57
by ditoadventure
dito 123
The Last DegreeEen van de meest exclusieve poolexpe-
dities die Marc Cornelissen organiseert
voor niet-professionals, is The Last De-
gree, een pooltocht met als bestemming
de geografische noordpool. De naam van
deze expeditie slaat op de laatste breed-
tegraad. Ofwel de afstand van de 89ste
breedtegraad tot de 90ste breedtegraad,
de fysieke noordpool, een afstand van
ruim honderd kilometer die in één week
moet worden overbrugd. Het is een ge-
bied waar eerder legendarische ontdek-
kingsreizigers als Robert Peary en Roals
Amundsen op expeditie waren. Met een
Antonov-vliegtuig worden de expeditie-
leden vanuit Spitsbergen gevlogen naar
het Russische bewegende basisstation
Barneo, waar het landt op de bevroren
ijszee van de Arctische Oceaan, gelegen
op ongeveer de 89ste breedtegraad. Van
daaruit start een avontuurlijke tocht op
ski’s, onder leiding van Marc Cornelissen,
over een chaotisch labyrint op de bevro-
ren ijszee. Met soms dun ijs en dan weer
metersdik ijs, gescheurd ijs en ijsmuren
die bedwongen moeten worden. Extra
bijzonder is dat tijdens deze poolexpedi-
tie ook data worden verzameld voor we-
tenschappelijk onderzoek. Bijvoorbeeld
door het meten van de ijsdikte op diverse
plaatsen, onder meer voor ruimtevaartor-
ganisatie ESA.
Training
Nadat de geografische noordpool is be-
reikt – een ideale plek voor een glas
champagne of een potje voetbal – wor-
den de expeditieleden met een MI-8 heli-
kopter teruggevlogen naar het basiskamp
en van daaruit terug naar Spitsbergen en
Amsterdam. De expeditie stelt hoge eisen
aan de fysieke conditie van de deelne-
mers, maar is ook voor onervaren avon-
turiers goed te doen. In de maanden voor
vertrek wordt een trainingsprogramma
doorlopen met hardloopschema’s (mini-
maal één keer per week 45 minuten hard-
lopen, boven de tien kilometer per uur)
en een wekelijkse training met een sle-
desimulatie (een autoband bevestigd aan
een tuig waarmee de deelnemer minimaal
vier uur, met slechts één pauze, over het
strand moet kunnen lopen).
De tocht is behalve een fysieke uitda-
ging vooral een mentale krachtproef en
een uitdaging voor iedereen die graag
zijn grenzen verlegt. Deelnemers moeten
bereid zijn om vooraf te trainen. En ze
moeten een groepstraining doen, omdat
je ook met elkaar moet kunnen werken.
De totale expeditie (uit en thuis) duurt twee weken.
De eerstvolgende expeditie is in maart/april 2011.
Kosten: circa € 23.000 p.p.
Inclusief
• Voorbereidende meeting in Nederland
• Trainingsadvies
• Kortingen op de aanschaf van materialen
• Gebruik van ski’s, skischoenen, tent, slaapzak,
kookapparatuur, eten tijdens de expeditie,
heen- en terugvluchten (inclusief helikopter
pick-up)
Exclusief
• Kleding
• Verzekering
• Maaltijden in Spitsbergen en andere persoon-
lijke uitgaven
Voor meer informatie en inspirerende filmpjes
en ervaringen van voorgaande expedities:
www.poletrack.com.
Zie ook: www.marccornelissen.com
marc cornelissen.indd 123 22-11-2010 17:38:02
e geboren en getogen Hilversummer groei-
de in de vorige eeuw uit tot een legende.
Joost den Draaijer was Radio Veronica, vanaf de Noord-
zee klonk de piraat uit elke radio in Nederland. Nog al-
tijd noemt de binnenkort 70-jarige Quote 500-ondernemer
‘lekker ouwehoeren’ als zijn grootste talent. Na een uur
kunnen we dat beamen. De voormalige student Nederlands
profileert zichzelf als een
Hollander uit het beste
hout gesneden. “Een wa-
terbevlogene”, zegt hij.
“Een creatieve duizend-
poot, een puriteinse
taalmeester, een aanhanger van Willem Frederik Hermans,
maar idolaat van Karel van het Reve, de broer van.” Uiter-
aard ook aanhanger van het Nederlandse voetbal. “Wat
Oranje in Zuid-Afrika presteerde. Bijna kampioen! Ge-wel-
dig! Ben het dan ook totaal oneens met die azijnzeike-
rige kritiek.” Prompt dreunt hij de topolijstjes op die zijn
schoolmeester er destijds in ramde. “Groningen, Hooge-
zand, Sappemeer. Epe, Heerde, Hattem. Gemert, Veghel,
Uden.” Daaraan toevoegend: “Zo moeten ze dat weer
doen. Klassikaal stampen. Wat is daar mis mee?” Hij was
betrokken bij de oprichting van de Leefbaar-beweging. “Ik
heb Pim Fortuyn aan volk en vaderland geschonken.”
Ondertussen werken hij en zijn dertig medewerkers in de
Hilversumse villa gestaag door. Al eeuwen promoot hij
Nederlandse bands. The Shoes, Shocking Blue, Earth &
Fire, Focus, Golden Earring en Herman Brood, Van Kooten
maakte ze wereldberoemd. In een vitrine pronken onder-
scheidingen, onder meer voor Bananarama, dat in 1986
met ‘Venus’, de wereldhit van Shocking Blue, opnieuw het
‘Lekker ouwehoeren is mijn grootste talent’
Het geheim van Willem van Kooten
Hij laat nog altijd flink van zich horen. Met zijn woor-
den, maar zeker ook met zijn daden. Dito ging op au-
diëntie bij een van de meest kleurrijke en spraakma-
kende ondernemers van ons land: Willem van Kooten.
“Ik ben echt van: koop Nederlandse waar, want dan
helpen wij elkaar!”
D
136 dito dito 137
Fotografie: Chris van de Vooren
willem van kooten.indd 136 22-11-2010 00:17:24
>>
by ditoondernemen
136 dito dito 137
allerhoogste in het popwalhalla haalde.
“Wist je dat ‘Venus’ het enige nummer is
dat met drie verschillende versies op 1
stond in Amerika!”
Van Kootens zoon Eelko heeft inmiddels de
dagelijkse leiding over de muziekuitgeve-
rij en platenlabel Red Bullet plus Spinnin’
Records. Een label dat wereldwijd succes-
vol is in dance music, een nog altijd groei-
ende stroming. Verder beschikt hij over
vastgoed en enkele joint ventures. Mails,
sms’jes en telefoontjes komen dan ook uit
alle windstreken binnen. Onder meer uit de
Algarve, waar de vader van vier zonen met
zijn tweede echtgenote de helft van het
jaar verblijft. Daar runt hij onder andere
een vijfsterrengolfbaan. Nu zegt hij, in zijn
mobieltje, tegen de directeur van Neerlands
grootste golforganisatie: “Ik vlieg vanavond
naar Faro en leid je morgen rond. Tot dan!”
Zijn golfavontuur beschouwt hij als een uit
de hand gelopen hulpproject. “Er was niks
in de Oost-Algarve. Onze golfbaan was de
eerste, nu zijn er vier meer. De streek is
mede dankzij een brug en een snelweg tot
bloei gekomen.” Zijn secretaresse serveert
enkele bruine broodjes kaas met servetjes.
We drinken bronwater van Anl’eau, zijn
joint venture in Anloo, ten oosten van As-
sen op de Hondsrug, waar de bron is. Het
interview kan beginnen.
“Ik steun Nederlandse bedrijven en zoveel
mogelijk ook de ouderwetse winkelier. De
fijnere kwaliteitswinkels houden bovendien
het stadsbeeld divers. Ik heb weinig met
die straten vol Kruidvatten en Blokkers. Ik
koop mijn sigaren, mijn brood, mijn vlees
nog bij de echte buurtspecialist. Dit horlo-
ge komt uit het atelier van Christiaan van
der Klauw uit Joure. In Dokkum zit Van der
Gang, nog zo’n Fries die kleinschalig hor-
loges maakt. Dat wordt mijn volgende hor-
loge. Ik draag Van Bommel-schoenen. Dit
overhemd is op maat gemaakt bij Dressed
2 Kill, een prachtig winkeltje in Naarden
Vesting. Deze broek is van Van Dijk Broe-
ken. Deze meubels zijn van Jan des Bou-
vrie. Ik ben echt van: koop Nederlandse
waar, want dan helpen wij elkaar! Ik inves-
teer het liefst ook in aandelen van Neder-
landse bedrijven, onder meer in Aalberts
Industries. Jan Aalberts is een vriend van
me. Hij is iets ouder dan ik en vijf stra-
ten verderop geboren. John de Mol, ook
een topper, ook uit Hilversum, heb ik zelfs
ontdekt. Ik leende hem destijds 400.000
gulden in ruil voor aandelen van het bijna
failliete John de Mol Producties. De rest is
geschiedenis (de aandelen werden omge-
zet naar Endemol en uiteindelijk naar Te-
Willem van Kooten op zijn vijfsterrengolfbaan in de Algarve.
willem van kooten.indd 137 22-11-2010 00:17:28
lefonica; red.). Ik zit nog altijd bij KPN. Ik
had zeker een Tulip-pc gekocht. Maar toen
ik definitief overging op de computer, was
dit prachtige Nederlandse bedrijf failliet.”
Dan rijdt u vast ook een Spyker?
“Nee. De vader van de gebroeders Spijker
had aanvankelijk een ‘rijtuigenfabriek’ in
Hilversum. Ze bouwden onder meer de Gou-
den Koets, een cadeau voor koningin Wil-
helmina bij haar inhuldiging in 1898. De
zoons gingen auto’s bouwen die beroemd
werden. Hun wagens waren oer-Hollands.
Dat is de Spyker van vandaag niet. Alles
is uit het buitenland gekocht. Bovendien
schrijven zij Spyker met een y, zo quasihip.
Hadden ze het met een ij geschreven, dan
was ik er zeker over gaan nadenken.”
Na een adempauze: “Ik maak me er nog
altijd kwaad over: het sluiten van Fokker,
de fusie van KLM met Air France en vooral
de verkoop van ABN AMRO! Zeker nu je je
bedenkt dat deze regering achttien miljard
euro per jaar moet gaan bezuinigen. Waar-
om? Omdat meneer Balkenende en Bos de
heren Wellink en Rijkman Groenink niet
wilden ontvangen toen ze belet vroegen.
Dat kostte ons dus met zijn allen dertig
miljard, en daarmee hebben we dus de el-
lende over ons afgeroepen. Daar hoor ik
niemand over. Een schandaal, die lafheid
van degenen die boven ons gesteld zijn.
Schande, schande! Daarom zeg ik: steun
de ruggengraat van onze economie. De
mkb-bedrijven creëren banen. Dus, beste
Dito-ondernemer, blijf ondernemen, steek
je nek uit! Stap in de voetsporen van Cor-
nelis Verolme, Albert Plesman en al die an-
dere vaderlandse industriële pioniers!”
Uw sleutels van succes zijn de vier T’s.
Deze staan voor talent, toewijding, timing
en tijgeren. Leg uit!
“Talent is wat je van Onze Lieve Heer mee
krijgt. Maar met een mooi DNA alleen kom je
er niet. Talent kun je hooguit met toewijding
en tijgeren ontwikkelen. Tijgeren is door de
modder gaan, volhouden, je afbeulen, zo-
als wielrenners dat doen tijdens een zware
etappe. Maar ook die bakker bij wie ik vroeger
vakantiewerk deed, kon tijgeren. Die begon al
om drie uur! Toewijding is meer filosofisch,
je focus bepalen, nieuwe markten zoeken,
je voortdurend laten inspireren. Timing, oog
hebben voor het juiste moment, waarschijn-
lijk is dat het allermoeilijkste. Daarbij komt
sowieso geluk kijken. Maar een goede timing
volgt doorgaans uit die andere T’s. Je bent
scherp en dan ineens... beng, een gevoel.
Neem nou golf! Ik was vroeger padvinder, in
korte broek samen met je kornuiten eropuit.
Je leert teamwork, discipline, sporten, buiten
zijn. Heerlijk! Dat gevoel kwam terug toen ik
ging golfen. Nederland was al volgebouwd
met die banen, dus werd het Portugal. Nu is
het een succes. Timing! Mijn grootste succes
boekte ik in 1981 met Stars on 45. Ken je dat
nog? Daarop kwamen in het kort fragmenten
van grote hits voorbij. Dat is als een van de
weinige platen echt over de hele wereld een
succes geweest. Dat het zo’n succes werd, had
ik toen niet kunnen bevroeden.”
(Ineens klapt zijn hand op tafel.) Wat is er?
“Er is nog een vijfde. De T van teamwork.
Elkaar sterker maken. Met laptops en mo-
bieltjes kunnen we vandaag werken waar
we willen, maar medewerkers hebben een
plek nodig waar je elkaar ontmoet. Waar-
bij alles nog eens in de persoonlijke sfeer
op elkaar wordt afgestemd. Samen eten,
samen lullen, gezelligheid creëren. Mede-
werkers hebben een kampvuur nodig. Dat
is deze ouderwetse villa!”
Uw bureau is bezaaid met dvd’s, kranten en
boeken. Weet u wel de weg in deze ‘troep’?
“Hoezo? Creative Destruction noemde de
Oostenrijkse econoom Joseph Schumpeter
dat. Creativiteit ontstaat uiteindelijk uit
chaos. Je moet je vrij voelen, op je ge-
mak, in je eigen sop gaar kunnen koken.
De administratie daarentegen, hier enkele
kamers verderop, is juist heel strak geor-
ganiseerd. Moet ook, maar het creatieve
proces gebeurt hier. Overigens, het oogt
wel als een chaos, maar ik verdwaal er niet
in, hoor.” Ineens zomaar: “Ken je de tafel
van 17 uit je blote hoofd? Laat horen!”
17, 34, 3 x 17... even wachten ...
“Duurt te lang”, onderbreekt hij. Streng: “Al-
lemaal het gevolg van minder goed onderwijs.
Zelfs jij staat onder invloed van Jan Salie, de
gemakzuchtige, verwende Nederlander. Terwijl
wij Nederlanders beter zouden moeten weten.
Onze voorvaderen waren zeevaarders, dijken-
bouwers en turfstekers. Om het een beetje
droog en een beetje warm te houden, hadden
we elkaar nodig. We vormden coöperaties,
gingen waterschappen formeren. Daar kwa-
men de wereldoorlogen nog eens over heen.
138 dito dito 139
Willem van Kootens favorieten
Mooiste film
Buitenland: Citizen Kane
Binnenland: Soldaat van Oranje
Beste schrijver
Buitenland: Simon Schama
Binnenland: W.F Hermans, Karel van het Reve
Beste popband
Binnenland: Focus, Golden Earring
Buitenland: The Who
Beste presentator
Buitenland: Jeremy Paxman (Newsnight, BBC)
Binnenland: Jeroen Pauw, Twan Huys, Clairy Polak
Beste politicus
Buitenland: Winston Churchill
Binnenland: Piet de Jong
Beste ondernemer
Buitenland: Steve Jobs, Warren Buffett
Binnenland: Jan Aalberts
willem van kooten.indd 138 22-11-2010 00:17:28
Dat bracht ons karakter en discipline bij. Maar
in de jaren zestig ging alles tegelijk mis.
Door Slochteren werden we in één klap het
gas-Koeweit van Europa. We raakten enorm
verwend, zijn ons socialezekerheidsstelsel
tot onmetelijke hoogten gaan optuigen. Dat
is helemaal doorgeschoten in de roestvaste
overlegbureaucratie van vandaag, waarin an-
derhalf miljoen Nederlanders die de leeftijd
hebben om te werken een uitkering trekken.
Maar het gebouw van onze sociale zekerheid
kan niet meer overeind blijven. Die achttien
miljard moet toch ergens vandaan komen?”
Wat is uw kijk op het Haagse gebeuren?
“Het Binnenhof is een poppenkast van nog
maar betrekkelijke waarde. Ons land wordt
namelijk allang gerund vanuit Brussel, maar
ondertussen doen we met zijn allen nog net
of Den Haag de dienst uitmaakt. Wat we mis-
sen is een ministerie van Europese Zaken. Ik
zeg al jaren tegen NOS-verslaggevers: ‘Hou
op met Den Haag Vandaag, begin Brussel/
Straatsburg Vandaag. Daar ligt het echt be-
langrijke nieuws voor het opscheppen.”
Wie is de beste premier?
“Balkenende heeft de meeste ervaring.
Laat hem het opnieuw doen. Waarom niet?
Ik heb het liefst een kabinet met vakmen-
sen die toegewijd zijn aan het land. Links-
of rechtsom, het maakt me niet veel uit.
Politici praten meer en meer over het be-
lang van het CDA, VVD, PvdA. Jammer en
helaas. Hoe zit het eigenlijk met het be-
lang van het vaderland? Willen we nog iets
moois achterlaten voor onze kinderen?
Volgt u de actualiteit nog op de televisie?
“Ik heb overdag RTLZ aan, zonder geluid. Ik
zie bij het zappen Pauw en Witteman wel
eens voorbij komen. Nu heb je PowNed en
Wakker Nederland. Daarvoor BNN. Allemaal
aberraties van het huidige achterhaalde
omroepbestel. Het bestel is inmiddels zo
verloederd dat we nu 36 zendgemachtigden
hebben, een grote verspilling van talent
en middelen. We moeten, vind ik, naar een
strak geleid publieksmodel als het reclame-
loze BBC-model. Commerciële zenders zijn
prima, ik was nota bene de eerste. Maar
daarnaast moet altijd een krachtige publieke
omroep bestaan. Onze publieke omroep kost
inmiddels per jaar 750 miljoen, we hebben
reclameblokken, zoeken de concurrentie met
de commerciëlen. Met het gevolg dat geen
programma beklijft. Laat ze mooie documen-
taires en dramaseries maken en zich beijve-
ren voor onderzoeksjournalistiek. Reporter,
Zembla, het wordt vanwege het dichtdraaien
van de geldkranen allemaal minder. Jammer!
De Wereld Draait Door is een kermis, aardig,
handig. Matthijs, handige jongen ook. Maar
het beklijft niet. Ook NOVA is weg. Nu is
daarvoor een showachtig nieuwsprogramma
in de plaats gekomen. Bevalt me niet echt,
maar ik kijk het nog even aan. Je moet zo-
iets altijd de tijd geven. Maar concluderend:
het verloedert allemaal zo. Je kunt harde en
zelfs gemene vragen stellen, maar wees toch
netjes. Ik zit al jaren niet meer voor de buis
‘s avonds, ga liever uit eten, met een ouder-
wets kopstootje vooraf, een glaasje mooie
wijn bij de maaltijd. En dan met een stapel-
tje kranten, een goed boek of een lekkere
film naar bed. Vaak al rond 22.00 uur!”
U oogt verre van uitgeblust.
“Voel me top! Ik hoop tot mijn dood te kun-
nen blijven werken. Werken is leuk! Gezond!
Nu wordt de pensioengerechtigde leeftijd op-
getrokken, nou en? Midlifecrisis, sabbatical,
burn-out? Allemaal gelul! Decadentiever-
schijnselen. Wel ben ik nu aan het afbouwen,
mijn wildste plan is inmiddels dat ik geen wil-
de plannen meer heb. De muziek laat ik over
aan mijn zoon, ik ga mijn memoires schrijven.
Die worden top, kan ik u verzekeren!”
Nog iets tot slot!
“Laat ik de grote zaken van deze tijd
overgeven aan jonge, wilskrachtige, in-
telligente mensen als Rutte, Verhagen en
die Kuifje uit Venlo. Dat die man het toch
telkens weer voor elkaar krijgt om als De
Rattenvanger van Hamelen alle camera-
ploegen achter zich aan te krijgen! Geef
die man toch niet zo veel aandacht, denk
ik dan. Laat ons toch niet door hem gijze-
len. Laat ik het er bij laten dat ik tijdens al
mijn bijdragen aan volk en vaderland tot
de conclusie ben gekomen dat het om de
drommel niet meevalt om die zestien mil-
joen Nederlanders in het gareel te houden.
Ik heb gezegd, dank u.” n
by ditoondernemen
138 dito dito 139
e Wereld Draait Door is een kermis’‘D
willem van kooten.indd 139 22-11-2010 00:17:34