Download pdf - PUM Magazine zomer 2011

Transcript

%b%b

3PUM Magazine zomer 20112 PUM Magazine zomer 2011

Toen PUM mij vroeg deel te nemen aan de Nederlandse handelsmissie naar Vietnam, had ik in eerste instantie mijn twijfels. Is dat niet vooral heel erg officieel allemaal? Pas later kwam ik erachter dat Henk Bleker, staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie, voorzitter van de handelsmissie was. Maanden eerder had ik al eens over hem gezegd: ‘Wat een verademing, een politicus die klare taal spreekt. Daar wil ik wel een keer een borrel mee drinken.’

Al zag ik de staatssecretaris tijdens de handelsmissie elke dag, tot een echt gesprek kwam het pas aan het einde van de week. Toen gaf ik Henk Bleker mijn kaartje en vertelde hem wat PUM allemaal doet. Dat we met heel weinig middelen heel veel resultaten boeken en een gigantische spin-off naar het Nederlandse bedrijfsleven genereren. En dat die kleine twee miljoen euro subsidie die het ministerie van EL&I nu bezuinigt op PUM, op de korte ter-mijn misschien een besparing lijkt. Maar wat gaat de Nederlandse economie op lange termijn aan handelscontacten mislopen? Ik vroeg hem of hij daar de komende tijd nog eens over wilde nadenken. ‘Je hebt je punt gemaakt, ik heb het opgeslagen, ik kom er op terug,’ was zijn antwoord. Ik wist toen nog niet dat Het Gesprek in dit PUM Magazine met hem zou zijn.

Het prinselijk paar was ook van de partij tijdens de handelsmissie. Ik was onder de indruk van hun inzet - van vroeg tot laat - voor de BV Nederland. Die ging echt veel verder dan alleen maar ceremonieel aanwezig zijn. Alleen daarom al was het interessant om deze missie van binnenuit mee te maken. Met prinses Máxima heb ik kunnen praten over de mogelijkheid om in Laos samen te werken als follow-up op de micro-financieringsprojecten aldaar. Een Vietnamees, die ook een onderneming heeft in Nederland, was verantwoordelijk voor de matchmaking tussen Nederlandse en Vietnamese bedrijven. Dat maakte het erg gemakkelijk om contacten te leggen en PUM bij hen te presenteren. Onder de Nederlandse deelnemers heb ik ‘zieltjes’ gewonnen om voor PUM als expert aan de slag te gaan. En bedrijven die al klant waren van PUM heb ik in contact kunnen brengen met Nederlandse bedrijven als Haskoning, DHV en Wavin. Er werd op alle fronten concreet en resultaatgericht gewerkt.

Geen resultaat zonder focus. Focus is - met flexibiliteit - een van de eerste ‘geboden’ voor PUM-experts op missie. Focus is ook het thema van dit PUM Magazine vol inspirerende voorbeelden.

Veel leesplezier!

Babs ten HaveLandencoördinator Vietnam, Cambodja & Laos

Focus

Babs ten Have introduceert het thema van deze editie van PUM Magazine: Focus.

Babs ten Have is sinds begin jaren ’90 aan

PUM verbonden als expert. Ze was landen-

coördinator voor Turkije en is dat sinds begin

2010 voor Vietnam, Cambodja en Laos.

Voorwoord

6

PUM Magazine is een uitgave van PUM Nether-

lands senior experts. PUM is sinds zijn oprichting

in 1978 uitgegroeid tot Europa’s grootste

‘uitzendbureau’ voor de inzet van professionele

vrijwilligers onder het motto ‘ondernemers voor

ondernemers’. PUM Magazine heeft een oplage

van 4500 exemplaren en wordt verspreid onder

experts, stafvrijwilligers en relaties van PUM.

Hieronder vallen sponsors, Nederlandse ambas-

sades, bedrijfsleven, media en andere geïnteres-

seerden.

Productie PUM Marketing en Communicatieredactieadres: [email protected]

Tekst en redactieGabriëlle ten Bokkel Huinink, Babs ten Have, Grisella Indemans, Dénise ten Bokum, Leo Enthoven, Karin Jensma, Karin Overtoom, Frank Steverink, Karin Verhaak, Froukje Wattel

Ontwerp en illustratieI DON/T BUY ITwww.idontbuyit.biz

FotografieDénise ten Bokum, Arenda Oomen, Jeroen Poortvliet, privébezit.

DrukDe Maasstad, Rotterdam

Bezuidenhoutseweg 12 2594 AV Den Haagt 070 349 05 55f 070 349 05 [email protected]

Volg ons op:

InhoudColofon

Microbank inTanzania

4Het gesprek met

Henk Bleker

PUM Business Survey

Dutch design voor New Delhi

12Luang Prabang

18

Synergie:Turing Foundation

23

Nieuwe lichting

11

Column

Leven na PUM

Inventief omgaanmet verrassingen

26Thuisfront:

Werken & hardlopen

24

Voorwoord

3

Van LED-lamp naarduurzaamheid

10Encore: meer vrou-

wen bij PUM

9

1614

En verder: tevens de rubrieken ‘Post@PUM’ en ‘Veiligheid boven alles’

De Luizen ende Pater

2220

5PUM Magazine zomer 20114 PUM Magazine zomer 2011 5PUM Magazine zomer 20114 PUM Magazine zomer 2011

Rube van Poelgeest is Delfts ingenieur en werkt zijn hele werkzame leven al met informatietechno-

logie, de laatste twintig jaar als interim-manager bij vooral banken en verzekeraars.

‘Hebben ontwikkelingslanden wel behoefte aan mensen met verstand van ICT?’ vroeg hij

zich aanvankelijk af, toen hij zich aanmeldde als PUM-expert. Hij is inmiddels terug van zijn derde

missie, dus het antwoord op die vraag is: ja. Na Kirgizië en Indonesië bezocht hij nu Tanzania.

5PUM Magazine zomer 20114 PUM Magazine zomer 2011

Het probleemVictoria Saccos is een coöperatieve bank in Tanzania met ongeveer 1500 leden. Het geld dat zij uitlenen aan leden is voor het grootste deel ook gespaard door die leden. Een kleiner deel wordt geleend bij commer-ciële banken. Een van die banken is de CRDB Bank, de tweede bank van Tanzania. De Deense overheid is grootaandeelhouder hiervan, zij wil met het verstrekken van kredieten arme mensen stimuleren om een bedrijfje te beginnen. Victoria Saccos betrok software van de CRDB Bank, tegen een kleine vergoeding, maar is daar niet tevreden over.

Ze vroegen PUM iemand te sturen om ‘eigen’ software te ontwikkelen. Dat leek de PUM sectorcoördinator geen goed idee. Immers, zelfs grote Nederlandse banken ont-wikkelen hun software niet meer zelf in verband met de grote risico’s. De opdracht werd omgebogen naar een inrichtingsadvies voor een standaardsoftwarepakket.

Koude douche, warm badNa een reis van twee dagen landde Rube van Poelgeest op het kleine vliegveld van Mwanza, een stad met 350.000 inwoners aan het Victoriameer. Hij werd opgewacht door de klant, die voor de gelegenheid een auto gehuurd had. Het regenseizoen was nog niet aangebroken.

‘Door het gebrek aan water in Tanzania is er acht uur per dag geen elektriciteit, want die wordt met water-kracht opgewekt. Dus ook vaak ’s avonds geen licht. Gelukkig had ik een kleine zaklantaarn bij me en later kreeg ik een olielamp.’ De Tanzaniaanse bevolking is erg arm en leeft vaak van een dollar per dag. Rube’s on-derkomen bleek sober, er was alleen een koude douche, maar de hartelijkheid van de Tanzanianen maakte dat meer dan goed. ‘Zo koud als de douche was, zo warm was het contact.’

AnalyseDe manager van de bank was ontevreden over het soft-warepakket van de CRDB Bank. Hij had als enige een training gehad en was feitelijk de beheerder. Sommige functies werkten niet naar behoren volgens hem, zoals de final account (balans en verlies- en winstrekening). Bovendien wilde men eigenlijk niet afhankelijk zijn van de CRDB Bank en liever eigen software hebben. Inventari-satie van de aanwezige systemen leerde dat ze over vijf pc’s beschikten, gekoppeld door een netwerk (LAN). Er was geen verbinding naar buiten, ook niet met internet. Op één pc was de CRDB Bank software geïnstalleerd.

Het LAN werkte echter niet, zodat de andere computers geen gebruik konden maken van deze software. De andere computers werden gebruikt voor Word en Excel. Managementinformatie werd geproduceerd met Excel en er was een volledig handmatige administratie.Alle computers bleken bovendien besmet met virussen, waarschijnlijk veroorzaakt door het gebruik van USB-sticks. De dure virusscanner op de computers werkte niet omdat de virusupdates niet waren bijgehouden via internet. Conclusie: de basisinfrastructuur werd niet goed beheerd.

AdviesVan Poelgeest vertelde de klant dat het softwarepakket van de CRDB Bank een goed pakket is. Volgens de Wereldbank is het zelfs uitstekend geschikt voor microbanken. Hij adviseerde om de diensten van de CRDB Service Company te blijven gebruiken en nietzelf zaken op dit vlak te gaan ondernemen. Hij legde contact met de CRDB Bank voor betere ondersteuning. Dat contact met de bank, gevestigd in Dar Es Salaam ruim duizend kilometer verderop, verliep eerst stroef. Daarom besloot Rube van Poelgeest op de terugweg naar Nederland, samen met een Victoria Saccos-bestuurslid, de directie van de CRDB Service Company te bezoeken om begrip en extra ondersteuning te vra-gen. Dat bezoek verliep goed en er wordt nu gewerkt aan opleiding en het opzetten van adequaat beheer.

Valse aannameRube van Poelgeest: ‘De klant ging uit van de verkeerde aanname dat de software niet goed was. Bij nader inzien bleek de zwakke schakel juist de gebrekkige IT-infrastructuur van de microbank zelf te zijn. Door daar eens goed naar te laten kijken, is de micro-bank behoed voor avonturen met software!’Van Poelgeest kijkt tevreden terug op een geslaagde missie. Hij had weinig tijd om iets van het land te zien, maar wil toch één hoogtepunt vermelden: ‘Ik heb een katholieke kerkdienst bijgewoond waar een kleine dui-zend mensen de tent uitswingden. Daar zou ik zelf ook wel katholiek willen zijn!’

&

R R

‘Het inspirerende van het PUM vrijwilligerswerk is dat

je efficiënt en concreet een wezenlijke bijdrage kunt

leveren met je kennis. Het verbaast me nog steeds dat

een bezoek van twee weken echt een verschil kan maken.

Mijn interim-opdrachten duren veel langer.’

& Thema Focus Thema Focus

7PUM Magazine zomer 20116 PUM Magazine zomer 2011 7PUM Magazine zomer 20116 PUM Magazine zomer 2011

Economische diplomatie en transitie:

Staatssecretaris Bleker over de rol van PUM

Economische diplomatie, de positie en rol van de transitielanden -

ooit de reden voor EZ om PUM te gaan subsidiëren - de ondersteunende

rol van het Nederlandse bedrijfsleven bij private sector ontwikkeling.

Over deze onderwerpen gaat Thijs van Praag in gesprek met Henk Bleker,

staatssecretaris van Economische Zaken, Landbouw en Innovatie.

En: hoe ziet Henk Bleker de rol van PUM in de toekomst?

Thijs van Praag opent het gesprek traditiegetrouw met de vraag of PUM bij zijn gesprekspartner bekend is.

Henk Bleker: ‘PUM was al bekend ver voordat ik staats-secretaris werd, omdat ik nog wel eens mensen ont-moette die er als vrijwilliger werkten. Ik was ook recent op handelsmissie in Vietnam en daar was een mevrouw van PUM bij die ook heel actief is.’ *

Thijs van Praag: ‘Babs ten Have, landencoördinator voor Vietnam, Cambodja en Laos...’

Henk Bleker:‘Exact.’

Thijs van Praag: ‘PUM is op dit moment actief in een aantal landen die eigenlijk geen ontwikkelingslanden meer zijn, de zogenoemde transitielanden. We hebben er jarenlang geïnvesteerd in ontwikkelingssamenwerking en nu wordt er gezegd: laat de commerciële sector die rol overnemen. Blijft er in de toekomst in deze landen ook een rol weggelegd voor PUM en een aantal andere beleidsinstrumenten?’

Henk Bleker:‘Kijk, het is natuurlijk niet zo dat de situatie meteen verandert zodra een land niet meer in de cate-gorie ontwikkelingssamenwerking valt, dat zag ik ook in Vietnam. Dat geldt voor een heleboel landen. We heb-ben dan ook in het ontwikkelingssamenwerkingbeleid een transitieperiode van twee, drie jaar geïntroduceerd. Ik kan me voorstellen dat dit zeker nog een aantal jaren zo blijft, ook in die landen waar jullie netwerk een rol vervult, en dat dit ook nuttig is. Net zoals wij ook een soort transitieperiode hebben afgesproken.’

Thijs van Praag: ‘Een mooi woord dat je veel hoort momenteel is economische diplomatie. Wat is uw beeld hierbij?’

Henk Bleker: : ‘Het is een mooi woord voor iets wat, als het goed is, al veel gebeurt. En we willen zorgen dat het ook verder versterkt en verbreed wordt. Waar gaat het in essentie om? Dat onze Nederlandse overheid en de mensen op de ambassades op een hele praktische manier markttoegang voor Nederlandse bedrijven in het buitenland makkelijker maken. Dat men meehelpt prak-tische, overheidsgerelateerde problemen op te lossen waar bedrijven die al in het buitenland gevestigd zijn mee geconfronteerd worden. Vaak, bijna altijd, gaat het dan om stille economische diplomatie. Soms is daarbij ook een rol voor bewindslieden weggelegd. Ik heb het ooit zo geformuleerd, tijdens een ambassadeursconfe-rentie in Den Haag waar de Nederlandse ambassadeurs

bijeen waren: als je ondernemer bent en je haalt een nieuwe grote opdracht binnen - of je nou een kleine ondernemer bent of een grote - dan krijg je een gigan-tische kick. Vaak gaat dat door het hele bedrijf, iedereen krijgt een kick. Verdorie, het is gelukt! Je hebt een mooie opdracht binnengehaald. Vrij snel daarna besef je: hoe moet ik dit gaan organiseren? Hoe moet ik het allemaal voor elkaar krijgen? Economische diplomatie moet er eigenlijk toe leiden dat Nederlandse bedrijven in het buitenland nog vaker die kick krijgen. En ik gun onze mensen op de ambassades dat ook, ze moeten die kick meevoelen. Dat is de essentie van economische diplo-

matie. Ik zou willen dat de mensen hier, die bedrijven ondersteunen om zich elders te vestigen, dat gevoel ook hebben. En omgekeerd investeerders naar Nederland halen.’

Thijs van Praag: ‘Ziet u daarbij ook een rol voor PUMmers? Een soort economisch diplomaat spelen?’

Henk Bleker: ‘De tactieken die horen bij economische diplomatie zijn veelzijdig en gevarieerd. Daar kunnen PUMmers dus ook een rol in spelen. Ik weet ook dat dit gebeurt. Ik ben een tijd geleden in Moskou geweest. Daar zit een Nederlandse oud-ondernemer die een hele goede bemiddelende rol vervult. Dus: het bedrijf, de am-bassade daar, de Russische overheid en de Nederlandse overheid, ze werken allemaal samen. Daar kunnen PUMmers ook een rol in spelen, want een PUMmer is het type mens dat over de ervaring beschikt om die rol te kunnen vervullen.’

Thijs van Praag: ‘Ik zou er een groot voorstander van zijn als datgene wat we voor Economische Zaken deden, door Ontwikkelingssamenwerking op een bepaalde ma-nier opgepakt werd. Niet zozeer dat we het pakket van EZ naar OS doorschuiven, maar dat er nagedacht wordt over hoe er een aantal instrumenten - niet alleen PUM, ook andere - ingezet kan worden als ondersteuning van

6 PUM Magazine zomer 2011* Zie ook het voorwoord van gastredacteur Babs ten Have hierover op pagina 3

Het gesprek Het gesprek

9PUM Magazine zomer 20118 PUM Magazine zomer 2011 9PUM Magazine zomer 20118 PUM Magazine zomer 2011

je economische diplomatie.’

Henk Bleker:‘We hebben nu natuurlijk het OS-beleid zoals Ben Knapen het gepresenteerd heeft. De rol van economische ontwikkeling, de rol van Nederlandse be-drijven, de betekenis van landbouw en voedselzekerheid - dat staat nu allemaal veel prominenter in het nieuwe ontwikkelingssamenwerkingbeleid dan in het verleden het geval was. Tegelijkertijd hebben we een focus op een veel beperkter aantal landen. Dat moet op zichzelf wel de mogelijkheden bieden om de goede dingen die vanuit het PUM-programma kunnen worden gedaan, gericht in te zetten. Ik geloof niet dat dit nu al concreet is vormgegeven in het beleid, maar het karakter van het OS-beleid van nu biedt in ieder geval een gunstige voedingsbodem.’

Door de krappe agenda van de staatsecretaris komt er noodgedwongen een vroegtijdig einde aan het gesprek, want de volgende afspraak, staatssecretaris Atsma, is al in aantocht. Op de valreep wil Thijs van Praag nog wat weten over een foto, met daarop Paus Johannes Paulus II en Henk Bleker, die in de kamer hangt.

Henk Bleker lacht en zegt, wijzend naar de foto van de voormalige paus: ‘De belangrijkste PUMmer zit daar!’

Thijs van Praag: ‘Wat heeft u tegen hem gezegd?’

Henk Bleker: ‘Ik was daar destijds als delegatieleider van het comité Giro d’Italia-Groningen. Ik heb tegen hem gezegd dat Groningen de moeite waard is. Ik had zelfs een paar woorden Italiaans ingestudeerd, denkend dat het misschien handig zou zijn om hem in die taal aan te spreken. Ik heb hem een boekje aangeboden van een militair die in 1870 een reis door Groningen had ge-maakt en die daarvan een reisverslag had geschreven. Toen ik op een gegeven moment het woord Groningen liet vallen, zei de paus: ‘Ha Groningen!’ Ik was meteen helemaal van mijn à propos. Wat had ik nou aan mijn fiets hangen?’ Lachend: ‘Dat was ‘mijn grootste econo-mische missie! Zo’n kerkleider wereldwijd, dat is nog eens iets!’

Tijdens de fotosessie op de bank is er toch nog tijd voor een laatste vraag.

Thijs van Praag: ‘Wat betreft samenwerking tussen OS en EZ is het belangrijk om je te realiseren dat je - als je een budget voor transitie bij een ander ministerie weg-haalt - je er ook een geïntegreerde ambtelijke organisatie onder zet. Structure follows strategy.’

Henk Bleker: ‘Dat begrijp ik, ik hoor wat je zegt. Neem maar contact met me op als dat nodig is.’

Op dit moment is PUM nog een afspiegeling van de private sector toen de huidige vrijwilligers startten: ongeveer acht procent van de experts is vrouw. Bij de lokale vertegenwoordigers in de landen waar PUM actief is, is 36 procent vrouw. Bij de aanvragers is het beeld wat minder scherp. Alex Meerkerk van PUM Analyse & Monitoring (Anamon): ‘De cijfers zijn niet eenduidig te interpreteren, omdat de aanvragers niet altijd aan het hoofd staan van de onderneming. Vermoedelijk zijn tussen de twintig en dertig procent van de ondernemers vrouw.’ Het PUM kantoor in Den Haag kent weer andere verhoudingen: 68 procent van de vaste medewerkers is vrouw en 32 procent man. Bij de stafvrijwilligers zien we hetzelfde als bij de experts: 92 procent mannen en 8 procent vrouwen.

RolmodellenOverigens correspondeert het percentage vrouwelijke PUM-experts met dat van de vrouwelijke hoogleraren, zoals PUM bestuurslid Jeltje van Nieuwenhoven sig-naleerde. In de komende periode wordt getracht dat percentage te verhogen. Immers, een evenwichtige sa-menstelling van het expertbestand vergroot de inzetmo-gelijkheden. Bovendien is het belangrijk om vrouwelijke ondernemers in doellanden te ondersteunen, zeker daar waar vrouwen achtergesteld zijn. Dit zal in het acquisi-tietraject speciale aandacht krijgen.Al gaat het hier niet om een primaire PUM doelstelling (verbetering van MKB door kennisoverdracht), PUM onderschrijft de VN millennium development goals voor de verbetering van de positie van vrouwen. Vrouwelijke ondernemers zijn bij uitstek rolmodellen voor de verbe-tering van de positie van vrouwen en verdienen daarom extra aandacht.

8 PUM Magazine zomer 2011

Encore: meer vrouwen bij PUM

De rol van economische ontwikkeling, de rol van Nederlandse

bedrijven, de betekenis van landbouw en voedselzekerheid –

dat staat allemaal veel prominenter in het nieuwe ontwikke-

lingssamenwerkingbeleid dan in het verleden het geval was.

PUM is nog steeds een mannenbolwerk. Slechts acht procent van de

experts is vrouw. Maar dat gaat veranderen, met uw hulp.

ProactiefDe PUM stuurgroep Gender brengt PUM proactief onder de aandacht bij vrouwennetwerken. Zo gaf Babs ten Have, landencoördinator Cambodja, Vietnam en Laos op uitnodiging van de werkgroep een presentatie over PUM en de kansen en uitdagingen voor senior experts tijdens de internationale vrouwendag op 8 maart 2011 bij de Federatie Zakenvrouwen. Diezelfde dag ging een korte videofilm in première waarin PUM-expert Annelies Kuijpers vertelt over haar missie bij een hotel in Makassar, Indonesië (www.pum.nl onder ‘publicaties’; ‘videostreams’). Na afloop van de bijeenkomst lieten zo’n twintig vrouwen hun kaartje achter om nader geïn-formeerd te worden over PUM. Eveneens in maart ontving PUM vrouwen van UVON (Unie van Vrouwelijke Ondernemers Nederland). Daarnaast is er contact met Stichting Yente, die vrou-welijke ondernemers in landen als Peru, Bolivia, Kenia, Oeganda, Ethiopië, Tanzania en Zuid-Afrika in contact brengt met Nederlandse onderneemsters. Men bouwt aan een groeiend netwerk van vrouwelijke ondernemers op de verschillende continenten. PUM lobbyt daarnaast actief bij buitenlandse vrouwennetwerken voor meer vrouwelijke aanvragers.

OPROEPEr is nog een lange weg te gaan. Daarom onze oprechte oproep: help ons om meer vrouwelijke experts te werven. Praat erover in uw kennissenkring. Verwijs ze naar de website www.pum.nl. Geef een gelezen PUM Magazine door aan geïnteresseerden, of laat mensen bellen voor informatiebrochures. Meer vrouwen bij PUM is een zaak van lange adem, maar de aanhouder wint!

Ł

Het gesprek Actueel

11PUM Magazine zomer 201110 PUM Magazine zomer 2011 11PUM Magazine zomer 201110 PUM Magazine zomer 2011

Voormalig onderwijsinspecteur MBO en PUM-expert Johan Mulder ging op missie naar Rwanda. Een koepel van veertig ROC-achtige scholen had gevraagd om een stevige analyse op alle aspecten van de organisatie: beleid, begroting, statuten, werkwijzen, methodiek, organisatiestructuur. Johan Mulder had de led-lamp niet per se nodig om duurzaamheid bespreekbaar te maken. Het is namelijk zijn persoonlijke passie. Zijn missie naar Rwanda leverde op dit gebied echter een buitengewone ‘bijvangst’ op.

Led en TLJohan Mulder: ‘De elektriciteitsvoorziening in Rwanda laat vaak te wensen over. Tijdens een belangrijke voet-balwedstrijd werd de stroom van de stad Kigali afgesloten, zodat de president naar een goed verlicht voetbalveld kon kijken. Het energienet is snel overbelast en ik ben met de koepel gaan praten hoe ze zouden kunnen bezuinigen en duurzamer opereren.’ Uiteindelijk leidde dat er toe dat de scholengroep zich oriënteert om in zijn geheel over te stappen op led-lampen in TL-uitvoering. Johan Mulder is hierover in bespreking met een Neder-landse leverancier.

WaterfiltersDat was nadat Mulder al een ander opmerkelijk succes op het gebied van duurzaamheid had weten te boeken. Tijdens een bezoek van de president van de koepel aan Nederland, introduceerde Mulder bij hem een innovatief en goedkoop waterfilter, Tulip genaamd. Een Nederlands product dat in India wordt gemaakt en al in twaalf ont-wikkelingslanden wordt gebruikt. (Zie www.basicwaterneeds.com).

Nieuwe lichting

Marga Klaver-Peters (56) ‘Ik ben geboren in de tropen en heb tien jaar in Suriname gewoond. Mijn vader was PUM-mer, maar hij werd helaas nooit uitgezonden omdat zijn Engels niet goed genoeg was. Met mijn man samen heb ik 35 jaar een slagerij gehad.

Als PUM-expert sta ik ingeschreven in de sector retail. Graag zou ik ondernemers willen adviseren op het gebied van klantvriendelijkheid, win-kelinrichting, hygiëne, maar ook hoe ze met creativiteit hun onderneming kunnen onderscheiden van de concurrentie. Mijn man heeft onlangs een missie afgerond in de Palestijnse Gebieden waar hij een vleesverwerkende fabriek heeft geadviseerd. Zelf ben ik bekend in Rwanda, Kenia en Zuid-Afrika en natuurlijk Suriname. De ervaringsverhalen op de introductiebij-eenkomsten spraken me erg aan. Het lijkt me fantastisch om als vrijwilliger uitgezonden te worden.’

Elk kwartaal ontvangt

PUM nieuwe experts

voor een introductie-

middag. We stellen een

aantal nieuwe gezichten

aan u voor.

Jan de Wijs (65): ‘Ik kom uit de me-taal, werkte in een gereedschapsmakerij waar ook matrijzen werden geprodu-

ceerd. Ik liep al een hele tijd rond met het idee dat ik mijn kennis niet meer kwijt kon. PUM ontdekte ik door een artikel in een pensioenblad, waarna ik op zoek ging op internet. De introductiedag vond ik zeer inspi-rerend. De persoonlijke verhalen spraken me erg aan. Wanneer kan ik gaan? Het begint al te kriebelen. Ik ben twee keer in Gambia geweest en heb daar een ontwikkelingshulp-project bezocht. Het lijkt me fantas-tisch om via PUM-missies kennis te kunnen overbrengen op een jongere generatie.’

Johan Mulder is ambassadeur van Tulip. Met het filter kunnen 99,99% van alle bacteriën en virussen uit het water gefilterd worden. Inmiddels zijn er 1500 van deze filters per vliegruig vanuit India aan de koepel in Rwan-da geleverd. Het ministerie van Onderwijs van Rwanda heeft de import gefaciliteerd om de invoerrechten laag te kunnen houden.

Knijpkatten Johan Mulder: ‘Het is eigenlijk heel eenvoudig om als PUM-expert iets aan het thema duurzaamheid te doen. Ik neem bijvoorbeeld altijd een paar moderne ‘knijp-katten’ mee, waarmee je zonder elektriciteit op eigen kracht licht kunt genereren. Ik heb er vrouwen in lemen hutten mee kunnen helpen die zodoende in het donker toch met hun naaimachines konden blijven werken.’

Heeft u ook een goed ‘groen’ PUM-gerelateerd verhaal over duurzaamheid? Laat het ons weten: [email protected]

PUM’s led-lampen actie loopt nu ongeveer een half jaar. Elke expert op missie krijgt een led-lamp mee voor

de klant. Om bij te dragen aan een beter milieu en kostenbesparing, maar vooral ook om het gesprek op duur-

zaamheid te brengen. Inmiddels is de duizendste lamp uitgedeeld. Een expert die de lampen uitdeelde vertelt

over zijn bevindingen.

Debby Thio (49) studeerde economie aan de Vrije Universi-teit in Amsterdam en werkte bij een bank. De laatste veer-tien jaar deed ze onder meer marketing voor grote hotels in Azië, zoals de Four Seasons Hotels & Resorts. Twee jaar geleden kwam ze terug en stopte ze met werken. Via een vriend werd ze attent gemaakt op PUM. Haar eerste

missies liggen al in het verschiet: een hotel in Mali en een lodge in Zuid-Afrika vragen advies. Het hotel vraagt om een totale doorlichting, de lodge wil meer gasten door betere marketing en sales.

Vanle lampen

naar uurzaamhei

10 PUM Magazine zomer 2011 11PUM Magazine zomer 2011

Henk Nuijten’s (65) expertise ligt op het gebied van water. Als ontwikkelingswer-ker woonde en werkte

hij twaalf jaar in Indonesië, onder meer in Kalimantan, Java en Suma-tra. Inmiddels is hij gepensioneerd, maar als vrijwilliger nog steeds ac-tief. ‘Ik vind het jammer dat ik niet eerder in contact gekomen ben met PUM. Mijn eerste indruk van de in-troductiebijeenkomst van PUM was positief. De doelstellingen van PUM onderschrijf ik en het was leuk om enthousiaste mensen te ontmoeten. Kennisoverdracht is een vorm van duurzame ontwikkelingshulp en ar-moedebestrijding. Proberen mensen boven hun kunnen uit te tillen en ze zo snel mogelijk op eigen benen laten staan. Ik zie het als een mooie uitdaging om expertise over te bren-gen en zo mijn bijdrage te leveren. Ik kijk uit naar mijn eerste missie voor PUM.’

Actueel Actueel

13PUM Magazine zomer 201112 PUM Magazine zomer 2011 13PUM Magazine zomer 201112 PUM Magazine zomer 2011

PUM kreeg het verzoek een expert te sturen op het gebied van Europese accreditatie van hoger onderwijs voor de kunstopleidingen van een scholengroep in India. Dat werd Maarten Regouin, onder meer oud-directeur van Kunstacademie St. Joost in Breda. Accrediteren van opleidingen en samenstellen van curricula is hem dan ook toevertrouwd. Maar na een eerste bezoek in India ‘schrok hij zich rot’, bekent hij. Om allerlei redenen.Vanwege de beperkingen en vanwege de enorme cultuur- en kwaliteitsverschillen. Regouin trof een verstarde situ-atie aan.‘Ze hebben erg het gevoel dat het Indiase onderwijs stilstaat en zich wentelt in eigen tradities. India’s grote concurrent China stelt zich veel meer open.

Daar zijn er de afgelopen tien jaar driehonderd kunst-opleidingen bijgekomen. In heel India, met 1,2 miljard mensen heb je misschien acht of negen designscholen.’

DesignDe rol van design groeit in de huidige mondiale econo-mie, waarin kwaliteitsverschillen steeds subtieler wor-den. Design kan een product een exclusief, authentiek karakter geven. De Chinezen beseffen dat heel goed en schuimen de Europese markten af. Bij elke eindexamen-tentoonstelling scharrelen tegenwoordig Chinezen rond. Hun grote probleem is het ontbreken van goede docen-ten. Die halen ze heel actief overal vandaan. India doet dat eigenlijk niet.

De Indiase scholengroep wil dat niet zomaar laten ge-beuren. Daarom laten ze zich de maat nemen door wat in Europa een gangbaar ni-veau is. Ze wil-len niet alleen een Europese accreditatie krijgen, maar ook uitwisselin-gen van docenten, studenten en projecten bevorderen. Zodat er beweging komt in de ontwerpwereld. Met als achterliggend doel over een aantal jaren veel betere ontwerpers te kunnen afleveren. Die ontwerpers zullen direct kunnen bijdragen aan de Indiase industrie, die vooral op het gebied van interieurvormgeving, mode, grafische vormgeving en media enorm productief is. De opkomende Indiase economie is een van de grootste producenten ter wereld, maar ze werken op basis van hele traditionele producten. De Chinezen produceren ook enorm, maar zij leggen al veel meer een relatie tus-sen design en product, zoals wij in het Westen al jaren doen. Regouin: ‘Die twee liggen heel dicht bij elkaar en dat heeft in Nederland tot hele positieve resultaten geleid.’

Kritisch kijkenDe vraag was: neem ons de maat. En de uitdaging: kijk niet alleen door de eigen bril, maar toon ook de nodige culturele empathie. Al snel werd duidelijk dat er nog een lange weg te gaan was. Op het gebied van curricula, aannamebeleid, docenten, bibliotheek, enzovoorts. ‘De eerste keer dat ik India bezocht hield ik me een beetje in. Maar de vorige keer werd er heel open over gecommuniceerd, van beide kanten. Zo hebben we hele lijsten gemaakt van zaken die verbeterd moeten worden. Wat ze echt niet kunnen, is kritiek leveren op hun eigen situatie, dat zit gewoon niet in hun genen. Ik heb ‘away-days’ georganiseerd, heidagen. Dat was voor hen totaal nieuw: niet op school zijn maar ergens anders. Hoe is de situatie van de afdelingshoofden? Beschrijf die situatie, lever er commentaar op, bespreek het met je collega’s en kom terug met de belangrijkste verbeterpunten en waarom. Dan kwamen ze na een uur terug met diverse pagina’s waarin ze alleen dingen beschreven maar geen kritiek leverden. Ze begrepen het wel, maar omdat de directeur en de manager erbij zaten, kwam het er niet uit. Indiase mensen kunnen heel moeilijk nee zeggen. Misschien kunnen ze wel kritisch zijn, maar dat openlijk zeggen is een ander verhaal. Zeker als de directeur erbij zit. Daar moet echt een cul-tuuromslag gerealiseerd worden.’

Ambitie en groeipotentieelInmiddels is Maarten Regouin ruim anderhalf jaar bezig

met zijn mis-sie. Omdat de ambities van de Indiase scho-

lengroep verder gaan dan alleen accreditatie, heeft hij contact gelegd met de kunstacademies in Breda en Rot-terdam. Die reageerden enthousiast en tekenden een Memorandum of Understanding voor verdere samen-werking. Terwijl Breda vooral wil samenwerken op het gebied van advisering en uitwisseling, wil Rotterdam verder gaan en ook expertise uitsturen. Of mensen uit India ontvangen om ze te laten zien hoe men hier werkt.

De Nederlandse designwereld is heel klein, maar de Indiase ook. Dit is een project met groeipotentieel. Als dat meer bekendheid krijgt, is de verwachting dat ook andere instituten willen aanhaken. Zo zijn er inmiddels contacten met Dutch DFA, Dutch Design, Fashion & Architecture. Nog even en India kent Neder-land niet alleen van Philips, tulpen en kaas, maar ook van Dutch design. Met dank aan onder meer PUM en Maarten Regouin.

De regering riep de creatieve industrie onlangs uit tot een speerpuntsector

van de Nederlandse economie. De missie van PUM-expert Maarten Regouin

bij kunstopleidingen in India is al van eerdere datum, maar sluit daar goed

bij aan. Van het een kwam het ander en de kunstacademies in Breda en

Rotterdam sprongen mee op de trein.

‘Tulpen, kaas en Dutch Design’

Nieuw: sector Industrial DesignBegin mei 2011 heeft het managementteam van PUM de nieuwe sector Industrial Design in het leven geroe-pen onder de cluster business support: Louis Smit is sectorcoördinator. Kent u ontwerpers die uitgezon-den zouden willen worden als PUM-expert? Geïnte-resseerden kunnen zich inschrijven via de website. Wie meer wil weten over deze sector kan mailen naar: [email protected]

Thema Focus Thema Focus

15PUM Magazine zomer 201114 PUM Magazine zomer 2011 15PUM Magazine zomer 201114 PUM Magazine zomer 2011

Ze missen vooral visie‘Ze missen vooral visie’

Patty van der Kleij (54)

vertrok voor haar eerste PUM-

missie naar Luang Prabang,

de sprookjesachtige oude

koningsstad in Laos, waar de bezoeker zich

een halve eeuw terug in de tijd waant.

Ze bezocht daar een touragent, die in een

paar jaar spectaculair groeide. Hij vroeg zich

af of hij het wel goed deed. En hoe het wellicht

beter kon.

Patty van der Kleij is nog een jonge PUMmer, die werkt als senior beleidsmedewerker bij de provincie Zuid-Holland. Bij PUM staat ze ingeschreven in de sector toerisme. De aanvraag van de touragent uit Luang Prabang was heel concreet. Doorlichting op alle aspecten: management, organisatie, personeel, financiën en marketing.

Ze vroegen bovendien om specifiek te kijken naar twee onderdelen: het accountingsysteem en de website, die nog steeds ‘under construction’ is. Men werkt vooral

met partners in Vietnam en Cambodja. ‘Ze bieden het hele pakket van hotelreserveringen, reserveringen voor de vlucht, voor de bus, maar ook arrangementen, of dat nou twee dagen is of twee weken. Ze hebben eigen gidsen - die Engels, Frans, Duits en Spaans spreken - en chauffeurs, een eigen boot en busjes. Dus ze kunnen een heel pakket op de wensen van de klant afstemmen en alles regelen voor groepen van twee tot twintig personen of meer. De touroperator organiseert ook adventure-trips, voor mensen die op de fiets willen reizen en kamperen. Het bedrijf telt nu 25 medewerkers. Het managementteam bestaat uit de directeur en een onderdirecteur. Zij werken al jaren in de toeristische sector en zijn drie jaar geleden voor zichzelf begonnen. Ik trof een verrassend goed georga-niseerd bedrijf aan. Maar bij nadere inspectie bleek er toch veel ruimte voor verbetering!’

Eerst de websitePatty begon met de website. Er bleek een bouwer te zijn die al voor de helft betaald was en die op input en content wachtte. Daar stuitte ze meteen op het eerste probleem. Er waren geen harde afspraken met de bouwer gemaakt en aangezien niemand in het bedrijf verant-woordelijk was (gemaakt) voor het aanleveren van de inhoud, stond de zaak al maanden stil.

‘Het was meteen een heel wezenlijk probleem, want op het gebied van marketing gebeurde er duidelijk veel te weinig. Dus ik kwam direct met de aanbeveling: jul-lie zijn zelf verantwoordelijk. Voor het updaten, maar ook voor de bouw. Je kunt de bouwer de kaders geven van wat je er op wilt hebben, maar je moet zelf voor de input zorgen. Mijn advies was: als het met deze bouwer niet lukt, draag dan je verlies en zoek een ander, maar maak keiharde afspraken. Het volgende probleem was dat ze binnen het bedrijf iemand verantwoordelijk moesten maken die de website onderhoudt. Ze hebben qua IT-infrastructuur een schitterend netwerk. Iedereen kan in elkaars documenten kijken, maar ze hebben geen ICT-er in dienst. Dus als er iets gebeurt, ligt meteen het hele bedrijf plat. Ik raadde ze aan om een ICT-er in dienst te nemen, want je moet niet afhankelijk worden van derden. En of ze wel of niet op tijd leveren!’

Luang Prabang

is de oude koningsstad in het tegenwoordig

communistische Laos. De stad, die meer

als een dorp aanvoelt, geldt vanwege zijn

tientallen boeddhistische tempels, schit-

terende Frans-Indochinese architectuur,

verfijnde keuken en romantische ligging

aan de Mekong, als een zeer aantrekkelijke

bestemming in Azië. Sinds 1995 staat Luang

Prabang op de Werelderfgoedlijst van

UNESCO.

‘Ik heb hem geadviseerd na te denken over wanneer

hij echt tevreden is met zijn eigen bedrijf. Wil je

eindeloos blijven doorgroeien? Dat kan ook het

einde van je bedrijf worden als het mis gaat. Wil je

bij de top vijf blijven? Of is de top twintig ook goed?

Dat heeft namelijk ook zo zijn voordelen.’

Blik op de toekomstDe strategische marketing liet de directeur over aan zijn zakenpartners in Cambodja en Vietnam. Riskant, want als die elders scherpere prijzen kunnen krijgen, zullen ze dat niet laten. Eigenlijk ontbrak het op alle fronten aan visie. ‘Omdat ze tot nu toe geen visie hebben, is er geen strategie. Niet op organisatorisch vlak, niet op

marketing vlak, niet op finan-cieel vlak, of qua personeelsbe-leid. Ze waren met twee mensen ooit heel enthousiast begonnen en huurden steeds meer men-sen in die ze kenden, maar nu gaat het om professioneel on-dernemerschap. Dat heeft tijd

nodig, je moet bij een paar onderdelen beginnen.’ Patty adviseerde functiebeschrijvingen op te stellen, dan we-ten directie en personeel wat er precies verwacht wordt. Qua marketing moet het bedrijf zich minder afhankelijk maken van de partners en zelf eigen markten creëren, investeren in een bedrijfsbrochure en een website. Ze adviseerde een strategie te ontwikkelen op basis van managementrapportages. En misschien wel het belangrijkste: denk na over waar je met je bedrijf naar toe wilt! Focus!

Strategisch ‘op de tast’ Vervolgens stuitte Patty op het veel grotere probleem van de onderneming. Men was in drie jaar tijd ra-zendsnel gegroeid en heeft nu een jaaromzet van een miljoen euro. Maar de directeur heeft geen tijd om na te denken over strategie. Als ze in dit tempo blijven doorgroeien, zouden ze ten onder gaan aan het eigen succes, omdat ze zich alleen maar concentreren op de uit-voering, en niet op de eigen organisatie en de toekomst. Patty ontdekte dat het bedrijf eigenlijk op alle fronten ‘op de tast’ opereerde. Zo maakten ze geen gebruik van manage-mentrapportages, terwijl er wel een heel goed geoutil-leerd financieel systeem is dat daarvoor goed geschikt is. De directeur tekende alle bonnetjes zelf af, delegeer-de niets naar zijn financiële medewerkers. ‘Dat is niet efficiënt, maar het heeft ook te maken met vertrouwen. Het kan veel sneller en veel beter. De directeur heeft nooit vakantie, hij zal al gauw twintig uur per dag bezig zijn met zijn bedrijf en dus nooit rust hebben om na te denken over zijn bedrijf. Hij heeft geen tijd voor netwerkbijeenkomsten, geen tijd om nieuwe contacten te leggen. Hij draait puur op het vertrouwen, op zijn partners, zonder eigen markten aan te boren, zonder iets aan marketing te doen.’

TOURAGENT IN LAOS LAAT ZICH DOORLICHTEN

Thema Focus Thema Focus

17PUM Magazine zomer 201116 PUM Magazine zomer 2011 17PUM Magazine zomer 201116 PUM Magazine zomer 2011

Marianne Dersjant heeft de ‘beruchte’ brief net gekregen. Robert van der Hall krijgt ‘m in november. En Willem de Jong is de zeventig al gepasseerd en is dus niet langer actief als PUM-expert. Hun business club initiatief is voortgekomen uit de behoefte om met geadviseerde bedrijven in contact te blijven, vertelt Willem de Jong. De behoefte om na je zeventigste toch actief te blijven, speelt ook een rol, al is dat niet het primaire doel.

In de driver’s seatHet initiatief kwam uit de koker van Willem de Jong: ‘Van een aantal projecten had ik het gevoel dat ze niet af waren, die wilde ik eigenlijk blijven volgen. Bij PUM is het zo dat je gevraagd wordt. Ik had behoefte aan een iets actievere rol, om meer zelf in de driver’s seat te zitten. Ook voor de bedrijven zit er een positieve kant aan. Ze kunnen bij PUM geen selectie maken omtrent de adviseur. Dat wordt voor ze gedaan. Met dit initiatief kan het wel.’ De Dutch Vologda Business Club levert expertise aan bedrijven in de Russische regio, eigenlijk net zoals PUM dat doet. Het initiatief is een jaar geleden genomen, de

oprichtingsvergadering was in november 2010. PUM ziet het als een interessant proefproject. Het wordt ook gefaciliteerd door PUM. Zo mag de club gebruik maken van de faciliteiten op het PUM hoofdkantoor. De club heeft een jaar uitgetrokken om het initiatief handen en voeten te geven. Dan wordt bekeken of het uitgebreid kan worden naar heel Rusland. Inmiddels hebben ze een twintigtal leden.

Robert van der Hall: ‘Mijn ervaring als expert, en later als landencoördinator Rusland, is dat de geadviseerde bedrijven toch een beetje ‘jouw bedrijven’ worden. Mijn eerste bedrijf dat ik als expert geadviseerd heb was toevallig in Vologda en ik heb nog steeds contact met hen. Ik krijg nog altijd opdrachten van ze om dingen te doen of iets te checken. Of ze vragen gewoon om advies: wat vind jij er nou van? Je hebt ervaring als je daar als expert geweest bent, en als er een follow-up is geweest, is er ook vertrouwen. Om dat op te geven omdat je de zeventig gepasseerd bent, is eeuwig zonde. Zowel voor het bedrijf als voor de expert.’

De business clubDe Kamer van Koophandel stelt in Rusland niet zo veel voor, maar je hebt er wel heel actieve business clubs. De Vologda business club is een van de meest actieve. Vologda ligt vijfhonderd kilometer boven Moskou, onge-veer halverwege St. Petersburg. De regio rond Vologda is ongeveer zo groot als Nederland, België en Noord-Frankrijk samen. Door een Nederlandse zusterorgani-satie op te richten, hopen de initiatiefnemers continuïteit te waarborgen in de relaties die door de jaren heen zijn ont-staan tijdens de PUM-missies.

Willem de Jongs achtergrond ligt bij Organon, waar hij marketeer was. Voor PUM deed hij dertien missies, waarvan drie in Vologda. Als resultaat daarvan heeft hij een vaste aanstelling als gastdocent in het Vologda Institute for Business.

Marianne Dersjant werd door PUM gevraagd een ziekenhuisproject te doen in Vologda: ‘Tijdens dat zie-kenhuisproject is er iets ontstaan, de gedachte dat we intensiever zouden kunnen samenwerken. Steeds meer PUMmers raakten erbij betrokken, zo ontstond een zeker zwaan-kleef-aan-effect.’

De keuze voor Robert van der Hall lag voor de hand om-dat hij als landencoördinator Rusland een natuurlijke verbinding met PUM biedt.

Resultaten en kansenDe eerste concrete resultaten zijn al geboekt. Er is een samenwerkingsovereenkomst tussen het Maternity Vo-logda ziekenhuis en het Groene Hart Ziekenhuis Gouda.

Er zijn pootaardappelen verkocht en is een diervoedsel-producent uit Nederland in contact gebracht met Rus-sische afnemers. Anders dan PUM, hanteert de DVBC

geen strikte criteria: ‘een be-drijf is een bedrijf’. Het gaat erom de BV Nederland te promoten en business links te creëren met Nederlandse bedrijven. Er is inmiddels een vaste contactpersoon bij de Vologda Business Club die

ter plaatse bekendheid moet geven aan het initiatief.

Willem de Jong: ‘Van oudsher zijn er altijd contacten geweest tussen West-Europa en Rusland. Als je glo-balisering zegt, dan liggen daar kansen voor een joint venture tussen beide gebieden. Samen vormen we een economische eenheid die het kan opnemen tegen China, India, Brazilië of Noord-Amerika. Zij hebben grondstoffen en zijn een grote voedselproducent. Wij hebben kennis en innovatie. Daar liggen enorme kansen.’

Als je zeventig wordt, is het einde oefening bij PUM. Maar dat

wil niet zeggen dat het daarmee ook allemaal afgelopen hoeft

te zijn. Willem de Jong, Marianne Dersjant en Robert van der

Hall vormen het bestuur van de Dutch Vologda Business Club

(DVBC). Hun missie: het bevorderen van economische relaties

tussen Nederland en Vologda Oblast, in de Russische Federatie.

‘Zij hebben grondstoffen

en voedselproductie,

wij kennis en innovatie’

Leven na PUM: de Dutch Vologda Business Club

V.l.n.r. Robert van der Hall,

Willem de Jong, Marianne Dersjant

Het bestuur van de Dutch Vologda Business Club

PUM is door het stopzetten van de EL&I subsidie mo-menteel niet langer actief in Rusland. Desondanks blijft de PUM-spirit daar dus toch bestaan.

Thema Focus Thema Focus

19PUM Magazine zomer 201118 PUM Magazine zomer 2011 19PUM Magazine zomer 201118 PUM Magazine zomer 2011

Het succes van PUM-missies is afhankelijk van veel factoren. Vanzelfsprekend

vervullen de experts een schakelrol. Als die flexibel en inventief inspelen op verras-

singen, verschaft dat projecten meerwaarde. Bemoedigend voor de aanvrager, bevre-

digend voor de expert. In veel missies is sprake van een verrassingselement. We laten

een aantal anekdotes de revue passeren die laten zien hoe met creativiteit en inven-

tiviteit een onvoorziene en onverwachte meerwaarde gerealiseerd kan worden.

Paul Bonants reisde naar een producent van hygienic paper products (papieren zakdoekjes, handdoeken, servetten en tissue toiletpapier) in Yamunanagar, India. De projectaanvraag strookte niet met het werkelijke probleem, dat heel primair was, stelt hij in zijn verslag. ‘Ze verkopen te weinig. Er is grote overcapaciteit. Ze willen meer exporteren.’

Marktkennis in IndiaBonants analyse bracht een probleem aan het licht waar PUMmers vaker op stuiten: het bedrijf ging uit van eigen productiecapaciteit en niet van marktvraag. Het had nooit geleerd marktinformatie op te slaan, te rubriceren en te interpreteren. Samen met de werkne-mers maakte hij een uitgebreide Excel-matrix genaamd market/customer database. Paul Bonants: ‘We heb-ben uitgebreid geoefend. Er naast gaan zitten en doen werkt het beste. Ik heb veel energie gestoken in het overtuigen van de leiding en de werknemers dat de database alleen werkt als iedereen gedisciplineerd en structureel informatie toevoegt.’ Bij de geografische ambities adviseerde Bonants voorzichtigheid. Belang-rijker was eerst de klantendatabase goed in de vingers te krijgen.

Een analyse van de thuismarkt, hoewel geen onderdeel van de vraagstelling, was onvermijdelijk. En de uit-komst verrassend. In India gebruikt men ongeveer 0,06 kilo tissue papier producten per persoon per jaar. In Nederland 7,5 kilo.

Vooroordelen in JordaniëEen verrassing kan een persoonlijk tintje hebben: ‘Wie voor het eerst het Midden-Oosten bezoekt, neemt naast de gebruikelijke bagage nog iets anders mee, namelijkvooroordelen.’ Deze ontboezeming komt van Martin de Vrankrijker. Hij meende dat vrouwenemancipatie in Jordanië een lange weg te gaan had. Bij een fabrikant van laboratoriummeubilair in Sahab bleken echter twee jonge vrouwelijke ingenieurs zijn belangrijkste gesprekspartners te zijn. ‘Dat vooroordeel verdween als sneeuw voor de zon.’ Zijn opdracht was het bedrijf voor te bereiden op het laten certificeren van producten volgens Europese normen, de concurrentiepositie te versterken en exportmogelijkheden te bevorderen. Het bedrijf was in 2008 ISO-9001 gecertificeerd en kreeg twee jaar later de prestigieuze ‘King Abdullah Award for Excellence’. ‘Wat kan ik nog toevoegen?’ dacht De Vrankrijker met lichte twijfel. Dat bleek veel te zijn. Hij ontdekte dat er iets belangrijks ontbrak: specificaties van eindproducten. Tijdens zijn verblijf klaagde een klant dat schappen van een laboratoriumkast onder een bepaalde belas-ting doorbogen. Het bedrijf had nooit de maximaal toelaatbare belasting vastgesteld. De Vrankrijker had normbladen meegenomen die gedetailleerd methoden beschrijven om laboratoriumwerktafels en -kasten te testen op veiligheid en duurzaamheid. Hij legde de ingenieurs uit hoe ze die tests kunnen uitvoeren voor-dat zij hun producten bij instanties voor certificering aanbieden.

Als de producten met goed gevolg de Europese tests doorstaan, voert de certificerende instantie een audit bij het bedrijf uit. Daarna wordt het certificaat verstrekt. Bovendien weet de klant wat hij van een product kan verwachten en zullen kwaliteitscontrole claims afnemen.

Pluimveefokkers in EthiopiëPluimveedes-kundige Theo van Kerkhof trof in Ethiopië een aanvrager met een verrassende levensgeschiede-nis. Zijn ouders waren leiders van het contrarevo-

lutionaire verzet tegen het militaire regime dat keizer Haile Selassie verjoeg. Zij werden door de militairen gevangen genomen en vermoord. De aanvrager zelf was toen twee jaar. Hij liep weg uit het weeshuis en werd schoenpoetser. Uiteindelijk werkte hij zich op als pluimveehouder en is nu met duizend moederdieren, vierduizend kuikens en vijfduizend eieren per week een voortrekker van professionele pluimveehouderij in Ethiopië.

Van Kerkhof zag dat de maatschappelijke positie van kippenboeren heel zwak was. De overheid legt de redelijk lopende pluimveesector allerlei belastingen op. Van Kerkhof adviseerde oprichting van een Association of Poultry Producers. De inmiddels 71 leden trekken nu

gezamenlijk op. De oprichting van deze associatie heeft de sector mondiger en sterker gemaakt in de onderhan-delingen met handelspartners en afnemers. Dat was een onvoorzien gevolg van de PUM-missie die zich in eerste instantie richtte op het bedrijf van Milias Keleme-work van Three Lakes Poultry Farm P.L.C..

Infectiebestrijding in BangladeshDierenarts Marcel Mirck bezocht een pluimveebedrijf in Bhaluka, Bangladesh, om een diagnostisch laborato-rium van de grond te helpen tillen. De benodigdeapparatuur was deels niet beschikbaar, zodat het oe-fenen van een aantal technieken onmogelijk was. Een vervolgmissie leek onvermijdelijk, maar Nederlandsedeskundigen bleken niet beschikbaar. Het project raakte op een dood spoor. Tot een bevriende hoogleraar klinische infectiologie van de Faculteit Diergeneeskundein Utrecht zorgde voor een verrassende doorbraak. Op terugreis van een werkbezoek in India bezocht hij het bedrijf in Bangladesh. Enthousiast bood hij de labme-dewerkers van het kippenbedrijf een training pluimvee-microbiologie aan in zijn Utrechtse lab.

Milkias Kelemework van Three Lakes Poultry Farm P.L.C.

Leren uit ervaring Leren uit ervaring

21PUM Magazine zomer 201120 PUM Magazine zomer 2011 21PUM Magazine zomer 201120 PUM Magazine zomer 2011

PB PUM Magazine winter 2010

Eén van de doelstellingen van PUM is de zelfredzaamheid van onze klanten te

stimuleren, en daarmee de locale economie. Het is daarbij belangrijk om de

effectiviteit en het succes van het PUM programma te meten. Dat gebeurt on-

der andere door een tweejaarlijks onderzoek naar de handel met Nederlandse

bedrijven die is ontstaan uit PUM projecten. Die handel is goed voor zowel de

lokale als de Nederlandse economie.

Focus op resultaat

PUM Business Survey

‘Sinds 2001/2002 doen we bij PUM voor het ministerie van Economische Zaken business surveys,’ zegt Alex Meerkerk, hoofd Anamon (analyse & monitoring). ‘De doelstelling van PUM is weliswaar kennisoverdracht, maar het genereren van handelscontacten met Nederland is een niet onbelang-

rijke spin-off. We willen dus ook weten hoe succesvol we daarin zijn. De hoofdvraag is hoeveel businesslinks we doen en hoeveel die opleveren. Je moet verder bedenken dat niet alle bedrijfscontacten via PUM gelegd worden. Met name bij de dichtstbijzijnde landen gaan het bui-tendlandse bedrijf en Nederlandse handel counterparts ook directe contacten aan, vaak via bemiddeling van de PUM-expert. Dan regelt men alles zelf, zonder dat PUM een bezoek aan Nederland faciliteert’.

+

MKB centraalMomenteel rondt Alex Meerkerk het onderzoek af naar de jaren 2009 en 2010: ‘Van alle missies die we in deze periode hebben uitgevoerd bij het MKB vragen we de experts om per klant één survey in te vullen. De exacte selectiecriteria zijn als volgt: het moet gaan om mid-den- en kleinbedrijf. Projecten waarbij bijvoorbeeld een school geholpen is, of de enabling environment (instanties die ondernemers ondersteunen, bijvoorbeeld Kamers van Koophandel), nemen we niet mee. Wat nieuw is dit jaar: we hebben alle landen meege-nomen, dus niet alleen de voormalige EZ-landen. Het ministerie van Buitenlandse Zaken, onze hoofdsponsor, vindt dit belangrijk, maar we willen het zelf ook graag weten, omdat we ons beleid erop afstemmen.’

Goede responsEr gingen 2774 surveys de deur uit, verspreid over 1488 experts. De respons was hoog, 73 procent van de surveys kwam terug. De eerste conclusies in een notendop:

Op de vraag of men nog contacten heeft met het gead-viseerde bedrijf, antwoordt 60 procent: ‘ja’ voor 2010 (voor 2009 is dat 48 procent). Van deze groep zegt 53 procent binnen deze periode groei te constateren bij het geadviseerde bedrijf. Op de vraag of er handelscontacten zijn ontstaan, en hoe, antwoorden de respondenten voor 2009 en 2010 dat ze bij 25 procent van alle klanten potentieel zien voor handelscontacten, of dat dat reeds gelukt is. Het kan daarbij gaan om aanschaf van tweedehands kapitaalgoederen, export of joint ventures. Over de waarde van de gerealiseerde contacten durft Alex Meerkerk zich vooralsnog niet in harde cijfers uit te laten. ‘De bedragen lopen uiteen van 10.000 euro tot meer dan een miljoen. Soms is er sprake van een sub-stantiële handelsrelatie van een paar ton per jaar.’

Anamon analyseert de onderzoeksgegevens verder, zo-dat de uitkomsten, de strategie en het beleid van PUM voor de komende jaren kunnen ondersteunen.

VOORBEELDEN VAN SUCCESVOLLE BUSINESS LINKS

Koppert is wereldwijde marktleider in biologische ge-wasbescherming en natuurlijke bestuiving voor pro-fessionele telers. Door bemiddeling van PUM bezocht een groep Armeense ondernemers het hoofdkantoor in Nederland en inmiddels levert het bedrijf regelmatig bestellingen af in Armenië. Het bedrijf verwacht zijn zaken de komende jaren te kunnen uitbreiden en levert zo een bijdrage aan een schonere manier van produce-ren in dat land.

PUM-expert Jan Boon ging voor een missie naar Sri Lanka. Hij organiseerde een business link naar Nederland. Een golfkartonproducent hier had een machine die overtollig was. Er waren vier mensen voor nodig om die te bedienen en dat kan niet meer uit in Nederland.De Sri Lankezen gingen op zoek naar financiën en kwamen terug met 45.000 euro. Tegelijkertijd lag er een bod uit Japan voor 75.000 euro. Uiteindelijk heeft de Nederlandse ondernemer toch voor de Sri Lankezen gekozen omdat hij geïnspireerd raakte door het PUM-project en de doelstellingen.

Ontstane handelscontacten

(gerealiseerd of verwacht over 2009/2010)

Business Link ProgrammaKennissen zijn soms belangrijker dan kennis. Steeds vaker achten senior experts het zinvol een ver-tegenwoordiger van een geadviseerde organisatie naar Nederland te halen om hier zakelijke contacten te leggen. Zij kunnen dan een beroep doen op het Business Link Programma (BLP) van PUM. Doel van dit programma is het creëren van handelsbetrekkingen, al dan niet met financieringsfaciliteiten (joint ventures). PUM beoordeelt een business link-aanvraag op haalbaar-heid en slagingskans. Daarnaast moet er sprake zijn van mutual benefits: niet alleen de geadviseerde organisatie moet van een bezoek kunnen profiteren, ook de bena-derde Nederlandse bedrijven willen graag zicht hebben op een profijtelijke samenwerking. De aanvraag voor het Business Link Programma en de organisatie van het bezoek, kunnen alleen gedaan worden door de expert die het bedrijf eerder van advies heeft voorzien.

respons surveys

73%

Nog contact met bedrijf (gemiddeld over 2009/2010)

54% 25%

(Resultaten tweejaarlijks onderzoek)

Achtergrond Achtergrond

23PUM Magazine zomer 201122 PUM Magazine zomer 2011 23PUM Magazine zomer 201122 PUM Magazine zomer 2011

Er waren van die jaren dat al-les duidelijk was. Als het over de missie ging, wist iedereen wat daarmee werd bedoeld en wat het inhield. Tal van begrippen die bij dat éne allesomvattende woord hoorden, behoefden geen nadere toelichting. De missie hoorde bij de samenleving zoals het koekje bij de koffie. Bij de mis-sie hoorden de zendelingen en missionarissen. Bij de missie hoorden naaimachines, ook zo’n eenduidig begrip. Bij de missie hoorde het sparen van zilverpapier. Woorden die alles symboliseerden wat het werk toen inhield: bekeren, leren en werken.

Bekeren bleek vaak een voorwaarde voor het krijgen van werk en goede scholing voor kinderen. Wanneer bepaalde vertegenwoordigers van de een of andere religie zich ves-tigden in een regio, dan nam de autochtone bevolking steevast die religie aan. Bekeren krijgt in dat verband overigens een totaal andere betekenis, maar dat terzijde. Er kwam een ander woord voor de missie: ontwikkelings-samenwerking. Politiek correct en beter passend in de tijd van streven naar respectvolle hulpverlening en onafhan-kelijkheid.

Echter, voortschrijdend inzicht, vraagt nu om weer een andere aanpak, een nieuwe visie. Bovendien is ontwik-kelingssamenwerking niet meer zo stevig verankerd in de samenleving. Economisch zwaar weer en sociologische processen zijn daar debet aan. Redenen genoeg om het woord ontwikkelingssamenwerking weer eens aan een grondige ontleding te onderwerpen en waar nodig te zoeken naar creatieve en effectieve alternatieven.

Maar laten we eerst het voorbeeld van de repen van Verkade bekijken. De zilverpapieren verpakking werd jarenlang in tal van Nederlandse huishoudens gespaard voor de missie. Diezelfde repen van Verkade worden nog onver-anderd in de schappen aangeboden, in dezelfde zilver-papieren verpakking. Alleen met dit verschil dat er op de verpakking nu Fair Trade staat. Is dat nou ontwikkeling of samenwerking?

PUM-expert Karin Verhaak-Kersten is sinds 1980 werkzaam in de journalistiek.

Zij werkt als freelance journalist in binnen- en buitenland en was mede-eigenaar

en hoofdredacteur van Peel en Maas uitgevers, uitgever van vijf nieuwsbladen in

Noordoost-Brabant. Sinds 2006 staat ze ingeschreven bij PUM. Onlangs debuteerde

ze met haar bundel ,,Blote Schoenen”, te bestellen bij Bol.com of via de boekhandels.

De repen van Verkade Turing Foundationen PUM

De Turing Foundation richt zich op natuurbescherming en onderwijs in ontwikkelingslanden. In Nederland ondersteunt de stichting verschillende kunstactiviteiten en internationaal ondersteunen ze wetenschappelijk lepra-onderzoek. Om zo efficiënt mogelijk te werk te gaan, kiest de TF voor samenwerking met partners. PUM-experts komen in zeventig landen over de hele wereld. Dus vroeg de TF of PUM-experts op missie naast hun advieswerk wellicht een of twee extra dag(en) zou-den kunnen besteden om een TF-project te bezoeken en te evalueren. Omgekeerd komen PUM-experts vaak pro-jecten tegen die naast expertise ook financiële onder-steuning nodig hebben. Daar kan de Turing Foundation een helpende hand bieden. De samenwerking behelst onderwijs- en natuurprojecten.

Twee projectenHet afgelopen jaar bezocht PUM-expert Bink van Walsum, ingeschakeld door landencoördinator Hans de Vries, een technisch beroepsonderwijsproject in Burkina Faso (Upgrading van het Etablissement Gabriel Taborin). Van Walsum bracht een bezoek van één dag aan het Etablissement, dat in een buitenwijk van Ouagadougou ligt en door de Turing Foundation gesteund wordt. Op basis van Terms of Reference van de Turing Foun-dation - met projectinformatie en concrete vragen van hun kant - ging hij aan de slag. Van Walsum stuurde de TF een zeer gedegen bezoekverslag met bevindingen, foto’s, conclusies en aanbevelingen.

In Tanzania bezocht PUM’s lokale vertegenwoordiger Christine de Dobbelaere een middelbare school op het platteland, ruim twee uur buiten Arusha. Ook zij stuurde een bezoekverslag, dat een goede beschrijving gaf van de huidige stand van zaken van het project.

Twee donatiesPUM heeft in 2010 twee onderwijsprojecten ter bemid-deling aan de Turing Foundation voorgelegd, waaraan zij inmiddels donaties hebben toegekend. Het betreft de automechanica beroepsopleiding van het CPMA in Mali (contact via Maurits van der Ven en Ko Oldekamp) en het beroepsonderwijscentrum CPAEC van Zod Neere in Burkina Faso (contact Hans de Vries).

‘Wereldwijde synergie’

bb

b

PUM werkt samen met de Turing Foundation (TF), een particulier vermogens-

fonds dat als goede-doelen-stichting opgericht is door Pieter en Françoise Geelen.

Toen navigatiesoftwareproducent TomTom in 2005 naar de beurs ging doneerden

TomTom medeoprichter Pieter Geelen en zijn vrouw Françoise €100 miljoen

aan deze stichting.

Carlijne Bueters, directeur Turing Foundation: ‘In 2010 steunden wij 48 onderwijs-projecten, het is voor ons on-mogelijk die allemaal op loca-tie te bezoeken. PUM-experts kunnen door hun jarenlange werkervaring en vakkennis in korte tijd relevante informatie vergaren. Dat is voor ons zeer waardevol.’ www.turingfoundation.nl

bWanted: Experts!PUM zoekt experts in de sectoren:Pharmaceutical & Cosmetic Products

-zeep en andere reinigingsmiddelen.

Electrotechnical Industry & Engineering

-electronica en telecommunicatie.

-Franssprekende oud-docenten autotechniek.

Bakery & Bread Factory

Meat: Meat Processing/Slaughters & Oils (Edible and Fats).

Water Supply & Waste Water: experts met kennis van bottling [ma-

ken van flessenwater] en industriële zuiveringssystemen.

Waste: Experts op het gebied van afvalbeheer (huishoudelijk afval,

bedrijfsafval en gevaarlijk afval): inzamelen, recyclen, hergebrui-

ken en storten. Experts op het gebied van composteren. Vooral

experts met bedrijfsleven- ervaring.

Publishing & Printing

- drukkers met ervaring in digitaal drukken

- idem met kennis en ervaring in de nieuwste Heidelberg persen

- ex-operators (met name vellen offset)

- mensen met ervaring in het vervaardigen van lichtbakken, groot

formaat stickers etc.

Allen liefst (maar niet vereist) met kennis van de Franse taal.

Dairy processing

Poultry- and Pig Farming

Beekeeping

Tourism & Hotels & Catering

Catering, Restaurants and Events: horeca management experts &

koks, koks, koks...

Experts voor Hotels Large and Medium Size Operations / Hotels

Smaller Operations

Textile Industry & Textile Consumer Products:

Technische managers voor de volgende type productieprocessen:

spinnen van garens, weven, breien, verven, bleken, drukken.

Leather Industry & Consumer Products:

- kennis van de bereiding van leer. Zowel het looien van leder in het

algemeen, als specifieke kennis voor het nathuis, ververij en finish.

- kennis voor de fabricage van schoenen. Alle soorten schoenen en in

alle kennis-bereiken (ontwerp, snijden, stikken, montage (ook vulka-

niseren))

Wood, Trade & Timber Processing & Furniture

Momenteel hebben wij voldoende experts in ons bestand staan in de sector Over-

heid, Transport/Verkeer, General Management, Interim Management, Business

Consultancy en Human Resource Management.

Column Synergie

25PUM Magazine zomer 201124 PUM Magazine zomer 2011 25PUM Magazine zomer 201124 PUM Magazine zomer 2011

Vroeg in de ochtend op pad om de mensen te zien ontwaken. Vrouwen staan in de rij voor een baguette. Ondanks de armoede, was het hier een vrolijke bedoening. Het bedrijf dat ik bezocht produceerde vleeskippen, ze werden onder een boom geslacht, maar het bedrijf wilde een slachterij om verpakte kippendelen te verkopen. Zeven jaar heb ik in een vergelijkbaar gebied in Noord-Nigeria gewoond, zelfde klimaat zelfde vriendelijke moslimbevolking, ik voelde me er weer thuis.’

‘Ik heb geleerd dat er altijd wel een moment op de dag is om even de benen te strekken. Het liefst vroeg in de morgen, als de wereld om mij heen ontwaakt. Beter kan de dag voor mij niet beginnen. Maar er is meer, al lopende heb je de rust om na te denken en kun je je voorbereiden op een dag vol bezoeken en discussies. Iedere keer een ander land met volstrekt andere proble-men en vragen.’

In Turkije liep ik tussen de landerijen in de omgeving van Burdur. Mijn missie ging om geiten en het bedrijf waar ik ging adviseren wilde met witte melkgeiten melk en vooral kaas produceren. Wat is er mooier op een vroege ochtend, met een opkomende zon, een nachte-gaal uit volle borst te horen zingen?

Afgelopen maart liep ik hard in Zagora aan de zuidkant van het Marokkaanse Atlasgebergte. Eerst vier kilometer omhoog ploegen, dan dezelfde route omlaag zweven. Ondertussen kon ik de schapen en de voedergewas-sen bekijken die daar tussen de dadelpalmen in de oases werden gehouden. Ik zag de vrouwen vroeg in de morgen lucerne voor hun schapen snijden. Voor deze schapen was ik gekomen. Iedere dag kwam ik kinderen op de fiets tegen. Jongens en meisjes apart, ze hadden geen tijd voor de schapen, ze moesten naar school.

In Senegal holde ik in Rufisque, niet ver van de hoofd-stad Dakar. Het was bijzonder om weer eens tussen West Afrikanen te leven en onder de baobap te lopen.

PUM-expert Willem Brinckman is schapen- en geitendeskundige. Daarnaast (en later in plaats

daarvan) was hij als hoofd bureau buitenland bij Hogeschool Van Hall Larenstein verantwoordelijk

voor buitenlandse projecten. Hij reisde veel naar Oost-Europa, Centraal- en Zuidoost- Azië en Afrika.

Daar waren de projecten gericht op verbeteren van hoger onderwijs. Iedere keer als hij op missie

gaat, gaan ook zijn hardloopspullen in de koffer.

Veiligheid voor alles

Dick Bielderman, PUM-expert sinds

2007, ging al drie keer eerder op missie

voor PUM naar Afrika. Zo adviseerde

hij een game lodge in Zuid-Afrika

(twee keer, er kwam een vervolgmissie)

en een cateringbedrijf in Swaziland.

Ditmaal werd hij uitgezonden naar

Tanzania. Zijn missie bij een kleine

cateraar liep helaas anders af dan

verwacht.

Voordat expert Dick Bielderman naar Tanzania afreisde, werd er een geschikte accommodatie voor hem gezocht. De keuze viel op een hotel met de veelbelovende naam Gates of Paradise. Bij aankomst trof de expert een eenvoudig, maar prima hotel aan.

Gates of ParadiseDe missie ging van start. Helaas veranderde de sfeer in hotel Gates of Paradise met de komst van een groep Kongolese gasten. Zij zochten toenadering en begonnen gesprekken over verkoop van diamanten. Dick Bielderman besloot het gezelschap zo veel mogelijk te mijden. Maar op een nacht werd hij opgeschrikt door een geluid in zijn hotelkamer. ‘s Morgens werd hij versuft wakker en ontbraken zijn portemonnee en telefoon op het nachtkastje.

Het raam, toegankelijk vanaf het balkon, was geforceerd. Hoogstwaarschijnlijk was Dick Bielderman met een spray verdoofd, waarna de inbrekers hun slag sloegen. Het sterke vermoeden bestond dat de Kongolese me-degasten in het hotel verantwoordelijk waren. Bij de aangifte hoorde Bielderman dat dit een beruchte me-thode is. Zogenaamde gasten checken in bij een hotel, observeren mogelijke slachtoffers en sterke en zwakke punten van de beveiliging, en slaan dan hun slag.

VeiligheidstipsDick Bielderman: ‘Uit voorzorg berg ik mijn laptop meestal op in mijn koffer met cijferslot en mijn pas-poort verstop ik altijd goed op de hotelkamer. Toch denk ik dat het verstandig is om uit voorzorg een tweede, goedkope mobiel mee te nemen. En een portemonnee waarin je wat pasjes met weinig waarde en kleingeld bewaart op een goed zichtbare plek in de hotelkamer. Dit voorkomt dat ze de echt waardevolle spullen meenemen.’

Een dikke tien‘De behulpzaamheid van PUM na de beroving geef ik een dikke tien,’ vertelt Dick Bielderman. ‘Ik was de hele dag nog redelijk versuft na de beroving. Maar dankzij de hulp van de lokale vertegenwoordiger van PUM heb ik aangifte kunnen doen en een voorschot ontvangen, want ik was al mijn geld kwijt.’ Terugkijkend op het voorval is hij opgelucht dat er verder geen geweld is gebruikt bij de overval en dat de schade beperkt bleef tot zijn portemonnee en telefoon. ‘Het had heel anders kunnen aflopen!’

‘Werken & hardlopen’

‘Het had heel anderskunnen aflopen’

Thuisfront Veiligheid & Gezondheid

27PUM Magazine zomer 201126 PUM Magazine zomer 2011 27PUM Magazine zomer 201126 PUM Magazine zomer 2011

Luizen vangen met Father Godfreybiologische gewasbescherming voor Benin

Op een mooie zomerdag maakte PUM-mede-

werkster Dénise ten Bokum kennis met Pater

Godfrey Nzamujo. Hoe kon ze bevroeden dat

dit tot een onorthodoxe waterluizenjacht in

het Haagse Bos zou leiden?

De Nigeriaanse pater Nzamujo, Father Godfrey voor intimi, richtte in 1985 de ecologische gemeenschap Songhai in Benin op. Nzamujo is in de Verenigde Staten opgeleid (ingenieur, microbioloog en chemicus) en wil ‘een bijdrage leveren aan het menselijk potentieel in Afrika’, zo vertelt hij in een uitgebreid artikel over PUM in de Volkskrant (13 april 2011). Dat mondde uit in een project waaraan momenteel ruim duizend boeren, producenten en ambachtslui deelnemen. Ze produceren groenten, gewassen, vissen en pluimvee. De gedachte erachter is dat mensen in Songhai zo dis-cipline en ondernemerschap leren en daarna hun eigen weg gaan om ondernemingen te beginnen.Het project is populair onder donoren. VN-baas Ban Ki Moon kwam op bezoek en noemde het een inspirerend voorbeeld van duurzaam ondernemen. Vanuit Nederland kwam er steun van onder andere de Rabobank Foundation en PUM, die inmiddels drie experts op missie zond naar Songhai.

Dertig luizen in TupperwareOp de gedenkwaardige dag dat Father Godfrey vorig jaar PUM in Den Haag bezocht, was hij gast van onder meer landencoördinator Alex Peeters en PUM-expert Rob van Mechelen voor een Business Link programma. Dénise ten Bokum, PUM ‘huisfotografe’ stelde een foto-sessie buiten voor. ‘Op de terugweg scheen de zon op het water en zag Father Godfrey waterluizen zitten. Hij werd helemaal enthousiast. Dénise: ‘Uit beleefdheid keken we mee, leuk voor de foto, dacht ik!’ Tot grote ver-wondering van het gezelschap wilde de pater de waterlui-zen vangen. ‘Die hebben we nodig voor onze kwekerijen, daar wordt het water schoon van’, was de uitleg.

Dénise toverde heel creatief touw, een bekertje en een tupperwarebakje tevoorschijn. ‘Omdat de zon draaide, moesten we steeds op een andere locatie gaan vangen.’ Dat gaf hilarische taferelen, waarbij het een wonder was dat Father Godfrey geen nat pak haalde. ‘Toen hij een stuk of dertig luizen had, was hij tevreden.’ De waterlui-zen belandden op miraculeuze wijze in Benin, het tup-perwarebakje heeft Dénise nooit meer teruggezien.

Landencoördinator Alex Peeters: ‘Father Godfrey herken-de de waterluizen onmiddellijk als de daphnia maxima, die biologisch afval opruimt. Op Songhai worden ze ingezet bij de visteelt en worden ze nu echt gekweekt.

Dénise ten Bokum werkt nu twee en een half jaar bij PUM en is voor de stafvrijwilligers een bekend gezicht. Ze begon als secretaresse bij Marketing & Communicatie en heeft zich

als communicatiemedewerker gespecialiseerd in fotografie en grafische vormgeving. Dit najaar vertrekt ze voor een paar maanden op wereldreis naar Chili, Bolivia, Peru en Ecuador. Het goede nieuws: ze komt weer terug naar PUM.

‘Daphnia maxima ruimt

biologisch afval op’

Hebt u een mening, suggestie of anekdote die u wilt delen met andere PUMmers?

Stuur uw mail voor publicatie naar [email protected]

PUM-expert Bas van Drooge reageert op het voorwoord van Bernard Wientjes in het vorige PUM Magazine.

Welbegrepen eigenbelangBinnen het kader van het welbegrepen eigenbelang ontbreekt er naar mijn mening een onderdeel in het stuk van de heer Wientjes. Het stuk gaat over het eenrich-tingsverkeer in ontwikkelingen, namelijk vanuit het hoog ontwikkelde Nederland naar de minder ontwik-kelde ontvangende landen. Het is echter mijn ervaring dat Nederland veel zou kunnen leren van ervaringen die PUM-experts in de ontvangende landen kunnen opdoen, indien ze ervoor openstaan om hun ervaring niet klak-keloos over te planten, maar de ervaring aan te passen aan de lokale omstandigheden. Dit betekent vaak dat de ontwikkeling een heel andere kant kan opgaan dan er in Nederland is gebeurd.

De ontwikkelingen in Nederland en de rest van het “Rijke Westen” is in een bepaald tijdsgewricht tot stand gekomen, met bepaalde energieprijzen, een bepaalde stand der techniek en bepaalde normen en waarden. Wanneer we momenteel in een ontwikkelingsland bepaalde zaken willen verbeteren, dan zal het klakkeloos kopiëren van de bij ons ontwikkelde techniek niet het beste zijn voor de huidige situatie.

Ik noem een voorbeeld: waterzuivering en daarin is Ne-derland groot! De waterzuivering zoals nu in Nederland overal te vinden is, is twintig tot veertig jaar geleden gro-tendeels ontwikkeld met energieprijzen die belachelijk laag waren; de CO2-problematiek bestond nog niet; zonder noemenswaardige IT-technologie; in een koud klimaat en met milieunormen die passen bij extreme welvaart (oftewel heel hoog).

Indien je nu midden in Afrika een waterzuivering zou gaan aanbevelen die min of meer een kopie is van Ne-derlandse systemen, dan doe je je werk niet goed. Ga je daarentegen vanuit de stand der techniek een nieuw systeem ontwerpen, waarbij je streeft naar zeventig tot tachtig procent zuivering (in plaats van 99 procent), zonder energieverbruik, met carbon credits, met aangepaste nazuiveringstechnieken, dan ontwikkel je niet alleen iets dat beter is voor het project zelf, maar ook voor het grotere geheel en dan kun je dit terugkop-

P O S T@ P U M . N L

pelen naar Nederlandse bedrijven die hiermee hun bestaande technologische kennis kunnen verrijken. Je maakt dan vijftig aangepaste zuiveringen voor de prijs van één Nederlandse, terwijl deze blijven werken en die ene Nederlandse waarschijnlijk na een tot twee jaar stil-staat omdat de elektriciteitsrekening niet meer betaald kan worden. Bovendien voorkom je per zuivering zoveel methaanuitstoot, dat alle zuiveringen, na die eerste bekostigd kunnen worden uit carbon credits. Dit is maar één voorbeeldje met cijfers die wel erg uit de losse pols komen, maar het gaat om het systeem en in mijn PUM-ervaring ben ik het vaker tegengekomen. Ik ben nu bijvoorbeeld bezig een slibverwerkingstech-

niek te ontwikkelen in een ontwikkelingsland, die als hij klaar is, ook heel goed in Nederland toegepast kan worden met een aanzienlijke besparing op de kosten voor slibverwerking. Deze filosofie stel ik tegenover een populaire veronder-stelling dat alles wat bij ons ontwikkeld is beter is. Erger is nog de veronderstelling, dat wanneer de verhouding tussen arbeidkosten en investeringskosten vergelijkbaar zijn met onze situatie van vijftig of honderd jaar gele-den, onze technologie van vijftig of honderd jaar geleden goed genoeg is voor hen. Indien iemand hieruit zou afleiden dat dit kritiek is op hetgeen PUMmers presteren, dan werp ik dat verre van mij: ABSOLUUT NIET! Maar sinds iemand mij gewezen heeft op deze filosofie, vind ik dat ik zelf beter werk ver-richt in het kader van mijn PUM-activiteiten, omdat ik voor die tijd toch onbewust wel wat van die populaire opvattingen meedroeg in mijn geestelijke bagage.

Groet, Bas van Drooge

‘Probeer ervaring niet klakkeloos over te planten, pas het aan aan de lokale omstandigheden. Dan kan de ontwikkeling een hele andere kant opgaan dan in Nederland is gebeurd.’

Input Uw mening

PBPUM Magazine zomer 201128 PUM Magazine zomer 2011

Banketbakkerij-expert Kees de Winter ging op missie naar Wenchi, Ghana om een klant te helpen met receptuur en tweedehands apparatuur. Het Hans Blankert Fonds financierde deze appara-tuur. Dat de klant tevreden was, maakt deze foto wel duidelijk. De foto werd ingestuurd door collega PUM-expert Kees Nederveen. Wat de missie naar Wenchi verder bijzonder maakte: het feit dat dit de 24e PUM missie voor Kees was! Inmiddels zit Kees al weer in Eritrea...

Waar bent u geweest?De redactie zoekt foto’s van experts op bijzondere plekken in de wereld. Het leukste is als u er zelf met de PUM vlag op staat. Stuur uw foto naar [email protected].

Altijd in contact

Er zijn momenten dat een vrijwilliger contact wil hebben met PUM. De vaste staf is tijdens kantooruren bereikbaar voor vragen rond een

missie. Voor vragen over een land of een sector kunt u terecht bij de landen- en sectorcoördinatoren. Zij zijn doorgaans niet op het PUM

kantoor aanwezig. U kunt contact met hen opnemen via het algemene e-mailadres van PUM, [email protected].

PUM komt overal

Landenfocus: Namibië

‘PUM assisted: een begrip in Ghana!’

Lex Winter bezocht onlangs voor de tweede keer een fabriek in Namibië die kinderkleding maakt voor de Zuid-Afrikaanse markt. Er werken 260 mensen, waarvan 250 vrouwen. Tijdens zijn eerste bezoek gaf Lex Winter advie-zen op het gebied van human resources. Hij stelde ook voor de rol van supervisors te verbeteren op een hoger niveau. ‘Het is voornamelijk een mannengemeenschap, dus dat daar 24 vrouwelijke supervisors zijn, is redelijk uniek.’ In zijn vervolgmissie ging hij in op leiderschaps-training. Wat zijn je verantwoordelijkheden en hoe neem je ze? Het management was niet gewend om te delegeren en moest dat echt leren.

‘Het is een zeer godsdienstig land. Voor men ‘s morgens begint, wordt er eerst een stuk uit de bijbel voorgelezen. Het gaat er in het algemeen erg voorspoedig. Blanken werken veel samen met kleurlingen. Van etnische span-ningen heb ik niets gemerkt.’ Er volgt nog een tweede follow-up missie, want de resultaten smaken naar meer,aldus het management. Ze zijn er echt gretig, het land is erg in ontwikkeling!’ Namibië is een groot land, met grotendeels woestijn. De stad waar de fabriek is gevestigd leeft voornamelijk van een uraniummijn, verder is er eigenlijk niets.

Tot 1918 was Namibië een Duitse kolonie. De nazaten zitten er nog steeds, maar zij voelen zich echte Namibiërs. Men spreekt er Afrikaans.