www.zuiderlucht.eu1 april 2010
april 2010
Perfectionisme in een
relaxte sfeer | Limburgse
ontwerpers in de voorhoede
| Geobsedeerd door het
vierkant | Een tijd lang was
the sky the limit | Vanuit de
veste aan de Weteringschans
complot rond een vierkant
de goodwill uitgaven van drukkerij rosbeek (1969-2006) van 25/3 - 21/5 gouvernement maastricht.
www.zuiderlucht.eu2 april 2010
Cor (l) en Jean Rosbeek foto boek: Cor Rosbeek/een leven in druk
kilometer verderop. Daar viel het
door Herman Zeekaf vormgegeven
bedrijfsgebouw flink uit de toon. Zeekaf,
wars van elke retro-mode en pseudo-
romantische versierkunst maar met
een des te scherper oog voor details,
ontwierp een strak en helder kubusachtig
gebouw, dat volgens alle betrokkenen
een inspirerende invloed had op de
kwaliteit van het werk dat in het gebouw
werd geleverd.
Rosbeek ontketende in het aan
experimenten niet erg verslingerde
Zuiden een revolutie op het gebied
van de vormgeving. Het gebouw
werd een centrum van avontuurlijke,
modernistische drukkerskunst, waar
ontwerpers uit het hele land en
opdrachtgevers uit de hele wereld
spoedig kind aan huis waren. Niets was
Rosbeek te dol, hij enthousiasmeerde
ontwerpers en klanten, en stelde de
hoogste eisen aan zijn personeel. Maar
dat alles gebeurde in een ‘Limburgse’,
relaxte en vriendschappelijke sfeer.
Misschien was Rosbeeks gulle,
democratische bedrijfscultuur wel zijn
eigenlijke bedrijfsgeheim.
De ondergang van het bedrijf moet
mede een gevolg zijn geweest van
de onweerstaanbare opkomst van de
computer. Rosbeek behoorde tot de
eerste drukkerijen in ons land waar de
computer zijn intrede deed, al in 1972.
Aanvankelijk waren vooral de voordelen
evident, later de nadelen. De computer
maakte van iedereen in een handomdraai
een ontwerper of kunstenaar, voor
kwaliteitsverschillen had men geen oog
of men had er geen geld voor over. Zo
kon het gebeuren dat de drukkerij naast
prestigieuze staaltjes van meesterschap
ook steeds vaker spullen onder haar
niveau afleverde.
Cor maakte zich kort voor zijn afscheid
zorgen over de toekomst. Zijn opvolger
zou in elk geval in kwalitatieve zin de
continuïteit van het bedrijf moeten
waarborgen. Dat heeft, weten wij nu,
niet zo mogen zijn. Wat ons rest zijn
de herinneringen aan het stelletje
enthousiastelingen daar in Nuth. En
meer nog: de gedrukte vruchten van hun
arbeid. Die zullen zich met des te meer
gezag als hoge kwaliteitsnorm opdringen
naarmate we vollediger door de lawines
ongevraagde trash worden overspoeld.
perfectionisme in een relaxte sfeer
Het succesverhaal van drukkerij
Rosbeek beslaat precies één generatie. Of
liever: één werkzaam leven. Het begint
in de vroege jaren zestig in Hoensbroek.
Noodgedwongen nemen de broers
Cor en Jean, respectievelijk achttien en
zeventien jaar jong, het bedrijf van hun
vroeg gestorven vader over. Het verhaal
eindigt, abrupt en dramatisch,
45 jaar later, als in oktober 2008 het
faillissement van de drukkerij wordt
uitgesproken. Kort daarvoor waren de ge-
plande feestelijkheden voor het afscheid
van Cor al halsoverkop geannuleerd. De
medewerkers aan het liber amicorum kre-
gen het fraaie boekwerk, dat nog in niets
het naderende einde verraadt, zonder
trompetgeschal per post in huis.
Aanvankelijk was het enthousiasme
van de beide broers voor het beroep
van hun vader gering. Als kind hadden
ze weliswaar af en toe hand-en-
spandiensten verricht in de drukkerij,
maar Cor, die zich later tot het artistieke
en commerciële brein van de drukkerij
ontwikkelde, had meer interesse in
dure Italiaanse sportauto’s dan in de
obligate geboortekaartjes, enveloppen
en trouwaankondigingen die het grootste
deel van de portefeuille van zijn vader
uitmaakte. Voorlopig moest de drukkerij
het immers hebben van de plaatselijke
clientèle met haar plaatselijke smaak,
niets wees erop dat het bedrijf zich
spoedig tot een van de belangrijkste
drukkerijen van het land zou ontwikkelen.
Enthousiasme voor het drukkersvak
ontstond er door toedoen van de
verffabrikant Jo Eyck, wiens vader, Jac
Eyck, ook al tot de klantenkring van
vader Rosbeek had behoord. Als er
één datum in de geschiedenis van de
drukkerij van beslissende betekenis is
geweest, is het de dag waarop Eyck de
Rosbeeks in contact bracht met de uit
Venlo afkomstige grafisch ontwerper
Marcel Pijpers, die in opdracht van Eyck
een integrale huisstijl voor de verffabriek
ontwikkelde. Ineens werd duidelijk dat
drukken meer kon zijn dan een met liefde
en vlijt beoefend ambacht. Cor kwam
in contact met de onbekende, horizon
verruimende wereld van modernistische
ontwerpers, die hem de ogen openden
voor de esthetische traditie van het
minimalisme en het constructivisme.
Zonder Jo Eyck – de broers hebben daar
nooit een geheim van gemaakt – was
Rosbeek met aan zekerheid grenzende
waarschijnlijk altijd de provinciale, op
traditionele leest geschoeide drukkerij
gebleven die ze ook voor vader Rosbeek
al was.
Maar dat veranderde nu snel. Eyck
was een liefhebber en verzamelaar van
abstracte, vooral minimalistische kunst.
In zijn bedrijfsruimten organiseerde hij
exposities van belangwekkende, aan
de weg timmerende kunstenaars als
Peter Struycken (van wie hij maar liefst
vijfendertig werken bezit), Ad Dekkers,
Ger van Elk, Carel Visser en William
Graatsma. De catalogi, meestal ingeleid
door kopstukken uit de Nederlandse
kunstwereld, liet hij drukken door
Rosbeek. Zo ontstonden er, vooral na de
start van de zogenaamde Goodwill-reeks
in 1969 (zie elders in deze bijlage), vaste
contacten met Limburgse ontwerpers,
van wie allereerst Baer Cornet en Piet
Gerards genoemd moeten worden, en
later ook Amsterdamse. Cor sprak zelfs
trots van ‘een aparte Limburgse school’,
die volgens hem een eigen, consistente
lijn volgde, los van de meer trendy
ontwikkelingen in de Randstad.
Een tweede cruciale datum in
de geschiedenis van de drukkerij
is de verhuizing in 1978 naar het
industrieterrein in Nuth, zo’n vijf
Misschien was Rosbeeks
gulle, democratische
bedrijfscultuur wel zijn
eigenlijke bedrijfsgeheim.
Twee momenten waren cruciaal voor de faam van drukkerij Rosbeek. De introductie door verzamelaar Jo Eyck van de Venlose ontwerper Marcel Pijpers, en de verhuizing in 1978 naar het door Herman Zeekaf ontworpen nieuwe bedrijfspand in Nuth. door Cyrille Offermans
www.zuiderlucht.eu3 april 2010
Complot rond een vierkant geeft
een visueel beeld van de goodwill-
reeks en een inkijk in de achterlig-
gende ideeën van de vormgevers.
De goodwillreeks van Drukkerij Rosbeek geldt als collectors items: er zijn er maar weinigen in Nederland die ze compleet hebben. Behalve een boek over de reeks is er nu ook een expositie, in het Gouvernement in Maastricht. Ben van Melick beschrijft hoe een en ander tot stand kwam. door Ben van Melick
erover eens dat kwaliteit en belang van
de goodwillreeks, waar toen al een einde
aan was gekomen, opnieuw aandacht
verdienden. Lenoir en Steijn boden aan
de productie van een boek ter hand te
willen nemen dat door Piet Gerards vorm
moest worden gegeven. Het drietal vond
vervolgens zes kwaliteitsdrukkers, twee
binders en een papierleverancier bereid
om belangeloos mee te werken – als
hommage aan Rosbeek. De Grafische
Cultuurstichting financierde de inleiding
en Huis voor de Kunsten Limburg deed
de ontbrekende duit in de zak. Het boek
kon gerealiseerd worden. Een actueel
voorbeeld van wat Huygen noemt: unieke grafische cultuur. Het Huis voor de Kunsten kwam op het
idee van de presentatie een expositie
te maken in het Gouvernement in
Maastricht. De expositie, een samenspel
tussen Piet Gerards, provinciaal
conservator beeldende kunst Ad
Himmelreich en Kim Roufs van het
Huis voor de Kunsten toont behalve
de complete goodwillreeks ook zeven
kabinetten die zijn gewijd aan de architect
Herman Zeekaf, de schrijver Frans Erens,
het ontwerpersduo Jan Slothouber en
William Graatsma, typograaf Charles
Nypels, componist Matty Niël, fotograaf
Werner Mantz en beeldend kunstenaar
Aad de Haas, allen vertegenwoordigd in
de reeks. De expositie toont zo een keur
van drukwerk van het hoogste niveau en
maakt inzichtelijk hoe drukkerij Rosbeek
verankerd was in de Limburgs cultuur en
welke stimulerende rol ze daarin heeft
gespeeld.
Ben van Melick is neerlandicus en leidt, samen met oprichter en ontwerper Piet Gerards en Jo Linssen, uitgeverij Huis Clos.
tableau de la troupe met limburgse roots
Parallel aan de gelijknamige expo-
sitie in het Gouvernement in Maastricht
heeft uitgeverij Huis Clos het boek Com-plot om een vierkant. De goodwilluitgaven van Drukkerij Rosbeek 1968-2008 uitgege-
ven. Het boek toont het omslag van elk
deeltje samen met een typische spread,
verschaft bibliografische informatie, heeft
een kort commentaar van de desbetref-
fende ontwerper. Waar nodig is dat aan-
gevuld met uitweidingen van ontwerper/
architect William Graatsma die, naast
ontwerper Baer Cornet, als redacteur het
gezicht van de reeks bepaalde. Complot rond een vierkant geeft een visueel beeld
van de goodwillreeks en een inkijk in de
achterliggende ideeën van de vormgevers.
Dat levert niet enkel technische verhalen
op. De vele anekdotes zijn inkijkjes in de
ontwerperskeuken, fascinerend, soms
ontluisterend.
In het boek plaatst Frederike Huygen,
kunsthistorica en auteur van het
tweedelige standaardwerk Visies op vormgeving, de serie in een geografische
en historische context en geeft een
afgewogen oordeel over aard, kwaliteit
en belang. Zij schetst daarmee de
typische grafische cultuur in Nederland,
gekenmerkt door trots, beroepseer,
engagement en experiment tegen een
achtergrond van grote liefde voor het vak
en belangeloze inzet.
Huygen inventariseert de grote
variëteit aan onderwerpen op het
gebied van vormgeving, typografie,
fotografie, architectuur, beeldende
kunst, literatuur en muziek. Soms zijn
de boekjes een podium voor een dichter,
fotograaf, illustrator of kunstenaar, of
voor een project. Andere keren hebben
ze het karakter van een monografie.
Onderwerpen uit de regio zijn talrijk: de
St. Servaaskerk, drukker en typograaf
Charles Nypels, dichter en letterkundige
Wiel Kusters, literator Frans Erens,
fotograaf Werner Mantz, het Centrum
Cubische Constructies, Dom Hans van der
Laan, de Jan van Eyckacademie, Herman
Zeekaf, de kerkschilderingen van Aad de
Haas, fotograaf Kim Zwarts, de toren van
Robert Garcet, componist Matty Niël,
kasteel Wijlre van Jo en Marlies Eyck, het
vrijheidsbeeld van Charles Eyck en het
San Claessenshuis in Maastricht.
Andere boekjes zijn gewijd aan de
winnaars van Limburgse prijzen als
de Charles Nypelsprijs (vanaf 1986),
de Frans Erens literatuurprijs (vanaf
1985) en de Werner Mantzprijs voor
fotografie (vanaf 1990). Onder hen:
Dieter Roth met kunstenaarsboeken,
de grafisch ontwerpers Walter Nikkels,
Harry Sierman, Pierre di Sciullo (onlangs
ontslagen als huisontwerper van het
‘nieuw’ Stedelijk Musuem in Amsterdam,
red), literator Harry Prick en fotograaf
Kim Zwarts. Het Limburgse accent in de
opsomming komt door de betrokkenheid
van William Graatsma bij de
Rosbeekuitgaven; zo werden de boekjes
ook een ambassadeur van de cultuur uit
deze zuidelijke provincie.
Met zo’n tableau de la troupe markeert
de drukker zijn positie in de commerciële
en culturele context, die in die jaren
steeds meer in elkaar schoven. In
omstandigheden waarin alles voor de
wind gaat, kan zo het visitekaartje van
een drukkerij uitgroeien tot opvallend
drukwerk dat alleen al om zichzelf de
aandacht vraagt en direct verwijst naar
de drukker. Dat betekent bij Rosbeek
technisch perfecte uitvoering, creatieve
oplossingen, betrokkenheid en culturele
relevantie. Daarmee is de positie
afgebakend die Rosbeek op de markt wil
innemen. Met succes. Rosbeek behoorde
jarenlang tot de top drie van Nederlandse
drukkerijen.
Maar niet voor altijd. In de voor de
drukkerij en de gebroeders Rosbeek
benarde zomer van 2008 ontstond
tijdens een gesprek tussen grafisch
ontwerper Piet Gerards, drukker
Arie Lenoir en Alwin Steijn, directeur
Grafische Cultuurstichting het idee van
een publicatie. In het gesprek viel de
term ‘grafisch erfgoed’ en men was het
Foto’s met de klok mee: Jo en Marlies Eyck, Herman Zeekaf, Jan Slothouber en William Graatsma, Baer Cornet. foto’s: Kim Zwarts, Archief William Graatsma, Zuiderlucht.
www.zuiderlucht.eu4 april 2010
Cubische Constructies en tot producten
als een modulaire bank, stoeptegels en
ruimtelijke objecten. In 1966 ontving het
duo Graatsma/Slothouber de Sikkensprijs
en enkele jaren later zat Graatsma in de
jury van deze prijs.
In de reeks goodwillpublicaties van
Rosbeek zijn drie boekjes gewijd aan het
werk van deze kubusadepten. Graatsma
gaf les aan verschillende opleidingen
waaronder de academie in Den Bosch
waar ook Cornet doceerde. Later werd
hij docent aan de Eindhovense TH en
directeur van de Maastrichtse Jan van
Eyckacademie. Zijn netwerk was enorm
en hij stelde onder andere in Eindhoven
een reeks tentoonstellingen samen
waaronder een over Cornet in 1977.
Graatsma was ook betrokken bij het
Bonnefantenmuseum in Maastricht en
bij tal van jury’s, besturen en commissies,
als hij al niet zelf de initiator was van
Limburgse prijzen. Vanaf 1982 ging hij
vele Rosbeekboekjes begeleiden en
was hij betrokken bij de keuze van de
onderwerpen die er in aan bod kwamen.
Het Limburgse netwerk rond het
vierkant was hecht, maar ook open en
breidde zich gestaag uit. Tussen 1969 en
2006 verschenen 57 boekjes, aanvankelijk
publicaties die ‘het creatieve drukken’
van Rosbeek illustreerden, later heetten
ze goodwilluitgaven. De drukkerij begon
zich in de jaren zestig te onderscheiden
met haar hoge kwaliteit en legde zich toe
op het samenwerken met ontwerpers.
Toen het eerste deeltje het licht zag,
was het proces van de mijnsluiting al
in volle gang en Rosbeek wilde ook
opdrachtgevers en ontwerpers buiten
Limburg aan zich binden. Doordat de
contacten met ontwerpers, bedrijven en
musea intensiveerden werden de jaren
zeventig en tachtig een bloeiperiode voor
de firma Rosbeek, geleid door de broers
Cor en Jean, bijgestaan door Herman en
Michel Kölker.
Zoals gezegd was het vierkante
formaat en het idee afgeleid van de
Kwadraatbladen, maar die keuze hing
ook samen met het feit dat zowel
staande als liggende afbeeldingen in een
vierkante maat tot hun recht komen. Het
achterliggende motief was natuurlijk
ook om de kunde en de kennis van de
drukkerij te demonstreren en naar buiten
te brengen.
complot rond een vierkant
In het Limburg van de jaren zestig
van de twintigste eeuw bekeerde een
aantal mensen zich tot het vierkant. Hun
geloof bleek standvastig en wist zich
ook aanhang in het westen van het land
te verwerven. Het waren: Baer Cornet
(1937), Jo Eyck (1930), Herman Zeekaf
(1938-2009), Jan Slothouber (1918-2007),
William Graatsma (1925) en Cor Rosbeek
(1944).
De Venlose grafisch ontwerper Baer
Cornet werkte voor drukkerij Lecturis
in Eindhoven, maar kwam in 1970 in
dienst bij het Limburgse Océ-van der
Grinten. Hij verzorgde publicaties
voor bedrijven als ’t Spectrum (deels
gedrukt bij Rosbeek), voor Slothouber
en Graatsma en voor Zeekaf, en maakte
tentoonstellingscatalogi en kalenders
voor verffabrikant en kunstverzamelaar
Jo Eyck. Het was Baer Cornet (die in 2007
het eerste ontwerp van Zuiderlucht zou
vervaardigen, red) die drukkerij Rosbeek
in 1969 het idee aan de hand deed om
een letterproef uit te geven, de eerste
van een reeks van boekjes gewijd aan
aspecten van het drukken en later ook
aan andere onderwerpen die aan relaties
werden gestuurd. Het vierkante formaat
werd Cornets handelsmerk.
Jo Eyck nam, net als Cor Rosbeek,
de zaak van zijn vader over en bracht
die tot grote bloei. Hij liet al heel
vroeg een huisstijl ontwerpen door
Marcel Pijpers die als beeldmerk een
gekantelde, open kubus had. “Dat was
zoiets als een esthetische revolutie in
Zuid-Limburg”, aldus Rosbeek die het
drukwerk uitvoerde. Op zijn kantoor
organiseerde Eyck tentoonstellingen
van constructivistische en geometrisch-
abstracte kunstenaars zoals Peter
Struycken, Richard Paul Lohse, Ad
Dekkers, Slothouber en Graatsma,
François Morellet en anderen.
Zij exploreerden het fenomeen
kleur en waren geïnteresseerd in
maatverhoudingen en systemen.
De catalogi stuurde Eyck aan al zijn
relaties. Rosbeek was onder de indruk
van de manier waarop Eyck public
relations bedreef en in alles een hoog
kwaliteitsniveau nastreefde.
Herman Zeekaf had een winkel in
Heerlen waar hij moderne vormgeving
toonde en verkocht, en was tevens
interieurarchitect. Hij begeleidde voor
Eyck verbouwingen en inrichtingen en
was de architect van de nieuwe drukkerij
Rosbeek in Nuth (1978). Ook Zeekaf
was een modernist die met uitgekiende
verhoudingen werkte.
Jan Slothouber en William Graatsma
werkten sinds 1955 samen bij de De
Staatsmijnen/DSM waarvoor zij
tentoonstellingen en presentaties
samenstelden en vormgaven. Het duo
ontwikkelde cubische dragers voor
de informatie en begon van daaruit
geometrische wetmatigheden te
onderzoeken. Zij kwamen in contact met
Pieter Brattinga van Steendrukkerij De
Jong & Co in Hilversum die daar sinds
1955 de befaamde Kwadraatbladen uitgaf,
een reeks gedrukte relatiegeschenken
op vierkante maat. Deze drukkerij met
haar op ontwerpers gerichte beleid
en haar Kwadraatbladen werd voor
Rosbeek het voorbeeld dat hij wilde
evenaren. Brattinga, die als ontwerper
ook veelvuldig het vierkant hanteerde,
leidde de huisstijloperatie van DSM en
door zijn bemiddeling kregen Slothouber
en Graatsma in 1965 een expositie in het
Amsterdamse Stedelijk Museum getiteld:
Vier kanten.
Daarna volgde een hele reeks van
exposities over hun werk, onder andere
bij Jo Eyck en in de toonzaal van Zeekaf,
met als hoogtepunt een presentatie
op de Biënnale van Venetië in 1970.
Het onderzoek naar de kubus leidde
tot de formatie van het Centrum voor
De bloeiperiode van drukkerij Rosbeek werd geschraagd door de opkomst van een groep jonge ontwerpers rondom verffabrikant en kunst-verzamelaar Jo Eyck. Heren met uiteenlopende karakters en één gemeenschappelijke eigenschap: een fascinatie voor het vierkant. door Frederike Huygen
De gekantelde, open kubus als
beeldmerk was zoiets als een
esthetische revolutie in Zuid
Limburg.
Omslag van de catalogus bij Complot rondom een vierkant.
www.zuiderlucht.eu5 april 2010
De door Zeekaf ontworpen drukkerij Rosbeek in Nuth. foto: Kim Zwarts
werden synoniem. Functionele
schoonheid in zakelijke objecten, dus
met een belangrijke rol voor de grafisch
ontwerper, creatieve schoonheid in de
vrijere opdrachten, met een nog grotere
invloed voor de ontwerper. Waar
mogelijk werd het grafisch ontwerp
even belangrijk als het drukproces.
Vooral in dit opzicht speelden de
contacten van Cor een belangrijke rol.
Diens zelfvertrouwen groeide en hij liet
zich steeds meer gelden als inleider,
spreker en jurylid.
Het was dus niet verwonderlijk dat
de Rosbeeks zich inmiddels hadden
gewaagd aan drukkersdrukwerk, het
‘kaartje’ van de drukkerij dat per
definitie moest beantwoorden aan de
hoogste technische en artistieke eisen.
Eind jaren zestig was de goodwillreeks
gestart die niet alleen de staalkaart
werd waarmee de drukker zijn positie
in de commerciële en culturele context
markeerde, maar hem ook poneerde als
initiator, ‘medeschepper van cultuur’.
Dat er prestigieuze opdrachten
uit de wereld van kunst en cultuur
kwamen, bewees dat ze op de goede
weg zaten en gaf hun vleugels. De tijd
was gunstig. Geld rolde, communicatie,
creativiteit en kwaliteit lagen in ieders
mond bestorven, vormgeving was een
cult. The sky was the limit.
Mogelijk ging hun vlucht te hoog,
en verloren de broers het zicht op de
verhoudingen. Ze gingen er prat op dat
de drukkerij zich in de onmogelijkste
omstandigheden kon bewijzen.
Kwaliteit is duur, soms te duur.
Hoge taakopvatting, beroepseer en
verbeeldingskracht zijn sleutelwoorden
voor succes. Maar de literatuur leert
dat dan de hoogmoed dreigt. Zo gezien
bloedde de goodwillreeks dood in
esthetische tolerantie en verstikte het
bedrijf in twijfelachtige innovatie.
“Er zullen altijd mensen blijven, al is
het een kleine culturele elite, die om
kwaliteit zullen blijven geven”, zegt Cor.
Maar er is geen drukkerij Rosbeek meer
om die kwaliteit te leveren.
een tijdlang was the sky the limit
We schrijven 2008.
Inktzwarte wolken pakken zich samen
boven Drukkerij Rosbeek te Nuth,
jarenlang een van de beste, meest
gelauwerde drukkerijen van Nederland.
De chemie tussen de broers Rosbeek
is uitgewerkt: de plaats van Jean als
technisch en zakelijk leider is al enige
tijd ingenomen door verschillende
opvolgers. Het bedrijf kan zijn reputatie
niet meer waarmaken. In 2009 valt het
doek. Niet alleen inconsistente bed-
rijfsvoering – de achilleshiel van vele
familiebedrijven - en gezondheidsprob-
lemen, ook concurrentie uit het buiten-
land, kwaliteitsverlies door digitale
automatisering en snel verslechter-
ende economische omstandigheden
betekenen het einde van Drukkerij
Rosbeek, het bedrijf dat boekdrukkunst
personifieerde en cultuur schiep, het
bedrijf waarin de broers hun ziel en
zaligheid hadden gelegd.
Begin jaren zestig waren Cor
(1944) en Jean (1945) Rosbeek
de piepjonge eigenaars van een
kleine handelsdrukkerij aan de
Hommerterweg in Hoensbroek
onder de rook van Staatsmijn Emma.
Zij groeiden op in een bedrijvig en
artistiek gezin waar zelfwerkzaamheid,
creativiteit, betrokkenheid en kwaliteit
groot geschreven werden. Vader
was behalve meesterdrukker een in
de regio bekend musicus, moeder
dreef een winkel in kantoor- en
tekenbenodigdheden. Thuis werd
geplakt, getekend, gekleurd, gegutst,
geknutseld. De kinderen kwamen veel
in de drukkerij en waren zo al vroeg
vertrouwd met de wereld van pers, inkt
en papier. Jean: “Je raakt geïnteresseerd
en voordat je het weet sta je met een
zethaak in de hand en mag je voor het
eerst een regel zetten. Op een kleine
pers, een degeltje, drukte ik voor het
eerst mijn naam. Wat jaren later stond
ik in de vakanties mee te helpen.”
Ook Cor was gegrepen, maar anders.
Fantasierijk en nieuwsgierig was hij, de
blik naar buiten gericht: de wereld van
blue suede shoes en scherp gesneden
kostuums. Gedistingeerd halbstark,
perfect gesoigneerd op jonge leeftijd al.
Verkoop en acquisitie werden zijn fort.
Beiden wilden vooruit.
De jongens zaten midden in de
puberteit toen hun vader plotseling
stierf en zij de zaak, aanvankelijk met
hulp van collega-drukkers, overnamen.
De mijnen floreerden nog en het bedrijf
groeide. De Rosbeeks legden de lat
hoog. Hun voorbeelden vonden ze in de
kwaliteitsdrukkerijen buiten Limburg,
waar ontwerpers een belangrijke rol
speelden en gedurfde staaltjes drukwerk afgeleverd werden.Tegelijkertijd
kwamen ze in contact met klanten
en relaties die op zakelijk en artistiek
niveau de hoogste eisen stelden en
zo rolden ze in de moderne scene van
kunstenaars en vormgevers in Limburg,
waar vooral de cultuurbegerige Cor zich
als een vis in het water voelde.
De sluiting van de mijnen was voor
de gebroeders geen neergang maar
een impuls. De noodzaak van nieuwe
opdrachtgevers bracht het bedrijf in
een stroomversnelling: Jean innoveerde
de techniek en Cor wierf klanten en
verkocht. Kan niet bestaat niet. Kwaliteit voor alles. Kwaliteit en schoonheid
“ Voordat je het weet sta je met een zethaak in de hand en mag je voor het eerst een regel zetten”, zei Jean Rosbeek ooit over het opgroeien in de drukkerij van zijn vader. Samen met zijn boer Cor bouwde hij een unieke drukkerij op die lange tijd maatgevend was in de grafische industrie. door Ben van Melick
Cor Rosbeek: “Er zullen
altijd mensen blijven, al is het een
kleine culturele elite, die om
kwaliteit zullen blijven geven.”
www.zuiderlucht.eu6 april 2010
“Eigenlijk is vriendschap
het Leitmotiv bij alles
wat we doen.”
Auteurs en kunstenaars die geen knieval maken voor publiek of commercie. Dwarsliggers die een bestaan in de marge voor lief nemen. Ze vormen een blijvende fascinatie voor ontwerper Piet Gerards. Uitgeverij Huis Clos geeft ze een podium. door Fons Elbersen
de veste die af en toe iets moois baart
Piet Gerards: “Je kunt op school leren om illustrator te worden; je kunt niet leren Kamagurka te worden.” foto Jasper Groen
www.zuiderlucht.eu7 april 2010
‘Ik heb in mijn leven misschien twee boeken gekocht omdat ik ze móói vond.’
de veste die af en toe iets moois baart
Cover art kunnen we nu ook in alle rust
naar jazz kijken”, prees de Volkskrant.
“De geest is hetzelfde.” “Eigenlijk is
vriendschap het Leitmotiv bij alles wat
we doen”, zegt Piet Gerards in zijn
studio. “Iemand heeft iets gelezen,
iets gezien, en zegt: ‘Daar moeten
we wat mee doen!’ Dan gaan we
erover denken, praten, verder denken,
discussiëren, en zo ontstaat een nieuw
boek.” Over één ding heerst absolute
consensus: als er een boek komt, moet
het mooi zijn, en goed verzorgd. Van
ontwerp tot druk.
Gerards: “Drukkerij Rosbeek was
in sommige opzichten de allerbeste,
vanwege de kwaliteit van de mensen
die ze in huis hadden. Het was nooit:
‘Dat kan niet, maar altijd: Wacht eens,
even kijken hoe we dat kunnen doen…’
De materiaalkeuze, de verwerking
van materiaal, het mooi uitgekiende
letteraanbod, het drukken – daarin
liepen ze voorop. Zoals ze ook voorop
liepen in het besef dat ontwerpers
ook voor hun bedrijf belangrijk
waren. Verschillende van mijn Best
Verzorgde Boeken hebben hun
erkenning gekregen omdat Rosbeek ze
instuurde.”
Vakmanschap, zoals van de
voormalige drukkerij in Nuth, is
belangrijk, oorspronkelijk talent echter
allesbepalend. Gerards: “Ik denk dat de
euforie over Nederlands ontwerp een
beetje over is. De oudere generatie,
onder wie ikzelf, heeft letterlijk school
gemaakt. Er wordt veel nagevolgd,
en er is heel veel van hetzelfde. Het
interessante van Dutch Design was een
zekere dwarsheid, een dubbele bodem.
Ik zie het minder nu. Je kunt op school
leren om illustrator te worden; je kunt
niet leren Kamagurka te worden.”
www.uitgeverijhuisclos.nl
De schatkamer bevindt zich
in het souterrain van het kantoor
van Piet Gerards Ontwerpers aan
de Weteringschans in Amsterdam.
Gerards wijst naar een wandvul-
lende boekenkast. “Deze boeken zijn
door ons ontworpen.” Het zijn er
zo’n vijfhonderd. Boeken die je qua
vormgeving, druk en afwerking niet
bij de reguliere boekhandel aantreft.
“Ongeveer een kwart daarvan heb ik
in eigen opdracht gemaakt. Da’s wel
veel, ja.”
Zeg nou niet dat je hier in hartje
Amsterdam voor een bibliofiel walhalla
staat. Ook al is Piet Gerards (Heerlen,
1950) een gelauwerd ontwerper met
een imponerende reeks bekroningen
als ‘Best Verzorgd Boek’ op zijn naam,
bij hem gaat inhoud vóór de vorm.
“Ik heb in mijn leven misschien twee
boeken gekocht omdat ik ze móói
vond. Opperlandse taal- & letterkunde
van Battus bijvoorbeeld, in die
ongelooflijke vormgeving van Harry
Sierman. Maar de inhoud is absoluut
het belangrijkste voor mij, als lezer en
als ontwerper. Er zijn te veel boeken
waarbij de vormgeving de inhoud
overschaduwt. Het gaat om mensen
die je spannend vindt. Multitalenten,
met een controversiële boodschap.
Interessant vind ik waar ‘de straat’
en ‘het verhevene’, het ‘hoge’ en
het ‘lage’ elkaar raken. Dan kán ik
gewoon niks lelijks maken.” Gerards’
drang naar schoonheid heeft zijn
oorsprong in het anarchisme. Drie jaar
studeerde hij aan de kunstacademie
in Maastricht. Kunstschilder wilde
hij worden. “Huilend ben ik van die
academie afgegaan, het klimaat daar
was helemaal niks voor mij.” In zijn
middelbare schooltijd was hij al in de
ban geraakt van literatuur; in het links-
anarchistische, activistische milieu van
de jaren zeventig ontdekt doener (‘ik
ben geen studiehoofd’) Gerards dat
hij veel lol beleeft aan het maken van
pamfletten, affiches, folders. “Typen,
koppen maken, vergroten, verkleinen,
je handen zwart van de inkt, ik genoot
ervan.”
Op 1 april 1979 hoort hij tijdens
een lezing van de door hem en zijn
vrienden georganiseerde Anarchisme sieklus in Maastricht de dichter/activist
Steef Davidson diens vertaling van
Europa van de Poolse dichter Anatol
Stern voordragen. Als hij vervolgens
de Europa-editie van in de originele
vormgeving van Mieczyslaw Szczuka
ontdekt, is hij verkocht. “Dat vond ik
echt geweldig. Dàt wilde ik maken!”
Hij maakt een ontwerp, dat heel
dicht bij dat van Szczuka blijft, en er
komt een nieuwe vertaling. Het boek
verschijnt in 1982 in een oplage van
100 bij uitgeverij AAP in Maastricht.
De ontwerper en uitgever Piet Gerards
is geboren. Fascinatie voor bijzonder
literair werk, liefde voor vormgeving,
voor goedverzorgde boeken zijn ook
de drijfveer van Gerards en Schreurs uitgevers, die Gerards twee jaar later
met zijn vriend Joep Schreurs opricht.
Zo’n 25 boeken geeft het tweetal
uit. De Laatste Brieven 1936-1938 van
de Rus Osip Mandelstam opent de
Fragmentenreeks van de uitgeverij.
In de reeks wordt verder onder meer
werk van Louis Paul Boon (naast Reve
een van de literaire helden van Piet
Gerards) en Wiel Kusters’ X kijkt in Y
over Pierre Kemp gepubliceerd.
Gerards woont in die tijd in Heerlen,
in een statig pand aan de Akerstraat.
Het huis is woon- en werkplek. Hij
koopt een proefpers en zet die in het
souterrain. Als de machine aanslaat,
trilt het pand op zijn fundamenten.
Huis Clos heet het huis, naar een boek
van Sartre, ‘Met gesloten deuren’. In
1986 wordt het de naam van de marge-
uitgeverij, waar Gerards mee verder
gaat, ook na het opheffen van Gerards
& Schreurs in 1990. “Het was een huis
dat alles behalve gesloten was”, zegt
hij. “De deur stond altijd open. Maar
ik vond dat beeld wel mooi: een veste,
die zich af en toe opent om iets moois
te baren.”
Huis Clos. In een melige bui
omschrijft Gerards het ook wel als
Huize De Klos. De ontwerper Gerards
verwerft de nodige faam (‘der Meister’
wordt hij door sommige collega’s
genoemd) en verhuist eind jaren
negentig naar Amsterdam. “Daar zat ik
sowieso al ieder weekend.” Maar voor
de uitgever Gerards is het bloed, zweet
en tranen. Ongedurig als hij is (“ik
ben te kortademig voor langdurende
projecten, ik wil altijd weer naar
iets nieuws”) is hij blij als Huis Clos
wordt versterkt met Ben van Melick
(redactie), Jo Linssen (productie/
distributie) en Lily Balmaekers
(administratie).De uitgeverij zetelt nu
in Rimburg. Het fonds telt 32 titels, in bescheiden oplagen; één titel is
uitverkocht. Per jaar komen er drie,
vier boeken bij. Tot nu toe financierde
de ene uitgave de volgende. Een
groep van 100 vaste afnemers moet
gaan zorgen voor wat meer financiële
armslag.
Zo werden boeken van onder
anderen John Hejduk, Gerard Reve,
Arthur Lehning, Leo Herberghs, Gerrit
Komrij, Wiel Kusters en Nic. Tummers
uitgegeven. Daarnaast verschenen er
titels óver Paul van Ostaijen, Louis
Paul Boon, Ine Schröder, Constant,
Herman Hertzberger, Kurt Schwitters
en Han Bennink. Hoewel Huis Clos zich
als vanouds beweegt tussen literatuur,
beeldende kunst, architectuur,
vormgeving en muziek, is met de
komst van literator Van Melick de
nadruk wat meer op literatuur komen
te liggen. De grondgedachte blijft
hetzelfde: “Auteurs en kunstenaars
die hun eigen weg blijven volgen,
geen knieval maken voor publiek of
commercie. Soms dwarsliggers die een
bestaan in de marge voor lief nemen”,
meldt de catalogus 2010. “Relevante
teksten van geëngageerde auteurs.
Boeken die mooi zijn, niet bibliofiel.
Functioneel maar niet geestloos.”
Gerards: “Ik begin altijd bij de tekst.
Wat vraagt die tekst? Bij een ontwerp
werk ik van binnen naar buiten. Naar
buitenissigheden ben ik niet op zoek.
Het is de sport om binnen de normale
kaders en binnen economische
begrenzingen iets moois te maken.”
Een ‘sport’ die wel uniek ontwerp kan
opleveren. Voor Cover art, waarin alle
hoesontwerpen van jazz-slagwerker
Han Bennink bijeen zijn gebracht, zijn
750 omslagen gemaakt waarvan er
geen twee hetzelfde zijn. De tweede
druk is bestempeld en gesigneerd
door multitalent Bennink zelf. “Dankzij
www.zuiderlucht.eu8 april 2010
Geeft met Kunst en Cultuur kleur aan het leven in Limburg.
De Passiespelen Tegelen“Het Tegelse Passiespel is uitgegroeid tot een vijfjaarlijkse theatergebeurtenis van internationale allure. Het is meer dan een theatervoorstelling, het is een gebeurtenis. Een verhaal dat spelers en toeschouwers moeten ondergaan en beleven. Een prachtproductie van regisseur Cees Rullens en muzikaal leider Nard Reijnders”
Houdt het cultureel erfgoed levend.
De Passiespelen Tegelen 2010 zijn te zien vanaf 16 mei t/m 12 september 2010www.passiespelen.nl
Stimuleert een rijk geschakeerdekunst- en cultuurbeoefening door amateurs en professionals.
Investeert in een goede culturele infrastructuur in Limburg.
Verbindt cultuur en economie.
Organiseert toonaangevende exposities en tentoonstellingen in het gouvernement.
Is een belangrijke trekker van de kandidatuur Maastricht Culturele Hoofdstad van Europa 2018.
Neemt concrete initiatieven voor euregionale culturele samenwerking.
Expositie ‘Complot rond een vierkant’“De expositie ‘Complot rond een vierkant’, is de moeite van een bezoek aan het gouvernement meer dan waard! Centraal staan de 56 bijzondere Goodwill uitgaven van Drukkerij Rosbeek (1969-2006). Deze kwalitatief hoogstaande en artistieke uitgaven overstijgen door hun inhoud en vormgeving de betekenis van een relatiegeschenk.”
Complot rond een vierkantis te zien in het Gouvernement aan de Maas, Limburglaan 10, in Maastricht. Van 25 maart t/m 21 mei 2010 www.limburg.nl
Gedeputeerde Kunst en Cultuur, Odile Wolfs over:
Provincie Limburg: